Regioraad Vergadering 11 juli 2007 Agendapunt 2
Verslag van de vergadering van de regioraad van de stadsregio Rotterdam op 21 maart 2007. Aanwezig volgens presentielijst: Gemeente Naam Barendrecht - L.A. van Gelder - J. Jippes Capelle aan den IJssel - N.H. van Buren - mw J.J. van Doorne Hellevoetsluis - C.A. Kleijwegt Krimpen aan den IJssel - M.J.D. Jansen Lansingerland - mw T. Vorenkamp-van de Westeringh – H. de Rijke Maassluis - J.A. Karssen - A.G.M. Keijzer Ridderkerk - E.M. den Boef - mw J.H.M. Hermans-Vloedbeld Rotterdam - L.C. Bruijn - mw J.N. Baljeu - A.S. Mosch - E.P. van Heemst Rozenburg - J.W.J. Wolf Schiedam - M. Groene - Y.J. Haan – A. Hekman Vlaardingen - P. Runsink - A.J. Hoekstra - T.P.J. Bruinsma Westvoorne - mw B.M.A.A. Geers-van Wijk de voorzitter de secretaris
- I.W. Opstelten - M.C. Jansen
RRVER 21 maart 2007/ KB / 25 juni 2007
1
1.
Opening en mededelingen. De voorzitter, de heer Opstelten, opent te 15.00 uur de vergadering en heet een ieder van harte welkom. Hij deelt mede dat bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Bouvy-Koene, mevrouw Van Viegen, de heer Van Prooyen, mevrouw Ayelts Averink-Winsemius, de heren Sörensen en Madlener, de dames Hamerslag-van Lingen en Van Geest, de heer ’t Hart en mevrouw Lewis, de heer Zwiers en de heer Siljee. Mevrouw Baljeu heeft laten weten later ter vergadering te zullen komen. Tenslotte verwelkomt hij de heer Hoekstra als nieuwe fractievoorzitter van de SP.
2.
Verslag van de vergadering van 31 januari 2007 De voorzitter attendeert erop dat de heer Haan bij de aanwezigen in de presentielijst behoort te worden vermeld. Voorts zou uit de bijdrage van de heer Haan op pagina 4 van het verslag kunnen worden opgemaakt dat het vervoer bij de aanleg van de Stedenbaan vertraagd zou kunnen worden. Bedoeld is dat de Stedenbaan zou kunnen worden vertraagd als niet hard aan het project wordt getrokken. Met inachtneming van deze opmerkingen wordt het verslag vastgesteld.
3.
Besluitenlijsten dagelijks bestuur van 13 december 2006, 17 en 31 januari 2007. De vergadering besluit kennis te nemen van de besluitenlijsten van het dagelijks bestuur.
4.
Vragenhalfuur. Van het vragenhalfuur wordt geen gebruik gemaakt.
5.
Ingekomen en uitgegane stukken. De vergadering stemt in met de voorgestelde afdoening van de ingekomen stukken.
6.
Aanpassing gemeenschappelijke regeling. De heer Runsink (VVD) memoreert dat in de commissie is gesproken over het terugbrengen van het aantal vergaderingen van zes tot minimaal vier per jaar. Namens de fracties van VVD en D66 pleit hij ervoor het aantal vergaderingen te handhaven op minimaal zes per jaar en het begintijdstip te bepalen op 14.00 in plaats van 15.00 uur. De heer Hekman (CDA) zegt op zichzelf geen tegenstander te zijn van het terugbrengen van het aantal vergaderingen tot minimaal vier per jaar. Hij geeft er de voorkeur aan minder vaak over een goed gevulde agenda te debatteren dan vaker over een slechter gevulde agenda. Het vervroegen van het aanvangstijdstip tot 14.00 uur kan zijns inziens op bezwaren stuiten bij degenen die dagelijks werken. Er zijn raadsleden in deze regioraad die hiervoor vrij moeten nemen en een extra uur maakt wat hem betreft in ieder geval al een behoorlijk verschil. De heer Kleijwegt (PvdA) beveelt aan het aantal van zes vergaderingen per jaar te handhaven. Als het eens een keer niet nodig is, kan er altijd op een andere manier op worden ingespeeld. Het aanvangstijdstip ware wat de PvdA-fractie betreft te handhaven op 15.00 uur. De heer Hoekstra (SP) deelt mede dat ook de SP-fractie moeite heeft met een vervroeging van het aanvangstijdstip. De heer Bruinsma (PvdA) releveert dat de gemeenschappelijke regeling momenteel voorziet in minimaal zes vergaderingen per jaar. Terugbrengen van die frequentie tot viermaal per jaar sluit niet uit dat toch zes vergaderingen per jaar kunnen worden belegd, maar overigens stelt hij vast dat de meerderheid van de regioraad prijs stelt op handhaving van het huidige aantal. Mocht zich eens een agenda aandienen met te weinig inhoudelijke punten, dan kan ook worden besloten in een themabijeenkomst wat inhoudelijker van gedachten te wisselen over een bepaald onderwerp. Ook wat het aanvangstijdstip betreft stelt hij vast dat handhaving van de huidige situatie door de meerderheid van de regioraad op prijs wordt gesteld.
RRVER 21 maart 2007/ KB / 25 juni 2007
2
De vergadering besluit: 1. het bijgevoegde wijzigingsbesluit tot doen vervallen van artikel 13 lid 5 van de gemeenschappelijke regeling vast te stellen; 2. het bijgevoegde ontwerpbesluit gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam vast te stellen. 7.
Jaarverslag Begeleidingscommissie Integrale Veiligheid 2006 en subsidieaanvraag 2007. De vergadering besluit de begeleidingscommissie Integrale Veiligheid voor 2007 een subsidie te verlenen van € 45.000,- en dit bedrag te verrekenen met de overschotten ten bedrage van € 30.433,09 van voorgaande jaren
8.
Communicatieplan 2006-2010. De heer Jippes (VVD) betuigt namens de fracties van VVD en D66 instemming met het plan. In het laatste hoofdstuk worden ook voorstellen gedaan voor algemene communicatie. Daar hebben de fracties moeite mee. Het budget kan volgens beide fracties beter worden gebruikt voor concrete projecten, zoals de Ridderkerklijn, dan om generieke bekendheid te genereren. De heer Hekman (CDA) merkt het plan als ambitieus, maar ook noodzakelijk aan. De CDA-fractie heeft geconcludeerd dat het de afgelopen periode gewerkt heeft, want de stadsregio is bekender geworden. Het komt er nu op aan extra energie te steken in de communicatie met de gemeenteraden. Werd in de vorige periode vooral gecommuniceerd over beleid, nu breekt een meer beheersmatig tijdperk aan en ook over de uitvoeringsaspecten daarvan zal goed gecommuniceerd moeten worden. De heer Kleijwegt (PvdA) prijst het dagelijks bestuur en de portefeuillehouder voor de ambitieuze manier waarop wordt ingestoken op contacten met alle regiogemeenten om de participatie op een hoger niveau te krijgen. Anders dan de heer Jippes is hij van mening dat algemene maatregelen om die communicatie te bevorderen zeer op hun plaats zijn omdat die bijdragen aan het begrip bij de bevolking voor het werk van de stadsregio. De heer Bruinsma (PvdA) licht toe dat aan grote projecten als de Ridderkerklijn – het geldt ook voor het RR2020 – een apart publiciteitsbudget is gekoppeld. De thans aan de orde zijnde communicatie-instrumenten zijn bedoeld voor algemene communicatie vanuit de stadsregio jegens de 1,2 miljoen bewoners van de stadsregio. Veel geld wordt daarbij aangewend voor de spotjes van TV Rijnmond, maar die hebben ook een enorm bereik. Metingen hebben uitgewezen dat gemiddeld 150.000 mensen van 18 jaar en ouder kennis nemen van deze spotjes. Het is een heel effectieve methode gebleken om het werk van de stadsregio in meer algemene zin onder de aandacht van de burgers te brengen. Het budget wordt voorts vooral ingezet om raadsleden meer bij de beleidsvoorbereiding en de beleidsbeslissingen van de stadsregio te betrekken. De vergadering besluit kennis te nemen van het communicatieplan 2006-2010.
9.
Meerjarenprogramma Milieu 2007-2010. De heer Van Buren (CDA) weet zich nog heel goed te herinneren dat Rotterdam vroeger een plek was waar een gele deken over hing. Die tijd is gelukkig voorbij, maar het blijft belangrijk aandacht te besteden aan het milieu. De CDA-fractie is dan ook blij met het voorliggende milieuprogramma, dat een goed beeld geeft van wat op dit gebied te doen valt. De targets die daarbij worden gesteld ontbreken echter. Het zou ook hier geen kwaad kunnen ‘smart’-doeleinden te formuleren. Waterkwaliteit is een belangrijk item. Het lid van het dagelijks bestuur dat zich hiermee bezighoudt verzoekt hij kort toe te lichten hoe de stadsregio haar steentje wil bijdragen om de bestuurlijke complexiteit die op dit gebied bestaat niet nog groter te maken. Met betrekking tot de luchtkwaliteit is als beleidsdoelstelling geformuleerd dat de luchtkwaliteit verbeterd of op z’n minst gelijk gehouden moet worden, terwijl tegelijkertijd de ruimtelijke doelstellingen verwezenlijkt zouden moeten worden. Hierin bespeurt hij een zekere tegenstrijdigheid, maar hopelijk kan de portefeuillehouder hem op andere gedachten brengen.
RRVER 21 maart 2007/ KB / 25 juni 2007
3
De heer Haan (SP) onderschrijft de aanbeveling van de vorige spreker voor wat betreft het formuleren van ‘smart’-doeleinden. Een goede aanpak op dit terrein is van groot belang, maar overigens heeft hij het idee dat dat ook gebeurt bij het uitwerken van de punten in het meerjarenprogramma in de jaarprogramma’s milieu. Tijdens een kennismakingsbijeenkomst heeft hij de portefeuillehouder milieu al voorgesteld de stadsregio te laten aansluiten bij het Klimaatverbond en dat voorstel herhaalt hij thans. Naar zijn mening kan de stadsregio goed gebruik maken van de kennis, de ervaring en het netwerk van het Klimaatverbond. Mevrouw Van Doorne (PvdA) zegt dank voor de positieve reacties, waaronder ook een tweetal schriftelijke. Binnengekomen is voorts een ambtelijke reactie van Vlaardingen waarop nog schriftelijk zal worden gereageerd. Het belangrijkste waarop de stadsregio zal worden afgerekend is het halen van de doelstellingen op het gebied van de luchtkwaliteit. Zo staat het in het programma en concreter dan dat kan het niet worden geformuleerd. Bij het uitwerken van een aantal andere concrete punten voor de jaarprogramma’s zal blijken hoe ten aanzien van het milieu 1 op 1 zal worden opgetrokken met de ontwikkelingen op het gebied van de ruimtelijke ordening. Tegenwoordig worden ontwikkelingen op het gebied van de ruimtelijke ordening niet toegestaan zonder dat aan de milieu-eisen is voldaan. In samenwerking met de collega’s voor water en groen en voor ruimtelijke ordening en verkeer worden thans plannen van aanpak opgesteld om aan beide doelstellingen tegemoet te kunnen komen. De heer Haan zegt zij toe dat zij zich laten informeren over de mogelijkheden voor de stadsregio van deelname aan het Klimaatverbond. Kan een dergelijke deelname een positieve uitwerking hebben op het functioneren van de stadsregio, dan zal zij de regioraad voorstellen ter zake voorleggen. Mevrouw Hermans (VVD) deelt in reactie op de opmerkingen van de heer Van Buren over de waterkwaliteit mede dat een soort natuurlijke alliantie is gesloten tussen de portefeuillehouders van milieu, groen en water en van ruimtelijke ordening, om te bezien hoe een aan het ander met elkaar kan worden verknoopt. In dit kader zal met een aantal partners op het gebied van milieu en natuurontwikkeling in de regio op zoek worden gegaan naar de eisen die gesteld kunnen worden aan de ontwikkeling van groen en blauw ten dienste van een gezond milieu in de regio. Zij zegt toe hierop in de commissie GROM te zullen terugkomen. De heer Van Buren (CDA) vraagt zich af of de doelstellingen werkelijk ‘smart’ zijn. Nergens is aangegeven in hoeverre en op welke punten de luchtkwaliteit verbeterd moet worden, maar hij neemt aan dat een en ander nader zal worden uitgewerkt in een actieprogramma. Mevrouw Van Doorne (PvdA) repliceert dat concreet zal moeten worden voldaan aan de Europese regelgeving waarin bepaalde normen worden aangegeven. De vergadering besluit: 1. het meerjarenprogramma milieu 2007-2010 vast te stellen; 2. van het jaarprogramma milieu kennis te nemen. 10.
Rondvraag en sluiting. De heer Kleijwegt (PvdA) memoreert dat kort geleden de Stadsvisie Rotterdam is ontvangen, die naar zijn mening interessant kan zijn voor de hele stadsregio. Hij geeft het dagelijks bestuur in overweging een uitnodiging te doen uitgaan naar het college van Rotterdam om hierop in de commissie, of in pleno, een toelichting te geven. De heer Haan (SP) geeft te kennen dat de SP-fractie zich heeft verbaasd over het fractiebudget en de manier waarop daarmee wordt omgegaan. Enige tijd geleden werd hem, toen nog fractievoorzitter, gevraagd op welk rekeningnummer het geld gestort kon worden. De eerste vraag die daarbij rees was: hoeveel geld is dat dan? De tweede, veel belangrijker vraag luidde: hoe wordt men geacht de uitgaven te verantwoorden? Een systematiek van verantwoorden blijkt er echter niet te zijn. De SP-fractie stelt voor een dergelijke systematiek alsnog in te stellen. Omdat dit waarschijnlijk niet meteen breed gedragen wordt, stelt hij voor hierop eerst terug te komen in de eerstvolgende commissievergadering, waarin de SP dan een voorstel ter zake zal doen.
RRVER 21 maart 2007/ KB / 25 juni 2007
4
De voorzitter zegt toe dat hierop zal worden teruggekomen in de betrokken commissie. De heer Karssen (CDA) deelt in antwoord op de opmerkingen van de heer Kleijwegt mede dat door het dagelijks bestuur is besloten een schriftelijke reactie te geven op de Stadsvisie Rotterdam. Het lijkt hem een goed idee de Stadsvisie ook aan de orde te stellen in de vergaderingen van de commissies Wonen en GROM. Desgevraagd zegt hij toe dat voor het geven van een toelichting op de Stadsvisie een lid van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zal worden uitgenodigd. De rondvraag wordt gesloten. De voorzitter sluit 15.35 uur de vergadering.
RRVER 21 maart 2007/ KB / 25 juni 2007
5
regioraad vergadering 11 juli 2007 agendapunt 3 Onderwerp: Besluitenlijsten van het dagelijks bestuur. Bijlagen: 1. besluitenlijsten dagelijks bestuur van 28 februari, 14 en 28 maart, 25 april, 9 en 23 mei 2007. Toelichting: Ter kennisname treft u bijgaand de besluitenlijsten aan van de vergaderingen van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam van besluitenlijsten dagelijks bestuur van 28 februari, 14 en 28 maart, 25 april 9 en 23 mei 2007. Gevraagde beslissing: 1. kennis te nemen van de besluitenlijsten van het dagelijks bestuur van de stadsregio besluitenlijsten dagelijks bestuur van 28 februari, 14 en 28 maart, 25 april 9 en 23 mei 2007.
Besluitenlijsten db / BZC / KB / 21 juni 2007
Pagina 1
dagelijks bestuur vergadering 14 maart 2007 Agendapunt 2B
Onderwerp: Besluitenlijst van de vergadering d.d. 28 februari 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Gevraagde beslissing: 1. de besluitenlijst vast te stellen.
Besluitenlijst van de vergadering d.d. 28 februari 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam Aanwezig zijn mevrouw J.N. Baljeu, de heer T.P.J. Bruinsma, de heer L.K. Geluk, mevrouw J.H.M. Hermans – Vloedbeld, de heer J.A. Karssen, de heer I.W. Opstelten (voorzitter), mevrouw M.C. Jansen (secretaris), mevrouw A. Frank, de heer J.E.J. Verbunt, de heer P.A.C. Vonk en de heer S.W. Nettinga. Afwezig zijn: mevrouw J.J. van Doorne, de heer G.J. ’t Hart., de heer J.W.J. Wolf. 1.
Opening en mededelingen. De op 11 april geplande werklunch met het college van Schiedam wordt op verzoek van Schiedam verplaatst. De vergadering van het dagelijks bestuur van 11 april wordt geannuleerd. Het DB machtigt het sectorhoofd Verkeer en Vervoer tot het ondertekenen van de intentieverklaring National Datawarehouse
2a. verslag van de vergadering d.d. 31 januari 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt het verslag vast. 2b. besluitenlijst van de vergadering d.d. 31 januari 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt de besluitenlijst vast. 3.
Ingekomen en uitgegane stukken. Het dagelijks bestuur stemt in met de afhandelingvoorstellen op de lijst ingekomen en uitgegane stukken.
4.
Bestuurlijke contacten / afspraken zich aandienend overleg. Het dagelijks bestuur neemt kennis van het overzicht.
5.
Agendaplanning. Het dagelijks bestuur neemt kennis van de planning.
Besluiten DB 28 februari 2007 / BZC / SWN / 6 maart 2007
Pagina 1
6.
Coalitieakkoord CDA, PvdA en CU. Het dagelijks bestuur besluit vooral aansluiting te zoeken bij de inhoudelijke agenda van het Kabinet. Waar mogelijk zal in de komende weken de uitwerking van het akkoord worden beïnvloed. De bij de beleidsportefeuilles van de stadsregio betrokken bewindspersonen krijgen een amicebriefje waarin aandacht wordt gevraagd voor inhoudelijke punten uit de portefeuilles.
7.
Jaarverslag Begeleidingscommissie integrale veiligheid en 2006 en subsidieaanvraag 2007. 1. Het dagelijks neemt kennis van het jaarverslag 2006 van de begeleidingscommissie integrale veiligheid en biedt deze ter kennisneming aan de regioraad aan; 2. Het dagelijks bestuur besluit de regioraad voor te stellen voor 2007 een subsidie te verlenen van €45.000. Dit bedrag te verrekenen met de overschotten ten bedrage van €30.433,09 van voorgaande jaren.
8.
Communicatieprogramma 2006-2010. Het dagelijks bestuur stelt het communicatieprogramma 2006-2010 vast, behoudens het vrijgeven van de geannoteerde DB-agenda voor gemeenten.
9.
Programma “Ieder kind wint 2007-2008”. Het dagelijks bestuur stemt in met de uitvoering van het programma “Ieder kind wint 2007-2008”.
10. Subsidieverzoek van de Stichting Actie voor Dyslexie en subsidieverzoek van seniorenorkest Rotterdam en omstreken. Het dagelijks bestuur besluit 1. het verzoek van de Stichting Actie voor Dyslexie om een financiële bijdrage voor verkennend onderzoek naar dyslexie ad € 17.500,- af te wijzen; 2. het verzoek van Soreo, seniorenorkest Rotterdam en omstreken om een projectsubsidie voor één project of in delen voor meerdere projecten variërend van €3.200,- tot € 14.500,- af te wijzen. 11. Aanvraag Stichting Humanitas Dak boven je hoofd, opvang voor zwerfjongeren Spijkenisse. Het dagelijks bestuur besluit de door Stichting Humanitas Dak boven je hoofd aangevraagde subsidie af te wijzen. 12. Meerjaren programma milieu 2007-2010. Het dagelijks bestuur besluit: 1. het Meerjaren programma milieu 2007-2010 vast te stellen; 2. de regioraad ter vaststelling het Meerjaren programma milieu 2007-2010 voor te leggen. 13. Jaarprogramma milieu 2007. Het dagelijks bestuur stelt het Jaarprogramma milieu 2007 vast. 14. Verzoek om regionale steun van de Stichting Milieu Dichterbij (SMD). Het dagelijks bestuur besluit: 1. het verzoek van de SMD om regionale steun af te wijzen; 2. de SMD de gelegenheid te geven zijn activiteitenplan te presenteren in de commissie Groen, Ruimtelijke Ordening en Milieu. 15. Stadsvisie Rotterdam, Ruimtelijke Ontwikkelingsstrategie 2030. Het dagelijks bestuur neemt kennis van de planning van de bespreking van de Stadsvisie Rotterdam, Ruimtelijke ontwikkelingsstrategie 2030. Besluiten DB 28 februari 2007 / BZC / SWN / 6 maart 2007
Pagina 2
De directeuren Sanson van de dS+V en Visser van het OBR worden uitgenodigd de stadsvisie in de db-vergadering van 14 maart te komen toelichten. 16. Rapportage toezicht verblijfsgerechtigden tweede halfjaar 2006. Het dagelijks bestuur besluit: 1. af te zien van de formele verplichting tot in de plaatstreden bij gemeenten waar de achterstand op de taakstelling groter is dan een half jaar; 2. in te stemmen met de Rapportage toezicht verblijfsgerechtigden tweede halfjaar 2006 17. Verzoeken om vrijstelling van het vergunningenstelsel van de regionale Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam d.d. 1 januari 2007. Het dagelijks bestuur besluit: 1. de gemeente Brielle vrijstelling te verlenen van het bepaalde in paragraaf 3.1 "Huisvestingsvergunning"; 2. de gemeente Capelle aan den IJssel vrijstelling te verlenen van het bepaalde in paragraaf 3.1 "Huisvestingsvergunning", paragraaf 3.2 "Onttrekking, samenvoeging en omzetting" en paragraaf 3.3 "Splitsing"; 3. de gemeente Hellevoetsluis vrijstelling te verlenen van het bepaalde in paragraaf 3.1 "Huisvestingsvergunning"; 4. de gemeente Westvoorne vrijstelling te verlenen van het bepaalde in paragraaf 3.1 "Huisvestingsvergunning", paragraaf 3.2 "Onttrekking, samenvoeging en omzetting" en paragraaf 3.3 "Splitsing"; 5. de vrijstellingen te verlenen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2007. 18. Aanbesteding busconcessies. Het dagelijks bestuur besluit: 1. de hoofdlijnennotitie aanbesteding busconcessies vast te stellen en, na juridische toetsing, voor te leggen aan het PROV en de commissie Verkeer en Vervoer ter advisering. 2. te starten met de voorbereidende werkzaamheden leidend tot het aanbesteden van de busconcessies (m.u.v. Voorne-Putten Rozenburg) per december 2008. 19. Jaarverslag Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid (RPV) stadsregio Rotterdam 2006 en Werkplan RPV stadsregio Rotterdam 2007. Het dagelijks bestuur: 1. neemt kennis van het Jaarverslag RPV stadsregio Rotterdam 2006; 2. stelt het Werkplan RPV stadsregio Rotterdam 2007 vast als kader voor de activiteiten die de RPV in 2007 onderneemt. 20. Werkplan Vervoercoördinatiecentrum Rijnmond (VCC-R) 2007. Het dagelijks bestuur: 1. stemt in de vaste projecten uit het werkplan VCC-R 2007 en stelt daarmee de subsidiebeschikking voor de vaste taken aan het VCC-R vast; 2. stelt het werkplan VCC-R 2007 vast als kader voor de projectmatige taken die het VCC-R in 2007 in opdracht van de stadsregio Rotterdam dient te ondernemen. 21. Voortgangsverslagen diverse openbaar vervoerprojecten vierde kwartaal 2006. Het dagelijks bestuur neemt kennis van de externe voortgangsrapportage over het vierde kwartaal 2006 van diverse openbaar vervoerprojecten. 22. Bijdrage aan RET en Connexxion voor het invoeren van de OV-chipkaart op tram en bus Het dagelijks bestuur besluit: 1. een maximale bijdrage van € 13.750.000 toe te kennen aan de RET NV voor de invoering van de OV-chipkaart op tram en bus;
Besluiten DB 28 februari 2007 / BZC / SWN / 6 maart 2007
Pagina 3
2. 3. 4.
een maximale bijdrage van € 1.112.000 toe te kennen aan Connexxion voor de invoering van de OV-chipkaart in de concessie bus streek-overig; een maximale bijdrage van € 2.520.833 te reserveren voor de restwaarde van de chipkaartapparatuur in de bussen in de concessies bus Rotterdam c.a. en bus streek-overig; een bedrag € 648.000 te reserveren ten behoeve van een bijdrage in de extra kosten in de duale fase (OV-chipkaartsysteem en huidige papieren kaartsysteem) voor de tram en bus.
23. Rondvraag en sluiting. Hiervan wordt geen gebruik gemaakt.
Besluiten DB 28 februari 2007 / BZC / SWN / 6 maart 2007
Pagina 4
dagelijks bestuur vergadering 28 maart 2007 Agendapunt 2b
Onderwerp: Besluitenlijst van de vergadering d.d. 14 maart 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Gevraagde beslissing: 1. de besluitenlijst vast te stellen.
Besluitenlijst van de vergadering d.d. 14 maart 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam Aanwezig zijn mevrouw J.N. Baljeu, de heer T.P.J. Bruinsma, de heer L.K. Geluk, de heer G.J. ’t Hart., de heer J.A. Karssen, de heer I.W. Opstelten (voorzitter), de heer J.W.J. Wolf. mevrouw M.C. Jansen (secretaris), mevrouw A. Frank, de heer Bierhuis, de heer J.E.J. Verbunt, de heer P.A.C. Vonk en de heer S.W. Nettinga. Afwezig zijn: mevrouw J.J. van Doorne, mevrouw J.H.M. Hermans – Vloedbeld. 1.
Opening en mededelingen. Het dagelijks bestuur stemt er mee om in de commissie BOC een voorstel te bespreken voor het terugbrengen van het aantal regioraadsvergaderingen van 6 naar ten minste 4 maal per jaar. Ook zal in de commissie BOC gepeild worden of er draagvlak voor aanpassing van de vergadertijden. Voor de vergaderingen van het dagelijks bestuur zal een apart voorstel worden gedaan uitgaande van een vergadertijd van 1,5 a 2 uur.
2a. verslag van de vergadering d.d. 28 februari 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt het verslag vast. 2b. besluitenlijst van de vergadering d.d. 28 februari 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt de besluitenlijst vast. 3.
Ingekomen en uitgegane stukken. Het dagelijks bestuur stemt in met de afhandelingvoorstellen op de lijst ingekomen en uitgegane stukken. De heer Karssen vraagt om inzage in de brief van het college van Hellevoetsluis inzake de verstedelijkingsafspraken.
4.
Bestuurlijke contacten / afspraken zich aandienend overleg. Het dagelijks bestuur neemt kennis van het overzicht.
5.
Agendaplanning. Het dagelijks bestuur neemt kennis van de planning.
Verslag 14 maart 2007 / SWN / 20 maart 2007
Pagina 1
Voor de regioraadsvergadering van 23 mei zijn er onvoldoende onderwerpen, waardoor deze in aanmerking komt om te annuleren. De jaarrekening wordt dan vastgesteld in de regioraadsvergadering van 11 juli 2007. 6.
Stand van zaken middenbestuur (mondeling). De secretarissen van de G4 en de P4 maken een notitie waarin de contouren van het gewenste programma worden geschetst. De secretaressen van de stadsregio’s worden door hun collega’s van de G4/P4 op de hoogte gehouden.
7.
Concept-begroting 2008. Het dagelijks bestuur ondersteunt het voorstel om de systematiek van de begroting voor 2009 en verder aan te laten sluiten bij de opzet van het bestuursprogramma 2006-2010. Het dagelijks bestuur stemt in met de concept-begroting en verzending daarvan naar de gemeenten voor commentaar.
8.
Controleprotocol bij subsidiebeschikkingen. Het dagelijks bestuur stemt in met het controleprotocol bij subsidiebeschikkingen.
9.
Bezwaar Mathenesserweg. Het dagelijks bestuur besluit overeenkomstig het advies van de Algemene Bezwaarschriftencommissie het bezwaar van de heer mr A.P. van Knippenbergh namens de heer V.A. Dihal op beschikking RP 03 258 001 ongegrond te verklaren.
10. Hoofdrapport Ecorys onderzoek droge bedrijventerreinen. Het dagelijks bestuur besluit: 1. kennis te nemen van de onderzoeksresultaten; 2. de kwalitatieve aanbevelingen voor de specifieke terreinen als regio-inzet te nemen bij de bedrijventerreinprogrammering. Voorts besluit het dagelijks bestuur dat de portefeuillehouder economie samen met mevrouw van Doorne (milieu) en Wolf (ruimtelijke ordening) een gesprek zal voeren met de milieuorganisaties. 11. Ruimtelijke Ontwikkelingsstrategie Rotterdam 2030 (presentatie). Het dagelijks bestuur complimenteert Rotterdam met de visie. De strategie wordt onderschreven. De koppeling wonen en economie wordt onderschreven evenals de strategie voor gentrification en de focus op woonmilieus. Door leden van het dagelijks bestuur wordt aandacht gevraagd voor de volgende punten: de relatie met de bestaande woningvoorraad, de relatie met het Pact op Zuid, aandacht voor stadsdelen buiten de 13 VIP-gebieden, betrokkenheid van Rotterdam bij de aanleg van regioparken en niet alleen bij de routes er naar toe, extra aandacht voor investering in de buitenruimte, aandacht voor de sociale gevolgen van fysieke maatregelen, de effecten in buurgemeenten en de interactie met hen, de behoefte aan extra woningen in de Zuidplaspolder als buffer voor de productie op lastige locaties in Rotterdam, de gevolgen van de verminderde sloop in Rotterdam voor de verstedelijkingsafspraken tot 2010. Het dagelijks bestuur machtigt de heer Karssen en de heer Wolf voor het opstellen van de schriftelijke reactie van het dagelijks bestuur aan het Rotterdamse college. 12. Landelijke standaard Dynamische Reisinformatie Openbaar Vervoer.
Verslag 14 maart 2007 / SWN / 20 maart 2007
Pagina 2
Het dagelijks bestuur besluit deel te nemen aan het project “DRIS samen goed geregeld” met als doel in korte tijd te komen tot een landelijke standaard voor reisinformatie in het openbaar vervoer en een nationale database. 13. Rondvraag en sluiting. Hiervan wordt geen gebruik gemaakt.
Verslag 14 maart 2007 / SWN / 20 maart 2007
Pagina 3
dagelijks bestuur vergadering 25 april 2007 Agendapunt 2B
Onderwerp: Besluitenlijst van de vergadering d.d. 28 maart 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Gevraagde beslissing: 1. de besluitenlijst vast te stellen.
Besluitenlijst van de vergadering d.d. 28 maart 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam Aanwezig zijn mevrouw J.N. Baljeu, mevrouw J.J. van Doorne, de heer L.K. Geluk, de heer J.A. Karssen, mevrouw J.H.M. Hermans – Vloedbeld de heer I.W. Opstelten (voorzitter), de heer J.W.J. Wolf. mevrouw M.C. Jansen (secretaris), mevrouw A. Frank, de heer J.E.J. Verbunt, de heer P.A.C. Vonk en de heer S.W. Nettinga. Afwezig zijn: de heer T.P.J. Bruinsma, de heer G.J. ’t Hart. 1.
Opening en mededelingen.
2a. verslag van de vergadering d.d. 14 maart 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt het verslag vast. 2b. besluitenlijst van de vergadering d.d. 14 maart 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt de besluitenlijst vast. 3.
Ingekomen en uitgegane stukken. Het dagelijks bestuur stemt in met de afhandelingvoorstellen op de lijst ingekomen en uitgegane stukken.
4.
Bestuurlijke contacten / afspraken zich aandienend overleg. Het BOR wil zich oriënteren op de toekomst van ROM-Rijnmond. Het dagelijks bestuur spreekt af voor 1 juni 2007 hierover een standpunt in te nemen. Het dagelijks bestuur besluit de combinatie van presentatie DB-programma en rondetafelgesprek ook bij de andere gemeenten te stimuleren. Het dagelijks bestuur neemt kennis van het overzicht.
5.
Agendaplanning. Het dagelijks bestuur neemt kennis van het overzicht.
6.
Stand van zaken middenbestuur.
Besluitenlijst 28 maart 2007 / SWN / 16 april 2007
Pagina 1
De inzet van de Holland 8 voor het urgentieprogramma Randstad zal op 25 april door Rotterdam worden gepresenteerd in het dagelijks bestuur. 7.
Vaststelling subsidieplafond preventief jeugdbeleid 2007. Het dagelijks bestuur besluit: 1. het subsidieplafond preventief jeugdbeleid voor het jaar 2007 vast te stellen op € 148.000; 2. in te stemmen met de financiering van een systeem voor vroegsignalering.
8.
Overdracht van de portefeuille Sociaal Beleid. Het dagelijks bestuur stemt in met de overdracht van de portefeuille Sociaal Beleid naar de heer Karssen.
9.
Ambitiedocument Stedenbaan. Het dagelijks bestuur constateert dat de woningbouw rond de stations nog wel wat kan worden opgevoerd. Het dagelijks bestuur stemt in met het document Ruimtelijke Ambitie Stedenbaan.
10. Verstedelijkingsafspraken 2005-2010; monitor woningbouwafspraken 2006. Het dagelijks bestuur deelt de zorg van de portefeuillehouder en neemt kennis van de eerste resultaten voor de monitor woningbouwafspraken 2006. 11. Advies aan Gedeputeerde Staten over bestemmingsplannen van de gemeenten Lansingerland en Rotterdam. Het dagelijks bestuur besluit de provincie Zuid-Holland positief te adviseren over de voorontwerpbestemmingsplannen Warmoeziersweg (06/4019), de Ackers (06/4115) en Wilderszijde II (07/81) van de gemeente Lansingerland en het bestemmingsplan Tarwewijk (07/59) van de gemeente Rotterdam. Het dagelijks bestuur besluit de provincie Zuid-Holland positief te adviseren over het voorontwerp bestemmingsplan Terbregge-oost (07/37) van de gemeente Rotterdam, mits er in de toelichting een beschrijving wordt opgenomen over de stand van zaken in de planontwikkeling van de A13/16. 12. Verzoeken om vrijstelling van het vergunningenstelsel van de regionale Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam d.d. 1 januari 2007. Het dagelijks bestuur besluit: 1. de gemeente Ridderkerk vrijstelling te verlenen van het bepaalde in paragraaf 3.1 "Huisvestingsvergunning", paragraaf 3.2 "Onttrekking, samenvoeging en omzetting" en paragraaf 3.3 "Splitsing"; 2. de vrijstellingen te verlenen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2007. 13. Planstudie Hartel fietsbrug. Het dagelijks besluit: 1. in te stemmen met de planstudie Hartel fietsbrug en het project op te nemen in de realisatiefase van het RIVV; 2. de intentie uit te spreken dat de stadsregio een eventuele kostenoverschrijding voor 50% zal dekken; met dien verstande dat wordt beperkt tot de eventuele kostenoverschrijding van 20% van de basisraming. Een eventuele verdere kostenoverschrijding is een nieuwe situatie, waarin nieuwe afspraken gemaakt moeten worden. 3. de bijgevoegde conceptreactie vast te stellen. 14. Tracéwijziging ZoRo-bus. Het dagelijks bestuur besluit: 1. in te stemmen met het wijzigen van tracé voor de ZoRo-bus tussen de Wildersekade en de Anthuriumweg naar een westelijke ligging ten opzichte van de HSL; Besluitenlijst 28 maart 2007 / SWN / 16 april 2007
Pagina 2
2. 3. 4.
vast te houden aan het eerder gekozen tracé voor de ZoRo-bus tussen halte Rodenrijs en de Wildersekade via de Landscheiding met mogelijkheden tot optimalisatie; de portefeuillehouder Verkeer en Vervoer te mandateren zonodig wijzigingen aan te brengen aan het tracé om de inpassingskwaliteit voor bewoners te vergroten; de gemeenten Lansingerland, Rotterdam (inclusief de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek) en Zoetermeer bestuurlijk te consulteren over punt 1 en 2.
15. Proef extra busvervoer Spaanse Polder en Noord-West. Het dagelijks bestuur besluit: 1. RET NV opdracht te verlenen voor het verrichten van extra busvervoer op lijn 42 naar de Spaanse polder in de avonduren en uitbreiding van de lijnvoering naar Schiedam Centrum buiten de ochtend- en avondspits. 2. DCMR Milieudienst Rijnmond te verzoeken in het kader van het Rotterdamse Actieprogramma Luchtkwaliteit een bijdrage beschikbaar te stellen van € 62.320,16. Vastelandbogen, bestuurlijke en uitvoeringsovereenkomst Het dagelijks bestuur besluit: 1. de portefeuillehouder te machtigen de bestuurlijke overeenkomst Vastelandspoorbogen af te ronden; 2. de portefeuillehouder Verkeer en Vervoer machtigen om de bestuurlijke overeenkomst Vastelandspoorbogen te ondertekenen, 3. de uitvoeringsovereenkomst Vastelandspoorbogen vaststellen, waarmee opdracht wordt gegeven aan de dS+V van de gemeente Rotterdam tot realisatie Vastelandspoorbogen en een budget wordt toegekend van € 8,8 miljoen prijspeil 2006 inclusief VAT en onvoorzien, exclusief BTW; 4. de secretaris machtigen om de uitvoeringsovereenkomst Vastelandspoorbogen te ondertekenen, inclusief eventuele redactionele wijzigingen. 17. Rondvraag en sluiting.
Besluitenlijst 28 maart 2007 / SWN / 16 april 2007
Pagina 3
dagelijks bestuur vergadering 9 mei 2007 agendapunt 2B
Onderwerp: Besluitenlijst van de vergadering d.d. 25 april 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Gevraagde beslissing: 1. de besluitenlijst vast te stellen.
Besluitenlijst van de vergadering d.d. 25 april 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam Aanwezig zijn mevrouw J.N. Baljeu, de heer T.P.J. Bruinsma, mevrouw J.J. van Doorne, de heer L.K. Geluk, de heer G.J. ’t Hart, de heer J.A. Karssen, mevrouw J.H.M. Hermans – Vloedbeld, de heer J.W.J. Wolf. mevrouw M.C. Jansen (secretaris), mevrouw A. Frank, de heer P.A.C. Vonk, mevrouw J.F. Fix en de heer S.W. Nettinga. Afwezig zijn: de heer I.W. Opstelten 1.
Opening en mededelingen. Er zal een felicitatiebrief vanwege het dagelijks bestuur worden gestuurd naar het nieuwe college, met daarin een voorstel voor een gezamenlijke bijeenkomst en de aankondiging dat de portefeuillehouders uit het DB de komende periode contact zullen zoeken met de vakgedeputeerden op hun beleidsterrein.
2a. Verslag van de vergadering d.d. 25 april 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt het verslag vast. 2b. Besluitenlijst van de vergadering d.d. 28 maart 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt de besluitenlijst vast. 3.
Ingekomen en uitgegane stukken. Het dagelijks bestuur stemt in met de afhandelingvoorstellen op de lijst ingekomen en uitgegane stukken.
4.
Bestuurlijke contacten / afspraken zich aandienend overleg. Het dagelijks bestuur neemt kennis van het overzicht.
5.
Agendaplanning. Het dagelijks bestuur neemt kennis van de planning.
6.
Inzet Holland Acht voor het Urgentieprogramma Randstad (UpR). Het dagelijks bestuur neemt kennis van de inzet van de H8 voor het Urgentieprogramma Randstad.
Verslag 25 april 2007 / SWN / 27 april 2007
Pagina 1
7.
Benoeming eerste en tweede plaatsvervangend secretaris. Het dagelijks bestuur benoemt: 1. de heer P.A.C. Vonk tot eerste plaatsvervangend secretaris; 2. mevrouw drs J. Fix tot tweede plaatsvervangend secretaris.
8.
Gewijzigde beschikking 2007 voor instelling voor jeugdzorg stichting Prokino. Het dagelijks bestuur stemt in met de gewijzigde beschikking stichting Prokino.
9.
1e voortgangsrapportage PMR 750 ha. Het dagelijks bestuur neemt kennis van de eerste voortgangsrapportage PMR 750 ha.
10. Regionaal Actieplan Laaggeletterdheid. Het dagelijks bestuur: 1. neemt kennis van het Regionaal Communicatieplan; 2. stelt de beleidsregels inzake het Regionaal Actieplan Laaggeletterdheid vast. 11. Advies aan GS over bestemmingsplannen van de gemeentes Bernisse, Lansingerland en Ridderkerk. Het dagelijks bestuur besluit de provincie Zuid-Holland, conform het voorstel, bij brief te berichten over het advies van de stadsregio Rotterdam inzake het voorontwerpbestemmingsplan van de gemeente Lansingerland en de vastgestelde bestemmingsplannen van de gemeentes Bernisse en Ridderkerk. 12. Selectieleidraad aanbesteding busconcessies. Het dagelijks bestuur stelt de selectieleidraad vast. 13. Ontwerp Uitvoeringsagenda Regionaal Verkeers- en Vervoersplan 2007-2011. Het dagelijks bestuur stelt de ontwerp Uitvoeringsagenda Regionaal Verkeers- en Vervoersplan 2007-2011 vast ten behoeve van advisering door de direct betrokken partijen en maatschappelijke organisaties. 14. Project Mainportcorridor Zuid. Het dagelijks bestuur stelt de concept beantwoording van de vragen van het Project Mainportcorridor Zuid vast en machtigt de portefeuillehouder verkeer en Vervoer de brief tekstueel aan te passen indien de reactie van betrokken partijen daartoe aanleiding geeft en vervolgens te verzenden. 15. Planstudie Kralingseplein. Het dagelijks bestuur besluit: 1. de planstudie Kralingseplein en voorkeursoplossing vast te stellen; 2. het project Kralingseplein, korte termijnmaatregelen toe te voegen aan het programma kleine projecten met een reservering ten laste van de BDU ter hoogte van € 833.000,-; 3. de bijdrage van Rijkswaterstaat ter hoogte van € 833.000,- indien nodig voor te financieren ten laste van de BDU onder voorbehoud van de resultaten van de bijeenkomst over vervoermanagement van 27 april 2007. 16. Experiment gratis OV voor ouderen in gemeente Rotterdam. Het dagelijks bestuur besluit: 1. in te stemmen met het voorstel van de gemeente Rotterdam en RET NV voor het uitvoeren van een experiment met gratis OV voor 65+-ers en hieraan de voorwaarde te verbinden dat bij optreden de capaciteitsproblemen RET NV onverwijld extra vervoer inzet; 2. de gemeente Rotterdam te verzoeken de resultaten van de projectevaluatie beschikbaar te stellen ten behoeve van de beleidsontwikkeling van de stadsregio; 3. de RET te berichten dat de stadsregio instemt met het experiment, waarbij de eisen in de OV-concessie onverkort van kracht blijven; Verslag 25 april 2007 / SWN / 27 april 2007
Pagina 2
4.
de overige vervoerbedrijven in de regio in kennis te stellen van het experiment.
17. Voorlopige beschikking instandhouding metro. Het dagelijks bestuur besluit een voorlopige bijdrage in de kapitaalslasten van maximaal € 160.426,- toe te kennen aan de RET NV voor het project ‘Vernieuwen van retourstroom- en voedingskabels op de metrobaan tussen Centraal Station en Zalmplaat’; 18. Financiering P+R Lombardijen. Het dagelijks bestuur besluit 1. het voorstel van de gemeente Rotterdam om € 3 mln. ten laste van de vrij besteedbare rente BOR-fonds te besteden aan het project P+R Lombardijen goed te keuren; 2. het voorstel van de gemeente Rotterdam ter goedkeuring voor te leggen aan GS van Zuid-Holland vooruitlopend op de actualisatie van het BOR-fonds 2007. 19. Rondvraag en sluiting. Besloten wordt als vergadertijd 10.00 uur tot 12.00 uur aan te houden. Besloten wordt bij het werkbezoek van minister Cramer op 3 mei aan Rotterdam het bedrijventerrein Hoeksche Waard zeer nadrukkelijk te adresseren. De inhoud van het onderzoeksrapport over de dood van Gessica (“Maasmeisje”) wordt op 9 mei mondeling door de portefeuillehouder toegelicht in de db-vergadering. Het onderzoeksrapport over Randstadrail wordt op 9 mei geagendeerd in de dbvergadering (nazending).
Verslag 25 april 2007 / SWN / 27 april 2007
Pagina 3
dagelijks bestuur vergadering 23 mei 2007 agendapunt 2B
Onderwerp: Besluitenlijst van de vergadering d.d. 9 mei 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Gevraagde beslissing: 1. de besluitenlijst vast te stellen.
Besluitenlijst van de vergadering d.d. 9 mei 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam Aanwezig zijn mevrouw J.N. Baljeu, mevrouw J.J. van Doorne, de heer L.K. Geluk, de heer G.J. ’t Hart, mevrouw J.H.M. Hermans – Vloedbeld, de heer I.W. Opstelten, de heer J.W.J. Wolf (tot 10.30 uur). mevrouw M.C. Jansen (secretaris), de heer P.A.C. Vonk, mevrouw J.F. Fix en de heer S.W. Nettinga. Afwezig zijn: de heer T.P.J. Bruinsma, de heer J.A. Karssen, 1.
Opening en mededelingen.
2a. Verslag van de vergadering d.d. 25 april 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt het verslag vast. 2b. Besluitenlijst van de vergadering d.d. 25 april 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt de besluitenlijst. 3.
Ingekomen en uitgegane stukken. Het dagelijks bestuur stemt in met de afhandelingvoorstellen op de lijst ingekomen en uitgegane stukken.
4.
Bestuurlijke contacten / afspraken zich aandienend overleg. Er komt een gezamenlijke brief van de gemeente Rotterdam, de stadsregio, de Kamer van Koophandel en Deltalinqs waarin het Kabinet wordt aangesproken op de gemaakte afspraken over de aanleg van het bedrijventerrein in de Hoeksche Waard. Het dagelijks bestuur neemt kennis van het overzicht.
5.
Agendaplanning. Het dagelijks bestuur neemt kennis van de planning.
6.
Stand van zaken middenbestuur (mondeling).
Verslag 9 mei 2007 / SWN / 9 mei 2007
Pagina 1
7.
Onderzoeksrapport ‘Maasmeisje’ (mondeling). Het dagelijks bestuur machtigt de portefeuillehouder om in lijn met de mondelinge toelichting een brief aan de regioraad op te stellen, die na de presentatie van het rapport op 16 mei zal worden verzonden.
8.
Betreft het advies op een bezwaarschrift inzake voornemen afbouwen subsidie pension Maaszicht. Het dagelijks bestuur stemt in met het advies van de bezwaarcommissie voor zover het de conclusie niet-ontvankelijkheid betreft. De opmerking die buiten het formele kader van de bezwaarschriftprocedure wordt voor rekening van de bezwaarcommissie gelaten.
9.
RR2020: Landelijk wonen Hellevoetsluis. Het dagelijks bestuur stemt in met de bijgaande conceptbrief aan de gemeente Hellevoetsluis. In de brief nodigt het dagelijks bestuur Hellevoetsluis uit nogmaals uit om tot een gezamenlijke ambitie en strategie te komen voor een integraal gebiedsplan voor Hellevoetsluis-west, inclusief de te realiseren landelijke woningen.
10. RR2020: ontwikkeling Rivieroevers. Het dagelijks bestuur: 1. stelt het positionpaper Rivieroevers vast; 2. geeft opdracht om een oeverboek te maken waarin regionale kwaliteit bij de ontwikkeling van rivieroevers nader wordt uitgewerkt. 11. Verzoeken om vrijstelling van het vergunningenstelsel van de regionale Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam d.d. 1 januari 2007. Het dagelijks bestuur besluit: 1. de gemeente Lansingerland vrijstelling te verlenen van het bepaalde in paragraaf 3.1 "Huisvestingsvergunning", met uitzondering van standplaatsen; 2. de gemeente Krimpen aan den IJssel vrijstelling te verlenen van het bepaalde in paragraaf 3.1 "Huisvestingsvergunning" en paragraaf 3.3 "Splitsing"; 3. de vrijstellingen te verlenen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2007. 12. Jaarverslag Fondsbeheer verstedelijking en stedelijke vernieuwing over 2006. Het dagelijks bestuur neemt kennis van het jaarverslag 2006 Fondsbeheer verstedelijking en stedelijke vernieuwing en het Omslagfonds. 13. Plan van Aanpak Verstedelijkingsstrategie en Groenblauwe strategie Zuidvleugel. Het dagelijks bestuur besluit: 1. in de stemmen met bijgaande reactie op de plannen van aanpak verstedelijkingsstrategie en de groenblauwe strategie Zuidvleugel 2. dhr. Wolf als vertegenwoordiger van de stadsregio in de stuurgroep Verstedelijkingsafspraken aan te wijzen 14. Onderzoeksrapport Randstadrail. Het dagelijks bestuur neemt kennis van de onderzoeksrapporten van de Inspectie van Verkeer en Waterstaat en TNO over de problemen met Randstadrail. De woordvoering over de nu gepubliceerde rapporten zal gedaan worden door wethouder/ portefeuillehouder Norder van Den Haag/Haaglanden. 15. Rondvraag en sluiting.
Verslag 9 mei 2007 / SWN / 9 mei 2007
Pagina 2
dagelijks bestuur vergadering 13 juni 2007 agendapunt 2B
Onderwerp: Besluitenlijst van de vergadering d.d. 23 mei 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Gevraagde beslissing: 1. de besluitenlijst vast te stellen.
Besluitenlijst van de vergadering d.d. 23 mei 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam Aanwezig zijn: de heer G.J. ’t Hart, mevrouw J.H.M. Hermans – Vloedbeld, de heer T.P.J. Bruinsma, de heer J.A. Karssen, de heer I.W. Opstelten, de heer J.W.J. Wolf mevrouw M.C. Jansen (secretaris), Alsmede de heer Bierhuizen mevrouw J. Fix en de heer S.W. Nettinga, de heer P.A.C. Vonk,. Afwezig zijn: mevrouw J.N. Baljeu, mevrouw J.J. van Doorne, de heer L.K. Geluk, 1.
Opening en mededelingen.
2a. verslag van de vergadering d.d. 9 mei 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt het verslag vast. 2b. besluitenlijst van de vergadering d.d. 9 mei 2007 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt de besluitenlijst vast. 3.
Ingekomen en uitgegane stukken. Het dagelijks bestuur stemt in met de afhandelingvoorstellen op de lijst ingekomen en uitgegane stukken.
4.
Bestuurlijke contacten / afspraken zich aandienend overleg. Het dagelijks bestuur neemt kennis van het overzicht.
5.
Agendaplanning. Het dagelijks bestuur neemt kennis van de planning.
6.
Stand van zaken middenbestuur (mondeling). Geen bijzonderheden te melden.
7.
bestuurskrachtmeting Rozenburg. Het dagelijks bestuur stemt in met de brief aan burgemeester en wethouders van Rozenburg, met dien verstande dat de passage over de relatie van Rozenburg t.o.v. van de stadsregio positiever zal worden geformuleerd.
Besluitenlijst 23 mei 2007 / SWN / 4 juni 2007
Pagina 1
8.
Actualisatie van het Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2002. Het dagelijks bestuur besluit de herziene versie ‘Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007’ aan de regioraad ter vaststelling voor te leggen.
9.
Jaarverslag 2006 en Jaarrekening 2006. Het dagelijks bestuur besluit: 1. de regioraad voor te stellen het jaarverslag en de jaarrekening 2006, inclusief voorgestelde bestemming van het resultaat, vast te stellen; 2. de portefeuillehouder Middelen te machtigen om eventueel door het dagelijks bestuur gemaakte opmerkingen in de jaarrekening 2006 te verwerken.
10. Plan van aanpak knelpunten uitvoering RGSP2. Het dagelijks bestuur neemt kennis van het plan van aanpak knelpunten uitvoering RGSP2. 11. Project “Schone voertuigen privaat”. Het dagelijks bestuur besluit: 1. Het projectvoorstel “Schone voertuigen privaat” d.d. 14 februari 2007, vast te stellen. 2. Gemeentewerken Rotterdam op basis van de gemeenschappelijke regeling opdracht te geven dit project uit te voeren onder de uitdrukkelijke voorwaarden dat: a. dit bedrag voor de helft door gemeentewerken Rotterdam wordt gefinancierd; b. dat wijzigingen van de kostenverdeling naar aanleiding van de jaarlijkse evaluatie goedkeuring van het dagelijks bestuur van stadsregio Rotterdam behoeft. 12. Advies aan GS over bestemmingsplannen van de gemeentes Rotterdam en Westvoorne. Het dagelijks bestuur besluit de provincie Zuid-Holland als volgt te adviseren: geen bezwaar heeft tegen de invulling van de voorontwerpbestemmingsplannen Kern en Plassen, Oud Mathenesse en Maasvlakte ’81 van de gemeente Rotterdam alsmede de eerste herziening Zeegebied 1999 van de gemeente Westvoorne; geen bezwaar heeft tegen de invulling van het voorontwerpbestemmingsplan Maasvlakte 2 van de gemeente Rotterdam maar wel de volgende aanvullingen aan de gemeente aanreikt: Net als bij het containervervoer van Maasvlakte 2 zou ook voor het personenvervoer (zowel OV als collectief vervoer) mobiliteitsmanagementafspraken kunnen worden gemaakt om het aantal vervoersbewegingen terug te brengen. Het plan gaat uit van een beladingsgraad per vrachtwagen van 2,8 TEU per bezoek in 2033. Momenteel ligt dit rond 2,3 TEU per bezoek. De stadsregio vraagt zich af hoe het Havenbedrijf en de gemeente Rotterdam hierop sturen en wat de gevolgen zijn als deze doelstelling niet wordt gehaald. Het dagelijks bestuur overweegt, met het oog op de toenemende verkeersdruk als gevolg van de aanleg van de Maasvlakte 2, in een aparte brief er bij de minister van Verkeer en Waterstaat de urgentie van een nieuwe oeverbinding onder de aandacht te brengen. De portefeuillehouder RO en VenV zullen hierover nader overleggen. 13. Verstedelijkingsafspraken 2005-2010: monitor woningbouwafspraken 2006. Het dagelijks bestuur besluit: 1. kennis te nemen van de Monitor woningbouwafspraken stadsregio Rotterdam 2006 2. te besluiten een “transponeertabel ontwikkeling sociaal bereikbare huurwoningenvoorraad” op te stellen.
Besluitenlijst 23 mei 2007 / SWN / 4 juni 2007
Pagina 2
14. Jaarverslag 2006 en Begroting 2008 Regio Randstad. Het dagelijks bestuur stemt in met het Jaarverslag 2006 en de Begroting 2008 van Regio Randstad. 15. Jaarverslag 2006 Vervoercoördinatiecentrum Rijnmond. Het dagelijks bestuur besluit: 1. kennis te nemen van het jaarverslag 2006 van het Vervoercoördinatiecentrum Rijnmond (VCC-R) met daarin opgenomen de financiële verantwoording en wijze van besteding van de subsidie vervoermanagement 2006. 2. de verleende subsidie vast te stellen op het bedrag van €350.881,18. 16. Voorzitterschap Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid. Het dagelijks bestuur besluit: 1. de heer Hofman te ontheffen van zijn functie van voorzitter van de Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid; 2. de wethouder van verkeer van de gemeente Spijkenisse mevrouw C. Mourik, per direct en tot 1 januari 2009 te benoemen tot voorzitter van de Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid; 3. de wethouder van verkeer van de gemeente Ridderkerk de heer P.J.H.M de Koning, per 1 januari 2009 tot het einde van deze raadsperiode te benoemen tot voorzitter van de Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid. 17. Busverbinding Lansingerland – Rotterdam Alexander. Het dagelijks bestuur stemt in met een normale busverbinding tussen Lansingerland en station Rotterdam-Alexander, met diverse te nemen verkeersmanagementmaatregelen. 18. Planstudie Ridderkerklijn, tracévergelijking en voorkeurstracé Het dagelijks bestuur besluit 1. Kennisnemen van het rapport Planstudiefase Ridderkerklijn, tracévergelijking en voorkeurstracé; 2. Te concluderen dat tracé E, G, H en I niet voldoen aan de in de startnotitie gestelde doelen en dat van de kansrijke tracés het geoptimaliseerde tracé B de voorkeur heeft; 3. Kennisnemen van de opvattingen van B&W Ridderkerk; 4. Constateren dat de opvattingen van B&W Ridderkerk onvoldoende perspectief bieden om een voorkeurstracé verder uit te werken dat voldoet aan de regionale doelstellingen; 5. Constateren dat over het tracédeel tot aan het centrum van Ridderkerk overeenstemming bestaat; 6. Dit tracédeel daarom in ieder geval vast (laten) leggen in planologische zin en daartoe procedures te starten; 7. De portefeuillehouder Verkeer en Vervoer machtigen in gesprek met Ridderkerk te gaan om te bepalen hoe nu verder te gaan met het project. In afwachting van de uitkomsten van het gesprek met het college van BenW van Ridderkerk zal er geen persmoment zijn. 19. Voortgangsverslagen diverse openbaar vervoerprojecten over het eerste kwartaal 2007 en de bestuurlijke rapportage Randstadrail over het vierde kwartaal 2006. Het dagelijks bestuur besluit: 1. kennis te nemen van de externe voortgangsrapportage over het eerste kwartaal 2007 van diverse openbaar vervoerprojecten. 2. kennis te nemen van de bestuurlijke rapportage RandstadRail vierde kwartaal 2006. 20. Monitoring OV concessies stadsregio Rotterdam: aanbod en gebruik 20022006 en klantwaardering 2006. Besluitenlijst 23 mei 2007 / SWN / 4 juni 2007
Pagina 3
Het dagelijks bestuur besluit 1. kennis te nemen van de gegevens omtrent het aanbod en het gebruik van het openbaar vervoer in de concessies van de stadsregio Rotterdam in de periode van 2002-2006; 2. te constateren dat na een aantal jaren forse teruggang in het gebruik van het openbaar vervoer het gebruik in het jaar 2006 nagenoeg gelijk is met 2005; 3. kennis te nemen van de resultaten van het jaarlijkse onderzoek naar de waardering van de reizigers voor het openbaar vervoer, waaruit blijkt dat de reizigers tevreden zijn over de geboden kwaliteit en service van het openbaar vervoer in de stadsregio Rotterdam. 21. Rondvraag en sluiting. Hiervan wordt geen gebruik gemaakt.
Besluitenlijst 23 mei 2007 / SWN / 4 juni 2007
Pagina 4
Regio Randstad
11 mei 2007
Postbus 85095
SR/2007/1321/PMe
3508 AB Utrecht
P. Meijer (010) 4179173 ontwerp jaarverslag 2006 en begroting 2008 Regio Randstad
Geachte heer,mevrouw, Conform de gemeenschappelijke regeling van het samenwerkingsverband Randstad heeft u de stadsregio Rotterdam uw ontwerp Jaarverslag 2006 en ontwerp Begroting 2008 voorgelegd. Wij gaan akkoord met het Jaarverslag 2006 en de Begroting 2008. Op dit moment is nog niet duidelijk welke gevolgen het coalitieakkoord van het kabinet Balkenende IV en het Urgentieprogramma Randstad zullen hebben op de organisatie en werkzaamheden van Regio Randstad. De goedkeuring van de Begroting 2008 op dit moment laat onverlet dat de positie van Regio Randstad in de nabije toekomst kan veranderen waarbij dit gevolgen kan hebben voor de nu voorliggende begroting. Hoogachtend, namens het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam,
P.A.C. Vonk, plv. secretaris.
Bijlageblad bij brief aan Regio Randstad
Intern is een kopie van deze brief gegaan naar: 1.
archiefexemplaar met bijlageblad bijlagen:
bij archiefexemplaar gevoegd
*)
in brochureverzameling van onze DIV
*)
elders, namelijk
*)
niet bijgevoegd omdat dat niet relevant is.
*)
2.
Exemplaar voor DB-lijst “ingekomen en uitgegane stukken”. *)
3.
Financiële administratie
4.
Paul Meijer
5.
.
6.
.
7.
.
8.
.
9.
.
*)
* ) doorhalen wat niet van toepassing is
Toelichting: Het bijlageblad is voor secretaresses een hulpmiddel bij het maken van een voldoend aantal kopieën en bij het verzenden van de afschriften. Een correct ingevuld bijlageblad geeft hen voldoende informatie voor een vlotte verzending. Bovendien is naderhand altijd na te gaan wie een afschrift van de uitgaande brief heeft ontvangen. Wenselijk is dat in het archief de bijlage terug te vinden is. Daarom wordt in den regel een kopie van de bijlage bij de archiefkopie voegen. Indien dat niet noodzakelijk is (bijvoorbeeld omdat bewuste bijlage in onze eigen brochureverzameling is opgenomen): onder punt 1 helder (doorhalen wat niet van toepassing is) aangeven waar de meegezonden bijlage kan worden teruggevonden.
Pagina 2
JAARREKENING 2006
Stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam telefoon: 010-4172389 fax: 010-4047347 e-mail:
[email protected] website: www.stadsregio.info
INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING................................................................................................... 1
2.
BALANS PER 31 DECEMBER 2006 ................................................................. 2
3.
TOELICHTING OP DE BALANS ...................................................................... 3
4.
RESULTATENREKENING 2006 .................................................................... 10
5.
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 2006 ................................... 12
6.
FINANCIËLE PARAGRAAF ........................................................................... 15
6.1 Inleiding ............................................................................................................... 15 6.2 Gebruikte financierings- en dekkingssystematiek ........................................................ 15 6.3 Treasurybeheer...................................................................................................... 15 6.4 Kasgeldlimiet ......................................................................................................... 16 6.5 Weerstandsvermogen en risico's............................................................................... 16
7.
ACTIVITEITEN............................................................................................ 18
7.1 Activiteit: Bestuur .................................................................................................. 18 7.2 Activiteit: Communicatie ......................................................................................... 19 7.3 Activiteit: Beroep- en Bezwaarschriften ..................................................................... 20 7.4 Activiteit: Planontwikkeling Verkeer en Vervoer .......................................................... 21 7.5 Activiteit: Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer ..................................................... 24 7.7 Activiteit: Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam ................................................... 26 7.8 Activiteit: Exploitatie Openbaar Vervoer..................................................................... 28 7.13 Activiteit: Sociaal Beleid (vh Werk en Inkomen).......................................................... 36 7.14 Activiteit: Jeugdzorg ............................................................................................... 38 7.15 Activiteit: Maatschappelijke Opvang .......................................................................... 41 7.16 Activiteit: ROM-Rijnmond ........................................................................................ 42 7.17 Activiteit: Overige Milieuactiviteiten .......................................................................... 43 7.18 Activiteit: Ruimtelijk Beleid ...................................................................................... 45 7.19 Activiteit: Omslagfonds ........................................................................................... 48 7.23 Activiteit: Bedrijven Informatie Rijnmond (BIR) .......................................................... 54 7.24 Activiteit: Wonen.................................................................................................... 55 7.25 Activiteit: Wonen: Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS)........................................ 57 7.26 Activiteit: Algemeen Financieel Beheer ...................................................................... 59
8.
BIJLAGEN................................................................................................... 61
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
-2-
8.1 JAARREKENING IN DETAIL....................................................................................... 61 8.2 KOSTENVERDEELSTAAT .......................................................................................... 70 8.3 STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN .............................................................. 72 8.4 GEMEENTELIJKE BIJDRAGE EN INWONERAANTAL PER GEMEENTE ................................. 73 8.5 ACCOUNTANTSVERKLARING .................................................................................... 74 8.6 BESLUIT REGIORAAD.............................................................................................. 76 8.7 VERANTWOORDING 2006 BDU Verkeer en Vervoer en subsidie Luchtkwaliteit (Sisa) ........ 77 8.8 JAARRAPPORTAGE RIVV 2006 .................................................................................. 78
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
-3-
1.
INLEIDING
De jaarrekening 2006 geeft inzicht in de financiële positie van de stadsregio. De financiële positie is conform Besluit Begroting en Verantwoording (BBV 2004) weergegeven aan de hand van de balans, de resultatenrekening en de staat van reserves en voorzieningen. In de daarbij horende financiële paragraaf wordt de dekkingssystematiek toegelicht, het treasurybeheer en het weerstandsvermogen in relatie tot financiële risico’s. Tevens worden in de jaarrekening de activiteiten toegelicht die de stadsregio heeft uitgevoerd om de beleidsdoelen mee te halen. Hierbij wordt de structuur van de drie w-vragen aangehouden: wat wilden we bereiken, wat hebben we daarvoor gedaan en welke middelen zijn hiervoor ingezet. Dit jaar valt de controle en verantwoording op verkregen rijksgelden samen met de controle en verantwoording van de jaarrekening conform het principe van Single Information Single Audit. Dit principe en dus ook de verantwoording in deze jaarrekening is van kracht op de BDU Verkeer en Vervoer en de verkregen middelen voor Luchtkwaliteit. De betreffende verantwoordingen zijn als bijlage toegevoegd aan de jaarrekening.
2.
BALANS PER 31 DECEMBER 2006
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
-2-
3.
TOELICHTING OP DE BALANS
Algemeen De balans van de stadsregio die in het vorig deel is gepresenteerd is een consolidatie van de balansen van de volgende regelingen: • Stadsregio Algemeen; • Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU); • Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam (BOR); • Exploitatie Openbaar Vervoer; • Jeugdzorg; • Grondkostenfonds, Omslagfonds en Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (FVSV); • Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). Met uitzondering van de effecten zijn alle activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Toelichting per balanspost
A Vaste activa Materiële activa In tegenstelling tot bijvoorbeeld gemeenten, doet de stadsregio geen directe investeringen. Uitzondering hierop zijn de uitgaven voor de verbouwing en inrichting van de huisvesting van de stadsregio in 2002 en in 2006. Deze uitgaven zijn geactiveerd. Daarbij is uitgegaan van een economische levensduur van 5 jaar. Er wordt geen rente toegerekend aan deze investering. Immateriële vaste activa De afkoop rondom de BWS regeling is in 2005 afgehandeld. Financiële vaste activa De effectenportefeuille bestaat uit 2 delen: • Een pakket obligaties van nominaal € 43,3 miljoen. Hiervoor is in totaal tijdelijk € 45 miljoen onttrokken aan diverse rekeningen (€ 25 miljoen aan de BDU-rekening, € 15 miljoen aan de BWSrekening, en € 5 miljoen aan de rekening van SRR). Inclusief de disagio bedraagt de balanswaarde van deze obligaties eind 2006 (zie ook balans ‘effecten’) € 44,1 miljoen; • Een pakket obligaties van middelen van het Bereikbaarheidsfonds met een nominale waarde van € 43,9 miljoen en een disagio van € 0,22 miljoen; Hiervoor is een bedrag onttrokken van € 45.177.588 miljoen. Immateriele vaste activa De disagio op beide bovengenoemde obligatieleningen bedraagt € 1,0 miljoen.. In de jaarrekening 2005 zijn bovengenoemde balansposten onder de vlottende activa gepresenteerd. Het BBV schrijft echter een presentatie van effecten voor onder de vaste activa. D Vlottende activa Debiteuren De post debiteuren is, na eliminatie van interne vorderingen en schulden, als volgt opgebouwd.
2006 12.363 72.730.288 295.042 203.097 73.240.790
Stadsregio Algemeen Brede Doeluitkering infra Brede Doeluitkering Openbaar Vervoer Omslagfonds Totaal
2005 9.397 314.858 147.146 0 471.401
Toelichting: De post bij BDU Infra betreft met name een factuur aan de RET voor € 71,5 miljoen voor de eerste afrekening vrijval metro Beneluxlijn. Betaling door de RET heeft inmiddels op 28 februari 2007 plaatsgevonden. Liquide middelen Hieronder is een staat opgenomen van de saldi van de liquide middelen. Het betreft bankrekeningen met een positief saldo. Onder de passiva staan de bankrekeningen met een negatief saldo vermeld. Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
-3-
Stadsregio algemeen Brede Doeluitkering infra Brede Doeluitkering Openbaar Vervoer Interim regeling Duurzaam veilig Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam Jeugdzorg Besluit Woninggebonden Subsidies Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernie Omslagfonds Totaal
2006 12.784.872 31.307.926 31.538.324 0 97.804.177 4.800.145 3.313.668 13.885.705 264.304
2005 13.942.104 31.689.159 8.056.730 2.225.302 107.829.231 113.145 0 9.302.105 0
195.699.121
173.157.776
Overlopende activa De nog te ontvangen bedragen c.q. vooruitbetaalde posten zijn, na eliminatie van interne verrekeningen, als volgt verdeeld: 2006 2005 5.467.816 5.876.487 Stadsregio algemeen Brede Doeluitkering infra 49.092.463 135.376.128 92.347 227.910 Brede Doeluitkering Openbaar Vervoer Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam 3.585.904 8.925.385 1.559.892 3.073.493 Jeugdzorg 36.720.955 28.642.612 Besluit Woninggebonden Subsidies Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernie 24.075.139 45.758.600 Omslagfonds 14.000.000 0
Totaal
134.594.516
227.880.615
Het bedrag onder Stadsregio Algemeen betreft voor het grootste deel nog te ontvangen (coupon-)rente. Daarnaast betreft het afgedragen premies voor werknemersverzekeringen, voorschotten aan personeel en nog te vorderen BTW. Het bedrag onder Brede Doel Uitkering bestaat met name uit de vordering op het rijk als gevolg van de overname van beschikkingen die het rijk heeft afgegeven aan wegbeheerders, de zogenaamde Plusprojecten. De openstaande post bij het Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam betreft voornamelijk de nog te storten gelden van de gemeente Rotterdam (€3,5 miljoen). De overlopende activa onder Openbaar Vervoer bestaanuit nog te vorderen BTW en een nog te vorderen bedrag in verband met te verrekenen apparaatslasten. Bij Jeugdzorg gaat het met name om nog te ontvangen bijdragen uit de doeluitkering van het ministerie van VWS en van Justitie. De post BWS betreft nog door het rijk uit te betalen bijdragen, waarvoor het rijk reeds toezeggingen heeft gedaan. Het deel van deze bijdragen dat betrekking heeft op doorgeschoven spaarsaldi, wordt ontvangen via deelnemende gemeenten. De bedragen zullen, afhankelijk van het type, worden ontvangen in de jaren tot en met 2012. Het totale recht bedraagt ca € 35,7 miljoen. De post onder Omslagfonds heeft betrekking op de in 2007 te ontvangen tweede termijn van de afkoop Berkel en Rodenrijs (€ 14 miljoen). De post onder FVSV heeft betrekking op de nog te ontvangen ISV2-gelden.
N Eigen Vermogen Algemene Reserve De algemene reserve bedroeg € 0,5 miljoen. De accountant heeft in zijn adviesbrief 2005 geadviseerd vanwege de omvang van de organisatie de algemene reserve op te hogen. Bij de resultaatsbestemming wordt aan de regioraad voorgesteld de reserve op te hogen naar na resultaatbestemming. Resultaat boekjaar
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
-4-
Nadere informatie over het resultaat wordt gegeven bij de toelichting op de resultatenrekening (zie paragraaf 5.0) Bestemmingsreserves Het overzicht reserves en voorzieningen is als bijlage 8.3 opgenomen. Hieronder wordt ingegaan op de achtergrond van bestemmingsreserves die worden aangehouden. Eventuele mutaties in de bestemmingsreserves worden besproken bij de toelichting op de resultatenrekening. Reserve Jeugdzorg De bestemmingsreserve Jeugdzorg is gevormd uit de rentebaten die in het verleden zijn gegenereerd. Er hebben geen mutaties plaatsgevonden in 2006. Er is nog geen concrete besteding bepaald. Reserve BWS De bestemmingsreserve BWS is gevormd uit de middelen die VROM heeft verstrekt aan de stadsregio uit hoofde van haar budgethouderschap van het Besluit Woninggebonden Subsidies. Ten tijde van (1995) de omzetting van de regeling van een jaarlijkse bijdrage naar een ‘bijdrage-ineens’ regeling, beschikte de stadsregio over voldoende liquide middelen om de omzetting te financieren met eigen middelen. Hierdoor konden de jaarlijkse ontvangsten van VROM in de vorm van vrijval steeds toegevoegd worden aan de bestemmingsreserve. Daarnaast treedt er vrijval op vanwege de inkomensafhankelijke regeling die is opgenomen in de BWS regeling en daarnaast door de verkoop van gesubsidieerde woningen. Tot slot wordt de reserve gevoed door de rentebaten die gegenereerd worden op de liquide middelen. De reserve na resultaatbestemming bedraagt eind 2006 € 39,0 miljoen. De BWS reserve vormt het grootste onderdeel van het weerstandsvermogen en wordt aangehouden ter dekking van financiële knelpunten en risico’s (DB 13 december 2006) Reserve RTV borgstelling In 2004 is met de regionale televisiezender RTV Rijnmond afgesproken dat de stadsregio garant zou staan voor een lening bij de bank. In geval van faillissement zou RTV aanspraak kunnen maken op de garantie welke op maximaal € 500.000 is gesteld. Ter dekking van dit risico in de jaarrekening 2005 een bestemmingsreserve gevormd van € 500.000 (besluit regioraad 24 mei 2006). O Voorzieningen Algemeen De cijfermatige ontwikkeling van alle voorzieningen is weergegeven in het overzicht van reserves en voorzieningen, opgenomen in bijlage 8.3. Voor een aantal voorzieningen geldt dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen een verplicht en een nog te verplichten deel. Het nog te verplichten deel bestaat uit geoormerkte gelden waarvoor in eerdere jaren nog geen harde verplichtingen - in de vorm van bijvoorbeeld beschikkingen - zijn afgegeven. Omwille van de transparantie wordt bovendien de voorkeur gegeven om baten die dienen ter dekking van meerjarige verplichtingen direct toe te voegen aan deze voorziening ‘nog te verplichten’. Bij het daadwerkelijk aangaan van een nieuwe verplichting wordt deze ten laste gebracht van de voorziening ‘nog te verplichten’ en opgevoerd onder de voorziening verplicht, waar ook de verdere afwikkeling loopt. De voorziening die betrekking hebben op SR-algemeen (niet zijnde doeluitkeringen) staan op de balans onder de kop voorziening verplicht. In deze jaarrekening wordt de bovenstaande systematiek van (1) toevoeging van de baten met een meerjarig karakter aan de voorziening en (2) het verder via de voorziening afwikkelen van de bekostiging van projecten, gevolgd. Dit is zichtbaar bij de volgende activiteiten: • Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer (BDU); • Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam (BOR); • Omslagfonds; • Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010 (FVSV); • Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). Voor het verdere verloop van de voorzieningen ‘nog te verplichten’ wordt verwezen naar de toelichting op de desbetreffende activiteit. Hieronder wordt ingegaan op de ontwikkeling van de overige voorzieningen. Voorziening Wachtgelders en FPU-ers Aangezien middelen ter dekking van uitgaven voor wachtgeld/FPU begroot dienen te worden, is de noodzaak tot het aanhouden van deze voorziening vervallen.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
-5-
Voorziening Facilitaire lasten De dekking voor de hogere lasten van de dienstverleningsovereenkomst die de stadsregio voor 2006 heeft afgesloten met de Servicedienst Rotterdam en de overeenkomst die is afgesloten met de ArboUnie is in de eerste begrotingswijzing meegenomen. Hiermee is de noodzaak voor deze voorziening komen te vervallen. Voorziening Communicatie De voorziening is aangewend in 2006. Voorziening Vervoermanagement Deze voorziening is bijna volledig aangewend in 2006. Voorziening Beheer Groenakkoord De stadsregio spaart gelden in het kader van de stadsregionale bijdrage voor het Groenakkoord. Aan dit bedrag wordt rente toegevoegd. Bij de berekening van de rente wordt dezelfde systematiek gehanteerd als bij de overige middelen van de stadsregio Rotterdam. Eind 2006 is de stand van de voorziening € 2,87 miljoen. Voorziening Groen Het saldo van de voorziening Groen is toegevoegd aan de voorziening Investeringen Groenakkoord. Voorziening Investeringen Groenakkoord Deze voorziening is gecreëerd na het in werking treden van het Besluit Begroting en Verantwoording. Voorheen was dit de bestemmingsreserve Investeringen Groenakkoord. Dotaties zijn afkomstig van de provincie Zuid-Holland. Daarvan wordt een bedrag ontvangen dat is bestemd voor enerzijds organisatiekosten en anderzijds investeringen die voortvloeien uit het Groenakkoord. Dit zijn geoormerkte bedragen. Het bedrag voor de organisatiekosten wordt ieder jaar gebruikt. De stand van de voorziening eind 2006 is € 0,7 miljoen. In 2006 is een overschot op de activiteit Groen en de voorziening Groen toegevoegd aan de voorziening. Voorziening Fonds Groen De voorziening bevat het resterend saldo van de ontvangen omslagbijdrage uit het Omslagfonds bedoeld om groenprojecten mee te financieren. Voorziening Jeugdzorg dubieuze debiteuren Deze voorziening is gecreëerd om de kosten te dekken van mogelijk oninbare, terug te vorderen subsidies bij jeugdzorginstanties. De stand van de voorziening eind 2006 is € 350.000. Voorziening ROM-Rijnmond De voorziening is deels aangewend en deels toegevoegd aan de voorziening Proactieve Milieuaanpak. Voorziening Luchtkwaliteit Subsidies De voorziening is gevormd uit middelen van de provincie Zuid-Holland ter verbetering van de luchtkwaliteit in de regio en bedoeld om subsidies mee te verstrekken. Voorziening Luchtkwaliteit Projecten De voorziening is gevormd uit middelen van de provincie Zuid-Holland ter verbetering van de luchtkwaliteit in de regio en bedoeld om opdrachten te verstrekken. Voorziening Ruimtelijk Beleid De voorziening is gevormd ter dekking van de bestuurlijke toezegging aan de gemeente Brielle in verband met het tegengaan van verspreidde glastuinbouw. Voorziening Woonbeleid De voorziening Woonbeleid is gecreëerd om verplichtingen die eerder waren voorzien, maar die doorgeschoven waren naar volgende jaren, alsnog te kunnen uitvoeren. Voorzieningen BDU, Bereikbaarheidsoffensief, De Boer-EIISS, Duurzaam veilig Deze voorzieningen betreffen verplichtingen die in het verleden zijn aangegaan in het kader van de uitvoering van de programma’s die zijn opgenomen in het RIVV. De mutaties hierin betreffen nieuw aangegane verplichtingen en betalingen op lopende verplichtingen. Voor nadere informatie over het verloop van deze voorzieningen wordt verwezen naar de toelichting bij de desbetreffende activiteiten, de staat van reserves en voorzieningen en de jaarrapportage RIVV 2006. Het restant op de voorziening De Boer EIISS is opgenomen in de voorziening BDU. Duurzaam veilig wordt sinds de komst van de BDU niet meer apart gebudgetteerd maar zit in de BDU. Voorziening OV Chipcard De voorziening betreft van het rijk ontvangen middelen voor de introductie van de OV-chipcard. Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
-6-
Voorziening Algerakaartje De voorziening zijn de gelabelde gelden van het rijk om het Algerakaartje mee te subsidiëren. Voorziening Reizigers Informatie Systeem (RIS) De voorziening is bestemd voor toekomstige uitgaven in verband met reizigersinformatiesystemen. Voorziening Openbaar Vervoer algemeen De voorziening is gevormd met het restant uit de BDU maar bestemd voor openbaar vervoersprojecten of concessies. Voorziening Jeugdzorg algemeen De voorziening bevat het restant van de geoormerkte rijksgelden uit de doeluitkering Jeugdzorg. Voorziening Aanvalsplan wachtlijsten De voorziening bevat de middelen die bestemd zijn door het rijk voor bestrijding van wachtlijsten in de jeugdzorg. Voorziening Bestrijding wachtlijsten De voorziening bevat eigen middelen van de stadsregio ter bestrijding van de wachtlijsten, gevormd in 2005. Voorziening Omslagfonds De voorziening Omslagfonds betreft verplichtingen die zijn aangegaan in verband met projecten op gebied van Verkeer en Vervoer en Groen, gerelateerd aan het Woningbouw-scenario. Voor nadere informatie over het verloop van deze voorziening wordt verwezen naar de toelichting bij de betreffende activiteit en de staat van reserves en voorzieningen. Voorziening FVSV In de voorziening FVSV worden de beschikkingen opgevoerd en afgewikkeld die in het kader van het Regionaal woningbouwscenario 2005-2010 worden aangegaan. Voor nadere informatie over het verloop van deze voorziening wordt verwezen naar de toelichting bij de betreffende activiteit en de staat van reserves en voorzieningen. Voorziening BWS De voorziening BWS bevat, naast verplichtingen in het kader van het Besluit Woninggebonden Subsidies, ook verplichtingen met betrekking tot het ISV, de aanvulling ten behoeve van Rotterdam en Maatwerk DKP. Het totaal verplichte bedrag aan het einde van 2006 bedraagt € 10,8 miljoen.
P Langlopende schulden Er zijn geen langlopende schulden meer. De verplichtingen uit het BWS die met ingang van 2004 worden verstrekt in het kader van de afkoop van jaarlijkse bijdragen zijn afgeboekt.
S Vlottende passiva Crediteuren Deze post is, na eliminatie van interne vorderingen en schulden, als volgt opgebouwd:
Stadsregio Algemeen Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam Brede Doeluitkering Openbaar Vervoer Jeugdzorg Besluit Woninggebonden Subsidies Totaal
2006 3.649.564 223.225 438.093 12.014 0
2005 3.591.047 0 162.251 2.875 13685
4.322.896
3.769.858
De belangrijkste crediteuren voor Stadsregio Algemeen betreffen uitstaande bedragen ten opzichte van dS+V en de Servicedienst Rotterdam. Rekening courant met niet-financiële instellingen Dit betreft het saldo bij het Nationaal Restauratie Fonds, dat is bestemd voor uitkering aan derden. In 2006 is deze uitkering opgenomen onder overlopende passiva voor € 0,6 miljoen.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
-7-
Overlopende passiva De overlopende passiva zien er als volgt uit:
2006 4.028.562 7.170 1.598.791 526.201 516.562 1.456.950 3.954.566 12.088.802
Stadsregio Algemeen Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam Brede Doeluitkering Openbaar Vervoer EIISS Jeugdzorg Besluit Woninggebonden Subsidies Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing totaal
2005 4.846.409 98.387 1.846.382 0 95.719 6.758.839 94.477 13.740.213
De grootste posten worden hieronder verklaard. Het bedrag onder Stadsregio Algemeen bestaat uit nog te betalen kosten. Het bedrag onder Openbaar Vervoer betreft een aantal nog te betalen kosten zoals exploitatiekosten van RET en Connexxion, projectkosten en bedrijfsvervoer. Het bedrag bij De Boer EIIISS betreft nog een restant wat bij de definitieve afhandeling van de administratie van de regeling overgemaakt zal worden naar de BDU. Bij Jeugdzorg gaat het om subsidies die nog moeten worden uitgekeerd aan verschillende jeugdzorginstanties, nog te betalen kosten en vooruit ontvangen bedragen. De post Besluit Woninggebonden Subsidies omvat de al ontvangen bijdragen van VROM die bestemd zijn voor de betaling van verplichtingen die niet uit de balans blijken. Het bedrag bij FVSV betreft met name onderweg zijnde betalingen. Niet uit de balans blijkende rechten Onderstaand overzicht geeft het verloop van de niet uit de balans blijkende rechten weer.
2006 29.129.374 63.611.772 51.640.665
2005 39.028.664 73.558.938 63.790.235
144.381.811
176.377.837
Besluit Woninggebonden Subsidies Omslagfonds Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernie Totaal
BWS Dit betreft de netto contante waarde van het deel van de nog van het rijk te ontvangen jaarlijkse bijdragen, die in het jaar 1994 beschikt zijn door het toenmalige Samenwerkingsverband Rijnmondgemeenten. Omslagfonds Dit betreft de inkomsten uit omslagheffing op grond van de Omslagverordening 2005. Op 9 november 2005 heeft de regioraad deze inkomsten vastgesteld voor de periode 2007-2010 in de meerjarenraming “Omslagfonds: actualisatie 2005”. Dit is exclusief de tweede termijn afkoop in 2007 van de verschuldigde omslagbijdrage voor grote uitleglocaties van Berkel en Rodenrijs. FVSV Dit betreft de nog te ontvangen inkomsten in de periode 2007-2010 op basis van de toegezegde rijksbijdrage BLS 2005-2010 voor de uitvoering van de verstedelijkingsafspraken. Deze inkomsten zijn prestatieafhankelijk. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Onderstaand overzicht geeft het verloop van de niet uit de balans blijkende verplichtingen weer.
Besluit Woninggebonden Subsidies Omslagfonds Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwin Borgstelling RTV Totaal Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
-8-
2006 22.710.840 53.447.226 57.403.890
2005 43.140.618 60.100.000 76.751.333
500.000
500.000
134.061.956
180.491.951
BWS Dit betreft de netto contante waarde van de nog verschuldigde jaarlijkse bijdragen, die in het jaar 1994 beschikt zijn door het toenmalige Samenwerkingsverband Rijnmondgemeenten. Omslagfonds Dit betreft de nog te betalen omslagbijdragen aan de beleidsvelden Verkeer en Vervoer en Groen. De betalingen zijn afhankelijk van de nog te ontvangen regionale omslagbijdragen. FVSV Dit betreft een bedrag van € 57 miljoen. Dit is het resterende subsidiebudget 2007-2010 op basis van de Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010 voor de bouw van woningen op functieveranderingslocaties en de bouw van bereikbare sociale huurwoningen en seniorenwoningen. Borgstelling RTV In 2004 is met de regionale televisiezender RTV Rijnmond afgesproken dat de stadsregio garant zou staan voor een lening bij de bank. In geval van faillissement zou RTV aanspraak kunnen maken op de garantie welke op maximaal € 500.000 is gesteld.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
-9-
4.
RESULTATENREKENING 2006
Lasten
verschil begroting 2006 -/- rekening 2006
Lasten bij de activiteiten
Bestuursorganen
rekening 2006
gewijzigde begroting 2006-II
rekening 2005
37.728
191.119
228.847
143.365
Communicatie
0
0
0
341.796
Commissie Beroep- en Bezwaarschriften
0
0
0
11.346
Planontwikkeling Verkeer en vervoer
0
0
0
645.042
-4.453.183
56.843.021
52.389.838
54.537.805
0
0
0
1.610.420
Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer Duurzaam Veilig (in 2006 opgenomen in act Uitv.projecten) Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam (BOR)
7.069.190
5.430.810
12.500.000
17.694.742
-3.139.671
192.756.929
189.617.258
177.084.618
-88.174
88.174
0
438.993
0
0
0
0
Beheerkosten Groenakkoord
-11.149
410.580
399.431
389.821
Beleidsontwikkeling en programma-management reg. groen
-21.791
1.156.586
1.134.795
969.519
Fonds Groen
-40.706
6.760.706
6.720.000
0
Werk en Inkomen
-16.193
574.844
558.651
469.526
-3.177.730
90.518.849
87.341.119
84.665.977
Exploitatie Openbaar vervoer Extra Investeringsimpuls Stads- en Streekvervoer (EIISS) Volwasseneneducatie
Jeugdzorg Maatschappelijke hulpverlening
0
207.531
207.531
204.002
ROM-Rijnmond
-30.000
2.666.482
2.636.482
130.237
Overige Milieukosten
153.789
700.526
854.315
666.616
Ruimtelijke ordening
29.572
2.166.486
2.196.058
2.268.879
0
0
0
0
3.530.893
13.476.652
17.007.545
43.936.648
0
0
0
1.945.994
-1.176.111
14.023.117
12.847.006
61.542.444
34.706
437.886
472.592
423.902
BIR
-6.137
540.299
534.162
523.078
Wonen
15.868
560.933
576.801
562.553
358.013
19.320.498
19.678.511
14.935.010
50.864
13.231
64.095
18.737
Algemene uitkeringen
0
0
0
0
Algemene baten en lasten
0
0
0
60.000
46.163
0
46.163
0
-834.060
408.845.260
408.011.200
466.221.071
19.892.957
7.026.230
-12.046.199
-12.866.727 -500.000 0 -9.718.369 -294.418 -2.353.940
19.892.957 500.000 0 16.744.599 294.418 2.353.940
7.026.230 0 0 7.026.230 0 0
2.258.194 0 500.000 288.333 0 1.469.862
-13.700.786
428.738.217
415.037.430
468.479.265
Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX) Vinex Omslagfonds Vinex Grondkostenfonds Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing Economie
Besluit Woninggebonden Subsidies Beleggingen
Onvoorziene uitgaven Totaal der lasten Resultaat vóór bestemming Voorgestelde resultaatsbestemming - toevoeging algemene reserve - toevoeging reserve RTV borgstelling - toevoeging reserve BWS - toevoeging bestemmingsreserve Pro Actievemilieuaanpak - toevoeging bestemmingsreserve Jeugdzorg bestrijding wac TOTAAL
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 10 -
Baten verschil begroting 2006 -/- rekening 2006
Baten bij de activiteiten:
rekening 2006
gewijzigde begroting 2006-II
rekening 2005
Bestuursorganen
0
0
0
0
Communicatie
0
0
0
0
Commissie Beroep- en Bezwaarschriften
0
0
0
0
Planontwikkeling Verkeer en vervoer
0
0
0
-645.042
-488.364
-50.901.477
-51.389.841
-52.627.958
0
0
0
-1.560.943
Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer Duurzaam Veilig Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam (BOR) Exploitatie Openbaar vervoer Extra Investeringsimpuls Stads- en Streekvervoer (EIISS)
-8.500.000
-1.500.000
-10.000.000
-15.000.187
7.425.341
-196.692.599
-189.267.258
-176.458.634
0
0
0
380.983
Volwasseneneducatie
0
0
0
0
Beheerkosten Groenakkoord
0
0
0
0
Beleidsontwikkeling en programma-management reg. groen Fonds Groen Werk en Inkomen Jeugdzorg Maatschappelijke hulpverlening ROM-Rijnmond
9.536
-69.500
-59.964
-59.964
0
-6.720.000
-6.720.000
0
0
-330.000
-330.000
-250.000
5.436.944
-92.483.263
-87.046.319
-83.267.904
0
0
0
0
30.000
-2.530.000
-2.500.000
0
Overige Milieukosten
0
0
0
0
Ruimtelijke ordening
0
0
0
-185.750
Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX)
0
0
0
0
-3.582.499
-13.371.560
-16.954.059
-32.137.082
0
0
0
-1.638.567
778.065
-13.689.166
-12.911.101
-61.502.990
133
-14.133
-14.000
0
Vinex Omslagfonds Vinex Grondkostenfonds Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing Economie BIR
0
0
0
0
Wonen
0
-22.689
-22.689
-22.689
Besluit Woninggebonden Subsidies
1.000.242
-27.070.242
-26.070.000
-12.392.939
Beleggingen
3.316.998
-8.360.484
-5.043.486
-9.270.058
-2
-6.708.713
-6.708.715
-6.613.709
8.274.391
-8.274.391
0
-921.438
Algemene uitkeringen Algemene baten en lasten Onvoorziene uitgaven Totaal der baten
0
0
0
0
13.700.784
-428.738.217
-415.037.432
-454.174.871
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
-14.304.394 0 0 -14.304.394
Resultaat vóór bestemming Voorgestelde resultaatsbestemming - onttrekking algemene reserve - onttrekking reserve Jeugdzorg - onttrekking reserve BWS
13.700.784 -428.738.217 -415.037.433 -468.479.265
TOTAAL
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 11 -
5.
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 2006
In deze paragraaf wordt de opbouw van het resultaat voor 2006 toegelicht met daarbij de voorgestelde bestemming van het resultaat. Doorberekende lasten zijn in dit overzicht afgetrokken van de totale lasten. De gemeentelijke bijdrage is als totaal opgenomen en niet zoals in de activiteiten overzichten in hoofdstuk 7 aan activiteiten toebedeeld. Hierdoor ontstaan verschillen in presentatie ten opzichten van de tabellen opgenomen in hoofdstuk 7. In hoofdstuk 7 wordt nader ingegaan op de verrichte activiteiten en de bijbehorende inkomsten en uitgaven. De jaarrekening 2006 wordt afgesloten met een positief saldo van € 19,89 miljoen. In de laatste begrotingswijziging 2006 werd een positief saldo begroot van € 7,0 miljoen. In onderstaande tabellen wordt de opbouw van het resultaat toegelicht als ook het verschil met het de begroting. Opbouw van het resultaat Het positief saldo van €19,89 miljoen bestaat uit: Het Omslagfonds kan door een verkregen positief saldo een deel van de tijdelijk benodigde dekking in de BWS reserve terugstorten (€7,9 mln). Na deze teruggave staat het Omslagfonds weer op nul en resteert nog een tijdelijk benodigde dekking van €4,2 mln welke in 2007 of 2008 naar verwachting teruggestort kan worden
€ 7,9 mln
Vrijval van middelen binnen de BWS regeling
€ 7,7 mln
Omzetting van voorziening Jeugdzorg bestrijding wachtlijsten naar bestemmingsreserve op last van de accountant en conform BBV: de vrijval van deze voorziening telt eerst mee in het resultaat maar wordt bij de resultaatsbestemming weer als bestemmingsreserve gevormd
€ 2,7 mln
Aanwending van kosten voor bestrijding wachtlijsten welke na resultaatsbestemming gedekt worden uit de nieuw gevormde bestemmingsreserve Jeugdzorg bestrijding wachtlijsten (conform BBV)
-/- € 0,35 mln
De rentebaten op de BWS middelen
€ 0,64 mln
Een overschot op de doorbelasting van apparaatslasten na dekking door gemeentelijke bijdrage en dekking met rentebaten SR-algemeen
€ 0,71 mln
De door treasury gemaakte extra rentebaten
€ 0,22 mln
Incidentele vrijval van de niet meer benodigde voorziening Facilitaire zaken en voorziening Wachtgeld en vrijval restant voorziening ROM Rijnmond
€ 0,37 mln
Totaal voordelig saldo:
€ 19,89 mln
In de jaarrekening zijn de volgende zaken verwerkt: -
-
Een vrijval in de BWS regeling van €1,2 mln is toegevoegd aan Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (besluit Regioraad 5 juli 2006). Toevoeging van het laatste restant Grondkostenfonds aan Fonds Verstedelijking en Stedelijke vernieuwing toevoeging van het restant De Boer EIISS aan de voorziening Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer ter dekking van een deel van de overplanning op de regeling, die ten laste van de BDU gebracht was treffen van een voorziening voor de migratie OV chipcard. Dit is gelabeld geld en dient meegenomen te worden naar 2007 twee voorzieningen voor de provinciale subsidie Luchtkwaliteit zijn getroffen. Dit is gelabeld geld en dient meegenomen te worden naar 2007 vrijval van de voorziening Groen (€ 259.000). Deze vrijval plus een overschot op de activiteit Beleidsontwikkeling Groen is toegevoegd aan de voorziening Investeringen Groen Akkoord en zal ingezet worden voor de doeleinden van deze voorziening. treffen van voorziening voor provinciale subsidie Sociaal Werk. Dit is gelabeld geld en dient meegenomen te worden naar 2007
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 12 -
-
treffen van een voorziening ter dekking van de bestuurlijke toezegging aan de gemeente Brielle in verband met (tuinbouw)glassanering (toezegging conform besluit DB 13 dec 2006) overschotten op gelabeld geld zoals de doeluitkeringen vloeien altijd terug in de betreffende voorzieningen en zijn als zodanig verwerkt de werkelijke apparaatslasten zijn doorbelast conform de verdeelsleutel uit de begroting. rentebaten die betrekking hebben op doeluitkeringen zijn toegevoegd aan de betreffende voorzieningen (BDU, BOR, Jeugdzorg, FVSV). Deze vormen geen onderdeel van het resultaat. In de jaarrekening is tevens opgenomen de verantwoording over de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer en over de subsidieregeling Luchtkwaliteit.
Verklaring van verschil in resultaat met de begroting 2006 Het verschil in resultaat met de begroting (€12,89 miljoen hoger) wordt veroorzaakt door: Het Omslagfonds kan door een positief saldo een deel van de in 2005 tijdelijke benodigde dekking in de BWS reserve terugstorten. Dit bedrag zit in het resultaat en verklaart grotendeels de forse stijging van het resultaat ten opzichte van het begrote resultaat
€7,9 mln
Omzetting van voorziening Jeugdzorg bestrijding wachtlijsten naar bestemmingsreserve op last van de accountant en conform BBV: de vrijval van deze voorziening telt eerst mee in het resultaat maar wordt bij de resultaatsbestemming weer als bestemmingsreserve gevormd
€ 2,7 mln
Aanwending van kosten voor bestrijding wachtlijsten welke na resultaatsbestemming gedekt worden uit de nieuw gevormde bestemmingsreserve Jeugdzorg bestrijding wachtlijsten (conform BBV)
-/- € 0,35 mln
Hogere rentebaten voor SR-algemeen (€424.000), en hogere rentebaten op de BWS middelen (€240.000). Andere rentebaten vallen niet in het resultaat.
€ 0,66 mln
De incidentele vrijval van de voorziening Facilitaire zaken en voorziening Wachtgeld welke niet meer nodig zijn omdat deze kosten begroot waren, als vrijval restant voorziening ROM Rijnmond
€ 0,37 mln
Hogere vrijval binnen de BWS regeling dan begroot
€ 1,22 mln
Lagere apparaatlasten dan begroot
€ 0,05 mln
Lagere directe lasten bij activiteiten plus geen uitgave onvoorzien
€ 0,34 mln
Totaal verschil met de begroting:
€ 12,89 mln
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 13 -
Voorgestelde resultaatsbestemming De regioraad wordt voorgesteld het positieve resultaat (€19,89 miljoen) als volgt te bestemmen: Teruggave van € 7,9 mln aan de BWS reserve voor het deel dat het Omslagfonds positief staat. De tijdelijke dekking is bij de jaarrekening 2005 uit de BWS reserve gehaald ter dekking van een negatieve stand bij het Omslagfonds. Wanneer het Omslagfonds weer positief zou komen zou dit voor zover mogelijk teruggestort worden in de BWS reserve (besluitvorming Regioraad 24 mei 2006, Jaarrekening 2005)
€7,9 mln
De voorziening Jeugdzorg bestrijding wachtlijsten dient omdat deze gevormd is met eigen middelen een bestemmingsreserve te worden (toevoeging € 2,7 mln).
€ 2,7 mln
Voor de in 2006 gemaakte kosten met betrekking tot de bestrijding wachtlijsten dient een onttrekking plaats te vinden aan de bestemmingsreserve Jeugdzorg bestijding wachtlijsten (onttrekking van € 346.060).
-/- € 0,35 mln
Conform besluitvorming regioraad dd 31 jan 2007 wordt een bestemmingsreserve gereserveerd om projecten in het kader van de Proactieve Milieuaanpak te financieren (toevoeging van € 294.418).
€ 0,29 mln
Een eenmalige ophoging van de Algemene Reserve met € 0,5 mln. De accountant heeft in haar adviesbrief van 2005 aangegeven dat het gezien de omvang van de stadsregio wenselijk is deze buffer te verhogen. De Algemene Reserve komt hierna op € 1,0 mln
€ 0,5 mln
Het restant van het resultaat (€8,84 mln) toe te voegen aan de BWS reserve. Het restant omvat de vrijval en rentebaten bij de BWS regeling.
€ 8,84 mln
Totaal resultaatsbestemming:
€ 19,89 mln
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 14 -
6.
FINANCIËLE PARAGRAAF
6.1 Inleiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële positie en financieringsgedrag van de stadsregio. Daarnaast wordt ingegaan op risico´s en knelpunten die op het weerstandsvermogen drukken. 6.2 Gebruikte financierings- en dekkingssystematiek De stadsregio heeft geen rechtstreekse uitkering van het rijk ter dekking van de bestuurs- en apparaatslasten. Er is ook geen sprake van toekenning van middelen uit het provinciefonds aan de stadsregio voor taken die zij in haar gebied in plaats van de provincie vervult (zoals een aantal ruimtelijke taken, economie, milieu). De bestuurs- en apparaatslasten worden daarom in principe gedekt uit de gemeentelijke bijdrage, extra middelen die door het treasurybeleid worden gegenereerd en in een doorbelasting op de doeluitkering BDU, het Bereikbaarheidsfonds, de BWS-reserve en het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (FVSV). 6.3 Treasurybeheer Het treasurybeheer wordt uitgevoerd met in acht name van de bepalingen die zijn neergelegd in het treasurystatuut stadsregio Rotterdam. De belangrijkste hiervan zijn: • • •
Er wordt uitsluitend gewerkt met financiële instellingen met minimaal een AA-status; Er ligt een gedegen liquiditeitsplanning ten grondslag aan een besluit bedragen te beleggen; Het verwachte rendement op de beleggingen mag nooit lager zijn dan het begrote rentepercentage.
De huisbankier van de stadsregio is de Rabobank. Daarnaast is er een relatie met een dochteronderneming van de Rabobank, de vermogensbeheerder Schretlen & Co. Met deze partij is in februari 2004 een obligatieportefeuille opgebouwd voor een bedrag van € 75 miljoen met een gemiddelde looptijd van 3,3 jaar. In 2005 is deze obligatieportefeuille met ruim € 30 miljoen toegenomen door inzet van kasgelden van het Bereikbaarheidsfonds. Conform het treasury-statuut is de aankoop voorgelegd aan en geaccordeerd door het dagelijks bestuur op 28 januari 2004 en de laatste op 31 augustus 2005. In deze vergadering heeft het dagelijks bestuur besloten € 120 miljoen te beleggen voor een gemiddelde periode van 2,2 jaar. Op een deel van de overige ruimte zijn renteswaps uitgevoerd. Dit zijn verhandelbare derivaten waarbij, in geval van de stadsregio, de variabele rente wordt omgezet in een vaste rentevoet. De stadsregio had ultimo 2006 een belegd vermogen van € 283,90 miljoen. Deze beleggingen waren verdeeld over de volgende verschillende beleggingsinstrumenten:
belegd vermogen in mln EUR obligaties swaps banksaldi (excl swaps) deposito
88,20 90,00 104,70 1,00
totaal
283,90
Het gemiddeld belegde vermogen was in 2006 € 297 miljoen en heeft een rendement opgeleverd van totaal ruim € 8,07 miljoen. Dit laat zich, na verrekening van gemaakte kosten, vertalen naar een rendement van 2,71% over het gemiddeld belegde vermogen. De toedeling van deze rentebaten naar de verschillende begrotingsactiviteiten is opgenomen in de detailrekening en bij de toelichting van de begrotingsactiviteiten. Hieronder wordt nader ingegaan op de grondslagen waarop deze toedeling heeft plaatsgevonden. BDU Conform de Wet BDU Verkeer en Vervoer (art. 9) dienen de gereserveerde bedragen BDU jaarlijks vermeerderd te worden met rente. Deze rente dient gelijk te staan aan de herfinancieringsrente (Refirente) van de Europese Centrale Bank. Als gevolg van deze wettelijke verhoging is het aan de BDU een rentebaat toegevoegd van € 1,1 miljoen. BOR De belegging van gelden van het Bereikbaarheidsfonds heeft € 3,9 miljoen opgebracht. Het grootste deel van deze baat (€2,9 miljoen) bestaat uit rente die wordt verkregen op een geldbedrag op de bankrekening bij de Rabobank. Daarnaast is een deel van de rentebaat (€ 1,0 miljoen) behaald door een belegging in obligaties. Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 15 -
De Boer/EIISS Het uitgangspunt hier is dat de rente 1-maands EURIBOR, dient te worden toegerekend aan de beschikbare middelen. Op basis hiervan is € 88.000 als rentebaat verantwoord bij De Boer/EIISS welke met het restant aan de BDU is toegevoegd. Jeugdzorg, Grondkostenfonds, FVSV Deze rentebaten zijn gegenereerd op de saldi van de bankrekeningen bij de Rabobank. BWS De rentebaat van € 0,65 miljoen is voor een deel gegenereerd op het saldo van de bankrekening. Voor het overige bestaat het uit het resultaten op een belegging in obligaties. Een deel van deze obligatielening is gelost in 2006. Stadsregio algemeen Ten behoeve van de stadsregio is een bedrag van € 1,1 miljoen aan beleggingsresultaat behaald. Dit is tot stand gekomen door uitzettingen op een bankrekening, beleggingen in obligaties (surplus van opbrengsten op obligaties minus de verplichte toerekening van baten aan verschillende activiteiten), beleggingsresultaat op renteswaps, een geldbedrag op een depositorekening en een geldbedrag op de beheerrekening Groen. 6.4 Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een maatstaf voor de mate waarin de organisatie aan haar kortlopende verplichtingen kan voldoen en wordt ieder kwartaal aan de toezichthouder verstuurd. In onderstaande tabel is het jaaroverzicht gepresenteerd. Hierin wordt de gemiddelde uitstaande netto vlottende schuld weergegeven ten opzichte van de kasgeldlimiet geldend voor het boekjaar. Het uitgangspunt hierbij is dat de netto vlottende schuld de kasgeldlimiet, conform de Wet Fido berekend als percentage van het begrotingstotaal, niet overschrijdt. De wet schrijft tevens voor dat bij overschrijding van de limiet het toezichtregime zal worden verstevigd. Uit de tabel blijkt dat de ruimte tussen de (gemiddelde) netto vlottende schuld en de kasgeldlimiet ruim binnen de norm is gebleven. jaar 2006 euro * 1000
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
1 Vlottende korte schuld
maand 1 maand 2 maand 3
130.918 359.264 320.815
194.895 170.793 173.211
204.548 187.556 188.945
176.619 140.039 115.727
2 Vlottende middelen
maand 1 maand 2 maand 3
297.302 551.194 487.751
520.560 493.934 489.446
384.671 355.468 373.837
360.606 314.967 305.644
3 Netto vlottende schuld (+), danwel
maand 1 maand 2 maand 3
-166.383 -191.930 -166.936
-325.665 -323.141 -316.235
-180.123 -167.912 -184.892
-183.987 -174.928 -189.917
-175.083
-321.680
-177.642
-182.944
203.785
350.383
206.344
211.646
28.702
28.702
28.702
28.702
overschot vlottende middelen (-)
Saldo gemiddelde netto vlottende schuld (+) en gemiddelde overschot vlottende middelen (-) Ruimte onder kasgeldlimiet Berekening Kasgeldlimiet Begrotingstotaal per begin boekjaar 2006: Normpercentage vastgesteld per min. regeling: Kasgeldlimiet
350.026 8,20%
Aangezien de stadsregio geen langlopende leningen heeft uitstaan, is toetsing aan de renterisiconorm niet relevant. Ook de kredietrisico’s zijn minimaal, gezien het feit dat de stadsregio geen middelen heeft uitgeleend. 6.5
Weerstandsvermogen en risico's
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is het geheel van financiële middelen waaruit risico's kunnen worden opgevangen, zonder dat de begroting en het beleid (direct) aangepast moeten worden. Voor de stadsregio is dit de algemene reserve, bestemmingsreserves en de vrije reserves (totaal € 40,6 miljoen). De specificatie van de reserves is opgenomen in bijlage 8.3 en toegelicht bij de balans. Risico’s per reserve De algemene reserve dient ter dekking van onvoorziene schommelingen in de apparaatlasten of ongedekte bedrijfsrisico’s. De accountant adviseerde in de adviesbrief bij de jaarrekening 2005 gezien de omvang van Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 16 -
de organisatie over te gaan tot een verhoging van de algemene reserve. De verhoging met € 0,5 miljoen tot € 1,0 miljoen wordt in de resultaatsbestemming 2006 voorgesteld aan de regioraad. De reserve RTV borgstelling (€ 0,5 miljoen) is voor dekking van het risico dat aanspraak gedaan wordt op de borgstelling. Dit risico doet zich voor als RTV onverhoopt haar betalingsverplichtingen aan de bank niet kan nakomen. Indien voor februari 2009 geen aanspraak wordt gedaan op de borgstelling aan RTV komt de borgstelling en daarmee de bestemmingsreserve te vervallen. De bestemmingsreserve voor jeugdzorg (€ 0,06) zijn vrij te besteden middelen binnen Jeugdzorg. De BWS reserve (€ 39,0 miljoen na resultaatsbestemming) dient sinds de invoering van het Besluit Begroting en Verantwoording als dekking voor tijdelijke ‘roodstand’ in het Omslagfonds en het fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing. Daarnaast wordt er het risico van een lagere woningproductie in de periode 2005 – 2010 mee gedekt. Tenslotte dient de BWS reserve ter dekking van bestuurlijke verplichtingen waarvoor (nog) geen andere dekking is gevonden (PMR deelprojecten 750 ha groen en BRG). Per item zal een toelichting op het risico worden gegeven. Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing De BWS reserve wordt ingezet als dekking voor concrete risico’s. Dit betreft binnen het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing momenteel het risico van een lagere woningproductie in de periode 2005 – 2010, door de regioraad vastgesteld op € 24 miljoen. Indien het ritme van de uitgaven sneller is dan het ritme van de inkomsten kan binnen de periode de noodzaak tot tijdelijke dekking ontstaan. Bij de laatste prognose werd dit risico op roodstand voor FVSV voor 2007 ingeschat op -/- € 26,0 miljoen (DB 13 dec 2006). In 2007 vindt een mid term review plaats van de verstedelijkingsafspraken. Dan kan worden bezien of het verantwoord is om het risico van een lagere woningproductie door de regioraad op een lager bedrag te laten vaststellen. Na 2010 is vervolgens duidelijk of en in welke mate zich risico heeft voorgedaan. Omslagfonds Om de risico’s in het Omslagfonds te beperken heeft de regioraad besloten de bestedingsruimte van nieuwe verplichtingen afhankelijk te maken van de werkelijke inkomsten, met dien verstande dat het Omslagfonds niet meer rood mag staan. Jaarlijks wordt bepaald hoeveel kasgeld beschikbaar kan worden gesteld ten behoeve van de sectoren groen en verkeer en vervoer rekening, houdend met de werkelijke inkomsten en de opbouw van een risicoreserve. De accountant heeft tijdens zijn controle bij de jaarrekening 2005 aangegeven geen goedkeuring te kunnen geven voor in het fonds opgenomen toekomstige omslagbijdragen waar nog een bouwprestatie tegenover staat. Toekomstige baten zijn daarom bij de jaarrekening 2005 uit het fonds gehaald. Omdat hierdoor het fonds afsloot met een negatief saldo (-/- € 12,1 miljoen) is er dekking gezocht door aanwending van de BWS-reserve. Doordat er in 2006 weer omslagbedragen zijn binnengekomen, kan het Omslagfonds € 7,9 miljoen van het tijdelijk tekort terugstorten in de BWS-reserve. Na deze terugstorting staat het Omslagfonds weer op nul en resteert nog een tijdelijk benodigde dekking van € 4,2 miljoen welke in 2007 of 2008 teruggestort kan worden. In de stand van de BWS-reserve per 31-12-2006 na resultaatsbestemming is deze overblijvende tijdelijke dekking inbegrepen.
PMR – 750 ha groen en het PMR-deelproject Bestaand Rotterdams Gebied Tenslotte dient de BWS-reserve ter dekking van bestuurlijke verplichtingen waarvoor (nog) geen andere dekking is gevonden. Het betreft hier na 2010 de helft van de bijdrage aan het PMR-deelproject 750 ha groen (geïndexeerd ongeveer € 11.4 miljoen) en de bijdrage aan het PMR-deelproject Bestaand Rotterdams Gebied (geïndexeerd ongeveer € 3.7 miljoen). Conclusie risico’s versus weerstandvermogen Met name risico’s voor het FVSV en de knelpunten bij de projecten PMR en BRG leggen beslag op de BWSreserves. Het blijft noodzakelijk om bij de diverse projecten waaraan de stadsregio deelneemt en financieel risico loopt, gedegen ‘projectcontrol’- en risicobeheersingsmaatregelen te nemen. Het dagelijks bestuur heeft op 13 december 2006 besloten om vóór de mid term review (uit te voeren op het FVSV) de BWSreserve niet met nieuwe verplichtingen te belasten (zie ook agendapost Ambities en financiële mogelijkheden van de stadsregio DB 13 december 2006).
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 17 -
7.
ACTIVITEITEN
7.1
Activiteit:
Bestuur
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Bestuur T.P.J. Bruinsma
Wat wilden we bereiken? Het vertegenwoordigen van de aan het samenwerkingsverband deelnemende gemeenten en het doen functioneren van het (dagelijks) bestuur. Wat hebben we ervoor gedaan? Het jaar 2006 stond in het teken van de wisseling van de wacht: de bestuursperiode 2002-2006 werd afsloten en de nieuwe bestuursperiode 2010 ingeluid. Hieruit vloeide een groot aantal activiteiten voort: • afhandeling van de door bureau Berenschot uitgevoerde beleidsevaluatie over de periode 20022006; • samenstellen van informatiepakketten over de stadsregio voor de nieuwe gemeenteraden; • introductiebijeenkomsten van de stadsregio, waaronder een regiodag; • begeleiden van het samenstellen van een nieuw dagelijks bestuur en nieuwe regioraadscommissies; • in samenspraak met het nieuwe dagelijks bestuur opstellen van een nieuw bestuursprogramma voor de periode 2006-2010. De invoering van de vernieuwde Wet gemeenschappelijke regelingen (‘Wgr-plus’) per 1 januari 2006 vereiste dat de gemeenschappelijke regeling werd aangepast. De technische aanpassingen werden gerealiseerd; enkele vernieuwingen (full time DB lidmaatschap en bevoegdheden van de stadsregio voor projecten van regionaal strategisch belang) werden door vier gemeenten afgewezen en haalden het dus niet. Ook ontwikkelingen in het rijksbeleid vroegen veel aandacht. De positie van de stadsregio in de nieuwe Wro kwam weer ter discussie te staan, met als risico onvoldoende bevoegdheden voor het regionaal bestuur om zijn regionaal ruimtelijk beleid te effectueren. De opnieuw opgelaaide discussie over de inrichting van het middenbestuur, in het bijzonder in de Randstad, dwong de stadsregio zich ook te beraden op haar toekomst. Er werden 22 vergaderingen van het dagelijks bestuur en 6 vergaderingen van de regioraad voorbereid en begeleid. Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
Lasten Directe lasten Totaal
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
44.367
178.503
279.250
234.883
44.367
178.503
279.250
234.883
37.728
143.365
228.847
191.119
6.639
35.138
50.403
43.764
44.367
178.503
279.250
234.883
0
0
0
0
Baten Algemene dekkingsmiddelen Bijdrage t.l.v. diverse beleidsterreinen Totaal
Saldo van de activiteit
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 18 -
7.2
Activiteit:
Communicatie
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Bestuur T.P.J. Bruinsma
Wat wilden we bereiken? Het verwerven en behouden van draagvlak voor het beleid van de stadsregio. Deze ambitie van het bestuur is geconcretiseerd in de volgende communicatiedoelstellingen: • • •
Meer dan de helft van de bevolking (18 jaar en ouder) kent de stadsregio bij naam, weet dat de eigen gemeente tot de stadsregio behoort en kent minimaal één hoofdtaak van de stadsregio; Gemeentebesturen en -raden kennen de actuele beleidsontwikkelingen binnen de stadsregio en weten zich medeverantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen van de stadsregio; Opinieleiders en beslissers in het maatschappelijke middenveld, politiek en bestuur zijn op de hoogte van relevante taken en doelstellingen van de stadsregio en bereid de uitvoering daarvan te steunen.
