m demie o talente Aca
Exp ed i
Waar de
de . ten en
Verslag van drie jaar innoveren op het Da Vinci College
nv a n do c
Van inspi ra
talenten van leer ling en ,d r
it aa
tie
om ait a r d
e
n nova i t o t ti it e
Veel van het beeldmateriaal is afkomstig van leerlingen van het Da Vinci College
Van inspiratie tot innovatie
Inhoud
Inleiding Mijlpalen Interview Visie op onderwijsinnovatie 11 Deelprojecten Interview Talentontwikkeling Leerlingportfolio Stuurgroep en aandachtsgebieden Onderzoek Wisselwerking onderwijs en onderzoek Slotwoord Colofon
7 9 12 16 18 25 27 30 33 37 39 41 42
Voor u ligt het resultaat van drie jaar onderwijsvernieuwing op het Da Vinci College vestiging Kagerstraat. Met gepaste trots presenteren wij u in dit boekje de opbrengsten van onze Expeditie Durven Delen Doen, het innovatieproject van de VO-raad.
De deelprojectleiders hebben durf en daadkracht getoond.
Inleiding Dorine Schilperoort Toen ruim drie jaar geleden voor onze school de kans zich voordeed geselecteerd te worden om met ondersteuning vanuit de VO-raad onze innovatieve kracht te versterken, hebben we dat met twee handen aangegrepen. De naam Expeditie Durven Delen Doen bleek uitermate passend voor het traject dat we in augustus 2007 gestart zijn. Diverse associaties die de term expeditie oproept, waren van toepassing op onze onderwijsinnovatie. Voor de geformeerde stuurgroep was dat het gezamenlijk bepalen van het doel van onze “reis”, het gaandeweg uitzetten van de route naar dit doel, stappen durven nemen, van elkaar afhankelijk zijn, elkaars krachten (en zwaktes) leren kennen, het delen van successen en ervaringen, enz. Een traject waarbij de stuurgroepleden veel hebben geleerd over hoe een organisatie werkt, hoe je veranderingen kunt bewerkstelligen, welke krachten daarbij een rol spelen.
buiten het schoolcurriculum, komen in een maatschappelijke context tot bloei. In het digitale leerlingportfolio dat de komende jaren verder uitgebouwd wordt, kan de leerling deze talentontwikkeling vastleggen en betekenis geven.
Opbrengsten in kaart Daarnaast heeft onderzoek een belangrijke plek gekregen binnen onze school. Onderzoek naar de innovaties om de opbrengsten ervan in kaart te brengen, maar ook onderzoek in het kader van kwaliteitszorg. De ervaringen die onze docent-onderzoekers hebben opgedaan, zullen worden ingezet voor verdere professionalisering van docenten en nadere schoolontwikkeling. Graag delen wij onze opbrengsten met u. Ik hoop van harte dat dit boekje een inspiratiebron zal zijn!
Dorine Schilperoort
Digitaal leerlingportfolio De deelprojectleiders hebben durf en daadkracht getoond bij de vernieuwing van ons onderwijs. De opbrengsten hiervan voor het onderwijs en de leerlingen is zichtbaar in de elf innovatieve projecten die deze drie jaar ontstaan zijn of verder zijn uitgegroeid. Alle elf komen ze voort uit de persoonlijke ambitie en talenten van docenten met het doel om leerlingen hun talenten te laten ontdekken en ontwikkelen. Talenten op allerlei terreinen, zowel binnen als
Afdelingsdirecteur onderbouw Coördinator Innovaties
7
‘In iedere leerling schuilt een uniek eigen talent.’
Mijlpalen 2005 • oktober
2008 • 5 juni
Start TOP-trajecten
Expeditie Experience
In 2005 werd gestart met het geven van TOP-trajecten: lessen buiten het reguliere onderwijsprogramma. Niet gegeven door docenten, maar door externe experts, bijvoorbeeld ouders of studenten. Het idee ontstond uit de behoefte om leerlingen een individueler aanbod voor te zetten én het verlangen om samenleving en school dichter bij elkaar te brengen: een school midden in de samenleving.
Aan het eind van het eerste Expeditie jaar presenteren deelprojectleiders samen met leerlingen hun innovatie. Op de informatiemarkt worden collega’s uitgenodigd om te participeren. Ook wordt op feestelijke wijze de eigen expeditiesite geopend. In workshops wordt nagedacht over de verschillende facetten van talentontwikkeling.
2006 • 3 oktober í-d-Award Durven Delen Doen voor TOP-trajecten Schoolmanagers VO zette met de innovatiecampagne 2006 geslaagde onderwijsinnovaties in het zonnetje. Innoverende scholen kregen zo de kans om nog meer van elkaar te leren. Van de 109 inzendingen werden 17 projecten beloond met een prijs van €50.000,-. TOP-trajecten was één van de winnaars. “Prijs voor Blik naar buiten”, kopte het Leidsch Dagblad.
2008 • 5 november Expeditie Quest De betrokkenheid van leerlingen bij de Expeditie wordt versterkt door een studiedag met en voor leerlingen. Examenleerlingen begeleiden groepjes leerlingen bij diverse activiteiten. Ze maken kennis met de deelprojecten en worden net als de docenten op de Expeditie Experience in workshops uitgenodigd na te denken over hun eigen talentontwikkeling.
2009 • 12 maart
Start Expeditie Durven Delen Doen
Conferentie ‘Talenten inspireren’ en bezoek staatssecretaris Van Bijsterveldt
Met de TOP-trajecten als inspiratiebron worden voor geïnteresseerde collega’s brainstormsessies georganiseerd. Dit resulteert in de aanzet voor diverse innovaties vanuit interesses en talenten van docenten. Ook wordt de projectstructuur ingericht: een externe projectleider, een stuurgroep en deelprojectleiders.
Diverse partijen uit de directe omgeving en uit de maatschappij worden betrokken bij het meedenken over talentontwikkeling van leerlingen. De conferentie wordt geopend door mw. Van Bijsterveldt, nadat zij zich tijdens een bezoek aan onze school door enkele deelprojecten had laten inspireren en enthousiasmeren.
2007 • september
9
2009 • 2 oktober
2010 • 15 maart
Studiedag ‘Zicht op professionaliteit’
Presentatie resultaten onderzoek
De school wil ook een stimulerend leerklimaat voor docenten en onderwijsondersteuners bieden. Op deze studiedag werd de professionaliteit van onze collega’s belicht door met en van elkaar te leren. Het grootste deel van het inspirerende programma werd verzorgd door eigen medewerkers.
