Regioraad Vergadering 29 juni 2005 Agendapunt 2
Verslag van de vergadering van de regioraad van de stadsregio Rotterdam op 11 mei 2005.
Aanwezig volgens presentielijst zijn:
Gemeente Albrandswaard Barendrecht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs
Westvoorne
Naam - B.G. Euser - K.J. Orsel - mw E.L.V. Chevalier-Beltman - mw M.E.B. de Goeij-Smulders - T. van Bekkum - M. Trouwborst - J.W.J. Wolf - mw G.W.M. van Viegen - A.J. Moerkerke - C.A. Kleijwegt - E.R. van der Geest - M.J.D. Jansen - J.A. Karssen - E.M. den Boef - H.P.L. Cremers - M.G.T. Pastors - S. Hulman - H. van den Born - J.C.M. Soijer - mw M.J. de Sutter-Besters - mw E.D. van Collenburg-in ’t Hout - J.K. Meijer - R. Scheeres - mw A.M. Valk-Rijnbeek - G.J. ’t Hart - P.E. de Jong - E. Montenij - P. Runsink - K.W. Blumenstock - C.A.E. de Jonge - T.P.J. Bruinsma - mw B.M.A.A. Geers-van Wijk
de voorzitter de secretaris
- J.W.J. Wolf (plaatvervanger) - mw M.C. Jansen
Bernisse Bleiswijk Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Maassluis Ridderkerk Rotterdam
Rozenburg Schiedam
Spijkenisse
Vlaardingen
Verslag regioraad 11 mei 2005 / KB / 13 juni 2005
1
1.
Opening en mededelingen. De heer Wolf die de vergadering voorzit, opent om 15.00 uur de vergadering en heet een ieder van harte welkom. Bericht van verhindering is ontvangen van de voorzitter, de heer Opstelten, mevrouw Aeyelts, de heren Van Buren en Doodkorte, mevrouw Van Doorne en haar plaatsvervanger de heer Groenendijk, de heer Van Dijk en diens plaatsvervanger, de heer Hekman die wordt vervangen door mevrouw Valk, mevrouw Hermans en haar plaatsvervanger de heer Dokter, de heer Madlener die wordt vervangen door de heer Soijer, mevrouw Van Wilgenburg, de heer Zwiers en mevrouw Duijnker, die wordt vervangen door de heer Trouwborst. Mevrouw Groosman, wethouder van Maassluis, heeft haar wethouderschap beëindigd, wat tevens het einde betekent van haar lidmaatschap van de regioraad. Zij is vandaag wel aanwezig en namens de regioraad is haar een presentje aangeboden dat iets met de Rotterdamse regio te maken heeft. Vanaf mei 2002 heeft zij deel uitgemaakt van de regioraad en was lid van de commissies GROM en Jeugdzorg. In die hoedanigheid heeft zij zich doen kennen als een actief-kritisch en betrokken bestuurder met het hart op de goede plaats. De voorzitter zegt haar dank voor die betrokkenheid gedurende drie jaar en wenst haar de komende tijd sterkte en wijsheid toe. Inmiddels is een uitnodiging ontvangen voor haar afscheidsreceptie, die zal worden gehouden op 19 mei a.s. vanaf half vijf. De heer Scheerstra is in haar plaats benoemd als lid van de regioraad, maar heeft zich vanmiddag laten verontschuldigen.
1a.
Vaststelling van de agenda. Mevrouw De Goeij (CDA) herinnert eraan dat in de vorige vergadering door de heer Hulman is toegezegd dat in deze vergadering zou worden teruggekomen op de HOV-lijn. De agenda vermeldt daarover echter niets, vandaar dat zij graag wil weten wanneer dit onderwerp wel zal worden behandeld. De heer Hulman (VVD) antwoordt dat inmiddels een bijeenkomst is georganiseerd (op 23 mei) waarin zowel raadsleden van Rotterdam als leden van de regioraad ter plekke over alternatieven van gedachten kunnen wisselen. Naar verwachting zal een en ander nu voor de vergadering van juni geagendeerd kunnen worden. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
2.
Verslag van de vergadering van de regioraad van 9 februari 2005. De voorzitter attendeert erop dat de heer Karssen in de presentielijst ten onrechte is vermeld bij de gemeente Hellevoetsluis in plaats van Maassluis. Met inachtneming hiervan wordt het verslag vastgesteld.
3.
Besluitenlijsten van het dagelijks bestuur. De vergadering besluit kennis te nemen van de besluitenlijsten van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam van 19 januari, 16 februari, 2, 16 en 30 maart 2005.
4.
Vragenhalfuur. Van het vragenhalfuur wordt geen gebruik gemaakt.
5.
Ingekomen en uitgegane stukken. De vergadering stemt in met de voorgestelde afdoening van de ingekomen stukken.
6
Bestuurlijke organisatie/wijzigingswet Wgr-plus. De voorzitter deelt mede dat de Eerste Kamer nog in afwachting is van het antwoord van de minister, waarna behandeling in de Eerste Kamer zal plaatsvinden. Het is daarmee wel zeker dat een nieuwe wet niet vóór 1 september te verwachten is. Naar aanleiding van het overleg met de fractievoorzitters op 23 maart is een bijgestelde notitie opgesteld, die hedenochtend in het dagelijks bestuur is vastgesteld. Indien agenda-technisch mogelijk zal hierover nog overleg plaatsvinden, zo niet dan zal de fractievoorzitters worden verzocht schriftelijk hun mening hierover kenbaar te maken. Eerder was al afgesproken dat een regionale bijeenkomst zal worden georganiseerd voor raden en colleges over het functioneren van de stadsregio na vaststelling van de Wgr-plus.
Verslag regioraad 11 mei 2005 / KB / 13 juni 2005
2
De heer Kleijwegt (PvdA) deelt mede dat zijn fractie hecht aan mondeling overleg. Mevrouw De Goeij (CDA) sluit zich daarbij aan en informeert wanneer een en ander naar de fracties kan worden toegezonden, opdat zij goed gedocumenteerd de toogdag tegemoet kunnen gaan. De heer Orsel (VVD) geeft te kennen dat ook de VVD-fractie hecht aan een mondeling overleg. De voorzitter zegt toe dat getracht zal worden dit mondeling overleg voor de zomer te beleggen. De notitie zal voorafgaand aan dit overleg naar de fractievoorzitters worden verzonden. De regionale bijeenkomst wordt gehouden nadat de Eerste Kamer met het wetsvoorstel heeft ingestemd. Daarna worden voorstellen tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling in procedure gebracht. De vergadering besluit kennis te nemen van de stand van zaken van de behandeling van de Wijzigingswet Wgr-plus. 8.
Jaarrekening en jaarverslag 2004 stadsregio Rotterdam. De heer Blumenstock (VV2000/LV) citeert op pagina 13 van het jaarverslag onder het kopje ‘Rijkswegen’: “De voorbereiding van de tracé / MER-procedure voor de A13/A16 is in 2004 afgerond. De planvorming kan pas starten nadat in de procedure voor de A4 Delft-Schiedam het besluit wordt genomen om het alternatief A13 plus A13/A16 te laten vervallen.” Hiermede wordt zijns inziens de indruk gewekt dat het een kwestie is van of/of, terwijl hij altijd de overtuiging was toegedaan dat zoveel mogelijk voor béide zou worden gegaan. Hij verzoekt om een toelichting hierop. Mevrouw De Goeij (CDA) complimenteert de ambtenaren met de voorliggende stukken. Graag herinnert zij de portefeuillehouder nog eens aan de in de commissie gedane toezegging dat het treasurybeleid de volgende keer op de commissie-agenda zal worden geplaatst. De heer Kleijwegt (PvdA) sluit zich aan bij de gemaakte complimenten, zij het dat hij ze richt tot de portefeuillehouder, gewend als hij is om zulke complimenten bestuurlijk uit te wisselen, waarbij hij er zonder meer van uitgaat dat de portefeuillehouder ze weer zal doorgeven aan diens ambtenaren. Als iets mis gaat, is iedereen altijd geneigd naar de bestuurder te wijzen en niet naar de ambtenaren. Hij pleit er daarom voor het altijd bestuurlijk te houden. Gegeven de discussie die momenteel landelijk gaande is tussen accountants en disciplines over integriteit etc., wil hij graag eens van de portefeuillehouder horen hoe in dit geval een sluitende accountantsverklaring kan worden afgegeven, ook in de sfeer van rechtmatigheid. De heer Hulman (VVD) erkent dat de door de heer Blumenstock geciteerde passage helderder geformuleerd had kunnen worden. Hij benadrukt dat de A13/A16- en de A4procedure beide noodzakelijk zijn. De bedoeling was aan te geven dat de A13/A16procedure voor dit specifieke tracé als alternatief uit de A4-procedure is weggevallen. De heer Pastors (LR) zegt dank voor de gemaakte complimenten en zegt toe daarmee gepast te zullen omgaan. De vraag die is gesteld over de rechtmatigheid is ook in de commissie aan de orde geweest en afgesproken is toen dat een en ander nader zou worden uitgezocht. Terzake is de accountant een vraag voorgelegd. Van het resultaat hiervan zal de commissie uiteraard op de hoogte worden gesteld. Voor de goedkeuring van het jaarverslag hoeft deze kwestie overigens geen belemmering te vormen. De heer Kleijwegt (PvdA) dringt erop aan de regioraad in extenso op de hoogte te houden van de discussie met de accountant over de rechtmatigheidstoets. De vergadering besluit de jaarrekening en het verslag 2004 vast te stellen.
9.
Vaststelling VVSV 2005-2010 en Omslagverordening 2005. De heer Kleijwegt (PvdA) stelt dat bij heel wat gemeenten behoorlijk wat onzekerheid bestaat over de onderhandelingen met betrekking tot het functieveranderingsproces,
Verslag regioraad 11 mei 2005 / KB / 13 juni 2005
3
een onzekerheid die alleen maar toeneemt als de vraag aan de orde komt in hoeverre de bedragen toereikend zijn. Omdat er een aanzienlijke hoeveelheid geld mee is gemoeid, hebben de gemeenten er zijns inziens recht op hierover vrij snel hom of kuit te krijgen. De heer Karssen (CDA) deelt mede dat hedenochtend in het dagelijks bestuur de lijst is vastgesteld die de gemeenten hebben aangereikt voor de functieveranderingslocaties. De gemeenten zullen de eerstkomende maand worden uitgedaagd snel met plannen te komen. Daarbij wijst hij erop dat in dit geval het gezegde opgeld zal doen ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. De vergadering besluit de VVSV 2005-2010 en de Omslagverordening 2005 vast te stellen. 10.
Spelregels bodemsanering. Mevrouw De Goeij (CDA) merkt op dat de spelregels ten aanzien van de bodemsanering nogal diffuus zijn en ook al enige problemen hebben doen rijzen. In het verleden is het in Maassluis en in Berkel en Rodenrijs niet goed gegaan vanwege de diffuse regels. Toegezegd is dat dit als casus nader zal worden onderzocht, om na te gaan of de verordeningen helderder geformuleerd dienen te worden. Kennelijk zijn in een andere commissie ook opmerkingen gemaakt over deze diffuusheid en is daarin toegezegd dat hieraan nog een extra dag zal worden gewijd. Zij pleit ervoor die toezeggingen te combineren en de regioraad van een ander op de hoogte te houden. De heer Kleijwegt (PvdA) onderschrijft de woorden van mevrouw De Goeij. Waar de percentages thans fors anders zijn dan in het verleden, zullen prioriteiten moeten worden gesteld. Ook hier geldt dat de gemeenten behoren te weten waar zij aan toe zijn. De heer Karssen (CDA) bestrijdt dat de regels diffuus zijn; ze zijn juist heel helder. Waar is wel dat de materie lastig is, gevolg van het feit dat voor de stadsregio alleen een mandaatstelling geldt en de provincie het bevoegd gezag blijft. De problemen die zijn gerezen in de beide door mevrouw De Goeij genoemde gemeenten heeft hij aan den lijve ervaren. Mede naar aanleiding daarvan is de afspraak gemaakt dat met de gemeentebestuurders en ambtenaren die daarvoor belangstelling hebben de materie nog eens duchtig zal worden doorgenomen. Hij zegt toe dat de toezegging die de heer Pastors terzake in een andere commissie heeft gedaan hiermee zal worden gecombineerd. De vergadering besluit de in de toelichting genoemde beleidsuitgangspunten, alsmede de spelregels en procedures vast te stellen.
11.
Kadernota OV. Mevrouw Van Collenburg (VVD) complimenteert het dagelijks bestuur met de manier waarop naar de kritiek is geluisterd en vooral ook daaraan is tegemoet gekomen. Hoewel het ontsluitend openbaar vervoer inmiddels wat meer in de belangstelling is komen te staan dan in het verleden, staat de maatschappelijke functie ervan door de jarenlange bezuinigingen in het openbaar vervoer nog altijd behoorlijk onder druk. Op dat gebied zal daarom wat meer nodig zijn. In de commissie is terzake reeds een toezegging gedaan en zij verzoekt die hier te herhalen, liefst vergezeld gaande van een tijdstip waarop hierover nadere informatie tegemoet kan worden gezien. De heer Blumenstock (VV2000/LV) herhaalt de waarderende woorden die hij in de commissie heeft uitgesproken aan het adres van de portefeuillehouder en diens staf. Dat de procedure zo goed is verlopen, is overigens te danken aan het feit dat de kadernota niet in december gereed was, zoals oorspronkelijk de bedoeling was, en dat de bestuurders in deze regio daarna nog de gelegenheid hebben gekregen een en ander terug te koppelen naar de raadsleden. Hij pleit er daarom voor in het vervolg, als zich opnieuw zo’n zaak voordoet die dient als bouwsteen voor latere besluitvorming, in de procedure voldoende tijd in te bouwen om de bestuurders uit deze regioraad te laten terugkoppelen naar de eigen raadsleden. De heer Hulman (VVD) verzekert dat ook wat hem betreft deze procedure als voorbeeld kan dienen voor vergelijkbare procedures, voorop gesteld dat daarvoor voldoende tijd bestaat.
Verslag regioraad 11 mei 2005 / KB / 13 juni 2005
4
Met betrekking tot het ontsluitend openbaar vervoer is de afspraak gemaakt dat de betrokkenheid van de gemeenten bij de uitwerking van de programma’s van eisen wordt gegarandeerd. Voorts is in de commissie vastgesteld dat een gemeente het initiatief kan nemen om afspraken te maken over CVV, wanneer ze met regulier OV niet uitkomt. In dat geval zullen ook de kosten samen worden gedeeld. Mevrouw Van Collenburg (VVD) herinnert eraan dat eerder ook sprake is geweest van het voorbereiden van een beleidsnota-CVV. Zij is benieuwd hoe het daarmee staat. De heer Hulman (VVD) antwoordt dat CVV specifiek maatwerk is voor plaatsen waar regulier OV niet voldoende soelaas biedt. Moet dat in beleidstermen worden gevat, dan dreigt de kans om er maatwerk van te maken ondergesneeuwd te raken. Beter is het zijns inziens uit te gaan van de voorliggende nota. Het programma van eisen dat hierop volgt zal uiteindelijk tot een concessie leiden, waarbij de zaken steeds concreter worden. Als dan met het openbaar vervoer in bepaalde delen van de stadsregio in termen van ontsluiting of in verband met de sociale functie problemen blijken te ontstaan, zal daarop maatwerk moeten worden toegepast. De vergadering besluit: 1. de volgende wijziging in de Ontwerp Kadernota OV door te voeren: - de volgende passage toe te voegen aan paragraaf 3.2.2. over haltedichtheid: Indien in een herkomstgebied een geconcentreerde woonvorm van ouderen (bijvoorbeeld een bejaarden- of verzorgingshuis) aanwezig is, dient één van de in het gebied liggende haltes op maximaal 200 meter van de betreffende ouderenhuisvesting te worden geplaatst. 2. de Kadernota openbaar vervoer vast te stellen. 12.
Jaarrekening 2004 en jaarverslag 2004 Regio Randstad. De heer Kleijwegt (PvdA) citeert op pagina 2 dat inmiddels een evaluatie van het samenwerkingsverband is gestart. In de commissie bleken nogal wat twijfels te bestaan over de inhoud van dit gremium en hij kon zich niet aan de indruk onttrekken dat voor de portefeuillehouder hetzelfde gold. De evaluatie zal zijns dan ook uitermate kritisch moeten worden uitgevoerd. De heer De Jonge (ChristenUnie/SGP) onderschrijft deze woorden. Wat hem vooral benieuwt is wat de burger hieraan heeft. Hij dringt erop aan die vraag in te brengen in de discussie met bedoelde instantie. Mevrouw De Goeij (CDA) sluit zich aan bij de opmerkingen van de heer Kleijwegt. Wat haar voorts opvalt, is dat de evaluatie nog in de commissie aan de orde zal worden gesteld, maar dat wel al op 15 juni een reactie moet worden gegeven. Is de evaluatie dan al afgerond en hoe komt hierbij dan nog de regioraad, of op z’n minst de commissie, aan bod? De heer Pastors (LR) merkt het als een wonderbaarlijk fenomeen aan dat allerlei dingen zijn bedacht om het niet functioneren van de eigenlijke overheidslagen te compenseren. Soms kan dat goed uitwerken, als het tijdelijk is, maar organisaties eenmaal opgericht hebben de neiging voor hun eigen continuïteit te zorgen en een opdrachtgever of medebetaler zal er dan alert op moeten toezien dat het wel oplevert wat de bedoeling is. Collega Wolf, collega Opstelten en hij mogen regelmatig in het bestuur optreden en een van de eerste interessante discussies ontspon zich over de vraag of Almere er al dan niet aan zou moeten worden toegevoegd en of het bestuur tussentijds gewisseld diende te worden; de eerste vraag werd ontkennend, de tweede bevestigend beantwoord. Twee jaar later kwam de eerste vraag opnieuw aan de orde, met hetzelfde resultaat. Voorts vond het huidige bestuur zichzelf zo goed functioneren dat het de afgesproken wisseling niet wilde laten doorgaan. Op dat moment rees, ook bij de heer Cohen, een van de grote sponsors van het geheel, de vraag of dit nu wel iets was waarmee men zich onledig moest houden en werd besloten de voor eind dit jaar geplande evaluatie naar voren te halen. Het is nu aan alle deelnemers zelf hun mening over het functioneren te geven. De uitkomst van de evaluatie zal met de regioraad worden besproken.
Verslag regioraad 11 mei 2005 / KB / 13 juni 2005
5
De datum van 15 juni die mevrouw De Goeij noemde komt hem als datum niet meteen bekend voor. De evaluatie zal in ieder geval haar eigen pad lopen en intussen zullen over lopende zaken besluiten genomen moeten worden. De heer Kleijwegt (PvdA) geeft te kennen dat voor de PvdA-fractie, gelet op dit antwoord van de portefeuillehouder, de evaluatie reeds is geschied en dat er wat haar betref mee kan worden gestopt. Voordat er überhaupt geld wordt uitgegeven voor de begroting 2006 zal hierover nader in de regioraad van gedachten moeten worden gewisseld. De heer De Jonge (ChristenUnie/SGP) onderschrijft deze woorden, maar voegt eraan toe dat de evaluatie in ieder geval onderwerp van gesprek zal moeten zijn in deze raad. Mevrouw De Goeij (CDA) zegt het hiermee op zichzelf ook wel eens te zijn, maar wijst erop dat het niet alleen aan de regioraad is om hierover een beslissing te nemen. Haars inziens zal nu de evaluatie moeten worden afgewacht. De heer Pastors (LR) merkt op dat de evaluatie niet voor niets naar voren is gehaald. De uitkomst daarvan kan van betekenis zijn voor de begroting 2006 en daarom acht hij het denkbaar dat de mate van goedkeuring afhankelijk wordt gesteld van die evaluatie. Intern zal nader over een adequate formulering terzake worden nagedacht. De vergadering besluit de jaarrekening 2004 en het jaarverslag 2004 van Regio Randstad vast te stellen. Goedkeuring van de begroting 2006 is afhankelijk van de evaluatie. 13.
Hoorzitting RR2020. De voorzitter deelt mede dat de hoorzitting, die door hem zal worden voorgezeten, zal plaatsvinden op donderdag 16 juni a.s. van 09.00 tot uiterlijk 14.00 uur in zalencentrum Engels. Onlangs is gebleken dat een aantal leden van de commissie GROM niet aanwezig kan zijn. Omdat het gewenst is de hoorcommissie uit een behoorlijk aantal leden te laten bestaan, wordt door het dagelijks bestuur voorgesteld de hoorcommissie uit te breiden met ten minste de leden van de commissie Verkeer en Vervoer, maar overigens wijst hij erop dat het onderwerp in feite alle regioraadsleden aangaat, omdat zij hierover in het najaar een besluit moeten nemen. Hij roept iedereen daarom op de hoorzitting bij te wonen en kennis te nemen van de bezwaren en opmerkingen die naar voren zullen worden gebracht. De heer Kleijwegt (PvdA) raadt de voorzitter aan de Provinciewet en de Gemeentewet na te lezen omtrent het voorzitterschap van een dergelijke hoorzitting. De voorzitter zegt dit toe. De vergadering besluit de commissie die de hoorzitting over het ontwerp RR2020 houdt samen te stellen uit leden van de regioraad, onder voorzitterschap van de portefeuillehouder.
14.
Rondvraag en sluiting. Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. De voorzitter sluit te 15.53 uur de vergadering.
Verslag regioraad 11 mei 2005 / KB / 13 juni 2005
6
Regioraad Vergadering 29 juni 2005 Agendapunt 3
Onderwerp: Besluitenlijsten van het dagelijks bestuur. Bijlagen: 1. besluitenlijsten dagelijks bestuur van 13 april, 27 april en 11 mei 2005. Toelichting: ter kennisname treft u bijgaand de besluitenlijsten aan van de vergaderingen van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam van 13 april, 27 april en 11 mei 2005. Gevraagde beslissing: 1. kennis te nemen van de besluitenlijsten van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam van 13 april, 27 april en 11 mei 2005.
BESLDBRR / KB / 13 juni 2005
Pagina 1
Dagelijks Bestuur Vergadering 25 mei 2005 Agendapunt 2b
Onderwerp: Besluitenlijst van de vergadering d.d. 11 mei 2005 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Gevraagde beslissing: 1. het verslag vast te stellen.
Besluitenlijst voor de vergadering d.d. 11 mei 2005 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam Aanwezig zijn: de heer B.G. Euser, de heer G.J. 't Hart, de heer S. Hulman, mevrouw M.C. Jansen (secretaris), de heer J.A. Karssen (vanaf agendapunt 5), de heer M.G.T. Pastors, de heer R. Scheeres, de heer J.W.J. Wolf alsmede de dames F.M. Damme en A. Frank en de heren C.A. van Hulst, P.A.C. Vonk, en J.G. Hijgemann. Afwezig zijn mevrouw A.A. Aeyelts Averink – Winsemius en de heer I.W. Opstelten. 1.
Opening en mededelingen. De heer Opstelten heeft evenals mevrouw Aeyelts Averink – Winsemius bericht van verhindering gegeven. Ontvangen is een uitnodiging voor de afscheidsreceptie die mevrouw E.J. Groosman op 19 mei 2005 door het gemeentebestuur van Maassluis is aangeboden.
2a. Verslag van de vergadering d.d. 27 april 2005 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt het verslag vast. 2b. Besluitenlijst van de vergadering d.d. 27 april 2005 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt de besluitenlijst vast. 3.
Ingekomen en uitgegane stukken. Het dagelijks bestuur stemt in met de afhandelingvoorstellen op de lijst ingekomen en uitgegane stukken.
4.
Bestuurlijke contacten / afspraken zich aandienend overleg. Het dagelijks bestuur neemt kennis van het overzicht.
5.
Agendaplanning. Het dagelijks bestuur neemt kennis van de planning.
6.
Structuur en werkwijze stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stemt in met de discussienota en de voorgestelde procedure. Onduidelijk is of de behandeling (in de Eerste Kamer) van het wetsvoorstel Wijzigingswet Wgr-plus nog voor het zomerreces plaats heeft. Eerst daarna vangt de discussie in de regio aan. Zoals toegezegd vindt nog een gesprek plaats met de fractievoorzitters.
7.
Activiteitenprogramma Sociaal Beleid 2005. Het dagelijks bestuur besluit: 1. het Activiteitenprogramma Sociaal Beleid 2005 vast te stellen; 2. de notitie ter kennisname aan te bieden aan de G-18.
BESLDB 11 mei 2005 / JGH / 17 mei 2005
Pagina 1
8.
Subsidieaanvraag van de gemeente Barendrecht voor een onderzoek naar de toepassing van horizontale-as-windturbines op de geluidswal in Barendrecht ter verbetering van de luchtkwaliteit. Het dagelijks bestuur besluit de gemeente Barendrecht een subsidie te verlenen van € 4190,- voor een onderzoek naar de effecten op de luchtkwaliteit van plaatsing van horizontale-as-windturbines op de geluidswal bij Barendrecht.
9.
Advies aanpassing natuur- en recreatiegebied Koedoodzone Noord-Westzijde. Het dagelijks bestuur besluit de gemeente Albrandswaard en Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland te berichten dat ingestemd wordt met de voorgestelde uitwerking en wijzigingen in het bestemmingsplan Koedoodzone en dat op de aangegeven punten het RSP herzien zal worden en GS te verzoeken dit op te nemen in het streekplan.
10. Plaatsing verblijfsgerechtigden: herverdeling taakstelling 1e halfjaar 2005. Het dagelijks bestuur stemt in met de voorgestelde herverdeling van de taakstelling plaatsing verblijfsgerechtigden voor de 1e helft van 2005. 11. Vaststelling lijst van geoormerkte functieveranderingslocaties 2005-2010. Het dagelijks bestuur stelt de lijst met geoormerkte functieveranderingslocaties 20052010 vast. 12. Bezwaarschrift van de heer A.J. Rooduyn op intrekking subsidie particuliere woningverbetering Schiedamseweg 25 te Rotterdam (RP 97-18-01). Het dagelijks bestuur besluit: 1. overeenkomstig het advies van de Algemene Beroepscommissie het bezwaar van de heer A.J. Rooduyn tegen de intrekking van de subsidie particuliere woningverbetering Schiedamseweg 25 gegrond te verklaren; 2. het besluit tot intrekking van de subsidie te herroepen. 13. Verkenning Park & Ride Lombardijen. Het dagelijks bestuur besluit: 1. de verkenningsstudie P&R Lombardijen vast te stellen en het project op te nemen in de planstudiefase van het uitvoeringspropgramma grote projecten van het RIVV; 2. B&W Rotterdam positief te berichten en daarbij aan te geven dat in de volgende studiefase aandacht besteed dient te worden aan de omvang van de parkeerbehoefte rekening houdend met de mogelijkheid van tariefheffing, alsmede aan verfijning van de totale projectkosten. 14. Vaststellen bijdragen openbaar vervoer over 2004. Het dagelijks bestuur besluit: 1. de bijdragen exploitatie OV 2004 op grond van de Subsidieverordening Personenvervoer 2003 als volgt vast te stellen: • RET concessie “metro, tram en stadsbus c.a. “ € 149.992.054,--; • Connexxion concessie “streek overig” € 14.290.461,--; 2. de secretaris te machtigen de exploitatiebijdrage 2004 voor de concessie VoornePutten en Rozenburg vast te stellen op basis van de definitieve WROOV-cijfers over 2004 en bij deze vaststelling de volgende uitgangspunten te hanteren: • het compenseren van de “besteksfout”; • het compenseren van 50% van het WROOV-sleuteleffect 2002 en 2003; • het verhogen van de toegekende bijdrage met 2,16 % voor de loon- / prijsstijging; • de maximale bijdrage over 2004 is € 6.691.676. 15. Kaartbijdrage OV-chipkaart. Het dagelijks bestuur besluit: 1. in te stemmen met het aanbod van de minister inzake de rijksbijdrage voor het reduceren van de kaartbijdrage en de daarbij gestelde voorwaarden met uitzondering van de onder 2 en 3 vermelde beslispunten. Dit aanbod betreft een rijksbijdrage van maximaal € 2,2 mln voor het reduceren van de kaartbijdrage chipkaart; 2. de minister mee te delen, dat niet meer dan 544.000 chipkaarten tot het gobesluit gesubsidieerd worden; 3. de minister mee te delen, dat:
BESLDB 11 mei 2005 / JGH / 17 mei 2005
Pagina 2
nog niet bekend is of het prijsverschil tussen de gepersonaliseerde (€ 1,50) en niet-gepersonaliseerde chipkaart (€ 3,00) strijdig is met de Wet Bescherming Peroonsgegevens; • het College Bescherming Persoonsgegevens de effecten op de privacy van de chipkaart in zijn totaliteit beziet; • de wijze van vastleggen van het reisgedrag in combinatie met de persoonsgegevens bij de beoordeling door het College Bescherming Persoonsgegevens het eindoordeel over de chipkaart bepaalt; maximaal € 0,8 mln voor te financieren uit de BDU 2005 voor het reduceren van de kaartbijdrage chipkaart. In de periode vanaf 2006 wordt dit bedrag bekostigd middels een verlaging van de exploitatiebijdrage OV; maximaal € 2,2 mln voor te financieren uit de BDU 2005 voor het reduceren van de kaartbijdrage chipkaart. Dit bedrag voegt de minister toe aan de BDU 2006; aan de provincie voor te stellen de financiële afwikkeling en verantwoording aan de minister via de stadsregio te laten plaatshebben. •
4. 5. 6.
16. Voortgangsverslagen diverse openbaar vervoerprojecten over het eerste kwartaal 2005. Het dagelijks bestuur neemt kennis van de externe voortgangsrapportage over het 1e kwartaal 2005 van diverse openbaar vervoerprojecten. 17. Programma van Eisen en concessieverlening nachtnet Het dagelijks bestuur besluit: 1. een aparte concessie voor het nachtnet te definiëren, ingaande januari 2006 met een duur van drie jaar; 2. deze concessie te verlenen via een procedure voor onderhandse gunning met toetsing, waarbij de RET als eerste in de gelegenheid wordt gesteld om een bieding uit te brengen. 3. het ontwerp-Programma van Eisen nachtnet vast te stellen; 4. het ontwerp-Programma van Eisen nachtnet toe te sturen aan belanghebbenden, ter advisering aan te bieden aan het PROV en de commissie verkeer en vervoer, en te plaatsen op de website van de stadsregio; 5. de portefeuillehouder te mandateren voor het vaststellen van het definitieve Programma van Eisen en de uitvraag (bestek), tenzij zich majeure wijzigingen ten opzichte van het voorliggende ontwerp zouden voordoen. 18. Rondvraag en sluiting. Tijdens de rondvraag wordt de agenda van de regioraad van hedenmiddag doorgenomen. De reguliere voorvergadering vervalt. De heer Wolf meldt dat (agendapunt 13, Hoorzitting RR2020) gebleken is dat een aantal leden van de commissie GROM niet aanwezig kunnen zijn op de hoorzitting van 16 juni 2005. Het voorstel is de hoorcommissie uit te breiden met andere raadsleden. Het dagelijks bestuur stemt daarmee in. In de raadsvergadering zal portefeuillehouder Wolf de aanpassing van het voorstel mondeling melden.
BESLDB 11 mei 2005 / JGH / 17 mei 2005
Pagina 3
Dagelijks Bestuur Vergadering 11 mei 2005 Agendapunt 2b
Onderwerp: Besluitenlijst van de vergadering d.d. 27 april 2005 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Gevraagde beslissing: 1. de besluitenlijst vast te stellen.
Besluitenlijst van de vergadering d.d. 27 april 2005 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam Aanwezig zijn: mevrouw A.A. Aeyelts Averink – Winsemius, de heer B.G. Euser, de heer G.J. 't Hart, de heer S. Hulman, mevrouw M.C. Jansen (secretaris), de heer J.A. Karssen, de heer M.G.T. Pastors, de heer R. Scheeres, de heer J.W.J. Wolf alsmede mevrouw A. Frank en de heren C.A. van Hulst, P.A.C. Vonk en J.G. Hijgemann. Afwezig is de heer I.W. Opstelten (voorzitter). 1.
Opening en mededelingen. Het dagelijks bestuur is voltallig met uitzondering van de heer Opstelten. De heer Wolf zit de vergadering voor.
2a. Verslag van de vergadering d.d. 13 april 2005 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt het verslag vast. 2b. Besluitenlijst van de vergadering d.d. 13 april 2005 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt de besluitenlijst vast. 3.
Ingekomen en uitgegane stukken. Het dagelijks bestuur stemt in met de afhandelingsvoorstellen op de lijst ingekomen en uitgegane stukken.
4.
Bestuurlijke contacten / afspraken zich aandienend overleg. Het dagelijks bestuur neemt kennis van het overzicht.
5.
Agendaplanning. Het dagelijks bestuur neemt kennis van de planning
6.
Stand van zaken Wgr-plus. De secretaris deelt mede dat geen nieuwe ontwikkelingen te melden zijn. Het ziet ernaar uit dat de minister niet erg veel haast maakt.
7.
Preadvies op bezwaar van Bureau Jeugdzorg. Het dagelijks bestuur besluit: 1. conform het preadvies van de algemene beroepscommissie de bezwaren ongegrond te verklaren; 2. het bestreden besluit van 10 maart 2003 te handhaven.
8.
Concept Waterbeheerplan 2006 – 2009 van Hoogheemraadschap Delfland. Het dagelijks bestuur besluit: 1. in te stemmen met de voorgestelde verdere procedure;
BESLDB 27 april 2005 / JGH / 2 mei 2005
Pagina 1
2. 9.
in te stemmen met de verzending van de iets aan te passen brief aan Hoogheemraadschap Delfland.
Eindverslag opgave woningproductie Vinex 1995-2004 in het kader van Besluit Locatiegebonden Subsidies. Het dagelijks bestuur besluit de eindverantwoording met accountantsverklaring over de geleverde woningbouwprestaties gedurende de VINEX-periode in het kader van het Besluit Locatiegebonden Subsidies vast te stellen en aan te bieden aan het ministerie van VROM.
10. Woonruimteverdeling: stand van zaken regionaal urgentie-instituut. Het dagelijks bestuur neemt kennis te nemen van de wijze waarop dit project zal worden voortgezet. 11. Jaarrekening 2004 en Begroting 2006 Regio Randstad. Het dagelijks bestuur besluit de positieve reactie op Jaarrekening 2004 van Regio Randstad ter instemming aan de regioraad voor te leggen, kennis te nemen van de Begroting 2006, en een reactie te geven op deze begroting in de vergadering van het algemeen bestuur van Regio Randstad op 15 juni 2005 na de besluitvorming over de conclusies van de evaluatie. 12. Subsidieverlening exploitatie openbaar vervoer 2005. Het dagelijks bestuur besluit: 1. reserveren van 1,5% van de rijksbijdrage, zijnde € 2,6 mln voor het bekostigen van de prijspeilaanpassingen van de exploitatiebijdragen OV; 2. aan de concessiehouders de volgende exploitatiebijdragen OV toe te kennen: - RET: concessie metro, tram en stadsbus c.a. € 144.974.000; - Connexxion: concessie Voorne-Putten € 6.563.000; - Connexxion: concessie streek overig € 15.168.000; 3. aan de RET voor de exploitatie van het nachtnet een bijdrage van € 135.000 toe te kennen: 4. het subsidieplafond OV 2005 te verhogen naar € 170 mln (prijspeil 2005). 13. Jaarverslag Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid 2004 en Werkplan Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid 2005. Het dagelijks bestuur besluit: 1. kennis te nemen van het Jaarverslag Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid 2004; 2. het Werkplan Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid 2005 vast te stellen. 14. Verzoek B&W Ridderkerk om exploitatiebijdrage driehoeksveer Ridderkerk – Krimpen aan de Lek – Kinderdijk. Het dagelijks bestuur besluit B&W Ridderkerk te berichten dat het verzoek niet wordt ingewilligd en dat geen bijdrage aan de exploitatie van het driehoeksveer wordt verstrekt. 15. A15 / Botlektunnel. 1. Het dagelijks bestuur besluit in te stemmen met de voorgestelde onderhandelingsstrategie. 16. Voortgangsverslagen diverse openbaar vervoerprojecten over het vierde kwartaal 2004. Het dagelijks bestuur besluit: 1. kennis te nemen van de bestuurlijke rapportage RandstadRail 4e kwartaal 2004; 2. kennis te nemen van de externe voortgangsrapportage over het 4e kwartaal 2004 van de diverse openbaar vervoerprojecten. 17. Rondvraag en sluiting. De heer Karssen dankt voor inzet en ondersteuning die de stadsregio heeft gegeven bij het VNG-werkbezoek dat enkele Iraanse bestuurders vorige week hebben afgelegd.
BESLDB 27 april 2005 / JGH / 2 mei 2005
Pagina 2
Dagelijks Bestuur Vergadering 27 april 2005 Agendapunt 2b
Onderwerp: Besluitenlijst van de vergadering d.d. 13 april 2005 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Gevraagde beslissing: 1. de besluitenlijst vast te stellen.
Besluitenlijst van de vergadering d.d. 13 april 2005 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam Aanwezig zijn de heer B.G. Euser, de heer G.J. 't Hart, de heer S. Hulman, mevrouw M.C. Jansen (secretaris), de heer J.A. Karssen, de heer M.G.T. Pastors, de heer R. Scheeres, de heer J.W.J. Wolf (alleen bij agendapunt 1) alsmede mevrouw A. Frank en de heren C.A. van Hulst, P.A.C. Vonk en J.G. Hijgemann. Afwezig zijn mevrouw A.A. Aeyelts Averink – Winsemius en de heer I.W. Opstelten (voorzitter). 1.
Opening en mededelingen. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Aeyelts en van voorzitter Opstelten. De heer Scheeres zit de vergadering voor.
2a. Verslag van de vergadering d.d. 30 maart 2005 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt het verslag vast. 2b. Besluitenlijst van de vergadering d.d. 30 maart 2005 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur stelt de besluitenlijst vast. 3.
Ingekomen en uitgegane stukken. De inmiddels ontvangen motie van de raad van Hellevoetsluis wordt betrokken bij de advisering over de bestuurlijke organisatie. Het dagelijks bestuur stemt in met de afhandelingsvoorstellen op de lijst ingekomen en uitgegane stukken.
4.
Bestuurlijke contacten / afspraken zich aandienend overleg. Het dagelijks bestuur neemt kennis van het overzicht.
5.
Agendaplanning: Het dagelijks bestuur neemt kennis van de planning
6.
Stand van zaken Wgr-plus. Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen te melden: de Eerste-Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken heeft op 22 maart 2005 het voorlopig verslag uitgebracht en wacht thans op de memorie van antwoord van de minister van BZK.
7.
Jaarverslag 2004 en jaarrekening 2004. Het dagelijks bestuur besluit:
VERDB 13 april 2005 / KB / 19 april 2005
Pagina 1
1. 2.
de regioraad voor te stellen het jaarverslag en de jaarrekening 2004 (waarin opgenomen de jaarstukken Vinex fondsbeheer 2004 en jaarverslagen Verkeer en Vervoer 2004) vast te stellen; de portefeuillehouder Middelen te machtigen om eventueel door het dagelijks bestuur gemaakte opmerkingen in de jaarrekening 2004 te verwerken.
8.
PMR-uitwerkingsovereenkomsten 750ha en BRG. Medio april zendt de projectminister PMR een brief over de voortgang van PMR naar de Tweede Kamer. De inhoud van genoemd schrijven gaat vooral over plan van aanpak herstel PKB-PMR. De PMR-uitvoeringsovereenkomsten zullen pas op z'n vroegst in juni 2005 worden ondertekend en daarna naar de kamer worden gestuurd.
9.
Vaststelling subsidies milieu 2004. Het dagelijks bestuur stelt de subsidies definitief vast.
10. Vaststelling Verordening verstedelijkingsafspraken en stedelijke vernieuwing 2005-2010 stadsregio Rotterdam en omslagverordening 2005 -2010. Het dagelijks bestuur besluit overeenkomstig het conceptvoorstel de regioraad voor te stellen de verordeningen Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing 2005 – 2010 en de Omslagverordening 2005 vast te stellen. 11. Hoorzitting Ontwerp RR2020. Het dagelijks bestuur besluit: 1. op 16 juni 2005 een hoorzitting te organiseren waarbij een ieder die een bedenking of zienswijze heeft ingediend over het Ontwerp RR2020 in de gelegenheid wordt gesteld die mondeling toe te lichten; 2. De commissie die de hoorzitting houdt samen te stellen uit de regioraadsleden uit de commissie GROM, onder voorzitterschap van de portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening. 12. OV-chipkaart. Tarieven Connexxion 2005. Het dagelijks bestuur besluit het kilometertarief voor de Connexxion-lijnen (standaarden sneldiensten) op € 0,107 voltarief en op € 0,071 reductietarief vast te stellen. 13. Tracé/mer A4 Delft - Schiedam. Het dagelijks bestuur stemt in met het bestuurlijke (stadsregionale) advies dat portefeuillehouder Hulman tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van de stuurgroep IODS zal geven. 14. A15 / Botlektunnel. Aan de hand van een aantal sheets wordt de voorgeschiedenis geschetst en de actuele stand van zaken had aangegeven. In de eerstvolgende vergadering van het dagelijks bestuur zal een agendapost voorliggen. 15. Verkenning TramPlus lijn 5. Het dagelijks bestuur besluit: 1. de “verkenning lijn 5” vast te stellen; 2. de, in concept overlegde, antwoordbrief aan burgemeester en wethouders van Rotterdam vast te stellen. 16. HOV Noordrand II/III – Alexander. Portefeuillehouder Hulman geeft aan dat hij erop aanstuurt dat de Rotterdamse commissie VIF en de stadsregionale commissie V&V gezamenlijk ter plekke gaan kijken1. Het dagelijks bestuur stemt ermee in deze ruimte te bieden opdat een gedragen beslissing kan worden bereikt over de ruimtelijke inpasbaarheid van het trajectdeel in Rotterdam Ommoord en besluit: 1. handhaven van de beslissing van 13 oktober 2004 om de regioraad voor te stellen de planstudie HOV Noordrand II/III – Alexander met het voorkeurstracé via de Hoeksekade vast te stellen; 2. de gemeente Rotterdam te verzoeken - onder verwijzing naar eerdere besluiten en afspraken - mee te werken aan de inpassing van het voorkeurstracé. 1
Het gevolg daarvan is dat de regioraad het voorstel niet op 11 mei 2005 maar eerst op 29 juni 2005 kan behandelen (JGH). VERDB 13 april 2005 / KB / 19 april 2005
Pagina 2
17. Kadernota Openbaar Vervoer. Het dagelijks bestuur besluit: 1. onder voorbehoud van een positief advies van de commissie Verkeer en Vervoer vaststellen van de verwerking van de reacties en adviezen op de ontwerpKadernota OV; 2. de regioraad voor te stellen de Kadernota OV vast te stellen; 3. de gemeenten en het PROV schriftelijk te informeren over de wijze waarop de adviezen in de Kadernota OV zijn verwerkt. 18. Kabinetstandpunt gemeentelijke vervoerbedrijven. Het dagelijks bestuur besluit: 1. kennis te nemen van het kabinetstandpunt inzake de gemeentelijke vervoerbedrijven; 2. in te stemmen met het opstellen van een plan van aanpak voor de concessieverlening openbaar vervoer vanaf 2006; 3. de commissie Verkeer en Vervoer, het PROV en de gemeente Rotterdam in kennis stellen van het besluit. 19. Bezwaarschrift van bouwvereniging Onze Woning op wijziging vaststelling liftensubsidie Ajaxstraat te Rotterdam (VH95-09-NO). Het dagelijks bestuur besluit: 1. overeenkomstig het advies van de Algemene Beroepscommissie het bezwaar van bouwvereniging Onze Woning op de beschikking VH95-09-NO (liftbijplaatsing Achilles-, Ajax- en Apollostraat te Rotterdam) gegrond te verklaren; 2. het besluit tot terugvordering van de subsidie ad € 10.890 in te trekken. 20. Taskforce Efficiency en Effectiviteit Jeugdzorg. Overeenkomstig het voorstel besluit het dagelijks bestuur de Taskforce Efficiency en Effectiviteit Jeugdzorg in te stellen. 21. Rondvraag en sluiting.
VERDB 13 april 2005 / KB / 19 april 2005
Pagina 3
Regioraad Vergadering 29 juni 2005 Agendapunt 4 Onderwerp: Vragenhalfuur
concept - omschrijving / initialen steller / datum
Pagina 1
Regioraad Vergadering 29 juni 2005 Agendapunt 5
Onderwerp: Ingekomen en uitgegane stukken. Toelichting: 1. brief d.d. 10 mei 2005 van de gemeente Vlaardingen waarin wordt medegedeeld dat de raad van Vlaardingen een motie heeft aangenomen over de Broekpolder in relatie tot het ontwerpplan RR2020. De motie is aangenomen ter ondersteuning van het standpunt van de raad van Rotterdam ten aanzien van de Broekpolder. Voorgesteld wordt deze motie te betrekken bij de overwegingen ten aanzien van RR2020. 2.
brief d.d. 11 mei 2005 van de gemeenteraad van Maassluis waarin wordt medegedeeld dat de raad de heer J.F. Scheerstra als lid van de regioraad heeft benoemd in de vacature van mevrouw Groosman – van den Brandhof. Voorgesteld wordt kennis te nemen van de brief.
3.
Brief d.d. 3 juni 2005 van de gemeenteraad van Brielle waarin wordt medegedeeld dat de raad op 10 mei een motie heeft aangenomen ter bespoediging van een onderzoek naar het Oranjetunneltracé / Blankenburgtracé. Voorgesteld de brief te antwoorden overeenkomstig de antwoordbrief (bijgaand) die eerder aan de raad van Rozenburg is gezonden.
4.
Uitgaande brief d.d. 13 juni 2005 inzake HOV Noordrand. Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij de bespreking van agendapunt 11.
Gevraagde beslissing: 1. in te stemmen met de voorgestelde afdoening van de ingekomen stukken.
INURR / KB / 13 juni 2005
Pagina 1
Regioraad Vergadering 29 juni 2005 Agendapunt 6 Onderwerp: Benoemingen in commissies. Bijlage: geen. Toelichting: Indien via een van de fractievoorzitters nieuwe commissieleden worden voorgedragen, zal tijdens de vergadering een stemming plaatshebben.
Benoemingen / KB / 13 juni 2005
Pagina 1
Regioraad Vergadering 29 juni 2005 Agendapunt 7 Onderwerp: Behandeling wetsvoorstel Wijzigingswet Wgr-plus in Eerste kamer. Bijlage: geen. Toelichting: Op dit moment is de wijzigingswet Wgr-plus in behandeling bij de Eerste Kamer. De Eerste-Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat heeft op 23 mei 2005 de memorie van antwoord van de minister ontvangen. De reactie van de minister ligt in de lijn van zijn eerder geuite opvattingen en leidt niet tot nieuwe inzichten over de Wgr-plus. Op 28 juni zal de inbreng voor het “nader voorlopig verslag” plaatsvinden. Financiële consequenties: geen. Communicatie: Verdere procedure: Op 28 juni 2005 zal de inbreng voor het “nader voorlopig verslag” plaatsvinden. Gevraagde beslissing: 1. kennis te nemen van de stand van zaken met betrekking tot de wijzigingswet Wgr-plus.
