Verslag Vergadering
:
overleg school ex 2.0
Datum Aanwezig
: :
26 september 2013 zie aanwezigenlijst
Verslaglegging
:
Annette van den Bosch
Er is een namenrondje, tevens wordt de inventarisatie van de ontvangen ervaringen met school ex rondgedeeld. Deze wordt tevens aangevuld rondgemaild (bijlage 1). 1.Tijdelijke regeling school ex 2.0 Pierre geeft een korte toelichting op de tijdelijke regeling. Omdat we vorig jaar zijn begonnen met registreren, voor de tijdelijke regeling bekend was zijn er nu aantal zaken die er bij zijn gekomen. Toegevoegd op het exitformulier is UWV, crebocode opleiding en datum, leeftijd wordt niet meer gedefinieerd. Als OCW een regeling maakt dan moet deze eerst door DUO worden bekeken. Bovendien wilde FNV Jong levering aan UWV erin, vandaar de vertraging. Formulieren die zijn ingeleverd zonder de drie bovenstaande toegevoegde gegevens: voor zover mogelijk in ieder geval crebocode nog proberen te achterhalen en invullen. Het is fijn dat zoveel scholen meedoen en dat moeten we ook vooral uitdragen. Er kijken veel mensen mee naar dit school ex project 2.0 Nu worden de gegevens per instelling aangeleverd en niet landelijk, dat betekent dat het relevant is om bij instellingen te informeren hoe het loopt, zodat de MBO Raad daar ook wat zicht op heeft. In de regeling zelf staat niks meer over leeftijd en ook staan er geen nadere specificaties over wat een examenkandidaat is. Algemeen beschreven is het de groep leerlingen die examen gaan doen met het doel een diploma te halen en daarna de school te verlaten of door te stromen. Dat is echter heel lastig na te gaan, want in Bron staat niet vermeld of het beoogde examen ook het hoogst haalbare is. Een kandidaat die voor een 4 jarige opleiding is ingeschreven en op niveau 2 een startkwalificatie krijgt is in het jaar van niveau 2 geen examenkandidaat (bijv kok in horeca opleiding). Als niveau 2 het eindniveau is dan wel. School ex is opgezet met als doel om te voorkomen dat leerlingen thuis komen te zitten. Via gesprekken wordt gestimuleerd dat zij aan werk komen of aan een vervolgopleiding beginnen. Een ander doel is te voorkomen dat studenten zonder nadenken in schrijven voor een opleiding zonder aantoonbaar arbeidsmarktperspectief. Daartoe is een systeem bedacht van exit - en ombuiggesprekken. Voor exitgesprekken gebruik je het formulier. Deze exitformulieren gelden als bekostigings- en verdeelmodel. We gaan er nu vanuit dat een formulier per leerling maximaal 115
ABOS/229505/2013
1/5
euro oplevert. Deze exitgesprekken en exitformulieren staan niet los van de ombuiggesprekken. Het is het totaal pakket waar de 115 euro op gebaseerd is. Het exitformulier is een voorbeeldformulier, waarin het minimum aantal gegevens staat vermeld dat moet worden ingevuld om bekostiging te kunnen ontvangen. Elke instelling kan daar nog zaken aan toevoegen die voor de eigen instelling van belang zijn. Je kan per kalenderjaar maar 1 formulier invullen voor één kandidaat. Bij accountantscontrole moet je voor geslaagden het diploma aanleveren en voor gezakten de OOK. Als je inventariseert via bellen, dan moet dit geregistreerd worden met de datum en de naam van degene die gebeld heeft. De ombuiggesprekken zullen vooral tijdens de intake plaatsvinden en worden geregistreerd in een verantwoording/verslag (aantal, welke richting op gegaan) zodat hieruit kan worden gedestilleerd wat de gesprekken opgeleverd hebben. Als je geen andere opleidingen hebt en daardoor geen ombuiggesprekken kan voeren dan is het nodig om de in de verantwoording aan te geven waarom je dit niet hebt gedaan. Toelichting op de regeling: Belangrijkst: - Verdeelmodel is gebaseerd op de exitformulieren -
Verantwoording opstellen, waarin je vertelt hoeveel ombuig- en exitgesprekken je hebt gevoerd en wat het resultaat was Voor deze verantwoording/verslag is geen format. Eventueel kan je dat met een aantal scholen zelf ontwikkelen als je dat wil
-
Verantwoording hoeft niet meer in november plaats te vinden zoals eerder vermeld. In de tijdelijke regeling staat nà 1 januari 2014. Datzelfde geldt voor 2015. De leerlingen die tussen oktober en december examen doen tellen mee voor 2013. Want de regeling loopt per kalenderjaar.