De onderzoeken naar de deelprojecten die door docentonderzoekers zijn uitgevoerd zijn afgerond. Tijdens een enerverende middag zijn de onderzoeken gepresenteerd. Veel collega´s waren aanwezig en hebben actief deelgenomen aan discussies. De middag stond in het teken van de rol van onderzoek bij verdere schoolontwikkeling en bij innoveren.
2009 • 1 november
2010 • juni
Start pilot Leerlingportfolio
Digitale tentoonstelling ‘Da Vinci Draait Door’
In november gingen twee brugklassen van start met het door de school zelf ontwikkelde leerlingportfolio. Dit digitale instrument is bedoeld om de leerling zicht te laten krijgen op de eigen talentontwikkeling binnen en buiten de vaklessen. Reflectie op deze ontwikkeling is een belangrijk onderdeel van het leerlingportfolio.
De Expeditie loopt ten einde, maar Da Vinci Draait Door. De ontwikkelde innovatieve houding wordt ingezet voor verdere uitbreiding en professionalisering. Diverse partijen worden deelgenoot van de opbrengsten van drie jaar innovatie en onderzoek d.m.v. een virtuele tentoonstelling.
‘De blog vind ik een geslaagd onderdeel van het leerlingportfolio: je kan er naar terugkijken en er nieuwe teksten bij schrijven over een prestatie die je hebt gedaan of over nieuwe dingen op school. Dat vind ik leuk.’
10
Interview Annick Dezitter en Werner Hendriks De initiatiefnemers van de Expeditie Durven Delen Doen van het Da Vinci College zijn Annick Dezitter, vestigingsdirecteur, en Werner Hendriks, docent en stuurgroeplid van de Expeditie. Of, zoals Dezitter het treffend omschrijft, ‘we hebben het kindje samen in de wieg gelegd.’ Het Da Vinci College is een school die sterk gericht is op de buitenwereld. Vijf jaar geleden is er op initiatief van Hendriks een project gestart waarbij onder andere ouders, maar ook leerlingen zelf, korte lessenseries over uiteenlopende onderwerpen verzorgen. Om te zorgen dat leerlingen bij de les bleven, werd dit project in het lesrooster geïntegreerd. ‘Daarvoor zijn we door de VO-raad beloond met een prijs, een soort voorronde van de Expeditie’, aldus Hendriks. ‘Vervolgens wilden we dit idee verder uitwerken en hebben we een projectplan ingediend bij de VO-Raad, gericht op de talentontwikkeling van onze leerlingen. Zo is de deelname aan de Expeditie Durven Delen Doen ontstaan.’
Expeditiegedachte Dezitter: ‘We hebben vervolgens projecten ondergebracht onder de Expeditiegedachte. Leidend daarbij is dat we willen dat kinderen werken aan hun talent en dat we dat doen in samenwerking met buiten. We zijn er op gericht zoveel mogelijk expertise
12
naar binnen te halen. Daarbij vragen we ook onze 1100 ouders om iets in school te doen.’ Hendriks: ‘We gaan uit van wat ouders bieden. De crux is dat we daarmee willen laten zien -en in de praktijk ook waarmaken- dat we vinden dat veel mensen iets zinnigs te vertellen hebben.’
Aanpak De overgang van één project naar een schoolbreed Expeditietraject vraagt om een zorgvuldige aanpak. Hendriks: ‘We hebben geprobeerd te werken vanuit de collega’s. We hebben mensen gevraagd of ze concrete ideeën hadden voor activiteiten, kleine innovaties die binnen het concept pasten van de naar buiten gerichte school die we willen zijn. Daar hebben zich redelijk wat mensen voor aangemeld. Zo is het begonnen.’ Dezitter: ‘Al snel bleek het project veel te groot om naast het reguliere schoolwerk te doen. Toen hebben we een projectleider gezocht, die samen met een
‘We hebben het kindje samen in de wieg gelegd.’ stuurgroep de koers heeft bepaald, onder andere aan de hand van een theoretische leidraad voor innovatie: de 7 C’s van innovatief leiderschap. De rol van de stuurgroep is gedurende de Expeditie gegroeid. Dezitter: ‘Het mooie aan de stuurgroep vond ik dat de samenstelling divers was. Je had de theoretici, maar je had ook de doeners. Je moet die verschillende mensen hebben in zo’n stuurgroep. Als je allemaal dezelfde kleur hebt, dan wordt het niks. Je moet juist complementair zijn en dat was de stuurgroep ook. De stuurgroep moet contact houden met de mensen die het echt gaan doen. Die link is belangrijk. Het is van groot belang, dat je samen dezelfde taal blijft spreken. Je moet zorgen dat je theoretische verwoordingen blijven kloppen met de praktische uitvoerbaarheid.´
Meerwaarde Vanuit de stuurgroep is de Expeditie vervolgens actief het werkveld in gebracht. Zo zijn er een leerlingendag, een studiedag en een conferentie georganiseerd. Er verschenen brieven en informatiebladen. Dezitter: ‘we hebben op verschillende manieren geprobeerd om mensen te informeren over de activiteiten van de Expeditie. Wat je dan ziet, is dat mensen in hun eigen tempo volgen. Je hebt een groep enthousiastelingen, je hebt een groep die pertinent nee zegt en je hebt een middengroep die mee vibreert en waarvan een deel meegaat in de groep van de enthousiastelingen en een aantal denkt: het is wel mooi, maar laat mij
maar mijn eigen ding doen in mijn klaslokaal.’ Het groepje nee-knikkers kan desondanks een nuttige functie vervullen, volgens Dezitter, ‘zij geven balans en houden het projectteam scherp.’ Dezitter en Hendriks zien een duidelijke meerwaarde van de Expeditie. Dezitter: ‘leerlingen zijn zich bewuster geworden van hun talenten. Ouders geven in de tevredenheidonderzoeken aan, dat we een school zijn waar er veel ruimte en aandacht is voor talent. Kinderen halen enerzijds hun diploma, maar anderzijds hebben ze geleerd waar ze goed en minder goed in zijn.’ Hendriks: ‘In dat kader past ook het digitaal leerlingportfolio. Leerlingen brengen daarmee vanaf de brugklas hun ontwikkeling digitaal in kaart. Daarmee geef je als school aan dat je leerlingen de ruimte geeft om hun eigen behoeftes op te schrijven en dat je daar belang aan hecht.’ Voor docenten heeft de Expeditie ook duidelijke meerwaarde gehad. Hendriks: ‘Sinds de Expeditie is het mogelijk om met verwante zielen van gedachten te wisselen over innovaties. Voorheen was dat contact meer incidenteel. Nu is er een platform voor ontstaan.’ Terugblikkend op de Expeditieperiode
‘Het is van groot belang dat je samen dezelfde taal blijft spreken.’ 13
2007-2010 stelt Dezitter: ‘Als je zegt: heb je realistisch bereikt wat je had kunnen bereiken? Dan zeg ik: ja. Als je vraagt: heb je idealistisch bereikt wat je had willen bereiken? Dan is het antwoord: nee. Ik moet eerlijk zeggen, dat ik mij verbaas dat een aantal docenten het innovatieve als iets van ‘naast de les’ ziet. Terwijl ik had verwacht dat mensen óf vanuit het lesgeven innovatief zouden denken, óf als er iets innovatiefs buiten het lesgebeuren ontstaat, dat ze dat zouden proberen te integreren in het lesgeven.’ Hendriks: ‘Er zijn hier veel docenten, die goed met een klas om kunnen gaan en het liefste lesgeven. Tegelijkertijd wil je ook dat zij tijd vrijmaken om te innoveren. Ik denk dat het de sleutel is om mensen aan te spreken op dingen waar ze goed in zijn, waardoor ze een bijdrage gaan leveren aan een project. Maar dat kan moeilijk zijn en heel arbeidsintensief.’ Een van de doelen van de Expeditie was om een expertisecentrum op te richten. Dezitter: ‘Alles wat we geleerd hebben, moeten we vasthouden in kenniskringen. Dat mag niet in een achterkamertje verstopt raken. Die eerste stap hebben we gemaakt met de Da Vinci Academie, die als doel heeft elkaars deskundigheid zichtbaar(der) te
maken.’ Als gevolg van de Expeditie is de manier van kijken en denken over onderwijs gestimuleerd en zijn ook de contacten met de buitenwereld toegenomen. Hendriks: ‘De Expeditie was een extra druk op het gaspedaal: als de Expeditie er niet was geweest, waren we uiteindelijk ooit ook wel zo ver gekomen, maar dan was het veel langzamer gegaan.