Wijzigingswet Wgr-plus / BL / 10 juni 2005
Pagina 1
Websamenvatting (alleen voor regioraad en commissies):
Wijzigingswet Wgr-plus / BL / 10 juni 2005
Pagina 2
Regioraad Vergadering 29 juni 2005 Agendapunt 8 Onderwerp: Ontwerpbegroting 2006. Bijlage: 1. ontwerpbesluit; 2. Programmabegroting 2006; 3. Activiteitenbegroting 2006; 4. reacties van gemeenten en toelichting daarop. Toelichting: Bijgaand wordt de ontwerpbegroting 2006 ter vaststelling aangeboden. Zoals sinds twee jaar gebruikelijk is, bestaat de ontwerpbegroting ook dit jaar uit een programmabegroting en een activiteitenbegroting. Beide begrotingen zijn in evenwicht. De programmabegroting geeft de beleidsdoelstellingen per programma. Tevens omvat deze begroting de voorgeschreven paragrafen, o.a. een financiële paragraaf, risicoparagrafen en een paragraaf over de bedrijfsvoering. De activiteitenbegroting geeft enerzijds de activiteiten weer met de beleidsdoelstelling per activiteit en anderzijds het financiële raamwerk per activiteit. Dit gebeurt aan de hand van het antwoord op de volgende vragen: wat willen we bereiken? wat gaan we daarvoor doen? wat mag het gaan kosten? Daarnaast zijn als bijlagen bij de activiteitenbegroting opgenomen de detailbegroting, de stand van de reserves en voorzieningen, de kostenverdeelstaat en de inwoneraantallen per gemeente. In uw raad van 9 februari 2005 zijn uitgangspunten voor de begroting besproken. De uitgangspunten zijn onverkort toegepast bij het opstellen van de ontwerpbegroting. Verder is de ontwerpbegroting voor reactie naar de regiogemeenten verzonden. De ontvangen reacties zijn samen met de programma- en activiteitenbegroting behandeld in het dagelijks bestuur van 25 mei 2005 en hebben geen aanleiding gegeven tot het aanpassen van de ontwerpbegroting. In bijlage 4 zijn alle ontvangen reacties op de ontwerpbegroting opgenomen, tezamen met een memo waarin puntsgewijs wordt ingegaan op deze reacties. Een aantal zaken is relevant voor deze ontwerpbegroting 2006. 1. Gebruikte financierings- en dekkingssystematiek De stadsregio heeft geen rechtstreekse uitkering van het rijk ter dekking van bestuurs- en apparaatslasten. Daarnaast heeft de stadsregio een aantal (verplichte) taken, zoals die op gebied van Economie en Milieu, waartegenover geen rechtstreekse middelen staan. De bekostiging van deze taken alsmede de bekostiging van de bestuurs- en apparaatslasten vindt in principe plaats door aanwending van de vrije middelen van de stadsregio, bestaande uit de gemeentelijke bijdragen en de geprognosticeerde vrij inzetbare rentebaten. Sinds enkele jaren zijn deze vrije middelen echter niet meer toereikend. Om deze reden worden de apparaatslasten, voor zover direct toerekenbaar, doorbelast op een aantal geldstromen. Vervolgens worden de planontwikkelingskosten Verkeer en Vervoer, voor zover nodig, ten laste van de BDU Verkeer en Vervoer gebracht. Indien er na het bovenstaande nog een tekort resteert wordt dit ten laste van rentebaten BWS gebracht.
Ontwerpbegroting 2006 / AR / 10 juni 2005
Pagina 1
In de voorliggende begroting is geen restant tekort ten laste van deze rentebaten gebracht. De planontwikkelingskosten Verkeer en Vervoer worden voor circa 95% afgewenteld op de BDU. 2. Opbouw apparaatslasten De opbouw van de apparaatslasten is weergegeven in de kostenverdeelstaat, opgenomen als bijlage bij de activiteitenbegroting. Ten opzichte van 2005 is een stijging te zien van ruim € 650.000. Voor ruim 60% is deze stijging een gevolg van een technische herschikking van middelen. De communicatielasten en lasten bij bezwaar en beroep worden namelijk vanaf 2006 via de apparaatslasten en als zodanig via de kostenverdeelstaat versleuteld over de activiteiten. Verder worden voor het eerst de geraamde lasten verband houdende met ontslag en vervroegde uittreding meegenomen als apparaatslasten. Voor het overige deel betreft de stijging vrijwel volledig de prijsindexering ten opzichte van 2005 (2006: 1,73%). 3. Nieuwe voorschriften voortvloeiend uit Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Het BBV schrijft voor dat niet bestede bedragen, verkregen van derden onder stringente condities voor aanwending, dienen te worden gedoteerd aan een voorziening. Bestemmingsreserves daarentegen worden gevormd en ingezet na besluitvorming daartoe door de regioraad. Omdat voorheen bestemmingsreserves werden gevormd waar volgens het BBV nu een dotatie aan een voorziening dient plaats te vinden, is in de ontwerpbegroting, conform de goedgekeurde jaarcijfers 2004, een groot deel van de bestemmingsreserves omgezet in voorzieningen. 4. •
Veranderingen in de indeling in activiteiten activiteit Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer: dit was voorheen de activiteit Gebundelde Doeluitkering. Vanwege het, tezamen met een aantal andere geldstromen, opgaan van de GDU in de BDU, heeft een herinrichting van de activiteit plaatsgevonden. Het voornaamste verschil ten opzichte van voorgaande begrotingen is de overheveling van de beleidsterreinen vervoersmanagement en verkeersveiligheid naar deze activiteit.
•
activiteit Duurzaam Veilig: de regeling is in 2005 beëindigd; voortzetting van verkeersveiligheidsbeleid vindt plaats binnen de activiteit Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer. Wel is de activiteit Duurzaam Veilig nog in de detailbegroting opgenomen, waar de verwachtingen voor 2005 en de resultaten 2004 zichtbaar worden gemaakt.
•
activiteit De Boer/EIISS: de regeling is in 2004 beëindigd en wordt in 2005 financieel afgewikkeld door het inzetten van de resterende middelen uit de bestemmingsreserve. Wel is de activiteit nog in de detailbegroting opgenomen, waar de afwikkeling zichtbaar wordt gemaakt.
•
activiteit Vinex Grondkostenfonds: in het voorjaar 2005 wordt het fonds formeel afgerekend, waardoor het voor begroting 2006 niet meer bestaat. Er resteert in 2006 als inkomsten nog slechts één tranche verfijningsregeling, maar deze wordt administratief in 2005 geboekt. Na de formele afrekening wordt het resterend positief saldo, na vaststelling in DB en Regioraad gestort in nieuwe Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing. Ook hier geldt dat de activiteit nog in de detailbegroting is opgenomen.
•
activiteit Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing: het fonds is in 2005 ingesteld ter ondersteuning van het regionale verstedelijkingsbeleid, zoals door de regioraad vastgesteld in het ‘Regionaal woningbouwscenario 2005-2010 met bijbehorend financieel scenario’, en het regionaal beleid stedelijke vernieuwing, zoals door de regioraad vastgesteld in het regionaal beleidskader ISV ‘Vernieuwen en Delen’. De storting van middelen in het fonds vindt plaats in 2005 en bestaat uit de rijksbijdrage BLS voor de verstedelijkingsafspraken, het beschikbaar gekomen budget ISV2 van de provincie en bijdragen ISV2 van de gemeenten Rotterdam en Schiedam en de restanten van de regionale budgetten ISV1 en Vinex Grondkostenfonds.
Ontwerpbegroting 2006 / AR / 10 juni 2005
Pagina 2
Financiële consequenties: zoals omschreven in de ontwerpbegroting. Communicatie: na vaststelling door de regioraad wordt een representatief document opgemaakt dat conform verzendlijst naar belanghebbenden wordt verzonden. Afgestemd met: de deelnemende gemeenten. Verdere procedure: toezending aan de provincie Zuid-Holland; toezending aan alle deelnemende gemeenten; toezending aan de overige belanghebbenden. Gevraagde beslissing: 1. de programmabegroting 2006 en de activiteitenbegroting 2006 vast te stellen.
Ontwerpbegroting 2006 / AR / 10 juni 2005
Pagina 3
Websamenvatting (alleen voor regioraad en commissies):
Ontwerpbegroting 2006 / AR / 10 juni 2005
Pagina 4
Activiteitenbegroting 2006
Stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam telefoon: 010-4172389 fax: 010-4047347 e-mail:
[email protected] website: www.stadsregio.info
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2
Activiteiten
4
2.1
Activiteit: Bestuur
4
2.2
Activiteit: Communicatie
6
2.3
Activiteit: Beroep- en bezwaarschriften
8
2.4
Activiteit: Planontwikkeling Verkeer en Vervoer
9
2.5
Activiteit: Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer
12
2.6
Activiteit: Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam
15
2.7
Activiteit: Exploitatie openbaar vervoer
17
2.8
Activiteit: Beheerkosten Groenakkoord
21
2.9
Activiteit: Beleidsontwikkeling en programmamanagement regionaal groen
22
2.10
Activiteit: Investeringen Groenakkoord
25
2.11
Activiteit: Werk en Inkomen
26
2.12
Activiteit: Jeugdzorg
27
2.13
Activiteit: Maatschappelijke opvang
29
2.14
Activiteit: ROM Rijnmond
30
2.15
Activiteit: Overige milieuactiviteiten
31
2.16
Activiteit: Ruimtelijk beleid
33
2.17
Activiteit: Omslagfonds
35
2.18
Activiteit: Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010
37
2.19
Activiteit: Economie
39
2.20
Activiteit: BIR
41
2.21
Activiteit: Wonen
42
2.22
Activiteit: Wonen: Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS)
44
2.23
Activiteit: Algemeen financieel beheer
46
3
Detailbegroting
49
4
Bijlagen
58
4.1
Kostenverdeelstaat
58
4.2
Staat van reserves en voorzieningen
60
4.3
Inwoneraantal per gemeente
61
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
2
1
Inleiding
De stadsregio maakt sinds enkele jaren een programmabegroting met de beleidsprogramma’s en apart een hieruit voortvloeiende activiteitenbegroting. Beide onderdelen moeten aan het Besluit Begroting en Verantwoording (2004) en worden ter vaststelling aan de regioraad aangeboden.
Leeswijzer
De activiteitenbegroting is een weergave van de concrete activiteiten die de stadsregio in het kader van de beleidsprogramma’s oppakt en heeft als doel inzicht te geven in de koppeling tussen beleid, prestaties en middelen. Per activiteit wordt aan de hand van de WWW-systematiek aangegeven wat de doelstelling is en welke activiteiten daarvoor zullen worden uitgevoerd. Verder wordt aangegeven wat de daaraan gekoppelde lasten zijn en waaruit de dekking bestaat. Het activiteitenoverzicht sluit zonodig met een toelichting op de financiële gegevens en het meerjarig perspectief. Tot slot zijn er enkele veranderingen in de indeling van de begroting: •
Activiteit Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer: dit was voorheen de activiteit Gebundelde Doeluitkering. Vanwege het, samen met een aantal andere geldstromen, opgaan van de GDU in de BDU, heeft een herinrichting van de activiteit plaatsgevonden. Het belangrijkste verschil ten opzichte van voorgaande begrotingen is de overheveling van de beleidsterreinen vervoersmanagement en verkeersveiligheid naar deze activiteit.
•
Activiteit Duurzaam Veilig: de regeling eindigde in 2005; voortzetting van verkeersveiligheidsbeleid vindt plaats binnen de activiteit Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer. Wel is de activiteit Duurzaam Veilig nog in de detailbegroting opgenomen. Hierin zijn de verwachtingen voor 2005 en de resultaten 2004 zichtbaar gemaakt.
•
Activiteit De Boer/EIISS: de regeling eindigde in 2004 en wordt in 2005 financieel afgewikkeld door het inzetten van de resterende middelen uit de bestemmingsreserve. Wel is de activiteit nog in de detailbegroting opgenomen. Hierin is de afwikkeling zichtbaar.
•
Activiteit Vinex-grondkostenfonds: in het voorjaar 2005 wordt het fonds formeel afgerekend, waardoor het voor de begroting 2006 niet meer bestaat. Er resteert in 2006 als inkomsten nog slechts één tranche verfijningsregeling, maar deze wordt administratief in 2005 geboekt. Na de formele afrekening wordt het resterend positief saldo, na vaststelling in DB en regioraad gestort in nieuwe Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing. De activiteit is ook nog in de detailbegroting opgenomen.
•
Activiteit Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing: het fonds is in 2005 ingesteld ter ondersteuning van het regionale verstedelijkingsbeleid. Dit beleid stelde de regioraad vast in het ‘Regionaal woningbouwscenario 2005-2010 met bijbehorend financieel scenario’. Daarnaast ondersteunt het fonds het regionaal beleid stedelijke vernieuwing, zoals door de regioraad vastgesteld in het regionaal beleidskader ISV ‘Vernieuwen en Delen’. De storting van middelen in het fonds vindt plaats in 2005 en bestaat uit de rijksbijdrage BLS voor de verstedelijkingsafspraken, het beschikbaar gekomen budget ISV-2 van de provincie en bijdragen ISV-2 van de gemeenten Rotterdam en Schiedam en de restanten van de regionale budgetten ISV-1 en Vinex-grondkostenfonds. Een en ander krijgt gestalte in de begroting 2005 door vaststelling van de hiervoor benodigde begrotingswijziging, waarvan in dit document een schatting wordt gegeven
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
3
2
Activiteiten
2.1 Activiteit: Bestuur Portefeuillehouder:
I.W. Opstelten
Sector(hoofd):
Bestuurlijke Zaken M.C. Jansen
Wat willen we bereiken? Het vertegenwoordigen van de gemeenten die aan het samenwerkingsverband deelnemen en het laten functioneren van het (dagelijks) bestuur. Wat gaan we ervoor doen? De directe lasten bestaan voornamelijk uit fractiekosten. Voor materiële uitgaven van de fracties in de regioraad wordt per fractielid per jaar € 252,08 verstrekt. (Besluit regioraad d.d. 4 september 2002). Verder zijn onder de directe lasten de reis- en representatiekosten van het dagelijks bestuur geraamd. In 2006 wordt een nieuw dagelijks bestuur aangewezen. Daarom wordt er een introductieprogramma georganiseerd voor de nieuwe leden. Dit leidt tot een incidentele toename van de directe lasten. Leden van het dagelijks bestuur die geen lid zijn van een college van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten kunnen schadeloosstelling ontvangen voor de werkzaamheden voor de stadsregio. In het huidige dagelijks bestuur maakt één lid hiervan gebruik. Uit dit budget wordt ook het Samenwerkingsverband Regio Randstad betaald. Dit is een gemeenschappelijke regeling van de vier grote steden, de vier Randstadprovincies en de vier Kaderwetgebieden in de Randstad. De gemeenschappelijke regeling beoogt het beleid in de Randstad te coördineren en af te stemmen en behartigt de belangen van de Randstad bij het rijk. Om de belangen van de stadsregio Rotterdam te waarborgen binnen de regio Randstad participeren leden van het dagelijks bestuur in het algemeen bestuur en diverse commissies. Ten slotte wordt uit dit budget ook de ondersteuning van de begeleidingscommissie veiligheid (politieregio) betaald. Na evaluatie in 2005 wordt bezien of de ondersteuning wordt voortgezet; vooralsnog is dit het uitgangspunt.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
4
Wat mag het kosten? omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
Lasten Directe lasten Totaal
150.800
235.032
236.553
221.553
221.553
221.553
150.800
235.032
236.553
221.553
221.553
221.553
Baten Gemeentelijke bijdrage
88.457
131.629
112.576
105.437
104.832
104.832
Bijdrage t.l.v. diverse beleidsterreinen
62.343
103.403
123.977
116.115
116.721
116.721
150.800
235.032
236.553
221.553
221.553
221.553
0
0
0
0
0
0
Totaal
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Geen significante wijzigingen.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
5
2.2 Activiteit: Communicatie Portefeuillehouder:
G.J. 't Hart
Sector(hoofd):
Communicatie W. Nettinga
Wat willen we bereiken? Het verwerven en behouden van draagvlak voor het beleid van de stadsregio. Deze ambitie van het bestuur is concreet gemaakt in de volgende communicatiedoelstellingen: • • •
meer dan de helft van de bevolking (18 jaar en ouder) kent de stadsregio van naam, weet dat de eigen gemeente tot de stadsregio behoort en kent minimaal één hoofdtaak van de stadsregio; gemeentebesturen en -raden kennen de actuele beleidsontwikkelingen binnen de stadsregio en weten zich medeverantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen van de stadsregio; opinieleiders en beslissers in het maatschappelijke middenveld, politiek en bestuur zijn op de hoogte van relevante taken en doelstellingen van de stadsregio en bereid de uitvoering daarvan te steunen.
Wat gaan we ervoor doen? > Doelgroepen actief informeren over activiteiten, besluiten en projecten van de stadsregio Hiertoe worden op de verschillende doelgroepen toegesneden media ingezet, waaronder een nieuwsbrief Regiojournaal, een informatiepagina in huis-aan-huisbladen, een website, informatieve folders en brochures en uitzendingen op TV Rijnmond. Indirect gebeurt dit ook door het voeren van een actief persbeleid waarbij journalisten worden voorzien van concrete en relevante informatie. > Doelgroepen waar nodig actief bij de ontwikkeling van dat beleid betrekken Ondersteunend aan beleidsproces gebeurt dit onder meer door het opstellen en uitvoeren van communicatieplannen, adviseren bij communicatie rond samenwerkingsprojecten en organiseren van bijeenkomsten. Door het organiseren van feedback van doelgroepen via onderzoeken worden zij betrokken bij de uitvoering van het communicatiebeleid. Onderzoek is tevens een belangrijk signaal naar doelgroepen dat de stadsregio ter dege rekening houdt met hun opvattingen en (informatie)behoeften. > De resultaten van dit beleid zo visueel mogelijk presenteren Dit gebeurt onder meer door erop toe te zien dat de stadsregio bij de uitvoering van projecten steeds duidelijk wordt vermeld en bij de oplevering van projecten duidelijk in beeld is of een rol heeft. Het relatiemagazine en de uitzendingen op RTV Rijnmond zijn hierbij ook een belangrijk instrument.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
6
Wat mag het kosten? omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
Lasten Directe lasten
466.132
425.568
400.000
400.000
400.000
400.000
Totaal
466.132
425.568
400.000
400.000
400.000
400.000
Doorberekend via kostenverdeelstaat
273.426
238.339
400.000
400.000
400.000
400.000
Bijdrage t.l.v. diverse beleidsterreinen
192.706
187.229
0
0
0
0
466.132
425.568
400.000
400.000
400.000
400.000
0
0
0
0
0
0
Baten
Totaal
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Geen significante wijzigingen.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
7
2.3 Activiteit: Beroep- en bezwaarschriften Portefeuillehouder:
I.W. Opstelten
Sector(hoofd):
Secretaris M.C. Jansen
Wat willen we bereiken? Het streven van de stadsregio is erop gericht door een goed en zorgvuldig beleid het aantal bezwaarschriften tegen besluiten van de stadsregio tot een minimum te beperken. Een groot aantal bezwaarschriften in een bepaalde beleidssector kan dan ook aanleiding zijn het beleid aan te passen. Verder is het doel de bezwaarschriften, die desondanks worden ingediend, op een zorgvuldige wijze af te handelen. Wat gaan we ervoor doen? Bezwaarschriften hebben voornamelijk betrekking op subsidiebeschikkingen en nadeelcompensatieaanvragen in verband met infrastructurele projecten. Het afhandelen hiervan en het voeren van procedures namens de stadsregio is gericht op een zo gunstig mogelijke besluitvorming voor de stadsregio, ook in het kader van subsidies die door het rijk aan de stadsregio worden verstrekt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de expertise van de servicedienst van de gemeente Rotterdam. Het budget is daarnaast bestemd voor een zorgvuldige externe klachtenbehandeling door de regionale Ombudsman. Hoewel in 2004 wederom geen klachten over de stadsregio bij de Ombudsman zijn ingediend, is het, gezien het verplichte karakter van een externe klachtenregeling, gewenst hiervoor toch een (beperkt) budget te handhaven. Wat mag het kosten? omschrijving Lasten Directe lasten Totaal
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
8.657
9.619
9.786
9.786
9.786
9.786
8.657
9.619
9.786
9.786
9.786
9.786
5.078 3.579
5.387 4.232
9.786 0
9.786 0
9.786 0
9.786 0
8.657
9.619
9.786
9.786
9.786
9.786
0
0
0
0
0
0
Baten Doorberekend via kostenverdeelstaat Bijdrage t.l.v. diverse beleidsterreinen Totaal
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Het benodigd budget is afhankelijk van het aantal beroep- en bezwaarschriften, wat op voorhand lastig te voorspellen is.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
8
2.4 Activiteit: Planontwikkeling Verkeer en Vervoer Portefeuillehouder:
S. Hulman
Sector(hoofd):
Verkeer en Vervoer P.A.C. Vonk
Wat willen we bereiken? De doelstellingen van het verkeer- en vervoersbeleid zijn opgenomen in het Regionaal Verkeer- en Vervoersplan (RVVP), dat de regioraad in 2003 vaststelde. In het RVVP staat de bereikbaarheid van de stadsregio centraal. Het RVVP heeft een planhorizon tot 2020. Er zijn geen tussendoelen geformuleerd. In het RVVP is het gewenste kwaliteitsniveau van de infrastructuurnetwerken voor de weg, openbaar vervoer en fiets gedefinieerd. Ook zijn de knooppunten benoemd die voor het totale netwerk essentieel zijn. Op de knooppunten en bij belangrijke haltes van het openbaar vervoer dienen voldoende P&R-plaatsen gerealiseerd te worden. In het RVVP is de verbetering van de verkeersveiligheid als algemene doelstelling opgenomen. In de Nota Mobiliteit formuleerde het rijk een reductiedoelstelling, waarbij in elke regio in 2010 15% minder doden en 7,5% minder ziekenhuisgewonden zijn dan in 2002. Deze doelstelling wordt in het RVVP verwerkt. De bereikbaarheidsdoelen worden bereikt door het (laten) aanbieden van infrastructuurnetwerken voor het autoverkeer, openbaar vervoer, fiets en de knooppunten daartussen. Daarbij gaat het niet alleen om aanleg of aanpassing van infrastructuur, maar ook om verbetering van het gebruik daarvan (benutting, onder andere via dynamisch verkeersmanagement) en het beïnvloeden van de vraag via reizigersinformatie, vervoersmanagement, parkeerbeleid en dergelijke. Daarbij is ook de kwaliteit van het openbaar vervoersaanbod van belang (zie activiteit Exploitatie openbaar vervoer). De eerste verantwoordelijkheid voor het realiseren van de doelen ligt in de meeste gevallen bij andere partijen dan de stadsregio. Bij infrastructuurprojecten zijn dat de wegbeheerders (gemeenten, waterschappen, provincie, rijkswaterstaat, V&W/ProRail), bij vervoersmanagement zijn dat de bedrijven in de regio. De stadsregio is zelf verantwoordelijk voor de exploitatie van het openbaar vervoer en voor de aanleg en het beheer van metro- en traminfrastructuur. Uitvoeringsprojecten komen meestal door inspanningen van andere partijen daadwerkelijk tot stand, waarbij de stadsregio een aanjagende of coördinerende rol vervult. In het Uitvoeringsprogramma van het RVVP en in het jaarlijkse Regionaal Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RIVV) zijn de projecten en maatregelen opgenomen die noodzakelijk zijn om de doelen te bereiken en de geconstateerde knelpunten op te lossen. Jaarlijks wordt een monitoringsrapport gepubliceerd, aan de hand waarvan de doelbereiking kan worden bepaald en zonodig kan worden bijgestuurd. Ook de monitoring van het RIVV is een instrument om de voortgang van de uitvoering in de gaten te houden. Wat gaan we ervoor doen? Zoals boven aangegeven is realisatie van doelen alleen mogelijk in samenwerking met anderen: rijk, gemeenten, waterschappen, provincie en de buren. Een groot deel van de activiteiten is dan ook gericht op het organiseren van deze samenwerking en het dusdanig beïnvloeden van beleidsprocessen dat die samenwerking tot stand komt. > Algemeen beleid en financiering Het algemeen beleid betreft de advisering aan het dagelijks bestuur, deelname aan diverse samenwerkingsverbanden van de kaderwetgebieden, Zuidvleugel, Randstad. In 2006 heeft dit bovenregionale overleg vooral betrekking op de vormgeving van de beleidsuitvoering. In 2006 zal vaststelling plaatsvinden van de aanpassing van het RVVP als gevolg van de Nota Mobiliteit en het RR2020. De voortgang van de beleidsuitvoering wordt bewaakt via de
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
9
monitoring van het RVVP, dat ook de input vormt voor de monitoring van de Nota Mobiliteit. Het beheer van het rekenmodel voor verkeer en milieu (RVMK) is een activiteit die zowel noodzakelijk is voor monitoring als voor probleemanalyse bij regionale projecten. Het RVMK is ook beschikbaar voor de gemeenten als ondersteuning van hun eigen verkeer- en vervoersbeleid. Waarschijnlijk heeft de wijze van invoering van prijsbeleid een prominente plek op de beleidsagenda. Wat betreft de financiering is in het uitvoeringsprogramma van het RVVP een aantal activiteiten benoemd, gericht op het genereren van extra middelen bij het rijk en binnen de regio. In 2005 wordt een besluit voorbereid over de financiële mogelijkheden binnen de regio, ondermeer in relatie met het uitvoeringsprogramma van het RR2020. Welke activiteiten aan de orde komen om de besluiten uit te voeren, is afhankelijk van de resultaten hiervan. In de richting van het rijk richten de activiteiten zich daarnaast op beïnvloeding van de jaarlijkse besluitvorming over de besteding van het Infrastructuurfonds (MIT). Naar verwachting staat in 2006 ook de herijking van de landelijke verdeelsleutel voor de BDU op de agenda. Hierop moet via het SKVV invloed worden uitgeoefend. Ook in 2006 wordt een regionaal investeringsprogramma (RIVV) opgesteld in overleg met de wegbeheerders in de regio. > Openbaar vervoerinfrastructuur De activiteiten betreffen in hoofdzaak het verrichten van verkenningen voor railprojecten, die zijn opgenomen in het verkenningenprogramma van het RVVP uitvoeringsprogramma. Het doel van de erkenningen is een probleemanalyse en de afweging van mogelijke oplossingsrichtingen. Bij de openbaar vervoerprojecten gaat het daarbij meestal om het voorbereiden van besluitvorming over de modaliteit (metro, tram, bus) en de te onderzoeken tracés. Naast projectgebonden studies is in een aantal gevallen een gerichte netwerkstudie noodzakelijk om te kunnen bepalen wat de aard van het probleem is. Tot slot worden activiteiten ontplooid in het kader van het spoordossier. Dit betreft de decentralisatie van de Hoekselijn, participatie in het project Stedenbaan, verkenningen en planstudies naar de realisatie van stations en beïnvloeding van de dienstregeling van NS. > Weginfrastructuur Het belangrijkste doel van de activiteiten is om andere partijen in de gewenste beleidsmatige richting te bewegen. Hiervoor worden de projecten van het rijk begeleid (A4 Delft-Schiedam, A15, A13/A16, N57) en wordt geparticipeerd in studies. Dit geldt ook voor grote projecten van de provincie (zoals de N470 en de N209). Incidenteel wordt opdracht verstrekt voor verkennende studies, als blijkt dat andere partijen niet direct het probleem erkennen of op zich nemen. Daarnaast worden netwerkstudies verricht die noodzakelijk zijn om te bepalen op welke onderdelen van het netwerk ingrepen noodzakelijk zijn c.q. het meeste effect sorteren. > Fietsinfrastructuur Voor de realisatie van het regionale fietsnetwerk en stalling voorzieningen worden ook in 2006 activiteiten ontplooid om de projectrealisatie door de gemeenten en overige wegbeheerders te ondersteunen. Ook wordt de bewegwijzering van de regionale routes voortgezet. Een belangrijke basis voor de activiteiten zijn de uitvoeringsafspraken met de wegbeheerders. > Ketenmobiliteit De activiteiten richten zich op het stimuleren van de uitvoering van het programma van Parkeer- en Reisvoorzieningen in de regio. Kwesties rond de exploitatie, informatievoorziening en het gebruik door de doelgroep hebben hierbij aandacht nodig. > Mobiliteitsmanagement Naast de uitvoering van vervoersmanagement (activiteit 2.5) staat reisinformatie op de agenda, in het bijzonder gericht op de vraag op welke wijze maximaal gebruik kan worden gemaakt van de potentie van de RegioTic. Daarbij is mogelijk een coördinerende rol van de stadsregio noodzakelijk. Die coördinerende rol geldt ook voor de regionale -en dus grensoverschrijdende- implementatie van dynamisch verkeersmanagement.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
10
Naar verwachting krijgt de aanpak van de bereikbaarheidsproblematiek via de opvolger van Fileplan Rotterdam in 2006 vaste vormen. Dat leidt tot een scala aan stimulerende en innovatieve activiteiten om gericht per gebied de bereikbaarheidsknelputen aan te pakken, samen met bedrijfsleven en consumenten. > Verkeersveiligheid De activiteiten betreffen coördinatie van activiteiten op het gebied van voorlichting, educatie en handhaving in de regio. Een belangrijk middel daarbij is de Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid. Daarnaast wordt ook in provinciaal verband samengewerkt in het Regionaal Overleg Verkeersveiligheid, vooral gericht op verkeerseducatie en –voorlichting. Daarnaast vragen ook in 2006 nog vraagstukken rond de uitwerking en monitoring van het maatregelenpakket van Duurzaam Veilig om inzet. Wat mag het kosten? omschrijving Lasten Projectkosten
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
2.838.894
2.897.837
2.947.970
2.947.970
2.947.970
385.846
0
0
0
0
0
324.836 3.549.577
311.942 3.209.779
383.998 3.331.968
383.998 3.331.968
383.998 3.331.968
383.998 3.331.968
2.069.693 572.095
0 311.942
0 519.821
0 523.684
0 519.884
0 515.434
Vervoermanagement Apparaatslasten Totaal
2.947.970
Baten Rijksbijdragen Gemeentelijke bijdrage Bijdrage t.l.v. BDU Totaal
907.789
2.897.837
2.812.147
2.808.284
2.812.084
2.816.534
3.549.577
3.209.779
3.331.968
3.331.968
3.331.968
3.331.968
0
0
0
0
0
0
Saldo van de rekening
De lasten van de activiteiten zijn vergelijkbaar met eerdere jaren. De activiteiten in het kader van vervoermanagement zijn overgeheveld naar activiteit Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer. Meerjarenraming Geen significante wijzigingen.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
11
2.5 Activiteit: Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer Portefeuillehouder:
S. Hulman
Sector(hoofd):
Verkeer en Vervoer P.A.C. Vonk
Wat willen we bereiken? Het Regionaal Verkeer- en Vervoersplan 2003-2020 (RVVP) is het regionale beleidskader voor verkeer en vervoer in de stadsregio Rotterdam voor een periode van 15 à 20 jaar. De Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) wordt ingezet om de doelen en ambities van het RVVP te realiseren. De uitvoering van het regionale verkeer- en vervoersbeleid is de verantwoordelijkheid van de stadsregio in samenwerking met de betrokken wegbeheerders. De realisatie van projecten voor wegen, fietspaden, flankerende maatregelen, vervoermanagement en verkeersveiligheid is de primaire verantwoordelijkheid van de wegbeheerders in de regio. De stadsregio zorgt daarbij voor beleidsmatige afstemming, stimulering en medefinanciering in het kader van de uitvoering van het regionale beleid. De realisatie van openbaar vervoerinfrastructuur is de volledige verantwoordelijkheid van de stadsregio. Wat gaan we ervoor doen? De activiteiten zijn gericht op de coördinatie van de inspanningen van alle betrokkenen bij het realiseren van het beleid en het verstrekken van subsidies. De subsidies worden via de subsidieverordening verkeer en vervoer toegekend op basis van de wet Brede Doeluitkering. Het RVVP bepaalt in grote lijnen wat wel en wat niet voor subsidie in aanmerking komt. Onder het verstrekken van subsidies valt het beoordelen van subsidieaanvragen, het voorbereiden van subsidiebeschikkingen en de financiële afhandeling daarvan. Over de voortgang wordt gerapporteerd, zowel in het kader van de gebruikelijke 4- en 8 maandsrapportages als in een halfjaarrapportage met een meer inhoudelijk karakter. Deze is meer gericht op bijsturing (voor zover noodzakelijk). Op basis van het uitvoeringsprogramma RVVP zijn bestuurlijke uitvoeringsovereenkomsten gesloten met de regiogemeenten, waterschappen en provincie. Hierbij is sprake van wederzijdse inspanningsverplichtingen. De afspraken kunnen betrekking hebben op de uitvoering van kleine projecten en op de samenwerking bij grote projecten. Daarnaast worden afspraken gemaakt over niet-infrastructurele maatregelen zoals verkeerseducatie en vervoersmanagement. De activiteiten op het gebied van vervoermanagement zijn gericht op een effectieve aanpak die moet leiden tot gebiedsgerichte prestatieafspraken met ondernemers. De afspraken worden om de twee jaar geactualiseerd. Tot slot loopt de uitvoering van maatregelen via het Samenhangend Netwerk Regio Rotterdam en de samenwerkingsagenda van de pilot Luteijn. Bij openbaar vervoerprojecten worden ook planstudies verricht. In de planstudie wordt de keuze voor het tracé voorbereid, evenals de besluitvorming over de financiële dekking. De kosten van de planstudies zijn onderdeel van de projectfinanciering en worden ten laste gebracht van de investeringsfondsen. Het RIVV legt jaarlijks vast welke investeringen in de navolgende vijf jaar worden gepleegd, inclusief kasritmes. Met de programmering van de projecten worden de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken met de wegbeheerders concreet gemaakt. Het RIVV vormt de basis voor de begroting van de stadsregio en het kader voor het aangaan van financiële verplichtingen.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
12
Wat mag het kosten? omschrijving Lasten Investeringsbijdragen
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
67.872.280
298.135.578
90.917.835
10.304.971
28.477.275
53.652.449
Decentraal budgetbeheer (dS+V)
385.703
350.000
350.000
350.000
350.000
350.000
Apparaatslasten Bijdrage diverse beleidsterreinen
453.688 54.538
704.064 80.134
780.095 31.175
780.095 29.198
780.095 29.350
780.095 29.350
Bijdrage planontwikkeling Totaal
907.789
2.897.837
2.812.147
2.808.284
2.812.084
2.816.534
299.937.296
94.949.871
14.278.387
32.444.851
57.623.978
71.848.259
297.612.092 0
92.500.000 0
12.278.387 0
30.444.851 0
55.623.978 0
69.848.259 0
0
0
0
0
0
0
0 -44.913
949.871 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Baten Rijksbijdragen Vrijval voorziening Extra rijksbijdrage uitv. GDU+ Opheffen reserve De Boer EIISS Gemeentelijke bijdrage Rente Totaal
Saldo van de rekening
2.370.117
1.500.000
2.000.000
2.000.000
2.000.000
2.000.000
299.937.296
94.949.871
14.278.387
32.444.851
57.623.978
71.848.259
0
0
0
0
0
0
Per 1 januari 2005 trad de Wet Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) in werking. Het oogmerk van de BDU is een verdere bundeling en ontschotting van geldstromen op het gebied van verkeer en vervoer die van het rijk richting de stadsregio komen. Dat houdt in dat deze geldstromen niet langer aan diverse deelonderwerpen worden gekoppeld, maar dat ze op basis van een stadsregionale prioriteitstelling kunnen worden aangewend. De verplichtingen GDU+ in de begroting 2004 en 2005 zijn indertijd op basis van kasritme opgenomen, in plaats van in die jaren voor het gehele bedrag. Dit strookt niet met de afspraken. Dit wordt opgelost door in de jaarrekening 2004 het gehele bedrag aan overgenomen verplichtingen op te nemen en daartegenover aan de batenzijde rechten op het rijk te plaatsen voor een gelijk bedrag. Door het recht op het rijk naar voren te halen, is de rijksbijdrage in de jaren 2006 tot en met 2009 gecorrigeerd. Voor het begrotingsjaar 2005 wordt deze correctie doorgevoerd met de tweede begrotingswijziging 2005. De directe lasten hebben betrekking op alle geraamde uitgaven aan nieuwe investeringsprojecten ten laste van de BDU. De lasten die aan het Omslagfonds of het Fonds Bereikbaarheidsoffensief zijn door te berekenen zijn op de bruto lasten in mindering gebracht. De lasten zijn meerjarig opgenomen op basis van een kasgeldritme. Dit heeft als voordeel dat de verplichtingenruimte beter inzichtelijk is. Voor de uitgaven aan kleine projecten (< € 10 miljoen) is ervan uitgegaan dat de kasuitgaven gelijk zijn aan de verplichtingen die in dat jaar worden aangegaan. Bij de baten is uitgegaan van de ambtelijke informatie over de omvang van de BDU, zoals die in februari 2005 beschikbaar is. De rentebaten leveren de overige dekking. Meerjarenraming De lasten zijn gebaseerd op de verwachte kasuitgaven op basis van het planstudieprogramma uit het RIVV. In het jaarlijkse RIVV wordt steeds meer inzicht gegeven in de opbouw van de lasten. De baten bestaan uit de verwachte omvang van de BDU voor de investeringen in infastructuurprojecten verkeer en vervoer. Financiële risico’s De gebundelde doeluitkering (GDU) die de stadsregio sinds 2004 van het rijk ontvangt voor de financiering van infrastructuur is in grote mate afhankelijk van het kasritme van de projecten die in het kader van de decentralisatie van het rijk naar de stadsregio zijn
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
13
overgegaan. Volgens de nieuwste beschikking van de minister van Verkeer en Waterstaat brengen deze verschuivingen aan in de kasgeldritmes van de gedecentraliseerde projecten. Begin 2004 nam de stadsregio Rotterdam deze projecten onder voorwaarden over. Deze voorwaarden zijn door de gewijzigde kasritmes door de ministers van Verkeer en Waterstaat eenzijdig bijgesteld. Deze aanpassing leidt tot een lagere compensatiebijdrage GDU+, dit kan ertoe leiden dat de stadsregio onvoldoende middelen heeft om het voorgenomen projectenprogramma uit te voeren. Er is in januari 2005 een bezwaarprocedure gestart tegen de laatste GDU+ beschikking. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend. De consequentie van de kasritmeaanpassing kan enerzijds opgevangen worden door het kasritme van de projectbijdragen in dezelfde mate te verschuiven als in de rijksbeschikking. Dit kan leiden tot een extra financieringslast bij de initiatiefnemer. Anderzijds wordt, zoals aangegeven in het RVVP-uitvoeringsprgramma, onderzoek gedaan naar alternatieve financieringsvormen en dekkingsbronnen om de baten te verhogen. Procesrisico’s Bij de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken bestaat het risico dat projecten niet uitgevoerd worden. Om de tijdige uitvoering van projecten en indiening van de subsidieaanvragen te stimuleren, worden projecten niet zonder meer doorgeschoven naar een volgende jaarschijf. De wegbeheerder moet zelf een gemotiveerd verzoek tot verschuiving te doen, wanneer blijkt dat een opgenomen project niet in het desbetreffende jaarschijf te realiseren is.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
14
2.6 Activiteit: Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam Portefeuillehouder:
S. Hulman
Sector(hoofd):
Verkeer en Vervoer P.A.C. Vonk
Wat willen we bereiken? Het Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam behelst een samenhangend pakket maatregelen gericht op een structurele verbetering van de bereikbaarheid van de regio Rotterdam en gebieden grenzend aan de regio. De bestuurders van de provincie ZuidHolland, de gemeente Rotterdam en de stadsregio Rotterdam hebben de samenwerking bekrachtigd in een bestuursovereenkomst. Het Fonds Bereikbaarheidsoffensief (BOR-fonds) is naast de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer een middel om de doelstellingen van het RVVP te bereiken, in het bijzonder de verbetering van de bereikbaarheid van de regio Rotterdam. De stadsregio voert het beheer van het fonds. Het besluitvormingsproces is beschreven in het convenant met de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland, de beleidsnota en de verordening die in juni 2001 door de regioraad is vastgesteld. Wat gaan we ervoor doen? De activiteiten zijn gericht op de coördinatie van de inspanningen van alle betrokkenen bij het realiseren van het beleid en het verstrekken van subsidies. Onder het verstrekken van subsidies valt het beoordelen van subsidieaanvragen, het voorbereiden van subsidiebeschikkingen en de financiële afhandeling daarvan. Over de voortgang wordt gerapporteerd, zowel in het kader van de gebruikelijke 4- en 8 maandsrapportages als in een halfjaarrapportage met een meer inhoudelijk karakter, gericht op bijsturing (voor zover noodzakelijk). Jaarlijks in april dient het dagelijks bestuur een financiële verantwoording in over het voorgaande jaar bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De stadsregio stelt het met het fonds uit te voeren projectenprogramma op, in overleg met de partners. Jaarlijks kan het projectenprogramma van het BOR-fonds worden geactualiseerd als de stadsregio of de convenantpartners provincie Zuid-Holland en gemeente Rotterdam dat noodzakelijk achten. Het projectenprogramma is een onderdeel van het RIVV.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
15
Wat mag het kosten? omschrijving Lasten Projectkosten
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
56.667
54.000
60.900
60.900
210.900
0
0
-150.000
0
0
0
0
Dotatie aan voorziening Apparaatslasten
2.857.801 176.700
27.335.458 233.918
900.578 261.546
765.866 261.546
380.074 261.546
590.974 261.546
Bijdrage diverse beleidsterreinen Totaal
21.241 3.112.409
26.624 27.500.000
10.452 1.233.476
9.789 1.098.101
9.840 862.360
9.840 862.360
14.274
25.000.000
0
0
0
0
5.994 3.092.141
0 2.500.000
0 1.233.476
0 1.098.101
0 862.360
0 862.360
3.112.409
27.500.000
1.233.476
1.098.101
862.360
862.360
0
0
0
0
0
0
Voorfinanciering t.l.v. BOR
Baten bijdragen Rijk en convenantspartners Gemeentelijke bijdrage Rente Totaal
Saldo van de rekening
De lasten betreffen de geraamde kasuitgaven aan de projecten die zijn opgenomen in het door de regioraad vastgestelde projectenprogramma. De baten bestaan naast de compensatie spitsheffing uit de Regionale envelop bereikbaarheid en de rentebaten. Meerjarenraming De lasten zijn geraamd op basis van een globale planning van de projecten. Het beslag op de middelen van jaar op jaar vertoont bij deze activiteit grote verschillen in relatie tot wisselende investeringsuitgaven per jaar aan projecten. Het jaarlijkse RIVV geeft nader inzicht in de opbouw van de lasten. De baten hebben betrekking op de rentebaten. Gelet op het fondsenkarakter worden eventuele wijzigingen geëgaliseerd met de reserve.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
16
2.7 Activiteit: Exploitatie openbaar vervoer Portefeuillehouder:
S. Hulman
Sector(hoofd):
Verkeer en Vervoer P.A.C. Vonk
Wat willen we bereiken? Een OV-systeem dat voldoet aan de kwaliteitseisen van de reiziger op het gebied van beschikbaarheid, snelheid, tariefniveau, veiligheid en toegankelijkheid. De mate waarin hieraan voldaan wordt, vertaalt zich in het gebruik van het openbaar vervoer en in de klanttevredenheid. De concessiehouders, die het openbaar vervoer in de stadsregio uitvoeren, moeten zich dan ook meer richten op de markt. Een maat voor de kwaliteit is de klantenbarometer. Dit onderzoek onder OV-gebruikers wordt jaarlijks gehouden. De stadsregio wil dat vanaf 2006 alle concessies en vervoerstechnieken een 7 als rapportcijfer in klantenbarometer behalen. In de concessie Voorne-Putten is een bonus gekoppeld aan het bereiken van het rapportcijfer 7 in de klantenbarometer. De stadsregio blijft inzetten op kostenbeheersing en opbrengstverhogingen in het openbaar vervoer: • groei van het aantal betalende reizigers in 2006 met 3% tov 2005; • verbetering van de kostendekkingsgraad van 36,0 % in 2004 naar 37% in 2006 (inzet 36,4% in 2005). Chipkaart Eind 2005 kan de OV-chipkaart worden gebruikt op het openbaar vervoer waarvoor de stadsregio concessieverlener is. Het doel is om begin 2006 over te stappen op het exclusief gebruik van de OV-chipkaart in het openbaar vervoer in de stadsregio. Om dit mogelijk te maken moet de minister van Verkeer en Waterstaat het Nationaal Tariefsysteem afschaffen. Concessies De relatie met de concessiehouders wijzigt vanaf 2007 ingrijpend. In 2006 worden nieuwe concessies gegund, gebaseerd op aanbiedingen met een marktconform kostenniveau. Marktconforme exploitatiebijdragen maken ook bij een gelijke geldstroom een kwaliteitsprong in het openbaar vervoer mogelijk. Daarnaast worden aparte contracten met de concessiehouders gesloten voor het beheer en onderhoud van de railinfrastructuur (inclusief de infrastructuur voor de dynamische reisinformatie) en de activiteiten inzake de sociale veiligheid. In de kadernota Openbaar Vervoer en de daarop gebaseerde Programma's van Eisen (PvE’s) zijn de minimumeisen voor de beschikbaarheid, bedieningsniveau en de netwerkkwaliteit uitgewerkt. Alle concessies voldoen aan deze PvE’s. De overige kwaliteitseisen zijn uitgewerkt in de meerjarenplannen sociale veiligheid, toegankelijkheid en in de beleidslijnen reisinformatie en tarieven. Sociale Veiligheid Jaarlijks stellen de concessiehouders per concessie een meerjarenprogramma sociale veiligheid OV op. Dit betreft een programma die de aanpak van de sociale onveiligheid voor de komende vier jaar beschrijft. De programma's zijn voorzien van doelen, die de concessiehouder op zich neemt en een uitvoeringsprogramma. Het meerjarenprogramma dient als basis voor de subsidieaanvraag van de concessiehouder voor de financiering van het uitvoeringsprogramma in het komende jaar. De stadsregio stelt op basis van de meerjarenprogramma's, de beleidsprioriteiten en het beschikbare budget een meerjarenplan sociale veiligheid op. Bij de subsidieverlening sociale veiligheid 2006 worden met de concessiehouders de volgende te realiseren doelen vastgelegd:
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
17
• • • • • • • •
waardering veiligheidsgevoel reiziger in het voertuig: op stadsregionaal niveau wordt gestreefd naar een waarderingscijfer van 7,2 voor alle concessies; waardering veiligheidsgevoel reiziger op halte/station: op stadsregionaal niveau wordt gestreefd naar een waarderingscijfer van 7,2 voor de metro, 7,0 voor de tram en 7,0 voor de bus; waarderingsgevoel personeel openbaar vervoer: op stadsregionaal niveau wordt gestreefd naar een waarderingscijfer van 6,2 voor het metro-, bus- en toezichthoudend personeel; voor de tram wordt gestreefd naar 6,3; meegemaakte incidenten voor reizigers en personeel: de stadsregio zet in op een jaarlijkse daling van 1% van het aantal geregistreerde incidenten; het zwartrijden wordt in 2006 gereduceerd naar maximaal 4% voor tram en metro en 2% voor de bus; er zijn geen onveilige lijnen meer; graffiti in voertuigen en stations wordt binnen 24 uur verwijderd; revitalisering metrostations gereed.
Eind 2004 is het Meerjarenplan toegankelijkheid OV 2005-2010 vastgesteld. In de beleidslijn is het groeipad aangegeven om in 2010 een toegankelijk stads- en streekvervoer in de stadsregio te hebben, zoals vereist volgens de Europese regelgeving. Jaarlijks dienen de concessiehouders per concessie een voortschrijdend meerjarenprogramma’s toegankelijkheid in. In dit programma geeft de concessiehouder voor de komende vier jaar aan, welke maatregelen worden genomen voor het verbeteren van de toegankelijkheid van het OV voor minder-validen. Het meerjarenprogramma dient als basis voor de subsidieaanvraag van de concessiehouder voor de financiering van het uitvoeringsprogramma in het komende jaar. Bij de subsidieverlening toegankelijkheid 2006 wordt het volgende nagestreefd: • • • • •
alle metrolijnen zijn toegankelijk voor mensen met een functiebeperking en alle metrostations hebben voorzieningen voor slechthorenden en slechtzienden (is onderdeel revitalisering metrostations); alle TramPluslijnen zijn toegankelijk voor mensen met een functiebeperking; met de concessiehouder tram zijn afspraken gemaakt over het traject toegankelijkheid van de overige tramlijnen; met de concessiehouders en wegbeheerders zijn afspraken gemaakt over het opheffen van de infrastructurele knelpunten zoals die naar voren zijn gekomen bij de onderzoeken uit 2005; het inzetten van lagevloer materieel.
Op grond van de Beleidslijn reisinformatie (vastgesteld in 2005) wordt gestreefd naar de volgende afspraken met de concessiehouders en wegbeheerders: •
•
alle metrohalten en alle TramPluslijnen inclusief de ‘samenlooptrajecten’ zijn voorzien van dynamische reisinformatie. De gerenoveerde OV-knooppunten Zuidplein en Kralingse Zoom zijn voorzien van dynamische reisinformatie (naast de OV-knooppunten Spijkenisse-centrum en Schiedam-centrum); in de concessie Voorne-Putten is een dynamisch reizigersinformatiesysteem geïntroduceerd.