Gevraagd wordt naar de financiering van administratieve lasten zoals genoemd in de regeling. Dit bedrag is opgenomen in het beschikbare bedrag per formulier. De administratieve lasten die zijn genoemd in de regeling zijn de lasten waarvan OCW verwacht, dat de instelling ze zal maken. Gevraagd wordt wanneer bekend is hoeveel scholen krijgen, omdat er tussen bevoorschotten en afrekening een flinke tijd zit. Dit wordt meegenomen in het overleg met OCW. Gevraagd wordt hoe de opvatting dat we langer moeten opleiden zich verhoudt tot de opvatting uit macrodoelmatigheid en bekostiging? Dat is inderdaad enigszins tegenstrijdig. Als er nog andere vragen zijn dan svp mailen aan
[email protected]
ABOS/229505/2013
2/5
2. Ombuiggesprekken door Hilda Scholten, Frieslandcollege Ombuiggesprekken zijn onderdeel van loopbaanbegeleiding met de volgende visie: arbeidsgericht opleiden en opleiden voor brede competenties. Dé arbeidsmarkt bestaat niet, die wisselt steeds. Als er nieuwe leerlingen zijn dan worden de ouders geïnformeerd over arbeidsmarktkansen. Veel jongeren hebben al een beeld welke opleiding ze willen door de voorafgaande opleiding. Met de jongeren is een gesprek over het waarom van de keuze en de kansen op de arbeidsmarkt. Daarna worden ze ingeschreven. Bij tussentijdse switchers is er opneiuw een gesprek over de kansen op dat moment.De instroom is 4x per jaar. Docenten zijn goed geïnformeerd over de arbeidsmarkt, over weten regelgeving en uitkeringen. Probleem: hoe ga je om met leerlingen die persé een richting willen ondanks slecht arbeidsmarktperspectief. Algemeen is de opvatting dat de opdracht van de scholen is om leerlingen goed te informeren. Maar als een jongere persé iets wil moet hij/zij voor die passie gaan. Daarbij kan het helpen om in breder perspectief op te leiden, zodat de leerling na de opleiding ook andere richtingen uit kan. Als er slechts beperkt plaats is in een opleiding dan is er ook nog een instrument nodig om te bepalen wie kan worden toegelaten. Dat kan enerzijds zijn door een geschiktheidstest (betere kans op goed resultaat), maar anderzijds loten (zodat iedereen zelfde kans heeft). De geschiktheidstest kan gaan over capaciteiten of over motivatie. Welk instrument een instelling gebruikt hangt af van de visie van de instelling op het aannamebeleid. 3. Trends Pierre Veelenturf signaleert de volgende trends: -
Er komen minder deeltijd bol studenten Er komen veel meer bol studenten dan verwacht
- Er komen minder bbl studenten OCW maakt elk jaar een referentieraming gebaseerd op modelraming, gemaakt door TU Delft. De inschrijving wijkt nu af van deze raming. De aanwezigen in de zaal bevestigen deze observatie. Gezegd wordt dat er stijging in niveau 1 en 2 te zien is en dat techniek juist niet aanttrekt maar transport en logistiek wel. Een van de aanwezigen haalt een onderzoek aan waaruit blijkt dat er van de 56000 studenten techniek maar 23000 in techniek terecht komen. Nadeel bij zo’n onderzoek is dat er alleen wordt gekeken naar de sector waar iemand in terecht komt en niet naar de functie. Bijvoorbeeld in een ziekenhuis zijn ook technische functies, maar die worden dan niet meegenomen. 4. Stageplekken Martijn van Blitterswijk (SBB) geeft aan dat team van Mirjam Sterk bezig is geweest met de vraag hoe te komen tot voldoende bol stageplekken. Er is een sterke toename van bol en er zijn dan ook meer stageplaatsen nodig. De druk bij leerbedrijven neemt toe. Er zijn veel beelden over stagetekorten die niet allemaal kloppen. Het stage leerbaan offensief is geactiveerd.
ABOS/229505/2013
3/5
Concreet maken: - Namen en rugnummers vanuit roc -
welke plek
-
welke periode in gesprek kenniscentrum?
Vaak lukt het nog wel om stageplaats te vinden, maar het kost wel meer inspanning. Alternatieve creatieve oplossingen zoals 2 bbl op 1 plek of spreiding van de stagetijd ook over de zomerperiode. Bij het meldpunt stagetekorten zijn ongeveer 100 meldingen binnengekomen (ongeveer 3000 studenten), waarvan 1500 zijn opgelost en 15% verdwenen, vanwege toch andere keuzes. Wat geholpen heeft is het concreet maken, gesprek aangaan met bedrijven in de regio en kenniscentra. Opmerkingen over het beeld van het dreigend tekort aan stageplaatsen: - Er zijn opleidingen die een student niet aannemen als hij/zij geen stageplek heeft. Dit tekort -
komt dan dus niet in beeld. Sommige scholen regelen hun stageplekken via werkplein danwel regio, dan loopt het niet via het meldpunt.
-
Scholen vinden zelf alternatieve oplossingen. Pasals het niet lukt, regionaal of met anderen naar oplossingen zoeken.
-
Scholen gaan zelf in gesprek met kenniscentrum om alternatieven te verzinnen voor bpv, wat is arbeidsmarktrelevant. Daarvoor is toestemming voor de sector nodig.
-
Good practices: Albeda in Rotterdam en Calibris hebben eigen werkleerbedrijven. Die zijn er ook in de bouw. Er zijn tevens voorbeelden in de zorg, in de beveiliging, samenwerkende leerbedrijven die samen één stageplek aanbieden.