‘Hoe ziet de toekomst na de Expeditie eruit?’ Hendriks: ‘Belangrijk is dat de stuurgroep moet blijven bestaan, anders gaan al die deelprojecten een eigen leven leiden. Dat kan in de vorm van een innovatiegroep of als onderdeel van een schoolleidersrol. De organisatiestructuur moeten we vasthouden, ook onbezoldigd, zodat nieuwe initiatieven mogelijk blijven.’ Dezitter: ‘Voor mij is de meerwaarde van 3 jaar Expeditie het toegenomen besef van het soort school dat we zijn. Mensen hebben door dat we een school zijn die vernieuwend wil zijn en die contact wil hebben met de buitenwereld. Een school die anders wil kijken naar de inrichting van het onderwijs en bewust bezig is met het op een betekenisvolle manier onderwijs aan leerlingen te geven.’
‘De expeditie was een extra druk op het gaspedaal.’ 14
‘Voor mij is de meerwaarde van 3 jaar Expeditie het toegenomen besef van het soort school dat we zijn.’
Visie op onderwijsinnovatie Een van de opdrachten die de Expeditie stuurgroep van het Da Vinci College heeft meegekregen was het ontwikkelen van een visie op innovatie. Deze visie is onontbeerlijk om vast te kunnen stellen aan welke innovaties de school prioriteit wil geven en om deze keuze vervolgens te kunnen verantwoorden naar collega’s, leerlingen en ouders. Kennis over de ontwikkelingen in onze moderne maatschappij en de reeds bestaande visie op onderwijs hebben uiteindelijk geleid tot onze visie op onderwijsinnovatie.
Werken aan je talent Leonardo Da Vinci was een veelzijdig man: kunstenaar, wetenschapper en uitvinder. Deze veelzijdigheid in ontwikkeling willen wij graag onze leerlingen meegeven en daarom bieden we hun uitgebreide mogelijkheden om de eigen talenten te ontdekken en te ontwikkelen. We zijn van mening dat leerlingen gestimuleerd worden het beste uit zichzelf te halen als er een duidelijke samenhang gecreëerd wordt tussen leerstof en maatschappij. Om recht te doen aan de diversiteit aan talenten die
we in huis hebben bieden we leerlingen bovendien een divers programma op het gebied van Kunst en Science.
Ontwikkelingen in de samenleving Op het Da Vinci College zien wij dat leerlingen van deze generatie leven in een geglobaliseerde samenleving waarin grenzen vervagen door het gebruik van ICT en internet. Alle informatie lijkt te allen tijde beschikbaar te zijn. Zij leren daardoor niet alleen in de school, maar verwerven ook competenties buiten de school.
‘Het digitaal leerlingportfolio is leuk voor later, want dan kun je zien wat je echt gedaan hebt op je oude school.’ 16
‘Wij willen een school zijn die kinderen opleidt tot zelfbewuste, actieve leerlingen.’
Visie op Innovatie De innovaties op het Da Vinci College moeten bijdragen aan de open houding van onze school, docenten en leerlingen ten opzichte van de samenleving. Wij willen een school zijn die kinderen opleidt tot zelfbewuste, actieve leerlingen en docenten aantrekt met een maatschappelijke betrokken houding. Wij zijn ervan overtuigd dat leerlingen en docenten niet alleen leren uit boeken, maar ook leren van ervaringen en het reflecteren daarop.
Op grond van deze visie zijn uit alle innovatieve ideeën die innovaties geselecteerd die binnen een van de vier onderstaande kwadranten vallen. Wel zijn de vormgeving en inhoud ervan en de plek die zij in het onderwijs hebben zeer divers.
De innovaties zijn als volgt onder te verdelen: Binnen curriculum
Buiten curriculum
Binnen de school
Basma Virtueel Museum Peer Support Ondernemend Leren Mijn Talent
TOP-trajecten Theatertechniek Model United Nations
Buiten de school
Leerlingen en Onderwijzend Leren Maatschappelijke stage
TOP-trajecten Artistic Encounters Model United Nations
17
11 Deelprojecten Het Da Vinci College innoveert tijdens Expeditie Durven Delen Doen binnen het programma Nederland Talentenland: het maximale bereiken. Aandacht voor talent en het bieden van ruimte om talent te ontwikkelen zijn al langer hoofdthema’s bij ons op school. In het kader van de Expeditie worden 11 innovatieprojecten nader ontwikkeld, aan de praktijk getoetst en op hun waarde beoordeeld. Artistic Encounters In de onderneming Artistic Encounters werken leerlingen aan de voorbereiding en organisatie van een kunstzinnige stage op middelbare scholen in Beijing. De leerlingen doen onderzoek naar Chinese kunst en cultuur en stellen zelf een ondernemingsplan op ter financiering van de stage. Tijdens een China-manifestatie voorafgaand aan hun vertrek presenteren ze de resultaten van hun onderzoek in de vorm van workshops, kunstobjecten en video conference.