Wat hebben we ervoor gedaan? In 2006 stonden de communicatieactiviteiten in het teken van de afsluiting van de lopende bestuurperiode en de start van de nieuwe bestuursperiode 2006-2010. Activiteiten die in dit kader werden ondernomen zijn onder meer: • publiciteit rond de uitkomsten van de door Berenschot uitgevoerde beleidsevaluatie; • organisatie van de regiodag op 17 juni 2006; • verzorgen van een representatieve uitgave van het nieuwe bestuursprogramma en de publiciteit over dit programma. In het voorjaar van 2006 werd de Vinexperiode afgesloten met een feestelijke bijeenkomst in het stadhuis van Schiedam. Ook dit ging gepaard met de nodige publiciteit. Voorts werd een fotoboekje met een overzicht van 10 jaar Vinex uitgegeven. In het najaar zond TV Rijnmond een door de stadsregio gesponsorde documentaire in vier aflevering uit over de Vinex-periode. In samenwerking met de projectorganisatie RR2020 werd de communicatie voor het uitvoeringsprogramma op de nieuwe fase afgestemd. In het kader van de landelijke Week van de Jeugdzorg heeft de stadsregio samen met de zorginstellingen in de regio diverse communicatieactiviteiten georganiseerd in de week van 2 tot en met 9 december. De stadsregio en de gemeente Ridderkerk hebben een uitgebreid communicatietraject opgesteld en uitgevoerd rond het onderzoek naar een mogelijke Tramplusverbinding tussen Rotterdam en Ridderkerk. Om de bezettingsgraad van P+R-locaties te verhogen, is er in december een campagne gestart, die automobilisten die met de auto het centrum van enkele regiogemeenten in willen, wijst op het gemak en de financiële voordelen van een P+R-terrein. In 2006 werden 37 persberichten naar media gezonden. Voorts werden gedurende veertig weken dagelijks in totaal vijftien verschillende spotjes over beleid en projecten van de stadsregio uitgezonden op TV Rijnmond. Voor externe relaties werd drie maal een uitgave van het relatiemagazine Perspectief gemaakt. De nieuwsbrief Regiojournaal voor medewerkers en raadsleden van de gemeenten verscheen in 2006 21 maal. De website en het intranet van de stadsregio werden gestaag uitgebreid. Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Directe lasten
5.494
425.568
400.000
0
0
0
0
Totaal
5.494
425.568
400.000
394.506
0
341.796
0
0
Totaal
5.494 5.494
83.772 425.568
400.000 400.000
394.506 394.506
0
0
0
0
Dotatie aan voorziening
394.506
Baten Algemene dekkingsmiddelen Bijdrage t.l.v. diverse beleidsterreinen
Saldo van de activiteit
De voorziening uit 2005 is ingezet ter dekking voor kosten in 2006.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 19 -
7.3
Activiteit:
Beroep- en Bezwaarschriften
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Bestuur T.P.J. Bruinsma
Wat wilden we bereiken? De stadsregio streeft er naar door een goed en zorgvuldig beleid het aantal bezwaarschriften tegen besluiten van de stadsregio tot een minimum te beperken. Een groot aantal bezwaarschriften in een bepaalde beleidssector kan dan ook aanleiding zijn het beleid aan te passen door die sector. De bezwaarschriften, die desondanks worden ingediend, dienen op een zorgvuldige wijze te worden afgehandeld. Wat hebben we ervoor gedaan? Om pragmatische redenen maakte de stadsregio voor de advisering over bezwaarschriften gebruik van de expertise van de Juridische Diensten Rotterdam van de Servicedienst van de gemeente Rotterdam. Binnen de Rotterdamse Algemene Bezwaarcommissie (ABC) bestond een aparte kamer voor regiozaken, Kamer VII. Omdat zowel de stadsregio als de gemeente Rotterdam dit een gekunstelde situatie vond, en het voor appellanten lastig verklaarbaar is waarom men voor een Rotterdamse commissie moet verschijnen indien men zich verweert tegen een besluit van de stadsregio Rotterdam, heeft het dagelijks bestuur op 12 april 2006 besloten de regioraad voor te stellen een eigen, stadsregionale bezwaarschriftencommissie in te stellen. Op 24 mei 2006 is een nieuwe bezwaarschriftencommissie met onafhankelijk voorzitter benoemd. De onafhankelijke voorzitter krijgt een vergoeding toegekend per zitting. De bezwaarschriftencommissie is in nieuwe samenstelling reeds driemaal bijeengekomen. Voor de administratief-juridische ondersteuning van de commissie werd een beroep gedaan op de businessunit van Juridische Diensten Rotterdam. Daarnaast is het budget bestemd voor een zorgvuldige externe klachtenbehandeling door de Ombudsman. In 2006 heeft de Algemene bezwaarschriftencommissie 9 nieuwe bezwaarzaken in behandeling genomen. Tevens waren er nog bezwaarschriften in behandeling van het voorgaande jaar. Van de bezwaarschriften van voor 2006 zijn alle zaken afgesloten. In totaal zijn er 18 dossiers gesloten. Eind 2006 staat er nog 1 dossier uit 2006 open. In verband met de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart 2006 en de nieuw in te stellen en te bemensen bezwaarschriftencommissie, hebben in de eerste 7 maanden van 2006 voor de nieuwe zaken geen hoorzittingen plaatsgevonden. Met betrekking tot de bodemgelden in het kader van de ISV II is er een beroep bij de rechtbank aanhangig. Eveneens is een beroep bij de rechtbank aanhangig met betrekking subsidie in de jeugdzorg en met betrekking tot het besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). Deze zaken zullen doorlopen in 2007. Bij twee andere beroepzaken, namelijk met betrekking tot de terugvordering van een BWS-subsidie en met betrekking tot nadeelcompensatie is de stadsregio in het gelijk gesteld. Voor enkele zaken moest externe ondersteuning worden gezocht. Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
Lasten Directe lasten Totaal
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
-1.027
14.127
10.000
11.027
-1.027
14.127
10.000
11.027
Baten Algemene dekkingsmiddelen Bijdrage t.l.v. diverse beleidsterreinen Totaal
Saldo van de activiteit
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 20 -
0
11.346
0
0
-1.027
2.781
10.000
11.027
-1.027
14.127
10.000
11.027
0
0
0
0
7.4
Activiteit:
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Planontwikkeling Verkeer en Vervoer Verkeer en Vervoer J.N. Baljeu
Wat wilden we bereiken? De doelstellingen van het verkeers- en vervoersbeleid zijn opgenomen in het Regionaal Verkeers- en VervoersPlan (RVVP), dat in 2003 door de regioraad is vastgesteld. In het RVVP staat de bereikbaarheid van de stadsregio centraal. Het RVVP heeft een planhorizon van 2020. Er zijn geen tussendoelen geformuleerd. In het RVVP is het gewenste kwaliteitsniveau van de verschillende infrastructuurnetwerken gedefinieerd. Dit kwaliteitsniveau is afgeleid uit een acceptabele reistijd van deur tot deur op de schaal van de Randstad (30-80 km in 45 à 60 minuten) en op de schaal van de regio (10-30 km in 30 à 45 minuten). De bereikbaarheidsdoelen worden behaald door het (laten) aanbieden van infrastructuurnetwerken voor het autoverkeer, openbaar vervoer, fiets en de knooppunten daartussen. Daarbij gaat het niet alleen om aanleg of aanpassing van infrastructuur, maar ook om verbetering van het gebruik daarvan (benutting, onder andere via dynamisch verkeersmanagement) en het beïnvloeden van de vraag via reizigersinformatie, vervoersmanagement, parkeerbeleid en dergelijke. Daarbij is ook de kwaliteit van het openbaar vervoersaanbod van belang (zie activiteit 7.8). Bij weginfrastructuur is de reistijd vertaald in een minimale doorstroomsnelheid in de spits voor verschillende categorieën wegen binnen en buiten de bebouwde kom. Indien deze snelheid niet wordt gehaald, is sprake van een op te lossen knelpunt. In het openbaar vervoer wordt de reistijd niet alleen bepaald door de snelheid van de voertuigen, maar ook door frequentie, overstaptijd, betrouwbaarheid en afstand tot de haltes. Ook hier is sprake van knelpunten als de reistijd niet wordt gehaald. Daarnaast moeten de betreffende verbindingen ook geëxploiteerd kunnen worden met een voldoende kostendekkingsgraad. Investeringen in openbaar vervoerinfrastructuur dienen daarom zowel het doel om de kwaliteitsrichtlijnen te halen als de kostendekkingsgraad te verbeteren. Voor de fietsinfrastructuur is een regionaal netwerk gedefinieerd dat aansluit bij de belangrijke knooppunten en bestemmingen en dat moet voldoen aan een aantal kwaliteitseisen. Daarnaast dienen op belangrijke bestemmingen en bij openbaarvervoerhaltes voldoende stallingplaatsen voor fietsen aanwezig te zijn. Op de knooppunten en bij belangrijke haltes van het openbaar vervoer dienen voldoende P+R-plaatsen gerealiseerd te worden om de kwaliteitsrichtlijnen op een aantal relaties te realiseren, in het bijzonder voor de bereikbaarheid van de stedelijke centra in de stadsregio. In het RVVP is het al eerder in de nota Parkeer & Reis vastgestelde ambitieniveau van 18.000 à 23.000 toe te voegen P+R-plaatsen tot 2020 bevestigd. In het RVVP is de verbetering van de verkeersveiligheid als algemene doelstelling opgenomen. In de voorbereiding van de Nota Mobiliteit heeft het rijk een reductiedoelstelling geformuleerd, waarbij met de regionale overheden is afgesproken dat in elke regio in 2010 15% minder doden en 7,5% minder ziekenhuisgewonden zijn dan in 2002. De eerste verantwoordelijkheid voor het realiseren van de doelen ligt in de meeste gevallen bij andere partijen dan de stadsregio. Bij infrastructuurprojecten zijn dat veelal de wegbeheerders (gemeenten, waterschappen, provincie, rijkswaterstaat, V&W/ProRail), bij vervoersmanagement zijn dat de bedrijven in de regio. De stadsregio is zelf verantwoordelijk voor de exploitatie van het openbaar vervoer en voor de aanleg en het beheer van metro- en traminfrastructuur. Uitvoeringsprojecten komen meestal door inspanningen van andere partijen daadwerkelijk tot stand, waarbij de stadsregio een aanjagende of coördinerende rol vervult. In het Uitvoeringsprogramma van het RVVP en in het jaarlijkse Regionaal Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RIVV) zijn de projecten en maatregelen opgenomen die noodzakelijk zijn om de doelen te bereiken en de geconstateerde knelpunten op te lossen. Daarbij is een eerste prioriteitstelling toegepast, gericht op de periode tot 2010. Jaarlijks wordt een monitoringsrapport gepubliceerd, aan de hand waarvan de doelbereiking kan worden bepaald en zonodig kan worden bijgestuurd. Ook de monitoring van het RIVV is een instrument om de voortgang van de uitvoering in de gaten te houden. Wat hebben we ervoor gedaan? > Algemeen beleid en financiering In februari 2006 is het rijksmobiliteitsbeleid met het vaststellen van de Nota Mobiliteit formeel van kracht geworden. Voor zover nodig dienen volgens de Planwet Verkeer en Vervoer de regionale plannen binnen anderhalf jaar aan de Nota Mobiliteit te worden aangepast. In het RVVP was al vooruitgelopen op de Nota Mobiliteit, zodat de aanpassingen beperkt zullen blijven tot het actualiseren van het uitvoeringsprogramma RVVP. Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 21 -
De Netwerkanalyse Zuidvleugel is samen met het rijk en de zuidvleugelpartijen afgerond. De voorbereiding voor het bestuurlijk overleg over de daarop gebaseerde samenwerkingsagenda en het MIT 2007 is gestart. Op landelijk niveau is in SkVV-verband geparticipeerd in overleggen rond diverse thema’s met op dit moment de nadruk op kilometerprijs, verkeersveiligheid, herijking BDU-sleutel en OV-chipkaart. De subsidieverordening Verkeer en Vervoer is aangepast. > Openbaar vervoerinfrastructuur De realisatie van de projectdelen onder het emplacement en aan de voorzijde van Rotterdam Centraal hebben vertraging opgelopen door de onvoorziene aanwezigheid van ondergrondse objecten. Het boorproces zelf verloopt voorspoedig net als de aanleg van het station Blijdorp. De nieuwe halte Melanchthonweg is in november in gebruik genomen. Het beheer van de Hofpleinlijn is overgedragen aan de stadsregio. Het beheer en de exploitatie is vervolgens opgedragen aan de RET. De realisatie van de infrastructuuraanpassingen voor RandstadRail heeft rond de zomer 2006 met de nodige tegenslagen te kampen gehad. Vanaf begin september kon met railvoertuigen gereden worden tussen Rotterdam Centraal en Nootdorp en vanaf begin november tot Den Haag Centraal. Deze bediening moest weer beperkt worden tot Nootdorp na een ernstige ongeval waarbij een voertuig is ontspoord. Tijdelijk wordt het vervoer tussen Nootdorp en Den Haag CS met bussen verzorgd. In 2007 zal de exploitatie naar Den Haag Centraal zo spoedig mogelijk weer op gang komen. De planstudies voor de vastelandspoorbogen, TramPlus tussen Vasteland en A20 en station SchiedamKethel zijn afgerond en het projectplan voor de planstudie Ridderkerklijn is vastgesteld. De resterende delen van de Schiedam-Vlaardingenlijn zijn in voorbereiding en uitvoering. De planvorming voor HOV Bergschenhoek-Alexander moest helaas vooralsnog worden stilgezet, omdat geen gedragen besluit over het tracé mogelijk was. > Weginfrastructuur De bestuursovereenkomst over de A4 Delft-Schiedam is in juni 2006 ondertekend. Daarbij is zowel door het rijk als door de regionale partijen -waaronder de stadsregio- extra geld ter beschikking gesteld. De richtlijnen voor de MER A13/A16 zijn vastgesteld en de voorbereiding van de MER-studie loopt. Voor de verbreding van de A15 loopt de voorbereiding van het tracébesluit en bestuurs-overeenkomst. Het voorlopig ontwerp voor de fietsbrug naast de Harmsenbrug is gereed. Voor de Hartelcorridor werd de planstudie afgerond. De MER-studies voor de deeltrajecten van de N209 zijn in voorbereiding c.q. in procedure. De verkenning voor de aanpak van de wegcapaciteit in Rotterdam-Zuid (“Stromen door Zuid”) is vastgesteld. Voor het gebied Kralingse Knoop is afgesproken integraal met vervoersmanagement te blijven doorgaan. In 2006 is in opdracht van de gemeenten Rotterdam en Capelle een verkenning uitgevoerd naar de door de bedrijven ervaren bereikbaarheidsproblemen in het gebied en op de bedrijventerreinen rondom de Kralingse Knoop. De planstudie voor het Kralingseplein en verkenning Wegen Noord-Oost zijn gestart. > Fietsinfrastructuur In het kader van de herijking van het RVVP is het regionale netwerk op onderdelen geactualiseerd, waarbij de zoekgebieden omgezet zijn naar routes op de kaart. Op basis van de inventarisatie van het regionale fietsnetwerk (2005) is eind 2006 een overzicht gemaakt van de ontbrekende schakels. Dit overzicht wordt gebruikt om voort te bouwen aan de completering van het netwerk. Het netwerk dient in 2020 compleet en op het gewenste kwaliteitsniveau te zijn. In september werd de pilot met een antidiefstalsysteem bij de TramPlushalte Meerwede in Barendrecht gestart. Een pilot met een innovatief kluizensysteem bij RandstadRailhalte Melanchtonweg werd aan het einde van het jaar opgepakt. Naast de NS-stations in Maassluis en Schiedam werd de OV-fiets ook geïntroduceerd op metro- en busstation Zuidplein. > Park & Ride Ook in 2006 is veel vooruitgang geboekt in de realisatie van het P+R-programma. De P+R bij Barendrecht NS (uitbreiding met 160 tot 300) en RandstadRailstation Melanchtonweg waren eind 2006 nog in uitvoering. De proef met een doelgroepparkeersysteem op P+R Alexander werd afgerond. Uit de evaluatie blijkt het systeem heel goed te functioneren. De koppeling met de OV-chipkaart, ter vereenvoudiging van het systeem, werd eind 2006 opgepakt. Belangrijke mijlpaal vormde de intentieverklaring Schieveste, waarbij met een marktpartij (TCN Assets B.V.) afspraken werden gemaakt over de realisatie van maximaal 1.050 P+R-plaatsen bij station Schiedam Centrum. Ook bij station Lombardijen is met een marktpartij (MCRZ) samengewerkt aan de totstandkoming van een parkeergarage met 600 P+R-plaatsen. De planvorming voor de eerste fase van P+R-garage bij station Kralingse Zoom (800 plaatsen) heeft vertraging opgelopen. Om de bekendheid en het gebruik van P+R te vergroten is eind 2006 een promotiecampagne gestart. > Mobiliteitsmanagement en reisinformatie De regionale website www.bereikbareregiorotterdam.nl is eind 2006 gereedgekomen. De afstemming van en informatie over regionale wegwerkzaamheden is proef gaan draaien. De uitwerking van het “Samenhangend Netwerk” ten behoeve van dynamisch verkeersmanagement en de formulering van de eisen voor een integraal systeem voor reisinformatie zijn gestart. Voor het gebied rond de A15 is door Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 22 -
Rijkswaterstaat en de provincie Zuid-Holland een voorstel voorbereid voor de coördinatie van alternatieve routes bij ongevallen die langdurige stremming veroorzaken. Voor wat betreft openbaar vervoer reisinformatie is gewerkt aan het uitrollen van dynamische reisinformatie op Voorne-Putten en Rozenburg. In 2007 zullen de eerste dynamische reisinformatiepanelen op Voorne-Putten en Rozenburg geplaatst worden. Zoals afgesproken bij de Netwerkanalyse Zuidvleugel zal voor 2010 ook in de rest van de regio een extra impuls hieraan worden gegeven. > Nexus Zoals afgesproken met Rijkswaterstaat en de provincie Zuid-Holland, is de gezamenlijke aanpak van mobiliteitsproblemen volgens de Nexus-aanpak doorgezet. De samenwerkingsagenda voor Voorne-PuttenRozenburg is in uitvoering. Ook aan de problematiek rond de Kralingse Knoop wordt hard gewerkt, waarbij een belangrijke focus ligt op de samenwerking met bedrijven aldaar. De samenwerkingsagenda voor de Alexanderknoop is voorbereid, onder meer door een consumentenraadpleging. De nieuwe gebiedstafel in Noordwest is gestart met de gezamenlijke probleemanalyse, die in het voorjaar van 2007 moet leiden tot een samenwerkingsagenda. > Verkeersveiligheid Onder regie van de stadsregio is ook in 2006 een groot aantal projecten uitgevoerd op het gebied van verkeerseducatie: het Fiets/OV-project, de verkeerskalender, het Groot VerkeersMysterieSpel en de Pilot Verkeersleerkracht. Het ROV Zuid-Holland (Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid) heeft mede in opdracht van de stadsregio projecten georganiseerd in het kader van de ‘Structurele Aanpak Verkeerseducatie’ op het basis -en voortgezet onderwijs en diverse landelijke voorlichtingscampagnes geïmplementeerd binnen de stadsregio. Het werkplan voor de regionale projectgroep verkeersveiligheid (RPV) is vastgesteld. Het accent heeft gelegen op de implementatie van het monitoringsinstrument ViaStat en de vervolgaanpak van de infrastructuur (verblijfsgebieden en herkenbaarheidskenmerken). Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Projectkosten Nexus Apparaatslasten Totaal
147.729
2.357.660
3.537.502
0
645.042
0
3.389.773 0
827
320.951
371.605
370.778
148.556
3.323.653
3.909.107
3.760.551
0
Baten Rijksbijdragen
0
0
0
Bijdragen Nexus/rente baat
0
645.042
0
0
Algemene dekkingsmiddelen
0
0
0
0
Bijdrage t.l.v. BDU Totaal
Saldo van de activiteit
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 23 -
148.556
2.678.611
3.909.107
3.760.551
148.556
3.323.653
3.909.107
3.760.551
0
0
0
0
7.5
Activiteit:
Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Verkeer en Vervoer J.N. Baljeu
Wat wilden we bereiken? De BDU is een belangrijk middel om de doelstellingen van het RVVP, zoals verwoord bij de activiteit Planontwikkeling Verkeer en Vervoer te bereiken. De activiteiten zijn er op gericht maximaal rendement uit de beschikbare middelen te halen via het besluitvormingsproces zoals dat is neergelegd in de Kadernota GDU+. Wat hebben we ervoor gedaan? De activiteiten betroffen in algemene zin: • Het beoordelen van subsidieaanvragen; • Het voorbereiden van subsidiebeschikkingen en de financiële afhandeling daarvan; • Rapportages over de voortgang, zowel in het kader van de gebruikelijke 4- en 8maandsrapportages met daarboven een halfjaarrapportage met meer inhoudelijk karakter, gericht op bijsturing (voor zover noodzakelijk); • Voortgangsbewaking. De voortgangsbewaking is niet alleen gericht op het totaal van het investeringsprogramma, maar tevens op de uitvoeringsafspraken met de wegbeheerders; • Financiële verantwoording aan Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Met de inwerkingtreding van de BDU is voor het eerste verantwoordingsjaar de deadline voor aanlevering 15 november. Vanaf verslagjaar 2006 zal volgens de SISA-systematiek (single information, single audit) verantwoording afgelegd worden. Concreet houdt dit in dat de verantwoording over de BDU 2006 gelijk op zal lopen met de jaarrekening van de stadsregio. Kleine projecten: In 2006 zijn ten laste van de BDU voor kleine projecten 57 nieuwe verplichtingen aangegaan voor een bedrag van € 15,48 miljoen. Daarnaast is een saldo aan bijstellingen van lopende verplichtingen en vrijval op afgewikkelde verplichtingen van -/- € 1,6 miljoen. De totaal netto nieuwe verplichtingen over 2006 bedragen € 13,8 miljoen. Daarnaast waren er per einde 2006 nog 53 projecten in verschillende stadia van behandeling. Deze projecten vertegenwoordigen een potentiële verplichting van € 17,9 miljoen. Verwachting is dat deze projecten in het eerste kwartaal van 2007 tot een verplichting zullen komen. De realisatie van 2006 laat een herstel zien ten opzichte van 2005, dat tegenvallend was qua verplichtingenniveau. Grote projecten: In 2006 is in totaal voor 29,6 miljoen verplicht met nieuwe beschikkingen en bijgesteld aan reeds lopende verplichtingen. Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten 0
811.229
0
3.909.107
2.893.625
3.909.107
0
0
1.560.943
0
0
Uitvoeringskosten decentraal budgetbeheer
25.952
407.075
405.000
379.048
Apparaatslasten
57.029
615.396
766.330
709.301
0 -4.684.717
0 48.249.536
0 47.309.404
0 51.994.121
-692.629
54.537.805
52.389.841
53.082.470
34.705.492
30.872.901
51.389.841
16.684.349
-278.000
11.858.500
0
278.000
0
9.896.557
0
0
-35.027.477
0
0
35.027.477
Investeringsbijdragen Bijdrage t.g.v. planontwikkeling & Nexus Bijdrage t.g.v. IDV
Bijdrage t.g.v. diverse beleidsterreinen Dotatie aan voorziening Totaal
0
Baten Rijksbijdragen Interne verrekening BOR Bijdrage Stadsregio Omslagfonds Vinex Overige bijdragen Algemene dekkingsmiddelen Rente Totaal
Saldo van de activiteit
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 24 -
0
-1
0
0
-92.644 -692.629
1.909.847 54.537.805
1.000.000 52.389.841
1.092.644 53.082.470
-1
0
0
1
wijzigingen en correcties
stand per 31-12-2006
stand per 1-1-2006
Kleine projecten:
39.242.148
15.480.029
-1.637.929
-12.844.116
3.810.472
0
-55.787
-617.800
Grote projecten (oude regeling): GDU+ projecten:
14.482.220 169.680.365
0 29.126.264
1.199.954 -704.549
-6.165.334 -72.829.622
9.516.840 125.272.458 +
totaal
227.215.205
44.606.293
-1.198.311
-92.456.872
178.166.315
IDV
beschikkingen
betalingen
Ontwikkeling voorziening verplicht
40.240.132 3.136.885
Ontwikkeling voorziening nog te verplichten Stand per 1-1-2006 Mutaties: - ivm voorziening verplicht - dotatie saldo rekening
13.244.563 + -43.407.983 51.994.121
Stand per 31-12-2006
21.830.701
Toelichting op weergegeven cijfers: In het kader van het BBV worden de nieuwe verplichtingen in eerste instantie ten laste gebracht van de voorziening ‘nog te verplichten’, dan wel van extra daarvoor verkregen baten. Naast de openstaande verplichtingen in het kader van de regeling ad €178,2 miljoen die nog verschuldigd zijn aan de subsidieontvangers, worden met ingang van 2004 ten gevolge van de invoering van het BBV ook de nog voor verplichtingen beschikbare gelden ad € 21,2 miljoen.verantwoord onder de voorzieningen. De bijdrage rijk is het deel van de rijksbijdrage dat niet via de voorziening loopt als inlossing van het naar voren gehaalde recht. De bijdrage derden bestaat voor het grootste deel uit vrijval van het project Beneluxlijn.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 25 -
7.7
Activiteit:
Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Verkeer en Vervoer J.N. Baljeu
Wat wilden we bereiken? Het Fonds Bereikbaarheidsoffensief is een middel om de doelstellingen van het RVVP te bereiken, in het bijzonder de verbetering van de bereikbaarheid van de regio Rotterdam. De activiteiten zijn gericht op maximaal rendement uit de beschikbare middelen te halen via het besluitvormings-proces zoals dat is neergelegd in het convenant met de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland, de beleidsnota en de verordening die in juni 2001 door de regioraad is vastgesteld. Wat hebben we ervoor gedaan? De activiteiten betreffen in algemene zin: • Het beoordelen van subsidieaanvragen; • Het voorbereiden van subsidiebeschikkingen en de financiële afhandeling daarvan; • Voortgangsrapportages. Over de voortgang wordt gerapporteerd, zowel in het kader van de gebruikelijke 4- en 8 maandsrapportages als, daarboven, een halfjaarrapportage met meer inhoudelijk karakter, gericht op bijsturing (voor zover noodzakelijk); • Jaarlijks vóór 1 april dient het dagelijks bestuur een financiële verantwoording over het voorgaande jaar bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat in. In 2006 is voor een bescheiden bedrag van € 0,14 miljoen aan verplichtingen aangegaan. Daarnaast is voor € 1,71 miljoen aan verplichtingen bijgesteld en geïndexeerd. Totaal is over 2006 1,85 miljoen netto verplicht. Door het lage niveau van de nieuwe verplichtingen blijft de uitputting van het fonds achter bij de verwachtingen. Voornaamste oorzaak voor het achterblijven van de verplichtingen ten laste van het fonds is het in de tijd naar achteren schuiven van projecten. In 2006 is het BOR-projectenprogramma wederom geactualiseerd. Op de agenda van deze actualisatie stonden de volgende punten: bijstelling van planning en budgetten, bestemmen van de gelden uit de envelop regionale bereikbaarheid, het bepalen van de stortingsdelen van de convenantpartners en de besteding van het renteoverschot. Met de bijstelling van de planning en budgetten wordt geanticipeerd op het risico dat voor projecten niet tijdig (volgens planning) een aanvraag wordt ingediend. Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Projectkosten
210.30
Interne verrekening BDU Uitvoeringskosten decentraal budgetbeheer Apparaatslasten
210.10
60.900
0
338.900
0
11.858.500
0
278.000 0
-47.664
58.430
0
47.664
808
244.474
265.700
264.892
1.775 7.053.371
26.795 5.506.543
11.453 11.883.947
9.678 4.830.576
Totaal
7.069.190
17.694.742
12.500.000
5.430.810
210.00
Bijdrage t.g.v. diverse beleidsterreinen Dotatie aan voorziening
Baten 8.500.000
5.000.187
10.000.000
1.500.000
Bijdrage Stadsregio (via Omslagfonds)
Rijksbijdrage BOR
0
5.000.000
0
0
Bijdrage overige convenantpartners
0
5.000.000
0
0
Algemene dekkingsmiddelen
0
0
0
0
Rente
913.00 Totaal
-1.430.811 7.069.189
2.694.555 17.694.742
2.500.000 12.500.000
3.930.811 5.430.811
Saldo van de activiteit
992.10
1
0
0
-1
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 26 -
Ontwikkeling voorziening verplicht openbaar vervoer: P&R/Transferia: fietsprojecten: lokaal en regionale wegen: voorfinancieringen en versnellingen: totaal
stand per 1-1-2006
beschikkingen
wijzigingen en correcties
betalingen 0 0
stand per 31-12-2006
0 1.667.700
0 0
0 0
400.681
136.000
0
-194.700
341.981
28.166.580
0
1.719.896
-18.161.714
11.724.762
884.250
0
0
0
31.119.211
136.000
1.719.896
-18.356.414
0 1.667.700
884.250 + 14.618.693
Ontwikkeling voorziening nog te verplichten Stand per 1-1-2006
130.636.984
Mutaties: - ivm voorziening verplicht - dotatie saldo rekening Stand per 31-12-2006
-1.855.896 4.830.576 + 133.611.664
Toelichting op weergegeven cijfers: De rijksbijdrage bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam betreft het recht op het rijk naar aanleiding van de door de gemeente Rotterdam ingelegde gelden in het kader van de envelop regionale bereikbaarheid (€ 1,5 miljoen). Het opgevoerde recht op het rijk is lager dan bij de begroting is ingeschat. Oorzaak hiervoor is de voorwaarde die het rijk stelt aan het beschikbaar komen van de rijksbijdrage, namelijk dat de rijksbijdrage niet eerder ter beschikking komt dan dat er een regionale inleg gedaan is. In 2006 is de inleg van de provincie Zuid-Holland (€ 2,5 miljoen) uitgebleven.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 27 -
7.8
Activiteit:
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Exploitatie Openbaar Vervoer Verkeer en Vervoer J.N. Baljeu
Wat wilden we bereiken? Een OV-systeem, dat voldoet aan de kwaliteitseisen van de reiziger op het gebied van beschikbaarheid, snelheid, tariefniveau, veiligheid en toegankelijkheid. De mate waarin hieraan voldaan wordt, vertaalt zich in het gebruik van het OV en in de klanttevredenheid. De concessiehouders, die het OV in de stadsregio uitvoeren, moeten zich dan ook meer richten op de markt. Een maat voor de kwaliteit is de klantenbarometer. Dit onderzoek onder OV-gebruikers wordt jaarlijks gehouden. De stadsregio wil, dat eind 2005 alle concessies en vervoerstechnieken een 7 als rapportcijfer in klantenbarometer behalen. In de concessie Voorne-Putten is aan het bereiken van het rapportcijfer 7 in de klantenbarometer een bonus gekoppeld. In de kadernota OV en in de daarop gebaseerde Programma's van Eisen (PvE) zijn de minimumeisen voor de beschikbaarheid, bedieningsniveau en de netwerkkwaliteit uitgewerkt. De overige kwaliteitseisen zijn uitgewerkt in de meerjarenplannen toegankelijkheid, sociale veiligheid en in de beleidslijnen reisinformatie en tarieven. Alle concessies voldoen aan het PvE uit de kadernota OV. Omdat de rijksbijdrage voor de openbaar vervoerexploitatie al jaren een dalende tendens vertoont, stuurt de stadsregio aan op kostenbeheersing en opbrengstverhogingen in het openbaar vervoer: • • •
Groei van het aantal betalende reizigers in 2005 met 3 % ten opzichte van 2004; Een meer marktconform kostenniveau voor de niet-aanbestede concessies; Een verbetering van de kostendekkingsgraad van 36,0 % in 2004 naar 36,4 % in 2005.
De stadsregio voert in hoog tempo de OV-chipkaart in door het metrosysteem vanaf begin 2005 slechts toegankelijk te laten zijn voor reizigers met de OV-chipkaart. Het streven is erop gericht ook op de trams en de bussen in de regio zo spoedig mogelijk exclusief OV-chipkaartgebruik in te voeren. In het PvE voor de per 2006 uit te geven concessies is invoering van de OV-chipkaart binnen de concessieperiode als eis opgenomen. Jaarlijks stellen de concessiehouders per concessie een meerjarenprogramma sociale veiligheid OV op. Dit betreft een programma, waarin de aanpak van de sociale onveiligheid voor de komende periode van vier jaar wordt beschreven. De programma's zijn voorzien van ‘targets’, die de concessiehouder op zich neemt en een uitvoeringsprogramma. Het meerjarenprogramma dient als basis voor de subsidieaanvraag van de concessiehouder voor de financiering van het uitvoeringsprogramma in het komende jaar. De stadsregio stelt op basis van de meerjarenprogramma's, de beleidsprioriteiten en het beschikbare budget een meerjarenplan sociale veiligheid op. Bij de subsidieverlening sociale veiligheid 2005 zullen met de concessiehouders de volgende te realiseren doelen worden vastgelegd: • • • • • • • • • • • •
> Concessie metro, tram en stadsbus (RET): Reductie van het aantal incidenten met tenminste 10% ten opzichte van 2002; de concessiehouder heeft met de korpsbeheerders in het concessiegebied (veiligheidsarrangementen) over assistentie en vervolging bij incidenten; De concessiehouder heeft afspraken met wegbeheerders in het concessiegebied over een adequaat beheer en onderhoud van de halte(omgeving); Er zijn eind 2005 geen onveilige tramlijnen meer. ten tijde van de nulmeting in 2002 waren er 4 onveilige tramlijnen en 2 onveilige metrolijnen; Het zwartrijden bedraagt maximaal 4 % voor tram en metro. Eind 2002 bedroeg het percentage zwartrijders 10-15 % op de metro en 15-20 % op de tram); Graffiti in voertuigen en stations binnen 24 uur verwijderd; revitalisering metrostations vrijwel voltooid (nog een station revitaliseren). > Concessies Voorne-Putten en streek-overig De concessiehouder heeft met de korpsbeheerders in het concessiegebied veiligheidsarrangementen gesloten over assistentie en vervolging bij incidenten; De concessiehouder heeft afspraken met wegbeheerders in het concessiegebied over een adequaat beheer en onderhoud van de halte(omgeving); Graffiti in voertuigen is binnen 24 uur verwijderd; In het meerjarenprogramma zijn targets opgenomen voor de reductie van het aantal incidenten; In het meerjarenprogramma zijn targets voor het terugdringen van het zwartrijden.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 28 -
De basis voor de targets op toegankelijkheid wordt gevormd door de jaarlijks door de concessiehouders per concessie opgetelde meerjarenprogramma's toegankelijkheid. In dit programma geeft de concessiehouder aan welke maatregelen zullen worden genomen voor het verbeteren van de toegankelijkheid van het OV voor minder-validen voor de komende periode van vier jaar. De concessiehouder neemt het op zich de targets te realiseren. Het meerjarenprogramma dient als basis voor de subsidieaanvraag van de concessiehouder voor de financiering van het uitvoeringsprogramma in het komende jaar. De stadsregio stelt op basis van de meerjarenprogramma's de beleidsprioriteiten en het beschikbare budget een meerjarenplan toegankelijkheid op. Bij de subsidieverlening toegankelijkheid 2005 wordt gestreefd naar afspraken met de concessiehouders over: • •
de toegankelijkheid van alle metrolijnen en TramPluslijnen evenals de toegankelijkheid van nader te bepalen bus- en tramlijnen; voorzieningen voor slechthorenden en slechtzienden op alle metrostations.
In het PvE voor de concessies 2006 zijn de toegankelijkheidseisen van de in 2004 door de stadsregio vastgestelde beleidslijn toegankelijkheid opgenomen. In de beleidslijn is het groeipad aangegeven om in 2010 een toegankelijk stads- en streekvervoer in de stadsregio te hebben, zoals vereist volgens de Europese regelgeving. Verder wordt gestreefd naar afspraken met de concessiehouders en wegbeheerders over het volgende: • •
Alle metrohalten en alle TramPluslijnen zijn voorzien van dynamische reisinformatie. Gestreefd wordt om minimaal een extra OV-knooppunt te voorzien van dynamische reisinformatie (naast de OVknooppunten Spijkenisse-centrum en Schiedam-centrum); In de concessie Voorne-Putten is een dynamisch reizigersinformatiesysteem geïntroduceerd.
Wat hebben we ervoor gedaan? Concessieverlening Met de concessiehouders RET en Connexxion zijn ten behoeve van de voor 2006 verleende concessies ieder kwartaal overleggen gevoerd over de voortgang. Leidraad in de overleggen vormden de management-informatie gegevens (Mipov) van de concessiehouders. De concessies zijn conform de aan de concessies gestelde voorwaarden uitgevoerd. In 2006 zijn de voorbereidingen getroffen voor de concessieverlening voor de jaren 2007 en verder. Dit resulteerde in het besluit om: 1. de concessie ‘Rail’, ingaande 10 december 2006 met een looptijd van 10 jaar, te verlenen aan de RET; 2. de concessie ‘Bus Rotterdam c.a.’, ingaande 10 december 2006 met een looptijd van 2 jaar, te verlenen aan de RET; 3. de concessie ‘Bus Streek overig’, ingaande 10 december 2006 met een looptijd van 2 jaar, te verlenen aan Connexxion Openbaar Vervoer NV; In Ridderkerk is gestart met een kleinschalig vervoerssysteem tussen de kern Rijsoord en het centrum van Ridderkerk met aansluiting op de Fast Ferry als aanvulling op het bestaande openbaar vervoer. Het kleinschalig vervoerssysteem tussen Rozenburg en Brielle dat naar verwachting eind 2006 zou gaan rijden, is tot nu toe nog niet in exploitatie. Exploitatiebijdrage en opbrengsten Doordat zowel de RET als Connexxion voor de concessie 2006 beiden een meer marktconforme aanbieding hebben gedaan, is een gedeelte van het beschikbare budget gebruikt om per 7 januari 2006 uitbreidingen in het voorzieningenniveau te realiseren, te weten: een nieuw lijnennet in Capelle aan den IJssel, meer ritten op de metro en op TramPluslijn 25 en een nieuwe opzet van het nachtlijnennet (BOB-bus) dat beter is afgestemd op de wensen van het uitgaanspubliek. Verder is per 10 september 2006 gestart met de exploitatie van RandstadRail. Daarbij werd door de stadsregio aan Connexxion de opdracht gegeven om gelijktijdig hiermee te starten met een nieuwe ringlijn in Berkel en Bergschenhoek, die op station Rodenrijs aantakt op RandstadRail. Ondanks het feit dat beide concessiehouders in het jaar 2006 de marktbewerking hebben geïntensiveerd is de inzet van de stadsregio om in 2006 een groei van het aantal betalende reizigers te realiseren van 3% ten opzichte van 2005 niet gehaald. Wel is de doelstelling met betrekking tot het verbeteren van de kostendekkingsgraad (aandeel van de reizigersopbrengsten in de totale kosten) behaald. In 2006 bedroeg de kostendekkingsgraad circa 37,4%. (doelstelling was 37%). Dit is te danken aan het lagere - meer marktconforme - kostenniveau van het openbaar vervoer. Uit het onderzoek uit najaar 2006 van de OV-klantenbarometer is gebleken dat de openbaar vervoerreiziger in de stadsregio het openbaar vervoer gemiddeld met een 7,1 waardeert. Chipkaart
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 29 -
De minister heeft in 2006 het Go-besluit genomen. Dit besluit betekent dat het huidige tariefsysteem per 1 januari 2009 wordt afgeschaft. Op grond van het Go-besluit ontvangt de stadsregio een renteloze voorfinanciering van € 7,6 miljoen extra bij de BDU 2007. Verder heeft de stadsregio in 2006 € 12,735 miljoen van de minister van Verkeer en Waterstaat ontvangen als migratiebijdrage OV-chipkaart. Dit bedrag is bestemd voor bijdragen aan de RET en Connexxion voor de invoeringskosten van de OV-chipkaart in tram en bus en wordt naar verwachting 1e kwartaal 2007 toegekend aan de vervoerbedrijven. Eind 2006 bedraagt het aantal OV-chipkaarten dat in gebruik is circa 300.000, inclusief de door de NS uitgegeven kaarten. Met de OV-chipkaart kan eind 2006 gereisd worden op de metro en de Connexxion-bussen op Voorne-Putten/Rozenburg en Barendrecht/Ridderkerk. Beheer & onderhoud railinfra Om te komen tot een optimale aansturing van het beheer en onderhoud van de railinfrastructuur is onder leiding van het bureau APPM en in samenwerking met de RET een traject gestart. Inmiddels is de startnotitie opgeleverd waarin de stappen die moeten leiden tot een eenduidige aansturing van het beheer en onderhoud zijn omschreven. Veilige en beschikbare infrastructuur alsmede transparantie van de te verrichten inspanningen en bijbehorende kosten zijn hierbij sleutelbegrippen. De werkzaamheden hebben geleid tot de opstelling van een beheers- en onderhoudscontract dat in het 1e kwartaal 2007 met de RET zal worden gesloten. Sociale veiligheid De maatregelen uit de meerjarenprogramma’s sociale veiligheid van de concessiehouders zijn voor 2006 uitgevoerd. Uit de OV-klantenbarometer 2006 blijkt dat het oordeel van de reiziger over de sociale veiligheid in het openbaar vervoer binnen de stadsregio Rotterdam verbeterd is in vergelijking met het oordeel dat in 2005 is gegeven. Dit geldt zowel voor de veiligheid op de halte als voor de veiligheid tijdens de rit. De doelstellingen voor de verschillende prestatie-indicatoren worden voor 2006 nagenoeg behaald. Alleen het veiligheidsgevoel van de reiziger in de metro (waardering 7,1) blijft iets achter bij het gestelde doel (waardering 7,2). Toegankelijkheid In lijn met het landelijk beleid streeft de stadsregio ernaar dat in 2010, doch uiterlijk in 2015, tweederde van de reizigers met een mobiliteitsbeperking een “toegankelijke” reis met het openbaar vervoer kan maken. Naast de inzet van toegankelijk materieel in de stadsregio dient een groot deel van de bushaltes te worden aangepast. Gezien het belang hiervan is in 2006 in de subsidieverordening Verkeer en Vervoer van de stadsregio de mogelijkheid opgenomen een bijdrage van 50% te verstrekken aan wegbeheerders bij het toegankelijk maken van de haltes. In het 3e kwartaal van 2006 zijn de voorbereidingen gestart voor de actualisatie van het thans geldende meerjarenplan toegankelijkheid 2005-2010. Naar verwachting leidt dit in het 1e kwartaal 2007 tot de vaststelling van een nieuw meerjarenplan toegankelijkheid. Reisinformatie De beleidslijn Reisinformatie van de stadsregio geeft aan dat de stadsregio een stimulerende en faciliterende rol speelt bij de totstandkoming van dynamische reisinformatiesystemen (DRI-systemen). Inmiddels zijn de metro en alle TramPluslijnen van DRI-systemen voorzien. De stadsregio werkt aan de verdere uitbouw van de DRI-systemen op het overig deel van het tramnet en op het toekomstvaste deel van het busnet. In 2006 zijn in relatie tot de concessie Voorne-Putten/Rozenburg afspraken gemaakt tussen de stadsregio, de wegbeheerders en Connexxion over de aanleg van DRI-systemen op de belangrijkste haltes. Naar verwachting wordt door de stadsregio in het 1e kwartaal 2007 subsidie verleend voor de uitvoering van de werkzaamheden. Wat heeft het gekost?
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 30 -
verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten exploitatie openbaar vervoer
1.536.686
130.704.108
143.649.056
142.112.370
sociale veiligheid
80.823
14.977.018
19.284.964
19.204.141
toegankelijkheid
0
1.377.718
0
0
bedrijfsvervoer
0
572.500
654.000
654.000
-758.470
744.012
0
758.470
15.236.000 -42.128
0 0
15.236.000 0
0 42.128
1.364.640
0
1.364.640
0
-15.223
21.439.435
7.926.519
7.941.742 1.057.643
projectkosten Kosten invoering OV-chipcard Kosten Algera kaartje OV-concessies, beleidsontw. en stimuleringsbijdr. beheer en onderhoud railinfrastructuur Apparaatslasten Overige lasten Dotatie voorziening Algera kaart Dotatie voorziening OV-chipkaart Dotatie voorziening RIS Schiedam Dotatie aan voorziening OV Dotatie aan voorziening BDU Totaal
78.107
752.576
1.135.750
-756.850
0
0
756.850
-279.636 -12.735.564
0 0
0 0
279.636 12.735.564
-100.000
0
0
100.000
-6.612.161
2.650.000
0
6.612.161
-135.896
3.867.251
366.329
502.225
-3.139.671
177.084.618
189.617.258
192.756.929
-22.596.064
176.341.000
149.086.730
171.682.794
0
117.634
0
0
19.284.964 8.160.000
0 0
19.284.964 8.160.000
0 0
Baten Rijksbijdragen Vrijval verplichtingen bijdrage BDU sociale veiligheid bijdrage BDU beheer en onderhoud railinfrastructuur bijdrage BDU migratie OV-chipcard
0
0
12.735.564
12.735.564
-6.208.768
0
0
6.208.768
baten Algera kaart
-321.764
0
0
321.764
overig baten
-894.809
0
0
894.809
0
0
0
0
-563.230 -3.139.671
625.984 177.084.618
350.000 189.617.258
913.230 192.756.929
0
0
0
0
bijdrage BDU beheer
Algemene dekkingsmiddelen Rente Totaal
Saldo van de activiteit
Ontwikkeling voorziening OV Stand per 1-1-2006
356.252
Mutaties: toevoegingen onttrekkingen
6.612.161 0 +
Stand per 31-12-2006
6.968.413
Ontwikkeling voorziening OV-chipcard Stand per 1-1-2006
2.650.000
Mutaties: toevoegingen onttrekkingen
12.735.564 0 +
Stand per 31-12-2006
15.385.564
Ontwikkeling voorziening Algera kaartje Stand per 1-1-2006 Mutaties:
0
toevoegingen onttrekkingen
279.636 0 +
Stand per 31-12-2006
279.636
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 31 -
7.10
Activiteit:
Beheerkosten Groenakkoord
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Regionaal Groen J.H.M. Hermans
Wat wilden we bereiken? Het beheer van de groengebieden die in het kader van het Groenakkoord worden gerealiseerd, gedurende een periode van 10 jaar vanaf de realisatie. Wat hebben we ervoor gedaan? De stadsregio heeft het overgrote deel van haar bijdrage aan het groenakkoord bestemd voor beheer. Tot 2010 wordt jaarlijks een reservering gedaan voor dit doel. Bij afronding van de planvorming van groenakkoordprojecten wordt, afhankelijk van de grootte van het project, een financiële bijdrage vrijgemaakt. Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
Lasten Directe lasten
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
0
0
0
0
-11.149
389.821
399.431
410.580
Totaal
-11.149
389.821
399.431
410.580
-11.149
389.821
399.431
410.580
Totaal
-11.149
389.821
399.431
410.580
0
0
0
0
Dotatie aan voorziening
Baten Algemene dekkingsmiddelen
Saldo van de activiteit
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 32 -
7.11
Activiteit:
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Beleidsontwikkeling en Programmamanagement Regionaal Groen Regionaal Groen J.H.M. Hermans
Wat wilden we bereiken? De inspanningen die worden gepleegd binnen het beleidsveld groen richten zich op de dubbele doelstelling die al in 1993 in ROM-Rijnmondverband is vastgelegd: ‘verbeteren van de economische situatie en het verbeteren van de leefbaarheid in de Rotterdamse regio’. Van deze hoofddoelstelling is een aantal meer specifieke subdoelstellingen afgeleid, waarvan ‘verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit’ onder andere door middel van groenontwikkeling inhoud wordt gegeven. Op basis van het in 2005 door de regioraad en GS vastgestelde Regionaal Groenblauw Structuur Plan 2 (RGSP2) en het daaraan gekoppelde Uitvoeringsprogramma zijn prioriteiten gesteld en is een fasering aangebracht in de groenprojecten die in onze regio gerealiseerd moeten worden. De belangrijkste elementen in het uitvoeringsprogramma zijn: • vóór 2010 is 993 ha gereed (laaghangend fruit). Daarmee is een (beschikbaar) bedrag van € 145 miljoen gemoeid; • vóór 2010 is 2.354 ha van de eerste prioriteit projecten uitvoeringsgereed gemaakt en deels in uitvoering. Hiervoor is € 411 miljoen beschikbaar. Op deze projecten is, na de inzet van vrije middelen uit het groenakkoord en van de provincie, nog een tekort van circa € 20 miljoen. Dit tekort wordt opgelost door onder andere eenvoudiger inrichten en bijdragen uit andere bronnen, bijvoorbeeld waterschappen of commerciële voorzieningen; • vóór 2010 zijn zes verbindingen met prioriteit gerealiseerd en een aantal barrières opgeheven. Dit vergt een investering van circa € 36 miljoen + PM (a.g.v. PM in provinciaal Fietsplan). Hiervan moet nog ongeveer € 5,6 miljoen + PM worden opgebracht door de regio (gemeenten, waterschappen, recreatieschappen, stadsregio en provincie). De fietspaden die zijn opgenomen in het RGSP2 komen ook voor in het provinciale Fietsplan en/ of het Regionaal Verkeer- en Vervoer Plan; • de komende jaren moet worden gezocht naar financieringsmogelijkheden voor de 2e en 3e prioriteitsprojecten (realisatie in de periode 2010 – 2020) waarvoor nu slechts € 25 miljoen beschikbaar is; • de stadsregio gaat de regie voeren over de groenprojecten in de Noordrand, Voorne-Putten/Rozenburg en de Maasmond. De provincie doet dat in de regioparken Midden-Delfland, Rottemeren en IJsselmonde. Regie voeren betekent organiseren dat projecten uitvoeringsgereed worden door inzet van alle bevoegdheden, instrumenten en middelen. • op 1 september 2005 hebben de stadsregio en de provincie na overleg met de regionale partners voorstellen geformuleerd over de wijze waarop de regiorol wordt ingevuld; • de provincie en de stadsregio treden gezamenlijk in overleg met de gemeenten over de organisatie, taken en financiering van het beheer. Wat hebben we ervoor gedaan? Het onderzoek naar de wijze waarop de regierol in de deelgebieden Noordrand, Maasmond en VoornePutten/Rozenburg het beste kan worden ingevuld is inmiddels afgerond en vertaald in concrete acties. De uitvoeringsafspraken met de provincie zijn gereed en geaccordeerd door het DB en GS. Het onderzoek voor de recreatieve concentratiepunten is afgerond. De resultaten zijn inmiddels verwerkt tot een aansprekend boekje. Op Voorne-Putten is een project gestart waarin wordt gezocht naar mogelijkheden om de daar gewenste natuurontwikkeling langs de kreken te koppelen aan andere activiteiten zoals recreatie en bijvoorbeeld landelijk wonen. De rapportage is gereed en ook bestuurlijk besproken met de deelnemende partijen (regiogemeenten op Voorne-Putten, waterschap). Inmiddels zijn vervolgafspraken geformuleerd om de gewenste ontwikkelingen nader in te vullen en de realisatie dichter bij te brengen. Voor het Hoeksepark is in juni een samenwerkingsovereenkomst ondertekend door de gemeente Bergschenhoek, het recreatieschap Rottemeren en de stadsregio. Het recreatieschap heeft op basis van een offerte inmiddels de uitvoering ter hand genomen. De gemeente Bergschenhoek heeft de bestemmingsplanprocedure opgestart. Voor het Landscheidingspark is door Bergschenhoek een ontwerp op hoofdlijnen gemaakt en is een fasering voor de realisatie opgesteld. De stadsregio heeft de financiering (uit het Fonds Groen) ervan toegezegd. Voor de groene verbinding over de A15 / Betuwelijn is het Programma van eisen en beeldenboek inmiddels opgeleverd en is gemeentewerken Rotterdam begonnen met het maken van het definitieve ontwerp en coördinatie van de procedures. Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 33 -
Ten behoeve van het project Oranjebuitenpolder is de aan te kopen grond opnieuw getaxeerd door het OBR en DLG. Er is nu overeenstemming over de te hanteren grondprijs. Punt van nader onderzoek is het gewenste en haalbare inrichtingsniveau. In het voorjaar van 2007 moet hierover besluitvorming plaatsvinden. Voor de PMR-projecten Vlinderstrik en Schiezone zijn masterplannen opgesteld. Deze zijn inmiddels bestuurlijk vastgesteld. December 2006 is de eerste monitoringrapportage RGSP2 opgeleverd. De belangrijkste conclusies daaruit zijn: • Het merendeel van de laaghangend fruit-projecten loopt goed. Daardoor zal in 2010 911 ha groen zijn gerealiseerd. De 18 kilometer fietspad (rondje Voorne-Putten) is al aangelegd. Daarnaast zijn er enkele projecten (in totaal 218 ha) waar zich kleinere knelpunten voordoen die met extra aandacht oplosbaar zijn. Dit betekent dat de doelstelling uit het RGSP2 ruim gehaald zal gaan worden. In totaal kan 1129 ha worden gerealiseerd. • Het merendeel van de 1e prioriteitprojecten is in 2010 uitvoeringsgereed. Dit betekent circa 1809 ha en bijna 7 kilometer fietspad (19 projecten). Er is een aantal projecten (samen 526 ha) met kleinere knelpunten die met extra aandacht positieve resultaten kunnen boeken. De verwachting is dan ook dat met deze extra inzet de doelstelling uit het RGSP2 van 2354 ha uitvoeringsgereed nagenoeg (namelijk 2335 ha) gehaald kan worden. • De financiële tekorten zijn teruggedrongen. Was in het RGSP2 voor 2978 ha nog sprake van een tekort van € 71 miljoen, nu is dat € 31,75 miljoen. Voor de doelstelling van 2354 ha bedroeg het tekort € 15 miljoen terwijl dat nu is teruggebracht tot € 3,15 miljoen. Dit is met name veroorzaakt doordat de financiering van het Hoeksepark en Spijkenisse zuid-oost is geregeld. Voor de volgende activiteiten zijn offertes opgesteld : Middelweg, Schapengors en Financiering 2e en 3e prioriteitprojecten. Deze zullen in 2007 ten uitvoer worden gebracht. Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Uitbestedingen
116.736
572.880
750.103
633.367
Apparaatslasten
-21.791
363.902
351.955
373.746
Dotatie aan voorziening Investeringen Groenakkoord
-116.736
32.737
32.737
149.473
Totaal
-21.791
969.519
1.134.795
1.156.586
-9.536
59.964
59.964
69.500
Totaal
-12.255 -21.791
909.555 969.519
1.074.831 1.134.795
1.087.086 1.156.586
0
0
0
0
Baten Provinciale bijdrage Algemene dekkingsmiddelen
Saldo van de activiteit
Toelichting op weergegeven cijfers: Over 2006 is een overschot ontstaan van €149.000. Dit overschot valt samen met de voorziening (€ 259.559) vrij. Er zal een voorstel voor de regioraad worden opgesteld om deze twee bedragen toe te voegen aan het budget investeringen groenakkoord. Doel van dat budget is om relatief kleine tekorten bij de realisatie van groenprojecten te financieren.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 34 -
7.12
Activiteit:
Fonds Groen
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Regionaal Groen J.H.M. Hermans
Wat wilden we bereiken? Het realiseren van groengebieden in het kader van het groenbeleid. Wat hebben we ervoor gedaan? Vanuit het Fonds Groen worden tot 2010 diverse projecten uit het RGSP2 gefinancierd Wat heeft het gekost?
verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Directe lasten Dotatie aan voorziening Totaal
1.721.081
0
6.720.000
-1.761.787
0
0
4.998.919 1.761.787
-40.706
0
6.720.000
6.760.706
Baten Omslagbijdrage gemeenten rente baten Algemene dekkingsmiddelen Totaal
Saldo van de activiteit
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 35 -
0
0
6.720.000
6.720.000
-40.706
0
0
40.706
0 0
0 0
0 6.720.000
0 6.760.706
-40.706
0
0
0
7.13
Activiteit:
Sociaal Beleid (vh Werk en Inkomen)
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Jeugdzorg en Sociaal Beleid L.K. Geluk
Wat wilden we bereiken? Sociaal Beleid is gericht op het verbeteren van de mogelijkheden van burgers om te kunnen deelnemen aan de samenleving. Het doel daarvan is een bijdrage te leveren aan de versterking van sociale cohesie van de samenleving. In de Regionale Agenda Samenleving 2006-2008 is een aantal beleidsterreinen en doelstellingen omschreven. Wat hebben we ervoor gedaan? Kaders voor dit beleidsonderdeel zijn het Werkprogramma Sociaal Beleid 2004-2006 en de bestuursovereenkomst met de provincie Zuid-Holland. Dit laatste is aangevuld met het Werkprogramma Sociaal Beleid 2006. In 2006 zijn onderstaande werkzaamheden uitgevoerd. 1. vormgeving van arbeidsmarktbeleid De stadsregio Rotterdam is ambtelijk intensief betrokken geweest bij de omvorming van het Platform Arbeidsmarktbeleid Rijnmond (PAR) naar het nieuwe Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA). Daarbij is een nieuwe positionering en inrichting van de regionale aanpak ontstaan. 2. onderhouden netwerk volwasseneneducatie De stadsregio Rotterdam is sinds de verkiezingen van mei 2006 bestuurlijk niet meer betrokken bij OLIVER. De voortgezette ambtelijke betrokkenheid heeft mede geleid tot het regionale aanvalsplan laaggeletterdheid. 3. trekker van Regionaal Actieplan Laaggeletterdheid Op verzoek van de provincie Zuid-Holland en het bestuur van de gemeenschappelijke regeling ten behoeve van de inkoop van volwasseneneducatie (OLIVER), is de stadsregio Rotterdam trekker bij opstarten van een regionale aanpak van deze problematiek. Er is een vooronderzoek uitgevoerd en een regionaal projectleider aangesteld. 4. participatieprojecten allochtone vrouwen Op 15 maart 2006 heeft het dagelijks bestuur ingestemd met de subsidieregeling gericht op het verbeteren van de participatie van allochtone vrouwen. Als gevolg hiervan ondersteunt de stadsregio Rotterdam nu 19 projecten met een looptijd tot medio 2008. 5. samenwerking met partners Op basis van de RAS heeft de stadsregio Rotterdam samengewerkt met de Stichting Stimulans, PJ Partners, de Regionale Commissies Gezondheidszorg NWN en DWO en het Zorgberaad Rijnmond-Zuid. 6. projectsubsidies: a. integratieprojecten (Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen); b. sociale cohesie (Barendrecht); c. preventie huiselijk geweld onder allochtonen (NWN) d. aanbesteding CVV (Voorne-Putten) e. aanvullende startsubsidie Belbus (Krimpen) f. maatschappelijke stages (Ridderkerk) g. ouderenproof (Krimpen aan den IJssel) In de loop van 2006 is gebleken dat voor het ten uitvoer brengen van de RAS een goede strategie noodzakelijk is. Deze strategie behelst een meer vraaggerichte agenda, het benoemen van thematische speerpunten, een consistente aanpak en het zoeken naar integraliteit. Wat heeft het gekost?
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 36 -
verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Directe lasten
158.060
274.268
373.091
215.031
Apparaatslasten
-16.193
195.257
185.560
201.753
Dotatie voorziening subsidie provincie ZH
-158.060
0
0
158.060
Totaal
-16.193
469.526
558.651
574.844
0
250.000
330.000
330.000
Totaal
-16.193 -16.193
219.526 469.526
228.651 558.651
244.844 574.844
0
0
0
0
Baten Provinciale subsidie Algemene dekkingsmiddelen
Saldo van de activiteit
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 37 -
7.14
Activiteit:
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Jeugdzorg Jeugdzorg en Sociaal Beleid L.K. Geluk
Wat wilden we bereiken? Conform de missie, zoals geformuleerd in het beleidskader jeugdzorg 2005 – 2008, wil de stadsregio zorgen voor een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid van de jeugdzorg via Bureau Jeugdzorg. Daarnaast streeft de stadsregio naar een toereikend, cliëntgericht en samenhangend zorgaanbod dat is afgestemd op de vraag. Hierin wordt hulp op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze geboden. De stadsregio bevordert daarom ook de samenwerking tussen ketenpartners en de intersectorale samenwerking binnen de jeugdzorg. Hierbij geldt de Wet op de Jeugdzorg, die op 1 januari 2005 in werking is getreden, als wettelijk kader. Wat hebben we ervoor gedaan? Algemeen Ook 2006 is weer een bewogen jaar voor de jeugdzorg gebleken. Met name de vondst van het “Maasmeisje” was een tragische gebeurtenis. Daarnaast stond 2006 in het teken van het wegwerken van de wachtlijsten bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het zorgaanbod (wachtlijsten langer dan 9 weken). Tenslotte is begin november een begin gemaakt met het traject “Ieder kind wint” waarbij het streven is de gehele jeugdketen te versterken. Toegang tot de jeugdzorg (bureau jeugdzorg) In 2006 is de door de stadsregio ontwikkelde productfinanciering voor de bekostiging van het bureau jeugdzorg ingevoerd. Hiermee kan de stadsregio sturen op de inzet van de capaciteit van het bureau jeugdzorg. Mede hierdoor was het goed mogelijk zodanig middelen in te zetten waarmee de wachtlijsten bij het AMK eind 2006 nagenoeg (er resteerden 9 wachtenden) helemaal konden worden weggewerkt. Daarnaast is het bureau jeugdzorg gestart met een aantal trajecten die tot snellere doorstroming en een hogere kwaliteit van werk moeten leiden: het Deltaplan gezinsvoogdij met als doel verlaging van de caseload bij gezinsvoogden, de Doorbraakaanpak met als doel versnellen van doorlooptijden en de invoer van het protocol indicatiestelling jeugd-GGZ ter verhoging van de kwaliteit van de indicatiestelling voor dit deel van de jeugdketen. Zorgaanbod In 2006 zijn er extra middelen ten behoeve van het zorgaanbod vrijgekomen. Hiermee is in 2006 de volgende extra capaciteit gerealiseerd: Zorgvorm Residentieel Dagbehandeling Pleegzorg Ambulante hulp
Extra capaciteit 84 77 99 Ca. 375 trajecten
Daarnaast is het reeds bestaande zorgaanbod in 2006 kritisch bekeken waarbij de financiering van een aantal programma’s (deels) is gestopt aangezien het (delen van) programma’s betrof waarvoor geen indicatie door het bureau jeugdzorg werd afgegeven. Aansluiting met lokaal jeugdbeleid In 2006 is met alle gemeenten een convenant gesloten. In deze convenanten zijn afspraken gemaakt over de aansluiting tussen het lokale, preventieve jeugdbeleid en het stadsregionale jeugdzorgbeleid. Daarnaast is het aantal voorposten van het bureau jeugdzorg uitgebreid. In 2006 zijn nieuwe voorposten geopend in Schiedam en Vlaardingen.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 38 -
Wat heeft het gekost?
verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Bijdragen aan instellingen AMK projecten Projectkosten Bijdrage aan Bureau Jeugdzorg
24.311.880
81.363.828
77.634.704
53.322.824
653.976 -73.289
215.649 90.751
653.976 0
0 73.289
-27.276.139
0
0
27.276.139
Bijdrage aan PZH ivm penvoerderschap horizon
-40.851
0
5.611.776
5.652.627
RAS projecten
-29.149
0
103.171
132.320
Apparaatslasten
-55.637
715.024
662.050
717.687
Rente Dotatie aan voorziening aanvalsplan wachtlijsten Dotatie aan voorziening algemeen (doeluitkering) Totaal Baten Rijksbijdrage van VWS Rijksbijdrage van Justitie Bijdrage zorgaanbod (Rdam en PZH)
0
0
0
0
-2.156.491
0
0
2.156.491
1.487.970 -3.177.730
2.280.725 84.665.977
2.675.442 87.341.119
1.187.472 90.518.849
14.465.665
80.212.434
86.266.069
71.800.404
-17.158.531
0
0
17.158.531
-43.325
2.448.264
323.000
366.325
Bijdrage gemeente Rotterdam bestuurskosten
0
607.206
408.003
408.003
bijdrage VWS bestuurskosten
0
bijdrage PZH bestuurskosten
-753
49.247
50.000
0
1.230.138
0
0
0 -2.700.000
0 0
0 0
0 2.700.000
Algemene dekkingsmiddelen
-54.883
157.818
204.801
259.684
Rente
-39.843
10.117
90.000
129.843
-5.531.669
84.665.977
87.341.120
92.872.789
2.353.939
0
-1
-2.353.940
- onttrekking bestemmingsreserve BWS, reeds geakkoordeerd
0
-1.469.862
0
- toevoeging aan voorziening Bestrijding Wachtlijsten
0
1.469.862
2.353.939
0
Incidentele baten bestrijding wachtlijsten bijdrage PZH bestuurskosten vrijval voorziening wachtlijsten
Totaal
Resultaat vóór bestemming Voorgestelde mutatie in de reserve / voorziening
Saldo van de activiteit
0 0
-1
-2.353.940
Toelichting op weergegeven cijfers: Allereerst zal worden ingegaan op de verschillen tussen de cijfers van de rekening 2006 en de cijfers van de begroting 2006 (cijfers tweede begrotingswijziging). Daarna zal iets worden gezegd over de ontwikkeling van de voorzieningen. Tenslotte vindt u een overzicht van de instellingen die subsidie ontvangen van de stadsregio Rotterdam dan wel om andere redenen door stadsregio werden gefinancierd. Ontwikkeling Baten De stijging van de baten met ca. 3 miljoen wordt voor het overgrote deel veroorzaakt door de jaarlijkse indexering van de Overheidsbijdrage voor Arbeidskostenontwikkeling (OVA) en de aanpassing van de normbedragen en aantallen cliënten bij de financiering van de justitiële taken van het bureau jeugdzorg (BJZ). Het gaat hierbij om ca €2.5 miljoen. Daarnaast ontving de stadsregio aan het eind van jaar incidentele middelen voor het AMK (ca. €300.000) en huisvesting (ca. €100.000). Ontwikkeling Lasten Bij de stijging van de lasten speelt de doorbetaling van de OVA en de aanpassing van de normen en aantallen bij de financiële taken van BJZ een grote rol. Het gaat hierbij om ca. €2.6 miljoen. Dit bedrag is hoger dan de stadsregio heeft ontvangen voor deze onderwerpen. Dit heeft te maken met het feit dat de OVA ook is toegepast op de projecten in het kader van het aanvalsplan terwijl dat door het Rijk niet is gebeurd. Daarnaast is eind 2006 ca. €500.000 subsidie gegeven aan BJZ ten behoeve van het Deltaplan Gezinsvoogdij. Dit budget was al langer beschikbaar maar is pas ter beschikking gesteld na het inleveren van een plan van aanpak ten behoeve van het Deltaplan. Daarnaast heeft een betaling aan de stichting Stek plaatsgevonden van ca. €100.000 waarmee een correctie plaatsvond die terugging tot het jaar 2000. Ook zijn eind 2006 nog een aantal subsidies in het kader van de RAS-middelen uitgekeerd en is de Ruwenbergconferentie georganiseerd waar de nodige kosten mee gemoeid zijn (samen ca. €100.000). Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 39 -
Deze stijging van de uitgaven werd deels gecompenseerd doordat, naar aanleiding van een advies van de bezwaarschriftencommissie in de zaak Horizon 2002, een bedrag van ca. €200.000 is teruggevorderd van de stichting Horizon. Ontwikkeling voorzieningen Ten aanzien van de voorziening dubieuze debiteuren geldt dat er geen wijziging is opgetreden. Deze voorziening is in het leven geroepen om de risico’s in het kader van twee bezwaarprocedures af te dekken. In de ene zaak is uitspraak gedaan maar is de instelling in beroep gegaan bijde bestuursrechter (Horizon). In het andere geval heeft de commissie de stadsregio in het gelijkgesteld (Lindenhof). De terugvordering van ca. €300.000 zal in 2007 plaatsvinden. De voorziening jeugdzorg algemeen is in 2006 flink toegenomen in omvang. Dit komt in de eerste plaats omdat er bijna €2,2 miljoen wordt gereserveerd voor uitvoering van het aanvalsplan in 2007. Daarnaast is het resterende positieve resultaat van bijna €1.2 miljoen ook aan deze voorziening toegevoegd. Hier staat tegenover dat de in 2005 in deze voorziening opgenomen middelen ten behoeve van het AMK in 2006, ook in 2006 ten behoeve van het AMK zijn uitgegeven. Tenslotte heeft de jeugdzorg beschikking over€2.7 miljoen aan stadsregionale middelen. Deze zijn opgenomen in de voorziening bestrijding wachtlijsten. In 2006 is hier ca. €350.000 ingezet voor een drietal projecten. In 2007 zullen deze projecten het volledige jaar worden gefinancierd en zal de rest van deze middelen voor het aanvalsplan wachtlijsten worden ingezet. De verwachting is dan ook dat deze voorziening na 2007 niet meer zal bestaan. Overzicht door de stadsregio gesubsidieerde instellingen in 2006 Bij dit overzicht moet worden opgemerkt dat het voorlopige cijfers betreft. Definitieve vaststelling van de subsidiebedragen vindt pas plaats medio 2007 op basis van de jaarrekeningen die de instellingen uiterlijk 1 april 2007 bij de stadsregio moeten indienen. In het overzicht zijn separate betalingen (bijv. als gevolg van correcties) niet meegenomen. Subsidies uit de doeluitkeringen Bureau Jeugdzorg Flexus Lindenhof Stek Provincies Zuid holland tbv bovenregionale voorzieningen Horizon Horizon Timon Prokino AKJ Humanitas NVP Subsidies uit de RAS-middelen PJ Partners Capelle aan den IJssel Schiedam Jeugd- en Jongerenwerk Midden Holland Maassluis
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 40 -
27.833.483 19.924.469 17.482.663 10.325.025 5.652.627 3.713.177 788.034 659.255 174.915 117.563 22.362 95.460 25.000 23.800 18.873 5.350
7.15
Activiteit:
Maatschappelijke Opvang
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Jeugdzorg en Sociaal Beleid L.K. Geluk
Wat wilden we bereiken? De opvang van zwerfjongeren. De stadsregio betaalt mee aan een opvangvoorziening voor zwerfjongeren, het pension Maaszicht. Hier worden jongeren opgevangen en toegeleid naar school, werk en zelfstandig wonen. Dit zijn jongeren tussen 18 en 23 jaar die vaak een lange weg in het hulpverlenings- en/of het justitiële circuit achter de rug hebben. Wat hebben we ervoor gedaan? Er is een aanvullende bijdrage verstrekt voor het bieden van pensionplaatsen aan zwerfjongeren. Er wordt geprobeerd de jongeren via een intensief individueel begeleidingstraject te leren een zelfstandig bestaan te leiden Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Subsidie Maaszicht
0
204.002
207.531
207.531
Totaal
0
204.002
207.531
207.531
0
204.002
207.531
207.531
Totaal
0
204.002
207.531
207.531
0
0
0
0
Baten Algemene dekkingsmiddelen
Saldo van de activiteit
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 41 -
7.16
Activiteit:
ROM-Rijnmond
Beleidsprogramma: Milieu Portefeuillehouder: J.J. van Doorne Wat wilden we bereiken? De dubbeldoelstelling van ROM-Rijnmond luidt: “het versterken van de economie en het verbeteren van de leefbaarheid”. Deze doelstelling sluit naadloos aan bij het stadsregionale milieubeleid. De tijdhorizon van ROM-Rijnmond is in principe 2010, maar schuift wellicht op naar 2020. Dit is overeenkomstig het nieuwe Havenplan van Rotterdam en het RR2020. Besluitvorming hierover vond echter nog niet plaats (nieuw beleidsconvenant). Wat hebben we ervoor gedaan? Een vaste kostenpost is de jaarlijkse bijdrage aan de uitvoeringsorganisatie (€ 76.627). Het is in zijn algemeenheid moeilijk te voorspellen op welk moment aan ROM-partners een bijdrage wordt gevraagd voor nieuwe projecten. Daarom is een voorziening in het leven geroepen. Hierdoor worden grote verschillen in de per jaar te dragen lasten voorkomen. Als onderdeel van het Regionaal Actieprogramma luchtkwaliteit is door de stadsregio een onderzoek verricht naar de gevolgen voor de luchtkwaliteit van de realisatie van RR2020. Deze rapportage is in december opgeleverd maar niet vastgesteld. Dit vanwege het feit dat het ministerie van VROM andere gegevens heeft gebruikt voor haar scenarioberekeningen. In 2007 is het voornemen de rapportage met de nieuwe gegevens vast te stellen. De kosten van dit onderzoek, en van enkele andere onderzoeken worden door alle ROM-partners gedragen. Aan de stadsregio is dientengevolge een bijdrage gevraagd van ca. € 73.543. De totale kosten voor ROM-Rijnmond gerelateerde activiteiten bedragen daarmee 150.170. Het tekort op de begroting is bijgepast uit de voorziening ROM. Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Directe lasten ROM Rijnmond Directe lasten luchtkwaliteit Dotatie aan voorziening voor sub Luchtkwaliteit Dotatie aan voorziening voor proj. Luchtkwaliteit Totaal
0
130.237
136.482
2.094.336
0
2.500.000
136.482 405.664
-1.500.000
0
0
1.500.000
1.875.664
0
0
624.336
2.470.000
130.237
2.636.482
2.666.482
-30.000
0
2.500.000
2.530.000
0 0
130.237 130.237
136.482 2.636.482
136.482 2.666.482
-2.470.000
0
0
0
Baten Subsidie Luchtkwaliteit van Prov ZH Algemene dekkingsmiddelen Totaal
Saldo van de activiteit
Toelichting op weergegeven cijfers: Voor de werkzaamheden rondom de aanwending van middelen voor Luchtkwaliteit wordt verwezen naar de activiteit Overige Milieuactiviteiten. De middelen die nog niet in dit kader zijn aangewend, zijn middels twee voorzieningen gereserveerd voor 2007 en verder.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 42 -
7.17
Activiteit:
Overige Milieuactiviteiten
Beleidsprogramma: Milieu Portefeuillehouder: J.J. van Doorne Wat wilden we bereiken? De stadsregionale hoofddoelstelling voor het milieubeleid in de regio Rotterdam is het bevorderen van een leefbare regio met nadruk op veiligheid, duurzaamheid en een gezonde leefomgeving. Op basis van deze doelstelling wordt dit milieubeleid jaarlijks in een jaarprogramma milieu concreet gemaakt. Leidraad hierbij is het DB-programma 2002-2006 en het Meerjarenactiviteiten-programma Milieu 2003-2006. Zwaartepunt van het stadsregionale milieubeleid zal liggen op het incorporeren van de bovengenoemde drie thema's in de andere stadsregionale beleidsvelden en -plannen. Daarnaast wil de stadsregio een platform bieden voor bovenlokale initiatieven op milieugebied die inhoudelijk en financieel kunnen worden ondersteund. Voor financiële ondersteuning is in 2003 een Subsidieverordening vastgesteld. Wat hebben we ervoor gedaan? In 2006 zette de stadsregio zich vooral in voor 1. de problematiek rondom luchtkwaliteit, 2. de uitwerking van de proactieve milieustrategie uit RR2020 en 3. verlening van subsidies. Ad. 1 Luchtkwaliteit Onder regie van ROM-Rijnmond is in 2006 vorm gegeven aan een samenwerkingsverband voor luchtkwaliteit, het Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit. Hierbij werken de ROM-partners samen aan een geprogrammeerde aanpak van de luchtproblematiek. Coördinatie van de uitvoering vindt plaats door Rotterdam, op verzoek van en aangestuurd door het Directeuren Overleg Lucht (DOL). Halverwege 2006 is door het ministerie van VROM duidelijk gemaakt dat de stadsregio substantiële middelen tegemoet kan zien voor regionale activiteiten om de luchtkwaliteit te verbeteren. Een eerste tranche is inmiddels overgemaakt ter grootte van € 2,5 miljoen. Ad. 2 Proactieve milieustrategie Dit jaar is de milieuhygiënische opgave voor het RR2020 geïnventariseerd en op basis daarvan is de proactieve milieuaanpak RR2020 verder uitgewerkt. De proactieve milieuaanpak RR2020 is opgesteld in samenwerking met de regiogemeenten, provincie Zuid-Holland en DCMR, en vastgesteld door het dagelijks bestuur van de stadsregio. De proactieve milieuaanpak RR2020 is uitgewerkt langs drie hoofdlijnen; 1. Regionale aanpak van milieuhygiëne 2. Maatwerk milieu in ruimtelijke projecten 3. Milieumonitoring RR2020 Ad. 3 Verlening subsidies Op basis van de subsidieverordening milieu is in 2006 slechts € 25.000,- uitgegeven als bijdrage aan een haalbaarheidsonderzoek naar de toepassing van restwarmte door de gemeente Schiedam. Eind 2006 is door het DB en de regioraad ook een subsidieverordening luchtkwaliteit vastgesteld, die op 1 januari 2007 van kracht zal worden. Met deze subsidieverordening kunnen projecten worden gesubsidieerd uit het Regionale Actieprogramma Luchtkwaliteit (RAP), maar ook andere initiatieven kunnen in aanmerking komen voor subsidie. De basis voor het in het leven roepen van deze subsidieverordening is het feit dat de stadsregio van VROM middelen krijgt om de luchtkwaliteit te verbeteren. In 2006 is een eerste tranche van € 2,5 miljoen overgemaakt.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 43 -
Wat heeft het gekost?
verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Directe lasten
119.481
331.426
337.160
217.679
34.308 0
335.190 0
517.155 0
482.847 0
Totaal
153.789
666.616
854.315
700.526
153.789
666.616
854.315
700.526
Totaal
153.789
666.616
854.315
700.526
0
0
0
0
Apparaatslasten Dotatie aan voorziening
Baten Algemene dekkingsmiddelen
Saldo van de activiteit
Toelichting op weergegeven cijfers: De dotatie aan de nieuwe voorziening Proactieve Milieuaanpak wordt voor € 113.905 gefinancierd uit een overschot op het budget van de activiteit en voor € 180.513 gefinancierd uit vrijval op de voorziening ROM Rijnmond (welke niet zichtbaar is in de bovenstaande tabel, conform BBV).
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 44 -
7.18
Activiteit:
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Ruimtelijk Beleid Ruimtelijke Beleid J.W.J. Wolf
Wat wilden we bereiken? Doel van het programma Ruimtelijk Beleid is verbetering van de ruimtelijke structuur en kwaliteitsverbetering van de elementen die bijdragen aan een aantrekkelijk leef- en vestigingsmilieu. De activiteit Ruimtelijke Beleid operationaliseert deze doelstelling op de volgende wijze c.q. moet tot de volgende resultaten leiden: • In RR2020 vastgelegd ruimtelijk beleid, dat zo ontwikkeld is dat het op zoveel mogelijk draagvlak kan rekenen; • Realisatie van de met het rijk in 2004 overeengekomen Verstedelijkingsafspraken met als resultaat het volgende programma voor de periode 2000-2010: nieuwbouw van 75.000 woningen, 25.000 onttrekkingen en een verkoopprogramma van ongeveer 15.000 woningen. Hiermee komt het regionale percentage eigenwoningbezit op 40 á 45 %. Door bij de nieuwbouw en herstructurering blijvend in te zetten op de productie van woningen voor midden- en hogere inkomensgroepen wordt beoogd de woonkwaliteit te verbeteren, de woonmilieu-differentiatie te vergroten, de doorstroming te bevorderen en hiermee het herstructureringsproces op gang te houden. Hiermee wordt ook een betere spreiding van de sociale (huur-) voorraad en kansarme bevolkingsgroepen over de regio bewerkstelligd en een beter vestigingsklimaat bereikt waarmee de uitstroom van draagkrachtige bevolkingsgroepen tegengegaan kan worden; • Het zo goed mogelijk inpasssen van de stadsregionale belangen in plannen op hogere schaalniveaus en voor zover nodig in plannen van aangrenzende regio's; • (Mede)ontwikkelen van instrumenten (uitvoering en toetsing) en opbouw van een uitvoeringsorganisatie, gekoppeld aan het uitvoeringsprogramma RR2020; • Vertalen van beleid in strategische projecten. Daarnaast de operationalisatie en uitvoering van programma's en projecten, inclusief de bijdragen aan projecten. Wat hebben we ervoor gedaan? Uitvoeringsprogramma RR2020 De gezamenlijke projectorganisatie RR2020 van de stadsregio en de provincie is beëindigd. Als afsluiting daarvan is op 10 mei 2006 een bestuurlijke conferentie RR2020 georganiseerd. Om tot uitvoering van het plan te komen is een Uitvoeringsprogramma RR2020 vastgesteld. Hiervoor is binnen de stadsregio een nieuw werkverband geformeerd en bemenst. De afspraken tussen de stadsregio en de provincie die voortvloeien uit het uitvoeringsprogramma zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst over de uitvoering van RR2020. Uitvoering van strategische projecten en programma’s De uitvoering van RR2020 is goed gestart. Daarbij heeft de regio allereerst tijd en energie geïnvesteerd in een goede relatie en samenwerking met de regiogemeenten. Samen met de gemeenten zijn de opgaven en producten verder verkend, is het ambitieniveau van de opgaven en mogelijke knelpunten aangescherpt en zijn hierover afspraken gemaakt. Dit heeft geleid tot een breder draagvlak bij de betrokken partijen. Op projectniveau zijn de volgende resultaten geboekt: • In de Streekplanuitwerking Voorne, bestuurlijk getrokken door de stadsregio voor en in samenwerking met de gemeenten Westvoorne, Brielle, Bernisse en Hellevoetsluis, zijn de sanering van de glastuinbouw en aanwijzing van locaties voor golfbanen op Voorne uitgewerkt. De streekplanuitwerking heeft ter inzage gelegen in het kader van de formele zienswijzenprocedure in het kader van de Awb. De definitieve streekplanuitwerking en de Strategische Milieubeoordeling Streekplanuitwerking Voorne betreffende de golfbanen zijn door de stadsregio vastgesteld en worden in 2007 voorgelegd aan de provincie ter besluitvorming. • T.b.v. het project Landelijk Wonen (op locaties in de gemeenten Albrandswaard, Hellevoetsluis en Spijkenisse/Bernisse) is in 2006 een startnotitie opgesteld. Daarna is een Verkenning Landelijk Wonen opgesteld, die aantoont dat de RR2020-doelen groen verbeteren en woningen realiseren door middel van het project Landelijk Wonen voor alle betrokken partijen positieve resultaten zal opleveren. De Verkenning wordt in januari 2007 vastgesteld door de stuurgroep en hiermee is de verkenningsfase halverwege; er moeten in 2007 met betrokken gemeenten afspraken worden gemaakt over de verdere aanpak van dit project. • De projecten in het kader van de bedrijventerreinenontwikkeling Zuidflank binnen de regio, verkeren in een verkennende fase, met als uitzondering de bedrijvenster Brielle, die is meegenomen met het project Voorne. • Voor het project rivierzones is een aanpak vastgesteld, waarbij de relevante gemeenten (Maassluis, Vlaardingen, Schiedam, Rotterdam, Capelle a/d IJssel, Krimpen a/d IJssel, Ridderkerk en Spijkenisse) meer betrokken zullen gaan worden. • Voor de projecten Noordas en Knooppunten worden de knelpunten van de lopende projecten in kaart gebracht, worden oplossingsrichtingen voorgesteld en wordt gewerkt aan een vervolgorganisatie. Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 45 -
• • •
Voor de gemeente Lansingerland wordt gewerkt aan een gemeentelijke structuurvisie, waarin voor de regio de ontwikkeling tot duurzaam glaslandschap van belang is. Er is een onderzoek gestart naar een ontwikkelings-/investeringsstrategie voor de periode na 2010. De communicatiemiddelen voor RR2020 zijn geactualiseerd en gericht op de ondersteuning van de uitvoering.
Advisering en toetsing regionaal structuurplan RR2020 Er zijn afspraken gemaakt tussen de provincie en de stadregio over de afstemming en toetsing van ruimtelijke plannen. Volgend uit die formele rol heeft de stadsregio Rotterdam in 2006 een met het stadsgewest Haaglanden gedeelde zetel in de Provinciale Planologische Commissie (PPC) gekregen. Met de gemeenten is afgesproken dat ruimtelijke plannen voor advies aan de stadsregio worden aangeboden. Er is een tweewekelijks overleg tussen stadsregio en provincie om de toetsing en advisering van de plannen af te stemmen. Daarnaast hebben de stadsregio en provincie gezamenlijk één of twee keer per jaar overleg met gemeenten. Bovenregionaal beleid en projecten De stadsregio neemt actief deel aan het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel, het Samenwerkingsverband Regio Randstad en het samenwerkingsverband Rijn-Schelde-Delta. De stadsregio participeert in de volgende bovenregionale projecten: IODS, Stedenbaan, Delflandse Kust en RZG/Zuidplas. Het afgelopen jaar is een aantal belangrijke mijlpalen bereikt op weg naar de uitvoering: IODS-convenant met budget voor realisatie van de A4, Intergemeentelijk Structuurplan voor de Zuidplaspolder en de intentieovereenkomst met NS over stedenbaan. Op het niveau van de Zuidvleugel is een aantal belangrijke besluiten genomen: het vaststellen van de Zuidvleugelvisie, de kabinetsbrief Zuidvleugel, de Netwerkanalyse en de afspraken daarover. Deze sluiten goed aan bij RR2020 en brengen de uitvoering van een aantal cruciale projecten dichterbij. Binnen het samenwerkingsverband Regio Randstad zijn de resultaten uit de evaluatie van het samenwerkingsverband van 2005 vertaald naar scherpere doelen, resultaten en activiteiten voor 2007. Verstedelijkingsafspraken Op 23 december 2004 is het convenant woningbouwafspraken 2005 tot 2010 met het rijk ondertekend. De stadsregio wordt geacht in die periode 38000 woningen te bouwen. De wijze waarop de stadsregio invulling wil geven aan die opgave is verwoord in het Regionaal woningbouw- en financieel scenario en in convenanten met alle regiogemeenten, waarin per gemeente afspraken zijn gemaakt over het aantal te bouwen woningen, hoeveel daarvan sociaal bereikbare huurwoningen zullen zijn en hoe de sociale woningvoorraad zich over de periode moet ontwikkelen. De woningbouwafspraken worden gemonitord. In 2006 is de eerste monitor verschenen (over de woningproductie in 2005). Bij het beoordelen van de resultaten van de eerste monitor woningbouwafspraken strijden optimisme en pessimisme om voorrang. De woningproductie in de stadsregio lijkt, na de terugval van de afgelopen jaren, met 6100 opgeleverde woningen weer op stoom te komen, maar er moet nog een (zeer) flinke schep bovenop, met name in de productie van sociaal bereikbare huurwoningen (in 2005 700 opgeleverde woningen). Dit beeld heeft zich in 2006 doorgezet: er zijn 6545 woningen opgeleverd, 447 meer dan in 2005. Echter, net als in 2005 komt de stadsregio daarmee niet in de buurt van een gemiddelde productie van ± 7600 woningen per jaar, nodig om de met het Rijk afgesproken taakstelling van 38.000 woningen te halen. In 2005 en 2006 zijn bij elkaar zo’n 12.500 woningen opgeleverd. Nog 25.500 woningen te gaan in 2007, 2008 en 2009. Dat betekent dat in de komende jaren gemiddeld 8500 woningen per jaar dienen te worden opgeleverd. De stadsregio is nooit verder gekomen dan (het overigens respectabele aantal van) 7645 woningen (in 1998). Positief is dat in 2006 12.219 woningen in de regio in aanbouw zijn genomen. Hierdoor lijkt het halen van de taakstelling nog mogelijk. Maar, zoals ook al bij het verschijnen van de monitor 2005 werd geconstateerd, dat vergt het leveren van een olympische prestatie, die, gezien de geconstateerde boeggolf in de woningproductie, in toenemende mate valt te betwijfelen. Ten opzichte van 2005 is ook de productie van sociaal bereikbare huurwoningen gestegen, van 696 in 2005 naar 811 in 2006. De toename mag echter teleurstellend worden genoemd wanneer die wordt beschouwd in relatie tot de totale taakstelling van 8488 te realiseren sociaal bereikbare huurwoningen: na twee productiejaren is 17% van de totale taakstelling gerealiseerd. Net als in 2005 komt het leeuwendeel van die productie op naam van Rotterdam: 63% in 2006 (en 51% in 2005). De productie van sociale woningen in de groeistedelijke en kleinstedelijke gemeenten lijkt, uitzonderingen als Berkel en Rodenrijs en Spijkenisse daargelaten, nog niet van de grond te komen. Naar aanleiding van de uitkomsten van de monitor heeft het dagelijks bestuur de portefeuillehouder opdracht gegeven alle regiogemeenten langs gaan om bovenstaande boodschap indringend onder de aandacht brengen. Gemeenten is ook worden gevraagd aan te geven of, en zo ja, waar, zij ondersteuning Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 46 -
kunnen gebruiken bij het realiseren van hun woningbouwtaakstelling. De taskforce woningbouw, een gezamenlijk team van VROM, provincie en stadsregio is daarmee (uiteraard in samenspraak met de betreffende gemeente) aan de slag gegaan. Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Uitbestedingen
193.709
1.766.285
1.607.878
-185.000
0
0
185.000
20.864
502.594
588.180
567.316
Totaal
29.572
2.268.879
2.196.058
2.166.486
0
185.750
0
0
Totaal
29.572 29.572
2.083.129 2.268.879
2.196.058 2.196.058
2.166.486 2.166.486
0
0
0
0
dotatie aan voorziening Apparaatslasten
1.414.169
Baten Bijdrage PZH RR2020 Algemene dekkingsmiddelen
Saldo van de activiteit
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 47 -
7.19
Activiteit:
Omslagfonds
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Wonen J.A. Karssen
Wat wilden we bereiken? Voor financiële ondersteuning aan gemeenten van de Verstedelijkingsopgave en de regionale opgave Stedelijke Vernieuwing zijn voor de periode 2005-2010 twee regionale geldstromen beschikbaar, het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (FVSV) en het Omslagfonds. Het Omslagfonds wordt gevoed door gemeentelijke bijdragen over iedere nieuw te bouwen woning of woningequivalent overeenkomstig de voorwaarden genoemd in de Omslagverordening 2005. Het wordt gebruikt voor bijdragen aan de regionale woningbouwopgave gerelateerde infrastructuur en grote regionale groenprojecten. Wat hebben we ervoor gedaan? In de meerjarenraming 2006 is de financiële ruimte in het Omslagfonds voor de periode 2006-2010 berekend op € 85 mln. Van dit bedrag is € 41 mln bedoeld voor de financiering van de restant verplichtingen per 31 december 2005 en de eerder gereserveerde bijdragen voor (Vinex)-projecten, € 44 mln is beschikbaar als extra bestedingsruimte in de periode 2006-2010. Met ingang van 1 januari 2006 worden de beschikbare financiële middelen uit het Omslagfonds bij wijze van budgetfinanciering ter beschikking gesteld van de sectoren Groen en Verkeer en Vervoer. De sectoren bepalen vervolgens hoe deze middelen worden ingezet voor projectfinanciering. Op basis van gemeentelijke opgaven worden de verschuldigde omslagbijdrage over het voorgaande kalenderjaar vastgesteld. Voor elke gemeente vindt in ieder geval voor 1 juli een voorlopige vaststelling plaats door directeur OBR namens het DB op basis van de beschikbare gegevens. Indien alle vereiste gegevens zijn aangeleverd, vindt de definitieve vaststelling plaats in het DB. In juni heeft directeur OBR aan alle achttien een voorlopige aanslag over 2005 opgelegd. Vervolgens heeft het DB op 5 juli, 13 september, 11 oktober, 15 november en 29 november voor alle achttien gemeenten de voorlopige aanslag omgezet in een definitieve aanslag. Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Investeringsbijdragen
0
0
0
Rente
0
330.869
0
0
3.530.893
43.936.648
17.007.545
13.476.652
3.530.893
44.267.517
17.007.545
13.476.652
16.954.059
13.371.560
Dotatie aan voorziening Totaal
0
Baten Omslagbijdragen
3.582.499
6.498.055
Correctie toekomstige baten
0
-69.709.988
0
Afwaardering voorziening ivm corr. toekomstige baten Afkoop omslag GU Berkel en Rodenrijs
0 0
57.579.553 28.000.000
0 0
Bijdrage uit Grondkostenfonds: 50% Landscheidingspark
0
9.769.462
0
0
-51.606
0
53.486
105.092
3.530.893
32.137.082
17.007.545
13.476.652
0
12.130.435
0
0
- bestemmingsreserve BWS
0
-12.130.435
0
0
Saldo van de activiteit
0
0
0
0
Rente Totaal
Resultaat vóór bestemming Voorgestelde onttrekking aan de reserve
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 48 -
Ontwikkeling voorziening verplicht V&V projecten Groenprojecten
subtotaal eliminatie interne verhoudingen totaal
stand per 1-1-2006
beschikkingen
vrijval
betalingen
stand per 31-12-2006
25.669.049
0
0
-6.870.000
767.226
5.572.774
0
-6.340.000
0 +
26.436.275 -25.669.049
5.572.774 -5.572.774
0 0
-13.210.000 12.442.774
18.799.049 -18.799.049 +
767.226
0
0
-767.226
Ontwikkeling voorziening nog te verplichten Stand per 1-1-2006
18.799.049
0
0
Mutaties: - ivm correctie toekomstige baten: teruggave BWS
-7.903.878
- ivm voorziening verplicht - dotatie saldo rekening
-5.572.774 13.476.652 +
Stand per 31-12-2006
0
Toelichting op weergegeven cijfers : Volgens de definitieve opgaven van alle achttien gemeenten is in 2005 begonnen met 4.529 woningen en 2.636 woningequivalenten op binnenstedelijke locaties en 1.923 woningen en 367 woningequivalenten op de grote uitbreidingslocaties (exclusief Noordrand III). De totaal verschuldigde omslag over 2005 is berekend op € 14.460.706. Over 2004 resteerde nog een negatief saldo van € 1.099.657. Op grond van de definitieve opgave is de verschuldigde bijdrage van de gemeente Berkel en Rodenrijs € 2.638 lager vastgesteld dan de voorlopige vaststelling. Dit bedrag wordt verrekend met een volgende aanslag. De opbrengst over 2005 wordt hierdoor vastgesteld op € 13.363.686. Daarnaast heeft het DB op 15 maart de verschuldigde omslagbijdrage over 2004 voor de gemeente Krimpen aan den IJssel definitief vastgesteld. Hierdoor is een extra opbrengst van € 7.873 gerealiseerd. In de meerjarenraming 2006 is gerekend met 7.800 woningen op basis van 6.000 woningen gerealiseerd in 2005 en de resterende taak gelijkmatig verdeeld over de jaren 2006-2010, d.w.z. 8.000 woningen per jaar. De gevolgen van de lagere productie in 2006 zullen worden bezien bij de actualisatie 2007. Op basis van de beschikbare kasmiddelen in het Omslagfonds is in 2006 € 6.870.000 overgemaakt aan de sector verkeer & vervoer. De restant verplichting V&V per 31 december 2005 ter grootte van € 25.669.049 is hierdoor verlaagd tot € 18.799.049 per 31 december 2006. Aan de sector Groen is € 6.340.000 overgemaakt. De restant verplichting Groen per 31 december 2005 ter grootte van € 767.226 is hierdoor volledig afgeschreven. Met het resterende kasgeld van € 5.572.774 kan de sector nieuwe verplichtingen aangaan.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 49 -
7.21
Activiteit: Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Wonen J.A. Karssen
Wat wilden we bereiken? Voor financiële ondersteuning van gemeenten voor de Verstedelijkingsopgave en de regionale opgave Stedelijke Vernieuwing zijn voor de periode 2005-2010 twee regionale geldstromen beschikbaar: het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (FVSV) en het Omslagfonds (OF). Het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing wordt gevoed door de rijksbijdrage BLS voor de verstedelijkingsafspraken, het beschikbaar gekomen budget ISV2 van de provincie en bijdragen ISV2 van de gemeenten Rotterdam en Schiedam en de restantbudgetten van ISV1 en Vinex Grondkostenfonds. Op grond van de Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing (VVSV) kunnen bijdragen worden verleend aan ISV2 programma- en projectgemeenten, de bouw van bereikbare sociale huurwoningen met een extra premie voor seniorenwoningen en de bouw van woningen op functieveranderingslocaties. Daarnaast is geld beschikbaar voor bodemsanering. Wat hebben we ervoor gedaan? Op 11 mei 2005 heeft de regioraad de Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010 (VVSV) definitief vastgesteld. Op basis van deze verordening is € 16 miljoen beschikbaar voor bijdragen aan programmagemeenten ISV2, € 2,5 miljoen voor projectgemeenten ISV2, € 35 miljoen voor de bouw van woningen op functieveranderingslocaties (€ 5000,- per woning) en € 35 miljoen voor de bouw van bereikbare sociale huurwoningen (€ 5000,- per woning) met een extra premie voor seniorenwoningen(€ 3000,- per woning) Voor bodemsanering heeft de regioraad € 7,9 miljoen beschikbaar gesteld, waarvan € 1 miljoen als basis bodembudget voor programmagemeenten ISV2. Op 11 mei 2005 heeft de regioraad het beleid en de procedures voor het toekennen van bijdragen vastgesteld. Op 7 december 2005 heeft het DB een reserveringslijst vastgesteld van projecten met maximale bijdragen bodemsanering. Op 5 juli 2006 heeft de regioraad de meerjarenraming “Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing: actualisatie 2006” vastgesteld. Binnen deze meerjarenraming zijn de inkomsten in de periode 2005-2010 geraamd op € 125,6 miljoen en de uitgaven inclusief rente op € 115,6 miljoen, zodat binnen het fonds een risico reserve is berekend van € 10 mln. De regioraad heeft op basis van de berekende risico’s geconcludeerd dat dit saldo vooralsnog toereikend is. Als achtervang kunnen eventueel nog resterende risico’s gedekt worden uit de hiervoor gereserveerde BWS-middelen ter grootte van € 24 miljoen. Door SenterNovem is op 8 juni 2006 voor de jaartranche 2006 BLS subsidie verleend van € 12.167.570. Binnen de regionale middelen ISV1 is in 2006 een vrijval gerealiseerd van € 98.203. Het resterende eindsaldo Grondkostenfonds is door de regioraad op 5 juli 2006 vastgesteld op € 223.393. Op 5 juli 2006 heeft de regioraad besloten de gerealiseerde vrijval BWS ter grootte van € 1,2 mln ten gunste te brengen van Fvsv. In het kopje ontwikkeling voorziening (Fonds VSV) verplicht is aangegeven dat er voor € 18.580.039 aan nieuwe beschikkingen zijn afgegeven. De beschikkingen komen direct ten laste van de voorziening FVSV. Door de gemeenten is aanzienlijk minder subsidie gevraagd voor functieverandering (totaal voor 3207 woningen), bereikbare sociale huurwoningen en seniorenwoningen (352 woningen) en bodemsanering (€196.466) dan op grond van hun eigen planning mogelijk was. In de meerjarenraming FVSV 2006 is voor 2006 rekening gehouden met een totaal van € 29 miljoen aan subsidieaanvragen. Mede hierdoor zijn de totale uitgaven in 2006 hoger geraamd dan de ontvangsten, waardoor sprake was van € 64.000 aan rentekosten. Omdat de uitgaven in werkelijkheid ruim € 10 miljoen lager zijn uitgevallen, is in 2006 uiteindelijk een renteopbrengst gerealiseerd van € 333.951. De uitvoeringskosten fondsbeheer decentraal zijn € 141.000 hoger dan geraamd, omdat de vergoeding aan de DCMR over 2005 en 2006 ten laste van 2006 is gebracht. Wat heeft het gekost?
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 50 -
verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
Lasten Investeringsbijdragen Uitvoeringskosten decentraal fondsbeheer Rente Apparaatslasten Bijdrage diverse beleidsterreinen Dotatie aan voorziening Totaal
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
0
0
0
0
-140.707
264.245
400.000
540.707
64.095
0
64.095
0
-10.105
337.556
353.315
363.420
1.952
36.997
15.230
13.278
-1.027.251
60.903.646
12.078.461
13.105.712
-1.112.016
61.542.444
12.911.101
14.023.117
12.167.570
Baten Rijksbijdragen
-778.533
9.533.862
11.389.037
Provinciale en gemeentelijke bijdrage ISV II
0
35.966.611
0
0
Regionale bijdrage ISV1
0
7.822.329
98.203
98.203
468 0
8.180.188 0
223.861 1.200.000
223.393 1.200.000
Eindsaldo Grondkostenfonds bijdrage uit voorziening BWS Rente Totaal
-333.951
39.454
0
333.951
-1.112.016
61.542.444
12.911.101
14.023.117
-1
0
0
0
Saldo van de activiteit
stand per 31-12-2006
Ontwikkeling voorziening verplicht
stand per 1-1-2006
programmagemeenten ISV2
14.142.209
0
0
-2.981.622
909.533
0
0
-191.758
717.775
projectgemeenten ISV2
1.789.708
0
0
0
1.789.708
functieverandering bereikbare sociale huur bodemsanering
0 0 0
12.405.000 3.356.000 2.819.039
0 0 0
-12.405.000 -3.356.000 -196.466
16.841.450
18.580.039
0
-19.130.846
basis bodem budget ISV2
totaal
beschikkingen
vrijval
betalingen
11.160.587
0 0 2.622.573 + 16.290.643
Ontwikkeling voorziening nog te verplichten Stand per 1-1-2006
23.555.448
Mutaties: - ivm voorziening verplicht - dotatie saldo rekening
-18.580.039 13.105.712 +
Stand per 31-12-2006
18.081.121
Toelichting op weergegeven cijfers : Door SenterNovem is op 8 juni 2006 voor de jaartranche 2006 BLS subsidie verleend van € 12,2 miljoen. Binnen de regionale middelen ISV1 is in 2006 een vrijval gerealiseerd van € 98.203. Het resterende eindsaldo Grondkostenfonds is door de regioraad op 5 juli 2006 vastgesteld op € 223.393. Op 5 juli 2006 heeft de regioraad besloten de gerealiseerde vrijval BWS ter grootte van € 1,2 miljoen ten gunste te brengen van FVSV. In het kopje ontwikkeling voorziening verplicht is aangegeven dat er voor € 18,6 miljoen aan nieuwe beschikkingen zijn afgegeven. De beschikkingen komen direct ten laste van de voorziening. Door de gemeenten is aanzienlijk minder subsidie gevraagd voor functieverandering, bereikbare sociale huurwoningen en seniorenwoningen en bodemsanering dan op grond van hun eigen planning mogelijk was. In de meerjarenraming FVSV 2006 is in 2006 rekening gehouden met een totaal van € 29 miljoen aan subsidieaanvragen. In de meerjarenraming zijn de uitgaven in 2006 hoger geraamd dan de ontvangsten, waardoor sprake was van € 64.000 aan rentekosten. Omdat de uitgaven in werkelijkheid ruim € 10 miljoen lager zijn uitgevallen, is in 2006 uiteindelijk een renteopbrengst gerealiseerd van € 333.951. De uitvoeringskosten fondsbeheer decentraal zijn € 141.000 hoger dan geraamd, omdat de vergoeding aan de DCMR over 2005 en 2006 ten laste van 2006 is gebracht.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 51 -
7.22
Activiteit: Economie
Beleidsprogramma: Economie Portefeuillehouder: G.J. ’t Hart Wat wilden we bereiken? Doel van het regionaal economisch beleid is het nastreven van een economische groei en werkgelegenheidsgroei die tenminste gelijke tred houdt met de rest van Nederland. Hiervoor is een economische visie ontwikkeld 'Naar een verleidelijke regio', die het volgende doel formuleert: bedrijven en mensen moeten verleid worden zich in deze regio te vestigen en daar te blijven. Hiervoor moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan: • • • • •
Voldoende aanbod van bedrijventerreinen en kantoren; Herstructurering van verouderde kantoren en bedrijven; In stand houden en verbeteren van een hoogwaardig winkel en voorzieningen apparaat; Een goede bereikbaarheid van de regio voor bedrijven, arbeidskrachten en consumenten; Verbetering van quality of life in de vorm van goed wonen en hoogwaardig groen.
Wat hebben we ervoor gedaan? > Beleidsuitvoering conform Economische visie en RR 2020 • Het gaat hierbij om het zoveel mogelijk realiseren van een aantal doelstellingen, zoals opgenomen in de economische visie en RR2020. • RR2020 omvat bij haar uitvoeringsprogrammas een aamtal projecten met belangrijke economische projecten. Deze zijn in 2006 in gang gezet. Het betreft planologische studies voor nieuwe terreinen zoals de studie Riddersterterreinen, studie terrein bij Brielle, studie terrein bij Bernisse/spijkenisse. • Daarnaast is meegewerkt aan provinciaal getrokken terreinen voor Zuidplaspolder en Hoekse waard. • Nadat eerst een algemene behoefteraming bedrijventerreinen voor de regio heeft plaatsgevonden is deze verfijnt naar kwaliteiten , middels een kwalitatieve match van vraag en aanbod van bedrijventerreien ( Ecorys). • Het voorkomen van verval van oude terreinen door middel van stimulering van herstructurering. Omdat de regio geen eigen budgetten en/of mankracht hiervoor heeft, betreft de regionale inzet hierbij vooral communicatie en gemeenschappelijke besluitvorming binnen de regio met regiogemeenten, benevens communicatie met hogere overheden over onze belangen en de noodzaak tot subsidiering en prioritering. Er is externe procesbegeleiding ingehuurd voor de gemeentelijke herstructureringen van bedrijventerreinen. > Uitvoering beleid zoals vastgelegd in regionale Structuurvisie Retail en Leisure Hierbij gaat het om advisering door het REO (Regionaal Economisch Overleg) inzake nieuwe plannen en projecten, die een juiste afweging moeten kennen tussen behoud van bestaande structuren en voldoende ruimte voor de “quality of life” verbeterende initiatieven. Hiervoor zijn ook de resultaten van het in 2004 gehouden Koopstromenonderzoek, waarin ook de regio participeerde, benut. De adviserende rol van de Stuurgroep REO heeft geleid tot de verstrekking van elf adviezen aan de provincie Zuid Holland. Het gaat daarbij steeds om advisering inzake de vestiging van grootschalige detailhandel op bedrijventerreinen en de daarbij noodzakelijke art. 19 WRO procedures. > Uitwerking van de regionale indicatieve planning van kantorenlocaties Monitoren en in ruimtelijke- en verkeer- en vervoersplannen inpassen. Regionale participatie in de kantorenmarkt inventarisaties en beleidsontwikkeling van de gemeente Rotterdam. Deze is in 2006 gedaan. Naar aanleiding van de leegstand worden een viertal probleemlocaties in kaart gebracht. Dit moet leiden tot gericht ondersteunend beleid via de Stuurgroep REO in 2007. Wat heeft het gekost?
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 52 -
verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Directe lasten
48.024
51.586
107.447
59.423
-13.318
372.316
365.145
378.463
Totaal
34.706
423.902
472.592
437.886
Totaal
-133 34.839 34.839
0 423.902 423.902
14.000 458.592 472.592
14.133 423.753 437.886
133
0
0
0
Apparaatslasten
Baten REO bijdrage PZH Algemene dekkingsmiddelen
Saldo van de activiteit
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 53 -
7.23
Activiteit:
Bedrijven Informatie Rijnmond (BIR)
Beleidsprogramma: Economie Portefeuillehouder: G.J. ’t Hart Wat wilden we bereiken? Het handhaven en (zo mogelijk) uitbreiden van de bestaande bedrijvigheid en het aantrekken van nieuwe bedrijven. Daarnaast het verbeteren van het imago van de regio Rotterdam op het gebied van wonen, werken en recreëren. Wat hebben we ervoor gedaan? Het voor ondernemingen, die geïnteresseerd zijn in (her)vestiging binnen de regio, beschikbare documentatiemateriaal aangepast. Geheel vernieuwd zijn het boek “Bedrijventerreinen in de Stadsregio Rotterdam” en de Kerncijfers. De internetsite is gedeeltelijk vernieuwd en verder uitgebreid. Geactualiseerd zijn het algemene documentatiemateriaal en de CD-ROM presentatie. Geheel nieuw is het E-zine dat tweemaandelijks aan relaties wordt gezonden. Er zijn twee periodieken “Ondernemen in de regio Rotterdam” gemaakt en verspreid onder ruim 11.000 ondernemingen in de regio. Om de regio te promoten en bekendheid te geven aan het beschikbare materiaal is in 2006 gebruik gemaakt van beurzen, informatiestands bij congressen en symposia, advertenties, internet, free publicity en het periodiek. Deze worden gelet op de mogelijkheden in een bepaalde mix toegepast. Daarnaast is de informatietelefoon en het –loket bemand. Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Directe lasten BIR
0
166.241
169.017
169.017
-6.137
356.837
365.145
371.282
Totaal
-6.137
523.078
534.162
540.299
Totaal
-6.137 -6.137
523.078 523.078
534.162 534.162
540.299 540.299
0
0
0
0
Apparaatslasten
Baten Algemene dekkingsmiddelen
Saldo van de activiteit
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 54 -
7.24
Activiteit:
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Wonen Wonen J.A. Karssen
Wat wilden we bereiken? Een vlotte, soepele uitvoering van het woningbouw- en herstructureringsprogramma, waarmee een bijdrage geleverd wordt aan het oplossen van de grootstedelijke problematiek. Ook wordt hiermee het begin van een kwaliteitssprong gemaakt op het gebied van wonen in de regio. 2005 is het eerste, volledig op uitvoering gerichte jaar. Wat hebben we ervoor gedaan? > Regionaal Woningbouw- en financieel scenario. Op 10 februari 2005 zijn de convenanten woningbouwafspraken 2005-2010 tussen regiogemeenten en stadsregio ondertekend. De gemeenten zijn aan de slag gegaan. De eerste resultaten daarvan zijn gepresenteerd in de monitor woningbouwafspraken 2005. Daaruit blijkt dat de woningbouw in de regio, na een aantal magere jaren, uit het dal lijkt te klimmen (bijna 6100 woningen opgeleverd en 11000 in aanbouw) maar dat een zeer grote prestatie verricht moet worden om het met het rijk afgesproken aantal van 38000 woningen daadwerkelijk te realiseren. De monitor over 2006 bevestigt dit beeld: 6545 opgeleverde woningen, 12.000 in aanbouw. De woningproductie in de stadsregio stijgt, maar niet voldoende. In 2007 wordt de tussenbalans opgemaakt (zie voor uitgebreidere informatie over de voortgang van de woningbouwafspraken 7.18 Ruimtelijk beleid, verstedelijkingsafspraken). > Regionaal budgethouderschap ISV In 2005 heeft de stadsregio het regionale budget stedelijke vernieuwing over de ISV-projecten (in Bergschenhoek, Bernisse en Krimpen aan den IJssel) en –programma’s (van Capelle aan den IJssel, Maassluis, Ridderkerk, Spijkenisse, Vlaardingen) verdeeld. Deze gemeenten rapporteren jaarlijks aan het dagelijks bestuur over de voortgang. Op basis daarvan bepaalt het dagelijks bestuur of voldoende vooruitgang is geboekt om tot uitbetaling van het jaarlijkse voorschot over te kunnen overgaan. In zijn vergadering van 5 juli 2006 heeft het dagelijks bestuur geconstateerd dat de gemeenten volop van start zijn gegaan met hun activiteiten en daarom besloten de jaarlijkse voorschotten uit te keren. De verplichtingen uit de ISV-1 periode (waarvoor de provincie budgethouder was) die een doorloop hebben in de ISV-2 periode, zijn voor wat betreft de programmagemeenten in de programma’s 2005-2010 opgenomen. Deze verplichtingen zijn daarmee onderdeel van ISV-2 geworden en vallen daarmee onder de verantwoordelijkheid van de stadsregio. Voor de afwikkeling van ISV-1-verplichtingen jegens de projectgemeenten blijft de provincie verantwoordelijk. > Huisvestingsrichtlijn Het per 1 januari 2005 functionerende stelsel woonruimteverdeling is nauwgezet gemonitord, in het bijzonder de uitgangspunten van het slaagkansenmodel. Wijzigingsvoorstellen die voortvloeien uit de monitor, alsmede regelgeving als gevolg van de inwerkingtreding van de WGR+ en Rotterdamwet en de afschaffing van de werende huisvestingsstatus voor Voorne-Putten, hebben op 5 juli geleid tot vaststelling van de Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006. Enkele onderdelen, zoals woningonttrekking en splitsing, vergen – als gevolg van wettelijke bepalingen - nadere detaillering. Ook de urgentie criteria worden nog eens onder de loep genomen. Een en ander heeft tot aanvullende besluitvorming in de regioraad van december 2006 geleid. > Regionale prestatieafspraken De regionale prestatieafspraken die in 2004 zijn afgesloten, omvatten meerjarige afspraken tussen de stadsregio en Maaskoepel over de medewerking van de Maaskoepel(corporaties) aan de uitvoering van de projecten uit de regionale woonvisie, de woningbouwafspraken 2005-2010 met het rijk, het RKHBS en het realiseren van de regionale doelstellingen op het gebied van stedelijke vernieuwing. In overleg met de Maaskoepel is besloten om, met het oog op de tussenbalans van de verstedelijkingsafspraken in 2007, op dit moment geen discussie over de wenselijkheid van herziening van de regionale prestatieafspraken te entameren. > Woonvisie In navolging op 2004 en 2005 zijn ook in 2006 weer een aantal agendapunten en regionale projecten in het kader van de Woonvisie (2003) uitgewerkt. Op 31 januari ging het Woonvisiejaar 2006 van start met een bijeenkomst rond het thema 'afzet nieuwbouw'. In Smitshoek spraken ruim honderd projectontwikkelaars, makelaars, architecten en medewerkers van woningcorporaties, adviesbureaus en gemeenten over de gezamenlijke regionale woningbouwopgave. De tweede studie en de conferentie ‘Stedelijke Vernieuwing, trendbreuk en coalities in de stadsregio’ werd gehouden op 29 juni op basis van het agendapunt 'Ruimte voor herstructurering'. De studie heeft geresulteerd in de publicatie 'De som maakt het verschil; stedelijke vernieuwing in de vroegnaoorlogse woonwijken'. De derde en laatste Woonvisie-activiteit in 2006 was een uitwerking van het regioproject 'Knooppunten'. Van de zeer goed bezocht conferentie 'Wonen rond Knooppunten' op 29 november, de aanbevelingen en het onderzoek is Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 55 -
verslag gedaan in het gelijknamige boek over wonen rond stedenbaanhaltes in de stadsregio Rotterdam. Hiermee is in 2006 invulling gegeven aan de regio-agenda wonen en bijbehorende regioprojecten uit de Woonvisie, die permanent onderhoud vragen. Wat heeft het gekost? verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Uitvoerings- en projectkosten
15.868
562.553
576.801
0
0
0
0
Totaal
15.868
562.553
576.801
560.933
0
22.689
22.689
22.689
Totaal
15.868 15.868
539.864 562.553
554.112 576.801
538.244 560.933
0
0
0
0
Dotatie aan voorziening
560.933
Baten Provinciale bijdrage Algemene dekkingsmiddelen
Saldo van de activiteit
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 56 -
7.25
Activiteit:
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Wonen: Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) Wonen J.A. Karssen
Wat wilden we bereiken? Zorgvuldige afwikkeling van de aangegane verplichtingen in het kader van de rijkssubsidieregeling Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS regeling). Wat hebben we ervoor gedaan? Beheren en beleggen van de gelden, die tussen de momenten van ontvangst van het rijk en definitieve uitbetaling aan initiatiefnemers beschikbaar zijn. De BWS-regeling is een afgesloten regeling; er is geen sprake meer van nieuwe rechten of nieuwe verplichtingen. In het onderhavige tijdvak is nog uitsluitend sprake van geldstromen op basis van oude toezeggingen; dit betreft zowel bijdragen van het rijk aan de Stadsregio als bijdragen van de Stadsregio aan derden. Wijzigingen kunnen veroorzaakt worden door de periodieke hertoetsingen van inkomens bij de regeling voor Sociale Koop, de verkoop van corporatiewoningen, waarvoor bijdragen lopen, en rentebaten of – lasten. Daarnaast is er in 2004 besloten dat de jaarlijkse bijdragen voor de corporatiewoningen zullen worden afgekocht. Dit betekent dat de op de jaarlijkse bijdragen voor die woningen betrekking hebbende bedragen, die tot op dat moment worden verantwoord als niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen, in dat tijdvak via de exploitatie naar de balans worden gebracht, althans voor zover de verplichting al niet op de balans voorkwam onder de langlopende schuld. In totaal gaat het hier om € 17.218.886 aan toezeggingen. In 2006 € 1,354.804 aan verplichtingen vrijgevallen. Nieuwe verplichtingen kunnen niet meer worden aangegaan. Op 5 juli 2006 heeft de regioraad besloten € 1.200.000 toe te voegen aan het Fonds verstedelijking en stedelijke vernieuwing (FVSV) Het omvangrijke verschil tussen de rentebaten in de rekening 2005 (€ 1.837.974) en de rekening 2006 (€ 651.585) wordt veroorzaakt door de vrijval in 2006 van een in het verleden aangegane obligatielening. De stadsregio heeft daardoor minder rente ontvangen. De uit de obligatielening vrijgevallen middelen worden ingezet voor de afkoop van de jaarlijkse bijdragen voor corporatiewoningen. De overige baten in de rekening 2006 van € 1.597.338 zijn als volgt opgebouwd: • € 367.000: vrijval van jaarlijkse bijdragen aan derden. Dit bedrag is ieder jaar om en nabij de € 300.000; • € 288.000: in 2005 is € 1,47 miljoen uit de bestemmingsreserve BWS ingezet ten behoeve van het terugdringen van wachtlijsten in de jeugdzorg. Daarvan is € 288.000 niet besteed en weer toegevoegd aan het BWS; • € 922.000: dit zijn rentebijdragen van middelen die jaarlijks aan corporaties zouden worden doorbetaald, ware het niet dat die verplichtingen reeds zijn afgekocht (zie boven). In 2006 is uiteindelijk een bedrag van € 8.388.189 vrijgevallen. Bij de tweede wijziging van de begroting 2006 (regioraad 20 december 2006) is hierover reeds gerapporteerd. Wat heeft het gekost?
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 57 -
verschil omschrijving
begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
Lasten Directe lasten Bijdrage aan FVSV Apparaatslasten Uitvoeringskosten decentraal budgetbeheer Bijdrage t.g.v. diverse beleidsterreinen Rentekosten Dotatie aan voorziening Totaal
-286.275
6.381.292
5.610.000
5.896.275
94.531
7.822.329
1.294.531
1.200.000
-19.245
528.257
550.260
569.505
0
14.032
0
0
2.912
57.899
23.720
20.808
-13.231 566.090
131.201
12.200.000
13.231 11.633.910
344.782
14.935.010
19.678.511
19.333.729
6.899.214
Baten Rijksbijdragen
0
8.006.994
6.899.214
-154.804
4.111.735
1.200.000
1.354.804
Toezeggingen
451.900
0
17.670.786
17.218.886
Overige baten
-1.297.338
274.210
300.000
1.597.338
-251.585
1.837.974
400.000
651.585
-1.251.827
14.230.913
26.470.000
27.721.827
1.596.610
704.097
-6.791.489
-8.388.098
-1.596.698
-704.097
6.791.491
8.388.189
-88
0
2
91
Vrijval voorziening
Rentebaten Totaal Resultaat vóór bestemming Voorgestelde dotatie/onttrekking aan de reserve Saldo van de activiteit
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 58 -
7.26
Activiteit:
Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Algemeen Financieel Beheer Financieel Beleid G.J. ‘t Hart
Wat wilden we bereiken? Het sturen en beheersen van-, het verantwoorden over- en het toezicht houden op het vermogen, de geldstromen en de financiële posities. Dit moet op een zodanige wijze gebeuren dat risico's worden beperkt en kosten en opbrengsten worden geoptimaliseerd. Dit is de doelstelling die de stadsregio voor ogen heeft met het programma algemeen financieel beheer. Om dit ook daadwerkelijk te verwezenlijken wordt een aantal instrumenten gebruikt Wat hebben we ervoor gedaan? > P&C produkten De jaarlijkse planning- en controlcyclus van de stadsregio is begin 2006 gestart met het opstellen van de jaarrekening en het jaarverslag 2005 en tegelijkertijd het opstellen van de programma- en activiteitenbegroting 2007. Verder zijn in 2006 2 begrotingswijzigingen opgesteld voor de regioraad en zijn 2 bestuursrapportages gemaakt waarmee het dagelijks bestuur van de stadsregio tussentijds de stand van zaken kan peilen en eventueel kan bijsturen op de lopende activiteiten. Verder is maandelijks een financieel overzicht opgesteld per activiteit waarmee op ambtelijk niveau gestuurd wordt. > Informatievoorziening derden Naast de regioraad en het dagelijks bestuur hebben ook de toezichthouder de provincie Zuid-Holland, het rijk, het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Europese Unie informatiebehoeften. De provincie ontvangt ieder kwartaal overzichten inzake de wet Fido, het CBS ontvangt ieder kwartaal een verdelingsmatrix en een overzicht van vlottende activa en passiva. Deze overzichten worden door het CBS gebruikt voor informatievoorziening aan de Europese Unie. > AO/IC De stadsregio beschikt over een set uitgeschreven AO procedures. Hiermee wordt gewaarborgd dat er een blauwdruk is voor terugkerende processen, zoals subsidieverlening, afhandeling van aangegane verplichtingen of uitbesteding van opdrachten aan derden. Bij het opstellen van de jaarrekening 2005 en de accountantscontrole daarop is een aantal verbeterpunten op gebied van AO/IC naar voren gekomen, die gaandeweg het jaar zijn opgepakt. In 2006 is een interne controle uitgevoerd op de sector Bedrijfsvoering, waarna de gesignaleerde knelpunten zijn aangepakt. > Treasury beleid Ter aanvulling van rijks-, provinciale en gemeentelijke middelen waarmee de beleidsprogramma’s van de stadsregio worden gefinancierd, worden met prudent treasury beleid extra middelen gegenereerd. Om het aan beleggen inherent aanwezige risico te beperken, geldt het treasurystatuut uit 2002 als kader. Eind 2006 is een verbeterde versie van het treasurystatuut gemaakt, dat in 2007 door het DB is vastgesteld. In de financiële paragraaf wordt nader ingegaan op het behaalde treasuryresultaat over 2005. > Financieel beleidsadvies De financiële expertise van de sector Bedrijfsvoering op het gebied van financiële regelgeving, risicomanagement en rechtmatigheid is ingezet bij nieuwe of bestaande beleidsvoorstellen. Hiermee wordt gestreefd naar een besluitvorming gericht op een efficiënte en effectieve inzet van de middelen. > Financiële bekostigingssystematiek Het bepalen en beheren van de bekostigingssystematiek die gehanteerd wordt door de stadsregio is een algemene taak van de sector Bedrijfsvoering. Deze bekostigingssystematiek komt tot uiting in het onderstaande cijfermatig overzicht waarin wordt weergegeven wat de algemene financiële middelen van de stadsregio zijn en hoe deze worden ingezet ter dekking van de verschillende begrotingsactiviteiten.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 59 -
omschrijving
sub-
verschil
functie
begroting 2005 -/- rekening 2005
Lasten Bijdrage Bestuur
rekening 2005
begroting 2006
rekening 2006
37.728
143.365
228.847
191.119
Bijdrage Communicatie
0
341.796
0
0
Bijdrage Beroep- en Bezwaarschriften
0
11.346
0
0
Bijdrage Planontwikkeling Verkeer & Vervoer
0
0
0
0
Bijdrage Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer
0
-1
0
0
Bijdrage BOR
0
0
0
0
Bijdrage Duurzaam Veilig Bijdrage Openbaar Vervoer
0 0
0 0
0 0
0 0
Bijdrage De Boer/EIISS
0
0
0
0
Bijdrage Volwasseneneducatie
0
0
0
0
-11.149
389.821
399.431
410.580
Bijdrage Beheerkosten Groenakkoord Bijdrage Beleidsontw. en Prog. mgt. Reg.Groen
-12.255
909.555
1.074.831
1.087.086
Bijdrage Werk en inkomen
-16.193
219.526
228.651
244.844
Bijdrage Jeugdzorg
-54.883
157.818
204.801
259.684
0 0
204.002 130.237
207.531 136.482
207.531 136.482
Bijdrage Maatschappelijke Hulpverlening Bijdrage ROM Rijnmond Bijdrage Overige Milieuactiviteiten
153.789
666.616
854.315
700.526
Bijdrage Ruimtelijk Beleid
29.572
2.083.129
2.196.058
2.166.486
Bijdrage Economie
34.839
423.902
458.592
423.753
Bijdrage Bedrijven Info Rotterdam (BIR)
-6.137
523.078
534.162
540.299
Bijdrage Wonen Algemene baten en lasten Onvoorzien
922.20 Totaal
15.868
539.864
554.112
538.244
605.252
368.700
234.739
-370.513
46.163 822.594
0 7.112.756
46.163 7.358.715
0 6.536.121
Baten Algemene dekkingsmiddelen: - Gemeentelijke bijdrage
921.10
2
5.491.702
5.586.708
5.586.706
- Bijdrage Rotterdam
921.10
0
1.122.007
1.122.007
1.122.007
- Rente
913.00
-424.447
1.287.379
650.000
1.074.447
Totaal
-424.445
7.901.089
7.358.715
7.783.160
1.247.039
-788.333
0
-1.247.039
-500.000
0
0
500.000
0
500.000
0
0
-294.418 -217.882
0 288.333
0 234.739
294.418 452.621
234.739
0
234.739
0
Resultaat vóór bestemming Voorgestelde toevoegingen aan de reserves - Algemene reserve - Reserve RTV borgstelling - Reserve Proactieve Milieuaanpak - Reserve BWS Saldo van de activiteit
992.10
Wat heeft het gekost? Voor de activiteit Algemeen Financieel Beheer is conform begroting geen afzonderlijk budget toegekend. De salarislasten die ten behoeve van de activiteit worden gemaakt, worden via de kostenverdeelstaat (bijlage 8.3) als overhead verdeeld over de andere begrotingsactiviteiten.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 60 -
8.