-
Je komt in fundamentele discussie terecht over het volume van opleidingen. Het is een primaire taak van het kenniscentrum om een zo goed mogelijke plek voor student
-
te vinden. Aan de begeleiding bij stages moeten veel meer eisen gesteld worden (BPV platform) en daardoor zijn er minder plekken, mismatch op alle niveaus mede daardoor.
SBB benadrukt dat het meldpunt knelpunten verzamelt en als vangnet fungeert. Het rapporteert aan Mirjam Sterk. Het meldpunt heeft geen totaaloverzicht over de omvang van de landelijke stageproblematiek. 5. UWV op zoek naar werk. Rieky Janssen, programmamanager Leren en Werken In de regeling is vermeld dat gevraagd moet worden of de gegevens van de schoolverlaters dei werk zoeken doorgegeven mogen worden aan het UWV. UWV is daar echter niet van op de hoogte gesteld. SZW zal met OCW samen kijken of UWV iets mag doen voor deze leerlingen. Daarover zijn ze letterlijk op dit moment in gesprek. Een vreemde situatie. FNV Jong heeft geeist dat roc’s moeten vragen of gegevens doorgegeven mogen worden. De schoolverlaters zijn verantwoordelijkheid van de gemeente. UWV mag daar niets extra’s voor doen. De schoolverlaters moeten zich aanmelden als
ABOS/229505/2013
4/5
werkzoekende bij UWV en de jongeren tot 27 moeten zich bij de sociale dienst melden, krijgen dan een maand zoektermijn naar een baan. De gemeenten weten echter niet waar deze schoolverlaters blijven. Als het roc gegevens aanlevert aan UWV gebeurt er niets. Jongeren moeten zich immers zelf melden. Het risico bestaat dat jongeren dit nu niet doen. Ze rekenen erop dat de school hen aanmeldt. Wat wel kan, maar niet is gecommuniceerd via de tijdelijke regeling is aanmelding bij het leerwerkloket (LWL) Er zijn 35 leerwerkloketten. LWL is vaak een samenwerking tussen gemeente, roc en UWV. Ze zoeken mogelijkheden om te leren en werken voor iedereen tussen 18 en 67. Wat gebeurt er met de mensen met diploma die werk zoeken. Iedereen die zich inschrijft bij UWV kan 3 maanden informatie krijgen over workshops etc en vacatures doorgesluisd krijgen door het systeem. Maar daar heeft iedere werkzoekende recht op. Dat is het enige dat UWV kan doen. Schoolverlaters moeten zich zelf dus inschrijven bij UWV om een uitkering te kunnen krijgen bij sociale dienst. Dat kan niemand anders voor ze doen. Aan het exitformulier kan je toevoegen: schrijf je in bij werkloket.nl en leerwerkloket en schrijf jezelf in bij uwv en sd. Mieke zal kortsluiten met FNV dat dit probleem speelt en de uitkomst van het overleg van de ministeries en UWV afwachten. Politiek is er niet goed over nagedacht. Dit zal in het gesprek met het ministerie worden meegenomen. De MBO Raad informeert de contactpersonen school ex over eventuele andere afspraken. 6. Samenwerking in de regio Er zijn in de regio diverse goede voorbeelden van samenwerking zo blijkt: Roc van Twente, loopbaanplein, actieplan jeugdwerkloosheid, Jobclub. Regio Oss/Meijerij Avans, gemeente, UWV, LWL, actieplan jeugdwerkloosheid Regio Leiden Actieplan jeugdwerkloosheid, regiomiddelen vsv, jongerenloket, LWL, Randstad, gemeente. Rugnummers in beeld van vsv-ers, persoonlijke coach vanuit gemeente ingehuurd ook in zomerperiode, persoonlijke branding en hulp cv door Randstad. Actie Uitzicht of uitzichtloos. Gericht op werkgevers. Jongen in beeld hebben en samenwerken. Resultaat van de 1300 personen zijn er 900 gaan doorstuderen, 250 baan en op 150 personen actie. Budgetten arbeidsmarkt regio tbv jeugdwerkloosheid en school ex gekoppeld (zie bijlage 2). ROC Tilburg samenwerking gemeente, Rooi Pannen, Helicon. Route 35. Loopbaanbegeleiders en leerplichtambtenaren ook voor dreigende uitval. Beroepsmensen, persoonlijke begeleiding. Groningen: Naar jongere juiste toekomstperspectief al dan niet met diploma via diverse partners zoals gemeente, kenniscentra. We hebben taakstelling dus eea wijzigt, maar uitgangspunt blijft Voor de Jongere. 7. Rondvraag School ex doelstelling klopt niet met invoering cascade. Er komen straks meer leerlingen, terwijl er door maatregelen FoV minder verwacht werden. Hoofdpunten documenten: toesturen en op website. Ook verslag op site. Bijlage 1: Overzicht ervaringen school ex Bijlage 2: Samenwerking in de Regio voorbeeld ROC Leiden.
ABOS/229505/2013
5/5