18
Leerlingen en Onderwijzend Leren (LOL) In het programma Leerlingen en Onderwijzend Leren (LOL) geven leerlingen van het Da Vinci College les in verschillende vakken aan kleine groepjes basisschoolleerlingen. Ter voorbereiding krijgen ze een korte didactische training. Het LOLprogramma wil leerlingen een nieuwe ervaring bieden die kan bijdragen aan hun persoonlijke groei. Daarnaast zorgt het zelf onderwijzen voor een grotere betrokkenheid bij de lesstof. Door onverwachte
vragen en inzichten van de basisschoolleerlingen ontstaat er een verdieping van de kennis.
Maatschappelijke stage Tijdens de Maatschappelijke stage lopen leerlingen drie tot vijf dagen mee in een zorginstelling. Het gaat erom anderen te helpen door het doen van vrijwilligerswerk in bijvoorbeeld een verpleegtehuis, een activiteitencentrum voor lichamelijk of verstandelijk gehandicapten, een kinderdagverblijf, een basisschool, een kinderboerderij, een manege of de gemeentelijke groenvoorziening. De achterliggende gedachte is dat de maatschappelijke stage leerlingen in de gelegenheid stelt iets te doen voor een ander om zo meer betrokken te raken bij de maatschappij.
Model United Nations (MUN) Een Model United Nations (MUN) is een simulatie van een conferentie van de Verenigde Naties. MUN-lessen zijn erop gericht leerlingen in staat te
stellen om met succes aan zo’n conferentie deel te nemen. De leerlingen communiceren met leerlingen uit allerlei landen in het Engels over maatschappelijk relevante thema’s en proberen samen oplossingen aan te dragen door het schrijven van resoluties en het voeren van constructieve debatten in commissies.
Ondernemend Leren Het project Ondernemend Leren moedigt leerlingen aan hun ondernemerstalenten te ontdekken en te ontwikkelen. Ideeën om te zetten in plannen, contacten te leggen, risico’s te nemen, kortom te leren ondernemen. Wie ben ik? Ben ik ondernemend? Ben ik ondernemer? Aan de hand van deze drie vragen gaan leerlingen aan de slag. Met behulp van digitaal lesmateriaal ontwerpen zij een ondernemingsplan, denken ze na over productkeuze, doelgroepkeuze, marketing, rechtsvorm, organisatiestructuur, omzet en winstdoelen, en groeien ze uit tot duurzame, jonge ondernemers.
‘Ik hoop dat we volgend jaar ook met dit portfolio werken.’
19
Peer Support draagt bij aan de ontwikkeling van een netwerk en de sociale samenhang onder jongeren.
Peer Support Het Peer Support programma stimuleert jongeren om elkaar te ondersteunen op het gebied van kennis, vaardigheden en sociale ontwikkeling. Het is gebaseerd op het feit dat leerlingen van elkaar veel leren en vaak sneller iets aannemen. Oudere leerlingen kunnen de eerstejaars bijvoorbeeld wegwijs maken binnen school. Ze kunnen optreden als raadgever en rolmodel met wie medeleerlingen zich kunnen identificeren. Of leerlingen helpen elkaar bij het leren en uitvoeren van studietaken. Peer Support draagt bij aan de ontwikkeling van een netwerk en de sociale samenhang onder jongeren.
Theatertechniek Het project Theatertechniek geeft inzicht in de technische middelen die nodig zijn om een theatervoorstelling te realiseren. Onderwerpen die aan bod komen, zijn: lichtontwerp en -techniek, geluidstechniek en podiumtechniek. Niet alleen wordt er theoretische kennis gedeeld, maar vooral ook wordt de gelegenheid geboden om in de praktijk ervaring op te doen. Zodat leerlingen zelfstandig de techniek voor een voorstelling leren te verzorgen.
ding wordt een antwoord gezocht op de vraag “Welke talenten heb ik in me?” Hoogtepunt is het uitbeelden van ieders talent tijdens een professionele fotoshoot. Alle foto’s worden gebundeld en zo ontstaat een boek vol beloftes voor de toekomst.
TOP-trajecten Tijdens de TOP-trajecten worden lessen aangeboden buiten het reguliere onderwijsprogramma. Dit onderwijs wordt niet gegeven door docenten van school, maar door externe experts, bijvoorbeeld ouders of studenten. Leerlingen kunnen tijdens de TOP-uren kiezen uit onder andere lessen Chinees, Russisch, websitebouw, debat, internationaal recht, voeding en gezondheid, overleven, speksteen bewerken of fotografie.
Mijn Talent Het project Mijn Talent helpt brugklasleerlingen na te denken over hun talenten. Leerlingen in het voortgezet onderwijs maken keuzes over vakken, profielen en vervolgopleidingen. Maar hoe maken ze die keuze? Op een speelse manier, met veel ruimte voor verbeel-
Hoogtepunt is de uitbeelding van ieders talent tijdens een professionele fotoshoot. 21
Viruteel Museum
Basma
Het Virtueel Museum is een online platform voor uitvindingen, ontwerpen, kunst, games, film, theater en muziek gemaakt door leerlingen van het Da Vinci College. Het museum wordt door leerlingen zelf gebouwd en vormgegeven. Sommige leerlingen houden zich bezig met de technische uitwerking en constructie, andere leerlingen onderzoeken specifieke kunstdisciplines en zorgen voor inhoudelijke achtergrondinformatie. Door samen te werken aan het inrichten en beheren van het Virtueel Museum krijgen leerlingen de kans om verschillende talenten te onderzoeken en te ontwikkelen.
In het project Basma hebben leerlingen via e-mail en internetfora contact met leerlingen in Marokko. Er worden verhalen en ervaringen uitgewisseld rondom het thema burgerschap en identiteit. De Nederlandse leerlingen reageren in het Frans, de Marokkaanse leerlingen in het Engels. Naast de ontwikkeling van de taalvaardigheid maken de leerlingen kennis met elkaar en krijgen ze inzicht in de leefwereld van de ander.
‘Het digitaal leerlingportfolio is bedoeld om te kijken waar word ik nou beter in en is het misschien iets voor mijn verdere opleiding om daar in door te studeren, vind ik het leuk en is het wat voor mij of vind ik het nou echt niks. Wil ik kunstenaar worden of sporter of televisiepresentator?’ 22
Het Virtueel Museum is een online platform voor uitvindingen, ontwerpen, kunst, games, film, theater en muziek gemaakt door leerlingen van het Da Vinci College.
23
‘Wij zijn de ogen en de oren van de school’ zegt Grigor Ayvazyan, leerling 5 VWO van het Da Vinci College. Hij doelt op zijn rol als lid van de Junior Programmaraad, een onderdeel van de VO-Raad, dat leerlingen in het VO kennis wil laten maken met onderwijsinnovatie in het algemeen en de Expeditie Durven Delen Doen in het bijzonder.