BIJLAGEN
8.1
JAARREKENING IN DETAIL verschil begroting 2006 -/- rekening 2006
omschrijving
rekening 2005
gewijzigde begroting 2006-II
rekening 2006
HOOFDFUNCTIE 0 ALGEMEEN BESTUUR Functie 001 - Bestuursorganen
37.728 0 37.728
143.365 0 143.365
228.847 0 228.847
191.119 0 191.119
Bestuursorganen dagelijks bestuur fractiekosten reiskosten DB leden Regiodag overige kosten bestuursorganen materiele uitgaven RR-leden formatieruimte Veiligheid vergoeding full time DB-leden VNG bijdrage bijdrage Regio Randstad directe lasten
56.451 85 -6.829 -18.900 0 0 -790 0 10.500 3.850 44.367
241 10.419 2.817 0 15.568 3.115 45.000 25.776 0 75.567 178.503
78.000 10.500 0 75.000 0 0 45.000 0 10.500 60.250 279.250
21.549 10.415 6.829 93.900 0 0 45.790 0 0 56.400 234.883
doorberekende bijdrage BDU doorberekende bijdrage BOR doorberekende bijdrage OV doorberekende bijdrage JHV doorberekende bijdrage FVSV doorberekende bijdrage BWS totaal doorberekende lasten
0 -1.775 0 0 -1.952 -2.912 -6.639
0 -7.737 0 0 -10.683 -16.718 -35.138
0 -11.453 0 0 -15.230 -23.720 -50.403
0 -9.678 0 0 -13.278 -20.808 -43.764
totaal lasten
37.728
143.365
228.847
191.119
0 0 0
353.142 0 353.142
0 0 0
0 0 0
5.494 0 5.494
425.568 0 425.568
400.000 0 400.000
394.506 0 394.506
0 -5.494 0 0 0 0 0 -5.494
0 0 -18.446 0 0 -25.469 -39.857 -83.772
0 -400.000 0 0 0 0 0 -400.000
0 -394.506 0 0 0 0 0 -394.506
0
341.796
0
0
-1.027 -1.027
14.127 14.127
10.000 10.000
11.027 11.027 0 -11.027 0 0 0 0 0 -11.027 0
Functie 002 - Bestuursondersteuning
lasten baten verschil
lasten baten verschil
Communicatie directe lasten dotatie voorziening directe lasten doorberekende bijdrage BDU doorberekening via kostenverdeelstaat doorberekende bijdrage BOR doorberekende bijdrage OV doorberekende bijdrage JHV doorberekende bijdrage Vinex doorberekende bijdrage BWS totaal doorberekende lasten totaal lasten Commissie Beroep- en Bezwaarschriften directe lasten directe lasten doorberekende bijdrage BDU doorberekening via kostenverdeelstaat doorberekende bijdrage BOR doorberekende bijdrage OV doorberekende bijdrage JHV doorberekende bijdrage Vinex doorberekende bijdrage BWS totaal doorberekende lasten
0
0
0 0 0 0 0 0
-612 0 0 -845 -1.323 -2.781
0 -10.000 0 0 0 0 0 -10.000
totaal lasten
0
11.346
0
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 61 -
verschil begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
gewijzigde begroting 2006-II
rekening 2006
2.616.010 -8.988.364 -6.372.354
74.488.009 -69.834.130 4.653.879
64.889.838 -61.389.841 3.499.997
62.273.831 -52.401.477 9.872.354
planontwikkeling Nexus dotatie voorziening Nexus verkeersveiligheid vervoermanagement bijdrage aan ROV ZH dotatie voorziening vervoermanagement subtotaal uitbestedingen
16.764 0 0 0 0 130.965 0 147.729
2.357.660 451.953 193.089 0 0 0 0 3.002.702
2.947.970 0 0 0 291.842 297.690 0 3.537.502
2.931.206 0 0 0 291.842 166.725 0 3.389.773
bijdrage t.l.v. BDU
-148.556
-2.678.611
-3.909.107
-3.760.551
827 0
320.951 645.042
371.605 0
370.778 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 -215.014 -215.014 -215.014 0 -645.042
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 129.829 394.000 287.400 1.560.943 0 2.372.172
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
dotatie voorziening BDU uitvoeringskosten decentraal budgetbeheer
-4.684.717 25.952
48.249.536 407.075
47.309.404 405.000
51.994.121 379.048
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat
57.029
615.396
766.330
709.301
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
bijdrage verkeer en vervoer planontwikkeling bijdrage verkeer en vervoer Nexus totaal lasten
148.556 0 -4.453.180
2.678.611 215.014 54.537.805
3.909.107 0 52.389.838
3.760.551 0 56.843.021
rijksbijdrage BDU verkeer en vervoer interne verrekening BOR bijdrage Stadsregio Omslagfonds Vinex overige bijdragen deelnemers opheffen reserve De Boer EIISS totaal baten
-35.793.841 278.000 0 31.501.276 3.526.201 -488.364
-30.872.901 -11.858.500 -9.896.557 0 0 -52.627.958
-51.389.841 0 0 0
-15.596.000 -278.000 0 -31.501.276 -3.526.201 -50.901.477
omschrijving
HOOFDFUNCTIE 2 VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT Functie 210 - Wegen, straten en pleinen
lasten baten verschil
Verkeer en vervoer
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten rijksbijdrage VERDI rijksbijdrage vervoermanagement bijdrage provincie ZH Nexus bijdrage RWS Nexus bijdrage SR Nexus overige bijdragen totaal baten Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer investeringsbijdrage wegbeheerders investeringsbijdrage gedecentraliseerde projecten verkeersveiligheid vervoermanagement bijdrage aan ROV ZH bijdrage aan IDV interne verrekening Omslagfonds & De Boer-EIISS subtotaal investeringsbijdragen
bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 62 -
-51.389.841
verschil begroting 2006 -/- rekening 2006
omschrijving
rekening 2005
gewijzigde begroting 2006-II
rekening 2006
Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam (BOR) projectkosten BOR interne verrekening BDU dotatie voorziening BOR
60.900 0 7.053.371
0 11.858.500 5.506.543
11.883.947
278.000 0 4.830.576
uitvoeringskosten decentraal budgetbeheer
-47.664
58.430
0
47.664
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat
808
244.474
265.700
264.892
bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften totaal lasten
1.775 0 0 7.069.190
7.737 18.446 612 17.694.742
11.453 0 0 12.500.000
9.678 0 0 5.430.810
rijksbijdrage BOR bijdrage Stadsregio (via Omslagfonds) bijdrage overige convenantpartners totaal baten
-8.500.000 0 0 -8.500.000
-5.000.187 -5.000.000 -5.000.000 -15.000.187
-10.000.000 0 0 -10.000.000
-1.500.000 0 0 -1.500.000
-3.227.845 7.425.341 4.197.496
177.523.611 -176.077.651 1.445.960
189.617.258 -189.267.258 350.000
192.845.103 -196.692.599 -3.847.496
exploitatie openbaar vervoer sociale veiligheid toegankelijkheid bedrijfsvervoer projectkosten Kosten invoering OV-chipcard kosten Algera kaartje OV-conc, beleidsontw. en stimulbijdr. (Algerakaartje) beheer en onderhoud railinfrastructuur overige lasten subtotaal directe lasten
1.536.686 80.823 0 0 -758.470 15.236.000 -42.128 1.364.640 -15.223 -756.850 16.645.479
130.704.108 14.977.018 1.377.718 572.500 744.012 0 0 0 21.439.435 0 169.814.791
143.649.056 19.284.964 0 654.000 0 15.236.000 0 1.364.640 7.926.519 0 188.115.179
142.112.370 19.204.141 0 654.000 758.470 0 42.128 0 7.941.742 756.850 171.469.700
dotatie dotatie dotatie dotatie dotatie
-6.612.161 -279.636 -100.000 -12.735.564 -135.896
2.650.000 0 0 0 3.867.251
0 0 0 0 366.329
6.612.161 279.636 100.000 12.735.564 502.225
78.107
752.576
1.135.750
1.057.643
bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften totaal lasten
0 0 0 -3.139.671
0 0 0 177.084.618
0 0 0 189.617.258
0 0 0 192.756.929
bijdrage BDU exploitatie openbaar vervoer bijdrage BDU sociale veiligheid bijdrage BDU beheer en onderhoud railinfrastructuur bijdrage BDU migratie OV-chipcard bijdrage BDU beheer baten Algera kaart overig baten vrijval transitoria totaal baten
27.444.964 -19.284.964 -8.160.000 0 6.208.768 321.764 894.809 0 7.425.341
-176.341.000 0 0 0 0 0 0 -117.634 -176.458.634
-149.086.730 -19.284.964 -8.160.000 -12.735.564 0 0 0 0 -189.267.258
-176.531.694 0 0 -12.735.564 -6.208.768 -321.764 -894.809 0 -196.692.599
0 -88.174 0 -88.174
0 438.993 0 438.993
0 0 0 0
0 88.174 0 88.174
0 0 0
380.983 0 380.983
0 0 0
0 0 0
Functie 212 - Openbaar vervoer
lasten baten verschil
338.900
Openbaar vervoer
voorziening openbaar vervoer voorziening Algera kaart RIS Schiedam voorziening OV-chipkaart voorziening BDU
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat
Extra Investeringsimpuls Stads- en Streekvervoer (EIISS) (vervallen na 2005) investeringsbijdragen De Boer-EIISS dotatie voorziening Boer-EIISS uitvoeringskosten totaal lasten rijksbijdrage De Boer-EIISS bijdrage uit GDU totaal baten
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 63 -
HOOFDFUNCTIE 5 CULTUUR EN RECREATIE
Functie 560 - Openbaar groen en openluchtrecreatie
lasten baten verschil
-73.647 9.536 -64.111
1.359.341 -59.964 1.299.377
8.254.226 -6.779.964 1.474.262
8.327.873 -6.789.500 1.538.373
-11.149 -11.149
389.821 389.821
399.431 399.431
410.580 410.580
0
0
0
0
116.736 -116.736 -21.791 -21.791
572.880 32.737 363.902 936.782
750.103 32.737 351.955 1.134.795
633.367 149.473 373.746 1.156.586
9.536 9.536
-59.964 -59.964
-59.964 -59.964
-69.500 -69.500
1.721.081 -1.761.787 -40.706
0 0
6.720.000 0 6.720.000
4.998.919 1.761.787 6.760.706
0 0
0
-6.720.000 -6.720.000
-6.720.000 -6.720.000
Beheerkosten Groenakkoord dotatie voorziening Groenakkoord totaal lasten totaal baten
Beleidsontwikkeling en programma-management regionaal groen uitbestedingen dotatie voorziening Investering Groenakkoord indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten bijdrage provincie Groenakkoord totaal baten Fonds Groen lasten dotatie voorziening Fonds Groen (incl rente) totaal lasten bijdrage uit Omslagfonds totaal baten
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 64 -
verschil begroting 2006 -/- rekening 2006
omschrijving
rekening 2005
gewijzigde begroting 2006-II
rekening 2006
HOOFDFUNCTIE 6 IALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING Functie 611 - Werkgelegenheid
lasten baten verschil
-16.193 0 -16.193
469.526 -250.000 219.526
558.651 -330.000 228.651
574.844 -330.000 244.844
sub en projecten ihkv Regionale Agenda Samenleving idem en gefin. door subsidie provincie ZH dotatie voorziening subsidie provincie ZH
0 158.060 -158.060
24.268 250.000 0
43.091 330.000 0
43.091 171.940 158.060
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
-16.193 -16.193
195.257 469.526
185.560 558.651
201.753 574.844
0 0
-250.000 -250.000
-330.000 -330.000
-330.000 -330.000
Functie 620 - Maatschapppelijke begeleidinlasten en advies baten verschil Jeugdzorg
-3.177.730 5.436.944 2.259.213
84.869.979 -83.267.904 1.602.075
87.548.650 -87.046.319 502.331
90.726.380 -92.483.263 -1.756.882
bijdragen aan instellingen AMK projecten projectkosten bijdrage aan Bureau Jeugdzorg bijdrage aan PZH ivm penvoerderschap Horizon RAS projecten dotatie voorziening algemeen jeugdzorg dotatie aanvalsplan wachtlijsten dotatie aan voorz restant AMK dotatie voorziening dubieuze debiteuren jeugdzorg dotatie voorziening wachtlijsten jeugdzorg
24.311.880 653.976 -73.289 -27.276.139 -40.851 -29.149 1.487.970 -2.156.491 0 0 0
81.363.828 215.649 90.751 0 0 0 612.260 0 438.327 0 1.230.138
77.634.704 653.976 0 0 5.611.776 103.171 2.675.442 0 0 0 0
53.322.824 0 73.289 27.276.139 5.652.627 132.320 1.187.472 2.156.491 0 0 0
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
-55.637 -3.177.730
715.024 84.665.977
662.050 87.341.119
717.687 90.518.849
rijksbijdrage Jeugdzorg VWS rijksbijdrage Jeugdzorg Justitie bijdrage zorgaanbod (PZH en Rdam) bijdrage gemeente Rotterdam bijdrage VWS bestuurskosten bijdrage PZH bestuurskosten onttrekking voorziening wachtlijsten bijdrage BWS bestrijding wachtlijsten
-14.465.665 17.158.531 43.325 0 0 753 0 0
-80.212.434 0 -2.448.264 -457.206 -150.000 0 0 0
-86.266.069 0 -323.000 -408.003 0 -49.247 0 0
-71.800.404 -17.158.531 -366.325 -408.003 0 -50.000 0 0
Sociaal beleid
subsidie provincie Zuid Holland totaal baten
terugvordering zorgaanbieders vorig boekjaar
0
0
0
0
2.700.000
0
0
-2.700.000
5.436.944
-83.267.904
-87.046.319
-92.483.263
Maaszicht totaal lasten
0 0
204.002 204.002
207.531 207.531
207.531 207.531
totaal baten
0
0
0
0
123.789 30.000 153.789
796.853 0 796.853
3.490.797 -2.500.000 990.797
3.367.008 -2.530.000 837.008
0 -405.664 -1.500.000 1.875.664 -30.000
130.237 0 0 0 130.237
136.482 0 0 2.500.000 2.636.482
136.482 405.664 1.500.000 624.336 2.666.482
119.481 0
331.426 0
337.160 0
217.679 0
34.308 153.789
335.190 666.616
517.155 854.315
482.847 700.526
30.000
0
-2.500.000
-2.530.000
vrijval voorz. wachtlijsten (wordt bestemmingsreserve) totaal baten Maatschappelijke hulpverlening
HOOFDFUNCTIE 7 VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Functie 723 - Milieubeheer
lasten baten verschil
R.O.M. Rijnmond Directe lasten ROM Rijnmond Directe lasten luchtkwaliteit Dotatie aan voorziening voor sub Luchtkwaliteit Dotatie aan voorziening voor proj. Luchtkwaliteit totaal lasten Overige milieukosten directe lasten dotatie voorziening Milieu indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten totaal baten
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 65 -
verschil begroting 2006 -/- rekening 2006
omschrijving
rekening 2005
gewijzigde begroting 2006-II
rekening 2006
HOOFDFUNCTIE 8 IMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING Functie 810 - Ruimtelijke ordening
lasten baten verschil
2.412.923 -2.804.301 -391.378
110.640.945 -95.464.388 15.176.556
33.057.363 -29.879.160 3.178.203
30.644.440 -27.074.859 3.569.581
193.709 -185.000
1.766.285 0
1.607.878 0
1.414.169 185.000
20.864 29.572
502.594 2.268.879
588.180 2.196.058
567.316 2.166.486
0 0
-185.750 -185.750
0 0
0 0
0 3.530.893 3.530.893
0 0 43.936.648 43.936.648
0 0 17.007.545 17.007.545
0 0 13.476.652 13.476.652
-3.582.499 0 0 0 0 -3.582.499
-6.498.055 69.709.988 -57.579.553 -28.000.000 -9.769.462 -32.137.082
-16.954.059 0 0 0 0 -16.954.059
-13.371.560 0 0 0 0 -13.371.560
bijdragen grondkosten uitvoeringskosten decentraal budgetbeheer dotatie voorziening grondkostenfonds
0 0 0
1.184.737 0 761.257
0 0 0
0 0 0
bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften totaal lasten
0 0 0 0
0 0 0 1.945.994
0 0 0 0
0 0 0 0
vrijval restant voorz Grondkostenfonds bijdrage gemeenten per inwoner gemeentelijke bijdrage verfijningsregeling totaal baten
0 0 0 0
0 -1.255 -1.637.311 -1.638.567
0 0 0 0
0 0 0 0
0 -140.707 -1.027.251
0 264.245 60.903.646
0 400.000 12.078.461
0 540.707 13.105.712
-10.105
337.556
353.315
363.420
1.952 0 0 -1.176.111
10.683 25.469 845 61.542.444
15.230 0 0 12.847.006
13.278 0 0 14.023.117
778.533 0 0 0 -468 778.065
-9.533.862 -35.966.611 -7.822.329 0 -8.180.188 -61.502.990
-11.389.037 0 -98.203 -1.200.000 -223.861 -12.911.101
-12.167.570 0 -98.203 -1.200.000 -223.393 -13.689.166
Ruimtelijk beleid uitbestedingen ruimelijk beleid dotatie voorziening Ruimtelijk Beleid indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten totaal baten bijdrage PZH RR2020
Vinex Omslagfonds investeringsbijdragen voor Infra investeringsbijdragen voor Groenfonds dotatie voorziening omslagfonds totaal lasten bijdragen gemeenten in Vinex Omslagfonds correctie toekomstige baten afwaardering voorziening ivm corr. toekomstige baten afkoop omslag GU Berkel en Rodenrijs bijdrage vanuit Grondkostenfonds totaal baten Vinex Grondkostenfonds
Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing investeringsbijdragen uit FVSV uitvoeringskosten decentraal budgetbeheer dotatie voorziening FVSV indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften totaal lasten baten rijksbijdrage BLS provinciale en gemeentelijke bijdrage ISV II regionale bijdrage ISV1 bijdrage uit voorziening BWS eindsaldo grondkostenfonds totaal baten
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 66 -
verschil begroting 2006 -/- rekening 2006
omschrijving
rekening 2005
gewijzigde begroting 2006-II
rekening 2006
Economie directe lasten
48.024
51.586
107.447
59.423
-13.318 34.706
372.316 423.902
365.145 472.592
378.463 437.886
133 133
0 0
-14.000 -14.000
-14.133 -14.133
0
166.241
169.017
169.017
-6.137 -6.137
356.837 523.078
365.145 534.162
371.282 540.299
0
0
0
0
373.882 1.000.242 1.374.124
15.497.563 -12.415.628 3.081.935
20.255.312 -26.092.689 -5.837.377
19.881.430 -27.092.931 -7.211.501
181.285 14.167 -179.584 0
333.070 7.175 222.308 0
527.634 14.167 35.000 0
346.349 0 214.584 0
0 15.868
562.553
576.801
560.933
0 0
-22.689 -22.689
-22.689 -22.689
-22.689 -22.689
-286.275 0 94.531 -191.744
6.381.292 0 7.822.329 14.203.621
5.610.000 0 1.294.531 6.904.531
5.896.275 0 1.200.000 7.096.275
dotatie voorziening BWS
566.090
131.201
12.200.000
11.633.910
uitvoeringskosten decentraal budgetbeheer indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat
0 -19.245
14.032 528.257
0 550.260
0 569.505
2.912 0 0
16.718 39.857 1.323
23.720 0 0
20.808 0 0
358.013
14.935.010
19.678.511
19.320.498
-17.670.786 15.718.886 1.597.338 1.354.804 1.000.242
-8.006.994 -274.210 0 -4.111.735 -12.392.939
-24.570.000 -1.500.000 0 0 -26.070.000
-6.899.214 -17.218.886 -1.597.338 -1.354.804 -27.070.242
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten REO bijdrage PZH totaal baten Bedrijven Info Rijnmond directe lasten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten totaal baten
Functie 820 - Woningexploitatie en woningbouw
lasten baten verschil
Wonen uitvoeringskosten Volkshuisvestingsregelingen uitvoeringskosten toezicht statushouders diverse projectkosten dotatie voorziening Woonbeleid indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten bijdrage provincie uitvoeringskosten statushouders totaal baten Wonen, Besluit Woninggebonden Subsidies diverse subsidies Wonen stimuleringsbijdragen stedelijke vernieuwing bijdrage aan FVSV subtotaal directe lasten
bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften totaal lasten rijksbijdrage toezeggingen vrijval ten gunste van FVSV totaal baten
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 67 -
verschil begroting 2006 -/- rekening 2006
omschrijving
rekening 2005
gewijzigde begroting 2006-II
rekening 2006
HOOFDFUNCTIE 9 ANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Functie 913 - Beleggingen
lasten baten verschil
50.864 3.316.998 3.367.862
18.737 -9.270.058 -9.251.321
64.095 -5.043.486 -4.979.391
13.231 -8.360.484 -8.347.253
rente lasten De Boer-EIISS rente lasten Jeugdzorg rente lasten Omslagfonds rente lasten Grondkostenfonds rente lasten FVSV rente lasten BWS totaal lasten
0 0 0 0 64.095 -13.231 50.864
-314.858 0 330.869 0 0 2.726 18.737
0 0 0 0 64.095 0 64.095
0 0 0 0 0 13.231 13.231
rente baten Stadsregio rente baten BDU rente baten Nexus rente baten BOR rente baten IDV rente baten Openbaar Vervoer rente baten De Boer-EIISS rente baten Jeugdzorg rente baten Grondkostenfonds rente baten Omslagfonds rente baten FVSV rente baten Fonds Groen rente baten BWS totaal baten
424.447 92.644 0 1.430.811 0 563.230 88.174 39.843 0 51.606 333.951 40.706 251.585 3.316.998
-1.287.379 -1.909.847 0 -2.694.555 -49.477 -625.984 -505.117 -10.117 -307.427 0 -39.454 0 -1.840.700 -9.270.058
-650.000 -1.000.000 0 -2.500.000 0 -350.000 0 -90.000 0 -53.486 0 0 -400.000 -5.043.486
-1.074.447 -1.092.644 0 -3.930.811 0 -913.230 -88.174 -129.843 0 -105.092 -333.951 -40.706 -651.585 -8.360.484
0 -2 -2
0 -6.613.709 -6.613.709
0 -6.708.715 -6.708.715
0 -6.708.713 -6.708.713
0
0
0
0
-2 0 -2
-5.491.702 -1.122.007 -6.613.709
-5.586.708 -1.122.007 -6.708.715
-5.586.706 -1.122.007 -6.708.713
Beleggingen
Functie 921 - Algemene uitkeringen Algemene uitkeringen
lasten baten verschil
totaal lasten gemeentelijke bijdragen bijdrage gemeente Rotterdam totaal algemene uitkering
Functie 922 - Algemene baten en lasten
lasten
46.163
60.000
46.163
0
baten
8.274.391
-921.438
0
-8.274.391
verschil
8.320.554
-861.438
46.163
-8.274.391
0 0 0 0 0
0 0 0 60.000 60.000
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
130.000 60.000 180.513 7.903.878 0 0 8.274.391
0 0 0 0 0 -921.438 -921.438
0 0 0 0 0 0 0
-130.000 -60.000 -180.513 -7.903.878 0 0 -8.274.391
46.163 46.163
0 0
46.163 46.163
0 0
0
0
0
0
-834.057 13.700.784 12.866.728
466.221.071 -454.174.871 12.046.200
408.011.202 -415.037.432 -7.026.230
408.845.260 -428.738.217 -19.892.957
Voorzieningen voor algemene doeleinden dotatie voorziening dotatie voorziening dotatie voorziening dotatie voorziening totaal lasten
WW / FPU minimalisatie doorbelastingen Investeringen Groen akkoord facilitaire lasten
vrijval voorziening wachtgeld/fpu vrijval voorziening facilitaire zaken vrijval voorziening ROM Rijnmond vrijval voorziening Omslagfonds vanwege teruggave aan vrijval voorziening Groen vrijval voorzieningen minimalisatie doorbelastingen totaal baten
Onvoorziene uitgaven onvoorziene uitgaven totaal lasten totaal baten
Saldo van de rekening vóór bestemming Totaal der lasten Totaal der baten Resultaat voor bestemming
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 68 -
omschrijving
verschil begroting 2006 -/- rekening 2006
rekening 2005
gewijzigde begroting 2006-II
rekening 2006
RESULTAATSBESTEMMING Voorgestelde mutaties in reserves & voorzieningen toevoeging toevoeging toevoeging toevoeging toevoeging
algemene reserve reserve algemene doeleinden reserve RTV borgstelling reserve Proactieve Milieuaanpak reserve Jeugdzorg
toevoeging restant Grondk.fonds aan voorz FVSV toevoeging bestemmingsreserve Jeugdzorg wachtlijsten toevoeging vrijval BWS regeling aan FVSV toevoeging reserve BWS ivm teruggave Omslagfonds toevoeging reserve BWS (ivm vrijval plus rente) toevoeging reserve BWS (restant resultaat SR alg) totaal toevoegingen aan reserves/voorz
-500.000 0 0 -294.418 0 0 0 -2.700.000 0 -7.903.878 -1.596.609 -217.882 -13.212.787
0 0 500.000 0 0 0 0 0 0 0 0 288.333 788.333
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 6.791.491 234.739 7.026.230
500.000 0 0 294.418 0 0 0 2.700.000 0 7.903.878 8.388.100 452.621 20.239.017
0 0 346.060 0 0 0 0 346.060
0 0 0 -12.130.435 0 -1.469.862 -704.097 -14.304.394
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 -346.060 0 0 0 0 -346.060
0
1.469.862
0
0
-14.046.845 14.046.845 -1
468.479.265 -468.479.265 0
415.037.431 -415.037.431 0
429.084.277 -429.084.277 0
onttrekking algemene reserve onttrekking reserve algemene doeleinden onttrekking reserve Jeugdzorg wachtlijsten onttrekking reserve BWS: negatief saldo Omslagfonds onttrekking voorziening Omslagfonds teruggave aan BWS onttrekking reserve BWS: wachtlijsten Jeugdzorg onttrekking reserve BWS totaal onttrekkingen aan reserves/voorz toevoeging voorziening Jeugdzorg
Totaal der lasten Totaal der baten Saldo Gewone Dienst
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 69 -
8.2
KOSTENVERDEELSTAAT
Kostenverdeelstaat jaarrekening 2006 Hoofdkostenplaatsen Eerstverdeelde kosten
Totale kosten
Sector RWE
Sector V.&V. Sector Ontw.
210.00 100,00
m2
34,86%
45,71%
210.10 75,00
210.30 25,00
19,43%
sal lasten
33,98%
36,37%
29,65%
fte
33,06%
38,96%
27,98%
212.00 200,00
560.00
611.00
620.00
40,00
10,00
60,00
2,25
1,30
5,05
400,00 2,75
5,25
1,75
6,75 16,50
Salarislasten direct toe te wijzen
2.671.150
907.525
971.553
792.072
179.336
269.877
118.417
403.923
161.315
90.249
366.411
kosten directie kosten ondersteuning
161.253 1.038.944
54.786 352.982
58.651 377.886
47.816 308.077
9.775 62.981
18.662 120.236
6.221 40.079
23.994 154.590
9.079 58.496
5.246 33.797
20.377 131.290
369.355 53.950 423.305
125.488 18.330
134.342 19.623
109.524 15.998
22.390 3.270
42.745 6.244
14.248 2.081
54.958 8.027
20.796 3.038
12.015 1.755
46.675 6.818
151.743 23.383 12.736 11.495 78.159 58.754
51.555 7.944 4.327 3.905 26.555 19.962
55.192 8.505 4.633 4.181 28.428 21.370
44.996 6.934 3.777 3.408 23.176 17.422
9.199 1.417 772 697 4.738 3.562
17.561 2.706 1.474 1.330 9.045 6.800
5.854 902 491 443 3.015 2.267
22.579 3.479 1.895 1.710 11.630 8.742
8.544 1.317 717 647 4.401 3.308
4.936 761 414 374 2.543 1.911
19.176 2.955 1.609 1.453 9.877 7.425
totaal
3.871.347
Diensten door derden dienstverlening door derden advisering totaal Overige personele lasten opleidingskosten overige personeelskosten juridische ondersteuning ARBO kosten kosten WW en FPU woon- en werkverkeer netto kosten OR werving nieuw personeel
4.471
1.519
1.626
1.326
271
517
172
665
252
145
565
133.844
45.474
48.682
39.689
8.114
15.490
5.163
19.915
7.536
4.354
16.914
representatiekosten extern
26.578
9.030
9.667
7.881
1.611
3.076
1.025
3.955
1.496
865
3.359
reis- en verblijfkosten
50.550
17.174
18.386
14.990
3.064
5.850
1.950
7.522
2.846
1.644
6.388
totaal
551.713
Huisvestinglasten huur
233.186
afschrijving, verbouw. + inricht.
81.282
106.599
45.305
26.650
19.987
6.662
53.300
10.660
2.665
15.990
281.512
98.127
128.691
54.694
32.173
24.130
8.043
64.346
12.869
3.217
19.304
servicekosten
47.127
16.427
21.544
9.156
5.386
4.039
1.346
10.772
2.154
539
3.232
energie
30.970
10.795
14.158
6.017
3.539
2.655
885
7.079
1.416
354
2.124
facility algemeen
89.672
31.257
40.993
17.422
10.248
7.686
2.562
20.496
4.099
1.025
6.149
schoonmaakkosten
21.994
7.666
10.054
4.273
2.514
1.885
628
5.027
1.005
251
1.508
45.283
15.785
20.701
8.798
5.175
3.881
1.294
10.351
2.070
518
3.105
394.506
134.034
143.490
116.982
23.915
45.656
15.219
58.700
22.212
12.833
49.853
11.027
3.746
4.011
3.270
668
1.276
425
1.641
621
359
1.393
overige huisvestinglasten totaal
749.745
Communicatie en Beroep en Bezwaar directe communicatie lasten directe lasten beroep- en bezwaar totaal
405.532
Organisatielasten salarissysteem DVO IDR
10.650 0
3.618 0
3.874 0
3.158 0
646 0
1.232 0
411 0
1.585 0
600 0
346 0
1.346 0
kopieerkosten
75.291
24.889
29.334
4.000
21.067
4.889
9.334
3.111
12.000
2.311
8.978
drukwerk
17.694
5.849
6.894
4.951
1.149
2.194
731
2.820
940
543
2.110
catering / kantinekosten
55.564
18.368
21.648
15.547
3.608
6.888
2.296
8.856
2.952
1.706
6.626
porti
27.806
9.192
10.834
7.780
1.806
3.447
1.149
4.432
1.477
854
3.316
briefpapier, enveloppen
5.811
1.921
2.264
1.626
377
720
240
926
309
178
693
koerier
3.470
1.147
1.352
971
225
430
143
553
184
107
414
103.363
34.170
40.271
28.922
6.712
12.814
4.271
16.475
5.492
3.173
12.326
telefoon / telecom + telefoonkamer
53.168
17.576
20.715
14.877
3.452
6.591
2.197
8.474
2.825
1.632
6.340
documentatie / abonnementen
14.547
4.809
5.668
4.071
945
1.803
601
2.319
773
447
1.735
211.680
69.977
82.473
59.230
13.745
26.241
8.747
33.739
11.246
6.498
25.242
accountantskosten
automatiseringskosten bankkosten kantoorbenodigdheden archiefvernietiging+reststoffenmanagement totaal subtotaal bijdrage Rdam en VWS JZ TOTAAL
1.392
1.641
1.178
273
522
174
671
224
129
502
26.205
8.663
10.210
7.333
1.702
3.249
1.083
4.177
1.392
804
3.125
8.288
4.211
2.740
3.229
2.319
538
1.027
342
1.321
440
254
988
2.249.987
2.493.370
1.876.033
461.534
709.301
264.892
1.057.643
373.746
201.753
817.687
709.301
264.892
1.057.643
373.746
201.753
717.687
617.748 6.619.390 190.756-
190.756-
90.756-
6.428.634
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
370.778
- 70 -
100.000-
Kostenverdeelstaat jaarrekening 2006 Eerstverdeelde kosten
Totale kosten
723.20 60,00
m2
810.00 100,00
810.35 45,00
810.40 45,00
810.50 45,00
170,00
sal lasten
3,25
fte
3,65
2,15
2,40
2,40
11,85
820.10
TOTAAL
70,00
875,00
305,00
875,00
3,40
42,35
14,00
42,35
Salarislasten direct toe te wijzen
7.989.661
174.097
199.767
158.832
154.569
147.389
246.967
10.660.811
kosten directie kosten ondersteuning
147.389 1.053.677
13.114 84.494
14.283 92.027
8.414 54.208
9.392 60.511
9.392 60.511
13.305 85.724
308.642 2.092.621
369.355 53.950 423.305
30.038 4.388
32.717 4.779
19.271 2.815
21.512 3.142
21.512 3.142
30.476 4.451
738.709 107.900
151.743 23.383 12.736 11.495 78.159 58.754
12.341 1.902 1.036 935 6.356 4.778
13.441 2.071 1.128 1.018 6.923 5.204
7.917 1.220 665 600 4.078 3.066
8.838 1.362 742 669 4.552 3.422
8.838 1.362 742 669 4.552 3.422
12.520 1.929 1.051 948 6.449 4.848
303.487 46.765 25.473 22.989 156.318 117.507
totaal
9.190.727
Diensten door derden dienstverlening door derden advisering totaal Overige personele lasten opleidingskosten overige personeelskosten juridische ondersteuning ARBO kosten kosten WW en FPU woon- en werkverkeer netto kosten OR werving nieuw personeel
4.471
364
396
233
260
260
369
8.941
133.844
10.885
11.856
6.983
7.795
7.795
11.044
267.689
representatiekosten extern
26.578
2.162
2.354
1.387
1.548
1.548
2.193
53.156
reis- en verblijfkosten
50.550
4.111
4.478
2.638
2.944
2.944
4.171
101.100
totaal
551.713
Huisvestinglasten huur
233.186
15.990
26.650
11.992
11.992
11.992
18.655
466.372
afschrijving, verbouw. + inricht.
281.512
19.304
32.173
14.478
14.478
14.478
22.521
563.024
servicekosten
47.127
3.232
5.386
2.424
2.424
2.424
3.770
94.255
energie
30.970
2.124
3.539
1.593
1.593
1.593
2.478
61.941
facility algemeen
89.672
6.149
10.248
4.612
4.612
4.612
7.174
179.343
schoonmaakkosten
21.994
1.508
2.514
1.131
1.131
1.131
1.760
43.988
overige huisvestinglasten
45.283
3.105
5.175
2.329
2.329
2.329
3.623
90.567
394.506
32.084
34.944
20.584
22.977
22.977
32.551
789.012
11.027
897
977
575
642
642
910
22.053
879 0
21.300 0 150.581
totaal
749.745
Communicatie en Beroep en Bezwaar directe communicatie lasten directe lasten beroep- en bezwaar totaal
405.532
Organisatielasten salarissysteem DVO IDR
10.650 0
866 0
943 0
556 0
620 0
620 0
kopieerkosten
75.291
5.778
6.489
3.822
4.267
4.267
6.045
drukwerk
17.694
1.358
1.525
898
1.003
1.003
1.421
35.389
catering / kantinekosten
55.564
4.264
4.789
2.821
3.149
3.149
4.461
111.128
porti
27.806
2.134
2.397
1.412
1.576
1.576
2.232
55.612
briefpapier, enveloppen
5.811
446
501
295
329
329
467
11.622
koerier
3.470
266
299
176
197
197
279
6.939
103.363
7.932
8.909
5.247
5.858
5.858
8.298
206.726 106.336
accountantskosten telefoon / telecom + telefoonkamer
53.168
4.080
4.582
2.699
3.013
3.013
4.269
documentatie / abonnementen
14.547
1.116
1.254
739
824
824
1.168
29.095
211.680
16.245
18.244
10.746
11.996
11.996
16.994
423.360
automatiseringskosten bankkosten kantoorbenodigdheden archiefvernietiging+reststoffenmanagement totaal subtotaal bijdrage Rdam en VWS JZ TOTAAL
4.211
323
363
214
239
239
338
8.422
26.205
2.011
2.259
1.330
1.485
1.485
2.104
52.410
8.288
636
714
421
470
470
665
16.577
11.938.770 482.847
567.316
363.420
378.463
371.282
569.505
6.619.390
567.316
363.420
378.463
371.282
569.505
6.428.634
617.748
0
190.756-
11.938.770 482.847
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 71 -
8.3
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN
Specificatie reserves en voorzieningen 2006
Omschrijving
beginsaldo
toevoegingen onttrekkingen
2006
- Algemene reserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve Subtotaal Reserves
RTV borgstelling Jeugdzorg/bestirjdin Proactieve Milieuaan BWS
- Wachtgelders en FPU'ers
500.000 500.000 60.200 0 22.280.924 23.341.124
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
saldo voor winstbestemming 2006
voorgestelde voorgestelde toevoegingen onttrekkingen door bijboeken door bijboeken resultaat resultaat
500.000 500.000 60.200 0 22.280.924 23.341.124
500.000 0 2.700.000 294.418 16.744.599 20.239.017
0 0 346.060 0 0 346.060
saldo na winstbestemming 2006
1.000.000 500.000 2.414.140 294.418 39.025.524 43.234.081
130.000
0
130.000
0
0
0
0
- Facilitaire lasten
60.000
0
60.000
0
0
0
0
- Communicatie
19.475
0
19.475
0
0
0
0
- Vervoermanagement
80.698
0
76.159
4.539
0
0
4.539 2.866.172
- Beheer Groen Akkoord
2.455.591
410.580
0
2.866.172
0
0
- Groen
259.559
0
259.559
0
0
0
0
- Investering Groen Akkoord
307.536
409.032
0
716.568
0
0
716.568
- Fonds Groen
0
1.761.787
0
1.761.787
0
0
1.761.787
350.000
0
0
350.000
0
0
350.000
0
158.060
0
158.060
0
0
158.060
229.390
0
229.390
0
0
0
0
- Luchtkwaliteit subsidies
0
1.500.000
0
1.500.000
0
0
1.500.000
- Luchtkwaliteit projecten
0
624.336
0
624.336
0
0
624.336
- Proactieve Milieuaanpak
0
0
0
0
0
0
0
0 54.688
185.000 0
0 0
185.000 54.688
0 0
0 0
185.000 54.688
3.946.937
5.048.796
774.583
8.221.150
0
0
8.221.150
- BDU uitvoeringsprojecten - BDU binnen OV administratie - OV Chipcard - OV Algerakaartje - OV Reizeigers Info Systeem Schiedam - Openbaar Vervoer algemeen - Bereikbaarheidsfonds - De Boer-EIISS - Jeugdzorg algemeen (doeluitkering) - Jeugdzorg aanvalsplan wachtlijsten (rijksg - Jeugdzorg bestrijding wachtlijsten - Omslagfonds - Grondkostenfonds - FVSV - BWS Subtotaal voorzieningen nog te verplichten
13.244.563 3.496.085 2.650.000 0 300.000 356.252 130.636.984 3.438.027 1.107.472 0 2.700.000 0 223.393 23.555.448 0 181.708.224
51.994.121 502.225 12.735.564 279.636 100.000 6.612.161 4.830.576 0 1.187.472 2.156.491 0 13.476.652 0 13.105.712 11.633.910 118.614.520
43.407.983 0 0 0 0 1.855.896 3.438.027 0 0 2.700.000 13.476.652 223.393 18.580.039 11.633.910 95.315.900
21.830.701 3.998.310 15.385.564 279.636 400.000 6.968.413 133.611.664 0 2.294.944 2.156.491 0 0 0 18.081.121 0 205.006.844
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
21.830.701 3.998.310 15.385.564 279.636 400.000 6.968.413 133.611.664 0 2.294.944 2.156.491 0 0 0 18.081.121 0 205.006.844
- BDU uitvoeringsprojecten verplicht (incl ID - Bereikbaarheidsfonds verplicht - De Boer-EIISS verplicht - Omslagfonds verplicht - FVSV verplicht - BWS verplicht Subtotaal voorzieningen verplicht
227.215.204 31.119.211 0 767.226 16.841.450 14.796.528 290.739.619
44.606.293 1.855.896 0 0 18.580.039 11.633.910 76.676.138
93.655.183 18.356.414 0 767.226 19.130.846 15.659.447 147.569.116
178.166.314 14.618.693 0 0 16.290.643 10.770.991 219.846.641
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
178.166.314 14.618.693 0 0 16.290.643 10.770.991 219.846.641
0
0
- Jeugdzorg dubieuze debiteuren - subsidie prov ZH voor Sociaal Beleid - ROM Rijnmond
- Ruimtelijk Beleid (toezegging gem Brielle) - Woonbeleid Subtotaal SR Algemeen
Subtotaal Voorzieningen
476.394.780
200.339.454
243.659.598
433.074.635
Totaal reserves en voorzieningen
499.735.904
200.339.454
243.659.598
456.415.759
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 72 -
20.239.017
346.060
433.074.635 476.308.717
8.4
GEMEENTELIJKE BIJDRAGE EN INWONERAANTAL PER GEMEENTE
Gemeente Albrandswaard Barendrecht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bernisse Bleiswijk Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Maassluis Ridderkerk Rotterdam Rozenburg Schiedam Spijkenisse Vlaardingen Westvoorne TOTAAL
Aantal inwoners per 1 januari 2004 19.607 37.257 15.870 17.535 12.684 10.449
Berekende bijdrage per inwoner 4,681 4,681 4,681 4,681 4,681 4,681
inwonerbijdrage 2006 91.780 174.398 74.287 82.081 59.373 48.911
15.948 65.354 40.164 29.046 32.847 45.528
4,681 4,681 4,681 4,681 4,681 4,681
74.652 305.919 188.006 135.963 153.755 213.115
598.923 13.173 75.619 75.170 74.058 14.265
4,681 4,681 4,681 4,681 4,681 4,681
2.803.533 61.662 353.969 351.868 346.662 66.774
1.193.497
5.586.708
bron: Statline databank CBS.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 73 -
8.5
ACCOUNTANTSVERKLARING
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 74 -
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 75 -
8.6
BESLUIT REGIORAAD
De regioraad van de stadsregio Rotterdam; gelet op het artikel 51 van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d 23 mei 2007;
besluit: 1) de jaarrekening 2006 vast te stellen met een positief resultaat van + €19.892.957; 2) het resultaat ad + € 19.892.957 als volgt te bestemmen: • • • • •
toevoeging algemene reserve toevoeging bestemmingsreserve Proactieve Milieuaanpak toevoeging bestemmingsreserve Jeugdzorg bestrijding wachtlijsten onttrekking bestemmingsreserve Jeugdzorg bestrijding wachtlijsten toevoeging bestemmingsreserve BWS
€ 500.000 € 294.418 € 2.700.000 € 346.060 -/€ 16.744.688
Aldus besloten in de openbare vergadering van 11 juli 2007 van de regioraad. De secretaris,
de voorzitter,
mr M.C. Jansen
mr I.W.Opstelten
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 76 -
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
Jaarlijks Jaarlijks
Terugbetaling door derden vanuit BDU- In euro's bijdrage verstrekte middelen In euro's In euro's In euro's Deze indicator Jaarlijks geldt niet voor gemeenten
Bestedingen
Eindsaldo/-reservering lopend jaar
Ontvangen BTW-bijdrage V&W
28. Lokale maatregelen luchtkwaliteit
Jaarlijks
In euro's
Ontvangen BDU-bijdrage VenW
- 77 -
0 266.491.462
In euro's
Jaarlijks
136.473
143.890.778
0
256.026.564
7.552.435
Individuele bestedingen die meer dan 20% In euro's Deze indicator Jaarlijks van totaal ontvangen BDU bedragen geldt niet voor gemeenten
86.011.041
0
Provincies, stadsregio's en Besteed bedrag in het kader van het gemeenten Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit.
Controlegetal:
0
83.098.578
Beginstand jaar t (5) Beschikking Rijk (6) Overige Besteed t.l.v. Overige besteding Te verrekenen met Overige (11) ontvangsten (7) rijksmiddelen (8) (9) het Rijk (10)
Bestedingen, die betrekking hebben op OV- In euro's Deze indicator Jaarlijks concessies en met openbaar vervoer geldt niet voor gelijkgesteld vervoer, waarover BTW is gemeenten betaald die niet verrekenbaar is met het BCF
Realisatie (4)
0
Afspraak (3)
Betaalde BTW op OV-concessies en op In euro's Deze indicator Jaarlijks met het openbaar vervoer gelijk-gesteld geldt niet voor vervoer, die niet verrekenbaar is met het gemeenten BCF
Jaarlijks
Jaarlijks
Frequentie (jaarrekening) ( C )
In euro's
Toelichting per indicator (B) Jaarlijks
Indicatoren (2) In euro's
Ontvanger (A)
6. Brede doeluitkering verkeer en vervoer Provincies en 7 plusregio's Eindsaldo/-reservering vorig jaar en gemeenten Toegerekende rente
Nr. Specifieke uitkering
Specifieke uitkering nr. 1 t/m 28
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
Toelichting Aard Controle (D) afwijking (12)
20.706.175.881
8.7 VERANTWOORDING 2006 BDU Verkeer en Vervoer en subsidie Luchtkwaliteit (Sisa)
8.8
JAARRAPPORTAGE RIVV 2006
Algemeen Inleiding In deze rapportage wordt een overzicht gegeven van de activiteiten die de stadsregio als beheerder van verschillende subsidiefondsen op het gebied van verkeer en vervoer heeft ontplooid, zowel inhoudelijk als financieel. De verslagperiode van deze rapportage beslaat kalenderjaar 2006. Tevens wordt in deze rapportage een doorkijk gegeven naar 2007. De fondsen die in deze rapportage toegelicht worden zijn BDU1, BOR2, IDV3 en de Boer/EIISS4 De inhoudelijke jaarrapportage wijkt qua systematiek en grondslag af van de jaarrekening. Reden hiervoor is dat de insteek van deze rapportage meer inhoudelijk van aard is. Doordat gekozen is voor een afwijkende systematiek worden de externe verplichtingen ten laste van de verschillende fondsen helderder in beeld gebracht. De verschillen in systematiek en grondslag uiten zich in de bijstellingen in verplichtingen en verplichtingen tussen de verschillende fondsen bij de stadsregio, die in het inhoudelijke jaarverslag niet in beeld gebracht worden. Door de afwijkende systematiek en grondslag zijn de cijfers uit deze rapportage niet één op één vergelijkbaar met de jaarrekening. Samenvatting belangrijke cijfers en gebeurtenissen 2006 Programma kleine projecten: Ten laste van het programma kleine projecten zijn 72 verplichtingen aangegaan. Totale verplichting € 16,4 miljoen. Het aantal beschikkingen ten laste van het programma kleine projecten ligt hoger dan de qua realisatie teleurstellende jaarschijf 2005. Het totaal verplichtingenbedrag licht bovendien fors hoger. Nog eens 53 projecten zijn in verschillende stadia van behandeling. Deze projecten vertegenwoordigen een potentiële verplichting van € 17,4 miljoen. De reden dat er voor deze projecten nog geen beschikking is afgegeven is veelal gelegen in onvolledigheid van de subsidieaanvragen. Programma grote projecten: In 2006 zijn ten laste van het programma grote projecten 12 verplichtingen aangegaan. Totale verplichting € 31,3 miljoen. De verplichtingen bestaan uit investeringsbijdragen voor infraprojecten, opdrachten voor planstudies en indexering van grote projecten. Er zijn op dit moment 2 aanvragen in behandeling (Parklane fase 2b, 2e ontsluitingsweg Hoek van Holland). Fondsen: BDU: In totaal zijn ten laste van de BDU 83 verplichtingen aangegaan. Totale verplichting € 45,9 miljoen. BOR: Er zijn 2 beschikkingen afgegeven ten laste van het BOR-fonds. Daarnaast is er als gevolg van de beschikking voor het project Rotonde Westlandseweg - Mozartlaan, waarvan ook het BOR-deel via de BDU afgewikkeld zal worden, een verplichting van het BOR-fonds aan de BDU ontstaan. Totaal 3 verplichtingen voor een bedrag van € 2,1 miljoen. De gemeente Rotterdam heeft haar stortingsdeel in de envelop regionale bereikbaarheid ingelegd. De voor 2006 beschikbare rijksbijdrage hierop is ontvangen. Met de actualisatie van het BOR-programma zijn eveneens afspraken gemaakt over de inleg van de convenantpartners voor 2007. Deze afspraken zijn reeds in 2005 bestuurlijk bevestigd door de gemeente Rotterdam. Van PS van de provincie moet nog een bestuurlijke toezegging ontvangen worden. Beide convenantpartners hebben ingestemd met het geactualiseerde projectenprogramma. De Boer/EIISS: Een kwestie over rentecompensatie over een ten onrechte ontvangen voorschot van het rijk is in het voordeel van de stadsregio uitonderhandeld. Dit houdt in dat de stadsregio een bedrag van € 0,32 miljoen bij het rijk heeft kunnen terugvorderen. Eind 2006 is dit bedrag daadwerkelijk ontvangen. Financieel overzicht programma kleine projecten per einde 2006 Verplichtingen per 31 december 2006 programma kleine projecten
1 2 3 4
BDU: Brede DoelUitkering BOR: Fonds BereikbaarheidsOffensief Rotterdam IDV Interimregeling Duurzaam Veilig De Boer/EIISS: De Boer / Extra Investeringsimpuls Infrastructuur Stads- en Streekvervoer
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 78 -
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verplichtingen in bedrag en aantal. Als referentie is het beschikbare budget voor jaarschijf 2006 gebruikt. Tabel 1: Verplichtingen programma klein per 31 december 2006 Programma kleine projecten Categorie OV Weg DVM Fiets VV infra VV edu/Verv. man. P+R Fl. Maatr. Totaal kleine projecten
jaarschijf € € € € € € € € €
2006 11.614.000 5.371.000 2.190.000 10.065.080 8.586.265 942.395 4.104.500 1.050.500 43.923.740
Verplichtingen Realisatie Aantal € 3.073.865 5 € 3.919.000 3 € 0 € 3.466.362 13 € 4.408.500 25 € 392.517 20 € 883.000 1 € 237.479 5 € 16.380.724 72
% 26,5% 73,0% 0,0% 34,4% 51,3% 41,7% 21,5% 22,6% 37,3%
In geen enkele categorie is de doelstelling behaald. Wat dat betreft is jaarschijf 2006 enigszins teleurstellend. Ten opzichte van jaarschijf 2005 is echter wel een belangrijke verbetering behaald. Bovendien zijn de resultaten meer in lijn met de begroting en voorgaande jaren. De verklaring voor het niet behalen van de in het RIVV 2006 benoemde doelstellingen kan, naast het hierboven benoemde, gevonden worden in de volgende oorzaken: Het programma klein OV is hangende de studie Update OV-netwerk in de verdrukking gekomen. Voor het RIVV van 2007 is hier met de invulling van een aantal projecten in het kader van de flexibilisering van het tramnet weer een steviger invulling aan gegeven; Er is, ondanks de systematiek van de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken, nog steeds sprake van planningsoptimisme; De realisatie van kleine projecten ten laste van het BOR-fonds loopt sterk achter bij de verwachtingen. In de komende actualisatieronde van 2006 van het BOR-fonds is de realisatie van projecten overigens een speerpunt geweest. Dit heeft geleid tot hernieuwde planning en afspraken over het projectenprogramma van het BOR-fonds; Er waren op het 31 december 2006 nog 53 projecten in verschillende stadia van behandeling voor een totaal potentieel verplichtingbedrag van € 17,4 miljoen (zie bijlage 3). Naar verwachting zullen de beschikkingen op deze projecten in de eerste helft van 2007 afgegeven worden. Indien de potentiële verplichting wordt meegenomen in de berekening, dan komt het percentage verplicht ten opzichte van het budget uit op 78%. Er is voor 7,8 mln. aan projecten uit 2006 doorgeschoven naar een latere jaarschijf. Voor de doorgeschoven projecten heeft de wegbeheerder tijdig en voldoende onderbouwd een verzoek gedaan. In de begrotingscyclus wordt, uitgaande van meerjarige ervaringscijfers, gerekend met een verplichtingenniveau van tussen de € 20 miljoen en € 25 miljoen per jaar. Als de realisatiecijfers hieraan gerelateerd worden ontstaat een realistischer beeld. In grafiek 1 is het meerjarig verloop van de aangegane verplichtingen weergegeven. Uit de grafiek blijkt eveneens dat het verplichtingenniveau ten laste van het programma klein relatief laag is, het aantal verplichtingen is over de voorgaande periode bezien gemiddeld te noemen.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 79 -
Grafiek 1: verloop verplichtingen programma kleine projecten 2006
Verplichtingen (€*1000)
Verplichtingen Programma klein 60.000
140
50.000
120 100
Terugblik 2005 en doorkijk 2006 40.000
EIISS BOR klein IDV
80
30.000
60
20.000 10.000 -
40
GDU klein Gem laatste 3 jaar
20
Aantal verplicht
0 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 Jaar
In de jaarschijf 2007 van het RIVV 2006 – 2010 is wederom een ambitieus projectenprogramma voor kleine projecten opgenomen, gebaseerd op de lopende gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken. Het totale programma omvat 118 projecten waarvoor een reservering voor een regionale bijdrage van € 48,7 miljoen is getroffen. Om de uitvoering van projecten te stimuleren zal hier tijdens de besprekingen over de actualisatie van de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken aandacht aan besteed worden. In 2007 zullen de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken wederom geactualiseerd worden. Hierbij zullen jaarschijven 2008 en 2009 hard ingevuld worden zullen de jaren 2010 en 2011 een indicatief beeld geven. In overleg met de wegbeheerders zal gebouwd worden aan een zo realistisch mogelijk programma voor de kleine projecten. De projecten uit de geactualiseerde uitvoeringsafspraken zullen landen in het RIVV 2008 – 2012. Realisatie versus budget programma kleine projecten Voor realisatie van het programma kleine projecten was volgens het RIVV 2006 – 2010 een budget van € 44,4 miljoen benodigd. De dekking voor dit benodigd budget komt voort uit het voor de kleine projecten gereserveerde aandeel in de te storten BDU-uitkering van 2006, het BOR-fonds, vrijval en overig. De categorie overig is een sluitpost die bestaat uit rekenrente over het kassaldo van de BDU-infra-rekening, de renteopbrengst op belegde middelen en het ter dekking van het programma klein benodigde deel van de voorziening nog te verplichten. Tabel 2 geeft een overzicht van het voor kleine projecten benodigde budget afgezet tegen de realisatie. Tabel 2: Voeding en uitputting budget programma kleine projecten
Budget programma klein (bedragen €*1000) BDU BOR-fonds Overig Vrijval afgewikkelde beschikkingen 2006 Totaal voeding Uitvoeringsafspraken RIVV 2005-2009 Kleine projecten nog in behandeling Verschuiving dekking kleine projecten naar latere jaarschijf Totaal uitputting
RIVV 2006- planning 6- realisatie 122010 maands maands Verschil 15.000 15.000 15.000 3.216 2.927 414 2.802 25.708 20.017 24.372 1.336 2.438 2.343 2.34343.924 40.381 42.129 1.795 43.924 -
37.489 -
16.381 17.948
27.543 17.948-
43.924
2.892 40.381
7.800 42.129
7.8001.795
Bij de voeding van het budget valt de lage voeding uit het BOR-fonds op ten opzichte van de in het RIVV 2006 – 2010 verwachte voeding. Deze afwijking is een gevolg van de gekozen systematiek, waarin wordt aangenomen dat de dekking van kleine projecten ten laste van het BOR-fonds gelijk is aan de aangegane verplichting. De ten laste van het BOR-fonds gerealiseerde verplichting wijkt in 2006 af van hetgeen in het RIVV 2006 werd verwacht. Op totaalniveau is € 1,8 mln. minder budget benodigd dan begroot.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 80 -
Afwikkeling openstaande verplichtingen Voor 47 kleine projecten is een eindverantwoording ingediend. Dit heeft geleid tot een vrijval op de lopende verplichtingen van € 2,3 miljoen. Per einde 2006 zijn 259 verplichtingen nog niet financieel afgewikkeld. Hiervan zijn 82 beschikkingen ouder dan 2004. Het aansporen van wegbeheerders om oude projecten financieel af te wikkelen is vast onderdeel van het beheer van de verschillende fondsen. Naar aanleiding van de discussie in het dagelijks bestuur over de 6maandsrapportage zal in 2007 een extra impuls gegeven worden om een slag te maken in de afwikkeling van oude beschikkingen door de wegbeheerders. Hiertoe zullen de wegbeheerders worden aangeschreven met het verzoek beschikkingen af te wikkelen voor een nader te bepalen deadline. Gevolg van het niet tijdig indienen van een verantwoording kan zijn dat het subsidiebedrag wordt vastgesteld op € 0,-. Financieel overzicht programma grote projecten per einde 2006 Verplichtingen per 31 december 2006 programma grote projecten In grafiek 2 is het verloop van de verplichtingen voor grote projecten weergegeven. Ten laste van de fondsen BDU en BOR zijn in totaal 12 verplichtingen aangegaan voor een bedrag van € 31,3 miljoen. Grafiek 2: verplichtingen grote projecten 2006
verplichtingen grote projecten 2005
verplichting (€*1000)
350000 300000 250000
BOR groot
200000
GDU groot
150000
gem laatste 3 jr
100000 50000 0 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 jaar
Inhoudelijke stand van zaken grote projecten per einde 2006 De inhoudelijke stand van zaken van de grote projecten is weergegeven in de tabellen 3A en 3B. Per project is een toelichting op de voortgang opgenomen Tabel 3A Projecten in Project Tramplus SchiedamVlaardingen
Tourniquets
2e ontsluitingsweg Hoek van Holland
uitvoering Beschrijving stand van zaken Dit project betreft de realisatie van een Trampluslijn van De Esch in Rotterdam naar Schiedam en Vlaardingen. Hierbij krijgt een deel van het bestaande tramnet een upgrade naar tramplus en vindt uitbreiding plaats in Schiedam en Vlaardingen. Omdat zoveel mogelijk aangesloten wordt bij andere werkzaamheden kent het project veel deelprojecten in veel fasen. De financiering is ook heel divers. De uitbreiding naar Vlaardingen is in het vierde kwartaal van 2005 in gebruik genomen. De uitbreiding in Schiedam (naar station Kethel) en de kortsluiting naar station Schiedam Centrum moeten nog gerealiseerd worden. Met dit project worden alle metrostations voorzien van selectieve toegangspoortjes die geactiveerd kunnen worden door de chipkaart. De infrastructuur is aangelegd en de tourniquets zijn in gebruik. Het project is echter technisch nog niet gereed. De eerste werkzaamheden (aanbrengen voorbelasting) zijn uitgevoerd. De gemeente Rotterdam heeft een scopewijziging voor de eerste fase doorgevoerd, waarbij de werkgrens aan de westkant verlegd is van de Harwichweg naar de Haakweg en aan de oostkant van het Oranjekanaal naar de Maasdijk. De uitvoering van het gewijzigde plan is in 2005 gestart. De gemeente Rotterdam heeft in 2006 een verzoek ingediend om de regionale bijdrage aan te passen aan de gewijzigde situatie. De stadsregio is
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 81 -
A12 / N209 te Bleiswijk
N470
Parklane 2b, Vierhavenstraat
Rotterdam CS
hiervoor echter nog geen verplichting aangegaan. De verkenning van de tweede fase (Westerlee) is gereed en door de stadsregio akkoord bevonden. De tweede fase wordt uitgevoerd tussen 2008 en 2011. De capaciteit van de aansluiting van de N209 op de A12 is onvoldoende. De provincie Zuid Holland voert een reconstructie uit, in combinatie met het verbeteren van de bereikbaarheid van diverse bedrijventerreinen in Bleiswijk en Zoetermeer. De stadsregio heeft in 2005 een beschikking afgegeven voor de regionale bijdrage. De uitvoering is gepand in 2006-2008. Dit project verbindt Delft / Pijnacker, Zoetermeer en Berkel en Rodenrijs en kent een west-, oost- en zuidtak. Het project is volop in uitvoering. Het eerste deel van de zuidtak is half 2006 geopend, de rest van de zuidtak en de oosttak worden volgens planning in het tweede kwartaal van 2007 in gebruik genomen en de westtak eind 2007. De Parklane wordt gefaseerd uitgevoerd. De eerste fase, het Giessenplein is al enkele jaren in gebruik. De Westzeedijk en het Hudsonplein (samen fase 2a) zijn in 2004 in gebruik genomen. Voor fase 2b, de Vierhavenstraat zijn in 2004 de eerste gronden verworven. De uitvoering is gestart in 2005. De regionale bijdrage wordt in 2007 beschikt. Dit project wordt gefaseerd uitgevoerd. De regionale bijdrage voor de eerste fase (de tramvoering) is in 2005 beschikt en betaald. In 2007 zal naar verwachting de regionale bijdrage voor de 2e fase beschikt worden.
Tabel 3B: In gebruik genomen projecten, financieel nog niet afgerond Metro Beneluxlijn Dit project wordt naar verwachting in 2007 afgesloten. Voorstel van de RET in de verantwoording voor het Rijk was de nog uit te voeren werkzaamheden zoals een fietspad en herstel buitenruimte worden af te kopen. Het Rijk heeft hier echter niet mee ingestemd. Daarop is een nieuwe mijlpaal geïntroduceerd. Nesselandelijn Het project is eind augustus 2005 in gebruik genomen en wordt naar verwachting in 2007 financieel afgewikkeld. Tramplus Het project is vrijwel geheel uitgevoerd en in gebruik genomen. De nog uit Carnisselandelijn te voeren werkzaamheden zijn afrondende werkzaamheden in de buitenruimte. In 2007 wordt het project naar verwachting financieel afgewikkeld. Tramplus Het project is uitgevoerd en in gebruik genomen. Aansluitend worden nog IJsselmondelijn enkele werkzaamheden uit de tweede fase uitgevoerd ten laste van de eerste fase (het budget van de eerste fase biedt daar voldoende ruimte voor). Het project wordt naar verwachting in 2007 financieel afgewikkeld. Tramplus CS – Bij dit project moet nog een onderstation in een multifunctioneel gebouw Lombardijen gerealiseerd worden. Parklane fase 1, Er is onenigheid tussen Rijkswaterstaat en de gemeente Rotterdam over Giessenplein invulling van het laatste groenproject. Hier is in 2005 een oplossing voor gevonden waarna de financiële afwikkeling kan plaats vinden. Parklane fase 2A, Dit project is in 2004 in gebruik genomen en wordt naar verwachting in Westzeedijk en 2007 financieel afgewikkeld. Hudsonplein De laatste werkzaamheden, een voetgangerstunneltje vanuit het station Metrostation naar de kop van Zuid zijn begin juli 2005 afgerond. In 2007 wordt het Wilhelminaplein project naar verwachting financieel afgewikkeld. (Kop van Zuid) Metrostation Beurs De uitvoering is gereed. Het geschil tussen de aannemer en de opdrachtgever over straatwerk is in een arbitrage opgelost. Het project kan naar verwachting in 2007 financieel afgewikkeld worden. Tramplus Kop van De werkzaamheden zijn uitgevoerd. Het project wordt naar verwachting in Zuid 2007 financieel afgewikkeld. Dit project is al enige tijd in gebruik. De financiële afwikkeling kan in 2007 Kop van Zuid, plaats vinden. stadsbrug en Het rechttrekken van de Laan op Zuid is als afzonderlijk project opgenomen Varkenoordse in de Planstudiefase van het programma Grote Projecten van het RIVV. viaduct
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 82 -
Ontwikkelingen afgelopen jaar en verwacht Aanvragen in behandeling, te verwachten aanvragen Op dit moment zijn twee aanvragen voor een bijdrage in een groot project in behandeling: Parklane fase 2B en 2e ontsluitingsweg Hoek van Holland (herziening). Naar verwachting wordt voor deze projecten in 2007 een verplichting aangegaan. In 2007 zal naar verwachting ook voor de volgende grote projecten een verplichting aangegaan worden: 2e ontsluitingsweg Hoek van Holland (trajectdeel Pettendijk), Harmsenbrug, CS Rotterdam tramsporen fase 2, N470 Aanvulling (regionaal en provinciaal deel) en Randstadrail (tlv overschot Beneluxlijn). Realisatie versus budget programma grote projecten In tabel 4 zijn de gerealiseerde opbouw en uitputting van het budget voor het programma grote projecten afgezet tegen de in het RIVV 2006 – 2010 opgenomen cijfers en de cijfers uit de halfjaarrapportage. Bij de voeding is een opvallend groot verschil tussen de gerealiseerde voeding en de verwachte voeding te zien. De verklaring hiervoor is voor een belangrijk deel te vinden in de vertraging van het loskomen van de vrijval op de Beneluxlijn, die voor € 72 miljoen in 2006 was ingeboekt. Daarnaast is de dekking ten laste van het BOR-fonds lager dan van tevoren is ingeschat. Bij de grote projecten geldt dat de dekking gelijk is aan de gegenereerde kasstroom ten laste van dat fonds. Aan de uitgavenkant is te zien dat het kasritme voor de grote projecten achter loopt bij de verwachtingen. Oorzaken hiervoor zijn enerzijds optimistische inschattingen van wegbeheerders voor de lopende projecten en anderzijds vertraging in planvorming, waardoor projecten later in uitvoering komen. Tabel 4: voeding en uitputting budget programma grote projecten Budget Groot (bedragen € * 1000) BDU/BOR/OS Vinex/Rente Totaal voeding Kasritme uitgaven grote projecten Planontwikkeling Totaal uitgaven Saldo
RIVV 2006 6-maands 12-maands Verschil 192.300 192.300 111.963 80.337 192.300 192.300 111.963 80.337 141.800 22.000 163.800 28.500
141.800 22.000 163.800 28.500
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 83 -
96.840 450 97.289 14.673
44.960 21.550 66.511 13.827
Bijlage 1: Regionale fondsen BDU Verdeling BDU Om de diverse bestedingsdoelen op het gebied van verkeer en vervoer tot uitdrukking te brengen is gekozen voor een primaire opsplitsing van de BDU in de volgende deelgebieden: Aanleg infrastructuur groot en klein (wegen, P+R, DVM, Verkeersveiligheid, fiets); Aanleg infrastrustuur OV; Niet-infrastructurele maatregelen op het gebied van verkeersveiligheid en vervoersmanagement; Vervoersdiensten (met en zonder concessie); Onderhoud en vervanging van railinfrastructuur; Verbetering van de toegankelijkheid en sociale veiligheid van het OV. Alleen de eerste drie deelgebieden zijn onderdeel van het RIVV. De inhoudelijke jaarrapportage over het RIVV behandeld daarom ook alleen de eerste drie deelgebieden Aanvragen en beschikkingen ten laste van de BDU Grafiek 3 geeft een overzicht van de verplichtingen die over een periode van 10 jaar ten laste van de BDU zijn aangegaan. In jaarschijf 2006 zijn ten laste van de BDU 83 verplichtingen aangegaan voor een totaalbedrag van € 45,9 miljoen. Grafiek 3: verplichtingen ten laste van de BDU
Verplichtingen tlv GDU/BDU t/m 2006
Bedrag (€*1000)
€ 350.000 € 300.000 € 250.000 € 200.000
GDU-groot
€ 150.000
GDU-klein
€ 100.000
gem. laatste 3 jr
€ 50.000 €96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 Jaar
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 84 -
BOR Extra rijksgeld Envelop regionale bereikbaarheid In november 2003 is in het bestuurlijk overleg over het MIT 2004-2008 afgesproken dat voor het BORfonds een bedrag van € 12,5 miljoen extra beschikbaar wordt gesteld. Voor deze extra rijksbijdrage gelden de regels van het BOR-fonds, namelijk dat voor elke regionale een rijks-euro bijgestort wordt. De extra impuls in het BOR-fonds zal benut worden voor projecten binnen het kader van samenhangend netwerk/Luteijn en de Harmsenbrug. In de actualisatieronde van 2006 zijn nadere afspraken gemaakt over de inleg van de provincie in het kader van deze extra middelen. Dynamische Reizigersinformatie (DRI) Zuidvleugel Van rijkswege wordt in twee tranches in 2007 en 2008 € 10 miljoen beschikbaar gesteld voor het uitrollen van DRI over de Zuidvleugel. Voor deze extra rijksbijdrage gelden eveneens de regels van het BOR-fonds, zodat totaal € 20 miljoen beschikbaar zal zijn. Met stadsregio Haaglanden en de provincie Zuid-Holland zullen de in de actualisatieronde van 2007 afspraken gemaakt worden over de stortingsdelen en de financiële afwikkeling. Einddatum fonds Het BOR-fonds is opgezet als impulsfonds met een eindige looptijd. De looptijd van het fonds eindigt vooralsnog per einde 2010. Aandachtspunt hierbij is het tijdig besteden en verantwoorden van de bestede middelen richting het rijk. Vooralsnog valt het verplichtingenniveau en het kasgeldritme ten laste van het fonds tegen. Oorzaak hiervoor is vooral vertraging in uitvoering van grote projecten uit het programma. In de jaarlijkse actualisatieronde is de tijdige besteding en verantwoording van bestede middelen een belangrijk aandachtspunt. Renteoverschot Het hoge kassaldo van het BOR-fonds heeft tot gevolg dat aanzienlijke rente gegenereerd wordt. Deze rente wordt aangewend voor indexering van projecten, dekking van voorfinancieringen en dekking voor beheerskosten van het fonds. De gegenereerde rente op het fonds overstijgt tot nog toe de behoefte voor dekking van indexeringen, voorfinancieringen en beheerskosten. Hierdoor is een aanzienlijk renteoverschot ontstaan. In de actualisatieronde over 2006 is getracht met de convenantpartners Rotterdam en provincie Zuid-Holland te komen tot één door alle convenantpartners gedragen project dat ten laste van het renteoverschot gedekt kon worden. Omdat een dergelijk project in 2006 niet naar voren is gebracht, is besloten de benutting van het renteoverschot in 2007 nader met de convenantpartners te overleggen. Financiële kentallen BOR-fonds Het totale projectenprogramma heeft een omvang van € 252 miljoen. Dit bedrag is inclusief de in 2004 aan het BOR-fonds toegevoegde envelop regionale bereikbaarheid van € 25 miljoen, maar exclusief de extra middelen voor DRI. In tabel 5 zijn de werkelijk gerealiseerde verplichtingen in 2006 weergegeven. Tabel 5:verplichtingen ten laste van het BOR-fonds 2006 Projectnaam Verplichting (€*1000) N470; indexering 1.720 Fietspad Hendrik Ido Ambacht - Rijsoord 136 Rotonde Mozartlaan - Westlandseweg (BOR278 Subtotaal
2.134
Naast het projectenprogramma worden de middelen die binnen het BOR-fonds beschikbaar zijn ook gebruikt voor voorfinanciering en versnelling van projecten met een ongunstig kasritme van de Rijksbijdrage. Verplichtingen voor voorfinanciering en versnelling van projecten leveren gelijktijdig weer een vordering op die projecten, die verrekend wordt bij de afgifte van de beschikking voor de aanleg van die projecten. Op het moment dat het project door middel van andere financiën gedekt wordt vloeien de middelen van de voorfinanciering weer terug in het BOR-fonds. Op dit moment staat nog voor € 0,4 miljoen aan vorderingen open. Tabel 6 geeft de voorfinancieringen en versnellingen weer. Tabel 6: voorfinancieringen en versnellingen ten laste van het BOR-fonds
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 85 -
Voorfinanciering (€ *1000) VAT-kosten Hartelcorridor Fietsbrug Hartelbrug, studie GW Garantstelling IODS Voorfinanciering RaRa ZoRo PZH Voorfinanciering VAT Rotterdam Centraal Voorfinanciering VAT P+R Beverwaard Voorfinanciering studie station Spaland
24 22 135 91 75 43 150 subtotaal
540 540
IDV 2004 was het laatste jaar dat de Interimregeling Duurzaam Veilig (IDV) als een zelfstandige regeling heeft gefunctioneerd. Op 1 januari 2005 is deze regeling opgegaan in de BDU. Dit betekent dat de openstaande verplichtingen en reserves vanaf dat moment onder de voorwaarden van de BDU vielen en dus niet meer afzonderlijk verantwoord hoeven te worden. In het eerste half jaar van 2005 is gewerkt aan de financiële overdracht van de IDV naar de BDU. In 2005 werden projecten die ten laste van de IDV-regeling beschikt zijn nog via een separate administratie afgewikkeld. In 2006 is deze administratie geïntegreerd met de administratie van de BDU-infra. De Boer/EIISS De de Boer/EIISS-regeling is in 2005 financieel afgewikkeld met het rijk. Nadat van het rijk de definitieve subsidievaststelling is ontvangen zijn de resterende verplichtingen met de penvoerders afgerekend. Met het rijk is na overleg overeengekomen dat de renteberekening over het teveel ontvangen voorschot zal worden aangepast overeenkomstig de door de stadsregio werkelijk op het voorschot ontvangen rente. Dit heeft als gevolg gehad dat de stadsregio een bedrag van € 0,32 miljoen in rekening heeft kunnen brengen bij het rijk. Dit bedrag is eind 2006 van het rijk ontvangen.
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 86 -
Bijlage 2: tabel verplichtingen kleine projecten Projectnaam Fietspad Kethelsekade Reconstructie regionale fietsroute Waalhaven Asfalteren regionale fietspaden 2006 (MA) Optimalisatie fietspad Groene Kruisweg Fietspad Hendrik ido Ambacht - Rijsoord Asfalteren regionale fietsroutes 2005 Fietspad Aelbrechtskade Fietsvoorziening Meeuwensingel Fietsroute nr 4; Poldervaart aanvulling Fietsroute Simonshaven bewegwijzering regionale routes 7 en 8 Fietsbrug over de Vlaardingse Vaart Fietsvoorziening Achterdijk Vierpolders
Wegbeheerder Dienst Landelijk Gebied Havenbedrijf Rotterdam Maassluis Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland Rotterdam Rotterdam Rozenburg Schiedam Spijkenisse Stadsregio Vlaardingen Waterschap Hollandse Delta Subtotaal Fiets
Categorie Fiets Fiets Fiets Fiets Fiets Fiets Fiets Fiets Fiets Fiets Fiets Fiets Fiets
Fonds BDU BDU BDU BDU BOR BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
Verplichting € 113.000 € 81.000 € 8.000 € 116.000 € 136.000 € 151.500 € 810.000 € 256.500 € 64.000 € 20.500 € 223.362 € 908.000 € 578.500 € 3.466.362
FIDK Tramplushalte Avenue Carnisse Fietsparkeren 2005 Fietsparkeren Van der Meydestraat Fietsparkeren 2006 Carpoolplein Oudelande
Barendrecht Rotterdam Rotterdam Rotterdam Waterschap Hollandse Delta Subtotaal Flankerend Beleid
Flankerend beleid Flankerend beleid Flankerend beleid Flankerend beleid Flankerend beleid
BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € €
61.834 61.500 48.146 60.000 6.000 237.479
Herinrichting Stationsomgeving Doorstart parkshuttle onvoorzien Spoorafstand Nieuwe Binnenweg Spoorafstand Nieuwe Binnenweg aanvulling Geleidelijnen metrostations
Barendrecht Capelle aan den IJssel RET RET RET Subtotaal OV
OV OV OV OV OV
BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € €
474.500 483.865 710.500 168.000 1.237.000 3.073.865
P+R Spoorhaven B&R
Berkel en Rodenrijs (Lansingerland) Subtotaal P+R
P+R
BDU
€ €
883.000 883.000
Waalstraat (tussen Emmastraat en Albrandswaardseweg Rotonde Rivierweg / Binnenbaan Binnenlandse Baan Snelheidsremmer komgrens Kerkweg Zuidland Rotonde Couwenhoekseweg - Keerkring Dr. A. Schweitzerdreef (50km-drempels) Rotonde Westlandseweg / Mozartlaan Koninginneweg - Karnebeekweg Rijksstraatweg - Noldijk Herprofilering Rijksstraatweg Kleine Blackspots 2005 (fase 1) Functionele wijzigingen bij onderhoud Hofplein 3 Blackspots Oldegaarde Endenhout 30km Vreewijk Blackspot Molenvliet / Pythagorasweg Rotonde Molenlaan / burg Kempersingel Verkeersveiligheid kruisingen en wegvakken Snelheidsremmende maatregelen H'berg/Schiebroek Schouwen 1e tranche 2005 Schouwen 2e tranche 2005 30 km zone Cool 30 km/h gebied Kralingen - Crooswijk Rotonde Haasdijk-Stationsweg te Bernisse Rotonde Stationsweg - Gemeenlandsedijk
Albrandswaard Albrandswaard Barendrecht Bernisse Capelle aan den IJssel Maassluis Maassluis Ridderkerk Ridderkerk Ridderkerk Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Waterschap Hollandse Delta Waterschap Hollandse Delta Subtotaal VV-infra
VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
42.500 95.500 866.000 36.500 326.500 12.500 708.000 42.500 64.500 171.500 147.000 87.500 358.500 155.500 35.000 35.500 84.000 68.500 133.500 152.500 309.000 15.000 51.500 227.500 182.000 4.408.500
Broemdag Albrandswaard Verkeerseducatie 2006 BD Verkeersveiligheidsaudit Berkel en Rodenrijs Broemdag Bernisse Broemdag Bleiswijk Snelheidsinformatie display (RI) BROEMdag Alexander Kids Adventure 2006 Verkeerstuin Plaswijckpark Verkeersveiligheidsprojecten 2006
Albrandswaard Barendrecht Berkel en Rodenrijs (Lansingerland) Bernisse Bleiswijk (Lansingerland) Ridderkerk Stichting bewonersondersteuning Alexander Stichting Kdz! Adventure Stichting Plaswijckpark Vlaardingen Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Subtotaal VV-overig
VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig VV-overig
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € €
2.500 6.000 3.500 2.500 2.000 5.500 2.500 15.500 43.000 12.000
€ € € € € € € € € €
15.500 22.610 42.047 4.777 63.284 29.054 17.524 39.532 59.262 3.927
€
392.517
Rotterdam Schiedam Stadsregio Subtotaal Weg
Weg Weg Weg
€ € € €
3.522.000 234.500 162.500 3.919.000
€
16.380.724
Uitvoering Fiets OV-project Plaswijckpark Vervoersbewijzen Fiets OV-project Inn.- en org. Adviseur verkeerseducatie 2007 Projectleiding Fiets-OV 2007 Groot VerkeersMysterieSpel 2007 Verkeersleerkracht Vlaardingen Verkeersleerkracht Spijkenisse Inn.- en org. Adviseur verkeerseducatie 2006 Groot VerkeersMysterieSpel 2006 Projectleiding Fiets-OV 2006 Reconstructie Hoofdweg (ri. Capelle) 1e fase Quickwins Vijfsluizen Studiekosten Botlektunnel
TOTAAL
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 87 -
BDU BDU BDU
Bijlage 3: tabel kleine projecten 2006, nog niet verplicht Projectnaam
Wegbeheerder
Categorie
Fonds
Reservering RIVV
Monitoring Rotterdam
Rotterdam Subtotaal DVM
DVM
BDU
€ €
2.770.875 2.770.875
Verlichting Fietspad Zuidland fietsvoorziening Industrieweg Fietspad langs N496 in Westvoorne Fietspad Tjalklaan Fietspad Waalhaven OZ, Oost en West Fietsvoorziening Spaansebrug Fietsvoorziening Laan van Nieuw Blankenburg
Bernisse Krimpen aan den IJssel Provincie Zuid-Holland Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rozenburg Subtotaal Fiets
Fiets Fiets Fiets Fiets Fiets Fiets Fiets
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € €
25.461 318.500 628.499 107.800 175.000 1.470.000 625.000 3.350.260
Pilot chassisparkeren Bunschoterweg Fietsparkeren Land van Belofte Fietsstalvoorzieningen 2006 SC Fietsenstallingen bij OV-haltes
Rotterdam Schiedam Schiedam Spijkenisse Subtotaal Flankerend Beleid
Flankerend beleid Flankerend beleid Flankerend beleid Flankerend beleid
BDU BDU BDU BDU
€ € € € €
130.914 262.707 30.623 10.400 434.644
Aanpassingen Businfra BR Dynamische reisinformatie Voorne Putten
Lansingerland Stadsregio Subtotaal OV
OV OV
BDU BDU
€ € €
236.500 401.399 637.899
Verkeersveiligheid rondom scholen BD Barendrecht Reconstructie kruising Dorpsweg - Eeweg Bernisse Reconstructie Kerkweg Bernisse Verkeersveiligheidsmaatregelen wijk Zuurland Brielle Rotonde Hossenbosdijk, De Nolle en Veckdijk Brielle fietsoversteek 'de Plantage' Brielle Brielle Snelheidsinformatie display (KY) Krimpen aan den IJssel Reconstructie de Kulck Lansingerland Aanthuriumweg - Hoekeindseweg Lansingerland Snelheidsremmers Parallelweg Hoekeindseweg Lansingerland Passeerhavens Wilgenlei Lansingerland Herinrichting Groeneweg en Waghenaerdreef Lansingerland Dr. A. Schweitzerdreef Maassluis Verkeersveiligheid Schoolomgeving en -routes (RI) Ridderkerk Rijksstraatweg - verbindingsweg Ridderkerk Kastanjelaan Ridderkerk reconstructie Bentinckplein Rotterdam 30 km/h gebied Tuinenhoven Rotterdam Dudokdreef 30 km Rotterdam 30 km/h zone Afrikaanderwijk Rotterdam Blackspot Lage Erfbrug - nw. Binnenweg (-Aelbrechtskade Rotterdam 3 Blackspots Hillelaan Rotterdam Vondelweg - Warande Rotterdam Blackspots Putselaan Rotterdam Rotonde Nieuwlandplein Schiedam Reconstructie Copernicuslaan Spijkenisse Snelheidsverlagende maatregelen gebiedsontsluitingswegeSpijkenisse Fietsstroken D van Voornelaan Westvoorne 30 km/h zone Bosweg / Ligusterstraat Westvoorne Parkeren buiten de rijbaan Dirk van Voorenlaan Westvoorne Subtotaal VV-infra
VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra VV-infra
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
4.200 46.541 119.048 331.000 337.500 48.790 3.050 247.000 13.875 42.200 23.245 202.250 4.000 3.500 37.500 7.750 638.375 49.000 45.000 24.959 125.000 904.450 364.350 3.137.000 554.500 102.500 35.000 6.000 18.735 6.170 7.482.488
Educatie, voorlichting, handhaving 2006 Lokale activiteiten (perm. Educatie) 2006
Capelle aan den IJssel Spijkenisse Subtotaal VV-overig
VV-overig VV-overig
BDU BDU
€ € €
11.500 37.500 49.000
N209 aansluiting de Kulck Groene Golf (Vaanweg - Zuidplein) Reconstructie Hoofdweg (ri. Nieuwerkerk ad IJssel) Kruispunt Hoofdweg - Nesselande 2e fase Quickwins Vijfsluizen
Provincie Zuid-Holland Rotterdam Rotterdam Rotterdam Schiedam Subtotaal Weg
Weg Weg Weg Weg Weg
BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € €
838.200 80.028 1.500.000 157.500 100.000 2.675.728
€
17.400.894
TOTAAL
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 88 -
Bijlage 4: tabel verplichtingen per wegbeheerder per categorie Som van Verplichting Wegbeheerder Albrandswaard Barendrecht Berkel en Rodenrijs (Lansingerland) Bleiswijk (Lansingerland) Bernisse Capelle aan den IJssel Havenbedrijf Rotterdam Maassluis Provincie Zuid-Holland RET Ridderkerk Rotterdam Rozenburg Schiedam Spijkenisse Vlaardingen Waterschap Hollandse Delta Overig: Dienst Landelijk Gebied Stadsregio Stichting bewonersondersteuning Alexander Stichting Kdz! Adventure Stichting Plaswijckpark Eindtotaal
Categorie Fiets
P+R
Flankerend beleOV €
61.834
€
474.500 €
€ € €
€
483.865
€
2.115.500
VV-infra VV-overig Weg € 138.000 € 2.500 € 866.000 € 6.000 883.000 € 3.500 € 2.000 € 36.500 € 2.500 € 326.500
81.000 8.000 252.000
€ € € € € €
961.500 256.500 64.000 20.500 908.000 578.500
€ €
113.000 223.362
€
3.466.362
€
169.646
€
720.500
€ €
278.500 1.633.000
€
5.500 € €
€
€
6.000
237.479
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
€
€
3.073.865
- 89 -
€
883.000
€
€
12.000
€ € € € €
297.517 2.500 15.500 43.000 392.517
409.500
4.408.500
Eindtotaal € 140.500 € 1.408.334 € 886.500 € 2.000 € 39.000 € 810.365 € 81.000 € 728.500 € 252.000 € 2.115.500 € 284.000 3.522.000 € 6.286.146 € 256.500 234.500 € 298.500 € 20.500 € 920.000 € 994.000
€
162.500
€
3.919.000
€ 113.000 € 683.379 € 2.500 € 15.500 € 43.000 € 16.380.724
Bijlage 5: verplichtingen grote projecten Wegbeheerder Stadsregio Stadsregio RET RET RET Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio RET Provincie Zuid-Holland
projectnaam
bedrag
Planstudie busstation Zuidplein Planstudie Tramplus Vasteland-Schiebroek IJsselmondelijn fase 2a Beneluxlijn Eigen Bijdrage RET Bijdrage vervangend vervoer randstadRail 3 juni-3 september Planstudiefase Ridderkerklijn Vastelandspoorbogen; planstudie HOV Alexander-Noordrand uitwerking Vaandragertracee Vastelandspoorbogen; uitwerkingsfase Scopewijziging Vastelandspoorbogen; uitwerkingsfase Materiaalbestelling Vastelandspoorbogen N209/A12
€ 260.000 € 101.049 € 2.061.500 € 24.000.000 € 596.000 € 370.137 € 4.152 € 89.553 € 378.993 € 55.904 € 1.345.664 € 358.719
Totaal
€
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
- 90 -
29.621.670
Bijlage 6: projectresultaten kleine projecten t/m 2006
totaal t/m 2005 Openbaar vervoer busdoorstroming busbaan bussluizen kruispunten keerlus bus nieuwe halten bus reconstructie halten busstations ns-voorplein snelheidsverhoging sneltram/metro beveiliging spoorbaan trambaan tram nieuwe halten OV-over water voetgangerstraverse bijdrage exploitatie OV people mover Toegankelijkheid OV studiekosten halteverplaatsing Weg reconstructie
aanleg saneren aansluiting verkeersmanagement
resultaat 2006
3,5 km 5 st 12 st 1 st 85 st 29 st 3 st 4 st 4 st 1 X aanpassen beveiliging 5,95 km 4 st 3 wallocaties + 32 steigers 1 st voetgangerstraverse 3 st 1 st + doorstart 1 st
29,9 km rijstrook + 0,8 km weg + 1 kruispunt
2 st rijkswegaansluiting 6,5 km medegebruik busbaan
1,0 km rijstrook + 1,2 km weg
1,0 km rijstrook + 1,2 km weg
1 st proef RDS/TMC + proef teletekst 3 dynamisch parkeerverwijssysteem
1 st proef RDS/TMC + proef teletekst 3 dynamisch parkeerverwijssysteem 1
2
studiekosten Botlektunnel
35,0 km 98,2 km 13,4 km 12 st 1 st 1 st bewegwijzeringsplan route 7 + 8 1 st 2 verlichting langs fietspad 12 st
25 st met 99 lo-red 68 st met 384 lo-red 1459 ha + 1002,8 km 50 ha + 335,7 km 7,5 km, 10 poortconstructies, 11 woongebieden
DV-inrichting infra verkeerspark
verkeersveiligheid educatie verkeersveiligheid beleidsontwikkeling oversteekvoorziening sluipverkeerwerende maatr. snelheidsverlagende maatregelen verkrsv. Schoolomg./schoolroute verkeersveiligheid senioren spoowegovergangen
P+R
29,9 km rijstrook + 2,4 km weg + 1 kruispunt
0,4 tramplus geschikt spoor
6,5 km medegebruik busbaan
Studiekosten
Flankerende Infra fietsenstallingen fietstrommels stadsfiets verschijnborden planvoorbereiding fietsp. bij OV
1,6 km weg
1 st
2 st rijkswegaansluiting
wisselstrook bistro gekoppelde vli's / 7 st Vecom 3 stedelijks drips uitwisseling HWN-OWN 1 onderzoek verbetering doorstroming
fiets-OV-project
1 st aanvulling geleidelijnen metrohaltes
3,5 km 5 st 12 st 1 st 85 st 29 st 3 st 5 st 4 st 1x aanpassen beveiliging 6,35 km 4 st 3 wallocaties + 32 steigers 1 st voetgangerstraverse 4 st 1 st + doorstart geleidelijnen metrohaltes
1 st
4 DSI (dynamisch snelheidsinformatie display)
Fiets regionaal fietsnet ontbrekende schakels verbetering fietspaden overig kunstwerken steiger fietsveer bewegwijzerde reg. route bewegwijzeringsplan rollend fietspad verlichting haalbaarheidsstudies Verkeersveiligheid black spots mini rotondes reconstructies 30km - gebieden 60km - gebieden
totaal t/m 2006
7 st 4 st 16 st 5 st 9 st 6 st 1 st 5 st
10,981 st 52 st proef 25 fietsen 13 st 1 st 410 P+R plaatsen; Pilot doelgroepenparkeren
nieuwe carpoolplaatsen carpoolpleinen revitalisatie
Jaarrekening 2006 stadsregio Rotterdam26-6-2007
63 st 13 st
- 91 -
1,3 9,7 0,5 1 1 st
4 st met 26 lo-red 19 km 6 rotondes, 2 kruisingen, 3,0km wegvak, 19 poortconstructies 2 fiets-OV project + aanpak verkeerstuin 11 st 5 st 3 st 42 st 3 st
288 st 23 st
100, grondaankoop
5 DSI (dynamisch snelheidsinformatie display) wisselstrook bistro 3 gekoppelde vli's / 7 st Vecom 3 stedelijks drips uitwisseling HWN-OWN 1 onderzoek verbetering doorstroming studiekosten Botlektunnel
36,3 km 107,9 km 13,9 km 13 st 1 st 2 st bewegwijzeringsplan route 7 + 8 1 st 2 verlichting langs fietspad 12 st
25 st met 99 lo-red 72 st met 410 lo-red 1459 ha + 1021,8 km 50 ha + 335,7 km 6 rotondes, 2 kruisingen, 10,5 km wegvak, 19 poortconstructies 2 fiets-OV-project infra verkeerspark + aanpak verkeerstuin 18 st 9 st 19 st 5 st 51 st 6 st 4 st 5 st
11,269 st 75 st proef 25 fietsen 13 st 1 st 510 P+R plaatsen; Pilot doelgroepenparkeren; grondaankoop 63 st 13 st
JAARVERSLAG 2006
Stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam Telefoon: 010-4172389 Fax: 010-4047347 E-mail:
[email protected] Website: www.stadsregio.rotterdam.nl
Inhoudsopgave 1
Inleiding ....................................................................................................... 4
2
Bestuurlijke Zaken ........................................................................................ 5 2.1
Wetgeving................................................................................................. 5
2.2
Gemeenschappelijke regeling....................................................................... 5
2.3
Bestuurswisseling....................................................................................... 6
3
Communicatie ............................................................................................... 7
4
Verkeer en Vervoer ....................................................................................... 9
5
6
7
4.1
Algemeen beleid ....................................................................................... 9
4.2
Infrastructuur ......................................................................................... 10
4.3
Openbaar vervoerexploitatie ..................................................................... 13
4.4
Flankerend beleid:................................................................................... 16
Ruimtelijke Ordening, Wonen en Economie ................................................ 19 5.1
Ruimtelijke Ordening ............................................................................... 19
5.2
Wonen en stedelijke vernieuwing............................................................... 20
5.3
Economie ............................................................................................... 23
Ontwikkeling............................................................................................... 25 6.1
Jeugdzorg .............................................................................................. 25
6.2
Sociaal Beleid ......................................................................................... 27
6.3
Groen .................................................................................................... 27
6.4
Milieu .................................................................................................... 28
Bedrijfsvoering ........................................................................................... 31 7.1
Personeel en organisatie .......................................................................... 31
7.2
Huisvesting en facilitaire zaken.................................................................. 31
7.3 Informatie en Communicatie Technologie (ICT) en Documentaire Informatievoorziening (DIV).............................................................................. 31 7.4 8
Financiën ............................................................................................... 32
Bijlagen....................................................................................................... 33 8.1
Samenstelling Regioraad Stadsregio Rotterdam per 31 december 2006 ........... 34
8.2
Samenstelling Dagelijks Bestuur per 31 december 2006 ............................... 36
8.3
Publicaties 2006...................................................................................... 37
8.4
De resultatenrekening 2006 op hoofdlijnen ................................................. 38
8.5
Balans per 31 december 2006 ................................................................... 39
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
2
8.6
Adressen gemeenten ............................................................................... 40
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
3
1 Inleiding Na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2006 trad een nieuwe regioraad aan. Zoals gebruikelijk heeft de voorzitter, in overleg met coördinatoren van de verschillende politieke partijen, gepoogd om de regioraad zoveel mogelijk een afspiegeling te laten zijn van de partijpolitieke verhoudingen in het gebied. Gemeenteraden zijn echter vrij in het kiezen van hun vertegenwoordigers in de regioraad, zodat ook voor deze periode de afspiegeling zeker niet volmaakt is. In overleg met de coördinatoren van de verschillende politieke partijen werd door de voorzitter tevens een voorstel geformuleerd voor de samenstelling van het nieuwe dagelijks bestuur; in de eerste vergadering van de regioraad werd het dagelijks bestuur op voordracht van de fracties conform dit voorstel gekozen. Naast de voorzitter keerden drie zittende leden terug in het nieuwe dagelijks bestuur en traden vijf nieuwe leden aan. Op 1 januari 2006 trad de nieuwe wetgeving in werking die de stadsregio een permanente juridische basis verschaft. Zoals reeds voorspeld, is deze Wgr-plus niet de afsluiting gebleken van de al tientallen jaren lopende discussie over regionale samenwerking, maar eerder de opmaat voor de vervolgdiscussie over het middenbestuur, vooral het middenbestuur in de randstad. Zowel de minister van Binnenlandse Zaken als de ‘Holland-Acht’ en een fors aantal adviesraden kwamen met hun visie op de toekomst van het middenbestuur. De variant die in de kring van de stadsregio op de meeste sympathie mocht rekenen was die van één (compact) rechtstreeks gekozen randstadbestuur. In 2006 werden hierover geen besluiten genomen; die zijn voorbehouden aan het kabinet dat in 2007 aantrad. Dat in bestuurlijk-organisatorische zin 2006 geen uitsluitsel bracht, laat onverlet dat binnen de stadsregio is doorgewerkt aan het uitvoeren van de missie: via een integrale en op de uitvoering gerichte aanpak zaken tot stand brengen die gemeenten afzonderlijk niet kunnen realiseren. Het accent is daarbij inmiddels sterk verschoven van het maken van plannen naar het daadwerkelijk in samenwerking met de gemeenten en andere partners uitvoeren daarvan. Het programma ‘Partners voor resultaat’, het beleidsprogramma van het nieuwe dagelijks bestuur, geeft daar duidelijk blijk van.
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
4
2 Bestuurlijke Zaken 2.1
Wetgeving
Vanaf 1 januari 2006 is de wettelijke grondslag voor de stadsregio de vernieuwde Wet gemeenschappelijke regelingen. In een extra hoofdstuk zijn de taken en bevoegdheden van de stadsregio’s omschreven. In praktisch opzicht veranderde er daardoor voor de stadsregio weinig; het takenpakket bleef vrijwel gelijk. Het belangrijkste pluspunt voor de stadsregio is dat zij nu een permanente wettelijke basis heeft gekregen en de continuïteit in de aanpak van vraagstukken op de schaal van grootstedelijke regio’s is verzekerd. Dat de discussie over de inrichting van het middenbestuur in Nederland daarmee niet is afgelopen, is in de loop van het jaar ook duidelijk gebleken. Op 2 mei 2006 publiceerde minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn notitie ‘Maatwerk voor middenbestuur’. In deze notitie verkent de minister zeven opties voor de inrichting van het bestuur in de Randstad. In de maanden juni en juli heeft de minister de belanghebbende bestuurlijke gremia geconsulteerd. De regioraad heeft van meet af aan de inzet van de Holland 8 (vier grote steden en vier Randstadprovincies) voor een direct gekozen Randstadautoriteit gesteund. Het dagelijks bestuur heeft op 3 juli zijn standpunt besproken met de burgemeesters van de regiogemeenten. Kortweg komt dit standpunt erop neer dat het dagelijks bestuur het als winst beschouwt dat de minister maatwerk in het bestuur voor de Randstad accepteert. Wel is het dagelijks bestuur bezorgd dat de focus in de discussie op het middenbestuur verloren dreigt te gaan, doordat de minister ook direct de schaalgrootte van gemeenten in relatie tot hun bestuurskracht aan de orde stelt. Het bestuur heeft een voorkeur voor een compacte Randstad dat de vier huidige stadsregio’s plus Almere en het Groene Hart omvat. In oktober publiceerde minister Remkes zijn visie op de toekomst van het middenbestuur in de notitie “De toekomst van het decentraal bestuur, het decentraal bestuur van de toekomst”. Nieuwe gezichtpunten bevatte de notitie niet; wel had de minister het aantal opties gereduceerd van zeven naar vier. De ondergrens voor een gemeente zou tussen de 20.000 en 50.000 inwoners moeten liggen, afhankelijk van de regionale context. Om de verschillende opties te toetsen heeft de minister van BZK in oktober de Adviescommissie Versterking Randstad onder leiding van oud-premier Kok ingesteld. In januari 2007 heeft deze commissie geadviseerd dat er in de Randstad één bestuur moet komen in de plaats van de huidige vier provincies. Over de territoriale begrenzing doet de commissie Kok geen uitspraak. Wel stelt de commissie dat vooruitlopend op de invoering van het nieuwe Randstadbestuur er op basis van mandatering door stadsregio’s en provincies onder leiding van de provincies gewerkt moet worden aan de uitvoering van een urgentieprogramma. Ook de commissie Kok stelt de schaalgrootte van gemeenten in de Randstad ter discussie. Ook op het punt van sectorale wetgeving bleek dat de discussie over het middenbestuur doorgaat. Bij de behandeling van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) bleek dat de Tweede Kamer moeite heeft met het toekennen van bevoegdheden aan stadsregio’s omdat die geen rechtstreeks gekozen bestuur hebben. De ten behoeve van de Wgr-plus moeizaam tot stand gekomen overeenkomst tussen de minister van BZK, IPO, VNG en de stadsregio’s over de positie van de stadsregio’s in de Wro, komt daarmee onder druk te staan. In 2007 moet dit wetgevingsproces worden afgerond.
2.2
Gemeenschappelijke regeling
De invoering van de vernieuwde Wet gemeenschappelijke regelingen (‘Wgr-plus’) per 1 januari 2006 vereiste dat binnen acht weken na inwerkingtreding een gemeenschappelijke regeling is gemaakt, die op deze wetgeving is aangepast. In de vernieuwde gemeenschappelijke regeling is een poging gedaan om naast een aantal wettechnische en redactionele verbeteringen, ook enkele bestuurlijke vernieuwingen door te voeren. Ondanks uitvoerige consultaties van de deelnemende gemeenten bij het opstellen van de regeling, bleek in het voorjaar van 2006 dat vier gemeenten niet konden instemmen met het voorgestelde ontwerp op het punt van een full time dblidmaatschap en/of de bevoegdheden van de stadsregio voor projecten van regionaal strategisch belang. Gelet op het unanimiteitsvereiste was daarmee het gehele voorstel van de baan. Wel heeft het dagelijks bestuur op 29 maart 2006 de gemeenschappelijke regeling in overeenstemming gebracht met de eisen van de Wgr-plus. Deze wijziging van technische aard is veel bescheidener van omvang dan de aanpassing die de regioraad voor ogen stond. De toegankelijkheid en de leesbaarheid van de regeling werd er ook niet beter op. Inmiddels is het noodzakelijk de gemeenschappelijke regeling in 2007 aan te passen, ondermeer vanwege de fusie van de 3B-gemeenten tot Lansingerland en de aanbesteding van de OV-concessie Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
5
Rotterdam. Eind 2006 is een begin gemaakt met een integrale verbetering van de gemeenschappelijke regeling. Naast het doorvoeren van de noodzakelijke wijzigingen de gemeenschappelijke regeling wordt een poging gedaan om via redactionele en technische aanpassingen van de regeling weer een leesbare en toegankelijke basis voor de samenwerking tussen de gemeenten in de regio.
2.3
Bestuurswisseling
Na de gemeenteraadsverkiezingen in maart trad op 24 mei de nieuwe regioraad aan. In zijn eerste vergadering benoemde de raad een nieuw dagelijks bestuur. Om ook de nieuwe gemeenteraden vertrouwd te maken met de stadsregio is aan alle griffies het aanbod gedaan om presentaties te verzorgen in de gemeentelijke introductieprogramma’s voor nieuwe raadsleden. Hiervan hebben elf gemeenteraden gebruik gemaakt. Tevens is aan raadsleden een introductie-DVD over het werk van de stadsregio toegestuurd. Daaraan voorafgaand sloot de regioraad de bestuursperiode 2002-2006 af met de evaluatie van het gevoerde beleid. Het onder de naam “Een programma dat werkt” uitgebrachte evaluatierapport liet zien dat de uitvoering van het beleidsprogramma overwegend positief werd gewaardeerd. Wel bleven de scores onder gemeenteraadsleden en griffiers significant achter bij die van colleges, gemeentesecretarissen en maatschappelijke organisaties. De regioraad concludeerde dan ook dat er goed werk was verricht en constructief was samengewerkt met de gemeenten, maar dat in de komende periode, mede gelet op de duale verhoudingen in het lokale bestuur, er meer geïnvesteerd moet worden in de relatie met gemeenteraden. Het nieuw aangetreden dagelijks bestuur heeft dit signaal meteen opgepakt bij het opstellen van het bestuursprogramma 2006-2010. Gemeenteraadsleden werden tijdens een goed bezochte regiodag op zaterdag 17 juni in de gelegenheid gesteld hun adviezen en opvattingen voor het nieuwe bestuursprogramma in te brengen. Dit leidde tot een lijst met 40 suggesties. Veel daarvan is neergeslagen in het bestuursprogramma “Partners in resultaat”. In een verantwoordingsnotitie heeft het dagelijks bestuur naar de raden teruggekoppeld op welke wijze er is omgegaan met de suggesties. Het nieuwe bestuursprogramma werd op 27 september gepresenteerd aan de regioraad. Versterking van de relatie met de gemeenteraden is daarin een belangrijke prioriteit. In het najaar is hier meteen werk van gemaakt. Er zijn gesprekken gevoerd met de griffies van de gemeenten uit de regio, die hebben geleid tot een notitie met voorstellen voor versterking van de interactie tussen gemeenteraden en stadsregio en verbetering van de informatievoorziening. Deze voorstellen zijn in december besproken met de Griffierskring van de regio en met de commissie Bestuurlijke Organisatie en Communicatie. Deze eerste inventarisatie krijgt in 2007 een vervolg via een gesprekronde waarin de vice-voorzitter en portefeuillehouder Bestuurlijke Organisatie en Communicatie de fractievoorzitters, de regioraadsleden en de presidia van de raden zal consulteren in rondetafelgesprekken per gemeente. Tevens heeft het dagelijks bestuur alle colleges en gemeenteraden het aanbod gedaan om met de raad en/of het college het nieuwe bestuursprogramma te bespreken.
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
6
3 Communicatie In 2006 stonden de communicatieactiviteiten in het teken van de afsluiting van de lopende bestuurperiode en de start van de nieuwe bestuursperiode 2006-2010. Bij de afsluiting van de lopende bestuursperiode werd uitvoerig aandacht besteed aan de uitkomsten van de door Berenschot uitgevoerde beleidsevaluatie. Dat gebeurde uiteraard via de eigen media en een persbericht en met een interview van de voorzitter in het AD/RD. De nieuwe bestuurperiode werd ingeluid met de organisatie van een regiodag op 17 juni 2006, waar raadsleden uit de regiogemeenten in de gelegenheid werden gesteld hun ideeën en opvattingen voor het nieuwe bestuursprogramma naar voren te brengen. De regiodag werd goed bezocht door 150 raadsleden en bestuurders. Het nieuwe bestuursprogramma ‘Partners in Resultaat’ werd na de zomervakantie gepresenteerd tijdens een drukbezochte persconferentie. Na bespreking van het programma in de regioraad werd die in de vorm van een representatief boekwerkje met CDROM toegestuurd aan de raadsleden en colleges van de gemeenten en naar relaties van de stadsregio. De leden van het dagelijks bestuur hebben zelf hun prioriteiten voor de komende periode gepresenteerd in twee televisiespotjes op TV-Rijnmond. In het voorjaar van 2006 werd ook de Vinexperiode afgesloten met een feestelijke bijeenkomst in het stadhuis van Schiedam. Ook dit ging gepaard met de nodige publiciteit. Voorts werd een fotoboekje met een overzicht van 10 jaar Vinex uitgegeven. In het najaar zond TV Rijnmond een door de stadsregio gesponsorde documentaire in vier aflevering uit over de Vinex-periode. Deze documentaires zijn ook op DVD beschikbaar bij de stadsregio. In samenwerking met de projectorganisatie RR2020 werd de communicatie voor het uitvoeringsprogramma op de nieuwe fase afgestemd. In het kader van de landelijke Week van de Jeugdzorg heeft de stadsregio samen met de zorginstellingen in de regio diverse activiteiten georganiseerd in de week van 2 tot en met 9 december. Zo hielden diverse instellingen open dagen, verschenen er artikelen in de media en was er uitgebreid aandacht voor het onderwerp op (regionale) radio en tv. Zo verzorgde Radio Rijnmond een live uitzending vanuit een van de zorginstellingen. De Week van de Jeugdzorg werd overigens overschaduwd door de berichtgeving over de tragische gebeurtenissen rond het ‘Maasmeisje’. Ter gelegenheid van de week heeft de stadsregio een kaart laten ontwikkelen, waarop alle locaties van de zorginstellingen in de regio te zien zijn. De gemeente Ridderkerk en de stadsregio onderzoeken de mogelijkheden voor de aanleg van een TramPlusverbinding tussen Ridderkerk en Rotterdam Centrum. Om het gehele proces ook communicatief goed te laten verlopen, hebben de stadsregio en de gemeente Ridderkerk een uitgebreid communicatietraject opgesteld. Zo zijn er in juni twee informatieavonden georganiseerd om de inwoners van Ridderkerk te vertellen welke aspecten er bij de eventuele aanleg van de lijn komen kijken. Tijdens die bijeenkomsten konden bewoners alternatieve tracés indienen, hetgeen ook is gebeurd. Er is een vouwblad over de Ridderkerklijn verschenen dat tweemaal huis-aan-huis in de gemeente is bezorgd. Ook voor de gemeenteraad van Ridderkerk is een aparte informatieavond georganiseerd, waarbij de startnotitie werd aangeboden en toegelicht. Om de bezettingsgraad van P+R-locaties te verhogen, is er in december een campagne gestart, die automobilisten die met de auto het centrum van enkele regiogemeenten in willen, wijst op het gemak en de financiële voordelen van een P+R-terrein. Daartoe zijn billboards ingezet, is er een aparte website geopend en is een parkeerwijzer uitgebracht, waarop alle P+R-locaties in de regio zijn vermeld. De parkeerwijzer is in diverse uitgaanscentra verkrijgbaar en wordt door deelnemende partijen actief uitgezet. In juni werd tijdens een evenement in Bergschenhoek een samenwerkingsovereenkomst over het Hoekse Park getekend door de stadsregio, het recreatieschap en de gemeente Bergschenhoek. Het Hoekse Park is een van de groengebieden die in het kader van het Regionaal Groenstructuurplan RGSP2 wordt aangepakt en wordt ingericht voor gebruikers uit de hele (sub)regio als onderdeel van het regiopark Rottemeren. Tijdens hetzelfde evenement werd ook de nieuwe fietstunnel onder de A12 bij Bleiswijk feestelijk in gebruik genomen. De communicatieactiviteiten werden ontplooid ter ondersteuning van de in dit jaarverslag beschreven beleidsprocessen. Vaak werd daarbij samengewerkt met derden, bijvoorbeeld met Rijkswaterstaat (Verkeer en Vervoer), ROM-Rijnmond (milieustrategie) de provincie (groen) en gemeenten (bijvoorbeeld Ridderkerk over de aanleg van een trampluslijn). Rond belangrijke beleidsbeslissingen of gebeurtenissen werd publiciteit georganiseerd via de uitgifte van persberichten of publicatie van interviews met bestuurders. In 2006 werden 37 persberichten naar media gezonden. Voorts werd een groot deel van het jaar dagelijks in totaal vijftien verschillende spotjes over beleid en projecten van de stadsregio uitgezonden op TV Rijnmond. De Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
7
nieuwsbrief Regiojournaal voor medewerkers en raadsleden van de gemeenten verscheen in 2006 21 maal.
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
8
4 Verkeer en Vervoer 4.1
Algemeen beleid
In februari 2006 is het rijksmobiliteitsbeleid met het vaststellen van de Nota Mobiliteit formeel van kracht geworden. Daarmee is vier jaar nadat het NVVP in de Tweede Kamer werd weggestemd toch het landelijke verkeer- en vervoerbeleid geactualiseerd. Voor zover nodig dienen volgens de Planwet Verkeer en Vervoer de regionale plannen binnen anderhalf jaar aan de Nota Mobiliteit te worden aangepast. In het RVVP was al vooruitgelopen op de Nota Mobiliteit, zodat de aanpassingen beperkt zullen blijven tot het actualiseren van het uitvoeringsprogramma RVVP.
4.1.1 Netwerkanalyse Zuidvleugel In 2006 hebben de besturen van de stadsregio Rotterdam, stadsgewest Haaglanden, provincie Zuid-Holland en de ministers van VROM en Verkeer en Waterstaat de Netwerkanalyse Zuidvleugel uitgevoerd. Deze Netwerkanalyse vormt de basis voor afspraken die gemaakt zijn en nog worden uitgewerkt over de aanpak van bereikbaarheidsknelpunten in de Zuidvleugel. Een belangrijke winst is de gezamenlijkheid waarmee de problemen zijn geanalyseerd en oplossingen gezocht. Dat geldt zowel voor de ruimtelijke en economische opgave als de bereikbaarheidsproblemen die daarmee samenhangen. Daarmee is een basis gelegd om ook samen de oplossingen tot uitvoering te brengen. Daarnaast is als gevolg van de Netwerkanalyse de problematiek van gebrek aan capaciteit op het spoor hoog op de agenda van het rijk gekomen. Inhoudelijk is het beleid en het programma van het RVVP door de Netwerkanalyse bevestigd. Er is dan ook om die reden geen aanleiding het beleid aan te passen. De analyse krijgt een vervolg in de netwerkaanpak, waarbij de afspraken zijn opgenomen in een samenwerkingsagenda die elk halfjaar in overleg met de minister wordt besproken en waar nodig geactualiseerd.
4.1.2 Afspraken met de minister Op basis van de Netwerkanalyse heeft de minister van Verkeer en Waterstaat met de Zuidvleugelpartijen afspraken gemaakt over de prioriteitstelling van projecten. De uitvoering van deze afspraken wordt voortaan via halfjaarlijks bestuurlijk overleg bewaakt. De meest in het oog lopende afspraak is, dat er € 1 miljard is gereserveerd voor de realisatie van de A13/A16 vanaf 2012. Een deel van dit bedrag moet door beprijzingsinkomsten worden gedekt. Er is verder afgesproken dat er op korte termijn een programma voor de verbetering van knelpunten op de aansluitingen van het rijkswegennet en het onderliggend wegennet wordt opgesteld. Het beperkte budget voor Quick Wins van € 10 miljoen in 2007/08 wordt ingezet voor de realisatie van dynamische reizigersinformatie op een groot aantal halten. Bij de landelijke markt- en capaciteitsanalyse voor het spoor wordt de capaciteit van de Oude Lijn tussen Rotterdam en Den Haag met prioriteit bezien. Tot slot wordt op korte termijn in het kader van het Project Mainportcorridor Zuid een onderzoek gedaan naar de oeververbindingen en landzijdige bereikbaarheid van de haven.
4.1.3 Nexus Zoals afgesproken met Rijkswaterstaat en de provincie Zuid-Holland, is de gezamenlijke aanpak van mobiliteitsproblemen volgens de Nexus-aanpak doorgezet. De samenwerkingsagenda voor Voorne-Putten-Rozenburg is vastgesteld tijdens het Nexus-ontbijt in Spijkenisse en is in uitvoering. Ook aan de problematiek rond de Kralingse Knoop wordt hard gewerkt, waarbij een belangrijke focus ligt op de samenwerking met bedrijven aldaar. De samenwerkingsagenda voor de Alexanderknoop is voorbereid, ondermeer door een consumentenraadpleging. De nieuwe gebiedstafel in Noordwest is gestart met de gezamenlijke probleemanalyse, die in het voorjaar van 2007 moet leiden tot een samenwerkingsagenda. Het betrekken van burgers via panels en enquêtes is succesvol; de betrokkenheid van bedrijven kan beter. De thematafel rond dynamisch verkeersmanagement werkt goed als coördinatiepunt om de klokken gelijk te zetten op dit beleidsveld dat zo zeer in beweging is (zie 1.4.1).
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
9
4.2
Infrastructuur
Begin 2006 is de actualisatie van de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken met de bestuurlijke ondertekening van de convenanten afgerond. Ten laste van de regionale fondsen BDU, BOR en Omslagfonds Vinex is de stadsregio in 2006 voor kleine projecten 62 verplichtingen aangegaan, waaronder 4 bijstellingen in verplichtingen van al lopende projecten, met een totaal verplichtingenbedrag van € 16,1 miljoen. Voor grote projecten is de stadsregio 13 verplichtingen aangegaan, waaronder indexering van twee lopende projecten, met een totaal verplichtingenbedrag van € 31,3 miljoen. Een aantal voorbeelden van projecten waaraan een bijdrage is toegekend, zijn; • de aanleg van de rotonde Couwenhoekseweg – Keerkring in Capelle aan den IJssel; • BROEM-dagen in Rotterdam, Albrandswaard, Bernisse en Bleiswijk; • herinrichting stationsomgeving in Barendrecht; • de aanleg van de rotonde Westlandseweg / Mozartlaan in Maassluis; • de herprofilering van de Rijksstraatweg in Ridderkerk; • de aanleg van fietsvoorzieningen op de Meeuwensingel in Rozenburg; • het uitvoeren van quick wins bij Vijfsluizen in Schiedam; • de aanleg van fietsroute Simonshaven in Spijkenisse; • maatregelen t.b.v. het vergroten van de verkeersveiligheid op het kruispunt Kanaalweg WZ-Nieuweweg-Nijverheidsweg in Hellevoetsluis; • de aanleg van een fietsbrug over de Vlaardingervaart in Vlaardingen. In 2006 is, net als in 2005 belangrijke voortgang geboekt bij het afrekenen van oude projecten. Bij een aantal projecten lagen de verantwoorde kosten beneden het beschikkingsbedrag, waardoor € 2,2 miljoen vrijval kon worden ingeboekt.
4.2.1 Rijkswegen A4 Delft-Schiedam In mei besloot de minister van V&W de A4 Delft-Schiedam en het Meest Milieuvriendelijke Alternatief verder uit te werken in stap 2 van de Trajectnota/MER. In juni ondertekenden alle IODSpartijen het IODS-convenant, waardoor de realisatie van het project een forse stap dichterbij kwam. Met het mei-besluit van de minister leek stap 1, de Alternatieven MER, afgerond te zijn. De ZuidHollandse Milieufederatie heeft in stap 1 echter een omissie ontdekt: de capaciteitsuitbreiding op het knooppunt Ypenburg bleek in het verkeersonderzoek niet meegenomen te zijn. De verkeerskundige analyses die hierop werden uitgevoerd leidden niet tot een eenduidig beeld, hetgeen voor de minister aanleiding was een nadere analyse van knooppunt Ypenburg op te laten stellen. In het eerste kwartaal van 2007 zal de commissie MER opnieuw geraadpleegd worden en zullen de uitkomsten en conclusies van de aanvullende onderzoeken aan de Tweede Kamer worden aangeboden. A15 Maasvlakte - Vaanplein In 2006 zijn flinke stappen gezet om aan het einde van het jaar het concept van het ontwerptracébesluit (OTB) gereed te hebben. Het referentie-ontwerp kwam gereed. Dit ontwerp vormt de basis voor de aanbesteding via een DBFM-constructie (Design, Build, Finance and Maintain). Het landschapsplan, waarbij voor wat betreft de inpassing op IJsselmonde het Habiforum-platform nauw werd betrokken, werd afgerond. Om de regionale betrokkenheid te verbeteren werd een bestuurlijke en ambtelijke organisatie opgezet. Portefeuillehouder Baljeu werd voorzitter van het Bestuurlijk Overleg A15. Eind 2006 was het concept-OTB bijna gereed. Toen werd ook de totstandkoming van een bestuursovereenkomst, waarin de betrokken (overheids)partijen afspraken maken met betrekking tot de realisatie van het project, opgepakt. Deze overeenkomst zal medio 2007 moeten leiden tot uitvoeringsovereenkomsten tussen Rijkswaterstaat en de betrokken gemeenten. De 80-kilometermaatregel die op 1 november 2005 van kracht werd op de A20 tussen Overschie en Crooswijk, kwam in 2006 onder vuur te liggen vanwege toenemende filevorming. Besloten werd enkele verkeerskundige maatregelen te treffen en de effecten daarvan af te wachten. Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
10
Op basis van de uitkomsten van een studie naar de effecten van een snelheidsverlaging in combinatie met compact rijden op de ringen van de vier grote steden heeft de minister besloten af te zien van invoering van deze maatregel, vanwege de grote reistijdverliezen die zouden optreden als gevolg van de generieke snelheidsverlaging op de ringen.
4.2.2 Regionale wegen De oorspronkelijke plannen voor verbetering van de doorstroming en de verkeersveiligheid op de N57 (aanleg drie rotondes en doortrekken inhaalverbod, te realiseren in 2006 en 2007) zijn in 2006 aangepast. Besloten werd een fysieke middenbermscheiding te maken. Hierdoor moet de weg verbreed worden en daarvoor waren RO-procedures nodig. Uitvoering is voorzien in 2007. Eind 2006 werd het definitief ontwerp voor de fietsbrug naast de Harmsenbrug afgerond. Voor de Hartelcorridor werd de planstudie afgerond. De uitvoering van het doorstromingsproject op de Algeracorridor kon in 2006 niet, zoals gepland, gestart worden vanwege een milieuprobleem. Dit probleem werd opgelost, waardoor het project in 2007 uitgevoerd kan worden. De N470 tussen Rotterdam, Delft en Zoetermeer is volop in uitvoering. In de zomer van 2006 is het eerste deel van de Zuidtak in gebruik genomen. De oplevering van de Oosttak en het resterende deel van de Zuidtak is gepland in 2007. De Westtak is naar verwachting in april 2008 gereed. De tweede ontsluitingsweg voor Hoek van Holland is een onderdeel van het projectencluster 3-in-1 in het Westland. De verlengde Veilingroute en knooppunt Westerlee zijn de twee andere onderdelen van het cluster. In deze projecten werken de stadsregio, de provincie, stadsgewest Haaglanden en de gemeente Rotterdam samen. In 2006 is als eerste een deel van de tweede ontsluitingsweg voor Hoek van Holland opgeleverd. Het tracédeel door de Bonnenpolder heeft stagnatie ondervonden als gevolg van aangetroffen munitieresten. Voor het tracédeel Pettendijk werden in 2006 diverse milieustudies voor de inpassing van het tracé uitgevoerd, werd een Voorontwerp Bestemmingsplan Pettendijk opgesteld en startte het minnelijke verwervingsproces. Voor de kruising van de N209 met de A13 heeft de provincie Zuid-Holland, volgens afspraak met de stadsregio, zowel voor dit knooppunt als het aangrenzende wegvak de Doenkade de merprocedure gestart. De startnotitie is gepubliceerd en de inspraak is gestart. Het MER-rapport wordt in de tweede helft van 2007 verwacht. Voor de mer-procedure van het gedeelte N209 tussen de Boterdorpseweg en de Ankie VerbeekOhrlaan zijn eind 2006 de richtlijnen door het bevoegd gezag vastgesteld. Het MER-rapport wordt in de eerste helft van 2007 verwacht. Op voorstel van de stadsregio is de provincie Zuid-Holland met de gemeente Bergschenhoek gestart met de realisatie van het ontwerp van de aansluiting De Kulck. Tot slot realiseren de provincie en Rijkswaterstaat de reconstructie van de kruising A12/N209; de uitvoering is in 2006 gestart. In samenwerking met Rijkswaterstaat en de gemeenten Rotterdam en Capelle aan den IJssel is een planstudie naar capaciteitsuitbreiding van het Kralingseplein (binnen de huidige contouren van het plein) gestart. Begin 2007 moet het eindproduct van deze studie een voorlopig ontwerp van het Kralingseplein opleveren, zodat naar verwachting hetzelfde jaar nog de plannen kunnen worden uitgevoerd. Het project maakt ook onderdeel uit van de samenwerkingsagenda Kralingse Knoop van Nexus. Voor het gebied Kralingse Knoop is afgesproken integraal (dat wil zeggen in samenwerking met bedrijven) met vervoersmanagement te blijven doorgaan. In 2006 is in opdracht van de gemeenten Rotterdam en Capelle een verkenning uitgevoerd naar de door de bedrijven ervaren bereikbaarheidsproblemen in het gebied en op de bedrijventerreinen rondom de Kralingse Knoop. In december is deze probleemanalyse tijdens een rondetafelconferentie gepresenteerd aan de bedrijven. De bedrijven onderschreven, her- en erkenden de problematiek en erkenden ook de gedeelde verantwoordelijkheid van werkgevers en de overheid om te komen tot oplossingen. Komend jaar wordt er verder gewerkt aan de tweede fase: het opstellen, uitwerken en doorrekenen van het maatregelenpakket in overleg met een aantal bedrijven. Voor het noordoostelijk deel van de stadsregio is een studie gestart die als doelstelling heeft om integrale oplossingsrichtingen te genereren die de doorstroming en bereikbaarheid van het regionale wegennet voor de lange termijn (2010-2020) garanderen. Knelpunten en mogelijke oplossinStadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
11
gen zullen in samenhang worden onderzocht. Bij de studie zijn de wegbeheerders in het gebied (Rijkswaterstaat, de gemeenten Capelle, Krimpen, Nieuwerkerk en Rotterdam en de provincie Zuid-Holland) betrokken. In juli 2006 is samen met deze partijen de probleemstelling, doelstelling en de aanpak geaccordeerd.
4.2.3 Openbaar vervoerprojecten De realisatie van de infrastructuuraanpassingen voor RandstadRail heeft rond de zomer 2006 met de nodige tegenslagen te kampen gehad. Vanaf begin september kon met railvoertuigen gereden worden tussen Rotterdam Centraal en Nootdorp en vanaf begin november tot Den Haag Centraal. Deze bediening moest weer beperkt worden tot Nootdorp na het tragische ongeval waarbij een voertuig is ontspoord en 17 gewonden vielen. Tijdelijk wordt het vervoer tussen Nootdorp en Den Haag CS met bussen verzorgd. Zo spoedig mogelijk zal in 2007 de exploitatie naar Den Haag Centraal weer op gang komen. De veiligheid van de reizigers staat daarbij uiteraard voorop. De realisatie van de projectdelen onder het emplacement en aan de voorzijde van Rotterdam Centraal hebben vertraging opgelopen door de onvoorziene aanwezigheid van ondergrondse objecten. Het boorproces zelf verloopt overigens voorspoedig net als de aanleg van het station Blijdorp. De nieuwe halte Melanchthonweg is begin november feestelijk in gebruik genomen. Voor ZoRo-bus is in 2006 een alternatief tracé onderzocht aan de noordwestkant van de HSL, nadat was gebleken dat een hoogwaardig tracé aan de andere kant niet inpasbaar was. Begin 2007 zal de besluitvorming hierover worden afgerond, waarna de aanleg kan starten. Het definitief ontwerp voor Rotterdam Centraal is door de stadsregio goedgekeurd. De werkzaamheden voor de nieuwe traminfrastructuur zijn grotendeels opgeleverd en de Weenatunnel is in uitvoering. Aangezien nog geen overeenstemming met de rijkspartijen bereikt kon worden vanwege tekort aan rijksbudget is de start van de aanbesteding voor de OV-terminal uitgesteld tot in 2007. Nadat er in 2005 hard gewerkt is aan een nieuwe visie op de gewenste OV ontwikkelingen, is deze begin 2006 vastgesteld door het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Deze ‘update’ heeft geleid tot een overzicht van noodzakelijke vervolgprojecten, welke in 2006 en 2007 verder uitgewerkt dienen te worden. Het gaat dan om concrete flexibiliseringmaatregelen en vervolgstudies zoals een studie naar het concept Stadstram, verkenning naar capaciteit en flexibiliteit van rivierkruisende OV infrastructuur en evaluatie TramPlus. Die evaluatie betreft een onderzoek naar de oorzaken van het niet halen van de gewenste TramPluskwaliteit en de mogelijkheden om deze kwaliteit en bijbehorende de gemiddelde snelheid alsnog te halen. In 2006 hebben onder andere interviews plaats gevonden. Het onderzoek wordt in 2007 afgerond. In 2006 is de uitwerkingsfase van de Vastelandbogen afgerond. Hiertoe is een definitief ontwerp en een bekostigingsvoorstel in december door het dagelijks bestuur van de stadsregio vastgesteld. De uitvoering staat gepland voor 2007. In 2006 is de Planstudie TramPlus infrastructuur Vasteland – A20 gereed gekomen naar het opwaarderen van de traminfrastructuur tussen het Vasteland en de A20. De gemeente Rotterdam heeft positief geadviseerd over deze planstudie. In 2007 zal op basis van deze planstudie een definitief ontwerp en een bekostigingsvoorstel gemaakt worden. De gemeente Ridderkerk heeft ingestemd met het voorstel van de stadsregio om de realisatie van een TramPlusverbinding in Ridderkerk nader te onderzoeken. In 2006 is in nauwe samenwerking met de gemeente Ridderkerk en andere partijen begonnen met de planstudiefase. Als onderdeel van de planstudiefase is in oktober 2006 de startnotitie afgerond. In de startnotitie is onder meer vastgelegd welke tracévarianten worden onderzocht en welke onderzoekscriteria daarbij worden gebruikt. Op basis van de planstudie zal in 2007 een voorkeurstracé voor de TramPluslijn in Ridderkerk worden besproken. In het voorjaar van 2006 is het Vaandragerbrugtracé voor de HOV-verbinding (Hoogwaardig Openbaar Vervoer-verbinding) tussen NS-station Rotterdam Alexander en de 3B-gemeenten verder uitgewerkt. Er bleek echter destijds onvoldoende bestuurlijk draagvlak voor dit tracé, zodat de plannen voorlopig zijn stilgelegd. De stadsregio onderzoekt in overleg met de betrokken gemeenten de mogelijkheden om voorlopig een buslijn zonder bijzondere eigen infrastructuur te laten exploiteren tussen Lansingerland en station Alexander via de Irenebrug. De stadsregio wil Schiedam-Noord beter ontsluiten met een station (Schiedam Kethel) op de spoorlijn Rotterdam-Den Haag. In 2006 heeft de stadsregio met de gemeente Schiedam de situering van het station Kethel en de eindhalte/keerlus voor de Schiedam-Vlaardingenlijn geanalyseerd. In 2007 zal naar verwachting besluitvorming plaatsvinden. Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
12
De verkennende studie naar het verbeteren van de overstapvoorziening van het busstation op NS en metrostation Rotterdam Alexander zal in 2007 worden afgerond. In 2007 is ook begonnen met het onderzoeken naar de mogelijkheden voor de ontsluiting van werklocaties als Rotterdam Airport, Schieveen en Oudeland met openbaar vervoer.
4.2.4 Park + Rideprojecten Ook in 2006 is veel vooruitgang geboekt in de realisatie van het P+R-programma. De P+R bij Barendrecht NS (uitbreiding met 160 tot 300) en RandstadRailstation Melanchtonweg waren eind 2006 nog in uitvoering. P+R Zuidplein (100 plaatsen) wordt in 2007 in gebruik genomen. De proef met een doelgroepparkeersysteem op P+R Alexander werd afgerond. Uit de evaluatie blijkt dat het systeem heel goed functioneert. De koppeling met de OV-chipkaart, ter vereenvoudiging van het systeem, werd eind 2006 opgepakt. Belangrijke mijlpaal vormde de intentieverklaring Schieveste, waarbij met een marktpartij (TCN Assets B.V.) afspraken werden gemaakt over de realisatie van maximaal 1.050 P+R-plaatsen bij station Schiedam Centrum. Ook bij station Lombardijen is met een marktpartij (MCRZ) samengewerkt aan de totstandkoming van een parkeergarage met 600 P+R-plaatsen. De planvorming voor de eerste fase van P+R-garage bij station Kralingse Zoom (800 plaatsen) heeft vertraging opgelopen. Om de bekendheid en het gebruik van P+R te vergroten is eind 2006 een promotiecampagne gestart. In 2007 wordt een bewegwijzeringsplan opgesteld. Voor de ontwikkeling van de P+R op Schieveste is op 18 oktober 2006 een intentieverklaring getekend tussen de gemeente Schiedam, de gemeente Rotterdam, NS Commercie, NS Vastgoed (NSV), TCN Property Projects (TCN) en stadsregio Rotterdam. In de loop van 2007 zullen deze afspraken verder worden geconcretiseerd zodat in Schieveste vooralsnog 1050 P+R-plaatsen kunnen worden gerealiseerd.
4.3
Openbaar vervoerexploitatie
4.3.1 Marktwerking In maart 2006 is een nieuw programma van eisen opgesteld voor de diverse vervoerconcessies. Op basis hiervan is door de RET een bieding uitgebracht voor de railconcessie lopend van 2007 tot en met 2016 en eveneens voor de concessie “Bus Rotterdam c.a.” inclusief nachtnet voor de jaren 2007 en 2008. Vervoerder Connexxion heeft een onderhandse bieding gedaan voor de concessie “bus streek overig” voor 2007 en 2008. De ingediende vervoerplannen zijn beoordeeld en akkoord bevonden waarna de beschikkingen zijn verleend. De concessie “bus streek overig” kon onderhands worden verleend, omdat de minister ontheffing van aanbesteding heeft verleend in verband met de toekomstige herindeling van de concessiegebieden. Voor de sociale veiligheid evenals het beheer en onderhoud van de railinfrastructuur zijn in oktober door de RET twee biedingen ingeleverd. Ten aanzien van dit laatste punt is een sturingsrelatie tussen de RET en de stadsregio Rotterdam vastgesteld en een contract voor het beheer en onderhoud voorbereid. Het bovenstaande heeft geen betrekking op de concessie Voorne-Putten Rozenburg. Deze is in 2003 voor vier jaar aan Connexxion verleend, met een verlengingsoptie van twee jaar. In december 2006 heeft de stadsregio besloten van deze optie gebruik te maken, zodat deze concessie doorloopt tot en met december 2009.
4.3.2 Voorzieningenniveau Tegelijk met de start van RandstadRail, in september, is de nieuwe busringlijn 172/174 in gebruik genomen die de nieuwbouw in Lansingerland verbindt met station Rodenrijs. Verder is op 10 december 2006 de nieuwe dienstregeling ingegaan, met diverse wijzigingen en uitbreidingen. De wijzigingen in het vervoeraanbod zijn gebaseerd op het in maart 2006 vastgestelde Programma van Eisen.