Wat gaan we ervoor doen? > Concessieverlening In 2005 zijn met de minister van Verkeer en Waterstaat op grond van de resultaten van de evaluatie van de Wet Personenvervoer 2000 afspraken gemaakt over de concessieverlening van het stedelijk OV. De meerjarige concessies vanaf 2007 worden in 2006 gegund. Hierbij wordt uitgegaan van 10-jarige concessies. Voor alle concessies gelden marktconforme tarieven cq. een toetsbaar groeipad naar marktconcforme tarieven. Bij de concessie-indeling wordt een gebiedswijziging tussen het voormalig RET - en Connexxion busvervoer niet uitgesloten.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
18
In gebieden en/of op tijdstippen waar de vervoersvraag onvoldoende is om traditioneel OV te exploiteren (bijvoorbeeld de avondperiode), wordt in 2006 een pilot gestart met kleinschalige vervoersystemen zoals collectief vraagafhankelijk vervoer. > Exploitatiebijdrage Bij het bepalen van de hoogte van de exploitatiebijdrage worden incentives gebruikt voor het resultaat van de marktbewerking. Deze zal in hoge mate afhankelijk zijn van de behaalde reizigersopbrengsten (maat voor het met succes bewerken van de markt) en van de klanttevredenheid (op basis van de klantenbarometer). > OV-chipkaart Er wordt naar gestreefd de minister van Verkeer en Waterstaat te bewegen om begin 2006 het nationaal tariefsysteem in de stadsregio af te schaffen. Dit opent de mogelijkheid voor de concessiehouders om middels tariefdifferentiatie ‘lege stoelen’ te vullen en de opbrengsten te verhogen. Daarnaast worden separaat middelen beschikbaar gesteld voor de bekostiging van: •
Beheer en onderhoud De stadsregio stelt de bijdrage vast op basis van een voortschrijdend meerjarenplan onderhoud en beheer railinfrastructuur, waarin wordt aangegeven welke bijdrage nodig is voor het in goede conditie houden van de railinfrastructuur.
•
Sociale veiligheid De stadsregio stelt een bijdrage ter beschikking op basis van een voortschrijdend meerjarenplan sociale veiligheid waarvoor de concessiehouders informatie aanleveren. Op basis hiervan kunnen prioriteiten in de aanpak van de problematiek gekozen worden.
•
Toegankelijkheid De stadsregio stelt een bijdrage ter beschikking op basis van een voortschrijdend meerjarenplan toegankelijkheid waarvoor de concessiehouders informatie aanleveren. Op basis hiervan kunnen prioriteiten in de aanpak van de problematiek gekozen worden.
•
Reisinformatie De stadsregio stelt een bijdrage ter beschikking op basis van een voortschrijdend meerjarenplan reisinformatie waarvoor de concessiehouders informatie aanleveren. Op basis hiervan kunnen prioriteiten in de aanpak van de problematiek gekozen worden.
> Nieuwe infrastructuur in exploitatie Om de kwaliteit te verhogen is een verbetering van de kwaliteit van het OV-netwerk noodzakelijk. In 2006 gaat het voorloopbedrijf RandstadRail van start en wordt de tweede (laatste) fase van de TramPluslijn Schiedam/Vlaardingen in gebruik genomen. Ook de vastelandboog wordt in gebruik genomen, waardoor het centrum van Rotterdam beter wordt bediend. Daarnaast wordt een aantal kleinere projecten gerealiseerd om de snelheid te verhogen en daarmee de concurrentieposite van het openbaar vervoer ten opzichte van de auto te verbeteren. > Monitoren Via monitoring onderzoekt de stadsregio of de concessiehouders de afspraken naar behoren naleven. Dit gebeurt met behulp van een gezamenlijk met de andere opdrachtgevers in den lande opgesteld modelinformatieprofiel. Door de gegevens die de OV-chipkaart genereert wordt de informatievoorziening verbeterd.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
19
Wat mag het kosten? omschrijving Lasten Directe lasten Apparaatslasten Bijdrage diverse beleidsterreinen Totaal
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
171.874.658
174.442.040
173.719.873
177.622.017
196.221.852
199.941.852
877.885
717.317
846.306
846.306
846.306
846.306
105.531 172.858.075
81.643 175.241.000
33.821 174.600.000
31.676 178.500.000
31.842 197.100.000
31.842 200.820.000
172.795.000 -30.204
175.141.000 0
174.500.000 0
178.400.000 0
197.000.000 0
200.720.000 0
Baten Rijksbijdragen Gemeentelijke bijdrage Rente Totaal
Saldo van de rekening
93.279
100.000
100.000
100.000
100.000
100.000
172.858.075
175.241.000
174.600.000
178.500.000
197.100.000
200.820.000
0
0
0
0
0
0
Vanaf 2005 maakt de rijksbijdrage exploitatie OV onderdeel uit van de BDU verkeer en vervoer. Bij de verdeling van de BDU naar de diverse beleidsterreinen is uitgegaan van het historische aandeel van de voorheen afzonderlijke rijksbijdragen in de totale BDU. Dit betekent dat voor de exploitatie van het OV niet meer en ook niet minder middelen beschikbaar gesteld wordt dan in de periode voor het samenvoegen van de diverse rijksbijdragen tot de BDU. Het aandeel van de exploitatiebijdrage in de BDU is ‘bevroren’ voor de periode 2005-2009. Dit betekent dat de exploitatiebijdrage voor het OV voor de periode tot en met 2009 bekend is. In de exploitatiebijdrage zijn de gevolgen van de rijksbezuinigingen verwerkt. De activiteiten op het gebied van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer hebben een positieve uitstraling op de openbare ruimte in de directe omgeving. Hiermee ontstaat een basis voor de gemeenten in de stadsregio om de sociale veiligheid in het openbaar vervoer te verbeteren in relatie tot het integraal veiligheidsbeleid in de openbare ruimte. De aanvullende dekking die hieruit ontstaat, is nog niet in de begroting verwerkt. In 2004 zijn met Verkeer en Waterstaat afspraken gemaakt over de bekostiging van het groot-onderhoud in de metro voor de periode 2003- 2027 (Metromorfose). De jaarlijke rijksbijdrage wordt aangewend ter dekking van de projecten uit het meerjarenplan beheer en onderhoud railinfrastructuur. Meerjarenraming Het ministerie van Verkeer en Waterstaat paste in 2004 de rijksbijdragesytematiek aan. Deze leidde tot meer zekerheid over de hoogte van bijdrage in de jaren 2006 tot en met 2010. De bijdrage is vanaf 2005 een onderdeel van de BDU. Deze meerjarige zekerheid over de hoogte van de exploitatiebijdrage maakt het mogelijk om met alle concessiehouders meerjarige financiële afspraken te maken. Risico’s De invoering van de OV-chipkaart en een tariefsysteem gebaseerd op de tariefkilometer kan leiden tot opbrengsten bij de concessiehouders. De concessiehouders zijn opbrengstverantwoordelijk, maar zij zullen bij een derving van opbrengsten toch claims bij de stadsregio indienen. Om opbrengstenrisico’s te beheersen wordt de opbrengstenontwikkeling zorgvuldig in beeld gebracht. De OV-chipkaart maakt het mogelijk om effecten direct waar te nemen. Met de concessiehouders en het PROV worden procedures/randvoorwaarden afgesproken waarbinnen concessiehouders snel in de tarieven kunnen ingrijpen. De bijdrage voor het metro-onderhoud (Metromorfose, deel van de BDU) is op theoretische grondslagen tot stand gekomen. De werkelijke kosten voor het beheer en onderhoud (inclusief reserveringen voor vervanging) kunnen hier fors van afwijken. Incidentele tekorten kunnen via voorfinancieringsconstructies worden opgelost. Op basis van het meerjarenplan beheer en onderhoud railinfra worden beheersmaatregelen bepaald.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
20
2.8 Activiteit: Beheerkosten Groenakkoord Portefeuillehouder:
A.A. Aeyelts Averink-Winsemius
Sector(hoofd):
Ontwikkeling A. Frank
Wat willen we bereiken? Het beheer van de groengebieden die in het kader van het Groenakkoord worden gerealiseerd, gedurende een periode van 10 jaar vanaf de realisatie. Wat gaan we ervoor doen? Het overgrote deel van de bijdrage van de stadsregio aan het groenakkoord is bestemd voor beheer. Tot 2010 wordt jaarlijks een reservering gedaan voor dit doel. Bij afronding van de planvorming van groenakkoordprojecten wordt, afhankelijk van de grootte van het project, een financiële bijdrage vrijgemaakt. Wat mag het kosten? omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
Lasten Directe lasten
0
0
0
0
0
0
391.434
429.894
437.331
440.607
445.013
449.463
Totaal
391.434
429.894
437.331
440.607
445.013
449.463
391.434
429.894
437.331
440.607
445.013
449.463
Totaal
391.434
429.894
437.331
440.607
445.013
449.463
0
0
0
0
0
0
Dotatie aan voorziening
Baten Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
De bijdrage aan de afzonderlijke projecten is afhankelijk van het te beheren oppervlak en de uit andere bronnen afkomstige bijdragen voor het beheer. Meerjarenraming Geen significante wijzigingen.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
21
2.9 Activiteit: Beleidsontwikkeling en programmamanagement regionaal groen Portefeuillehouder:
A.A. Aeyelts Averink-Winsemius
Sector(hoofd):
Ontwikkeling A. Frank
Wat willen we bereiken? De inspanningen die worden gepleegd binnen het beleidsveld groen richten zich op de dubbele doelstelling die al in 1993 in ROM-Rijnmondverband is vastgelegd: ‘verbeteren van de economische situatie en het verbeteren van de leefbaarheid in de Rotterdamse regio’. Van deze hoofddoelstelling is een aantal meer specifieke subdoelstellingen afgeleid, waarvan ‘verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit’ onder andere door middel van groen-ontwikkeling inhoud wordt gegeven. Op basis van het in 2005 door de regioraad en GS vastgestelde Regionaal Groenblauw Structuur Plan 2 (RGSP2) en het daaraan gekoppelde Uitvoeringsprogramma zijn prioriteiten gesteld en is een fasering aangebracht in de groenprojecten die in onze regio gerealiseerd moeten worden. De belangrijkste elementen in het uitvoeringsprogramma zijn: • vóór 2010 is 993 ha gereed (laaghangend fruit). Daarmee is een (beschikbaar) bedrag van € 145 miljoen gemoeid; • vóór 2010 is 2.354 ha van de eerste prioriteit-projecten uitvoeringsgereed gemaakt en deels in uitvoering. Hiervoor is € 411 miljoen beschikbaar. Op deze projecten is, na de inzet van vrije middelen uit het groenakkoord en van de provincie, nog een tekort van circa € 20 miljoen. Dit tekort wordt opgelost door onder andere eenvoudiger inrichten en bijdragen uit andere bronnen, bijvoorbeeld waterschappen of commerciële voorzieningen; • vóór 2010 zijn zes verbindingen met prioriteit gerealiseerd en een aantal barrières opgeheven. Dit vergt een investering van circa € 36 miljoen + PM (a.g.v. PM in provinciaal Fietsplan). Hiervan moet nog ongeveer € 5,6 miljoen + PM worden opgebracht door de regio (gemeenten, waterschappen, recreatieschappen, stadsregio en provincie). De fietspaden die zijn opgenomen in het RGSP2 komen ook voor in het provinciale Fietsplan en/ of het Regionaal Verkeer- en Vervoer Plan; • de komende jaren moeten worden gezocht naar financieringsmogelijkheden voor de 2e en 3e prioriteitsprojecten (realisatie in de periode 2010 – 2020) waarvoor nu slechts € 25 miljoen beschikbaar is; • de stadsregio gaat de regie voeren over de groenprojecten in de Noordrand, Voorne Putten Rozenburg en de Maasmond. De provincie doet dat in de regioparken Midden Delfland, Rottemeren en IJsselmonde. Regie voeren betekent organiseren dat projecten uitvoeringsgereed worden door inzet van alle bevoegdheden, instrumenten en middelen. • op 1 september 2005 hebben de stadsregio en de provincie na overleg met de regionale partners voorstellen geformuleerd over de wijze waarop de regiorol wordt ingevuld; • de provincie en de stadsregio treden gezamenlijk in overleg met de gemeenten over de organisatie, taken en financiering van het beheer. Zij komen daartoe uiterlijk 1 januari 2006 met voorstellen.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
22
Wat gaan we ervoor doen? Over de uitvoering van het groenbeleid zijn tussen de stadsregio Rotterdam en de provincie Zuid Holland afspraken gemaakt. Dat betekent dat voor de drie genoemde deelgebieden de stadsregio de primaire verantwoordelijkheid voor de uitvoering heeft. Op basis van de activiteiten in 2005: • om de uitvoeringsstrategie te implementeren moet een bestuurlijk traject doorlopen worden; • gestart wordt met het invullen van de randvoorwaarden betreffende financiering, planologische kaders, meest geschikte vorm uitvoeringsorganisatie, aankoop-strategie, verder ontwikkelen inrichtingseisen, beheerseisen; • opzetten van een monitoringssysteem dat jaarlijks zal worden geactualiseerd. De taak in 2006 is de projecten daadwerkelijk op te starten danwel dusdanig te stimuleren dat ze uitgevoerd worden of (1e prioriteitprojecten) uitvoeringsgereed worden gemaakt. Wat mag het kosten? omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
Lasten Uitbestedingen
470.103
572.880
750.103
750.103
750.103
Dotatie aan voorziening groen
109.897
0
0
0
0
0
441.262 1.021.262
326.391 899.271
361.544 1.111.647
361.544 1.111.647
361.544 1.111.647
361.544 1.111.647
Apparaatslasten Totaal
750.103
Baten Provinciale bijdrage Gemeentelijke bijdrage Totaal
Saldo van de rekening
27.227
27.227
27.227
27.227
27.227
27.227
994.035
872.044
1.084.420
1.084.420
1.084.420
1.084.420
1.021.262
899.271
1.111.647
1.111.647
1.111.647
1.111.647
0
0
0
0
0
0
Er moet een onderscheid gemaakt worden in: • investeringen voor aankoop gronden, inrichting en beheer • middelen die nodig zijn voor de inzet van de stadsregio De benodigde middelen voor aankoop, inrichting en beheer worden gebundeld. Ze zijn afkomstig uit (nu nog bestaande) geldstromen, te weten Groenakkoord, PMR, Landinrichting, VINAC regionaal groen, SGP en nieuwe stromen zoals regionale en provinciale financiering en Europese subsidies. Deze geldstromen worden niet meegenomen in de begroting van de stadsregio. Ze worden apart begroot per project, want ze zijn ook deels afkomstig van externe bronnen zoals het rijk, de provincie, gemeenten en/of waterschappen. De stadsregionale bijdragen zijn elders in de activiteitenbegroting opgenomen (Groenakkoord, Omslagfonds). Ten behoeve van de door de stadsregio te plegen inzet in 2006 wordt het volgende geraamd: projectcoördinatie 3 deelgebieden (regierol) inhoudelijke begeleiding deelprojecten uitvoeren van twee pilotstudies recreatieve concentratiepunten monitoring groene verbinding (PMR) bestuurshulp Totaal:
€ 300.000 € 285.000 € 100.000 € 25.000 € 100.000 € 50.000 € 860.000
Dit bedrag bestaat deels (€ 110.000) uit een voorziening uit 2004, het overige komt ten laste van de begroting 2006 (€750.000).
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
23
Meerjarenraming Het benodigd budget voor de inzet van de stadsregio handhaaft zich naar verwachting in de eerstvolgende jaren tenminste op het niveau van 2006. Dit is sterk afhankelijk van de wijze waarop de regierol in de drie deelgebieden ingevuld gaat worden. Ten behoeve van aankoop, inrichting en beheer is naast rijks, provinciale en Europese middelen ook een bijdrage vanuit de regio nodig. Naast de regionale bijdrage aan de 750 ha groen van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (€ 18 miljoen) vragen ook de regionale prioritaire projecten een nog nader te bepalen financiering. De hoogte daarvan is enerzijds afhankelijk van de fasering van de projecten en de te stellen kwaliteitseisen. Anderzijds stelt het omslagfonds beperkingen aan de financiële bijdrage van de stadsregio. Ook de samenhang van groenprojecten met andere prioriteiten in het kader van RR2020 kan van invloed zijn op de benodigde inzet. Risico’s De daadwerkelijke totstandkoming van de groenprojecten is direct afhankelijk van andere partijen. Dit betreft niet alleen de financiering. Ook aspecten als de inzet van menskracht en van beschikbaar instrumentarium (bijvoorbeeld het aanpassen van bestemmingsplannen) zijn essentieel.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
24
2.10 Activiteit: Investeringen Groenakkoord Portefeuillehouder:
A.A. Aeyelts Averink-Winsemius
Sector(hoofd):
Ontwikkeling A. Frank
Wat willen we bereiken? Investeren voor het realiseren van groengebieden in het kader van het groenbeleid. Wat gaan we ervoor doen? Het betreft hier de opbouw van een reserve voor investeringen in het kader van het groenakkoord. De middelen bestaan uit de provinciale bijdrage aan het akkoord. Wat mag het kosten? omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
Lasten Directe lasten Dotatie aan voorziening Totaal Baten Provinciale bijdrage Gemeentelijke bijdrage Totaal
Saldo van de rekening
0
0
0
0
0
0
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
0
0
0
0
0
0
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
32.737
0
0
0
0
0
0
Meerjarenraming Geen significante wijzigingen.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
25
2.11 Activiteit: Werk en Inkomen Portefeuillehouder:
B.G. Euser
Sector(hoofd):
Ontwikkeling A. Frank
Wat willen we bereiken? Het ontwikkelen en uitvoeren van gezamenlijk regionaal beleid op het terrein van Werk en Inkomen en een goed functionerend aanbod en gebruik van de volwasseneneducatie in het stadsregiogebied. Wat gaan we daarvoor doen? De stadsregio organiseert platforms voor uitwisseling van informatie, kennis en ervaring tussen gemeenten. Ook is het ondersteunen van concrete projecten in de regio mogelijk door de subsidieverordening sociaal beleid. Dit sluit ook aan op de overige beleidsprioriteiten van de stadsregio. Het kader voor dit beleidsonderdeel is het werkprogramma sociaal beleid 2005 en de bestuursovereenkomst met de provincie Zuid-Holland. Het bestuurlijk forum voor Werk en Inkomen is het G-18 overleg van de wethouders sociale zaken van de regiogemeenten. Hierin worden de concrete onderwerpen afgesproken waar de inzet zich op zal richten. Ambtelijke werkgroepen werken dit verder uit. Oliver is het bestuurlijk kader voor de volwasseneneducatie, waarvan samenwerking en gezamenlijke inkoop van educatietrajecten de belangrijkste doelen zijn. Wat mag het kosten? omschrijving Lasten Directe lasten
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
51.323
42.358
43.091
43.091
43.091
Voorwaardenscheppende projecten
200.000
250.000
260.000
0
0
0
Apparaatslasten
171.818
186.177
201.520
201.520
201.520
201.520
423.140
478.535
504.611
244.611
244.611
244.611
200.000 223.140
250.000 228.535
260.000 244.611
0 244.611
0 244.611
0 244.611
423.140
478.535
504.611
244.611
244.611
244.611
0
0
0
0
0
0
Totaal
43.091
Baten Subsidie provincie Zuid Holland Gemeentelijke bijdrage Totaal
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Continuering van de provinciale bijdrage tot en met 2006.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
26
2.12 Activiteit: Jeugdzorg Portefeuillehouder:
B.G. Euser
Sector(hoofd):
Ontwikkeling A. Frank
Wat willen we bereiken? Conform de missie, zoals geformuleerd in het beleidskader jeugdzorg 2005 – 2008, wil de stadsregio zorgen voor een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid van de jeugdzorg via Bureau Jeugdzorg. Daarnaast streeft de stadsregio naar een toereikend, cliëntgericht en samenhangend zorgaanbod dat is afgestemd op de vraag. Hierin wordt hulp op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze geboden. De stadsregio bevordert daarom ook de samenwerking tussen ketenpartners en de intersectorale samenwerking binnen de jeugdzorg. Hierbij geldt de Wet op de Jeugdzorg, die op 1 januari 2005 in werking is getreden, als wettelijk kader. Wat gaan we ervoor doen? In het beleidskader jeugdzorg 2005 – 2008 zijn de volgende speerpunten geformuleerd: > Verbetering van efficiency en effectiviteit In 2006 zullen, in samenhang met de landelijk te ontwikkelen financieringssystematiek, de laatste stappen op weg naar de productfinanciering moeten worden gezet zodat deze in 2007, conform de Wet op de Jeugdzorg, volledig kan worden ingevoerd. Ook moeten in 2006 de uitkomsten van de taskforce worden geïmplementeerd. > Regie op de jeugdketen Op dit terrein zal de implementatie van de uitkomsten van de taskforce een rol spelen. Ook de inhoud van de met de gemeenten te sluiten convenanten is hierbij van groot belang. Politie, justitie, onderwijs en zorgkantoren worden meer op hun verantwoordelijkheden aangesproken. > Preventie, vroegsignalering en licht pedagogische hulp Aangezien de wet voorschrijft dat deze taken vanaf 2007 niet langer uit de doeluitkeringen mogen worden gefinancierd zullen in 2006 duidelijke afspraken met de gemeenten moeten worden gemaakt over de wederzijdse verantwoordelijkheden. De stadsregio zal op basis van haar wettelijke taken de gemeenten en voorliggende voorzieningen ondersteunen bij de uitvoering van taken in het lokaal preventieve jeugdbeleid. > Vraaggerichte zorg Met invoering van de Wet op de jeugdzorg wordt een meer vraaggericht stelsel van jeugdzorg ontwikkeld. Instellingen krijgen meer ruimte om flexibel op de vraag in te spelen. De stadsregio zal deze ontwikkeling verder stimuleren. De voorgenomen nieuwe landelijke financieringssystematiek, die per 2007 van kracht moet worden, moet hieraan verder bijdragen.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
27
Wat mag het kosten? omschrijving Lasten Bijdragen aan instellingen
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
63.523.533
79.535.165
80.352.716
81.104.788
81.104.788
607.973
0
0
0
0
0
Onvoorzien jeugdzorg
175.000
50.000 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Dotatie aan voorziening
406.885
178.168
0
0
0
0
Apparaatslasten
225.864
708.770
635.598
635.598
635.598
635.598
Uitvoeringskosten
Projectkosten
Bijdrage diverse beleidsterreinen Rente Totaal
81.104.788
0
0
0
0
0
0
75.754 65.015.008
80.472.103
80.988.314
81.740.386
81.740.386
81.740.386
60.482.115
77.173.969
78.106.836
78.858.908
78.858.908
78.858.908
3.098.302 398.629
2.539.364 607.250
2.245.880 457.250
2.245.880 457.250
2.245.880 457.250
2.245.880 457.250
960.208 38.895
151.520 0
178.348 0
178.348 0
178.348 0
178.348 0
64.978.150
80.472.103
80.988.314
81.740.386
81.740.386
81.740.386
-36.859
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Baten Rijksbijdragen Aanvullende bijdrage zorgaanbod Aanvullende bijdrage bestuurskosten Gemeentelijke bijdrage Rente Totaal
Mutatie reserve
Saldo van de rekening
De forse stijging van de begroting voor de Jeugdhulpverlening (ca. 20 miljoen) is vooral het gevolg van de nieuwe Wet op de Jeugdzorg. Hierin is namelijk bepaald dat de financiering voor de Jeugdbescherming, Jeugdreclassering en Jeugd GGZ via de doeluitkering van VWS aan de provincies en grootstedelijke regio’s wordt toegekend. Dit betreft financiering van taken die het bureau Jeugdzorg al uitvoerde, maar voorheen door het Ministerie van Justitie rechtstreeks werden gefinancierd. Meerjarenraming In de meerjarenreeks is nog geen rekening gehouden met de jaarlijkse indexering (OVAmiddelen), omdat deze niet voor elk jaar gelijk is. Risico’s De Wet op de Jeugdzorg is met ingang van 1 januari 2005 ingevoerd. De wet introduceert een recht op jeugdzorg, waardoor cliënten de stadsregio als financier aansprakelijk kunnen stellen voor tijdige (financiering) van de geïndiceerde jeugdzorg. Een meer vraaggerichte financiering door het rijk van de doeluitkeringen jeugdzorg wordt vanaf 2007 worden ingevoerd. Tot die tijd is sprake van een gesloten (budget)financiering. Dit betekent dat de financiële knelpunten die samenhangen met de ontoereikende historische verdeling van de doeluitkering jeugdzorg vooralsnog niet structureel zijn opgelost.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
28
2.13 Activiteit: Maatschappelijke opvang Portefeuillehouder:
B.G. Euser
Sector(hoofd):
Ontwikkeling A. Frank
Wat willen we bereiken? De opvang van zwerfjongeren. De stadsregio betaalt mee aan een opvangvoorziening voor zwerfjongeren, het pension Maaszicht. Hier worden jongeren opgevangen en toegeleid naar school, werk en zelfstandig wonen. Dit zijn jongeren tussen 18 en 23 jaar die vaak een lange weg in het hulpverlenings-en/of het justitiële circuit achter de rug hebben. Wat gaan we ervoor doen? Aanvullende bijdrage voor het bieden van pensionplaatsen aan zwerfjongeren. Er wordt geprobeerd de jongeren via een intensief individueel begeleidingstraject te leren een zelfstandig bestaan te leiden. Wat mag het kosten? omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
Lasten Subsidie Maaszicht
199.415
204.002
207.531
207.531
207.531
207.531
Totaal
199.415
204.002
207.531
207.531
207.531
207.531
199.415
204.002
207.531
207.531
207.531
207.531
Totaal
199.415
204.002
207.531
207.531
207.531
207.531
0
0
0
0
0
0
Baten Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Bovenstaand budget wordt jaarlijks geïndexeerd, in de meerjarenreeks is daar nog geen rekening mee gehouden aangezien het indexeringspercentage per jaar verschilt.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
29
2.14 Activiteit: ROM Rijnmond Portefeuillehouder:
G.J. 't Hart
Sector(hoofd):
Ontwikkeling A. Frank
Wat willen we bereiken? De dubbeldoelstelling van ROM-Rijnmond luidt: “het versterken van de economie en het verbeteren van de leefbaarheid”. Deze doelstelling sluit naadloos aan bij het stadsregionale milieubeleid. De tijdhorizon van ROM-Rijnmond is in principe 2010, maar schuift wellicht op naar 2020. Dit is overeenkomstig het nieuwe Havenplan van Rotterdam en het RR2020. Besluitvorming hierover vond echter nog niet plaats (nieuw beleidsconvenant). Wat gaan we daarvoor doen? Het enige ROM-project waar de stadsregio als opdrachtgever voor fungeert, is het Regionaal Groenakkoord (zie onder beleidsveld Groen). Andere projecten waarin de stadsregio participeert zijn het Masterplan Luchtkwaliteit en de Rechter Maasoever (RMO). Alleen voor RMO zijn tot nu toe bedragen gereserveerd (ca. € 15.000). Een vaste kostenpost is de jaarlijkse bijdrage aan de uitvoeringsorganisatie (€ 125.125). Het is in zijn algemeenheid moeilijk te voorspellen op welk moment aan ROM-partners een bijdrage wordt gevraagd voor nieuwe projecten. Daarom is een voorziening in het leven geroepen. Hierdoor worden grote verschillen in de per jaar te dragen lasten voorkomen. Wat mag het kosten? omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
Lasten Directe lasten
80.769
Dotatie aan voorziening
134.161
136.482
136.482
136.482
136.482
134.161
136.482
136.482
136.482
136.482
125.376 Totaal
206.145
206.145
134.161
136.482
136.482
136.482
136.482
Totaal
206.145
134.161
136.482
136.482
136.482
136.482
0
0
0
0
0
0
Baten Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Sterk afhankelijk van het nieuw op te stellen beleidsconvenant.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
30
2.15 Activiteit: Overige milieuactiviteiten Portefeuillehouder:
G.J. 't Hart
Sector(hoofd):
Ontwikkeling A. Frank
Wat willen we bereiken? De stadsregionale hoofddoelstelling voor het milieubeleid in de regio Rotterdam is het bevorderen van een leefbare regio met nadruk op veiligheid, duurzaamheid en een gezonde leefomgeving. Op basis van deze doelstelling wordt dit milieubeleid jaarlijks in een jaarprogramma milieu concreet gemaakt. Leidraad hierbij is het DB-programma 2002-2006 en het Meerjarenactiviteiten-programma Milieu 2003-2006. Zwaartepunt van het stadsregionale milieubeleid zal liggen op het incorporeren van de bovengenoemde drie thema's in de andere stadsregionale beleids-velden en -plannen. Daarnaast wil de stadsregio een platform bieden voor bovenlokale initiatieven op milieugebied die inhoudelijk en financieel kunnen worden ondersteund. Voor financiële ondersteuning is in 2003 een Subsidieverordening vastgesteld. Wat gaan we daarvoor doen? In grote lijnen moeten volgens de volgende sporen de hoofddoelstelling van het regionale milieubeleid dichterbij brengen: > Pionieren De komende jaren gaat de stadsregio steeds op zoek naar projecten en activiteiten die (nog) niet door andere regionale partners worden opgepakt. Te denken valt aan projecten als toepassing van duurzame energie en emissie-arme voertuigen. > Integreren Milieu-overwegingen moeten steeds meer ‘aan de voorkant’ van planprocessen worden meegewogen. Specifieke voorbeelden zijn het ruimtelijk plan RR2020, het RVVP2 en de Verstedelijkingsdiscussie 2005-2010. Een goed voorbeeld om milieu-overwegingen praktisch hanteerbaar te krijgen, zijn de zogenaamde signaalkaarten voor externe veiligheid, luchtkwaliteit en geluid. > Bevorderen samenhang Om de bovengenoemde twee sporen te volgen, wordt ingezet op zowel beleidsinhoudelijke samenhang als op organisatorische samenhang. Een belangrijke relatie ligt daarbij op de afloop van de Kaderwet en de nieuwe WGR-plus. Daarna speelt de rol van de provincie en de doorwerking van Europese regelgeving, die steeds belangrijk wordt. Wat mag het kosten? omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
Lasten Directe lasten
300.741
331.426
337.160
337.160
337.160
30.234
0
0
0
0
0
382.392
326.391
361.544
361.544
361.544
361.544
Totaal
713.367
657.817
698.704
698.704
698.704
698.704
713.367
657.817
698.704
698.704
698.704
698.704
Totaal
713.367
657.817
698.704
698.704
698.704
698.704
0
0
0
0
0
0
Dotatie aan voorziening Apparaatslasten
337.160
Baten Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
31
Totaal beschikbaar voor overige milieuactiviteiten is € 337.160. Het beschikbare budget valt te onderscheiden in gelden voor subsidieverlening en reguliere middelen voor projecten en activiteiten op het milieuterrein. Onder deze laatste categorie valt onder meer de milieumonitor, opdrachtverlening aan derden en het opzetten en beheer van het geografisch informatie-systeem (milieukaarten en milieumodel RVMK). Het beschikbare budget is hiermee volledig ingezet. Meerjarenraming Geen significante wijzigingen
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
32
2.16 Activiteit: Ruimtelijk beleid Portefeuillehouder:
J.W.J. Wolf (deelactiviteit 1,2,3,4); J.A. Karssen (deelactiviteit 5); M.G.T. Pastors, (onderdeel van deelactiviteit 2)
Sector(hoofd):
Ruimtelijke ordening, Wonen en Economie C.A. van Hulst
Wat willen we bereiken? Doel van het programma Ruimtelijk Beleid is verbetering van de ruimtelijke structuur en kwaliteitsverbetering van de elementen die bijdragen aan een aantrekkelijk leef- en vestigingsmilieu. De activiteit Ruimtelijk Beleid moet tot de volgende resultaten leiden: • realiseren van het RR2020 via het Uitvoeringsprogramma RR2020, inclusief het (mede) ontwikkelen van instrumenten voor uitvoering, en toetsing en opbouw van een uitvoeringsorganisatie; • als onderdeel hiervan: operationaliseren van RR2020 in strategische projecten en programma’s, en het uitvoeren hiervan, incl. bijdragen aan projecten buiten de regio; • adviezen over gemeentelijke ruimtelijke plannen, mede in het kader van de formele status van RR2020 als regionaal structuurplan; • het zo goed mogelijk ingepast zijn van de stadsregionale belangen in plannen op hogere schaalniveaus en voor zover nodig in plannen van aangrenzende regio's; • in het kader van de verstedelijkingsafspraken zijn in 2005 overeenkomsten met gemeenten gesloten over de te leveren woningbouwprestatie voor eind 2009. In 2007 is een herijkingsmoment opgenomen. Om dit voor te bereiden worden de afgesproken prestaties per gemeente nader beschouwd. Bovendien moet nader inzicht worden gegeven in de mate waarvan de gemeenten gebruik maken van de geboden subsidiemogelijkheden, zodanig dat een eventuele bijstelling op het herijkingsmoment plaats kan vinden. In 2006 zal de voorbereiding daarvan in volle gang zijn. Ook wordt de afgesproken jaarlijkse rapportage over de vorderingen aan de minister geleverd, in samenspraak met de betrokken gemeenten. Deze staat van vorderingen wordt ook aan de eigen regioraad voorgelegd. Er zijn fondsen gevormd naar aanleiding van de Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing en de Omslagverordening 2005. Bij het voorleggen van de vorderingen wordt ook verwezen naar de rapportages over de subsidiering via deze fondsen. Wat gaan we daarvoor doen? > Uitvoeringsprogramma RR2020 Het uitvoeren en regelmatig actualiseren van het Uitvoeringsprogramma RR2020. Onderdelen hiervan zijn onder meer: • organiseren van een regulier overlegverband met de partijen die voor de uitvoering relevant zijn. Dit is een follow-up van de samenwerkingsverbanden voor RR2020; • monitoring van de resultaten; • verder ontwikkelen van een instrumentarium (financieel, organisatorisch, juridisch) en een uitvoeringsstrategie voor regionaal strategische projecten. > Uitvoering van strategische projecten en programma’s Bijzonder onderdeel van het Uitvoeringsprogramma RR2020 zijn de regionaal strategische projecten en programma’s. Per opgave wordt een uitvoeringsorganisatie geformeerd voor voorbereiding en uitvoering. > Advisering en toetsing regionaal structuurplan RR2020 In het kader van de WRO adviseert de stadsregio richting provincie over gemeentelijke ruimtelijke plannen en voert hierover zonodig overleg met gemeenten.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
33
> Bovenregionaal beleid en projecten Beïnvloeden en mede-ontwikkelen van bovenregionaal beleid; bijdragen aan studies, nota's, beleidsactiviteiten van Rijk (BCR), Randstad (Samenwerkingsverband Regio Randstad) en Zuidvleugel (BPZ). Participeren in thematische of gebiedsgerichte ruimtelijke opgaven die (deels) buiten de regio liggen (o.a. het project Rotterdam-Zoetermeer-Gouda en de integrale ontwikkeling MiddenDelfland/A4). > Uitvoering Verstedelijkingsafspraken Om de prestaties te volgen, de jaarlijkse rapportages aan de minister en aan de regioraad te leveren en tijdig te herijken is een jaarlijks inzicht nodig in de voortgang van de prestaties en de meerjarige financiële stand van zaken. Deze praktische activiteiten worden deels uitbesteed. De interpretaties en adviezen worden door de eigen adviseurs en bestuurders geleverd. Wat mag het kosten? omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
Lasten Uitbestedingen
1.627.471
1.580.535
1.607.878
1.607.878
1.607.878
755.442
1.054.798
668.532
668.532
668.532
668.532
Totaal
2.382.912
2.635.333
2.276.410
2.276.410
2.276.410
2.276.410
2.382.912
2.635.333
2.276.410
2.276.410
2.276.410
2.276.410
Totaal
2.382.912
2.635.333
2.276.410
2.276.410
2.276.410
2.276.410
0
0
0
0
0
0
Apparaatslasten
1.607.878
Baten Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Geen significante wijzigingen
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
34
2.17 Activiteit: Omslagfonds Portefeuillehouder:
J.A. Karssen
Sector(hoofd):
Ruimtelijke ordening, Wonen en Economie C.A. van Hulst
Wat willen we bereiken? Het Omslagfonds is in 1997 ingesteld als onderdeel van het Vinex Financieel Scenario. Op 22 december 2004 stemde de regioraad in het kader van de Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010 in met een verlenging van het Omslagfonds met vijf jaar. Dit betekent dat in de periode 2005-2010 op de grote uitleglocaties ook over de binnenstedelijke capaciteit omslag geheven wordt. Dit is naast de bestaande omslagheffing op woningen en woningequivalenten. Het Omslagfonds wordt gevoed door de bijdragen van iedere nieuw te bouwen woning of woningequivalent. Dit is overeenkomstig de voorwaarden genoemd in de Omslagverordening 2005-2010. De uitgaven van het Omslagfonds zijn bedoeld voor bijdragen aan Vinex en Verstedelijkingsafpraken gerelateerde regionale infrastructuur en grote regionale groenprojecten. Wat gaan we ervoor doen? Nieuwe verplichtingen voor infrastructuur worden jaarlijks vastgelegd in het Bestedingsbesluit Omslagfonds inzake infrastructuur en het Regionaal Investeringsprogramma voor Verkeer en Vervoer. Over nieuwe verplichtingen voor grote groenprojecten vindt separate besluitvorming plaats op basis van expliciete projectvoorstellen. In 2006 zou een verplichting aangegaan worden voor het project HOV Noordrand. De verwachting is dat deze verplichting al in 2005 wordt aangegaan. Voor 2006 en latere jaren zijn nog geen nieuwe verplichtingen in beeld. Een inventarisatie van nieuwe verplichtingen wordt in het kader van de actualisatie meerjarenraming 2005 opgesteld. Wat mag het kosten? Voor de beoordeling van de financiële ruimte in het Omslagfonds is een meerjarenraming opgesteld. Jaarlijks wordt deze meerjarenraming geactualiseerd op basis van voortschrijdend inzicht. Ook worden de risico’s en de consequenties voor de (lopende) begroting bezien. Dit wordt ter vaststelling aan de regioraad aangeboden. Om het totaal aan verplichtingen te dekken, zijn in 2003 alle te verwachten inkomsten, bij ongewijzigd beleid, in het Omslagfonds in de periode tot 2010 aan de bestemmingsreserve Omslagfonds toegevoegd. Dit betekent dat voor de begrotingen 2006 tot en met 2009 geen baten opgevoerd zijn. De verwachte extra baten vanwege de verlenging omslagfonds worden eerst in het kader van de actualisatie meerjarenraming 2005 in beeld gebracht. Dan wordt ook duidelijk of en hoe de dan berekende financiële ruimte ingezet kan worden. Alvorens nieuwe claims te honoreren, moet eerst het in 2004 geraamde tekort van € 15,8 miljoen in 2010 worden goedgemaakt.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
35
omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
Lasten Investeringsbijdragen Rente Totaal
2.307.831
0
0
0
0
0
417.306
0
0
0
0
0
2.725.137
0
0
0
0
0
Baten Omslagbijdragen Totaal
Saldo van de rekening
-2.725.137
0
0
0
0
0
2.725.137
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Volgens de meest recente meerjarenraming Omslagfonds, vastgesteld door de regioraad op 23 juni 2004, zijn er geen nieuwe verplichtingen te verwachten in de periode 2006 t/m 2009. Er wordt alleen met rentelasten rekening gehouden, die worden gedekt door aanwending van de voorziening. De kosten voor uitvoering en advisering fondsbeheer Omslagfonds worden opgenomen als onderdeel van de beheerskosten ten laste van het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing. > Financiële risico's Zowel de inkomsten als de uitgaven worden gekenmerkt door risicovolle aannames ten aanzien van zowel de hoogte van de geraamde bijdragen als de fasering van het kasbeslag in de tijd. In de geactualiseerde meerjarenraming Omslagfonds 2004 is het saldo in 2010 geraamd op € 15,8 miljoen negatief. De afgelopen periode is benut om de mogelijkheden van alternatieve financieringsbronnen te onderzoeken, meer opbrengsten te genereren of een aanpassing van de ambities te overwegen. Dit leidde er in ieder geval toe dat het Omslagfonds met vijf jaar is verlengd. Daarnaast wordt in 2005 besluitvorming verwacht over de alternatieve financiering van de Boterdorpse Plas. In de actualisatie meerjarenraming 2005 wordt de financiële ruimte voor eventuele nieuwe claims als gevolg van deze besluitvorming berekend. Meerjarenraming Het inzicht voor de komende jaren is gebaseerd op de meerjarenraming Omslagfonds, door de regioraad vastgesteld op 23 juni 2004.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
36
2.18 Activiteit: Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010 Portefeuillehouder:
J.A. Karssen
Sector(hoofd):
Ruimtelijke ordening, Wonen en Economie C.A. van Hulst
Wat willen we bereiken? Het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010 (FVSV) is ingesteld ter ondersteuning van het regionale verstedelijkingsbeleid. Dit stelde de regioraad op 9 februari 2005 vast in het ‘Regionaal woningbouwscenario 2005-2010 met bijbehorend financieel scenario’ en in het regionaal beleid stedelijke vernieuwing dat de regioraad op 23 juni 2004 vaststelde in het regionaal beleidskader ISV ‘Vernieuwen en Delen’. De voeding van het fonds bestaat uit de rijksbijdrage BLS voor de verstedelijkingsafspraken, het beschikbaar gekomen budget ISV-2 van de provincie en bijdragen ISV-2 van de gemeenten Rotterdam en Schiedam, en de restanten van de regionale budgetten ISV-1 en Vinex-grondkostenfonds. Investeringsbudgetten worden ter beschikking gesteld voor ISV-2 programma- en projectgemeenten. Daarnaast voor de bouw van bereikbare sociale huurwoningen met een extra premie voor die woningen die in de woonruimteverdeling ook als seniorenwoning kunnen worden aangemerkt. Ten slotte voor de bouw van woningen op functieveranderingslocaties. Wat gaan we ervoor doen? Voor de verdeling van de beschikbare middelen is de Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing 2005-2010 (VVSV) opgesteld. In 2005 zijn op basis van goedgekeurde Meerjarige OntwikkelingsProgramma’s (MOP's) beschikkingen afgegeven voor investeringsbudgetten voor de periode 2005-2010 aan de vijf programma-gemeenten ISV-2 Capelle aan den IJssel, Maassluis, Ridderkerk, Spijkenisse en Vlaardingen. Projectgemeenten ISV-2 komen in aanmerking voor een projectbijdrage op grond van een goedgekeurde beleidsnotitie stedelijke vernieuwing. De bijdrage voor de bouw van bereikbare sociale huurwoningen en de eventuele extra premie voor de bouw van seniorenwoningen wordt beschikbaar gesteld op basis van de daadwerkelijk geslagen eerste paal. De bijdrage voor de bouw van woningen op functieveranderingslocaties wordt alleen ter beschikking gesteld voor woningen die voorkomen op een geoormerkte lijst van functieveranderingslocaties, en na het daadwerkelijk slaan van de erste paal. Er geldt het principe: 'wie het eerst komt, het eerste maalt. Dit geldt voor zowel de ISV-2 bijdrage aan projectgemeenten, de bijdrage bereikbare huurwoningen als de bijdrage functieverandering. Buiten de verordening is in het FVSV geld gereserveerd voor de Vinex-hypotheek Berkel en Rodenrijs, voor bodemsanering, voor de dekking van de direct aanwijsbare apparaats- en bestuurslasten van de stadsregio, en voor de beheerkosten FVSV en Omslagfonds. Wat mag het kosten? Op 9 februari 2005 stemde de regioraad in met het financieel kader Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing, waarin de inkomsten zijn begroot op € 118 miljoen en de uitgaven op € 114,9 miljoen. De financiële risico’s worden afgedekt door middel van de risicoafdekkingsclausule in de convenanten met de gemeenten. Daarnaast door binnen de regiobegroting een deel van de regionale BWS-middelen daarvoor te bestemmen. In de eerste helft van 2005 wordt een en ander nader uitgewerkt in een meerjarenraming, waarbij in ieder geval wordt rekening gehouden met rentelasten. Voor de huidige begroting is uitgegaan van een eerste concept meerjarenraming d.d. januari 2005. Uitgangspunt voor de begroting is dat in 2005 verplichtingen worden aangegaan voor de bijdrage aan de programmagemeenten ISV-2 ad € 16 miljoen en de Vinex-hypotheek Berkel en Rodenrijs ad € 14 miljoen. De overige uitgaven zijn over de jaren heen in gelijke
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
37
termijnen verdeeld. Hierbij is rekening gehouden met de bouwtijd van de voor 2010 op te leveren woningen. De inkomsten zijn in vijf gelijke termijnen termijn verdeeld, de prestatiebijdrage BLS met een vertraging van één jaar. De regionale ISV-1 middelen worden in 2005 toegevoegd. Tenslotte moet de bestemmingsreserve permanent toereikend te zijn om de uitgaven te kunnen dekken. In voorkomende gevallen worden daarom min of meer zekere toekomstige inkomsten ten gunste van de bestemmingsreserve gebracht. omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging indicatief
2006
2007
2008
2009
Lasten Investeringsbijdragen
0
48.000.000
11.104.858
22.750.000
13.705.859
0
Uitvoeringskosten FVSV
0
250.000
250.000
250.000
250.000
0
Dotatie aan voorziening
0
15.350.000
0
2.655.942
0
0
Rente
0
300.000
400.000
500.000
600.000
0
Apparaatslasten
0
0
428.037
428.037
428.037
0
Bijdrage diverse beleidsterreinen
0
0
17.106
16.021
16.105
0
0
63.900.000
12.200.000
26.600.000
15.000.000
0
Rijksbijdragen
0
48.000.000
5.000.000
5.000.000
15.000.000
0
Provinciale en gemeentelijke bijdrage
0
7.200.000
7.200.000
21.600.000
0
0
Regionale bijdrage
0
8.700.000
0
0
0
0
Totaal Baten
Rente Totaal
Saldo van de rekening
0
0
0
0
0
0
0
63.900.000
12.200.000
26.600.000
15.000.000
0
0
0
0
0
0
0
De storting van middelen in het fonds vindt zoals gezegd plaats in 2005. In de loop van 2005 wordt hiervoor ter vaststelling een begrotingswijziging aan de regioraad aangeboden. Deze bergotingswijziging kon niet op tijd opgesteld worden, waardoor in dit document, met betrekking tot het FVSV, wordt uitgegaan van een schatting. > Financiële risico's Een latere uitfinanciering van de rijksbijdragen BLS en ISV-2 is een financieel risico. Een ander risico is een lagere rijksbijdrage BLS als gevolg van het niet halen van de afgesproken woningbouw-taakstelling met het rijk. Daartegenover staat de risicoafdekkingsclausule met de gemeenten en de algemene risicoafdekking in de regiobegroting. In 2007 vindt een tussentijdse evaluatie plaats, waarbij de mogelijkheid bestaat budgetten te verlagen. Meerjarenraming De raming is vooralsnog gebaseerd op de concept meerjarenraming FVSV van januari 2005. Vóór de zomer 2005 wordt ter besluitvorming een nader uitgewerkte meerjarenraming voorgelegd aan het dagelijks bestuur en de regioraad. Deze raming is inclusief consequenties voor de begroting 2005 en 2006.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
38
2.19 Activiteit: Economie Portefeuillehouder:
R. Scheeres
Sector(hoofd):
Ruimtelijke ordening, Wonen en Economie C.A. van Hulst
Betrokken dienst:
Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam
Wat willen we bereiken? Doel van het regionaal economisch beleid is een economische groei en werkgelegenheidsgroei die tenminste gelijke tred houdt met overig Nederland. Hiervoor is een economische visie ontwikkeld 'naar een verleidelijke regio', waarin het volgende doel wordt geformuleerd: bedrijven en mensen moeten verleid worden zich in deze regio te vestigen en daar te blijven. Hiervoor moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan: • • • • •
voldoende aanbod van bedrijventerreinen en kantoren; herstructurering van verouderde kantoren en bedrijven; in stand houden en verbeteren van een hoogwaardig winkel- en voorzieningenapparaat; een goede bereikbaarheid van de regio voor bedrijven, arbeidskrachten en consumenten; verbetering van quality of life in de vorm van goed wonen en hoogwaardig groen.