‘Na 2 jaar deelname aan de Junior Programmaraad is mijn beeld van de ideale school reëler en genuanceerder geworden.’
24
Interview Grigor Ayvazyan In juni 2010, aan het eind van de Expeditie, blikt Grigor Ayvazyan terug op zijn ervaringen: ‘Een paar jaar geleden omschreef ik mijn ideale school nog als een werkplek met roomservice, ijsjes en airconditioning. Na 2 jaar deelname aan de Junior Programmaraad is mijn beeld van de ideale school reëler en genuanceerder geworden. Ik zou nu graag een kleinere school willen, omdat je dan meer samenhorigheid krijgt. Ook zou ik willen dat de laatste 2 lesuren van een schooldag voor de bovenbouw worden omgezet in zelfwerkzaamheiduren. Zodat je kan werken aan je PO’s en gemiste stof kan inhalen op een werkplek waar ook een leraar langsloopt, waaraan je vragen kan stellen.’ Grigors ideeën zijn gevoed door de ervaringen die hij heeft opgedaan tijdens een ‘puberruil’ met andere Expeditiescholen. Grigor: ‘Leerlingen van verschillende scholen liepen op elkaars school mee om te zien hoe het daar was en welke werkwijzen er waren. Daar is een film en een verslag van gemaakt om van elkaars situatie te leren. Alle plus- en minpunten werden op een rijtje gezet. Dat was heel leerzaam.’
De leerling gehoord Na de puberruil ontwikkelde de Junior Programmaraad een interviewinstrument. Grigor: ‘Ons doel was om de stem van de leerling te laten horen bij de directie. We wilden de mening van leerlingen horen, om te achterhalen wat er onder hen leeft op school. Op het Da Vinci College hebben we bijvoorbeeld leerlingen geïnterviewd over hun gevoel van veiligheid binnen de school. De resultaten hebben
we besproken met de directie. Het gevolg was dat directie en leerlingen dichter bij elkaar kwamen. Dat is een win-winsituatie.’
Expeditiegedachte Om bekendheid te geven aan het interviewinstrument heeft de Junior Programmaraad tijdens een VO-congres workshops gegeven over het nut en gebruik ervan. Grigor: ‘De reacties waren heel positief. Met de tips die we kregen, hebben we het instrument verbeterd. Er is een leidraad voor interviewvragen gekomen en uitleg over de kunst van het interviewen. Leraren Nederlands gaven aan het instrument te willen gebruiken voor de maatschappelijke stage of voor het profielwerkstuk Nederlands. Het instrument is niet moeilijk om uit te voeren, maar wel heel efficiënt.’ Geïnteresseerden kunnen het interviewinstrument downloaden op www.voraad.nl.’ Grigor: ‘De Junior Programmaraad heeft de Expeditie laten opborrelen. Leerlingen en docenten zijn zich bewust geworden van de Expeditiegedachte. Doordat we de stem van de leerling hebben laten horen, hebben we de schooldirecties laten zien dat leerlingen met inzichten kunnen komen waar volwassenen niet altijd aan denken. Persoonlijk heb ik er ook veel van geleerd: ik ben anders tegen school, tegen onderwijs en tegen leraren aan gaan kijken. Ik wil iedereen aansporen die Expeditiegedachte vast te houden. Als school kunnen we zelf innovaties blijven bedenken en dat moeten we ook doen, samen met de leerlingen.’ 25
Het Da Vinci College heeft zich binnen de Expeditie Durven Delen Doen geconcentreerd op talentontwikkeling, maar vroeg zich af: Wat is talent en hoe ontwikkel je het?
Talentontwikkeling Werken aan je talent! Het Da Vinci College interpreteert het begrip talent als volgt: In iedere leerling,van vmbo tot vwo, schuilt een eigen, uniek talent. Dit talent is een aangeboren kwaliteit die weliswaar niet te leren is, maar wel ontdekt en ontwikkeld kan worden.
Als de door de school geboden uitdaging past bij de vaardigheden waarover de leerling beschikt dan gaat het leren vanzelf. De leerling raakt bevlogen. Talentontwikkeling is dus het zoeken naar de optimale verhouding tussen de uitdaging en het beroep dat wordt gedaan op de competenties (kennis, vaardigheden en attidude) van de leerling.
Het is aan de school om samen met de leerling op zoek te gaan naar dat unieke talent, datgene waar deze goed in is en dat talent verder te ontwikkelen.
De school ondersteunt leerlingen bij het ontwikkelen van hun talent door een breed spectrum aan uitdagingen te bieden in de vorm van de deelprojecten van de Expeditie. Deze uitdagingen vinden zowel binnen als buiten het curriculum en zowel binnen als buiten de school plaats.
Talentontwikkeling Om het maximale te kunnen halen uit de leerling zal deze zelf ook de nodige inspanningen moeten leveren. Onderzoek toont aan dat 10.000 uur gericht oefenen nodig is om als beginner een expert niveau te bereiken.
max.
FLOW opwinding angst
ontspanning
Uitdaging bezorgdheid
controle
verveling
apathie 0
Vaardigheid
max.
De school stelt zich bovendien tot doel om de leerling inzicht te geven in de eigen persoonlijkheid en kwaliteiten en daaraan richting te geven. Dit proces wordt in gang gezet door de leerling de volgende vragen te stellen: • • • • • •
Wie ben ik? Wat wil ik? Wat weet ik? Wat begrijp ik? Wat kan ik? Wat doe ik?
Met behulp van deze vragen wordt de leerling uitgedaagd om stap voor stap op steeds diepere lagen van zijn persoonlijkheid te reflecteren totdat de leerling de kern van zijn talent heeft bereikt. 27
‘De blog vind ik een geslaagd onderdeel van het leerlingportfolio: je kan er naar terugkijken en er nieuwe teksten bij schrijven over een prestatie die je hebt gedaan of over nieuwe dingen op school. Dat vind ik leuk.’
‘Ik vind het goed dat we het leerlingportfolio hebben, want dan leer je naar je talenten te kijken.’
Een digitaal leerlingportfolio Het digitale leerlingportfolio is een instrument om de unieke (extra) curriculaire talentontwikkeling van leerlingen zichtbaar te maken. Het portfolio zou iets kunnen zeggen over interesse en talent van een leerling, maar ook over het vervolgtraject van de (school)carrière. De leerling maakt zijn ontwikkeling in het portfolio zichtbaar door middel van blogs en reflecteert hier drie maal per jaar op. In de blogs slaat de leerling bovendien de producten en resultaten op waar deze trots op is. De leerling is weliswaar eigenaar van het portfolio, maar de mentor heeft inzagerechten. Dit geeft de mentor de kans om naar aanleiding van het portfolio met de leerling in gesprek te raken over diens talentontwikkeling en daarop feedback te geven. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de leerling ook aan anderen dan zijn mentor feedback kan vragen om een zo compleet mogelijk beeld van zichzelf te kunnen vormen.