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
13
Op diverse lijnen is de frequentie verhoogd en ook kwamen er nieuwe verbindingen. Tegelijkertijd is de dienstregeling nu eenvoudiger van opzet met vaste frequenties gedurende een groot deel van de dag. Zo rijden alle tramlijnen overdag een tien minutendienst op werkdagen, en een kwartierdienst op zaterdag, zondag en in de vakantieperioden. Vooruitlopend op de nieuwe dienstregeling, is aan het einde van de zomer 2006 de frequentie van de metro in de avonduren al verhoogd. In het tramlijnennet waren er enkele wijzigingen. Lijn 20 en 25 rijden vanuit Rotterdam-Zuid door naar Schiebroek, zodat hier vaker trams rijden, waaronder de moderne lagevloervoertuigen(Citadis). Het Scheepvaartkwartier wordt nu bediend met lijn 7 in plaats van lijn 5. Deze lijn 7 kreeg ook een snellere route tussen Kralingen en het Centraal Station. De bediening van Crooswijk is gedeeltelijk overgenomen door lijn 8 (nieuwe route vanuit het Centrum via de Linker Rottekade, Zaagmolenstraat en Bergweg naar het Kleiwegkwartier, waar de tram nu dus terugkeert), en gedeeltelijk door de nieuwe buslijn 46 van Crooswijk naar Oostplein, Dijkzigt en Charlois. In het buslijnennet zijn er meer nieuwe verbindingen, zoals naar de kantoren aan de Waalhaven Oostzijde en de nieuwbouwwijk Park Zestienhoven. Connexxion verhoogde de frequenties naar Maassluis, Krimpen a/d IJssel, Ridderkerk en Barendrecht. Tevens is de bestaande Interliner lijn 383 verlengd van Capelle naar Krimpen, zodat Krimpenaren nu rechtstreeks met de bus naar Zoetermeer en Den Haag kunnen reizen. De uitbreidingen zijn bekostigd uit efficiëntiewinst bij de vervoerbedrijven, waarover de stadsregio afspraken heeft gemaakt in het kader van de onderhandse concessieverlening.
4.3.3 Marketingplatform openbaar vervoer In 2006 is gestart met het marketingplatform openbaar vervoer. Het platform is opgericht om te komen tot een geïntegreerde marketingaanpak voor het openbaar vervoer in de stadsregio Rotterdam. Eind 2006 is het Programma van Aanpak vastgesteld waarin de werkwijze van het platform beschreven staat. Het eerste product is al een feit: één gezamenlijke lijnennetkaart van het openbaar vervoer in de stadsregio Rotterdam. In 2007 zullen er meer acties ter ontwikkeling en promotie van het openbaar vervoer in de stadsregio volgen.
4.3.4 Sociale veiligheid De stadsregio heeft voor het jaar 2006 financiële middelen beschikbaar gesteld waardoor de maatregelen uit het Meerjarenplan sociale veiligheid OV 2005-2009 konden worden uitgevoerd door de RET en Connexxion. Zo is er in alle metrostations cameratoezicht, zijn er op alle trams een of twee conducteurs en zijn er mobiele teams die conducteurs en rijdend personeel ondersteunen bij incidenten. Verder zijn er veiligheidsarrangementen gesloten door de vervoerders met de politie in het concessiegebied met betrekking tot de assistentie en vervolging bij incidenten. De in de afgelopen jaren ingezette verbeteringen op het gebied van het terugdringen van het percentage zwartrijders in het openbaar vervoer en het verminderen van het aantal incidenten en calamiteiten hebben zich ook in 2006 voortgezet.
4.3.5 Toegankelijkheid De stadsregio heeft in 2006 haar beleid voor de toegankelijkheid van het openbaar vervoer geactualiseerd. In 2007 wordt dit beleid vastgelegd in het Meerjarenplan Toegankelijkheid OV 20072010. De TramPluslijnen en de metrovoertuigen zijn al toegankelijk. Met de aanschaf van nieuw toegankelijk busmaterieel is ook voor de bus een belangrijke verbetering gerealiseerd. De komende periode is er extra aandacht voor het toegankelijk maken van de bushaltes. Eind 2006 is het bushalteplan toegankelijkheid openbaar vervoer 2006-2015 vastgesteld met daarin de plannen voor het toegankelijk maken van bushaltes in de periode tot 2015. In 2007 wordt dit plan nader uitgewerkt en wordt een start gemaakt met de uitvoering ervan. Voor wat betreft de metrostations is er opdracht verstrekt om deze van voorzieningen voor blinden en slechtzienden te voorzien.
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
14
4.3.6 OV-chipkaart Medio 2006 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat besloten om uiterlijk 1 januari 2009 de OV-chipkaart landelijk in te voeren (het Go-besluit). De RET, Connexxion en de NS (Hoekselijn) hebben het aantal uitgegeven OV-chipkaarten in 2006 verhoogd naar 250.000 en hebben het systeem verder uitgebreid en getest. Inmiddels kan de OV-chipkaart gebruikt worden in de metro, in bussen op Voorne Putten en de Hoekse Waard en de Hoekselijn. De RET heeft inmiddels de chipkaartapparatuur ingebouwd in de trams en de stadsbussen en is begonnen met het testen hiervan. De stadsregio heeft de minister gevraagd te besluiten dat vanaf maart 2007 de papieren vervoerbewijzen in de metro (onder andere de strippenkaart) niet meer geldig zijn; vanaf dat moment kan alleen nog met de chipkkaart worden gereisd. Inmiddels is duidelijk dat die datum niet haalbaar is en is juli 2007 het uitgangspunt. De beschikbaarheid/betrouwbaarheid van de kaartautomaten en de tourniquets ligt echter nog niet op het vereiste niveau. De leverancier zal naar verwachting tot begin 2007 nodig hebben om het vereiste niveau te bereiken. Dit betekent dat voorlopig geen uitbreidingen van het chipkaartsyteem kunnen plaatsvinden; het reizen met de OV-chipkaart in trams en stadsbussen is dientengevolge pas begin 2007 mogelijk.
4.3.7 Stedenbaan In het voorjaar van 2006 hebben de Zuidvleugelpartijen met NS een intentieovereenkomst ondertekend over de verdere ontwikkeling van het Stedenbaanconcept. Dit zal in de loop van 2007 leiden tot een uitvoeringsovereenkomst waarin de overheden aangeven hoe de ruimtelijke ontwikkeling rond de Stedenbaanstations vorm krijgt en waarin NS aangeeft hoe de frequentieverhoging naar 6 stoptreinen per uur kan worden ingevoerd. In samenwerking met het Zuidvleugelatelier is een doorlichting opgesteld van het ruimtelijke profiel van de Stedenbaanstations in de stadsregio, gericht op het verder uitnutten van de verschillende ontwikkelingspotenties in de stationsomgevingen. Een goede bereikbaarheid van de stations draagt bij aan het versterken van het treingebruik. In 2006 is een plan opgesteld om de P&R mogelijkheden bij Stedenbaanstations te vergroten. Binnen de stadsregio betreft het een bevestiging van het al ingezette P&R beleid. Op 10 december 2007 heeft NS de nieuwe dienstregeling 2007 in gebruik genomen. Op een aantal trajecten zijn meer treinen gaan rijden. Op alle trajecten is een strakke kwartierdienst uitgangspunt. Op de ‘Oude lijn’, Dordrecht-Leiden, worden enkele verdere verbeteringen doorgevoerd zodra de Betuwelijn en de Hogesnelheidslijn in gebruik worden genomen. Voor verdere verbeteringen van het treinproduct lijkt momenteel de benodigde spoorcapaciteit te ontbreken. Ook het op korte termijn ingebruiknemen van een nieuw station Kethel, waarvoor de stadsregio de planvorming heeft opgepakt, stuit op capaciteitsknelpunten. In Zuidvleugelverband participeert de stadsregio actief in de landelijke markt- en capaciteitsanalyse van het spoorwegnet; deze studie zal inzicht geven in nut en noodzaak van capaciteitsuitbreiding in het spoornet met prioritaire aandacht voor de Oude lijn. De resultaten van de studie komen in het najaar van 2007 beschikbaar.
4.3.8 Hoekse lijn In 2006 is het onderzoek naar de toekomstmogelijkheden van de Hoekse lijn geactualiseerd. De variant waarbij de lijn gekoppeld wordt aan de metro heeft de voorkeur van de stadsregio. Het goederenvervoer op de lijn blijft gehandhaafd en kan mogelijk worden verbeterd. De stadsregio wil ook de verlenging naar het Waterwegcentrum en eventuele nieuwe stations ter hand nemen. De stadsregio heeft de minister van Verkeer en Waterstaat aangeboden de Hoekse lijn eind 2007 over te willen nemen op basis van een gezamenlijke inzet van rijk, regio en gemeenten op ombouw van de lijn en afspraken over het beheer, gericht op start metro-exploitatie in 2010/11. Tot die tijd blijft in opdracht van de stadsregio NS het huidige treinvervoer blijven verzorgen. In 2007 volgt de definitieve besluitvorming.
4.3.9 OV te water De gunstige resultaten van de Fast Ferry Rotterdam-Drechtsteden zijn in 2005 aanleiding geweest een verkenning te starten naar de mogelijkheden voor OV over water in de overige delen van de Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
15
stadsregio. Daaruit is gebleken dat er op het traject tussen Schiedam en Krimpen kansen zijn voor nieuwe OV-verbindingen in samenhang met de toekomstige herontwikkeling van de oeverlocaties. Op het traject ten westen van de Beneluxtunnel is mogelijk kans voor bedrijfsvervoerachtige verbindingen in samenwerking met bedrijven in het havengebied. Om meer zicht te krijgen op de marktpotenties en de mogelijkheden om de lijnvoering te exploiteren, is in 2006 een marktconsultatie gestart. Daarin is geïnteresseerde vervoerders gevraagd hun visie te presenteren op de marktkansen in de stadsregio. Deze studie wordt begin 2007 afgerond.
4.4
Flankerend beleid:
4.4.1 Dynamisch verkeersmanagement/reisinformatie De website www.bereikbareregiorotterdam.nl is eind 2006 gereedgekomen en is op 17 januari 2007 aan de pers gepresenteerd. Deze website geeft een volledig overzicht van de mogelijkheden om de stadsregio te bereiken en zich daar binnen te verplaatsen: auto, openbaar vervoer, Park en Ride, enzovoorts. Belangrijk onderdeel van de website is de actuele en betrouwbare vermelding van wegwerkzaamheden, waarvoor de stadsregio het regionaal meldpunt wegwerkzaamheden heeft opgericht. In 2006 is gestart met het uitbreiden en uitwerken van de aanpak van verkeersmanagement. Naast de afspraken om op korte termijn ervaring op te doen met regelscenario’s (Kethelplein en Kralingseplein) is gewerkt aan de actualisering van regelstrategie en -tactiek in een visie op (operationeel) verkeersmanagement. Daarbij is de eerste vraag welke wegen het eerste moeten doorstromen om het gehele netwerk beter te laten functioneren. Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden wanneer er ingegrepen moet worden en wat de daarvoor beschikbare maatregelen zijn. Uiteindelijk leidt dit tot regelscenario’s waarbij wordt bepaald hoe met verkeersregelinstallaties en DRIP’s wordt gereageerd op specifieke problemen. Dat laatste is in 2006 al bepaald voor ongevallen op de A15 in het havengebied die leiden tot een stremming van langer dan een uur. Deze aanpak via Coördinatie Alternatieve Routes (CAR) is eind 2006 door alle betrokkenen geaccordeerd. Ook is in 2006 een eerste verkenning uitgevoerd naar nut en noodzaak van het slimmer omgaan met kleinere incidenten. De stadsregio neemt deel aan het innovatieve project in het havengebied om via verkeersmanagement en reisinformatie de situatie op de A15 beter beheersbaar te maken, vooral gericht op het goederenvervoer. Voor wat betreft openbaar vervoer reisinformatie is gewerkt aan het uitrollen van dynamische reisinformatie op Voorne-Putten en Rozenburg. In 2007 zullen de eerste dynamische reisinformatiepanelen op Voorne-Putten en Rozenburg geplaatst worden. Zoals afgesproken bij de Netwerkanalyse Zuidvleugel zal voor 2010 ook in de rest van de regio een extra impuls hieraan worden gegeven. Tot slot zijn de voorbereidingen getroffen om een intermodaal reisinformatiesysteem te laten ontwikkelen, dat bedoeld is om de reiziger naar onze regio te ondersteunen bij de keuzes die hij of zij kan maken tussen de modaliteiten, zowel thuis als onderweg. De in ontwikkeling zijnde stadsregionale visie op reisinformatie vormt uitgangspunt voor deze toepassing.
4.4.2 Vervoersmanagement Vervoersmanagement vormt één van de middelen die ingezet kunnen worden in de strijd tegen bereikbaarheidsproblemen in onze regio. Met vervoersmanagement trachten we keuzes zoals vertrektijdstipkeuze en vervoerwijzekeuze te beïnvloeden, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan een bereikbare regio. Het Vervoer Coördinatie Centrum Rijnmond heeft in 2006 in opdracht van de stadsregio diverse activiteiten uitgevoerd. Zo is voorlichting gegeven over de mogelijkheden van mobiliteitsmanagement aan bedrijven met concrete bereikbaarheidsproblemen, en is een vervolg gegeven aan de actie “Op de fiets werkt beter” waarbij werknemers bij bedrijven worden beloond voor het gebruik van de fiets in het woon-werkverkeer. Daarnaast is een aantal bedrijven benaderd met een innovatieve aanpak waarbij getracht is de kosten van vervoer van werknemers inzichtelijk te maken, waarmee aanknopingspunten gevonden werden voor effectieve besparingsmaatregelen. Ook is weer een netwerkbijeenkomst gehouden waarbij ditmaal luchtkwaliteit en schone voertuigen in de belangstelling stonden.
4.4.3 Fietsstallingen
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
16
Omdat gebleken is dat op veel openbaar vervoerstations en -haltes geen of te weinig fietsparkeervoorzieningen aanwezig zijn en ook de kwaliteit van de bestaande voorzieningen te wensen overlaat, besloot het dagelijks bestuur begin 2006 om voor de jaren 2006 en 2007 € 750.000 beschikbaar te stellen voor het opheffen van tekorten (waarbij een surplus wordt gerealiseerd om verdere groei te faciliteren) en de kwaliteit te verbeteren, voor fietsparkeervoorzieningen bij de stations van RandstadRail, voor pilots met een nieuw antidiefstalsysteem en een innovatief kluizensysteem en voor de introductie van de OV-fiets. Het dagelijks bestuur heeft daarbij besloten de volledige investeringskosten voor rekening van de stadsregio te nemen. In 2006 kregen de metro- en treinstations prioriteit, de TramPlus en regionale busstations zouden in 2007 aan de beurt komen. Het project leidde in 2006 tot enkele uitvoeringsopdrachten en een aantal plannen die in 2007 tot uitvoering gebracht zullen worden. In september werd de pilot met een antidiefstalsysteem bij de TramPlushalte Meerwede in Barendrecht gestart. Een pilot met een innovatief kluizensysteem bij RandstadRailhalte Melanchtonweg werd aan het einde van het jaar opgepakt. Op de NS-stations in Maassluis en Schiedam werd de OV-fiets geïntroduceerd en Zuidplein werd het eerste metro-en busstation in Nederland waar de OV-fiets gehuurd kan worden.
4.4.4 Fietsnetwerk In het kader van de herijking van het RVVP (opgestart in 2006, afronding voorzien in 2007) is het regionale netwerk op onderdelen geactualiseerd, waarbij de zoekgebieden omgezet zijn naar routes op de kaart. Op basis van de inventarisatie van het regionale fietsnetwerk (2005) is eind 2006 een overzicht gemaakt van de ontbrekende schakels. Dit overzicht wordt gebruikt om voort te bouwen aan de completering van het netwerk. Het netwerk dient in 2020 compleet en op het gewenste kwaliteitsniveau te zijn.
4.4.5 Regionale Verkeersmilieukaart Het verkeersmodel van de RVMK is een instrument bij het maken van beleid op het gebied van verkeer en vervoer en ruimtelijke ordening. in het voorjaar van 2006 werd de actualisatie van het model afgerond. Het model geeft de huidige verkeerssituatie weer en bevat de prognosejaren 2015 en 2020. Het geactualiseerde model is uitstekend geschikt voor het berekenen van betrouwbare en recente verkeersgegevens ten behoeve van milieuberekeningen. Het model berekent verkeersintensiteiten tussen 7 en 19 uur, maar voor vragen over verkeersafwikkeling en bereikbaarheid zijn de spitsperioden bepalend, zodat het wenselijk is deze aan het model toe te voegen. Eind 2006 werden de voorbereidingen hiervoor getroffen. Het verkeersmodel werd voor een groot aantal projecten gebruikt om verkeers-en milieucijfers te leveren. Zo speelde het in combinatie met het URBIS-model van de DCMR een grote rol bij het doorrekenen van de effecten van RR2020 op het milieu, hetgeen leidde tot een knelpuntenkaart RR2020.
4.4.6 Verkeersveiligheid Een effectieve aanpak van de verkeersveiligheid vraagt om structurele samenwerking en een actieve inzet van betrokken actoren: de stadsregio Rotterdam, wegbeheerders, de verkeerspolitie Rotterdam-Rijnmond, het openbaar ministerie, scholen en maatschappelijke organisaties zoals VVN. De Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid (RPV) vormde ook in 2006 hiervoor het centrale platform. In de RPV-bijeenkomsten zijn de verkeersveiligheidthema’s infrastructuur, handhaving, educatie/communicatie en monitoring verder uitgewerkt en is kennis en ervaring over de aanpak van verkeersonveiligheid uitgewisseld. Tijdens de RPV-themamiddagen kwam de vormgeving en inrichting van 30km-zones aan bod en werd aandacht geschonken aan het uitvoeren van verkeersveiligheidsanalyses. In de RPV-werkgroepen is aandacht besteed aan verkeerseducatie, de problematiek van grijze wegen en de toepassing van essentiële herkenbaarheidskenmerken binnen de bebouwde kom. In opdracht van de stadsregio Rotterdam is verder een analyse van ontwikkelingen en trends op het gebied van de verkeersveiligheid in de stadsregio en de afzonderlijke gemeenten uitgevoerd. Deze analyse biedt aanknopingspunten voor een aanpak afgestemd op specifieke risicodoelgroepen voor gedragsgericht verkeersveiligheidsbeleid in de stadsregio. Onder regie van de stadsregio is ook in 2006 een groot aantal projecten uitgevoerd op het gebied van verkeerseducatie: het Fiets/OV-project, de verkeerskalender, het Groot VerkeersMysterieSpel en de Pilot Verkeersleerkracht. Naast deze activiteiten heeft de stadsregio subsidie verleend aan gemeenten en wegbeheerders voor het duurzaam veilig inrichten van infrastructuur (bijvoorbeeld Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
17
de aanleg van rotondes) en voor gedraggerichte projecten zoals de organisatie van rijvaardigheidstesten voor ouderen (de zogenaamde BROEM-dagen). Het ROV Zuid-Holland (Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid) heeft in opdracht van de stadsregio, de provincie Zuid-Holland en stadsgewest Haaglanden projecten georganiseerd in het kader van de ‘Structurele Aanpak Verkeerseducatie’ op het basis- en voortgezet onderwijs en diverse landelijke voorlichtingscampagnes geïmplementeerd binnen de stadsregio. Ook is afgelopen jaar de “School op SEEF”-aanpak in de provincie gelanceerd.
4.4.7 Goederenvervoer De stadsregio heeft in 2005 een kwaliteitsnetwerk goederenvervoer vastgesteld, dat bestaat uit de rijks-, provinciale en gemeentelijke wegen die de belangrijkste regionale economische centra voor vrachtverkeer ontsluiten. Op de wegen van het kwaliteitsnetwerk worden eisen gesteld aan trajectsnelheid, weginrichting, verkeers- en route informatie, alternatieven en wegonderhoud. In 2006 is uitgewerkt hoe de eisen die aan het kwaliteitsnetwerk worden gesteld, doorwerken in lopende projecten en processen. Een van de producten is een handzame folder waarin uitgelegd wordt wat het kwaliteitsnetwerk precies inhoudt. In 2006 is gestart met een analyse van stedelijke distributie in de stadsregio, op basis waarvan de stadsregio kan aangeven voor welke problemen de stadsregio regionaal beleid dient te ontwikkelen en hoe de stadsregio vorm dient te geven aan samenwerking op regionaal niveau. Hierbij wordt ook milieuzonering betrokken.
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
18
5 Ruimtelijke Ordening, Wonen en Economie 5.1
Ruimtelijke Ordening
5.1.1 Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020 (RR2020) Eind 2005 is het RR2020 vastgesteld. In dat plan hebben de provincie Zuid-Holland en de stadsregio Rotterdam aangegeven meer kwaliteit, meer variatie en meer tempo te willen brengen in de ontwikkeling van de regio. Om tot uitvoering van het plan te komen is een Uitvoeringsprogramma RR2020 vastgesteld. De afspraken tussen de stadsregio en de provincie die daaruit voortvloeien zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst over de uitvoering van RR2020. Met de provincie zijn tevens afspraken gemaakt over de afstemming en de toetsing van ruimtelijke plannen. Volgend uit die formele rol heeft de stadsregio Rotterdam in 2006 een met het stadsgewest Haaglanden gedeelde zetel in de Provinciale Planologische Commissie (PPC) gekregen. In mei 2006 is een bestuurlijke conferentie over RR2020 en de uitvoering daarvan gehouden, waarbij bestuurders van zowel de regiogemeenten, de stadsregio, de provincie en het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu werden betrokken. De uitvoering van RR2020 is goed gestart. Daarbij heeft de regio allereerst tijd en energie geïnvesteerd in een goede relatie en samenwerking met de regiogemeenten. Samen met de gemeenten zijn de opgaven en producten verder verkend, is het ambitieniveau van de opgaven en mogelijke knelpunten aangescherpt en zijn hierover afspraken gemaakt. Dit heeft geleid tot een breder draagvlak bij de betrokken partijen. Op projectniveau zijn de volgende resultaten geboekt: • In de streekplanuitwerking Voorne, bestuurlijk getrokken door de stadsregio, zijn de sanering van de glastuinbouw en aanwijzing van locaties voor golfbanen op Voorne uitgewerkt. De streekplanuitwerking heeft ter inzage gelegen in het kader van de formele zienswijzenprocedure in het kader van de Awb. De definitieve streekplanuitwerking en de Strategische Milieubeoordeling Streekplanuitwerking Voorne betreffende de golfbanen zijn door de stadsregio vastgesteld en worden in 2007 voorgelegd aan de provincie ter besluitvorming. • Voor landelijk wonen is in 2006 een startnotitie opgesteld. Daarna is een verkenning landelijk wonen vastgesteld, die aantoont dat de RR2020-doelen ‘groen verbeteren’ en ‘woningen realiseren’ door middel van het landelijk wonen voor alle betrokken partijen positieve resultaten zullen opleveren. Hiermee is de verkenningsfase halverwege; in 2007 zullen met betrokken gemeenten afspraken moeten worden gemaakt over de verdere aanpak van dit project. • De projecten in het kader van de bedrijvenontwikkeling binnen de regio verkeren in een verkennende fase, met als uitzondering de bedrijvenster Brielle, die wordt meegenomen met het project Voorne. • Voor het project rivierzones is een aanpak vastgesteld, waarbij de relevante gemeenten meer betrokken zullen gaan worden. • Voor de projecten Noordas en Knooppunten worden de knelpunten van de lopende projecten in kaart gebracht, worden oplossingsrichtingen voorgesteld en wordt gewerkt aan een vervolgorganisatie. • Voor de gemeente Lansingerland wordt gewerkt aan een gemeentelijke structuurvisie, waarin voor de regio de ontwikkeling tot duurzaam glaslandschap van belang is. Er zijn goede stappen gezet ten aanzien van de informatievoorziening en monitoring van de uitvoering van RR2020. Er is een onderzoek gestart naar een ontwikkelings-/investeringsstrategie voor de periode na 2010. De communicatiemiddelen voor RR2020 zijn geactualiseerd en gericht op de ondersteuning van de uitvoering.
5.1.2
Buiten de stadsregio
De gebiedsgerichte projecten die onder verantwoordelijkheid van de provincie en gemeenten vallen, lopen over het algemeen conform planning. Het afgelopen jaar is een aantal belangrijke mijlpalen bereikt op weg naar de uitvoering: IODS-convenant met budget voor realisatie van de A4, Intergemeentelijk Structuurplan voor de Zuidplaspolder, streekplan Hoeksche Waard, intentieovereenkomst met NS over stedenbaan, vaststelling PKB Mainport Rotterdam in de Tweede Kamer en een definitief ontwerp voor het Centraal Station.
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
19
Het project Stadshavens is uitgebreid met de Rijn-/Maashaven, terwijl het accent voor de Waalhaven nu primair op economische functies komt te liggen. De rol en bijdrage van de stadsregio in deze projecten is vooral ondersteunend geweest. Op het niveau van de Zuidvleugel is een aantal belangrijke besluiten genomen: het vaststellen van de Zuidvleugelvisie, de kabinetsbrief Zuidvleugel, de Netwerkanalyse en de afspraken daarover. Deze sluiten goed aan bij RR2020 en brengen de uitvoering van een aantal cruciale projecten dichterbij. De stadsregio is zowel ambtelijk als bestuurlijk deel gaan nemen aan het project RotterdamZoetermeer-Gouda. De ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu en Binnenlandse Zaken zijn begonnen met het opstellen van de Invoeringswet Wet Ruimtelijke Ordening, waarin het ruimtelijke ordeningsinstrumentarium van de WGR-plusregio’s moet worden opgenomen. De stadsregio heeft haar visie daarop aangegeven. De stadsregio heeft een financiële en materiële bijdrage geleverd aan de proeftuin toegangspoorten en knooppunten op het eiland IJsselmonde, uitgevoerd door Habiforum. De stadsregio neemt vanaf 2006 deel in het grensoverschrijdende samenwerkingsverband RijnSchelde-delta. Het samenwerkingsverband Regio Randstad, waaraan de stadsregio deelneemt, heeft de resultaten uit de evaluatie van het samenwerkingsverband van 2005 vertaald naar scherpere doelen, resultaten en activiteiten voor 2007. Door de Holland 8, de discussienotitie van minister Remkes, en het advies van de commissie Kok is het denken over de bestuurlijke structuur van de Randstad in een stroomversnelling gekomen.
5.2
Wonen en stedelijke vernieuwing
5.2.1 Vinex Met ingang van 1 januari 2005 is VINEX formeel beëindigd. De eindrapportage is in het voorjaar van 2005 ter goedkeuring aan het ministerie van VROM aangeboden. In december 2006 heeft het ministerie de eindrapportage goedgekeurd. Thermometer VINEX In het kader van de VINEX-afspraken heeft de stadsregio financiële bijdragen geleverd ten behoeve van de ontwikkeling van de grote uitleggebieden (Rotterdam Nesselande, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Albrandswaard en Barendrecht,) alsmede voor woningbouw op moeilijk te ontwikkelen locaties (Rotterdam Stoopweg, Rotterdam Tussenwater, Schiedam Spaland-Oost / Sveaparken). De prestaties van de afgelopen tien jaar zijn afgezet tegen de destijds gemaakte afspraken. Gebleken is dat, met uitzondering van Albrandswaard en Barendrecht, de afspraken over de bouw van bereikbare sociale huurwoningen niet zijn nagekomen. In het geval van Rotterdam Nesselande, Berkel en Rodenrijs en Schiedam Sveaparken is de productie van sociaal bereikbare huurwoningen achtergebleven. Met betrokken gemeenten is overleg gevoerd over de wijze waarop de niet behaalde prestaties gecompenseerd zullen worden. Zij zullen de productie inhalen in de periode 2005-2010 of aantonen dat deze in de periode 1995-2005 elders binnen de gemeente is gecompenseerd.
5.2.2 Verstedelijkingsafspraken Op 23 december 2004 is het convenant woningbouwafspraken 2005 tot 2010 met het rijk ondertekend. De stadsregio wordt geacht in die periode 38000 woningen te bouwen. De wijze waarop de stadsregio invulling wil geven aan die opgave is verwoord in het Regionaal woningbouw- en financieel scenario en in convenanten met alle regiogemeenten waarin per gemeente afspraken zijn gemaakt over het aantal te bouwen woningen, het aandeel sociaal bereikbare huurwoningen daarbinnen en hoe de sociale woningvoorraad zich over de periode moet ontwikkelen. De woningbouwafspraken worden gemonitord. In 2006 is de eerste monitor verschenen (over de woningproductie in 2005). Bij het beoordelen van de resultaten van de eerste monitor woningbouwafspraken strijden optimisme en pessimisme om voorrang. De woningproductie in de stadsregio lijkt, na de terugval van de afgelopen jaren, met 6100 opgeleverde woningen weer op stoom te komen, maar er moet nog een (zeer) flinke schep bovenop, met name in de productie van sociaal bereikbare huurwoningen (in 2005 700 opgeleverde woningen). Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
20
Naar aanleiding van de uitkomsten van de monitor heeft het dagelijks bestuur de portefeuillehouder opdracht gegeven alle regiogemeenten langs gaan om bovenstaande boodschap indringend onder de aandacht brengen. Gemeenten is ook worden gevraagd aan te geven of, en zo ja, waar, zij ondersteuning kunnen gebruiken bij het realiseren van hun woningbouwtaakstelling. De taskforce woningbouw, een gezamenlijk team van VROM, provincie en stadsregio is daarmee (uiteraard in samenspraak met de betreffende gemeente) aan de slag gegaan. Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing Ter ondersteuning van de woningbouwafspraken is het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing gevormd. Hieruit worden de subsidies voor de bouw van sociaal bereikbare woningen en woningen op functieveranderingslocaties gefinancierd alsmede bijdragen aan programma’s en projecten in het kader van stedelijke vernieuwing. Het fonds wordt gevoed door de rijksbijdrage ten behoeve van de woningbouwafspraken, provinciale ISV gelden en bijdragen van de gemeenten Rotterdam en Schiedam. Voor de resultaten van het fonds wordt verwezen naar het betreffende hoofdstuk. Omslagfonds Zoals reeds in de VINEX-periode gebruikelijk was, betaalt de gemeente voor iedere nieuw begonnen woning of woningequivalent een bijdrage aan de stadsregio. Voor de resultaten van het fonds wordt verwezen naar het betreffende hoofdstuk.
5.2.3 Stedelijke vernieuwing Voor de ISV2 periode (2005-2010) is de stadsregio budgethouder stedelijke vernieuwing voor de niet-rechtstreekse gemeenten in de stadsregio (=alle gemeenten met uitzondering van Rotterdam en Schiedam).In 2005 zijn de ISV2 middelen verdeeld over de programma- en projectgemeenten. 2006 was ook hier het eerste productiejaar. Geconstateerd kan worden dat gemeenten de opgaven ter hand hebben genomen. In 2005 is aan de gemeente Krimpen aan den IJssel € 1,4 miljoen beschikbaar gesteld voor het project Rondweg-Middenwetering. Afgelopen jaar heeft de gemeente een alternatieve opzet aan het dagelijks bestuur voorgelegd . Het dagelijks bestuur heeft hier niet mee ingestemd omdat het nieuwe plan teveel afweek van de oorspronkelijke opzet, met name waar het de realisatie van sociaal bereikbare huurwoningen betrof. De invoering van de Wet SISA (Single Information, Single Audit) zal gevolgen hebben voor de wijze waarop gemeenten aan de stadsregio rapporteren over de voortgang van de stedelijke vernieuwing en voor de wijze van verantwoording (niet meer apart maar via de jaarrekening). De gemeenten die van de stadsregio een bijdrage in het kader van de stedelijke vernieuwing ontvangen, zijn hierover geïnformeerd.
5.2.4 Bodemsanering In 2005 zijn de budgetten bodemsanering voor de periode 2005-2010 beschikbaar gesteld (€ 7,9 miljoen). De programmagemeenten ISV2 hebben een “basisbodembudget” (€ 1,1 miljoen) toegekend gekregen. De resterende middelen zijn voor projecten gereserveerd. In 2006 zijn de eerste reserveringen omgezet in “verleningen”. Dat wil zeggen dat het gereserveerde bedrag omgezet wordt in een verplichting van de stadsregio aan de gemeente. Afrekening en daadwerkelijke uitbetaling vindt plaats na afronding van de sanering. In 2006 is in totaal voor € 2,82 miljoen aan projectbijdragen verleend aan de gemeenten Spijkenisse, Barendrecht en Berkel en Rodenrijs.
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
21
In 2005 heeft de gemeente Vlaardingen voor een deel van de locatie Buizengat een aanvraag ingediend om in aanmerking te komen voor projectsubsidie. Het dagelijks bestuur heeft deze aanvraag afgewezen omdat naar de mening van het dagelijks bestuur in het verleden over een bijdrage in de kosten van de sanering van deze locatie reeds afspraken zijn gemaakt met de provincie Zuid-Holland. Vlaardingen heeft tegen het besluit van het dagelijks bestuur beroep aangetekend. Naar aanleiding daarvan wordt samen met de provincie Zuid-Holland en de gemeente Vlaardingen gezocht naar een oplossing voor deze kwestie.
5.2.5 Woonvisie In 2006 is de in 2005 ingezette lijn van baanbrekende studies en conferenties over in de woonvisie aangedragen onderwerpen voortgezet. Naast overdracht van informatie is in interactieve sessies gezocht naar mogelijkheden om bestaande barrières in planvorming en samenwerking te slechten en innovatieve (woon)concepten in de stadsregio mogelijk te maken. De bijeenkomsten mochten zich in een grote belangstelling verheugen. Afgelopen jaar is aandacht besteed aan de afzet van nieuwbouw in de marktsector, de trendbreuk herstructurering en wonen op knooppunten. Over de trendbreuk herstructurering is onderzoek gedaan naar de praktijk van de stedelijke vernieuwing in de 23 naoorlogse woonwijken in de regio. Geconstateerd wordt dat zich in deze wijken inmiddels wel een stedelijke vernieuwingspraktijk heeft ontwikkeld maar dat een impuls daarin dringend gewenst is. Gepleit wordt daarom voor de vorming van nieuwe coalities in deze wijken, waarin meer gebruik gemaakt wordt van in de buurt actieve organisaties en verenigingen. In de rapportage 'de som maakt het verschil' is de studie beschreven en in de conferentie zijn deze ideeen verder toegelicht en uitgewerkt. Ook het wonen op knooppunten is uitgewerkt in een studie. Voor elk van de stations aan de stedenbaan is een voorstel voor een 'woonprofiel' ontwikkeld waarvan de realiseringskansen tijdens een druk bezochte conferentie bij de relevante stakeholders in workshops zijn gepeild. Ook deze studie zal in boekvorm verschijnen.
5.2.6 Woonruimteverdeling Per 1 januari 2005 vigeert een nieuw woonruimteverdelingssysteem in de stadsregio. Het nieuwe stelsel is uitgewerkt in de vorm van een in elke gemeente door het gemeentebestuur en plaatselijk werkzame corporaties ondertekende overeenkomst. Het woonruimteverdelingsstelsel wordt samen met de Maaskoepel gemonitord. Een eerste jaarrapportage 2005 "Kans van slagen" is verschenen, waarvan de opmerkelijkste conclusies zijn dat de labeling van ten behoeve ouderen slechts beperkt nodig was, en omgekeerd er behoefte was aan meer vrijheid om woningen voor jongeren te reserveren. Deze constateringen hebben geleid tot aanpassingen van de regels. De status van Wgr-plus van de stadsregio verplichtte tot het vaststellen van een regionale Huisvestingsverordening, nadat jaren kon worden volstaan met een regionale richtlijn. De Huisvestingsverordening Stadsregio Rotterdam 2006 is op 5 juli 2006 door de regioraad vastgesteld. Voor drie punten is op 20 december 2006 een aanvullend besluit genomen. Dit betrof de aanpassing van urgentieregels, de voorwaarden voor wijzigingen aan de woningvoorraad, alsmede voor woningen die niet onder de overeenkomst woonruimteverdeling (corporatiewoningen tot de huurprijsgrens volgens de wet op de Huurtoeslag) vallen. Een en ander leidt tot een juridisch noodzakelijk complex stelsel van regels en bevoegdheden, waarmee beoogd wordt de gemeenten optimale vrijheid te geven, met name op de aspecten waarover de stadsregio geen expliciet beleid heeft geformuleerd. Buiten de rechtstreekse invloed van de stadsregio, maar wel een zeer belangrijke stap op weg naar het uiteindelijk doel van één regionaal samenhangend woonruimteverdelingsstelsel was de oprichting van de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond in 2006. Hier wordt de urgentiebepaling uitgevoerd van woningzoekenden uit vier gemeenten (Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis). In deze gemeenten bevindt zich 77% van de totale sociale huurwoningenvoorraad van de stadsregio. Aan het eind van het jaar werkten 16 van de 18 regiogemeenten met het door de stadsregio gepropageerde aanbodmodel.
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
22
Regionale Prestatieafspraken met de Maaskoepel Min of meer in relatie met de regionale afspraken met de Maaskoepel zijn wel enkele verkenningen gedaan naar de effecten van het door het ingezette ontwikkeling van een nieuw huurbeleid; dit heeft nog niet tot beleidsvoorstellen binnen de regio geleid.
5.2.7 Besluit Woninggeboden subsidies Sinds 1 januari 2005 kunnen geen verplichtingen meer worden aangegaan in het kader van de regeling Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). De rentebaten uit het BWS worden achter de hand gehouden om eventuele risico’s die kunnen voortvloeien uit de realisatie van de woningbouwafspraken 2005-2010 te dekken.
5.3
Economie
5.3.1 Economische visie en uitvoering bedrijventerreinen. De beleidsdoelstellingen uit de economische visie betreffen voldoende economische groei en arbeidsplaatsengroei. Opheffen van tekort aan bedrijventerreinen en upgrading van oude terreinen. Daarnaast verbetering van de bereikbaarheid en quality of life. Om weer voldoende planologische ruimte voor nieuwe bedrijventerreinen te creëren en om het tekort weg te werken zijn in het ruimtelijk plan RR2020 voldoende bedrijventerreinreserveringen opgenomen. Ook in de nota Ruimte van VROM zijn de gewenste ruimtelijke reserveringen voorzien, zoals hoekse Waard en Zuidplaspolder. Deze nota is in 2005 definitief geworden. Er is in 2006 goede voortgang geboekt in het realiseren van de geplande nieuwe bedrijventerreinen op de Rechtermaasoever. In het RR2020 zijn de onderzoeksmatig onderbouwde ruimtereserveringen voor bedrijventerreinen opgenomen. In 2006 is het RR2020 van een uitvoeringsprogramma worden voorzien. Ook zal aan de voortrekkersrol bij de uitvoering door de regio is gestalte gegeven. Op de Linkermaasoever zijn planologische studies gestart voor nieuwe terreinen in RR2020 kader. Er is een kwalitatieve match tussen terrein aanbod en terreinvraag binnen de regio vervaardigd door Ecorys. Aangaande het versnellen van het herstructureringsproces van bedrijventerreinen heeft de stadsregio in nauwe samenwerking met de provincie actie ondernomen door een externe adviseur op gebied van procesmanagement van herstructureringen beschikbaar te stellen voor de gemeenten. Het herstructureringsproces is inmiddels concreet op gang gekomen in Barendrecht, Hellevoetsluis, Rotterdam, Schiedam. In andere gemeenten is het opstartproces een enkele stappen verder gekomen.
5.3.2 Detailhandelsbeleid In 2006 zijn door de werkgroep Grootschalige Detailhandel negen formele adviezen en preadviezen verstrekt naar aanleiding van aanvragen door de regionale gemeenten. Het ging daarbij om voorgenomen vestigingen van grootschalige of perifere detailhandel. De formele adviezen zijn ook allemaal bestuurlijk vastgesteld. Ook heeft de werkgroep zich gebogen over diverse regionale plannen teneinde in een voorstadium van het traject een aantal gemeenten en ontwikkelaars van advies te dienen. Daarmee krijgen de voorgenomen plannen een optimale kans op een succesvolle uitvoering. De plannen waarover is gesproken zijn Lansingerpoort in de nieuwe gemeente Lansingerland, het Urban Entertainment Centre in Schiedam, de voorgenomen toekomstige inrichting van bedrijventerrein Schiekamp in de gemeente Spijkenisse en de invulling van het Vierhavenstrip in Rotterdam. Ook is de nieuwe structuurvisie van de provincie Zuid Holland besproken en van commentaar voorzien, alsmede de implicaties van de nieuwe Nota Ruimte voor het beleid van het REO stadsregio Rotterdam. Over het in 2005 gehouden onderzoek van de werkgroep Grootschalige Detailhandel naar de behoefte aan nieuwe locaties ten behoeve van de perifere detailhandel in de regio is verslag uitgebracht aan de Stuurgroep REO en aan het dagelijks bestuur van de stadsregio. Met het schaarser worden van beschikbare ruimte op bedrijventerreinen ziet de werkgroep Grootschalige Detailhandel het meer dan ooit als haar taak om op de hoogte te blijven van economische ontwikkelingen in het algemeen en de ontwikkelingen op het gebied van (grootschalige) detailhandel en perifere detailhandel in het bijzonder. Het komen tot een goede regionale spreiding van de economische ontwikkelingen zal in een dichtbebouwde omgeving als de regio Rotterdam altijd zeer belangrijk blijven. Dit vormt, samen met het beleid dat al in de structuurvisie Retail en Leisure van de stadsregio Rotterdam is vastgesteld, de basis voor de adviezen van de werkgroep. Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
23
5.3.3 Bedrijven Info Rijnmond (BIR) Bedrijven Info Rijnmond (BIR) is een serviceorganisatie voor het bedrijfsleven en heeft als Hoofdactiviteit de promotie van de beschikbare bedrijventerreinen in de regio. BIR biedt bedrijven een totaaloverzicht van het aanbod van de bedrijventerreinen in de regio en legt contacten tussen bedrijven en gemeenten. Voor het aanbod van bestaande panden wordt nauw samengewerkt met de Ondernemerswinkel van het OntwikkelingsBedrijf Rotterdam. De belangrijkste doelstellingen van BIR zijn: het handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bestaande bedrijvigheid het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid promotionele activiteiten ter verbetering van het imago op het gebied van wonen, werken en recreëren. De werkzaamheden van BIR bestaan uit het evalueren van ondernomen activiteiten, contacten onderhouden met externe adviseurs, het organiseren van bijeenkomsten voor bedrijfscontactfunctionarissen van gemeenten, het vervaardigen van documentatiemateriaal, het verstrekken van voorlichting, het verzorgen van presentaties op beurzen, het bemannen van de informatietelefoon en het informatieloket. De hoofdinstrumenten van BIR zijn het algemene informatiepakket, het jaarboek “Bedrijventerreinen in de Stadsregio Rotterdam”, de CD-ROM presentatie en de internetsite. Het algemene informatiepakket van BIR bestaat uit de algemene brochure “Een wereldhaven met wereldlocaties”, een lijst met contactpersonen bij gemeenten, Kerncijfers van de regio en de laatste uitgave van het periodiek “Ondernemen in de regio Rotterdam”. Uiteraard wordt het materiaal zo vaak als nodig aangepast. Het boek “Bedrijventerreinen in de Stadsregio Rotterdam 2006” bevat informatie over alle beschikbare bedrijventerreinen en kantorenlocaties in de regio. Het boek wordt elk jaar geactualiseerd. De CD-ROM presentatie wordt gebruikt op beurzen en op het kantoor van BIR en bevat filmpjes van de 18 deelnemende gemeenten en luchtopnames van de 54 bedrijventerreinen die in 2006 in het boek “Bedrijventerreinen in de Stadsregio Rotterdam 2006” zijn opgenomen. Verouderde filmpjes en gegevens worden jaarlijks vervangen. De internetsite van BIR is in 2006 gedeeltelijk vernieuwd. Alle filmpjes van de CD-ROM zijn ook via internet te zien en voorts zijn er van alle terreinen recente foto’s opgenomen. Tussentijdse wijzigingen worden het gehele jaar door BIR zelf verwerkt. Het periodiek “Ondernemen in de regio Rotterdam” verschijnt tweemaal per jaar en wordt in een oplage van ruim 11.500 exemplaren verspreid aan geselecteerde ondernemers en abonnees. Het periodiek bevat altijd een antwoordcoupon, waarmee geïnteresseerden informatiemateriaal van BIR kunnen opvragen. Om bekendheid te geven aan de beschikbare informatie van BIR is in 2006 gebruik gemaakt van beurzen, internet, advertenties en het periodiek. In 2006 is deelgenomen aan de beurzen People´s Business, de Week van de Ondernemer, de BouwRAI en de ProVaDa (Professionele Vastgoed Dagen). Ook heeft BIR in 2006 viermaal een stand gehad op informatiemarkten bij symposia en congressen (Zakenfestival, Holland Innovation, Contact.nl en Nationale DuBodag).
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
24
6 Ontwikkeling 6.1
Jeugdzorg
Net als 2005 was ook 2006 voor de jeugdzorg een bewogen jaar. Dieptepunt was de vondst van het “Maasmeisje” eind juni 2006. Begin oktober werd duidelijk dat het om een 12-jarig meisje uit Rotterdam ging dat van verschillende instanties - waaronder door de stadsregio gefinancierde jeugdzorginstellingen - zorg had ontvangen. Een gezamenlijk onderzoek van de onderwijsinspectie, inspectie jeugdzorg en inspectiegezondheidszorg moet inzichtelijk maken op welke wijze de verschillende instellingen hebben gefunctioneerd. De uitkomsten van dit onderzoek zijn in mei 2007 gepresenteerd. Daarnaast stond 2006 in het teken van het wegwerken van de wachtlijsten in de jeugdzorg. Bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is het gelukt de wachtlijst die op 1 januari uit 257 kinderen bestond weg te werken. Ten aanzien van het zorgaanbod zijn door het ministerie van VWS extra financiële middelen beschikbaar gesteld, ondermeer nadat de staatssecretaris haar politieke lot had verbonden aan het nog langer bestaan van wachtlijsten langer dan 9 weken na het verkrijgen van een indicatiebesluit. De productieafspraken die de stadsregio in dit kader met het ministerie heeft gemaakt, zijn gerealiseerd. Helaas zijn hiermee niet de wachtlijsten (langer dan 9 weken) volledig weggewerkt. Tenslotte is begin november een ketenbrede conferentie (Ruwenbergconferentie) georganiseerd waarbij alle betrokken partijen zich hebben uitgesproken de jeugdketen te versterken. In de laatste twee maanden van het jaar is hard gewerkt aan het formuleren van concrete voorstellen tot verbetering, op sommige punten zullen dit vergaande voorstellen zijn. Op 8 februari 2007 zal bij de vervolgconferentie moeten blijken in hoeverre de ketenpartners daadwerkelijk bereid zijn de jeugdketen te versterken.
6.1.1 Aansluiting jeugdzorg – lokaal jeugdbeleid Nadat eind 2005 de stadsregio de eerste convenanten over de aansluiting van het lokaal preventief jeugdbeleid en het stadsregionale jeugdzorgbeleid waren getekend, is in 2006 met alle overige gemeenten een convenant getekend. De laatste ondertekening vond op 13 juli plaats met de gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis. De geplande evaluatie van de convenanten eind 2006 is, in afwachting van het werkprogramma dat het resultaat moet zijn van de Ruwenbergconferentie, verplaatst naar 2007 zodat dit werkprogramma de basis kan zijn voor de nieuw te maken afspraken. Ook in 2006 is het bureau jeugdzorg gestimuleerd om tot een uitbreiding van het aantal voorposten te komen in die gemeenten die daarvoor interesse hebben. Dit heeft er toe geleid dat in de tweede helft van 2006 in de gemeenten Schiedam en Vlaardingen nieuwe voorposten zijn geopend. Verder is afgesproken dat in Maassluis vanaf 1 januari 2007 een voorpost aanwezig zal zijn. In 2006 voert het bureau jeugdzorg, naast de wettelijke taken in het kader van de jeugdzorg, ook activiteiten uit die tot de verantwoordelijkheid van de gemeenten behoren. Bureau jeugdzorg heeft in 2006 besloten deze taken uit het bureau jeugdzorg te ontvlechten en onder te brengen in een aparte rechtspersoon. Dit is de stichting jeugdplein die op 1 april 2007 formeel het licht zal zien. De door de stadsregio gefinancierde wettelijke taken zullen bij het bureau jeugdzorg blijven.
6.1.2 Toegang tot de jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg) In 2006 is de nodige voortgang gerealiseerd met betrekking tot de verdere ontwikkeling van het bureau jeugdzorg. Het bureau vormt de toegang tot de geïndiceerde jeugdzorg. Tevens draagt het bureau zorg voor de uitvoering van de (gezins)voogdij, de jeugdreclassering en het AMK. In 2006 is de door de stadsregio ontwikkelde productfinanciering voor de bekostiging van de verschillende taken van het bureau jeugdzorg ingevoerd. Hiermee is nu een instrument beschikbaar waarmee de stadsregio kan sturen op de inzet van de capaciteit van bureau jeugdzorg. Onder meer door middel van extra productieafspraken binnen de beschikbare stadsregionale middelen én door inzet van extra stadsregionale middelen, is de wachtlijst bij het AMK, die begin 2006 257 bedroeg, in 2006 bijna volledig weggewerkt (op 31 december resteerden er nog 9 wachtenden). Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
25
De kwaliteit van de door het bureau geleverde beleidsinformatie is in 2006 geleidelijk toegenomen, maar voldoet nog niet aan de daaraan te stellen eisen. Dit hangt overigens deels samen met knelpunten in het landelijk ontwikkelde beleidsinformatiesysteem. In 2006 is gestart met de implementatie van het landelijke Deltaplan gezinsvoogdij. Dit voorziet in invoering van een nieuwe, elders met groot succes beproefde, werkwijze voor de gezinsvoogdij onder gelijktijdige verlaging van de caseload van gezinsvoogden. In 2008 moet het Deltaplan volledig zijn ingevoerd in het bureau. De stadsregio heeft in 2006 gestimuleerd dat bureau jeugdzorg met de Doorbraakaanpak is gestart. Dit betreft een eveneens beproefde aanpak om de doorlooptijden voor indicatiestelling en bij het AMK te versnellen. Tevens is het bureau samen met de Raad voor de Kinderbescherming en de kinderrechters een landelijk pilot gestart gericht op versnelling van de doorlooptijden in de jeugdbeschermingsketen. Ter verbetering van de kwaliteit van de indicatiestelling voor de jeugd-GGZ en de samenwerking met de zorgaanbieders in de jeugd-GGZ, is de invoering van het hiervoor ontwikkelde landelijk protocol door het bureau ter hand genomen. De stadsregio heeft uitvoering hiervan met ingang van 2007 als verplicht gesteld. In het kader van de bestrijding van de wachtlijsten in het geïndiceerde zorgaanbod, heeft bureau jeugdzorg de stadsregio geadviseerd over de prioritaire knelpunten in de afstemming van vraag en aanbod.
6.1.3 Zorgaanbod In 2006 is voor het zorgaanbod veel extra geld ter beschikking gekomen wat heeft geleid tot de nodige extra zorgcapaciteit. Hieronder een overzicht van de extra middelen en indicatie van de gerealiseerde zorgcapaciteit. Hierbij moet worden opgemerkt dat het bij ambulante zorg niet mogelijk is om aan te geven hoeveel trajecten er in 2006 extra zijn aangeboden. Dit kan pas worden vastgesteld als de jaarverslagen van de instellingen binnen zijn. Middelen in het kader van: Hoofdlijnenakkoord tranche 2006
Hoeveelheid middelen ca. €1.3 miljoen
Prinsjesdagmiddelen
ca. €2.3 miljoen
Stadsregionale middelen
€2.7 miljoen
Aanvalsplan wachtlijsten
ca. €3.7 miljoen
Gerealiseerde capaciteit 13 residentiële plaatsen 10 pleegzorg plaatsen ca. 60 ambulante trajecten 20 residentiële plaatsen 42 pleegzorg plaatsen ca. 45 ambulante trajecten ca. 70 ambulante trajecten 51 residentiële plaatsen 77 dagbehandelingsplaatsen 47 pleegzorg plaatsen Ca. 200 ambulante trajecten
Daarnaast is in 2006 ook het proces afgerond waarbij het bestaande zorgaanbod kritisch is bekeken. Doel van dit proces was om te bezien of er geen zaken werden gefinancierd die niet tot de geïndiceerde jeugdzorg behoren. In een beperkt aantal gevallen bleek dit (deels) het geval. Bij een drietal programma’s (Catch, OOVR en daghulp noord en zuid) bleek dat de stadsregio ook de onderwijscomponent van het programma financierde. Met ingang van 2007 stopt de stadsregio hiermee en wordt de financiering van dit onderdeel van het programma door het onderwijs/de gemeenten overgenomen. Het taakstrafprogramma Basta wordt met ingang van 2007 niet langer door de stadsregio gefinancierd, in plaats hiervan wordt vanaf 2007 een vervolgprogramma op Basta gefinancierd waarvoor een indicatie door het bureau jeugdzorg kan worden afgegeven. Tenslotte is volledig gestopt met de BOS-projecten aangezien hiervoor geen indicatie wordt afgegeven. Maatschappelijk opvang in Maaszicht In 2006 is in het DB voorgesteld om de subsidie aan pension Maaszicht in een aantal jaren af te bouwen. Dit wordt in 2008 van kracht. De stichting pension Maaszicht vangt zwerfjongeren op. De gemeente Rotterdam is de hoofdfinancier vanwege het feit dat de opvang valt onder maatschappelijke opvang. Daarnaast doet Maaszicht actief aan fondsenwerving en ontvangt de stichting vanaf 2001 een structurele bijdrage van de stadsregio uit de algemene middelen. Vanaf 2006 is pension Maaszicht een erkende AWBZ inStadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
26
stelling. Dit betekent dat het voor de stadsregio mogelijk wordt om de financiële bijdrage gefaseerd terug te trekken.
6.2
Sociaal Beleid
Kader voor dit beleidsonderdeel is de bestuursovereenkomst met de provincie Zuid-Holland; de Regionale Agenda Samenleving (RAS). Het doel van de RAS is een grotere samenhang van de inspanningen van de overheden in de regio bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Dit is aangevuld met het Werkprogramma Sociaal Beleid 2006. De RAS is opgebouwd uit een aantal thema’s. Het is steeds de doelstelling geweest om door middel van het ondersteunen van enkele activiteiten binnen dat thema, in de regio een proces van kennisdeling tot stand te brengen. Met die gedachte zijn opdrachten en subsidies verstrekt, bijvoorbeeld op het terrein van vrijwilligersbeleid, sociale cohesie en welzijnsvoorzieningen. Daarnaast is er een start gemaakt met het Regionaal Actieplan Laaggeletterdheid en zijn projectsubsidies verstrekt aan 19 projecten die zich richten op het verbeteren van de participatie van allochtone vrouwen. De RAS wordt door de provincie Zuid-Holland uitdrukkelijk als leertraject gezien. In de loop van 2006 is dan ook gebleken dat voor het ten uitvoer brengen van de RAS een consistente strategie noodzakelijk is. Deze strategie behelst in de eerste plaats een vraaggerichte agenda. In de verdere uitvoering zal meer aandacht moeten uitgaan naar gesignaleerde of nog te achterhalen vragen. In de tweede plaats is het van belang dat de stadsregio Rotterdam sociale speerpunten benoemt. De huidige RAS heeft te veel en te ruime doelstellingen. Als de stadsregio Rotterdam blijft proberen om op alle thema’s uit de RAS actief te zijn, is de hogere doelstelling niet te bereiken. Ten derde is naar voren gekomen dat de aanpak van de stadsregio Rotterdam altijd van coördinerende aard moet zijn. De aanpak moet daarom gericht zijn op het stimuleren van gedeelde visievorming, het ondersteunen van experimenten en het faciliteren van kennisdeling. Tenslotte is de kracht van de stadsregio Rotterdam te vinden in het samenkomen van verschillende beleidsterreinen op regionaal niveau. Als Sociaal Beleid een koppeling weet te leggen met de uitvoering van woonbeleid en activiteiten op het terrein van preventief jeugdbeleid, zal daardoor de samenhang van de inspanningen bevorderen, en zullen ook gemeenten ondersteund worden bij het maken van die koppeling.
6.3
Groen
Regionaal Groenblauw Structuurplan (RGSP2) In februari 2005 heeft de regioraad van de stadsregio en gedeputeerde staten van Zuid-Holland het regionaal Groenblauw Structuur Plan 2 (RGSP2) vastgesteld. Een belangrijk onderdeel van dit plan is het uitvoeringsprogramma. De belangrijkste punten uit het uitvoeringsprogramma zijn: het budget voor de uitvoering tot 2010 (ruim € 500 miljoen); heldere afspraken over verdeling van de regie; de stadsregio voert de regie in de Noordrand, Maasmond, Voorne-Putten/ Rozenburg terwijl de provincie dat doet in de drie Regioparken; een goede planning en fasering van de projecten; de rol van de recreatieschappen. Provincie en stadsregio gaan gezamenlijk komend jaar oplossingen formuleren voor de al jaren durende discussie over de rol van recreatieschappen. Dit gebeurt in overleg met de regiogemeenten. Er zal ook worden gekeken naar de financiering van het beheer van recreatiegebieden; Om tot een goede invulling van de regierol te komen, heeft de stadsregio een organisatieadviesbureau ingehuurd. Na enkele gespreksronden met gemeenten, waterschappen en belangenorganisaties is begin dit jaar door hen een advies uitgebracht. Ook zijn dit jaar de uitvoeringsafspraken met de provincie ondertekend. Uitvoerende activiteiten Er is onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke invulling van enkele recreatieve concentratiepunten. De resultaten hiervan zijn verwerkt tot een aansprekend boekje. Op Voorne-Putten is dit jaar een project gestart waarmee wordt gezocht naar mogelijkheden om de daar gewenste natuurontwikkeling langs de kreken te koppelen aan andere activiteiten zoals recreatie, landelijk wonen e.d. De rapportage is gereed en ook bestuurlijk vastgesteld door gemeenten, Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
27
waterschap en de stadsregio. Inmiddels zijn vervolgafspraken gemaakt om de gewenste ontwikkelingen nader in te vullen en de realisatie dichter bij te brengen. Voor de groene verbinding over de A15 / Betuwelijn is het Programma van eisen en beeldenboek inmiddels opgeleverd en is gemeentewerken Rotterdam het definitieve ontwerp aan het maken en coördineert de procedures. In december is de eerste monitoringrapportage RGSP2 opgeleverd. Daarin wordt het volgende geconcludeerd :
het merendeel van de laaghangend fruit-projecten loopt goed. Daardoor zal in 2010 911 ha groen zijn gerealiseerd. De 18 km fietspad (rondje Voorne-Putten) is al aangelegd. Daarnaast zijn er enkele projecten (in totaal 218 ha) waar zich kleinere knelpunten voordoen die met extra aandacht oplosbaar zijn. Dit betekent dat de doelstelling uit het RGSP2 ruim gehaald zal gaan worden. In totaal kan 1129 ha worden gerealiseerd. het merendeel van de 1e prioriteitprojecten is in 2010 uitvoeringsgereed. Dit betekent circa 1809 ha en bijna 7 km fietspad (19 projecten). Er is een aantal projecten (samen 526 ha) met kleinere knelpunten die met extra aandacht positieve resultaten kunnen boeken. De verwachting is dan ook dat met deze extra inzet de doelstelling uit het RGSP2 van 2354 ha uitvoeringsgereed nagenoeg (namelijk 2335 ha) gehaald kan worden. De financiële tekorten zijn teruggedrongen. Was in het RGSP2 voor 2978 ha nog sprake van een tekort van € 71 miljoen, nu is dat € 34,75 miljoen. Voor de doelstelling van 2354 ha bedroeg het tekort € 15 miljoen terwijl dat nu is teruggebracht tot € 6,15 miljoen. Dit is met name veroorzaakt doordat de financiering van het Hoeksepark en Spijkenisse zuidoost is geregeld.
Voortgang van de projecten In de meeste gevallen zijn andere partijen dan de stadsregio trekker van de afzonderlijke projecten. Dan zijn vaak gemeenten, soms het recreatieschap of waterschap en in een enkel geval een natuurbeherende organisatie. De belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot de afzonderlijke projecten zijn: - Voor het Hoeksepark is in juni een samenwerkingsovereenkomst ondertekend door de gemeente Bergschenhoek, het recreatieschap Rottemeren en de stadsregio. Het recreatieschap heeft op basis van een offerte inmiddels de uitvoering ter hand genomen. De gemeente Bergschenhoek heeft de bestemmingsplanprocedure opgestart. - Voor het Landscheidingspark is door Bergschenhoek een ontwerp op hoofdlijnen gemaakt en is een fasering voor de realisatie opgesteld. De stadsregio heeft de financiering (uit het Fonds Groen) ervan toegezegd. - Er zijn masterplannen opgesteld voor de ontwikkeling van de Vlinderstrik en de Schiezone. Daarbij vormen de PMR-budgetten het vertrekpunt. - Ten behoeve van het project Oranjebuitenpolder zijn de aan te kopen grond momenteel getaxeerd en wordt een masterplan opgesteld. Er loopt nog een discussie over het ambitieniveau voor de inrichting. - Voor het project Spijkenisse zuidoost is een masterplan opgesteld en is de financiering geregeld (deels groenakkoordgelden).
6.4
Milieu
In 2006 zette de stadsregio zich grosso modo in voor 1. de problematiek rondom luchtkwaliteit, 2. de uitwerking van de proactieve milieustrategie uit RR2020 en 3. verlening van subsidies. Luchtkwaliteit. Halverwege 2006 is door het ministerie van VROM duidelijk gemaakt dat de stadsregio substantiële middelen tegemoet kan zien voor regionale activiteiten om de luchtkwaliteit te verbeteren. Een eerste tranche is inmiddels overgemaakt ter grootte van € 2,5 miljoen. De tweede tranche zal ergens in april 2007 worden overgemaakt. Onder regie van ROM-Rijnmond is in 2006 vorm gegeven aan een samenwerkingsverband voor luchtkwaliteit, het Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit. Hierbij werken de ROM-partners samen aan een geprogrammeerde aanpak van de luchtproblematiek. Coördinatie vindt plaats door Rotterdam, ambtelijk aangestuurd door het Directeuren Overleg Lucht. De ROM-partners behouden daarbij hun bestuurlijke verantwoordelijkheid, zo zal de stadsregio verantwoording moeten afleggen over de besteding van de VROM-middelen. Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
28
Proactieve milieuaanpak RR2020. De proactieve milieuaanpak RR2020 geeft invulling aan het programma milieu als onderdeel van het Uitvoeringsprogramma RR2020. Een gezonde en veilige omgeving vergt juist in deze regio de volle inzet van alle betrokken partijen. Dit jaar is de milieuhygiënische opgave voor het RR2020 geïnventariseerd en op basis daarvan is de proactieve milieuaanpak RR2020 verder uitgewerkt. De proactieve milieuaanpak RR2020 is opgesteld in samenwerking met de regiogemeenten, provincie Zuid-Holland en DCMR. De proactieve milieuaanpak RR2020 is uitgewerkt langs drie hoofdlijnen; 1. Regionale aanpak van milieuhygiëne Het doel is verbetering van de leefomgevingkwaliteit en ontwikkelmogelijkheden in de regio. Daarvoor wordt een regionale aanpak geluid en externe veiligheid ontwikkeld met betrekking tot RR2020. Voor lucht is deze reeds opgezet. Onderdelen hiervan zijn het opzetten van een regionaal netwerk milieu en ruimtelijke ordening en ondersteuning van gemeenten door handreikingen. 2. Maatwerk milieu in ruimtelijke projecten Het doel is een goede vertaling van milieuopgaven en -kansen naar uitwerkingen in de ruimtelijke plannen en een soepel verlopende toetsing van de plannen voor milieu. In de aanpak maakt de stadsregio onderscheid tussen de gemeentelijke projecten en de projecten en programma’s waarvan de stadsregio zelf trekker is, zoals de Noordas en de Zuidflank. Het beoogde doel is om gemeenten te ondersteunen in het leveren van maatwerk voor milieu in hun ruimtelijke plannen, onder andere door afspraken te maken met de provincie over voortoetsing van ruimtelijke plannen en het stimuleren van de inzet van de quickscan milieu. De quickscan milieu is een instrument om bij de start van een plan inzicht te krijgen in de milieuopgave en kansen, plus de procedurele route om deze op te nemen in de ruimtelijke planvorming. De projecten en programma’s waarvan de stadsregio Rotterdam trekker is, worden voorzien van een milieustrategie. Hierin zijn de kansen en knelpunten weergegeven, inclusief de benodigde stappen om deze goed uit te werken. 3. Milieumonitoring RR2020 Het doel is om de effecten van de proactieve milieuaanpak te monitoren en de milieukwaliteit in de regio op het RR2020 in kaart te brengen. Daarmee heeft monitoring een belangrijke rol in de beleidscyclus van de proactieve milieuaanpak. Verder is milieumonitoring een communicatiemiddel om milieuaspecten zichtbaar te maken en goed te ontsluiten voor de regiogemeenten en het dagelijks bestuur. Aansluiting bij RegioGIS en Milieumonitor Stadsregio Rotterdam (MSR) zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Verlening subsidies. Op basis van de subsidieverordening milieu is in 2006 slechts € 25.000,- uitgegeven als bijdrage aan een haalbaarheidsonderzoek naar de toepassing van restwarmte door de gemeente Schiedam. Spijkenisse en Maassluis hadden hiervoor in 2005 al een subsidie ontvangen van de stadsregio. Over de uitkomsten van deze onderzoeken hebben deze gemeenten een presentatie gegeven voor vertegenwoordigers van alle regiogemeenten in een bijeenkomst in september 2006. Omdat in 2006 maar 1 subsidieaanvraag was binnengekomen en er sinds de inwerkingtreding van de eerste subsidieverordening milieu in 2003 sprake is van structurele onderuitputting van de subsidiegelden voor milieuprojecten, heeft het dagelijks bestuur in oktober besloten om het subsidieplafond voor 2006 naar beneden bij te stellen. De vrijvallende gelden zijn ingezet voor de financiering van regionale milieuprojecten ter verbetering van de luchtkwaliteit en voor de uitvoering van de pro-actieve milieuaanpak RR2020. Omdat de verordening kennelijk niet in een grote behoefte voorziet, is het subsidieplafond voor 2007 vastgesteld op € 50.000,-. Tevens heeft de regioraad in december 2006 de volgende wijzigingen in de subsidieverordening milieu 2006 vastgesteld: 1. artikel 2.4: het dagelijks bestuur kan het subsidieplafond per 1 oktober (i.p.v. na 1 oktober) van het jaar waarvoor dat plafond geldt naar boven of naar beneden bijstellen; 2. artikel 3.5.b schrappen: hiermee worden de categorieën aanvragers beperkt tot de regiogemeenten en tot privaatrechtelijke rechtspersonen zonder winstoogmerk (verenigingen, stichtingen) en vervalt de categorie “andere publiekrechtelijke rechtspersonen”. Hierdoor is het niet meer mogelijk dat aanvragen worden ingediend door bijv. de provincie of de DCMR. Voor projecten van de DCMR ligt een opdrachtgever/opdrachtnemer-relatie meer voor de hand; 3. artikel 5.5: het maximum van € 25.000,- per activiteit te verlagen naar € 15.000,per activiteit zodat met een verlaging van het plafond toch ondersteuning van meer projecten mogelijk is. Naast de subsidieverordening milieu is eind 2006 ook een subsidieverordening luchtkwaliteit vastgesteld. Deze is met name bedoeld om de VROM-middelen die de stadsregio beheert, te kunnen wegzetten aan projecten en activiteiten die niet in opdracht van de stadsregio worden uitgevoerd. Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
29
Naast bovengenoemde drie hoofdactiviteiten zijn er nog een aantal min of meer zelfstandige projecten en activiteiten te onderscheiden. In het overzicht hierna staan alle relevante activiteiten opgesomd. Overzicht projecten in 2006: • In 2006 is het milieumonitoringsrapport MSR voor de 12e keer verschenen met als thema Water. • In 2006 is afgesproken om bij de uitvoering en monitoring van RR2020 relevante indicatoren te ontwikkelen die ook voor MSR kunnen worden gebruikt. Daartoe zal het MSR-rapport worden uitgebreid met een hoofdstuk Milieu en Ruimte. • De stadsregio is vanaf 2004 voor in principe drie jaar lid geworden van het samenwerkingsverband AIDA (Atelier voor Interactieve Duurzaamheid Activiteiten). Begin 2007 zal worden bepaald of dit lidmaatschap zal worden gecontinueerd. • Op basis van het Plan van Aanpak luchtkwaliteit (2005) van de stadsregio zijn een aantal activiteiten en projecten gestart. Dit zijn Om de regiogemeenten te kunnen faciliteren bij het dossier luchtkwaliteit is een Handreiking luchtkwaliteit in ruimtelijke plannen in voorbereiding die op de website van de stadsregio zal worden geplaatst. De stadsregio heeft het voorzitterschap van het knelpuntenoverleg lucht regiogemeenten van de provincie ZH overgenomen. Het project Milieuzonering is gestart (door dS+V) dat heeft geresulteerd in een ondertekening door de stadsregio van het landelijk convenant Milieuzonering; en een rapportage die heeft geleid tot het project Milieuzonering Kernwinkelgebied Rotterdam (wordt door Rotterdam verder uitgevoerd) en een verkenning van het Noordelijk Havengebied. Dit laatste project wordt in 2007 verder uitgewerkt. Het project Schone Voertuigen in gemeentelijke wagenparken is flink op stoom gekomen (door IGWR). In 2006 is de inventarisatie bij alle relevante wagenparken van regiogemeenten afgerond. Dit project loopt in principe tot en met 2007. Eind 2006 is het project Het Nieuwe Rijden gestart (door VCCR). Is bedoeld voor alle chauffeurs van gemeentelijke wagenparken en semi-overheden. •
•
•
De DCMR heeft samen met Goudappel Coffeng en dS+V de Regionale Verkeer en Milieu Kaart (RVMK ) aangepast waardoor de uitkomsten van het RVMK in het regionaal geografische informatie systeem kunnen worden opgenomen. Begin 2007 zal er daarnaast een voorstel worden ingediend voor het beheren van het zogenaamde milieumodel door de DCMR. Onder de vlag van ROM-Rijnmond is door de stadsregio als gedelegeerd opdrachtgever een rapport Knelpuntenkaart luchtkwaliteit RR2020 opgesteld. Dit rapport heeft voor enkele zichtjaren tot 2020 inzichtelijk gemaakt wat de gevolgen van de ruimtelijke ambities zijn voor de luchtkwaliteit, en tevens wat de verwachte positieve effecten zijn van enkele maatregelen uit het Regionale Actieprogramma Luchtkwaliteit. Dit rapport is nog niet vastgesteld, omdat eerst door VROM duidelijkheid moet worden verschaft over uitgangspunten bij hun berekeningsmethodieken. Deze laatste vormen de basis voor een Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Inhoudelijk advisering bij dit dossier is ingekocht bij dS+V. Dit zal ook in 2007 het geval zijn, en loopt buiten het reguliere contract met dS+V. De stadsregio participeert in het project Transumo, een kennisproject vooral gefocust op de A15 en gericht op duurzame oplossingsrichtingen voor goederentransport. De participatie kent een bescheiden financiële inzet die door VenV wordt gedekt.
ROM Rijnmond De activiteiten van ROM-Rijnmond hebben zich in 2006 vooral gericht op het dossier Luchtkwaliteit. De stadsregio heeft hiervoor in opdracht van ROM werkzaamheden verricht, zie boven. De gelden van deze begrotingspost worden voornamelijk gebruikt ter dekking van de personele lasten van de ROM-Rijnmond organisatie en ter dekking van de coördinerende rol bij de aanpak luchtkwaliteit.
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
30
7 Bedrijfsvoering 7.1
Personeel en organisatie
Het jaar 2006 was een druk jaar op het gebied van P&O. Er kwamen 10 medewerkers in dienst, waarvan 4 uitbreiding. Er gingen 6 medewerkers uit dienst om diverse redenen, waaronder twee MT-leden. Andere werkgever FPU WAO Andere reden
: : : :
3 1 1 1
In december 2005 werd de nieuwe CAO van kracht, die veel nieuwe regelingen met zich mee bracht. Daarnaast werd in 2006 de levensloopregeling geïntroduceerd, werd de pensioenwet aangepast en werd het stelsel van ziektekosten aangepast. De kinderopvang werd uitbesteedt aan een intermediair en later het jaar weer overgedragen aan de belastingdienst. Begin 2007 stopte de servicedienst met de uitvoering van de salarisadministratie. Hierdoor werd het noodzakelijk om voor een groot deel de salarisadministratie zelf te gaan uitvoeren. Er werd een salarissysteem gekozen, dat in het laatste kwartaal van 2006 werd geïmplementeerd en ingericht en dat ook een aantal HRM-functies heeft.
De afdeling Bestuurlijke zaken en de afdeling Communicatie zijn in 2006 samengevoegd tot bureau Bestuurlijke zaken en Communicatie Organisatieschema stadsregio
secretaris-directeur bureau bestuurlijke zaken en communicatie
sector bedrijfsvoering
7.2
sector ro,wonen en economie
sector verkeer en vervoer
sector ontwikkeling
Huisvesting en facilitaire zaken
In 2006 heeft er een verbouwing plaatsgevonden in het kantoor van de stadsregio. De 2e verdieping is uitgebreid met een aantal werkplekken. Na een interne verhuizing zit een gedeelte van sector bedrijfsvoering nu op de 2e verdieping. Door de toename van kantoorruimte is het mogelijk geworden om meer vergaderingen intern te houden. Voor 2007 is er een nieuw dienstverleningsovereenkomst Facilitaire Zaken ondertekend met de servicedienst van de gemeente Rotterdam.
7.3
Informatie en Communicatie Technologie (ICT) en Documentaire Informatievoorziening (DIV)
In 2006 is er een wederom een dienstverleningsovereenkomst kantoorautomatisering getekend met de servicedienst. De invoering van het DMS (document management systeem) laat in 2006 op zich wachten. Het project welke de werkprocessen gaat digitaliseren is door problemen bij de gemeente Rotterdam was vertraagd. In mei 2006 is een nieuwe projectleider aangesteld en deze heeft weten te bewerkstelligen dat het project weer volop in ontwikkeling is. De DIV is is vertegenwoordigd in verschillende werkgroepen (onder andere werkgroep post en archief) die zich bezighouden met de invoering van het DMS. Zij zullen ook het traject begeleiden bij implementatie van het nieuwe systeem bij de stadsregio. Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
31
7.4
Financiën
7.4.1 Planning en Control In 2006 is weer het volledige planning en control pakket van begroting tot en met jaarrekening opgesteld. De begroting 2007 is door de regioraad vastgesteld. Over de jaarrekening is wederom een goedkeurende verklaring verkregen. Omdat veel energie gestoken dient te worden in de Planning en Controle rapportage is gewerkt aan het deels automatiseren van deze processen. Hiervoor zijn externe contacten gelegd met andere organisaties en in 2007 zal hiermee verder worden gegaan. Tussentijdes rapportages (4 maands- en een 8-maandsbestuursrapportage) zijn aan het Dagelijks Bestuur voorgelegd aan het dagelijks bestuur ter monitoring van de voortgang. Behalve de regioraad en het dagelijks bestuur hebben toezichthouders, het rijk, het CBS en de Europese Unie informatiebehoeften. De provincie ontvangt ieder kwartaal, naast de begroting en de jaarrekening, overzichten in verband met de wet Financiering decentrale overheden (Fido) zoals kasstroomoverzichten. Daarnaast vraagt het CBS ieder kwartaal om een overzicht van vlottende activa en passiva en vaste schulden. Vanaf 2005 is de stadsregio verplicht om kwartaalcijfers te leveren die voldoen aan de Europese kwaliteitseisen. Voor de afzonderlijke (rijks)doeluitkeringen zijn verantwoordingen opgesteld en accountantsverklaringen verkregen. Ook voor deze rapportages is de stadsregio bezig deze trajekten zoveel mogelijk te automatiseren.
7.4.2 Administratieve organisatie/Interne controle Met het beheer van de administratieve organisatie en het omschrijven en analyseren van de daarin vervatte processen en activiteiten wordt gewaarborgd dat er een blauwdruk is voor terugkerende processen, zoals subsidieverlening, afhandeling van aangegane verplichtingen of uitbesteding van opdrachten aan derden. Hierdoor kan het risico van het onjuist of onvolledig uitvoeren van een proces worden geminimaliseerd. Daarnaast geeft dit instrument aanknopingspunten voor de analyse van de organisatie op sterke en zwakke punten. Tevens is in een goede AO rechtmatig handelen ingebed. In 2006 is een voortgang gemaakt met interne controle activiteiten. Vanwege het kleine team blijkt dat het doorlichten van werkprocessen een goede planning vereist om daar niet te veel tijd mee te verliezen.
7.4.3 Kosten optimalisatie De stadsregio is voor 2006 overeenkomsten aangegaan met de Servicedienst van de gemeente Rotterdam. Hiervoor zijn diensten ingekocht op het gebied van facilitaire zaken, ICT en personeel en organisatie. De contracten zijn afgestemd op de behoeften van de organisatie. In het kader van interne controle zijn de diverse inkoopprocessen tegen het licht gehouden.
7.4.4 Beleidsadvisering Na de opvulling van een vacature is verder gewerkt aan het ontwikkelen van financieel advies aan de beleidssectoren. Met financieel beleidsadvies wordt naar de diverse beleidsvoorstellen gekeken vanuit efficiëntie overwegingen (kan het met minder middelen, of kan er meer bereikt worden met hetzelfde), effectiviteit (worden de doelen bereikt) en informatievoorziening over dekkingsmogelijke en risico’s.
7.4.5 Treasury activiteiten Ter aanvulling van rijks-, provinciale en gemeentelijke middelen waarmee de beleidsprogramma’s van de stadsregio worden gefinancierd, worden met prudent treasury beleid extra middelen gegenereerd. Om het aan beleggen inherent aanwezige risico te beperken, geldt het treasurystratuut (2002) als kader.
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
32
8 Bijlagen 1
Samenstelling regioraad per 31 december 2006
2
Samenstelling dagelijks bestuur per 31 december 2006
3
Publicaties in 2006
4
De resultatenrekening 2006 op hoofdlijnen
5
Balans per 31 december 2006
6
Adressen gemeenten
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
33
8.1
Samenstelling Regioraad Stadsregio Rotterdam per 31 december 2006
regioraadslid
plaatsvervangend regioraadslid
Albrandswaard
R.C.S. van Praag (PvdA)
J. van Wolfswinkel (CU)
Barendrecht
L.A. van Gelder (CDA)
K. Groenendijk (CDA
J. Jippes (VVD)
C.H. Pieren (PvdA)
Bernisse
mw B.F.A. van der Kluit-de Groot (VVD) mw M.E.B. de Goeij-Smulders (CDA) mw P.J. Bouvy-Koene (VVD)
Bleiswijk
vacature (Wolf)
D. van Vliet (CDA)
Brielle
mw G.W.M. van Viegen (PvdA)
W.M. Kruikemeier (PvdA)
Capelle a/d IJssel
mw J.J. van Doorne (PvdA)
P.S. Mulder (SGP)
A.J. Moerkerke (Leefbaar Capelle)
M.K.A. Grauss (CU)
Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs
N.H. van Buren (CDA) Hellevoetsluis
L. van Prooijen (IBH) C.A. Kleijwegt (PvdA)
Krimpen a/d IJssel
Maassluis
Ridderkerk
T. Cnossen -Looijenga (CU) J. van Doorn (CDA)
Mw I.B. Verweijen-Steenaart (Groenlinks) mw. J.D. de Jongh-de Champs (IBH) H.T. Joosten (PvdA)
mw A. A. Aeyelts Averink – Winsemius (VVD) M.J.D. Jansen (D66)
A. Prins (CU/SGP)
A.G.M. Keijzer (PvdA)
Mw B. Koene (PvdA)
J.A. Karssen (CDA)
van der Knijf (CDA)
E.M. den Boef (CDA)
W.P. Onderdelinden (CDA)
mw J.H.M. HermansVloedbeld (VVD) H.J. Zwiers (PvdA) Rotterdam
J.C. Koster (CDA)
J.H. Blankenberg (PvdA)
P.J.H.M. de Koning (VVD) M.A. Hitzert (PvdA)
E.P. van Heemst (PvdA)
D. Hoogland (PvdA)
L.C. Bruijn (PvdA)
Mw. B. Gülmüş (PvdA)
R. Sörensen (Leefbaar R’dam)
H.C. van Schaik (Leefbaar R’dam)
Madlener (Leefbaar R’dam)
A.S. Mosch (Leefbaar R’dam)
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
34
regioraadslid
plaatsvervangend regioraadslid
L.K. Geluk (CDA)
L.M.M. Bolsius (CDA)
mw. J.N. Baljeu (VVD)
R.H. de Boer (VVD)
Rozenburg
J.W.J. Wolf (PvdA)
C.A.L.M. Suijker (CDA)
Schiedam
M. Siljee (PvdA)
S. van der Vliet (PvdA)
M. Groene (PvdA)
M.X. Stam (PvdA)
Y.J. Haan (SP)
S.F. Hamerslag (SP)
A Hekman (CDA)
mw. A.M. Valk-Rijnbeek (CDA)
G.J. ’t Hart (ONS)
J.W. Mijnans (ONS)
mw. M. Lewis (ONS)
D. van der Schaaf (CDA)
mw. C.H.J.M. Hamerslag-van Lingen (CDA) P.W. Belinfante (VVD)
C.A. Hottentot (LPF)
P. Runsink (VVD)
J. Tsang (Groenlinks)
T.P.J. Bruinsma (PvdA)
R. van Harten (CU/SGP)
A.J. Hoekstra (SP)
A.A. van Marsbergen (SP)
mw D. van Geest (PvdA)
Mw. H. de Koning-Hoogland (CDA)
Rotterdam
Spijkenisse
Vlaardingen
Westvoorne Voorzitter
mw B.M.A.A. Geers-van Wijk (PvdA) I.W. Opstelten (VVD)
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
E. Montenij (ONS)
R.F.L. van Leeuwen (VVD)
35
8.2
Samenstelling Dagelijks Bestuur per 31 december 2006
PORTEFEUILLE Voorzitterschap en externe betrekkingen
PORTEFEUILLEHOUDER De heer I.W. Opstelten (VVD)
Bestuurlijke organisatie en communicatie Wonen.
De heer T.P.J. Bruinsma (PvdA) De heer J.A. Karssen (CDA)
Verkeer en vervoer
Mevrouw J.N. Baljeu (VVD)
De heer L.K. Geluk
Ruimtelijke ordening en grondbeleid Middelen (= financiën en intern beheer) en economie Milieu
De heer J.W.J. Wolf (PvdA)
De heer T.P.J. Bruinsma
De heer G.J. ’t Hart (ONS)
Mevrouw J.H.M. Hermans
Mevrouw J.J. van Doorne (PvdA) Mevrouw J.H.M. Hermans (VVD) De heer L.K. Geluk (CDA)
Mevrouw J.N. Baljeu
Groen en water Jeugdzorg en sociaal beleid.
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
PLAATSVERVANGER De heer T.P.J. Bruinsma (1e plv.) De heer J.A. Karssen (2e plv.) De heer J.A. Karssen De heer J.W.J. Wolf
De heer G.J. ’t Hart Mevrouw J.J. van Doorne
36
8.3
Publicaties 2006 • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Jaarverslag en jaarrekening 2005 Programma- en activiteitenbegroting 2007 Beleidsprogramma 2006-2010 Kerngegevens stadsregio Rotterdam 2006 SR perspectief jaargang 4 nrs. 1 t/m 3 Digitaal regiojournaal jaargang 13, nrs. 1 t/m 19 Special Regiojournaal Week van de Jeugdzorg, november 2006 Special Regiojournaal Zuidvleugelvisie, november 2006 Stadsregio.info in de huis-aan-huisbladen, nrs. 1 t/m 5 Bestuurlijke overeenkomst Aansluiting jeugdbeleid en jeugdzorg 2005-2008 gemeente Rotterdam – stadsregio Rotterdam Voortgangsrapportage uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2005 Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2007 Werkprogramma sociaal beleid 2007 Regionaal investeringsprogramma Verkeer en Vervoer ( RIVV ) 2006-2010 RVVP monitoring 2006 Jaarrapport monitoring RVVP 2005 Subsidieverordening Verkeer en vervoer 2005 Uitvoeringsregeling BredeDoelUitkering (BDU) Aanpassing subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2005 Startnotitie Ridderkerklijn en bijbehorende routekaarten Kaart met regionale fietsroutes Programma van eisen Openbaar Vervoer, concessie 2007-02-21 Boek “10 jaar Vinex” Monitor woonruimteverdeling ‘Kans van slagen’, 1e kwartaal 2006 Woonvisie 2006, update 8: afzet nieuwbouw Woonvisie 2006, update 9: stedelijke vernieuwing Rapport woonvisie ‘de som maakt het verschil’ Monitor woonruimteverdeling 2005 + 2e kwartaal 2006 + 3e kwartaal 2006 + 4e kwartaal 2005 Overeenkomst woonruimteverdeling 2006 Huisvestingsverordening 2006 Jaarprogramma milieu 2006 Tussenrapportage Schone Voertuigen Subsidieverordening verbetering luchtkwaliteit Subsidieverordening Milieu 2006 Uitvoeringsafspraken RGSP2 Folder regionaal groenblauw structuurplan 2 Pro-actieve milieuaanpak RR2020 Strategische milieubeoordeling RR2020 Strategische milieubeoordeling streekplanuitwerking Voorne Putten Uitvoeringsprogramma RR2020 Voortgangsrapportage 2006 Uitvoeringsprogramma RR2020 Verkenning Landelijk wonen RR2020 Programma economie RR2020 Onderzoek behoefte bedrijventerreinen Ecorys Beschikbare bedrijventerreinen stadsregio Rotterdam Beschikbare kantoorruimte stadsregio Rotterdam BIR Brochure BIR “Kerncijfers regio Rotterdam” Nieuwsbrief BIR “Ondernemen in de regio Rotterdam”, nrs. 1 en 2 Inventarisatie bedrijventerreinen regio Rotterdam 2006 Programma bedrijventerreinen regio Rotterdam tot 2020 Programma herstructurering bedrijventerreinen regio Rotterdam tot 2020
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
37
8.4
De resultatenrekening 2006 op hoofdlijnen LASTEN
verschil
rekening
gewijzigde
rekening
programma
begroting 2006
2005
begroting
2006
-/- rekening 2006 bestuur verkeer en vervoer openbaar vervoer
2006
37.728
496.507
228.847
191.119
2.616.007
74.488.009
64.889.838
62.273.831
-3.227.845
177.523.611
189.617.258
192.845.103
werk en inkomen / volwasseneneducatie
-16.193
469.526
558.651
574.844
regionaal groen
-73.647
1.359.341
8.254.226
8.327.873
-3.177.730
84.869.979
87.548.650
90.726.380
123.789
796.853
3.490.797
3.367.008
2.412.923
110.640.945
33.057.363
30.644.440
373.882
15.497.563
20.255.312
19.881.430
97.027
78.737
110.258
13.231
-834.060
466.221.071
408.011.200
408.845.260
jeugdzorg milieubeheer ruimtelijk beleid wonen algemeen financieel beheer subtotaal lasten Resultaat vóór bestemming
-12.046.199
19.892.957
Voorgestelde toevoegingen aan reserves
-12.866.727
2.258.194
7.026.230
19.892.957
TOTAAL DER LASTEN
-13.700.786
468.479.265
415.037.430
428.738.217
BATEN
verschil
rekening
gewijzigde
rekening
programma
begroting 2006
2005
begroting
2006
-/- rekening 2006 bestuur verkeer en vervoer openbaar vervoer werk en inkomen / volwasseneneducatie regionaal groen jeugdzorg milieubeheer ruimtelijk beleid wonen algemeen financieel beheer subtotaal baten
2006
0
0
0
0
-8.988.364
-69.834.130
-61.389.841
-52.401.477
7.425.341
-176.077.651
-189.267.258
-196.692.599
0
-250.000
-330.000
-330.000
9.536
-59.964
-6.779.964
-6.789.500
5.436.944
-83.267.904
-87.046.319
-92.483.263
30.000
0
-2.500.000
-2.530.000
-2.804.301
-95.464.388
-29.879.160
-27.074.859
1.000.242
-12.415.628
-26.092.689
-27.092.931
11.591.387
-16.805.206
-11.752.201
-23.343.588
13.700.784
-454.174.871
-415.037.432
-428.738.217
0
-14.304.394
0
0
13.700.784
-468.479.265
-415.037.433
-428.738.217
Resultaat vóór bestemming (nadelig) Voorgestelde onttrekkingen aan reserves
TOTAAL DER BATEN
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
38
8.5
Balans per 31 december 2006
BALANS totaal 31 december 2006
ACTIVA
A Vaste Activa materiële vaste activa: inrichting en verbouwing Immateriële vaste activa: Afkoop BWS Financiële vaste activa Effecten tegen nom. waarde Immateriële vaste activa (dis)agio op effecten
consolidatie van SRR, BDUnieuw, BOR, OV, EISS, JHV, BWS, Omslagfonds, FVSV, Grondkostenfon
Ultimo 2006
Ultimo 2005
407.089
353.930
0
139.619
87.163.866
135.703.611
1.030.682
PASSIVA
N Eigen Vermogen Algemene Reserve Resultaat boekjaar Bestemmingsreserves
2.200.375 O Voorzieningen Voorziening nog te verplichten Voorziening verplicht
Ultimo 2006
Ultimo 2005
500.000 19.893.047 22.841.124
500.000 -12.046.198 36.357.185
204.422.414 228.067.800
175.701.972 300.822.619
0
5.850.992
4.322.896
3.769.858
0
271.846
D Vlottende Activa P Langlopende schulden Vorderingen Debiteuren
73.240.791
471.401 S Vlottende Passiva Kortlopende schulden Crediteuren
0
Rekening courant met niet financiele instellinge Bank- en girosaldi
Liquide Middelen Kas Bank
17 195.699.121
278 173.157.777
Overlopende activa
134.594.517
227.880.614
492.136.083
539.907.606
Totaal
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
Overlopende passiva
Totaal
0
14.472.336
12.088.801
14.206.996
492.136.083
539.907.606
39
8.6
Adressen gemeenten
Albrandswaard: Viaductweg 1 Postbus 1000 3160 GA Rhoon tel. 010 - 506 11 11 fax 010 - 501 81 80
Maassluis: Koningshoek 93.050 Postbus 55 3140 AB Maassluis tel. 010 - 593 19 31 fax 010 - 592 56 49
Barendrecht: Binnenhof 1 Postbus 501 2990 EA Barendrecht tel. 0180 - 69 83 98 fax 0180 - 69 83 99
Ridderkerk: Raadhuisplein 70 Postbus 271 2980 AG Ridderkerk tel. 0180 - 45 12 34 fax 0180 - 42 70 36
Bernisse: Gemeenlandsedijk-Noord 26 Postbus 70 3218 ZH Heenvliet tel. 0181 - 66 72 00 fax 0181 - 66 43 24
Rotterdam: Coolsingel 40 Postbus 70012 3000 KP Rotterdam tel. 010 - 417 9112
Brielle: Slagveld 36 Postbus 101 3230 AC Brielle tel. 0181 - 47 11 11 fax 0181 - 41 81 18 Capelle aan den IJssel: Rivierweg 111 Postbus 70 2900 AB Capelle aan den IJssel tel. 010 - 284 86 88 fax 010 - 284 88 00 Hellevoetsluis: Oostzanddijk 26 Postbus 13 3220 AA Hellevoetsluis tel. 0181- 33 09 11 fax 0181- 33 03 30 Krimpen aan den IJssel: Raadhuisplein 2 Postbus 200 2920 AE Krimpen aan den IJssel tel. 0180 - 54 06 55 fax 0180 - 51 60 40 Lansingerland Postbus 1 2650 AA Berkel en Rodenrijs Tel: (010) 800 40 00 Fax: (010) 800 40 01
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
Rozenburg: Jan van Goyenstraat 1 Postbus 1023 3180 AA Rozenburg tel. 0181 - 48 88 00 fax 0181 - 48 88 02 Schiedam: Stadserf 1 Postbus 1501 3100 EA Schiedam tel. 010 - 246 55 55 fax 010 - 473 70 21 Spijkenisse: Raadhuislaan 106 Postbus 25 3200 AA Spijkenisse tel. 0181 - 69 69 69 fax 0181 - 69 63 95 Vlaardingen: Westnieuwland 6 Postbus 1002 3130 EB Vlaardingen tel. 010 - 248 40 00 fax 010 - 248 42 50 Westvoorne: Raadhuislaan 6 Postbus 550 3235 ZH Rockanje tel. 0181 40 80 00 fax 0181 40 80 99
40
Stadsregio Rotterdam Jaarverslag 2006
41
8.6
BESLUIT REGIORAAD
De regioraad van de stadsregio Rotterdam; gelet op het artikel 51 van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d 23 mei 2007;
besluit: 1) de jaarrekening 2006 vast te stellen met een positief resultaat van + €19.892.957; 2) het resultaat ad + € 19.892.957 als volgt te bestemmen: • • • • •
toevoeging algemene reserve toevoeging bestemmingsreserve Proactieve Milieuaanpak toevoeging bestemmingsreserve Jeugdzorg bestrijding wachtlijsten onttrekking bestemmingsreserve Jeugdzorg bestrijding wachtlijsten toevoeging bestemmingsreserve BWS
€ 500.000 € 294.418 € 2.700.000 € 346.060 -/€ 16.744.688
Aldus besloten in de openbare vergadering van 11 juli 2007 van de regioraad. De secretaris,
de voorzitter,
mr M.C. Jansen
mr I.W.Opstelten
Regioraad vergadering 11 juli 2007 Agendapunt 6 Onderwerp: Jaarverslag 2006 en Jaarrekening 2006. Bijlagen: 1. jaarverslag 2006; 2. jaarrekening 2006; 3. accountantsverklaring en accountantsrapport 4. ontwerpbesluit ter ondertekening (voor de resultaatsbestemming); Toelichting: Jaarverslag 2006 Voor wat betreft de volledige beleidsmatige toelichting voor het jaar 2006 wordt verwezen naar het jaarverslag 2006. Een aantal opvallende zaken uit het jaarverslag 2006 worden hieronder genoemd: Op 1 januari 2006 trad de nieuwe wetgeving in werking die de stadsregio een permanente juridische basis verschaft. Deze Wgr-plus is niet de afsluiting gebleken van de lopende discussie over regionale samenwerking, maar eerder de opmaat voor de vervolgdiscussie over het middenbestuur, vooral in de randstad. In 2006 is de bestuursperiode 2006-2010 gestart. Bij de afsluiting van de lopende bestuursperiode werd uitvoerig aandacht besteed aan de uitkomsten van de door Berenschot uitgevoerde beleidsevaluatie. In 2006 hebben de besturen van de stadsregio Rotterdam, stadsgewest Haaglanden, provincie Zuid-Holland en de ministers van VROM en Verkeer en Waterstaat de Netwerkanalyse Zuidvleugel uitgevoerd. Tevens is zoals afgesproken met Rijkswaterstaat en de provincie Zuid-Holland, de gezamenlijke aanpak van mobiliteitsproblemen volgens de Nexus-aanpak doorgezet. De N470 tussen Rotterdam, Delft en Zoetermeer is volop in uitvoering. Een aantal andere voorbeelden van infraprojecten waaraan een bijdrage is toegekend, zijn; • de aanleg van de rotonde Couwenhoekseweg – Keerkring in Capelle aan den IJssel; • BROEM-dagen in Rotterdam, Albrandswaard, Bernisse en Bleiswijk; • herinrichting stationsomgeving in Barendrecht; • de aanleg van de rotonde Westlandseweg / Mozartlaan in Maassluis; • de herprofilering van de Rijksstraatweg in Ridderkerk; • de aanleg van fietsvoorzieningen op de Meeuwensingel in Rozenburg; • het uitvoeren van quick wins bij Vijfsluizen in Schiedam; • de aanleg van fietsroute Simonshaven in Spijkenisse; • maatregelen t.b.v. het vergroten van de verkeersveiligheid op het kruispunt Kanaalweg WZ-Nieuweweg-Nijverheidsweg in Hellevoetsluis; • de aanleg van een fietsbrug over de Vlaardingervaart in Vlaardingen. De gemeente Ridderkerk en de stadsregio onderzoeken de mogelijkheden voor de aanleg van een TramPlusverbinding tussen Ridderkerk en Rotterdam Centrum. In 2006 is de uitwerkingsfase van de Vastelandbogen afgerond. Hiertoe is een definitief ontwerp en een bekostigingsvoorstel in december door het dagelijks bestuur van de stadsregio vastgesteld. De uitvoering staat gepland voor 2007. Ook in 2006 is veel vooruitgang geboekt in de realisatie van het P+R-programma. In maart 2006 is een nieuw programma van eisen opgesteld voor de diverse vervoerconcessies. Op basis hiervan is door de RET een bieding uitgebracht voor de railconcessie lopend van 2007 tot en met 2016 en eveneens voor de concessie “Bus Rotterdam c.a.” inclusief nachtnet voor de jaren 2007 en 2008. Vervoerder Connexxion Jaarrekening2006/ BV / FL / 5 juni 2007
Pagina 1
heeft een onderhandse bieding gedaan voor de concessie “bus streek overig” voor 2007 en 2008. De ingediende vervoerplannen zijn beoordeeld en akkoord bevonden waarna de beschikkingen zijn verleend. De concessie “bus streek overig” kon onderhands worden verleend, omdat de minister ontheffing van aanbesteding heeft verleend in verband met de toekomstige herindeling van de concessiegebieden. Medio 2006 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat besloten om uiterlijk 1 januari 2009 de OV-chipkaart landelijk in te voeren (het Go-besluit). De RET, Connexxion en de NS (Hoekselijn) hebben het aantal uitgegeven OV-chipkaarten in 2006 verhoogd naar 250.000 en hebben het systeem verder uitgebreid en getest. Inmiddels kan de OV-chipkaart gebruikt worden in de metro, in bussen op Voorne Putten en de Hoekse Waard en de Hoekselijn. De RET heeft inmiddels de chipkaartapparatuur ingebouwd in de trams en de stadsbussen en is begonnen met het testen hiervan. In 2006 is het onderzoek naar de toekomstmogelijkheden van de Hoekse lijn geactualiseerd. De variant waarbij de lijn gekoppeld wordt aan de metro heeft de voorkeur van de stadsregio. Het goederenvervoer op de lijn blijft gehandhaafd en kan mogelijk worden verbeterd. De uitvoering van het Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam (RR2020) is goed gestart. Op projectniveau zijn de volgende resultaten geboekt: • In de streekplanuitwerking Voorne, bestuurlijk getrokken door de stadsregio, zijn de sanering van de glastuinbouw en aanwijzing van locaties voor golfbanen op Voorne uitgewerkt. • Voor landelijk wonen is in 2006 een startnotitie opgesteld. Daarna is een verkenning landelijk wonen vastgesteld, die aantoont dat de RR2020-doelen ‘groen verbeteren’ en ‘woningen realiseren’ door middel van het landelijk wonen voor alle betrokken partijen positieve resultaten zullen opleveren. • De projecten in het kader van de bedrijvenontwikkeling binnen de regio verkeren in een verkennende fase, met als uitzondering de bedrijvenster Brielle, die wordt meegenomen met het project Voorne. • Voor het project rivierzones is een aanpak vastgesteld, waarbij de relevante gemeenten meer betrokken zullen gaan worden. • Voor de projecten Noordas en Knooppunten worden de knelpunten van de lopende projecten in kaart gebracht, worden oplossingsrichtingen voorgesteld en wordt gewerkt aan een vervolgorganisatie. • Voor de gemeente Lansingerland wordt gewerkt aan een gemeentelijke structuurvisie, waarin voor de regio de ontwikkeling tot duurzaam glaslandschap van belang is. In het voorjaar van 2006 werd de Vinexperiode afgesloten met een feestelijke bijeenkomst in het stadhuis van Schiedam. De stadsregio wordt geacht conform convenant woningbouwafspraken 2005 tot 2010 met het rijk in die periode 38.000 woningen te bouwen. De wijze waarop de stadsregio invulling wil geven aan die opgave is verwoord in het Regionaal woningbouw- en financieel scenario en in convenanten met alle regiogemeenten waarin per gemeente afspraken zijn gemaakt over het aantal te bouwen woningen, het aandeel sociaal bereikbare huurwoningen daarbinnen en hoe de sociale woningvoorraad zich over de periode moet ontwikkelen. De woningbouwafspraken worden gemonitord. In 2006 is de eerste monitor verschenen (over de woningproductie in 2005). Bij het beoordelen van de resultaten van de eerste monitor woningbouwafspraken strijden optimisme en pessimisme om voorrang. De woningproductie in de stadsregio lijkt, na de terugval van de afgelopen jaren, met 6100 opgeleverde woningen weer op stoom te komen, maar er moet nog een (zeer) flinke schep bovenop, met name in de productie van sociaal bereikbare huurwoningen (in 2005 700 opgeleverde woningen). Er is in 2006 goede voortgang geboekt in het realiseren van de geplande nieuwe bedrijventerreinen op de Rechtermaasoever. In het RR2020 zijn de onderzoeksmatig onderbouwde ruimtereserveringen voor bedrijventerreinen opgenomen. Op de Linkermaasoever zijn planologische studies gestart voor nieuwe terreinen in RR2020 kader. In december is de eerste monitoringrapportage Regionaal Groenblauw Structuurplan (RGSP2) opgeleverd. Daarin wordt het volgende geconcludeerd :
Jaarrekening2006/ BV / FL / 5 juni 2007
Pagina 2
het merendeel van de laaghangend fruit-projecten loopt goed. Daardoor zal in 2010 911 ha groen zijn gerealiseerd. Dit betekent dat de doelstelling uit het RGSP2 ruim gehaald zal gaan worden. In totaal kan 1129 ha worden gerealiseerd. het merendeel van de 1e prioriteitprojecten is in 2010 uitvoeringsgereed. Dit betekent circa 1809 ha en bijna 7 km fietspad (19 projecten). De verwachting is dat met de doelstelling uit het RGSP2 van 2354 ha uitvoeringsgereed nagenoeg (namelijk 2335 ha) gehaald kan worden. De financiële tekorten zijn teruggedrongen. Was in het RGSP2 voor 2978 ha nog sprake van een tekort van € 71 miljoen, nu is dat € 34,75 miljoen. Voor de doelstelling van 2354 ha bedroeg het tekort € 15 miljoen terwijl dat nu is teruggebracht tot € 6,15 miljoen. Dit is met name veroorzaakt doordat de financiering van het Hoeksepark en Spijkenisse zuidoost is geregeld.
In juni werd tijdens een evenement in Bergschenhoek een samenwerkingsovereenkomst over het Hoekse Park getekend door de stadsregio, het recreatieschap en de gemeente Bergschenhoek. Wat betreft milieu-activiteiten zette de stadsregio zich in voor de problematiek rondom luchtkwaliteit, de uitwerking van de proactieve milieustrategie uit RR2020 en verlening van subsidies voor maatregelen die het milieu verbeteren. Voor Jeugdzorg stond 2006 in het teken van het wegwerken van de wachtlijsten. Bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is het gelukt de wachtlijst die op 1 januari uit 257 kinderen bestond weg te werken. Ten aanzien van het zorgaanbod zijn door het ministerie van VWS extra financiële middelen beschikbaar gesteld, ondermeer nadat de staatssecretaris haar politieke lot had verbonden aan het nog langer bestaan van wachtlijsten langer dan 9 weken na het verkrijgen van een indicatiebesluit. De productieafspraken die de stadsregio in dit kader met het ministerie heeft gemaakt, zijn gerealiseerd. Helaas zijn hiermee niet de wachtlijsten (langer dan 9 weken) volledig weggewerkt. In het kader van de landelijke Week van de Jeugdzorg heeft de stadsregio samen met de zorginstellingen in de regio diverse activiteiten georganiseerd Een volledig overzicht van de activiteiten is opgenomen in het jaarverslag en de jaarrekening zelf. Jaarrekening 2006 Over de jaarrekening 2006 is een goedkeurende accountantsverklaring op getrouwheid alsook op rechtmatigheid afgegeven. De verklaring is in de jaarrekening opgenomen. Het accountantsrapport is als bijlage bijgevoegd. In de jaarrekening is toegelicht wat er per activiteit in 2006 is gedaan en besteed. In de jaarrekening zijn de volgende zaken verwerkt: -
-
-
-
Een vrijval in de BWS regeling van €1,2 mln is toegevoegd aan Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (besluit Regioraad 5 juli 2006). Toevoeging van het laatste restant Grondkostenfonds aan Fonds Verstedelijking en Stedelijke vernieuwing (besluit regioraad 9 nov 2005) toevoeging van het restant De Boer EIISS aan de voorziening Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer ter dekking van een deel van de overplanning op de regeling, die ten laste van de BDU gebracht was treffen van een voorziening voor de migratie OV chipcard. Dit is gelabeld geld en dient meegenomen te worden naar 2007 twee voorzieningen voor de provinciale subsidie Luchtkwaliteit zijn getroffen. Dit is gelabeld geld en dient meegenomen te worden naar 2007 vrijval van de voorziening Groen (€ 259.000). Deze vrijval plus een overschot op de activiteit Beleidsontwikkeling Groen is toegevoegd aan de voorziening Investeringen Groen Akkoord en zal ingezet worden voor de doeleinden van deze voorziening. treffen van voorziening voor provinciale subsidie Sociaal Werk. Dit is gelabeld geld en dient meegenomen te worden naar 2007 treffen van een voorziening ter dekking van de bestuurlijke toezegging aan de gemeente Brielle in verband met (tuinbouw)glassanering (toezegging conform besluit DB 13 dec 2006) overschotten op gelabeld geld zoals de doeluitkeringen vloeien altijd terug in de betreffende voorzieningen en zijn als zodanig verwerkt
Jaarrekening2006/ BV / FL / 5 juni 2007
Pagina 3
-
-
de werkelijke apparaatslasten zijn doorbelast conform de verdeelsleutel uit de begroting. rentebaten die betrekking hebben op doeluitkeringen zijn toegevoegd aan de betreffende voorzieningen (BDU, BOR, Jeugdzorg, FVSV). Deze vormen geen onderdeel van het resultaat. In de jaarrekening is tevens opgenomen de verantwoording over de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer en over de subsidieregeling Luchtkwaliteit. De jaarrapportage RIVV 2006 is als bijlage bij de jaarrekening opgenomen. In het document wordt een overzicht gegeven van de activiteiten die de stadsregio als beheerder van verschillende subsidiefondsen op het gebied van verkeer en vervoer heeft ontplooid. De fondsen die in het document toegelicht worden zijn BDU, BOR, en de Boer/EIISS.
Opbouw van het resultaat De jaarrekening 2006 wordt afgesloten met een positief saldo van € 19,89 mln. Het positief saldo van €19,89 mln bestaat uit: Vrijval van middelen binnen de regeling Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS)
€ 7,7 mln
De rentebaten op de BWS middelen
€ 0,64 mln
Het Omslagfonds kan door een verkregen positief saldo een deel van de tijdelijk benodigde dekking in de BWS reserve terugstorten (€7,9 mln). Na deze teruggave staat het Omslagfonds weer op nul en resteert nog een tijdelijk benodigde dekking van €4,2 mln welke in 2007 of 2008 naar verwachting teruggestort kan worden.
€ 7,9 mln
Omzetting van voorziening Jeugdzorg bestrijding wachtlijsten naar bestemmingsreserve op last van de accountant en conform BBV: de vrijval van deze voorziening telt eerst mee in het resultaat maar wordt bij de resultaatsbestemming weer als bestemmingsreserve gevormd
€ 2,7 mln
Aanwending van kosten voor bestrijding wachtlijsten welke na resultaatsbestemming gedekt worden uit de nieuw gevormde bestemmingsreserve Jeugdzorg bestrijding wachtlijsten (conform BBV)
-/- € 0,35 mln
Een overschot op de doorbelasting van apparaatslasten na dekking door gemeentelijke bijdrage en dekking met rentebaten SR-algemeen
€ 0,71 mln
De door treasury gemaakte extra rentebaten
€ 0,22 mln
Incidentele vrijval van de niet meer benodigde voorziening Facilitaire zaken en voorziening Wachtgeld en vrijval restant voorziening ROM Rijnmond
€ 0,37 mln
Totaal voordelig saldo:
€ 19,89 mln
De BWS reserve sluit na resultaatsbestemming op € 39,0 mln. De BWS reserve is gevormd uit de middelen die VROM heeft verstrekt aan de stadsregio uit hoofde van haar budgethouderschap van het Besluit Woninggebonden Subsidies. Ten tijde van (1995) de omzetting van de regeling van een jaarlijkse bijdrage naar een ‘bijdrage-ineens’ regeling, beschikte de stadsregio over voldoende liquide middelen om de omzetting te financieren met eigen middelen. Hierdoor konden de jaarlijkse ontvangsten van VROM in de vorm van vrijval steeds toegevoegd worden aan de bestemmingsreserve. Daarnaast treedt er vrijval op vanwege de inkomensafhankelijke regeling die is opgenomen in de BWS regeling en daarnaast door de verkoop van gesubsidieerde woningen. Tot slot wordt de reserve gevoed door de rentebaten die gegenereerd worden op de liquide middelen. Naast de doeluitkeringen van het rijk beschikt de stadsregio slechts in zeer beperkte mate over vrij besteedbare eigen middelen: de bijdrage per inwoner van de gemeenten, rentebaten (voor zover die niet verplicht worden toegevoegd aan bestemmingsreserves), de algemene reserve en de Besluit Woninggebonden Subsidies reserve. De plannen en Jaarrekening2006/ BV / FL / 5 juni 2007
Pagina 4
bijbehorende uitvoeringsprogramma’s van de stadsregio (RR2020, RVVP en RGSP2) hebben veelal een lange looptijd maar zijn slechts tot en met 2010 financieel gedekt. Voor de periode daarna is dat nog niet het geval. De BWS reserve dient sinds de invoering van het Besluit Begroting en Verantwoording als dekking voor tijdelijke ‘roodstand’ in het Omslagfonds en het fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing. Daarnaast wordt er het risico van een lagere woningproductie in de periode 2005 – 2010 mee gedekt. Tenslotte dient de BWS reserve ter dekking van bestuurlijke verplichtingen waarvoor (nog) geen andere dekking is gevonden (PMR deelprojecten 750 ha groen en BRG). Indien de reserve niet tussentijds wordt aangetast èn de woningproductie wordt gehaald, is in 2011 ongeveer € 46,5 mln inzetbaar. Afgezet tegen de ambities in de bovengenoemde plannen, is dit slechts een bescheiden start voor een investeringsfonds. Geadviseerd wordt dan ook de BWS reserve in elk geval niet met nieuwe verplichtingen te belasten voordat de mid term review van de verstedelijkingsafspraken medio 2007 heeft plaatsgevonden. Overigens is door beleggingen en afkoop van verplichtingen momenteel geen ‘vrij’ geld beschikbaar op de BWS rekening. Voorgestelde resultaatsbestemming De regioraad wordt voorgesteld het positieve resultaat (€19,89 mln) als volgt te bestemmen: Teruggave van € 7,9 mln aan de BWS reserve voor het deel dat het Omslagfonds positief staat. De tijdelijke dekking is bij de jaarrekening 2005 uit de BWS reserve gehaald ter dekking van een negatieve stand bij het Omslagfonds. Wanneer het Omslagfonds weer positief zou komen zou dit voor zover mogelijk teruggestort worden in de BWS reserve (besluitvorming Regioraad 24 mei 2006, Jaarrekening 2005)
€7,9 mln
De voorziening Jeugdzorg bestrijding wachtlijsten dient omdat deze gevormd is met eigen middelen een bestemmingsreserve te worden (toevoeging € 2,7 mln).
€ 2,7 mln
Voor de in 2006 gemaakte kosten met betrekking tot de bestrijding wachtlijsten dient een onttrekking plaats te vinden aan de bestemmingsreserve Jeugdzorg bestijding wachtlijsten (onttrekking van € 346.060).
-/- € 0,35 mln
Conform besluitvorming Regioraad dd 31 jan 2007 wordt een bestemmingsreserve gereserveerd om projecten in het kader van de Proactieve Milieuaanpak te financieren (toevoeging van € 294.418).
€ 0,29 mln
Een eenmalige ophoging van de Algemene Reserve met € 0,5 mln. De accountant heeft in haar adviesbrief van 2005 aangegeven dat het gezien de omvang van de stadsregio wenselijk is deze buffer te verhogen. De Algemene Reserve komt hierna op € 1,0 mln
€ 0,5 mln
Het restant van het resultaat (€8,84 mln) toe te voegen aan de BWS reserve. Het restant omvat de vrijval en rentebaten bij de BWS regeling.
€ 8,84 mln
Totaal resultaatsbestemming:
€ 19,89 mln
Financiële consequenties: Wanneer de regioraad instemt met de voorgestelde resultaatsbestemming zal deze als zodanig verwerkt worden. Verdere procedure: verspreiding publieksexemplaar; toezending aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland in het kader van het repressief begrotingstoezicht; toezending aan de regiogemeenten.
Jaarrekening2006/ BV / FL / 5 juni 2007
Pagina 5
Gevraagde beslissing: 1. akkoord te gaan met de bestemming van het resultaat. Adviezen: 1. advies commissie Middelen 5 juli 2007 wordt u ter vergadering medegedeeld.
Jaarrekening2006/ BV / FL / 5 juni 2007
Pagina 6
Websamenvatting: Briefing voorzitter (alleen voor sommige commissies):
Jaarrekening2006/ BV / FL / 5 juni 2007
Pagina 7
regioraad vergadering 11 juli 2007 Agendapunt 7 Onderwerp: Begrotingswijziging 2007-I. Bijlage: 1. Begrotingswijziging 2007-1, inclusief ontwerpbesluit, detailoverzicht en staat van reserves en voorzieningen. Toelichting: Op 5 juli 2006 heeft de regioraad de begroting 2007 vastgesteld. Deze begroting is opgesteld met de gegevens die in het voorjaar van 2006 beschikbaar waren. Op basis van de huidige informatie over de hoogte van doeluitkeringen, rijkssubsidies, provinciale subsidies en omslagbijdragen zijn de inkomsten bijgesteld. De grootste wijzigingen worden hieronder toegelicht: •
Activiteit Uitvoeringsprojecten verkeer en vervoer In 2005 zijn in het kader van de decentralisatie infrastructuurprojecten overgenomen van het ministerie. Deze zijn toen ook opgenomen in de begroting van de stadsregio. Naar nu blijkt is het aandeel voor deze overgenomen infrastructuurprojecten € 16,5 mln hoger dan geraamd in de begroting 2007. Daarom is er € 16,5 mln minder beschikbaar voor nieuwe projecten. Dit verklaart de verlaging van de BDU.
•
Activiteit Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam De inkomsten in het BOR-fonds zijn € 5 mln hoger omdat de laatste bijdragen aan het fonds nu bekend en opgenomen zijn. Het gaat hierbij om de verwachte bijdrage van de provincie en om de verdubbeling van het Rijk van die bijdrage. Ook de gemeente Rotterdam betaalt nog een bedrag in dit kader.
•
Activiteit Exploitatie Openbaar Vervoer De bijdrage vanuit de BDU voor Openbaar Vervoer is € 16,3 mln hoger dan begroot. Dit is omdat de bijdrage voor de BDU als geheel (deel Openbaar vervoer en deel infra) hoger is, die volgens de historische verdeelsleutel is verdeeld over beide onderdelen.
•
Activiteit Fonds Groen De bijdrage voor Fonds Groen vanuit het Omslagfonds is € 9,9 mln hoger dan begroot
•
Activiteit Sociaal Beleid De bijdrage van de provincie in het kader van de Regionale Agenda Samenleving is € 295.000 hoger dan begroot.
•
Activiteit Jeugdzorg Het verschil tussen de begroting en de begrotingswijziging jeugdzorg bedraagt ruimt € 10 mln. Er zijn in 2006 verschillende aanvullende bedragen beschikbaar gesteld door het Rijk, onder andere voor het Aanvalsplan Wachtlijsten, voor de justitiële taken en voor het AMK. Deze bedragen werken structureel door in de begroting 2007.
•
Activiteit Milieu De lasten voor de activiteit milieu zijn hoger dan begroot. Ter dekking van deze lasten wordt de reserve pro-actieve milieuaanpak, die gevormd is bij de jaarrekening 2006, ingezet.
•
BWS De rijksbijdrage BWS is € 530.000 hoger dan begroot, de overige baten € 110.000. Aan de lastenkant wordt de dotatie aan de voorziening naar beneden bijgesteld. Dit leidt ertoe dat de toevoeging aan de BWS-reserve naar verwachting hoger wordt, namelijk € 2,2 mln.
Begrotingswijziging 2007-I / BV/ EvL / 21 juni 2007
Pagina 1
•
Overige activiteiten: doorbelasting apparaatskosten Bij een aantal overige activiteiten wordt alleen een kleine begrotingswijziging doorgevoerd. Deze heeft te maken met het doorbelasten van apparaatskosten en is bij de overige activiteiten verwerkt in het totaalbedrag van de wijziging. Ook in de apparaatslasten zijn de laatste inzichten verwerkt. De salarislasten zijn verhoogd met een vast percentage voor werkgeverslasten van 35%, terwijl in de oorspronkelijke versie van de begroting nog uitgegaan werd van een percentage per schaal, dat varieerde tussen de 30% en 34 %. Met de aanpassing van deze systematiek loopt de stadsregio in de pas met de gemeente Rotterdam. Ook in de materiele uitgaven zijn enkele bijstellingen gedaan, oa op gebied van huisvesting.
De begrotingswijziging heeft geen invloed op de bijdragen van de regiogemeenten en bevat geen wijziging van het financiële beleid. Het is conform artikel 49, lid 12 van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam’ niet nodig de wijziging eerst voor te leggen aan de regiogemeenten. Financiële consequenties: Zie hierboven Verdere procedure: Verzenden aan de deelnemende gemeenten en aan de provincie Zuid-Holland. Gevraagde beslissing: 1. de begrotingswijziging 2007-I vast te stellen. Adviezen: 1. advies commissie Middelen d.d. 5 juli 2007 wordt u ter vergadering meegedeeld. Websamenvatting: n de begrotingswijzigingen zijn aanpassingen op de begroting 2007 opgenomen. De grootste wijzigingen betreffen: Hogere inkomsten in het BOR-fonds. Hogere bijdrage voor exploitatie OV vanuit de BDU. € 10 mln extra middelen beschikbaar voor jeugdzorg. Hogere bijdrage RAS-middelen voor sociaal beleid.