Wat gaan we daarvoor doen? > Beleidsuitvoering conform Economische visie en aktieplan Bedrijventerreinen • het gaat hierbij om het zoveel mogelijk realiseren van een aantal doelstellingen, zoals opgenomen in het actieplan Bedrijventerreinen; • verminderen van het tekort aan bedrijventerreinen. Om dit te bereiken wordt de voortgang gemonitord. Voor de nieuwe plannen die in RR2020 zijn opgenomen, wordt gestreefd naar een uitvoeringsparagraaf; • het voorkomen van verval van oude terreinen door het stimuleren van herstructurering. Omdat de regio geen eigen budgetten en/of mankracht hiervoor heeft, betreft de regionale inzet hierbij vooral communicatie en gemeenschappelijke besluitvorming binnen de regio met regiogemeenten. Daarnaast betreft het communicatie met hogere overheden over onze belangen en de noodzaak tot subsidiering en prioritering. Incidenteel wordt externe procesbegeleiding ingehuurd voor de gemeentelijke herstructureringen van bedrijventerreinen. > Uitvoering beleid zoals vastgelegd in regionale structuurvisie retail en leisure Hierbij gaat het om advisering inzake nieuwe plannen en projecten. Er moet een juiste afweging zijn tussen behoud van bestaande structuren en voldoende ruimte voor de quality of life verbeterende initiatieven. Hiervoor worden ook de resultaten benut van het in 2004 gehouden koopstromenonderzoek, waarin ook de regio participeert. > Uitwerking van de regionale indicatieve planning van kantorenlocaties Monitoren en inpassen in ruimtelijke plannen, en verkeer en vervoersplannen. Regionale participatie in de kantorenmarkt, inventarisaties en beleidsontwikkeling van de gemeente Rotterdam.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
39
Wat mag het kosten? omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
Lasten Directe lasten
42.007
105.620
107.447
107.447
107.447
107.447
259.617
335.325
375.511
375.511
375.511
375.511
Totaal
301.624
440.945
482.958
482.958
482.958
482.958
Totaal
301.624 301.624
440.945 440.945
482.958 482.958
482.958 482.958
482.958 482.958
482.958 482.958
0
0
0
0
0
0
Apparaatslasten
Baten Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Geen significante wijzigingen
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
40
2.20 Activiteit: BIR Portefeuillehouder:
R. Scheeres
Sector(hoofd):
Ruimtelijke ordening, Wonen en Economie C.A. van Hulst
Wat willen we bereiken? Het handhaven en (zo mogelijk) uitbreiden van de bestaande bedrijvigheid en het aantrekken van nieuwe bedrijven. Daarnaast het verbeteren van het imago van de regio Rotterdam op het gebied van wonen, werken en recreëren. Wat gaan we ervoor doen? Met name het ontwikkelen van promotieactiviteiten gericht op het behouden van bestaande bedrijvigheid. Het uitgangspunt hierbij is dat bedrijven die in de regio zijn gevestigd en die vanwege uitbreiding moeten verplaatsen niet voor de regio verloren mogen gaan. De activiteiten bestaan uit deelname aan vakbeurzen, adverteren, het maken van een presentatie op CD-Rom, het maken en bijhouden van een internetsite en het verstrekken van informatie over de vestigingsmogelijkheden op bedrijventerreinen in de regio via internet, telefoon en informatieloket. Verder wordt er een nieuwsbrief uitgegeven voor het bedrijfsleven en worden er bijeenkomsten georganiseerd voor de gemeentelijke bedrijfscontactfunctionarissen. Wat mag het kosten? omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
Lasten Directe lasten
148.181
166.143
169.017
169.017
169.017
169.017
Apparaatslasten
414.882
323.843
361.059
361.059
361.059
361.059
Totaal
563.063
489.986
530.077
530.077
530.077
530.077
Totaal
563.063 563.063
489.986 489.986
530.077 530.077
530.077 530.077
530.077 530.077
530.077 530.077
0
0
0
0
0
0
Baten Gemeentelijke bijdrage
Saldo van de rekening
Meerjarenraming Geen significante wijzigingen
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
41
2.21 Activiteit: Wonen Portefeuillehouder:
J.A. Karssen
Sector(hoofd):
Ruimtelijke ordening, Wonen en Economie C.A. van Hulst
Wat willen we bereiken? Een vlotte, soepele uitvoering van het woningbouw- en herstructureringsprogramma. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het oplossen van de grootstedelijke problematiek alsmede een kwaliteitssprong op het gebied van wonen in de regio. In dat verband is in 2004 een aantal nota’s en beleidsdocumenten vastgesteld en geconcretiseerd. In 2006 moeten de eerste resultaten van het ingezette beleid zichtbaar worden. Wat gaan we ervoor doen? >Regionaal Koop Huur Bouw en Sloopscenario (RKHBS) In 2004 maken rijk, provincie en regio definitieve afspraken over de woningbouwopgave 2005-2010 (zie onder ruimtelijk beleid). Deze afspraken zijn in het Regionaal Koop Huur Bouw en Sloopscenario (RKHBS) vertaald naar taakstellingen voor alle 18 gemeenten. Deze taakstellingen zijn vervolgens vastgelegd in convenanten met de regiogemeenten. In 2006 komt het op de uitvoering aan. Dit is vooral een zaak van de gemeenten (de regio bouwt zelf geen huizen). Een evaluatie van het RKHBS vindt in 2007 plaats, met een mogelijke uitloop naar 2008. > Regionaal budgethouderschap ISV In 2005 verdeelde de stadsregio het regionale budget stedelijke vernieuwing over de ISVprojecten en –programma’s. In 2006 gaan de gemeenten van start met hun activiteiten op het gebied van stedelijke vernieuwing. > Huisvestingsrichtlijn Per 1 januari 2005 functioneert het nieuwe stelsel woonruimteverdeling. Monitoring van de bevindingen vraagt in 2006 veel aandacht. De uitgangspunten moeten gecheckt worden, omdat die de basis onder het stelsel vormen (slaagkansenmodel). > Regionale prestatieafspraken De regionale prestatieafspraken die in 2004 zijn afgesloten, omvatten meerjarige afspraken tussen de stadsregio en Maaskoepel over de medewerking van de Maaskoepel(corporaties) aan de uitvoering van de projecten uit de regionale woonvisie, de woningbouwafspraken 2005-2010 met het rijk, het RKHBS en het realiseren van de regionale doelstellingen op het gebied van stedelijke vernieuwing > Modulaire monitoring Om de effectiviteit van het regionaal beleid te toetsen, is in 2005 een systeem van monitoring ontworpen voor ieder van de vier hierboven genoemde activiteiten. Door de rapportages die in 2006 verschijnen, moet inzichtelijk worden of het regionaal beleid zijn vruchten afwerpt. > Woonvisie Net als in de voorgaande jaren worden ook in 2006 diverse activiteiten rond de regioprojecten uit de regionale woonvisie ondernomen. De ‘regio-agenda wonen’ uit de woonvisie vraagt permanent onderhoud.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
42
Wat mag het kosten? omschrijving
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
Lasten Uitvoerings- en projectkosten Totaal
499.756
567.404
577.220
577.220
577.220
577.220
499.756
567.404
577.220
577.220
577.220
577.220
Baten Bijdrage provincie Gemeentelijke bijdrage Totaal
Saldo van de rekening
22.689
22.689
22.689
22.689
22.689
22.689
477.067
544.715
554.531
554.531
554.531
554.531
499.756
567.404
577.220
577.220
577.220
577.220
0
0
0
0
0
0
Meerjarenraming Geen significante wijzigingen
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
43
2.22 Activiteit: Wonen: Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) Portefeuillehouder:
J.A. Karssen
Sector(hoofd):
Ruimtelijke ordening, Wonen en Economie C.A. van Hulst
Wat willen we bereiken? Zorgvuldige afwikkeling van de verplichtingen aan initiatiefnemers in het kader van de BWSverordening (subsidie woningbouw). Vanaf 1 januari 2005 kan de stadsregio als gevolg van de rijksregeling geen nieuwe verplichtingen aangaan. Wat gaan we ervoor doen? De gelden die de stadsregio ontvangt van het rijk en uitbetaalt aan initiatiefnemers worden beheerd en belegd. Ook worden subsidiegelden terugontvangen wanneer de indertijd geldende subsidievoorwaarden nog niet zijn nagekomen. Wat mag het kosten? omschrijving Lasten Directe lasten
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
9.687.800
7.453.588
23.752.274
16.859.266
6.159.112
0
0
0
0
0
0
232.985 28.007
631.027 71.822
786.303 31.423
786.303 29.430
786.303 29.584
786.303 29.584
9.948.792
8.156.437
24.570.000
17.675.000
6.974.999
2.619.999
Rijksbijdragen Overige baten
8.412.053 250.550
8.210.000 185.000
24.570.000 250.000
17.675.000 250.000
6.975.000 250.000
2.620.000 250.000
Toezeggingen
1.537.619
0
0
0
0
0
-880 2.041.106 12.240.448
-53.564 1.910.000 10.251.436
0 785.000 25.605.000
0 635.000 18.560.000
0 555.000 7.780.000
0 555.000 3.425.000
2.291.656
2.095.000
1.035.000
885.000
805.000
805.000
0
0
0
0
0
0
Stimul.bijdragen sted. vernieuwing Apparaatslasten Bijdrage diverse beleidsterreinen Totaal
1.804.112
Baten
Gemeentelijke bijdrage Rente Totaal
Mutatie reserve
Saldo van de rekening
Ontwikkeling reserve Stand 31-12-2004 Mutatie 2005
36.296.986 2.095.000
Mutatie 2006
38.391.985 1.035.000
Mutatie 2007
39.426.985 885.000
Mutatie 2008
40.311.985 805.000
Mutatie 2009
41.116.985 805.000
Stand 31-12-2005 Stand 31-12-2006 Stand 31-12-2007 Stand 31-12-2008 Stand 31-12-2009
41.921.985
Meerjarenraming In 2004 zijn de laatste nieuwe verplichtingen voor de resterende BWS middelen aangegaan. In 2005 vindt de finale verantwoording naar het rijk plaats. Het restant van de eigen regionale middelen voor ISV-1 is begin 2005 toegevoegd aan het Fonds
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
44
Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing (FVSV). Vanuit dit fonds worden de nieuwbouw- en herstructureringsactiviteiten in de stadsregio financieel ondersteund. De lasten en baten die in het overzicht zijn genoemd, hebben betrekking op de uitfinanciering van de oude subsidiebeschikkingen. Zowel vanuit het rijk naar de regio, als van de regio naar de individuele subsidieontvangers.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
45
2.23 Activiteit: Algemeen financieel beheer Portefeuillehouder:
M.G.T. Pastors
Sector(hoofd):
Bedrijfsvoering F.M. Damme
Wat willen we bereiken? Het doel is een optimale beheersing van en een getrouwe verantwoording over het vermogen, de geldstromen en de financiële posities op een zodanige wijze dat risico's worden beperkt en de inzet van middelen wordt geoptimaliseerd. Om goed algemeen financieel beheer te voeren, is daarnaast financieel advies nodig. Financieel advies bij het beleid op de diverse terreinen van de stadsregio is noodzakelijk mede vanwege de grote (financiële) verantwoordelijkheid van de stadsregio op een aantal terreinen. Om dit doel te realiseren, wordt een aantal instrumenten gebruikt. Wat gaan we ervoor doen? > P&C produkten Met de begroting en daarop volgende begrotingswijzigingen legt de raad het financieel kader vast waarbinnen het dagelijks bestuur haar beleidsdoeleinden gedurende een jaar kan nastreven. De verantwoording over het jaar vindt plaats met de presentatie van de jaarrekening en het jaarverslag aan de regioraad. Na vaststelling van deze stukken worden ze ter verantwoording aan de toezichthouder van de stadsregio, de provincie Zuid Holland, verstuurd. Voor enkele geldstromen geldt een afzonderlijk traject, waarbij financieel en inhoudelijk verantwoording wordt afgelegd aan de verstrekkende instantie. Twee maal gedurende het jaar wordt een bestuursrapportage opgesteld waarmee tussentijds inzicht wordt verschaft aan het dagelijks bestuur en regioraadscommissie in de voortgang van beleid en middelen. Ook bij dit punt geldt dat op basis van enkele regelingen voortgangsrapportages worden gepresenteerd aan dagelijks bestuur, regioraad en/of verstrekkende instantie. Vanaf begrotingsjaar 2004 dienen de begroting, de meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden te voldoen aan de voorwaarden uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Daarnaast geldt vanaf 2005 de stadsregionale financiële verordening waarin de belangrijkste uitgangspunten voor de planning en control cyclus van de stadsregio zijn vastgesteld. Hierbij gaat het met name om de bevoegdheidsverdeling tussen het dagelijks bestuur en de regioraad. > Informatievoorziening derden Behalve de regioraad en het dagelijks bestuur hebben toezichthouders, het rijk, het CBS en de Europese Unie informatiebehoeften. Niet alleen voor kaderstelling en controle, respectievelijk beheer en verantwoording, maar ook voor vergelijking. Om die reden ontvangt de provincie ieder kwartaal, naast de begroting en de jaarrekening, overzichten inzake de wet Fido zoals kasstroomoverzichten. Daarnaast vraagt het CBS ieder kwartaal om een overzicht van vlottende activa en passiva en vaste schulden. Vanaf 2005 is de stadsregio verplicht om kwartaalcijfers te leveren die voldoen aan de Europese kwaliteitseisen. > AO/IC Met het beheer van de administratieve organisatie en het omschrijven en analyseren van de daarin vervatte processen en activiteiten wordt gewaarborgd dat er een blauwdruk is voor terugkerende processen, zoals subsidieverlening, afhandeling van aangegane verplichtingen of uitbesteding van opdrachten aan derden. Hierdoor kan het risico dat gepaard gaat met het onjuist of onvolledig uitvoeren van een proces worden geminimaliseerd. Daarnaast geeft dit instrument aanknopingspunten voor de analyse van de organisatie op sterke en zwakke punten.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
46
> Doelmatige inzet van middelen Continu wordt gezocht naar aantrekkelijke inkoopvoorwaarden voor bijvoorbeeld kantoorautomatisering en opleidingsmogelijkheden. > Treasury beleid Ter aanvulling van rijks-, provinciale en gemeentelijke middelen waarmee de beleidsprogramma’s van de stadsregio worden gefinancieerd, worden met prudent treasury beleid extra middelen gegenereerd. Om het aan beleggen inherent aanwezige risico te beperken, geldt het treasurystratuut (2002) als kader. Hierin stelde de regioraad het beleid ten aanzien van beleggingen vast. Zo geeft het statuut aan welke beleggingsvormen zijn toegestaan en welke instantie bevoegdheid heeft te beslissen bij beleggingen van verschillende omvang en looptijd. Voorop staat dat de stadsregio niet mag worden blootgesteld aan onverantwoorde financiële risico's. Het treasurystatuut wordt in 2006 herrijkt naar de richtlijnen van het BBV. Met deze uitgangspunten besloot het dagelijks bestuur een beleggingsportefeuille te creëren ter grootte van € 70 miljoen, bestaande uit obligaties met een gemiddelde looptijd van 3,3 jaar. De beleggingsportefeuille heeft betrekking op de bestemmingsreserves van onderstaande regelingen. regeling (x € 1.000) BDU BWS SR Algemeen Totaal
Belegging 40.000 25.000 5.000 70.000
vrijval 2006 20.000 10.000 30.000
vrijval 2007 10.000 10.000 5.000 25.000
vrijval 2008 10.000 5.000 15.000
Zoals blijkt uit het bovenstaande overzicht is er geen rekening gehouden met geldstromen als Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam en het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing. Hierdoor wordt voorkomen dat de liquiditeit van de stadsregio in gevaar wordt gebracht. In geval er desondanks geld nodig is, bestaat er nog de kredietfaciliteit die contractueel is afgesproken met de Rabobank. De verwachting is dat de beleggingsportefeuille jaarlijks extra rentebaten van ± € 0,8 miljoen genereert. De rente die de regelingen BDU en BWS zouden genereren op rekening courant basis wordt jaarlijks berekend met het werkelijke percentage van één maand euribor en op het tegoed van deze regelingen bijgeschreven. De extra rentebaten die hierna overblijven, komen ten gunste van SR Algemeen en kunnen voor algemene doeleinden worden ingezet. > Risicomanagement Bij het uitvoeren van beleid dat in de vorige hoofdstukken is uiteengezet, ontstaan er allerlei risico’s. Niet alleen op politiek en bestuurlijk terrein, maar ook op het gebied van financiële processen en uitkomsten. Om hierover gedegen adviezen uit te brengen, wordt gewerkt met een methode voor systematische analyse van deze risico’s zodat de implicaties zorgvuldig kunnen worden becijferd en beheerst. > Aantrekken financieringsbronnen Een vierde instrument is het zoeken naar en implementeren van alternatieve financieringsvormen voor nieuwe en lopende projecten. Daarbij wordt, naast de bestaande opties in de publieke omgeving, vooral gezocht naar mogelijkheden binnen de private sector. Projecten die daarvoor in aanmerking kunnen komen, zijn infrastructuurprojecten of projecten in de ruimtelijke of economische sfeer.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
47
Wat mag het kosten? omschrijving Lasten Bijdrage Bestuur
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005 wijziging-II
2006
2007
2008
2009
88.457
131.629
112.576
105.437
104.832
Bijdrage Communicatie
273.426
238.339
0
0
0
0
Bijdrage Beroep- en Bezwaarschriften Bijdrage V&V Planontwikkeling
5.078 572.095
5.387 311.942
0 519.821
0 523.684
0 519.884
0 515.434
Bijdrage V&V Duurzaam Veilig Bijdrage GDU/BDU Verkeer en Vervoe
0 -44.913
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
5.994
0
0
0
0
0
-30.204 21.275
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Bijdrage BOR Bijdrage OV Bijdrage EIISS
104.832
Bijdrage volwasseneneducatie
90.450
0
0
0
0
0
Bijdrage beh.k. Groenakkoord Bijdrage bel. Regionaal groen
391.434 994.035
429.894 872.044
437.331 1.084.420
440.607 1.084.420
445.013 1.084.420
449.463 1.084.420
Bijdrage invest. Groenakkoord Bijdrage Werk en inkomen Bijdrage Jeugdhulpverlening
0
0
0
0
0
0
223.140 960.208
228.535 151.520
244.611 178.348
244.611 178.348
244.611 178.348
244.611 178.348
Bijdrage Maatsch. Hulpverlening
199.415
204.002
207.531
207.531
207.531
207.531
Bijdrage ROM Rijnmond Bijdrage ov. Milieuactiviteiten
206.145 713.367
134.161 657.817
136.482 698.704
136.482 698.704
136.482 698.704
136.482 698.704
2.382.912 -15.634
2.635.333 -304.356
2.276.410 0
2.276.410 0
2.276.410 0
2.276.410 0
Bijdrage economie
301.624
440.945
482.958
482.958
482.958
482.958
Bijdrage Bedrijven Info Rotterdam (BI Bijdrage Wonen
563.063 476.187
489.986 491.151
530.077 554.531
530.077 554.531
530.077 554.531
530.077 554.531
Bijdrage ruimtelijk beleid Bijdrage VINEX
Algemene baten en lasten Totaal
-151.169
395.378
46.163
46.163
46.163
46.163
8.226.388
7.513.709
7.509.965
7.509.966
7.509.966
7.509.966
Baten Gemeentelijke bijdrage
5.968.233
5.491.702
5.586.708
5.586.708
5.586.708
5.586.708
Bijdrage Rotterdam Rente
1.096.982 1.047.781
1.122.007 1.200.000
1.122.007 801.250
1.122.007 801.250
1.122.007 801.250
1.122.007 801.250
8.112.996
7.813.709
7.509.965
7.509.965
7.509.965
7.509.965
-113.392
300.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal
Mutatie reserve
Saldo van de rekening
De bovenstaande tabel geeft inzicht in de aanwending van de gemeentelijke bijdrage, de extra bijdrage van de gemeente Rotterdam en de begrote rentebaten als dekking voor de diverse begrotingsactiviteiten. Meerjarenraming De begroting is ook in meerjarenperspectief sluitend.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
48
3
Detailbegroting verschil begr 2006 -/- begr 2005
omschrijving
rekening 2004
begrotings wijziging -II 2005
begroting 2006
HOOFDFUNCTIE 0 ALGEMEEN BESTUUR Functie 001 - Bestuursorganen
totaal der lasten totaal der baten verschil
-19.053 0 -19.053
88.457 0 88.457
131.629 0 131.629
112.576 0 112.576
dagelijks bestuur fractiekosten reiskosten DB leden overige kosten bestuursorganen excursie DB leden materiele uitgaven RR leden formatieruimte Veiligheid vergoeding full time DB leden bijdrage Regio Randstad subtotaal directe lasten
44 176 44 332 15.000 44 779 882 -15.781 1.521
0 10.054 2.864 6.765
2.550 10.200 2.550 19.170
730 44.000 25.776 60.612 150.800
2.550 45.012 51.000 102.000 235.032
2.594 10.376 2.594 19.502 15.000 2.594 45.791 51.882 86.219 236.553
doorberekende bijdrage GDU/BDU Verkeer en Vervoer doorberekende bijdrage BOR doorberekende bijdrage OV doorberekende bijdrage Grondkostenfonds/FVSV doorberekende bijdrage BWS subtotaal doorberekende lasten
-3.073 -1.116 -5.190 -4.958 -6.237 -20.574
-13.147 -5.120 -25.439 -11.886 -6.751 -62.343
-28.101 -9.336 -28.630 -12.148 -25.186 -103.403
-31.175 -10.452 -33.821 -17.106 -31.423 -123.977
totaal lasten
-19.053
88.457
131.629
112.576
-243.726 0 -243.726
278.504 0 278.504
243.726 0 243.726
0 0 0
-25.568 0 -25.568
377.656 88.476 466.132
425.568 0 425.568
400.000 0 400.000
doorberekende bijdrage GDU/BDU Verkeer en Vervoer doorberekende bijdrage BOR doorberekende bijdrage OV doorberekende bijdrage Grondkostenfonds/FVSV doorberekende bijdrage BWS doorberekend via kostenverdeelstaat subtotaal doorberekende lasten
50.883 16.905 51.841 21.996 45.604 -400.000 -212.771
-40.637 -15.827 -78.632 -36.741 -20.868 0 -192.706
-50.883 -16.905 -51.841 -21.996 -45.604 0 -187.229
0 0 0 0 0 -400.000 -400.000
totaal lasten
-238.339
273.426
238.339
0
166 166
8.657 8.657
9.619 9.619
9.786 9.786
doorberekende bijdrage GDU/BDU Verkeer en Vervoer doorberekende bijdrage BOR doorberekende bijdrage OV doorberekende bijdrage Grondkostenfonds/FVSV doorberekende bijdrage BWS doorberekend via kostenverdeelstaat subtotaal doorberekende lasten
1.150 382 1.172 497 1.031 -9.786 -5.554
-755 -294 -1.460 -682 -388 0 -3.579
-1.150 -382 -1.172 -497 -1.031 0 -4.232
0 0 0 0 0 -9.786 -9.786
totaal lasten
-5.387
5.078
5.387
0
Bestuursorganen
Functie 002 - Bestuursondersteuning
totaal der lasten totaal der baten verschil
Communicatie directe lasten dotatie voorziening subtotaal directe lasten
Commissie Beroep- en Bezwaarschriften lasten cie. beroep- en bezwaarschriften subtotaal directe lasten
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
49
verschil begr 2006 -/- begr 2005
omschrijving
rekening 2004
begrotings wijziging -II 2005
begroting 2006
HOOFDFUNCTIE 2 VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT Functie 210 - Wegen, straten en pleinen
totaal der lasten totaal der baten verschil
-106.730.129 306.801.288 122.761.813 106.171.484 -300.805.853 -118.449.871 -558.645 5.995.435 4.311.942
16.031.684 -12.278.387 3.753.297
Verkeer en Vervoer planontwikkeling vervoermanagement dotatie voorziening vervoermanagement
50.133 0 0
2.768.885 385.846 70.009
2.897.837 0 0
2.947.970 0 0
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat
72.056
324.836
311.942
383.998
85.690 207.879
-907.789 2.641.788
-2.897.837 311.942
-2.812.147 519.821
0 0 0
-1.613.839 -455.854 -2.069.693
0 0 0
0 0 0
-27.800.000 -45.200.000 0 0 0 -7.612.864 -80.612.864
0 291.202.862 -8.629.286 0 15.562.002 298.135.578
27.800.000 45.200.000 0 0 0 17.917.835 90.917.835
0 0 0 0 0 10.304.971 10.304.971
0
385.703
350.000
350.000
76.030
453.688
704.064
780.095
3.073 -50.883 -1.150
13.147 40.637 755
28.101 50.883 1.150
31.175 0 0
-85.690 -80.671.484
907.789 299.937.296
2.897.837 94.949.871
2.812.147 14.278.387
80.221.613 -297.612.092 0 0 0 0 949.871 0 81.171.484 -297.612.092
-92.500.000 0 0 -949.871 -93.449.871
-12.278.387 0 0 0 -12.278.387
bijdrage t.l.v. BDU Verkeer en Vervoer totaal lasten rijksbijdrage VERDI rijksbijdrage vervoermanagement totaal baten
Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer investeringsbijdrage wegbeheerders investeringsbijdrage gedecentraliseerde projecten interne verrekening Omslagfonds en De Boer-EIISS interne verrekening met BOR beleidsuitvoering en ontwikkeling GDU+ dotatie voorziening BDU subtotaal investeringsbijdragen decentraal budgetbeheer (dS+V) indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften bijdrage verkeer en vervoer planontwikkeling totaal lasten BDU Verkeer en Vervoer extra rijksbijdrage i.v.m. overkomst GDU+ onttrekking voorziening GDU opheffen reserve De Boer EIISS
Duurzaam Veilig projectkosten Duurzaam Veilig dotatie aan voorziening
0 0
1.109.794 0
0 0
0 0
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
0 0
0 1.109.794
0 0
0 0
rijksbijdrage Duurzaam veilig totaal baten
0 0
-1.109.794 -1.109.794
0 0
0
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
50
verschil begr 2006 -/- begr 2005
omschrijving
rekening 2004
begrotings wijziging -II 2005
begroting 2006
Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam projectkosten BOR voorfinanciering t.l.v. BOR dotatie voorziening BOR indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften totaal lasten Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam totaal baten
Functie 212 - Openbaar vervoer
totaal der lasten totaal der baten verschil
156.900 0 -26.434.880
56.667 0 2.857.801
54.000 -150.000 27.335.458
60.900 0 900.578
27.628
176.700
233.918
261.546
1.116 -16.905 -382 -26.266.524
5.120 15.827 294 3.112.409
9.336 16.905 382 27.500.000
10.452 0 0 1.233.476
25.000.000 25.000.000
-14.274 -14.274
-25.000.000 -25.000.000
0 0
-668.544 176.124.773 175.268.545 174.600.000 641.000 -176.204.585 -175.141.000 -174.500.000 -27.544 -79.812 127.545 100.000
Openbaar vervoer exploitatie openbaar vervoer sociale veiligheid toegankelijkheid OV-concessies, beleidsontwikkeling en stimuleringsbijdragen bedrijfsvervoer beheer en onderhoud railinfrastructuur dotatie voorziening openbaar vervoer subtotaal directe lasten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften totaal lasten bijdrage BDU exploitatie openbaar vervoer bijdrage BDU toegankelijkheid openbaar vervoer bijdrage BDU sociale veiligheid bijdrage BDU bedrijfsvervoer bijdrage BDU beheer en onderhoud railinfrastructuur aanvulling exploitatiebudget uit rentebaten BWS bijdrage aanloopkosten Vinex uit BOR-fonds totaal baten
12.968.587 -439.749 -65.089 906.609 0 -14.144.779 52.254 -722.167
168.976.608 0 0 1.267.050 590.000 1.041.000 0 171.874.658
134.031.413 14.839.749 1.365.089 1.093.391 700.000 22.304.779 107.619 174.442.040
147.000.000 14.400.000 1.300.000 2.000.000 700.000 8.160.000 159.873 173.719.873
128.990
877.885
717.317
846.306
5.190 -51.841 -1.172 -640.999
25.439 78.632 1.460 172.858.075
28.630 51.841 1.172 175.241.000
33.821 0 0 174.600.000
24.501.000 -169.400.000 -175.141.000 -150.640.000 -1.300.000 0 0 -1.300.000 -14.400.000 0 0 -14.400.000 0 -700.000 0 0 -8.160.000 -1.041.000 0 -8.160.000 0 -1.500.000 0 0 0 -154.000 0 0 641.000 -172.795.000 -175.141.000 -174.500.000
Extra Investeringsimpuls Stads- en Streekvervoer (EIISS) investeringsbijdragen uitvoeringskosten toevoeging reserve GDU dotatie voorziening Boer-EIISS totaal lasten rijksbijdrage De Boer-EIISS bijdrage uit GDU totaal baten
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
0 0 -27.545 0 -27.545
1.942.115 21.275 0 1.303.308 3.266.698
0 0 27.545 0 27.545
0 0 0 0 0
0 0 0
-3.201.212 -208.373 -3.409.585
0 0 0
0 0 0
51
verschil begr 2006 -/- begr 2005
omschrijving
rekening 2004
begrotings wijziging -II 2005
begroting 2006
HOOFDFUNCTIE 4 ONDERWIJS Functie 482 - Volwasseneneducatie
totaal der lasten totaal der baten verschil
0 0 0
90.450 0 90.450
0 0 0
0 0 0
Oliver
0
13.905
0
0
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
0 0
76.545 90.450
0 0
0 0
baten totaal baten
0 0
0
0 0
0 0
219.814 0 219.814
1.445.433 -59.964 1.385.469
1.361.902 -59.964 1.301.938
1.581.716 -59.964 1.521.752
7.437 7.437
391.434 391.434
429.894 429.894
437.331 437.331
177.223 0
470.103 109.897
572.880 0
750.103 0
35.154 212.377
441.262 1.021.262
326.391 899.271
361.544 1.111.647
0 0
-27.227 -27.227
-27.227 -27.227
-27.227 -27.227
lasten dotatie voorziening Groenakkoord totaal lasten
0 0 0
0 32.737 32.737
0 32.737 32.737
0 32.737 32.737
bijdrage provincie Groenakkoord totaal baten
0 0
-32.737 -32.737
-32.737 -32.737
-32.737 -32.737
26.076 -10.000 16.076
423.140 -200.000 223.140
478.535 -250.000 228.535
504.611 -260.000 244.611
733 10.000
51.323 200.000
42.358 250.000
43.091 260.000
15.343 26.076
171.818 423.140
186.177 478.535
201.520 504.611
-10.000 -10.000
-200.000 -200.000
-250.000 -250.000
-260.000 -260.000
Volwasseneneducatie
HOOFDFUNCTIE 5 CULTUUR EN RECREATIE Functie 560 - Openbaar groen en openluchtrecreatie
totaal der lasten totaal der baten verschil
Beheerkosten Groenakkoord dotatie voorziening beheer groenakkoord totaal lasten
Beleidsontwikkeling en programma-management regionaal groen uitbestedingen dotatie aan voorziening groen indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten bijdrage provincie Groenakkoord totaal baten
Investeringen Groenakkoord
HOOFDFUNCTIE 6 OCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING Functie 611 - Werkgelegenheid
totaal der lasten totaal der baten verschil
Werk en Inkomen directe lasten voorwaardenscheppende projecten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten subsidie provincie Zuid Holland totaal baten
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
52
verschil begr 2006 -/- begr 2005
omschrijving
Functie 620 - Maatschapppelijke begeleiding en advies
totaal der lasten totaal der baten verschil
rekening 2004
begrotings wijziging -II 2005
begroting 2006
519.740 -489.383 30.357
65.138.670 -63.979.046 1.159.624
80.676.105 -80.320.583 355.522
81.195.845 -80.809.966 385.880
817.551 0 0 -50.000 -178.168 0
63.523.533 175.000 607.973 0 56.885 350.000
79.535.165 0 0 50.000 178.168 0
80.352.716 0 0 0 0 0
-73.172
225.864
708.770
635.598
0 0 0 516.211
0 0 0 64.939.255
0 0 0 80.472.103
0 0 0 80.988.314
-932.867 293.484 0 0 150.000 -489.383
-60.482.115 -3.098.302 -398.629 0 0 -63.979.046
-77.173.969 -2.539.364 -408.003 -49.247 -150.000 -80.320.583
-78.106.836 -2.245.880 -408.003 -49.247 0 -80.809.966
Maaszicht totaal lasten
3.529 3.529
199.415 199.415
204.002 204.002
207.531 207.531
totaal baten
0
0
0
0
43.208 0 43.208
919.512 0 919.512
791.978 0 791.978
835.187 0 835.187
2.321 0
80.769 125.376
134.161 0
136.482 0
0 2.321
0 206.145
0 134.161
0 136.482
5.734 0
300.741 30.234
331.426 0
337.160 0
35.154 40.887
382.392 713.367
326.391 657.817
361.544 698.704
0
0
0
0
Jeugdzorg bijdragen aan instellingen onvoorzien jeugdzorg uitvoeringskosten GGD projectkosten dotatie voorziening algemeen jeugdzorg dotatie voorziening dubieuze debiteuren jeugdzorg indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften totaal lasten rijksbijdragen bijdrage zorgaanbod (Rdam en PZH) bijdrage gemeente Rotterdam bestuurskosten bijdrage PZH bestuurskosten bijdrage VWS bestuurskosten totaal baten
Maatschappelijke hulpverlening
HOOFDFUNCTIE 7 VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Functie 723 - Milieubeheer
totaal der lasten totaal der baten verschil
R.O.M. Rijnmond directe lasten dotatie voorziening ROM Rijnmond indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
Overige milieukosten direkte lasten dotatie voorziening Milieu indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten totaal baten
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
53
verschil begr 2006 -/- begr 2005
rekening 2004
begrotings wijziging -II 2005
-11.672.463 11.100.000 -572.463
6.589.288 -3.586.828 3.002.460
90.361.908 -87.200.000 3.161.908
15.089.445 -12.200.000 2.889.445
27.343
1.627.471
1.580.535
1.607.878
-386.266 -358.923
755.442 2.382.912
1.054.798 2.635.333
668.532 2.276.410
0
0
0
0
externe expertise
0
0
0
0
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
0 0
410.195 410.195
0 0
0 0
baten totaal baten
0 0
0 0
0 0
0 0
Omslagfonds investeringsbijdragen uit omslagfonds Vinex dotatie voorziening omslagfonds totaal lasten
0 0 0
2.307.831 0 2.307.831
0 0 0
0 0 0
bijdrage gemeenten inzake omslagfonds totaal baten
0 0
-2.725.137 -2.725.137
0 0
0 0
bijdragen grondkosten uitvoeringskosten Vinex dotatie voorziening Grondkostenfonds
-16.600.000 -500.000 -6.061.003
116.274 458.079 0
16.600.000 500.000 6.061.003
0 0 0
bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften totaal lasten
-12.148 -21.996 -497 -23.195.644
11886 36741 682 623.663
12.148 21.996 497 23.195.644
0 0 0 0
22.700.000 600.000 23.300.000
0 -861.691 -861.691
-22.700.000 -600.000 -23.300.000
0 0 0
omschrijving
begroting 2006
HOOFDFUNCTIE 8 RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING Functie 810 - Ruimtelijke ordening
totaal der lasten totaal der baten verschil
Ruimtelijk beleid ruimelijk beleid / uitbestedingen indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten totaal baten Vinex
Grondkostenfonds
rijksbijdrage gemeentelijke bijdrage verfijningsregeling totaal baten
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
54
omschrijving
verschil begr 2006 -/- begr 2005
rekening 2004
begrotings wijziging -II 2005
begroting 2006
Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing investeringsbijdragen uitvoeringskosten FVSV fondsbeheer dotatie voorziening FVSV
11.104.858 250.000 0
0 0 0
48.000.000 250.000 15.350.000
11.104.858 250.000 0
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten totaal lasten
428.037 17.106 11.800.000
0 0 0
0 0 63.600.000
428.037 17.106 11.800.000
baten rijksbijdrage BLS provinciale en gemeentelijke bijdrage ISV II regionale bijdrage totaal baten
-5.000.000 -7.200.000 0 -12.200.000
0 0 0 0
-48.000.000 -7.200.000 -8.700.000 -63.900.000
-5.000.000 -7.200.000 0 -12.200.000
1.827
42.007
105.620
107.447
40.185 42.013
259.617 301.624
335.325 440.945
375.511 482.958
0
0
0
0
2.874
148.181
166.143
169.017
37.216 40.091
414.882 563.063
323.843 489.986
361.059 530.077
0
0
0
0
Economie directe lasten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten totaal baten Bedrijven Info Rijnmond directe lasten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten totaal baten
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
55
verschil begr 2006 -/- begr 2005
omschrijving
Functie 820 - Woningexploitatie en woningbouwtotaal der lasten totaal der baten verschil
rekening 2004
begrotings wijziging -II 2005
begroting 2006
16.369.816 -16.425.000 -55.184
10.448.548 -10.222.911 225.637
8.777.404 -8.417.689 359.715
25.147.220 -24.842.689 304.531
8.973 241 602 9.816
499.655 0 101 499.756
518.661 13.926 34.817 567.404
527.634 14.167 35.419 577.220
0 0
-22.689 -22.689
-22.689 -22.689
-22.689 -22.689
BWS diverse subsidies Wonen stimuleringsbijdragen stedelijke vernieuwing dotatie voorziening Wonen subtotaal directe lasten
-960.000 0 17.258.686 16.298.686
6.642.930 0 3.044.870 9.687.800
6.570.000 0 883.588 7.453.588
5.610.000 0 18.142.274 23.752.274
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften bijdrage ter dekking begrotingstekort totaal lasten
155.276 6.237 -45.604 -1.031 -53.564 16.360.000
232.985 6.751 20.868 388 0 9.948.792
631.027 25.186 45.604 1.031 53.564 8.210.000
786.303 31.423 0 0 0 24.570.000
-16.360.000 -65.000 0 -16.425.000
-8.412.053 -250.550 -1.537.619 -10.200.222
-8.210.000 -185.000 0 -8.395.000
-24.570.000 -250.000 0 -24.820.000
400.000 2.517.819 2.917.819
1.009.945 -9.223.842 -8.213.898
300.000 -7.437.545 -7.137.545
400.000 -4.919.726 -4.519.726
0 0 0 0 400.000 0 400.000
509.918 75.754 417.306 0 0 6.967 1.009.945
0 0 0 0 300.000 0 300.000
0 0 0 0 400.000 0 400.000
398.750 -500.000 1.266.524 0 27.545 0 200.000 0 0 1.125.000 2.517.819
-1.047.781 -2.370.117 -3.092.141 -93.279 -345.756 -38.895 -187.800 0 0 -2.048.073 -9.223.842
-1.200.000 -1.500.000 -2.500.000 -100.000 -27.545 0 -200.000 0 0 -1.910.000 -7.437.545
-801.250 -2.000.000 -1.233.476 -100.000 0 0 0 0 0 -785.000 -4.919.726
Wonen uitvoeringskosten Volkshuisvestingsregelingen uitvoeringskosten toezicht statushouders diverse projectkosten totaal lasten bijdrage provincie uitvoeringskosten statushouders totaal baten
rijksbijdrage overige baten toezeggingen totaal baten
HOOFDFUNCTIE 9 INANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Functie 913 - Beleggingen
totaal der lasten totaal der baten verschil
Beleggingen rente lasten De Boer-EIISS rente lasten Jeugdzorg rente lasten Omslagfonds rente lasten Grondkostenfonds rente lasten FVSV rente lasten BWS totaal lasten rente baten Stadsregio rente baten GDU/BDU Verkeer en Vervoer rente baten Bereikbaarheidsoffensief rente baten Openbaar Vervoer rente baten De Boer-EIISS rente baten Jeugdzorg rente baten Grondkostenfonds rente baten Omslagfonds rente baten FVSV rente baten BWS totaal baten
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
56
verschil begr 2006 -/- begr 2005
omschrijving
Functie 921 - Algemene uitkeringen Algemene uitkeringen
totaal der lasten totaal der baten verschil
totaal lasten gemeentelijke bijdragen bijdrage gemeente Rotterdam bijdrage BWS ter dekking begrotingstekort totaal baten
Functie 922 - Algemene baten en lasten
totaal der lasten totaal der baten verschil
rekening 2004
begrotings wijziging -II 2005
begroting 2006
0 -41.443 -41.443
0 -7.065.215 -7.065.215
0 -6.667.273 -6.667.273
0 -6.708.715 -6.708.715
0
0
0
0
-95.006 0 53.564 -41.443
-5.968.233 -1.096.982 0 -7.065.215
-5.491.702 -1.122.007 -53.564 -6.667.273
-5.586.708 -1.122.007 0 -6.708.715
-349.215 0 -349.215
744.968 -896.137 -151.169
395.378 0 395.378
46.163 0 46.163
-350.000 0 -350.000
0 744.968 744.968
350.000 0 350.000
0 0 0
0 0
-896.137 -896.137
0 0
0 0
785 785
0 0
45.378 45.378
46.163 46.163
0
0
0
0
0 -300.000 0 -1.060.000 0 0 0 0 0 0 0 -1.360.000
25.000 0 0 2.291.656 0 0 0 0 0 0 0 2.316.656
0 300.000 0 2.095.000 0 0 0 0 0 0 0 2.395.000
0 0 0 1.035.000 0 0 0 0 0 0 0 1.035.000
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
-138.392 0 -36.859 0 0 0 0 0 0 0 0 -175.251
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Voorzieningen voor algemene doeleinden dotatie aan voorziening WW / FPU dotatie voorziening minimalisatie doorbelastingen totaal lasten onttrekking voorziening minimalisatie doorbelastingen vrijval voorzieningen totaal baten
Onvoorziene uitgaven onvoorziene uitgaven totaal lasten totaal baten
Reservering voor nog functioneel te ramen bedragen toevoeging algemene reserve toevoeging reserve algemene doeleinden toevoeging reserve Jeugdzorg toevoeging reserve BWS toevoeging reserve GDU/BDU Verkeer en Vervoer toevoeging reserve Bereikbaarheidsoffensief toevoeging reserve Openbaar Vervoer toevoeging reserve De Boer-EIISS toevoeging reserve investeringen Groenakkoord toevoeging reserve Omslagfonds toevoeging reserve Grondkostenfonds totaal lasten onttrekking algemene reserve onttrekking reserve algemene doeleinden onttrekking reserve Jeugdzorg onttrekking reserve BWS onttrekking reserve GDU/BDU Verkeer en Vervoer onttrekking reserve Bereikbaarheidsoffensief onttrekking reserve Openbaar Vervoer onttrekking reserve De Boer-EIISS onttrekking reserve Omslagfonds onttrekking reserve Grondkostenfonds onttrekking reserve Minimalisatie Doorbelastingen totaal baten
Totaal der lasten Totaal der baten Saldo gewone dienst
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
-103.464.476 572.419.632 483.943.923 316.579.448 103.464.476 -572.419.632 -483.943.923 -316.579.448 0 0 0 0
57
4
Bijlagen
4.1 Kostenverdeelstaat Eerstverdeelde kosten
Totale kosten
210.00
210.10
210.30
212.00
560.00
611.00
620.00
Salarislasten direct toe te wijzen
2.832.826
180.983
345.801
122.838
324.787
159.375
91.751
166.907
10.765
21.017
6.664
18.966
9.587
5.752
17.043
1.192.332
76.899
150.136
47.604
135.488
68.485
41.091
121.751
310.000 310.000
19.993
39.035
12.377
35.226
17.806
10.683
31.655
103.000 16.000 95.000 32.000
6.643 1.032 6.127 2.064
12.970 2.015 11.962 4.029
4.112 639 3.793 1.278
11.704 1.818 10.795 3.636
5.916 919 5.457 1.838
3.550 551 3.274 1.103
10.518 1.634 9.701 3.268
catering/kantinekosten
41.000
2.644
5.163
1.637
4.659
2.355
1.413
4.187
werving nieuw personeel
15.000
967
1.889
599
1.704
862
517
1.532
representatiekosten extern
15.000
967
1.889
599
1.704
862
517
1.532
reis- en verblijfkosten
15.000
967
1.889
599
1.704
862
517
1.532
kosten directie kosten ondersteuning totaal Diensten door derden dienstverlening door derden totaal Overige personele lasten opleidingskosten overige personeelskosten kosten WW en FPU woon- en werkverkeer
totaal
301.815
4.192.065
332.000
Huisvestinglasten huur
249.000
33.649
20.189
6.730
60.568
10.768
2.692
10.768
afschrijving, verbouw. + inricht.
329.000
44.459
26.676
8.892
80.027
14.227
3.557
14.227
servicekosten
44.000
5.946
3.568
1.189
10.703
1.903
476
1.903
energie
25.000
3.378
2.027
676
6.081
1.081
270
1.081
SLA facility
40.000
5.405
3.243
1.081
9.730
1.730
432
1.730
schoonmaakkosten
44.000
5.946
3.568
1.189
10.703
1.903
476
1.903
overige huisvestinglasten
31.000
4.189
2.514
838
7.541
1.341
335
1.341
400.000
25.798
50.367
15.970
45.453
22.975
13.785
40.845
9.786
631
1.232
391
1.112
562
337
999
21.000 200.000
1.354 12.899
2.644 25.184
838 7.985
2.386 22.727
1.206 11.488
724 6.893
2.144 20.422
kopieerkosten
72.000
4.803
9.377
2.973
8.463
4.117
2.470
7.319
drukwerk
39.000
2.602
5.079
1.611
4.584
2.230
1.338
3.964
porti
46.000
3.069
5.991
1.900
5.407
2.630
1.578
4.676
briefpapier, enveloppen
15.000
1.001
1.954
619
1.763
858
515
1.525
6.000
400
781
248
705
343
206
610
accountantskosten
62.000
4.136
8.075
2.560
7.287
3.545
2.127
6.302
telefoon / telecom
totaal
762.000
Communicatie en Beroep en Bezwaar directe communicatie lasten directe lasten beroep- en bezwaar totaal Organisatielasten salarissysteem SLA informatie
koerier
409.786
41.000
2.735
5.340
1.693
4.819
2.344
1.407
4.168
documentatie / abonnementen
9.000
600
1.172
372
1.058
515
309
915
automatiseringskosten
4.000
267
521
165
470
229
137
407
kantoorbenodigdheden
21.000
1.401
2.735
867
2.468
1.201
720
2.135
500
33
65
21
59
29
17
51
474.754
780.095
261.546
846.306
361.544
201.520
635.598
780.095
261.546
846.306
361.544
201.520
635.598
archiefvernietiging totaal subtotaal bijdrage gemeente Rotterdam TOTAAL
536.500 6.542.350 90.7566.451.594
90.756383.998
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
58
Eerstverdeelde kosten
Totale kosten
723.20
810.00
810.35
810.40
810.50
820.10
TOTAAL
Salarislasten direct toe te wijzen kosten directie kosten ondersteuning totaal Diensten door derden dienstverlening door derden totaal Overige personele lasten opleidingskosten overige personeelskosten kosten WW en FPU woon- en werkverkeer catering/kantinekosten
2.832.826
159.375
295.409
189.298
155.951
155.208
350.234
166.907
9.587
15.575
11.218
10.129
9.584
21.020
2.832.826 166.907
1.192.332
68.485
111.261
80.139
72.359
68.469
150.164
1.192.332
310.000 310.000
17.806
28.927
20.836
18.813
17.801
39.042
310.000
103.000 16.000 95.000 32.000
5.916 919 5.457 1.838
9.611 1.493 8.865 2.986
6.923 1.075 6.385 2.151
6.251 971 5.765 1.942
5.915 919 5.455 1.838
12.972 2.015 11.964 4.030
103.000 16.000 95.000 32.000
41.000
2.355
3.826
2.756
4.192.065
2.488
2.354
5.164
41.000
werving nieuw personeel
15.000
862
1.400
1.008
910
861
1.889
15.000
representatiekosten extern
15.000
862
1.400
1.008
910
861
1.889
15.000
reis- en verblijfkosten
15.000
862
1.400
1.008
910
861
1.889
15.000
totaal
332.000
Huisvestinglasten huur
249.000
10.768
32.303
13.459
13.459
12.114
21.535
249.000
afschrijving, verbouw. + inricht.