Het portfolio kent drie onderdelen: Vaardigheden, Kennis en Attitude. In het onderdeel Vaardigheden werken de leerlingen aan de volgende reflectievragen: Wat kan ik? en Wat doe ik? De leerlingen leggen in blogs vast aan welke vakoverstijgende vaardigheden zij hebben gewerkt. Het portfolio ordent deze vaardigheden in vijf ontwikkellijnen: de rol van de wetenschapper, de docent, de kunste-
naar, de ondernemer en de sporter. Iedere rol kent een eigen unieke samenstelling van vaardigheden. In totaal worden 11 verschillende vaardigheden onderscheiden die verder zijn onderverdeeld in deelvaardigheden. De computer genereert vervolgens een figuur waaruit duidelijk wordt hoe de verschillende rollen zich tot elkaar verhouden. Deze verhouding zou iets kunnen zeggen over interesse en talent van de leerling voor een bepaalde rol. Het onderdeel Kennis laat leerlingen reflecteren op de vragen: Wat weet ik? en Wat begrijp ik? Aan de hand van de rapportcijfers van de leerlingen maakt de computer het talent van de leerling voor een bepaald type vak zichtbaar in een figuur. De vakken zijn gerangschikt in 4 categorieën, de alfa, bèta, gamma en delta vakken. Dit onderdeel biedt leerlingen de mogelijkheid tot reflectie op de rapportcijfers. De attitude van de leerling staat tenslotte in het laatste portfolio onderdeel centraal. Onder attitude wordt verstaan de persoonlijkheid, het welbevinden en de studiehouding van de leerling. In dit onderdeel beantwoordt de leerling voor zichzelf de volgende vragen: Wat wil ik? en Wie ben ik? Deze vragen brengen de leerling tot de kern van diens talent. De juiste attitude zorgt er tenslotte voor dat de leerling het harde werken kan volhouden. Meer weten? Lees het volledige artikel op de DVD.. 29
Leerlingportfolio Een veelbelovende onderwijsinnovatie Achtergrond Het Da Vinci College is in het schooljaar 2009 2010 gestart met een pilot leerlingportfolio in een VMBO-TL brugklas en een Havo/VWO brugklas. In het schooljaar 2010 - 2011 zal de pilot worden uitgebreid. In totaal zullen dan vijf klassen werken met het leerlingportfolio. Het doel van de pilot is om te onderzoeken of de inzet van het digitaal portfolio een efficiënte bijdrage kan leveren aan de ontdekking en ontwikkeling van de talenten van leerlingen.
Aanpak en draagvlak Een onderwijsinnovatie zoals het leerlingportfolio is geen gebeurtenis, maar een proces dat zich uitstrekt over enkele jaren. Dit proces verloopt niet lineair: de verschillende fases lopen in elkaar over. Het onderzoeksteam heeft tijdens het proces interventies uitgevoerd om draagvlak te creëren voor deze innovatie. In de adoptie fase (oktober 2008 - oktober 2009) heeft de directie van het Da Vinci College de behoefte aan een leerlingportfolio verwoord, is er externe ondersteuning voor de begeleiding van het traject ingezet en is de visie op het leerlingportfolio ontwikkeld en vertaald naar een systeem. Dit systeem is vervolgens getest door de leerlingenraad. Tijdens deze fase van het proces van portfolio-ontwikkeling is er op informele wijze voorlichting gegeven aan geïnteresseerden over praktische thema’s, zoals het doel en gebruik van het leerlingportfolio en de mogelijkheden met het Studieweb. 30
Kenmerkend voor de implementatie fase (november 2009 - juli 2010) is de factor communicatie. Leerlingen hebben een compacte handleiding ontvangen voor het gebruik van het Studieweb en leerlingportfolio. Mentoren zijn gestart met portfolio opdrachten in de vaklessen. Om een breder draagvlak te creëren, heeft het projectteam in deze fase ook de niet direct betrokkenen geïnformeerd over het leerlingportfolio, zoals andere docenten, de ouders van de pilot-leerlingen en de ouderraad. De afdelingsleiders zijn met regelmaat geïnformeerd over de status van het leerlingportfolio, aangezien zij een strategische rol vervullen. Hun actieve en positieve inzet zorgt ervoor dat het leerlingportfolio een succes blijft. In de incorporatie fase (vanaf juli 2010) zal tenslotte duidelijk worden of het leerlingportfolio een blijvend onderdeel wordt van de dagelijkse praktijk van het Da Vinci College. Hoewel het Da Vinci College nog aan het begin staat van het leerlingportfolio traject, ziet de toekomst van deze onderwijsvernieuwing er veelbelovend uit.
Meer weten? Lees het volledige artikel op de DVD.
‘Het is het motto van de school ‘Werken aan je talent’ en ik vind dat ze daar erg goed mee omgaan want er wordt echt naar jou apart gekeken en niet naar jouw klas of groep waar je mee omgaat, maar echt naar de persoon zelf.’
Hoe zorg je ervoor dat veelbelovende innovaties, zoals de Expeditie Durven Delen Doen, resulteren in een duurzame innovatiecultuur? Hoe bereik je dat innovaties blijven bestaan wanneer de subsidiegelden gestopt zijn ? Het Da Vinci College koos ervoor om een resultaatgerichte aanpak te combineren met aandacht voor de proceskant van de innovatie.
Stuurgroep en aandachtsgebieden Duurzaam innoveren. Hoe?! Het succes van een innovatie wordt vaak afgemeten aan de zichtbare resultaten, aan het antwoord op de ‘wat’ vraag. Hoe essentieel deze vraag ook is, het is zeker zo belangrijk om de ‘hoe’ vraag te stellen: hoe zorgen we ervoor dat de innovatie beklijft en geborgd wordt in de organisatie? Voor een duurzaam resultaat moeten innovaties ingebed worden in de schoolvisie, de organisatie en de ‘hoofden en harten’ van de leraren en leidinggevenden. Op die manier worden alle partijen actief betrokken bij de innovaties.