Begrotingswijziging 2007-I / BV/ EvL / 21 juni 2007
Pagina 2
1e
begrotingswijziging 2007
Stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam telefoon: 010-4172389 fax: 010-4047347 e-mail:
[email protected] website: www.stadsregio.info
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2
Begrotingwijziging
4
3
Toelichting op begrotingswijziging
5
4
Detailoverzicht
6
5
Bijlagen
5.1
Staat van reserves en voorzieningen
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
14 14
2
1
Inleiding
Op 5 juli 2006 heeft de regioraad de begroting 2007 vastgesteld. Deze begroting is opgesteld met de gegevens die in het voorjaar van 2006 beschikbaar waren. Op basis van de huidige informatie over de hoogte van doeluitkeringen, rijkssubsidies, provinciale subsidies en omslagbijdragen wordt voorgesteld om de bijstellingen te verrichten die in het ontwerpbesluit zijn opgenomen. In paragraaf 2 is het besluit tot begrotingswijziging opgenomen. In paragraaf 3 wordt een toelichting op de wijzigingen gegeven. Paragraaf 4 bevat de nieuwe detailbegroting en in paragraaf 5 wordt de nieuwe stand van de reserves en voorzieningen weergegeven.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
3
2
Begrotingwijziging ONTWERPBESLUIT
De Regioraad van de stadsregio Rotterdam, gelet op artikel 49, lid 7 van gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 13 juni 2007; besluit: 1. de volgende begrotingswijzigingen 2007 vast te stellen:
Aldus besloten in de openbare vergadering van 11 juli 2007 van de regioraad. de secretaris,
de voorzitter,
mr M.C. Jansen.
mr I.W. Opstelten.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
4
3
Toelichting op begrotingswijziging
De grootste wijzigingen op de begroting 2007 worden hieronder toegelicht: • Activiteit Uitvoeringsprojecten verkeer en vervoer In 2005 zijn in het kader van de decentralisatie infrastructuurprojecten overgenomen van het ministerie. Deze zijn toen ook opgenomen in de begroting van de stadsregio. Naar nu blijkt is het aandeel voor deze overgenomen infrastructuurprojecten € 16,5 mln hoger dan geraamd in de begroting 2007. Daarom is er € 16,5 mln minder beschikbaar voor nieuwe projecten. Dit verklaart de verlaging van de BDU. • Activiteit Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam De inkomsten in het BOR-fonds zijn € 5 mln hoger omdat de laatste bijdragen aan het fonds nu bekend en opgenomen zijn. Het gaat hierbij om de verwachte bijdrage van de provincie en om de verdubbeling van het Rijk van die bijdrage. Ook de gemeente Rotterdam betaalt nog een bedrag in dit kader. • Activiteit Exploitatie Openbaar Vervoer De bijdrage vanuit de BDU voor Openbaar Vervoer is € 16,3 mln hoger dan begroot. Dit is omdat de bijdrage voor de BDU als geheel (deel Openbaar vervoer en deel infra) hoger is, die volgens de historische verdeelsleutel is verdeeld over beide onderdelen. • Activiteit Fonds Groen De bijdrage voor Fonds Groen vanuit het Omslagfonds is € 9,9 mln hoger dan begroot • Activiteit Sociaal Beleid De bijdrage van de provincie in het kader van de Regionale Agenda Samenleving is € 295.000 hoger dan begroot. • Activiteit Jeugdzorg Het verschil tussen de begroting en de begrotingswijziging jeugdzorg bedraagt ruimt € 10 mln. Er zijn in 2006 verschillende aanvullende bedragen beschikbaar gesteld door het Rijk, onder andere voor het Aanvalsplan Wachtlijsten, voor de justitiële taken en voor het AMK. Deze bedragen werken structureel door in de begroting 2007. • Activiteit Milieu De lasten voor de activiteit milieu zijn hoger dan begroot. Ter dekking van deze lasten wordt de reserve pro-actieve milieuaanpak, die gevormd is bij de jaarrekening 2006, ingezet. • BWS De rijksbijdrage BWS is € 530.000 hoger dan begroot, de overige baten € 110.000. Aan de lastenkant wordt de dotatie aan de voorziening naar beneden bijgesteld. Dit leidt ertoe dat de toevoeging aan de BWS-reserve naar verwachting hoger wordt, namelijk € 2,2 mln. • Overige activiteiten: doorvoering apparaatswijzigingen Bij een aantal overige activiteiten wordt alleen een kleine begrotingswijziging doorgevoerd. Deze heeft te maken met het doorbelasten van apparaatskosten en is bij de overige activiteiten verwerkt in het totaalbedrag van de wijziging. Ook in de apparaatslasten zijn de laatste inzichten verwerkt. De salarislasten zijn verhoogd met een vast percentage voor werkgeverslasten van 35%, terwijl in de oorspronkelijke versie van de begroting nog uitgegaan werd van een percentage per schaal, dat varieerde tussen de 30% en 34 %. Met de aanpassing van deze systematiek loopt de stadsregio in de pas met de gemeente Rotterdam. Ook in de materiele uitgaven zijn enkele bijstellingen gedaan, oa op gebied van huisvesting.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
5
4
Detailoverzicht gewijzigde begroting 2007-I
omschrijving
begroting 2007
verschil begroting begrotingswijziging
1 Bestuur totaal der lasten totaal der baten verschil
225.847 0 225.847
225.847 0 225.847
0 0 0
11.675 0 152.280 10.500 46.500 65.000 285.955
11.675 152.280 10.500 46.500 65.000 285.955
0 0 0 0 0 0 0
Bestuur dagelijks bestuur fractiebijdragen kosten leden dagelijks bestuur kosten VNG formatieruimte Veiligheid bijdrage Regio Randstad subtotaal directe lasten doorberekende bijdrage BDU Infraprojecten doorberekende bijdrage BOR doorberekende bijdrage BDU OV doorberekende bijdrage FVSV doorberekende bijdrage BWS subtotaal doorberekende lasten
-11.715
-11.715
0
-17.303 -31.090 -60.108
-17.303 -31.090 -60.108
0 0 0
totaal lasten
225.847
225.847
0
426.384 426.384 -426.384 -426.384
426.384 426.384 -426.384 -426.384
0 0 0 0
0
0
0
15.000 15.000 -15.000 -15.000
15.000 15.000 -15.000 -15.000
0 0 0 0
0
0
0
Communicatie directe lasten subtotaal directe lasten doorberekend via kostenverdeelstaat subtotaal doorberekende lasten totaal lasten
Bezwaar en Beroep directe lasten subtotaal directe lasten doorberekend via kostenverdeelstaat subtotaal doorberekende lasten totaal lasten
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
6
gewijzigde begroting 2007-I
omschrijving
begroting 2007
verschil begroting begrotingswijziging
2 Verkeer en Vervoer totaal der lasten totaal der baten verschil
82.229.653 -76.929.082 5.300.571
93.789.333 -88.558.761 5.230.572
11.559.680 -11.629.679 -69.999
2.992.779 400.000 297.690 3.690.469
2.992.779 400.000 297.690 3.690.469
0 0 0 0
388.210
394.600
6.390
4.078.679
4.085.069
6.390
Planontwikkeling planontwikkeling vervoermanagement ROV-ZH subtotaal uitbestedingen indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten bijdrage Rijk
-4.078.679
-4.085.069
-6.390
totaal baten
-4.078.679
-4.085.069
-6.390
65.830.879 65.830.879
82.341.528 82.341.528
16.510.649 16.510.649
decentraal budgetbeheer (dS+V)
359.745
405.000
45.255
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat
781.395
778.780
-2.615
totaal lasten
66.972.019
83.525.308
16.553.289
bijdrage rijk
-55.343.537
-80.973.692
-25.630.155
-9.006.866 -64.350.403
-80.973.692
-16.623.289
9.006.866 1.827.889
5.836.336
-3.170.530 -1.827.889
60.900 271.585
60.900 270.005
-1.580
bijdrage bestuurskosten totaal lasten
11.715 11.178.955
11.715 6.178.956
Rijksbijdrage bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterd totaal baten
-8.500.000 -8.500.000
-3.500.000 -3.500.000
0 -4.999.999 5.000.000 5.000.000
BDU / Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer dotatie voorziening BDU subtotaal investeringsbijdragen
bijdrage BOR (interne verrekening) totaal baten
Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam interne verrekening BDU kleine projecten dotatie voorziening BOR uitvoeringskosten decentraal budgetbeheer indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
7
gewijzigde begroting 2007-I
omschrijving
begroting 2007
verschil begroting begrotingswijziging
3 Openbaar vervoer totaal der lasten 196.828.100 179.694.375 totaal der baten -195.878.100 -179.540.000 verschil 950.000 154.375
-17.133.725 16.338.100 -795.625
BDU / Openbaar vervoer BDU exploitatie openbaar vervoer beheer en onderhoud railinfrastructuur sociale veiligheid projecten subtotaal directe lasten
122.500.000 176.529.190 47.000.000 0 24.400.000 0 1.776.455 2.000.000 195.676.455 178.529.190
54.029.190 -47.000.000 -24.400.000 223.545 -17.147.265
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
1.151.645 196.828.100
1.165.185 179.694.375
13.540 -17.133.725
-195.878.100 -179.540.000 -195.878.100 -179.540.000
16.338.100 16.338.100
bijdrage BDU exploitatie openbaar vervoer totaal baten
4 Regionaal groen totaal der lasten totaal der baten verschil
19.978.167 -18.459.964 1.518.203
10.044.987 -8.500.534 1.544.453
-9.933.180 9.959.430 26.250
391.800 391.800
391.800 391.800
0 0
761.500 32.737
761.500 32.737
0 0
352.130 1.146.367
352.130 1.146.367
0 0
-59.964 -59.964
-59.964 -59.964
0 0
lasten dotatie voorziening Fonds Groen totaal lasten
0 18.440.000 18.440.000
2.650.000 5.856.820 8.506.820
2.650.000 -12.583.180 -9.933.180
bijdrage vanuit het Omslagfonds totaal baten
-18.400.000 -18.400.000
-8.440.570 -8.440.570
9.959.430 9.959.430
Beheerkosten Groen dotatie voorziening beheer groenakkoord totaal lasten
Beleidsontwikkeling en programma-management regionaal groen uitbestedingen dotatie aan voorziening groen indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten bijdrage provincie Groenakkoord totaal baten
Fonds Groen
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
8
gewijzigde begroting 2007-I
omschrijving
begroting 2007
verschil begroting begrotingswijziging
5 Sociaal beleid totaal der lasten totaal der baten verschil
1.388.986 -947.500 441.486
1.094.641 -652.000 442.641
-294.345 295.500 1.155
43.000 947.500 207.531
43.000 652.000 210.686
0 -295.500 3.155
Sociaal Beleid de Regionale Agenda Samenleving voorwaardenscheppende projecten subsidie aan Maaszicht indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat
190.955
188.955
-2.000
1.388.986
1.094.641
-294.345
-947.500 -947.500
-652.000 -652.000
295.500 295.500
96.726.240 -93.991.245 2.734.995
84.101.423 -83.904.573 196.850
-12.624.817 10.086.672 -2.538.145
bijdrage aan bureau Jeugdzorg
28.847.235
83.440.373
bijdrage aan zorgaanbod
61.238.320
totaal lasten subsidie provincie Zuid Holland totaal baten
6 Jeugdzorg totaal der lasten totaal der baten verschil Jeugdzorg
DOTATIE voorz JZ alg DOTATIE voorziening Jeugdzorg wachtlijsten bijdrage ihkv RAS bijdrage aan PZH ivm Horizon
54.593.138 -61.238.320
0 0 323.000 5.652.630
5.000
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
665.055 96.726.240
656.050 84.101.423
5.000 0 -323.000 -5.652.630 -9.005 -12.624.817
bijdrage ministerie VWS en Justitie tbv BJZ
-26.467.972
-83.117.373
-56.649.401
bijdrage ministerie VWS tbv zorgaanbod
-66.348.563
66.348.563
bijdrage AMK (incidenteel)
-387.510
RAS-middelen bijdrage Rotterdam bestuurskosten bijdrage Provincie ZH bestuurskosten totaal baten
-323.000 -464.200
-323.000 -464.200
-93.991.245
-83.904.573
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
387.510 0 0 0 10.086.672
9
gewijzigde begroting 2007-I
omschrijving
begroting 2007
verschil begroting begrotingswijziging
7 Milieu totaal der lasten totaal der baten verschil
1.284.950 0 1.284.950
982.242 0 982.242
-302.708 0 -302.708
138.557
138.557
0
138.557
138.557
0
636.703
342.285
-294.418
509.690 1.146.393
501.400 843.685
-8.290 -302.708
0
0
0
36.367.924 -33.508.415 2.859.509
36.227.743 -33.356.679 2.871.064
-140.181 151.736 11.555
1.632.318
1.632.318
0
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
461.680 2.093.998
471.560 2.103.878
9.880 9.880
Omslagfonds investeringsbijdragen uit omslagfonds Vinex dotatie voorziening omslagfonds totaal lasten
17.978.010 17.978.010
17.978.010 17.978.010
0 0
-17.850.845 -17.850.845
-17.850.845 -17.850.845
0 0
ROM Rijnmond directe lasten luchtkwaliteit dotatie voorziening ROM Rijnmond totaal lasten
Milieu direkte lasten dotatie voorziening Milieu indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten totaal baten
8 Ruimtelijk beleid totaal der lasten totaal der baten verschil Ruimtelijk beleid ruimelijk beleid / uitbestedingen
bijdrage gemeenten inzake omslagfonds totaal baten
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
10
gewijzigde begroting 2007-I
begroting 2007
investeringsbijdragen uitvoeringskosten decentraal budgetbeheer dotatie/ onttrekking voorziening FVSV subtotaal directe lasten
0 400.000 14.503.742 14.903.742
0 400.000 14.352.271 14.752.271
0 0 -151.471 -151.471
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat
399.070
398.805
-265
bijdrage bestuurskosten totaal lasten
17.303 15.320.115
17.303 15.168.379
0 -151.736
baten rijksbijdrage BLS regionale bijdrage ISV I totaal baten
-15.505.834 -151.736 -15.657.570
-15.505.834 -15.505.834
0 151.736 151.736
109.080
109.080
0
347.485 456.565
348.610 457.690
1.125 1.125
171.586
171.586
0
347.650 519.236
348.200 519.786
550 550
17.726.577 -19.022.073 -1.295.496
18.396.404 -18.383.034 13.370
669.827 639.039 1.308.866
521.612 14.382 0 535.994
521.612 14.382 535.994
0 0 0 0
-23.034
-23.034
0
-23.034
-23.034
0
omschrijving
verschil begroting begrotingswijziging
Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing
Economie directe lasten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
Bedrijven Info Rijnmond directe lasten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
9 Wonen en stedelijke vernieuwing totaal der lasten totaal der baten verschil Wonen uitvoeringskosten Volkshuisvestingsregelingen uitvoeringskosten toezicht statushouders diverse projectkosten totaal lasten bijdrage provincie uitvoeringskosten statushouders totaal baten
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
11
omschrijving
BWS diverse subsidies Wonen bijdrage aan FVSV dotatie voorziening BWS stimuleringsbijdrage stedelijke vernieuwing subtotaal directe lasten
gewijzigde begroting 2007-I
begroting 2007
verschil begroting begrotingswijziging
5.485.230
3.100.000
-2.385.230
10.953.534
14.262.320
3.308.786
16.438.764
17.362.320
923.556
720.730 31.090
-4.140 0 -249.590 669.827
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten bijdrage ter dekking begrotingstekort totaal lasten
17.190.583
716.590 31.090 -249.590 17.860.410
rijksbijdrage
-18.639.039
-18.110.000
529.039
-360.000 0 -18.999.039
-250.000 -18.360.000
110.000 0 639.039
383.455 -13.873.423 -13.489.968
383.455 -12.769.458 -12.386.003
0 1.103.965 1.103.965
337.455 337.455
337.455 337.455
0 0
-2.621.616 -950.000 -2.678.955 -40.000 -120.000 -127.164 0 -225.000 -300.000 -7.062.735
-2.551.616 -154.375 -2.678.955 -66.250 -5.000 -127.164 0 -225.000 -400.000 -6.208.360
70.000 795.625 0 -26.250 115.000 0 0 0 -100.000 854.375
-5.671.626 -1.139.062
-5.671.626 -1.139.062 249.590 -6.561.098
0 0 249.590 249.590
overige baten toezeggingen totaal baten
10 Financiering en algemene dekkingsmiddelen totaal der lasten totaal der baten verschil Beleggingen rente lasten FVSV totaal lasten rente baten BDU rente baten OV rente baten BOR rente baten fonds groen rente baten jeugdzorg rente baten Omslagfonds rente baten FVSV rente baten BWS rente baten stadsregio totaal baten
Algemene uitkeringen bijdrage regiogemeenten bijdrage gemeente Rotterdam bijdrage BWS ter dekking begrotingstekort totaal baten
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
-6.810.688
12
gewijzigde begroting 2007-I
omschrijving
begroting 2007
verschil begroting begrotingswijziging
Voorzieningen voor algemene doeleinden dotatie aan voorziening Jeugdzorg dotatie voorziening facilitaire zaken/ArBo lasten totaal lasten
0 0 0
0 0 0
0 0 0
onttrekking voorziening minimalisatie doorbelastingen vrijval voorzieningen totaal baten
0 0
0 0
0 0
46.000 46.000
46.000 46.000
0 0
0
0
0
453.139.898 424.940.450 -452.609.802 -425.665.039 530.096 -724.589
-28.199.448 26.944.763 -1.254.685
Onvoorziene uitgaven onvoorziene uitgaven totaal lasten totaal baten Totaal der lasten Totaal der baten Saldo gewone dienst correctieformule lasten correctieformule baten Resultaatsbestemming Reservering voor nog functioneel te ramen bedragen toevoeging reserve BWS (vrijval + rente) toevoeging reserve BWS (restant SR algemeen) totaal lasten onttrekking reserve Jeugdzorg onttrekking reserve proactieve milieuaanpak totaal baten
2.033.456 145.006 2.178.462
475.000 249.590 724.590
-1.783.866 -145.006 -1.453.872
-2.414.140 -294.418 -2.708.558
0 0 0
2.414.140 294.418 2.708.558
toevoeging voorziening jeugdzorg totaal lasten Totaal der lasten Totaal der baten Saldo gewone dienst
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
0 0 455.318.361 425.665.040 -455.318.360 -425.665.039 0 0
-29.653.321 29.653.321 0
13
5
Bijlagen
5.1 Staat van reserves en voorzieningen
saldo na winstbestemming 2006
Omschrijving
- Algemene reserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve Subtotaal Reserves
1.000.000 500.000 2.414.140 294.418 39.025.524 43.234.081
RTV borgstelling Jeugdzorg/bestirjding wachtlijsten Proactieve Milieuaanpak BWS
- Vervoermanagement - Beheer Groen Akkoord - Investering Groen Akkoord - Fonds Groen - Jeugdzorg dubieuze debiteuren - subsidie prov ZH voor Sociaal Beleid - Luchtkwaliteit subsidies - Luchtkwaliteit projecten - Ruimtelijk Beleid (toezegging gem Brielle) - Woonbeleid Subtotaal SR Algemeen
4.539 2.866.172 716.568 1.761.787 350.000 158.060 1.500.000 624.336 185.000 54.688 8.221.150
- BDU uitvoeringsprojecten - BDU binnen OV administratie - OV Chipcard - OV Algerakaartje - OV Reizeigers Info Systeem Schiedam - Openbaar Vervoer algemeen - Bereikbaarheidsfonds - Jeugdzorg algemeen (doeluitkering) - Jeugdzorg aanvalsplan wachtlijsten (rijksgeld) - Omslagfonds - FVSV - BWS Subtotaal voorzieningen nog te verplichten
begrote toevoegingen 2007 -
begrote onttrekkingen 2007
begroot saldo per eind begrotingsjaar 2007
-
2.414.140294.418-
-
2.708.558-
1.000.000 500.000 039.025.524 40.525.523
14.400.000 14.400.000
4.53916.161.787158.060600.000624.336185.00025.00017.758.722-
02.866.172 716.568 350.000 900.000 029.688 4.862.427
52.119.943
66.200.000-
21.830.701 3.998.310 15.385.564 279.636 400.000 6.968.413 133.611.664 2.294.944 2.156.491 18.081.121 205.006.844
11.157.380
42.260.000-
17.978.010 14.503.742 10.953.534 106.712.609
2.156.49114.400.00029.069.53910.953.534181.104.764-
7.750.644 3.998.310 6.968.413 102.509.044 2.294.944 3.578.010 3.515.324 130.614.689
- BDU uitvoeringsprojecten verplicht (incl IDV) - Bereikbaarheidsfonds verplicht - Omslagfonds verplicht - FVSV verplicht - BWS verplicht Subtotaal voorzieningen verplicht Subtotaal Voorzieningen
178.166.314 14.618.693 0 16.290.643 10.770.991 219.846.641 433.074.635
66.200.000 42.260.000 14.400.000 29.069.539 10.611.612 162.541.151 283.653.760
113.000.00048.100.00014.400.00033.462.65714.055.781223.018.438421.881.924-
131.366.314 8.778.693 0 11.897.525 7.326.823 159.369.355 294.846.471
Totaal reserves en voorzieningen
476.308.717
283.653.760
424.590.482-
335.371.994
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
-
15.385.564279.636400.000-
14
regioraad vergadering 11 juli 2007 Agendapunt 8 Onderwerp: 1e bestuursrapportage 2007. Bijlage: 1. 1e Bestuursrapportage 2007. Toelichting: De bestuursrapportage geeft inzicht in de voortgang van het beleid per activiteit en de daarmee samenhangende financiële stand van zaken over de periode januari t/m april 2007. In de bestuursrapportage zijn de nieuwe begrotingscijfers die in de 1e begrotingswijziging zijn opgenomen, verwerkt. Het algemene beeld is dat de activiteiten zich conform de begroting ontwikkelen. Voor de volledige toelichting per activiteit wordt verwezen naar de bestuursrapportage. Een aantal opvallende punten uit de bestuursrapportage wordt hieronder genoemd. •
Bestuurlijke zaken, communicatie en bezwaar&beroep De portefeuillehouder Bestuurlijke Organisatie en Communicatie is gestart met rondetafelgesprekken met gemeenten in de regio. In deze gesprekken staat de samenwerking tussen de betreffende gemeente en de stadsregio centraal.
•
Planontwikkeling verkeer en vervoer Op gebied van OV-infrastructuur wordt voortgang geboekt bij de uitvoering Rotterdam CS en bij de Schiedam-Vlaardingenlijn. Er is gestart met de realisatie van de Vastelandspoorbogen en met een definitief ontwerp voor de Tramplusinfrastructuur tussen Vasteland en A20. Er zijn onderzoeken gedaan naar het ZoRobustrace, naar station Kethel en de haltering van de tram aldaar, naar een normale buslijn tussen Lansingerland en Alexander en naar de verbetering van busstation Alexander. Er wordt gewerkt aan aanvullingen op de Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam. De MERstudies voor de deeltrajecten N209 zijn in voorbereiding cq in procedure. De planstudie Kralingeseplein is afgerond. Er is een fors aantal stallingsprojecten bij OV-knooppunten richting uitvoering gebracht. De P+R voorziening in Barendracht is gedeeltelijk in gebruik genomen. Er is een onderzoek gestart naar havengebonden goederenvervoer waarin effectieve maatregelen worden uitgewerkt op het gebied van dynamisch verkeersmanagement en ICT die de drukte tijdens de spits kunnen verminderen.
•
Openbaar vervoer Er is gestart met de voorbereiding van de aanbesteding van het busvervoer in de stadsregio (exclusief de concessie Voorne Putten/Rozenburg) per 14 december 2008. Ook is een start gemaakt met de actualisatie van het Programma van Eisen (PvE). De RET en Connexxion hebben in de maanden januari tot en met april de afgesproken bijdragen van de stadsregio ontvangen voor de uitvoering van het openbaar vervoer in de concessies. Omtrent de OV chipcard hebben de NS, RET en Connexxion in maart en april de laatste systeem testen uitgevoerd. In deze testperiode wordt het gehele systeem met een hoog aantal transacties (ca 300.000 per dag) getest. Op basis van de voorlopige resultaten hebben de betrokken vervoerbedrijven besloten nog een aantal aanvullende testen uit te voeren. Dit betekent, dat het aansluiten van tram en bus aan het OVchipkaartsysteem later plaatsheeft dan de geplande datum (begin mei). Ook zal de acceptatieplicht van de papieren vervoerbewijzen (strippenkaart) op de metro niet op 1 juli worden beëindigd. In de afgelopen periode is bekeken welke mogelijkheden er zijn om de huidige treinverbinding op de Hoekselijn te kunnen omvormen tot een lightrail verbinding. Begin februari zijn er met het ministerie afspraken gemaakt over de overname van de exploitatie van de treindienst Rotterdam-Hoek van Holland met ingang van december
1e bestuursrapportage 2007/BV/EvL/21 juni 2007
Pagina 1
2007. De overname loopt vooruit op het plan na 2010 de lijn als een metroverbinding te gaan exploiteren. Die moet dan bij station Schiedam-Centrum aansluiten op de huidige Calandlijn. In het eerste kwartaal zijn de voorbereidingen gestart voor de ombouwplannen en voor het verlenen van een concessie aan NS voor het voortzetten van de huidige treindienst tot december 2010. De stadsregio heeft begin 2007 aangekondigd om 2 initiatieven te ontplooien op het terrein van personenvervoer over water. Allereerst zal er gestart worden met een verbinding tussen Hoek van Holland en Europoort/Maasvlakte. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het bestek. De start van de dienstregeling staat gepland voor begin 2008. Het 2e initiatief betreft een aanbesteding Nieuwe Waterweg e.o.. Deze wordt eveneens dit jaar voorbereid. De start van de dienstregeling is gepland voor medio 2009. Dit duurt relatief lang in verband met de benodigde bouw van nieuwe schepen. •
Groen Voor de kreken op Voorne Putten is het plan van aanpak vastgesteld en zijn de onderscheiden deelprojecten toegedeeld aan projecttrekkers. Dit jaar zullen voor een aantal deelprojecten nadere concertiseringsstappen worden gezet. Ook is de stichting kavelruil ingehuurd om na te gaan welke mogelijkheden er op dat gebied zijn. Voor de Oranjebuitenpolder is geconstateerd dat het concept Masterplan dat in 2006 is opgesteld een te hoog ambitieniveau had met daarbij onoverkomelijke inrichtingskosten. Daarom is een extern bureau ingehuurd die het inrichtingsniveau meer in overeenstemming brengt met de beschikbare financiële middelen. De resultaten daarvan worden medio juni verwacht. In opdracht van de stadsregio wordt een quick scan uitgevoerd naar de kosten en risico’s van het ontwikkelplan voor de korte en Lange Bonnen. Ook deze resultaten worden voor de zomer verwacht. In het kader van PMR is de stadsregio trekker van de groene (fiets)verbinding over de A15/Betuwelijn. Een extern bureau is de administratieve organisatie en interne controle aan het opzetten. Gemeentewerken Rotterdam werkt momenteel aan het definitieve ontwerp van de fietsverbinding. Voor de Vlinderstrik en de Schiezone zijn de hoofdlijnen voor de ontwikkeling van deze twee PMR-projecten (samen 150 ha) bestuurlijk vastgesteld evenals de financiële kaders.
•
Sociaal beleid In het eerste kwartaal van 2007 is opdracht verstrekt voor het opstellen van de tweede Sociaal-Economische Effectrapportage. Daarnaast is gestart met de uitvoering van het Regionaal Actieplan Laaggeletterdheid. Gemeenten worden ondersteund in het opstellen van lokale plannen, en er worden regionale communicatiemiddelen ontwikkeld. Om betere invullling te geven aan de Regionale Agenda Samenleving is gestart met het vormgeven van een gezamenlijke besteding van provinciale middelen, en de stadsregio Rotterdam heeft de ontwikkeling en uitvoering van woon-zorgbeleid in twee andere gemeenten gefinancierd.
•
Jeugdzorg Ter verbetering van de efficiency en de effectiviteit van de gehele jeugdketen hebben alle ketenpartners zich op een conferentie op 8 februari uitgesproken om deze problematiek inderdaad aan te pakken. Inmiddels is het werkprogramma Ieder Kind Wint (IKW) opgesteld. Vertegenwoordigers van verschillende sectoren (gemeenten, onderwijs, Geestelijke Gezondheidszorg, Openbaar Ministerie e.d.) hebben zich inmiddels achter het programma gesteld. Er is een aantal concrete initiatieven benoemd om de jeugdketen beter te laten werken. De ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin en het creëren van gezamenlijk aanbod door Jeugdzorg en jeugd-GGZ-aanbieders zijn hiervan voorbeelden. Aan alle regiogemeenten is het vroegsignaleringssysteem Multisignaal ter beschikking gesteld. Hiermee kan worden gewaarborgd dat binnen alle regiogemeenten in de nabije toekomst alle betrokken instanties op gelijke wijze problemen rondom jeugdigen (kunnen) signaleren.
•
Milieu Na het vaststellen van de Proactieve milieuaanpak RR2020 in de regioraad 31 januari 2007, zijn bestuurlijke kennismakingsrondes bij wethouders RO en milieu georganiseerd. Er zijn opdrachten voorbereid voor milieuonderzoek aan de DCMR voor RR2020; geluid, bodem en externe veiligheid, inclusief de voorbereiding voor een
1e bestuursrapportage 2007/BV/EvL/21 juni 2007
Pagina 2
handreiking geluid. In voorbereiding is een milieustrategie voor RR2020 projecten die de stadsregio zelf trekt (o.a. Rivierzones, Knopen). Voor wat betreft de aanpak van de luchtkwaliteit zijn enkele projecten gestart, namelijk Schone voertuigen publiek, Milieuzonering Noordelijke Havens, Het Nieuwe Rijden, Lage NOx bronnen. Voor de eerste ijkdatum 1 april 2007 van de subsidieverordening zijn 2 subsidieaanvragen binnengekomen. In juni zal daarover door het DB worden besloten. In 2007 zal verder worden bepaald hoe met het rapport Knelpuntenkaart RR2020 (ambtelijk afgerond eind 2006), en de inbreng van maatregelen uit deze regio (RAP) in het beoogde Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) zal worden omgegaan. •
Ruimtelijk beleid De gebiedsuitwerking Voorne, inclusief bedrijvenster en disco, is vastgesteld door de stadsregio en de provincie. Ook de eerste voortgangsrapportage RR2020 en rapportage over de stand van zaken ‘samenwerkingsovereenkomst Uitvoering RR2020’ van de stadsregio en de provincie zijn vastgesteld. Op 2 april is een bestuurlijke conferentie RR2020 georganiseerd, met als thema: halen we eruit wat erin zit. Voor het project Stedenbaan is de stadsregio gevraagd zich in te spannen voor het ruimtelijk ontwikkelingsprogramma nabij de stations, het vergroten van de capaciteit van het aantal parkeerplaatsen en de capaciteit van de fietsenstallingen, en het vastleggen van dit programma in de verstedelijkingsafspraken voor de periode 20102020. De stadsregio heeft daartoe een stedenbaancoordinator aangesteld. Verder is het werkdocument ‘Verkenning Landelijk Wonen’ afgerond.
•
Wonen Recentelijk is de jaarmonitor “Kans van Slagen” over 2006 verschenen. Belangrijkste conclusie daaruit is dat de slaagkans van starters licht is verbeterd en dat de marktdruk in verschillende gemeenten sterk uiteenloopt. In de vergadering van de regioraad van 20 december 2006 is een aantal (technische) aanpassingen van de Huisvestingsverordening vastgesteld. Belangrijkste daarvan is dat gemeenten, indien gewenst, vrijstelling krijgen voor het gebruiken van een vergunningenstelsel voor aanpassingen aan de woningvoorraad. Vrijwel alle gemeenten maken daarvan gebruik. Voorts zijn gesprekken gevoerd met gemeenten die achterblijven in het huisvesten van verblijfsgerechtigden. Als vervolg op de op 29 november 2006 gehouden woonvisie conferentie “Wonen rond Knooppunten” is in februari een publicatie verschenen waarin verslag wordt gedaan van de conferentie alsmede van het onderzoek dat in het kader van de conferentie is uitgevoerd. In 2007 worden enkele kleinschalige projecten ten uitvoer gebracht. Een panel van deskundigen uit het veld heeft onder andere voorgesteld een “startersshop” te realiseren: een (goedkope) woning voor starters in een vervallen of verlaten winkelplint.
Financiële consequenties: In de bestuursrapportage is per begrotingsactiviteit aangegeven onder het kopje “wat heeft het gekost” welke lasten en baten zijn gerealiseerd over de eerste vier maanden van 2007. De ontwikkeling van de budgetuitputting geeft geen aanleiding om aanpassingen te doen of bij te sturen. Verdere procedure: Gevraagde beslissing: 1. kennis te nemen van de 1e bestuursrapportage 2007. Adviezen: 1. advies commissie Middelen van 5 juli 2007 wordt ter vergadering meegedeeld.
1e bestuursrapportage 2007/BV/EvL/21 juni 2007
Pagina 3
Websamenvatting: Briefing voorzitter (alleen voor sommige commissies):
1e bestuursrapportage 2007/BV/EvL/21 juni 2007
Pagina 4
1e
bestuursrapportage 2007
Stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam telefoon: 010-4172389 fax: 010-4047347 e-mail:
[email protected] website: www.stadsregio.info
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2
Activiteiten
5
2.1
Activiteit: Bestuur
5
2.2
Activiteit: Communicatie
6
2.3
Activiteit: Beroep- en bezwaarschriften
8
2.4
Activiteit: Planontwikkeling Verkeer en Vervoer
9
2.5
Activiteit: Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer
12
2.6
Activiteit: Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam
14
2.7
Activiteit: Exploitatie openbaar vervoer
16
2.8
Activiteit: Beheerkosten Groenakkoord
21
2.9
Activiteit: Beleidsontwikkeling en programma-
22
management regionaal groen
22
2.10
Activiteit: Fonds Groen
25
2.11
Activiteit: Sociaal Beleid
26
2.12
Activiteit: Jeugdzorg
27
2.13
Activiteit: Maatschappelijke opvang
30
2.14
Activiteit: ROM Rijnmond
31
2.15
Activiteit: Overige milieuactiviteiten
32
2.16
Activiteit: Ruimtelijk beleid
34
2.17
Activiteit: Omslagfonds
36
2.18
Activiteit: Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010
38
2.19
Activiteit: Economie
42
2.20
Activiteit: BIR
43
2.21
Activiteit: Wonen
44
2.22
Activiteit: Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS)
46
2.23
Activiteit: Algemeen financieel beheer
48
3
Detailoverzicht
51
4.1
Kostenverdeelstaat
60
4.2
Staat van reserves en voorzieningen
62
4.3
Inwoneraantal per gemeente
63
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
2
1
Inleiding
Per jaar wordt twee maal een bestuursrapportage opgesteld waarmee het dagelijks bestuur en de commissie Middelen worden geïnformeerd over de voortgang van de beleidsuitvoering en de bijbehorende financiële stand van zaken. In de voorliggende bestuursrapportage wordt dit gepresenteerd over de eerste vier maanden van 2007. Leeswijzer Na deze inleiding worden in paragraaf 2 worden per activiteit de drie w-vragen beantwoord: wat willen we bereiken, wat hebben we tot nu toe gedaan en wat heeft dat tot nu toe gekost In het kostenoverzicht per activiteit zijn 3 kolommen opgenomen: • •
•
de gewijzigde begroting 2007 In de kolom “gewijzigde begroting 2007” zijn de cijfers verwerkt van de eerste begrotingswijziging die naar verwachting op 11 juli door de regioraad wordt vastgesteld. de totale lasten tot en met april In deze kolom worden de gerealiseerde baten en lasten op basis van de cijfers uit de financiële administratie weergegeven en de baten en lasten waarvoor al wel rechten of verplichtingen zijn aangegaan maar die nog niet tot facturering hebben geleid,. de begroting 2007 in de kolom “begroting 2007” zijn de cijfers van de begroting 2007 opgenomen.
In paragraaf 3 is een detailoverzicht van de begroting opgenomen. Paragraaf 4 bestaat uit 3 bijlagen, namelijk 1) de kostenverdeelstaat, 2) de staat van reserves en voorzieningen en 3) het inwoneraantal in de stadsregio Rotterdam. Apparaatslasten Bij een aantal activiteiten is onder de lasten de post apparaatslasten opgenomen. De toekenning van deze lasten aan de activiteit vindt plaats op basis van het aantal fte’s dat werkzaam is voor de desbetreffende activiteit. De berekening en toekenning hiervan vindt plaats via de kostenverdeelstaat, in dit stuk als bijlage (5.1) opgenomen. Bekostiging Bestuur, Communicatie en Beroep- en bezwaarschriften De begrotingsactiviteit Bestuur wordt in principe bekostigd vanuit de algemene financiële middelen. Daarnaast wordt een deel van de kosten doorberekend aan geoormerkte (rijks-)gelden. De ratio hierachter is dat de lasten die verband houden met het functioneren van het bestuur ook ondersteunend zijn aan de beleidsvelden waarvoor de geoormerkte middelen zijn bestemd. Hiervoor is uitgezocht in hoeverre de regeling die bepaalt hoe de geoormerkte middelen besteedt mogen worden, een dergelijke doorberekening toestaat. Op basis hiervan vindt een doorberekening plaats aan de begrotingsactiviteiten Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam, Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010 en BWS. Dit is terug te zien in het activiteitenoverzicht onder de noemer “Bijdrage ten laste van diverse beleidsterreinen” en wordt verder uitgesplitst in het detailoverzicht. De kosten die gepaard gaan met de begrotingsactiviteiten Communicatie en Beroep- en bezwaarschriften worden via de kostenverdeelstaat (bijlage 3.1) verdeeld over de verschillende begrotingsactivitieiten. Reserves en Voorzieningen De staat van reserves en voorzieningen opgenomen in bijlage 4.2 geeft inzicht in de stand van de reserves en voorzieningen na resultaatsbestemming 2006 en de begrote onttrekkingen en toevoegingen over 2007. Voor een aantal voorzieningen geldt dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen een verplicht en een nog te verplichten deel. Het nog te verplichten deel bestaat uit geoormerkte gelden waartegenover in eerdere jaren nog geen harde verplichtingen in de vorm van bijvoorbeeld
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
3
beschikkingen zijn afgegeven. Omwille van de transparantie wordt voorts de voorkeur gegeven om baten die dienen ter dekking van meerjarige verplichtingen direct toe te voegen aan deze voorziening nog te verplichten. Bij het daadwerkelijk aangaan van een nieuwe verplichting wordt deze ten laste gebracht van de voorziening nog te verplichten en opgevoerd onder de voorziening verplicht, waar ook de verdere afwikkeling loopt. De bovenstaande systematiek van (1) toevoeging van de baten met meerjarig karakter aan de voorziening en (2) het verder via de voorziening afwikkelen van de bekostiging van projecten is zichtbaar bij de volgende activiteiten: Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer (BDU); Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam; Omslagfonds; Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010 (FVSV); Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS).
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
4
2
Activiteiten
2.1 Activiteit: Bestuur Programma: Portefeuillehouder:
Bestuur T.P.J. Bruinsma
Wat willen we bereiken? vertegenwoordiging van de gemeenten die aan het samenwerkingsverband deelnemen; aansturing van de uitvoering van het stadsregionale beleid door het dagelijks bestuur; het onderhouden en versterken van de band met de deelnemende gemeenten. Wat hebben we tot nu toe gedaan? In de afgelopen periode heeft het dagelijks bestuur zesmaal vergaderd en de regioraad tweemaal. De commissies Middelen en Bestuurlijke Organisatie zullen voortaan gezamenlijk vergaderen. De portefeuillehouder Bestuurlijke Organisatie en Communicatie is gestart met de rondetafelgesprekken met de gemeenteraden in de regio. Tijdens deze gesprekken staat de samenwerkingsrelatie van De gemeente met de stadsregio centraal. Afhankelijk van de inhoudelijke onderwerpen die de gemeenteraden aan de orde willen stellen, nemen ook andere portefeuillehouders deel aan de besprekingen.
Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
begroting 2007
Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal
285.955 0 285.955
33.177 0 33.177
285.955 0 285.955
Baten Gemeentelijke bijdrage Bijdrage t.l.v. diverse beleidsterreinen Totaal
225.847 60.108 285.955
33.177 0 33.177
225.847 60.108 285.955
0
0
0
Saldo van de rekening
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Er worden geen afwijkingen t.o.v. de begroting verwacht.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
5
2.2 Activiteit: Communicatie Programma: Portefeuillehouder:
Bestuur T.P.J. Bruinsma
Wat willen we bereiken? Het verwerven en behouden van draagvlak voor het beleid van de stadsregio. Deze ambitie van het bestuur is concreet gemaakt in de volgende communicatiedoelstellingen: meer dan de helft van de bevolking (18 jaar en ouder) kent de stadsregio van naam, weet dat de eigen gemeente tot de stadsregio behoort en kent minimaal één hoofdtaak van de stadsregio; gemeentebesturen en -raden kennen de actuele beleidsontwikkelingen binnen de stadsregio en weten zich medeverantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen van de stadsregio; opinieleiders en beslissers in het maatschappelijke middenveld, politiek en bestuur zijn op de hoogte van relevante taken en doelstellingen van de stadsregio en bereid de uitvoering daarvan te steunen. Wat hebben we tot nu toe gedaan? De afgelopen periode zijn tweewekelijks digitale nieuwsbrieven uitgegeven, elke week spotjes uitgezonden op RTV Rijnmond, een nummer van SR-Perspectief uitgeven en persberichten verzonden. Voor TV-Rijnmond is een nieuw format ontwikkeld waarbij ook spots met een langere tijdsduur kunnen worden uitgezonden. Op die manier wordt het mogelijk om wat dieper op een bepaald onderwerp in te zoomen. Voor Griffiers en secretarissen is een nieuwsbrief uitgegeven waarin zij vroegtijdig worden geïnformeerd over onderwerpen op de bestuurlijke agenda van de stadsregio en daarmee samenhangende procedures. Voor het programma Ieder Kind Wint is een communicatiemedewerker van bureau Consonant gecontracteerd. Dit bureau is ook betrokken bij de uitvoering van RR2020.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
6
Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Directe lasten Apparaatslasten
begroting 2007
Totaal
426.384 0 426.384
67.049 0 67.049
426.384 0 426.384
Baten Gemeentelijke bijdrage Doorberekend via kostenverdeelstaat Totaal
0 426.384 426.384
0 67.049 67.049
0 426.384 426.384
0
0
0
Saldo van de rekening
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Er worden geen afwijkingen t.o.v. de begroting verwacht.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
7
2.3 Activiteit: Beroep- en bezwaarschriften Programma: Portefeuillehouder:
Bestuur T.P.J. Bruinsma
Wat willen we bereiken? Het streven van de stadsregio is erop gericht door een goed en zorgvuldig beleid het aantal bezwaarschriften tegen besluiten van de stadsregio tot een minimum te beperken. Een groot aantal bezwaarschriften in een bepaalde beleidssector kan dan ook aanleiding zijn het beleid aan te passen. Verder is het doel de bezwaarschriften, die desondanks worden ingediend, op een zorgvuldige en professionele wijze af te handelen. Het budget is tevens bestemd voor een zorgvuldige externe klachtenbehandeling door de regionale ombudsman. Wat hebben we tot nu toe gedaan? Om pragmatische redenen maakte de stadsregio voor de advisering over bezwaarschriften stadsregio gebruik van de diensten van de gemeente Rotterdam. In de eerste 4 maanden van 2007 heeft de Algemene bezwaarschriftencommissie vier nieuwe bezwaarzaken in behandeling genomen. Er zijn in deze periode acht bezwaardossiers gesloten. Er heeft één hoorzitting plaatsgevonden. En er is nog één dossier in behandeling. Met betrekking tot de bodemgelden in het kader van de ISV II is een bij de rechtbank aanhangig beroep ingetrokken. De overige twee zaken die bij de rechtbank aan de orde zijn hebben betrekking op jeugdzorg en op woningsubsidies. Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Directe lasten Apparaatslasten
begroting 2007
Totaal
15.000 0 15.000
960 0 960
15.000 0 15.000
Baten Gemeentelijke bijdrage Doorberekend via kostenverdeelstaat Totaal
0 15.000 15.000
0 960 960
0 15.000 15.000
0
0
0
Saldo van de rekening
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
8
2.4 Activiteit: Planontwikkeling Verkeer en Vervoer Programma: Portefeuillehouder:
Verkeer en vervoer J.N. Baljeu
Wat willen we bereiken? De doelstellingen van het verkeer- en vervoersbeleid zijn opgenomen in het Regionaal Verkeeren Vervoersplan (RVVP), dat de regioraad in 2003 vaststelde. In het RVVP staat de bereikbaarheid van de stadsregio centraal. Het RVVP heeft een planhorizon tot 2020. Er zijn geen tussendoelen geformuleerd. In het RVVP is het gewenste kwaliteitsniveau van de infrastructuurnetwerken voor de weg, openbaar vervoer en fiets gedefinieerd. Ook zijn de knooppunten benoemd die voor het totale netwerk essentieel zijn. Op de knooppunten en bij belangrijke haltes van het openbaar vervoer moeten voldoende P&R-plaatsen worden gerealiseerd. In het geldende RVVP is de verbetering van de verkeersveiligheid als algemene doelstelling opgenomen. In de nota Mobiliteit formuleert het Rijk een reductiedoelstelling, waarbij in elke regio in 2010 15% minder doden en 7,5% minder ziekenhuisgewonden zijn dan in 2002. Deze doelstelling wordt in het RVVP verwerkt. De bereikbaarheidsdoelen worden gehaald door infrastructuurnetwerken aan te (laten) bieden voor het autoverkeer, het openbaar vervoer, de fiets en de knooppunten daartussen. Daarbij gaat het niet alleen om aanleg of aanpassing van infrastructuur, maar ook om verbetering van het gebruik daarvan (benutting, onder andere via dynamisch verkeersmanagement). Daarnaast is het van belang de vraag te beïnvloeden via reizigersinformatie, vervoersmanagement, parkeerbeleid en dergelijke. Daarbij is ook de kwaliteit van het openbaar vervoersaanbod van belang (zie activiteit Exploitatie openbaar vervoer). De eerste verantwoordelijkheid voor het realiseren van de doelen ligt meestal bij andere partijen dan de stadsregio. Bij infrastructuurprojecten zijn dat de wegbeheerders (gemeenten, waterschappen, provincie, rijkswaterstaat, V&W/ProRail), bij vervoersmanagement zijn dat de bedrijven in de regio. De stadsregio zelf is verantwoordelijk voor de exploitatie van het openbaar vervoer en voor de aanleg en het beheer van metro- en traminfrastructuur. Uitvoeringsprojecten komen meestal door inspanningen van andere partijen daadwerkelijk tot stand, waarbij de stadsregio een aanjagende of coördinerende rol vervult. In het Uitvoeringsprogramma van het RVVP en in het jaarlijkse Regionaal Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RIVV) zijn de projecten en maatregelen opgenomen die noodzakelijk zijn om de doelen te bereiken en de geconstateerde knelpunten op te lossen. Jaarlijks wordt een monitoringsrapport gepubliceerd. Aan de hand hiervan wordt gekeken of de doelstellingen worden gehaald en kan zonodig worden bijgestuurd. Ook de monitoring van het RIVV is een instrument om de voortgang van de uitvoering in de gaten te houden. Wat hebben we tot nu toe gedaan? > Algemeen beleid en financiering Het ontwerp Uitvoeringsagenda Regionaal Verkeers- en Vervoersplan 2007-2011 is in april, ten behoeve van advisering door direct betrokken partijen en maatschappelijke organisaties, vastgesteld. Het doel is vaststelling in de Regioraad van juli. Er wordt hard gewerkt aan de afspraken uit de Samenwerkingsagenda Zuidvleugel ter voorbereiding van het bestuurlijk overleg in mei. Op landelijk niveau is in SkVV-verband geparticipeerd in overleggen rond diverse thema’s met op dit moment de nadruk op kilometerprijs, verkeersveiligheid, herijking BDUsleutel en OV-chipkaart. > Openbaar vervoerinfrastructuur De uitvoering van Rotterdam Centraal is in volle gang. Het gereedkomen van het metrostation CS is vertraagd met 10 maanden. De vriesproblemen zijn inmiddels opgelost zodat de start van
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
9
het ontgraven van de bouwput half mei kan gaan plaatsvinden. Eind januari is het boren hervat na een stilstand van de tunnelboormachine van 3 maanden. De tunnelboormachine is op 30 maart gearriveerd aan de Conradstraat. De resterende delen van de Schiedam-Vlaardingenlijn zijn in voorbereiding en uitvoering. De realisatie van de Vastelandspoorbogen is gestart. Na het afronden van de planstudie is er gestart met een definitief ontwerp voor de TramPlusinfrastructuur tussen Vasteland en A20. Voor het ZoRobustracé is een alternatief tracé aan de westkant van de HSL voorgesteld. Dit voorstel ligt nu ter consultatie bij de betrokken partijen. Voor station Kethel en de haltering van de tram aldaar is nader onderzoek gedaan naar de kosten tussen de verschillende varianten. Komende tijd zal met Schiedam een defintieve keuze gemaakt worden. De planstudie Riddekerklijn bevindt zich in de fase van tracébeoordeling en keuze voor een tracé. Er is onderzoek gedaan naar een normale buslijn tussen Lansingerland en Alexander. Connexxion zal in het vervoerplan 2008 hiervoor een voorstel doen. Het onderzoek naar de verbetering van het busstation Alexander is zo goed als afgerond en zal binnenkort met de betrokken partijen worden besproken. Tenslotte is er gewerkt aan een Evaluatie TramPlus, naar de oorzaken van het niet halen van de gewenste TramPluskwaliteit en de mogelijkheden om deze kwaliteit alsnog te halen. > Weginfrastructuur Een omissie in het verkeersonderzoek voor de Trajectnota/MER A4 Delft – Schiedam was aanleiding om nieuwe verkeersberekeningen te maken. De uitkomsten daarvan zijn geanalyseerd en opgenomen in een aanvulling op de Trajectnota/MER. Deze aanvulling was op 1 mei nog niet gereed om ter advisering aan de commissie MER voor te leggen. De voorbereiding van de MER-studie A13/16 loopt. De MER-studies voor de deeltrajecten van de N209 zijn in voorbereiding c.q. in procedure. De planstudie Kralingseplein is afgerond met een besluit om in de zomer van 2007 starten met capaciteitsuitbreiding van het plein. Voor de verkenning wegenstructuur Noordoost is de knelpuntenanalyse gereed en wordt momenteel gewerkt aan scenario’s met diverse maatregelen. De studie oostelijke ontsluiting van Voorne Putten zal binnenkort besproken worden met de betrokken partijen. De A4-Zuid is de maatregel die op termijn echt zinvol is. > Fietsinfrastructuur Ter vergroting van de rol van de fiets in de mobiliteitsketen is een fors aantal stallingsprojecten bij OV-knooppunten verder richting uitvoering gebracht. > Park & Ride De P+R voorziening bij NS-station Barendrecht is gedeeltelijk in gebruik genomen en zal medio juni ter gelegenheid van de ingebruikneming van de Betuwelijn volledig opengesteld worden. Aan de openstelling van de P+R Zuidplein werd de laatste hand gelegd. > Mobiliteitsmanagement De regionale website www.bereikbareregiorotterdam.nl is online. Naast informatie over regionale wegwerkzaamheden wordt ook informatie over files, parkeren, fiets, openbaar vervoer en (water)taxi via deze website ontsloten. De informatie over de bereikbaarheid van de belangrijkste regionale bestemmingen zoals ziekenhuizen en musea in de regio wordt de komende periode op de website gepresenteerd. De eerste resultaten van de visie op verkeersmanagement “Samenhangend Netwerk” zijn besproken in een sessie met de stadsregionale gemeenten. Verder is de formulering van de eisen voor een integraal systeem voor multimodale reisinformatie afgerond. De stadsregio Rotterdam is toegetreden tot het landelijke koplopersoverleg van het National Data Warehouse, waar de inwinning van verkeersinformatie centraal staat. In samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam is gestart met het project PITS (Port related Intelligent Transport Services). Het project betreft een onderzoek met een focus op het
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
10
havengebonden goederenvervoer waarin effectieve maatregelen worden uitgewerkt op het gebied van dynamisch verkeersmanagement en ICT die de drukte tijdens de ochtend- en avondspits kunnen verminderen. > Nexus Nexus biedt bij mobiliteitsmanagement een belangrijk afstemmingsplatform (DVM-tafel). Dat geldt ook voor de aanpak van bereikbaarheidsproblemen in delen van de regio in samenwerking met consumenten en bedrijfsleven aan gebiedstafels. De resultaten van de probleemanalyse van de gebiedstafel Noordwest zijn gepresenteerd. Bij de tafel Alexanderknoop is een eerste bijeenkomst met wegbeheerders georganiseerd wat een lijst met mogelijke projecten voor een samenwerkingsagenda heeft opgeleverd. > Verkeersveiligheid Het werkplan voor de regionale projectgroep verkeersveiligheid is vastgesteld. De uitgevoerde analyse van de verkeersveiligheidscijfers geeft aanknopingspunten voor doelgroepen voor gedragsgerichte verkeersveiligheidsprojecten en voor locaties waar de infrastructuur in combinatie met handhavingsinzet dient te worden aangepakt. > Goederenvervoer De eerste fase van het onderzoek naar de knelpunten en oplossingsrichtingen op het gebied van stedelijke distributie in de stadsregio is uitgevoerd. Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Projectkosten Nexus vervoermanagement ROV-ZH Apparaatslasten
begroting 2007
Totaal
2.992.779 0 400.000 297.690 388.210 4.078.679
766.893 0 0 0 232.297 999.190
2.992.779 0 400.000 297.690 394.600 4.085.069
Totaal
0 4.078.679 4.078.679
0 999.190 999.190
0 4.085.069 4.085.069
0
0
0
Baten Gemeentelijke bijdrage Bijdrage t.l.v. BDU
Saldo van de rekening
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Er worden geen afwijkingen t.o.v. de begroting verwacht.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
11
2.5 Activiteit: Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer Programma: Portefeuillehouder:
Verkeer en vervoer J.N. Baljeu
Wat willen we bereiken? Het Regionaal Verkeer- en Vervoersplan 2003-2020 (RVVP) is het regionale kader voor verkeer en vervoersbeleid in de stadsregio Rotterdam voor een periode van 15 à 20 jaar. De Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) wordt ingezet om de doelen en ambities van het RVVP te realiseren. De uitvoering van het regionale verkeer- en vervoersbeleid is de verantwoordelijkheid van de stadsregio in samenwerking met de betrokken wegbeheerders. De realisatie van projecten voor wegen, fietspaden, flankerende maatregelen, vervoermanagement en verkeersveiligheid is de primaire verantwoordelijkheid van de wegbeheerders in de regio. De stadsregio zorgt daarbij voor beleidsmatige afstemming, stimulering en medefinanciering in het kader van de uitvoering van het regionale beleid. De realisatie van openbaar vervoerinfrastructuur is de volledige verantwoordelijkheid van de stadsregio. Wat hebben we tot nu toe gedaan? De activiteiten betreffen in algemene zin: Het beoordelen van subsidieaanvragen; Het voorbereiden van subsidiebeschikkingen en de financiële afhandeling daarvan; Rapportages over de voortgang, zowel in het kader van de gebruikelijke 4- en 8maandsrapportages met daarboven een halfjaarrapportage met meer inhoudelijk karakter, gericht op bijsturing (voor zover noodzakelijk); Voortgangsbewaking. De voortgangsbewaking is niet alleen gericht op het totaal van het investeringsprogramma, maar tevens op de uitvoeringsafspraken met de wegbeheerders; Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Investeringsbijdragen Dotatie voorziening Decentraal budgetbeheer (dS+V) Apparaatslasten Bijdrage bestuurskosten Bijdrage planontwikkeling Totaal Baten Rijksbijdragen bijdrage BOR Rente Totaal
Saldo van de rekening
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
begroting 2007
65.830.879 359.745 781.395
15.104.976 0 411.113
66.972.019
15.516.089
82.341.528 0 405.000 778.780 0 4.085.069 87.610.377
55.343.537 9.006.866 2.621.616 66.972.019
15.000.000
85.058.761
516.089 15.516.089
2.551.616 87.610.377
0
0
0
12
Ontwikkeling voorziening BDU Infra Ontwikkeling voorziening verplicht Ontwikkeling voorziening verplicht Kleine projecten: Grote projecten totaal
stand per eind 2006 43.377.017 134.789.298
beschikkingen
178.166.315
Ontwikkeling voorziening BDU Nog te verplichten Stand per 01-01-2007 mutaties: - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht Prognose stand per 31-12-2007
20.000.000 46.200.000 66.200.000
vrijval
betalingen -20.000.000 -93.000.000
stand per eind 2007 43.377.017 87.989.298
-113.000.000 131.366.315
21.830.701 52.119.943 -66.200.000 + 7.750.644
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 > baten De rijksbijdrage bestaat uit de volgens de beschikking van het rijk toegekende BDU-bijdrage die toegerekend is aan infraprojecten, verminderd met de inlossing op het naar voren gehaalde recht op de rijksbijdrage. Het naar voren gehaalde recht op de rijksbijdrage is destijds opgenomen om de in het kader van de inwerkingtreding van de BDU van het rijk overgenomen projecten boekhoudkundig juist te kunnen verwerken. Verder wordt een rentebaat verwacht van ca € 2,6 mln. > lasten Omwille van de transparantie wordt de voorkeur gegeven om baten die dienen ter dekking van meerjarige verplichtingen direct toe te voegen aan de voorziening nog te verplichten. Bij het daadwerkelijk aangaan van een nieuwe verplichting wordt deze ten laste gebracht van de voorziening nog te verplichten en opgevoerd onder de voorziening verplicht, waar ook de verdere afwikkeling loopt. Conform deze werkwijze is bij de lasten in het bovenstaande overzicht een dotatie aan de voorziening opgenomen. Deze dotatie is het saldo van de rekening, na bekostiging van de exploitatielasten van het lopende jaar. > voorziening In de eerste 4 maanden zijn ten laste van de BDU voor kleine projecten (< € 10 mln.) 21 verplichtingen aangegaan voor een totaalbedrag van € 6,5 mln. Verder zijn er 30 aanvragen in verschillende stadia van behandeling, die een potentiële verplichting vertegenwoordigen van € 9,2 mln. Deze score correspondeert met voorgaande jaren, waarin het zwaartepunt van de verplichtingen telkens in de laatste twee kwartalen lag. Ten laste van de BDU is in de eerste 4 maanden van 2007 voor een bedrag van € 1,4 mln. aan verplichtingen voor grote projecten aangegaan en gewijzigd. De werkzaamheden in het kader van de grote projecten hebben zich voornamelijk beperkt tot het begeleiden van lopende verplichtingen. In de eerste 4 maanden van 2007 zijn 19 kleine projecten financieel afgewikkeld. Dit heeft geleid tot een vrijval op deze verplichtingen van € 0,75 mln.. Totaal zijn op 24 kleine projecten betalingen gedaan voor een totaalbedrag van € 1,3 mln. Voor de grote projecten is er in de eerste 4 maanden van 2007 totaal € 7,2 mln. aan voorschotten betaald en verrekend.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
13
2.6 Activiteit: Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam Programma: Portefeuillehouder:
Verkeer en vervoer J.N. Baljeu
Wat willen we bereiken? Het Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam behelst een samenhangend pakket maatregelen gericht op een structurele verbetering van de bereikbaarheid van de regio Rotterdam en gebieden grenzend aan de regio. De bestuurders van de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam en de stadsregio Rotterdam hebben de samenwerking bekrachtigd in een bestuursovereenkomst. Het Fonds Bereikbaarheidsoffensief (BOR-fonds) is naast de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer een middel om de doelstellingen van het RVVP te bereiken, in het bijzonder de verbetering van de bereikbaarheid van de regio Rotterdam. De stadsregio voert het beheer van het fonds. Het besluitvormingsproces is beschreven in het convenant met de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland, de beleidsnota en de verordening die in juni 2001 door de regioraad is vastgesteld. Wat hebben we tot nu toe gedaan? De activiteiten betreffen in algemene zin: Het beoordelen van subsidieaanvragen; Het voorbereiden van subsidiebeschikkingen en de financiële afhandeling daarvan; Voortgangsrapportages. Over de voortgang wordt gerapporteerd, zowel in het kader van de gebruikelijke 4- en 8 maandsrapportages als, daarboven, een halfjaarrapportage met meer inhoudelijk karakter, gericht op bijsturing (voor zover noodzakelijk); Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Projectkosten Bijdrage aan BDU Dotatie aan voorziening Apparaatslasten Bijdrage diverse beleidsterreinen Totaal Baten Rijksbijdragen Bijdrage convenantpartners Rente Totaal
Saldo van de rekening
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
begroting 2007
60.900 9.006.866 1.827.889 271.585 11.715 11.178.955
0 0 144.204 0 1.027.976
60.900 5.836.335 0 270.005 11.715 6.178.955
8.500.000
0
3.500.000
2.678.955 11.178.955
1.027.976 1.027.976
2.678.955 6.178.955
0
0
0
883.772
14
Ontwikkeling voorziening Ontwikkeling voorziening verplicht
stand per
BOR-projecten
eind 2006 14.618.692
beschikkingen 42.260.000
vrijval
betalingen -48.100.000
stand per eind 2007 8.778.692
Ontwikkeling voorziening BOR Nog te verplichten Stand per 01-01-2007 mutaties: - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht
133.611.664
Prognose stand per 31-12-2007
102.509.044
11.157.380 -42.260.000
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 > baten Deze betreffen de geprognosticeerde renteopbrengst. De middelen die beschikbaar zullen komen (€ 10 mln. rijksbijdrage op even grote inleg van convenantpartners) voor het uitrollen van Dynamische Reizigers Informatie (DRI) zijn nog niet in de begroting verwerkt. Reden hiervoor is dat met de convenantpartners en stadsgewest Haaglanden nog geen afspraken zijn gemaakt over de hiervoor te plegen inleg. Wel zijn hierbij opgenomen de laatste bijdragen m.b.t. de envelop regionale bereikbaarheid; dit betreft een verwachte bijdrage van de provincie, alsmede de verdubbeling door het rijk van die bijdrage en van het nog door Rotterdam in dit kader te betalen bedrag. > lasten Conform de werkwijze zoals uiteengezet bij de vorige begrotingsactiviteit, wordt het saldo van de lopende rekening toegevoegd aan de voorziening nog te verplichten. Bij het daadwerkelijk aangaan van een nieuwe verplichting wordt deze ten laste gebracht van de voorziening nog te verplichten en opgevoerd onder de voorziening verplicht, waar ook de verdere afwikkeling loopt. Omdat tot op heden nog geen baten zijn gerealiseerd, heeft er vooralsnog geen dotatie aan de voorziening plaatsgevonden. > voorziening In de eerste 4 maanden van 2007 is geen beschikking afgegeven ten laste van het BOR-fonds. In het eerste trimester van 2007 is voor € 2,3 mln. aan betalingen gedaan op lopende verplichtingen.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
15
2.7 Activiteit: Exploitatie openbaar vervoer Programma: Portefeuillehouder:
Verkeer en vervoer J.N. Baljeu
Wat willen we bereiken? Een OV-systeem dat voldoet aan de kwaliteitseisen van de reiziger op het gebied van beschikbaarheid, snelheid, tariefniveau, veiligheid en toegankelijkheid. De mate waarin hieraan wordt voldaan, vertaalt zich in het gebruik van het openbaar vervoer en in de klanttevredenheid. De concessiehouders, die het openbaar vervoer in de stadsregio uitvoeren, moeten zich dan ook meer richten op de markt. Een maat voor de kwaliteit is de klantenbarometer. Dit onderzoek onder OV-gebruikers wordt jaarlijks gehouden. De stadsregio wil dat vanaf 2007 alle concessies en vervoerstechnieken een 7 als rapportcijfer in klantenbarometer behalen. In alle concessies is een bonus gekoppeld aan het bereiken van het rapportcijfer 7 in de klantenbarometer. De stadsregio blijft inzetten op kostenbeheersing en opbrengstverhogingen in het openbaar vervoer: groei van het aantal betalende reizigers in 2007 met 3% ten opzichte van 2006; verbetering van de kostendekkingsgraad van 36,0 % in 2004 naar 40% in 2007 (inzet 36,4% in 2005 en 37% in 2006). Chipkaart Vanaf eind 2005 is de OV-chipkaart in gebruik in de stadsregio; in 2006 heeft een opschaling van het systeem plaatsgehad. Eind 2006 beschikken alle OV-reizigers in de stadsregio over de OV-chipkaart en kan op alle OV-lijnen van de stadsregio met de OV-chipkaart gereisd worden, naast de papieren vervoerbewijzen. Begin 2007 heeft de minister het Nationale tariefsysteem afgeschaft en kan uitsluitend met de OV-chipkaart in de regio worden gereisd. Een nieuw tariefsysteem gebaseerd op de tariefkilometer wordt door de vervoerbedrijven gehanteerd. Concessies De relatie met de concessiehouders wijzigt vanaf 2007 ingrijpend. In 2007 zijn nieuwe concessies gegund, gebaseerd op aanbiedingen met een marktconform kostenniveau. Marktconforme exploitatiebijdragen maken bij een gelijke geldstroom een ‘kwaliteitsprong’ in het openbaar vervoer mogelijk. Daarnaast zijn aparte contracten met de concessiehouders gesloten voor het beheer en onderhoud van de railinfrastructuur (inclusief de infrastructuur voor de dynamische reisinformatie) en de activiteiten in het belang van de sociale veiligheid. In de kadernota Openbaar Vervoer, de daarop gebaseerde Programma's van Eisen (PvE’s) en de bestekken zijn de eisen voor de beschikbaarheid, bedieningsniveau en de netwerkkwaliteit uitgewerkt. Alle concessies voldoen aan de op basis van de PvE’s opgestelde bestekken. De overige kwaliteitseisen zijn uitgewerkt in de meerjarenplannen sociale veiligheid, toegankelijkheid en in de beleidslijnen reisinformatie en tarieven. Marketingplatform De stadsregio zet samen met de concessiehouders een marketingplatform op. In dit platform worden marketingactiviteiten geïnitieerd en gecoördineerd. De samenhang in het stadsregionale OV-net wordt met de gezamenlijke marketing onderschreven. Hoekselijn De Hoekselijn is een van de spoorlijnen, die het Rijk zal overdragen aan de lagere overheden. Na de overdracht van de Hoekselijn van het Rijk aan de stadsregio wordt in 2007 het aanbod op de Hoekselijn verbeterd. Dit zal gebeuren door een verhoging van het voorzieningenniveau en een optimale afstemming van het bus- en treinvervoer in het noordwesten van de stadsregio. OV over water
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
16
In 2006 is een marktconsultatie gehouden om de haalbaarheid van een uitbreiding van het OV over water goed in beeld te krijgen. Dit leidt in 2007 tot initiatieven in de stadsregio voor nieuwe OV-verbindingen over water. Sociale Veiligheid De concessiehouders dienen jaarlijks een uitvoeringsplan sociale veiligheid in bij de stadsregio. In dit plan worden de activiteiten op het gebied van sociale veiligheid beschreven. Het plan bevat een evaluatie van het voorgaande jaar en een verantwoording van de genomen maatregelen en hieraan bestede middelen. De plannen worden getoetst aan het meerjarenplan ‘sociale veiligheid openbaar vervoer 2005-2009 stadsregio Rotterdam’. De stadsregio sluit een contract met de concessiehouders af, waarin de aard, de omvang en de vergoeding van de volgende activiteiten zal worden geregeld: inzet van personeel ten behoeve van controle en veiligheid (waaronder controleurs op de tram); aanschaf en plaatsing van nieuwe camera’s in voertuigen, op halten en/of stations en het uitlezen van camerabeelden; uitvoering van activiteiten gericht op preventie, zoals het geven van voorlichting op scholen. In de contracten voor 2007 worden met de concessiehouders de volgende doelen vastgelegd: waardering veiligheidsgevoel reiziger in het voertuig. Op stadsregionaal niveau wordt gestreefd naar een waarderingscijfer van 7,2 voor alle concessies; waardering veiligheidsgevoel reiziger op halte/station: op stadsregionaal niveau wordt gestreefd naar een waarderingscijfer van 7,2 voor de metro, 7,0 voor de tram en 7,0 voor de bus; waarderingsgevoel personeel openbaar vervoer: op stadsregionaal niveau wordt gestreefd naar een waarderingscijfer van 6,2 voor het metro- en toezichthoudend personeel; voor de tram wordt gestreefd naar 6,5 en voor de bus naar een 6,4; incidenten waarbij reizigers en personeel betrokken zijn. De stadsregio zet in op een jaarlijkse daling van 1% van het aantal geregistreerde incidenten; het zwartrijden wordt in 2007 gereduceerd tot maximaal 4% voor de tram en metro en 2% voor de bus; er zijn geen onveilige lijnen meer; graffiti in voertuigen en stations wordt binnen 24 uur verwijderd; gereedkomen van revitalisering metrostations. Toegankelijkheid In het Meerjarenplan toegankelijkheid OV 2005-2010 is het groeipad aangegeven naar een toegankelijk stads- en streekvervoer in 2010. Jaarlijks dienen de concessiehouders per concessie een voortschrijdend meerjarenprogramma toegankelijkheid in. In dit programma geeft de concessiehouder voor de komende vier jaar aan welke maatregelen worden genomen voor het verbeteren van de toegankelijkheid van het OV. Het meerjarenprogramma dient als basis voor de subsidieaanvraag van de concessiehouder voor de financiering van het uitvoeringsprogramma in het komende jaar. Bij de subsidieverlening toegankelijkheid 2007 wordt het volgende nagestreefd: - alle metrolijnen zijn toegankelijk voor mensen met een functiebeperking en alle metrostations hebben voorzieningen voor slechthorenden en slechtzienden (is onderdeel revitalisering metrostations); - alle TramPluslijnen zijn toegankelijk voor mensen met een functiebeperking; de concessiehouder tram is begonnen met het uitvoeren van het toegankelijkheidsprogramma van de andere tramlijnen. Dit programma is gebaseerd op de prioriteringsstudie toegankelijke tramhalten uit 2006, die als vervolg op de Update OV is uitgevoerd; - de concessiehouders en wegbeheerders zijn begonnen met het toegankelijkheidsprogramma om knooppunten en en de halten langs het robuuste busnet toegankelijk te maken; - het inzetten van rijdend materieel met lage vloeren. Dynamische reisinformatie
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
17
De Beleidslijn reisinformatie (vastgesteld in 2005; uitvoeringsprogramma vastgesteld 2006) heeft geleid tot de volgende afspraken met de concessiehouders en wegbeheerders: alle metrohalten en alle TramPluslijnen inclusief de ‘samenlooptrajecten’ zijn voorzien van dynamische reisinformatie. Het gerenoveerde OV-knooppunt Zuidplein is voorzien van dynamische reisinformatie (naast de OV-knooppunten Spijkenisse-centrum en Schiedamcentrum); in de concessie Voorne-Putten is een dynamisch reizigersinformatiesysteem in gebruik; de concessiehouders en wegbeheerders zijn begonnen met het plaatsen van een dynamisch reizigersinformatiesysteem op knooppunten en op de halten langs het robuuste busnet. Milieu Vanwege de zorgelijke luchtkwaliteit in de stadsregio is bij de voorbereiding van de eisen voor de nieuwe openbaar vervoerconcessies nagegaan op welke wijze de milieueisen voor bussen kunnen worden aangescherpt. De concessiehouder stelt een Uitvoeringsplan milieu op; met de uitvoering van dit plan wordt voldaan aan de volgende eisen: nieuw materieel voldoet ten minste aan de euro-4 norm. Gewenst is dat nieuw materieel voldoet aan de euro-5 norm; ten minste 80% van de dienstregelinguren wordt uitgevoerd met autobusmaterieel dat voldoet aan de euro-4 emissienorm of hoger; ten hoogste 20% van de dienstregelinguren wordt uitgevoerd met autobusmaterieel dat voldoet aan de euro-3 emissienorm; ten hoogste 10% van de dienstregelinguren wordt uitgevoerd met autobusmaterieel dat voldoet aan de euro-2 emissienorm; verdere maatregelen worden genomen ter beperking van de emissie van de in te zetten euro-2 en euro-3 voertuigen het vermijden van het inzetten van euro-2 en euro-3 materieel in de straten met een hoge milieubelasting; het onderhoud van de voertuigen dient zodanig te zijn, dat de eerder vermelde emissienormen te allen tijde worden gehaald; de concessiehouder zorgt ervoor in de bedrijfsvoering de milieuhinder zoveel mogelijk te beperken. Wat hebben we tot nu toe gedaan? Concessieverlening Begonnen is met de voorbereiding van de aanbesteding van het busvervoer in de stadsregio (exclusief de concessie Voorne Putten/Rozenburg) per 14 december 2008. Het dagelijks bestuur heeft op 28 februari j.l. de ‘Hoofdlijnennotitie aanbesteding busconcessies’ vastgesteld. Hierin wordt de aanpak, procedure en uitgangspunten voor het project beschreven. Onderdeel hiervan is een aanpassing van de concessie-indeling. Ondertussen is ook een start gemaakt met de actualisatie van het Programma van Eisen (PvE). In dit kader wordt contact onderhouden met ambtelijk vertegenwoordigers van de inliggende gemeenten: er zijn gesprekken gevoerd over de inhoud van het PvE, en er verschijnt periodiek een ‘nieuwsbrief aanbesteding busconcessies’. Gepland is dat het dagelijks bestuur in de laatste vergadering voor de zomer het PvE in ontwerp vaststelt, waarna het ter consultatie aan de gemeenten en het PROV wordt voorgelegd. Nadat de concessie Voorne-Putten/Rozenburg in december 2006 met twee jaar is verlengd, zal hier in de eerste helft van 2007 een beknopte evaluatie plaatsvinden. In overleg met Connexxion is een bijeenkomst met de gemeenten voorbereid, die in mei 2007 heeft plaatsgevonden. Exploitatiebijdrage De beide concessiehouders, RET en Connexxion, hebben in de maanden januari tot en met april de afgesproken bijdragen van de stadsregio ontvangen voor de uitvoering van het openbaar vervoer in de concessies. De RET ontvangt naast de bijdragen voor de exploitatie van de concessie Rail en de concessie Bus een bijdrage voor de activiteiten op het gebied van de sociale veiligheid, alsmede een bijdrage voor het beheer en onderhoud van de railinfra. Connexxion ontvangt bijdragen voor de exploitatie (inclusief de activiteiten op het gebied van sociale veiligheid) van de concessies Voorne-Putten/Rozenburg en Streek-Overig.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
18
OV-chipkaart In maart en april hebben de NS, RET en Connexxion de laatste systeem testen (Full System Acceptance test afgekort de FSA) uitgevoerd. In deze testperiode wordt het gehele systeem met een hoog aantal transacties (ca 300.000 per dag) getest. Om dit hoge aantal te bereiken hebben de OV-chipkaartreizigers tijdelijk aantrekkelijke kortingen gekregen. Saldoreizigers kregen 30 % korting op de vaste voet en het km-tarief; onder abonnementreizigers werden prijzen verloot. Daarnaast zijn 65.000 studenten voorzien van een “preview”-kaart, waarmee zij gratis konden reizen. Op basis van de voorlopige resultaten hebben de betrokken vervoerbedrijven besloten nog een aantal aanvullende testen uit te voeren. Dit betekent, dat het aansluiten van tram en bus aan het OV-chipkaartsysteem later plaatsheeft dan de geplande datum (begin mei). Ook zal de acceptatieplicht van de papieren vervoerbewijzen (strippenkaart) op de metro niet op 1 juli worden beëindigd. Marketingplatform De vervoerders hebben gezamenlijk marketingplannen voor de periode 2007/2008 ontwikkeld. Daarnaast zijn er in samenwerking met Stadsgewest Haaglanden en de Provincie Zuid-Holland plannen ontwikkeld voor marketingactiviteiten op Zuidvleugelniveau. Hoekse lijn In de afgelopen periode is bekeken welke mogelijkheden er zijn om de huidige treinverbinding te kunnen omvormen tot een lightrail verbinding. In december 2006 heeft het dagelijks bestuur van de stadsregio een voorstel opgesteld en dat aan het ministerie van V&W voorgelegd. Naar aanleiding daarvan heeft de stadsregio begin februari met het ministerie afspraken gemaakt over de overname van de exploitatie van de treindienst Rotterdam-Hoek van Holland met ingang van december 2007. De overname loopt vooruit op het plan na 2010 de lijn als een metroverbinding te gaan exploiteren. Die moet dan bij station Schiedam-Centrum aansluiten op de huidige Calandlijn. In het eerste kwartaal zijn de voorbereidingen gestart voor de ombouwplannen en voor het verlenen van een concessie aan NS voor het voortzetten van de huidige treindienst tot december 2010. Het ministerie van V&W voert op dit moment een landelijk onderzoek uit naar de capaciteit van het gehele spoornet, waarbij ook maatregelen om de capaciteit tussen Den Haag en Rotterdam te vergroten aan de orde komen. Daarnaast worden de afspraken die in het verleden over het project RandstadRail zijn gemaakt, in de komende maanden geëvalueerd. De uitkomsten van het genoemde onderzoek en de evaluatie worden betrokken bij de verdere afspraken die over de Hoekse Lijn worden gemaakt. OV over water De stadsregio heeft begin 2007 aangekondigd om 2 initiatieven te ontplooien op het terrein van personenvervoer over water. Allereerst zal er gestart worden met een verbinding tussen Hoek van Holland en Europoort/Maasvlakte. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het bestek. De start van de dienstregeling staat gepland voor begin 2008. Het 2e initiatief betreft een aanbesteding Nieuwe Waterweg e.o.. Deze wordt eveneens dit jaar voorbereid. De start van de dienstregeling is gepland voor medio 2009. Dit duurt relatief lang in verband met de benodigde bouw van nieuwe schepen. Toegankelijkheid Het meerjarenplan toegankelijkheid 2007-2010 met daarin het beleid op het gebied van toegankelijkheid voor de komende jaren is vastgesteld. Daarnaast zijn er in het kader van het implementatieplan toegankelijkheid bushaltes gestart met het maken van afspraken met wegbeheerders over het toegankelijk maken van bushaltes in de periode tot 2010. Voor wat betreft de chipcard wordt bekeken op welke wijze de toegankelijkheid van het chipcardsysteem, met name voor blinden-en slechtzienden, nog verder verbeterd kan worden. Tot slot is er gestart met de aanleg van blindegeleidelijnen op de metrostations. Dynamische reisinformatie
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
19
In het 1e kwartaal 2007 zijn kontakten met de wegbeheerders in het concessiegebied VoornePutten/Rozenburg voor de aanleg van dynamische reisinformatie bij 45 geselecteerde halten. Monitoring Beide concessiehouders leveren ieder kwartaal gegevens aan over de uitvoering van de concessie. De gegevens worden opgesteld conform het model informatie profiel (MIPOV), dat door de meeste concessieverleners in nederland wordt gehanteerd. Per kwartaal vindt er zowel met de RET als met Connexxion een concessie-overleg plaats waar de MIPOV-gegevens worden besproken. De overleggen over de gegevens van het 1e kwartaal 2007 vinden in mei plaats. Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving Lasten Exploitatie OV Beheer en onderhoud sociale veiligheid Projecten Algerakaart dotatie voorziening Apparaatslasten
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
begroting 2007
Totaal
122.500.000 47.000.000 24.400.000 1.776.455 0 0 1.151.645 196.828.100
95.682.191 47.000.000 24.000.000 1.409.030 15.734 0 586.871 168.693.826
178.529.190 0 0 0 0 0 1.165.185 179.694.375
Totaal
195.878.100 950.000 196.828.100
195.878.100 389.261 196.267.361
179.540.000 154.375 179.694.375
0
-27.573.534
0
Baten Rijksbijdragen Rente
Saldo van de rekening
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Er worden geen afwijkingen t.o.v. de begroting verwacht.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
20
2.8 Activiteit: Beheerkosten Groenakkoord Programma: Portefeuillehouder:
Groen J.H.M. Hermans
Wat willen we bereiken? Het beheer van de groengebieden die in het kader van het Groenakkoord worden gereali-seerd, gedurende een periode van 10 jaar vanaf de realisatie. Wat hebben we tot nu toe gedaan? De stadsregio heeft het overgrote deel van haar bijdrage aan het groenakkoord bestemd voor beheer. Tot 2010 wordt jaarlijks een reservering gedaan voor dit doel. Bij afronding van de planvorming van groenakkoordprojecten wordt, afhankelijk van de grootte van het project, een financiële bijdrage vrijgemaakt. In de eerste vier maanden van dit jaar zijn geen verplichtingen met betrekking tot de beheergelden aangegaan. Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Directe lasten Dotatie aan voorziening
begroting 2007
0 391.800
0 0
Totaal
391.800
0
391.800 391.800
Totaal
391.800 391.800
0 0
391.800 391.800
0
0
0
Baten Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
0
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 De meeste groenakkoordprojecten bevinden zich nog in de planvormingsfase. Daarom zijn tot op heden nog maar weinig toezeggingen met betrekking tot financiële bijdragen voor beheer gedaan. Wel is er een aantal reserveringen gemaakt voor projecten (o.a. Spijkenisse zuid-oost, Oranjebuitenpolder, Barendrecht zuid) waarvan wordt verwacht dat ze de komende jaren in uitvoering zullen komen.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
21
2.9 Activiteit: Beleidsontwikkeling en programmamanagement regionaal groen Programma: Portefeuillehouder:
Groen J.H.M. Hermans
Wat willen we bereiken? De inspanningen in het beleidsveld groen richten zich op de dubbele doelstelling die al in 1993 door ROM-Rijnmond is vastgelegd: ‘Verbeteren van de economische situatie en het verbeteren van de leefbaarheid in de Rotterdamse regio’. Van deze hoofddoelstelling is een aantal subdoelstellingen afgeleid. Zo geschiedt de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit onder andere door groenontwikkeling. De regioraad en gedeputeerde staten hebben in 2005 het Regionaal Groenblauw Structuur Plan 2 (RGSP2) en het daaraan gekoppelde Uitvoeringsprogramma vastgesteld. Op basis hiervan zijn prioriteiten geformuleerd en is een fasering aangebracht in de groenprojecten die in de stadsregio moeten worden gerealiseerd. De belangrijkste elementen in het uitvoeringsprogramma zijn: • vóór 2010 is 993 ha gereed (projecten ‘laaghangend fruit’). Daarmee is een beschikbaar bedrag van € 145 miljoen gemoeid; • vóór 2010 is 2.354 ha van de eerste prioriteit-projecten uitvoeringsgereed gemaakt en deels in uitvoering. Hiervoor is € 411 miljoen beschikbaar. Op deze projecten is, na de inzet van vrije middelen uit het groenakkoord en van de provincie, nog een tekort van circa € 20 miljoen. Dit tekort wordt opgelost door onder andere eenvoudiger inrichten en bijdragen uit andere bronnen, bijvoorbeeld waterschappen of commerciële voorzieningen; • vóór 2010 zijn zes verbindingen met prioriteit gerealiseerd en een aantal barrières opgeheven. Dit vergt een investering van circa € 36 miljoen + p.m. Hiervan moet nog ongeveer € 5,6 miljoen + p.m. worden opgebracht door de regio (gemeenten, waterschappen, recreatieschappen, stadsregio en provincie). De fietspaden die zijn opgenomen in het RGSP2 komen ook voor in het provinciale fietsplan of het Regionaal Verkeer- en Vervoersplan; • de komende jaren moet worden gezocht naar financieringsmogelijkheden voor de 2e en 3e prioriteitsprojecten (realisatie in de periode 2010 – 2020). Hiervoor is nu slechts € 25 miljoen beschikbaar; • de stadsregio gaat de regie voeren over de groenprojecten in de noordrand van Rotterdam, Voorne Putten, Rozenburg en de Maasmond. De provincie doet dat in de regioparken Midden Delfland, Rottemeren en IJsselmonde. Regie voeren betekent organiseren dat projecten uitvoeringsgereed worden door inzet van alle bevoegdheden, instrumenten en middelen; • de provincie en de stadsregio treden gezamenlijk in overleg met de gemeenten over de organisatie, taken en financiering van het beheer. Hiervoor zijn in 2006 voorstellen geformuleerd die in 2007 in uitvoering worden genomen. Wat hebben we tot nu toe gedaan? De monitoringrapportage RGSP2 over 2006 is door de Regioraad vastgesteld. Als vervolg daarop is een Plan van aanpak knelpunten uitvoering RGSP2 opgesteld. Daarin worden de acties beschreven die zijn / worden gepleegd om gesignaleerde knelpunten op te lossen. De eerste fase van het onderzoek naar financiering van de projecten die na 2010 moeten worden opgestart (2e en 3e prioriteit) is afgerond. Dit heeft een aantal ideeën opgeleverd voor het vervolgtraject, waarvoor momenteel de offerte wordt afgerond. Voor twee projecten op Voorne Putten, Middelweg noord en Schapengors, die beide onderdeel van de Ecologische hoofdstructuur moeten worden, is een projectleider aangewezen. De eerste
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
22
stappen zijn gezet en er is een communicatietraject in gang gezet voor direct betrokkenen (grondeigenaren, aanwonenden, belanghebbenden). Voor de kreken op Voorne Putten is het plan van aanpak vastgesteld en zijn de onderscheiden deelprojecten toegedeeld aan projecttrekkers. Dit jaar zullen voor een aantal deelprojecten nadere concertiseringsstappen worden gezet. Ook is de stichting kavelruil ingehuurd om na te gaan welke mogelijkheden er op dat gebied zijn. Voor de Oranjebuitenpolder is geconstateerd dat het concept Masterplan dat in 2006 is opgesteld een te hoog ambitieniveau had met daarbij onoverkomelijke inrichtingskosten. Daarom is een extern bureau ingehuurd die het inrichtingsniveau meer in overeenstemming brengt met de beschikbare financiële middelen. De resultaten daarvan worden medio juni verwacht. In opdracht van de stadsregio wordt een quick scan uitgevoerd naar de kosten en risico’s van het ontwikkelplan voor de korte en Lange Bonnen. Ook deze resultaten worden voor de zomer verwacht. In het kader van PMR is de stadsregio trekker van de groene (fiets)verbinding over de A15/Betuwelijn. Een extern bureau is de administratieve organisatie en interne controle aan het opzetten. Gemeentewerken Rotterdam werkt momenteel aan het definitieve ontwerp van de fietsverbinding. Voor de Vlinderstrik en de Schiezone zijn de hoofdlijnen voor de ontwikkeling van deze twee PMR-projecten (samen 150 ha) bestuurlijk vastgesteld evenals de financiële kaders. Medio 2007 moet het voorontwerp bestemmingsplan voor het Hoeksepark gereed zijn. Er lijkt enige vertraging te ontstaan als gevolg van het variantenonderzoek A13/16. Er wordt echter naar gestreefd dit zo veel mogelijk te beperken. De voorbereidende werkzaamheden voor de monitoringrapportage RGSP2 zijn inmiddels opgestart, zodat voor het eind van dit jaar deze aan het DB kan worden voorgelegd. Ten slotte is ook de verplichting voor de Algemene Advisering door dS+V aangegaan. Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Uitbestedingen Dotatie aan voorziening groen Apparaatslasten
begroting 2007
Totaal
761.500 32.737 352.130 1.146.367
174.918 0 184.910 359.828
761.500 32.737 352.130 1.146.367
Totaal
59.964 1.086.403 1.146.367
0 359.828 359.828
59.964 1.086.403 1.146.367
0
0
0
Baten Provinciale bijdrage Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
23
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Verwacht wordt dat alle geplande activiteiten dit jaar zullen worden gerealiseerd en dat het beschikbare budget 2007 volledig zal worden benut.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
24
2.10 Activiteit: Fonds Groen Programma: Portefeuillehouder:
Groen J.H.M. Hermans
Wat willen we bereiken? Het realiseren van de projecten ‘laaghangend fruit’ en de 1e prioriteitsprojecten uit het RGSP2. Wat hebben we tot nu toe gedaan? Dit jaar worden de jaarlijkse stadsregionale bijdrage aan PMR voor de 750 ha groen en de groene verbinding betaald. Ook wordt de bijdrage aan het Landscheidingspark (ruim € 13 miljoen) en het project Hoeksepark (€ 1.7 miljoen) betaald. Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Directe lasten Dotatie aan voorziening
begroting 2007
Totaal
0 18.440.000 18.440.000
0 5.734 5.734
2.650.000 5.856.820 8.506.820
Totaal
18.400.000 40.000 18.440.000
0 5.734 5.734
8.440.570 66.250 8.506.820
0
0
0
Baten Bijdrage uit Omslagfonds rente
Saldo van de rekening
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Om te voldoen aan de verplichtingen uit het fonds groen wordt in 2007 een deel van de bijdrage vanuit het Omslagfonds aan verkeer en vervoer ingezet voor Groen. Dit wordt in 2008 verrekend.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
25
2.11 Activiteit: Sociaal Beleid Programma: Portefeuillehouder:
Sociaal beleid J.A. Karssen
Wat willen we bereiken? Het doel van de Regionale Agenda Samenleving is om samenhang, samenwerking en gebiedsgerichte aanpak te bewerkstelligen op het terrein van de sociale infrastructuur. Wat hebben we tot nu toe gedaan? In het eerste kwartaal van 2007 is opdracht verstrekt voor het opstellen van de tweede SociaalEconomische Effectrapportage. Naar aanleiding van de woningbouwafspraken geeft deze monitor inzicht in de sociaal-economische ontwikkelingen. Daarnaast is gestart met de uitvoering van het Regionaal Actieplan Laaggeletterdheid. Gemeenten worden ondersteund in het opstellen van lokale plannen, en er worden regionale communicatiemiddelen ontwikkeld. Om betere invullling te geven aan de Regionale Agenda Samenleving is gestart met het vormgeven van een gezamenlijke besteding van provinciale middelen, en de stadsregio Rotterdam heeft de ontwikkeling en uitvoering van woon-zorgbeleid in twee andere gemeenten gefinancierd. Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Directe lasten Voorwaardenscheppende projecten Apparaatslasten Totaal Baten Subsidie provincie Zuid Holland Gemeentelijke bijdrage Totaal
Saldo van de rekening
begroting 2007
43.000 947.500 190.955 1.181.455
10.290 24.525 102.417 137.232
43.000 652.000 188.955 883.955
947.500 233.955 1.181.455
798.000 233.955 1.031.955
652.000 231.955 883.955
0
-894.723
0
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Om de RAS-middelen goed te kunnen inzetten wordt in toenemende mate meerjarig en in samenwerking met meerdere gemeenten ineens gefinancierd. Dit bevordert ook het bovenlokale karakter van de afspraken. Alle uitgaven en plannen passen binnen de begroting. De middelen van de RAS 2006-2008 die in 2006 niet zijn besteed, zijn in een voorziening gedeponeerd. In 2007 zal de voorziening geheel worden aangewend voor bestedingen in het kader van Sociaal Beleid.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
26
2.12 Activiteit: Jeugdzorg Programma: Portefeuillehouder:
Jeugdzorg L.K. Geluk
Wat willen we bereiken? Conform de missie, zoals geformuleerd in het beleidskader jeugdzorg 2005 – 2008, wil de stadsregio zorgen voor een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid van de jeugdzorg via Bureau Jeugdzorg. Daarnaast streeft de stadsregio naar een toereikend, cliëntgericht en samenhangend zorgaanbod dat is afgestemd op de vraag. Hierin wordt hulp op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze geboden. De stadsregio bevordert daarom ook de samenwerking tussen ketenpartners en de intersectorale samenwerking binnen de jeugdzorg. Hierbij geldt de Wet op de Jeugdzorg, die op 1 januari 2005 in werking is getreden, als wettelijk kader. Wat hebben we tot nu toe gedaan? Aan de hand van de 4 speerpunten uit het beleidskader 2005-2008 zullen de ontwikkelingen uit de eerste vier maanden van 2007 worden beschreven. Duidelijk zal worden dat veel tijd en energie in de totstandkoming van het programma Ieder Kind Wint (IKW) is gestoken. Speerpunt 1: Verbetering van efficiency en effectiviteit, het wegwerken van de wachtlijsten Eind 2006 waren, mede als gevolg van extra middelen van het rijk, de wachtlijsten bij zowel het zorgaanbod als bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) vrijwel volledig weggewerkt. Met name bij het AMK bleek de wachtlijst begin 2007 weer hard te groeien. Om deze reden is besloten een extern onderzoek te starten waarbij wordt gekeken naar het hoe en waarom van de ontwikkelingen van deze wachtlijst en vooral zal worden gezocht naar manieren om grote stijgingen in de toekomst te voorkomen. Ten aanzien het zorgaanbod geldt dat ook daar de wachtlijst in het eerste kwartaal weer flink is opgelopen. Voor het definitief wegwerken van deze wachtlijst zullen ook extra structurele middelen van het Rijk noodzakelijk zijn. Daarnaast dient ook de efficiency en effectiviteit van de gehele jeugdketen te worden verbeterd. Ten aanzien van dit laatste kan worden gemeld dat alle ketenpartners zich op een conferentie op 8 februari hebben uitgesproken om deze problematiek inderdaad aan te gaan pakken. Inmiddels is het werkprogramma Ieder Kind Wint (IKW) opgesteld. Aan de hand van dit werkprogramma zullen problemen in de keten die de efficiency en effectiviteit van de keten belemmeren moeten worden aangepakt. Speerpunt 2: Regie op de jeugdketen Door het betrekken van alle ketenpartners bij het programma IKW tracht de stadsregio vorm te geven aan de wettelijke regietaak. Vertegenwoordigers van verschillende sectoren (gemeenten, onderwijs, Geestelijke Gezondheidszorg, Openbaar Ministerie e.d.) hebben zich inmiddels achter het programma gesteld. In het werkprogramma zoals dat op de conferentie van 8 februari door alle deelnemers is goedgekeurd, zijn een aantal concrete initiatieven benoemd om de jeugdketen beter te laten werken. De ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin en het creëren van gezamenlijk aanbod door Jeugdzorg en jeugd-GGZ-aanbieders zijn hiervan goede voorbeelden. Speerpunt 3: Preventie, vroegsignalering en licht pedagogische hulp Ook deze onderwerpen spelen een belangrijke rol in het programma IKW. Heel concreet is aan alle regiogemeenten het vroegsignaleringssysteem Multisignaal ter beschikking gesteld. Hiermee kan worden gewaarborgd dat binnen alle regiogemeenten in de nabije toekomst alle betrokken instanties op gelijke wijze problemen rondom jeugdigen (kunnen) signaleren. Daarnaast is met ingang van 2007 de stadsregio gestopt met de financiering van een aantal programma’s op dit terrein, aangezien de doeluitkering zorgaanbod wettelijk gezien geen grond geeft voor de financiering hiervan. Wel is in samenwerking met de zorgaanbieders gezocht naar een adequate financiering door andere ketenpartners.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
27
Speerpunt 4: Vraaggerichte zorg Zoals bekend is een groot deel van de middelen voor het aanvalsplan slechts incidenteel beschikbaar. Een deel van het gecreëerde aanbod zal dus na 2007 weer moeten worden afgebouwd. Bij de besluitvorming over de vraag welk aanbod wel gecontinueerd kan worden zal de vraag binnen de stadsregio Rotterdam natuurlijk leidend zijn. In de afgelopen periode is derhalve bij het bureau jeugdzorg een vraag met deze strekking uitgezet. Het Bureau jeugdzorg is immers, gezien haar wettelijke taken, bij uitstek de organisatie die een goede inschatting van de vraag kan maken. Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving Lasten Bijdragen aan instellingen Bijdrage aan bureau Jeugdzorg Bijdrage aan PZH ivm penvoerderschap Horizon RAS projecten Onvoorzien jeugdzorg Dotatie aan voorziening Apparaatslasten Rente
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
61.238.320
55.787.194 28.847.235
83.440.373
0
665.055
3.775.561 291.844 0 0 412.521
5.000 656.050
96.726.240
89.114.355
84.101.423
66.348.563
83.117.373
120.000 94.312.100
89.504.278 0 0 0 464.200 0 0 44.973 90.013.451
5.000 84.101.423
2.414.140
-899.096
0
28.847.235 5.652.630 323.000
Totaal Baten Rijksbijdrage zorgaanbod Rijksbijdrage bureau Jeugdzorg Rijksbijrage tbv AMK RAS middelen Aanvullende bijdrage bestuurskosten Gemeentelijke bijdrage onttrekking aan voorziening Rente
26.467.972 387.510 323.000 464.200 200.855
Totaal
Saldo van de rekening
begroting 2007
323.000 464.200 191.850
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Ook dit jaar is er weer een aanzienlijk verschil tussen de begroting 2007 (opgesteld begin 2005) en de gewijzigde begroting. Dit jaar is het verschil echter extra groot als gevolg van alle extra middelen die in 2006 aan de begroting zijn toegevoegd (Prinsjesdagmiddelen en Aanvalplan o.a.). Hieronder is de verklaring van het verschil van ruim 10 miljoen opgenomen: 1. In het kader van het aanvalsplan is de doeluitkering voor 2007 met €3.7 miljoen verhoogd (waarvan €500.000 structureel) 2. Het ministerie van VWS heeft voor 2007 incidenteel €776.000 beschikbaar gesteld
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
28
3. Ten behoeve van de justitiële taken van BJZ is in 2006 de doeluitkering met ca. €0.9 miljoen opgehoogd. 4. De OVA 2006 heeft geleid tot een verhoging van de doeluitkeringen met ca. €500.000 5. In bovenstaande gewijzigde begroting is er vanuit gegaan dat de reeds toegezegde structurele verhoging van de doeluitkering met €3.7 miljoen wordt geëffectueerd. Effectuering is door het rijk afhankelijk gesteld van het behalen van de productieafspraken in het kader van het aanvalsplan wachtlijsten. 6. De doeluitkering bureau jeugdzorg is in 2007 incidenteel opgehoogd met ca. €400.000 ten behoeve van het wegwerken van de wachtlijsten bij het AMK.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
29
2.13 Activiteit: Maatschappelijke opvang Programma: Portefeuillehouder:
Sociaal beleid J.A. Karssen
Wat willen we bereiken? De stadsregio betaalt mee aan een opvangvoorziening voor zwerfjongeren. In het pension Maaszicht worden jongeren opgevangen en toegeleid naar school, werk en zelfstandig wonen. Dit zijn jongeren tussen 18 en 23 jaar die vaak een lange weg in het hulpverlenings-en/of het justitiële circuit achter de rug hebben. Wat hebben we tot nu toe gedaan? Pension Maaszicht ontvangt voor 2007 een aanvullende bijdrage van de stadsregio voor de opvang van zwerfjongeren. Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Directe lasten Apparaatslasten
begroting 2007
207.531
207.531
210.686
Totaal
207.531
207.531
210.686
Totaal
207.531 207.531
207.531 207.531
210.686 210.686
0
0
0
Baten Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
Toelichting jan t/m augustus 2007 en prognose 2007 Pension Maaszicht ontvangt het subsidiebedrag eenmalig in de eerste maanden van het betrokken jaar. In dit geval is dat een bedrag van € 207.531,Meerjarenraming: Vanaf 2008 zal de subsidie die de stadsregio aan pension Maaszicht biedt in vier jaar worden afgebouwd tot nul. De taken van pension Maaszicht behoren niet bij de wettelijke taken van de stadsregio maar van de gemeente Rotterdam. Aangezien pension Maaszicht inmiddels een substantiële bijdrage ontvangt via de AWBZ, is het verantwoord om de subsidie aan pension Maaszicht geleidelijk af te bouwen.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
30
2.14 Activiteit: ROM Rijnmond Programma: Portefeuillehouder:
Milieu J.J. van Doorne
Wat willen we bereiken? De dubbeldoelstelling van ROM-Rijnmond luidt: ‘het versterken van de economie en het verbeteren van de leefbaarheid’. Deze doelstelling sluit naadloos aan bij het stadsregionale milieubeleid. De tijdhorizon van ROM-Rijnmond is in principe 2010, maar schuift wellicht op naar 2020. Dit is overeenkomstig het nieuwe Havenplan van Rotterdam en het RR2020. Besluitvorming hierover heeft echter nog niet plaatsgevonden. Wat hebben we tot nu toe gedaan? Een vaste kostenpost is de jaarlijkse bijdrage aan de uitvoeringsorganisatie (voor 2007 € 129.106). Per 1-1-2007 is de Voorziening ROM leeg. Het enige ROM-project waar de stadsregio als opdrachtgever voor fungeert, is het Regionaal Groenakkoord (zie onder beleidsveld Groen). De aanpak van de luchtkwaliteit in Rijnmond (Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit, RAP) wordt via besluitvorming en afstemming in het Directeurenoverleg Lucht (DOL) en het Bestuurlijk Overleg ROM-Rijnmond (BOR) door ROM-Rijnmond gecoördineerd. De feitelijke regie op de uitvoering van het RAP gebeurt door Gemeentewerken Rotterdam. Zie verder voor de inhoud van projecten en de aparte financiering voor deze projecten onder Milieu. Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Directe lasten
begroting 2007
Totaal
138.557 138.557
87.140 87.140
138.557 138.557
Totaal
138.557 138.557
87.140 87.140
138.557 138.557
0
0
0
Baten Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Uitgaven tot april betreft uitsluitend de bijdrage aan de Uitvoeringsorganisatie ROM-Rijnmond. Voor wat betreft toekomstige activiteiten en financiering daarvan zal besluitvorming in het BOR over de toekomst van ROM-Rijnmond bepalend zijn.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
31
2.15 Activiteit: Overige milieuactiviteiten Programma: Portefeuillehouder:
Milieu J.J. van Doorne
Wat willen we bereiken? De stadsregionale hoofddoelstelling voor het milieubeleid in de regio Rotterdam is het bevorderen van een leefbare regio met nadruk op veiligheid, duurzaamheid en een gezonde leefomgeving. Op basis van deze doelstelling wordt dit milieubeleid jaarlijks in een jaarprogramma Milieu concreet gemaakt. Leidraad hierbij is het db-programma 2006-2010 en het Meerjarenactiviteiten-programma Milieu 2006-2010. Zwaartepunt van het stadsregionale milieubeleid zal liggen op het incorporeren van de bovengenoemde drie thema's in de andere stadsregionale beleidsvelden en beleidsplannen. Daarnaast wil de stadsregio een platform bieden voor bovenlokale initiatieven op milieugebied die inhoudelijk en financieel kunnen worden ondersteund. Voor financiële ondersteuning is in 2005 een nieuwe, aangepaste subsidieverordening vastgesteld. Een andere belangrijke pijler onder het stadsregionale milieubeleid is het faciliteren en ondersteunen van de regiogemeenten. Wat hebben we tot nu toe gedaan? Het Jaarprogramma milieu 2007, incl. een terugblik op 2006, is door het DB op 28 februari 2007 vastgesteld. • Proactieve milieuaanpak RR2020 Voor wat betreft de proactieve milieuaanpak uit RR2020 is financiering voor de uitvoering in 2007 veiliggesteld door het creëren van een Reserve proactieve milieuaanpak ter grootte van € 294.418, die in 2007 naar verwachting geheel zal worden ingezet. Tot nu toe zijn de volgende activiteiten op hoofdlijnen uitgevoerd: Na het vaststellen van de Proactieve milieuaanpak RR2020 in de regioraad 31 januari 2007, zijn bestuurlijke kennismakingsrondes bij wethouders RO en milieu georganiseerd. Een belangrijke activiteit is het voorbereiden van opdrachten voor milieuonderzoek aan de DCMR voor RR2020; geluid, bodem en externe veiligheid, inclusief de voorbereiding voor een handreiking geluid. In voorbereiding is een milieustrategie voor RR2020 projecten die de stadsregio zelf trekt (o.a. Rivierzones, Knopen). Voor Ridderster is hiermee als eerste gestart, en is een milieustrategie opgesteld. Een hoofdstuk milieu en ruimte in de rapportage Milieumonitoring Stadsregio Rotterdam is opgesteld voor het MSR rapport van juni 2007. Kosten hiervan drukken op de begroting 2006. • Luchtkwaliteit Voor wat betreft de aanpak van de luchtkwaliteit is in september 2006 € 2,5 mln. (VROM/FESgelden via een beschikking) in een Voorziening Luchtkwaliteit gebracht. Dit geld is een 1e tranche, voorzien is dat medio 2007 een 2e tranche in dezelfde ordegrootte wordt overgemaakt. Het geld is bedoeld voor het verbeteren van de luchtkwaliteit en kan worden besteed tot 2010. Van dit bedrag is € 1 mln. apart gezet voor opdrachtverlening, en € 1,5 mln. is bedoeld voor subsidieaanvragen via de Subsidieverordening Verbetering Luchtkwaliteit (vastgesteld door de regioraad in december 2006). Van de € 1 mln. voor opdrachtverlening is inmiddels € 410.214 belegd door het onderbrengen van enkele projecten, die 2e helft 2006 zijn gestart, onder deze noemer (Schone voertuigen publiek € 106.473; Milieuzonering Noordelijke Havens € 91.140; Het Nieuwe Rijden 97.601; Lage NOx bronnen € 115.000). Voor de eerste ijkdatum 1 april 2007 van de Verordening zijn 2 subsidieaanvragen binnengekomen. In juni zal daarover door het DB worden besloten. In 2007 zal verder worden bepaald hoe met het rapport Knelpuntenkaart RR2020 (ambtelijk afgerond eind 2006), en de inbreng van maatregelen uit deze regio (RAP) in het beoogde Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) zal worden omgegaan.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
32
• Ondersteuning regiogemeenten met kennis en geld Voor financiële ondersteuning is nog € 50.000 beschikbaar uit de Subsidieverordening Milieu, geen aanvragen zijn nog ingediend. Door de Stichting Recyclicity, waarvoor in 2004 subsidie is verleend, is € 11.530 retour gestort vanwege minderwerk. Specifieke ondersteuning met kennis gebeurt wel al via gerichte, door de stadsregio georganiseerde bijeenkomsten voor de proactieve milieuaanpak en via het knelpuntenoverleg luchtkwaliteit regiogemeenten. Voor het onderdeel luchtkwaliteit is in februari in onze opdracht een kennismakingsmiddag door Ingenieursbureau van Gemeentewerken Rotterdam georganiseerd voor regiogemeenten. • Milieu overig Door de DCMR is de laatste hand gelegd aan het actualiseren van het milieumodel van de RVMK (€ 24.076). Een voorstel voor het beheer zal rond de zomer 2007 worden ingediend. Kosten nog niet bekend. Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Directe lasten Dotatie voorziening milieu Apparaatslasten
begroting 2007
Totaal
636.703 0 509.690 1.146.393
30.578 -11.530 269.650 288.698
342.285 0 501.400 843.685
Totaal
851.975 851.975
288.698 288.698
843.685 843.685
-294.418
0
0
Baten Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
33
2.16 Activiteit: Ruimtelijk beleid Programma: Portefeuillehouder:
Ruimtelijk beleid J.W.J. Wolf
Wat willen we bereiken? Doel van het programma Ruimtelijk Beleid is verbetering van de ruimtelijke structuur en kwaliteitsverbetering van de elementen die bijdragen aan een aantrekkelijk leef- en vestigingsmilieu. De activiteit Ruimtelijk Beleid moet tot de volgende resultaten leiden: realiseren van het RR2020 via het Uitvoeringsprogramma RR2020, inclusief het (mede)ontwikkelen van instrumenten voor uitvoering, en toetsing en opbouw van een uitvoeringsorganisatie; het operationaliseren van het RR2020 in strategische projecten en programma’s en het uitvoeren hiervan, inclusief bijdragen aan projecten buiten de regio; adviezen over gemeentelijke ruimtelijke plannen, mede in het kader van de formele status van het RR2020 als regionaal structuurplan; zo goed mogelijke inpassing van de stadsregionale belangen in plannen op hogere schaalniveaus en voor zover nodig binnen plannen van aangrenzende regio's; in het kader van de verstedelijkingsafspraken zijn in 2005 overeenkomsten met gemeenten gesloten over de woningbouwprestatie, die vóór eind 2009 moeten worden geleverd. In 2007 is een herijkingsmoment opgenomen. Daarbij zullen de afgesproken prestaties per gemeente nader worden beschouwd. Ook wordt inzicht gegeven in de mate waarin de gemeenten van de subsidiemogelijkheden gebruik hebben gemaakt, zodat een eventuele bijstelling plaats kan vinden. Er zijn fondsen gevormd naar aanleiding van de Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing en de Omslagverordening 2005. Een meerjarenraming wordt jaarlijks aan de regioraad voorgelegd. Wat hebben we tot nu toe gedaan? De uitvoering van RR2020 is goed gestart. In 2006 zijn alle projecten en programma’s in samenwerking met de betrokken partijen gestart. In 2007 wordt eraan gewerkt deze een stap verder te brengen. In de eerste 4 maanden van 2007 zijn de volgende concrete resultaten bereikt: • afronding Gebiedsuitwerking Voorne, inclusief bedrijvenster en disco. De uitwerking is zowel door de stadsregio als de provincie vastgesteld. • Vaststellen eerste voortgangsrapportage RR2020 en rapportage over de stand van zaken ‘samenwerkingsovereenkomst Uitvoering RR2020’ van de stadsregio en de provincie. Deze hebben niet tot nieuwe beslispunten geleid. • Op 2 april is een bestuurlijke conferentie RR2020 georganiseerd, met als thema: halen we eruit wat erin zit. • De stadsregio heeft diverse adviezen aan GS gegeven over bestemmingsplannen. • Daarnaast is gereageerd op de Stadsvisie van Rotterdam, Ruimtelijke Ontwikkelingsstrategie 2030. • Voor het project Stedenbaan is de stadsregio gevraagd zich in te spannen voor het ruimtelijk ontwikkelingsprogramma nabij de stations, het vergroten van de capaciteit van het aantal parkeerplaatsen en de capaciteit van de fietsenstallingen, en het vastleggen van dit programma in de verstedelijkingsafspraken voor de periode 20102020. De stadsregio heeft daartoe een stedenbaancoordinator aangesteld. • Het werkdocument ‘Verkenning Landelijk Wonen’ is afgerond.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
34
Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Uitbestedingen Apparaatslasten
begroting 2007
Totaal
1.632.318 461.680 2.093.998
300.182 229.769 529.950
1.632.318 471.560 2.103.878
Totaal
2.093.998 2.093.998
529.950 529.950
2.103.878 2.103.878
0
0
0
Baten Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Verwacht wordt dat alle geplande activiteiten voor dit jaar zullen worden gerealiseerd en dat het beschikbare budget voor 2007 volledig zal worden benut.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
35
2.17 Activiteit: Omslagfonds Programma: Portefeuillehouder:
Wonen J.A. Karssen
Wat willen we bereiken? Voor financiële ondersteuning aan gemeenten van de Verstedelijkingsopgave en de regionale opgave Stedelijke Vernieuwing zijn voor de periode 2005-2010 twee regionale geldstromen beschikbaar, het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (FVSV) en het Omslagfonds. Het Omslagfonds wordt gevoed door gemeentelijke bijdragen over iedere nieuw te bouwen woning of woningequivalent overeenkomstig de voorwaarden die zijn genoemd in de Omslagverordening 2005. Het wordt gebruikt voor bijdragen aan de regionale woningbouwopgave gerelateerde infrastructuur en grote regionale groenprojecten. Wat hebben we tot nu toe gedaan? In de meerjarenraming 2006 is de financiële ruimte in het Omslagfonds voor de periode 20062010 berekend op € 85 mln. Van dit bedrag is € 41 mln bedoeld voor de financiering van de restant verplichtingen per 31 december 2005 en de eerder gereserveerde bijdragen voor (Vinex)-projecten, € 44 mln is beschikbaar als extra bestedingsruimte in de periode 2006-2010. Met ingang van 1 januari 2006 worden de beschikbare financiële middelen uit het Omslagfonds bij wijze van budgetfinanciering ter beschikking gesteld van de sectoren Groen en Verkeer en Vervoer. De sectoren bepalen vervolgens hoe deze middelen worden ingezet voor projectfinanciering. Jaarlijks worden op basis van gemeentelijke opgaven de verschuldigde omslagbijdragen over het voorgaande kalenderjaar vastgesteld. Voor elke gemeente vindt in ieder geval voor 1 juli een voorlopige vaststelling plaats door directeur OBR namens het DB op basis van de dan beschikbare gegevens. Indien alle vereiste gegevens zijn aangeleverd, vindt de definitieve vaststelling plaats in het DB. Vervolgens wordt per 1 september vastgesteld hoeveel kasgeld daadwerkelijk beschikbaar is voor de sectoren Groen en Verkeer en Vervoer. Na toepassing van de in 2005 door de regioraad vastgestelde verdeelsleutel worden de berekende bedragen overgemaakt naar de beide sectoren. In de eerste vier maanden zijn nog niet alle gemeentelijke opgaven ter vaststelling van de verschuldigde omslagbijdrage over 2006 ontvangen. Directeur OBR heeft daarom nog geen voorlopige aanslagen vastgesteld.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
36
Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten dotatie voorziening omslagfonds
begroting 2007
Totaal
17.978.010 17.978.010
4.079 4.079
17.978.010 17.978.010
Totaal
17.850.845 127.164 17.978.009
0 4.079 4.079
17.850.845 127.165 17.978.010
-1
0
0
Baten Gemeentelijke bijdrage Omslagbijdragen Rente
Saldo van de rekening
Ontwikkeling voorziening Omslagfonds Ontwikkeling voorziening verplicht
stand per
V&V projecten Groenprojecten subtotaal eliminatie interne verhoudingen
18.799.049 0 18.799.049 -18.799.049
totaal Ontwikkeling voorziening Omslagfonds Nog te verplichten Stand per 01-01-2007 mutaties: - ivm correctie toekomstige baten: teruggave BWS - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht Prognose stand per 31-12-2007
beschikkingen
0
0 18.400.000 18.400.000
vrijval
betalingen
0
11.600.000 18.400.000 30.000.000
stand per eind 2007 7.199.049 0 7.199.049 -7.199.049 0
0 -3.578.010 17.978.010 -14.400.000 + 0
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Er is er nog onvoldoende inzicht in de daadwerkelijk te verwachten inkomsten uit omslagheffing over 2006. Er is derhalve ook nog geen aanleiding de prognose van de inkomsten gebaseerd op de meerjarenraming 2006 te veranderen. Later dit jaar vindt besluitvorming over de actualisatie meerjarenraming 2007 plaats, waaronder de consequenties voor de begroting 2007.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
37
2.18 Activiteit: Fonds Vernieuwing 2005-2010 Programma: Portefeuillehouder:
Verstedelijking
en
Stedelijke
Wonen J.A. Karssen
Wat willen we bereiken? Voor gemeenten die financiële ondersteuning nodig hebben in verband met hun Verstedelijkingsopgave en de regionale opgave Stedelijke Vernieuwing, zijn tussen 2005 en 2010 twee regionale geldstromen beschikbaar. Dit zijn het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (FVSV) en het Omslagfonds. Het -
FVSV wordt gevoed door de volgende financiële bronnen: de rijksbijdrage Besluit Locatiegebonden Subsidies; het ISV2-budget van de provincie; bijdragen ISV2 van de gemeenten Rotterdam en Schiedam; de restantbudgetten uit ISV1 en het ViNEx-Grondkostenfonds.
Op grond van de Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing (VVSV) kunnen bijdragen worden verleend aan: ISV2 programma- en projectgemeenten; de bouw van bereikbare sociale huurwoningen met een extra premie voor seniorenwoningen; de bouw van woningen op functieveranderingslocaties. Wat hebben we tot nu toe gedaan? Op 11 mei 2005 heeft de regioraad de Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010 (Vvsv) definitief vastgesteld. Op basis van deze verordening is € 16 mln beschikbaar voor bijdragen aan programmagemeenten ISV2, € 2,5 mln voor projectgemeenten ISV2, € 35 mln voor de bouw van woningen op functieveranderingslocaties (€ 5000,- per woning) en € 35 mln voor de bouw van bereikbare sociale huurwoningen (€ 5000,- per woning) met een extra premie voor seniorenwoningen (€ 3000,- per woning). Voor bodemsanering heeft de regioraad € 7,9 mln beschikbaar gesteld, waarvan € 1 mln als basis bodembudget voor programmagemeenten ISV2. Op 11 mei 2005 heeft de regioraad het beleid en de procedures voor het toekennen van bijdragen vastgesteld. Op 7 december 2005 heeft het DB een reserveringslijst vastgesteld van projecten met maximale bijdragen bodemsanering. Op 5 juli 2006 heeft de regioraad de meerjarenraming “Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing: actualisatie 2006” vastgesteld. Binnen deze meerjarenraming zijn de inkomsten in de periode 2005-2010 geraamd op € 125,6 mln en de uitgaven inclusief rente op € 115,6 mln, zodat binnen het fonds een risico reserve is berekend van € 10 mln. De regioraad heeft op basis van de berekende risico’s geconcludeerd dat dit saldo vooralsnog toereikend is. Als achtervang kunnen eventueel nog resterende risico’s gedekt worden uit de hiervoor gereserveerde BWSmiddelen ter grootte van € 24 mln. In de eerste vier maanden heeft directeur OBR namens het DB aan drie gemeenten subsidie verleend voor de bouw van in totaal 137 woningen op functieveranderingslocaties en aan twee gemeenten subsidie verleend voor de bouw van 66 bereikbare sociale huurwoningen, waarvan 66 woningen zijn aangemerkt als seniorenwoning. Bij de besluitvorming over de verstedelijkingsafspraken 2005-2010 is bepaald dat in 2007 een herijking zal plaatsvinden. Naast de reguliere activiteiten met betrekking tot de uitvoering van de woningbouw zal dit de belangrijkste activiteit zijn.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
38
Op • • • •
basis van onder andere: de in de periode 2005-2007 geleverde prestaties op het gebied van woningbouw de wijze waarop gebruik gemaakt is van het regionaal subsidie-instrumentarium de inzichten in de woningbouwplanning van de regiogemeenten de posities van het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (Fvsv) en het Omslagfonds en de daarop gebaseerde inschatting van de financiële risico’s zullen, indien nodig, nadere voorstellen worden ontwikkeld voor de aanpassing van het Woningbouw- en Financieel Scenario en de Verordening verstedelijking en stedelijke vernieuwing (Vvsv). De voorbereidingen voor de herijking zijn in volle gang. Jaarlijks inventariseert de stadsregio het planaanbod woningbouw bij de gemeenten. De resultaten daarvan zijn in de vergadering van de commissie Wonen van 7 februari gepresenteerd. Belangrijkste conclusies: • de taakstelling van 38.000 woningen is haalbaar maar lijkt, gelet op de boeggolf in de productie, in toenemende mate te betwijfelen • de sociale productie is te laag en komt te laat. Ook de monitor woningbouwafspraken 2006, die eind maart is verschenen en waarin wordt terug gekeken op de woningproductie in het voorgaande jaar, laat een beeld zien dat reden tot zorg geeft: met 6545 opgeleverde en 10.899 in aanbouw genomen woningen doet de regio het weliswaar iets beter dan vorig jaar, maar komt nog altijd niet in de buurt van de gemiddeld 7600 woningen die opgeleverd moeten worden om de met het Rijk afgesproken taakstelling te halen. Ten opzichte van 2005 is ook de productie van sociaal bereikbare huurwoningen gestegen, van 696 in 2005 naar 811 in 2006. Deze toename mag teleurstellend genoemd worden omdat 63% hiervan in Rotterdam is gerealiseerd. De groeistedelijke en kleinstedelijke gemeenten hebben na twee productiejaren nog geen 13% van huntaakstelling van 4.348 woningen gerealiseerd. In de vergadering van de commissie Wonen van 28 maart is gediscussieerd over de voortgang van de woningbouw. In die vergadering hebben vrijwel alle verantwoordelijk wethouders aangegeven de in de convenanten woningbouwafspraken vastgelegde aantallen binnen de afgesproken periode te zullen realiseren. Na deze commissievergadering is de portefeuillehouder, net als vorig jaar, begonnen met een ronde met bestuurlijke gesprekken. Net als vorig jaar ondersteunt een taskforce woningbouw (hierin werken het ministerie van VROM, de provincie Zuid-Holland en de stadsregio Rotterdam samen) op verzoek gemeenten in het oplossen van knelpunten in de woningbouw. Naast de begeleiding van de woningbouwafspraken 2005-2010 heeft (op ambtelijk niveau) het nadenken over de verstedelijking voor de periode daarna een eerste aanvang genomen.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
39
Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving Lasten Investeringsbijdragen Uitvoeringskosten FVSV Dotatie aan voorziening Apparaatslasten Bijdrage bestuurskosten rentelasten Totaal Baten Rijksbijdragen Provinciale en gemeentelijke bijdrage ISV II Regionale bijdrage Eindsaldo grondkostenfonds Rente Totaal
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
begroting 2007
0 400.000 14.503.742 399.070 17.303 337.455 15.657.570
0 62.500 89.236 209.367 0 0 361.103
0 400.000 14.352.271 398.805 17.303 337.455 15.505.834
15.505.834
0
15.505.834
0 151.736 0
0 0 0
15.657.570
0 151.736 0 93.735 245.471
15.505.834
0
115.632
0
0
Saldo van de rekening
0
Ontwikkeling voorziening FVSV Ontwikkeling voorziening verplicht programmagemeenten ISV2 basis bodem budget ISV2 projectgemeenten ISV2 functieverandering bereikbare sociale huurwoningen bodemsanering
stand per eind 2006 11.160.587 717.775 1.789.708 0 0 2.622.573
totaal
16.290.643
beschikkingen
vrijval
betalingen
13.500.000 13.850.000 1.719.539 29.069.539
0
3.422.975 220.143 750.000 13.500.000 13.850.000 1.719.539
stand per eind 2007 7.737.612 497.632 1.039.708 0 0 2.622.573
33.462.657
11.897.525
Ontwikkeling voorziening Fvsv Nog te verplichten Stand per 01-01-2007 mutaties: - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht Prognose stand per 31-12-2007
18.081.121 14.503.707 -29.069.539 + 3.515.289
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Voor de bouw van 137 woningen op functieveranderingslocaties is € 685.000 subsidie verleend en uitbetaald. Voor de bouw van 66 bereikbare sociale huurwoningen, die tevens aangemerkt zijn als seniorenwoning is € 528.000 subsidie verleend en uitbetaald. De projectgemeenten ISV2 Bergschenhoek en Bernisse hebben beide aangeven dat hun project in 2006 is gestart. Daarop is aan beide gemeenten een 1e voorschot van 50% van het maximaal verleende subsidie overgemaakt.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
40
In 2007 is een vrijval in de regionale middelen ISV1 gerealiseerd. Conform besluitvorming in 2005 is deze vrijval toegevoegd aan de voorziening Fvsv. Vooralsnog is er onvoldoende aanleiding de begroting 2007, gebaseerd op de meerjarenraming 2006 te wijzigen. In het kader van de herijking van de Verstedelijkingsafspraken vindt de actualisatie meerjarenraming 2007 plaats. Later dit jaar vindt over de herijking besluitvorming plaats en worden de consequenties voor de begroting 2007 vastgesteld.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
41
2.19 Activiteit: Economie Programma: Portefeuillehouder:
Ruimtelijk beleid G.J. ‘t Hart
Wat willen we bereiken? Doel van het regionaal economisch beleid is een economische groei en werkgelegenheidsgroei die tenminste gelijke tred houdt met overig Nederland. Hiervoor is een economische visie ontwikkeld, 'Naar een verleidelijke regio', waarin het volgende doel wordt geformuleerd: bedrijven en mensen moeten verleid worden zich in deze regio te vestigen en daar te blijven. Hiervoor moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan: voldoende aanbod van bedrijventerreinen en kantoren; herstructurering van verouderde kantoren en bedrijven; in stand houden en verbeteren van een hoogwaardig winkel- en voorzieningenapparaat; een goede bereikbaarheid van de regio voor bedrijven, arbeidskrachten en consumenten; verbetering van quality of life in de vorm van goed wonen en hoogwaardig groen. Wat hebben we tot nu toe gedaan? Er zijn 7 detailhandeladviezen verzonden. Projecten uit RR2020 die economie betreffen lopen; terrein brielle., terrein Spijkenisse/bernisse, ridderster, noordas en organisatie bedrijventerrein planning. Daarnaast is een gewenste inhoud van een kantorenvisie ambtelijk afgestemd met pzh en Rotterdam. Er is een rapportage gemaakt over de 4 voornaamste knelpunten inzake leegstand kantoren in deze regio. Het bestuurlijk rondje van gertjan t’ hart langs de pfh’s economie is bijna afgerond. Er is deskundige ondersteuning gegeven aan diverse gemeentelijke herstructureringsprojecten. Er is een evaluatie van de producten van BIR uitgezet. Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Directe lasten Apparaatslasten
begroting 2007
Totaal
109.080 347.485 456.565
43.400 179.304 222.704
109.080 348.610 457.690
0 222.704 222.704
457.690
Totaal
0 456.565 456.565
0
0
0
Baten Baten economie Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
457.690
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Verwacht wordt dat het begrote bedrag voor deze activiteit niet overschreden wordt.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
42
2.20 Activiteit: BIR Programma: Portefeuillehouder: Wat -
Ruimtelijk beleid G.J. ‘t Hart
willen we bereiken? handhaven en (zo mogelijk) uitbreiden van de bestaande bedrijvigheid; het aantrekken van nieuwe bedrijven; het verbeteren van het imago van de regio Rotterdam op het gebied van wonen, werken en recreëren.
Wat hebben we tot nu toe gedaan? Bedrijven Info Rijnmond helpt ondernemers bij het vinden van een nieuwe vestigingslocatie in de regio Rotterdam. In de genoemde periode heeft Bedrijven Info Rijnmond deelgenomen aan een tweetal beurzen, te weten het netwerkgala ‘People’s Business’ in het World Trade Center in Rotterdam en de Week van de Ondernemer in de Jaarbeurs te Utrecht. In deze periode is ook de editie 2007 van het boek ‘Bedrijventerreinen in de Stadsregio Rotterdam’ verschenen, evenals de eerste uitgave van dit jaar van het periodiek ‘Ondernemen in de regio Rotterdam’ met nieuws voor ondernemers van en uit de 16 deelnemende gemeenten van de stadsregio. Voorts zijn 2 edities van het E-zine digitaal verzonden (januari en april). Wat mag het kosten?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Directe lasten Apparaatslasten
begroting 2007
Totaal
171.586 347.650 519.236
38.849 181.139 219.988
171.586 348.200 519.786
Totaal
0 519.236 519.236
0 219.988 219.988
0 519.786 519.786
0
0
0
Baten Baten BIR Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Er worden geen afwijkingen t.o.v. de begroting verwacht.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
43
2.21 Activiteit: Wonen Programma: Portefeuillehouder:
Wonen J.A. Karssen
Wat willen we bereiken? Een vlotte, soepele uitvoering van het woningbouw- en herstructureringsprogramma. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het oplossen van de grootstedelijke problematiek en wordt een ‘kwaliteitssprong’ gemaakt op het gebied van wonen in de regio. In 2004 en 2005 is een aantal nota’s en beleidsdocumenten vastgesteld en geconcretiseerd. In 2007 wordt de tussenbalans opgemaakt. Wat hebben we tot nu toe gedaan? >Regionaal woningbouw- en financieel scenario Bij de vaststelling van het regionaal woningbouw- en financieel scenario in de regioraad van 9 februari 2005 is bepaald dat in 2007 een “mid-term review” zal plaatsvinden. Naar aanleiding van de uitkomsten hiervan zullen zonodig voorstellen tot wijziging en/of aanpassing worden voorgelegd. Zie verder 3.16 Ruimtelijk beleid, onderdeel verstedelijkingsafspraken. > Regionaal budgethouderschap ISV Jaarlijks rapporteren de gemeenten die van de stadsregio een ISV bijdrage ontvangen in april over de voortgang van hun programma’s (Capelle aan den IJssel, Maassluis, Ridderkerk, Spijkenisse, Vlaardingen) en projecten (Bernisse, Lansingerland, Krimpen aan den IJssel). Op basis daarvan neemt het dagelijks bestur een besluit over de uitbetaling van de voorschotten. De rapportages worden momenteel bestudeerd. > Woonruimteverdeling De sinds 2005 geldige Huisvestingsrichtlijn en bijbehorende overeenkomst woonruimteverdeling is in 2006 bijgewerkt en formeel omgezet in een regionale verordening. Uitgangspunt blijft om slechts dan belemmeringen voor woningzoekenden op te werpen als een bepaalde categorie in de knel komt. Dit vergt nauwkeurige monitoring en eventueel aanpassen van de gestelde targets. Recentelijk is de jaarmonitor “Kans van Slagen” over 2006 verschenen. Belangrijkste conclusie daaruit is dat de slaagkans van starters licht is verbeterd en dat de marktdruk in verschillende gemeenten sterk uiteenloopt. In de vergadering van de regioraad van 20 december 2006 is een aantal (technische) aanpassingen van de Huisvestingsverordening vastgesteld. Belangrijkste daarvan is dat gemeenten, indien gewenst, vrijstelling krijgen voor het gebruiken van een vergunningenstelsel voor aanpassingen aan de woningvoorraad. Vrijwel alle gemeenten maken daarvan gebruik. Voorts zijn gesprekken gevoerd met gemeenten die achterblijven in het huisvesten van verblijfsgerechtigden. > Woonvisie Als vervolg op de op 29 november 2006 gehouden woonvisie conferentie “Wonen rond Knooppunten” is in februari een publicatie verschenen waarin verslag wordt gedaan van de conferentie alsmede van het onderzoek dat in het kader van de conferentie is uitgevoerd. Hiermee is een periode van twee jaar van discussies, studies en bijeenkomsten rond de woonvisie afgesloten. Afgesproken is de woonvisie te evalueren omdat de nota qua ontwerp uit 2002 dateert. In 2007 worden enkele kleinschalige projecten ten uitvoer gebracht. Een panel van deskundigen uit het veld heeft onder andere voorgesteld een “startersshop” te realiseren: een (goedkope) woning voor starters in een vervallen of verlaten winkelplint.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
44
Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Uitvoerings- en projectkosten
begroting 2007
Totaal
535.994 535.994
29.983 29.983
535.994 535.994
Totaal
23.034 512.960 535.994
0 29.983 29.983
23.034 512.960 535.994
0
0
0
Baten Bijdrage provincie Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
Toelichting jan t/m april 2007 en prognose 2007 Geen bijzonderheden
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
45
2.22 Activiteit: Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) Programma: Portefeuillehouder:
Wonen J.A. Karssen
Wat willen we bereiken? Zorgvuldige afwikkeling van de verplichtingen aan initiatiefnemers in het kader van de BWSverordening (subsidie woningbouw). Vanaf 1 januari 2005 kan de stadsregio als gevolg van de rijksregeling geen nieuwe verplichtingen aangaan. Wat hebben we tot nu toe gedaan? De gelden die de stadsregio ontvangt van het rijk en uitbetaalt aan initiatiefnemers worden beheerd en belegd. Ook worden subsidiegelden terugontvangen wanneer de indertijd geldende subsidievoorwaarden nog niet zijn nagekomen. Er worden geen nieuwe verplichtingen meer aangegaan; de regeling is beëindigd. De bestaande verplichtingen worden afgewikkeld, zowel via jaarlijkse bijdragen als via bijdragen ineens. Tevens worden lopende jaarlijkse bijdragen afgekocht; dit betreft bijdragen voor sociale woningbouw (nieuwbouw en renovatie) en voor particuliere woningverbetering. Met betrekking tot laatstgenoemde categorie vindt afkoop dit jaar voor het eerst plaats; bij de sociale woningbouw is de afkoopoperatie reeds enkele jaren onderweg. Wat heeft het tot nu toe gekost?