329.000
14.227
42.681
17.784
17.784
16.005
28.454
329.000
servicekosten
44.000
1.903
5.708
2.378
2.378
2.141
3.805
44.000
energie
25.000
1.081
3.243
1.351
1.351
1.216
2.162
25.000
SLA facility
40.000
1.730
5.189
2.162
2.162
1.946
3.459
40.000
schoonmaakkosten
44.000
1.903
5.708
2.378
2.378
2.141
3.805
44.000
overige huisvestinglasten
31.000
1.341
4.022
1.676
1.676
1.508
2.681
31.000
400.000
22.975
37.326
26.885
24.275
22.970
50.377
400.000
9.786
562
913
658
594
562
1.232
9.786
21.000 200.000
1.206 11.488
1.960 18.663
1.411 13.442
1.274 12.137
1.206 11.485
2.645 25.188
21.000 200.000
kopieerkosten
72.000
4.117
6.541
4.712
4.254
4.025
8.828
72.000
drukwerk
39.000
2.230
3.543
2.552
2.304
2.180
4.782
39.000
porti
46.000
2.630
4.179
3.010
2.718
2.572
5.640
46.000
briefpapier, enveloppen
15.000
858
1.363
982
886
839
1.839
15.000
6.000
343
545
393
355
335
736
6.000
accountantskosten
62.000
3.545
5.633
4.057
3.663
3.466
7.602
62.000
telefoon / telecom
totaal
762.000
Communicatie en Beroep en Bezwaar directe communicatie lasten directe lasten beroep- en bezwaar totaal Organisatielasten salarissysteem SLA informatie
koerier
409.786
41.000
2.344
3.725
2.683
2.422
2.292
5.027
41.000
documentatie / abonnementen
9.000
515
818
589
532
503
1.104
9.000
automatiseringskosten
4.000
229
363
262
236
224
490
4.000
kantoorbenodigdheden
21.000
1.201
1.908
1.374
1.241
1.174
2.575
21.000
500
29
45
33
30
28
61
500
361.544
668.532
428.037
375.511
361.059
786.303
6.542.350
361.544
668.532
428.037
375.511
361.059
786.303
6.451.594
archiefvernietiging totaal subtotaal bijdrage gemeente Rotterdam TOTAAL
536.500 6.542.350 90.7566.451.594
90.756-
Verdelingssystematiek De huisvestingslasten worden verdeeld over de begrotingsactiviteiten naar rato van het beslag op de beschikbare hoeveelheid kantoorruimte Alle overige lasten worden verdeeld naar rato van het begrote aantal fte per kostendragende begrotingsactiviteit.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
59
4.2 Staat van reserves en voorzieningen
Naam reserve
Algemene Reserve Bestemmingreserves - Reserve algemene doeleinden - Jeugdzorg - BWS Subtotaal Reserves
Voorzieningen - Wachtgelders en FPU'ers - Minimalisatie doorbelastingen - Communicatie - ROM Rijnmond - Milieu - Beheer Groenakkoord - Groen - Investering Groenakkoord - Woonbeleid Subtotaal SR-Algemeen -
BDU Verkeer en Vervoer Bereikbaarheidsfonds Duurzaam Veilig Vervoersmanagement Openbaar Vervoer De Boer-EIISS Jeugdzorg Jeugdzorg dubieuze debiteuren Omslagfonds Grondkostenfonds BWS FVSV
Subtotaal Voorzieningen
Totaal reserves en voorzieningen
saldo na winstbestemming 2004
begrote toevoegingen 2005
begroot saldo per eind begrotingsjaar 2005
begrote onttrekkingen 2005
begrote toevoegingen 2006
begroot saldo per eind begrotingsjaar 2006
begrote onttrekkingen 2006
500.000
0
0
500.000
0
0
500.000
0 60.200 36.296.986
300.000 0 2.095.000
0 0 0
300.000 60.200 38.391.985
0 0 1.035.000
0 0 0
300.000 60.200 39.426.985
36.857.185
2.395.000
0
39.252.185
1.035.000
0
40.287.184
130.289 939.506 114.077 298.997 30.234 2.760.770 410.089 274.799 96.101 5.054.862
350.000 0 0 0 0 429.894 0 32.737 0 812.631
0 0 0 0 0 0 182.942 0 0 182.942
480.289 939.506 114.077 298.997 30.234 3.190.664 227.147 307.536 96.101 5.684.551
0 0 0 0 0 437.331 0 32.737 0 470.068
0 0 0 0 0 0 227.147 0 0 227.147
480.289 939.506 114.077 298.997 30.234 3.627.995 0 340.273 96.101 5.927.472
332.795.453 165.134.570 2.405.702 89.849 343.684 47.062.756 56.885 350.000 30.329.791 17.411.783 19.332.945 0
17.917.835 27.335.458 0 0 107.619 0 178.168 0 0 6.061.003 883.588 15.350.000
32.200.000 61.691.052 0 0 0 47.062.756 0 0 700.000 0 0 0
318.513.288 130.778.976 2.405.702 89.849 451.303 0 235.053 350.000 29.629.791 23.472.786 20.216.533 15.350.000
10.304.971 900.578 0 0 159.873 0 0 0 0 0 18.142.274 0
16.000.000 31.981.040 0 0 0 0 0 0 1.600.000 0 0 11.645.142
312.818.259 99.698.514 2.405.702 89.849 611.176 0 235.053 350.000 28.029.791 23.472.786 38.358.807 3.704.858
620.368.281
68.646.302
141.836.750
547.177.833
29.977.764
61.453.329
515.702.268
657.225.466
71.041.302
141.836.750
586.430.018
31.012.763
61.453.329
555.989.452
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
60
4.3 Inwoneraantal per gemeente Gemeente Albrandswaard Barendrecht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bernisse Bleiswijk Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Maassluis Ridderkerk Rotterdam Rozenburg Schiedam Spijkenisse Vlaardingen Westvoorne TOTAAL
Aantal inwoners per 1 januari 2004 19.607 37.257 15.870 17.535 12.684 10.449
Berekende bijdrage per inwoner 4,681 4,681 4,681 4,681 4,681 4,681
inwonerbijdrage 2006 91.780 174.398 74.287 82.081 59.373 48.911
15.948 65.354 40.164 29.046 32.847 45.528
4,681 4,681 4,681 4,681 4,681 4,681
74.652 305.919 188.006 135.963 153.755 213.115
598.923 13.173 75.619 75.170 74.058 14.265
4,681 4,681 4,681 4,681 4,681 4,681
2.803.533 61.662 353.969 351.868 346.662 66.774
1.193.497
5.586.708
bron: Statline databank CBS.
Activiteitenbegroting 2006 stadsregio Rotterdam
61
Regioraad Vergadering 29 juni 2005 Bijlage 4 Onderwerp: Reacties van regiogemeenten Toelichting: Inmiddels is de sluitdatum voor reacties op de begroting 2006 verstreken en zijn reacties ontvangen van de meeste regiogemeenten. Concluderend kan worden gezegd dat de reacties van de gemeenten geen aanleiding geven om de ontwerpbegroting aan te passen. De inhoudelijke opmerkingen die daarbij geplaatst werden, zijn hieronder kort samengevat met daaronder de reactie van de stadsregio. In bijlage 4 zijn alle ontvangen brieven opgenomen. De aanbeveling om in de begroting specifiekere en meer meetbare doelstellingen en prestatiemaatstaven te hanteren. Vanaf de inwerkingtreding van het Besluit Begroting en Verantwoording probeert de stadsregio, met de opsplitsing tussen programma- en activiteitenbegroting en de zogenaamde www-systematiek, een duidelijker koppeling tussen beleid, prestaties en geld te leggen. In de begrotingen voor 2005 en 2006 is in het kader hiervan een aanvang gemaakt met het formuleren van concrete, realistische en meetbare doelen met, waar mogelijk, tussentijdse streefwaarden. Daarnaast is getracht een heldere koppeling aan te brengen tussen de doelen en de daarvoor in te zetten instrumenten. Vervolgstappen in het streven naar verdergaande transparantie in de begroting zullen worden geïnventariseerd en verwerkt worden in de begroting 2007. •
De achtergrond van de stijging van de gemeentelijke bijdrage met een hoger percentage dan overeengekomen met de regiogemeenten. Met de regiogemeenten is afgesproken dat de jaarlijkse correctie van de totale gemeentelijke bijdrage gebaseerd wordt op het indexeringspercentage ‘prijsontwikkeling Nationale Bestedingen’ en daarbij het geraamde cijfer voor het betreffende begrotingsjaar. Dit is toegepast in voorliggende begroting 2006. Bij het bepalen van de bijdrage per gemeente wordt het aantal inwoners per gemeente als verdeelsleutel gehanteerd. Dit heeft tot gevolg dat bij een bovengemiddelde stijging in het inwoneraantal van een specifieke gemeente, de stijging in de berekende bijdrage hoger zal liggen dan het bovengenoemde percentage. •
• Terughoudendheid bij verdere uitbreidingen van de personeelsformatie. Met de beleidsnota 'De gekozen toekomst' heeft de regioraad in juni 2000 besloten het ambtelijk apparaat te laten groeien naar circa 60 fte. In de DB-vergadering van 11 februari 2004 is vervolgens, als uitvloeisel van het besluit tot verlaging van de gemeentelijke bijdrage met 10% per 2005, besloten tot verlaging van de formatie met 0,5 fte bij de activiteit BIR. In de begroting 2006 is echter 60,25 fte opgenomen ter ondersteuning van het ambtelijk apparaat. Conform besluitvorming in 2004 is het aantal fte voor de jeugdzorg extra uitgebreid met 1,25 fte. Dit wordt niet bekostigd uit de bijdrage uit de gemeentelijke bijdrage. Eventuele toekomstige formatie uitbreidingen zullen, conform de afspraak, in ieder geval niet leiden tot een hogere gemeentelijke bijdrage. Als speerpunt binnen het milieuprogramma van de stadsregio op te nemen dat de stadsregio de ministeries van Verkeer en Waterstaat en VROM verplicht tot het nemen van maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Vanzelfsprekend moeten nieuwe projecten voldoen aan de normen die ten aanzien van luchtkwaliteit en andere milieubelangen worden gesteld. De stadsregio zal hierop, waar mogelijk, bij de voorbereiding van projecten door RWS steeds nauwlettend toezien. Ook werkt de stadsregio actief mee aan het streven de snelheid van het wegverkeer in het belang van de luchtkwaliteit te optimaliseren. •
Bijlage reacties van regiogemeenten/ AR / 10 juni 2005
Pagina 1
• Nut en noodzaak van een regionaal milieubeleidsplan. Per abuis is in de toelichtende tekst bij de activiteit Overige Milieuactiviteiten de suggestie gewekt dat er een regionaal milieubeleidsplan zal worden opgesteld. Dit is niet het geval. De stadsregio is met de provincie in gesprek over de wijze waarop in het provinciale milieubeleidsplan het stadsregionale belang kan worden gewaarborgd. Te maken afspraken met gemeenten over de taken op het terrein van de jeugdzorg die verband houden met preventie, vroegsignalering en licht pedagogische hulp. De stadsregio gaat hier zeer zorgvuldig te werk en zal een overgangstermijn overeenkomen om regiogemeenten in staat te stellen deze verantwoordelijkheid, ook in financiële zin, op te bouwen. •
• Vraagtekens bij voortbestaan BIR in relatie tot structurele kosten € 530.777 per jaar. Het Bedrijven Infocentrum Rijnmond bestaat vanaf 1983 en maakt sinds de begroting 2002 onderdeel uit van de stadsregio. Het formuleren van prestatie indicatoren voor een organisatie die voornamelijk met promotionele activiteiten is belast is een lastige opgave. Wel kan er door middel van een meer gedetailleerd jaarlijks werkplan beter inzicht worden gegeven in de uit te voeren activiteiten. Uitbestedingen voor regionaal strategische projecten in relatie tot eigen verantwoordelijkheid gemeenten bij die plannen. De regio hanteert ook hier het algemene uitgangspunt “lokaal wat lokaal kan en slechts regionaal wat regionaal moet”. De uitbestedingen hebben vooral betrekking op de door de raad vastgestelde strategische projecten en programma’s. Bij de feitelijke uitvoering ervan zal geprobeerd worden optimaal gebruik te maken van beschikbare gemeentelijke capaciteit. Het regionale karakter van deze strategische opgaven maakt echter ook dat dit vaak de kwalitatieve en kwantitatieve capaciteiten van de gemeenten overstijgt. •
• Advies om negatieve fondsen in relatie te brengen met positieve. De negatieve stand van het Omslagfonds wordt, nu de regioraad op 11 mei jl. de nieuwe omslagverordening voor de periode tot 2010 heeft vastgesteld, te gelegener tijd weer positief. Het Vinex Grondkostenfonds wordt in 2005 administratief afgesloten. Het positieve saldo ervan wordt toegevoegd aan het nieuwe fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing voor het realiseren van de verstedelijkingsafspraken tot 2010. Het nader specificeren van de uitgaven van het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing. In de begrotingswijziging die na de zomer gepland staat, zal voor zover mogelijk meer inzicht worden gegeven in de uitgaven van dit fonds. •
Bijlage reacties van regiogemeenten/ AR / 10 juni 2005
Pagina 2
Programmabegroting 2006
Stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam telefoon: 010-4172389 fax: 010-4047347 e-mail:
[email protected] website: www.stadsregio.info
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2
Programma’s
4
2.1
Programma Bestuur
5
2.2
Programma Verkeer en Vervoer
7
2.3
Programma Openbaar Vervoer
8
2.4
Programma Werk en Inkomen
2.5
Programma Jeugdzorg
2.6
Programma Regionaal Groen
11
2.7
Programma Milieu
12
2.8
Programma Ruimtelijk beleid
13
2.9
Programma Wonen en Stedelijke Vernieuwing
14
2.10
Programma Algemeen financieel beheer
15
3
Programmabegroting 2006 lasten en baten
16
4
Meerjarenraming 2005-2009
18
5.1
Inleiding
19
5.2
Financiën
20
5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6 5.2.7 5.2.8 5.2.9
Gebruikte financierings- en dekkingssystematiek BTW Toelichting meerjarig perspectief Indexering Gemeentelijke bijdrage Stand en verloop der reserves Stand en verloop der voorzieningen Treasury Kasgeldlimiet
20 21 21 21 22 22 23 25 26
5.3
Weerstandsvermogen en risico's
27
5.3.1 5.3.2 5.3.3
Weerstandsvermogen Risico's Conclusie
27 27 29
5.4
Bedrijfsvoering
30
5.4.1 5.4.2 5.4.3
Personeel en organisatie 30 Huisvesting 30 Informatie en Communicatie technologie (ICT) en Documentaire informatievoorziening (DIV) 30
5.5
Bestuurlijke participaties
Bijlagen Vinex Financieel Scenario: actualisering meerjarenramingen 2004
9 10
31
32 32
Staat van reserves en voorzieningen
43
Vaststellingsbesluit regioraad begroting 2006
44
2 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
1
Inleiding
In de programmabegroting van de stadsregio Rotterdam die voor u ligt, leest u de beleidsprogramma’s van 2006. Daarnaast geeft de programmabegroting inzicht in de financiële positie van de organisatie. De stadsregio maakt de programmabegroting sinds enkele jaren en beschrijft hierin de beleidsprogramma’s en de hieruit voortvloeiende activiteitenbegroting. Beide onderdelen dienen te voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording (2004) en worden ter vaststelling aan de regioraad aangeboden. Na jaren van onduidelijkheid is helderheid ontstaan over de wettelijke basis van het regionaal bestuur. In 2005 wordt ter vervanging van de ‘Kaderwet bestuur in verandering’ de ‘Wet gemeenschappelijke regelingen’1 uitgebreid met een hoofdstuk over de grootstedelijke samenwerkingsgebieden, de zogeheten plusregio's. Hoewel de Wijzigingswet op een aantal punten niet gebracht heeft wat de stadsregio voorstond, is een jarenlange discussie over het bestaansrecht van grootstedelijk bestuur voorlopig afgerond. De nieuwe wetgeving stelt het takenpakket van de regio veilig en scherpt dit op een aantal punten aan. Daarbij is geen wijziging gebracht in de ‘rijksonmiddelijkheid’ (de rechtstreekse financiële relatie tussen rijk en regio) op de terreinen waar die reeds gold. Uiteindelijk wordt het succes van de stadsregio natuurlijk bepaald door de wil en inzet om als 18 gemeenten gezamenlijk deze regio te laten 'bloeien'. Zo treft u in deze programmabegroting de beleidsdoelen aan die de stadsregio stelt ten aanzien van onder meer het openbaar vervoer, de woningbouw, het realiseren van groen, de jeugdzorg, aanleg van infrastructuur, milieu, economie en werk en inkomen. De ambities zijn gestoeld op het beleidsprogramma van het dagelijks bestuur ‘Partners in regionaal bestuur’ en zijn inmiddels op een aantal terreinen verder uitgewerkt of aangescherpt. De programma's bevatten niet alleen de opgaven voor 2006, maar ook een doorkijk naar de langere termijn. In 2006 vinden gemeenteraadsverkiezingen plaats. Dit betekent dat ook de samenstelling van de regioraad en het dagelijks bestuur zal veranderen. Het nieuwe dagelijks bestuur zal zijn beleidsprogramma en mogelijk daaruit voortvloeiende begrotingswijzigingen aan de regioraad voorleggen. De in het DB programma ‘Partners in regionaal bestuur’ voorziene groei van het personeelsbestand van de stadsregio wordt in 2006 voltooid en bestaat dan uit ongeveer 60 formatieplaatsen.
1 Het wetsontwerp Wijzigingswet WGR-plus ligt thans (juni 2005) nog ter besluitvorming voor in de Eerste Kamer. 3 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
2
Programma’s
Het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam formuleerde bij haar aantreden in 2002 haar beleid voor de bestuursperiode 2002 tot 2006. De hoofdlijnen hiervan zijn opgenomen in het bestuursprogramma ‘Partners in regionaal bestuur’, waarvan de hierna volgende programma's de uitwerking vormen van de beleidsprioriteiten voor het begrotingsjaar 2006. Per programma wordt de doelstelling verwoord. Vervolgens wordt op hoofdlijnen uitgewerkt welk beleid hiervoor zal worden uitgevoerd. Voor de onderscheiden programma's is binnen het dagelijks bestuur een portefeuilleverdeling afgesproken, die hieronder is weergegeven. Dhr. I.W. Opstelten (VVD) Programma Bestuur Dhr. S. Hulman (VVD) Programma's Verkeer en Vervoer en Openbaar Vervoer Dhr. B.G. Euser (CDA) Programma's Jeugdzorg en Werk & Inkomen Mevr. A.A. Aeyelts Averink-Winsemius (VVD) Programma Regionaal Groen Dhr. G.J. 't Hart (ONS) Programma Milieubeheer en communicatieactiviteiten binnen het programma Bestuur Dhr. J.W.J. Wolf (PvdA) Programma Ruimtelijk beleid Dhr. R. Scheeres (PvdA) Economie en Bedrijven Info Rijnmond (BIR) binnen het programma Ruimtelijk beleid Dhr. J.A. Karssen (CDA) Programma Wonen en Stedelijke Vernieuwing en Vinex binnen het programma Ruimtelijk beleid Dhr. M.G.T. Pastors (Leefbaar Rotterdam) De Uitvoeringsstrategie voor regionaal strategische projecten binnen het programma Ruimtelijk beleid en het programma Algemeen financieel beheer.
4 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
2.1 Programma Bestuur De doelstelling van het programma bestuur is het zo goed mogelijk laten functioneren van het bestuur. Het bestuur van de stadsregio bestaat uit de regioraad, dagelijks bestuur en een aantal commissies. De middelen die in de begroting zijn opgenomen, dienen voornamelijk voor de ondersteuning van fracties. Ook wordt de deelname aan het Samenwerkingsverband Regio Randstad, een gemeenschappelijke regeling van de vier Randstadprovincies, de vier grote steden en de vier grootstedelijke samenwerkingsgebieden (plusregio’s) in de Randstad, uit deze middelen betaald. Doelstelling van de deelname aan dit samenwerkingsverband is een zo goed mogelijke afstemming van beleid en belangenbehartiging in de Randstad. Daarnaast dienen deze middelen voor de kosten van de behandeling van bezwaarschriften en beroepschriften en de vertegenwoordiging van de stadsregio in procedures. De stadsregio streeft naar een goed en zorgvuldig beleid, zodat zij zo min mogelijk bezwaar- en beroepsprocedures hoeft te voeren. De bezwaarschriften die worden ingediend, worden uiteraard op een zorgvuldige wijze afgehandeld. Ook worden middelen beschikbaar gesteld voor een goede klachtafhandeling door de regionale ombudsman. Communicatie Een belangrijke voorwaarde voor het effectueren van het beleidsprogramma 2002-2006 ‘Partners in regionaal bestuur’ is het verwerven en behouden van draagvlak voor het beleid van de stadsregio. De communicatiefunctie levert hieraan een belangrijke bijdrage. Het communicatiebeleid voor de periode 2002-2006 is beschreven in het Actieprogramma Communicatie met de Burger en het Integraal Communicatieprogramma. De centrale doelstellingen van het communicatiebeleid zijn: • • •
meer dan de helft van de bevolking (18 jaar en ouder) kent de stadsregio van naam, weet dat de eigen gemeente tot de stadsregio behoort en kent minimaal één hoofdtaak van de stadsregio; gemeentebesturen en –raden kennen de actuele beleidsontwikkelingen binnen de stadsregio en weten zich medeverantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen van de stadsregio; opinieleiders en beslissers in het maatschappelijke middenveld, politiek en bestuur zijn op de hoogte van relevante taken en doelstellingen van de stadsregio en zijn bereid de uitvoering daarvan te steunen.
De doelstellingen worden nagestreefd door alle doelgroepen actief te informeren over activiteiten, besluiten en projecten van de stadsregio door de doelgroepen waar nodig actief bij de ontwikkeling van dat beleid te betrekken en door de resultaten van dit beleid zo visueel mogelijk te presenteren. De stadsregio bouwt op die manier via communicatie aan het draagvlak en haar imago. De doelgroepen variëren van ambtenaren en leden van de raden in de deelnemende gemeenten tot relaties bij ministeries, leden van de Tweede Kamer, van pers tot burger, van ondernemers tot maatschappelijke organisaties. De mix van communicatiemiddelen en activiteiten is breed vanwege de omvang en variëteit van de doelgroepen. Veel van de communicatieactiviteiten worden ontplooid ter ondersteuning van de in deze begroting beschreven beleidsprocessen. De aard van die activiteiten en de intensiteit verschilt van geval tot geval. Er wordt vaak samengewerkt met derden. Bijvoorbeeld met Rijkswaterstaat (Verkeer en Vervoer), de provincie en (Rotterdamse) diensten die in opdracht van de stadsregio taken uitvoeren, bijvoorbeeld de DCMR, de dS+V en het OBR. Gemeentelijke communicatieafdelingen wordt om advies gevraagd bij specifieke communicatie-vraagstukken. De communicatie is een onderdeel van het proces van beleidsvoorbereiding en –uitvoering en komt tot stand via directe, bestuurlijke en ambtelijke contacten. Activiteiten en middelen ondersteunen deze communicatie. Deze ondersteuning kan variëren van het opstellen van communicatieplannen, het geven van adviezen tot het daadwerkelijk ondersteunen met de inzet van communicatiemiddelen. Het beleid en de activiteiten van de stadsregio worden tegelijkertijd ook uitgedragen via massamedia. De mix van communicatie-instrumenten richt zich voor een deel op het zo goed en zakelijk mogelijk informeren van de doelgroepen. Daarnaast worden de middelen ingezet voor de promotie van de stadsregio en de resultaten die zij boekt. 5 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
Om ervoor te zorgen dat de communicatie voldoende aansluit bij de behoeften van specifieke doelgroepen is het noodzakelijk om periodiek onderzoek te houden. Een onderzoek naar de bekendheid en waardering van de stadsregio onder de bevolking is richtinggevend voor de communicatieactiviteiten in de periode 2002-2006. Het Integraal Communicatieprogramma voorziet in verschillende vormen van onderzoek die in de loop van de bestuursperiode worden uitgevoerd. In de afgelopen jaren zijn al verschillende onderzoeken uitgevoerd. Ten behoeve van het beleidsprogramma van het nieuwe regiobestuur dat in 2006 aantreedt, worden een beleidsevaluatie en publieksonderzoek uitgevoerd.
6 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
2.2 Programma Verkeer en Vervoer De stadsregio ontwikkelt mobiliteitsbeleid waarmee zowel de bereikbaarheid als de leefbaarheid van de regio worden verbeterd. Als basis voor het beleid stelde de regioraad het Regionaal Verkeer- en Vervoersplan vast. Aan dit plan wordt uitvoering gegeven door beleids- en infrastructuurprojecten te ontwikkelen. Verder beschikt de stadsregio over de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) en het Fonds Bereikbaarheidsoffensief voor (mede-) financiering van projecten en maatregelen. In aanvulling daarop beschikt de stadsregio over middelen die door partijen in de regio worden gegenereerd. Het uitgangspunt is dat de WGR-plus op het terrein van Verkeer en Vervoer zorgt voor een ongewijzigde voortzetting van de bestaande verantwoordelijkheden en directe geldstromen van rijk naar stadsregio. Hiermee wordt een langdurig perspectief geboden voor de realisatie van het mobiliteitsbeleid. Het beleid krijgt vorm door het uitvoeren van een aantal activiteiten: Planontwikkeling Onder deze activiteit werkt de stadsregio aan een scala van deelactiviteiten, samen te vatten in de clusters: • algemene beleidsontwikkeling en beleidsuitwerking deelterreinen; • bovenregionale beleidsafstemming; • financiële strategie en programmering, waaronder het investeringsprogramma (RIVV) en het maken van uitvoeringsafspraken met de wegbeheerders; • organisatie van uitvoeringscoördinatie en samenwerking in en om de regio; • netwerkstudies en verkenningen van infrastructuurprojecten voor wegen, fietspaden en openbaar vervoer. Bij de uitvoering van deze activiteiten doet de stadsregio een groot beroep op externe ondersteuning, die op contractsbasis bij de Rotterdamse gemeentelijke diensten wordt ingehuurd. Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer Hierbij gaat het om de uitvoering van maatregelen en projecten vanaf de start van de planstudie. Dit is inclusief de (organisatie van de) financiering daarvan uit de BDU en betreft alle categorieën projecten en maatregelen zoals opgenomen in het RIVV: openbaar vervoer, wegen, fietspaden, P&R, verkeersveiligheid, verkeerseducatie en vervoermanagement. Het betreft zowel projecten en maatregelen waarvoor de stadsregio zelf opdrachtgever is (bijvoorbeeld tram en metro), als subsidieverstrekking aan gemeenten en overige wegbeheerders overeenkomstig de subsidieverordening Verkeer en Vervoer. Fonds Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam (BOR) In 2000 hebben partijen in de Randstad met de minister van Verkeer en Waterstaat een set afspraken gemaakt over het gezamenlijk aanpakken van een groot aantal knelpunten in het mobiliteitssysteem, waaronder de instelling van het Fonds Bereikbaarheidsoffensief. De stadsregio is in samenspraak met de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam verantwoordelijk voor het beheer van deze middelen. Daarnaast regisseert zij de realisatie van het programma van projecten en maatregelen die door de regioraad zijn vastgesteld.
7 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
2.3 Programma Openbaar Vervoer Het Openbaar Vervoer heeft de volgende functies binnen het verkeer- en vervoersbeleid: • een bereikbaarheidsfunctie (mobiliteitsfunctie); • een ruimtelijke functie (ruimtelijke beleid); • een sociale functie in relatie tot beschikbaarheid van mobiliteit en bereikbaarheid van regionale voorzieningen; • een leefbaarheidsfunctie. Het RVVP geeft op hoofdlijnen de kaders aan voor de realisatie van deze functies van het openbaar vervoer. In de Kadernota Openbaar Vervoer heeft de stadsregio in 2005 deze kaders uitgewerkt. Om aan de functies te kunnen voldoen, moet het openbaar vervoer beschikbaar, snel, concurrerend, veilig en toegankelijk zijn. De wet Personenvervoer 2000 geeft aan concessiehouders handelingsvrijheid om zelf de wensen van de klanten, de reizigers, te zoeken en te bedienen. Dit gebeurt binnen de grenzen van de verleende concessie. In het Programma van Eisen staan eisen voor de basiskwaliteit. Aanbiedingen bij de concessieverleningen worden daarnaast beoordeeld op criteria die voor (potentiële) reizigers van belang worden geacht. Bij het opstellen van de criteria zijn de consumentenorganisaties betrokken via hun vertegenwoordiging in het Platform Reizigersbelangen Openbaar Vervoer. De stadsregio vraagt de concessiehouders de nodige maatregelen te nemen op basis van vastgestelde meerjarenplannen op het terrein van comfort, toegankelijkheid, sociale veiligheid en reisinformatie. Het doel is door een stijgende kwaliteit van het openbaar vervoer de reiziger aan te trekken en te behouden. De stadsregio streeft naar geleidelijke groei van het marktaandeel van het openbaar vervoer. De omvangrijke bezuinigingen die de laatste jaren door het rijk zijn opgelegd, maken realisatie van die doelstellingen moeilijker. Met ingang van 1 januari 2005 is de rijksbijdrage opgenomen in de BDU. Qua omvang is de rijksbijdrage voor de eerstkomende jaren bevroren. Hierdoor is de financiële zekerheid toegenomen, waardoor er meer toekomstgericht aan verbetering van kwaliteit en het (financiële) rendement gewerkt kan worden. Dat zal zich vertalen in het gebruik van het openbaar vervoer en in de klanttevredenheid. Bij het bepalen van de hoogte van de exploitatiebijdrage per concessie worden incentives gebruikt voor het resultaat van de marktbewerking. In hoge mate zal deze afhankelijk zijn van de behaalde reizigersopbrengsten (maat voor het met succes bewerken van de markt) en van de klanttevredenheid (op basis van de klantenbarometer). Hiervoor wordt een nieuw bekostigingsmodel ontwikkeld.
8 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
2.4 Programma Werk en Inkomen De gemeentebesturen van de 18 gemeenten in de stadsregio werken op sociaal maatschappelijk gebied intensief met elkaar samen. Dat is hard nodig, gelet op de aard en omvang van de sociale vraagstukken in de regio. De stadsregio wil daarom samen met de gemeenten pro-actief beleid ontwikkelen op die terreinen van sociaal beleid en werkgelegenheid, waar een gezamenlijke aanpak leidt tot synergievoordelen: grotere doeltreffendheid en doelmatigheid. Hiervoor wordt ook een notitie Regio in balans uitgewerkt. Het bestuurlijk kader hiervoor is het G-18 overleg van de wethouders Sociale Zaken. Ook met de provincie Zuid-Holland werkt de stadsregio nauw samen. Er wordt een concreet werkprogramma opgesteld. De belangrijkste accenten zijn: •
Samenwerking met de overige beleidsterreinen van de stadsregio: van belang is dat alle relevante aanpalende beleidsterreinen rekening houden met de sociale gevolgen van hun voornemens en dat sociaal beleid aansluit bij de prioriteiten van de overige sectoren van de stadsregio.
•
Bevorderen van werkgelegenheid en afstemming van het beleid voor werk en inkomen op de regionale arbeidsmarkt. Ook ondersteunt de stadsregio initiatieven van gemeenten en andere organisaties op dit thema die relevant zijn voor de regio.
•
Ondersteuning van gemeenten bij het vertalen en implementeren van landelijk beleid dat grote gevolgen heeft voor de gemeenten, zoals in 2006 de Wet op de maatschappelijke ondersteuning.
•
Actief bevorderen van inburgering van allochtonen in de Nederlandse samenleving. De stadsregio biedt hiervoor een platform en heeft ook hier een ondersteunende en faciliterende functie voor de gemeenten.
•
Beperkte materiele ondersteuning kan door middel van de subsidieverordening Sociaal Beleid aan gemeenten en andere organisaties geboden worden bij initiatieven, mits deze van regionale betekenis zijn.
•
Jaarlijks maken van afspraken over de omvang (in procenten) van het gemeentelijk budget dat besteed wordt aan de gezamenlijke inkoop van opleidingstrajecten bij de regionale opleidingscentra. Op deze manier kan beter en goedkoper worden ingekocht. Daarnaast wordt aandacht besteed aan beleidsontwikkeling. De volwasseneneducatie en scholing in de stadsregio zijn ondergebracht in het Openbaar Lichaam voor Volwasseneneducatie en scholing Rijnmond, afgekort Oliver. In de gemeenschappelijke regeling Oliver 2004-2006 is de stadsregio bestuurlijk vertegenwoordigd. In dit bestuurlijke regionale overleg van de portefeuillehouders onderwijs worden ook andere onderwerpen met betrekking tot onderwijs besproken.
9 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
2.5 Programma Jeugdzorg Het jeugdzorgbeleid van de stadsregio heeft als doel bij (dreigende) problemen op het gebied van verzorging en opvoeding, samen met partners ondersteuning te bieden aan de cliënt. Onder de cliënt wordt verstaan: jeugdigen en diegenen die behoren tot het gezinsverband waarin een jeugdige zich bevindt. Aan het jeugdzorgbeleid van de stadsregio liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag: • jeugdigen en gezinnen staan centraal; • prioriteit aan de voorkant van de jeugdketen: aansluiten op de directe leefsituatie van jeugdigen en gezinnen; • niet meer van hetzelfde, maar vernieuwing; • bestuurlijke samenwerking, gemeentegericht op een sluitende jeugdketen en naar niet vrijblijvende afspraken; • vermaatschappelijken van de zorg; • naar marktwerking en prestatieafspraken in de jeugdzorg; • doorbreken van verkokering en versterken van intersectorale zorg; • verbeteren efficiency, effectiviteit en samenhang. Nu en in de toekomst wordt geprobeerd de positie van de cliënt op verschillende manieren te versterken. De belangrijkste instrumenten die hiervoor worden gehanteerd zijn de introductie van het recht op jeugdzorg, het vraaggericht inrichten van het stelsel, de invoering van medezeggenschap en de klachtenregeling en het betrekken van cliëntorganisaties bij het formuleren van jeugdzorgbeleid. Een en ander komt tot uitdrukking in de Wet op de Jeugdzorg. De invoering van deze wet is echter voor de tweede maal met een jaar uitgesteld. Dit heeft tot gevolg dat de wet pas op 1 januari 2005 is ingevoerd. Met de voorgenomen invoering van het recht op geïndiceerde jeugdzorg wordt een belangrijke stap genomen om te komen tot eenduidige toegangsprocedures en harmonisatie van de bestaande stelsels. De cliënt kan dan rechten ontlenen ten aanzien van bescherming, opvang, opvoeding, verzorging en hulpverlening, wanneer dat in de ontwikkelings- en opgroeisituatie noodzakelijk wordt gevonden. Bureau Jeugdzorg bepaalt in een indicatiebesluit of de cliënt recht heeft op jeugdzorg. Het bepalen van de benodigde zorg moet objectief en onafhankelijk van het zorgaanbod zijn. Het zorgaanbod moet een adequaat en herkenbaar antwoord geven op de vraag van jeugdigen en hun ouders. Dit geldt zowel voor de afzonderlijke zorgaanbieders als voor gecombineerd aanbod in samenwerking. Om deze aansluiting bij de hulpvraag van de cliënten te realiseren, krijgt de cliënt de mogelijkheid tot medezeggenschap en het indienen van klachten. De cliënt heeft hierdoor ook invloed op instellingsniveau. Het beleid wordt dus voortaan gemaakt met jeugdigen en hun opvoeders in plaats van over hun hoofden heen. Ook de cliëntenorganisaties worden betrokken bij het maken van beleid. Om tijdige doorverwijzing naar de jeugdzorg mogelijk te maken, moeten dreigende problemen tijdig gesignaleerd en onderkend worden. Hiervoor is verbetering van de expertise van de algemene voorzieningen noodzakelijk. Dit vloeit voort uit de expliciete, wettelijke taakstelling van Bureau Jeugdzorg. Daarnaast omvat deze taakstelling ook het op structurele wijze aanpakken van de aansluiting tussen lokaal jeugdbeleid en jeugdzorgbeleid. Ook op de terreinen van onderwijs en jeugdgezondheidszorg wordt nadrukkelijker de samenwerking en samenhang gezocht om probleemsituaties zoveel mogelijk te voorkomen. Gelet op de sterke verbondenheid met de zorgverlening worden de taken van de instellingen voor voogdij en gezinsvoogdij ondergebracht bij de bureaus Jeugdzorg. Dit geldt ook voor de taken van de Raad voor de Kinderbescherming. Aangezien de stadsregio dit al vanaf 1 januari 2004 doet, zal de druk op de begroting verder oplopen.
10 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
2.6 Programma Regionaal Groen Het ROM-Rijnmondconvenant heeft twee doelstellingen: het verbeteren van de economische situatie en het verbeteren van de leefbaarheid in de Rotterdamse regio. Deze doelstellingen staan centraal bij de inspanningen ten behoeve van het programma regionaal groen. Hiervan is een aantal subdoelstellingen afgeleid. Voor dit beleidsveld is ‘verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit’ relevant. Het in 2005 door de Regioraad en Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland vastgestelde Regionaal Groenstructuurplan 2 (inclusief uitvoeringsprogramma) leidde in 2005 tot de start van de uitvoering. In dat jaar is een goed beeld van de stand van zaken van de afzonderlijke projecten verkregen. Ook zijn daarin voor de afzonderlijke deelgebieden organisatorische afspraken gemaakt. Hierdoor kan uitvoering op een effectieve manier starten. De stadsregio en de provincie vervullen elk een regierol: de stadsregio doet dat in de Noordrand, Maasmond en Voorne Putten Rozenburg; de provincie in de drie regioparken. In deze gebieden moet uiterlijk in 2010 de uitvoering van groenprojecten met de hoogste prioriteit op gang zijn. Bovendien moeten de projecten gereed zijn die in 2004 klaar waren voor uitvoering. De stadsregio moeten ervoor zorgen dat aan alle randvoorwaarden is voldaan. Dit betreft financiering, planologische kaders, uitvoeringsorganisatie, aankoopstrategie, inrichtingseisen en beheerseisen. Om de voortgang van de groenontwikkeling inzichtelijk te maken is een goed monitoringssysteem nodig. Dit is in 2005 ontwikkeld. In 2006 wordt opnieuw gerapporteerd. Er worden twee pilotstudies uitgevoerd naar recreatieve concentratiepunten. Het doel is de planontwikkeling te stimuleren. De recreatieve verbinding over de A15/Betuwelijn in het Project Mainportontwikkeling Rotterdam komt in de ontwerpfase.
11 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
2.7 Programma Milieu Het bevorderen van een leefbare regio met nadruk op veiligheid, duurzaamheid en een gezonde leefomgeving. Dit is de algemene doelstelling van de stadsregio Rotterdam op het beleidsterrein milieu. De stadsregio Rotterdam heeft een coördinerende en stimulerende rol bij de aanpak van bovenlokale milieuproblemen. In 2000 stelde het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam het provinciale beleidsplan Milieu en Water 2000-2004 (BMW) vast als kader voor het regionale milieubeleid. Hiervoor is in de regio brede steun. Inmiddels is het BMW door de provincie ZuidHolland verlengd tot 2006. In 2003 is door de stadsregio Rotterdam een Meerjarenactiviteitenprogramma Milieu 2003-2006 opgesteld. In dit programma zijn projecten opgenomen met een doorkijk naar 2006, waarbij ook nadrukkelijk relaties worden gelegd met initiatieven van de DCMR Milieudienst Rijnmond, ROM-Rijnmond, regiogemeenten, GGD e.d. Jaarlijks stelt het dagelijks bestuur voor het betreffende uitvoeringsjaar een Jaarprogramma Milieu vast. In 2006 treedt de WGR-plus in werking als opvolger van de Kaderwet. In de WGR-plus vervalt de verplichting tot het maken van een regionaal milieubeleidsplan. De mogelijkheid daartoe is wel open gelaten, door middel van een ‘kan-bepaling’. De stadsregio gaf hieraan invulling met het Meerjarenactiviteitenprogramma Milieu 2003-2006 en de daarop gebaseerde jaarprogramma’s. In de loop van 2006 wordt bezien of deze handelswijze gecontinueerd wordt. De integrale benadering van milieu met andere beleidsvelden als verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening en economie is een van de doelstellingen uit het Meerjarenactiviteitenprogramma Milieu. Deze aanpak is een goed instrument voor het verbeteren van de leefbaarheid in de Rotterdamse regio en heeft inmiddels effect gesorteerd. Zo maakt milieu onderdeel uit van het Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020 (RR2020) en van het regionaal verkeer- en vervoersplan RVVP. Het bevorderen van samenhang blijft een belangrijke doelstelling van de stadsregio. De stadsregio zal zich verder vooral inzetten voor projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit. Gebrekkige luchtkwaliteit is één van de meest dringende milieuvraagstukken in de regio, o.a. als gevolg van de uitstoot van N02 en fijn stof door wegverkeer en scheepvaart. Naast de kwalijke gevolgen hiervan voor de gezondheid van de bewoners van de regio Rotterdam, levert de luchtverontreiniging ook problemen op bij de ontwikkeling van woningbouwlocaties. De stadsregio wil daarom inzichtelijk maken welke concrete bijdrage de bestaande en voorgenomen activiteiten en projecten leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit.
12 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
2.8 Programma Ruimtelijk beleid Ruimtelijke ordening Een doelstelling van ruimtelijke plannen en uitvoeringsprogramma’s is het verbeteren van de ruimtelijke structuur. Daarnaast richten zij zich op een aantrekkelijk leef- en vestigingsmilieu. In 2005 is een (lange) fase van beleidsvorming en discussies over de bestuurlijke organisatie afgerond. In 2006 zal daarom de uitvoering centraal staan. Het Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam (RR2020), dat de stadsregio samen met de provincie ontwikkelt, wordt eind 2005 vastgesteld als regionaal structuurplan en streekplan. Dit uitvoeringsgerichte plan is vanaf 2003 in een breed planproces ontwikkeld en kan naar verwachting op veel draagvlak rekenen. Het RR2020 is gekoppeld aan een uitvoeringsprogramma voor regionaal strategische projecten, dat in 2005 voor de eerste keer wordt vastgesteld. De plannen worden in 2006 uitgevoerd door een uitvoeringsorganisatie die opereert onder de vlag van de stadsregio. Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing Met het rijk is op 23 december 2004 het ‘Convenant woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Stadsregio Rotterdam’ ondertekend, als uitwerking van de Verstedelijkingsafspraken. Hierin is overeengekomen dat de stadsregio in de periode 2005-2010 tenminste 36.450 woningen toevoegt aan de voorraad. Het rijk stelt hiervoor maximaal € 73,3 miljoen beschikbaar. Voor de sanering van bodemverontreiniging voor woningbouw is € 23,8 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast zijn (budget-) en procedureafspraken gemaakt over de realisatie van een gespecificeerd groenprogramma. Voor openbaar vervoer en infrastructuur is geld beschikbaar gesteld via de brede doeluitkering. Voor de uitvoering van de verstedelijkingsafspraken zijn convenanten afgesloten met de 18 gemeenten van de stadsregio. Voor financiële ondersteuning hiervan en de regionale opgave Stedelijke Vernieuwing zijn voor de periode 2005-2010 twee regionale geldstromen beschikbaar: het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing en het Omslagfonds. Het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing wordt gevoed door de rijksbijdrage Besluit locatiegebonden subsidies (BLS) voor de verstedelijkingsafspraken, het beschikbaar gekomen budget Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing-2 (ISV-2) van de provincie en bijdragen ISV-2 van de gemeenten Rotterdam en Schiedam en de restanten van de regionale budgetten ISV-1 en Vinex-grondkostenfonds. Op grond van de Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing komen investeringsbudgetten beschikbaar voor ISV-2 programma- en projectgemeenten. Daarnaast voor normbedragen voor de bouw van bereikbare sociale huurwoningen met een extra premie voor seniorenwoningen en de bouw van woningen op functieveranderinglocaties. Tenslotte is geld gereserveerd voor bodemsanering. Het Omslagfonds wordt gevoed door de bijdragen van iedere nieuw te bouwen woning of woningequivalent in overeenstemming met de voorwaarden genoemd in de Omslagverordening. Het wordt gebruikt voor bijdragen aan de infrastructuur van de regionale woningbouwopgave en grote regionale groenprojecten. Economie De stadsregio streeft naar het versneld ontwikkelen van reeds bestemde nieuwe bedrijventerreinen. Dit is in overeenstemming met de vastgestelde Economische Visie van de stadsregio en het Actieplan Bedrijventerreinen. Vanwege de schaarste aan nieuw uitgeefbare kavels wordt bij de vestiging van nieuwkomers selectieve uitgifte toegepast. Zo wordt er kritisch bezien of zij wel of niet aanvullend zijn op de economische structuur en/of intensief ruimtegebruik wordt toegepast. Ook is bij de bestaande bedrijventerreinen het herstructureringsproces op gang gebracht om zo de kwaliteit op peil te houden. Daarnaast wordt het behoud en verdere ontwikkeling van een hoogwaardige glastuinbouw cluster in het RR2020 zeker gesteld. Om het grote ruimtebeslag van glas in en rondom de regio te beperken moet de realisatie van het cluster gelijk lopen met saneringsprocessen van verspreid en oud niet duurzaam glas. De stadsregio trekt een werkgroep die aan de stuurgroep Regionaal Economisch Overleg (REO) adviseert over de toelating van nieuwe vestigingen en nieuwe concepten van grootschalige- en perifere detailhandel. De kwaliteit van het aanbod in de detailhandel wordt in overeenstemming met de regionale detail-handelsvisie verder ontwikkeld door selectieve toelating van nieuwe formules en behoud van bestaande concentraties. Met behulp van Bedrijven Info Rijnmond (BIR) wordt het locatieaanbod voor vestigers en verplaatsers van bedrijven onder de aandacht van het bedrijfsleven gebracht. 13 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
2.9 Programma Wonen en Stedelijke Vernieuwing Centrale doelstelling van het beleidsveld Wonen is het stimuleren van woningbouw in zodanige aantallen en prijsklassen, dat een goed woonklimaat in de regio wordt bevorderd. Daarmee worden voorwaarden gecreëerd voor een gedifferentieerde bevolkingsopbouw en wordt een ruimtelijke tweedeling tussen arm en rijk tegengegaan. Dit is in voorgaande jaren uitgewerkt in een aantal documenten en beleidsnota's zoals de regionale woonvisie, de regionale prestatie-afspraken tussen de Maaskoepel en de stadsregio, het nieuwe stelsel van woonruimteverdeling, het regionaal beleidskader stedelijke vernieuwing en een regionaal koop- huur- bouw- en sloopprogramma (RKHBS) voor de periode 2005-2010. Het jaar 2006 staat volledig in het teken van de uitvoering van regionaal beleid; er wordt geen, of nauwelijks, nieuw beleid geformuleerd. 2006 wordt ook het jaar waarin de eerste resultaten van bovengenoemd beleid zichtbaar moeten worden. De stadsregio probeert de doelen te bereiken met de volgende instrumenten: •
•
•
•
•
In het nieuwe woningbouwprogramma (regionaal koop- huur- bouw- en sloopscenario) is in 2005 de zoektocht naar een ‘regio in balans’ concreet gemaakt. Dit is gebeurt via de per gemeente op maat gesneden afspraken rond (al dan niet temporiseren van) sloop, nieuwbouw, verkoop van huurwoningen en stedelijke vernieuwing. Het doel hiervan is de woonwensen van àlle inwoners in het gebied te accommoderen, nu en in de toekomst. Het moet voor inwoners mogelijk zijn wooncarrière binnen de regio te maken. Dit vereist een grotere differentiatie in woonmilieus, het (opnieuw) binden van midden- en hogere inkomens aan het gebied en een betere spreiding van de sociale voorraad over de regio. Via het regionaal budgethouderschap stedelijke vernieuwing geeft de stadsregio actief ondersteuning en richting aan herstructureringsprocessen in de regio. Het bevorderen van de aantrekkelijkheid van steden en dorpen als woongebied staat hierbij voorop. Essentieel is dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de aanwezige dynamiek van bewoners, ondernemers en beheerders en investeerders in vastgoed. Met de inwerkingtreding van het nieuwe regionale woonruimteverdelingsysteem in 2005 wordt de stadsregio nadrukkelijk als één woningmarkt gepositioneerd. Het nieuwe stelsel maakt het voor inwoners gemakkelijker een passende woning binnen de regio te vinden. Als gevolg hiervan zal het stagneren van de doorstroming op de woningmarkt verminderen en zal herhuisvesting van bewoners geen belemmering meer vormen voor herstructureringsprojecten. De in de Woonvisie geformuleerde ‘regio-agenda wonen’ bevat een aantal beleidsagendapunten die onderwerp van uitwisseling en discussie in de regionale woonsector en ijkpunt voor lokaal beleid en actie zijn. De stadsregio zet de uitwerking van de in de Woonvisie genoemde regionale projecten verder door. Deze regioprojecten versterken de economische vitaliteit, het imago, de leefbaarheid en de ruimtelijke kwaliteit. De stadsregio levert met deze projecten waardevolle bijdragen aan de woningvoorraad op plekken die het verschil maken. De regionale prestatieafspraken tussen de Maaskoepel en de stadsregio bevatten meerjarige afspraken over de medewerking van de Maaskoepel(corporaties) aan de uitvoering van de projecten uit de regionale woonvisie, het RKHBS en het nieuwe stelsel van woonruimteverdeling.