Eigenaarschap Leerlingen zijn de aanleiding voor de innovaties op het Da Vinci College. Het uitgangspunt is, dat de resultaten van innovaties aan hen ten goede moeten komen. Om dit mogelijk te maken, is het nodig dat een stuurgroep het eigenaarschap op zich neemt van de innovaties. Met die reden zijn de stuurgroepleden van het Da Vinci College uitgenodigd om met elkaar in gesprek te gaan over hun visie op onderwijsinnovatie. Dit resulteerde in een gezamenlijk visiedocument. Vervolgens zijn leerlingen, medewerkers en betrokkenen geïnformeerd, om draagvlak te creëren voor de Expeditie. Voor de leerlingen is er een studiedag georganiseerd, waar leraren vanuit hun passie innoverende plannen hebben gepresenteerd, gericht
op onderwijsverbeteringen. De leerlingen hebben tijdens deze dag aanbevelingen gedaan over hoe leerlingen het best bediend kunnen worden. Voor medewerkers, ouders, maatschappelijke instellingen, bedrijven, partnerscholen en opleidingsinstituten is er een conferentie georganiseerd. Tijdens de conferentie is nagedacht over wat de partijen kunnen betekenen voor de school en hoe zij de school kunnen ondersteunen bij het doorvoeren van de innovatie. De rol van de schoolleiding tijdens de Expeditie tenslotte, was die van coachend leider. De leidinggevende is degene die zorgt voor de juiste randvoorwaarden, die medewerkers uitdaagt om elkaars ideeën te verkennen in een professionele dialoog, die de tijd durft te nemen om het innovatieproces te vertragen en te verdiepen. Dit alles zonder zijn eigen wil op te leggen, zodat medewerkers zelf professionele autonomie bereiken en eigenaarschap van de innovatie ervaren.
Duurzame verandering Voor het Da Vinci College heeft deze aanpak gewerkt: de projectgroep, de medewerkers en de totale organisatie zijn tijdens de Expeditie in beweging gekomen. Het resultaat? Een succesvolle, duurzame verandering! Meer weten? Lees het volledige artikel op de DVD.
33
Stuurgroep en aandachtsgebieden De stuurgroep van Expeditie Durven Delen Doen op het Da Vinci College bestaat uit een aantal leidinggevenden en docenten van school. Naast het meedenken op beleidsniveau, het vertalen van beleid naar praktijk, het signaleren van knelpunten en het uitdragen van de visie van de Expeditie en de visie op de Transparante School kent de stuurgroep een aantal aandachtsgebieden.
Aandachtsgebied leerlingen Door met leerlingen in gesprek te gaan, krijgt de stuurgroep inzicht in wat hen beweegt, motiveert en uitdaagt. Er is onder andere contact met de leerlingenraad. Er wordt informeerd naar hun ervaringen met betrekking tot het onderwijs en de innovaties. Ook langs andere kanalen worden leerlingen actief betrokken bij de projecten op school.
Aandachtsgebied professionalisering, opleiding en begeleiding De studiedag Zicht op Professionaliteit wordt georganiseerd voor alle medewerkers van de Scholengroep Leonardo Da Vinci. Deze studiedag is een eerste stap in het oprichten van de Da Vinci Academie (vanuit het Ruud de Moor Centrum is hiervoor onlangs een subsidie toegekend).
34
Aandachtsgebied relatiemanagement Als transparante school wil het Da Vinci College samenwerken met de directe omgeving en de maatschappij: met ouders, basisscholen, zorginstellingen, bedrijven, hogescholen en universiteiten. Er wordt een database ontwikkeld en een protocol voor het duurzaam oderhouden van externe contacten.
Aandachtsgebied kennisdelen en vermarkten Expeditie Durven Delen Doen bevordert het delen van kennis tussen scholen. De ervaringen op het Da Vinci College worden breed beschikbaar gemaakt via onder andere websites, online netwerken, vakbladen en onderwijsfestivals. Bovendien verdiepen zij zich in de mogelijkheden om innovatieprojecten overdraagbaar te maken.
Expeditie Durven Delen Doen bevordert het delen van kennis tussen scholen.
Onderzoek en innovatie houden elkaar op het Da Vinci College in balans.
Onderzoek Leraaronderzoekers en onderzoekende leraren: hoe onderzoek naar innovatie bijdraagt aan de professionaliteit van leraren
Waarom onderzoek in de school? Er zijn drie problemen waarvoor ‘onderzoek in de school’ een oplossing kan bieden. Ten eerste kan ‘onderzoek in de school’ de kloof overbruggen tussen onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk. Ook kan het een middel zijn om de professionaliteit van leraren te stimuleren. Tenslotte kan het een instrument zijn voor kwaliteitszorg bij het meten van de effecten van onderwijsvernieuwingen. Het uiteindelijke doel van ‘onderzoek in de school’ is om kennis in de school te creëren, te houden en te expliciteren.
Onderzoek op het Da Vinci College Als onderdeel van de Expeditie Durven Delen Doen heeft het Da Vinci College een onderzoeksteam samengesteld, dat onderzoek doet naar de talentontwikkeling van leerlingen binnen de transparante school. Het onderzoeksteam kijkt zowel naar het ontwerp en de uitvoering van talentontwikkeling, als naar de effecten van de talentontwikkeling op leerlingen. Binnen het onderzoeksteam van de Expeditie kunnen diverse rollen worden onderscheiden: • De leraaronderzoeker onderzoekt de les of een project van een andere leraar. Zijn uitgangspunt is: doet de innoverende leraar de goede dingen, zodat hij zicht krijgt op het feit of zijn aanname over zijn innovatie klopt?
• De onderzoekende leraar vraagt zich bewust af waarom hij de dingen doet zoals hij doet en of hij ze goed doet. Het object van reflectie is zijn eigen handelen. Het bekwaamheidsdossier is een hulpmiddel om de reflecties vast te leggen. Op basis van de reflecties in het bekwaamheidsdossier kan een leraar besluiten een POP te schrijven. • Het verbeterteam is een team leraren met eenzelfde probleemstelling, dat samen het onderzoeksproces doorloopt. • De coördinator van het onderzoek is een leraar of leidinggevende die bekijkt waar behoefte in de organisatie ligt om onderzoek te doen.