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Directe lasten Stimul.bijdragen sted. vernieuwing Bijdrage aan FVSV Dotatie voorziening BWS Rente Apparaatslasten Bijdrage bestuurskosten Totaal Baten Rijksbijdragen Overige baten Toezeggingen Algemene dekkingsmiddelen Rente
5.485.230 0 0 10.953.534 720.730 31.090 17.190.583
18.639.039 360.000 0
Totaal
Saldo van de rekening
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
2.669.989 0 0 5.561.050 0 375.035 0 8.606.075
begroting 2007
3.100.000 0 14.262.320 716.590 31.090 18.110.000
18.110.000 250.000
225.000 19.224.039
4.379.924 120.000 0 0 18.585 4.518.509
-2.033.456
4.087.566
-724.590
249.590 225.000 18.834.590
46
Ontwikkeling voorziening Ontwikkeling voorziening verplicht BWS Regionaal ISV Aanvulling Rotterdam
stand per beschikkingen eind 2006 6.896.693 10.953.534 3.576.407 297.890 0
totaal
10.770.991
10.953.534
correcties 261.417-80.505 -341.922
betalingen
stand per eind 2007 11.838.3955.750.415 2.000.0001.576.407 -217.385 0
-14.055.781
7.326.822
Ontwikkeling voorziening BWS Nog te verplichten Stand per 01-01-2007 mutaties: - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht Prognose stand per 31-12-2007
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
10.953.534 10.953.5340
47
2.23 Activiteit: Algemeen financieel beheer Programma: Portefeuillehouder:
Algemeen financieel beheer G.J. ‘t Hart
Wat willen we bereiken? Het doel is een optimale beheersing van- en een getrouwe verantwoording over het vermogen, de geldstromen en de financiële posities. Dit gebeurt op een zodanige wijze dat risico's worden beperkt en de inzet van middelen wordt geoptimaliseerd. Om goed algemeen financieel beheer te voeren, is daarnaast financieel advies nodig. Financieel advies bij het beleid op de diverse terreinen van de stadsregio is noodzakelijk mede vanwege de grote (financiële) verantwoordelijkheid van de stadsregio. Hiervoor wordt een aantal instrumenten gebruikt. Wat hebben we tot nu toe gedaan? > P&C produkten In de eerste vier maanden van 2007 is met name gewerkt aan de begrotingsdocumenten voor 2008 en de jaarstukken over 2006. De stadsregio presenteert jaarlijks een aantal begrotingswijzigingen. Deze wijzigingen komen voornamelijk voort uit nieuw beleid en nieuwe budgetten die gedekt worden uit nieuwe / andere bijdrage vanuit het Rijk of de provincie. Daarnaast zijn nieuwe ontwikkelingen in bijvoorbeeld treasury aanleiding om de rentebaten en lasten te herijken. Met ingang van 2007 zal de 1e begrotingswijziging 2007 integraal worden opgenomen in de 1e bestuursrapportage 2007. Maandelijks worden budgetoverzichten uitgegeven ten behoeve van het management. De gegevens worden met een nieuwe tool rechtstreeks overgenomen uit de financiële administratie. Om dit te bereiken zijn begroting en verplichtingen voor het eerst geregistreerd in Exact Financials, de door de stadsregio gebruikte software voor gestructureerde financiële gegevensverwerking. De procesgang van inkomende facturen (binnenkomst, registratie, autorisatie en boeking) zal effectiever kunnen worden bewaakt met de aanschaf van nieuwe Exact software in combinatie met het nieuwe document management systeem Doc.Loods. De voordelen van deze maatregelen zijn: • Kortere productietijden, waardoor er structureel meer tijd is voor analyse en advisering. • Gestructureerde en betrouwbare koppelingen tussen financiële administratie en de diverse rapportages. • Specifieke financiële informatie is beter en ook sneller opvraagbaar. > Informatievoorziening derden De provincie ontvangt ieder kwartaal, naast de begroting en de jaarrekening, overzichten inzake de wet Fido. Conform het Besluit begroting en verantwoording, in het bijzonder artikel 74 en de Ministeriële Regeling informatie voor derden van 6 februari 2003 ontvangt het CBS ieder kwartaal de zogenaamde verdelingsmatrix. Daarnaast ontvangt het CBS in het kader van de wet Fido een overzicht van vlottende activa en passiva. In de afgelopen periode zijn voor zowel CBS als de provincie deze rapportages opgesteld. > AO/IC De stadsregio beschikt over een set uitgeschreven AO procedures gebundeld in een AO handboek. Hiermee wordt gewaarborgd dat er een blauwdruk is voor terugkerende processen, zoals subsidieverlening, afhandeling van aangegane verplichtingen of uitbesteding van opdrachten aan derden. In 2006 is doorlichting van de processen van de sector bedrijfsvoering uitgevoerd. In de loop van 2007 zal -bij voldoende capaciteit bij Bedrijfsvoering- een doorlichting van de processen van een van de andere sectoren plaatsvinden. > Treasury beleid Algemeen
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
48
Ter aanvulling van rijks-, provinciale en gemeentelijke middelen waarmee de beleidsprogramma’s van de stadsregio worden gefinancieerd, worden met prudent treasury beleid extra middelen gegenereerd. De rentebaten die voortvloeien uit het treasurybeleid zijn in de voorliggende rapportage opgenomen op basis van de verwachtingen over het hele jaar en de resultaten totnogtoe. De meeste treasurytransacties vinden plaats na advies van de treasurypartner Schretlen en de huisbankier RABObank Rotterdam. Renteswaps In het verleden heeft de Stadsregio Rotterdam renteswaps aangeschaft, waarbij de rente gedurende een bepaalde periode vaststaat over een bepaald bedrag. Bij een rentedaling leidt dit tot een rentevoordeel, maar bij een rentestijging, zoals nu heeft plaatsgevonden pakt dit lager uit voor de Stadsregio Rotterdam. Een deel van de liquiditeiten genereert een vast rentepercentage tussen 2,6 en 3%. Obligatieportefeuille De in 2004 gedane belegging van 75 miljoen wordt in 2007 verder afgebouwd door lossingen. Zowel van de belegde BWS middelen, als van de belegde BDU middelen zal € 10 miljoen worden gelost. Van het BOR fonds is ruim €45 miljoen belegd in obligaties in delen tussen € 1,5 en € 5 miljoen. Dit jaar zal ongeveer € 10 miljoen vrijvallen. > Financiële bekostigingssystematiek Het bepalen en beheren van de bekostigingssystematiek die gehanteerd wordt door de stadsregio is een algemene taak van de sector Bedrijfsvoering. Deze bekostigingssystematiek komt tot uiting in het onderstaande cijfermatig overzicht waarin wordt weergegeven wat de algemene financiële middelen van de stadsregio zijn en hoe deze worden ingezet ter dekking van de verschillende begrotingsactiviteiten.
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
49
Wat heeft het tot nu toe gekost? Voor de activiteit Algemeen Financieel Beheer wordt feitelijk geen afzonderlijk budget toegekend. De apparaatslasten die ten behoeve van de activiteit worden gemaakt, worden via de kostenverdeelstaat (bijlage 4.1) als overhead verdeeld over de andere begrotingsactiviteiten. De niet-wettelijke activiteiten en de daaraan gekoppelde apparaatslasten worden gedekt door de gemeentelijke bijdragen.
omschrijving
gewijzigde begroting-I
totale lasten
2007
t/m april
Lasten Bijdrage Bestuur Bijdrage Communicatie Bijdrage Beroep- en Bezwaarschriften Bijdrage Beh.kosten Groenakkoord Bijdrage Bel. Regionaal groen Bijdrage Sociaal beleid Bijdrage Jeugdhulpverlening Bijdrage Maatschappelijke opvang Bijdrage ROM Rijnmond Bijdrage Ov. Milieuactiviteiten Bijdrage Ruimtelijk Beleid Bijdrage Economie Bijdrage Bedrijven Info Rotterdam Bijdrage Wonen Algemene baten en lasten Totaal Baten Gemeentelijke bijdrage Bijdrage Rotterdam Rente Totaal
33.177 0 0 0 359.828 233.955 0 207.531 87.140 288.698 529.950 222.704 219.988 29.983
begroting 2007
225.847 0 0 391.800 1.086.403 233.955 200.855 207.531 138.557 851.975 2.093.998 456.565 519.236 512.960 46.000 6.965.681
225.847 0 0 391.800 1.086.403 442.641 191.850
2.212.953
138.557 843.685 2.103.878 457.690 519.786 512.961 46.000 6.961.098
5.671.626 1.139.062 300.000 7.110.688
2.835.815 0 77.610 2.913.425
5.671.626 1.139.062 400.000 7.210.688
-145.007
-700.472
-249.590
Mutatie algemene reserve
Saldo van de rekening
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
50
3
Detailoverzicht gewijzigde begroting 2007-I
omschrijving
totale lasten t/m april
begroting 2007
1 Bestuur totaal der lasten totaal der baten verschil
225.847 0 225.847
33.177 0 33.177
225.847 0 225.847
11.675 0 152.280 10.500 46.500 65.000 285.955
0 0 2.200 0 0 30.977 33.177
11.675
Bestuur dagelijks bestuur fractiebijdragen kosten leden dagelijks bestuur kosten VNG formatieruimte Veiligheid bijdrage Regio Randstad subtotaal directe lasten
152.280 10.500 46.500 65.000 285.955
doorberekende bijdrage BDU Infraprojecten doorberekende bijdrage BOR doorberekende bijdrage BDU OV doorberekende bijdrage FVSV doorberekende bijdrage BWS subtotaal doorberekende lasten
-11.715
-11.715
-17.303 -31.090 -60.108
0
-17.303 -31.090 -60.108
totaal lasten
225.847
33.177
225.847
426.384 426.384 -426.384 -426.384
67.049 67.049 -67.049 -67.049
426.384 426.384 -426.384 -426.384
0
0
0
15.000 15.000 -15.000 -15.000
960 960 -960 -960
15.000 15.000 -15.000 -15.000
0
0
0
Communicatie directe lasten subtotaal directe lasten doorberekend via kostenverdeelstaat subtotaal doorberekende lasten totaal lasten
Bezwaar en Beroep directe lasten subtotaal directe lasten doorberekend via kostenverdeelstaat subtotaal doorberekende lasten totaal lasten
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
51
gewijzigde begroting 2007-I
omschrijving
totale lasten t/m april
begroting 2007
2 Verkeer en Vervoer totaal der lasten totaal der baten verschil
82.229.653 -76.929.082 5.300.571
17.543.256 -15.999.190 1.544.065
93.789.333 -88.558.761 5.230.572
2.992.779 400.000 297.690 3.690.469
766.893 0 0 766.893
2.992.779 400.000 297.690 3.690.469
388.210
232.297
394.600
4.078.679
999.190
4.085.069
Planontwikkeling planontwikkeling vervoermanagement ROV-ZH subtotaal uitbestedingen indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten bijdrage Rijk
-4.078.679
-999.190
-4.085.069
totaal baten
-4.078.679
-999.190
-4.085.069
65.830.879 65.830.879
15.104.976 15.104.976
82.341.528 82.341.528
decentraal budgetbeheer (dS+V)
359.745
0
405.000
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat
781.395
411.113
778.780
totaal lasten
66.972.019
15.516.089
83.525.308
bijdrage rijk
-55.343.537
-15.000.000
-80.973.692
-9.006.866 -64.350.403
-15.000.000
-80.973.692
9.006.866 1.827.889
883.772
60.900 271.585
0 144.204
60.900 270.005
bijdrage bestuurskosten totaal lasten
11.715 11.178.955
1.027.976
11.715 6.178.956
Rijksbijdrage bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterd totaal baten
-8.500.000 -8.500.000
0 0
-3.500.000 -3.500.000
BDU / Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer dotatie voorziening BDU subtotaal investeringsbijdragen
bijdrage BOR (interne verrekening) totaal baten
Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam interne verrekening BDU kleine projecten dotatie voorziening BOR uitvoeringskosten decentraal budgetbeheer indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
5.836.336
52
gewijzigde begroting 2007-I
omschrijving
totale lasten t/m april
begroting 2007
3 Openbaar vervoer totaal der lasten 196.828.100 totaal der baten -195.878.100 verschil 950.000
168.693.826 179.694.375 -195.878.100 -179.540.000 -27.184.274 154.375
BDU / Openbaar vervoer BDU exploitatie openbaar vervoer beheer en onderhoud railinfrastructuur sociale veiligheid projecten Algerakaartje dotatie voorziening BDU dotatie voorziening openbaar vervoer subtotaal directe lasten
0 0 195.676.455
168.106.955
0 0 178.529.190
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
1.151.645 196.828.100
586.871 168.693.826
1.165.185 179.694.375
bijdrage BDU exploitatie openbaar vervoer totaal baten
122.500.000 47.000.000 24.400.000 1.776.455
-195.878.100 -195.878.100
95.682.191 47.000.000 24.000.000 1.409.030 15.734
176.529.190 0 0 2.000.000
-195.878.100 -179.540.000 -195.878.100 -179.540.000
4 Regionaal groen totaal der lasten totaal der baten verschil
19.978.167 -18.459.964 1.518.203
365.562 0 365.562
10.044.987 -8.500.534 1.544.453
391.800 391.800
0 0
391.800 391.800
761.500 32.737
174.918
761.500 32.737
352.130 1.146.367
184.910 359.828
352.130 1.146.367
-59.964 -59.964
0 0
-59.964 -59.964
lasten dotatie voorziening Fonds Groen totaal lasten
0 18.440.000 18.440.000
0 5.734 5.734
2.650.000 5.856.820 8.506.820
bijdrage vanuit het Omslagfonds totaal baten
-18.400.000 -18.400.000
0 0
-8.440.570 -8.440.570
Beheerkosten Groen dotatie voorziening beheer groenakkoord totaal lasten
Beleidsontwikkeling en programma-management regionaal groen uitbestedingen dotatie aan voorziening groen indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten bijdrage provincie Groenakkoord totaal baten
Fonds Groen
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
53
gewijzigde begroting 2007-I
omschrijving
totale lasten t/m april
begroting 2007
5 Sociaal beleid totaal der lasten totaal der baten verschil
1.388.986 -947.500 441.486
344.763 -798.000 -453.237
1.094.641 -652.000 442.641
43.000 947.500 207.531
10.290 24.525 207.531
43.000 652.000 210.686
Sociaal Beleid de Regionale Agenda Samenleving voorwaardenscheppende projecten subsidie aan Maaszicht indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten subsidie provincie Zuid Holland totaal baten
190.955
102.417
188.955
1.388.986
344.763
1.094.641
-947.500 -947.500
-798.000 -798.000
-652.000 -652.000
96.726.240 -93.991.245 2.734.995
89.114.355 -89.968.478 -854.123
84.101.423 -83.904.573 196.850
83.440.373
6 Jeugdzorg totaal der lasten totaal der baten verschil Jeugdzorg bijdrage aan bureau Jeugdzorg
28.847.235
28.847.235
bijdrage aan zorgaanbod
61.238.320
55.787.194
0 0 323.000 5.652.630
0 0 291.844 3.775.561
5.000
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
665.055 96.726.240
412.521 89.114.355
656.050 84.101.423
bijdrage ministerie VWS en Justitie tbv BJZ
-26.467.972
-89.504.278
-83.117.373
bijdrage ministerie VWS tbv zorgaanbod
-66.348.563
0
bijdrage AMK (incidenteel)
-387.510
0
RAS-middelen bijdrage Rotterdam bestuurskosten bijdrage Provincie ZH bestuurskosten totaal baten
-323.000 -464.200
0 -464.200
-323.000 -464.200
-93.991.245
-89.968.478
-83.904.573
DOTATIE voorz JZ alg DOTATIE voorziening Jeugdzorg wachtlijsten bijdrage ihkv RAS bijdrage aan PZH ivm Horizon
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
54
gewijzigde begroting 2007-I
omschrijving
totale lasten t/m april
begroting 2007
7 Milieu totaal der lasten totaal der baten verschil
1.284.950 0 1.284.950
375.838 0 375.838
982.242 0 982.242
138.557
0 87.140 0 87.140
138.557
ROM Rijnmond directe lasten luchtkwaliteit dotatie voorziening ROM Rijnmond totaal lasten
138.557
138.557
Milieu direkte lasten dotatie voorziening Milieu indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten totaal baten
636.703
30.578 -11.530
342.285
509.690 1.146.393
269.650 288.698
501.400 843.685
0
0
0
36.367.924 -33.508.415 2.859.509
1.337.824 -151.736 1.186.088
36.227.743 -33.356.679 2.871.064
1.632.318
300.182
1.632.318
461.680 2.093.998
229.769 529.950
471.560 2.103.878
8 Ruimtelijk beleid totaal der lasten totaal der baten verschil Ruimtelijk beleid ruimelijk beleid / uitbestedingen indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
55
omschrijving
Omslagfonds investeringsbijdragen uit omslagfonds Vinex dotatie voorziening omslagfonds totaal lasten bijdrage gemeenten inzake omslagfonds afwaardering voorziening i.v.m. toekomstige baten afkoop omslag GU Berkel en Rodenrijs bijdrage vanuit Grondkostenfonds totaal baten
gewijzigde begroting 2007-I
totale lasten t/m april
begroting 2007
17.978.010 17.978.010
4.079 4.079
17.978.010 17.978.010
-17.850.845
0
-17.850.845
-17.850.845
0
-17.850.845
0 400.000 14.503.742 14.903.742
0 62.500 89.236 151.736
0 400.000 14.352.271 14.752.271
399.070
209.367
398.805
17.303 15.320.115
361.103
17.303 15.168.379
Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing investeringsbijdragen uitvoeringskosten decentraal budgetbeheer dotatie/ onttrekking voorziening FVSV subtotaal directe lasten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten totaal lasten baten rijksbijdrage BLS rijksbijdrage BLS prestatieuitkering provinciale en gemeentelijke bijdrage ISV II regionale bijdrage ISV I eindsaldo grondkostenfonds totaal baten
-15.505.834
-15.505.834
-151.736
-151.736
-15.657.570
-151.736
-15.505.834
109.080
43.400
109.080
347.485 456.565
179.304 222.704
348.610 457.690
0 0
0
0 0
171.586
38.849
171.586
347.650 519.236
181.139 219.988
348.200 519.786
Economie directe lasten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten baten economie totaal baten
Bedrijven Info Rijnmond directe lasten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
56
omschrijving
9 Wonen en stedelijke vernieuwing totaal der lasten totaal der baten verschil Wonen uitvoeringskosten Volkshuisvestingsregelingen uitvoeringskosten toezicht statushouders diverse projectkosten totaal lasten bijdrage provincie uitvoeringskosten statushouders totaal baten
BWS diverse subsidies Wonen bijdrage aan FVSV dotatie voorziening BWS stimuleringsbijdrage stedelijke vernieuwing subtotaal directe lasten
gewijzigde begroting 2007-I
totale lasten t/m april
begroting 2007
17.726.577 -19.022.073 -1.295.496
8.636.057 -4.499.924 4.136.133
18.396.404 -18.383.034 13.370
521.612 14.382 0 535.994
0 0 29.983 29.983
521.612 14.382 535.994
-23.034
0
-23.034
-23.034
0
-23.034
5.485.230
2.669.989 0 5.561.050 0 8.231.039
3.100.000
10.953.534 16.438.764
14.262.320 17.362.320
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten bijdrage ter dekking begrotingstekort totaal lasten
720.730 31.090
375.035
17.190.583
8.606.075
716.590 31.090 -249.590 17.860.410
rijksbijdrage
-18.639.039
-4.379.924
-18.110.000
-360.000 0 -18.999.039
-120.000 0 -4.499.924
-250.000 -18.360.000
383.455 -13.873.423 -13.489.968
7.479 -5.021.337 -5.013.858
383.455 -12.769.458 -12.386.003
337.455 0 0 0 337.455
0 7.479 0 0 7.479
337.455 0 0 0 337.455
-2.621.616 -950.000 -2.678.955 -40.000 -120.000 -127.164 0 -225.000 -300.000 -7.062.735
-516.089 -389.261 -1.035.455 -5.734 -44.973 -4.079 -93.735 -18.585 -77.610 -2.185.522
-2.551.616 -154.375 -2.678.955 -66.250 -5.000 -127.164 0 -225.000 -400.000 -6.208.360
overige baten toezeggingen totaal baten
10 Financiering en algemene dekkingsmiddelen totaal der lasten totaal der baten verschil Beleggingen rente lasten FVSV rente lasten BOR rente lasten BWS rentelasten stadsregio totaal lasten rente baten BDU rente baten OV rente baten BOR rente baten fonds groen rente baten jeugdzorg rente baten Omslagfonds rente baten FVSV rente baten BWS rente baten stadsregio totaal baten
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
57
gewijzigde begroting 2007-I
omschrijving
Algemene uitkeringen bijdrage regiogemeenten bijdrage gemeente Rotterdam bijdrage BWS ter dekking begrotingstekort totaal baten
totale lasten t/m april
begroting 2007
-5.671.626 -1.139.062
-2.835.815 0
-6.810.688
-2.835.815
-5.671.626 -1.139.062 249.590 -6.561.098
dotatie aan voorziening Jeugdzorg dotatie voorziening facilitaire zaken/ArBo lasten totaal lasten
0 0 0
0 0 0
0 0 0
onttrekking voorziening minimalisatie doorbelastingen vrijval voorzieningen totaal baten
0 0
0 0
0 0
46.000 46.000
0
46.000 46.000
0
0
0
Voorzieningen voor algemene doeleinden
Onvoorziene uitgaven onvoorziene uitgaven totaal lasten totaal baten Totaal der lasten Totaal der baten Saldo gewone dienst
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
453.139.898 -452.609.802 530.096
286.452.137 424.940.450 -312.316.765 -425.665.039 -25.864.628 -724.589
58
omschrijving
gewijzigde begroting 2007-I
totale lasten t/m april
begroting 2007
Resultaatsbestemming Reservering voor nog functioneel te ramen bedragen toevoeging algemene reserve toevoeging reserve RTV borgstelling toevoeging reserve Jeugdzorg toevoeging reserve BWS (vrijval + rente) toevoeging reserve BWS (restant SR algemeen) toevoeging reserve GDU/BDU Verkeer en Vervoer toevoeging reserve Bereikbaarheidsoffensief toevoeging reserve Openbaar Vervoer toevoeging reserve De Boer-EIISS toevoeging reserve investeringen Groenakkoord toevoeging reserve Omslagfonds toevoeging reserve Grondkostenfonds totaal lasten
2.033.456 145.006 0 0 0 0 0 0 0 2.178.462
onttrekking algemene reserve onttrekking reserve algemene doeleinden onttrekking reserve Jeugdzorg onttrekking reserve BWS onttrekking reserve proactieve milieuaanpak onttrekking reserve GDU/BDU Verkeer en Vervoer onttrekking reserve Bereikbaarheidsoffensief onttrekking reserve Openbaar Vervoer onttrekking reserve De Boer-EIISS onttrekking reserve Omslagfonds onttrekking reserve Grondkostenfonds onttrekking reserve Minimalisatie Doorbelastingen totaal baten
0 0 -2.414.140 0 -294.418 0 0 0 0 0 0 0 -2.708.558
0 0 0 0 0 0 0 0
475.000 249.590 0 0 0 0 0 0 0 724.590
0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
toevoeging voorziening jeugdzorg totaal lasten Totaal der lasten Totaal der baten Saldo gewone dienst
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
455.318.361 -455.318.360 0
286.452.137 425.665.040 -312.316.765 -425.665.039 -25.864.630 0
59
4
Bijlagen
4.1 Kostenverdeelstaat Kostenverdeelstaat begroting 2007 begrotingswijzigingtotale lasten
planontwikkeling
BDU
BOR
OV
Groen
Sociaal
t/m april
Jeugdzorg
beleid
Salarislasten direct toe te wijzen
2.971.331
2.005.904
54.852
103.503
37.694
148.673
47.042
26.268
108.485
kosten directie kosten ondersteuning
164.742 1.184.947
112.826 796.281
3.232 22.807
6.169 43.541
2.056 14.514
7.932 55.982
2.695 19.018
1.557 10.988
6.048 42.685
4.321.020
2.915.012
240.000 40.000 280.000
156.770 0 156.770
6.543 0
12.491 0
4.164 0
16.060 0
5.456 0
3.152 0
12.245 0
140.000 25.000 10.000 25.000 90.000 60.000
23.640 675 29.406 4.979 6.670 35.511
601 43 1.248 320 429 2.283
1.148 83 2.382 611 819 4.359
383 28 794 204 273 1.453
1.476 107 3.062 786 1.053 5.604
502 36 1.040 267 358 1.904
290 21 601 154 207 1.100
1.126 81 2.335 599 803 4.273
totaal Diensten door derden dienstverlening door derden advisering totaal Overige personele lasten opleidingskosten overige personeelskosten juridische ondersteuning ARBO kosten kosten WW en FPU woon- en werkverkeer netto kosten OR
7.000
0
0
0
0
0
0
0
0
werving nieuw personeel
25.000
8.050
518
988
329
1.270
432
249
969
representatiekosten extern
25.000
7.270
467
892
297
1.147
390
225
875
635
1.213
404
1.560
530
306
1.189
5.126
reis- en verblijfkosten
35.000
9.884
442.000
126.085
huur
260.000
118.542
16.019
9.612
3.204
28.835
5.126
1.282
afschrijving, verbouw. + inricht.
159.000
0
0
0
0
0
0
0
0
32.000
13.500
1.824
1.095
365
3.284
584
146
584
totaal Huisvestinglasten
servicekosten energie
47.000
15.527
2.098
1.259
420
3.777
671
168
671
100.500
1.937
262
157
52
471
84
21
84
schoonmaakkosten
44.500
0
0
0
0
0
0
0
0
overige huisvestinglasten
35.000
18.022
2.135
1.281
427
3.843
683
171
683
678.000
167.529
426.384
67.049
4.311
8.229
2.743
10.581
3.595
2.077
8.068
15.000
960
62
118
39
151
51
30
116
441.384
68.009
facility algemeen
totaal Communicatie en Beroep en Bezwaar directe communicatie lasten directe lasten beroep- en bezwaar totaal Organisatielasten salarissysteem DVO IDR
21.500 210.500
2.500 0
161 0
307 0
102 0
395 0
134 0
77 0
301 0
kopieerkosten
95.000
26.517
1.722
3.287
1.096
4.226
1.409
814
3.162
drukwerk
30.000
723
47
90
30
115
38
22
86
catering / kantinekosten
45.000
4.806
312
596
199
766
255
148
573
porti
25.000
2.486
161
308
103
396
132
76
296
briefpapier, enveloppen
9.000
3.867
251
479
160
616
205
119
461
koerier
5.000
809
53
100
33
129
43
25
96
accountantskosten
62.000
2.758
179
342
114
440
147
85
329
telefoon / telecom + telefoonkamer
44.500
5.033
327
624
208
802
267
155
600
documentatie / abonnementen
15.000
4.774
310
592
197
761
254
147
569
automatiseringskosten
10.000
29.175
1.652
3.153
1.051
4.054
1.351
781
3.033
7.685
0
0
0
0
0
0
0
0
32.500
1.741
113
216
72
277
92
53
208
0
1
0
1
0
0
1
125.978
210.044
73.207
308.632
94.791
51.514
206.760
125.978
210.044
73.207
308.632
94.791
51.514
206.760
bankkosten kantoorbenodigdheden archiefvernietiging+reststoffenmanagement totaal subtotaal bijdrage gemeente Rotterdam TOTAAL
3.500
5
616.185
85.193
6.778.589
3.518.597
190.7566.587.833
0 3.518.597
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
60
Kostenverdeelstaat begroting 2007 begrotingswijzigingtotale lasten
milieu
Ruimt.
t/m april
FVSV
economie
BIR
wonen
TOTAAL
beleid
Salarislasten direct toe te wijzen
2.971.331
2.005.904
70.523
57.881
54.441
44.598
45.819
93.867
893.646
kosten directie kosten ondersteuning
164.742 1.184.947
112.826 796.281
3.892 27.471
2.920 20.605
2.920 20.605
2.622 18.503
2.622 18.503
5.601 39.528
50.265 354.750
4.321.020
2.915.012
240.000 40.000 280.000
156.770 0 156.770
7.881 0
5.911 0
5.911 0
5.308 0
5.308 0
11.340 0
101.770 0
140.000 25.000 10.000 25.000 90.000 60.000
23.640 675 29.406 4.979 6.670 35.511
724 52 1.503 386 517 2.750
543 39 1.127 289 387 2.063
543 39 1.127 289 387 2.063
488 35 1.012 260 348 1.852
488 35 1.012 260 348 1.852
1.042 75 2.162 555 743 3.957
9.355 675 19.406 4.979 6.670 35.511
totaal Diensten door derden dienstverlening door derden advisering totaal Overige personele lasten opleidingskosten overige personeelskosten juridische ondersteuning ARBO kosten kosten WW en FPU woon- en werkverkeer netto kosten OR werving nieuw personeel
7.000
0
0
0
0
0
0
0
0
25.000
8.050
623
468
468
420
420
897
8.050
representatiekosten extern
25.000
7.270
563
422
422
379
379
810
7.270
reis- en verblijfkosten
35.000
9.884
765
574
574
515
515
1.101
9.884
442.000
126.085
huur
260.000
118.542
5.126
15.378
6.408
6.408
5.767
10.252
118.542
afschrijving, verbouw. + inricht.
159.000
0
0
0
0
0
0
0
0
32.000
13.500
584
1.751
730
730
657
1.168
13.500 15.527
totaal Huisvestinglasten
servicekosten energie
47.000
15.527
671
2.014
839
839
755
1.343
100.500
1.937
84
251
105
105
94
168
schoonmaakkosten
44.500
0
0
0
0
0
0
0
0
overige huisvestinglasten
35.000
18.022
683
2.050
854
854
769
1.367
15.800
678.000
167.529
426.384
67.049
5.192
3.894
3.894
3.497
3.497
7.471
67.049
15.000
960
74
56
56
50
50
107
960
441.384
68.009
facility algemeen
totaal
1.937
Communicatie en Beroep en Bezwaar directe communicatie lasten directe lasten beroep- en bezwaar totaal Organisatielasten salarissysteem DVO IDR kopieerkosten
21.500 210.500
2.500 0
194 0
145 0
145 0
130 0
130 0
279 0
2.500 0
95.000
26.517
2.035
1.534
1.534
1.378
1.378
2.943
26.517
drukwerk
30.000
723
55
42
42
38
38
80
723
catering / kantinekosten
45.000
4.806
369
278
278
250
250
533
4.806
porti
25.000
2.486
191
144
144
129
129
276
2.486
briefpapier, enveloppen
9.000
3.867
297
224
224
201
201
429
3.867
koerier
5.000
809
62
47
47
42
42
90
809
62.000
2.758
212
160
160
143
143
306
2.758 5.033
accountantskosten telefoon / telecom + telefoonkamer
44.500
5.033
386
291
291
261
261
559
documentatie / abonnementen
15.000
4.774
366
276
276
248
248
530
4.774
automatiseringskosten
10.000
29.175
1.952
1.471
1.471
1.321
1.321
2.823
25.435
bankkosten kantoorbenodigdheden archiefvernietiging+reststoffenmanagement totaal subtotaal bijdrage gemeente Rotterdam TOTAAL
7.685
0
0
0
0
0
0
0
0
32.500
1.741
134
101
101
90
90
193
1.741
0
0
0
0
0
1
5
136.317
123.338
107.388
93.055
93.382
192.595
1.817.000
136.317
123.338
107.388
93.055
93.382
192.595
1.817.000
3.500
5
616.185
85.193
6.778.589
3.518.597
190.7566.587.833
0 3.518.597
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
0
61
4.2 Staat van reserves en voorzieningen
saldo na winstbestemming 2006
Omschrijving
- Algemene reserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve Subtotaal Reserves
1.000.000 500.000 2.414.140 294.418 39.025.524 43.234.081
RTV borgstelling Jeugdzorg/bestirjding wachtlijsten Proactieve Milieuaanpak BWS
- Vervoermanagement - Beheer Groen Akkoord - Investering Groen Akkoord - Fonds Groen - Jeugdzorg dubieuze debiteuren - subsidie prov ZH voor Sociaal Beleid - Luchtkwaliteit subsidies - Luchtkwaliteit projecten - Ruimtelijk Beleid (toezegging gem Brielle) - Woonbeleid Subtotaal SR Algemeen
4.539 2.866.172 716.568 1.761.787 350.000 158.060 1.500.000 624.336 185.000 54.688 8.221.150
- BDU uitvoeringsprojecten - BDU binnen OV administratie - OV Chipcard - OV Algerakaartje - OV Reizeigers Info Systeem Schiedam - Openbaar Vervoer algemeen - Bereikbaarheidsfonds - Jeugdzorg algemeen (doeluitkering) - Jeugdzorg aanvalsplan wachtlijsten (rijksgeld) - Omslagfonds - FVSV - BWS Subtotaal voorzieningen nog te verplichten
begrote toevoegingen 2007 -
begrote onttrekkingen 2007
begroot saldo per eind begrotingsjaar 2007
-
2.414.140294.418-
-
2.708.558-
1.000.000 500.000 039.025.524 40.525.523
14.400.000 14.400.000
4.53916.161.787158.060600.000624.336185.00025.00017.758.722-
02.866.172 716.568 350.000 900.000 029.688 4.862.427
52.119.943
66.200.000-
21.830.701 3.998.310 15.385.564 279.636 400.000 6.968.413 133.611.664 2.294.944 2.156.491 18.081.121 205.006.844
11.157.380
42.260.000-
17.978.010 14.503.742 10.953.534 106.712.609
2.156.49114.400.00029.069.53910.953.534181.104.764-
7.750.644 3.998.310 6.968.413 102.509.044 2.294.944 3.578.010 3.515.324 130.614.689
- BDU uitvoeringsprojecten verplicht (incl IDV) - Bereikbaarheidsfonds verplicht - Omslagfonds verplicht - FVSV verplicht - BWS verplicht Subtotaal voorzieningen verplicht Subtotaal Voorzieningen
178.166.314 14.618.693 0 16.290.643 10.770.991 219.846.641 433.074.635
66.200.000 42.260.000 14.400.000 29.069.539 10.611.612 162.541.151 283.653.760
113.000.00048.100.00014.400.00033.462.65714.055.781223.018.438421.881.924-
131.366.314 8.778.693 0 11.897.525 7.326.823 159.369.355 294.846.471
Totaal reserves en voorzieningen
476.308.717
283.653.760
424.590.482-
335.371.994
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
-
15.385.564279.636400.000-
62
4.3 Inwoneraantal per gemeente Gemeente
Aantal inwoners per 01/01/2005
*1
Berekende bijdrage per inwoner
*2
Bewonersbijdrage 2007
Albrandswaard
20.606
4,755
97.988
Barendrecht
39.294
4,755
186.856
Bergschenhoek
16.181
4,755
76.946
Berkel en Rodenrijs
18.083
4,755
85.991
Bernisse
12.650
4,755
60.155
Bleiswijk
10.317
4,755
49.061
Brielle
16.031
4,755
76.233
Capelle aan den IJssel
65.480
4,755
311.379
Hellevoetsluis
40.125
4,755
190.807
Krimpen aan den IJssel
28.983
4,755
137.824
Maassluis
32.451
4,755
154.315
Ridderkerk
45.106
4,755
214.494
Rotterdam
596.407
4,755
2.836.110
Rozenburg
13.095
4,755
62.271
Schiedam
75.487
4,755
358.965
Spijkenisse
74.756
4,755
355.489
Vlaardingen
73.394
4,755
349.012
Westvoorne
14.243
4,755
67.730
TOTAAL *1
*2
1.192.689
5.671.626
bron: Statline databank CBS. Op grond van de besluitvorming in de regioraad
1e Bestuursrapportage 2007 stadsregio Rotterdam
63
regioraad vergadering 11 juli 2007 Agendapunt 9 Onderwerp: Begroting 2008. Bijlage: 1. programmabegroting 2008; 2. activiteitenbegroting 2008; 3. ontwerpbesluit. Toelichting: 1. Inleiding Bijgaand wordt de begroting 2008 ter vaststelling aangeboden aan de Regioraad. De ontwerpbegroting bestaat uit de programmabegroting en de activiteitenbegroting. De programmabegroting geeft de beleidsdoelstellingen per programma. Tevens omvat deze begroting de voorgeschreven paragrafen, o.a. een financiële paragraaf, risicoparagrafen en een paragraaf over de bedrijfsvoering. De activiteitenbegroting geeft de activiteiten weer met de beleidsdoelstelling per activiteit en het financiële overzicht per activiteit. Dit gebeurt aan de hand van het antwoord op de volgende vragen: - wat willen we bereiken? - wat gaan we daarvoor doen? - wat mag het gaan kosten? In de activiteitenbegroting is tevens opgenomen de detailbegroting, de stand van de reserves en voorzieningen, de kostenverdeelstaat en de inwoneraantallen per gemeente. In de regioraadsvergadering van 31 januari 2007 zijn uitgangspunten voor de begroting besproken. Deze uitgangspunten zijn gehanteerd bij het opstellen van de ontwerpbegroting. Verder is de begroting voor reactie naar de regiogemeenten verzonden. De reacties van de gemeenten zijn instemmend en hebben geen aanleiding gegeven om wijzigingen aan te brengen in de begroting. 2. Programmabegroting nader toegelicht De programmabegroting bestaat uit 9 inhoudelijke programma’s en het programma Financieel beheer. In deze begroting is nog geen aansluiting gemaakt met de het DBprogramma Partners voor Resultaat. In 2008 zal een begroting gemaakt worden die bestaat uit de 4 DB-programma’s, zodat de diverse beleidsterreinen van de stadsregio op een meer integrale wijze gepresenteerd kunnen worden. Voor de volledige beleidsvoornemens voor 2008 wordt verwezen naar de programmabegroting 2008. Hieronder worden de belangrijke werkvelden per programma genoemd. • Verkeer en vervoer In 2008 worden beleids- en infrastructuurprojecten uit het Regionaal Verkeer en Vervoersplan uitgevoerd. Projecten kunnen zowel in de planontwikkelings- als in de uitvoeringsfase zijn. Planontwikkeling bestaat uit het arrangeren van bovenregionale afstemming, het bepalen van een financiële strategie en programmering, de organisatie van samenwerking en rond de regio en het doen van netwerkstudies en verkenningen van infrastructuurprojecten. Uitvoeringsprojecten betreft de uitvoering van projecten en maatregelen vanaf de start van de planstudie. Het gaat hierbij enerzijds om projecten waarvoor de stadsregio zelf opdrachtgever is, anderzijds om subsidieverstrekking aan gemeenten en overige wegbeheerders.
begroting 2008 / EvL / 21 juni 2007
Pagina 1
•
Openbaar vervoer Het openbaar vervoer heeft 4 functies binnen het verkeer-en vervoerbeleid, namelijk een bereikbaarheidsfunctie, een ruimtelijke functie, een sociale functie en een leefbaarheidsfunctie. Om hieraan te kunnen voldoen moet het openbaar vervoer beschikbaar, concurrerend, veilig, milieuvriendelijk en toegankelijk zijn. In de concessie aan de vervoerders worden eisen aan de basiskwaliteit van het vervoer opgenomen. Daarnaast wordt vrijheid gegeven aan de vervoerders om binnen de concessie te voldoen aan de wensen van de reiziger. In de meerjarenplannen die afgesproken zijn met de concessiehouders wordt gevraagd om maatregelen te nemen op gebied van comfort, toegankelijkheid, sociale veiligheid en reisinformatie. Er wordt in 2008 gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit en het rendement.
•
Sociaal beleid De stadsregio heeft met de provincie Zuid-Holland de Regionale Agenda Samenleving opgesteld. Dit is een meerjarig programma t/m 2008. Jaarlijks wordt vastgesteld welke activiteiten zullen plaatsvinden. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de prioriteiten van de overige beleidsonderwerpen van de stadsregio.
•
Jeugdzorg Het doel van het jeugdzorgbeleid is om bij (dreigende) problemen op het gebied van verzorging en opvoeding, samen met de partners ondersteuning te bieden aan de cliënt (jeugdigen en diegenen die tot hun gezinsverband behoren. Hiertoe wordt door Bureau Jeugdzorg objectief en onafhankelijk van het zorgaanbod in een indicatiebesluit bepaald of een cliënt recht heeft op jeugdzorg. Het zorgaanbod moet vervolgens een adequaat en herkenbaar antwoord geven op de vraag van de cliënten. Om tijdige doorverwijzing mogelijk te maken, zijn goede algemene voorzieningen noodzakelijk, is het van belang dat er aansluiting is tussen lokaal jeugdbeleid en stadsregionaal jeugdzorgbeleid en is samenwerking nodig met onderwijs en jeugdgezondheidszorg. In 2007 wordt gestart met het programma Ieder Kind Wint, waarin alle partners die betrokken zijn bij jeugdzorg zijn verenigd. Zo wordt samen gewerkt aan een optimaal werkende jeugdketen waarin de vraag van het kind werkelijk centraal staat. In 2008 wordt dit programma verder geconcretiseerd.
•
Regionaal Groen In 2005 is door de stadsregio en de provincie Zuid Holland het Regionaal Groen Blauw Structuurplan vastgesteld. De stadsregio is verantwoordelijk voor de regierol op het gebied van Groen aan de noordrand van Rotterdam, de Maasmond, op Voorne Putten en Rozenburg. De provincie vervult deze rol bij de ontwikkeling van de drie regioparken. In 2008 zal de europese aanbesteding voor de groende verbinding in het kader van PMR plaatsvinden, waarna naar verwachting de uitvoering in 2009 kan starten. Verder wordt samen met de provincie getracht alle gemeenten te laten participeren in het Koepelschap, om zo tot een goede verdeling van de kosten van beheer van natuur en recreatiegebieden te komen. In 2008 worden concrete voorstellen voor 2e en 3e prioriteitsprojecten worden gedaan aan het bestuur. Ook zal het RGSP worden geëvalueerd.
•
Milieu Algemene doelstelling van milieu is de verbetering van de leefomgeving in de stadsregio. Het zwaartepunt zal hierbij in 2008 liggen op de aanpak van de slechte luchtkwaliteit, het vormgeven van de proactieve milieuaanpak en het ondersteunen van gemeenten.
•
Ruimtelijk beleid Op basis van het Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam worden ruimtelijke plannen gemaakt en uitvoeringsprogramma’s opgesteld voor verbetering van de ruimtelijke structuur en voor kwaliteitsverbetering van elementen die bijdragen aan een aantrekkelijk leef- en vestigingsmilieu. De stadsregio adviseert de provincie over gemeentelijke plannen en voert hierover overleg met de gemeenten. Ook wordt buiten de regio geparticipeerd in diverse verbanden die met ruimtelijke opgaven te maken hebben. De stadsregio werkt aan een versnelde ontwikkeling van reeds bestemde nieuwe bedrijventerreinen en aan de versnelling van herstructureringsprocessen, conform de vastgestelde economische visie van de stadsregio en het actieplan Bedrijventerreinen.
•
Wonen en stedelijke vernieuwing
begroting 2008 / EvL / 21 juni 2007
Pagina 2
De stadsregio is verantwoordelijk voor de Verstedelijkingsopgave en de regionale opgave Stedelijke Vernieuwing. In 2007 zijn de verstedelijkingsafspraken en de voortgang ISV2 herijkt. Een verstevigde inzet richting gemeenten en andere participanten om de afgesproken woningbouwproductie daadwerkelijk te bereiken, zal hiervan het resultaat zijn. 3. Activiteitenbegroting nader toegelicht In de activiteitenbegroting wordt per activiteit concreet aangegeven wat de stadsregio in 2008 gaat doen. Ten opzichte van de begroting 2007 zijn er 3 aanpassingen in de activiteiten, namelijk: de activiteit Bezwaar en beroep is toegevoegd aan de activiteit Bestuur de activiteit Investeringen groenakkoord is toegevoegd aan de activiteit Beleidsontwikkeling groen de activiteit Maaszicht is toegevoegd aan de activiteit Sociaal Beleid. Tevens wordt voorgesteld, conform het DB van 13 december 2006 om de subsidie aan pension Maaszicht gedurende 4 jaar af te bouwen. Pension Maaszicht vangt zwerfjongeren op. De gemeente Rotterdam is hoofdfinancier van het pension omdat de opvang valt onder maatschappelijke opvang. Vanaf 2001 verstrekt ook de stadsregio een structurele bijdrage op basis van een begrotingspost. De reden hiervoor was dat pension Maaszicht jaarlijks aan alle stadsregionale gemeenten om een bijdrage vroeg, omdat zij jongeren uit de hele regio opvangen. Daarom is toen besloten om gezamenlijk één bijdrage te verstrekken uit de algemene middelen van de stadsregio. De stadsregio heeft officieel geen taken op het gebied van maatschappelijke opvang. Pension Maaszicht is vanaf 2006 een erkende AWBZ-instelling. Iedere jongere die in Maaszicht geplaatst wordt ontvangt een indicatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg met bijbehorende financiering. Nu pension Maaszicht op deze nieuwe wijze wordt gefinancierd, is het voor de stadsregio mogelijk om de subsidie te beëindigen. Omdat er sprake is van een structurele relatie met Maaszicht vanaf 2001, wordt voorgesteld om de bijdrage in 4 jaar af te bouwen, zoals opgenomen in de begroting bij de activiteit Sociaal beleid. Pension Maaszicht is van dit voornemen op de hoogte en heeft aangegeven bezwaar te zullen maken tegen dit besluit. 4. Overige relevante punten De overige relevante punten voor de begroting 2008 zijn: Resultaat De begroting een positief saldo van € 3.791.540 zien. Dit wordt voor € 3.664.569 verklaard door een vrijval binnen de BWS-regeling. Het overige gedeelte (€ 126.971) is een overschot dat ontstaat op SR Algemeen, na doorbelasting van apparaatsuitgaven aan doeluitkeringen. Ook meerjarig toont deze begroting 2008 een positief saldo, dat grotendeels is toe te schrijven aan vrijval binnen de activiteit BWS. Voorgesteld wordt om het positief saldo toe te voegen aan de BWS-reserve.
Saldo SR alg Saldo BWS Saldo totaal
2008 € 126.971 € 3.664.569 € 3.791.540
2009 € 178.853 € 3.194.569 € 3.373.422
2010 € 230.735 € 3.364.569 € 3.595.304
2011 € 603.450 € 2.161.978 € 2.765.427
De BWS-reserve is gevormd uit middelen die het ministerie van VROM jaarlijks verstrekt aan de stadsregio in het kader van het Besluit Woninggebonden Subsidies. In 1995 is de regeling omgezet van een jaarlijkse bijdrage naar een “bijdrage ineens”. De stadsregio beschikte toen over voldoende middelen om de omzetting te financieren met eigen middelen. Daarom kunnen de jaarlijkse ontvangsten van VROM steeds worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Daarnaast treedt er vrijval op vanwege de inkomensafhankelijke regeling die is opgenomen in de BWSregeling en door de verkoop van gesubsidieerde woningen. Tot slot wordt de BWS-reserve gevoed door de rentebaten die gerealiseerd worden op de liquide middelen. De stadsregio beschikt over een beperkte mate over vrij besteedbare eigen middelen, namelijk de bijdrage per inwoner, de rentebaten, de algemene reserve en de BWS-reserve. begroting 2008 / EvL / 21 juni 2007
Pagina 3
Sinds de invoering van het Besluit Begroting en Verantwoording dient de BWS-reserve als dekking voor de tijdelijke “roodstand” in de fondsen. Ook wordt met de BWS-reserve het risico van een lagere woningproductie gedekt en dient het ter dekking van bestuurlijke verplichtingen waarvoor (nog) geen andere dekking is gevonden, zoals de PMR deelprojecten 750 ha groen en BRG. Risico’s De algemene reserve en de BWS-reserve zijn het weerstandsvermogen van de stadsregio, dat er voor is om de eventuele risico’s die de stadsregio loopt, op te kunnen vangen. De risico’s zijn beschreven in de paragraaf weerstandsvermogen in de programmabegroting. Indexering Eén van de uitgangspunten was de afspraak over het indexeringspercentage. Conform afspraken die in 2004 in de Regioraad zijn gemaakt, wordt het percentage “prijsontwikkeling BBP” uit de septembercirculaire van het Ministerie van BZK gehanteerd. Voor 2008 bedraagt dit percentage 1,52 %. Begrotingswijziging 2007-I Gelijktijdig met de behandeling van de begroting zal de eerste begrotingswijziging 2007 worden behandeld. De 1e begrotingswijziging 2007 is reeds verwerkt in de begroting 2008. Jaarrekening 2006 Ook wordt in dezelfde Regioraadsvergadering de jaarrekening 2006 behandeld. De cijfers uit de jaarrekening 2006 zijn al verwerkt in de begroting 2008. Financiële consequenties: De financiële consequenties zijn verwerkt in de programmabegroting 2008 en activiteitenbegroting 2008. De begroting toont een positief saldo van € 3.791.540, welke conform richtlijnen toegevoegd wordt aan de BWS-reserve. De gemeentelijke bijdrage is berekend conform afspraak over het indexeringspercentage met de regiogemeenten. Communicatie: De door de regioraad vastgestelde begroting wordt opgemaakt en conform de verzendlijst naar belanghebbenden verzonden. Afgestemd met: De deelnemende gemeenten. Verdere procedure: toezending aan de provincie Zuid-Holland; toezending aan alle deelnemende gemeenten; toezending aan de overige belanghebbenden. Gevraagde beslissing: 1. de programmabegroting 2008 en de activiteitenbegroting 2008 vast te stellen, inclusief de afbouw van de subsidie aan pension Maaszicht.
Websamenvatting:
begroting 2008 / EvL / 21 juni 2007
Pagina 4
Activiteitenbegroting 2008
Stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam telefoon: 010-4172389 fax: 010-4047347 e-mail:
[email protected] website: www.stadsregio.info
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2
Activiteiten per programma
4
2.1
Activiteit: Bestuur
4
2.2
Activiteit: Communicatie
6
2.3
Activiteit: Planontwikkeling Verkeer en Vervoer
8
2.4
Activiteit: Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer
12
2.5
Activiteit: Bereikbaarheidsoffensief regio Rotterdam
16
2.6
Activiteit: Exploitatie openbaar vervoer
19
2.7
Activiteit: Beheerkosten Groenakkoord
23
2.8
Activiteit: Beleidsontwikkeling en programma-
24
management regionaal groen
24
2.9
Activiteit: Fonds Groen
26
2.10
Activiteit: Sociaal Beleid
27
2.11
Activiteit: Jeugdzorg
28
2.12
Activiteit: ROM-Rijnmond
31
2.13
Activiteit: Milieu
33
2.14
Activiteit: Ruimtelijk beleid
34
2.15
Activiteit: Omslagfonds
36
2.16
Activiteit: Fonds Verstedelijking en Stedelijke
38
Vernieuwing 2005-2010
38
2.17
Activiteit: Economie
41
2.18
Activiteit: Bedrijven Info Rijnmond (BIR)
42
2.19
Activiteit: Wonen
43
2.20
Activiteit: Wonen: Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS)
44
2.21
Algemeen financieel beheer
46
2
Detailbegroting
48
4
Bijlagen
49
4.1
Kostenverdeelstaat
49
4.2
Staat van reserves en voorzieningen
51
4.3
Inwoneraantal per gemeente
52
2 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
1
Inleiding
De stadsregio maakt sinds enkele jaren twee begrotingen: een programmabegroting met beleidsprogramma’s en een - hieruit voortvloeiende - activiteitenbegroting. Beide onderdelen moeten aan het Besluit Begroting en Verantwoording (2004) voldoen en worden door de regioraad vastgesteld.
Leeswijzer
De activiteitenbegroting is een weergave van de concrete activiteiten die voortvloeien uit de beleidsprogramma’s. Het doel van deze begroting is inzicht te geven in de koppeling tussen beleid, prestaties en middelen. Aan de hand van de WWW-systematiek1 wordt per activiteit aangegeven wat de doelstelling is en wat wordt uitgevoerd. Verder worden de financiële lasten en bijbehorende dekking weergegeven. Het activiteitenoverzicht sluit af, indien nodig, met een toelichting op de financiële gegevens. Ook wordt waar relevant het verloop van een voorziening of een bestemmingsreserve aangeduid dan wel het meerjarig perspectief weergegeven. Tot slot zijn er enkele veranderingen in de indeling van de begroting 2008 ten opzichte van de begroting 2007. • De activiteit Beroep en bezwaar is toegevoegd aan de activiteit Bestuur. • De activiteit Investeringen Groenakkoord is opgegaan in de activiteit Beleidsontwikkeling en programmamanagement regionaal groen. Dit is omdat er geen bijdragen voor investeringen meer worden ontvangen van derden. • De activiteit Maatschappelijke opvang is toegevoegd aan de activiteit Sociaal beleid.
1
WWW: Wat willen we bereiken? - Wat gaan we ervoor doen? - Wat mag het kosten? 3
Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2
Activiteiten per programma
2.1 Activiteit: Bestuur Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Bestuur T.P.J. Bruinsma
Wat willen we bereiken? • vertegenwoordiging van de gemeenten die aan het samenwerkingsverband deelnemen; • aansturing van de uitvoering van het stadsregionale beleid door het dagelijks bestuur; • het onderhouden en versterken van de band met de deelnemende gemeenten. Wat gaan we ervoor doen? De directe lasten bestaan voornamelijk uit de fractiekosten en kosten voor facilitering van het bestuur. Voor materiële uitgaven van de fracties in de regioraad wordt per fractielid per jaar €270,- verstrekt. Voorts zijn onder de directe lasten de kosten van het dagelijks bestuur geraamd. Leden van het dagelijks bestuur die geen lid zijn van een college van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten kunnen schadeloosstelling ontvangen voor de werkzaamheden voor de stadsregio. Daarnaast kunnen er kosten zijn zoals reis- of representatiekosten. Uit dit budget wordt ook het Samenwerkingsverband Regio Randstad betaald. Dit is een gemeenschappelijke regeling van de vier grote steden, de vier Randstadprovincies en de vier Kaderwetgebieden in de Randstad. De gemeenschappelijke regeling beoogt het beleid in de Randstad te coördineren en af te stemmen en behartigt de belangen van de Randstad bij het Rijk. Om de belangen van de stadsregio Rotterdam te waarborgen binnen de regio Randstad wordt door (leden van het) dagelijks bestuur geparticipeerd in het algemeen bestuur en diverse commissies. Naar aanleiding van beleidsevaluatie 2002-2006 heeft het dagelijks bestuur de regioraad toegezegd extra activiteiten te ontplooien om de besluitvorming van de stadsregio transparanter te maken voor gemeenteraadsleden en te bevorderen dat zij in een zo vroeg mogelijk stadium bij de beleidsontwikkeling van de stadsregio worden betrokken. De portefeuillehouder Bestuurlijke organisatie voert hiertoe in elke gemeente rondetafelgesprekken met fractievoorzitters, regioraadsleden en het presidium van de raad. De gesprekken kunnen aanleiding geven tot extra bijeenkomsten, communicatieinspanningen of aanpassingen in de werkwijze van de stadsregio die nu nog niet kunnen worden voorzien. Indien dit leidt tot een extra financiële inspanning zal die via een begrotingswijziging worden geregeld. Onder de activiteit Bestuur valt ook de zorgvuldige en professionele wijze van afhandelen van bezwaarschriften, die met name betrekking hebben op subsidiebeschikkingen en nadeelcompensatieaanvragen in verband met infrastructurele projecten. Daartoe wordt gebruik gemaakt van de expertise van de servicedienst van de gemeente Rotterdam. Doelstelling is om 90% van alle bezwaarzaken binnen 14 weken af te handelen. De stadsregionale bezwaarcommissie wordt voorgezeten door een externe deskundige en secretarieel ondersteund vanuit de servicedienst Rotterdam. Voor de externe klachtenregeling wordt een beroep gedaan op de ombudsman Rotterdam.
4 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Directe lasten bestuur Totaal
234.883
285.955
290.142
290.142
290.142
290.142
234.883
285.955
290.142
290.142
290.142
290.142
191.119
225.847
237.788
237.788
237.788
249.824
43.764
60.108
52.354
52.354
52.354
40.318
234.883
285.955
290.142
290.142
290.142
290.142
0
0
0
0
0
0
Baten Bijdrage regiogemeenten Bijdrage t.l.v. diverse beleidsterreinen
Saldo van de rekening
Totaal
Meerjarenraming Verwacht wordt dat het structurele budget voor de komende jaren gehandhaafd dient te worden.
5 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.2 Activiteit: Communicatie Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Bestuur T.P.J. Bruinsma / I.W. Opstelten
Wat willen we bereiken? Het verwerven en behouden van draagvlak voor het beleid van de stadsregio. Deze ambitie van het bestuur is concreet gemaakt in de volgende communicatiedoelstellingen: • Tweederde van de bevolking (18 jaar en ouder) kent de stadsregio van naam, weet dat de eigen gemeente tot de stadsregio behoort en onderschrijft de noodzaak voor regionale samenwerking via de stadsregio; • Gemeenten geven de stadsregio in de vierjaarlijkse beleidsevaluatie een ruime voldoende voor informatievoorziening, transparantie en samenwerking; • Maatschappelijke organisaties geven de stadsregio een ruime voldoende voor informatievoorziening en inspraak. Wat gaan we ervoor doen? Doelgroepen actief informeren over besluiten van het regionaal bestuur en door de stadsregio behaalde resultaten: • productie van een de digitale nieuwsbrief Regiojournaal (inclusief overzicht besluiten DB) voor raadsleden en ambtenaren van gemeenten; • informatieverstrekking aan de bevolking via onder meer TV Rijnmond en huis-aan-huisbladen; • uitgave van een relatiemagazine voor maatschappelijke organisaties, bedrijven en bestuurlijke stakeholders; • instandhouden van de stadsregionale websites; • productie van voorlichtingsmaterialen. Het bevorderen van publiciteit over het stadsregionale beleid, projecten en resultaten: • persberichten uitgeven na elke DB-vergadering; • actieve toezending van agenda’s en journalisten attent maken op nieuwswaardige onderwerpen; • organiseren en begeleiden van interviews; • organiseren van persconferenties bij complexe zaken met grote nieuwswaarde. Het adviseren van bestuur over communicatieactiviteiten rond beleidsprocessen: • het opstellen en bewaken van de communicatiestrategie van de stadsregio; • het opstellen van en uitvoeren van communicatieplannen bij beleidsprojecten; • het vertegenwoordigen van de stadsregio in communicatieoverleggen waar meerdere partijen bij zijn betrokken. Versterken van de relatie met gemeenten: • bevorderen van participatie van gemeenten in regionaal beleid via communicatieplannen en advisering van beleidsmedewerkers; • inrichten en onderhouden van een bestuursplein op de stadsreigonale website met voor gemeenten relevante bestuurlijke en procedurele informatie; • gericht informeren – mondeling en via Bestuurberichten – van raadsgriffiers en gemeentesecretarissen over bestuurlijke processen en procedures binnen de stadsregio. De resultaten van het stadsregionale beleid zichtbaar maken: • Dit gebeurt onder meer door erop toe te zien dat de stadsregio bij de uitvoering van projecten steeds duidelijk wordt vermeld; • Verder worden resultaten actief uitgedragen via perscontacten en spotjes op TV Rijnmond.
6 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Directe lasten
394.506
Apparaatslasten Totaal
426.384
432.000
432.000
432.000
432.000
0
0
0
0
0
0
394.506
426.384
432.000
432.000
432.000
432.000
394.506
426.384
432.000
432.000
432.000
432.000
0
0
0
0
0
0
394.506
426.384
432.000
432.000
432.000
432.000
0
0
0
0
0
0
Baten Doorberekend via kostenverdeelstaat Bijdrage t.l.v. diverse beleidsterreinen Totaal
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Geen significante verschillen.
7 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.3 Activiteit: Planontwikkeling Verkeer en Vervoer Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Verkeer en Vervoer J.N. Baljeu
Wat willen we bereiken? De doelstellingen van het verkeer- en vervoersbeleid zijn opgenomen in het Regionaal Verkeer- en Vervoersplan (RVVP), dat de regioraad in 2003 vaststelde. In het RVVP staat de bereikbaarheid van de stadsregio centraal. Het RVVP heeft een planhorizon tot 2020. Er zijn geen tussendoelen geformuleerd. In het RVVP is het gewenste kwaliteitsniveau van de infrastructuurnetwerken voor de weg, openbaar vervoer en fiets gedefinieerd. Ook zijn de knooppunten benoemd die voor het totale netwerk essentieel zijn. Op de knooppunten en bij belangrijke haltes van het openbaar vervoer moeten voldoende P&R-plaatsen worden gerealiseerd. In het geldende RVVP is de verbetering van de verkeersveiligheid als algemene doelstelling opgenomen. In het Nationaal Mobiliteitsberaad is afgesproken dat elke regio zich inspant om te zorgen dat er in 2010 15% minder doden en 7,5% minder ziekenhuisgewonden zullen zijn dan in 2002. De bereikbaarheidsdoelen worden gehaald door infrastructuurnetwerken aan te (laten) bieden voor het autoverkeer, het openbaar vervoer, de fiets en de knooppunten daar tussen. Daarbij gaat het niet alleen om aanleg of aanpassing van infrastructuur, maar ook om verbetering van het gebruik daarvan (benutting, onder andere via verkeersmanagement). Daarnaast is het van belang de vraag te beïnvloeden via reizigersinformatie, vervoersmanagement, parkeerbeleid en dergelijke. Daarbij is ook de kwaliteit van het openbaar vervoersaanbod van belang (zie activiteit Exploitatie openbaar vervoer). De eerste verantwoordelijkheid voor het realiseren van de doelen ligt meestal bij andere partijen dan de stadsregio. Bij infrastructuurprojecten zijn dat de wegbeheerders (gemeenten, waterschappen, provincie, rijkswaterstaat, V&W/ProRail), bij vervoersmanagement zijn dat de bedrijven in de regio. De stadsregio zelf is verantwoordelijk voor de exploitatie van het openbaar vervoer en voor de aanleg en het beheer van metro- en traminfrastructuur. Uitvoeringsprojecten komen meestal door inspanningen van andere partijen daadwerkelijk tot stand, waarbij de stadsregio een aanjagende of coördinerende rol vervult. In de Uitvoeringsagenda van het RVVP en in het jaarlijkse Regionaal Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RIVV) zijn de projecten en maatregelen opgenomen die noodzakelijk zijn om de doelen te bereiken en de geconstateerde knelpunten op te lossen. Jaarlijks wordt een monitoringsrapport gepubliceerd. Aan de hand hiervan wordt gekeken of de doelstellingen worden gehaald en kan zonodig worden bijgestuurd. Ook de monitoring van het RIVV is een instrument om de voortgang van de uitvoering in de gaten te houden. Targets beleidsprogramma • Randstadrail Den Haag CS - Rotterdam CS – Slinge: eind 2008 gereed tot CS Rotterdam; in 2010 geheel in exploitatie; • De ZoRo-buslijn is in 2008 in exploitatie; • In 2008 is met de gemeente Ridderkerk het keuzeproces voor de Ridderkerklijn doorlopen. De inzet is er daarbij op gericht dat het proces (zo mogelijk) resulteert in een uitvoeringsgereed projectplan, met het oog op een stevige verbetering van het openbaar vervoer in het zuidoostelijk deel van de regio; • Na besluitvorming door de regioraad wordt de koppeling van de Hoekselijn aan de metro in Schiedam-Centrum voorbereid. Projectrealisatie na 2010; • Actieve inzet voor tempoversnelling in de realisatie van diverse rijkswegprojecten door het Rijk zoals verbreding A15 (in 2010 in uitvoering), A4 Delft - Schiedam (in 2010 in uitvoering), A13/16 (in 2013 in uitvoering) wordt nagestreefd; • Veertig ontbrekende schakels in het fietspadennetwerk zijn opgeheven (50% in uitvoering in 2008); • Fietsbeleid: bij alle knooppunten van bus, tram, metro en trein zijn in 2008 voldoende stallingsplaatsen beschikbaar. Daarna stimulering van groei fietsgebruik; • Twaalf OV-knooppunten hebben een vestiging van OV-fiets; • P+R (18.000 parkeerplaatsen toevoegen tot 2020): 10% van de 18.000 plaatsen zijn gereed of in uitvoering in 2008 en 30% in 2010; • Reisinformatie via dynamisch verkeersmanagement en publiek private samenwerking (PPS); de reisinformatie-dienstverlening is volledig operationeel (PPS); 8 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
het gezamenlijk netwerkmanagement Samenhangend Netwerk is volledig operationeel. Verkeersveiligheid stimuleren door gedragsgerichte acties; minimaal 25% van de basisscholen voldoet aan de voorwaarden voor certificering verkeersveiligheid; in minimaal de helft van de gemeenten in de stadsregio lopen projecten voor permanente verkeerseducatie (voortgezet onderwijs, voorlichting voor ouderen, beroepsvervoerders, jonge bestuurders); essentiële herkenbaarheidskenmerken zijn op 30% van de gebiedsontsluitingswegen ingevoerd.
Wat gaan we ervoor doen? Zoals boven aangegeven is realisatie van doelen alleen mogelijk in samenwerking met anderen: Rijk, gemeenten, waterschappen, provincie en de buren. Een groot deel van de activiteiten is dan ook gericht op het organiseren van deze samenwerking en het dusdanig beïnvloeden van beleidsprocessen dat die samenwerking tot stand komt. Het samenwerkingsverband van Nexus vormt daarbij binnen de regio een krachtig instrument, in het bijzonder vanwege de directe betrokkenheid van consumenten en bedrijfsleven. Een dergelijke aanpak blijft ook na afloop van de bestuursovereenkomst eind 2007 gewenst. > Algemeen beleid en financiering Het algemeen beleid betreft de advisering aan het dagelijks bestuur, deelname aan diverse samenwerkingsverbanden van de stadsregio’s, Zuidvleugel en Randstad. De voortgang van de beleidsuitvoering wordt bewaakt via de monitoring van het RVVP, dat ook de input vormt voor de monitoring van de Nota Mobiliteit. Het beheer van het rekenmodel voor verkeer en milieu (RVMK) is een activiteit die zowel noodzakelijk is voor monitoring als voor probleemanalyse bij regionale projecten en de milieuopgaven in de regio. Het RVMK is ook beschikbaar voor de gemeenten als ondersteuning van hun eigen verkeer- en vervoersbeleid. De vormgeving en invoering van prijsbeleid zal naar verwachting ook in 2008 nog een prominente plek op de beleidsagenda hebben. In 2008 zal de nieuwe samenwerkingsvorm die in 2006 is besloten in de Netwerkaanpak Zuidvleugel tot het ‘gewone’ werk behoren. Afspraken over prioritering van zowel rijksmiddelen als regionale middelen worden in dat kader gemaakt. Ook zal naar verwachting de samenwerking tussen de Zuidvleugelpartijen op de terreinen van openbaar vervoer, verkeersmanagement en verkeersveiligheid verder zijn uitgebouwd. In 2008 geldt een nieuwe vereenvoudigde landelijke verdeelsleutel voor de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU), die naar verwachting in 2008 dezelfde baten oplevert als de oude sleutel. Ook in 2008 wordt een regionaal investeringsprogramma (RIVV) opgesteld en worden de uitvoeringsafspraken met de wegbeheerders in de regio gemonitord. > Openbaar vervoerinfrastructuur De activiteiten betreffen in hoofdzaak het verrichten van verkenningen en planstudies voor railprojecten, die zijn opgenomen in het verkenningenprogramma van het RIVV. Het doel van de verkenningen is een probleemanalyse en de afweging van mogelijke oplossingsrichtingen. Bij de openbaar vervoerprojecten gaat het daarbij meestal om het voorbereiden van besluitvorming over de modaliteit (metro, tram, bus) en de te onderzoeken tracés. Naast projectgebonden studies is in een aantal gevallen een gerichte netwerkstudie noodzakelijk om te kunnen bepalen wat de aard van het probleem is. Bij RandstadRail en Rotterdam Centraal worden de uitvoeringsovereenkomsten met Rotterdam bewaakt en wordt waar nodig opgetreden om problemen op te lossen. Tot slot worden activiteiten ontplooid in het kader van het spoordossier. Dit betreft de decentralisatie van de Hoekselijn, participatie in het project Stedenbaan en verkenningen en planstudies naar de realisatie van stations en beïnvloeding van de dienstregeling van de NS. > Weginfrastructuur Het belangrijkste doel van de activiteiten is om andere partijen in de gewenste beleidsmatige richting te bewegen. Hiervoor worden de projecten van het Rijk begeleid (A4 Delft-Schiedam, A15, A13/A16, N57) en wordt geparticipeerd in studies. Dit geldt ook voor grote projecten van de provincie (zoals de N470 en de N209). Incidenteel wordt opdracht verstrekt voor verkennende studies, planstudies of zelfs uitvoeringsprojecten, als blijkt dat andere partijen niet direct het probleem erkennen of kans zien om de verantwoordelijkheid op zich kunnen nemen. Daarnaast worden netwerkstudies verricht die noodzakelijk zijn om te bepalen op welke onderdelen van het netwerk ingrepen noodzakelijk zijn c.q. het meeste effect sorteren. > Fietsinfrastructuur Ook in 2008 worden activiteiten ontplooid om gemeenten en overige wegbeheerders te ondersteunen bij de realisatie van het regionale fietsnetwerk en stallingsvoorzieningen. Daarnaast wordt verder gewerkt aan de 9 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
bewegwijzering van de regionale routes. Een belangrijke basis voor de activiteiten zijn de uitvoeringsafspraken met de wegbeheerders die in 2007 worden vernieuwd. > Ketenmobiliteit De activiteiten richten zich op het stimuleren van de uitvoering van het programma voor Parkeer- en Reisvoorzieningen in de regio. Kwesties rond de exploitatie, informatievoorziening en het gebruik door de doelgroep hebben hierbij aandacht nodig. Belangrijke projecten waar voortgang geboekt moet worden zijn Schieveste, Kralingse Zoom en Noordrand. Tot slot zal aandacht besteed worden aan het verbeteren van de overstapkwaliteit van de diverse knooppunten in de regio. > Mobiliteits- en verkeersmanagement Naast de uitvoering van vervoersmanagement staat reisinformatie op de agenda. De regionale website bereikbaarheid en het regionaal meldpunt wegwerkzaamheden worden in de lucht gehouden en waar mogelijk verbeterd. Op basis van de uitwerking van de in 2007 vast te stellen gezamenlijke aanpak van verkeersmanagement in de stadsregio zal in 2008 gewerkt worden aan regelscenario’s voor veel voorkomende knelpuntsituaties in de regio. Als de marktuitvraag voor intermodale reisinformatie in 2007 is geslaagd, zal in 2008 de uitrol hiervan worden begeleid. Ook in 2008 worden bedrijven in de stadsregio gestimuleerd om efficiënter om te gaan met hun mobiliteit. Het project PITS (Port related Intelligent Transport Services) zal in 2008 een vervolg krijgen, gericht op toepassingen van informatieproducten voor bedrijven in het havengebied. > Verkeersveiligheid De activiteiten betreffen coördinatie en bevordering van activiteiten op het gebied van voorlichting, educatie en handhaving in de regio. Belangrijke middelen daarbij zijn de Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid met diverse werkgroepen en het monitoringsinstrument ViaStat. Daarnaast wordt ook in provinciaal verband samengewerkt in het Regionaal Overleg Verkeersveiligheid. Wat mag het kosten? Volgens de regeling voor de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) mogen alle planontwikkelingskosten en apparaatslasten van verkeer- en vervoerprojecten worden doorbelast. Er zullen daarom geen kosten worden gefinancierd uit de gemeentelijke bijdrage.
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Planontwikkeling incl Nexus
2.931.206
2.992.779
3.038.269
3.038.269
3.038.269
3.038.269
Vervoermanagement
291.842
400.000
406.080
406.080
406.080
406.080
ROV-ZH
166.725
297.690
302.215
302.215
302.215
302.215
Apparaatslasten Totaal
370.778
388.210
366.608
366.608
366.608
366.608
3.760.551
4.078.679
4.113.172
4.113.172
4.113.172
4.113.172
0
4.078.679
4.113.172
4.113.172
4.113.172
4.113.172 0
Baten Rijksbijdragen Bijdrage regiogemeenten Bijdrage t.l.v. BDU Totaal
Saldo van de rekening
0
0
0
0
0
3.760.551
0
0
0
0
0
3.760.551
4.078.679
4.113.172
4.113.172
4.113.172
4.113.172
0
0
0
0
0
0
10 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Risico’s Geen. Meerjarenraming Geen grote fluctuaties te verwachten.
11 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.4 Activiteit: Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Verkeer en Vervoer J.N. Baljeu
Wat willen we bereiken? Het Regionaal Verkeer- en Vervoersplan 2003-2020 (RVVP) is het regionale kader voor verkeer en vervoersbeleid in de stadsregio Rotterdam voor een periode van 15 à 20 jaar. De Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) wordt ingezet om de doelen en ambities van het RVVP te realiseren. De uitvoering van het regionale verkeer- en vervoersbeleid is de verantwoordelijkheid van de stadsregio in samenwerking met de betrokken wegbeheerders. De realisatie van projecten voor wegen, fietspaden, flankerende maatregelen, vervoermanagement en verkeersveiligheid is de primaire verantwoordelijkheid van de wegbeheerders in de regio. De stadsregio zorgt daarbij voor beleidsmatige afstemming, stimulering en medefinanciering in het kader van de uitvoering van het regionale beleid. De realisatie van openbaar vervoerinfrastructuur is de volledige verantwoordelijkheid van de stadsregio. Wat gaan we ervoor doen? De activiteiten zijn gericht op de coördinatie van de inspanningen van alle betrokkenen bij het realiseren van het beleid en het verstrekken van subsidies en opdrachten ten laste van de BDU. De subsidies en opdrachten worden op grond van criteria uit de subsidieverordening verkeer en vervoer door het dagelijks bestuur van de stadsregio toegekend. Voor subsidies en opdrachten tot 1,5 miljoen euro is dit gemandateerd aan het sectorhoofd verkeer en vervoer. Onder het verstrekken van subsidies valt het beoordelen van aanvragen, het voorbereiden van subsidiebeschikkingen en de financiële afhandeling daarvan. Over de voortgang wordt gerapporteerd, zowel in het kader van de gebruikelijke 4- en 8-maandsrapportages, als in een halfjaar- en jaarrapportage met een meer inhoudelijk karakter. Op basis van het uitvoeringsprogramma RVVP zijn bestuurlijke uitvoeringsovereenkomsten gesloten met de regiogemeenten, het waterschap en de provincie. Hierbij is sprake van wederzijdse inspanningsverplichtingen. De afspraken kunnen betrekking hebben op de uitvoering van kleine projecten en op de samenwerking bij grote projecten. Daarnaast worden afspraken gemaakt over niet-infrastructurele maatregelen in het kader van verkeersveiligheid. De afspraken worden elke twee jaar geactualiseerd. In het RIVV wordt jaarlijks vastgesteld welke investeringen in de navolgende 5 jaar gepleegd worden, inclusief verwachte kasritmes. Met de programmering van de projecten worden de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken concreet gemaakt. Het RIVV vormt de basis voor de begroting voor de activiteit Uitvoeringsprojecten verkeer en vervoer van de stadsregio en is het kader voor het aangaan van financiële verplichtingen.
12 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Dotatie aan voorziening Decentraal budgetbeheer (dS+V) Apparaatslasten
51.994.121
65.830.879
100.380.129
86.948.348
90.392.793
64.528.588
379.048
359.745
405.000
405.000
405.000
405.000
709.301
781.395
785.671
785.671
785.671
1.058.134
0
0
0
0
0
53.082.470
66.972.019
101.570.800
88.139.018
91.583.464
65.991.722
16.684.349
55.343.537
66.284.133
62.145.685
79.943.464
64.991.722
278.000
9.006.866
25.966.667
18.133.333
4.400.000
0
0
0
8.320.000
6.860.000
6.240.000
0
Bijdrage planontwikkeling Totaal Baten Rijksbijdragen Bijdrage BORfonds in BDUprojecten Bijdrage vanuit Vinex Omslagfonds Bijdrage deelnemers Rente Totaal
35.027.477
0
0
0
0
0
1.092.644
2.621.616
1.000.000
1.000.000
1.000.000
1.000.000
53.082.470
66.972.019
101.570.800
88.139.018
91.583.464
65.991.722
0
0
0
0
0
0
Saldo van de rekening
Ontwikkeling voorziening Ontwikkeling voorziening verplicht
stand per
Kleine projecten: Grote projecten
eind 2006 43.377.017 134.789.298
20.000.000 46.200.000
178.166.315
66.200.000
totaal Ontwikkeling voorziening BDU Nog te verplichten Stand per 01-01-2007 mutaties: - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht
beschikkingen
vrijval
betalingen -20.000.000 -93.000.000
stand per eind 2007
beschikkingen
vrijval
betalingen
stand per eind 2008
43.377.017 87.989.298
20.000.000 46.200.000
-20.000.000 -93.000.000
43.377.017 41.189.298
-113.000.000 131.366.315
66.200.000
-113.000.000
84.566.315
21.830.701 52.119.943 -66.200.000 +
Prognose stand per 31-12-2007 mutaties: - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht
100.380.129 -66.200.000
7.750.644
Prognose stand per 31-12-2008
41.930.774
Toelichting op begroting: De voorziening is opgebouwd uit nieuwe bijdragen en rente verminderd met de uitgaven die niet via de voorziening lopen (decentraal budgetbeheer, apparaatslasten, bijdrage planontwikkeling). Door de dotatie aan de voorziening loopt de rekening per saldo op ‘0’. De voorziening voor exploitatie openbaar vervoer en de voorziening van de interimregeling Duurzaam Veilig behoren ook tot de voorziening BDU. Voor de transparantie wordt de voorziening voor de exploitatie openbaar vervoer apart gepresenteerd onder activiteit 2.7. De bijdrage van het Rijk is opgebouwd uit de bijdrage volgens de beschikking BDU (deel t.b.v. infra). Het naar voren gehaalde recht op het Rijk is in 2008 naar verwachting geheel afgebouwd, zodat in 2008 het gehele infradeel zichtbaar wordt als bijdrage. De BOR-bijdrage is opgebouwd uit de bijdragen in verschillende projecten die deels ten laste van het BORfonds gebracht zullen worden. De rente-inkomsten zijn ingeschat op basis van de te verwachten kaspositie van de BDU-infrarekening. Bij deze inschatting is voorzichtigheidshalve gerekend met een lagere rente dan de geldende marktrente.
13 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Grote investeringsprojecten tlv BDU OV nieuwe verplichtingen CS Rotterdam Tramsporen fase 2 Rotterdam CS fase 3 (Heer Bokeltunnel) HOV Alexander-Bdriehoek-delft Tramplus IJsselmondelijn fase 2b (centrumlus) Vastelandboog Zuidplein busstation eindfase Knoop Alexander Tramplus Vasteland-Melanchtonweg Tramkruising A4 Ridderkerklijn Strandspoorlijn Rivierkruisend OV-verkeer Stadstram/flexibilisering tramnet Tramplus Hillegersberg-Schiebroek
2008
2009
2010
2011
2,0 4,1 3,0 3,0 10,4 -
22,7 2,7 10,0 10,0 25,0 -
11,5 4,0 5,0 15,0 5,0 25,0 -
22,0 3,0 4,0 25,0 5,0 10,0 20,0 2,0
lopende verplichtingen Tramplus Carnisselande keerlus Langenhorst Tramplus Schiedam-Vlaardingenlijn Tramplus IJsselmondelijn fase 1
1,3 9,9 1,5
-
-
-
overige projecten nieuwe verplichtingen Tweede ontsluitingsweg Hoek van Holland - Pettendijk Kralingse Zoom P+R fase 1 Kralingse Zoom P+R fase 2 Knooppunt Schieveste P+R fase 1 (inclusief ontsluiting P+R) P+R Lombardijen Inpassing A4 Stadsweg Zuid Westland Hoek van Holland fase 2 Verdubbeling Doenkade Hartelcorridor Laan op Zuid (rechttrekking) N209 Boterdorpseweg-Ankie Verbeek Ohrlaan Knooppunt Zuidplein P+R P+R Beverwaard P+R programma OWN subregio Noordoost/Kralingseplein/ontsluiting Voorne Putten Ontsluiting rivieroevers Vlaardingen (Marathonweg e.o.) Rijbaansplitsing N57 Netwerkanalyse Zuidvleugel; Quickwins Netwerkanalyse Zuidvleugel; aansluiting OWN/HWN
5,4 11,9 10,0 3,5 2,7 7,3 5,0 10,0 -
5,0 10,9 1,0 3,5 5,0 6,2 1,7 5,3 7,3 5,0 6,0 5,6 4,0 10,0 -
5,5 7,0 5,0 20,0 1,7 2,4 1,0 5,0 6,0 5,6 4,0 10,0 -
7,0 25,0 2,1 1,6 10,0 5,0 4,0 2,0 10,0
lopende verplichtingen Tweede ontsluitingsweg Hoek van Holland - Herziening Tweede ontsluitingsweg Hoek van Holland N470 BDU-deel N209 Bleiswijk-Zoetermeer Oosterheem Parklane fase 2b Vierhavenstraat
1,2 2,4 6,6 16,0 5,3
1,4 15,0 -
9,7 -
-
Totaal groot
122,5
163,3
148,4
157,7
Kleine projecten BDU
22,4
17,8
20,3
23,0
144,8
181,1
168,7
180,7
Totaal begrote investeringsbijdragen via BDU-infra
begrote dekkingen buiten BDU-uitkering Omslagfonds-verlenging + lopend programma BOR-fonds afgegeven beschikkingen, groot BOR-fonds planstudies grote projecten
8,3 3,6 22,4
6,8 0,0 18,1
6,2 0,0 4,4
11,1 0,0 0,0
Totaal begrote dekkingen buiten BDU-uitkering
34,3
24,9
10,6
11,1
Totaal begroot kasritme ten laste van de voorziening verplicht BDU-infra
110,6
156,3
158,1
169,6
Bovenstaande tabel geeft de verwachte kasstromen van 2008 tot en met 2011 ten laste van de voorziening BDU weer. Basis voor deze tabel zijn het RIVV en de rekenexcercitities die in het kader van de actualisatie van het RUVV gedaan zijn. Risico’s Financiele risico’s Met de beheerder van het omslagfonds zijn, vanwege nieuwe ruimte binnen dat fonds, afspraken gemaakt over de bijdragen aan projecten ten laste van de BDU. Bij achterblijvende woningproductie zal de voeding van het Vinex-omslagfonds vertraagd worden. Dit kan tot gevolg hebben dat de geplande bijdrage uit het Vinex-omslagfonds aan projecten ten laste van de BDU later plaatsvindt dan gepland. Procesrisico’s Bij de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken bestaat het risico dat projecten niet uitgevoerd worden. om tijdige uitvoering van projecten en indiening van subsidieaanvragen te stimuleren worden projecten niet zonder meer doorgeschoven naar een volgende jaarschijf. De wegbeheerder moet zelf een gemotiveerd verzoek indienen voor verschuiving als blijkt dat een opgenomen project niet in het betreffende jaar
14 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
uitgevoerd kan worden. Bovendien zullen regelmatig overleggen plaatsvinden met de wegbeheerders over de voortgang van de projecten uit de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken.
15 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.5 Activiteit: Bereikbaarheidsoffensief regio Rotterdam Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Verkeer en Vervoer J.N. Baljeu
Wat willen we bereiken? Het Bereikbaarheidsoffensief regio Rotterdam behelst een samenhangend pakket maatregelen gericht op een structurele verbetering van de bereikbaarheid van de regio Rotterdam en gebieden grenzend aan de regio. De bestuurders van de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam en de stadsregio Rotterdam hebben de samenwerking bekrachtigd in een bestuursovereenkomst. Het Fonds Bereikbaarheidsoffensief (BOR-fonds) is naast de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer een middel om de doelstellingen van het RVVP te bereiken, in het bijzonder de verbetering van de bereikbaarheid van de regio Rotterdam. De stadsregio voert het beheer van het fonds. Het besluitvormingsproces is beschreven in het convenant met de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland, de beleidsnota en de verordening die in juni 2001 door de regioraad is vastgesteld. Wat gaan we ervoor doen? De activiteiten zijn gericht op de coördinatie van de inspanningen van alle betrokken partijen bij het realiseren van het beleid en het verstrekken van subsidies. Onder het verstrekken van subsidies valt het beoordelen van aanvragen, het voorbereiden van subsidiebeschikkingen en de financiële afhandeling daarvan. Over de voortgang wordt gerapporteerd, zowel in het kader van de gebruikelijke 4- en 8- maandsrapportages, als in een halfjaar- een jaarrapportage met een meer inhoudelijk karakter. Jaarlijks in april dient het dagelijks bestuur van de stadsregio bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat een financiële verantwoording in over het voorgaande jaar. De stadsregio stelt het met het fonds uit te voeren projectenprogramma op in overleg met de convenantpartners. Jaarlijks kan het programma van het BOR-fonds geactualiseerd worden als een van de convenantpartners dat noodzakelijk acht. Het projectenprogramma is opgenomen in het RIVV 2007 – 2011. Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Uitvoeringskosten decentraal beheer Voorfinanciering t.l.v. BOR
47.664
60.900
60.900
60.900
60.900
60.900
278.000
9.006.866
0
0
0
0
4.830.576
1.827.889
1.654.601
1.154.601
654.601
-60.900
Apparaatslasten
264.892
271.585
272.463
272.463
272.463
0
Bijdrage diverse beleidsterreinen
9.678
11.715
12.036
12.036
12.036
0
5.430.810
11.178.955
2.000.000
1.500.000
1.000.000
0
bijdragen Rijk en convenantspartners Bijdrage regiogemeenten
1.500.000
8.500.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Rente
3.930.811
2.678.956
2.000.000
1.500.000
1.000.000
0
5.430.811
11.178.956
2.000.000
1.500.000
1.000.000
0
-1
-1
0
0
0
0
Dotatie aan voorziening
Totaal
Baten
Totaal
Saldo van de rekening
16 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Ontwikkeling voorziening BOR Ontwikkeling voorziening verplicht
stand per
BOR-projecten
14.618.692
beschikkingen
vrijval
betalingen
stand per eind 2007
eind 2006 42.260.000
-48.100.000
8.778.692
beschikkingen
vrijval
betalingen
39.940.000
stand per eind 2008
32.700.000-
16.018.692
Ontwikkeling voorziening BOR Nog te verplichten Stand per 01-01-2007 mutaties: - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht
133.611.664
Prognose stand per 31-12-2007 mutaties: - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht
102.509.044
Prognose stand per 31-12-2008
64.223.645
11.157.380 -42.260.000
1.654.601 -39.940.000
Toelichting begroting De onttrekking aan de voorziening is opgebouwd uit nieuwe bijdragen en rente verminderd met uitgaven die niet via de voorzieningen lopen. Door de dotatie komt de rekening per saldo op ‘0’ uit. Apparaatslasten en doorbelastingen van SR-centraal worden direct ten laste van het fonds gebracht en lopen niet via de voorziening. De rente-inkomsten zijn geschat op basis van de te verwachten kaspositie van de BOR-rekening. Bij deze inschatting is uit het oogpunt van voorzichtigheid gerekend met een lagere rente dan de geldende marktrente. Er ligt een toezegging van het Rijk dat er op de rijksbegroting middelen vrijgemaakt zijn voor het uitrollen van DRI over de zuidvleugel (€ 10 miljoen). De € 10 miljoen van het Rijk komt in twee tranches in 2007 en 2008 beschikbaar. Volgens de regels van het BOR-fonds dienen de convenantpartners eerst zelf een even grote inleg te doen. Omdat met de convenantpartners nog geen afspraken gemaakt zijn over de eigen inleg van middelen is deze baat nog niet in de begrotingscijfers verwerkt. Na het vastleggen van afspraken hieromtrent zal deze baat in een begrotingswijziging meegenomen worden. Tabel: investeringsbijdragen ten laste van het BOR-fonds Investeringsprojecten ten laste van het BOR-fonds Grote projecten Reeds lopend Provincie /stadsregio N470
2008
2009
2010
2011
5,8
1,2
-
-
Nieuwe verplichtingen Stadsregio Provincie Rotterdam Rotterdam Provincie/stadsregio Provincie/stadsregio Provincie Rotterdam/stadsregio Rotterdam
HOV Rotterdam-Drechtsteden/Ridderkerklijn HOV Rotterdam-Drechtsteden P+R Kralingse Zoom P+R Beverwaard Harmsenbrug Optimalisatie Hartelcorridor Verdubbeling N209 Doenkade Parklane Vierhavenstraat 3-in-1 (Pettendijk-Westerlee)
5,4 3,2 5,9 2,1 4,0 4,3 1,7 3,6 3,0
0,9 5,4 2,1 2,0 4,3 3,3 3,0
0,5 1,4 3,0
-
Kleine projecten Provincie Provincie Provincie Provincie Provincie
P+R Gouda Fietspad Gouda - Nieuwerkerk ad IJssel Fietspad Populierenlaan-IJsselmonde Fietspad Klaaswaal - Westmaas Fietspad Quacksedijk-Vierpolders
4,5 0,4 -
2,5 1,8 0,3
-
-
43,8
26,8
4,9
-
5,0 5,0
2,3 2,3
-
-
48,8
29,0
4,9
-
Totaal kasritme overig ten laste van fonds compensatie spitsheffing Totaal overig ten laste van fonds Totaal begrote uitgaven ten laste van het fonds
Bovenstaande tabel geeft de verwachte kasstromen van 2008 tot en met 2011 ten laste van de voorziening BOR-fonds weer. Basis voor deze tabel vormt het RIVV 2007 – 2011 en de rekenexcercitie in het kader van de actualisatie van het RUVV.
17 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Financiële risico’s De looptijd van het fonds Bereikbaarheidsoffensief Randstad eindigt per eind 2010. Volgens de geldende regeling dienen dan alle gelden beschikt, uitgegeven en verantwoord te zijn. Het niet tijdig wegzetten en verantwoorden van de beschikbare middelen vormt een risico.
18 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.6 Activiteit: Exploitatie openbaar vervoer Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Openbaar Vervoer J.N. Baljeu
Wat willen we bereiken? De stadsregio Rotterdam werkt aan een openbaar vervoersysteem dat voldoet aan de kwaliteitseisen van de reiziger op het gebied van beschikbaarheid, betrouwbaarheid, snelheid, tariefniveau, veiligheid, comfort, milieuvriendelijkheid en toegankelijkheid. De stadsregio Rotterdam is al jaren intensief betrokken bij de implementatie van nieuwe OV-systemen en zal daar ook in 2008 actief mee verder gaan. Vervoerders en andere relevante partijen worden door de stadsregio uitgedaagd en gefaciliteerd om voorop te lopen in de OV-wereld met als gewenst gevolg dat producten voor de eerste keer het levenslicht kunnen zien in de Rotterdamse regio. De OV-chipkaart, de parkshuttle, de milieuvriendelijke bussen, Randstadrail: alle zijn voorbeelden van innovatieve technieken die gestart zijn in de stadsregio Rotterdam. Per aandachtsveld wordt hierna onder andere ingegaan op de ontwikkelingen en activiteiten die plaatsvinden, de beleidsvraagstukken die zullen worden uitgewerkt en de targets die zijn vastgesteld. Wat gaan we ervoor doen? OV chipkaart/tariefbeleid Vanaf eind 2007 is de OV-chipkaart het enige vervoerbewijs voor het OV in de stadsregio. De OV-chipkaart is volledig ingeburgerd en nieuwe toepassingen worden onderzocht. In eerste instantie zal de OV-chipkaart worden ingezet voor het verbeteren van de totale vervoerketen. Dit betekent dat P&R-gebruik alsmede voor- en natransport per fiets en wellicht huurauto of taxi met de OV-chipkaart afgerekend kunnen worden. Op enkele congestiegevoelige corridors zullen tariefacties opgezet worden om automobilisten te verleiden tot het OV. De OV-chipkaart maakt het namelijk mogelijk per corridor, lijn c.q. gebruiker aparte tarieven in rekening te brengen. Concreet leidt dit tot de volgende acties: • Beheerssystemen P&R-terreinen aan laten passen door de wegbeheerders; • Afspraken maken met onder meer de exploitanten van OV-fiets over acceptatie OV-chipkaart; • Pilot tariefactie congestiegevoelige corridor om effecten op bereikbaarheid in beeld te brengen. Concessieverlening In 2008 worden er nieuwe concessies verleend voor het busvervoer in de stadsregio. Hiervoor wordt een openbare aanbesteding gehouden. Het gaat om het vervoergebied van de huidige concessies 'Bus Rotterdam c.a.' en 'Bus streek overig' van respectievelijk RET en Connexxion. Deze concessies lopen af per december 2008. De hierna volgende concessies worden verleend na het houden van een openbare aanbesteding waarvoor meerdere bedrijven kunnen inschrijven. Hiertoe is het van belang dat de verschillende concessie zelfstandig geëxploiteerd kunnen worden. Daarom wordt de gebiedsindeling aangepast. Er komen concessies voor het busvervoer in 'West' (gemeenten Maassluis, Vlaardingen, Schiedam), 'Zuid' (Rotterdam zuid, Albrandswaard, Ridderkerk, Barendrecht) en 'Noord' (Lansingerland, Capelle, Krimpen en het deel van Rotterdam op de Rechter Maasoever). Het bovenstaande is niet van toepassing voor het vervoer in het concessiegebied Voorne-Putten en Rozenburg. Deze concessie loopt door tot en met 2009. Met de voorbereiding van de aanbesteding is al in 2007 begonnen. Volgens planning wordt eind 2007 het bestek gepubliceerd. In februari 2008 zullen geïnteresseerde bedrijven hun aanbiedingen bij de stadsregio indienen. Hierna beoordeelt de stadsregio de bieding en gaat over tot gunning. De beoogd concessiehouders hebben dan nog driekwart jaar om de exploitatie voor te bereiden. Tevens wordt in 2008 een begin gemaakt met de voorbereiding van de aanbesteding van de concessie Voorne-Putten Rozenburg, die in 2009 gaat plaatsvinden. Monitoring Via monitoring onderzoekt de stadsregio of de concessiehouders de gemaakte afspraken uit de concessie naar behoren naleven. De concessiehouders dienen hiertoe per kwartaal gegevens aan te leveren over het aanbod, de vraag en de kwaliteit van het geleverde openbaar vervoerproduct. Dit gebeurt met het modelinformatieprofiel (MIPOV) dat gezamenlijk met de andere concessieverleners in het land is opgesteld. De aangeleverde gegevens worden ieder kwartaal met de concessiehouders besproken in de zogeheten concessie-overleggen. 19 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Sociale Veiligheid De concessiehouders dienen jaarlijks een uitvoeringsplan sociale veiligheid in bij de stadsregio. In dit plan worden de activiteiten op het gebied van sociale veiligheid beschreven. Het plan bevat een evaluatie van het voorgaande jaar en een verantwoording van de genomen maatregelen en hieraan bestede middelen. De plannen worden getoetst aan het vigerende meerjarenplan “sociale veiligheid openbaar vervoer 2005-2009 stadsregio Rotterdam”. De stadsregio sluit een contract met de concessiehouders af waarin aard, omvang en vergoeding van de volgende activiteiten zal worden geregeld: • inzet van personeel ten behoeve van controle en veiligheid (waaronder controleurs op de tram); • aanschaf en plaatsing van nieuwe camera’s in voertuigen, op halten en/of stations, alsmede het uitlezen van camerabeelden; • uitvoeren van activiteiten gericht op preventie zoals het geven van voorlichting op scholen. In de contracten worden met de concessiehouders voor 2008 de volgende te realiseren doelen vastgelegd: • waardering veiligheidsgevoel reiziger in het voertuig: op stadsregionaal niveau wordt gestreefd naar een waarderingscijfer van 7,4 voor alle concessies; • waardering veiligheidsgevoel reiziger op halte/station: op stadsregionaal niveau wordt gestreefd naar een waarderingscijfer van 7,4 voor de metro, 7,1 voor de tram en 7,1 voor de bus; • waarderingsgevoel personeel openbaar vervoer: op stadsregionaal niveau wordt gestreefd naar een waarderingscijfer van 6,2 voor het metro- en toezichthoudend personeel; voor de tram wordt gestreefd naar 6,3 en voor de bus naar een 6,4; • meegemaakte incidenten voor reizigers en personeel: de stadsregio zet in op een jaarlijkse daling van 1% van het aantal geregistreerde incidenten; • het zwartrijden wordt in 2008 gereduceerd naar maximaal 4% voor tram en metro en 2% voor de bus; • er zijn geen onveilige lijnen meer; • graffiti in voertuigen en stations wordt binnen 24 uur verwijderd; • revitalisering metrostations gereed. Marketingplatform De concessiehouders RET en Connexxion als ook NS worden via het platform marketing openbaar vervoer gestimuleerd het openbaar vervoer gezamenlijk structureel te ontwikkelen met behulp van marketingtechnieken. Het platform is gericht op het concreet realiseren van resultaten. Het houdt zich niet alleen bezig met de promotie en positionering van het openbaar vervoer, maar draagt ook actief bij aan ontwikkeling. Er is een centrale functie voor marktinformatie aangezien de marketingaanpak zich kenmerkt door structuur en cijfermatige onderbouwing. Het Programma van Aanpak wordt verder uitgewerkt in een marketingplan met duidelijke doelstellingen. Dit actieplan wordt jaarlijks vastgesteld. Toegankelijkheid In het meerjarenplan 2007-2010 is het groeipad aangegeven naar een toegankelijk stad- en streekvervoer in 2010. Jaarlijks dienen de concessiehouders per concessie een voortschrijdend meerjarenprogramma toegankelijkheid in. In dit programma geeft de concessiehouder aan welke maatregelen worden genomen voor de verbetering van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Het meerjarenplan dient als basis voor de subsidieaanvraag van de concessiehouder voor de financiering van het uitvoeringsprogramma in het komende jaar. De belangrijkste punten die bij de subsidieverlening worden nagestreefd zijn in 2008: • verbetering van het functioneren van liften en bruikbaarheid van liftknoppen in metrostations evenals de communicatie hieromtrent, • verbeteren van de personele dienstverlening aan ouderen en mensen met een functiebeperking; • start uitvoering gewenste kwaliteitsverbetering van niet-TramPlushaltes; • indienststelling nieuw toegankelijk trammaterieel; • aanbrengen vastzetvoorziening voor rolstoelen in bestaande Citadis-voertuigen; • aanduiding speciale zitplaatsen voor reizigers met functiebeperking; • opnemen van informatie over toegankelijkheid in de reisinformatie richting reiziger; • verkennen van de mogelijkheden voor innovatieve, individuele reisinformatie gericht op reizigers met een functiebeperking; • toegankelijk maken van loketten voor verkoop en informatie. Daarnaast wordt er in samenwerking met de wegbeheerders uit de regio een deel van de in totaal 2048 bushaltes toegankelijk gemaakt volgens de in het RIVV opgenomen planning waarbij in 2008 circa 330 haltes toegankelijk moeten zijn en in 2015 1048 haltes. Dynamische reisinformatie 20 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Naar aanleiding van gemaakte afspraken met de minister van Verkeer en Waterstaat zullen er in samenwerking met de stadsregio Haaglanden en de provincie Zuid-Holland diverse projecten op Zuidvleugelniveau in gang worden gezet op het gebied van dynamische reisinformatie. Benoeming van deze projecten, zoals investeringen in een centraal systeem en haltedisplays vindt in het RIVV plaats. Voor de gehele Zuidvleugel heeft het ministerie 10 miljoen euro gereserveerd voor de jaren 2007 en 2008. Ook via het BOR-fonds zijn financiële middelen beschikbaar. OV over water In 2007 is op initiatief van de stadsregio een start gemaakt met een pilottraject en is tegelijkertijd begonnen met de aanbesteding op een ander kansrijk traject binnen de regio. In 2008 zal er derhalve op twee trajecten openbaar vervoer over het water plaatsvinden naast mogelijke initiatieven die door andere (markt)partijen zijn genomen. Indien de stadsregioverbindingen succesvol blijken te zijn, zal overwogen worden om tot uitbreiding over te gaan. Railinfrastructuur In 2007 is tussen SRR en de RET contractueel afgesproken op welk niveau de railinfrastructuur voor tram en metro moet worden onderhouden en hoe daarover vooraf en achteraf gerapporteerd wordt. In 2008 zal deze contractrelatie verder geprofessionaliseerd worden door actief assetmanagent bij de RET binnen de kaders van een nieuwe strategische beheervisie, opgesteld door de stadsregio. Tunnelveiligheid In 2006 zijn de VEMT en BOM-rapportages in concept gereed gekomen. Naar aanleiding hiervan heeft de RET een plan van aanpak opgesteld voor de uitvoering van de bevindingen uit de rapporten. In 2007 is de RET op station Eendrachtsplein begonnen om de nieuwe veiligheidseisen in de tunnel toe te passen. In 2008 zullen de andere projecten uit het plan van aanpak worden uitgevoerd. Nieuwe infrastructuur In 2007 zijn al projecten voortkomend uit de Update OV uitgevoerd met als doel het OV-netwerk te verbeteren. In 2008 zullen er nog meer flexibiliteitsprojecten uit de Update OV in gebruik genomen worden. Hierdoor is het effect van verstoringen op het tramnet minder. Daarnaast zullen er snelheidsbevorderende maatregelen, welke naar voren zijn gekomen uit de Evaluatie TramPlus, in 2008 uitgevoerd worden. Eind 2008 zal het tracé van de Schiedam-Vlaardingenlijn door de Overschiesestraat in exploitatie worden genomen waardoor de Schiedam-Vlaardingenlijn direct bij station Schiedam centrum halteert. Voor de IJsselmondelijn wordt fase 2b, het Hart van IJsselmonde, en voor de Carnisselandelijn wordt de keerlus Langenhorst waarschijnlijk in gebruik genomen in 2008. Daarnaast zullen er diverse projecten worden uitgevoerd op basis van doorstromingsmaatregelen uit het programma klein OV. Hoekselijn In 2007 is een start gemaakt met de voorbereidingen voor de ombouw van de Hoekselijn naar metroexploitatie. De stadsregio heeft de exploitatie overgenomen van het Rijk en heeft aan NS een spoorconcessie verleend. Integratie van het tariefsysteem met dat op de overige OV-diensten van de stadsregio wordt voorbereid. In 2008 wordt de planvorming van de ombouw afgerond, zodat vanaf 2009 de feitelijke realisatie van start gaat. Concreet betekent dit voor de exploitatie van de treindienst: • voorbereiding van de integratie van het tariefsysteem met dat van andere OV-diensten van de stadsregio, uitmondend in een besluit over ingangsdatum; • groei van de vervoeromvang van 1,5% t.ov. 2007; • na invoering van de OV-chipkaart verbetering van het niveau van sociale veiligheid op de lijn tot tenminste het niveau van de metro. Voor de ombouw betekent dit in 2008 afronding van: • definitieve ontwerpen ombouw, verlenging en nieuwe stations; • veiligheidsstudie; • planstudie verbetering bedrijfsaansluitingen; • definitieve planning realisatie ombouw. Voor de metro-exploitatie betekent dit in 2008: • concept programma van eisen metro-exploitatie.
21 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Directe lasten
171.469.700
195.676.455
197.438.718
201.148.718
201.148.718
201.148.718
Apparaatslasten
1.057.643
1.151.645
1.151.282
1.151.282
1.151.282
1.151.282
Dotatie voorziening OV
6.612.161
0
0
0
0
0
13.617.425
0
0
0
0
0
192.756.929
196.828.100
198.590.000
202.300.000
202.300.000
202.300.000
Rijksbijdragen
190.627.126
195.878.100
198.440.000
202.150.000
202.150.000
202.150.000
Overige baten
1.216.573
0
0
0
0
0
Dotatie overige voorzieningen Totaal Baten
Rente Totaal
Saldo van de rekening
913.230
950.000
150.000
150.000
150.000
150.000
192.756.929
196.828.100
198.590.000
202.300.000
202.300.000
202.300.000
0
0
0
0
0
0
Meerjarenraming Het ministerie van Verkeer en Waterstaat paste in 2004 de systematiek voor de berekening van de rijksbijdragen aan. Dit heeft geleid tot meer zekerheid over de hoogte van bijdragen voor de jaren 2006 tot en met 2010. De bijdrage is vanaf 2005 onderdeel van de BDU. De meerjarige zekerheid over de hoogte van de exploitatiebijdrage heeft het mogelijk gemaakt om met alle concessiehouders meerjarige financiële afspraken te maken voor de concessies en deelcontracten vanaf 2007.
22 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.7 Activiteit: Beheerkosten Groenakkoord Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Regionaal Groen J.H.M. Hermans
Wat willen we bereiken? Het beheer van de groengebieden die in het kader van het Groenakkoord worden gerealiseerd, gedurende een periode van 10 jaar vanaf de realisatie. Wat gaan we ervoor doen? Het overgrote deel van de stadsregionale bijdrage aan het groenakkoord is bestemd voor beheer. Hiervoor worden tot 2010 jaarlijks financiën gereserveerd. Bij afronding van de planvorming van groenakkoordprojecten wordt, afhankelijk van de grootte van het project, een financiële bijdrage vrijgemaakt. Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Directe lasten Dotatie aan voorziening Totaal
0
0
0
0
0
0
410.580
391.800
392.830
392.830
392.830
0
410.580
391.800
392.830
392.830
392.830
0
410.580
391.800
392.830
392.830
392.830
0
410.580
391.800
392.830
392.830
392.830
0
0
0
0
0
0
0
Baten Bijdrage regiogemeenten Totaal
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Het betreft hier een vast bedrag van € 340.335 met een renteopslag.
23 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.8 Activiteit: Beleidsontwikkeling en programmamanagement regionaal groen Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Regionaal Groen J.H.M. Hermans
Wat willen we bereiken? De regioraad en gedeputeerde staten hebben in 2005 het Regionaal Groenblauw Structuur Plan 2 (RGSP2) en het daaraan gekoppelde Uitvoeringsprogramma vastgesteld. Op basis hiervan zijn prioriteiten geformuleerd en is een fasering aangebracht in de groenprojecten die in de stadsregio moeten worden gerealiseerd. De belangrijkste elementen in het uitvoeringsprogramma zijn: • vóór 2010 is 993 ha gereed (projecten ‘laaghangend fruit’). Daarmee is een beschikbaar bedrag van € 145 miljoen gemoeid; • vóór 2010 is 2.354 ha van de eerste prioriteit-projecten uitvoeringsgereed gemaakt en deels in uitvoering. Hiervoor is € 411 miljoen beschikbaar. Op deze projecten is, na de inzet van vrije middelen uit het Groenakkoord en van de provincie, nog een tekort van circa € 6 miljoen. Dit tekort wordt opgelost door onder andere eenvoudiger inrichten en bijdragen uit andere bronnen, bijvoorbeeld waterschappen of commerciële voorzieningen; • vóór 2010 zijn zes verbindingen met prioriteit gerealiseerd en een aantal barrières opgeheven. Dit vergt een investering van circa € 36 miljoen + p.m. Hiervan moet nog ongeveer € 5,6 miljoen + p.m. worden opgebracht door de regio (gemeenten, waterschappen, recreatieschappen, stadsregio en provincie). De fietspaden die zijn opgenomen in het RGSP2 komen ook voor in het provinciale fietsplan of het Regionaal Verkeer- en Vervoersplan; • de komende jaren moet worden gezocht naar financieringsmogelijkheden voor de 2e en 3e prioriteitsprojecten (realisatie in de periode 2010 – 2020). Hiervoor is nu slechts € 25 miljoen beschikbaar; • de stadsregio gaat de regie voeren over de groenprojecten in de noordrand van Rotterdam, Voorne Putten, Rozenburg en de Maasmond. De provincie doet dat in de regioparken Midden Delfland, Rottemeren en IJsselmonde. Regie voeren betekent organiseren dat projecten uitvoeringsgereed worden door inzet van alle bevoegdheden, instrumenten en middelen; • de provincie en de stadsregio treden gezamenlijk in overleg met de gemeenten over de organisatie, taken en financiering van het beheer. Wat gaan we ervoor doen? Om de voortgang van de groenontwikkeling inzichtelijk te maken is een goed monitorings-systeem nodig. Dit is in 2005 ontwikkeld en in 2006 is voor het eerst gerapporteerd. Ook in 2008 wordt een monitoringsrapportage opgesteld. Dit jaar vindt de Europese aanbesteding voor de groene verbinding over de A15 en Betuwelijn plaats. Verwacht wordt dat de start van de daadwerkelijke uitvoering begin 2009 kan plaatsvinden, in samenhang met de verbreding van de A15. Om tot een eerlijker verdeling van de kosten van beheer van natuur- en recreatiegebieden te komen is het van belang dat alle gemeenten participeren in het Koepelschap. De provincie en de stadsregio zullen zich inspannen dit te realiseren. Het financieringstekort voor 1e prioriteitprojecten moet nog worden opgelost (stand 2007: € 31 miljoen). Dit zal op projectniveau gebeuren. Voor de financiering van 2e en 3e prioriteit-projecten zullen concrete voorstellen worden geformuleerd en voorgelegd voor bestuurlijke besluitvorming. Net zoals in 2007 wordt een actiepuntenlijst gemaakt en uitgevoerd om eventuele bestaande knelpunten bij de uitvoering of bij het uitvoeringsgereed maken van projecten op te lossen. Er wordt een evaluatie van het RGSP2 gehouden. Dit betreft zowel de inhoud (visie) als de uitvoering. Voor de planontwikkeling van de verschillende projecten kan een bijdrage worden geleverd of kan de stadsregio externen inhuren. Het kan daarbij gaan om opstellen van een masterplan, inrichtingsplan, aankoopstrategieplan of beheersplan. Dit is ook van toepassing op locale projecten die weliswaar
geen onderdeel zijn van het RGSP2, maar daar wel raakvlakken mee hebben.
Er zal de nodige aandacht worden besteed aan het verbeteren van de communicatie met gemeenteraadsleden en portefeuillehouders van de regiogemeenten. Tevens zal, in samenhang met het 24 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
beleidsveld milieu, een strategie-ontwikkeling plaatsvinden om te komen tot verbetering van betrokkenheid binnen de regio. Vanwege de nauwe relatie met milieu-aspecten (verbetering van de leefbaarheid in onze regio) kan in bepaalde gevallen ten behoeve van milieuprojecten medefinanciering vanuit het groenbudget plaatsvinden. Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Uitbestedingen
633.367
Dotatie aan voorziening groen
149.473
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
Apparaatslasten
373.746
352.130
358.312
358.312
358.312
358.312
1.156.586
1.146.367
1.164.123
1.164.123
1.164.123
1.164.123
Totaal
761.500
773.074
773.074
773.074
773.074
Baten Provinciale bijdrage Bijdrage regiogemeenten Totaal
Saldo van de rekening
69.500
59.964
59.964
59.964
59.964
0
1.087.086
1.086.403
1.104.159
1.104.159
1.104.159
1.164.123
1.156.586
1.146.367
1.164.123
1.164.123
1.164.123
1.164.123
0
0
0
0
0
0
De provinciale bijdrage (€ 59.000) wordt verleend ten behoeve van de uitvoering van het RGSP2, zoals is vastgelegd in de uitvoeringsafspraken. Meerjarenraming Naar verwachting kan de stadsregio de benodigde inzet voor groenontwikkeling gehandhaafd blijven op het niveau van 2007. Risico’s De daadwerkelijke totstandkoming van de groenprojecten is direct afhankelijk van rijks- en provinciale bijdragen. Indien daar veranderingen optreden heeft dat consequenties voor de realisatie. Ook andere partijen als gemeenten en waterschappen zijn van invloed op het tot stand komen van het groen. Niet alleen in financiële zin, maar ook als het gaat om de inzet van menskracht en instrumenten.
25 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.9 Activiteit: Fonds Groen Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Regionaal Groen J.H.M. Hermans
Wat willen we bereiken? Het realiseren van de projecten ‘laaghangend fruit’ en de 1e prioriteitsprojecten uit het RGSP2. Wat gaan we ervoor doen? De financiële middelen die uit de vrije ruimte van het Omslagfonds beschikbaar komen voor groen worden ondergebracht in het fonds Groen. Tot 2010 worden een aantal projecten uitgevoerd (‘laaghangend fruit’-projecten). Daarnaast wordt een aantal 1e prioriteit-projecten uitvoeringsgereed gemaakt. De inspanningen die nodig hiervoor zijn (onder andere planvorming) worden betaald uit beleidsontwikkeling en programmamanagement. Per project wordt bezien of aanvullende financiering voor de aankoop van grond en de inrichting nodig is. In dat geval wordt in overleg met andere partijen een verdeelsleutel bepaald voor de lastenverdeling. Voor het stadsregionale deel wordt geput uit het fonds Groen. Wat mag het kosten? In de periode 2006–2010 is geraamd dat het fonds Groen met ruim € 19 miljoen wordt gevuld. Inmiddels zijn voor deze periode verplichtingen aangegaan voor ongeveer € 16 miljoen. Dit betekent dat er naar verwachting nog € 3 miljoen is te besteden. Gepland is dat in 2008 de bijdrage aan het project Schieveen zal worden betaald (€ 1,7 miljoen), evenals de bijdrage aan PMR (€ 1,3 miljoen).
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Directe lasten
4.998.919
0
3.540.000
1.410.000
3.090.000
0
Dotatie aan voorziening
1.761.787
14.440.000
4.140.000
4.830.000
2.670.000
0
6.760.706
14.440.000
7.680.000
6.240.000
5.760.000
0
6.720.000
14.400.000
7.680.000
6.240.000
5.760.000
0
40.706
40.000
0
0
0
0
6.760.706
14.440.000
7.680.000
6.240.000
5.760.000
0
0
0
0
0
0
0
Totaal Baten Bijdrage vanuit het Omslagfonds Rente Totaal
Saldo van de rekening
Meerjarenraming De verwachting is dat het totale budget vóór 2010 volledig zal zijn benut. Risico’s: De vulling van het omslagfonds is direct afhankelijk van de woningbouwproductie in de regio. Bij tegenvallende productie komt minder geld beschikbaar voor groen. Derhalve wordt niet voor het totaal van de veronderstelde inkomsten verplichtingen aangegaan. Pas in 2009 of 2010 is meer zicht op de totale opbrengsten.
26 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.10 Activiteit: Sociaal Beleid Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Sociaal Beleid J.A. Karssen
Wat willen we bereiken? Het doel van de Regionale Agenda Samenleving is om samenhang, samenwerking en gebiedsgerichte aanpak te bewerkstelligen op het terrein van de sociale infrastructuur. Wat gaan we daarvoor doen? In 2008 zal vervolg worden geven aan het programma Wonen & Sociaal en het programma Burgerschap uit het Werkprogramma Sociaal Beleid 2007. Het is de doelstelling van Sociaal Beleid om succesvolle activiteiten meerjarig te ondersteunen om tot goede ontwikkeling te kunnen komen. In ieder geval is van toepassing de tweede fase van het Regionaal Actieplan Laaggeletterdheid en de afronding van de subsidieregeling Participatie Allochtone Vrouwen. Tevens betaalt de stadsregio mee aan een opvangvoorziening voor zwerfjongeren. In pension Maaszicht worden jongeren opgevangen en toegeleid naar school, werk en zelfstandig wonen. Dit zijn jongeren tussen 18 en 23 jaar die vaak een lange weg in het hulpverlenings-en/of het justitiële circuit achter de rug hebben. Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten subsidies en projecten ihkv
43.091
43.000
43.000
43.000
43.000
43.000
de Regionale Agenda Samenleving subsidie aan Maaszicht
171.940
947.500
860.000
0
0
0
207.531
207.531
155.649
103.767
51.885
0
dotatie voorziening sociaal beleid Apparaatslasten
158.060 201.753
190.955
192.356
192.356
192.356
192.356
782.375
1.388.986
1.251.005
339.123
287.241
235.356
Subsidie provincie Zuid Holland
330.000
947.500
860.000
0
0
0
Bijdrage regiogemeenten
452.375
441.486
391.005
339.123
287.241
235.356
782.375
1.388.986
1.251.005
339.123
287.241
235.356
0
0
0
0
0
0
Totaal Baten
Totaal
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Na de provinciale verkiezingen zal het nieuwe bestuur zich moeten uitspreken of de verdeling van provinciale middelen aan de RAS-regio’s na 2008 zal worden voortgezet. De bijdrage aan pension Maaszicht wordt in de komende drie jaar afgebouwd.
27 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.11 Activiteit: Jeugdzorg Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Jeugdzorg L. Geluk
Wat willen we bereiken? Conform de missie, zoals geformuleerd in het beleidskader jeugdzorg 2005 – 2008, wil de stadsregio zorgen voor een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid van de jeugdzorg via Bureau Jeugdzorg. Daarnaast streeft de stadsregio naar een toereikend, cliëntgericht en samenhangend zorgaanbod dat is afgestemd op de vraag. Hierin wordt hulp op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze geboden. De stadsregio bevordert daarom ook de samenwerking tussen ketenpartners en de intersectorale samenwerking binnen de jeugdzorg. Hierbij geldt de Wet op de jeugdzorg, die op 1 januari 2005 in werking is getreden, als wettelijk kader. Wat gaan we ervoor doen? Ook in het laatste jaar van het beleidskader 2005-2008 staan de volgende vier speerpunten nog steeds centraal: • • • •
Verbetering van efficiency en effectiviteit; Regie op de jeugdketen; Preventie, vroegsignalering en licht pedagogische hulp; Vraaggerichte zorg.
De vier speerpunten zullen in 2008 met name worden ingevuld door het vervolg van het “Ieder kind wint”traject waabij de regie op de gehele jeugdketen centraal staat. Door deze goed in te vullen kan regionaal meer aandacht worden besteed aan de preventie en vroegsignalering. Op basis van de in 2007 te maken portfolio zorgaanbod kan de verbetering van efficiency en effectiviteit beter vorm worden gegeven en gekomen worden tot echte vraaggerichte en integrale zorg in de gehele keten. Tenslotte zullen in 2008 de effecten zichbaar worden van de actviteiten die in 2007 zijn ondernomen rondom wachttijden en doorstroming in de jeugdketen. Het moge duidelijk zijn dat dit ook tot een verbetering van de efficiency in de jeugdketen zal leiden. De meer vraaggerichte zorg zal ook tot uiting komen in het door de stadsregio gefinancierde zorgaanbod. In 2007 zal namelijk worden bezien welk aanbod uit het aanvalsplan wachtlijsten uit 2006 na 2007 gecontinueerd zal worden. Hieraan zal natuurlijk een goede analyse van de vraag en ook de geboden efficiency en effectiviteit ten grondslag liggen. Tenslotte zal de uitkomst van de kabinetsformatie, die ten tijde van het opstellen van de begroting 2008 nog in volle gang is, van belang zijn voor de activteiten in en door de stadsregio. Hierbij moet gedacht worden aan vraagstukken als wel of geen stelselherziening, de omvang van de doeluitkeringen en de vorm van de nieuwe financieringssystematiek.
28 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten bijdrage aan bureau Jeugdzorg
27.276.139
28.847.235
26.855.482
26.855.482
26.855.482
26.855.482
bijdrage aan zorgaanbod
53.322.824
61.238.320
56.687.102
56.687.102
56.687.102
56.687.102
DOTATIE voorz JZ alg
1.187.472
0
0
0
0
0
DOTATIE voorziening Jeugdzorg wachtlijsten bijdrage ihkv RAS
2.156.491
0
0
0
0
0
132.320
323.000
323.000
323.000
323.000
323.000
bijdrage aan PZH ivm Horizon
5.652.627
5.652.630
5.652.630
5.652.630
5.652.630
5.652.630
projectkosten
73.289
apparaatslasten Totaal
717.687
665.055
676.246
676.246
676.246
676.246
90.518.849
96.726.240
90.194.460
90.194.460
90.194.460
90.194.460
71.800.404
26.855.482
26.855.482
26.855.482
26.855.482
26.855.482
17.158.531
66.348.563
62.339.732
62.339.732
62.339.732
62.339.732
408.003
323.000
323.000
323.000
323.000
323.000
416.325
464.200
464.200
464.200
464.200
464.200
200.855
212.046
212.046
212.046
212.046
Baten bijdrage ministerie VWS en Justitie tbv BJZ bijdrage ministerie VWS tbv zorgaanbod RAS-middelen bijdrage Rotterdam en PZH bestuurskosten vrijval voorziening wachtlijsten Bijdrage regiogemeenten
259.684
rente Totaal
Saldo van de rekening
2.700.000 129.843
120.000
0
0
0
0
92.872.790
94.312.100
90.194.460
90.194.460
90.194.460
90.194.460
2.353.941
-2.414.140
0
0
0
0
Toelichting Baten De cijfers voor 2008 zijn gebaseerd op de voorlopige doeluitkeringen voor het jaar 2007. Van de bedragen zijn de incidentele middelen afgetrokken. Voor de doeluitkering zorgaanbod betekent dit dat de middelen voor het aanvalsplan 2007 (€3.232.459) en de incidentele middelen ten behoeve van de grootstedelijke problematiek (€776.372) voor 2008 en verder niet worden meegenomen. Bij de doeluitkering Bureau Jeugdzorg worden de incidentele middelen voor het AMK (€387.510) niet meegenomen in de cijfers voor 2008 en verder. Op het moment dat deze begroting wordt opgesteld, is niets bekend over eventuele extra middelen in de periode 2008 en verder zodat sprake is van een constante reeks. Lasten Bij de bepaling van de lasten is het uitgangspunt geweest dat de beide doeluitkeringen volledig besteed zullen gaan worden. Meerjarenraming Zoals hierboven reeds is vermeld is op het moment van het opstellen van deze begroting niets bekend over eventuele wijziging van financiën in de toekomst. Dit betekent een constante reeks voor de baten en omdat ten aanzien van de lasten het uitgangspunt volledige besteding is, is ook aan de lastenkant sprake van een constante reeks.
29 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Risico’s De Wet op de jeugdzorg is per 1 januari 2005 in werking getreden, de bijbehorende vraaggestuurde productfinanciering echter nog niet. Het is zelfs zeer de vraag of de geplande invoering per 1 januari 2008 gehaald gaat worden. Hierdoor wordt de stadsregio waarschijnlijk ook in 2008 geconfronteerd met een budget dat grotendeels is gebaseerd op de historische verdeling van de middelen. De wet stelt echter dat de vraag naar jeugdzorg moet worden gehonoreerd. Er is sprake van een recht op jeugdzorg en dat brengt een flink financieel risico met zich mee. Het wachten is nog op jurisprudentie uit de praktijk van de jeugdzorg. Jurisprudentie van de AWBZ laat zien dat ontbrekende financiële middelen voor de rechter niet voldoende reden zijn om zorg te mogen weigeren. Het financiële risico is op te delen in een tweetal zaken: • om rechterlijke uitspraken met rechterlijke dwang ten uitvoer te kunnen brengen, is een reserve nodig van € 500.000. De jeugdzorgbegroting biedt deze ruimte vooralsnog niet; • de rechtszaken brengen ook de nodige onkosten met zich mee als gevolg van benodigde inhuur van juridische capaciteit. Hiermee is € 100.000 gemoeid. De reserve binnen de jeugdzorgbegroting is op dit moment nog te beperkt om dit te kunnen opvangen. Op het moment dat deze begroting wordt opgesteld zijn alleen de voorlopige doeluitkeringen 2007 bekend. Deze kunnen nog wijzigen als gevolg van de afrekening van het aanvalsplan wachtlijsten en als gevolg van de beoordeling van de jaarrekening over 2005. Aangezien deze doeluitkeringen het uitgangspunt zijn voor de raming voor 2008 en verder, bestaat de mogelijkheid dat de genoemde bedragen lager uit gaan vallen. De verwachting is overigens dat dit niet gebeurt.