Om de uitvoering van het RKHBS, de voortgang van de stedelijke vernieuwing en de slaagkansen van woningzoekenden te kunnen volgen, meten en zonodig bijsturen zal de regio deze ontwikkelingen monitoren.
14 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
2.10 Programma Algemeen financieel beheer De doelstelling die de stadsregio voor ogen heeft met het programma Algemeen financieel beheer is beheersing en verantwoording van het vermogen, de geldstromen en de financiële posities. Dit moet gebeuren op een zodanige wijze dat risico's worden beperkt en de inzet van middelen wordt geoptimaliseerd. Producten voortkomend uit de planning & control-cyclus moeten voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording (2004). Voor een goed algemeen financieel beheer is daarnaast financieel beleid en advies nodig. Financieel advies bij het beleid op de diverse terreinen van de stadsregio wordt belangrijker, mede door de grote (financiële) verantwoordelijkheid die de stadsregio op een aantal terreinen reeds heeft en krijgt, zoals op het terrein van aanleg van infrastructuur. De financiële relatie van de stadsregio met andere partijen, zoals de rijksoverheid en de provincie Zuid-Holland, blijft een belangrijke rol spelen in het financiële beheer van de stadsregio en kan uitgebouwd worden. De komende jaren worden concrete instrumenten ingezet en ontwikkeld, om op de korte en langere termijn de financiële opgaven goed te kunnen beheren. De activiteiten op het gebied van algemeen financieel beheer spelen zich met name op de volgende deelterreinen af: Planning en control Het doel bij de inrichting van de planning en control cyclus en de bijbehorende producten is optimaal in te spelen op de informatiebehoefte van interne en externe belanghebbenden. Het beheer van de administratieve organisatie Significante en regelmatig terugkerende processen in de organisatie worden regelmatig kritisch op effectiviteit en efficiëntie geanalyseerd. De resultaten hiervan worden doorlopend aan de organisatie teruggekoppeld. Doelmatige inzet van middelen Er wordt inzicht gegeven in de inkomsten versus de uitgaven door de kosten door te belasten naar de activiteiten. Er wordt voortdurend gezocht naar scherpere inkoopvoorwaarden om het beslag op de begroting te beperken. Treasury beleid Door het op een betere manier uitzetten van middelen die niet direct opeisbaar hoeven te zijn, wordt een hoger rendement gegenereerd. Hierbij worden de richtlijnen om de risico’s van beleggen te beperken voortdurend in acht genomen. Risicomanagement Het voorzien van risico’s binnen de activiteiten en treffen van beheersmaatregelen moet ingebed worden in de organisatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de methoden voor het opstellen van risicoanalyses. Hiermee kunnen risico's worden becijferd en geanalyseerd, zodat tijdig noodzakelijke maatregelen kunnen worden genomen. Alternatieve financieringsvormen Ter aanvulling van de financieringsbehoefte van diverse projecten wordt gekeken naar mogelijke alternatieve financieringsbronnen en -vormen.
15 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
3
Programmabegroting 2006 lasten en baten
LASTEN per programma
rekening 2004
gewijzigde begroting 2005
begroting 2006
verschil 2006 en 2005
bestuur: - directe lasten - doorbelasting aan rijksbijdragen totaal bestuur
625.589 -258.627 366.962
670.219 -294.864 375.356
646.338 -533.762 112.576
-262.780
verkeer en vervoer: - directe lasten - uitvoeringskosten GDU - indirecte kosten conform kostenverdeelstaat - indirecte kosten bestuur totaal verkeer en vervoer
305.384.580 385.703 955.225 75.779 306.801.288
121.205.130 350.000 1.249.925 106.758 122.911.813
14.214.418 350.000 1.425.639 41.627 16.031.684
-106.730.129
openbaar vervoer: - directe lasten - indirecte kosten conform kostenverdeelstaat - indirecte kosten bestuur totaal openbaar vervoer
175.141.356 877.885 105.531 176.124.773
174.469.585 717.317 81.643 175.268.545
173.719.873 846.306 33.821 174.600.000
-668.544
werk en inkomen - directe lasten - indirecte kosten conform kostenverdeelstaat totaal werk en inkomen
265.228 248.362 513.590
292.358 186.177 478.535
303.091 201.520 504.611
26.076
regionaal groen: - directe lasten - indirecte kosten conform kostenverdeelstaat totaal regionaal groen
1.004.171 441.262 1.445.433
1.035.511 326.391 1.361.902
1.220.171 361.544 1.581.716
219.814
jeugdzorg: - directe lasten - uitvoeringskosten GGD - indirecte kosten conform kostenverdeelstaat totaal jeugdzorg
64.304.833 607.973 225.864 65.138.670
79.967.335 0 708.770 80.676.105
80.560.247 0 635.598 81.195.845
519.740
milieubeheer: - directe lasten - indirecte kosten conform kostenverdeelstaat totaal milieubeheer
537.120 382.392 919.512
465.588 326.391 791.978
473.642 361.544 835.187
43.208
ruimtelijk beleid: - directe lasten - uitvoeringskosten OBR - indirecte kosten conform kostenverdeelstaat - indirecte kosten bestuur - resterend begrotingstekort tlv BWS totaal ruimtelijk beleid
4.241.764 458.079 1.840.135 49.310 0 6.589.288
87.863.301 750.000 1.713.966 34.641 53.564 90.415.472
12.989.201 250.000 1.833.139 17.106 0 15.089.445
-75.326.026
wonen: - directe lasten - indirecte kosten conform kostenverdeelstaat - indirecte kosten bestuur totaal wonen
10.187.556 232.985 28.007 10.448.548
8.020.992 631.027 71.822 8.723.841
24.329.494 786.303 31.423 25.147.220
16.423.380
algemeen financieel beheer: - rente lasten
1.009.945
300.000
400.000
2.316.656 744.968 4.071.569
2.395.000 395.378 3.090.378
1.035.000 46.163 1.481.163
-1.309.215
0
0
0
0
572.419.632
484.093.923
316.579.448
167.064.475-
- toevoegingen aan reserves - toevoegingen aan voorzieningen en onvoorzien totaal algemeen financieel beheer resultaat boekjaar
TOTAAL DER LASTEN
16 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
rekening 2004
gewijzigde begroting 2005
begroting 2006
verschil 2006 en 2005
0
0
0
0
verkeer en vervoer: - rijksbijdrage Vervoermanagement - rijksbijdrage BDU - rijksbijdrage VERDI - rijksbijdrage Duurzaam veilig - rijksbijdrage BOR - opheffen reserve De Boer/EIISS totaal verkeer en vervoer
-455.854 0 -297.612.092 -92.500.000 -1.613.839 0 -1.109.794 0 -14.274 -25.000.000 0 -949.871 -300.805.853 -118.449.871
0 -12.278.387 0 0 0 0 -12.278.387
106.171.484
openbaar vervoer: - rijksbijdrage exploitatie openbaar vervoer totaal openbaar vervoer
-176.204.585 -175.141.000 -174.500.000 -176.204.585 -175.141.000 -174.500.000
641.000
BATEN per programma bestuur
werk en inkomen - subsidie provincie Zuid Holland totaal werk en inkomen regionaal groen: - bijdrage provincie Groenakkoord totaal regionaal groen jeugdzorg: - rijksbijdrage jeugdhulpverlening - aanvullende bijdrage bestuurskosten - overige bijdragen jeugdhulpverlening totaal jeugdzorg milieubeheer ruimtelijk beleid: - bijdrage gemeenten inzake omslagfonds
-200.000 -200.000
-250.000 -250.000
-260.000 -260.000
-10.000
-59.964 -59.964
-59.964 -59.964
-59.964 -59.964
0
-60.482.115 -398.629 -3.098.302 -63.979.046
-77.323.969 -457.250 -2.539.364 -80.320.583
-78.106.836 -457.250 -2.245.880 -80.809.966
-489.383
0
0
0
0
-2.725.137
0
0
0 -861.691 0 0 0 -3.586.828
-22.700.000 -600.000 -48.000.000 -7.200.000 -8.700.000 -87.199.999
0 0 -5.000.000 -7.200.000 0 -12.200.000
74.999.999
wonen: - rijksbijdrage -8.412.053 - overige baten wonen -1.788.169 - bijdrage provincie uitvoeringskosten statushoude -22.689 totaal wonen -10.222.911
-8.210.000 -185.000 -22.689 -8.417.689
-24.570.000 -250.000 -22.689 -24.842.689
-16.425.000
-9.223.842 -7.065.215 0 -175.251 -896.137 -17.360.445
-7.437.545 -6.613.709 -53.564 0 0 -14.104.818
-4.919.726 -6.708.715 0 0 0 -11.628.441
2.476.376
0
0
0
0
-572.419.632 -483.943.923 -316.579.448
167.364.475
- rijksbijdrage grondkostenfonds - gemeentelijke bijdrage verfijningsregeling - rijksbijdrage BLS - provinciale en gemeentelijke bijdrage ISV II - regionale bijdrage FVSV totaal ruimtelijk beleid
algemeen financieel beheer: - rente baten - gemeentelijke bijdragen - bijdrage BWS ter dekking begrotingstekort - onttrekkingen aan reserves - onttrekkingen aan voorzieningen totaal algemeen financieel beheer resultaat boekjaar TOTAAL DER BATEN
17 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
4
Meerjarenraming 2005-2009
LASTEN per programma
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2004
2005
2006
2007
2008
2009
366.962
375.356
112.576
105.437
104.832
104.832
verkeer en vervoer
306.801.288
122.761.813
16.031.684
34.066.637
59.006.223
73.226.053
openbaar vervoer
176.124.773
175.268.545
174.600.000
178.500.000
197.100.000
200.820.000
werk en inkomen
513.590
478.535
504.611
244.611
244.611
244.611
1.445.433
1.361.902
1.581.716
1.584.991
1.589.397
1.593.848
65.138.670
80.676.105
81.195.845
81.947.917
81.947.917
81.947.917
919.512
791.978
835.187
835.187
835.187
835.187
6.589.288
90.361.908
15.089.445
29.389.445
17.689.445
3.289.445
10.448.548
8.777.404
25.147.220
18.252.220
7.552.219
3.197.219
4.071.569
3.090.378
1.481.163
1.431.163
1.451.163
851.163
572.419.632
483.943.923
316.579.448
346.357.608
367.520.995
366.110.275
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
bestuur
regionaal groen jeugdzorg milieubeheer ruimtelijk beleid wonen algemeen financieel beheer
TOTAAL DER LASTEN
BATEN per programma
2004
2005
2006
2007
2008
2009
0
0
0
0
0
0
verkeer en vervoer
-300.805.853
-118.449.871
-12.278.387
-30.444.851
-55.623.978
-69.848.259
openbaar vervoer
-176.204.585
-175.141.000
-174.500.000
-178.400.000
-197.000.000
-200.720.000
werk en inkomen
-200.000
-250.000
-260.000
0
0
0
-59.964
-59.964
-59.964
-59.964
-59.964
-59.964
-63.979.046
-80.320.583
-80.809.966
-81.562.038
-81.562.038
-81.562.038
0
0
0
0
0
0
-3.586.828
-87.200.000
-12.200.000
-26.600.000
-15.000.000
0
wonen
-10.222.911
-8.417.689
-24.842.689
-17.947.689
-7.247.689
-2.892.689
algemeen financieel beheer
-17.360.445
-14.104.818
-11.628.441
-11.343.067
-11.027.326
-11.027.326
572.419.632-
483.943.923-
316.579.448-
346.357.608-
367.520.995-
366.110.275-
bestuur
regionaal groen jeugdzorg milieubeheer ruimtelijk beleid
TOTAAL DER BATEN
18 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
5
Paragrafen
5.1 Inleiding De stadsregio Rotterdam streeft naar transparantie in haar financieel beheer. In onderstaande paragrafen wordt getracht een volwaardig beeld te geven van de financiële positie van de stadsregio. Ook wordt ingegaan op de beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten. De onderwerpen financiën, weerstandsvermogen en risico’s, bedrijfsvoering en bestuurlijke participaties komen aan de orde. Er wordt ingegaan op die aspecten van het beheersproces waarbij sprake is van een grote financiële impact, een grote politieke betekenis of een aanzienlijk belang voor de beleidsprogramma's. Zo krijgt de raad informatie over de beheersaspecten die raakvlakken hebben met de uitvoering van alle programma’s. Deze aspecten geven als het ware een dwarsdoorsnede van de gehele begroting. Daarnaast worden hiermee de beleidskaders van het algemene beheersproces vastgesteld. Deze fungeren als vertrekpunten bij het controleren van de uitvoering.
19 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
5.2 Financiën De opzet van de financiële paragraaf volgt de voorschriften zoals neergelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording (2004). In aanvulling op het besluit is ervoor gekozen om de toelichting op de financiële positie, voorgeschreven door artikel 20 tot en met 23, ook in de programmabegroting op te nemen. Door het centraliseren van al deze onderwerpen in dit deel van de begroting wordt op een overzichtelijke wijze alle informatie gepresenteerd die nodig is om de financiële begroting correct te kunnen interpreteren. 5.2.1 Gebruikte financierings- en dekkingssystematiek De wijzigingswet Wgr-plus zal aan de stadsregio, evenals de Kaderwet bestuur in verandering, een aantal taken en bevoegdheden toekennen. De planning is dat de Eerste Kamer het voorstel in 2005 behandelt. Het betekent helaas niet dat de financiële middelen voor de uitvoering van die taken door het rijk beschikbaar worden gesteld. De stadsregio heeft zich steeds sterk gemaakt voor een financiële paragraaf in de Wgr-plusregeling, maar hier is niet in voorzien. Dit betekent dat er ook in 2006 geen rechtstreekse uitkering van het rijk is ter dekking van de bestuurs- en apparaatslasten. Verder heeft de stadsregio een aantal taken waartegenover geen rechtstreekse middelen staan, zoals die op gebied van economie en milieu. Deze taken en de taken en de bestuurs- en apparaatlasten worden bekostigd met de vrije middelen van de stadsregio. Sinds enkele jaren zijn deze vrije middelen echter niet meer toereikend. Voor een belangrijk deel is dit het gevolg van de gefaseerde groei van het ambtelijk apparaat. Op voorstel van het dagelijks bestuur besloot de regioraad tot deze groei op basis van de in 2002 voorziene ontwikkeling van het takenpakket. De voorwaarde was dat de groei niet mag leiden tot een verhoging van de gemeentelijke bijdrage. Naast de gemeentelijke bijdrage wordt de dekking daarom gevonden in de extra middelen die door het treasurybeleid worden gegenereerd. Daarnaast in een doorbelasting op de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (omvat de middelen voor exploitatie OV), Fonds Bereikbaarheidsoffensief, Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing en de BWS-reserve. Deze doorbelasting wordt bepaald via de kostenverdeelstaat, waarin de apparaatslasten, voor zover direct toerekenbaar, toebedeeld worden aan de bovenstaande geldstromen. Vervolgens worden de planontwikkelingskosten, voor zover nodig, ten laste van de BDU Verkeer en Vervoer gebracht2. Als er na het bovenstaande nog een tekort is, wordt dit ten laste van rentebaten Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) gebracht. Op basis hiervan ontstaat het volgende beeld:
2
In 2006 wordt 95% van de planontwikkelingslasten Verkeer en Vervoer ten laste van de BDU gebracht. 20
Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
LASTEN - niet door rijksgeld gedekte directe lasten programma's - apparaatslasten
7.896.684 6.451.594 +
totaal
14.348.278
BATEN - gemeentelijke bijdrage
5.586.708-
- extra bijdrage gemeente Rotterdam - rentebaten stadsregio - bijdrage provincie Groenakkoord
1.122.007801.25059.964-
- bijdrage provincie Werk en Inkomen - bijdragen in uitvoeringskosten Jeugdzorg - provinciale bijdrage Wonen totaal
260.000457.25022.689- + -8.309.868 +
resterend tekort DEKKING doorbelasting direct toerekenbare apparaatslasten en bestuurslasten - BDU Verkeer en Vervoer - Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam - Openbaar Vervoer - Fonds Verstedelijking en stedelijke vernieuwing - Reserve Besluit Woninggebonden Subsidies totaal resterend tekort bijdrage BDU ter dekking lasten Planontwikkeling Verkeer en Vervoer
6.038.410
811.270271.998880.127445.142817.726- + -3.226.264 + 2.812.146 -2.812.146 +
resterend tekort
0
5.2.2 BTW De begroting is een nettobegroting. Alle subsidies die worden verstrekt als gevolg van ontvangen rijksbijdragen, maar ook de directe lasten die tegenover de gemeentelijke bijdrage staan, zijn exclusief BTW begroot. Tenslotte geldt dit ook grotendeels voor de begrote apparaatslasten. De raming hiervan is exclusief BTW, met uitzondering van de kostensoorten waarvan de stadsregio de eindgebruiker is (bijvoorbeeld zakelijke lunches). Deze kunnen niet worden gecompenseerd en zijn daarom inclusief BTW begroot. 5.2.3 Toelichting meerjarig perspectief In deel 4 is een overzicht opgenomen van de verwachte lasten en baten voor de periode tot en met 2009. Aan deze prognose liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag: • • • • •
er wordt van 2005 op 2006 rekening gehouden met een indexeringspercentage van 1,73%; zie voor de herkomst van dit percentage hieronder onder 'Indexering'; er wordt van uitgegaan dat de bedragen voortvloeiend uit de meerjarenafspraak met de gemeente Rotterdam (behoudens bovengenoemde indexering) gelijk blijven; er wordt van uitgegaan dat de systematiek van doorbelasting apparaatslasten op rijksuitkeringen, zoals toegepast in begroting 2006 gehandhaafd blijft; er worden voor de periode t/m 2009 geen3 investeringen voorzien; er wordt voor de periode t/m 2009 uitgegaan van een gelijkblijvende formatie. De toename in salariskosten zal derhalve gelijk oplopen met de toe te passen indexering.
5.2.4 Indexering In februari 2004 is heeft de regioraad besloten om vanaf begroting 2005 te werken met het indexcijfer ‘prijsontwikkeling Nationale Bestedingen’. Op verzoek van de regiogemeenten zal voor de begroting van jaar t het geschatte indexcijfer voor jaar t worden gebruikt, zonder de noodzaak van nacalculatie. Dit cijfer wordt in september van het jaar t-2 door het CPB gepubliceerd en wordt opgenomen in de septembercirculaire gemeenten van het Ministerie van BZK. 3
behoudens de genoemde investering in uitbreiding van huisvesting
Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
21
Voor alle kostencategorieën bij de stadsregio wordt één prijsstijgingpercentage gehanteerd. Dit betekent dat voor het indexeren binnen de apparaatskosten geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de salarissen en de kosten voor diensten van derden enerzijds en de overige personeelskosten, huisvestingslasten en de organisatiekosten anderzijds. Het prijsstijgingpercentage op basis van het indexcijfer ‘prijsontwikkeling Nationale Bestedingen’ bedraagt 1,73 %. Deze indexering geldt niet voor de rijksbijdragen. 5.2.5 Gemeentelijke bijdrage De gemeentelijke bijdrage wordt conform bovenstaande systematiek verhoogd met het indexeringspercentage 1,73%. 5.2.6
Stand en verloop der reserves
¾ Algemene Reserve Op basis van eerdere besluitvorming door de regioraad is de algemene reserve gebonden aan een maximum van € 0,5 miljoen. Dit bedrag dient voor het eventueel afdekken van calamiteiten in de bedrijfsvoering en wordt, na eventuele onttrekking weer op hetzelfde niveau teruggebracht. ¾ Bestemmingsreserves De ontwikkeling in de bestemmingsreserves is uitgebreid weergegeven in het overzicht reserves en voorzieningen. Dit overzicht is als bijlage 2 opgenomen in deze programmabegroting. Met het van kracht worden van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dat in de plaats is gekomen van de comptabiliteitsvoorschriften 1995, is bepaald dat niet bestede middelen, verkregen van derden onder stringente condities voor aanwending dienen te worden gedoteerd aan een voorziening. Bestemmingsreserves daarentegen worden gevormd en ingezet na besluitvorming door de regioraad. Deze voorschriften zijn in de jaarrekening 2004 voor het eerst gevolgd. Zij zijn door middel van een begrotingswijziging ook toegepast in de begroting 2005. Dit betekent dat de middelen in de bestemmingsreserves Openbaar vervoer, Bereikbaarheidsfonds, BDU Verkeer en Vervoer, Omslagfonds, Grondkostenfonds en de Jeugdzorg (met uitzondering van de vrij te besteden rentebaten) opgenomen zijn in een voorziening. De volgende bestemmingsreserves resteren:
Reserve algemene doeleinden Jeugdzorg BWS Totaal
Bedrag ultimo 2006 € 0,30 miljoen € 0,06 miljoen € 39,43 miljoen € 39,79 miljoen
Reserve algemene doeleinden Deze reserve is in 2005 gegenereerd door verbeterd treasurybeleid. De stand van de reserve is ultimo 2005 € 0,3 miljoen en heeft nog geen beleidsmatige invulling. Reserve jeugdzorg Deze reserve was begin 2003 volledig besteed. Deze reserve wordt alleen verhoogd met de vrije rentebaten die dit beleidsterrein genereert. Zowel in 2005 als in 2006 worden de rentebaten volledig ingezet ter dekking van de lasten jeugdzorg. Er worden geen mutaties in de stand van de reserve voorzien voor de jaren 2006 en verder. Reserve BWS Na verwerking van de voorschriften uit het BBV resteert de bestemmingsreserve BWS. Qua besteding is daarover op 15 september 2004 door het dagelijks bestuur een beslislijn voor het oplossen van financiële knelpunten aangenomen. Daarin is het aanspreken van deze BWSreserve als sluitpost opgenomen. In het kort komt de beslislijn op de volgende stappen neer: 1. bij wegvallende (rijks)inkomsten onderhandelen met de geldschietende partij; 2. nagaan of er binnen het beleidsveld eventueel ruimte is te creëren; 3. overwegen de taak af te stoten of de regioraad voor te stellen de gemeentelijke bijdrage te verhogen; 4. een beroep doen op de vrij besteedbare middelen van de stadsregio waarbij allereerst gekeken wordt naar de (extra) rentebaten in het betreffende kalenderjaar; 5. vrije rentebaten op doeluitkeringen gebruiken en niet meer automatisch aan de 22 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
bestemmingsreserve toevoegen. Daarbij bieden de rentebaten BWS de grootste ruimte; 6. aanwending van de middelen in de reserve BWS. Een deel van de BWS-middelen in de huidige reserve dient inmiddels ter dekking van de financiële risico's verbonden aan het regionaal woningbouwscenario, conform het besluit van de regioraad op 22 december 2004. Dit woningbouwscenario bevat de afspraak met het Rijk in de periode 2005-2010 te komen tot een regionale bouwproductie van 38.000 woningen. De regioraad heeft ermee ingestemd dat bij achterblijvende prestaties van gemeenten betreffende de realisering van woningbouwafspraken een risico afdekkingsclausule wordt afgesproken en dat eventuele nog resterende risico's, mochten deze zich voordoen, worden gedekt uit de BWS-middelen. In het bijbehorende financieel scenario wordt geadviseerd rekening te houden met een maximaal risico van € 24,3 mln. Dit maximaal risico is gerelateerd is aan een bouwproductie van 25.000 woningen. De reserve BWS bedraagt na resultaatbestemming ultimo 2004 € 36,3 miljoen. De toevoegingen zijn vrije rentebaten en vrijvallende verplichtingen in de subsidiesfeer. Het onderstaande overzicht geeft inzicht in de ontwikkeling van de reserve. Ontwikkeling reserve Stand 31-12-2004
36.296.986 2.095.000
Stand 31-12-2005
38.391.985 1.035.000
Stand 31-12-2006
39.426.985 885.000
Stand 31-12-2007
40.311.985 805.000
Stand 31-12-2008
41.116.985 805.000
Stand 31-12-2009
41.921.985
5.2.7 Stand en verloop der voorzieningen De ontwikkeling van de voorzieningen is uitgebreid weergegeven in het overzicht reserves en voorzieningen. Dit overzicht is als bijlage 2 opgenomen in deze programmabegroting. Hieronder wordt zowel de achtergrond van de vorming van de voorziening als de verwachte ontwikkeling in de omvang uiteengezet. ¾ Voorziening wachtgelders en FPU-ers In overleg met onze toezichthouder provincie Zuid-Holland is in 2003 een voorziening in het leven geroepen ter dekking van de verplichtingen die gepaard gaan met de regelingen bovenwettelijke WW en FPU. Het hiervoor opgenomen bedrag is gebaseerd op de werkelijke salariskosten, die de stadsregio verwacht in toekomstige jaren te moeten dragen. Na de onttrekking in 2004 bedraagt deze voorziening per ultimo 2004 € 130.000. In 2005 is een bedrag toegevoegd van € 350.000. Dit brengt de stand in 2006 op € 480.289. ¾ Minimalisatie doorbelastingen In 2002 is de reserve Minimalisatie doorbelastingen in het leven geroepen ter dekking van het risico dat gepaard gaat met de wijze waarop stadsregio apparaatslasten doorbelast op rijksuitkeringen en fondsen. Als gevolg van het BBV is de reserve in 2004 omgezet in de voorziening Minimalisatie doorbelastingen. Na onttrekkingen en dotaties in 2004 zijn er geen begrote onttrekkingen meer geprognosticeerd. De stand van de voorziening is ultimo 2006 € 0,94 miljoen. ¾ Communicatie De voorziening communicatie is gecreëerd om bij de activiteit communicatie verplichtingen die waren voorzien voor het boekjaar, maar die doorgeschoven zijn naar volgende jaren, alsnog te kunnen uitvoeren. In 2004 is ca. € 88.500 gedoteerd aan de voorziening waardoor aan het einde van het jaar de voorziening ruim € 114.000 bedraagt. Er zijn voor de jaren 2005 en 2006 geen onttrekkingen geprognosticeerd. De stand van de voorziening ultimo 2006 bedraagt € 114.000. 23 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
¾ ROM Rijnmond In 1998 is besloten tot de vorming van een egaliserende voorziening voor ROM Rijnmond. In 2004 is ca. € 125.000 aan de voorziening gedoteerd. Voor de jaren 2005 en 2006 zijn geen onttrekkingen of dotaties voorzien. De stand van de voorziening bedraagt ultimo 2006 ca. € 0,3 miljoen. ¾ Milieu Eind 2004 is besloten dat de stadsregio een zwaardere, coördinerende rol krijgt op het gebied van luchtkwaliteit. Omdat dit vooral zijn beslag in 2005 en verder zal krijgen, is besloten tot de vorming van een egaliserende voorziening voor Milieuzaken. De stand per ultimo 2004 is € 30.000. Voor de jaren 2005 en 2006 zijn geen onttrekkingen of dotaties voorzien. De stand van de voorziening bedraagt ultimo 2006 € 30.234. ¾ Beheer Groenakkoord Aan de vaste bijdrage van € 340.334, die de stadsregio spaart in het kader van de stadsregionale bijdrage voor het Groenakkoord, wordt rente toegevoegd conform besluitvorming van het dagelijks bestuur. Bij de berekening van de rente wordt dezelfde systematiek gehanteerd als bij de overige middelen van de stadsregio Rotterdam. De stand van de voorziening per ultimo 2004 is € 2,76 miljoen, per ultimo 2005 € 3,1 miljoen en ultimo 2006 € 3,6 miljoen. ¾ Groen De voorziening groen is gecreëerd om het bij de activiteit Beleidsontwikkeling en programmamanagement regionaal groen resterende budget te kunnen gebruiken in het volgende boekjaar. Na diverse onttrekkingen is de stand van de voorziening ultimo 2004 ruim € 410.000. Na onttrekkingen in de jaren 2005 (RGSP II) en 2006 is ultimo 2006 de voorziening leeg. ¾ Investeringen Groenakkoord Deze voorziening is gecreëerd als gevolg het in werking treden van het Besluit Begroting en Verantwoording. Voorheen was dit de bestemmingsreserve Investeringen Groenakkoord. Dotaties zijn afkomstig van de provincie Zuid-Holland en zijn geoormerkte bedragen. Het bedrag dat wordt ontvangen is bestemd voor enerzijds organisatiekosten en anderzijds investeringen overeenkomstig het Groenakkoord. Het bedrag voor de organisatiekosten wordt ieder jaar gebruikt. De stand van de voorziening per ultimo 2006 is € 0,34 miljoen. ¾ Woonbeleid De voorziening woonbeleid is gecreëerd om verplichtingen bij subfunctie Wonen, die waren voorzien voor het boekjaar maar doorgeschoven zijn naar volgende jaren, alsnog te kunnen afwikkelen. In 2004 is een dotatie van € 61.500 gedaan ten behoeve van lasten die in 2005 zijn voorzien. De stand van de voorziening per ultimo 2006 is € 96.000. ¾ BDU Verkeer en Vervoer De opgenomen voorziening betreft de aangegane verplichtingen die nog verschuldigd zijn aan belanghebbenden. De stand ultimo 2006 is € 312,8 miljoen. ¾ Bereikbaarheidsfonds De opgenomen voorziening betreft de aangegane verplichtingen die nog verschuldigd zijn aan belanghebbenden. De stand ultimo 2006 is € 100 miljoen. ¾ Duurzaam Veilig De opgenomen voorziening betreft de aangegane verplichtingen die nog verschuldigd zijn aan belanghebbenden. De stand ultimo 2006 is € 2,4 miljoen. ¾ Vervoersmanagement De opgenomen voorziening betreft de aangegane verplichtingen die nog verschuldigd zijn aan belanghebbenden. De stand ultimo 2006 is € 0,09 miljoen. ¾ Openbaar Vervoer De opgenomen voorziening betreft de aangegane verplichtingen die nog verschuldigd zijn aan belanghebbenden. De stand ultimo 2006 is € 0,6 miljoen. ¾ Jeugdzorg De opgenomen voorziening betreft de aangegane verplichtingen die nog verschuldigd zijn aan 24 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
belanghebbenden. De stand ultimo 2006 is € 0,2 miljoen. ¾ Jeugdzorg dubieuze debiteuren Deze voorziening is gecreëerd met het oog op het mogelijk oninbaar zijn van enkele terug te vorderen subsidies bij instanties die actief zijn op het beleidsveld jeugdzorg. De stand van de voorziening per ultimo 2004 is € 350.000. Voor de jaren 2005 en 2006 zijn geen onttrekkingen of dotaties voorzien. ¾ Omslagfonds Het bedrag in de voorziening Omslagfonds betreft de nog te ontvangen en nog niet bestede bijdragen van gemeenten. Deze bijdragen worden berekend aan de hand van de toename van het aantal woningen en woning-equivalenten. De afspraken tussen de deelnemende gemeenten in de stadsregio geven het bestuur geen vrijheid om de gelden anders te besteden dan waarvoor het Omslagfonds in het leven is geroepen, te weten: (mede-) bekostiging van infrastructuur openbaar vervoer en groen, gerelateerd aan de Vinex-inspanningen. De voorziening bedraagt ultimo 2006 € 28 miljoen. ¾ Grondkostenfonds De voorziening Grondkostenfonds bevat de nog niet bestede (nog te ontvangen) baten uit de rijksbijdragen op basis van het Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS) en uit de gemeentelijke inwonersbijdragen. De voorwaarden voor de rijksbijdragen en de afspraken binnen de stadsregio over de aanwending van de gemeentelijke bijdragen geven het bestuur geen beleidsvrijheid om de gelden voor andere doelen aan te wenden. Op basis van BBV is derhalve de bestemmingsreserve omgevormd tot de huidige voorziening. Deze voorziening bedraagt het saldo van het totaal aan gerealiseerde opbrengsten en geactiveerde toekomstige opbrengsten en het totaal aan gerealiseerde uitgaven ten gunste van het Vinex Grondkostenfonds. Ultimo 2006 bedraagt de begrote stand € 23,4 miljoen. ¾ BWS Deze voorziening is gevormd op basis van de regels in het BBV. De voorziening is opgebouwd uit openstaande verplichtingen en nog aan te gane verplichtingen (verplichtingen die nog niet bekend zijn). Ultimo 2006 wordt de voorziening begroot op € 38,4 miljoen. Een deel hiervan (€ 24 mln.) is bestemd voor de dekking van risico’s voortvloeiend uit het Woningbouwscenario. ¾ Fonds Verstedelijking en Stedelijke vernieuwing Voor de uitvoering van de verstedelijkingsafspraken zijn convenanten afgesloten met de achttien gemeenten van de stadsregio. Voor financiële ondersteuning van deze opgave en de regionale opgave Stedelijke Vernieuwing zijn voor de periode 2005-2010 twee regionale geldstromen beschikbaar, het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing en het Omslagfonds. Het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing wordt gevoed door de rijksbijdrage BLS voor de verstedelijkingsafspraken, het beschikbaar gekomen budget ISV-2 van de provincie en bijdragen ISV-2 van de gemeenten Rotterdam en Schiedam en de restanten van de regionale budgetten ISV-1 en Vinex Grondkostenfonds. In 2005 is de dotatie derhalve € 15,4 miljoen. De verwachting is dat in 2006 er € 11,6 miljoen aan wordt onttrokken. Dit brengt de stand van deze voorziening ultimo 2006 op € 3,7 miljoen. 5.2.8 Treasury Op het gebied van treasury gaat het voor de stadsregio Rotterdam met name om de financiering van de activiteiten en het beheer van de liquide middelen. In het treasurystatuut wordt het treasurybeleid ten aanzien van risicobeheer, beleggingen langer dan één jaar, geldstromenbeheer korter dan één jaar en het liquiditeitenbeheer vastgelegd. De stadsregio heeft in haar rapport ‘In voor- en tegenspoed’ aangegeven haar financiële beheer verder te verbeteren om op die wijze extra middelen te genereren. Voorop staat dat een organisatie als de stadsregio slechts beperkte financiële risico's mag aangaan. Voor extra rendement is een depositorekening geopend en een tweetal renteswaps4 met de huisbankier Rabobank afgesproken. De renteswaps lopen tot februari 2006. Vanuit het treasurystatuut besloot het dagelijks bestuur een beleggingsportefeuille te creëren ter grootte van € 70 miljoen, bestaande uit obligaties met een gemiddelde looptijd van 3,3 jaar.
4 Een renteswap is een instrument om de variabele rente op de rekening-courant om te zetten voor een bepaalde afgesproken periode in een vaste rente.
Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
25
De beleggingsportefeuille heeft betrekking op de bestemmingsreserves van onderstaande regelingen. regeling (x € 1.000) BDU BWS SR Algemeen Totaal
belegging 40.000 25.000 5.000 70.000
vrijval 2006 20.000 10.000 30.000
vrijval 2007 10.000 10.000 5.000 25.000
vrijval 2008 10.000 5.000 15.000
Zoals blijkt uit het bovenstaande overzicht worden geen middelen ingezet afkomstig van geldstromen als Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam en het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing. Hierdoor wordt voorkomen dat de liquiditeit van de stadsregio in gevaar komt. Als er desondanks geld nodig is, bestaat er nog de kredietfaciliteit die contractueel is afgesproken met de Rabobank. De verwachting is dat de beleggingsportefeuille jaarlijks extra rentebaten van ± € 0,8 miljoen zal genereren. De rente die de regelingen BDU en BWS zouden genereren op rekening courant basis, wordt jaarlijks berekend met het werkelijke percentage van 1 maand euribor en op het tegoed van deze regelingen bijgeschreven. De extra rentebaten die hierna overblijven, komen ten gunste van SR Algemeen en kunnen voor algemene doeleinden worden ingezet. Anders dan bij gemeenten berekent de stadsregio geen omslagrente op investeringen. Bij gemeenten is het gangbaar om de investeringen met een economisch nut te activeren. Naast de afschrijvingen wordt ook de rente van het geïnvesteerde vermogen berekend. De stadsregio Rotterdam kent echter geen directe investeringen: de titel ‘investeringen groenakkoord’ is daarom bijvoorbeeld niet geheel juist. De stadsregio investeert niet rechtstreeks in projecten die voortvloeien uit het groenakkoord, maar subsidieert gemeenten of geeft hen incidenteel een bijdrage voor projecten. 5.2.9 Kasgeldlimiet Het renterisico dat de stadsregio Rotterdam op de vlottende middelen loopt, kan worden getoetst aan de kasgeldlimiet. Volgens deze limiet is de totale omvang van de vlottende schuld op enig moment aan een maximum is gebonden (8,2% van de lastenkant van de begroting). De maximaal toegestane kasgeldlimiet voor 2006 bedraagt op basis van het begrotingstotaal ruim € 32 miljoen. Uit het onderstaande overzicht wordt dit afgezet tegen de netto vlottende schuld. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de kasgeldlimiet naar verwachting niet wordt overschreden. Kasgeldlimiet 2006 (x € 1000,-) Omvang begroting per 1 januari 2006
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 350.026 350.026 350.026 350.026
(1) Toegestane kasgeldlimiet - in procenten van de grondslag - in bedrag
8,2% 28.702
8,2% 28.702
8,2% 28.702
8,2% 28.702
(2) Omvang vlottende korte schuld Maand 1 Maand 2 Maand 3
180.492 177.812 183.433 180.230
301.319 310.044 310.838 283.076
194.737 203.088 191.193 189.930
116.231 137.295 116.185 95.213
(3) Vlottende middelen Maand 1 Maand 2 Maand 3
419.242 422.092 418.979 416.656
570.053 587.902 570.589 551.667
523.383 520.054 525.831 524.262
348.484 370.217 350.943 324.291
Toets kasgeldlimiet (4) Netto vlottende schuld (2-3) Toegestane kasgeldlimiet (1) Ruimte (+)/Overschrijding (-) (1-4)
-238.751 28.702 267.453
-268.733 28.702 297.435
-328.646 28.702 357.348
-232.253 28.702 260.955
26 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
5.3 Weerstandsvermogen en risico's De stadsregio Rotterdam voert in toenemende mate projecten uit die door omvang, looptijd en complexiteit risico's met zich meebrengen in zowel kosten als opbrengsten. Het dagelijks bestuur is zich ervan bewust dat ook met een sluitende begroting en een goede projectbeheersing niet alle risico's kunnen worden voorzien of uitgesloten. Om deze reden wordt het verstandig geacht om voldoende weerstandsvermogen beschikbaar te hebben om tegenvallers, ook indien ze zich gelijktijdig voordoen, op te kunnen vangen. Bepalend voor de optimale omvang van het weerstandvermogen is de hoogte van de financiële risico's waaraan de stadsregio bloot staat en de kans dat dergelijke risico's zich daadwerkelijk voordoen. Ook de mate van flexibiliteit in de begroting speelt een rol: hoe snel kunnen tegenvallers worden opgevangen zonder dat dit gepaard gaat met ombuiging van beleid en daarmee gemoeide uitgaven. 5.3.1 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is het geheel van geldmiddelen waaruit risico's kunnen worden opgevangen, zonder dat de begroting en het beleid (direct) aangepast moeten worden. Bij de stadsregio kan in principe alleen de algemene reserve (zie bijlage Staat van reserves en voorzieningen) aangewend worden voor het opvangen van algemene bedrijfsrisico's. Daarnaast geldt dat de rentebaten over de geldstromen of reserves van Besluit Woninggebonden Subsidies en Jeugdhulpverlening vrij aanwendbaar zijn. De rentebaten worden echter gereserveerd ten behoeve van de beleidsterreinen waar ze betrekking op hebben. Tot slot kunnen bestemmingsreserves over het algemeen aangewend worden indien zich een onvoorziene gebeurtenis voordoet op het beleidsterrein waarvoor de bestemmingsreserve is gecreëerd. Hierdoor behoren deze reserves, ook opgenomen in bijlage 2, in ieder geval ten dele tot het weerstandsvermogen. 5.3.2 Risico's Risico's worden omschreven als alle redelijk voorzienbare onzekerheden en/of gebeurtenissen die niet kwantificeerbaar zijn, zodat er ook geen voorziening voor kan worden gevormd. De stadsregio Rotterdam kan door deze risico's schade oplopen, waardoor zij als organisatie in een kwetsbare positie kan raken. Er onstaat pas een getrouw beeld van de financiële positie van de stadsregio Rotterdam, wanneer naast de baten en lasten over de programma’s ook de risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen in acht wordt genomen. In het volgende deel wordt een risico-inventarisatie gegeven. Hierbij zijn alleen die risico's vermeld die van significante betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie van de organisatie (concernrisico's). Doorbelasting op rijksuitkeringen Met ingang van 1 januari 2005 zijn de diverse rijksuitkeringen op het terrein van verkeer en vervoer samengevoegd in de BDU Verkeer en Vervoer. De rijksregelgeving is voor de kaderwetgebieden enigszins onduidelijk als het gaat om de besteding aan bestuurskosten. Het risico is kleiner dan bij de oude GDU, maar is nog wel aanwezig. Verkeer en Vervoer De gebundelde doeluitkering (GDU) die de stadsregio sinds 2004 van het rijk ontvangt voor de financiering van infrastructuur is in grote mate afhankelijk van het kasritme van de projecten. Deze projecten zijn naar de stadsregio overgegaan in het kader van de decentralisatie van het rijk. Volgens de nieuwste beschikking van de minister van Verkeer en Waterstaat bracht de decentralisatie verschuivingen aan in de kasgeldritmes van de gedecentraliseerde projecten. De voorwaarden waaronder de stadsregio Rotterdam begin 2004 bij de decentralisatie GDU+ deze projecten overnam, zijn door de gewijzigde kasritmes door de minister van Verkeer en Waterstaat eenzijdig bijgesteld. Deze aanpassing leidt tot een lagere compensatiebijdrage GDU+, wat ertoe kan leiden dat de stadsregio onvoldoende middelen heeft om het voorgenomen projectenprogramma uit te voeren. Er is in januari 2005 een bezwaarprocedure gestart tegen de laatste GDU+ beschikking. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend. De consequentie van het aanpassen van het kasritme kan opgevangen worden door het kasritme van de projectbijdragen in dezelfde mate te verschuiven als in de rijksbeschikking. Dit kan leiden tot een extra financieringslast bij de initiatiefnemer. Daarnaast wordt onderzoek 27 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
gedaan naar alternatieve financieringsvormen en dekkingsbronnen om de baten te verhogen. Dit staat ook aangegeven in het RVVP-uitvoeringsprogramma. Fonds Bereikbaarheidsoffensief Het Fonds Bereikbaarheidsoffensief heeft een looptijd tot 2010. Het fonds kent een beperkt risico. Door de gelimiteerde omvang en de afspraak een vastgesteld projecten-programma uit te voeren, kan bij onverwachte prijsontwikkelingen een overschrijdingsrisico ontstaan. Dit wordt op twee manieren beheerst. Enerzijds kent de subsidieregeling een beperking in de toekenning van budget voor prijsontwikkeling. Anderzijds hebben partijen afgesproken dat het projectenprogramma periodiek wordt beoordeeld en aangepast aan de hand van actuele ontwikkelingen. Openbaar Vervoer infrastructuurprojecten De stadsregio heeft bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de realisatie van infrastructuur voor het openbaar vervoer. Eenmaal gestarte projecten moeten worden afgerond. Voorafgaand aan de start komen de betrokken partijen overeen op welke wijze een project wordt gerealiseerd en welke partij voor welke kosten(ontwikkeling) aanspreekbaar is. De stadsregio zorgt zodoende dat de lasten die voor haar rekening blijven uit beschikbare middelen kunnen worden gedekt. Voor projecten waarbij de stadsregio medebekostiging verzorgt, is het projectrisico voor de initiatiefnemer. Tot en met 2004 zijn om die reden geen voorzieningen gevormd bij de stadsregio; ook voor 2005 zijn dergelijke voorzieningen niet begroot. Regionaal groen De daadwerkelijke totstandkoming van de groenprojecten is direct afhankelijk van andere partijen. Dit betreft niet alleen de financiering. Ook aspecten als te plegen inzet (menskracht) en inzet van beschikbaar instrumentarium (bijvoorbeeld het aanpassen van bestemmingsplannen) zijn essentieel. PMR – 750 ha groen De stadsregio draagt € 18 miljoen bij aan de kosten van de aanleg van 750 ha groen in de regio in het kader van het Project Mainport Rotterdam (PMR). De dekking daarvan wordt voor € 9 miljoen tot 2010 gevonden in het Omslagfonds. De dekking van de resterende bijdrage na 2010 moet nog gevonden te worden. Jeugdzorg De Wet op de Jeugdzorg is per 1 januari 2005 in werking getreden, maar de bijbehorende vraaggestuurde productfinanciering wordt naar verwachting pas per 1 januari 2007 ingevoerd. Dit betekent dat de middelen die de stadsregio in 2006 ontvangt grotendeels zijn gebaseerd op de historische verdeling van de landelijk beschikbare middelen voor jeugdzorg. Er is daarbij sprake van een vast budget voor de stadsregio. Aangezien de vraag naar jeugdzorg volgens de wet wel moet worden gehonoreerd (er is sprake van het recht op jeugdzorg) kan hier een flink financieel risico ontstaan. Vooral omdat uit jurisprudentie zou blijken dat ontbrekende financiële middelen voor de rechter niet voldoende reden is om de financiering van zorg te mogen weigeren. Het financiële risico is op te splitsen in een tweetal zaken: 1. Er is behoefte aan een reserve van € 0,5 mln. die op dit moment echter nog niet aanwezig is. Hiermee kunnen rechterlijke uitspraken met rechtelijke dwang tot het geven van zorg worden voorkomen. 2. Aan de rechtszaken zijn ook kosten verbonden voor het inhuren van juridische capaciteit. Deze zouden flink kunnen oplopen zonder dat deze kosten direct beïnvloedbaar zijn (als een rechtszaak tegen de stadsregio wordt aangespannen zal de stadsregio zich moeten verweren). Van geheel andere aard is het laatste risico: de nog lopende bezwaarprocedures met de instellingen Lindenhof (2002) en Horizon (2002). In het geval dat de uitspraken hierover negatief uitvallen voor de stadsregio, is in het slechtste geval sprake van een tegenvaller van ca. € 350.000. Ter dekking van dit risico is in 2004 een voorziening getroffen van € 350.000. Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing Ten aanzien van het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing wordt een meerjarenraming opgesteld, die jaarlijks zal worden geactualiseerd. Hierbij worden tevens de financiële risico’s nader geanalyseerd. De eerste uitgewerkte meerjarenraming wordt voor de zomer van 2005 ter besluitvorming voorgelegd aan dagelijks bestuur en regioraad. Dan vindt ook een verdere uitwerking plaats van de financiële risico’s. Vooralsnog kunnen de volgende 28 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
twee risico’s worden benoemd: een latere uitfinanciering van de rijksbijdragen BLS en ISV-2 en een lagere rijksbijdrage BLS als gevolg van het niet halen van de afgesproken woningbouwtaakstelling met het rijk. Daartegenover staat een risicoafdekkingsclausule met de gemeenten ten aanzien van de gemeentelijke woningbouwtaakstellingen en een algemene risicoafdekking door aanwending van bestaande BWS-middelen in de regiobegroting. In 2007 vindt een tussentijdse evaluatie plaats, waarbij de mogelijkheid bestaat beleidsaanpassingen door te voeren en budgetten te verlagen. Vinex Omslagfonds In het Omslagfonds blijven zowel de inkomsten als de uitgaven gekenmerkt door risicovolle aannames ten aanzien van zowel de hoogte van de geraamde bijdragen als de fasering van het kasbeslag in de tijd. Het op basis van de meerjarenraming 2004 berekende tekort van € 15,8 miljoen kan worden omgebogen naar een positief saldo door de verlenging van het Omslagfonds met vijf jaar. Daarnaast heeft in 2006 besluitvorming plaatsgevonden over onder andere alternatieve financiering van de Boterdorpse Plas. De financiële consequenties, inclusief de risico’s, worden eerst bij de actualisatie meerjarenraming 2005 in de volle breedte doorgerekend. Ook wordt de financiële ruimte vastgesteld voor eventuele nieuwe claims. 5.3.3 Conclusie In principe geldt dat algemene bedrijfsrisico's en risico's waartegenover geen bestemmingsreserve staat, gedekt moeten kunnen worden door de algemene reserve en de vrije rentebaten. In het uiterste geval kan volgens de nieuwe financiele beslislijn (zie reserve BWS pagina 22) aanspraak gemaakt worden op de vrije reserve van de BWS middelen. Bij het Vinex Omslagfonds II zijn wel beheersingsmaatregelen ten aanzien van risico's verwerkt in het fonds zelf. Voor wat de jeugdzorg betreft blijft er een risico bestaan doordat in de Wet op de jeugdzorg is opgenomen dat een ieder recht heeft op zorg. Voor wat betreft de overige genoemde risico's geldt dat de bestemmingsreserves die hier tegenover staan toereikend zijn. Het blijft echter noodzakelijk om bij de diverse projecten waarvan de stadsregio deel uitmaakt en dus financieel risico loopt, gedegen projectcontrol- en risicobeheersingsmaatregelen te nemen.