Wat draagt onderzoek naar innovatie bij aan de professionaliteit van leraren? Onderzoek levert de leraaronderzoeker en de onderzoekende leraar ervaringskennis op die na presentatie van de onderzoeksresultaten voor alle leraren beschikbaar komt en zichtbaar wordt. Een reflecterende houding kweekt leraren die kritisch en nieuwsgierig zijn naar het eigen handelen en naar nieuwe kennis. Innovatie zonder onderzoek kan leiden tot een cultuur van ‘hobbyisme’. Onderzoek zonder innovatie kan leiden tot starheid en bewegingsloosheid van de organisatie. Overstijgend onderzoek kan patronen in innovaties zichtbaar maken, waardoor kwaliteitscriteria geabstraheerd kunnen worden uit het overzicht van de innovaties. Onderzoek en innovatie houden elkaar op het Da Vinci College in balans. Meer weten? Lees het volledige artikel op de DVD. 37
‘Ik heb laatst bij wiskunde een ‘werkblad schatten’ gemaakt in mijn leerlingportfolio. Daar moest je dingen berekenen. Dit moest wel zonder liniaal en rekenmachine etcetera. Ik vond het een erg leuke opdracht omdat je nu ongeveer kan laten zien of je gevoel hebt voor afstand. ‘
Wisselwerking onderwijs en onderzoek Drie jaar onderzoek Expeditie We starten met een experiment: ga eens tijdens een les achterin de klas zitten en kijk naar de leerlingen. Bekijk eerst de leerlingen die in gesprek zijn met hun docent, daarna enkele jongens die praten over hun boek en tot slot een meisje dat naar buiten staart. Dan is een vraag die bij je op zou kunnen komen: Wie van deze leerlingen leert hier het meest? Een onderzoeker zal zich afvragen hoe je het beste kunt meten om deze vraag te beantwoorden. Daarna ga je systematisch aan de slag om tot antwoorden te komen op je vragen. Als je onderzoeksmatig stil staat bij het onderwijs, ga je met een andere blik naar de lespraktijk kijken.
De resultaten De Expeditie-onderzoeken richtten zich op het leerlingportfolio en op talentontwikkeling binnen de deelprojecten. Vijf deelprojecten zijn onderzocht: TOP-trajecten, BASMA, Leerlingen en Onderwijzend Leren, Peersupport en Virtueel Museum. De onderzoeken maken duidelijk dat talentontwikkeling bij de deelnemende leerlingen niet vanzelfsprekend is. De juiste condities zijn erg belangrijk, zoals realistische doelen stellen, uitvoering van de plannen zoals bedacht en aandacht voor de leerlingen. De docentonderzoekers hebben na afronding van hun onderzoek advies gegeven aan de deelprojectleiders, die daarna de uitvoering hebben bijgesteld.
Onderzoek op school Onderzoek op het Da Vinci College heeft in de loop van de Expeditie een plaats gekregen in de schoolorganisatie. Er is samenwerking gestart tussen docentonderzoekers, externe onderzoekers van het ILO (UvA) en een interne onderzoekscoördinator. Dit bleek een gouden formule te zijn. Binnen het onderzoeksteam is er uitwisseling van kennis en ervaringen over de lespraktijk en onderzoeksmethodes. Dit is een voorbeeld van de wisselwerking tussen onderwijs en onderzoek, die ook plaatsvindt tussen docentonderzoekers en deelprojectleiders. De betrokken docenten gaan de dialoog met elkaar aan en komen zo verder.
Schoolontwikkeling Onderzoek op het Da Vinci blijft ook na de Expeditie bestaan. De opgedane kennis en ervaringen van het onderzoeksteam worden niet weggegooid, maar gekoesterd. Onderzoek zou een rol moeten krijgen bij schoolontwikkeling. We gaan de nieuwsgierigheid prikkelen van meer docenten om onderzoeksmatig naar onze school en hun eigen onderwijspraktijk te kijken.
Meer weten? Lees het volledige rapport op de DVD.
39
Slotwoord Astrid Buijs Wikipedia legt het begrip expeditie als volgt uit: ‘Een expeditie is een ontdekkings- of onderzoeksreis die naar vreemde en afgelegen gebieden leidt en daardoor vaak gebonden is aan behoorlijke inspanningen en beperkingen. Ontdekkingsreizigers zoals Darwin, Colombus en Robinson Crusoe keerden verrijkt met kennis en gesterkt door ervaring terug naar hun thuis basis. Ook wij keren terug naar onze thuis basis om na drie jaar innoveren en onderzoeken de balans op te maken. Wat heeft onze expeditie opgeleverd? De deelprojecten gaven leerlingen de gelegenheid om soms onvermoede talenten te ontdekken op het gebied van bijvoorbeeld organiseren, samenwerken en ondernemen. Stuk voor stuk talenten die niet direct kunnen worden uitgedrukt in rapportcijfers. Het leerlingportfolio is ontworpen om die talenten vast te kunnen leggen en verder te ontwikkelen. De Expeditie heeft tevens een hechte samenwerking met onze omgeving opgeleverd. Ouders, oudleerlingen, basisscholen, hogescholen en vele andere relaties die onze Expeditie een warm hart toedroegen, werden bewust betrokken bij de reis die wij hebben gemaakt. Onze conferentie ‘talenten inspireren’, de netwerken PO/VO, de virtuele tentoonstelling en deze publicatie getuigen daarvan.
stelde tenslotte voortdurend hun bestaande onderwijspraktijk ter discussie. Onderzoek leverde hen de middelen om hun handelen te evalueren en was tegelijkertijd voor sommigen een manier om verder te professionaliseren. Het is de professionaliteit en het vakmanschap van onze docenten die ervoor moet zorgen dat deze innovaties in ons onderwijs worden verankerd. De Da Vinci Academie moet docenten hierbij ondersteunen. Kennis en expertise over bijvoorbeeld innoveren en onderzoek wordt vastgelegd en verder ontwikkeld in kenniskringen. In de Academie werken docenten bovendien gezamenlijk op onderzoekende wijze aan hun professionaliteit. Waar de Expeditie draait om talenten van leerlingen, draait de Academie om talenten van docenten.
Kwaliteitsverbetering De Academie maakt duidelijk dat de Expeditie niet een op zich zelf staand, toevallig project is geweest, maar dat het nadrukkelijk deel uit maakt van een poging tot kwaliteitsverbetering van het onderwijs op onze school. U ziet, de Expeditie Durven Delen Doen zit er weliswaar op, maar Da Vinci Draait Door!
Professionele docenten
Astrid Buijs
Op de professionaliteit van onze docenten werd onderweg een stevig beroep gedaan. De Expeditie
Stafmedewerker Onderwijs en Kwaliteitszorg Coördinator stuurgroep 41
Colofon
Dit is een publicatie van: Da Vinci College, vestiging Kagerstraat in het kader van de afsluiting van de Expeditie Durven Delen Doen oktober 2010
Fotografie: André van Haasteren, Photo&Digital/UFB, Universiteit Leiden Frits Falkenhagen Leerlingen Da Vinci College in het kader van TOP-traject fotografie
Tekstbijdragen: Bureau NL Mimi Vonk-Lakeman Dorine Schilperoort Wouter Schenke Astrid Buijs Noelle van’t Hek
Vormgeving en realisatie: www.windkracht-10.nl
Vormgeving DVD: Eric Hazenbos
Meer informatie: www.davinci-leiden.nl
42
Inhoud DVD Opbrengsten innovaties • Deelprojecten • Aandachtsgebieden Publicaties Film- en beeldmateriaal