30 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.12 Activiteit: ROM-Rijnmond Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Milieu J.J. van Doorne
Wat willen we bereiken? De dubbeldoelstelling van ROM-Rijnmond luidt: het versterken van de economie en het verbeteren van de leefbaarheid. Deze doelstelling sluit naadloos aan bij het stadsregionale milieubeleid. De tijdhorizon van ROM-Rijnmond is in principe 2010, maar schuift wellicht op naar 2020. Dit is overeenkomstig het Havenplan van Rotterdam en het RR2020. Besluitvorming hierover heeft echter nog niet plaatsgevonden. Wat gaan we daarvoor doen? Een belangrijk ROM-project dat in opdracht van de stadsregio wordt uitgevoerd is het Regionaal Groenakkoord (zie onder Activiteit: Investeringen Groenakkoord). Onder de vlag van ROM-Rijnmond is een Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit (RAP) vastgesteld. In dit RAP zijn alle maatregelen opgenomen die de ROM-partners zullen treffen en/of onderzoeken. Hierin zitten dus ook de projecten en activiteiten die onder verantwoordelijkheid van de stadsregio worden uitgevoerd. Door het ministerie van VROM is in september 2006 een eerste tranche geld uitgekeerd (€ 2,5 miljoen) om de slechte luchtkwaliteit in de regio aan te pakken. In 2007 en verder is voorzien dat meerdere tranches zullen worden uitgekeerd. De inzet van deze middelen is niet gerelateerd aan een bepaald jaar, maar aan de periode 2006-2010. Deze gelden kunnen worden ingezet voor alle projecten die onder het RAP vallen, dus ook projecten waar de stadsregio geen verantwoordelijkheid voor heeft. Daartoe is een subsidieverordening luchtkwaliteit in het leven geroepen. In principe komen de partners van ROMRijnmond, incusief de regiogemeenten, daarvoor in aanmerking. Een vaste kostenpost is de jaarlijkse bijdrage aan de uitvoeringsorganisatie. Er is een voorziening in het leven geroepen omdat het moeilijk te voorspellen is op welk moment aan ROMpartners een bijdrage wordt gevraagd voor nieuwe projecten. Het doel is grote verschillen per jaar in de lasten te voorkomen. Eind 2006 is de inhoud van deze voorziening toegevoegd aan de voorziening Proactieve milieuaanpak. Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Directe lasten
136.482
138.557
140.663
140.663
140.663
140.663
luchtkwaliteit
405.664
0
0
0
0
0
Dotatie aan voorziening proi luchtkwaliteit Dotatie aan voorziening subs luchtkwaliteit Totaal
624.336
0
0
0
0
0
2.666.482
138.557
140.663
140.663
140.663
140.663
2.530.000
0
0
0
0
0
1.500.000
Baten Bijdrage provincie ivm luchtkwaliteit Bijdrage regiogemeenten Totaal
Saldo van de rekening
136.482
138.557
140.663
140.663
140.663
140.663
2.666.482
138.557
140.663
140.663
140.663
140.663
0
0
0
0
0
0
Meerjarenraming De bijdrage aan het programmabureau zal de komende jaren dezelfde omvang hebben.
31 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
In de loop van 2007 zal duidelijk worden welke rijksbijdragen tegemoet kunnen worden gezien ter bekostiging van het RAP over de periode 2006-2010.
32 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.13 Activiteit: Milieu Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Milieu J.J. van Doorne
Wat willen we bereiken? De stadsregionale hoofddoelstelling voor het milieubeleid in de regio Rotterdam is het verbeteren van de leefomgeving in het gebied van de stadsregio Rotterdam. Deze doelstelling wordt jaarlijks in een jaarprogramma Milieu concreet gemaakt. Leidraad hierbij is het beleidsprogramma van het dagelijks bestuur 2006-2010 “Partners voor resultaat” en het Meerjarenprogramma Milieu 2007-2010. Het zwaartepunt van het stadsregionale milieubeleid ligt bij de aanpak van de luchtkwaliteit, de proactieve milieuaanpak van RR2020 en het ondersteunen van de regiogemeenten met kennis en geld. Wat gaan we daarvoor doen? Voor wat betreft de aanpak van de luchtproblematiek wordt door de diverse ROM-partners in dit gebied samengewerkt in het Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit (RAP). Zie onder Activiteit: ROM-Rijnmond. Daar waar het specifieke advisering betreft over de bestuurlijke en ambtelijke inzet voor het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), wordt een beroep gedaan op diensten van Rotterdam en de DCMR. In het uitvoeringsprogramma RR2020 is één van de belangrijke programma’s het Programma Milieu. In dit programma is gesteld dat een proactieve milieustrategie onlosmakelijk is verbonden met de regionale ontwikkelingsstrategie van RR2020. De proactieve milieustrategie richt zich in eerste instantie op 3 zoneerbare milieuproblemen: geluid, externe veiligheid en luchtkwaliteit. Dit laatste probleem wordt via een apart spoor (RAP) aangepakt. In de komende periode wordt de samenwerking met de gemeenten en de provincie Zuid-Holland nader ingevuld. Voor de proactieve milieuaanpak is een voorziening in het leven geroepen. De stadsregio wil ook een platform bieden voor gemeentelijke en andere regionaal werkende (publieke en private) actoren voor inhoudelijke en financiële ondersteuning. Financiële ondersteuning wordt geboden door de subsidieverordening Milieu; voor specifieke ondersteuning op het gebied van de luchtproblematiek is er de subsidieverordening luchtkwaliteit. Inhoudelijke ondersteuning kan worden geboden door samenwerking met de DCMR en diensten van Rotterdam. Ook worden ondersteunende instrumenten ontwikkeld die bijvoorbeeld via de stadsregionale website kunnen worden gebruikt. Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Directe lasten Dotatie aan voorziening Apparaatslasten Totaal
217.679
636.703
347.488
347.488
347.488
347.488
0
0
0
0
0
0
482.847
509.690
525.984
525.984
525.984
525.984
700.526
1.146.393
873.472
873.472
873.472
873.472
700.526
851.975
873.472
873.472
873.472
873.472
700.526
851.975
873.472
873.472
873.472
873.472
0
-294.418
0
0
0
0
Baten Bijdrage regiogemeenten Totaal
Saldo van de rekening
33 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.14 Activiteit: Ruimtelijk beleid Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Ruimtelijk Beleid J.W.J. Wolf
Wat willen we bereiken? Doel van het programma Ruimtelijk beleid is verbetering van de ruimtelijke structuur en kwaliteitsverbetering van de elementen die bijdragen aan een aantrekkelijk leef- en vestigingsmilieu. De activiteit Ruimtelijk beleid moet tot de volgende resultaten leiden: • realiseren van het RR2020 via het Uitvoeringsprogramma RR2020 – inclusief het (mede)ontwikkelen van instrumenten voor uitvoering – en toetsing en opbouw van een uitvoeringsorganisatie; • het voortgaand operationaliseren van het RR2020 in strategische projecten en programma’s en het uitvoeren hiervan, inclusief bijdragen aan projecten buiten de regio; • adviezen over gemeentelijke ruimtelijke plannen, mede in het kader van de formele status van het RR2020 als regionaal structuurplan; • zo goed mogelijke inpassing van de stadsregionale belangen in plannen op hogere schaalniveaus en voor zover nodig binnen plannen van aangrenzende regio's; • in het kader van de verstedelijkingsafspraken zijn in 2005 overeenkomsten met gemeenten gesloten over de woningbouwprestaties die vóór eind 2009 moeten worden geleverd. In 2007 is een herijkingsmoment opgenomen. Daarbij zullen de afgesproken prestaties per gemeente nader worden beschouwd. Ook wordt inzicht gegeven in de mate waarin de gemeenten van de subsidiemogelijkheden gebruik hebben gemaakt zodat een eventuele bijstelling plaats kan vinden. Er zijn fondsen gevormd naar aanleiding van de Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing en de Omslagverordening 2005. Een meerjarenraming wordt jaarlijks aan de regioraad voorgelegd. Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoeringsprogramma RR2020 Het Uitvoeringsprogramma RR2020 wordt uitgevoerd Onderdelen hiervan zijn onder meer: • het organiseren van een regulier overlegverband met de betrokken partijen als follow-up van de samenwerkingsverbanden van RR2020; • monitoring van de resultaten; • het verder ontwikkelen van een instrumentarium (financieel, organisatorisch, juridisch) en een uitvoeringsstrategie voor regionaal strategische projecten. Jaarlijks is er een rapportage over de voortgang waarbij zonodig het uitvoeringsprogramma wordt geactualiseerd. Uitvoering van strategische projecten en programma’s Bijzonder onderdeel van het Uitvoeringsprogramma RR2020 zijn de ruimtelijke projecten en programma’s. Per opgave functioneert een uitvoeringsorganisatie die verantwoordelijk is voor de voorbereiding en uitvoering. Het gaat om de volgende projecten, waarbij tussen haakjes de te bereiken resultaten in 2010 volgens het DB-programma zijn aangegeven: • Noordas (er zijn concrete afspraken over programma, fasering en uitvoering van de projecten in het gebied en het stadsregionale deel van de afspraken is uitgevoerd); • Zuidflank (de drie reserveringen voor bedrijventerreinen zijn planologisch geconcretiseerd en er zijn concrete afspraken over fasering en uitvoering van de betreffende bedrijfsterreinen (totaal 120 hectare)); • Landelijk wonen (er zijn concrete afspraken over programma en fasering van de drie grote landelijk wonen locaties. De uitvoeringsafspraken voor de helft (400 à 600 woningen) van het totaal aantal woningen in deze locaties zijn opgenomen in het woningbouwprogramma 2010-2014); • Knooppunten (er zijn afspraken over programma, fasering en uitvoering van de verschillende knooppunten (totaal 400.000 m² BVO kantoren). Het stadsregionale deel van de afspraken is uitgevoerd); • Greenport Lansingerland (er is een vastgestelde structuurvisie voor de nieuwe gemeente); • Rivierzoneprojecten (er zijn afspraken over programma, fasering en uitvoering van de projecten in het gebied (totaal 3.500 woningen en economische voorzieningen)); • Gebiedsuitwerking Voorne (De streekplanherziening is vastgesteld (golfbanen en glas)); • Stedenbaan (er zijn afspraken gemaakt over de toevoeging van 4.000 woningen en functies bij stationslocaties in het woningbouwprogramma 2010-2014). 34 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Advisering en toetsing regionaal structuurplan RR2020 De stadsregio adviseert de provincie in het kader van de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) over gemeentelijke ruimtelijke plannen. Ook overlegt de stadsregio hierover met gemeenten. Per 1 januari 2008 zal de nieuwe WRO in werking treden. Het regime van toetsing en advisering is hier in 2007 op aangepast. Bovenregionaal beleid en bovenregionale projecten: • beïnvloeden en mede-ontwikkelen van bovenregionaal beleid; bijdragen aan studies, nota's, beleidsactiviteiten van rijk (BCR), randstad (samenwerkingsverband Regio Randstad), platform Zuidvleugel en de Rijn-Schelde Delta; • participeren in thematische of gebiedsgerichte ruimtelijke opgaven die (deels) buiten de regio liggen (onder andere het project Rotterdam-Zoetermeer-Gouda en de integrale ontwikkeling MiddenDelfland/A4). Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Uitbestedingen
1.414.169
Dotatie aan voorziening
1.632.318
1.657.129
1.657.129
1.657.129
1.657.129
185.000
Apparaatslasten Totaal
567.316
461.680
587.181
587.181
587.181
587.181
2.166.485
2.093.998
2.244.310
2.244.310
2.244.310
2.244.310
2.166.485
2.093.998
2.244.310
2.244.310
2.244.310
2.244.310
2.166.485
2.093.998
2.244.310
2.244.310
2.244.310
2.244.310
0
0
0
0
0
0
Baten Bijdrage regiogemeenten Totaal
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Uitvoering verstedelijkingsafspraken: afhankelijk van de resultaten van de herijking.
35 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.15 Activiteit: Omslagfonds Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Ruimtelijk Beleid J.A. Karssen
Wat willen we bereiken? Voor financiële ondersteuning aan gemeenten van de Verstedelijkingsopgave en de regionale opgave Stedelijke Vernieuwing zijn voor de periode 2005-2010 twee regionale geldstromen beschikbaar: het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (FVSV) en het Omslagfonds. Het Omslagfonds wordt gevoed door gemeentelijke bijdragen over iedere nieuw te bouwen woning of woningequivalent overeenkomstig de voorwaarden die zijn genoemd in de Omslagverordening 2005. Het wordt gebruikt voor bijdragen aan de regionale woningbouwopgave gerelateerde infrastructuur en grote regionale groenprojecten. Wat gaan we ervoor doen? In de meerjarenraming 2006 is de financiële ruimte in het Omslagfonds voor de periode 2006-2010 berekend op € 85 miljoen. Van dit bedrag is € 41 miljoen bedoeld voor de financiering van de restant verplichtingen per 31 december 2005 en de eerder geresreveerde bijdragen voor (Vinex)-projecten. De overigen € 44 miljoen is beschikbaar als extra bestedingsruimte in de periode 2006-2010. Met ingang van 1 januari 2006 worden de beschikbare financiële middelen uit het Omslagfonds bij wijze van budgetfinanciering ter beschikking gesteld van de sectoren Groen en Verkeer en Vervoer. De sectoren bepalen vervolgens hoe deze middelen worden ingezet voor projectfinanciering. Op basis van gemeentelijke opgaven worden de verschuldigde omslagbijdrage over 2005 vastgesteld. Voor elke gemeente vindt in ieder geval voor 1 juli een voorlopige vaststelling plaats. De directeur van het OBR doet dit namens het DB op basis van de beschikbare gegevens. Indien alle vereiste gegevens zijn aangeleverd, vindt de definitieve vaststelling plaats in het DB. Op basis van de aanwezige kasruimte in het Omslagfonds wordt jaarlijks in september de daadwerkelijke bijdrage aan de beide sectoren bepaald. Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Investeringsbijdragen Dotatie aan voorzieningen Totaal
0
0
0
0
0
0
13.476.652
17.978.010
17.593.346
13.476.652
17.978.010
17.593.346
14.644.254
14.215.894
0
14.644.254
14.215.894
0
13.371.560
17.850.845
17.413.404
14.416.465
13.931.058
0
Baten Omslagbijdragen Rente Totaal
Saldo van de rekening
105.092
127.165
179.943
227.789
284.836
0
13.476.652
17.978.010
17.593.346
14.644.254
14.215.894
0
0
0
0
0
0
0
36 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Ontwikkeling voorziening Omslagfonds Ontwikkeling voorziening verplicht
stand per
V&V projecten Groenprojecten subtotaal eliminatie interne verhoudingen
18.799.049 0 18.799.049 -18.799.049
totaal
beschikkingen
0
Ontwikkeling voorziening Omslagfonds Nog te verplichten Stand per 01-01-2007 mutaties: - ivm correctie toekomstige baten: teruggave BWS - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht
-3.578.010 17.978.010 -14.400.000 +
Prognose stand per 31-12-2007 mutaties: - ivm correctie toekomstige baten: teruggave BWS - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht
-648.547 17.593.347 -12.800.951 +
Prognose stand per 31-12-2008
0 18.400.000 18.400.000
vrijval
betalingen
0
11.600.000 18.400.000 30.000.000
stand per eind 2007 7.199.049 0 7.199.049 -7.199.049
beschikkingen 5.120.951 3.680.000 8.800.951
vrijval
betalingen
stand per
-12.320.000 -3.680.000 -16.000.000
0 0 0 0
0
0
0
0
4.143.849
Financiële risico's Jaarlijks wordt de meerjarenraming geactualiseerd op basis van gerealiseerde jaarcijfers in het voorgaande jaar en voortschrijdend inzicht in de geraamde inkomsten en uitgaven in de komende jaren. Tegelijkertijd worden de financiële risico’s geanalyseerd en de consequenties voor het lopende begrotingsjaar zichtbaar gemaakt. Zonodig worden ook beleidsaanbevelingen gedaan. In 2007 vindt bovendien een herijking van de verstedelijkingsafspraken plaats, waarbij de mogelijkheid bestaat beleidsaanpassingen door te voeren en budgetten te verlagen. Voor alles geldt dat het Omslagfonds niet rood mag staan. Meerjarenraming Het gepresenteerde inzicht voor de komende jaren is gebaseerd op de actualisatie meerjarenramingen 2006. Deze is als bijlage toegevoegd aan de programmabegroting.
37 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.16 Activiteit: Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010 Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Ruimtelijk Beleid J.A. Karssen
Wat willen we bereiken? Voor gemeenten die financiële ondersteuning nodig hebben in verband met hun Verstedelijkingsopgave en de regionale opgave Stedelijke Vernieuwing, zijn tussen 2005 en 2010 twee regionale geldstromen beschikbaar. Dit zijn het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (FVSV) en het Omslagfonds. Het -
FVSV wordt gevoed door de volgende financiële bronnen: de rijksbijdrage Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS); het ISV2-budget van de provincie; bijdragen ISV2 van de gemeenten Rotterdam en Schiedam; de restantbudgetten uit ISV1 en het Vinex-Grondkostenfonds.
Op grond van de Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing (VVSV) kunnen bijdragen worden verleend aan: ISV2 programma- en projectgemeenten; de bouw van bereikbare sociale huurwoningen met een extra premie voor seniorenwoningen; de bouw van woningen op functieveranderingslocaties. Daarnaast is geld beschikbaar voor bodemsanering en de realisatie van de Vinex Grote Uitleg 2e fase Berkel en Rodenrijs. Tenslotte worden de beheerskosten in verband met de uitvoering van het fondsbeheer, de advisering over bodembijdragen en de doorbelasting apparaatskosten en bestuurskosten SRR ten laste gebracht van Fvsv. Wat gaan we ervoor doen? De bijdragen aan ISV2 programma- en projectgemeenten en de Vinex Grote Uitleg 2e fase Berkel en Rodenrijs zijn in 2005 ten laste gebracht van de voorziening FVSV. De overige bijdragen worden jaarlijks ten laste van de exploitatie gebracht. De rijksbijdrage BLS wordt jaarlijks vastgesteld door het ministerie van VROM. Tesamen met andere incidentele bijdragen, als gevolg van vrijval etcetera, wordt de rijksbijdrage jaarlijks ten gunste gebracht van de exploitatie. De overige bijdragen zijn in 2005 ten gunste gebracht van de voorziening FVSV. Bij de besluitvorming over de verstedelijkingsafspraken 2005-2010 is bepaald dat in 2007 een herijking zal plaatsvinden. Naast de reguliere activiteiten met betrekking tot de uitvoering van de woningbouw zal dit de belangrijkste activiteit zijn. Dit zal gebeuren op basis van onder andere de volgende gegevens: • de geleverde prestaties in de periode 2005-2007 op het gebied van woningbouw; • de wijze waarop gebruik is gemaakt van het regionaal subsidie instrumentarium; • de inzichten in de woningbouwplanning van de regiogemeenten; • de posities van het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (FVSV), het Omslagfonds en de hiervan afgeleide inschattingen van financiële risico’s. Er komen desgewenst nadere voorstellen voor de aanpassing van het Woningbouwscenario, het Financieel Scenario en de Verordening verstedelijking en stedelijke vernieuwing (VVSV).
38 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Investeringsbijdragen Uitvoeringskosten decentraal budgetbeheer Dotatie aan voorziening
0
0
0
0
0
0
540.707
400.000
400.000
400.000
400.000
0
13.105.712
14.503.742
14.342.726
14.664.109
5.108.836
0
Rente
0
337.455
396.554
75.171
0
0
Apparaatslasten
363.420
399.070
356.828
356.828
356.828
0
Bijdrage diverse beleidsterreinen
13.278
17.303
15.763
15.763
15.763
0
14.023.117
15.657.570
15.511.871
15.511.871
5.881.427
0
12.167.570
9.533.862
9.533.862
9.533.862
0
0
rijksbijdrage prestatiedeel
0
5.971.972
5.978.009
5.978.009
5.881.427
0
Provinciale en gemeentelijke bijdrage ISV II Regionale bijdrage
0
0
0
0
0
0
98.203
151.736
0
0
0
0
Eindsaldo Grondkostenfonds
223.393
0
0
0
0
0
1.200.000
0
0
0
0
0
Totaal Baten Rijksbijdragen
bijdrage uit voorziening BWS Rente Totaal
333.951
0
0
0
0
0
14.023.117
15.657.570
15.511.871
15.511.871
5.881.427
0
0
0
0
0
0
0
Saldo van de rekening
Ontwikkeling voorziening FVSV Ontwikkeling voorziening verplicht programmagemeenten ISV2 basis bodem budget ISV2 projectgemeenten ISV2 functieverandering bereikbare sociale huurwoningen bodemsanering
stand per eind 2006 11.160.587 717.775 1.789.708 0 0 2.622.573
totaal
16.290.643
beschikkingen
vrijval
betalingen
13.500.000 13.850.000 1.719.539 29.069.539
0
3.422.975 220.143 750.000 13.500.000 13.850.000 1.719.539
stand per eind 2007 7.737.612 497.632 1.039.708 0 0 2.622.573
33.462.657
11.897.525
beschikkingen 0 0 0 4.370.000 6.942.000 1.719.539
vrijval 0 0 0 0 0 0
betalingen -3.356.963 -215.898 -56.560 -4.370.000 -6.942.000 -1.719.539
stand per eind 2008 4.380.649 281.734 983.148 0 0 2.622.573
13.031.539
0
-16.660.960
8.268.104
Ontwikkeling voorziening Fvsv Nog te verplichten Stand per 01-01-2007 mutaties: - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht
14.503.707 -29.069.539 +
Prognose stand per 31-12-2007 mutaties: - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht
14.276.827 -13.031.539 +
Prognose stand per 31-12-2008
18.081.121
3.515.289
4.760.577
Financiële risico's Jaarlijks wordt de meerjarenraming geactualiseerd op basis van gerealiseerde jaarcijfers in het voorgaande jaar en voortschrijdend inzicht in de geraamde inkomsten en uitgaven in de komende jaren. Tegelijkertijd worden de financiële risico’s geanalyseerd en de consequenties voor het lopende begrotingsjaar zichtbaar gemaakt. Zonodig worden ook beleidsaanbevelingen gedaan. In 2007 vindt bovendien een herijking van de verstedelijkingsafspraken plaats waarbij de mogelijkheid bestaat beleidsaanpassingen door te voeren en budgetten te verlagen. 39 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Meerjarenraming Het gepresenteerde inzicht voor de komende jaren is gebaseerd op de actualisatie meerjarenramingen 2006. Deze is als bijlage toegevoegd aan de programmabegroting.
40 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.17 Activiteit: Economie Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Ruimtelijk Beleid G.J. 't Hart
Wat willen we bereiken? Doel van het regionaal economisch beleid is een economische groei en werkgelegenheidsgroei die tenminste gelijke tred houdt met overig Nederland. Hiervoor is de economische visie 'Naar een verleidelijke regio' ontwikkeld waarin het volgende doel wordt geformuleerd: bedrijven en mensen moeten verleid worden zich in deze regio te vestigen en daar te blijven. Hiervoor moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan: • voldoende aanbod van bedrijventerreinen en kantoren; • herstructurering van verouderde kantoren en bedrijven; • in stand houden en verbeteren van een hoogwaardig winkel- en voorzieningenapparaat; • een goede bereikbaarheid van de regio voor bedrijven, arbeidskrachten en consumenten; • verbetering van quality of life in de vorm van goed wonen en hoogwaardig groen. Wat gaan we daarvoor doen? • Procesbegeleiding van het herstructureringsproces van bedrijventerreinen bij de gemeenten; • Ontwikkeling van een kantorenvisie; • Herziening van de economische visie van de stadsregio; • Procesondersteuning van de projecten uit RR2020 die betrekking hebben met economie. Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal
59.423
109.080
110.738
110.738
110.738
110.738
378.463
347.485
369.638
369.638
369.638
369.638
437.886
456.565
480.376
480.376
480.376
480.376
Baten Baten economie Bijdrage regiogemeenten Totaal
Saldo van de rekening
14.133
0
0
0
0
0
423.753
456.565
480.376
480.376
480.376
480.376
437.886
456.565
480.376
480.376
480.376
480.376
0
0
0
0
0
0
Meerjarenraming Geen significante wijzigingen.
41 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.18 Activiteit: Bedrijven Info Rijnmond (BIR) Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Ruimtelijk Beleid J.W.J. Wolf
Wat willen we bereiken? • handhaven en (zo mogelijk) uitbreiden van de bestaande bedrijvigheid; • het aantrekken van nieuwe bedrijven; • het verbeteren van het imago van de regio Rotterdam op het gebied van wonen, werken en recreëren. Wat gaan we ervoor doen? We gaan promotieactiviteiten ontwikkelen en deze vooral richten op het behouden van bestaande bedrijvigheid. Bedrijven die in de regio zijn gevestigd en die wegens uitbreiding moeten verplaatsen mogen niet voor de regio verloren gaan. De activiteiten bestaan uit deelname aan vakbeurzen, deelname aan informatiemarkten bij symposia en congressen, adverteren, het houden van presentaties op ondernemersbijeenkomsten, het maken en bijhouden van een internetsite, het bezoeken van netwerkbijeenkomsten en het verstrekken van informatie over de vestigingsmogelijkheden op bedrijventerreinen in de regio via internet, telefoon en informatieloket. Verder wordt er jaarlijks een boek gemaakt met de beschikbare bedrijventerreinen in de regio en wordt er een nieuwsbrief en een e-zine uitgegeven aan onze doelgroep: het bedrijfsleven. Ook worden er bijeenkomsten georganiseerd voor de gemeentelijke bedrijfscontactfunctionarissen. Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal
169.017
171.586
174.194
174.194
174.194
174.194
371.282
347.650
369.638
369.638
369.638
369.638
540.299
519.236
543.832
543.832
543.832
543.832
0
0
0
0
0
0
540.299
519.236
543.832
543.832
543.832
543.832
540.299
519.236
543.832
543.832
543.832
543.832
0
0
0
0
0
0
Baten Baten BIR Bijdrage regiogemeenten Totaal
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Geen significante wijzigingen.
42 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.19 Activiteit: Wonen Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Wonen en Stedelijke Vernieuwing J.A. Karssen
Wat willen we bereiken? Een vlotte, soepele uitvoering van het woningbouw- en herstructureringsprogramma. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het oplossen van de grootstedelijke problematiek en wordt een ‘kwaliteitssprong’ gemaakt op het gebied van wonen in de regio. Wat gaan we ervoor doen? Regionaal woningbouw- en financieel scenario In 2007 is de tussenbalans opgemaakt, 2008 is weer een ‘gewoon’ productiejaar, waarbij de productie op volle toeren moet draaien om het met het rijk afgesproken aantal van 38.000 woningen te bouwen. Bijzonder punt van aandacht zal de voortgang van de sociale woningbouw zijn. Regionaal budgethouderschap ISV Ook hier staat in 2008 de uitvoering centraal. Er zal tevens meer duidelijkheid ontstaan over de komst van een ISV3 en een eventuele voortzetting van het stadsregionaal busgethouderschap na 2010. Huisvestingsrichtlijn De sinds 2005 geldige Huisvestingsrichtlijn en bijbehorende overeenkomst woonruimteverdeling is in 2006 bijgewerkt en formeel omgezet in een regionale verordening. Uitgangspunt blijft om slechts dan belemmeringen voor woningzoekenden op te werpen als een bepaalde categorie in de knel komt. Dit vergt nauwkeurige monitoring en eventueel aanpassen van de gestelde targets. Voorts wordt verder gewerkt aan één regionaal aanbodmodel en een regionaal urgentie-instituut. Regionale prestatieafspraken Afhankelijk van het rijksbeleid en de eventuele gevolgen daarvan voor de stadsregio moet worden bezien of de regionale prestatieafspraken met de Maaskoepel herziening behoeven. Woonvisie De uitwerking van de Woonvisie is in 2005 en 2006 ter hand genomen via studies en studiebijeenkomsten. Mede op basis hiervan is een aantal speerpunten benoemd waaraan in 2007, via concrete activiteiten, volop aandacht is besteed. Deze werkwijze zal in 2008 worden voortgezet. Sociaal en wonen In 2008 zal een stadsregionaal programma sociaal en wonen operationeel zijn. Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Uitvoerings- en projectkosten Totaal
560.933
535.994
544.141
544.141
544.141
544.141
560.933
535.994
544.141
544.141
544.141
544.141
Baten Bijdrage provincie Bijdrage regiogemeenten Totaal
Saldo van de rekening
22.689
23.034
23.384
23.384
23.384
23.384
538.244
512.960
520.757
520.757
520.757
520.757
560.933
535.994
544.141
544.141
544.141
544.141
0
0
0
0
0
1
43 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.20 Activiteit: Wonen: Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) Beleidsprogramma: Portefeuillehouder:
Wonen en Stedelijke Vernieuwing J.A. Karssen
Wat willen we bereiken? Zorgvuldige afwikkeling van de verplichtingen aan initiatiefnemers in het kader van de BWS-verordening (subsidie woningbouw). Vanaf 1 januari 2005 kan de stadsregio als gevolg van de rijksregeling geen nieuwe verplichtingen aangaan. Wat gaan we ervoor doen? Er worden geen nieuwe verplichtingen meer aangegaan; de regeling is beëindigd. De bestaande verplichtingen worden afgewikkeld, zowel via jaarlijkse bijdragen als via bijdragen ineens. Tevens worden jaarlijkse bijdragen voor sociale huurwoningen afgekocht. Ook worden subsidiegelden terugontvangen wegens alsnog niet nakomen van indertijd geldende subsidievoorwaarden. Wat mag het kosten? De stadsregio beschikte eind 2004 over voldoende liquide middelen op de BWS-rekening om voor de huurwoningen (zowel sociaal als particulier) de restantwaarde van de jaarlijkse bijdrage met de verhuurder op het moment van renteconversie, ter waarde van € 44,9 miljoen, in één keer af te lossen. De voordelen zijn: • er is geen risico op renteconversie meer aanwezig; • er zijn geen jaarlijkse administratieve handelingen meer nodig; • op korte termijn is duidelijk welke financiële overmaat in het BWS aanwezig is. De uitbetaling van de afkoop jaarlijkse bijdrage ligt verspreid over de periode 2004 tot en met 2009.
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Directe lasten
5.896.275
Bijdrage aan FVSV
1.200.000
0
0
0
0
0
569.505
720.730
555.876
555.876
555.876
912.704
11.633.910
10.953.534
6.190.000
1.850.000
120.000
100.000
20.808
31.090
24.556
24.556
24.556
40.318
0
0
0
0
Apparaatslasten Dotatie aan voorziening Bijdrage diverse beleidsterreinen Rente
5.485.230
13.231 Totaal
0
0
0
0
19.333.729
17.190.584
6.770.431
2.430.431
700.431
1.053.022
Rijksbijdragen
6.899.214
18.639.039
10.035.000
5.025.000
3.240.000
2.390.000
Overige baten
1.597.338
360.000
275.000
275.000
275.000
275.000
Toezeggingen
17.218.886
0
0
0
0
0
Baten
Vrijval voorziening
1.354.804
Algemene dekkingsmiddelen Rente Totaal
Mutatie reserve
Saldo van de rekening
0 651.585
225.000
125.000
325.000
550.000
550.000
27.721.827
19.224.039
10.435.000
5.625.000
4.065.000
3.215.000
3.664.569
3.194.569
3.364.569
2.161.978
0
0
0
0
8.388.189
91
-2.033.455
44 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Ontwikkeling voorziening BWS Ontwikkeling voorziening verplicht BWS Regionaal ISV Aanvulling Rotterdam
stand per beschikkingen eind 2006 6.896.693 10.953.534 3.576.407 297.890 0
totaal
10.770.991
10.953.534
correcties 261.417-80.505
betalingen 11.838.3952.000.000-217.385
stand per eind 2007 5.750.415 1.576.407 0
-341.922
-14.055.781
7.326.822
beschikkingen
vrijval
betalingen
5.000.000 0 5.000.000
10.750.4151.576.4070 0
stand per eind 2008 0 0
-12.326.822
0
Ontwikkeling voorziening BWS Nog te verplichten Stand per 01-01-2007 mutaties: - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht Prognose stand per 31-12-2007 mutaties: - dotatie voorziening - ivm voorziening verplicht Prognose stand per 31-12-2008
10.953.534 10.953.5340 6.190.000 -5.000.000 1.190.000
Meerjarenraming Er zijn geen significante beleidswijzigingen. Door de variabele rijksbijdragen en de afkoop van de BWSbijdrage aan de verhuurders wijzigt onder andere de jaarlijkse mutatie aan de reserve BWS.
45 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.21 Algemeen financieel beheer Programma: Portefeuillehouder:
Algemeen Financieel Beheer G.J. ’t Hart
Wat willen we bereiken? Het doel is een optimale beheersing van en een getrouwe verantwoording over het vermogen, de geldstromen en de financiële posities. Dit gebeurt op een zodanige wijze dat risico's worden beperkt en de inzet van middelen wordt geoptimaliseerd. Om goed algemeen financieel beheer te voeren, is daarnaast financieel advies nodig. Financieel advies bij het beleid op de diverse terreinen van de stadsregio is noodzakelijk mede vanwege de grote (financiële) verantwoordelijkheid van de stadsregio. Hiervoor wordt een aantal instrumenten gebruikt. Wat gaan we ervoor doen? Planning en control producten Met de begroting en daarop volgende begrotingswijzigingen legt de raad het financieel kader vast. Dit is het kader waar binnen het dagelijks bestuur haar beleidsdoeleinden gedurende een jaar nastreeft. De verantwoording over het jaar vindt plaats met de presentatie van de jaarrekening en het jaarverslag aan de regioraad. Voor enkele geldstromen zoals de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer geldt een afzonderlijk traject, waarbij financieel en inhoudelijk verantwoording wordt afgelegd aan de verstrekkende instantie. Twee maal per jaar wordt een bestuursrapportage opgesteld. Deze rapportage verschaft het dagelijks bestuur en regioraadscommissie tussentijds inzicht in de voortgang van het beleid en het gebruik van middelen. De begroting en jaarrekening moeten voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Vanaf 2005 geldt tevens de stadsregionale financiële verordening waarin de belangrijkste uitgangspunten voor de planning en control cyclus zijn vastgesteld. Een belangrijk item hieruit is de verdeling van bevoegdheden tussen het dagelijks bestuur en de regioraad. Informatievoorziening derden De provincie Zuid-Holland ontvangt ieder kwartaal, naast de begroting en de jaarrekening, overzichten in verband met de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden), zoals bijvoorbeeld kasstroomoverzichten. Het CBS krijgt ieder kwartaal het overzicht van vlottende activa en passiva en vaste schulden. Sinds 2005 is de stadsregio verplicht om kwartaalcijfers te leveren die voldoen aan de Europese kwaliteitseisen. Administratieve organisatie Met het beheer van de administratieve organisatie en het omschrijven en analyseren van de daarin vervatte processen en activiteiten wordt een blauwdruk gewaarborgd voor terugkerende processen (zoals subsidieverlening, afhandeling van aangegane verplichtingen of uitbesteding van opdrachten aan derden). Hierdoor wordt het risico op onjuist of onvolledig uitvoeren van een proces geminimaliseerd. Daarnaast geeft dit instrument aanknopingspunten voor de analyse van de organisatie op sterke en zwakke punten. Doelmatige inzet van middelen Voortdurend wordt gezocht naar aantrekkelijke inkoopvoorwaarden voor bijvoorbeeld kantoorautomatisering en opleidingsmogelijkheden. Treasury beleid Ter aanvulling van rijks-, provinciale en gemeentelijke middelen waarmee de beleidsprogramma’s van de stadsregio worden gefinancieerd, worden met ‘prudent treasury beleid’ extra middelen gegenereerd. Om beleggingsrisico’s te beperken, geldt het treasurystatuut (2002) als kader. Hierin stelde de regioraad het beleid ten aanzien van beleggingen vast. Zo geeft het statuut aan welke beleggingsvormen zijn toegestaan en welke instantie de bevoegdheid heeft te beslissen bij beleggingen van verschillende omvang en looptijd. Voorop staat dat de stadsregio niet mag worden blootgesteld aan onverantwoorde financiële risico's. Het treasurystatuut is in 2006 herijkt naar de richtlijnen van het BBV. Risicomanagement Bij het uitvoeren van beleid kunnen politieke of bestuurlijke risico’s ontstaan, maar ook op het gebied van financiële processen en uitkomsten. Om hierover gedegen adviezen uit te brengen, wordt gewerkt met een methode voor systematische analyse van deze risico’s. Hiermee kunnen de implicaties zorgvuldig kunnen worden becijferd en beheerst. Binnen de planning en control cyclus dient het benoemen van risico’s en onzekerheden bij het behalen van beleidsdoelstellingen een plek te krijgen. 46 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Aantrekken financieringsbronnen De stadsregio blijft zoeken naar extra financieringsbronnen voor nieuwe projecten. Daarbij wordt tevens gestreefd op een innovatieve manier te kijken naar het samenbrengen en combineren van activiteiten. Voor infrastructuurprojecten of projecten in de ruimtelijke of economische sfeer zal ook buiten de publieke sector gekeken worden naar financieringsmogelijkheden. Wat mag het kosten?
omschrijving
Jaarrekening
Gewijzigde
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2006
begroting
2008
2009
2010
2011
2007-I Lasten Bijdrage Bestuur
191.119
225.847
237.788
237.788
237.788
249.824
Bijdrage beh.k. Groenakkoord
410.580
391.800
392.830
392.830
392.830
0
Bijdrage bel. Regionaal groen
1.087.086
1.086.403
1.104.159
1.104.159
1.104.159
1.164.123
452.375
441.486
391.005
339.123
287.241
235.356
Bijdrage Jeugdzorg
259.684
200.855
212.046
212.046
212.046
212.046
Bijdrage ROM Rijnmond
136.482
138.557
140.663
140.663
140.663
140.663
Bijdrage Milieu
700.526
851.975
873.472
873.472
873.472
873.472
2.166.485
2.093.998
2.244.310
2.244.310
2.244.310
2.244.310
Bijdrage Economie
423.753
456.565
480.376
480.376
480.376
480.376
Bijdrage Bedrijven Info Rotterdam (BIR) Bijdrage Wonen
540.299
519.236
543.832
543.832
543.832
543.832 520.757
Bijdrage Sociaal beleid
Bijdrage Ruimtelijk beleid
538.244
512.960
520.757
520.757
520.757
-370.513
46.000
46.000
46.000
46.000
46.000
6.536.120
6.965.683
7.187.239
7.135.357
7.083.475
6.710.760
Algemene dekkingsmiddelen
5.586.706
5.671.626
5.757.835
5.757.835
5.757.835
5.757.835
Bijdrage Rotterdam
1.122.007
1.139.062
1.156.376
1.156.376
1.156.376
1.156.376
Rente
1.074.447
300.000
400.000
400.000
400.000
400.000
7.783.160
7.110.688
7.314.210
7.314.210
7.314.210
7.314.210
500.000
0
0
0
0
0
452.621
145.005
126.971
178.853
230.735
603.450
-1
0
0
0
0
0
Algemene baten en lasten Totaal Baten
Totaal - resultaattoevoegingen - algemene reserve - reserve RTV borgstelling - reserve proactieve milieuaanpak - reserve BWS Saldo van de rekening
294.418
Meerjarenraming De begroting is in meerjarenperspectief sluitend.
47 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
3
Detailbegroting
48 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
4
Bijlagen
4.1 Kostenverdeelstaat Kostenverdeelstaat begroting 2008 Eerstverdeelde kosten
Totale kosten
activiteit 2.3
activiteit 2.4
activiteit 2.5
activiteit 2.6
activiteit 2.8
activiteit2,10
activiteit 2,11
planontwikkeling
BDU
BOR
OV
beleid groen
soc. Beleid
jeugdzorg
Salarislasten direct toe te wijzen
2.981.552
181.644
342.751
124.823
507.242
159.605
86.988
359.251
kosten directie kosten ondersteuning
166.453 1.184.333
10.760 76.561
20.543 146.163
6.848 48.721
26.412 187.924
9.014 64.137
5.208 37.057
19.831 141.102
280.000 20.000 300.000
18.101 1.293
34.556 2.468
11.519 823
44.429 3.173
15.163 1.083
8.761 626
33.359 2.383
140.000 25.000 15.000 20.000 80.000 61.000
9.050 1.616 970 1.293 5.172 3.943
17.278 3.085 1.851 2.468 9.873 7.528
5.759 1.028 617 823 3.291 2.509
22.214 3.967 2.380 3.173 12.694 9.679
7.582 1.354 812 1.083 4.332 3.303
4.381 782 469 626 2.503 1.909
16.680 2.979 1.787 2.383 9.531 7.268
totaal
4.332.338
Diensten door derden dienstverlening door derden advisering totaal Overige personele lasten opleidingskosten overige personeelskosten juridische ondersteuning ARBO kosten kosten WW en FPU woon- en werkverkeer netto kosten OR werving nieuw personeel representatiekosten extern reis- en verblijfkosten totaal
7.500
485
926
309
1.190
406
235
894
50.000
3.232
6.171
2.057
7.934
2.708
1.564
5.957
20.000
1.293
2.468
823
3.173
1.083
626
2.383
30.000
1.939
3.702
1.234
4.760
1.625
939
3.574
20.571
54.857
16.457
448.500
Huisvestinglasten huur
240.000
27.429
10.971
2.743
afschrijving, verbouw. + inricht.
90.000
10.286
7.714
2.571
20.571
4.114
1.029
servicekosten
75.000
8.571
6.429
2.143
17.143
3.429
857
5.143
energie
35.000
4.000
3.000
1.000
8.000
1.600
400
2.400
100.000
11.429
4.571
1.143
facility algemeen
6.171
2.857
22.857
schoonmaakkosten
50.000
5.714
4.286
1.429
11.429
2.286
571
3.429
overige huisvestinglasten
40.000
4.571
3.429
1.143
9.143
1.829
457
2.743
432.000
27.927
53.315
17.772
68.547
23.395
13.517
51.469
15.000
970
1.851
617
2.380
812
469
1.787
517 0
987 0
329 0
1.269 0
433 0
250 0
953 0
totaal
8.571
6.857
6.857
630.000
Communicatie en Beroep en Bezwaar directe communicatie lasten directe lasten beroep- en bezwaar totaal Organisatielasten salarissysteem DVO IDR
447.000 8.000 0
kopieerkosten
70.000
4.556
8.698
2.899
11.183
3.728
2.154
8.201
drukwerk
30.000
1.953
3.728
1.243
4.793
1.598
923
3.515
catering / kantinekosten
44.000
2.864
5.467
1.822
7.030
2.343
1.354
5.155
porti
25.000
1.627
3.107
1.036
3.994
1.331
769
2.929
586
1.118
373
1.438
277
1.054
briefpapier, enveloppen koerier
9.000
479
5.000
325
621
207
799
266
154
accountantskosten
62.000
4.036
7.704
2.568
9.905
3.302
1.908
7.264
telefoon / telecom + telefoonkamer
50.000
3.254
6.213
2.071
7.988
2.663
1.538
5.858
documentatie / abonnementen automatiseringskosten
586
15.000
976
1.864
621
2.396
799
462
1.757
240.000
15.621
29.822
9.941
38.343
12.781
7.385
28.118
bankkosten
15.000
976
1.864
621
2.396
799
462
1.757
kantoorbenodigdheden
25.000
1.627
3.107
1.036
3.994
1.331
769
2.929
3.000
195
373
124
479
160
92
351
457.364
785.671
272.463
1.151.282
358.312
192.356
776.246
785.671
272.463
1.151.282
358.312
192.356
676.246
archiefvernietiging+reststoffenmanagement totaal subtotaal bijdrage gemeente Rotterdam TOTAAL
601.000 6.758.838 190.7566.568.082
90.756366.608
100.000-
49 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Kostenverdeelstaat begroting 2008 Eerstverdeelde kosten
Totale kosten
activiteit 2,13
activiteit 2.14
activiteit 2.16
activiteit 2.17
activiteit 2.18
activiteit 2.19
milieu
ruimt. Beleid
FVSV
economie
BIR
wonen
Salarislasten direct toe te wijzen
2.981.552
237.364
244.644
165.071
159.351
159.351
253.469
2.981.552
kosten directie kosten ondersteuning
166.453 1.184.333
13.021 92.643
14.291 101.685
8.418 59.897
9.397 66.861
9.397 66.861
13.313 94.720
166.453 1.184.333
280.000 20.000 300.000
21.903 1.564
24.040 1.717
14.161 1.011
15.807 1.129
15.807 1.129
22.394 1.600
280.000 20.000
140.000 25.000 15.000 20.000 80.000 61.000
10.951 1.956 1.173 1.564 6.258 4.772
12.020 2.146 1.288 1.717 6.869 5.237
7.080 1.264 759 1.011 4.046 3.085
7.904 1.411 847 1.129 4.516 3.444
7.904 1.411 847 1.129 4.516 3.444
11.197 1.999 1.200 1.600 6.398 4.879
140.000 25.000 15.000 20.000 80.000 61.000
totaal
4.332.338
Diensten door derden dienstverlening door derden advisering totaal Overige personele lasten opleidingskosten overige personeelskosten juridische ondersteuning ARBO kosten kosten WW en FPU woon- en werkverkeer netto kosten OR
7.500
587
644
379
423
423
600
7.500
werving nieuw personeel
50.000
3.911
4.293
2.529
2.823
2.823
3.999
50.000
representatiekosten extern
20.000
1.564
1.717
1.011
1.129
1.129
1.600
20.000
30.000
2.347
2.576
1.517
1.694
1.694
2.399
30.000
240.000
16.457
27.429
12.343
12.343
12.343
19.200
240.000
90.000
6.171
10.286
4.629
4.629
4.629
7.200
90.000
reis- en verblijfkosten totaal
448.500
Huisvestinglasten huur afschrijving, verbouw. + inricht. servicekosten
75.000
5.143
8.571
3.857
3.857
3.857
6.000
energie
35.000
2.400
4.000
1.800
1.800
1.800
2.800
35.000
100.000
6.857
11.429
5.143
5.143
5.143
8.000
100.000
facility algemeen
75.000
schoonmaakkosten
50.000
3.429
5.714
2.571
2.571
2.571
4.000
50.000
overige huisvestinglasten
40.000
2.743
4.571
2.057
2.057
2.057
3.200
40.000
432.000
33.793
37.091
21.848
24.389
24.389
34.550
432.000
15.000
1.173
1.288
759
847
847
1.200
15.000
totaal
630.000
Communicatie en Beroep en Bezwaar directe communicatie lasten directe lasten beroep- en bezwaar totaal Organisatielasten salarissysteem DVO IDR kopieerkosten drukwerk
447.000 8.000 0
626 0
687 0
405 0
452 0
452 0
640 0
8.000 0
70.000
5.385
6.047
3.562
3.976
3.976
5.633
70.000
2.414
30.000
catering / kantinekosten
44.000
3.385
3.801
2.239
2.499
2.499
3.541
44.000
porti
25.000
30.000
1.923
2.308
2.160
2.592
1.272
1.527
1.420
1.704
1.420
1.704
2.012
25.000
briefpapier, enveloppen
9.000
692
778
458
511
511
724
9.000
koerier
5.000
385
432
254
284
284
402
5.000
accountantskosten
62.000
4.769
5.356
3.155
3.522
3.522
4.989
62.000
telefoon / telecom + telefoonkamer
50.000
3.846
4.320
2.544
2.840
2.840
4.024
50.000
documentatie / abonnementen automatiseringskosten
15.000
1.154
1.296
763
852
852
1.207
15.000
240.000
18.462
20.734
12.213
13.633
13.633
19.314
240.000
bankkosten
15.000
1.154
1.296
763
852
852
1.207
15.000
kantoorbenodigdheden
25.000
1.923
2.160
1.272
1.420
1.420
2.012
25.000
3.000
231
259
153
170
170
241
3.000
525.984
587.181
356.828
369.638
369.638
555.876
6.758.838
525.984
587.181
356.828
369.638
369.638
555.876
6.568.082
archiefvernietiging+reststoffenmanagement totaal subtotaal bijdrage gemeente Rotterdam TOTAAL
601.000 6.758.838 190.7566.568.082
190.756-
Verdelingssystematiek De huisvestingslasten worden verdeeld over de begrotingsactiviteiten naar rato van het beslag op de beschikbare hoeveelheid kantoorruimte. Alle overige lasten worden verdeeld naar rato van het begrote aantal fte per kostendragende begrotingsactiviteit.
50 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
4.2 Staat van reserves en voorzieningen saldo na winstbestemming 2006
Omschrijving
- Algemene reserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve Subtotaal Reserves
RTV borgstelling Jeugdzorg/bestrijding wachtlijsten Proactieve Milieuaanpak BWS
- Vervoermanagement - Beheer Groen Akkoord - Investering Groen Akkoord - Fonds Groen - Jeugdzorg dubieuze debiteuren - subsidie prov ZH voor Sociaal Beleid - Luchtkwaliteit subsidies - Luchtkwaliteit projecten - Ruimtelijk Beleid (toezegging gem Brielle) - Woonbeleid Subtotaal SR Algemeen
1.000.000 500.000 2.414.140 294.418 39.025.524 43.234.081 4.539 2.866.172 716.568 1.761.787 350.000 158.060 1.500.000 624.336 185.000 54.688 8.221.150
- BDU uitvoeringsprojecten - BDU binnen OV administratie - OV Chipcard - OV Algerakaartje - OV Reizigers Info Systeem Schiedam - Openbaar Vervoer algemeen - Bereikbaarheidsfonds - Jeugdzorg algemeen (doeluitkering) - Jeugdzorg aanvalsplan wachtlijsten (rijksgeld) - Omslagfonds - FVSV - BWS Subtotaal voorzieningen nog te verplichten
21.830.701 3.998.310 15.385.564 279.636 400.000 6.968.413 133.611.664 2.294.944 2.156.491 18.081.121 205.006.844
- BDU uitvoeringsprojecten verplicht (incl IDV) - Bereikbaarheidsfonds verplicht - Omslagfonds verplicht - FVSV verplicht - BWS verplicht Subtotaal voorzieningen verplicht
178.166.314 14.618.693 0 16.290.643 10.770.991 219.846.641 ####### #######
Subtotaal Voorzieningen Totaal reserves en voorzieningen
begrote toevoegingen 2007
-
begrote onttrekkingen 2007
2.414.140294.418-
2.178.462 -
2.708.558-
391.800 32.737 14.400.000 14.400.000
4.53916.161.787158.060600.000624.336185.00025.00017.758.722-
52.119.943
66.200.000-
-
15.385.564279.636400.000-
11.157.380
42.260.000-
correcties
begroot saldo per eind begrotingsjaar 2007
1.000.000 500.000 41.203.986 42.703.986 03.257.972 749.305 350.000 900.000 29.688 5.286.964
begrote toevoegingen 2008
begrote onttrekkingen 2008
3.791.540 3.791.540
-
392.830 32.737
-
425.567
900.00029.688929.688-
100.380.129
66.200.000-
17.978.010 14.503.742 10.953.534 106.712.609
2.156.49114.400.00029.069.53910.953.534181.104.764-
7.750.644 3.998.310 6.968.413 102.509.044 2.294.944 3.578.0103.515.324 127.036.679
1.654.601 17.593.347 14.276.827 6.190.000 140.094.904
39.940.00012.800.95113.031.5395.000.000136.972.490-
66.200.000 42.260.000 14.400.000 29.069.539 10.611.612 162.541.151
113.000.00048.100.00014.400.00033.462.65714.055.781223.018.438-
131.366.314 8.778.693 0 11.897.525 7.326.823 159.369.355
66.200.000 39.940.000 3.680.000 13.031.539 5.000.000 127.851.539
113.000.00032.700.0003.680.00016.660.96012.326.822178.367.782-
283.653.760
421.881.924-
#######
283.653.760
424.590.482-
#######
-
-
correcties
begroot saldo per eind begrotingsjaar 2008
1.000.000 500.000 44.995.526 46.495.526 03.650.802 782.042 350.000 4.782.843 41.930.774 3.998.310 6.968.413 64.223.645 2.294.944 648.5474.792.396 4.760.612 1.190.000 648.547404.104.073 84.566.314 16.018.693 0 8.268.104 0 465.588.675 291.692.998 334.396.984
51 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
4.3 Inwoneraantal per gemeente Gemeente
Aantal inwoners per 1 januari 2007
Albrandswaard
21.554
Berekende bijdrage per inwoner
inwonerbijdrage 2008
-4,878
-105.151
Barendrecht
43.104
-4,878
-210.282
Bernisse
12.665
-4,878
-61.786
Brielle
15.922
-4,878
-77.675
Capelle aan den IJssel
65.501
-4,878
-319.545
Hellevoetsluis
39.673
-4,878
-193.544
Krimpen aan den IJssel
28.757
-4,878
-140.290
Lansingerland
47.863
-4,878
-233.498
Maassluis
31.559
-4,878
-153.960
Ridderkerk
44.711
-4,878
-218.121
Rotterdam
581.636
-4,878
-2.837.494
Rozenburg
12.672
-4,878
-61.820
Schiedam
75.257
-4,878
-367.139
Spijkenisse
73.921
-4,878
-360.621
Vlaardingen
71.314
-4,878
-347.903
Westvoorne
14.145
-4,878
-69.006
TOTAAL
1.180.254
-5.757.835
bron: Statline databank CBS, aantal inwoners per 1 januari 2007
52 Activiteitenbegroting 2008 stadsregio Rotterdam
BIJLAGE
ONTWERPBESLUIT
De Regioraad van de stadsregio Rotterdam, gelet op artikel 49, lid 7 van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 13 juni 2007;
besluit: 1.
de programmabegroting 2008 en de activiteitenbegroting 2008 vast te stellen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 11 juli 2007 van de regioraad. de secretaris,
de voorzitter,
mr M.C. Jansen.
mr I.W. Opstelten.
Programmabegroting 2008
Stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam telefoon: 010-4172389 fax: 010-4047347 e-mail:
[email protected] website: www.stadsregio.info
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2
Programma’s
4
2.1
Programma Bestuur
5
2.2
Programma Verkeer en Vervoer
6
2.3
Programma Openbaar Vervoer
7
2.4
Programma Sociaal Beleid
8
2.5
Programma Jeugdzorg
9
2.6 Programma Regionaal Groen
10
2.7
Programma Milieu
11
2.8
Programma Ruimtelijk Beleid
12
2.9
Programma Wonen en Stedelijke Vernieuwing
2.10
Programma Algemeen Financieel Beheer
13 15
3
Programmabegroting 2008 lasten en baten
16
4
Meerjarenraming 2007-2011
18
5
Financiële paragrafen
19
5.1
Inleiding
19
5.2
Financiering; Algemene dekkingsmiddelen
19
5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6 5.2.7 5.2.8 5.2.9
Gebruikte financiering- en dekkingsystematiek BTW Toelichting meerjarig perspectief Indexering Gemeentelijke bijdrage Stand en verloop der reserves Stand en verloop van de voorzieningen Treasury Kasgeldlimiet
19 20 20 20 21 21 21 21 21
5.2
Weerstandsvermogen en risico's
22
5.3.1 5.3.2 5.3.3
Weerstandsvermogen Risico's Conclusie
22 22 23
5.4
Bedrijfsvoering
24
5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4 (DIV)
Financiën en control 24 Personeel en organisatie 24 Huisvesting 25 Informatie en Communicatie Technologie (ICT) en Documentaire Informatie Voorziening 25
5.5
Bestuurlijke participaties
25
2 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
1
Inleiding
Voor u ligt de programmabegroting 2008 – 2011 van de stadsregio Rotterdam. Deze programmabegroting moet antwoord geven op drie vragen: wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat mag dat kosten? Bij het beantwoorden van deze vragen moet een relatie worden gelegd tussen de doelstellingen van beleid, de te leveren prestaties en de daarvoor in te zetten middelen. De relatie tussen doelstellingen, prestaties en middelen stelt de raad in staat zijn allocatie- en autorisatiefunctie beter uit te oefenen. De voorliggende programmabegroting is tot stand gekomen vanuit het beleidsprogramma 2006 – 2010 “Partners voor resultaat”, waarin voor de komende raadsperiode de hoofdlijnen van het uit voeren beleid zijn vastgelegd. Het beleidsprogramma is op een ambitieuze, zakelijke en pragmatische wijze geconcretiseerd naar de bestuurlijke uitvoeringspraktijk. De programmabegroting 2008 – 2011 kent (nog) dezelfde opbouw als de vorige begroting. In de loop van 2007 zal vanuit de stadsregio een voorstel worden gedaan om de begrotingsopzet zodanig te wijzigen dat hij beter aansluit op het beleidsprogramma 2006 – 2010 ‘Partners voor resultaat’. De huidige beleidsbegroting bestaat uit een negental beleidsprogramma’s en een hoofdstuk algemene dekkingsmiddelen die allen op dezelfde manier zijn opgebouwd: een beschrijving van het programma, de doelstellingen, de prestaties en baten & lasten. Naast de programma’s zijn paragrafen opgenomen die van belang zijn voor de bedrijfsvoering en het financiële beleid & beheer van de stadsregio. De combinatie van programma’s en paragrafen stelt de lezer beter in staat zich een integraal beeld te vormen van het door de stadsregio te voeren beleid. De begroting 2008-2011 is een structureel sluitende, evenwichtige meerjarenbegroting. De begroting voor 2008 sluit met een batig saldo van € 3.791.540,-.
3 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2
Programma’s
In de programmabegroting zijn de beleidsdoelstellingen opgenomen die de stadsregio stelt ten aanzien van verkeer en vervoer, openbaar vervoer, aanleg van infrastructuur, ruimtelijke ontwikkeling, woningbouw, het realiseren van groen, jeugdzorg, milieu, economie en sociaal beleid. Voor de onderscheiden programma's is binnen het dagelijks bestuur een portefeuilleverdeling afgesproken, die hieronder is weergegeven. Dhr. I.W. Opstelten (VVD) Voorzitter en Externe Betrekkingen binnen het programma Bestuur. Dhr. T.P.J. Bruinsma (PvdA) Programma Bestuur Mevr. J.N. Baljeu (VVD) Programma Verkeer en Vervoer Mevr. J.H.M. Hermans (VVD) Programma Regionaal Groen Dhr L. Geluk (CDA) Programma Jeugdzorg Mevr. J.J. van Doorne (PvdA) Programma Milieu Dhr. J.W.J. Wolf (PvdA) Programma Ruimtelijk Beleid Dhr J.A. Karssen (CDA) Programma’s Wonen en Sociaal Beleid Dhr G.J. 't Hart (ONS) Programma Financieel Beleid en Economie binnen het programma Ruimtelijk Beleid
4 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.1 Programma Bestuur Bestuur De doelstelling van het programma Bestuur is het zo goed mogelijk laten functioneren van het regionale bestuur. Het bestuur van de stadsregio bestaat uit de regioraad, dagelijks bestuur en een aantal commissies. De middelen die in de begroting zijn opgenomen dienen voor de ondersteuning van fracties van de regioraad en het in een zo vroeg mogelijk stadium betrekken van gemeenten bij de beleidsontwikkeling van de stadsregio. Daarnaast dienen deze middelen voor de kosten van de behandeling van bezwaarschriften en beroepschriften en de vertegenwoordiging van de stadsregio in procedures. Ook wordt de deelname aan het Samenwerkingsverband Regio Randstad (een gemeenschappelijke regeling van de vier Randstadprovincies, de vier grote steden en de vier stadsregio’s in de Randstad) uit deze middelen betaald. Doelstelling van de deelname aan dit samenwerkingsverband is een zo goed mogelijke afstemming van beleid en belangenbehartiging in de Randstad. Bezwaar en beroep Verder is het streven van de stadsregio erop gericht door een goed en zorgvuldig beleid zo min mogelijk bezwaar- en beroepsprocedures te hoeven voeren. De bezwaarschriften die worden ingediend, worden op een zorgvuldige en professionele wijze afgehandeld. Dit gebeurt door de stadsregionale bezwaarcommissie, die wordt voorgezeten door een externe deskundige en secretarieel ondersteund vanuit de servicedienst Rotterdam. Tevens worden middelen beschikbaar gesteld voor een goede klachtenafhandeling door de Ombudsman. Communicatie Een belangrijke voorwaarde voor het effectueren van het beleidsprogramma 2006-2010 is het verwerven en behouden van draagvlak voor het beleid van de stadsregio. De communicatiefunctie levert hieraan een belangrijke bijdrage. Het communicatiebeleid is beschreven in het Communicatieprogramma 2006-2010. In dit programma is extra aandacht besteed aan het in stand houden en versterken van het stadsregionale draagvlak bij gemeenteraden. Het communicatiebeleid is erop gericht alle doelgroepen actief te informeren over activiteiten, besluiten en projecten van de stadsregio door de doelgroepen waar nodig actief bij de ontwikkeling van dat beleid te betrekken en door de resultaten van dit beleid zo visueel mogelijk te presenteren. Voor de gemeenten in de stadsregio geldt tevens dat activiteiten worden ontplooid om de transparantie van de regionale besluitvorming te vergroten en te bevorderen dat gemeenteraden zo vroeg mogelijk worden betrokken bij de ontwikkeling van regionaal beleid. Op die manier wordt via communicatie mee gebouwd aan het draagvlak voor de stadsregio en aan haar imago. De doelgroepen variëren van ambtenaren en leden van de raden in de deelnemende gemeenten tot relaties bij ministeries en leden van de Tweede Kamer; van pers tot burger; van ondernemer tot maatschappelijke organisaties. De communicatie komt tot stand via directe bestuurlijke en ambtelijke contacten als onderdeel van het proces van beleidsvoorbereiding en -uitvoering. Deze communicatie wordt bevorderd door ondersteunende activiteiten en middelen, variërend van communicatieplannen tot concrete communicatiemiddelen. Tegelijk worden het beleid en de activiteiten van de stadsregio uitgedragen via massamedia. De mix van communicatiemiddelen is voor een deel gericht op het zo goed en zakelijk mogelijk informeren van de doelgroepen. Voor een deel worden de middelen ook ingezet voor het publiek uitdragen van de resultaten die de stadsregio boekt. Voor specifieke projecten (bijvoorbeeld RR2020, Ieder kind wint en het Regionaal Actieprogramma Milieu) worden aparte communicatieplannen gemaakt. De kosten die daarmee gepaard gaan komen ten laste van het betreffende project.
5 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.2 Programma Verkeer en Vervoer De stadsregio ontwikkelt mobiliteitsbeleid waarmee enerzijds de regio bereikbaar wordt en blijft en anderzijds de leefbaarheid wordt verbeterd. Als basis voor het beleid heeft de regioraad het Regionaal Verkeers- en VervoersPlan (RVVP) vastgesteld. Aan dit plan wordt uitvoering gegeven door middel van beleids- en infrastructuurprojecten. Verder beschikt de stadsregio over de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) en het fonds Bereikbaarheidsoffensief voor (mede-) financiering van projecten en maatregelen. In aanvulling daarop beschikt de stadsregio over middelen die door partijen in de regio worden gegenereerd. De samenwerking in de Zuidvleugel en met het rijk in het kader van de Netwerkaanpak wordt intensief voortgezet. De Uitvoeringsagenda RVVP die in 2007 zal worden vastgesteld, vormt eveneens de weerslag van de uitvoeringsgerichtheid van het regionale verkeers- en vervoersbeleid. Het beleid krijgt vorm door uitvoering van een aantal activiteiten: Planontwikkeling Deze activiteit omvat een scala van deelactiviteiten, samen te vatten in de volgende clusters: • algemene beleidsontwikkeling en -uitwerking van deelterreinen; • bovenregionale beleidsafstemming (SkVV, Zuidvleugel); • financiële strategie en programmering, waaronder het Regionaal Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RIVV) en de uitvoeringsafspraken met de wegbeheerders; • organisatie van uitvoeringscoördinatie en samenwerking in- en rond de regio; • netwerkstudies en verkenningen van infrastructuurprojecten voor wegen, fietspaden en openbaar vervoer. Bij de uitvoering van deze activiteiten wordt een groot beroep gedaan op externe ondersteuning die op contractsbasis bij de Rotterdamse gemeentelijke diensten wordt ingehuurd. Uitvoeringsprojecten verkeer en vervoer Dit betreft de uitvoering van maatregelen en projecten vanaf de start planstudie en inclusief de (organisatie van de) bijbehorende financiering uit de BDU. Het gaat om alle categorieën projecten en maatregelen: openbaar vervoer, wegen, fietspaden, P&R, verkeersveiligheid en verkeerseducatie zoals opgenomen in het RIVV. Ten eerste betreffen het projecten en maatregelen waarvoor de stadsregio zelf opdrachtgever is (bijvoorbeeld OV- infrastructuur). Ten tweede gaat het om subsidieverstrekking aan gemeenten en overige wegbeheerders overeenkomstig de subsidieverordening Verkeer en Vervoer. Fonds Bereikbaarheidsoffensief regio Rotterdam (BOR) In 2000 hebben partijen in de Randstad met de minister van Verkeer en Waterstaat een set afspraken gemaakt over het gezamenlijk aanpakken van een groot aantal knelpunten in het mobiliteitssysteem. Onderdeel hiervan is de instelling van het fonds Bereikbaarheidsoffensief regio Rotterdam. De stadsregio is in samenspraak met de provincie Zuid-Holland en gemeente Rotterdam verantwoordelijk voor het beheer van deze middelen. De stadsregio regisseert de realisatie van het programma, dat projecten en maatregelen omvat.
6 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.3 Programma Openbaar Vervoer Het Openbaar Vervoer heeft de volgende functies binnen het verkeers- en vervoersbeleid: • • • •
een bereikbaarheidsfunctie (mobiliteitsfunctie); een ruimtelijke functie (RO-beleid); een sociale functie in relatie tot beschikbaarheid van mobiliteit en bereikbaarheid van regionale voorzieningen; een leefbaarheidsfunctie.
Het RVVP geeft op hoofdlijnen de kaders aan voor de realisatie van deze functies van het openbaar vervoer; in de Kadernota Openbaar Vervoer heeft de stadsregio deze kaders nader uitgewerkt. Om aan de genoemde functies te kunnen voldoen moet het openbaar vervoer beschikbaar, snel, concurrerend, veilig, milieuvriendelijk en toegankelijk zijn. Onder de werking van de wet Personenvervoer 2000 wordt aan concessiehouders binnen de grenzen van de verleende concessie handelingsvrijheid gegeven om zelf de wensen van de klanten, de reizigers, te zoeken en te bedienen. In het Programma van Eisen worden eisen voor de basiskwaliteit opgenomen. Daarnaast worden de aanbiedingen bij de concessieverlening beoordeeld op criteria, die voor (potentiële) reizigers van belang worden geacht. Bij het opstellen van de criteria zijn de consumentenorganisaties betrokken via hun vertegenwoordiging in het Platform Reizigersbelangen Openbaar Vervoer. De stadsregio vraagt de concessiehouders de nodige maatregelen op het terrein van comfort, toegankelijkheid, sociale veiligheid en reisinformatie te nemen, op basis van vastgestelde meerjarenplannen. Het doel is de reiziger aan te trekken en te behouden door een stijgende kwaliteit van het openbaar vervoer. Het streven is gericht op geleidelijke groei van het marktaandeel van het openbaar vervoer. Met ingang van 1 januari 2005 is de rijksbijdrage opgenomen in de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer en qua omvang voor de eerstkomende jaren bevroren. Hierdoor is de financiële zekerheid toegenomen, waardoor er meer toekomstgericht aan de verbetering van de kwaliteit en het rendement gewerkt kan worden. Dat zal zich vertalen in het gebruik van het openbaar vervoer en in de klanttevredenheid. Bij het bepalen van de hoogte van de exploitatiebijdrage per concessie gaat de stadsregio uit van een marktconforme prijsontwikkeling in de komende jaren. Per 2009 zal de gunning van de busconcessies via openbare aanbesteding plaatsvinden. In de bijdragestructuur worden incentives gebruikt gericht op het stimuleren van marktwerking. Deze zijn afhankelijk van de behaalde reizigersopbrengsten (maat voor het met succes bewerken van de markt) en van de klanttevredenheid (op basis van de klantenbarometer).
7 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.4 Programma Sociaal Beleid Het College van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland heeft zich ten doel gesteld om met de vier provinciale streekplangebieden een Regionale Agenda Samenleving (RAS) op te stellen.1 Het doel van de Regionale Agenda Samenleving 2006-2008 is om samenhang, samenwerking en gebiedsgerichte aanpak te bewerkstelligen op het terrein van de sociale infrastructuur. Voor de stadsregio Rotterdam betekent dit dat voor een aantal afgesproken activiteiten de uitvoerende regie over provinciale gelden wordt verkregen, en dat daarbij onder meer gebruik kan worden gemaakt van expertise en inzet van de provinciale steunfuncties. De activiteiten van de stadsregio Rotterdam zullen in 2008 bestaan uit het verstrekken van subsidies, het initiëren van projecten en het bevorderen van kennisdeling. Kennisdeling kan plaatsvinden door ambtelijke en bestuurlijke contacten te verstevigen, en door het uitwisselen van projectervaringen. Belangrijke aandachtspunten zijn: • De Regionale Agenda Samenleving 2006-2008 benoemt een aantal thema’s waarop de stadsregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland samenwerken. De daadwerkelijke activiteiten worden jaarlijks vastgelegd in werkprogramma’s, die in samenspraak met de gemeenten worden opgesteld. • Samenwerking met de overige beleidsterreinen van de stadsregio: van belang is dat alle relevante aanpalende beleidsterreinen rekening houden met de sociale gevolgen van hun voornemens en dat sociaal beleid aansluit bij de prioriteiten van de overige sectoren van de stadsregio.
1
De vier streekplangebieden zijn Haaglanden, Midden-Holland, Rijnmond en Zuid-Holland–Zuid.
Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
8
2.5 Programma Jeugdzorg Het jeugdzorgbeleid van de stadsregio heeft als doel bij (dreigende) problemen op het gebied van verzorging en opvoeding, samen met haar partners (bureau jeugdzorg, zorgaanbieders, gemeenten, onderwijs en justitieketen) ondersteuning te bieden aan de cliënt. Onder cliënt wordt hierbij verstaan: jeugdigen én diegenen die behoren tot het gezinsverband waarin de jeugdige zich bevindt. Aan het beleid van de stadsregio liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag: • jeugdigen en gezinnen staan centraal; • prioriteit aan de voorkant van de jeugdketen: aansluiten op de directe leefsituatie van jeugdigen en gezinnen; • niet meer van hetzelfde maar vernieuwing; • bestuurlijke samenwerking, gemeentegericht op een sluitende jeugdketen en naar niet vrijblijvende afspraken; • vermaatschappelijken van zorg; • naar meer marktprikkels en prestatieafspraken in de jeugdzorg; • doorbreken van verkokering en versterken van intersectorale zorg; • verbeteren efficiency, effectiviteit en samenhang. Het streven is de positie van de cliënt op verschillende manieren te versterken. Met de inwerkingtreding van de nieuwe wet in 2005 zijn hiervoor de belangrijkste instrumenten de introductie van het recht op jeugdzorg, het vraaggericht werken van het stelsel, de invoering van de medezeggenschap, de invoering van de klachtenregeling en het betrekken van de cliëntenorganisaties bij het formuleren van het beleid. De invoering van het recht op geïndiceerde jeugdzorg is een belangrijke stap geweest op weg naar eenduidige toegangsprocedures en harmonisatie van bestaande stelsels. Bureau jeugdzorg bepaalt in een indicatiebesluit of een cliënt recht heeft op jeugdzorg. Dit gebeurt objectief en onafhankelijk van het zorgaanbod; de behoefte (vraag) van de cliënt staat centraal. Het zorgaanbod moet een adequaat en herkenbaar antwoord geven op de vraag van jeugdigen en hun ouders. Dit geldt voor de afzonderlijke zorgaanbieders maar zeker ook voor gecombineerd aanbod in samenwerking. Om deze aansluiting bij de hulpvraag gestalte te kunnen geven heeft ook de cliënt – met de invoering van de Wet op de Jeugdzorg – meer middelen gekregen: de mogelijkheid tot medezeggenschap en het indienen van klachten. De cliënt heeft hiermee invloed op instellingsniveau. Om tijdige doorverwijzing naar jeugdzorg mogelijk te maken, moeten dreigende problemen tijdig gesignaleerd worden. Hiervoor zijn goede algemene voorzieningen noodzakelijk. Bureau jeugdzorg heeft een belangrijke taak in het op een goed peil brengen van deze voorzieningen. Tevens heeft bureau jeugdzorg de taak de aansluiting tussen lokaal jeugdbeleid en jeugdzorgbeleid aan te pakken. Met het oog op een goede aansluiting tussen lokale preventieve jeugdbeleid en het stadsregionale zorgbeleid zijn door de stadsregio met alle gemeenten convenanten afgesloten. Tenslotte wordt, met het oog op tijdige doorverwijzing, ook nadrukkelijk samenwerking gezocht met de beleidsterreinen onderwijs en jeugdgezondheidszorg (J-GGZ en J-LVG). In 2007 is door middel van het werkprogramma “Ieder kind wint” een nadere invulling gegeven aan het bovenstaande om de ontwikkelingen op deze terreinen te versnellen. Dit is gebeurd aan de hand van een viertal thema’s: • preventie en vroegsignalering; • portfolio effectief en integraal zorgaanbod; • wachttijden en doorlooptijden; • sturing van de keten. In 2008 zal verdere concretisering van het werkprogramma plaatsvinden waarbij het einddoel is: een optimaal werkende jeugdketen waarin jeugdigen en hun gezinnen niet nodeloos lang op de benodigde hulp en ondersteuning wachten en waarin de vraag van het kind werkelijk centraal staat.
9 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.6 Programma Regionaal Groen In 2005 hebben de regioraad en gedeputeerde staten het Regionaal Groenblauw Structuur Plan 2 (RGSP2) inclusief uitvoeringsprogramma vastgesteld, waarna de uitvoering is gestart. De intentie is een krachtige groene impuls voor de regio te bewerkstelligen, waardoor de achterstand in groenontwikkeling kan worden ingehaald. In 2005 is een goed beeld van de stand van zaken van de afzonderlijke projecten verkregen. Ook zijn daarin voor deelgebieden organisatorische afspraken gemaakt. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de ondertekening van de Uitvoeringsafspraken RGSP2 in 2006 door de provincie en de stadsregio. Daardoor kon de daadwerkelijke uitvoering effectief ter hand worden genomen. De stadsregio en de provincie vervullen elk een regierol: de stadsregio doet dat aan de noordrand van Rotterdam, de Maasmond, op Voorne Putten en Rozenburg. De provincie voert regie over de ontwikkeling van de drie regioparken Rottemeren, Midden Delfland en IJsselmonde. In deze gebieden moet uiterlijk in 2010 de uitvoering van groenprojecten met ‘de 1e prioriteit’ op gang zijn. Bovendien moeten de projecten die in 2004 uitvoeringsgereed waren, zijn afgerond. De stadsregio zal er voor moeten zorgen dat aan alle randvoorwaarden is voldaan, te weten financiering, planologische kaders, uitvoeringsorganisatie, aankoopstrategie, inrichtingseisen en beheerseisen. Om de voortgang van de groenontwikkeling inzichtelijk te maken is een goed monitoringssysteem nodig. Dit is in 2005 ontwikkeld en in 2006 voor het eerst gerapporteerd. Ook in 2008 zal een monitoringsrapportage worden opgesteld. De belangrijkste activiteiten voor 2008 zijn: • • • • • •
De groene verbinding in het kader van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR): dit jaar zal de Europese aanbesteding voor dit project plaatsvinden. Verwacht wordt dat de start van de daadwerkelijke uitvoering begin 2009 kan plaatsvinden; Om tot een eerlijker verdeling van de kosten van beheer van natuur- en recreatiegebieden te komen is het van belang dat alle gemeenten gaan participeren in het Koepelschap. De provincie en de stadsregio zullen zich inspannen dit te realiseren. Het vinden van de laatste benodigde financiële middelen om het financieringstekort voor 1e prioriteitprojecten op te lossen (stand 2007: € 34 miljoen); Voor de financiering van 2e en 3e prioriteit-projecten zullen concrete voorstellen worden voorgelegd voor bestuurlijke besluitvorming; Net zoals in 2007 zal een actiepuntenlijst worden gemaakt en uitgevoerd om eventuele bestaande knelpunten bij de uitvoering of uitvoeringsgereed maken van projecten op te lossen; Er zal een evaluatie van het RGSP2 plaatsvinden. Dit betreft zowel de inhoud (visie) als de uitvoering.
10 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.7 Programma Milieu Algemeen Algemene doelstelling op het beleidsterrein Milieu van de stadsregio Rotterdam is de verbetering van de leefomgeving in het gebied van de stadsregio. De eerstkomende jaren zal het zwaartepunt liggen op de aanpak van de slechte luchtkwaliteit, het vormgeven van een proactieve milieuaanpak in het kader van RR2020 en het ondersteunen van regiogemeenten met kennis en geld. In 2007 is door de stadsregio Rotterdam een Meerjarenprogramma Milieu 2007-2010 opgesteld. In dit programma is op basis van het DB-programma 2006-2010 “Partners voor resultaat” aangegeven wat voor de eerstvolgende jaren de prioriteiten zullen zijn. Ook in 2007 is het Jaarprogramma Milieu 2007 door het dagelijks bestuur vastgesteld. Dit jaarprogramma bevat concrete activiteiten op basis van het Meerjarenprogramma milieu 2007-2010. Sinds 1993 is de stadsregio Rotterdam convenantspartner van ROM-Rijnmond. De partners van ROM-Rijnmond, de diverse overheden en georganiseerd bedrijfsleven in dit gebied, streven naar de verwezenlijking van de zogenaamde dubbeldoelstelling:het versterken van de economie en het verbeteren van de leefbaarheid. Risicoparagraaf Voor het beleidsveld milieu van de stadsregio bestaat geen aparte, algemene geldstroom vanuit bijvoorbeeld hogere overheden. Wel is voor de aanpak van de luchtkwaliteit tot 2010 een budget door VROM beschikbaar gesteld dat in tranches zal worden uitgekeerd. Een eerste tranche van 2,5 miljoen is inmiddels overgemaakt. De gelden kunnen worden ingezet voor alle projecten uit het Regionaal Actie Programma, dus niet alleen de projecten die in opdracht van de stadsregio worden uitgevoerd. Een subsidieverordening luchtkwaliteit is in het leven geroepen om subsidieaanvragen te kunnen honoreren. De stadsregio zal over de uitgaven van de VROM-gelden jaarlijks verantwoording moeten afleggen. Aan de “uitgavenkant” beschikt de Stadsregio, naast bovengenoemde bedragen, over een jaarlijks te besteden bedrag van ca. € 342.000 voor milieuactiviteiten algemeen en circa € 138.000 voor ROM-Rijnmond. Grotendeels zullen met deze gelden de projecten uit het de jaarprogramma’s Milieu worden gefinancierd; daar waar het gaat om subsidies zullen eventuele risico’s worden bewaakt via de voorwaarden uit de beide subsidieverordeningen.
11 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.8 Programma Ruimtelijk Beleid Ruimtelijke ordening Voor de verbetering van de ruimtelijke structuur en voor de kwaliteitsverbetering van de elementen die bijdragen aan een aantrekkelijk leef- en vestigingsmilieu worden ruimtelijke plannen gemaakt en uitvoeringsprogramma's opgesteld. Basis voor het beleid is het Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam (RR2020) dat in november 2005 is vastgesteld als regionaal structuurplan en streekplan. Aan RR2020 is een uitvoeringsprogramma gekoppeld dat in december 2005 voor de eerste keer is vastgesteld. Bijzondere onderdelen van het Uitvoeringsprogramma RR2020 zijn de ruimtelijke projecten en programma’s. Per opgave werkt een uitvoeringsorganisatie aan voorbereiding en uitvoering van de plannen. In het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) adviseert de stadsregio richting provincie over gemeentelijke ruimtelijke plannen en voert hierover overleg met gemeenten. De stadsregio en provincie stemmen hun werkzaamheden zoveel mogelijk af om tot één gezamenlijke schriftelijke reactie richting gemeenten te komen. Buiten de regio wordt geparticipeerd in thematische of gebiedsgerichte ruimtelijke opgaven en neemt de stadsregio deel aan het Samenwerkingsverband Regio Randstad, het platform Zuidvleugel en de stuurgroep Rijn Schelde Delta. De anticipatie op de (nieuwe instrumenten van de) herziene Wet Ruimtelijke Ordening die in 2007 is gestart, zal in 2008 worden gecontinueerd. Economie De stadsregio werkt aan een versnelde ontwikkeling van reeds bestemde nieuwe bedrijventerreinen en aan de versnelling van herstructureringsprocessen. Dit is conform de vastgestelde economische visie van de stadsregio en het actieplan Bedrijventerreinen. De stadsregio heeft een externe procesbegeleider ingehuurd om gemeenten bij deze vaak complexe processen te adviseren. De stadsregio vervult de secretariaatsrol bij het REO overleg (Regionaal Economisch Overleg). In dit overleg vindt afstemming plaats tussen de gemeenten die economische projecten uitvoeren en de voornaamste subsidieverstrekkers, de provincie Zuid-Holland en het rijk. In het REO vindt afstemming plaats van gemeentelijk, regionaal, provinciaal en rijksbeleid waar dit de regionale economie betreft. Tevens adviseert het REO over veranderingen in de detailhandelsstructuur op basis van de ‘Regional retail and leisure’-visie. Met behulp van BIR (Bedrijven Info Rijnmond) wordt het locatieaanbod voor ondernemingen die die zich willen vestigen of verplaatsen onder de aandacht gebracht van het bedrijfsleven. In het kader van het uitvoeringsprogramma RR2020 wordt een aantal economisch belangrijke projecten uitgevoerd.
12 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.9
Programma Wonen en Stedelijke Vernieuwing
Centrale doelstelling van het beleidsveld wonen is het stimuleren van woningbouw in zodanige aantallen en prijsklassen dat een goed woonklimaat in de regio wordt bevorderd. Daarmee worden voorwaarden gecreëerd voor een gedifferentieerde bevolkingsopbouw en wordt een ruimtelijke tweedeling tussen arm en rijk tegengegaan. Dit is in voorgaande jaren uitgewerkt in een aantal documenten en beleidsnota's. Dit zijn onder andere: • de regionale woonvisie en aanvullende nota’s; • de regionale prestatieafspraken tussen de Maaskoepel en de stadsregio; • een nieuw stelsel van woonruimteverdeling; • het regionale beleidskader voor stedelijke vernieuwing; • een regionaal woningbouw- en financieel scenario voor de periode 2005-2010; • convenanten woningbouwafspraken tussen de regiogemeenten en de stadsregio; • De herijking van de verstedelijkingsafspraken 2007. Net als in 2007 zal ook in 2008 uitvoering van het regionale beleid centraal staan. Met de volgende instrumenten wordt gestreefd de gestelde doelen te bereiken: Afspraken per gemeente In het woningbouwprogramma 2005-2010 is in 2005 de zoektocht naar een ‘regio in balans’ geconcretiseerd via afspraken per gemeente over (het al dan niet versnellen van) sloop, nieuwbouw, verkoop van huurwoningen en stedelijke vernieuwing. Daarmee wordt beoogd de woonwensen van àlle inwoners in het gebied te accommoderen, nu en in de toekomst. Het moet voor inwoners mogelijk zijn een wooncarrière binnen de regio te maken. Dit vereist een grotere differentiatie in woonmilieus, het (opnieuw) binden van midden- en hogere inkomens aan het gebied en een betere spreiding van de sociale voorraad over de regio. ISV Voor de periode 2005-2010 wordt door het rijk geld ter beschikking gesteld in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV2) en in het kader van de Verstedelijkingsafspraken. Het rijk heeft de ISV2 middelen rechtstreeks beschikbaar gesteld aan de gemeenten Rotterdam en Schiedam. Voor de ‘niet-rechtstreekse’ gemeenten zijn de middelen aan de provincie ZuidHolland ter beschikking gesteld. Op 23 december 2004 is het convenant ondertekend voor de ISV2 samenwerking tussen de provincie, de gemeenten Schiedam en Rotterdam en de stadsregio. Hiermee is de uitvoering van de stedelijke vernieuwing voor de zestien nietrechtstreekse gemeenten in de regio gedelegeerd aan de stadsregio. Voor de uitvoering van ISV2 heeft de provincie € 25 miljoen beschikbaar gesteld (inclusief bodemsanering). De gemeente Schiedam trekt € 895.000 uit voor de uitvoering van ISV2, de gemeente Rotterdam heeft voor dit doel een bedrag van € 10 miljoen beschikbaar gesteld. Met het rijk is op 23 december 2004 het ‘Convenant woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Stadsregio Rotterdam’ ondertekend. In deze uitwerking van de verstedelijkingsafspraken is overeengekomen dat de stadsregio in de periode 2005-2010 ten minste 36.450 woningen zal bouwen. Het rijk stelt hiervoor maximaal € 73,3 miljoen beschikbaar. Voor de sanering van ernstige bodemverontreiniging ten behoeve van woningbouw is € 23,8 miljoen beschikbaar gesteld. Voor financiële ondersteuning aan gemeenten van de Verstedelijkingsopgave en de regionale opgave Stedelijke Vernieuwing zijn voor de periode 2005-2010 twee regionale geldstromen beschikbaar; het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (FVSV) en het Omslagfonds. Het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing wordt gevoed door diverse bronnen: de rijksbijdrage BLS voor de verstedelijkingsafspraken, het beschikbaar gekomen budget ISV2 van de provincie, de bijdragen ISV2 van de gemeenten Rotterdam en Schiedam en de restantbudgetten van ISV1 en Vinex-grondkostenfonds. Op grond van de Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing (VVSV) kunnen bijdragen worden verleend aan: • ISV2 programma- en projectgemeenten;
13
Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
• • •
de bouw van bereikbare sociale huurwoningen met een extra premie voor seniorenwoningen; de bouw van woningen op functieveranderingslocaties; bodemsanering.
Het Omslagfonds wordt gevoed door de bijdragen van iedere nieuw te bouwen woning of woningequivalent in overeenstemming met de voorwaarden uit de Omslagverordening. Het wordt gebruikt voor bijdragen aan infrastructuur die is gerelateerd aan de regionale woningbouwopgave en daarnaast aan grote regionale groenprojecten. In 2007 zijn de verstedelijkingsafspraken en de voortgang ISV2 herijkt. Een verstevigde inzet richting gemeenten en andere participanten, om de afgesproken woningbouwproductie daadwerkelijk te bereiken, zal hiervan het resultaat zijn. Regionaal budgethouderschap Door middel van het regionaal budgethouderschap stedelijke vernieuwing levert de stadsregio actief ondersteuning en geeft richting aan herstructureringsprocessen in de regio. Daarbij staat het bevorderen van de aantrekkelijkheid van steden en dorpen als woongebied voorop. Het is essentieel goed gebruik te maken van de ter plaatse aanwezige dynamiek van bewoners, ondernemers en beheerders en investeerders in vastgoed. Regionale woonruimteverdeling Met de inwerkingtreding van de regionale huisvestingsverordening 2006 is de stadsregio nadrukkelijk als één woningmarkt gepositioneerd. Dat stelsel maakt het voor inwoners gemakkelijker een passende woning binnen de regio te vinden. Als gevolg hiervan zal de doorstroming op de woningmarkt worden verbeterd en zal herhuisvesting van bewoners in het kader van herstructureringsprojecten worden geoptimaliseerd. Uitwerking Woonvisie De ‘regioagenda wonen’ in de Woonvisie bevat een aantal beleidsagendapunten die onderwerp van uitwisseling en discussie zijn. Tevens vormen zij een ijkpunt voor lokaal beleid en actie. De stadsregio gaat door met de uitwerking van de Woonvisie in de vorm van pilots, studies en studiebijeenkomsten. De hoofddoelstellingen zijn onverminderd het versterken van de economische vitaliteit, het verbeteren van het imago en de leefbaarheid en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Het landelijke beleid met betrekking tot de positionering van corporaties dwingt tot heroverweging van de arrangementen met corporaties. Voorbeelden van deze arrangementen zijn de regionale prestatieafspraken uit 2004 van de Maaskoepel en de stadsregio. Deze bevatten meerjarige afspraken over de medewerking van de Maaskoepel (en corporaties) aan de uitvoering van het RKHBS (Regionaal Koop- Huur-, Bouw- en Sloopscenario) en het woonruimteverdelingsstelsel. De stadsregio zal de uitvoering van de woningbouwafspraken en de voortgang van de stedelijke vernieuwing nauw volgen. Monitoren is ook nodig om de slaagkansen van woningzoekenden te volgen, meten en zonodig bij te sturen.
14 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
2.10 Programma Algemeen Financieel Beheer De doelstelling van het programma Algemeen financieel beheer is beheersing en verantwoording van het vermogen, de geldstromen en de financiële posities van de stadsregio. Dit gebeurt zodanig dat risico's worden beperkt en de inzet van middelen wordt geoptimaliseerd. Producten die voortkomen uit de planning- en controlcyclus moeten voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording (2004). Voor een goed algemeen financieel beheer is daarnaast financieel beleid en -advies nodig. Financieel advies bij het beleid op de diverse terreinen van de stadsregio wordt belangrijker, mede door de grote (financiële) verantwoordelijkheid die de stadsregio op een aantal terreinen al heeft en zal krijgen zoals bij de aanleg van infrastructuur. De financiële relatie van de stadsregio met andere partijen, zoals de rijksoverheid en de provincie Zuid-Holland, blijft een belangrijke rol spelen in het financiële beheer van de stadsregio. De komende jaren worden concrete instrumenten ontwikkeld en ingezet om op de korte en langere termijn de financiële opgaven goed te kunnen beheren. De activiteiten op het gebied van algemeen financieel beheer spelen zich met name op de volgende deelterreinen af: Planning en control Het doel bij de inrichting van de planning en control cyclus en de bijbehorende producten is optimaal in te spelen op de informatiebehoefte van interne en externe belanghebbenden en verantwoording afleggen aan de verschillende belanghebbenden. Het beheer van de administratieve organisatie Significante en terugkerende processen in de organisatie worden regelmatig kritisch op effectiviteit en efficiëntie geanalyseerd. De resultaten hiervan worden doorlopend aan de organisatie teruggekoppeld. Advisering over effectieve en doelmatige inzet van middelen Financiële expertise, bijvoorbeeld op gebied van financiële regelgeving, risicomanagement en rechtmatigheid, is nodig voor een efficiënte en effectieve besluitvorming. Door middel van streefindicatoren wordt gemeten of de gestelde beleidsdoelen behaald worden. Treasury beleid Middelen die niet direct opeisbaar hoeven te zijn, worden uitgezet op de financiële markt. Dit genereert een hoger rendement. Daarbij worden de richtlijnen om de risico’s van beleggen te beperken in acht genomen. Risicomanagement Het voorzien van risico’s binnen activiteiten en het treffen van beheersmaatregelen wordt ingebed in de organisatie. De stadsregio stelt risicoanalyses op waarmee risico’s kunnen worden becijferd en geanalyseerd. Hierdoor kan de organisatie tijdig noodzakelijke maatregelen treffen. Het risicodenken wordt daarmee onderdeel van de planning- en controlcyclus. Alternatieve financieringsvormen Ter aanvulling van de financiering van diverse projecten wordt onderzocht of er mogelijke alternatieve financieringsbronnen en –vormen zijn.
15 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
3
Programmabegroting 2008 lasten en baten
16 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
17 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
4
Meerjarenraming 2007-2011
18 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
5
Financiële paragrafen
5.1 Inleiding De stadsregio Rotterdam streeft naar transparantie in haar financieel beheer. In onderstaande paragrafen wordt getracht een goed beeld te geven van de financiële positie van de stadsregio. Ook wordt ingegaan op de beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten. De onderwerpen financiering, weerstandsvermogen en risico’s, bedrijfsvoering en bestuurlijke participaties komen aan de orde.
5.2 Financiering; Algemene dekkingsmiddelen De opzet van de financiële paragraaf volgt de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (2004). In aanvulling op het besluit is ervoor gekozen om de toelichting op de financiële positie ook in de programmabegroting op te nemen. Een dergelijke toelichting wordt voorgeschreven door artikel 20 tot en met 23 onder de titel ‘De uiteenzetting van de financiële positie’. Hierin staat dat tenminste aandacht moet worden besteed aan de verplichtingen voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten, investeringen, benodigde financiering en stand en verloop van de reserves en voorzieningen. Door het centraliseren van deze onderwerpen in dit deel van de begroting, is een overzichtelijke presentatie mogelijk. Dit is nodig om de financiële begroting correct te kunnen interpreteren. 5.2.1 Gebruikte financiering- en dekkingsystematiek De stadsregio ontvangt geen rechtstreekse uitkering van het rijk ter dekking van bestuurs- en apparaatslasten. Deze lasten worden, evenals de lasten die voortvloeien uit de taken waarvoor de stadsregio geen rechtstreekse middelen ontvangt, zoals economie en milieu, bekostigd met de “vrije” middelen van de stadsregio, die bestaat uit de bijdragen van de deelnemende gemeenten. Sinds enkele jaren zijn deze vrije middelen echter niet meer toereikend. Voor een deel is dit het gevolg van de door de regioraad in 2002 besloten gefaseerde groei van de ambtelijke organisatie. Naast de gemeentelijke bijdrage worden daarom de rentebaten ter dekking ingezet die gegenereerd worden door het treasurybeleid. Daarnaast worden apparaatskosten doorbelast op de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer, het fonds Bereikbaarheidsoffensief, het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing en de BWS-reserve. Deze doorbelasting wordt bepaald via de kostenverdeelstaat, waarin de direct toerekenbare apparaatslasten worden toebedeeld aan de bovenstaande geldstromen. Als er toch nog een tekort is op de apparaatslasten, wordt dit ten laste gebracht van de rentebaten Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). Dit is voor 2008 niet het geval, er is na doorbelasting een overschot van € 126.971 op de apparaatslasten.
19 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Op basis hiervan ontstaat het volgende beeld voor 2008: 2008 LASTEN - niet door rijksgeld gedekte directe lasten programma's - apparaatslasten
5.201.179 6.568.082 +
totaal
11.769.261
BATEN -
gemeentelijke bijdrage extra bijdrage gemeente Rotterdam rentebaten stadsregio bijdrage provincie Groenakkoord bijdrage provincie Regionale Agenda Samenleving bijdragen in uitvoeringskosten Jeugdzorg baten economie provinciale bijdrage Wonen totaal
5.757.8351.156.376400.00059.964860.000464.20023.384- +
resterend tekort DEKKING doorbelasting direct toerekenbare apparaatslasten en bestuurslasten 2008 - BDU Verkeer en Vervoer 785.671- Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam 284.499- Openbaar Vervoer 1.151.282- Fonds Verstedelijking en stedelijke vernieuwing 372.591- Besluit Woninggebonden Subsidies 580.431- + totaal resterend tekort/ overschot
-8.721.758 + 3.047.503
-3.174.474 + -126.971
5.2.2 BTW De begroting is een nettobegroting. Alle verstrekte subsidies, maar ook de directe lasten die tegenover de gemeentelijke bijdragen staan, zijn exclusief BTW begroot. Dit geldt ook grotendeels voor de begrote apparaatslasten. De raming hiervan is exclusief BTW, met uitzondering van de kostensoorten waarvan de stadsregio de eindgebruiker is (bijvoorbeeld zakelijke lunches). Deze kunnen niet worden gecompenseerd en zijn daarom inclusief BTW begroot. 5.2.3 Toelichting meerjarig perspectief In deel 4 is een overzicht opgenomen van de verwachte lasten en baten voor de periode tot en met 2011. Aan deze prognose liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag: -
er wordt rekening gehouden met een indexeringspercentage van 1,52%, als grondslag dient de begroting 2008; er wordt uitgegaan van gelijkblijvende bedragen, voortvloeiend uit de meerjarenafspraak met de gemeente Rotterdam (behoudens bovengenoemde indexering); er wordt van uitgegaan dat de systematiek van doorbelasting apparaatslasten op rijksuitkeringen, zoals toegepast in begroting 2008, gehandhaafd blijft; er worden voor de periode tot en met 2011 geen investeringen voorzien; er wordt voor de periode tot en met 2011 uitgegaan van een gelijkblijvende formatie.
5.2.4 Indexering In februari 2004 is heeft de regioraad besloten om vanaf de begroting 2005 te werken met het indexcijfer ‘prijsontwikkeling Bruto Binnenlands Product’. Op verzoek van de regiogemeenten zal voor de begroting van jaar ‘t’ het geschatte indexcijfer voor jaar ‘t’ worden gebruikt, zonder de noodzaak van nacalculatie. Dit cijfer wordt in september van het jaar t-2 door het CPB gepubliceerd en wordt opgenomen in de septembercirculaire gemeenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Voor alle kostencategorieën bij de stadsregio wordt één prijsstijgingpercentage gehanteerd. Dit betekent dat voor het indexeren binnen de apparaatskosten geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de salarissen en de kosten voor diensten van derden enerzijds en de overige personeelskosten, huisvestingslasten en de organisatiekosten anderzijds.
20
Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Het prijsstijgingpercentage op basis van het indexcijfer ‘prijsontwikkeling BBP’ bedraagt 1,52%. Deze indexering geldt niet voor de rijksbijdragen. 5.2.5 Gemeentelijke bijdrage De gemeentelijke bijdrage wordt conform de bovenstaande systematiek verhoogd met een indexeringspercentage van 1,52% en bedraagt in 2008 € 5.757.835. Dit is € 4,88 per inwoner. 5.2.6 Stand en verloop der reserves Algemene Reserve Op basis van eerdere besluitvorming van de regioraad is de algemene reserve gebonden aan een maximum van € 0,5 miljoen. Dit bedrag dient voor het eventueel afdekken van calamiteiten in de bedrijfsvoering en wordt na eventuele onttrekking weer op hetzelfde niveau teruggebracht. Bestemmingsreserves De ontwikkeling in de bestemmingsreserves is uitgebreid weergegeven in het overzicht reserves en voorzieningen. Dit overzicht is als bijlage 2 opgenomen in deze programmabegroting. Met het van kracht worden van het Besluit Begroting en Verantwoording, dat in de plaats is gekomen van de Comptabiliteitsvoorschriften 1995, is het volgende bepaald: niet bestede middelen, verkregen van derden onder stringente condities voor aanwending, moeten worden gedoteerd aan een voorziening. Bestemmingsreserves daarentegen worden gevormd en ingezet na besluitvorming door de regioraad. 5.2.7 Stand en verloop van de voorzieningen De ontwikkeling van de voorzieningen is uitgebreid weergegeven in het overzicht ‘Staat van reserves en voorzieningen’. Dit is als bijlage 2 opgenomen in deze programmabegroting. Hieronder wordt zowel de achtergrond van de vorming van de voorziening als de verwachte ontwikkeling van de omvang uiteengezet. 5.2.8 Treasury Het treasurybeleid is een continu proces op het gebied van de financiering van de activiteiten en het beheer van de liquide middelen. In het treasurystatuut is het treasurybeleid ten aanzien van risicobeheer, beleggingen langer dan één jaar, geldstromenbeheer korter dan één jaar en het liquiditeitenbeheer vastgelegd. Voorop staat dat een organisatie als de stadsregio slechts beperkte financiële risico's mag aangaan. 5.2.9 Kasgeldlimiet Het renterisico dat de stadsregio Rotterdam op de vlottende middelen loopt, kan worden getoetst aan de kasgeldlimiet. Volgens deze limiet is de totale omvang van de vlottende schuld op enig moment aan een maximum gebonden (8,2% van de lastenkant van de begroting). De maximaal toegestane kasgeldlimiet voor 2008 bedraagt op basis van het begrotingstotaal ruim € 37 miljoen. In het onderstaande overzicht wordt dit afgezet tegen de netto vlottende schuld. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de kasgeldlimiet naar verwachting niet wordt overschreden. Er is nog een ruimte van gemiddeld € 300 miljoen.
21 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Kasgeldlimiet 2008 (x € 1000,-) Omvang begroting per 1 januari 2008 (1) Toegestane kasgeldlimiet - in procenten van de grondslag - in bedrag
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 455.734 455.734 455.734 455.734
8,2% 37.370
8,2% 37.370
8,2% 37.370
8,2% 37.370
(2) Omvang vlottende korte schuld Maand 1 Maand 2 Maand 3
155.930 170.456 150.140 147.195
233.882 253.753 222.372 225.521
252.176 266.322 244.198 246.007
187.655 229.958 182.331 150.677
(3) Vlottende middelen Maand 1 Maand 2 Maand 3
373.816 356.758 347.879 416.811
652.711 677.769 643.103 637.260
483.466 500.842 462.820 486.737
425.849 469.510 410.088 397.949
Toets kasgeldlimiet (4) Netto vlottende schuld (2-3) Toegestane kasgeldlimiet (1) Ruimte (+)/Overschrijding (-) (1-4)
-217.886 37.370 255.256
-418.829 37.370 456.199
-231.291 37.370 268.661
-238.193 37.370 275.564
5.2 Weerstandsvermogen en risico's De stadsregio Rotterdam voert in toenemende mate projecten uit die door omvang, looptijd en complexiteit risico's met zich meebrengen in zowel kosten als opbrengsten. Het dagelijks bestuur is zich ervan bewust dat ook met een sluitende begroting en een goede projectbeheersing niet alle risico's kunnen worden uitgesloten. Om deze reden wordt het verstandig geacht om voldoende weerstandsvermogen beschikbaar te hebben. Zo kan de stadsregio eventuele tegenvallers, ook als ze zich gelijktijdig voordoen, opvangen. Bepalend voor de optimale omvang van het weerstandvermogen is de hoogte van de financiële risico's waaraan de stadsregio bloot staat en de kans dat dergelijke risico's zich daadwerkelijk voordoen. Ook de mate van flexibiliteit in de begroting speelt een rol: hoe snel kunnen tegenvallers worden opgevangen zonder dat dit gepaard gaat met ombuiging van beleid en daarmee gemoeide uitgaven. 5.3.1 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is het geheel van geldmiddelen waaruit risico's kunnen worden opgevangen, zonder dat de begroting en het beleid (direct) aangepast moeten worden. Voor de stadsregio is dit de algemene reserve en de BWS-reserve. Bij de stadsregio kan in principe alleen de algemene reserve (zie bijlage Staat van reserves en voorzieningen) aangewend worden voor het opvangen van algemene bedrijfsrisico's. Het dagelijks bestuur heeft op 15 september 2004 een beslislijn aangenomen voor de besteding van (nog) vrije gelden binnen de BWS reserve om financiële knelpunten op te lossen. Daarin is het aanspreken van deze BWS-reserve als sluitpost opgenomen. In het kort komt de beslislijn op de volgende stappen neer: 1. bij wegvallende (rijks)inkomsten onderhandelen met de betreffende partij; 2. nagaan of er binnen het beleidsveld eventueel ruimte is te creëren; 3. overwegen om de taak af te stoten of de regioraad voor te stellen de gemeentelijke bijdrage te verhogen; 4. een beroep doen op de vrij besteedbare middelen van de stadsregio waarbij eerst geput wordt uit (extra) rentebaten in het betreffende kalenderjaar; 5. vrije rentebaten op doeluitkeringen gebruiken en niet meer automatisch aan de bestemmingsreserve toevoegen. Daarbij bieden de rentebaten BWS de grootste ruimte; 6. aanwending van de middelen in de reserve BWS. 5.3.2 Risico's Risico's worden omschreven als alle redelijk voorzienbare onzekerheden en/of gebeurtenissen die niet kwantificeerbaar zijn, zodat er ook geen voorziening voor kan worden gevormd. De stadsregio Rotterdam kan door deze risico's schade oplopen, waardoor zij als organisatie in Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
22
een kwetsbare positie kan raken. Er onstaat pas een getrouw beeld van de financiële positie van de stadsregio Rotterdam, wanneer naast de baten en lasten over de programma’s ook de risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen in acht worden genomen. In het volgende deel wordt een risico-inventarisatie gegeven. Hierbij zijn alleen die risico's vermeld die van significante betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie van de organisatie (concernrisico's). Verkeer en Vervoer Jaarlijks wordt een beschikking voor de BDU ontvangen. Vanwege het begrotingsrecht van de Tweede Kamer bestaat de kans dat de uitkering lager wordt vastgesteld dan nu is voorzien. In 2008 wordt naar verwachting een nieuwe verdeelsleutel vastgesteld voor de BDU. Dit kan betekenen dat er een lagere uitkering voor de stadsregio wordt vastgesteld. Wanneer dat gebeurt, zullen de uitgaven worden bijgesteld, zodat er geen ongedekte verplichtingen worden aangegaan. Fonds Bereikbaarheidsoffensief Randstad Het Fonds Bereikbaarheidsoffensief heeft een looptijd tot 2010. In dat jaar moeten alle projecten worden verantwoord. Het risico bestaat dat door onverwachte prijsontwikkelingen het budget niet meer toereikend is. Dit wordt op twee manieren beheerst. Enerzijds kent de subsidieregeling een beperking in de toekenning van budget voor prijsontwikkeling. Anderzijds hebben partijen afgesproken dat het projectenprogramma periodiek beoordeeld en aangepast zal worden op actuele ontwikkelingen. Jeugdzorg Er wordt een vraaggestuurde productfinanciering ingevoerd voor de jeugdzorg, naar verwachting voor 2008. Dit kan een lagere doeluitkering tot gevolg hebben. Tevens is wettelijk geregeld dat cliënten een standaardrecht op jeugdzorg hebben. Dit kan betekenen dat er meer budget nodig is dan beschikbaar is gesteld door het rijk in enig jaar. Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing Het belangrijkste risico in het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing is het niet halen van de afgesproken woningbouwtaakstellling, waardoor de rijksbijdrage BLS lager zal worden vastgesteld. Het maximaal berekende risico bedraagt € 24 miljoen. In 2007 wordt een mid term review gedaan, om te bezien of de woningbouw op schema ligt. Op basis hiervan kan het risico opnieuw worden ingeschat. Vinex-omslagfonds Het Omslagfonds wordt gevoed door de omslagheffing die gemeenten betalen over het aantal opgeleverde woningen. Deze bestedingsruimte wordt verdeeld over de beleidsterreinen Verkeer en Vervoer en Groen. Het belangrijkste risico is het niet halen van de woningbouwtaakstelling, waardoor de inkomsten in het Omslagfonds achterblijven bij d raming. PMR – 750 ha groen De stadsregio heeft zich bestuurlijk vastgelegd om € 18 miljoen bij te dragen aan de realisatie van de 750 hectare natuur en recreatie in het kader van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR). In de bijdrage dient rekening gehouden te worden met een indexering vanaf 2002 (2% per jaar, over 15 jaar). Met middelen uit het Omslagfonds wordt € 8,2 miljoen betaald. Er blijft een bedrag van € 14,3 miljoen inclusief indexering over, waarvoor nog geen dekking is. PMR-deelproject Bestaand Rotterdams Gebied In het kader van het project PMR is een extra beroep gedaan op de stadsregio voor een bijdrage van maximaal € 8 miljoen voor het deelproject Bestaand Rotterdams Gebied. Hiervan wordt tenminste € 4 miljoen gedekt door BDU-middelen. Na 2010 wordt het resterende bedrag uit de BWS-reserve beschikbaar gesteld. Het gaat om maximaal € 3,15 miljoen. 5.3.3 Conclusie In principe geldt dat algemene bedrijfsrisico's en risico's waar geen bestemmingsreserve tegenover staat, gedekt moeten worden vanuit de algemene reserve en de vrije rentebaten. In het uiterste geval kan volgens de nieuwe financiële beslislijn aanspraak gemaakt worden op de vrije reserve van de BWS middelen. De meeste van de genoemde risico’s zijn lastig te kwantificeren. Ook is het moment dat deze risico’s mogelijk optreden vaak moeilijk in te schatten. Een gekwantificeerde uitspraak over het 23 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
totale risico is dan ook moeilijk te maken. Hierdoor is het ook niet mogelijk een goed vergelijk te maken met het weerstandsvermogen. Het is duidelijk dat met name risico’s voor het FVSV en de knelpunten bij de projecten PMR en BRG beslagleggen op de BWS-reserves. Het blijft echter noodzakelijk om bij de diverse projecten waaraan de stadsregio deelneemt en financieel risico loopt, gedegen ‘projectcontrol’- en risicobeheersingsmaatregelen te nemen.
5.4 Bedrijfsvoering 5.4.1 Financiën en control - Algemeen De bedrijfsvoering heeft als reikwijdte de organisatie zowel vanuit ambtelijke als bestuurlijke invalshoek. De burger verwacht van het openbaar bestuur dat de inkomsten en uitgaven rechtmatig en doeltreffend zijn en dat de stadsregio doelmatig, betrouwbaar en transparant is. Deze criteria zijn ook van toepassing op de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering omvat zowel de primaire processen, de beleidsprocessen en de bestuurlijke processen als de ondersteunende, meer intern gerichte processen. Ook is het van belang dat de informatiestromen naar het dagelijks bestuur en vervolgens de raad zodanig zijn ingericht dat het volgen en kunnen bijsturen van de uitvoering van programma- en activiteitenbegroting in hun volle breedte mogelijk zijn. - Control Om aan bovenstaande wensen te kunnen voldoen, dient een organisatie zodanig te zijn ingericht dat die organisatie ‘in control’ is. Control dient in dit verband te worden opgevat als het bevorderen dat de in de begroting vastgelegde voornemens ook gerealiseerd worden. Hierbij gaat het om het beheersen van het proces in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin. Om als organisatie in control te zijn zullen controltaken actief moeten worden uitgevoerd en optimaal verankerd zijn in de bedrijfsvoering. - Administratieve organisatie De processen van de stadsregio worden regelmatig geanalyseerd en eventuele veranderingen worden verwerkt in het Handboek AO. Alle relevante processen, die betrekking hebben op de hele organisatie, zijn verwerkt in een word-document. Er wordt onderzocht hoe de AO verder geprofessionaliseerd kan worden. Waar raakvlakken zijn met procesbeschrijvingen van specifieke projecten, wordt aansluiting gezocht. - Rechtmatigheid Rechtmatigheid wordt een belangrijk onderdeel bij de accountantscontrole op de jaarrekening van de stadsregio. Het houdt in dat de accountant toetst of alle uitgaven voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Om te voorkomen dat er rechtmatigheidsfouten worden geconstateerd bij de jaarrekening zal de stadsregio tussentijdse interne controles instellen, op basis van een nog te ontwikkelen toetsingskader. - Financieel beleidsadvies De sector bedrijfsvoering van de stadsregio streeft ernaar om in een zo vroeg mogelijk stadium betrokken te zijn bij beleidsvoornemens die financiële consequenties hebben. Dit maakt het mogelijk om specifieke financiële expertise, onder andere op gebied van financiële regelgeving, risicomanagement, rechtmatigheid, managementinformatie en AO/IC regels in te brengen. - Programmabegroting De begroting 2008 is nog gebaseerd op de programma’s zoals deze ook in voorgaande begrotingen zijn gepresenteerd. In 2008 zal de vertaling gemaakt worden naar het beleidsprogramma “Partners voor resultaat”. Hierin worden 4 programma’s gepresenteerd, namelijk 1) Vitaal bestuur, 2) Vitale regio, 3) Vitale gemeenten en 4) Vitale bevolking. Deze indeling zal leiden tot een andere indeling van de programmabegroting en wellicht tot aanpassingen in de activiteitenbegroting. 5.4.2 Personeel en organisatie De formatie van de stadsregio bestaat, conform afspraken in de regioraad, uit 63,15 fte. Het ziekteverzuimpercentage binnen de stadsregio ligt laag (in 2006 3,5%). Het percentage is in verband met de geringe omvang van de organisatie weliswaar gevoelig voor langdurig verzuim en seizoensinvloeden (griepgolven), maar ligt al enige jaren ruim onder dat van de sector gemeenten. Wel ligt de verzuimfrequentie van de stadsregio hoger dan dat van 24 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
bijvoorbeeld de gemeente Rotterdam. Bestrijding van kort verzuim is daarom in 2007 en 2008 speerpunt van het verzuimbeleid. 5.4.3 Huisvesting Nu de formatie van de stadsregio stabiel is, voldoet de huisvesting aan de Meent in Rotterdam goed. 5.4.4
Informatie en Communicatie Technologie (ICT) en Documentaire Informatie Voorziening (DIV)
De stadsregio heeft een dienstverleningsovereenkomst met de Servicedienst Rotterdam op het gebied van kantoorautomatisering. Binnen het beschikbare budget wordt hardware, software en beheer ingekocht. Tevens maakt de stadsregio gebruik van de facilitaire diensten van de gemeente Rotterdam. De stadsregio kent vele documentintensieve processen, zowel intern (voorbeeld agendaposten) als tussen diensten, met de gemeenten in de regio en andere betrokkenen. Het Hummingbird systeem ondersteunt sinds 2007 deze processen door onder andere registratie, opslag, status (versie) en routering (workflow) van documenten
5.5 Bestuurlijke participaties Het Besluit Begroting en Verantwoording stelt dat in de begroting tenminste de visie is verwoord op de verbonden partijen in relatie tot de opgenomen doelstellingen en beleidsvoornemens ten aanzien van deze verbonden partijen. Bij de benoeming als verbonden partij speelt een rol in hoeverre er een bestuurlijk en financieel belang wordt aangehouden in de organisatie. Hierbij wordt onder ‘bestuurlijk belang’ verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met een 'financieel belang' wordt bedoeld dat de stadsregio Rotterdam financiële middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij deze partij verhaald kunnen worden op de stadsregio Rotterdam. Zo bezien valt alleen de relatie die de stadsregio heeft met het samenwerkingsverband Regio Randstad onder de noemer bestuurlijke participatie. Dit samenwerkingsverband is per september 2002 van start gegaan. Het heeft als doel te komen tot een gezamenlijke visievorming, positionering en versterking van de ontwikkeling van West-Nederland en in het bijzonder van de Randstad. De deelnemende partijen zijn de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht, Flevoland, de gemeenten Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam, het Regionaal Orgaan Amsterdam, het stadsgewest Haaglanden, het Bestuur Regio Utrecht en de stadsregio Rotterdam. Er is afgesproken dat alle deelnemers jaarlijks een vaste bijdrage aan het samenwerkingsverband betalen. De vier grote gemeenten moeten samen 40% van de totale begroting bijdragen. Voor het jaar 2008 bedraagt de bijdrage van de stadsregio aan het samenwerkingsverband naar schatting € 65.000.
25 Programmabegroting 2008 stadsregio Rotterdam
Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam telefoon: 010 – 417 23 89 fax: 010 – 417 73 47 website:www.stadsregio.info
Inhoud 1 2 3
4
5 6
7 8
Wet FIDO en de gevolgen Algemene doelstellingen Begrippenkader 3.1 Algemene begrippen 3.2 Kasbeheer begrippen 3.3 Begrippen wet Fido Treasurybeleid 4.1 Algemeen 4.2 Concernfinanciering 4.3 Beleggingen 4.4 Kasbeheer Risicomanagement Organisatie treasury en informatievoorziening 6.1 De treasury organisatie 6.2 Delegatie, mandaat en volmacht 6.3 Planning en control 6.4 Informatievoorziening Administratieve organisatie en interne controle Bijlagen 8.1 Kredietwaardigheid 8.2 Verklarende woordenlijst 8.3 Overzicht personen/organisatieonderdelen met verantwoordelijkheden 8.4 Ontwerpbesluit
Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
3 3 4 4 4 4 5 5 5 5 6 7 8 8 8 9 9 11 12 12 13 15 16
2
1
Wet FIDO en de gevolgen
De wet Financiering decentrale overheden (kortweg wet Fido) is in werking getreden op 1 januari 2001. Het belangrijkste uitgangspunt van deze wet is het beheersen van financiële risico’s. De eerste randvoorwaarde uit de wet Fido is een risicomijdend beleid met betrekking tot het aangaan en verstrekken van geldleningen. De stadsregio Rotterdam houdt zich hier niet mee bezig. De tweede randvoorwaarde houdt in dat beleggingen en derivaten een prudent karakter moeten hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen1. Het nemen van open posities met derivaten (het aan- en verkopen van bijvoorbeeld opties) is niet toegestaan. Verder kondigt deze wet aan dat ieder openbaar lichaam, ook lichamen ingesteld met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen, verplicht is een tweetal nieuwe treasury instrumenten in te voeren. Dat is 1) een financieringsstatuut, of anders genoemd een treasurystatuut en 2) een treasuryparagraaf, zowel in de begroting als in het jaarverslag. Beide instrumenten hebben als oogmerk de kwaliteit van de uitvoering van de treasuryfunctie te verhogen, de transparantie van het besluitvormingsproces te verbeteren en het democratische verantwoordingsproces te versterken. In dit statuut dienen in ieder geval regels te worden opgenomen ten aanzien van a) de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie; b) risicomanagement voor wat het treasurybeleid betreft; c) de administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie, waaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het dagelijks bestuur, de secretaris, de controller en de treasurer en het ambtelijk apparaat; d) de informatievoorziening behorend bij en in relatie tot de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden; e) een begrippenkader.
2
Algemene doelstellingen
Het treasurystatuut geeft in overeenstemming met de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) het bestuurlijke kader van de stadsregio Rotterdam aan voor het uitvoeren van de treasuryfunctie. Het treasurystatuut bevat toetsbare en meetbare doelstellingen voor de treasuryfunctie. Het strategische doel van de treasuryfunctie kan in zijn algemeenheid worden geformuleerd als: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op het vermogen, de geldstromen en de financiële posities op een zodanige wijze dat risico’s worden beperkt en kosten en opbrengsten worden geoptimaliseerd.
1
Treasury geschiedt alleen ten behoeve van de publieke taak, niet zijnde bankierstaken. Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
3
3 3.1 •
•
• •
3.2 • •
3.3 •
•
•
• • •
• • •
2
Begrippenkader2 Algemene begrippen De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Het treasurybeleid bestaat uit uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie ter uitvoering van de treasuryfunctie. Het treasurybeheer is de beleidsuitvoering van de treasuryfunctie, binnen de kaders van het treasurystatuut. treasuryparagraaf van de begroting en de jaarrekening. In deze paragraaf komen eventuele beleidsplannen en informatie over resultaten op het gebied van de treasury aan de orde. Kasbeheer begrippen Het kasbeheer is een deelfunctie van het treasurybeheer en omvat het beheer van de geldstromen en daaruit voortvloeiende saldi en liquiditeitsposities. Cashpool is een getotaliseerd saldo van alle bankrekeningen, waarop de huisbankier één renteberekening toepast. Begrippen wet Fido Rentetypische looptijd: het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de leningenvoorwaarden van een geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare constante rentevergoeding (Wet Fido artikel 1, lid c). Vaste schuld: het gezamenlijke bedrag van: De schuld uit hoofde van geldleningen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer, en De voor een termijn van één jaar of langer ontvangen waarborgsommen. Netto-vlottende schuld: het gezamenlijke bedrag van: de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan één jaar; de schuld in rekening-courant; de voor een termijn van korter dan één jaar ter bewaring in de kas gestorte gelden van derden; verminderd met het gezamenlijke bedrag van: de contante gelden in kas; de tegoeden in rekening-courant Gemiddeld netto-vlottende schuld per kwartaal: het gemiddelde van de nettovlottende schuld op de eerste dag van iedere maand in het desbetreffende kwartaal. Interne Financiering: financiering van de vermogensbehoefte door het aanwenden van geldmiddelen die al in de organisatie aanwezig zijn. Kasgeldlimiet: een bedrag ter grootte van een percentage (8,2% voor gemeenschappelijke regelingen) van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar. Liquiditeitspositie: de mate, waarin op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen kan worden voldaan. Renterisiconorm: een bedrag ter grootte van 20% van de totale vaste schuld van stadsregio Rotterdam bij aanvang van het jaar. Toezichthouder: de provincie Zuid-Holland die op grond van wettelijke bepalingen is belast met het toezicht op de begroting en jaarrekening van de stadsregio Rotterdam.
zie bijlage 8.2 voor een verklarende woordenlijst voor de overige termen in algemene zin. Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
4
4
Treasurybeleid
4.1 Algemeen Het treasurybeleid bestaat uit de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie van de uitvoering van de treasuryfunctie. Het treasurybeleid wordt vastgelegd in het treasurystatuut. Als uitgangspunt kunnen we het volgende formuleren: verzekeren van een duurzame toegang tot de financiële markten; beheersen van financiële risico’s, zoals renterisico’s en liquiditeitsrisico’s. Als doelstelling hanteren we het volgende: optimaliseren van het rendement van de beschikbare liquiditeiten; minimaliseren van rentekosten op kredieten.
-
De limieten en richtlijnen hebben voor de stadsregio Rotterdam betrekking op de kasgeldlimiet (een percentage over het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar, zoals vastgesteld door het ministerie van BZK), de renterisiconorm (een percentage van het totaal van de vaste schuld bij aanvang van het jaar, zoals vastgesteld door het ministerie van BZK); de toegestane financiële instrumenten (deposito’s rekening-courant, spaarrekeningen, vastrentende obligatieleningen, Medium Term Notes met een looptijd van maximaal één jaar, renteswaps en overige derivaten3); toegestane tegenpartijen (minimaal AA-partijen en alleen bij financiële instellingen). -
Indien een financiële instelling met een AA-rating naar beneden wordt gekwalificeerd is een A-rating toegestaan uitsluitend voor de bij die instelling uitstaande portefeuille en uitsluitend gedurende de resterende looptijd van die portefeuille (vangnetregeling); -
maximale omvang van transactie per tegenpartij; benodigde informatie.
De treasury activiteiten behelzen samengevat drie aandachtsgebieden te weten: 1. concernfinanciering; 2. beleggingen; 3. kasgeldbeheer. 4.2 Concernfinanciering Naar het zich op dit moment laat aanzien is het niet noodzakelijk om vreemd vermogen aan te trekken voor een looptijd langer dan 1 jaar. Daarom is er nu geen noodzaak richtlijnen en limieten met betrekking tot deze transacties hier op te nemen. Indien het zich voordoet dat er voor financieringsbehoefte lang vreemd geld aangetrokken dient te worden, dan zal dit gepaard gaan met een wijziging van het treasurystatuut. Met de bank is een kredietlijn afgesproken van € 100 miljoen. Indien blijkt dat dit bedrag moet worden aangesproken, dan zal dit pas na goedkeuring van het dagelijks bestuur gebeuren. 4.3 Beleggingen Doelstelling: Het optimaliseren van het renteresultaat (minimaal het gehanteerde percentage in de begroting) op bestaande en begrote liquiditeitsoverschotten tegen aanvaardbare condities en risico’s. Als richtlijnen en limieten kunnen we het volgende stellen: Het saldo op de lopende rekening bij de bank is nooit minder dan € 50 miljoen; Er wordt alleen gewerkt met financiële partijen; Het rendement mag nooit lager zijn dan het begrote rentepercentage;
-
3
Zie bijlage 8.2 verklarende woordenlijst Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
5
-
-
De rentetypische looptijd is nooit langer dan 10 jaar. Als beleggingsinstrument wordt gekozen voor vastrentende obligaties of bancaire deposito’s van > 1 jaar en overige derivaten met vastrentende waarden zoals renteswaps. Een tegenpartij wordt gekozen op basis van kredietwaardigheid, waarbij de stadsregio Rotterdam minimaal debiteuren aanhoudt met een AA-status. Indien een
financiële instelling met een AA-rating naar beneden wordt gekwalificeerd is een A-rating toegestaan uitsluitend voor de bij die instelling uitstaande portefeuille en uitsluitend gedurende de resterende looptijd van die portefeuille (vangnetregeling). Informatie: Meerjarige liquiditeitsplanning. Rentevisie. Financieringsparagraaf in rekening en begroting. Drietal alternatieven.
-
4.4 Kasgeldbeheer Doelstelling is een beperkt liquiditeitsgebruik en het betalingsverkeer zodanig in te richten dat de externe bankkosten worden geminimaliseerd. Daarnaast te zorgen voor dagelijks opvraagbare liquiditeiten om te garanderen dat korte termijn verplichtingen nagekomen worden. Richtlijn en limiet: Er wordt voor het geldstromenverkeer alleen gebruik gemaakt van de rekeningen van de huisbankier4 van de stadsregio Rotterdam. De treasury wordt centraal geregeld. Hoewel de geldstromen in diverse organisatieonderdelen van de stadsregio plaatsvinden, is het noodzakelijk om centraal het liquiditeitenbeheer te coördineren. Alle rekeningen waarop betalingsverkeer plaatsvindt of waarop liquiditeiten worden aangehouden dienen in de cashpool te zijn opgenomen. Eventueel nieuw te openen rekeningen voor alle beleidsterreinen zullen altijd in de cashpool vallen. Saldo- en liquiditeitenbeheer Doelstelling is het zorgen voldoende middelen ter beschikking te hebben (dispositieruimte) om te garanderen dat de organisatie op korte termijn haar verplichtingen structureel kan nakomen. De treasuryfunctie beoogt bij het uitzetten van gelden tot één jaar aan de hand van geprognotiseerde liquiditeitsoverschotten een optimaal renteresultaat te behalen tegen aanvaardbare risico’s. Richtlijn en limiet: Toegestane geldmarktinstrumenten zijn deposito’s met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. Het debetsaldo op alle rekeningen binnen de cashpool mag nooit meer zijn dan de begrote bijdrage / inkomsten van één jaar. Het creditsaldo van alle rekeningen mag nooit meer zijn dan tweemaal de begrote uitgaven van een begrotingsjaar. Vanwege de cashpool constructie en de saldoregulatie door de bank is het niet noodzakelijk om creditrekeningen af te romen ten gunste van de debetrekeningen. -
Informatie: Liquiditeitsplanning voor één jaar. Rentevisie. Financieringsparagraaf in rekening en begroting.