29 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
5.4 Bedrijfsvoering De stadsregio is sinds 1 januari 2005 een geheel zelfstandige en volwassen organisatie. Daarbij past een volwaardig beleid op het gebied van huisvesting, ICT, documentaire informatievoorziening en personeelsbeleid. De afgelopen jaren zijn belangrijke stappen gezet naar verdere professionalisering. Dit heeft zijn effect in 2006. 5.4.1 Personeel en organisatie De formatie van de stadsregio groeit in 2006 naar 60,25 formatieplaatsen. De stadsregio blijft daarmee een kleine organisatie die voor de uitvoering van het beleid en voor de uitvoering van de ondersteuning diensten inkoopt. Evenals voorgaande jaren wordt daarnaast waar nodig ook tijdelijke ondersteuning ingeschakeld. Voor facilitaire dienstverlening, personeelsbeleid, catering, automatisering en documentaire- en informatievoorziening maakt de stadsregio gebruik van de diensten van de servicedienst van de gemeente Rotterdam. Daarvoor wordt jaarlijks een ‘service level agreement’ overeengekomen. Een van de prioriteiten in de P&O werkzaamheden blijft het opleidingsbeleid. Dit beleid is gericht op verdere professionalisering van de medewerkers, onder meer door aandacht te besteden aan de opdrachtgeversrol die zij namens de stadsregio vervullen ten opzichte van Rotterdamse diensten en externe bureaus. Voor de kosten die gemoeid zijn met ontslag en FPU is een voorziening in het leven geroepen. Als kleine organisatie is het toegestaan om hiervoor te ‘sparen'. 5.4.2 Huisvesting De huisvesting van de stadsregio aan de Meent in Rotterdam voldoet goed, qua ruimte en inrichting, voor de taken die de stadsregio uitvoert. Vanwege de laatste stap in de formatie uitbreiding wordt de huisvesting uitgebreid op de tweede etage van het Minervahuis. 5.4.3 Informatie en Communicatie technologie (ICT) en Documentaire informatievoorziening (DIV) De stadsregio blijft de ICT ondersteuning bij ICT diensten Rotterdam inkopen. Voor 2006 is het budget aangepast en met 25% naar boven bijgesteld. Binnen het beschikbare budget wordt hardware, software en beheer ingekocht. Daarnaast wordt de salarisadministratie door een extern servicebureau behandeld. Op het terrein van DIV zal het gaan om de digitalisering van de stukken. Daarvoor is in 2004 meegelift op het Europese aanbestedingstraject dat de gemeente Rotterdam doorloopt om een documentair managementsysteem aan te schaffen. Een en ander leidt ertoe dat eind 2005 de digitale toegankelijkheid van stukken gerealiseerd is en de stukkenstroom efficiënter georganiseerd kan worden. De stadsregio heeft een documentair structuurplan opgesteld. Het opgestelde structuurplan biedt een overzicht van alle aanwezige informatie- en archiefbestanden van de organisatie in relatie tot het werk dat er gedaan wordt. Hiermee worden informatiestromen binnen de organisatie beter beheersbaar. Daarnaast geeft dit structuurplan aanknopingspunten voor het opzetten van een management informatiesysteem.
30 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
5.5 Bestuurlijke participaties Het Besluit Begroting en Verantwoording stelt dat de paragraaf betreffende de verbonden partijen ten minste ingaat op de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting en de beleidsvoornemens ten aanzien van deze verbonden partijen. Daarbij speelt bij de benoeming als verbonden partij een rol de mate waarin er een bestuurlijk en financieel belang wordt aangehouden in de organisatie. Hierbij wordt onder 'bestuurlijk belang' verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met een 'financieel belang' wordt bedoeld dat de stadsregio Rotterdam financiële middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij deze partij verhaald kunnen worden op de stadsregio Rotterdam. Zo bezien valt alleen de relatie die de stadsregio heeft met het Samenwerkingsverband Regio Randstad onder de noemer bestuurlijke participatie. Dit samenwerkingsverband is per september 2002 van start gegaan en heeft als doel te komen tot een gezamenlijke visievorming, positionering en versterking van de ontwikkeling van het landsdeel West en in het bijzonder van de Randstad als Deltametropool. Met de term Deltametropool wordt hier bedoeld een onderling verbonden en samenhangend geheel van hoogwaardige stedelijke en landelijke milieus. De deelnemende partijen zijn de provincies ZuidHolland, Noord-Holland, Utrecht, Flevoland, de gemeenten Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam, het Regionaal Orgaan Amsterdam, het Stadsgewest Haaglanden, het Bestuur Regio Utrecht en de stadsregio Rotterdam. Er is afgesproken dat alle deelnemers jaarlijks een vaste bijdrage aan het samenwerkingsverband betalen. De vier grote gemeenten moeten samen 40% van de totale begroting bijdragen. Voor het jaar 2006 bedraagt de bijdrage van de stadsregio aan het samenwerkingsverband naar schatting € 86.000.
31 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
Bijlagen Vinex Financieel Scenario: actualisering meerjarenramingen 2004 Regioraad Vergadering 23 juni 2004; Agendapunt 8 Onderwerp: Vinex Financieel Scenario: actualisatie meerjarenramingen 2004. Bijlagen: 1. Rapportage Vinex Financieel Scenario: actualisatie meerjarenramingen 2004; 2. Meerjarenraming Vinex-grondkostenfonds 1995-2005, 6 mei 2004; 3. Meerjarenraming Vinex-omslagfonds 1995-2010, 6 mei 2004; 4. Vinex-omslagfonds: actualisatie verplichtingen 2004, 6 mei 2004; 5. Vinex actualisatie meerjarenramingen 2004: consequenties begroting 2004 Toelichting: Op 25 april 2001 stelde de regioraad het Vinex Financieel Scenario Herijking 2000 vast. Tegelijkertijd is besloten het financieel scenario i.c. de meerjarenramingen van het Grondkostenfonds en het Omslagfonds jaarlijks te bezien op basis van voortschrijdend inzicht. Uitgangspunt zijn de meerjarenramingen van het Vinex-grondkostenfonds en het Vinexomslagfonds, zoals die zijn vastgesteld op 25 april 2001. Op 10 juli 2002 stelde de regioraad de eerste geactualiseerde meerjarenramingen 2002 vast en op 23 juni 2003 de tweede. In 2004 vindt de derde actualisatie plaats. In bijgevoegde rapportage zijn de meerjarenramingen aangepast aan de gerealiseerde jaarcijfers over 2003 en waar nodig aan meer recent opgestelde ramingen. In eerste instantie is ingegaan op de belangrijkste veranderingen ten opzichte van de vastgestelde meerjarenramingen in 2003. Vervolgens zijn de consequenties bekeken voor de inmiddels bekende risico’s. Voorzover nodig zijn ook nieuwe risico’s benoemd. Naar aanleiding van de nu voorliggende actualisatie zal separaat een begrotingswijziging worden geagendeerd waarin ook de wijzigingen voor de begrotingsonderdelen Omslag- en Grondkostenfonds zijn verwerkt (de voorliggende rapportage dient als toelichting bij die begrotingswijziging). Vinex-grondkostenfonds De meerjarenraming van maart 2003 gaf een overschot te zien van € 10,3 miljoen. Op basis van de meest recente gegevens geeft de geactualiseerde meerjarenraming 2004 een forse verhoging van het overschot te zien tot € 14,3 miljoen. De volgende conclusies worden getrokken: In het Financieel Scenario Herijking 2000 is geconcludeerd dat de belangrijkste risico’s zijn gelegen in de opgenomen rijksbijdrage Vinac en regionale bijdrage 2e fase Berkel en Rodenrijs. Deze conclusie blijft onverminderd van kracht. In de actualisatie 2002 zijn hieraan twee nieuwe risico’s toegevoegd. Het eerste risico is een korting van de rijksbijdrage Vinex als gevolg van het niet halen van de regionale taakstelling. Het tweede risico is een terugvordering van de rijksbijdrage als gevolg van het al dan niet voldoen aan de prestatie-eis met betrekking tot het aantal te realiseren woningen op functieveranderinglocaties. Deze laatste twee risico’s lijken minder opportuun te zijn geworden gezien de laatste rijksvoorstellen rond de BLS-bijdrage Vinac. Volgens de huidige berekeningen sluit het Vinex-grondkostenfonds op een positief saldo van € 14,3 miljoen. Voor een belangrijk deel is dit het gevolg van de gereserveerde rijksbijdrage Vinac ter grootte van € 22,7 miljoen. Om het Grondkostenfonds in evenwicht te krijgen, volstaat op basis van de huidige berekeningen een rijksbijdrage Vinac ter grootte van € 8,6 miljoen. Mede
32
Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
gezien de onzekerheden over de uiteindelijke rijksbijdragen, zowel voor de periode 1995-2005 als voor de periode 2005-2010, is het noodzakelijk het berekende saldo van € 14,3 miljoen voorlopig nog in stand te houden. Eventueel wordt (een deel van) dit saldo aangewend ter ontlasting van het Vinex-omslagfonds. Hierdoor is er geen directe aanleiding het bestaande beleid en afspraken aan te passen. Gezien de looptijd van het Vinex-grondkostenfonds zijn de mogelijkheden tot aanpassing overigens zeer beperkt. Vinex-omslagfonds De meerjarenraming van maart 2003 gaf een overschot te zien van € 1,5 miljoen. Op basis van de meest recente gegevens geeft de geactualiseerde meerjarenraming 2004 een tekort van € 15,8 miljoen. De volgende conclusies worden getrokken: De algemene conclusie van de herijking 2000 en de achtereenvolgende actualisaties blijft onverminderd van kracht. Dat zowel de inkomsten als de uitgaven worden gekenmerkt door risicovolle aannames ten aanzien van zowel de hoogte van de geraamde bijdragen als de fasering van het kasbeslag in de tijd, blijkt in de praktijk uitgekomen. Het saldo in 2005 is nu berekend op € 33,6 miljoen negatief en in 2010 op € 15,8 miljoen negatief. Niet alleen is de rek eruit, er is een fors tekort. Op korte termijn moet besluitvorming plaatsvinden over mogelijkheden van alternatieve financieringsbronnen of aanpassing van de ambities. Hierbij moet bedacht worden dat een aantal uitgavenposten samenhangen met woningbouwproductie die gepland was voor de Vinex-periode, maar inmiddels is uitgesteld tot de periode 2005-2010. Een mogelijkheid is om de omslagheffing in de binnenstedelijke capaciteit op een of andere wijze te continueren in de periode 2005-2010. Een voorstel voor verlenging van het Omslagfonds wordt binnenkort voorgelegd aan het dagelijks bestuur en regioraad. Een andere mogelijkheid is om de regionale financiering van het Landscheidingspark te Bergschenhoek niet voor 50%, maar voor 100% te financieren uit het Grondkostenfonds. Eindconclusie De benoemde risico’s in de herijking 2000 en in de daaropvolgende actualisaties voor zowel het Vinex-grondkostenfonds als het Vinex-omslagfonds blijken nog onverkort van kracht. In de huidige actualisering zijn geen nieuwe risico-elementen toegevoegd, maar wel nieuwe inzichten over de omvang van deze risico’s en de kans dat de risico’s zich zullen voordoen. Voor het Vinex-grondkostenfonds geldt dat er geen directe aanleiding is om het bestaande beleid en de bestaande afspraken aan te passen. Gezien de looptijd tot en met 2005 zijn de mogelijkheden tot aanpassing overigens zeer beperkt. Mede gezien de onzekerheden over de uiteindelijke rijksbijdragen, zowel voor de periode 1995-2005 als voor de periode 2005-2010, is het noodzakelijk het berekende saldo van € 14,3 miljoen voorlopig nog in stand te houden. Eventueel wordt (een deel van) dit saldo aangewend ter ontlasting van het Vinex-omslagfonds. Voor het Vinex-omslagfonds is de kans dat de BTW bij de kruising/onderdoorgang A-29 en de Koedood niet verrekenbaar is, realistischer geworden. Dit is het gevolg van het standpunt van de belastingdienst. Deze niet verrekenbare BTW is daarom als kostenpost opgenomen. Tezamen met de gevolgen van het niet halen van de Vinex-taakstelling met 30%, leidt dit tot een voorcalculatorisch saldo van € 15,8 miljoen negatief in 2010. Het onderzoek naar de mogelijkheden van alternatieve financieringsbronnen voor de geplande uitgaven in het Omslagfonds zoals bij de Boterdorpse Plas, zal op korte termijn tot bestuurlijke besluitvorming moeten leiden. Een voorstel tot verlenging van het Omslagfonds zal eveneens op korte termijn separaat ter besluitvorming worden voorgelegd. Een andere mogelijkheid is de regionale financiering van het Landscheidingspark geheel ten laste te brengen van het Vinexgrondkostenfonds, voorzover daarvoor voldoende financiële ruimte bestaat. Consequenties begroting 2004 In bijlage 5 zijn de consequenties voor de begroting 2004 in beeld gebracht. Hieruit blijkt dat de voorgestelde begrotingswijzigingen ten aanzien van het Vinex-grondkostenfonds vooralsnog geen aanleiding geven tot beleidswijzigingen. De voorgestelde begrotingswijzigingen ten aanzien van het Vinex-omslagfonds laten zien dat in het begrotingsjaar 2004 per saldo € 29,8 miljoen wordt onttrokken aan de bestemmingsreserve, die daardoor wordt teruggebracht tot € 5 miljoen. Voor de periode 2005 tot en met 2007 wordt vervolgens € 18,1 miljoen onttrokken aan de bestemmingsreserve, die daardoor daalt tot € 13,1 miljoen negatief. Dit is in lijn met de 33 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
constatering dat het saldo in de geactualiseerde meerjarenraming uitkomt op € 16 miljoen in 2010. Op korte termijn worden voorstellen ter besluitvorming voorgelegd om de inkomsten en uitgaven weer in evenwicht te krijgen. De commissie WSV en de commissie Grondbeleid en middelen geven hun advies op 16 juni 2004. Financiële consequenties: De consequenties voor de begroting worden bij de begrotingswijziging verwerkt. Op korte termijn zullen voorstellen ter besluitvorming worden voorgelegd om binnen de fondsen de inkomsten en uitgaven weer in evenwicht te krijgen.
Communicatie: n.v.t. Afgestemd met: n.v.t. Verdere procedure: geen. Gevraagde beslissingen: 1. a. de geactualiseerde meerjarenramingen Vinex-grondkostenfonds en Vinexomslagfonds d.d. 6 mei 2004 vast te stellen; b. vast te stellen dat voor het Vinex-grondkostenfonds geen directe aanleiding is om het bestaande beleid en de bestaande afspraken aan te passen; c. mede gezien de onzekerheden over de uiteindelijke rijksbijdragen voor zowel de periode 1995-2005 als voor de periode 2005-2010, het berekende positieve saldo van € 14,3 miljoen in het Vinex-grondkostenfonds, in 2005 voorlopig nog in stand te houden; 2. vast te stellen dat voor het Vinex-omslagfonds op korte termijn besluitvorming moet plaatsvinden over mogelijkheden van alternatieve financieringsbronnen, aanpassing van ambities en verlenging van het Omslagfonds. Adviezen: Het advies van de commissie WSV (Wonen, Stedelijke vernieuwing & Vinex) en advies commissie Grondbeleid en Middelen van 16 juni 2004 worden zo spoedig mogelijk, dan wel ter vergadering meegedeeld.
34 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
Vinex Financieel Scenario: actualisering meerjarenramingen 2004 Inleiding In 1995 is het Uitvoeringsconvenant Vinex ondertekend door de staatssecretarissen VROM, BiZa en EZ, de ministers van V&W, FIN en LNV, de Provincie Zuid-Holland, de stadsregio Rotterdam en de 12 bouwgemeenten binnen de SRR. Hierin is ondermeer geregeld dat de stadsregio een taakstelling heeft om in de periode 1995-2005 53.000 woningen toe te voegen aan de voorraad. Het rijk stelde hiervoor een bijdrage van € 132 miljoen ter beschikking op basis van het Besluit Locatiegebonden Subsidies 1995 (BLS). De stadsregio maakte afspraken met de 12 bouwgemeenten in deelconvenanten voor de uitvoering. Daarnaast is er een financieel scenario vastgesteld. Om op de voortgang te kunnen sturen is daarbij afgesproken dat tweemaal een herijking plaatsvindt van het financieel scenario, in 1997 en in 2000. Binnen het Vinex Financieel Scenario 1995 zijn twee gescheiden fondsen vormgegeven. Het Vinex-grondkostenfonds is ingesteld om tekorten op de grondexploitaties van woningbouwlocaties te kunnen dekken. Deze tekorten ontstaan in het kader van de regionale Vinex-taakstelling om in de periode 1995 tot en met 2004 in totaal 53.000 woningen aan de woningvoorraad toe te voegen. In het Financieel Scenario, voor het laatst door de regioraad vastgesteld op 25 april 2001, zijn taakstellende deelbudgetten vastgelegd voor de verschillende opgaven binnen de Vinex. Dit zijn de regionale bijdragen aan de grote uitleglocaties, de bijdragen functieveranderinglocaties en de bijdragen voor knelpunten en de bijdragen voor nieternstige bodemsanering. Daarnaast worden hieraan de regionale kosten in het kader van de opstelling en vaststelling van de regionale structuurplannen ten laste gebracht. De voeding van het fonds bestaat uit de rijksbijdrage BLS, de gemeentelijke bijdrage op basis van de inwonersaantallen en een gemeentelijke afdracht in het kader van de verfijningbijdrage. Het Vinex-omslagfonds is ingesteld op basis van de Nota Omslagfonds Stadsregio Rotterdam (29 maart 1995) als nadere uitwerking van het Financieel Scenario Vinex, onderdeel omslagkosten. Voor de voeding van het fonds is de Vinex-omslagverordening vastgesteld, voor het laatst gewijzigd op 18 december 2002. Jaarlijks vindt omslagheffing plaats op basis van het saldo van begonnen en onttrokken woningen en op basis van begonnen woningequivalenten. Door middel van het Omslagfonds worden grote werken op het vlak van infrastructuur en groen die een (in)directe betekenis hebben voor de Vinex-plangebieden als ook voor de stadsregio als geheel (mede)gefinancierd. Op 25 april 2001 heeft de regioraad het Vinex Financieel Scenario Herijking 2000 vastgesteld. Daarbij is ondermeer besloten het financieel scenario i.c. de meerjarenramingen van het Vinexgrondkostenfonds en het Vinex-omslagfonds jaarlijks te bezien op basis van voortschrijdend inzicht. Uitgangspunt zijn de meerjarenramingen van het Vinex-grondkostenfonds en het Vinexomslagfonds, zoals die zijn vastgesteld op 25 april 2001. In 2002 vond de eerste actualisatie van de meerjarenramingen plaats. Daarbij zijn de meerjarenramingen aangepast aan de gerealiseerde jaarcijfers over 2001 en waar nodig aangepast aan meer recent opgestelde ramingen. Vervolgens zijn de consequenties bekeken voor de in het Financieel Scenario Herijking 2000 benoemde risico’s. Voorzover nodig zijn nieuwe risico’s benoemd. Op 10 juli 2002 stelde de regioraad de geactualiseerde meerjarenraming 2002 vast. Ook is vastgesteld dat vooralsnog geen beleidswijzigingen noodzakelijk zijn. In 2003 vond op gelijke wijze de tweede actualisatie van de meerjarenramingen plaats. Op 25 juni 2003 stelde de regioraad de geactualiseerde meerjarenramingen 2003 vast. Ten aanzien van het Vinex-grondkostenfonds is vastgesteld dat er geen directe aanleiding aanwezig is om het bestaande beleid en de bestaande afspraken aan te passen. Ten aanzien van het Vinexomslagfonds is vastgesteld dat de rek eruit is en dat onderzoek naar alternatieve financieringsmogelijkheden, zoals rood voor groen, noodzakelijk is om de financiële positie van het fonds te verbeteren. Tevens is kennis genomen van het initiatief van het dagelijks bestuur om ambtelijk de mogelijkheden te onderzoeken om de omslagheffing in de binnenstedelijke capaciteit te continueren in de periode 2005-2010. Tenslotte is besloten de gemeenten er, wellicht ten overvloede, op te wijzen dat voldoende aandacht wordt gegeven aan de tijdige
35
Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
afwikkeling van administratieve procedures met betrekking tot de officiële aanmelding van opgeleverde woningen. In 2004 vindt de derde actualisatie plaats. In de voorliggende rapportage zijn de meerjarenramingen aangepast aan de gerealiseerde jaarcijfers over 2003 en waar nodig aan meer recent opgestelde ramingen. In eerste instantie wordt ingegaan op de belangrijkste veranderingen ten opzichte van de vastgestelde meerjarenramingen in 2003. Vervolgens worden de consequenties van de inmiddels bekende risico’s bekeken. Voorzover nodig worden ook nieuwe risico’s benoemd. Waarnodig worden daartoe voorstellen geformuleerd voor verdere besluitvorming in de regioraad. Vinex-grondkostenfonds De meerjarenraming van maart 2003 gaf een overschot te zien van € 10,3 miljoen. Op basis van de meest recente gegevens geeft de geactualiseerde meerjarenraming 2004 een forse verhoging van het overschot te zien tot € 14,3 miljoen. Tabel 1 Ontwikkeling voorcalculatorische kassaldi Vinex-grondkostenfonds (bedragen x € 1 miljoen)
Meerjarenramingen Grondkostenfonds April 1999 April 2001 Mei 2002 Maart 2003 Mei 2004
Geraamd kassaldo 2005 -10,8 4,1 9,5 10,3 14,3
Voor een gedetailleerd inzicht in de meerjarenraming Vinex-grondkostenfonds wordt verwezen naar de bijlage. De belangrijkste wijzigingen zijn: De nog uit te betalen rijksbijdrage BLS Vinex wordt jaarlijks verhoogd met het prijsindexcijfer ‘bruto investeringen door bedrijven in woningen’ van het Centraal Planbureau. Het ministerie van VROM heeft bij brief van 10 november 2003 laten weten dat deze index voor de tranche 2004 is vastgesteld op 2,75%. De resterende jaartranche 2004 wordt verhoogd met € 293.725 tot € 10.974.652. De totale rijksbijdrage BLS wordt daardoor geraamd op € 149,3 miljoen. Jaarlijks wordt 10% van de door vier uitleggemeenten ontvangen uitkering Omvangrijke opgave woningbouw van het ministerie van Financiën afgedragen aan de stadsregio. Op basis van de laatste stand van zaken van het ministerie wordt de totaal door de vier gemeenten aan de SRR af te dragen verfijningbijdrage verhoogd met € 0,2 miljoen tot € 7 miljoen. De regiobijdrage Grote Uitbreiding is met € 0,3 miljoen verhoogd als gevolg van het doorschuiven van de gereserveerde verplichting Landscheidingspark van 2003 t/m 2005 naar 2004 t/m 2006 en de doorwerking van de jaarlijkse kostenstijging van 3%. Op basis van de in februari 2004 opgestelde meerjarenraming niet-ernstige bodemsanering ten laste van het Grondkostenfonds is de totaal berekende bodembijdrage met € 2,45 miljoen gedaald. Op basis van de door de betrokken gemeenten verstrekte woningbouwplanning wordt de berekende bijdrage functieverandering met € 1, 9 miljoen verlaagd. Met ingang van 1 januari 2003 worden de apparaats- en bestuurskosten zoveel mogelijk doorbelast aan rijksuitkeringen. In het Grondkostenfonds is dit de rijksuitkering BLS. De laatste tranche ter grootte van € 10,9 miljoen wordt ontvangen in 2004. Over de rijksbijdrage Vinac voor de periode 2005-2010 wordt momenteel onderhandeld. In de meerjarenraming wordt daarom rekening gehouden met doorbelasting van apparaats- en bestuurskosten in zowel 2004 als 2005 ter grootte van € 500.000 per jaar. In de meerjarenraming wordt rekening gehouden met een gemiddelde cashpoolrente van 5%. Voor 2003 was de te betalen rente geraamd op € 275.000. De uiteindelijk betaalde rente in 2003 bedraagt € 117.385 vanwege een feitelijk lager rentepercentage en een belangrijk minder negatief saldo in 2003. In de geactualiseerde meerjarenraming 2003 zijn de volgende risico’s benoemd: Korting rijksbijdrage BLS In het kader van de onderhandelingen over de verstedelijkingsafspraken 2000-2010 in 2002 heeft de staatssecretaris VH in eerste instantie gezegd dat hij af zou zien van een mogelijke korting op de BLS-bijdrage, indien minimaal 90% van de taakstelling wordt gehaald èn wordt 36 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
aangetoond dat een en ander het gevolg is van het creëren van extra kwaliteit bij de woningbouw. Bij het uiteindelijke onderhandelingsresultaat liet de staatssecretaris de 90% eis vallen. Daarnaast is afgesproken dat in 2003 met VROM definitieve afspraken worden gemaakt over de operationele invulling van het begrip ‘extra kwaliteit’. Pas in maart 2004 zijn (ambtelijk) nieuwe voorstellen gedaan in het kader van de rijksbijdrage Vinac voor de periode 2005-2010. Hieruit blijkt dat een korting van de BLS-bijdrage Vinex niet meer aan de orde is. Wel worden betalingen in het kader van de Vinac uitgesteld totdat (alsnog) aan de Vinex-taakstelling is voldaan. Naar verluidt gaat het ministerie hierbij uit van de bruto taakstelling. Op basis van de rapportage van 18 december 2002 van het DB aan het ministerie VROM over de voortgang Vinex, de voortgang Nieuwbouw- en Transformatieprogramma en de (on)mogelijkheden van particulier opdrachtgeverschap is aangegeven dat de bruto bouwproductie van 70.000 woningen gehaald zou worden. Op deze brief is nooit een reactie gekomen. In de nieuwe voorstellen wordt echter de gedachte van bruto in plaats van netto productie wel overgenomen. Dit zou betekenen dat op basis van de rapportage van 2002 er geen uitstel van betalingen in de Vinac-periode plaatsvindt. In de BLS-rapportage over 2003 wordt echter geconstateerd dat op basis van de meest recente gemeentelijke planningen slechts 64.000 woningen worden gerealiseerd in de Vinex-periode. Dit betekent dat de eerste 6.000 woningen in de periode 2005-2010 zullen worden gezien als resterende Vinex-productie. Daarna start pas de telling van de Vinac-productie. Er zijn derhalve geen financiële consequenties voor het huidige grondkostenfonds. Rijksbijdrage BLS Vinac In 1998 heeft de toenmalige minister van VROM aan de stadsregio een voorlopige rijksbijdrage in het vooruitzicht gesteld van € 104 miljoen voor de Vinac-opgave 2005-2010. Binnen dit bod was een aandeel van € 19,6 miljoen (prijspeil 1995) gereserveerd voor de doorloop grote uitleg. Rekening houdend met jaarlijkse prijscompensaties, is deze opbrengst voor 2005 gefixeerd op € 22,7 miljoen. In 2001 vond landelijk een herijking plaats van de Vinac-afspraken in het het kader van de Verstedelijkingsafspraken 2000-2010. Het resultaat hiervan is dat het rijksbod van € 104 miljoen verlaagd zou worden tot € 30,3 miljoen Het verschil kan alsnog beschikbaar komen als de stadsregio voldoende aantoont, naar het oordeel van de minister, deze middelen nodig te hebben voor het verwezenlijken van de rijksdoelstellingen in de periode 2000-2010. Nadat het in 2003 van rijkszijde erg stil was op dit front, zijn in maart 2004 (ambtelijk) nieuwe voorstellen gedaan voor de Vinac-periode 2005-2010. De € 104 miljoen is grosso modo nog steeds beschikbaar (in ieder geval zonder prijsindexering), maar daadwerkelijke toekenning wordt afhankelijk gesteld van de gerealiseerde voortgang van de woningbouwproductie en het aantal gerealiseerde woningen in eigenbouw. Zodra er overeenstemming is bereikt over de voorwaarden en berekeningsmethode en daardoor zicht is op de hoogte van de definitieve BLSbijdrage Vinac, kan er besluitvorming plaatsvinden over de werkelijk beschikbaar te stellen rijksbijdrage Vinac in het Vinex-grondkostenfonds. Dit is in relatie tot de gereserveerde bijdrage aan de 2e fase grote uitleg Noordrand III, waarover bestuurlijke toezeggingen zijn gedaan aan Berkel en Rodenrijs. Regionale bijdrage 2e fase Berkel en Rodenrijs In 1998 is in het kader van de berekening van de lump sum bijdrage voor de 1e fase Berkel eveneens een voorlopige bijdrage berekend voor de 2e fase. Rekening houdend met jaarlijkse kostenstijgingen van 3% is in de meerjarenraming rekening gehouden met een bijdrage van € 13,6 miljoen in 2005. De daadwerkelijke bijdrage is echter mede afhankelijk van de ontwikkeling van de verwervingsprijzen, de rente en de potentiële grondprijzen. Regionale bijdrage Landscheidingspark Bergschenhoek In het kader van de Herijking Financieel Scenario 1998 besloot de regioraad de financiering van de regionale bijdrage aan het Landscheidingspark voor de helft ten laste te brengen van het Grondkostenfonds en voor de helft ten laste van het Omslagfonds. Op basis van het resultaat van een onderzoek naar een geactualiseerde raming van de kosten van de ontwikkeling en de aanleg van het park zijn de eerste onderhandelingen gestart met de gemeente over de regionale bijdrage. Op 15 december 1999 heeft het DB de geplande uitgaven voor regionale groenprojecten in principe gebudgetteerd. Voor het Landscheidingspark zijn de uitgaven gebudgetteerd op € 15,9 miljoen. In de meerjarenramingen is een reservering opgenomen, waarbij rekening wordt gehouden met een jaarlijkse kostenstijging van 3%. De reservering ten laste van het Grondkostenfonds bedraagt nu € 9,8 miljoen en is ingepland voor de jaren 2004 tot en met 2006. Gezien het nu berekende saldo in de meerjarenraming kan de financiering van 37 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
het Landscheidingspark voor 50% ten laste blijven van het Vinex-grondkostenfonds. Verfijningbijdrage Jaarlijks berekent het ministerie van Financiën de stand van zaken over de uitkeringen aan de vier grote uitleggemeenten in het kader van de Verfijningsregeling Omvangrijke opgave woningbouw. De woningbouwproductie is vertraagd door gewijzigd rijksbeleid en veranderende marktontwikkelingen. In verband met deze vertraging besloot het ministerie van Financiën in 2003 de betrokken gemeenten financieel tegemoet te komen, waaronder de vier gemeenten binnen de stadsregio. Hiertoe is binnen de wettelijke kaders de toepassing van de verdeelmaatstaf omvangrijke opgave woningbouw gewijzigd. Dit betekent dat de uitkering voor de periode 2003 tot en met 2008 wordt berekend op basis van de aantallen en fasering van de oorspronkelijke toekenning. Vervolgens vindt uitbetaling van dit bedrag plaats in vier gelijke termijnen in de jaren 2003 tot en met 2006. De totaal door de vier gemeenten aan de SR af te dragen verfijningbijdrage wordt hierdoor verhoogd met € 0,2 miljoen tot € 7 miljoen. Rente In de voorliggende meerjarenraming is gerekend met een cashpool rente van 3%. Om de gevolgen van rentewijzigingen in kaart te brengen zijn drie varianten doorgerekend. Indien wordt gerekend met een rente van 4% wordt het positieve saldo in 2005 van € 14,3 miljoen verhoogd tot € 14,46 miljoen, bij 5% wordt het positieve saldo verhoogd tot € 14,6 miljoen. Bij een rente van 2% wordt het positieve saldo verlaagd tot € 14,2. De rente in de begroting SRR bedraagt momenteel 3%. Te realiseren woningen op functieveranderingslocaties Als onderdeel van de rijksbijdrage Vinex is in het Vinex-uitvoeringsconvenant een prestatieafspraak tussen rijk en stadsregio opgenomen om 8.849 woningen te realiseren op functieveranderingslocaties, die voorkomen op een door VROM geoormerkte lijst. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar 816 te realiseren woningen op Belstato+ locaties en 8.033 woningen op Derde Weglocaties. In de herijking 2000 is al geconstateerd dat aan het aantal woningen op Belstato+ locaties inmiddels is voldaan. Op basis van de toen bekende planningen van de betrokken gemeenten Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Spijkenisse en Maassluis is de verwachting uitgesproken dat ook aan de eis van het aantal woningen op Derde Weglocaties kan worden voldaan. Ten laste van het Vinex-grondkostenfonds is tot op heden door het DB voor maximaal 7.378 woningen een bijdrage functieverandering toegekend (zie tabel 2, kolom 2). Evenals voorgaande jaren is in februari 2004 aan de betrokken gemeenten gevraagd actuele en realistische planningen aan te leveren met betrekking tot het aantal te starten en op te leveren woningen voor 2005. Indien niet alleen de te declareren woningen worden opgeteld (tot het maximum van 7.378 woningen), maar alle woningen die zijn gerealiseerd voor 2005 èn voorkomen op de geoormerkte lijst van functieveranderingslocaties, worden in totaal 6.867 woningen (zie tabel 2, kolom 5) gerealiseerd. De conclusie is dat de prestatie-eis met 1.982 woningen (8.849 -/- 6.867 woningen) niet wordt gehaald. De vraag is of op basis van deze gegevens VROM tot een terugvordering zal overgaan wegens het niet formeel halen van de prestatie-eis. Tabel 2 Verdeling regionaal budget functieverandering binnen het Vinex-grondkostenfonds gemeente aantal in aanbouw Totaal opleveringen woningen t/m 2003 2004 Totaal per 31-12-04 Rotterdam
5.000
5.056
439
5.495
1.254
Schiedam
750
422
58
480
415
6.749 895
Spijkenisse
663
430
99
529
0
529
Maassluis
215
0
0
0
0
0
Vlaardingen
750
363
0
363
318
681
7.378
6.271
596
6.867
1.987
8.854
Totaal
Volgens de planningen zijn ultimo 2004 nog wel 1.987 woningen in aanbouw. De rijksbijdrage is in principe bedoeld om de investeringsbeslissing te beïnvloeden. In die zin is er een rechtvaardiging de woningen in aanbouw mee te tellen. De prestatie-eis met het rijk wordt dan net gehaald (tabel 2, kolom 7 8.854 wo -/- taakstelling 8.849 wo) en dan zouden er geen sancties mogen volgen. Dit lijkt ook in lijn met de nieuwste voorstellen. Mocht het rijk desondanks toch vast willen houden aan de formele prestatie-eis en wordt tot terugvordering overgegaan. Het is dan nog niet duidelijk hoe hoog de terugvordering zal zijn. 38 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
Tabel 3 Berekening terugvordering rijk
Opgeleverde woningen
taak-
opgeleverd
tekort
50%
tekort
in aanbouw
tekort
stelling
t/m 2004
taakstelling
2004
taakstelling
per 31-12-04
taakstelling
8.849
6.867
terugvordering per woning terugvordering rijk
1.982
-298
2.280
1.987
-5
3.000
3.000
3.000
5.946.000
6.840.000
-15.000
Het Vinex-uitvoeringsconvenant wordt voor de Derde Weglocaties gaat uit van een rijksbijdrage van € 1.770 per woning (prijspeil 1990). Om de financiële consequenties in te kunnen schatten, wordt rekening houdend met prijscompensaties over de periode 1990-2005 uitgegaan van een bedrag van € 3.000 per niet gerealiseerde woning. Op basis van het nu geplande aantal opgeleverde woningen t/m 2004 bedraagt de terugvordering € 5,9 miljoen. Om de risico’s verder te bepalen als wederom vertraging in de woningbouwplanning optreedt, is als alternatief de jaarschijf 2004 voor de helft meegerekend. De terugvordering bedraagt dan € 6,8 miljoen. In de geactualiseerde meerjarenraming Grondkostenfonds is er mee rekening gehouden dat alle volgens planning voor 2005 begonnen woningen een regionale bijdrage ontvangen, ook als de oplevering na 2004 plaatsvindt. Indien het rijk tot terugvordering overgaat op basis van het aantal opgeleverde woningen voor 2005, ligt het voor de hand dat de stadsregio dezelfde methodiek toepast. De berekende regionale bijdrage functieverandering in de meerjarenraming 2004 ter grootte van € 2,9 miljoen zal dan voor een belangrijk deel komen te vervallen. In de laatste toekenningsbesluiten naar aanleiding van gemeentelijke declaraties functieverandering wordt hier al op vooruit gelopen. Het dagelijks bestuur geeft hierbij expliciet aan zich het recht voor te behouden om een overeenkomstig deel van het toegekende bedrag terug te eisen als zijnde onverschuldigd betaald, indien blijkt dat een deel van de woningen niet is gerealiseerd voor 31 december 2004. Tegenover de berekende terugvordering van het rijk van € 5,9 miljoen à € 6,8 miljoen staat een meevaller in de regionale bijdrage van € 2,9 miljoen. Gezien de laatste voorstellen over het rijksbod Vinac bestaat er een zeer reële kans dat het rijk helemaal niet tot terugvordering over zal gaan als het rijk de woningen in aanbouw per 31 december 2004 accepteert binnen de prestatie-eis. Tijdige aanmelding van oplevering Het blijft zaak dat de gemeenten er alles aan doen om zoveel mogelijk woningen op te leveren voor 31 december 2004. In de praktijk blijkt dat hierbij ook aandacht moet worden gegeven aan de tijdige afwikkeling van administratieve procedures met betrekking tot de officiële aanmelding van opgeleverde woningen. Dit geldt zeker ook voor de op te leveren woningen op functieveranderinglocaties. Conclusie Vinex-grondkostenfonds In het Vinex Financieel Scenario Herijking 2000 is geconcludeerd dat de belangrijkste risico’s zijn gelegen in de opgenomen rijksbijdrage Vinac en regionale bijdrage 2e fase Berkel en Rodenrijs. Deze conclusie blijft onverminderd van kracht. In de actualisatie 2002 zijn hieraan twee nieuwe risico’s toegevoegd. Het eerste risico is een korting van de rijksbijdrage Vinex als gevolg van het niet halen van de regionale taakstelling. Daarnaast is er het risico van een terugvordering van de rijksbijdrage als gevolg van het al dan niet voldoen aan de prestatie-eis met betrekking tot het aantal te realiseren woningen op functieveranderingslocaties. Deze laatste twee risico’s lijken minder oppertuun te zijn geworden gezien de laatste rijksvoorstellen inzake de BLS-bijdrage Vinac. Volgens de huidige berekeningen sluit het Vinex-grondkostenfonds op een positief saldo van € 14,3 miljoen. Voor een belangrijk deel is dit het gevolg van de gereserveerde rijksbijdrage Vinac ter grootte van € 22,7 miljoen. Om het Grondkostenfonds in evenwicht te krijgen volstaat op basis van de huidige berekeningen een rijksbijdrage Vinac ter grootte van € 8,6 miljoen. Mede gezien de onzekerheden over de uiteindelijke rijksbijdragen, zowel voor de periode 1995-2005 als voor de periode 2005-2010, is het noodzakelijk het berekende saldo van € 14,3 miljoen voorlopig nog in stand te houden. Eventueel kan (een deel van) dit saldo aangewend worden ter ontlasting van het Vinex-omslagfonds. Er is daarom geen directe aanleiding het bestaande beleid en de bestaande afspraken aan te passen. Gezien de looptijd van het Vinex-grondkostenfonds zijn de mogelijkheden tot 39 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
aanpassing overigens zeer beperkt. Vinex-omslagfonds De meerjarenraming van maart 2003 gaf een overschot te zien van € 1,5 miljoen. Op basis van de meest recente gegevens geeft de geactualiseerde meerjarenraming 2004 een tekort te zien van € 15,8 miljoen. Tabel 4 Ontwikkeling voorcalculatorische kassaldi Vinex-omslagfonds (bedragen x € 1 miljoen)
Meerjarenramingen Omslagfonds
Geraamd kassaldo 2005
Oktober 1999 April 2001 Mei 2002 Maart 2003 Mei 2004
-13,8 -18,6 -5,0 -11,2 -33,6
Geraamd kassaldo 2010 8,4 10,5 8,0 1,5 -15,8
Voor een gedetailleerd inzicht in de meerjarenraming Vinex-omslagfonds wordt verwezen naar de bijlage. De belangrijkste wijzigingen zijn: • In de meerjarenraming 2003 is uitgegaan van een netto toevoeging van 44.600 woningen. Volgens de laatste gemeentelijke opgave woningbouw is de verwachting dat in totaal ruim 37.400 woningen zullen worden toegevoegd. De totaal geraamde inkomsten in 2010 dalen daardoor met € 3 miljoen. Op grond van een grove berekening zou een daling van 7.200 woningen in de bicap leiden tot een daling van de inkomsten met € 9 miljoen. Echter de terugval van de productie is niet beperkt tot de Bicap, maar is ook van toepassing op de grote uitleglocaties. De financiële gevolgen zijn dan minder erg. Omdat de omslagheffing bij de grote uitleg van toepassing is op de totale plancapaciteit, is dan alleen sprake van uitgestelde heffing. De rente-effecten worden dan voor een belangrijk deel gecompenseerd door de indexering van de heffingsbedragen. De huidige raming geeft een daling van de totale inkomsten te zien van ruim € 18,8 miljoen in 2005 tot ruim € 100 miljoen en uiteindelijk een daling van € 3 miljoen tot ruim € 150 miljoen in 2010. • De raming van de totale uitgaven voor Verkeer en Vervoer komt € 1 miljoen hoger uit en bedraagt nu € 83,5 miljoen. De geplande kasuitgaven zijn zowel in fasering als in prijsstelling aangepast aan het recent vastgestelde RIVV 2003-2007. In deze raming is ook rekening gehouden met een vergoeding voor de niet-verrekenbare BTW voor het project Kruising/onderdoorgang A-29. • De raming van de totale uitgaven voor groenprojecten is gestegen met € 8,5 miljoen en bedraagt nu € 71,5 miljoen. Ook in 2003 is nog geen besluit genomen over de projecten Landscheidingspark en Boterdorpse Plas. De verwachting is dat besluitvorming over het Landscheidingspark nu in 2004 zal plaatsvinden. De besluitvorming over de Boterdorpse Plas zal naar verwachting niet eerder dan in 2005 plaatsvinden. De bijbehorende reserveringen zijn hierdoor opgenomen vanaf 2004 respectievelijk vanaf 2005, rekening houdend met een jaarlijkse kostenstijging van 3%. Voor de Koedood is rekening gehouden met een vergoeding voor de niet verrekenbare BTW. • In de meerjarenraming wordt rekening gehouden met een gemiddelde cashpoolrente van 5%. Voor 2003 was de rente berekend op € 1.7 miljoen debet. De uiteindelijk betaalde rente in 2003 bedraagt € 0,9 miljoen, omdat het werkelijke rentepercentage lager was en het saldo in 2003 behoorlijk minder negatief was. • Het totaal aan rente over de periode 1995-2010 was berekend op € 6,6 miljoen debet, de nieuwe berekening komt uit op € 11,4 miljoen debet. Dit is het gevolg van aangepaste faseringen in zowel de inkomsten als de uitgaven, teruglopende inkomsten en extra verhoogde uitgaven in verband met vergoedingen voor niet-verrekenbare BTW. De in het Financieel Scenario Herijking 2000 benoemde algemene risico’s blijven onverkort van toepassing. Onzekere inkomsten In tegenstelling tot het Grondkostenfonds is in het Omslagfonds geen sprake van ‘zekere’ inkomsten met bijbehorend vast kasritme. De inkomsten zijn in belangrijke mate afhankelijk van niet te beïnvloeden externe factoren, zoals de ontwikkelingen in de woningmarkt en de ontwikkelingen in de regionale en nationale economie inzake de productie van woningequivalenten. Niet alleen de totale omvang van de productie is hierbij van belang maar ook de verdeling in de tijd in verband met indexering en rente-effecten. 40 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
Sturingsmogelijkheden uitgaven De uitgaven voor verkeer & vervoer zijn afhankelijk van de ambities, zoals die tot uiting komen in het RIVV. De mate waarin deze ambities gerealiseerd kunnen worden, is echter sterk afhankelijk van de beschikbaar gestelde bijdragen van het rijk in het kader van het MIT, de GDU, het BOR en eventuele andere ad-hoc geldstromen. De in de meerjarenraming opgenomen projectkosten zijn richtinggevende bedragen, waarbij op de lange termijn rekening is gehouden met een prijsstijging van 1,75% per jaar, afgeleid van de Index Bruto Overheidsinvesteringen. Richtinggevend betekent dat er bij afwijkende kosten nader overleg nodig is over fasering, alternatieven, andere prioriteitstellingen of het zoeken naar aanvullende financiering. Het dagelijks bestuurd heeft de uitgaven voor Groen op 15 december 1999 in principe gebudgetteerd. Desondanks dient blijvend rekening te worden gehouden met de realiteit dat met name de verwervingsprijzen voor grond de afgelopen periode fors zijn gestegen. Van het grootste belang is echter dat binnen het Omslagfonds niet meer uitgegeven kan worden dan dat er aan inkomsten wordt opgehaald bij de gemeenten. Dit kan betekenen dat op enig moment de ambities moeten worden aangepast of dat alternatieve financieringsbronnen moeten worden aangesproken. Bij Verkeer & Vervoer zijn eind 2004 nagenoeg alle verplichtingen formeel aangegaan. Bij Groen zijn meer mogelijkheden tot aanpassing. In dit kader vroeg het DB al enige tijd geleden formeel aan de gemeente Bergschenhoek de Boterdorpse Plas op alternatieve wijze te financieren door middel van rood voor groen. Financiële buffer Bij de Herijking in 2001 is geconcludeerd dat gezien deze algemene risico’s een positief saldo in 2010 van € 10,5 miljoen bij een uitgaven totaal van € 147 miljoen (een buffer van ruim 7%) geen grote luxe is. Als gevolg van de actualisatie 2002 is het positieve saldo voorcalculatorisch gedaald tot € 8 miljoen bij een uitgaven totaal van € 148 miljoen (de buffer is teruggelopen tot 5%). Daarnaast is geconstateerd dat veruit het grootste deel van de uitgaven plaatsvindt in de periode 2000 t/m 2005, waar tegenover staat dat een deel van de inkomsten pas in de periode 2006 t/m 2010 gegenereerd worden. Het kassaldo in 2005 bedraagt € 5 miljoen negatief. In de actualisatie 2003 is het positieve saldo in 2010 geraamd op € 1,5 miljoen bij een uitgaven totaal van € 145,5 miljoen. De buffer is derhalve teruggelopen tot 1 %. Dit betekende dat tegenvallers niet meer eenvoudig kunnen worden opgevangen. Het kassaldo in 2005 is in deze raming weer opgelopen tot nu € 11 miljoen negatief. In de huidige actualisatie is het saldo in 2010 geraamd op € 15,8 miljoen negatief bij een uitgaven totaal van € 155 miljoen. Het kassaldo in 2005 is in deze raming opgelopen tot € 33,6 miljoen negatief. Rente In de voorliggende meerjarenraming is gerekend met een cashpool rente van 5%. Om de gevolgen van rentewijzigingen in kaart te brengen zijn drie varianten doorgerekend. Indien wordt gerekend met een rente van 6% wordt het negatieve saldo in 2010 verhoogd tot € 17,9 miljoen. Bij 4% wordt het negatieve saldo in 2010 verlaagd tot € 13,7 miljoen. Bij 3% wordt het negatieve saldo in 2010 verder verlaagd tot € 11,9 miljoen. BTW In de voorgaande actualisaties zijn BTW risico’s benoemd voor de regionale bijdrage aan de Kruising/onderdoorgang A-29 en de realisatie Koedood. Op 23 februari 2004 meldde de Belastingdienst aan de gemeente Barendrecht het voornemen om de BTW bij beide projecten niet als ‘voorzieningen met uitsluitend planbetekenis’ aan te merken. Hierdoor ontstaat geen recht op aftrek en verrekening van de BTW met de woningbouwlocatie Midden IJsselmonde. De BTW wordt daarbij een subsidiabele kostenpost en komt in aanmerking voor vergoeding binnen de regionale bijdrage. Ten aanzien van de Kruising/onderdoorgang A-29 betekent dit een hogere omslagbijdrage van maximaal € 0,9 miljoen en bij de Koedood van maximaal € 7,7 miljoen. In nauwe samenwerking met Barendrecht wordt op korte termijn bezien in hoeverre het voornemen van de belastingdienst nog om te vormen is en in hoeverre nadere juridische stappen, om de BTW alsnog als verrekenbaar geaccepteerd te krijgen, kans van slagen heeft. Gezien het schriftelijk vastgelegde voornemen van de belastingdienst, is in de meerjarenraming de maximaal berekende niet verrekenbare BTW nu als kostenpost en niet als risico opgenomen. 41 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
Niet halen van de woningbouwtaakstelling In de actualisatie 2003 werd nog rekening gehouden met een toename van 44.600 woningen in plaats van de originele taakstelling van 53.000 woningen. Nu wordt op basis van de meest recente gemeentelijke woningbouw- en sloopplanning rekening gehouden met een toename van 37.400 woningen. Volgens deze planning zullen daarvoor in 2004 5.300 woningen worden opgeleverd en 4.900 woningen worden onttrokken. Dit betekent voor het Omslagfonds dat de inkomsten met name als gevolg van het hoge aantal te slopen woningen (ruim 8.800 in de laatste twee jaar van de Vinex-periode) tot en met 2005 veel minder zijn dan oorspronkelijk werd aangenomen, omdat de heffing plaatsvindt over het saldo van begonnen en onttrokken woningen. Geconstateerd kan worden dat door de lagere netto woningbouwproductie, slechts 70% van de oorspronkelijke Vinex-taakstelling wordt gerealiseerd, de inkomsten uit omslagheffing ernstig achterblijven. Het niet halen van de Vinex-taakstelling is daarom een belangrijke factor in het nu berekende tekort van € 15,8 miljoen. Conclusie Vinex-omslagfonds De algemene conclusie van de herijking 2000 en de achtereenvolgende actualisaties blijft onverminderd van kracht. Dat zowel de inkomsten als de uitgaven worden gekenmerkt door risicovolle aannames ten aanzien van zowel de hoogte van de geraamde bijdragen als de fasering van het kasbeslag in de tijd, blijkt in de praktijk uitgekomen. Het saldo in 2005 is nu berekend op € 33,6 miljoen negatief en in 2010 op € 15,8 miljoen negatief. Niet alleen is de rek eruit, er is een fors tekort. Op korte termijn moet besluitvorming plaatsvinden over mogelijkheden van alternatieve financieringsbronnen of aanpassing van de ambities. In dit kader is van belang dat een aantal uitgavenposten samenhangt met woningbouwproductie die gepland was voor de Vinex-periode, maar inmiddels is uitgesteld tot de periode 2005-2010. Een mogelijkheid is om de omslagheffing in de binnenstedelijke capaciteit op een of andere wijze te continueren in de periode 2005-2010. Een voorstel voor verlenging van het Omslagfonds zal separaat worden voorgelegd aan het dagelijks bestuur en de regioraad. Een andere mogelijkheid is om de regionale financiering van het Landscheidingspark te Bergschenhoek niet voor 50% maar voor 100% te financieren uit het Grondkostenfonds. Slotconclusie De benoemde risico’s in de herijking 2000 en in de voorgaande actualisaties voor zowel het Vinex-grondkostenfonds als het Vinex-omslagfonds blijken nog onverkort van kracht. In de huidige actualisering zijn geen nieuwe risico elementen toegevoegd, maar wel nieuwe inzichten over de omvang van deze risico’s en de kans dat de risico’s zich voordoen. Voor het Vinex-grondkostenfonds geldt dat er geen directe aanleiding is om het bestaande beleid en de bestaande afspraken aan te passen. Gezien de looptijd tot en met 2005 zijn de mogelijkheden tot aanpassing overigens zeer beperkt. Mede gezien de onzekerheden over de uiteindelijke rijksbijdragen, zowel voor de periode 1995-2005 als voor de periode 2005-2010, is het noodzakelijk het berekende saldo van € 14,3 miljoen voorlopig nog in stand te houden. Eventueel kan (een deel van) dit saldo aangewend worden ter ontlasting van het Vinexomslagfonds. Voor het Vinex-omslagfonds is de kans dat de BTW bij de Kruising/onderdoorgang A29 en de Koedood niet verrekenbaar is, is door de uitspraak van de belastingdienst realistischer geworden. Deze niet verrekenbare BTW is daarom als kostenpost opgenomen. Samen met de gevolgen van het niet halen van de Vinex-taakstelling met 30% leidt dit tot een voorcalculatorisch saldo van € 15,8 miljoen negatief in 2010. Het onderzoek naar de mogelijkheden van alternatieve financieringsbronnen voor de geplande uitgaven in het Omslagfonds, zoals bij de Boterdorpse Plas, leidt op korte termijn tot bestuurlijke besluitvorming. Een voorstel tot verlenging van het Omslagfonds wordt eveneens op korte termijn separaat ter besluitvorming voorgelegd. Een andere mogelijkheid is de regionale financiering van het Landscheidingspark geheel ten laste te brengen van het Vinexgrondkostenfonds, voorzover daarvoor voldoende financiële ruimte bestaat.