-
4
De huidige huisbankier is de Rabo bank te Rotterdam Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
6
5
Risicomanagement
Doelstellingen: Beperken van het risico dat een tegenpartij niet aan zijn verplichting kan voldoen. Het minimaliseren van de rentekosten en optimaliseren van de rentebaten binnen een vooraf gestelde bandbreedte. Beperken van het risico dat door rentefluctuaties inkomsten worden gederfd. Het voorkomen van valutarisico’s. Het beperken van een intern liquiditeitsrisico Richtlijnen: Door het spreiden van het volume van langer dan 3 maanden weggezette gelden, wordt voorkomen dat door rentebewegingen inkomsten worden gemist. De renterisico’s op de vlottende schuld wordt beperkt door de netto vlottende schuld te beperken tot de kasgeldlimiet. Ter beheersing van het debiteurenrisico worden limieten ingesteld. De vastrentende waarden beleggingen zijn gebonden aan ratingcriteria met betrekking tot de kredietwaardigheid van de debiteuren. In afwijking van de Wet FIDO houdt de stadsregio minimaal debiteuren aan met een AA-status. Uitsluitend indien een financiële instelling met een AA-rating naar beneden wordt gekwalificeerd is een Arating toegestaan voor de bij die instelling uitstaande portefeuille en gedurende de resterende looptijd van die portefeuille (vangnetregeling). Om het risico van intern liquiditeitrisico te beperken worden tijdig alle verplichtingen geadministreerd. Daarnaast gebruikt de treasurer alleen deposito's en goed verhandelbare beleggingsinstrumenten. Ieder kwartaal dient de liquiditeitsprognose te worden geactualiseerd. Om het risico van boeterente bij een foutieve liquiditeitsplanning te vermijden is het noodzakelijk om mutaties > € 5 miljoen vooraf bij de sector bedrijfsvoering, team financiën te melden. -
Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
7
6
Organisatie van de treasuryfunctie en informatievoorziening
6.1 De treasury organisatie Om de uitgangspunten en optimalisatie van het resultaat te realiseren, zijn in overeenstemming met de financiële verordening en rekening houdend met de gewenste functiescheiding aan de diverse organisatieonderdelen verantwoordelijkheden toegekend. Een overzicht hiervan is opgenomen in bijlage 8.3. De uitvoering van de treasury activiteiten vindt plaats binnen de sector bedrijfsvoering en kent een duidelijke functiescheiding tussen de uitvoerende taak, de administrerende taak en de controlerende taak. De treasurer heeft naast het afsluiten van transacties binnen de gestelde kaders en limieten ook een adviserende taak met betrekking tot het treasury-beleid. Alle boekingen in de administratie worden uitgevoerd door één van de administrateurs niet zijnde de treasurer. De functionaris belast met interne controles voert controle uit op zowel de handelingen van de treasurer als de handelingen van de administrateurs. Advies met betrekking tot de treasury kan ingewonnen worden bij de huisbankier Rabobank Rotterdam of bij de vermogensbeheerder Schretlen & Co. Schretlen is een dochteronderneming van Rabobank Nederland. Vanwege de bijzondere bedrijfsstructuur bij de Rabobank is het mogelijk een second opinion in te winnen bij Schretlen zonder dat hier sprake is van belangenverstrengeling. 6.2 Delegatie, mandaat en volmacht5 Randvoorwaarden zijn: Er dient een transparante functiescheiding te liggen tussen beleidsbepaling en de beleidsuitvoering en tussen de administratie en de controle op de financiële transacties. Bij de stadsregio Rotterdam wordt het principe van ‘twee handtekeningen’ gehanteerd. Ongewenste vormen van belangenverstrengeling dienen te worden vermeden. Iedere afwijking van het treasurystatuut moet met expliciete toestemming van de Regioraad. De Regioraad is verantwoordelijk voor het vaststellen van een prudent treasurybeleid en het houden van toezicht op het treasurybeleid. Het treasurystatuut is integraal onderdeel van de beleidsbepaling van de treasuryfunctie. De Regioraad stelt dan ook het treasurystatuut vast. De beleidsuitvoering wordt gemandateerd aan het dagelijks bestuur die dit beperkt doormandateert aan de secretaris-directeur. Enkele directeuren van Rotterdamse diensten zijn door de secretaris-directeur gevolmachtigd om betalingen uit hoofde van de stadsregio Rotterdam te verrichten. De secretaris-directeur van de stadsregio Rotterdam blijft de volmachtgever van alle bankrekeningen van de stadsregio Rotterdam. In onderstaande tabel staan de bevoegdheden van de treasuryfunctie van stadsregio Rotterdam.
5
Zie bijlage 8.3 Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
8
Bevoegdheden treasury functie Uitvoering
Registratie
Controle
Autorisatie
Het uitzetten van geld met een looptijd van maximaal 1 jaar
Treasurer
1e medewerker financiën
Secretarisdirecteur
Het uitzetten van geld met een looptijd van minimaal 1 jaar en maximaal 10 jaar
Treasurer
1e medewerker financiën
Controller/interne controle medewerker en accountant Controller/interne controle medewerker en accountant
Dagelijks bestuur.
6.3 Planning en control De instrumenten in de planning en control worden ingezet met het oog op sturing, beheersing, verantwoording en toezichthouden op de treasuryfunctie. Dit zijn de begroting, de viermaands bestuursrapportage, de maandelijkse budgetoverzichten (ambtelijk) en de jaarrekening en -verslag. De financiële paragraaf bevat op hoofdlijnen het jaarproces over de liquiditeiten, de financiële vaste activa en eventuele langlopende leningen. De financiële paragraaf in de jaarrekening legt verantwoording af over het gevoerde beleid. Een financiële paragraaf wordt ook opgenomen in de viermaands rapportages aan het dagelijks bestuur. 6.4 Informatievoorziening De kernelementen bij de treasuryfunctie zijn, zoals eerder aangegeven sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden. In de eerste twee elementen (sturen en beheersen) gaat het voornamelijk om operationele informatie die past in de huidige planning en control instrumenten zoals budgetoverzichten, liquiditeitsprognoses. Maandelijks zal actuele informatie over de opgebouwde renterechten worden weergegeven in de budgetoverzichten. Bij de elementen verantwoorden en toezicht houden staat de verantwoordingsinformatie centraal. Dit zijn de bestuursrapportages, de kwartaalstaten naar de Provincie en de jaarrekening. Bij de activiteit 'Algemeen financieel beheer' zal in de bestuursrapportages en de jaarrekening onder een kopje 'treasurymanagement' relevante gebeurtenissen en resultaten verantwoord worden. Het aanleveren van juiste, tijdige en volledige en relevante verantwoordingsinformatie is de belangrijkste voorwaarde voor het kunnen beheersen van de financiële en interne risico’s. De administratieve organisatie en interne controle dienen de adequate informatie te waarborgen. Beleidsmatige informatie bestaat vooral uit de beleidskaders, zoals verwoordt in het treasurystatuut en uit de concrete beleidsplanningen die jaarlijks in de treasuryparagraaf in de begroting worden aangegeven. Voor zover mogelijk zal er jaarlijks een voortschrijdende rentevisie worden geschreven, die tevens de basis vormt voor de begroting. Er komt een jaarplanning over de inkomsten en uitgaven van de liquide middelen. Wekelijks krijgt stadsregio Rotterdam van de Rabobank de rentetarieven door.
Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
9
Operationele Informatie (zie onderstaande tabel) Nr. 1
Operationele informatie Liquiditeitsprognoses bij uitzettingen langer dan 1 jaar.
Frequentie Kwartaal
Bron Liq.planning van de diensten en centraal
2
Rentevisie lange termijn Bij uitzettingen langer dan 1 jaar. Liquiditeitsprognoses bij uitzettingen korter dan 1 jaar. Rentevisie korte termijn Bij uitzettingen korter dan 1 jaar.
Jaar
financieel dagblad; financiële tijdschriften, Banken Liq.planning van de diensten en centraal Rabobank; financieel dagblad; financiële tijdschriften
5
Betalingen en ontvangsten
Dagelijks
6
Budgetoverzichten met overzichten van saldi en rente
Maand
7
Bestuursrapportage
Eens per 4 maanden
3 4
Kwartaal Jaar
Elektronisch bankiersysteem en de financiële administratie Elektronisch banksysteem; de financiële administratie Treasurer/beleidsmwk.
Info verstrekker Financieel beleidsmwk./ treasurer Financieel beleidsmwk. Financieel beleidsmwk. Financieel beleidsmwk.
Info ontvanger Controller; Controller; MT; secretaris directeur Controller; Controller; MT; secretaris directeur
1e financieel mwk.
Fin. beleidsmwk.
Financieel beleidsmwk.
Controller, MT; beleidsmwks.
Financieel beleidsmwk.
DB; MT
Aan het eind van ieder kwartaal wordt er opgave gedaan aan de provincie Zuid-Holland (toezichthouder) over de berekende gemiddelde netto-vlottende schuld en de kasgeldlimiet. De provincie ontvangt jaarlijks samen met het jaarverslag een opgave van: Het begrotingstotaal bij aanvang van het afgelopen jaar. De kasgeldlimiet bij aanvang van het afgelopen jaar. De gemiddeld netto-vlottende schuld in elk van de kwartalen van het afgelopen jaar. De stand van de vaste schuld bij aanvang van het voorgaande jaar. Aan het Centraal Bureau voor Statistiek wordt vijf keer per jaar in het kader van 'Informatie voor derden' (Iv3) een opgave gedaan van diverse balanscijfers op de door het CBS bepaalde wijze.
Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
10
7
Administratieve organisatie en interne controle
Er zijn procedures opgesteld voor de volgende treasury activiteiten: Het afsluiten van geldmarkttransacties en kapitaalmarkttransacties. Het reguleren van saldi en het betalingsverkeer. Het opstellen en verstrekken van de treasury paragraaf en de periodieke management rapportages ten behoeve van de treasury. Het voeren van interne controles op de treasury activiteiten. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden intern en extern naar de diensten gecommuniceerd. Deze beschreven procedures worden voortdurend geactualiseerd.
Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
11
8
Bijlagen
8.1 Kredietwaardigheid De kredietwaardigheidsbeoordelingen die de ratingbureaus Standard & Poors (S&P) en Moody's6 afgeven geven een oordeel over de kredietwaardigheid van de emittent van een obligatie. De rating wordt gegeven in de vorm van een "rapportcijfer" over de kans dat de verplichtingen uit hoofde van die obligatie zonder problemen worden voldaan. De 'rapportcijfers' lopen van AAA of Aaa via AA respectievelijk Aa1 naar beneden, waarbij elk trapje een mindere gegoedheid van de debiteur weergeeft. Vanaf BBB-/Baa3 en hoger is de rating 'investment grade', dat wil zeggen dat institutionele beleggers alleen obligaties met deze ratings zullen aanhouden. Onderstaande tabel toont een ratingschaal lange termijn van Standard & Poors en Moody's. Kredietwaardigheid / Credit Rating Moody's Aaa Aa1 Aa2 Aa3 A1 A2 A3 Baa1 Baa2 Baa3
6
S&P AAA AA+ AA AAA+ A ABBB+ BBB BBB-
Commentaar Topkwaliteit Zeer goede kredietwaardigheid Zeer goede kredietwaardigheid Zeer goede kredietwaardigheid Goede kredietwaardigheid Goede kredietwaardigheid Goede kredietwaardigheid Voldoende kredietwaardigheid Voldoende kredietwaardigheid Voldoende kredietwaardigheid
Debiteuren Rabobank, BNG, NWB ABN-AMRO; Shell ING Bank; Westland-Utrecht Hyp.Bank Aegon Fortis Bank, Rodamco Europe Finance SNS Bank; Nuon; ASN Bank Philips; Achmea Hypotheekbank; Rothmans
Beide zijn internationaal hoogstaande ratingbureaus. Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
12
8.2
Verklarende woordenlijst
Administratie organisatie Het complex van organisatorische maatregelen dat gericht is op het tot stand brengen en instandhouden van de informatievoorziening in en over de organisatie. De informatievoorziening dient effectief, efficiënt en betrouwbaar te zijn. Certificate of deposit Verhandelbare schuldbekentenis aan toonder met een looptijd korter dan twee jaar, uitgegeven door een niet-kredietinstelling. Commercial Paper Verhandelbare schuldbekentenis met een looptijd korter dan twee jaar, uitgegeven door een niet-kredietinstelling. Deposito Niet verhandelbare belegging bij een bank, waarbij een bedrag voor een vaste periode tegen een vast rentepercentage wordt weggezet. Derivaten7 Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. Deze onderliggende waarden kunnen reële producten zijn zoals grondstoffen, of financiële producten, zoals effecten. Derivaten kennen een breed toepassingsgebied en worden onder andere gebruikt om valuta- en renterisico's te sturen en financieringskosten te minimaliseren. Voorbeelden zijn o.a. renteswaps, Forward Rate Agreements (FRA) en opties. Financiering Het aantrekken van middelen voor de dekking van vermogensbehoefte Geldstromenbeheer Dit omvat al die activiteiten die nodig zijn voor het overmaken van geld zowel binnen de organisatie (bijv. van SR-Algemeen naar SR - Openbaar Vervoer of SR - BDU) als tussen stadsregio Rotterdam en derden. Interne financiering Financiering van vermogensbehoefte door het aanwenden van geldmiddelen die al in de organisatie aanwezig zijn. Intern liquiditeitsrisico Als gevolg van onverwachte wijzigingen in de liquiditeitsplanning (zgn. opportunity costs) hadden gelden achteraf voor een langere periode tegen een hogere rente uitgezet kunnen worden of had minder geld uitgezet moeten worden of voor een kortere periode. Liquiditeitenbeheer Dit is het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar. Liquiditeitspositie De mate, waarin op korte termijn aan de opeisbare verplichting kan worden voldaan. Medium Term Note Verhandelbare schuldbekentenis aan toonder, met een minimum looptijd van twee jaar en een minimum omvang van nominaal € 1 miljoen euro. Maakt onderdeel uit van een Medium Term Note programma en wordt veelal uitgegeven door een bank.
7
Gebruik wordt beperkt door de Wet FIDO en het treasurystatuut. Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
13
Obligatie Verhandelbare schuldbekentenis als onderdeel van een obligatielening, uitgegeven door de overheid of door een bedrijf. Onderhandse geldlening Lening met een vaste looptijd en een vast rentepercentage, waarbij geen onderpand wordt gegeven. Renterisiconorm Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de vaste schuld van het openbare lichaam bij aanvang van het jaar. Renteswap Een financieel instrument om in een bepaalde periode de variabele rente te wisselen voor een vaste rentevoet. Rentevisie Toekomstverwachting over de rente ontwikkeling, uitgaande van een aantal rente bepalende factoren, op basis waarvan een beleggingsbeleid wordt gevoerd. Saldobeheer Omvat het beheer van de dagelijkse saldi.
Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
14
8.3
Overzicht personen/organisatieonderdelen met verantwoordelijkheden
Personen / organisatie-onderdelen
Verantwoordelijkheden
Regioraad
-
Dagelijks Bestuur
-
Portefeuillehouder financiën
-
Commissie Grondbeleid en Middelen
-
Secretaris-Directeur
-
Sectorhoofd controller
afdeling
bedrijfsvoering
/
-
Treasurer / financieel beleidsmedewerker
-
1e medewerker administratie
-
Medewerker Interne controle
-
Externe Accountant
Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
-
vaststellen en eventueel bijstellen treasury-beleid; vaststellen van financieringsparagraaf opgenomen in de begroting; houden van toezicht op het treasurybeleid; eventuele beslissingen ten aanzien van aankoop en verkoop van beleggingen; vaststellen van begroting- en verantwoordings-producten en de daarin opgenomen financieringsparagrafen; uitvoeren van het treasurybeleid; Beslissen over bijzondere transacties; Bekrachtigen van in mandaat gegeven transacties en het rapporteren aan de regioraad over de uitvoering van het treasury-beleid. Gemachtigd door het dagelijks bestuur, uitvoeren van het treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid) Advisering aan regioraad over treasury-beleid (gevraagd en ongevraagd) met betrekking tot actualisatie van het treasurystatuut en begrotings- en verantwoordingsproducten, waarvan treasury onderdeel uitmaakt. Uitvoeren van de aan hem gemandateerde treasury-activiteiten conform het treasurybeleid en –jaarplan; Zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door haar gedelegeerde treasury activiteiten; Rapporteren aan dagelijks bestuur over de uitvoering van het treasurybeheer; Afleggen van verantwoording aan het dagelijks bestuur (al dan niet via de portefeuillehouder financiën) Uitvoeren van de aan hem gemandateerde treasury-activiteiten conform het treasurybeleid en –jaarplan; Rapporteren aan de secretaris-directeur over de uitvoering van het treasurybeheer; Afleggen van verantwoording aan de secretaris-directeur Uitvoeren van de dagelijkse kasbeheeractiviteiten binnen het vastgestelde treasurybeleid; Beheren van de dagelijkse saldi- en liquiditeitsposities Beheren van de geldstromen Onderhouden van contacten met banken en overige financiële instellingen; Voorbereiden, dan wel in overeenstemming met de mandaatregeling aangaan van financiële contracten; Schriftelijk vastleggen van de treasury transacties waarbij de aansluiting met de financiële administratie is gegarandeerd; Uitvoeren van de activiteiten op het gebied van (rente)risicobeheer, financiering en belegging; Voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasury gebied. Adviseren van de (decentrale) budgethouders over de organisatie van het betalingsverkeer; Leveren van informatie over toekomstige uitgaven en ontvangsten, betalingstermijnen. Rapporteren aan het sectorhoofd bedrijfsvoering van het treasury-beleid en het gevoerde treasury beheer. Binnen de sector bedrijfsvoering is de 1e medewerker belast met de registratie van contante en girale betalingsverkeer; Vastleggen in de administratie van de treasury-activiteiten. Voert ad hoc jaarlijks controles uit op het handelingen van de treasurer zoals beschreven in dit treasurystatuut; Voert ad hoc controles uit op het handelen van de 1e medewerker financiën. Adviseert en controleert of het treasurystatuut feitelijk wordt nageleefd binnen de audit opdracht in het kader van de jaarrekening of in daartoe specifieke opdrachten.
15
ONTWERPBESLUIT
De Regioraad van de stadsregio Rotterdam; gelet op artikel 48 lid 1 van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 23 mei 2007;
Besluit: 1.
Het treasurystatuut stadsregio Rotterdam vastgesteld op 25 september 2002 te laten vervallen, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007;
2.
het treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007 vast te terugwerkende kracht per 1 januari 2007 in werking te stellen.
stellen
en
met
Aldus besloten in de openbare vergadering van 11 juli 2007 van de Regioraad. de secretaris,
de voorzitter,
mr M. C. Jansen.
mr. I. W. Opstelten.
Treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007
16
regioraad vergadering 11 juli 2007 Agendapunt 10
Onderwerp: Actualisatie treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007. Bijlagen: 1. ontwerpbesluit; 2. treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007. Toelichting: Algemeen Het treasurystatuut (verder genoemd 'statuut' ) wordt voorgeschreven in de wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) en heeft tot doel in overeenstemming met de wettelijke kaders aan te geven op welke wijze het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam de financiële vermogenswaarden, financiële geldstromen, financiële posities en de hieraan verbonden risico’s dient te besturen en te beheersen. Treasurybeleid bestaat uit uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie van de uitvoering van de treasuryfunctie. Het treasurybeleid wordt vastgelegd in het treasurystatuut. De wet FIDO schrijft onder andere voor,dat: • speculeren niet is toegestaan (risico verlies van inleg); • handel in vorderingen niet is toegestaan; • opnames om vervolgens te beleggen met als doel inkomsten te genereren (nearbanking) niet is toegestaan; • de renterisico richtlijn dient te worden toegepast. Statuut 2007 Het huidige statuut is op 25 september 2002 door uw raad vastgesteld. Uit dit statuut blijkt dat de stadsregio een uiterst voorzichtig beleid voert op het gebied van treasury. De ruimte die de Wet FIDO lokale overheden biedt is in het statuut 2002 beperkt. Enerzijds, worden uitzettingen alleen bij instellingen gedaan met een AA- en/of AAArating (instellingen met een zeer goede, resp. uitstekende kredietwaardigheid). Anderzijds, heeft de stadsregio bij de keuze voor financiële instrumenten altijd uitsluitend voor die financiële instrumenten gekozen die een vastrentende waarde en een gegarandeerde hoofdsom hebben. Bij dergelijke producten is verlies op het ingelegde bedrag uitgesloten. Het statuut dient op grond van de financiële verordening van de stadsregio iedere vier jaar te worden geactualiseerd. De belangrijkste reden om het statuut aan te passen is gelegen in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) uit 2004. Het BBV stelt hogere eisen aan de vastleggingen van verantwoordelijkheden en bevoegdheden (functiescheiding). Deze eisen zijn in het nieuwe statuut verwerkt. Een tweede reden heeft te maken het voorkomen van kosten wanneer een financiële instelling met een AA-rating naar beneden wordt gekwalificeerd. Op grond van het oude statuut zou de stadsregio dan gedwongen zijn direct te verkopen. Dit kan hoge kosten met zich meebrengen. Het nieuwe statuut is zodanig aangepast dat alleen als een financiële instelling met een AA-rating naar beneden wordt gekwalificeerd, een A-rating is toegestaan uitsluitend voor de bij die instelling uitstaande portefeuille en uitsluitend gedurende de resterende looptijd van die portefeuille (vangnetregeling). Kort samengevat kent het statuut 2007 de volgende aanpassingen ten opzichte van het statuut 2002: Actualisatie treasurystatuut stadsregio Rotterdam / BV / EC / 8 mei 2007
Pagina 1
• • •
• •
Met de nieuwe richtlijnen van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) in 2004 en de optimalisatie van het AO handboek wordt in het treasurystatuut de verantwoordelijkheden en de functiescheiding duidelijker geregeld; Treasury-activiteiten vinden plaats in drie concrete aandachtsgebieden (concernfinanciering, beleggingen en kasgeldbeheer). Per aandachtsgebied worden concrete doelstellingen, limieten en richtlijnen beschreven; De toegestane tegenpartijen hebben (conform de wet FIDO) ten minste een AArating voor kredietwaardigheid. Indien een financiële instelling met een AA-rating naar beneden wordt gekwalificeerd is een A-rating toegestaan uitsluitend voor de bij die instelling uitstaande portefeuille en uitsluitend gedurende de resterende looptijd van die portefeuille (vangnetregeling); De toegestane financiële instrumenten zijn uitgebreid met de term 'overige derivaten1; Ter vermijding van renterisico's binnen het kasbeheer dienen mutaties boven € 5 miljoen (in plaats van € 50 miljoen) bij de sector bedrijfsvoering te worden gemeld.
Werkwijze Tot op heden wordt een keer per jaar een liquiditeitsprognose opgesteld. De frequentie van die prognoses zal worden opgevoerd naar een keer per kwartaal. Door het per kwartaal opmaken van liquiditeitsprognoses kunnen extra rendementen worden behaald. Wanneer bijvoorbeeld ieder kwartaal inzicht wordt gegeven in de kaspositie, kan door middel van deposito's een extra rendement worden gegenereerd tussen 0,15% (1 maand of 3 maand) en 0,50% (1 maand en 1 jaar). In bedragen over € 100 miljoen tussen de € 150.000,- en € 500.000,- per jaar extra rendement. Financiële consequenties: n.v.t. Gevraagde beslissing: 1. Het treasurystatuut stadsregio Rotterdam vastgesteld op 25 september 2002 te laten vervallen, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007; 2. het treasurystatuut stadsregio Rotterdam 2007 vast te stellen en met terugwerkende kracht per 1 januari 2007 in werking te stellen. Adviezen: 1. advies commissie wordt ter vergadering gegeven.
1
Derivaten zijn financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. Deze onderliggende waarden kunnen reële producten zijn zoals grondstoffen, of financiële producten, zoals effecten. Derivaten kennen een breed toepassingsgebied en worden onder andere gebruikt om valuta- en renterisico's te sturen en financieringskosten te minimaliseren (b.v. renteswaps). Het gebruik is door de Wet FIDO en het statuut aan strenge voorwaarden verbonden. Actualisatie treasurystatuut stadsregio Rotterdam / BV / EC / 8 mei 2007
Pagina 2
PLAN VAN AANPAK 24 april 2007
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding 1.1 Problematiek 1.2 Doelstellingen 1.3 Status plan 1.4 Leeswijzer
3 3 3 4 4
2. Doelstellingen en initiatieven 2.1 Aanleiding programma 2.2 Inzet en rol van betrokken ketenpartners 2.3 Beleidsdoelstellingen 2.4 Preventie en signalering 2.5 Effectief zorgportfolio 2.6 Ketenstroomlijning 2.7 Versterkingvan de sturing 2.8 Samenvatting
5 5 5 5 6 10 12 13 15
3. Organisatiestructuur 3.1 Regiegroep 3.2 Werkorganisatie 3.3 Overlegstructuur
18 18 19 20
4. Communicatie en cultuur 4.1 Inleiding 4.2 Communicatiedoelen 4.3 Communicatiestrategie 4.4 Cultuuromslag 4.5 Communicatiedoelgroepen en instrumenten 4.6 Samenvatting
22 22 22 22 23 24 25
5. Financiën 5.1 Inleiding 5.2 Kostenstructuur 5.3 Dekkingsmiddelen 5.4 Kostenaanwending en prioriteitsstelling 5.5 Administratieve organisatie Bijlage 1. Specificatie van initiatieven 2. Begroting Ieder Kind Wint 2007-2009
26 26 26 27 27 27 29 43
Samenstelling: Cecilia den Otter Ria Frank Ton de Klerk Eindversie Datum: 24 april 2007
2
1. Inleiding 1.1 Problematiek In de stadsregio Rotterdam wonen 300.000 jongeren in de leeftijd van 0-23 jaar. Het merendeel daarvan kent een opvoedingssituatie die eraan bijdraagt dat zij gezond en veilig opgroeien, hun talenten kunnen ontwikkelen, plezier ervaren in hun maatschappelijke participatie en in staat zijn om zelfstandig te voorzien in het eigen levensonderhoud. Dat is spijtig genoeg niet ieder kind gegeven. Zo’n 20% van de jongeren ervaart (enkelvoudige) problemen in de sfeer van ontwikkeling, opvoeding of onderwijscarrière. Deze vertalen zich bijvoorbeeld in het optreden van onderwijsachterstanden en schooluitval. Voor de helft van deze groep, een cluster van 30.000 kinderen, is sprake van opeenhoping van problemen op twee of meer leefgebieden. Deze kan zich uiten in de vorm van gedragsproblematiek. Het aantal zorgleerlingen, ‘thuiszitters’ en moeilijk plaatsbare jeugdigen vertoont een stijgende lijn. Voor 10.000 kinderen is sprake van zulke ernstige risico’s of problemen dat een beroep op voorzieningen in de jeugdzorg nodig is. De problematiek van deze kinderen neemt toe, zowel getalsmatig als qua zwaarte. De jeugdketen is op dit moment niet goed in staat deze problematiek adequaat te adresseren. Risico’s worden niet voldoende tijdig gesignaleerd en weggenomen, waardoor problemen ontstaan die in toenemende mate zorgwekkende vormen aannemen. Kinderen zijn de dupe van het gebrekkige functioneren van het systeem. De situatie in de stadsregio vraagt om een doorbraak. De stadsregio, de gemeenten, de jeugdgezondheidszorg, het onderwijs, de welzijnssector, Bureau Jeugdzorg, de jeugdzorg-aanbieders, de Jeugd-GGZ en Jeugd-LVG, de Raad voor de Kinderbescherming, de politie, het openbaar ministerie en de (kinder-) rechter willen deze situatie een halt toeroepen. Zij slaan de handen ineen om gezamenlijk een krachtige verbetering van het presteren van de jeugdketen te realiseren. Deze moet ertoe leiden dat de preventie wordt versterkt, risico’s en problemen bij kinderen eerder en beter worden gesignaleerd en steeds tijdig de juiste interventies en zorg worden geboden. 1.2 Doelstellingen In een tweetal conferenties met het gehele veld, die hebben plaats gevonden
in november 2006 en februari 2007, is de problematiek verkend en zijn oplossingsrichtingen uitgediept. In laatstbedoelde conferentie is de voorgenomen aanpak toegelicht en goedgekeurd. De aanpak kan worden samengevat in tien doelstellingen. Deze luiden als volgt: 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
De preventie wordt versterkt: 100% van de kinderen wordt tijdig gezien door de jeugdgezondheidszorg waarbij risicojongeren extra aandacht krijgen. Er komt één regionaal signaleringssysteem, een elektronisch kinddossier en een systeem van risicomanagement waardoor meer focus en kwaliteit in de inspanningen kan worden aangebracht. Professionals die met kinderen werken (leerkrachten en docenten, werkers in de CRM-sfeer, etc.) worden toegerust om risico’s en problemen eerder en beter te signaleren, waardoor sneller en gerichter kan worden geïntervenieerd en doorverwezen. Iedere school (basis- en speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en Regionale Opleidingscentra) in de stadsregio kent een zorgadviesteam, dat een directe relatie heeft naar de nieuw te vormen Centra voor Jeugd & Gezin (CJG). Alle (deel-) gemeenten hebben een CJG of hebben daarop een directe aansluiting. Deze fungeren als laagdrempelige voorziening voor vragen rondom opgroeien en opvoeden, zijn coördinatiepunt voor professionals uit het ‘voorveld’ en vormen de verbinding naar de jeugdzorg. De aansluiting tussen de vraag naar zorg en het bijbehorende aanbod wordt versterkt; problemen die samenhangen met onderscheid in financiering en sturing van vormen van zorg worden opgelost. Gegevens worden eenduidig geregistreerd en processen van instellingen worden afgestemd, mede uit oogpunt van kwaliteit, cliëntvriendelijkheid en efficiency. De kwaliteit en doeltreffendheid van het aanbod worden verbeterd door visitaties en benutting van best practices. Alleen bewezen, succesvol en kansrijk aanbod wordt ingezet.
3
9.
Vernieuwing die bijdraagt aan de doelstellingen wordt, evenals ontmoeting en uitwisseling tussen partners in de jeugdketen, bevorderd. 10. De realisatie van Ieder Kind Wint en de sturing van het bijbehorende programma is een gezamenlijke verantwoordelijkheid die in handen is gegeven van een regiegroep.
1.3 Status plan Deze doelstellingen vormen het vertrekpunt voor dit plan van aanpak. Het plan beschrijft op welke wijze en met gebruikmaking van welke middelen deze doelstellingen in de periode 2007-2009 zullen worden verwezenlijkt en hoe daaraan sturing wordt gegeven. Dit plan is tweemaal besproken in de regiegroep en wel op 29 maart en 17 april jl. en vastgesteld in de vergadering van 25 april jl. 1.4. Leeswijzer Dit plan is als volgt gestructureerd: In paragraaf 2 worden allereerst de doelstellingen van het plan verder geconcretiseerd, in termen van resultaat en daarvoor in te zetten initiatieven. In de daarop volgende paragraaf wordt de organisatiestructuur beschreven waarlangs het programma uitgevoerd kan worden. Paragraaf 4 gaat aansluitend in op de –voor een verandertraject zoals dit actieplan beoogt, cruciale- dimensies van communicatie en cultuur. Paragraaf 5 behandelt de financiële kaderstelling. In bijlage 1 zijn de diverse initiatieven verder uitgewerkt in termen van doelstellingen, acties, tijd en benodigde budgetten. In bijlage (2) is de meerjarenbegroting opgenomen.
4
2. Doelstellingen en initiatieven 2.1 Aanleiding programma In de eerste paragraaf is de aanleiding tot het starten van het programma Ieder Kind Wint uiteengezet. Samenvattend is binnen de jeugdketen sprake van een situatie waarin het aanbod niet optimaal op de vraag van de klant (jongeren en/of diens ouders/verzorgers) aansluit. Ook wordt de vraag niet altijd gekend en kan deze dus niet passend worden beantwoord. Dat betekent niet dat individuele instellingen niet presteren of onvoldoende betrokkenheid tonen. In de praktijk zijn talloze voorbeelden te zien die juist het tegendeel bewijzen. Het houdt wel in, dat de keten als geheel tot nu toe niet in staat is geweest de jeugdproblematiek voldoende te lenigen. De effecten daarvan zijn navenant: de zorg is suboptimaal en gaat bovendien gepaard met hoge transactiekosten, de maatschappelijke kosten stijgen en de politieke en maatschappelijke druk op het systeem loopt verder op. Maar zorgelijker is dat door deze situatie teveel kinderen in de knel komen en dus sprake is van een onacceptabele situatie.
bieden. Daarmee moet een einde komen aan een situatie waarin kinderen de dupe zijn van het gebrekkige functioneren van het systeem. Er wordt een situatie nagestreefd, waarbinnen kinderen gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen, plezier hebben in het leven en hun maatschappelijke participatie en na afronding van een hen passende opleiding zelf kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud. Het is de overtuiging van betrokken partijen dat zij met elkaar de benodigde doorbraak kunnen realiseren en dat dit kan binnen het huidige stelsel van de jeugdketen. Zij willen daar hun verantwoordelijkheid voor nemen. Dat sluit niet uit dat op onderdelen aanpassingen nodig kunnen zijn. Partijen gaan er daarbij vanuit dat waar een minder orthodoxe aanpak noodzakelijk is, zij kunnen vertrouwen op voldoende ‘regelvrijheid’. Zij willen tot slot een beroep kunnen doen op het kabinet wanneer (meer) doorzettingsmacht is vereist.
Deze situatie vraagt dan ook om een doorbraak. De partijen die met elkaar de jeugdketen vormen zijn doordrongen van de noodzaak daarvan en willen daaraan met elkaar vorm geven. Daarvoor is het nodig een aantal scherpere (beleids-) keuzes te maken, samenwerkingsverbanden te creëren waar deze tot dusverre ontbraken, bestaande allianties te intensiveren en ook concessies te doen aan de eigen autonomie van instituties en professionals. Overkoepelend doel is een krachtige verbetering van het presteren van de gehele jeugdketen, in het belang van het kind dat wordt geconfronteerd met risico’s en problemen. Vandaar het gekozen motto: Ieder Kind Wint, waarmee de betrokkenen tot uitdrukking brengen dat resultaten van hun inspanningen voor ieder kind merkbaar moeten zijn en voor deze werkelijk betekenis dienen te hebben.
2.3 Beleidsdoelstellingen De gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen voor de periode 2007-2009 zijn: • Het versterken van de preventie en (vroeg-) signaleringsfunctie (i.e. tijdig opsporen van risico’s en problemen); • De totstandbrenging van een geïntegreerd en effectief zorgaanbod waarin het kind centraal staat; • Het zodanig afstemmen van beleid, processen en capaciteit van de actoren, dat de beschikbare capaciteit en middelen meer effectief en efficiënt kunnen worden ingezet en doorloop- èn wachttijden kunnen worden teruggedrongen; • Het versterken van de (gezamenlijke) sturing c.q regie op de keten en het creëren van meer samenhang tussen de verschillende deelketens.
2.2 Inzet en rol van betrokken ketenpartners De inzet van partijen is gericht om met elkaar, gebruikmakend van elkaars mogelijkheden en talenten, de preventie te versterken, eerder en beter risico’s en problemen te signaleren en steeds tijdig de juiste interventies en zorg te
De eerste drie beleidsdoelstellingen (focusgebieden) zijn inhoudelijk van aard. De vierde kent een meer organisatorisch en/of randvoorwaardelijk karakter en ziet vooral op het creëren van een voldoende kaderstelling voor het welslagen van de inhoudelijke doelstellingen. De focusgebieden zijn
5
geconcretiseerd in de vorm van tien doelstellingen (of wellichter beter voor het onderscheid: acties1). Grofweg hangen de eerste vijf daarvan (direct) samen met het vraagstuk van preventie en signalering en daarmee het eerste focusgebied. De acties 6 en 8 betreffen de kwaliteit en het bereik van het zorgaanbod, maar eveneens de relatie tussen ‘het voorveld’ en het geïndiceerd aanbod. Actie 7 betreft de noodzaak binnen de keten te komen tot (proces- en informatie-) afstemming en uitwisseling. Doelstellingen 9 en 10 zien tenslotte op het sturingsvraagstuk, waarbij de eerste de cultuurkant betreft en de laatste de organisatiekant.
Preventie & signalering
Daarmee is dit programma het ‘ketenkompas’ voor de komende jaren. Dat betekent in relatie tot de reeds lopende initiatieven uiteraard niet, dat deze maar moeten worden stopgezet. Het houdt logischerwijs wel in, dat niet alleen die initiatieven maar vooral ook nieuw te ondernemen trajecten zoveel mogelijk worden ‘verbonden’ met dit programma. Die verbondenheid is op twee niveaus na te streven. Ten eerste met betrekking tot de inhoud, maar zeker ook binnen de uitvoering. Doelstelling van dit programma is om de diverse actoren in de keten, en de daarbinnen te onderscheiden geledingen, vanwege hun grote expertise en het belang van hun inbreng, nauw te betrekken bij zowel de uitwerking als de uitvoering. Dit programma streeft er naar samenhang en focus aan te brengen in lopende en nog te ondernemen initiatieven. Door bundeling van inzet kan niet alleen een versnelling in de verwezenlijking van de geschetste ambities aangebracht worden, maar bovenal een beter resultaat gecreëerd worden. Een resultaat dat appelleert aan de gemeenschappelijke missie van de gehele keten: Ieder Kind Wint!
Sturing …
Effectief portfolio
Figuur 1. Overzicht focusgebieden 11
In de volgende paragrafen worden de focusgebieden verder uitgewerkt. Omwille van het overzicht (‘big picture’) volgen we daarin de indeling in de hiervoor onderscheiden vier clusters met beleidsdoelstellingen. Als vanzelfsprekend komen daarin de tien eerder besproken acties weer terug.
Ketenstroomlijning
©Deloitte 2006
Aansluiting bij bestaande initiatieven Bij de inrichting van deze focusgebieden, het formuleren van doelstellingen en vooral de bijbehorende initiatieven is het cruciaal steeds te onderkennen, dat er op de vermelde terreinen al diverse en wellicht zelfs talloze succesvolle maar ook minder geslaagde initiatieven op even zovele plaatsen in de keten worden ondernomen. Dat roept als vanzelf de vraag op wat de betekenis is van dit programma in het licht van die context. Het programma Ieder Kind Wint is primair de vertaling van dè inhoudelijke ambitie van de gehele keten. Tevens heeft deze laatste zich geschaard achter de aanpak c.q. uitvoeringsfilosofie zoals die in dit programma nader wordt ontvouwd. 1
2.4 Preventie en signalering Met het versterken van de preventie en signalering worden in de periode 2007-2009 de volgende doelen nagestreefd: • Het (verder) toerusten van ouders en kind (en omgeving) op een ongestoorde ontwikkeling en volledige ontplooiing van het kind; • Het tijdig signaleren van risico’s in die ontwikkeling zodat (lichte, niet geïndiceerde) interventies kunnen plaats hebben die de gewenste ontwikkeling faciliteren c.q. borgen; • Het tijdig signaleren van complexe problematiek zodat snel kan worden doorgeleid naar adequate zorg en hulpverlening. Voor de realisatie van deze doelen is een aantal initiatieven te onderscheiden. De voornaamste daarvan zijn:
Zie paragraaf 1.4.
6
• • • • •
Het versterken van de preventie door het vergroten van het bereik van de Jeugdgezondheidszorg; Het versterken van de kennisinfrastructuur en de kwaliteit van de instrumentatie; Het professionaliseren van de zorgstructuren binnen het onderwijs; Het toerusten van professionals in de vindplaatsen op hun vermogen risico’s bij kinderen te signaleren; De realisatie van een Centrum voor Jeugd & Gezin.
Deze initiatieven worden onderstaand nader beschreven. Het is goed te beseffen, dat deze onlosmakelijk met elkaar samenhangen, hetgeen in onderstaande figuur is weergegeven.
1. Versterken preventie door Jeugdgezondheidzorg De Jeugdgezondheidszorg (Jgz) ziet al decennialang 95% van de kinderen in de leeftijd van 0-18 jaar; in de eerste jaren (0-4 jaar) vaak, daarna met een lagere frequentie. Binnen deze sector is een enorme expertise voorhanden die een goede basis is voor de ambitie de preventie danig te verbeteren. Om dit te bewerkstelligen kunnen (een combinatie van) twee routes worden bewandeld: • Het vergroten van het bereik (volume-invalshoek); • Het aanscherpen van de focus (kwaliteitsinvalshoek). Ten aanzien van het vergroten van het bereik wordt ingezet op: • Het opvoeren van 95% naar 100% bereik door het introduceren van een meer outreachende werkwijze; • Het bestuurlijke pleidooi naar de minister voor Jeugd & Gezin om naar analogie van de Leerplichtwet het bezoek aan de Jgz te verplichten; • Het verbreden van de huidige doelgroep van 0-18 jaar naar -9 maanden tot 23 jaar. Meer ‘winst’ is naar verwachting te behalen door het aanscherpen van de focus. In de huidige opzet krijgt in beginsel ieder kind dezelfde behandeling en aandacht (genormeerd op ca. 12 minuten per bezoek). Dit willen we veranderen. Op basis van de in de wetenschap erkende risico- en protectieve factoren (zie ook 2) wordt een systeem van risicomanagement opgebouwd, bestaande uit risicoprofielen en bijbehorende protocollen. Hiermee wordt het mogelijk om kinderen te classificeren en zowel de bezoekfrequentie als de gespreksscope op maat toe te snijden en daarmee de effectiviteit van de jeugdgezondheidszorg te vergroten. Vanzelfsprekend wordt dit risicomanagementsysteem gekoppeld aan het centrum voor Jeugd en Gezin, KIDOS en Multisignaal (zie onder).
Figuur 2. Doelstellingen preventie & signalering
In bijlage 1 zijn de bij deze (en de navolgend te behandelen) doelstellingen behorende initiatieven verder uitgewerkt en is ook beschreven welke doorlooptijden en budgetten daarmee zijn gemoeid en welke partijen daarbij zijn betrokken.
7
2. Het versterken van de kennisinfrastructuur en introductie risicomanagement2 Er is binnen de jeugdketen sprake van een grote hoeveelheid (circulerende) data die door verschillende partijen wordt verzameld, veelal voor specifieke doelen. Deze data leiden niet vanzelfsprekend tot informatie en/of kennis. Als we de preventie en de mogelijkheden tot (vroeg-) signalering willen versterken, is het onontkoombaar om met gestructureerde en gevalideerde informatie te werken. Dat veronderstelt dat de diverse (regionale) ketenpartners met elkaar hun (onderlinge) informatiebehoefte afstemmen en zij gezamenlijk de keuze voor een standaard maken. Op basis van deze verplichtende standaarden zijn ook (ICT-) systemen te bouwen die het (geautoriseerde partijen) mogelijk maken om gemakkelijk en snel toegang te hebben tot alle relevante informatie en kennis die over een cliënt beschikbaar is. Daarmee kan niet alleen de kwaliteit van de te kiezen interventies worden verbeterd, maar wordt ook tegemoet gekomen aan de eisen van cliëntvriendelijkheid. Los van het verbeteren van de kwaliteit en effectiviteit van (keten-) informatie, is het ook van belang om de kennisinfrastructuur verder te ontwikkelen. Er is zoals hierboven al vermeld een enorme hoeveelheid (wetenschappelijke) kennis beschikbaar over risico’s in de sfeer van ‘opgroeien en opvoeden’. Deze kennis is met betrekkelijk overzichtelijke inspanningen over te hevelen naar de jeugdketen. Dat betaalt zich vooral uit als deze kennis zo wordt gestructureerd dat ook de professionals daarnaar kunnen handelen (ontwerp en implementatie van risicomanagementsysteem, -profielen en –protocollen) en daarin met ICT-middelen worden ondersteund. Daarmee worden interventies effectiever en kan ook meer focus in de inspanningen worden aangebracht. Tegelijkertijd kan via deze structuur ook informatie uit cases op beleidsniveau gebundeld worden. Hiermee wordt het tevens mogelijk analyses samen te stellen die input kunnen vormen voor het aanpassen van strategieën, aanbod en methodieken en technieken.
2
Zie de bijlage voor de verdere uitwerking van de initiatieven.
3. Het professionaliseren van de zorgstructuren binnen het onderwijs3 In de afgelopen jaren is de opgave van het onderwijs drastisch veranderd. De sector heeft betrekkelijk lang alleen een pedagogische opgave gehad. Na een proces van vermaatschappelijking is de opvoedings- en zorgproblematiek nu ook een belangrijk onderdeel van de onderwijsverantwoordelijkheid. Op veel plaatsen in de stadsregio zijn daartoe zogeheten zorgnetwerken ontstaan. Binnen het voortgezet onderwijs wordt de dekking daarvan geschat op 90%; die binnen het basisonderwijs is een stuk beperkter. Hoewel de benaming van zo’n zorgnetwerk uiteenloopt (zorgadviesteams, multidisciplinaire teams e.d.) is de opgave vooral gelijkvormig. Wel varieert de kwaliteit van invulling en daarmee het resultaat sterk. In het kader van de preventie en (vroeg-) signalering wordt ingezet op twee fronten: • Het opvoeren van het bereik van de zorgadviesteams (ZAT) naar 100%; • Het professionaliseren van de structuur van een zorgadviesteam. Achterliggende gedachte is, dat wanneer de inrichting van de ZAT’s een meer uniform karkater krijgt, de professionaliseringsinspanningen gemakkelijker hun beslag kunnen hebben. Deze professionalisering richt zich op: • Stroomlijnen van de structuur (taken, bevoegdheden, procedures, capaciteit); • Versterken van de kennis- en informatiepositie (zie ook boven); • Onderlinge uitwisseling van expertise, capaciteit en informatie. Daarnaast is deze uniformering voorwaarde voor het creëren van een goede aansluiting van de ZAT’s op de CJG’s (zie onder). 4. Het toerusten van professionals op hun vermogen te signaleren4 Hiervoor is al verkend welke rol de jeugdgezondheidszorg kan hebben ten aanzien van het vraagstuk van preventie en vroegsignalering en hoe deze via een goede instrumentatie meer effect kan krijgen. De begrenzing van de interventies van deze sector is gelegen in de frequentie waarmee deze kinderen ‘kan zien’. Ook daar waar ten aanzien van risicokinderen via een 3 4
Zie noot 2. Zie noot 2.
8
‘aanpak op maat’ meer kan worden gedaan dan binnen het standaardaanbod het geval is, is het nooit mogelijk om wekelijks contact te hebben. Daarbij komt nog, dat ook een kind dat op de ‘normale contactmomenten’ niet als een risicokind is geïdentificeerd, dat door verandering van omstandigheden wel kan worden. In dit licht kunnen de zogeheten vindplaatsen (voorzieningen waar kinderen dagelijks dan wel vaak bijeen zijn) een enorme bijdrage leveren aan het signaleren van risico’s en problemen. Het onderwijs, maar ook voorzieningen als de peuterspeelzaal, de kinderopvang en de voorschool zijn de voornaamste verlengstukken van de zorg. Maar er zijn meer professionals die met regelmaat kinderen treffen en daarmee een (vertrouwens-) relatie kennen: de vrijwilligers van de sportvereniging, de jongerenwerker, maar ook de ‘buurtagent’. Willen zij de gevraagde signalerende rol vervullen, dan vergt dit dat zij daarop worden toegerust. Dit kan door ze enerzijds te trainen in het waarnemen van signalen. Anderzijds door ze inzicht te geven in ‘de infrastructuur’ zodat ze op een goede wijze signalen kunnen doorgeven (en van ‘daaruit’ terugkoppeling wordt gegeven over de te ondernemen interventies zodat de betreffende professional op de hoogte en aangesloten blijft). Binnen de stadsregio schatten wij het aantal professionals in de vindplaatsen op ca. 15.000. Het mag duidelijk zijn dat deze nooit rechtstreeks te bereiken zijn. De vraag is of als dat wel het geval zou zijn, dit effectief is. Oogmerk is om per school (resp. voorziening) steeds enkele docenten te trainen. Daarmee wordt bewerkstelligd, dat de betreffende ‘school’ is toegerust. Deze heeft de mogelijkheid om: • de interne structuur zo in te richten dat de betreffende docenten worden geraadpleegd door hun collega’s; • diegenen die de opleiding hebben gevolgd, in staat te stellen deze intern ‘aan te bieden’, waarmee alle leerkrachten in staat zijn tot signaleren. Wanneer de cursussen regionaal (met bijvoorbeeld de voorgenomen CJGlocaties als vertrekpunt) worden aangeboden, ontstaat voor de betreffende scholen ook de gelegenheid verbanden met andere onderwijsinstellingen aan te gaan, die zich richten op uitwisseling en intervisie, gezamenlijke expertiseontwikkeling e.d. De betreffende ‘trainingronde’ kan samengaan met een
informatiecampagne (website, brochure, nieuwsbrieven, protocollen). Daarmee wordt het vraagstuk, of liever de betreffende verantwoordelijkheid, binnen de school onderwerp van gesprek en laat deze zich beter èn makkelijker inbedden binnen de dagelijkse praktijk. 5. Realisatie van een Centrum voor Jeugd & Gezin5 De centra voor Jeugd & Gezin hebben een drieledige functie. Zij vormen: • Een laagdrempelige voorziening, dichtbij opvoeders en jongeren, voor vragen omtrent opvoeden en opgroeien; • Het coördinatiepunt voor de afstemming van inspanningen die vanuit ‘het voorveld’ worden geleverd; • De koppeling naar de jeugdzorg. Nog los van deze functionaliteiten valt het CJG te zien als dè katalysator ‘par excellence’ voor het totstand brengen van een kwalitatief beter en meer op de vraag van de cliënt gericht aanbod, maar vooral ook voor een culturele transformatie binnen de jeugdketen. De realisatie van de CJG’s is dan ook bij uitstek ‘het hart’ binnen de aanpak die zich richt op het versterken van de preventie en vroegsignalering. Andere initiatieven (zie boven) zullen steeds in directe samenhang met het CJG moeten worden gezien en daarop tenminste aansluiting hebben. In de praktijk is tot nu toe vooral de lijn geweest het CJG (Jong-) concept op een ontwikkelingsgerichte (incrementele) wijze te implementeren. In dit plan staan wij een andere aanpak voor. Vanuit de beoogde effecten (uitkomsten en resultaten) zou achtereenvolgens kunnen worden bezien, wat daarvoor nodig is, in termen van: • Processen; • Competenties; • Capaciteit; • Organisatie; • Inbedding in lokale praktijk; • Locatiekeuze en bereik; • Huisvesting; 5
Zie noot 2.
9
•
Besturing.
De betreffende ‘uitkomst’ kan dienen als richtlijn voor de verschillende (deel-) gemeenten bij de verdere realisatie en implementatie van een CJG. Doelstelling daarbij is dat alle (deel-) gemeenten in de stadsregio de beschikking hebben over een CJG of daarop zijn aangesloten. Dit laatste lijkt vooral van toepassing voor gemeenten met een beperkte schaalgrootte (en/of omvang van de betreffende vanuit het CJG te adresseren doelgroepen). Uiteraard moet binnen de gemeenten ruimte zijn voor het aanbrengen van enige ‘couleur locale’ en mag de uitkomst geen keurslijf zijn. Tegelijkertijd moet met nadruk gewaakt worden voor het ontstaan van een ‘lappendeken’ aan CJG’s. Dit is vanuit het oogpunt van capaciteit, kwaliteit, doorlooptijd en kostenefficiency weinig voor de hand liggend. Daarnaast zou dit, gelet op het feit dat het CJG als ‘het hart’ van de regionale ambitie preventie en vroegsignalering moet versterken - danig interfereren met de andere doelstellingen (zie boven). Ten aanzien van de omvang (en typologie) van de door de CJG’s te adresseren vraag, wordt een vraagontwikkelingsonderzoek opgestart, dat daarin (op meerjarige basis) inzicht moet bieden (zie paragraaf 2.5). 2.5. Effectief zorgportfolio6 Met het versterken van de preventie en vroegsignalering wordt nagestreefd het beroep op (geïndiceerde) zorg te vermijden dan wel te beperken. De omvang en complexiteit van de te adresseren (stadsregionale) problematiek is nu dusdanig, dat niet mag worden verondersteld dat de te vormen CJG’s en de verdere toerusting van de omliggende lokale instituties en functionarissen (zie 2.4.) de behoefte aan geïndiceerde zorg kunnen ‘afvangen’. Sterker nog: het lijkt waarschijnlijk, dat daar waar het signaleringsvermogen wordt vergroot, er in de eerste fase sprake zal zijn van een vergrote instroom in de geïndiceerde zorg (‘boeggolf-effect’). Net zo waarschijnlijk is, dat deze na de betreffende fase zal teruglopen naar een niveau dat (ver) onder het huidige niveau ligt. Dan zal sprake zijn van grote inverdieneffecten. 6
Met de doelstelling een effectief zorgportfolio te creëren, streven we na de match tussen vraag en aanbod te versterken. Ook willen we problemen die samenhangen met een onderscheid in financiering en sturing elimineren. Meer concreet zijn de prestatieindicatoren: • Het aanbod aan zorg is afgestemd op de vraag van de cliënt; • De aan te bieden zorg is ‘state of the art’, i.e. voldoet aan de daaraan te stellen methodologische eisen en houdt rekening met inzichten vanuit de (nationale en internationale) praktijk (‘de best practices’); • De zorg is steeds tijdig beschikbaar; • De zorg is kosteneffectief. Om deze resultaten te bewerkstelligen, wordt ingezet op de volgende initiatieven: • Uitvoeren van een vraagontwikkelingsonderzoek; • Inzichtelijk maken van de best practices (beproefde methoden en technieken); • Collegiale visitatie van instellingen, rekening houdend met de uitkomsten van het vraagonderzoek en de best practices; • Ontwikkelen van een portfolio; • Invoeren van systeem van prestatiemanagement. De verschillende trajecten hangen onderling niet alleen met elkaar samen maar veronderstellen ook een volgtijdelijkheid. Dit laat zich als volgt illustreren.
Zie noot 2.
10
de behoeften van ‘hun’ cliënt. Maar dat betekent niet, dat er inzicht bestaat in de vraag hoe de behoeften van de cliënt zich op meso- en macro-niveau ontwikkelen, zowel in termen van volume als de benodigde zorg. Dit komt mede door het feit dat instellingen hun data verschillend beheren, maar weinig ‘informatie’ wordt uitgewisseld en weinig tot geen beleidsanalyses worden samengesteld. Dat maakt het onmogelijk te anticiperen op de toekomstige vraag. Dit brengt ad hoc gedrag en dus suboptimalisatie teweeg. Om die reden willen we een extern vraagontwikkelingsonderzoek uitvoeren dat zowel de toekomstige zorgvolumes alsook de benodigde zorg kwantificeert. Dit onderzoek richten we breed in, i.e. op het lokaalpreventieve aanbod èn de geïndiceerde zorg. Al we de vraag in beeld hebben, kunnen we toekomstig beleid ontwikkelen dat eraan bijdraagt dat er een goede aansluiting totstand komt naar die vraag. Op lokaal niveau kunnen de betreffende inzichten worden betrokken in het aanbod van de CJG’s. Binnen de geïndiceerde zorg kan het worden benut om een nieuw portfolio samen te stellen. Vanzelfsprekend wordt het veld nauw betrokken bij dit onderzoek. Op microniveau is immers een veelheid aan data en inzichten voorhanden die input kunnen bieden aan het onderzoek. 2. Best practices Een state of the art-aanbod veronderstelt niet alleen inzicht in de wijze waarop de vraag zich ontwikkelt (zodat daarop kan worden ingespeeld met het aanbod), maar ook dat inzichten met betrekking tot ‘goede zorg’ uit de wetenschap en andere praktijken worden gekend en worden ingebed binnen dat aanbod. In dat bestek ondernemen we twee soorten initiatieven: • Omzetten van reeds beschikbare (internationale) literatuur en best practices naar de stadsregionale praktijk; • Uitvoeren van onderzoek ten aanzien van een aantal witte vlekken die nog niet in bedoelde onderzoekingen zijn ontsloten.
Figuur 3. Portfoliomanagement
Het eerste initiatief heeft betrekking op het gehele zorgaanbod, met inbegrip van het lokaal-preventieve aanbod. Het tweede initiatief richt zich exclusief
1. Uitvoeren van een vraagontwikkelingsonderzoek Alle instituties in de keten hebben, naar mag worden verondersteld, zicht op
11
op het geïndiceerde aanbod. In eerdere rapportages7 is aanbevolen om dit te focussen op: • De effecten van vervangende zorg; • Differentiatie in de behandelduur; • Vormgeving long stay-voorzieningen, in combinatie met het implementeren van het STOP-model dat betrekking heeft op het tijdig beëindigen van zorg. In eerste instantie zal worden nagegaan welke inzichten daarover reeds beschikbaar staan. Als dit niet voldoende is, kan dit worden uitbesteed. Gelet op de schaarste aan middelen, is het aan de regiegroep daarin prioriteiten te stellen. 3. Collegiale visitatie Met gebruikmaking van de inzichten uit het vraagontwikkelingsonderzoek en best practices, kijken de jeugdzorginstellingen op constructief-kritische wijze naar het stadsregionale aanbod en de mate waarin dit is toegesneden op de toekomstige vraag en de kwaliteitseisen. Deze visitatie moet leiden tot een aantal verbetervoorstellen die aansluitend verwezenlijkt worden. De visitatie wordt ondersteund door de werkorganisatie en extern begeleid. In eerste termijn (2007) richt de visitatie zich op de regionale zorgaanbieders en de instellingen voor J-GGZ en J-LVG. In de daarop volgende fase (2008) vindt visitatie plaats van BJZ en de Raad voor de Kinderbescherming. In 2009, na implementatie van de CJG’s (zie boven), wordt tevens het lokale aanbod in een onderzoek betrokken. 4. Portfolio Met de uitkomsten van de visitatie wordt een zogeheten portfolio samengesteld. Hierin vindt een (meerjarige) match plaats tussen de vraag en het aanbod van de instellingen. Daarmee worden vier doelen beoogd: • Creëren van een (discriminerende) aansluiting naar de unieke toegevoegde waarde van instellingen (kerncompetentie); • Verdere (dakpangewijze) specialisatie van de instellingen op die kerncompetentie (identificeren en toewijzen van focusgebieden); 7
Rapportage werkgroep doorlooptijden d.d. 8 februari 2007.
• •
Inrichten van een migratietraject dat een stabiele ontwikkeling van die focusgebieden bevordert; Creëren van een gezamenlijke kennisinfrastructuur (uitwisseling van informatie en expertise, gezamenlijke ontwikkeling methodieken, e.d.).
Daar waar spanning bestaat tussen de vraag naar ‘zorg’ (zoals deze mede blijkt uit het vraagontwikkelingsonderzoek) en de beschikbare middelen, vindt prioritering plaats met inachtname van de doelstellingen van dit programma. In dit portfolio wordt nadrukkelijk ook plaats ingeruimd door de J-GGZ en JLVG. Als onderdeel hiervan zal in samenspraak met de zorgkantoren (c.q. het ministerie van VWS) een arrangement moeten worden ontwikkeld waarbinnen de betreffende instellingen kunnen participeren in de vraag. 5. Prestatiemanagement Sluitstuk van een effectief portfolio is het implementeren van een systeem van prestatiemanagement. Daar waar de vraag ‘in beeld ‘ is en zicht bestaat op de unieke competenties van instellingen en in de combinatie daarvan een portfolio kan worden samengesteld, ontstaat ook de gelegenheid de sturing anders in te richten. Deze kan zich dan immers veel meer concentreren op het (in meerjarig perspectief) formuleren van de gewenste resultaten en uitkomsten. Het is dan aan de autonomie van de instellingen deze te realiseren en zich daarover zowel naar de ‘geldgever’ alsook naar de maatschappij te verantwoorden over hun inzet en de totstand gebrachte resultaten. 2.6 Ketenstroomlijning Ketenstroomlijning8 Met de hiervoor bedoelde doelstellingen en aandachtsgebieden (paragraaf 2.4. en 2.5.) ontstaat binnen de huidig gefragmenteerde keten via een aantal inhoudelijke speerpunten en keuzes al veel meer samenhang. Dat laat onverlet, dat op een aantal meer bedrijfsmatige dimensies nog het nodige moet gebeuren. Deze dimensies hebben namelijk direct en indirect effect op 8
Zie noot 2.
12
het primaire proces en daarmee de kwaliteit van het aanbod. De derde beleidsdoelstelling ziet dan ook op het zodanig afstemmen van processen en capaciteit van de actoren, dat de beschikbare capaciteit en middelen meer effectief en efficiënt kunnen worden ingezet en doorloop- èn wachttijden kunnen worden teruggedrongen. In dit kader wordt de komende periode ingezet op: • Het uniformeren van informatiestromen en cliëntgegevens; • Het uniformeren van prestaties van de ketenactoren en de bevordering van uitwisselingsmogelijkheden; • Het versterken van de aansluiting tussen de diverse schakels van de jeugdketen; • Het stroomlijnen van processen die zich kenmerken door overlap; • Het bevorderen van de cliëntvriendelijkheid van processen; • Het bevorderen van de doelmatigheid; • Het bekorten van wachttijden en doorlooptijden. Ter realisatie van deze doelen worden drie (clusters van) initiatieven in gang gezet: • In kaart brengen van de diverse ketenroutes vanuit het perspectief van een cliënt (samenstellen van 4-6 cliëntprofielen en deze ‘een virtuele’ tocht door de keten aanbieden, gericht op inzichtelijk maken van: - relevante handelingen en processen; - bejegening en cultuur; - informatieclustering en –uitwisseling; - communicatie; - relevantie en toegevoegde waarde van aanbod; - relevante wacht- en doorlooptijden). • Op basis van de uitkomsten van deze ‘excursie’ worden voor de relevante invalshoeken werkgroepen samengesteld van ‘werkers’ en vertegenwoordigers van instellingen en organisaties uit de relevante ketenkolommen. Zij worden in de vorm van een aantal atelierbijeenkomsten gevraagd processen te stroomlijnen en ‘werkbare’ oplossingen voor ervaren knelpunten aan te reiken.
•
Met de uitkomsten uit deze trajecten wordt, binnen de vigerende weten regelgeving, ingezet op die aanpassingen in het ketenproces die maken dat bovenstaande doelstellingen zich laten realiseren. Instellingen committeren zich op de voorhand aan de betreffende uitkomsten.
2.7 Versterking van de sturing9 De bestaande fragmentatie is alleen dan te doorbreken als met meer samenhang sturing plaats vindt. Dit actieprogramma is in dat licht ‘het roer’, dat in handen is van de regiegroep. Op hun rol en verantwoordelijkheden wordt in hoofdstuk 3 nader ingegaan. Kort samengevat geldt dat de regiegroep verantwoordelijk is voor: • De realisatie van het programma; • Het aanjagen en monitoren van de ontwikkelingen die daarvan onderdeel uitmaken; • Het afstemmen van lopende, nieuwe en flankerende initiatieven die raken aan het programma; • Het stimuleren van vernieuwing, uitwisseling en ontmoeting tussen de diverse partijen die onderdeel zijn van de jeugdketen; • Het ondernemen van al die initiatieven die bijdragen aan het welslagen van het programma en het presteren van de gehele keten; • Informatievoorziening naar het veld. Naast de ‘harde’ kant van sturing (organisatie en beheersing) mag niet voorbij worden gegaan aan de culturele dimensies van het ketenvraagstuk. In veel opzichten betreft Ieder Kind Wint een cultuurtransformatie; het kind komt centraal te staan en de organisaties en professionals moeten met elkaar in een aanbod voorzien dat de behoeften van het kind passend en tijdig adresseert. Aanbodsturing wordt daarmee ingeruild voor vraagsturing. Maar de transformatie reikt verder. Nu is het denken in termen van processen de dominante oriëntatie; deze zal plaats moeten maken voor het denken in resultaten. Daarnaast noodzaakt het kunnen lenigen van de vraag van het kind tot intensievere vormen van samenwerking met andere ketenpartners en wellicht zelfs meer dan dat. Organisaties en professionals zullen zeer ‘van 9
Zie noot 2.
13
hun plaats moeten komen’. De taaiheid van deze opgave mag niet worden onderschat. Het is aan de regiegroep daarvoor hèt voorbeeld te zijn en daarin leiderschap te tonen. Ten aanzien van de cultuurkant van Ieder Kind Wint zetten wij in op: • Het bevorderen van vernieuwing en ‘dwarsdenken’; • Het stimuleren van ontmoeting en uitwisseling tussen alle lagen van de diverse ketenorganisaties; • Het betrekken van de diverse lagen van bedoelde organisaties bij het programma en de uitvoering van de diverse onderdelen daarvan; • Het stimuleren van de betrokkenheid van organisaties van cliënten en ouders; • Maximale (bij voorkeur interactieve) informatievoorziening over doelstellingen, aanpak en de successen maar ook de ongetwijfeld te ervaren fricties. Wij onderscheiden daarbij de volgende initiatieven: • Cross overs op diverse niveaus; • Atelierbijeenkomsten; • Conferenties; • Communicatie. 1. Cross overs De leden van de regiegroep hebben een duidelijke voorbeeldrol waar het gaat om vernieuwing en dwarsdenken, het stimuleren van ontmoeting, uitwisseling en participatie en informatievoorziening. Zij zijn bij uitstek de dragers van het programma en daarmee de benodigde transformatie. Wij denken daarbij aan de volgende initiatieven. Stages regiegroepleden De leden van de regiegroep lopen jaarlijks twee weken (tweemaal een week) stage binnen andere plaatsen binnen de keten en nemen aldus letterlijk elkaars positie in. Via hun weblog (www.iederkindwint.nl) doen zij verslag van hun ervaringen. Deze ervaringen vormen verdere input voor het programma.
Stages medewerkers Ook medewerkers van de ketenorganisaties worden betrokken in een stageprogramma, waarbij per jaar 100 medewerkers gedurende twee weken een andere positie in de keten innemen. Ook hun ervaringen worden gedeeld en zijn basis voor de verdere versterking van het programma. Buddy-systeem Medewerkers vanuit de diverse kolommen worden gestimuleerd een relatie aan te gaan met collega’s die werkzaam zijn bij andere ketenpartners (ontmoeting, uitwisseling, e.d.). Daartoe worden per jaar 16 panelgesprekken (voor ca. 12-15 medewerkers) georganiseerd waaraan door de medewerkers van de diverse instellingen wordt deelgenomen. In die panelgesprekken wordt het programma besproken en wordt verkend wat de diverse professionals daarin kunnen betekenen en hoe dit in hun onderlinge relatie is te concretiseren. Tevens wordt betrokkenen daarin gevraagd ambassadeur te zijn voor Ieder Kind Wint en de doelstellingen van het programma actief in de eigen netwerken uit te dragen. Er wordt daarbij gestuurd op het, over kolommen heen, aangaan van collegiale relaties (‘buddies’) die met elkaar een concreet onderdeel van de ketensamenwerking gaan verbeteren. De gesprekken worden geleid door een lid van de regiegroep en voorbereid door de werkorganisatie. Na drie maanden vindt een terugkombijeenkomst plaats om ‘de oogst’ van de betreffende trajecten te verzamelen en deze als input te benutten voor de verdere invulling van het programma. Na afloop van deze cyclus wordt het startsein gegeven voor een nieuwe groep. Uitwisseling vacatures Bij het optreden van vacatures op zowel uitvoerend als beleidsniveau wordt steeds verkend of niet een medewerker vanuit een andere ketenorganisatie daarvoor in aanmerking kan komen. Zonodig vindt detachering daarvan plaats. Doelstelling is per jaar 50 vacatures op deze wijze te vervullen. 2. Atelierbijeenkomsten Een groep frontliniewerkers krijgt de resultaten van projecten die op basis van de hiervoor onderscheiden doelstellingen en initiatieven (zie hoofdstuk 2.4) worden gestart, voorgelegd. Zij wordt gevraagd vanuit de praktijk te reflecteren op de onderliggende probleemstelling en voorziene aanpak. Daar
14
waar mogelijk worden frontliniewerkers meer intensief bij de initiatieven betrokken (zie bijvoorbeeld ketenmanagement, hoofdstuk 2.6). Wij staan dezelfde lijn voor ten aanzien van cliëntenorganisaties en hun vertegenwoordigers, maar ook ouders. 3. Conferenties Bestuurlijke stakeholders De eerdere Ruwenberg-conferentie en de Inntel-meeting hebben hun nut bewezen. Willen we de diverse actoren in de keten blijven boeien en binden, dan zullen we naast de andere beschikbare communicatiemiddelen met regelmaat moeten confereren met de bestuurlijke stakeholders. In dat licht staan wij de lijn voor om (tenminste) tweemaal per jaar een conferentie (metafoor: de algemene ledenvergadering) te organiseren voor de bestuurlijke stakeholders. Daarmee zijn steeds twee doelen gemoeid: • Verantwoording afleggen over gerealiseerde resultaten; • Inzicht bieden in de plannen voor de daarop volgende maanden en verkrijgen van steun daarvoor. Daarnaast dienen ook deze conferenties als podium voor ontmoeting, uitwisseling en inspiratie. Frontliniewerkers, cliënten en ouders De scope moet zich niet beperken tot de bestuurlijke stakeholders. Ook frontliniewerkers, cliënten en ouders moeten worden betrokken. Voor hen willen wij om het jaar (te starten in 2007) een grote conferentie organiseren. De hiervoor (zie cross overs) onderscheiden panelgesprekken kunnen dienen als instrument om de thema’s en werkwijze te inventariseren die in bedoelde conferentie centraal komen te staan.
• •
Nieuwsbrieven; Etc.
Deze wordt afzonderlijk in hoofdstuk 4 behandeld. 2.8 2.8 Samenvatting Met dit programma willen we het presteren van de jeugdketen als geheel verbeteren. Het is goed dat organisaties zich permanent verbeteren, welke doelstelling ook in de keten vanzelfsprekend wordt onderschreven. Bovenal omdat de ketenpartners met elkaar voorstaan dat ieder kind op een gezonde en veilige manier moet kunnen opgroeien, zijn unieke talenten moet kunnen ontplooien, plezier moet hebben en na afronding van een passende opleiding in staat moet zijn om zelfstandig in diens bestaan te voorzien. De ambities zijn fors en vragen om een doorbraak in het huidige functioneren. Wij denken deze te kunnen verwezenlijken omdat: • Er een keten-breed gedeelde analyse voorligt van de huidige maatschappelijke problematiek, die gemeenschappelijk ervaren urgentie vertegenwoordigt, • Er een set gezamenlijk geformuleerde inhoudelijke doelstellingen voorligt, die richting geeft aan het denken en handelen van de diverse tot de keten behorende organisaties, • Bij de uitvoering van die doelstellingen zo nauw mogelijk wordt aangesloten op de ambities, programma’s en projecten en mogelijkheden van de diverse ketenonderdelen en organisaties en deze daarbij nauw worden betrokken.
4. Communicatie Los van de genoemde initiatieven is ook de overige communicatie cruciaal. Deze ziet onder andere op: • Website; • Presentaties; • Andere uitgaven; • Roadshows;
15
De doelstellingen luiden kort samengevat als volgt. Preventie & signalering
•
Verder toerusten van ouder en kind op ongestoorde ontwikkeling en ontplooiing
•
Tijdig signaleren van risico’s en plegen van lichte interventies
•
Idem meer complexe problematiek en snelle doorgeleiding naar geïndiceerde zorg
Om deze te realiseren worden de navolgende initiatieven ondernomen. Preventie & signalering
• • • • •
Effectief portfolio
Stroomlijnen keten
•
Aanbod is steeds afgestemd op behoeften en mogelijkheden cliënt
• • •
Methoden en expertise zijn state of the art
• • • • •
Sturing
• • • •
In kaart brengen ketenroutes Stroomlijnen processen Formuleren verbeteringen implementatie
• •
•
Uniformeren c.q. stroomlijnen van informatiestromen en processen
•
• • • •
Idem prestaties en uitwisseling
•
Verbeteren aansluiting schakels
Vraagontwikkelingsonderzoek Best practices Visitatie Portfoliomanagement Prestatiemanagement
Ketenstroomlijning
Zorg is steeds tijdig beschikbaar Zorg is kosteneffectief
Vergroten bereik JGZ Versterken kennisinfrastructuur Professionaliseren zorgstructuren onderwijs Toerusten professionals op signalering Ontwikkeling/implementatie CJG
Effectief portfolio
Afstemmen van initiatieven en programma’s Realisatie programma en monitoren van voortgang en resultaten Bevorderen van vernieuwing, ontmoeting en uitwisseling Communicatie en informatievoorziening
Bevorderen cliëntvriendelijkheid en doelmatigheid Bekorten van wacht- en doorlooptijden.
In tijd geplaatst levert het programma de volgende kalender.
16
K1/07
K2/07
K3/07
K4/07
K1/08
K2/08
K3/08
K4/08
K1/09
K2/09
K3/09
K4/09
Bereik JGZ Kennisinfra Toerusten prof’s ZAT CJG Zorgaanbod Stroomlijning Uitwisseling en ontmoeting Sturing
©Deloitte 2006
Voor een specifieker inzicht op deeltrajectniveau zij verwezen naar bijlage (1).
17
3. Organisatiestructuur 3.1 Regiegroep Rol en verantwoordelijkheden De sturing met betrekking tot het programma Ieder Kint Wint berust bij een regiegroep. Deze groep heeft acht leden die ieder een onderdeel van de totale keten (stadsregio, gemeenten, BJZ, jeugdzorg, J-GGZ en J-LVG, onderwijs, Jeugdgezondheidszorg, Raad voor de Kinderbescherming/Justitie) vertegenwoordigen. Daarmee dekt deze de gehele jeugdketen en is de groep in staat de verantwoordelijkheid te dragen voor: • De realisatie van het programma; • Het aanjagen en monitoren van de ontwikkelingen die daarvan onderdeel uitmaken; • Het afstemmen van bestaande, nieuwe en flankerende initiatieven die raken aan het programma; • Het stimuleren van vernieuwing, uitwisseling en ontmoeting tussen de diverse partijen die onderdeel zijn van de jeugdketen; • Het ondernemen van al die initiatieven die bijdragen aan het welslagen van het programma en het presteren van de gehele keten; • Informatievoorziening naar het veld. De leden van de regiegroep vertegenwoordigen hun sector en onderhouden de relatie daarmee in termen van: • Het hebben van zicht op de relevante ontwikkelingen in de sector en het vermogen deze te beïnvloeden; • Inbreng van visie en inzichten vanuit de regiegroep om daarmee die ontwikkelingen in de sector te stimuleren die het programma versterken; • Creëren van binding van de sector in de relatie naar dit actieprogramma; • Informatievoorziening over voortgang en resultaten van het programma; • Inbreng vanuit de sector naar de regiegroep.
Naast hun verantwoordelijkheden ten aanzien van de eigen sector kennen regiegroepleden tevens een inhoudelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van één van de tien tegeltjes/doelstellingen (zie hoofdstuk 1.2.) De distributie daarvan heeft zodanig plaats gevonden, dat er een ‘diagonaal’ is gecreëerd die dwars door de kolommen heengaat. Ieder regiegroeplid heeft de verantwoording gekregen voor een tegel die nauwelijks tot niet raakt aan de eigen kolom. Deze bewerkstelligt dat er in de diverse kolommen naast ‘een sectorvertegenwoordiger’ tevens (een of meerdere) regiegroepleden actief zijn, die verantwoordelijk zijn voor de realisatie van een inhoudelijk thema. Daarmee ontstaat tussen de betrokkenen een profijtelijke en inspirerende wisselwerking die borgt dat kennis van de betreffende sector en onderliggende netwerken, wordt gecombineerd (en verrijkt) met de inzichten van een professional uit een ander ketensegment, die bovendien met meer afstand naar de betreffende sector kan kijken. Zo wordt een belangrijke impuls gegeven aan de gewenste vernieuwing en wordt bovendien de doelstelling om de keten als een geheel te zien verder vorm gegeven. Vanzelfsprekend komen alle inspanningen en ontwikkelingen samen in de regiegroep die zorg draagt voor afstemming en besluitvorming. De regiegroep wordt ondersteund door een eigen compacte en professionele werkorganisatie. De medewerkers hiervan zijn afkomstig uit de verschillende ketenorganisaties. Samenstelling en rolverdeling De regiegroep is als volgt samengesteld: • Leonard Geluk, portefeuillehouder Jeugdzorg van de Stadsregio • Wim Blok, directeur BOOR, namens het onderwijs in de stadsregio, • Paul de Bot, directeur BAVO RNO-groep, namens de instellingen voor Jeugd-GGZ en Jeugd-LVG, • Roger Dirven, directeur Raad voor de Kinderbescherming, mede namens het Openbaar Ministerie, de politie, kinderrechter en het ministerie van Justitie,
18
• • • • • • •
Els Hostmann, directeur van Consultatiebureau Ouder & Kind, namens de jeugdgezondheidszorg, Marjolijne Lewis, wethouder Onderwijs & Jeugd van Spijkenisse, namens de betrokken gemeenten, Wim Spierings, directeur/bestuurder van Flexus namens de regionale jeugdzorginstellingen, José Vermeer, directeur Bureau Jeugdzorg, Ria Frank, secretaris van de regiegroep, Marijke de Vries, secretaris van de regiegroep, Ton de Klerk, programmanager a.i. Ieder Kind Wint.
•
•
De regiegroepleden vertegenwoordigen ‘hun’ sector. Daarnaast kennen zij een verantwoordelijkheid in het realiseren van de ‘tegeltjes’. De betreffende rolverdeling luidt als volgt. • Rol, ‘tegeltje’
Regiegroeplid
•
Versterken bereik jeugdgezondheidszorg
José Vermeer
•
Versterking kennisinfrastructuur
Wim Spierings
•
Toerusten professionals
Marjolijne Lewis
•
ZAT-structuur optimaliseren
Els Hostmann
•
CJG-ontwikkeling en uitrol
Paul de Bot
•
Verbeteren match vraag en aanbod en kwaliteit10
Wim Blok
•
Ketenstroomlijning
Roger Dirven
•
Ontmoeting & uitwisseling
Leonard Geluk
•
Sturing
Leonard Geluk
3.2 Werkorganisatie Rol en verantwoordelijkheden De regiegroep wordt in haar verantwoordelijkheden bijgestaan door een werkorganisatie. Deze kent de volgende verantwoordelijkheden: • Ondersteunen van (leden van de) regiegroep [en door deze te installeren werkgroepen] 10
De doelstellingen 6 en 8 (zie 1.2.) zijn geclusterd.
• •
(Doen) Uitvoeren van het actieprogramma - uitdetailleren van programma; - definiëren van projecten en initiatieven; - verzorgen van de ‘adoptie’ van projecten en initiatieven; - bieden van ondersteuning in de uitvoering van projecten en initiatieven. Communicatie en informatievoorziening - Website; - Nieuwsbrieven; - Conferenties; - Roadshows; - Presentaties ten behoeve van veldorganisaties en relevante derden; - Infovoorziening met betrekking tot voortgang en resultaten ten behoeve van de keten. Ondersteunen van veldorganisaties met info & advies (Expertisecenter functie); Monitoren van voortgang uitvoering programma; Rapporteren omtrent voortgang aan regiegroep.
Programmamanager De werkorganisatie wordt geleid door een programmamanager (kwartiermaker), die rechtstreeks rapporteert aan de (voorzitter van de) regiegroep. Diens opdracht is drieledig: • Vormgeven van programma Ieder Kind Wint; • Inrichten van werkorganisatie en vervullen van het desbetreffende interim management; • Advisering ten aanzien van meer ‘structurele’ inbedding van de werkorganisatie vanaf het najaar 2007. Medewerkers werkorganisatie De medewerkers van de werkorganisatie worden gerecruteerd uit de diverse ketenkolommen. Zij worden op part time basis (ca. 3 dagen per week) en ‘om niet’ gedetacheerd en wel voor de duur van een half (tot een geheel) jaar met de optie van verlenging voor eenzelfde duur. Oogmerk is, dat daarna een andere organisatie capaciteit beschikbaar stelt. Dit uit- en inroosterproces zal zodanig plaats hebben dat de continuïteit van de werkzaamheden steeds is
19
verzekerd. Hiërarchisch fungeren de medewerkers voor de betreffende werkzaamheden onder de programmamanager. Op deze basis is in totaal ca. 4,5 fte beschikbaar. In de eerste fase (tot augustus 2007) fungeert tevens een communicatie-adviseur (0,4 fte) binnen de werkorganisatie. Met inbegrip van de programmamanager is aldus sprake van een team van tien mensen. Medewerkers krijgen binnen de werkorganisatie in overleg een ander focusgebied toegewezen dan in de ‘thuissituatie’ het geval is. Het doel daarvan is tweeledig: • Loskomen van eigen situatie om daarmee beter in staat te zijn tot het leveren van bijdragen aan cultuurverandering van keten; • Voorkomen van representatie-mechanisme en het ontstaan van een dubbele loyaliteit. Profiel medewerkers Selectie van medewerkers vindt plaats op basis van de navolgende profielkenmerken: • Kennis van en ervaring met meerdere onderdelen van de jeugdketen; • Meerjarige ervaring met het definiëren en leiden van projecten/programma’s; • (Tenminste enige) Ervaring in het sturen van meer complexe, procesgeoriënteerde opgaven; • Communicatief sterk; • Vermogen om inzichten in een bredere context te plaatsen en te vertalen naar strategie en uitvoering; • Enthousiasmerende en ontwikkelingsgerichte persoonlijkheid; • Vermogen tegenstellingen te overbruggen en partijen duurzaam te (ver-) binden. Huisvesting werkorganisatie De werkorganisatie kent eigen huisvesting. Wel wordt uit oogpunt van kostenefficiency (roulerend) gebruik gemaakt van voorzieningen die de diverse ketenpartners daarin kunnen bieden. Binnen de betreffende opzet wordt de autonomie en onafhankelijkheid van de werkorganisatie geborgd. De werkorganisatie is steeds op een centrale locatie gehuisvest en heeft aldaar de beschikking over tenminste vijf werkplekken (incl, telefoon, PC en
internetverbinding en enkele secretariaatdiensten) met gebruik van vergaderfaciliteiten. De werkorganisatie gaat in de tweede helft van mei 2007 ‘live’. 3.3 Overlegstructuur Regiegroep De regiegroep kent twee soorten overleg. Maandelijks vindt kort overleg plaats over ‘proces & procedure’. Deze bijeenkomsten hebben een formeel en besluitvormend karakter. Daarnaast wordt tweemaandelijks een zogeheten thema-overleg gehouden. Deze op een externe locatie te houden sessies (retraite) beslaan twee dagdelen. Hierin staat inhoudelijke verdieping, uitwisseling, wederzijds inspiratie en ‘teaming’ centraal. Voor deze bijeenkomsten zullen ook met regelmaat gasten worden uitgenodigd. De betreffende bijeenkomsten worden georganiseerd door de secretaris en de programmamanager. Afdelingsoverleg Regiegroepleden hebben een verantwoordelijkheid voor ‘een kolom’. Zij voeren in die rol regie op de inhoudelijke ontwikkeling in de eigen sector (borgen samenhang ontwikkelingen versus Ieder Kind Wint en v.v.) en zijn verantwoordelijk voor zowel de informatievoorziening alsook het stimuleren van de betrokkenheid van de eigen sector bij het programma en de adoptie van projecten en initiatieven. Dit is een grote verantwoordelijkheid, zeker voor de meer uitgestrekte sectoren als de lokale overheid, maar vooral ook het onderwijs en het cluster Raad voor de Kinderbescherming, het OM, de politie en de kinderrechter. Voor deze laatste sectoren geldt dat het betreffende overleg niet rechtstreeks maar met behulp van hulpstructuren zal plaatsvinden. Vanzelfsprekend worden de leden van de regiegroep in de betreffende verantwoordelijkheden professioneel ondersteund door de werkorganisatie. Hulpstructuren De regiegroepleden die de lokale overheid, het onderwijs en de RvdK en de justitiële sferen vertegenwoordigen hebben een grote taak. Om deze te kanaliseren worden de volgende hulpstructuren opgezet.
20
Lokale overheid De stadsregio valt grofweg te onderscheiden in vier subregio’s. Daarvoor zijn, naast Marjolijne Lewis (regiegroeplid), tevens de wethouders van Maassluis, Capelle en Ridderkerk, bereid gevonden om onder leiding van het regiegroeplid de verbinding te maken naar de overige gemeenten. Voorzien wordt in periodiek plenair overleg en met hogere frequentie overleg in subregionaal verband. Tevens wordt nog bezien op welke basis het stadsgregionale overleg kan worden benut, waarbij als aandachtspunt geldt dat ‘dagelijkse gang van zaken’ en ‘verandering’ niet zodanig moeten worden gemengd dat een diffuse situatie ontstaat. Naast het bestuurlijk overleg wordt, zodra de werkorganisatie operationeel is, ook bekeken of een ambtelijk overleg kan worden gestart.
Raad voor de Kinderbescherming, het OM, de politie en de kinderrechter De Raad voor de Kinderbescherming is actief binnen het zogeheten Arrondissementaal justitieel beraad (AJB). Binnen dit beraad werken diverse organisaties samen om de justitieketen te versterken. Elk arrondissement heeft een eigen AJB waarin de politie, het openbaar ministerie, de reclassering, de RvdK, bureau HALT, de rechtbank, slachtofferhulp en het gevangeniswezen participeren. Binnen het (binnen het stadsregionale gebied actieve) AJB is Ieder Kind Wint inmiddels een van de leidende thema’s. Roger Dirven draagt zorg voor de goede inbedding daarvan.
Onderwijs De onderwijssector geeft een zeer gevarieerd beeld. Naast de grote bestuurlijke conglomeraten die zich vooral in Rotterdam concentreren is er een enorme veelheid aan overige instellingen, waaronder velen die slechts op lokaal niveau beperkt aanbod vertegenwoordigen. Daar dwars doorheen spelen dan nog verschillen die samenhangen met schooltype en identiteit. De hulpstructuur voor de eerste fase ziet er als volgt uit: • Overleg met de Bende van vijf (1 forum); • Overleg met de voorzitters van de in de regio actieve samenwerkingsverbanden (dit zijn er ca. 12, met de complicatie dat de geografische begrenzing van de stadsregio niet overeenkomt met die van bedoelde fora); • Overleg met directies van speciaal onderwijs en dan vooral de REC’s. Streven is daarbij om binnen een redelijke tijdspanne de personen in de bovenbedoelde overleggen te doen besluiten tot het vormen van één (hoofd-) podium voor de afstemming met de regiegroep. Vanzelfsprekend kan daarnaast met zekere regelmaat overleg plaats hebben met het grotere gezelschap. Eveneens lijkt het gelet op de vitale positie van het onderwijs in het programma aangewezen om, los van de ‘grote conferenties’ (zie hoofdstuk 4) regelmatig themabijeenkomsten voor de sector te organiseren.
21
4. Communicatie & cultuur 4.1 Inleiding In veel opzichten betreft Ieder Kind Wint een cultuurtransformatie; het kind komt centraal te staan en de organisaties en professionals moeten met elkaar in een aanbod voorzien dat de behoeften van het kind passend en tijdig adresseert. Aanbodsturing wordt daarmee ingeruild voor vraagsturing. Maar de transformatie reikt verder. Nu is het denken in termen van processen de voornaamste oriëntatie. Deze zal plaats moeten maken voor het denken in resultaten en het tonen van bereidheid om omwille van het kind concessies te doen aan de eigen autonomie en comfort. Daarnaast noopt het kunnen lenigen van de vraag van het kind tot intensievere vormen van samenwerking met andere ketenpartners en wellicht zelfs meer dan dat. Organisaties en professionals zullen zeer ‘van hun plaats moeten komen’. De taaiheid van deze opgave mag niet worden onderschat. Dat maakt dat wij niet alleen aan het vraagstuk van de communicatie een apart hoofdstuk wijden, maar veronderstelt tevens dat we ons in de opgave bewust zijn van de impact die cultuur daarop kan hebben en oog hebben voor de (on) mogelijkheden deze via de communicatie te sturen. Ook in deze geldt de spreuk dat het leiderschap de bepalende factor is of in slecht Nederlands: ‘walk the talk’. 4.2 Communicatiedoelen Toegespitst op het programma onderscheiden we de volgende communicatiedoelen: • Creëren van bekendheid in de gehele jeugdketen met het programma en de daarvan deeluitmakende doelstellingen, ‘de nieuwe spelregels’, maar vooral ook de te ondernemen initiatieven; • Het verleiden van het veld om doelen en initiatieven te adopteren en daar menskracht en kapitaal voor aan te wenden; • Het verleiden van het veld om ambassadeur voor het programma te zijn en daarmee ‘een voorbeeld’ voor de omgeving te zijn; • Creëren van besef dat samenwerking en uitwisseling niet alleen van professionele betekenis zijn, maar ook extra focus en inspiratie teweeg kunnen brengen; • Bewerkstelligen van een cultuuromslag daar waar dit voor de verwezenlijken van de doelen nuttig of nodig is;
•
Informatievoorziening over de successen en te behalen resultaten – maar ook zonodig de misstanden en gebrek aan samenwerking en steun communiceren.
De regiegroep is de motor van het programma en daarmee de communicatie. Ook voor de regiegroep zelve is communicatie cruciaal. We onderscheiden daarbij een interne en een externe scope. Intern • Commitment ten aanzien van de missie, visie en de kernboodschap en het ontwikkelen van een bijbehorende overeenkomende communicatieaanpak; • Zorgen voor een inspirerend en constructief klimaat, waarbinnen maximale inzet mogelijk is en ook op een scherpe –respectvolle- wijze het debat kan worden gevoerd omtrent verschillen in inzicht. Extern • Vervullen van de voortrekkersrol in de uitrol van het programma en de communicatie erom heen; • Markeren van successen en resultaten en misstanden. 4.3 Communicatiestrategie Er moet de komende 2 tot 2,5 jaar enorm veel gebeuren. Nog los van het gewicht van de inhoudelijke doelstellingen, wordt de impact ervan danig beïnvloed door de samenstelling van het veld, verschillen in visie, tempo en mores en onderlinge –soms afwijkende- belangen. Een goed gestructureerde en afgestemde communicatie is van groot belang voor het doen welslagen van het programma. In deze paragraaf zetten wij de betreffende strategie uiteen. Interne communicatie voor inspiratie en betrokkenheid De leden van de regiegroep zijn voortrekker geweest in het opzetten van het programma. Zij zien het nut en de noodzaak ervan in. Toch zal moeten worden geïnvesteerd in een sterke onderlinge binding. De interne
22
communicatie (of breder: omgangsvormen) richten zich op het bevorderen van die binding en het creëren van een klimaat waarin leden het ook (zeer) oneens kunnen zijn, maar het debat wel wordt gericht op het bewerkstelligen van een uitkomst die ten goede komt aan het welslagen van het programma – ook als deze ‘ten koste’ gaat (voor de korte termijn) van institutionele belangen. Deze doelstelling willen wij realiseren door naast de maandelijkse vergaderingen, tevens tweemaandelijks meetings te hebben waarin het vraagstuk van teaming, inhoudelijke verdieping en onderlinge inspiratie centraal staat. (Zie ook 3.3). Persoonlijke communicatie vanuit de regiegroep De informatievoorziening over het programma vindt steeds plaats door de regiegroep. Daar waar ‘kolom-communicatie’ aan de orde is, heeft het betreffende lid ‘de lead’. Deze communicatie vindt plaats met gebruikmaking van onder andere persoonlijke middelen en kanalen. De gedrevenheid en passie van de regiegroepleden moeten borg staan voor inspiratie en de mobilisatie van de omgeving. Omdat we in veel opzichten spreken over een cultuurverandering, moet die communicatie (hoog) frequent plaats hebben. De achterban moet in de missie gaan geloven en worden gestimuleerd om deze weer uit te dragen in de eigen omgeving, waarmee een olievlekeffect moet ontstaan. Deze benaderingswijze is verder uitgewerkt in paragraaf 3.3. Verbinden van inhoudelijke opgaven aan de leden van de regiegroep Naast de vertegenwoordigende rol die regiegroepleden vervullen naar de eigen kolom, krijgen zij de lead in het realiseren van een van de tien tegeltjes. De distributie daarvan heeft zodanig plaats gevonden (zie boven), dat een ‘diagonaal’ bestaat die dwars door de kolommen heengaat. Deze bewerkstelligt dat er in de diverse kolommen naast ‘een sectorvertegenwoordiger’ tevens (een of meerdere) regiegroepleden actief zijn, die verantwoordelijk zijn voor de realisatie van een inhoudelijk thema. Daarmee ontstaat tussen de betrokkenen een profijtelijke en inspirerende wisselwerking die borgt dat kennis van de betreffende sector en onderliggende netwerken, wordt gecombineerd (en verrijkt) met de inzichten van een professional uit een ander ketensegment, die bovendien met meer distantie naar de betreffende sector kan kijken. Aldus wordt een belangrijke impuls gegeven aan de gewenste vernieuwing en wordt bovendien de
doelstelling om de keten als een geheel te zien verder vorm gegeven. Vanzelfsprekend komen alle inspanningen en ontwikkelingen samen in de regiegroep die zorg draagt voor afstemming en besluitvorming. Focus en gecoördineerde externe informatievoorziening Het programma kent een veelheid aan initiatieven en de betrokkenheid van een navenant aantal stakeholders. Het is van belang dat in de zekere ‘wirwar’ die op momenten ongetwijfeld zal ontstaan, eenduidige regie is te voeren over de externe communicatie. De regie ligt bij de communicatieadviseur van de werkorganisatie die in samenspraak met de programmamanager zal bepalen op welke wijze de communicatie het meest effectief is. Daar waar bestuurlijke ‘boodschappen’ aan de orde zijn, wordt het daarvoor (het meest) in aanmerking komende lid van de regiegroep gevraagd daarvoor de verantwoordelijkheid te nemen. De communicatieadviseur biedt terzake te benodigde ondersteuning. 4.4. Cultuuromslag Een omslag in denken en handelen is nodig om de doelen uit dit programma te realiseren. Eerder introduceerden wij al de metafoor van ‘van de plaats komen’. Via structuuraanpassingen (binnen het vigerende stelsel) en instrumentatie, kan daarin het nodige worden bewerkstelligd. Wij verwijzen kort naar hoofdstuk 2. Maar dat is niet voldoende. We willen en zullen mensen moeten prikkelen om te leren denken vanuit andere perspectieven – eerst en bovenal de optiek van het kind in de knel, maar toch ook vanuit de blik van de collega-organisatie die in een opvolgende schakel met hetzelfde kind van doen krijgt. Wij hebben een aantal cross overs bedacht om flexibiliteit in denken en handelen te bewerkstelligen. • • • •
Carrousel van regiegroepleden, waarbinnen deze met regelmaat andere posities innemen in de keten; Medewerkers in de werkorganisatie krijgen een ander focusgebied dan het eigenlijke inhoudelijke domein; Stimuleren van buddy-schap over schakels heen, gericht op het creëren van verbinding èn elimineren van operationele knelpunten; Stages van medewerkers;
23
• •
Elkaar (over schakels heen) de hand reiken bij het optreden van vacatures; Ateliers waarin bestuurlijke en beleidsvraagstukken ook worden beschouwd door frontliniewerkers, ouders en vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties.
4.5 Communicatiedoelgroepen en instrumenten Wij onderscheiden de volgende communicatiedoelgroepen: • Regiegroep; • Minister Rouvoet en diens ambtelijk apparaat; • Vertegenwoordigers van de ‘kolommen’: bestuurders en medewerkers; • Ouders en kinderen; • Andere regio’s en provincies; • Kennisinstituten (NIZW, NJI e.d.); • Media. Hiervoor onderscheidden wij al de instrumenten die specifiek voor de regiegroep relevantie hebben: maandelijks overleg, tweemaandelijkse teaming-sessies, waarin ook externen (experts, vertegenwoordigers van ketenorganisaties) een rol kunnen vervullen. Dat kan worden aangevuld met presentaties en nieuwsbrieven. Voor de externe communicatie, i.e. gericht op de overige doelgroepen, zijn de volgende persoonlijke communicatieinstrumenten voorhanden: • • • • • •
Daarnaast zijn schriftelijke communicatievormen beschikbaar: • Brochure: wat behelst Ieder Kind Wint en wat betekent het voor de omgeving; • Bestaande interne en externe communicatiemiddelen die binnen de instellingen en organisaties die de regiegroepleden vertegenwoordigen, voorhanden zijn; • Artikelen en persberichten in de diverse media; • Idem TV-uitzendingen; • Jaarverslag: verantwoording van de resultaten; • Roadshow-kit: samenstelling van een presentatieset waarmee de relevante achterbannen kunnen worden geïnformeerd. Tot slot zijn er digitale middelen: • Website: o snelle distributie van recente informatie; iedere week houdt een regiegroep-lid een weblog bij; o etaleren van ‘een barometer’ die de stand van de tien tegeltjes weergeeft; o creëren van een interactief podium (een virtuele ontmoetingsplaats) waarbinnen discussie kan worden gevoerd omtrent het ketenpresteren; o een ‘boekenkast’ voor best practices en modellen die hun nut hebben bewezen; • Nieuwsbrief: iedere maand verschijnt een nieuwsbrief over de stand van zaken, veranderingen bij instellingen, voorbeelden e.d.
Overleg en bijeenkomsten met vertegenwoordigers van de kolommen; Werkbezoeken; Roadshows; Conferenties; Kick off bijeenkomst(en) voor (grotere groepen) frontlinie-werkers; Uitreiken van de Ieder Kind Wint-award voor een prestatie die een majeure rol vervult in het realiseren van het programma.
24
4.6 Samenvatting Doelgroep Regiegroep
Doelen • •
Middelen
Informeren over proces en procesgang Inspireren en uitdiepen van specifiek thema
• • • •
Overleg Nieuwsbrief Presentatie Mini-conferentie
Ministerie Jeugd en Gezin
•
Creëren van bekendheid en het agenderen van het actieprogramma
• • • •
Werkbezoeken Persoonlijke contacten Nieuwsbrief Jaarverslag
Gemeenten, instellingen in jeugdzorgketen, onderwijsinstellingen, instanties en instellingen in de jeugdketen
•
Creëren van bekendheid voor het programma en over stand van zaken Bewerkstelligen van een cultuuromslag en verleiden tot adopteren van doelen, stimuleren van samenwerking
• • • • • • • • • • • •
Overleg Presentatie Nieuwsbrief Boekje Website Conferentie Aftrapbijeenkomst Jaarverslag Roadshowkit Cross-overs Ieder Kind Wint Award Aftrapbijeenkomst
Gezinnen met kinderen in de stadsregio Rotterdam
•
Creëren van bekendheid voor het programma
• • •
Boekje Website Artikelen en persberichten in de media
Media
•
Informeren over successen en behaalde resultaten
• • •
Persberichten Website Persconferentie
•
Figuur 4. Communicatiematrix
25
5. Financiën 5.1 Inleiding Het programma Ieder Kind Wint is een ambitieus programma, dat forse inspanningen vergt van de diverse spelers in de keten. Cruciaal is dat lopende en nieuw te ondernemen initiatieven steeds worden verbonden met de inhoudelijke doelstellingen van dit programma en de daarin voorgestane aanpak. Alleen op deze wijze ontstaat focus in (keten) programma’s, de bijbehorende capacitaire inzet alsmede de aanwending van financiële middelen. Het programma Ieder Kind Wint is in dat bestek te beschouwen als een katalysator in de lopende en nog te ondernemen vernieuwings- en verbeteringsprocessen in de gehele keten. In deze paragraaf staat de kostenstructuur van Ieder Kind Wint centraal en wordt ingegaan op het dekkingsvraagstuk. 5.2 Kostenstructuur Wij onderscheiden in de kostensfeer aan de ene kant organisatie- en communicatiekosten en aan de andere zijde out of pocket kosten. De eerste kostensoorten hangen onlosmakelijk samen met de ambitie een toonaangevend programma te willen voeren. Tot de organisatiekosten behoren de kosten van de regiegroep, de kosten die samenhangen met de rol die regiegroepleden naar hun sector hebben te vervullen, alsmede de kosten van de werkorganisatie en de daarvoor benodigde facilities. De communicatiekosten zien op al die initiatieven die verband houden met informatievoorziening en het creëren van betrokkenheid en participatie rondom het programma. De te maken out of pocket kosten hangen op hun beurt samen met het stimuleren van gewenste ontwikkelingen en het verdiepen van de daarvoor benodigde inzichten en expertise. Deze zien op onder andere: • Ontwikkelen van risicomanagementsystemen; • Creëren van aansluiting tussen EKD en ZAT en CJG; • Creëren van aanbod in sfeer van toerusten van professionals; • Professionaliseren van de ZAT-structuur; • Ontwikkeling en implementatie CJG-concept;
• •
Verbetering aansluiting vraag en aanbod en kwaliteit van zorg; Ketenstroomlijning.
We willen benadrukken dat het out of pocket budget op geen enkele wijze inspanningen compenseert die in de keten moeten plaats vinden om de doelstellingen van het programma Ieder Kind Wint te (doen) realiseren. In zekere zin zijn de organisatie- en communicatiekosten als ‘vast’ te beschouwen, in de zin dat als daarin niet kan worden voorzien ook geen programma kan worden gemanaged. De out of pocket kosten zijn in dezelfde benaderingswijze meer als variabel te definiëren in de zin dat deze meer afhankelijk te stellen zijn van (financierings-) mogelijkheden. Dit onderscheid is met name van belang omdat ten tijde van de vaststelling van deze rapportage nog een verschil bestaat tussen het geraamde kostenniveau en het toegezegde budget. Voor het tijdvak 2007-2009 ramen wij de volgende kosten (nota bene: alle bedragen * 1.000 €.).
Organisatiekosten Communicatiekosten Out of pocket kosten Onvoorzien Totaal
2007
2008
2009
315 216 925 133 1.589
355 101 1.150 135 1.742
358 231 1.400 173 2.162
In de organisatiekosten is ondanks het gegeven dat de betreffende capaciteit ‘om niet’ wordt ingezet, rekening gehouden met de detachering van 4,5 fte, i.e. € 250.000. In de dekking is de equivalent van de betreffende kosten meegenomen. Over de betreffende kosten is logischerwijs geen opslag voor onvoorzien toegepast. Een verdere inhoudelijke onderbouwing van de kosten is terug te vinden in bijlage (1). Een specificatie van te maken kosten is opgenomen in bijlage (2).
26
5.3. Dekkingsmiddelen Bij het gereedkomen van dit plan (d.d. 24 april 2007) is meerjarig voorzien in de dekking daarvan op een niveau van ca. € 1.150.000 en daarmee (zie boven) van netto € 900.000. Deze laatste is opgebouwd uit middelen van de stadsregio enerzijds en een toezegging van de gemeente Rotterdam anderzijds. De leidende ambitie is om in aanvullende middelen te voorzien. Daarvoor staan diverse bronnen beschikbaar: bijdragen vanuit de ketenorganisaties, minister Jeugd & Gezin en de zorgkantoren. Het betreffende overleg met deze partijen wordt de komende periode voortgezet.
5.5 Administratieve organisatie Omdat de regiegroep geen rechtspersoonlijkheid bezit is het nodig om het programmabudget binnen een bestaande organisatie in te brengen, die tevens als kostenplaatshouder fungeert. Er is voor gekozen de stadsregio daarvoor uit te nodigen. In een nader vorm te geven AO en bijbehorende mandateringsregeling worden de bevoegdheden van de programmamanager en de voorzitter van de regiegroep en die van de kostenplaatshouder en v.v. verder uitgewerkt. De regiegroep legt over zijn inspanningen, de daarmee gemoeide financiële inspanningen en de bereikte resultaten verantwoording af aan de keten.
Overigens is het geenszins voorwaarde, dat in de betreffende relatie ook metterdaad middelen worden overgeheveld. Ook via synchronisatie van programma’s kunnen de nodige voordelen worden bewerkstelligd die bijdragen aan het verkleinen van de kloof. Wel is het verschil tussen het benodigde en het tot dusverre gegarandeerde budget aanleiding geweest voor het uitvoeren van een tweetal scenario’s: een netto dekking van € 1.100.000 respectievelijk € 1.300.000. Deze scenario’s voorzien in het schrappen van de post onvoorzien en het hanteren van ‘de kaasschaaf’ op een niveau van respectievelijk 20% en 10%. Beide scenario’s laten zien dat het programma met een te overziene aanpassing van het ambitieniveau kan worden gerealiseerd. Als slechts sprake is van onderdekking in een enkel jaar, kan via een eenvoudige verschuiving van het kasritme daarin passend worden voorzien. Tot slot: als (zoals ten tijde van het vaststellen van dit plan nog in onderzoek is) kan worden voorzien in huisvesting ‘om niet’ van de werkorganisatie binnen de gebouwen van een van de ketenorganisaties, ontstaat een meerjarige besparing die in totaal € 100.000 omvat. Deze besparing behelst over 2007 ca. €25.000. 5.4 Middelenaanwending en prioriteitsstelling prioriteitsstelling De regiegroep besluit over het programma en daarmee de middeleninzet. Als het hiervoor vermelde verschil niet kan worden ingelopen, besluit de groep vanzelfsprekend over de prioriteitsstelling binnen het budget. Uiteraard wordt daarbij rekening gehouden met de redelijke voorwaarden die zijn verbonden aan goedgekeurde budgetten.
27
BIJLAGEN In de navolgende bijlagen zijn de doelstellingen die zijn beschreven in hoofdstuk 2 van het plan van aanpak verder uitgewerkt in termen van te ondernemen initiatieven, de daarbij betrokken partijen, verwachte (doorloop-) tijd en benodigde budgetten. Tevens is een meerjarenbegroting voor het programma Ieder Kind Wint opgenomen. De diverse doelstellingen en initiatieven zullen door de regiegroep, daarin ondersteund door de werkorganisatie, de komende tijd met betrokkenheid van het veld worden vertaald naar projectplannen, die de basis zijn voor uitvoering.
28
Tegel 1. Het versterken van het bereik van de JGZ Doelstellingen • • • • • •
Terugdringen van beroep op geïndiceerde zorg Verbeteren van de informatiepositie van en tussen instellingen Versterken effectiviteit en efficiency van inspanningen Screeningsmethodiek harmoniseren en optimaliseren vanuit wetenschappelijke inzichten in risico- en protectieve factoren Vroegtijdig identificeren van de risicogroep; deze tijd prioriteren en voorzien van benodigd aanbod Ontwikkelen van heldere opvolgingslijn bij optreden van risico-signalen
Initiatieven & tijdpad
Ontwikkelen systeem risicomanagement en -classificatie Introduceren outreachende werkwijze Verruimen leeftijdsklasse -9 mnd/23 jaar, lobby Introduceren verschijnplicht, lobby Invoeren gegevens kinderen KIDOS
Kw 2/07
Kw 3/07
Kw 4/07
Kw 1/08
Kw 2/08
Kw 3/08
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Kw 4/08
Kw 1/09
Kw 2/09
Kw 3/09
Kw 4/09
29
- Rotterdam - andere gemeenten Differentiatie in behandelduur na risicoclassificatie, lobby
x
x
x
•
x x
x x
x x
•
•
•
x x
x
x
x
x
Betrokken actoren • • • • •
Gemeenten Stadsregio GGD-en Ouder & Kind-centra (kraamzorg, huisartsen) Minister J&G/VWS
Budget Initiatief Risicomanagement
2007 100.000
2008 200.000
2009 100.000
30
Tegel 2. het versterken van de kennisinfrastructuur Doelstellingen • • • •
Informatieverzameling en uitwisseling t.b.v. cliënten harmoniseren en stroomlijnen Keuze maken voor landelijke/stadsregionale standaard Toegankelijkheid van informatie (voor geautoriseerden) verbeteren via ICT-tool Versterken van effectiviteit en efficiency van inspanningen
Initiatieven
Ontwikkelen van EKD- standaard Regionale keuze standaard Regionale keuze uniformeren informatiestromen Koppeling EKD vs Multisignaal Regionale uitrol MS (gemeenten & imstellingen)
Kw 2/07
Kw 3/07
Kw 4/07
Kw 1/08
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Kw 2/08
Kw 3/08
Kw 4/08
Kw 1/09
Kw 2/09
Kw 3/09
Kw 4/09
31
Budget Initiatief EKD en aansluiting ZAT en CJG
2007 100.000
2008 200.000
2009 100.000
Betrokken actoren • • • • •
Gemeenten Stadsregio GGD-en Ouder & Kind-centra (kraamzorg, huisartsen) Minister J&G/VWS
32
Tegel 3. Toerusten van professionals in de vindplaatsen Doelstellingen Benutten van signaleringspotentieel in de vindplaatsen voor vroegtijdig signaleren van problemen en risico’s Terugdringen van beroep op geindiceerde zorg
• •
Initiatieven
Vorm geven trainingsaanbod en tools Idem ondersteunende organisatie Selecteren trainers Start werving cursisten Start aanbod Evaluatie 1e ronde Start
2e
ronde
Kw 2/07
Kw 3/07
•
•
•
Kw 4/07
Kw 1/08
Kw 2/08
•
•
Kw 3/08
Kw 4/08
Kw 1/09
Kw 2/09
Kw 3/09
Kw 4/09
•
•
•
•
•
•
•
• •
•
•
•
33
Budget Initiatief Trainen van professionals
2007 125
2008 200
2009 200
Toelichting • • • • • • •
Dakpanconstructie/Train the trainer-format: iedere instelling kan twee professionals afvaardigen (extra tegen kostprijs), die worden toegerustom in eigen omgeving aanbod te verzorgen (idem tooling). Regio: 500 scholen, 1.000 docenten (respons 75%); idem 1.000 instellingen, 2.000 professionals (respons 40%). Training jaar 1: 2 dagen, daarna één dag. Caseload docent: 150 dagen op jaar basis, groepsgrootte 15 personen, frictievoorziening = 10%, netto capaciteit per docent: 2.000 cursisten per jaar (één dag). Benodigde capaciteit jaar 1 (vol kalenderjaar): 1,55 fte; daarna 0,775 fte. Kosten docent c.a.: 80.000 per jaar. Helpdesk: beantwoorden zorginhoudelijke vragen en ondersteuning, werving en admin: 1 fte; kosten: 75.000 per jaar. Initiële kosten: aanbodontwikkeling: 50.000. Recap docenten helpdesk aanbod Totaal
jaar 1 124.000 75.000 50.000 249.000
jaar 2 62.000 75.000
jaar 3 62.000 75.000
137.000
137.000
Toerekening
2007 125.000
2008 200.000
2009 200.000
Betrokken actoren • • • • • •
Gemeenten GGD-en Ouder & Kindcentra c.a. Onderwijsinstellingen BJZ Stadsregio
34
Tegel 4. Professionaliseren ZAT-structuur Doelstellingen • •
Creëren van een goed zorgcontinuüm in de relatie tussen onderwijs en zorg Idem platform voor overleg en afstemming onderwijs/zorg
Kw 2/07
Kw 3/07
Kw 4/07
•
•
•
Professionaliseren ZAT-structuur Opvoeren van bereik ZAT Creëren aansluiting ZAT – CJG
•
•
Kw 1/08
Kw 2/08
Kw 3/08
Kw 4/08
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Kw 1/09
Kw 2/09
Kw 3/09
Kw 4/09
Budget Initiatief ZAT-structuur professionaliseren
2007 50.000
2008 50.000
2009 0
Betrokken actoren • • • • •
Gemeenten Zorginstellingen Onderwijs BJZ CJG
35
Tegel 5. CJG Doelstellingen • • •
Bieden van laagdrempeling advies Benutten van mogelijkheden tot vroegsignalering Coördinatie van lokaal-preventieve inspanningen
Initiatieven Kw 2/07
Kw 3/07
•
•
x
x
Ontwikkelen CJGconcept Uitrol CJG – regio’s - Rotterdam - koplopers - rest Visitatie (CJG- en ander lokaal) aanbod - 1e ronde - 2 e ronde
Kw 4/07
Kw 1/08
Kw 2/08
Kw 3/08
Kw 4/08
Kw 1/09
Kw 2/09
Kw 3/09
Kw 4/09
x x
x x
x x x
x x x
x x x
x
x
x
x
x
x x
x
Budget Initiatief CJG-model ontwikkeling
2007 150.000
2008 150.000
2009 150.000
36
Betrokken actoren • • • • • • •
Gemeenten GGD OKC Stadsregio BJZ zorginstellingen minister J&G
37
Tegel 6 Verbetering match vraag/aanbod en kwaliteit zorg Doelstellingen • • • •
Aanbod afstemmen op vraag (volume en typologie) Effectiviteit aanbod versterken Reductie van wacht- en doorlooptijden Versterken kosteneffectiviteit van het aanbod
Initiatieven a. Zorgaanbieders Uitvoeren vraagontwikkelingsonderzoek In kaart brengen best practices Visitatie zorginstellingen - voorbereiding - uitvoering Inrichten portfolio Invoeren prestatiemanagement Speelveld J-GGZ, arrangement
Kw 2/07
Kw 3/07
•
•
•
•
Kw 4/07
Kw 1/08
Kw 2/08
x
x
Kw 3/08
Kw 4/08
•
•
Kw 1/09
Kw 2/09
Kw 3/09
Kw 4/09
•
•
•
•
x •
•
•
•
38
b. BJZ-RvdK Kw 2/07
Kw 2/09
Kw 3/09
Kw 4/09
•
•
•
Kw 2/09
Kw 3/09
Kw 4/09
•
•
->
Inpassing in aanbod
•
•
->
Invoeren prestatiemanagement
•
•
->
Uitvoeren vraagontwikkelingsonderzoek In kaart brengen best practices Visitatie
Kw 3/07
Kw 4/07
Kw 1/08
•
Kw 2/08
Kw 3/08
Kw 4/08
Kw 1/09
•
•
• •
Inpassing in aanbod
•
Invoeren prestatiemanagement
c. Lokaal aanbod Kw 2/07 Uitvoeren vraagontwikkelingsonderzoek In kaart brengen best practices Visitatie
Kw 3/07
Kw 4/07
Kw 1/08
Kw 2/08
Kw 3/08
Kw 4/08
Kw 1/09
•
•
•
•
39
Budget Initiatief Zorgaanbod
2007 300.000
2008 250.000
2009 650.000
Toelichting 2007 Vraagontwikkeling: 200.000 Best Practices: 100.000
2008 Visitatie zorginstellingen: 100.000 Vraagontwikkeling BJZ/RvdK: 50.000 Best practices BJZ/RvdL: 50.000 Visitatie BJZ/RvdK: 50.000
2009 Prestatiemanagement zorginst: 100.000 Prestatiemanagement BJZ/RvdK: 50.000 Vraagontwikkeling CJG: 100.000 Visitatie CJG: 200.000 Prestatiemanagement CJG: 200.000
Betrokken actoren • • •
Zorginstellingen en J-GGZ en J-LVG BJZ & RvdK Lokale aanbieders/gemeenten (GGD, OKC e.d.)
40
7. Ketenstroomlijning Doelstellingen • • •
Klant centraal stellen in keten (-benadering) Processen en aanbod op behoeften van cliënten Doelmatige inzet van capaciteit en middelen
Initiatieven
In kaart brengen van ketenprocessen o.g.v. cliënt-profielen Atelierbijeenkomsten
Kw 2/07
Kw 3/07
Kw 4/07
•
•
•
•
Formuleren verbeter-agenda
Kw 1/08
Kw 2/08
Kw 3/08
Kw 4/08
Kw 1/09
Kw 2/09
Kw 3/09
Kw 4/09
•
•
•
•
•
•
• •
•
- optimalisatie processen en procedures - normstelling kwaliteit, doorlooptijden
Implementatie Budget Initiatief Ketenstroomlijning
2007 100.000
2008 100.000
2009 100.000
Betrokken actoren •
Gehele keten
41
8. Stimuleren van vernieuwing, uitwisseling en ontmoeting Doelstellingen • • • • • •
Versterken van aansluiting tussen de diverse schakels Bewerkstelligen van stroomlijning van processen die zich kenmerken door overlap Bevorderen van vernieuwing en dwarsdenken Stimuleren van betrokkenheid, ontmoeting en uitwisseling tussen ketenpartners Bevorderen van betrokkenheid bij het programma van de diverse lagen in de diverse ketenorganisaties Idem cultuurverandering daar waar nuttig of nodig.
Initiatieven
Cross overs - stages regiegroep - id medewerkers - creëren buddyschappen - lenigen vacatures Atelier-sessies Conferenties Communicatie
Kw 2/07
Kw 3/07
Kw 4/07
Kw 1/08
Kw 2/08
Kw 3/08
Kw 4/08
Kw 1/09
Kw 2/09
Kw 3/09
Kw 4/09
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Budget Initiatief Communicatie
2007 216.000
2008 101.000
2009 231.000
Betrokken actoren •
Gehele keten
42
BEGROTING IEDER KIND WINT 2007-2009 2007
2008
2009
Organisatiekosten Regiegroep Kolom-bijeenkomsten Werkorganisatie, management en communicatie (a.i.) Huisvesting werkorganisatie Facilities werkorganisatie
315.000 10.000 50.000
355.500 10.000 50.000
358.000 10.000 50.000
225.000 25.000 5.000
250.000 38.000 7.500
250.000 40.000 8.000
Communicatiekosten Website Conferenties, bestuurders Nieuwsbrieven Presentaties Jaarverslag Conferentie werkers (Ahoy) Overige informatievoorziening
216.000 7.500 40.000 7.500 1.000 10.000 130.000 2.0000
101.000 6.000 40.000 10.000 10.000 10.000 0 25.000
231.000 6.000 40.000 10.000 10.000 10.000 130.000 25.000
Out of pocket kosten Risicomanagement EKD en aansluiting CJG en ZAT Trainen professionals CJG-ontwikkeling Zorgaanbod Ketenstroomlijning ZAT
925.000 100.000 100.000 125.000 150.000 300.000 100.000 50.000
1.150.000 200.000 200.000 200.000 150.000 250.000 100.000 50.000
1.400.000 200.000 100.000 200.000 150.000 650.000 100.000
43
Recap Organisatie Communicatie Out of pocket Onvoorzien 10% Totaal
2007 315.000 216.000 925.000 133.100
2008 355.500 101.000 1.150.000 135.650
2009 358.000 231.000 1.400.000 173.900
1.589.100
1.742.150
2.162.900
44
regioraad vergadering 11 juli 2007 Agendapunt 11 Onderwerp: Financiering IKW
Bijlage: 1. het werkprogramma IKW
Toelichting: Op 8 februari is op een conferentie waarbij actoren uit de volledige jeugdketen aanwezig waren besloten tot het starten van een programma om tot een betere samenwerking te komen binnen én het behalen van betere resultaten in de gehele jeugdketen. Onder naam “Ieder Kind Wint” is een werkprogramma opgesteld waarmee alle op de conferentie benoemde verbeteringen ten uitvoer moeten worden gebracht. In de fase daarna heeft de (medio februari aangetreden) progammamanager, met de Regiegroep, het (beginsel-) programma uitgewerkt tot een plan van aanpak. Dit is ultimo april door de Regiegroep vastgesteld. Daarnaast heeft de portefeuillehouder, met de andere leden van de Regiegroep, op 6 maart jl. in een persconferentie het aan het programma ten grondslag liggende visiedocument publiek gemaakt. Het werkplan bestrijkt de uitvoeringsperiode 2007 tot en met 2009. Aan het plan ligt ook een begroting ten grondslag. Deze kent een budget dat varieert tussen € 1,5 (2007) en € 2,1 mln (2009) per jaar. Daarbij gaat het om organisatiekosten, communicatiekosten en out of pocket kosten. De laatste kostencategorie soupeert het grootste deel van budget op (ca. 60-70%) en ziet met name op de kosten van (extern) onderzoek en advies. Per 1 juni jl. is inmiddels ook een werkorganisatie operationeel, die de Regiegroep ondersteunt bij de uitvoering van het plan van aanpak. Deze is samengesteld uit medewerkers die werkzaam zijn in de diverse onderdelen van de keten. Deze worden (volgens een cyclisch model) op part time basis voor de duur van zes maanden ‘om niet’ gedetacheerd. De binnen het programma te maken kosten zullen in beginsel moeten worden gedekt door de partijen in de keten. Daarnaast is aan de minister van Jeugd & Gezin en andere stakeholders (o.a. zorgkantoren e.d.) om een bijdrage gevraagd. De gesprekken daarover lopen nog. De grondhouding van de betrokken partijen is een positieve. Inmiddels heeft de gemeente Rotterdam een toezegging gedaan om de komende 3 jaar steeds € 200.000 beschikbaar te zullen stellen. Andere partijen hebben tot nu toe in de vorm van detachering capaciteit (zie boven) beschikbaar gesteld. Verwachting is, dat de komende periode met de inzet van de diverse betrokkenen het benodigde budget kan worden gegenereerd. Ook van de stadsregio – de initiator van het programma- wordt nadrukkelijk een bijdrage verlangd. Bij de bepaling van het niveau van de stadsregionale bijdrage is een aantal zaken van belang. Allereerst moet deze zo worden gekozen dat uitvoering (en vooral het welslagen) van het programma is verzekerd, maar tegelijkertijd ook andere partijen voldoende worden geprikkeld om ook hun verantwoordelijkheid (in het voteren van de benodigde middelen) te nemen. Daarnaast dient het te voteren budget te worden afgewogen in relatie tot de werkelijke mogelijkheden van de stadsregio, nu in deze fase sprake lijkt te zijn van een toenemende vraag naar jeugdzorg en nog geen sprake is van garanties, dat het Rijk daarvoor de komende jaren afdoende financiële middelen beschikbaar zal stellen. Op beide fronten is nog sprake van ‘beweging’. Zo is de Regiegroep nog doende met de inventarisatie van bronnen waaruit voor de programma-begroting kan worden geput en heeft de minister (hangende het publiek maken van diens programma-brief en de parlementaire behandeling daarvan) evenmin nog inzicht geboden in de rol die hij in de sfeer van capaciteitsuitbreiding van jeugdzorg wil vervullen. Dit pleit er voor thans nog geen finaal standpunt in te nemen ten aanzien van de ten behoeve van Ieder Kind Wint te leveren bijdrage. Tegelijkertijd is het gegeven dat de Financiering IKW / ONTW / JVG /12 juni 2007
Pagina 1
Regiegroep -na de vaststelling van haar plan van aanpak- ‘meters wil maken’ en dat dit de benodigde financiële middelen vergt. In dat kader is het voorstel om vooruitlopend op de vaststelling van het uitvoeringsprogramma 2008 e.v., dat inzicht moet bieden in de te adresseren vraag naar jeugdzorg, de beschikbare middelen en mogelijkheden en mitsdien de bijbehorende prioriteitsstelling, een voorschot beschikbaar te stellen ten behoeve van het programma Ieder Kind Wint van € 350.000 voor de activiteiten in 2007. Voor de dekking daarvan kan worden geput uit een voorziening voor ‘dubieuze debiteuren’. Deze was oorspronkelijk bedoeld voor de afwikkeling van een tweetal bezwaarschriften uit 2002. Nader onderzoek heeft aangetoond dat daarvan geen gebruik behoeft te worden gemaakt. De betreffende middelen kunnen derhalve vrijvallen en besteed worden in de sfeer van jeugdzorg en wel ten gunste van Ieder Kind Wint.
Financiële consequenties: Het voorstel is tweeledig. Allereerst wordt voorgesteld de drie jaar geleden uit de algemene middelen gevormde voorziening ‘dubieuze debiteuren’ te laten vervallen. Het aanhouden van deze voorziening is niet langer noodzakelijk. De vrijvallende middelen (€ 350.000) vloeien daarmee terug naar de algemene middelen. In de tweede plaats wordt, in het verlengde daarvan, voorgesteld deze middelen te bestemmen voor IKW.
Verdere procedure: n.v.t
Gevraagde beslissing: 1. in te stemmen met het voorstel de voorziening ‘dubieuze debiteuren’ te laten vervallen; 2. in te stemmen met inzetten van de hiermee vrijvallende middelen ten behoeve van het programma IKW;
Financiering IKW / ONTW / JVG /12 juni 2007
Pagina 2
Websamenvatting:
Financiering IKW / ONTW / JVG /12 juni 2007
Pagina 3