42 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
Staat van reserves en voorzieningen
Naam reserve
Algemene Reserve Bestemmingreserves - Reserve algemene doeleinden - Jeugdzorg - BWS Subtotaal Reserves
Voorzieningen - Wachtgelders en FPU'ers - Minimalisatie doorbelastingen - Communicatie - ROM Rijnmond - Milieu - Beheer Groenakkoord - Groen - Investering Groenakkoord - Woonbeleid Subtotaal SR-Algemeen -
BDU Verkeer en Vervoer Bereikbaarheidsfonds Duurzaam Veilig Vervoersmanagement Openbaar Vervoer De Boer-EIISS Jeugdzorg Jeugdzorg dubieuze debiteuren Omslagfonds Grondkostenfonds BWS FVSV
Subtotaal Voorzieningen
Totaal reserves en voorzieningen
saldo na winstbestemming 2004
begrote toevoegingen 2005
begroot saldo per eind begrotingsjaar 2005
begrote onttrekkingen 2005
begrote toevoegingen 2006
begroot saldo per eind begrotingsjaar 2006
begrote onttrekkingen 2006
500.000
0
0
500.000
0
0
500.000
0 60.200 36.296.986
300.000 0 2.095.000
0 0 0
300.000 60.200 38.391.985
0 0 1.035.000
0 0 0
300.000 60.200 39.426.985
36.857.185
2.395.000
0
39.252.185
1.035.000
0
40.287.184
130.289 939.506 114.077 298.997 30.234 2.760.770 410.089 274.799 96.101 5.054.862
350.000 0 0 0 0 429.894 0 32.737 0 812.631
0 0 0 0 0 0 182.942 0 0 182.942
480.289 939.506 114.077 298.997 30.234 3.190.664 227.147 307.536 96.101 5.684.551
0 0 0 0 0 437.331 0 32.737 0 470.068
0 0 0 0 0 0 227.147 0 0 227.147
480.289 939.506 114.077 298.997 30.234 3.627.995 0 340.273 96.101 5.927.472
332.795.453 165.134.570 2.405.702 89.849 343.684 47.062.756 56.885 350.000 30.329.791 17.411.783 19.332.945 0
17.917.835 27.335.458 0 0 107.619 0 178.168 0 0 6.061.003 883.588 15.350.000
32.200.000 61.691.052 0 0 0 47.062.756 0 0 700.000 0 0 0
318.513.288 130.778.976 2.405.702 89.849 451.303 0 235.053 350.000 29.629.791 23.472.786 20.216.533 15.350.000
10.304.971 900.578 0 0 159.873 0 0 0 0 0 18.142.274 0
16.000.000 31.981.040 0 0 0 0 0 0 1.600.000 0 0 11.645.142
312.818.259 99.698.514 2.405.702 89.849 611.176 0 235.053 350.000 28.029.791 23.472.786 38.358.807 3.704.858
620.368.281
68.646.302
141.836.750
547.177.833
29.977.764
61.453.329
515.702.268
657.225.466
71.041.302
141.836.750
586.430.018
31.012.763
61.453.329
555.989.452
43 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
Vaststellingsbesluit regioraad begroting 2006
De Regioraad van de stadsregio Rotterdam, gelet op artikel 49, lid 7 van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 25 mei 2005; besluit: 1.
de programmabegroting 2006 en de activiteitenbegroting 2006 vast te stellen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 29 juni 2005 van de regioraad. de secretaris,
de voorzitter,
M.C. Jansen
mr I.W. Opstelten.
44 Programmabegroting 2006 stadsregio Rotterdam
BIJLAGE 1
ONTWERPBESLUIT
De Regioraad van de stadsregio Rotterdam, gelet op artikel 49, lid 7 van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 25 mei 2005;
besluit: 1.
de programmabegroting 2006 en de activiteitenbegroting 2006 vast te stellen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 29 juni 2005 van de regioraad. de secretaris,
de voorzitter,
mr M.C. Jansen.
mr I.W. Opstelten.
Regioraad Vergadering 29 juni 2005 Agendapunt 9 Onderwerp: Begrotingswijziging 2005–II. Bijlagen: 1. ontwerpbesluit; 2. cijfermatig detailoverzicht van begrotingswijziging 2005-II; 3. staat van reserves en voorzieningen bij begrotingswijziging 2005-II. Toelichting: Op 23 juni 2004 heeft de regioraad de begroting 2005 vastgesteld. Een eerste begrotingswijziging is door de regioraad vastgesteld op 22 december 2004. De stand van de begroting na deze wijziging is uitgangspunt voor deze tweede begrotingswijziging 2005. Deze begrotingswijziging 2005-II heeft geen invloed op de bijdragen van de regiogemeenten en bevat geen wijziging van het financiële beleid. Het is conform artikel 49, lid 12 van de ‘gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam’ niet nodig de wijziging gescheiden voor te leggen aan de regiogemeenten. Begrotingswijzigingen 210.00 Verkeer en Vervoer Vanaf 2005 ontvangt de stadsregio de Brede Doeluitkering verkeer en vervoer (BDU). Deze geldstroom is verwerkt in de activiteit Uitvoeringsprojecten verkeer en vervoer en omvat de rijksbijdragen Verdi en vervoermanagement. Om deze reden worden de afzonderlijke baten en bijbehorende lasten niet meer bij activiteit 210.00 opgenomen. 210.10 Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer Dit was voorheen de activiteit Gebundelde Doeluitkering. Vanwege het opgaan van de GDU in de BDU, heeft een herinrichting van de activiteit plaatsgevonden, waardoor de activiteiten vervoermanagement en verkeersveiligheid nu bij deze activiteit worden begroot. Daarnaast hebben de nieuwe richtlijnen uit het BBV invloed op de weergegeven cijfers. Investeringsprojecten die leiden tot nieuwe verplichtingen worden alleen opgenomen voor zover deze niet uit de voorziening afgedekt kunnen worden. Het verschil tussen in 2005 opgenomen baten en lasten leidt tot een dotatie aan de voorziening. Hieronder zullen puntsgewijs de belangrijkste overige wijzigingen worden toegelicht: • Investeringsbijdrage wegbeheerders: voor nieuwe grote projecten wordt in 2005 € 45 mln. verplichtingen aangegaan, voor kleine projecten € 15 mln. Ten opzichte van de vorige begroting is dit een daling van € 10 mln. Deze daling wordt veroorzaakt doordat deze projecten direct ten lasten van het BOR zullen worden gebracht. Voorheen werden ze eerst vanuit de GDU beschikt en vervolgens doorbelast aan het BOR-fonds. Totaal gaat het om € 60 mln. Voor nieuwe projecten, waarvan € 32,2 mln. ten laste van de voorziening wordt gebracht. Per saldo resteert een nieuwe verplichting van € 27,8 mln. • Investeringsbijdrage gedecentraliseerde projecten: dit zijn de bedragen die in 2003 niet gedeclareerd zijn bij het Rijk en nu ten laste van latere jaren komen. Het Rijk heeft toegezegd hiervoor in 2007 een bedrag van € 48 mln. aan de BDU toe te voegen. Aan de batenkant leidt dit tevens tot een nieuw recht op het Rijk. • Interne verrekening met Omslagfonds en De Boer-EIISS: in 2005 vinden geen activiteiten plaats die leiden tot nieuwe rechten of verplichtingen tegenover het Omslagfonds of de De Boer-EIISS-regeling. • BDU bijdrage verkeer en vervoer: het initieel opgenomen bedrag, kwam overeen met de verwachte omvang van het infra-deel van de BDU-beschikking 2005. Op basis van de nieuwe richtlijnen van het BBV moeten bij deze post echter alleen de nog niet eerder begrotingswijziging 2005-I / AR / 11 mei 2005
Pagina 1
ingeboekte vorderingen op het Rijk opgenomen worden. De nu opgenomen € 92,5 mln. bestaat ten eerste uit nog niet ingeboekte vrijval Beneluxlijn (€ 29,5 mln.). Ten tweede valt te noemen een extra bedrag vanuit de BDU ad 48 mln. dat in 2007 aan de BDU wordt toegevoegd en dat hier als nieuwe vordering (recht op het Rijk) in ingeboekt. Ten derde is opgenomen het deel uit de BDU-beschikking 2005 voor kleine projecten (€ 15 mln.) dat nog niet eerder als recht op het Rijk was ingeboekt. 210.30 Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam (BOR) De daling in de projectkosten is te herleiden tot de werkwijze rondom voorzieningen. Bij het afwikkelen van aangegane verplichtingen die door een gevormde voorziening worden gedekt, geldt dat deze niet opnieuw via de exploitatie lopen, maar rechtsreeks via de gevormde voorziening. Het toepassen van deze regel uit zich, naast de daling in de projectkosten, in de opgenomen onttrekking aan de voorziening (zie staat van reserves en voorzieningen). Verder worden de baten opwaarts bijgesteld vanwege de extra storting die het Rijk zal doen in het kader van de “envelop regionale bereikbaarheid”. Omdat de regionale partners een even groot deel in het Fonds dienen in te leggen, ontstaan een totaal nieuw recht van € 25 mln. Inclusief de verwachte rentebaten kan daarmee een aanzienlijke dotatie aan de voorziening worden opgevoerd. 212.00 Openbaar Vervoer De rijksbijdrage wordt opwaarts bijgesteld met € 12,6 mln. Dit is ten eerste het gevolg van de gunstige ontwikkeling van de reizigersopbrengsten in 2003. Deze zijn namelijk bepalend voor de hoogte van de exploitatiebijdrage OV over de periode 2005 tot en met 2009. Vanwege de toegenomen reizigersopbrengsten in 2003 stijgt het aandeel van de stadsregio in de landelijke rijksbijdrage van 14,53% in 2004 naar 15,19%. Dit resulteert voor de stadsregio in een toename van de rijksbijdrage met € 6 mln. Ten tweede vloeit de stijging van de rijksbijdrage voort uit een voorstel van de minister van V&W betreffende de structurele bekostiging van het groot onderhoud van de metroinfrastructuur. Het betreffende convenant is nog niet getekend, maar de beschikking inzake bijdrage over 2005 (BDU beschikking 2005) is al ontvangen. Voor 2005 betreft dit een bedrag van ruim € 6,6 mln. Bovengenoemde stijging in de rijksbijdrage resulteert in de lastensfeer in een verhoging van de post exploitatie openbaar vervoer. Echter, omwille van transparantie zijn de bijdragen voor het vervangingsonderhoud tram en metro van de post exploitatie openbaar vervoer overgegaan naar de post beheer en onderhoud railinfrastructuur. Hierdoor is per saldo een daling zichtbaar in de post exploitatie openbaar vervoer. Verder is de post OVconcessies, beleidsontwikkeling en stimuleringsbijdragen verlaagd op grond van de ervaringen over 2003 en 2004. 212.20 Extra Investeringsimpuls Stads- en Streekvervoer (EIISS) De bijstelling is vanwege de huidige inschatting van de rentebaat en het saldo van het kasgeld en nadat alle lopende verplichtingen gekoppeld aan de regeling afgewikkeld zijn. 620.00 Jeugdzorg Met de begrotingswijziging worden de rijksbijdragen in de begroting jeugdzorg ruim € 18,9 mln. hoger. Dit is het gevolg van de volgende ontwikkelingen: • Vanaf 1 januari loopt de rijksbijdrage van het Ministerie van Justitie ten behoeve van de justitiële taken van Bureau Jeugdzorg via de stadsregio. Voorheen was er sprake van een directe financiering door het ministerie. Hiermee is een bedrag van € 14 miljoen euro gemoeid. • Hetzelfde is gebeurd met de financiering van de toegang tot de jeugd-GGZ. Dit werd voorheen gefinancierd uit de AWBZ. Hiermee is een bedrag van € 1,7 mln. gemoeid. • Als gevolg van het hoofdlijnenakkoord is voor de stadsregio € 0,75 mln. extra doeluitkering beschikbaar gekomen. • Eind 2004 is de OVA 2004 bekend geworden en deze heeft consequenties voor de hoogte van de doeluitkering. Voor 2004 bedroeg de OVA 1,72% (voor 80% van de doeluitkering). • Het Rijk heeft incidenteel € 200.000 beschikbaar gesteld voor het wegwerken van de wachtlijsten bij het AMK. Verder wordt de bijdrage ten behoeve van zorgaanbod, de toegang tot bureau jeugdzorg en aansluiting met lokaal beleid opwaarts bijgesteld met € 0,29 mln.
begrotingswijziging 2005-I / AR / 11 mei 2005
Pagina 2
Tot slot heeft het ministerie van VWS een bedrag van € 150.000 ter beschikking gesteld waarvoor het volgende geldt: • Voor de jaren 2005, 2006 en 2007 wordt steeds € 50.000 beschikbaar ter dekking van bestuurskosten. In 2005 zal dit worden ingezet voor de financiering van een doelmatigheidsonderzoek. • Met ingang van 2005 wordt structureel €100.000 beschikbaar gesteld. Dit bedrag zal worden aangewend voor de versterking van het team Jeugdzorg met 0,9 fte. Dit uit zich in gestegen apparaatslasten (post indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat). 913.00 Beleggingen De verwachte rentebaat uit de BOR middelen wordt opwaarts bijgesteld tot € 2,5 mln. vanwege een verhoging van het kassaldo. Apparaatslasten De apparaatslasten stijgen uitsluitend vanwege de stijging in de formatie ten behoeve van het team Jeugdzorg. Met de toegenomen formatie verandert ook de verdeelsleutel voor toekenning van apparaatslasten aan de activiteiten. Dit uit zich in gewijzigde bedragen opgenomen onder de post indirecte kosten volgens de kostenverdeelstaat en de doorberekende lasten voor Bestuursorganen (001.00), Communicatie (002.30) en Commissie Beroep- en Bezwaarschriften (002.40). Omvormen bestemmingsreserves naar voorzieningen Met het van kracht worden van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geldt dat niet bestede bedragen, verkregen van derden onder strikte condities voor aanwending, dienen te worden gedoteerd aan een voorziening. Bestemmingsreserves echter worden gevormd en ingezet na besluitvorming daartoe door de regioraad. Op basis van deze bepalingen is in de jaarrekening 2004 een groot aantal bestemmingsreserves omgevormd tot voorziening. Uitgaande van de door de accountant goedgekeurde positie per einde boekjaar 2004 wordt met de voorliggende begrotingswijziging de gewijzigde systematiek in de begroting 2005 verwerkt. De wijzigingen die hieruit voortvloeien zijn in het detailoverzicht, tenzij expliciet bij de activiteit zelf toegelicht, gemarkeerd met de afkorting BBV. Financiële consequenties: zoals boven omschreven. Afgestemd met: wordt op 23 juni 2005 in de commissie Grondbeleid en Middelen behandeld. Verdere procedure: verzenden aan de raden en colleges van de 18 deelnemende gemeenten en aan de gedeputeerde staten van Zuid-Holland. Gevraagde beslissing: 1. de begroting 2005 conform bijgevoegd ontwerpbesluit te wijzigen.
begrotingswijziging 2005-I / AR / 11 mei 2005
Pagina 3
Websamenvatting (alleen voor regioraad en commissies):
begrotingswijziging 2005-I / AR / 11 mei 2005
Pagina 4
Detailoverzicht subfunctie
bijlage 2 wijziging begroting 2005
omschrijving
begrotings wijziging -I 2005
begrotings wijziging -II 2005
HOOFDFUNCTIE 0 ALGEMEEN BESTUUR Functie 001 - Bestuursorganen
totaal der lasten totaal der baten verschil
1.070 0 1.070
130.560 0 130.560
131.629 0 131.629
0 0 0 0 0 0 0 0 0
2.550 10.200 2.550 19.170 2.550 45.012 51.000 102.000 235.032
2.550 10.200 2.550 19.170 2.550 45.012 51.000 102.000 235.032
doorberekende bijdrage GDU/BDU Verkeer en Vervoer doorberekende bijdrage BOR doorberekende bijdrage OV doorberekende bijdrage Grondkostenfonds/FVSV doorberekende bijdrage BWS subtotaal doorberekende lasten
303 96 273 129 269 1.070
-28.404 -9.432 -28.904 -12.277 -25.455 -104.472
-28.101 -9.336 -28.630 -12.148 -25.186 -103.403
totaal lasten
1.070
130.560
131.629
1.981 0 1.981
241.745 0 241.745
243.726 0 243.726
0 0 0
425.568
425.568
425.568
425.568
doorberekende bijdrage GDU/BDU Verkeer en Vervoer doorberekende bijdrage BOR doorberekende bijdrage OV doorberekende bijdrage Grondkostenfonds/FVSV doorberekende bijdrage BWS subtotaal doorberekende lasten
548 174 494 234 487 1.937
-51.431 -17.079 -52.335 -22.230 -46.092 -189.166
-50.883 -16.905 -51.841 -21.996 -45.604 -187.229
totaal lasten
1.937
236.402
238.339
0 0
9.619 9.619
9.619 9.619
doorberekende bijdrage GDU/BDU Verkeer en Vervoer doorberekende bijdrage BOR doorberekende bijdrage OV doorberekende bijdrage Grondkostenfonds/FVSV doorberekende bijdrage BWS subtotaal doorberekende lasten
12 4 11 5 11 44
-1.163 -386 -1.183 -502 -1.042 -4.276
-1.150 -382 -1.172 -497 -1.031 -4.232
totaal lasten
44
5.343
5.387
001.00 Bestuursorganen dagelijks bestuur fractiekosten reiskosten DB leden overige kosten bestuursorganen materiele uitgaven RR leden formatieruimte Veiligheid vergoeding full time DB leden bijdrage Regio Randstad subtotaal directe lasten
Functie 002 - Bestuursondersteuning
totaal der lasten totaal der baten verschil
002.30 Communicatie directe lasten dotatie voorziening subtotaal directe lasten
002.40 Commissie Beroep- en Bezwaarschriften lasten cie. beroep- en bezwaarschriften subtotaal directe lasten
Begrotingswijziging 2005-II stadsregio Rotterdam
subfunctie
wijziging begroting 2005
omschrijving
begrotings wijziging -I 2005
begrotings wijziging -II 2005
HOOFDFUNCTIE 2 VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT Functie 210 - Wegen, straten en pleinen
totaal der lasten totaal der baten verschil
-4.921.308 -20.567.076 -25.488.384
127.683.121 122.761.813 -97.882.795 -118.449.871 29.800.326 4.311.942
210.00 Verkeer en Vervoer planontwikkeling vervoermanagement dotatie voorziening vervoermanagement indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage t.l.v. BDU Verkeer en Vervoer totaal lasten rijksbijdrage VERDI rijksbijdrage vervoermanagement totaal baten
0 -450.000 0
2.897.837 450.000 0
2.897.837 0 0
-3.883
315.825
311.942
-1.017.409 -1.471.292
-1.880.428 1.783.234
-2.897.837 311.942
987.384 541.587 1.528.971
-987.384 -541.587 -1.528.971
0 0 0
3.240.100 -8.207.517 3.835.517 -13.346.747 -470.317 17.917.835 2.968.871
24.559.900 53.407.517 -3.835.517 13.346.747 470.317 0 87.948.964
27.800.000 45.200.000 0 0 0 17.917.835 90.917.835
-121.975
471.975
350.000
-7.581
711.645
704.064
-303 -548 -12
28.404 51.431 1.163
28.101 50.883 1.150
1.017.409 3.855.861
1.880.428 91.094.010
2.897.837 94.949.871
-19.325.253 600.000 6.300.000 718.800 -11.706.453
-73.174.747 -600.000 -6.300.000 -1.668.671 -81.743.418
-92.500.000 0 0 -949.871 -93.449.871
-997.000
997.000
0
-997.000
997.000
0
997.000 997.000
-997.000 -997000
0 0
210.10 Uitvoeringsprojecten Verkeer en Vervoer investeringsbijdrage wegbeheerders investeringsbijdrage gedecentraliseerde projecten interne verrekening Omslagfonds en De Boer-EIISS interne verrekening met BOR beleidsuitvoering en ontwikkeling GDU+ dotatie voorziening BDU subtotaal investeringsbijdragen decentraal budgetbeheer (dS+V) indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften bijdrage verkeer en vervoer planontwikkeling totaal lasten BDU Verkeer en Vervoer extra rijksbijdrage i.v.m. overkomst GDU+ BBV onttrekking voorziening GDU opheffen reserve De Boer EIISS
210.20 Duurzaam Veilig projectkosten Duurzaam Veilig dotatie aan voorziening totaal lasten rijksbijdrage Duurzaam veilig totaal baten
Begrotingswijziging 2005-II stadsregio Rotterdam
2
subfunctie
wijziging begroting 2005
omschrijving
begrotings wijziging -I 2005
begrotings wijziging -II 2005
210.30 Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam projectkosten BOR dotatie voorziening BOR indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften totaal lasten Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam totaal baten
Functie 212 - Openbaar vervoer
totaal der lasten totaal der baten verschil
33.641.65827.335.458
33.545.658 0
-96.000 27.335.458
-2.404
236.322
233.918
-96 -174 -4 -6.308.878
9.432 17.079 386 33.808.878
9.336 16.905 382 27.500.000
-11.386.594 -11.386.594
-13.613.406 -13.613.406
-25.000.000 -25.000.000
11.018.874 -12.560.000 -1.541.126
164.249.671 175.268.545 -162.581.000 -175.141.000 1.668.671 127.545
212.00 Openbaar vervoer exploitatie openbaar vervoer sociale veiligheid toegankelijkheid OV-concessies, beleidsontwikkeling en stimuleringsbijdragen bedrijfsvervoer beheer en onderhoud railinfrastructuur dotatie voorziening openbaar vervoer subtotaal directe lasten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften totaal lasten bijdrage BDU exploitatie openbaar vervoer totaal baten
-9.843.007 339.749 -34.911 -906.609 700.000 22.304.779 107.619 12.667.620
143.874.420 14.500.000 1.400.000 2.000.000 0 0 0 161.774.420
134.031.413 14.839.749 1.365.089 1.093.391 700.000 22.304.779 107.619 174.442.040
-6.841
724.158
717.317
-273 -494 -11 12.660.000
28.904 52.335 1.183 162.581.000
28.630 51.841 1.172 175.241.000
-12.560.000 -12.560.000
-162.581.000 -175.141.000 -162.581.000 -175.141.000
212.20 Extra Investeringsimpuls Stads- en Streekvervoer (EIISS) investeringsbijdragen uitvoeringskosten toevoeging reserve GDU dotatie voorziening Boer-EIISS totaal lasten rijksbijdrage De Boer-EIISS bijdrage uit GDU totaal baten
Begrotingswijziging 2005-II stadsregio Rotterdam
0 0 -1.641.126 0 -1.641.126
0 0 1.668.671 0 1.668.671
0 0 27.545 0 27.545
0 0 0
0 0 0
0 0 0
3
subfunctie
wijziging begroting 2005
omschrijving
begrotings wijziging -I 2005
begrotings wijziging -II 2005
HOOFDFUNCTIE 5 CULTUUR EN RECREATIE Functie 560 - Openbaar groen en openluchtrecreatie
totaal der lasten totaal der baten verschil
29.007 0 29.007
1.332.895 -59.964 1.272.931
1.361.902 -59.964 1.301.938
0 0
429.894 429.894
429.894 429.894
-182.942 182.942
755.822 -182.942
572.880 0
-3.730 -3.730
330.121 903.001
326.391 899.271
0 0
-27.227 -27.227
-27.227 -27.227
0 32.737 32.737
0 0 0
0 32.737 32.737
0 0
-32.737 -32.737
-32.737 -32.737
-2.238 0 -2.238
480.773 -250.000 230.773
478.535 -250.000 228.535
0 0
42.358 250.000
42.358 250.000
-2.238 -2.238
188.415 480.773
186.177 478.535
0 0
-250.000 -250.000
-250.000 -250.000
560.10 Beheerkosten Groenakkoord dotatie voorziening beheer groenakkoord totaal lasten
560.20 Beleidsontwikkeling en programma-management regionaal groen BBV uitbestedingen BBV dotatie aan voorziening groen indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten bijdrage provincie Groenakkoord totaal baten
560.40 Investeringen Groenakkoord lasten dotatie voorziening Groenakkoord totaal lasten bijdrage provincie Groenakkoord totaal baten
HOOFDFUNCTIE 6 SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING Functie 611 - Werkgelegenheid
totaal der lasten totaal der baten verschil
611.00 Werk en Inkomen directe lasten voorwaardenscheppende projecten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten subsidie provincie Zuid Holland totaal baten
Begrotingswijziging 2005-II stadsregio Rotterdam
4
subfunctie
wijziging begroting 2005
omschrijving
Functie 620 - Maatschapppelijke begeleiding en advies
totaal der lasten totaal der baten verschil
begrotings wijziging -I 2005
begrotings wijziging -II 2005
19.375.659 -19.358.938 16.721
61.300.446 -60.961.645 338.802
80.676.105 -80.320.583 355.522
19.030.770 0 0 50.000 178.168 0
60.504.395 0 0 0 0 0
79.535.165 0 0 50.000 178.168 0
116.721
592.049
708.770
0 0 0 19.375.659
0 0 0 61.096.444
0 0 0 80.472.103
-18.923.153 -285.785 0 0 -150.000 -19.358.938
-58.250.816 -2.253.579 -408.003 -49.247 0 -60.961.645
-77.173.969 -2.539.364 -408.003 -49.247 -150.000 -80.320.583
Maaszicht totaal lasten
0 0
204.002 204.002
204.002 204.002
totaal baten
0
0
0
-3.730 0 -3.730
795.709 0 795.709
791.978 0 791.978
directe lasten dotatie voorziening ROM Rijnmond
0 0
134.161 0
134.161 0
indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten
0 0
0 134.161
0 134.161
0 0
331.426 0
331.426 0
-3.730 -3.730
330.121 661.547
326.391 657.817
0
0
0
620.00 Jeugdzorg bijdragen aan instellingen onvoorzien jeugdzorg uitvoeringskosten GGD projectkosten dotatie voorziening algemeen jeugdzorg dotatie voorziening dubieuze debiteuren jeugdzorg indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften totaal lasten rijksbijdragen bijdrage zorgaanbod (Rdam en PZH) bijdrage gemeente Rotterdam bestuurskosten bijdrage PZH bestuurskosten bijdrage VWS bestuurskosten totaal baten
620.10 Maatschappelijke hulpverlening
HOOFDFUNCTIE 7 VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU Functie 723 - Milieubeheer
totaal der lasten totaal der baten verschil
723.00 R.O.M. Rijnmond
723.20 Overige milieukosten direkte lasten dotatie voorziening Milieu indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten totaal baten
Begrotingswijziging 2005-II stadsregio Rotterdam
5
subfunctie
wijziging begroting 2005
omschrijving
begrotings wijziging -I 2005
begrotings wijziging -II 2005
HOOFDFUNCTIE 8 RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING Functie 810 - Ruimtelijke ordening
totaal der lasten totaal der baten verschil
6.043.212 0 6.043.212
20.718.696 -23.300.000 -2.581.304
26.761.908 -23.300.000 3.461.908
0
1.580.535
1.580.535
-10.368 -10.368
1.065.166 2.645.701
1.054.798 2.635.333
0
0
0
bijdragen grondkosten uitvoeringskosten Vinex BBV dotatie voorziening Grondkostenfonds
0 0 6.061.003
16.600.000 500.000 0
16.600.000 500.000 6.061.003
bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften totaal lasten
-129 -234 -5 6.060.635 0 0 0 0
12.277 22.230 502 17.135.009
12.148 21.996 497 23.195.644
-22.700.000 -600.000 -23.300.000
-22.700.000 -600.000 -23.300.000
0
105.620
105.620
-3.625 -3.625
338.950 444.570
335.325 440.945
0
0
0
0
166.143
166.143
-3.430 -3.430
327.273 493.416
323.843 489.986
0
0
0
810.00 Ruimtelijk beleid ruimelijk beleid / uitbestedingen indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten totaal baten 810.30 Grondkostenfonds
rijksbijdrage gemeentelijke bijdrage verfijningsregeling totaal baten 810.40 Economie directe lasten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten totaal baten 810.50 Bedrijven Info Rijnmond directe lasten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat totaal lasten totaal baten
Begrotingswijziging 2005-II stadsregio Rotterdam
6
subfunctie
wijziging begroting 2005
omschrijving
Functie 820 - Woningexploitatie en woningbouw
totaal der lasten totaal der baten verschil
820.10 Wonen uitvoeringskosten Volkshuisvestingsregelingen uitvoeringskosten toezicht statushouders diverse projectkosten totaal lasten bijdrage provincie uitvoeringskosten statushouders totaal baten 820.20 BWS diverse subsidies Wonen stimuleringsbijdragen stedelijke vernieuwing BBV dotatie voorziening Wonen subtotaal directe lasten indirecte kosten volgens kostenverdeelstaat bijdrage bestuurskosten bijdrage communicatie bijdrage beroep- en bezwaarschriften bijdrage ter dekking begrotingstekort totaal lasten rijksbijdrage overige baten toezeggingen totaal baten
begrotings wijziging -I 2005
begrotings wijziging -II 2005
929.641 0 929.641
7.847.763 -8.417.689 -569.926
8.777.404 -8.417.689 359.715
0 0 0 0
518.661 13.926 34.817 567.404
518.661 13.926 34.817 567.404
0 0
-22.689 -22.689
-22.689 -22.689
0 0 883.588 883.588
6.570.000 0 0 6.570.000
6.570.000 0 883.588 7.453.588
-6.743 -269 -487 -11 53.564 929.641
637.770 25.455 46.092 1.042 7.280.359
631.027 25.186 45.604 1.031 53.564 8.210.000
0 0 0 0
-8.210.000 -185.000 0 -8.395.000
-8.210.000 -185.000 0 -8.395.000
-700.000 -363.577 -1.063.577
700.000 -7.073.968 -6.373.968
0 -7.437.545 -7.437.545
0 0 -700.000 0 0 0 -700.000
0 0 700.000 0 0 0 700.000
0 0 0 0 0 0 0
0 0 -336.032 0 -27.545 0 0 0 0 0 -363.577
-1.200.000 -1.500.000 -2.163.968 -100.000 0 0 -200.000 0 0 -1.910.000 -7.073.968
-1.200.000 -1.500.000 -2.500.000 -100.000 -27.545 0 -200.000 0 0 -1.910.000 -7.437.545
HOOFDFUNCTIE 9 FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Functie 913 - Beleggingen
totaal der lasten totaal der baten verschil
913.00 Beleggingen rente lasten De Boer-EIISS rente lasten Jeugdzorg BBV rente lasten Omslagfonds rente lasten Grondkostenfonds rente lasten FVSV rente lasten BWS totaal lasten rente baten Stadsregio rente baten GDU/BDU Verkeer en Vervoer rente baten Bereikbaarheidsoffensief rente baten Openbaar Vervoer rente baten De Boer-EIISS rente baten Jeugdhulpverlening rente baten Grondkostenfonds rente baten Omslagfonds rente baten FVSV rente baten BWS totaal baten
Begrotingswijziging 2005-II stadsregio Rotterdam
7
wijziging begroting 2005
omschrijving
Functie 921 - Algemene uitkeringen
begrotings wijziging -II 2005
0 -53.564 -53.564
0 -6.613.709 -6.613.709
0 -6.667.273 -6.667.273
0
0
0
0 0 -53.564 -53.564
-5.491.701 -1.122.007 0 -6.613.709
-5.491.702 -1.122.007 -53.564 -6.667.273
0 0 0
395.378 0 395.378
395.378 0 395.378
dotatie aan voorziening WW / FPU dotatie voorziening minimalisatie doorbelastingen totaal lasten
0 0 0
350.000 0 350.000
350.000 0 350.000
onttrekking voorziening minimalisatie doorbelastingen vrijval voorzieningen totaal baten
0 0 0
0 0 0
0 0 0
onvoorziene uitgaven totaal lasten
0 0
45.378 45.378
45.378 45.378
totaal baten
0
0
0
toevoeging algemene reserve toevoeging reserve algemene doeleinden toevoeging reserve Jeugdzorg toevoeging reserve BWS toevoeging reserve GDU/BDU Verkeer en Vervoer toevoeging reserve Bereikbaarheidsoffensief toevoeging reserve Openbaar Vervoer toevoeging reserve De Boer-EIISS toevoeging reserve investeringen Groenakkoord toevoeging reserve Omslagfonds toevoeging reserve Grondkostenfonds totaal lasten
0 0 0 -929.641 0 0 -100.000 0 -32.737 0 -6.057.400 -7.119.778
0 300.000 0 3.024.641 0 0 100.000 0 32.737 0 6.057.400 9.514.778
0 300.000 0 2.095.000 0 0 0 0 0 0 0 2.395.000
onttrekking algemene reserve onttrekking reserve algemene doeleinden onttrekking reserve Jeugdzorg onttrekking reserve BWS onttrekking reserve GDU/BDU Verkeer en Vervoer onttrekking reserve Bereikbaarheidsoffensief onttrekking reserve Openbaar Vervoer onttrekking reserve De Boer-EIISS onttrekking reserve Omslagfonds onttrekking reserve Grondkostenfonds onttrekking reserve Minimalisatie Doorbelastingen totaal baten
0 0 0 0 7.850.592 18.031.503 0 1.668.671 700.000 0 0 28.250.766
0 0 0 0 -7.850.592 -18.031.503 0 -1.668.671 -700.000 0 0 -28.250.766
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
24.652.389 -24.652.389 0
395.391.535 -395.391.535 0
420.043.923 -420.043.923 0
Algemene uitkeringen
totaal der lasten totaal der baten verschil
begrotings wijziging -I 2005
totaal lasten gemeentelijke bijdragen bijdrage gemeente Rotterdam bijdrage BWS ter dekking begrotingstekort totaal baten
Functie 922 - Algemene baten en lasten
totaal der lasten totaal der baten verschil
Voorzieningen voor algemene doeleinden
Onvoorziene uitgaven
Reservering voor nog functioneel te ramen bedragen
Totaal der lasten Totaal der baten Saldo gewone dienst
Begrotingswijziging 2005-II stadsregio Rotterdam
8
bijlage 3 Staat van reserves en voorzieningen
Omschrijving
Algemene Reserve
saldo na winstbestemming 2004
begrote toevoegingen 2005
begroot saldo per eind begrotingsjaar 2005
begrote onttrekkingen 2005
500.000
0
0
500.000
0 60.200 36.296.986
300.000 0 2.095.000
0 0 0
300.000 60.200 38.391.985
36.857.185
2.395.000
0
39.252.185
130.289 939.506 114.077 298.997 30.234 2.760.770 410.089 274.799 96.101 5.054.862
350.000 0 0 0 0 429.894 0 32.737 0 812.631
0 0 0 0 0 0 182.942 0 0 182.942
480.289 939.506 114.077 298.997 30.234 3.190.664 227.147 307.536 96.101 5.684.551
332.795.453 165.134.570 2.405.702 89.849 343.684 47.062.756 56.885 350.000 30.329.791 17.411.783 19.332.945
17.917.835 27.335.458 0 0 107.619 0 178.168 0 0 6.061.003 883.588
32.200.000 61.691.052 0 0 0 47.062.756 0 0 700.000 0 0
318.513.288 130.778.976 2.405.702 89.849 451.303 0 235.053 350.000 29.629.791 23.472.786 20.216.533
Subtotaal Voorzieningen
620.368.281
53.296.302
141.836.750
531.827.833
Totaal reserves en voorzieningen
657.225.466
55.691.302
141.836.750
571.080.018
Bestemmingreserves - Reserve algemene doeleinden - Jeugdzorg - BWS Subtotaal Reserves Voorzieningen - Wachtgelders en FPU'ers - Minimalisatie doorbelastingen - Communicatie - ROM Rijnmond - Milieu - Beheer Groenakkoord - Groen - Investering Groenakkoord - Woonbeleid Subtotaal SR-Algemeen -
BDU Verkeer en Vervoer Bereikbaarheidsfonds Duurzaam Veilig Vervoersmanagement Openbaar Vervoer De Boer-EIISS Jeugdzorg Jeugdzorg dubieuze debiteuren Omslagfonds Grondkostenfonds BWS
Begrotingswijziging 2005-II stadsregio Rotterdam
BIJLAGE 1 ONTWERPBESLUIT
De regioraad van de stadsregio Rotterdam, gelet op artikel 49, lid 7 van gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 25 mei 2005;
besluit: de volgende begrotingswijzigingen vast te stellen: Functie Omschrijving Functie 001 bestuursorganen
Functie 002 bestuursondersteuning communicatie cie. beroep- en bezwaar
Functie 210 Verkeer en vervoer
Effect Een verhoging van de doorberekende lasten
Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam
Functie 212 Openbaar Vervoer Extra Invest. Impuls stadsen streekvervoer (EIISS)
1.070
-/- €
1.937
-/- €
44
Een verlaging van de lasten Een verlaging van de baten
€ 1.471.292 -/- € 1.528.971
Een verlaging van de lasten Een verlaging van de baten Een verlaging van de lasten
-/- € 3.855.861 € 11.706.453 € -/- € €
997.000 997.000 6.308.878
Een verhoging van de baten
€ 11.386.594
Een verhoging van de lasten Een verhoging van de baten Een verlaging van de lasten
-/- € 12.660.000 € 12.560.000 € 1.641.126
Functie 560 Beleidsontwikkeling en prog. Een verlaging van de lasten management regionaal groen Investeringen Groenakkoord
-/- €
Een verhoging van de doorberekende lasten Een verhoging van de doorberekende lasten
Uitvoeringskosten Verkeer en Een verhoging van de lasten Vervoer Een verhoging van de baten Duurzaam Veilig
Bedrag
Een verhoging van de lasten
€
3.730
-/- €
32.737
€
2.238
Functie 611 werk en inkomen
Een verlaging van de lasten
Functie 620 Jeugdzorg
Een verhoging van de lasten Een verhoging van de baten
-/- € 19.375.659 € 19.358.938
Functie 723 Overige milieukosten
Een verhoging van de lasten
-/- 3.730
Functie 810 Ruimtelijk beleid Vinex Grondkostenfonds Economie
Een verlaging van de lasten Een verhoging van de lasten Een verlaging van de lasten
€ 10.368 -/- € 6.060.635 € 3.625
Bedrijven Info Rijnmond
Een verlaging van de lasten
€
3.430
Functie 820 Wonen
Een verhoging van de lasten
-/- € 929.641
Functie 913 Beleggingen
Een verlaging van de lasten Een verhoging van de baten
€ 700.000 € 363.577
Functie 921 Algemene uitkeringen
Een verhoging van de baten
€ 53.564
Functie 922 Reservering voor nog functioneel te ramen bedragen
Een verlaging van de lasten Een verlaging van de baten
€ 7.119.778 -/- € 28.250.766
+ -
is een positief effect op het resultaat is een negatief effect op het resultaat
Aldus besloten in de openbare vergadering van 29 juni 2005 van de regioraad. de secretaris,
de voorzitter,
mr M.C. Jansen.
mr I.W. Opstelten.
Regioraad Vergadering 29 juni 2005 Agendapunt 10
Onderwerp: Delegatie bevoegdheden ISV2. Bijlagen: 1. ontwerpbesluit stadsregio Rotterdam; 2. brief Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland d.d. 23 december 2004; 3. ontwerpbesluit Gedeputeerde Staten. Toelichting: In zijn vergadering van 16 juni 2004 heeft het dagelijks bestuur ingestemd met de delegatie van de provinciale bevoegdheden op het gebied van stedelijke vernieuwing aan de stadsregio. Met de vaststelling op 23 juni 2004 van de nota “Vernieuwen en Delen”, het regionaal beleidskader stedelijke vernieuwing, heeft u deze instemming bekrachtigd. Bij brief van 23 december 2004 leggen Gedeputeerde Staten een nieuw delegatiebesluit aan de stadsregio voor. Reden hiervoor is dat de tekst van het nieuwe delegatiebesluit afwijkt van de eerdere versie. Dit naar aanleiding van enige opmerkingen van de kant van het ministerie van VROM. Inhoudelijk is het delegatiebesluit niet gewijzigd. Wel wordt in de toelichting nader ingegaan op de verhoudingen tussen betrokken partijen: rijk, provincie, stadsregio en regiogemeenten. Belangrijkste toevoeging hier is: “het (delegatie)besluit laat de in de Wet stedelijke vernieuwing geregelde verhouding tussen minister en ons college (=GS) ongewijzigd”. Provinciale Staten heeft in zijn vergadering van 26 januari 2005 ingestemd met het delegatiebesluit. Het delegatiebesluit bevat geen nieuwe gezichtspunten maar de regioraad dient de delegatie van de bevoegdheden nog wel formeel te accepteren. Delegatie van de bevoegdheden vindt plaats nadat: • het “Convenant over samenwerking tussen de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Schiedam en Rotterdam en de stadsregio Rotterdam met betrekking tot het investeringsbudget stedelijke vernieuwing 2005-2010” gesloten is; • de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam met het oog op de delegatie van de ISV-bevoegdheden is gewijzigd. Ondertekening van het convenant heeft op 23 december 2004 plaatsgevonden. De wijziging van de gemeenschappelijke regeling is op 10 maart 2005 door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Over de inhoud van deze agendapost bent u afgelopen maart (toen de voor 23 maart geplande vergadering geen doorgang vond) schriftelijk geconsulteerd. Geen van de leden van de regioraad heeft in negatieve zin gereageerd. Thans wordt om formele bevestiging van het besluit gevraagd. Financiële consequenties: de financiële gevolgen van het regionaal budgethouderschap ISV2 zijn bekend en worden in de begrotingen verwerkt. Communicatie: -
Delegatie ISV2 / PM / 7 juni 2005
Pagina 1
Afgestemd met: provincie Zuid-Holland. Adviezen: de commissie WSV adviseert na schriftelijke consultatie positief. Gevraagde beslissing: 1. in te stemmen met de delegatie van de bevoegdheden op het gebied van stedelijke vernieuwing zoals geformuleerd in het ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 23 december 2004.
Delegatie ISV2 / PM / 7 juni 2005
Pagina 2
Gedeputeerde Staten
Het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam
Directie Ruimte en Mobiliteit afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Contactpersoon F.J.C.M. Bekkers Doorkiesnummer 070 - 441 71 98 E-mail
[email protected]
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Bijlagen
DRM/RO/04/7133A
-
1
Datum
Provinciehuis Zuid-Hollandplein 1 Postbus 90602
Onderwerp
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV): ontwerp delegatiebesluit
2509 LP Den Haag Telefoon
Geacht bestuur,
070 - 441 66 11 Fax 070 - 441 78 13 Website www.zuid-holland.nl
Wij hebben het voornemen om een aantal bevoegdheden, die ons krachtens de Wet Stedelijke Vernieuwing zijn toegekend, te delegeren aan het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Gelet op artikel 20 van de Kaderwet Bestuur in Verandering leggen wij het ontwerpbesluit hierbij ter instemming aan u voor. Het betreft een herziening van het u in mei 2004 voorgelegde ontwerp. De herziening vond plaats naar aanleiding van opmerkingen van de minister van VROM. Wij verzoeken u ons zo spoedig mogelijk mee te delen of u met het ontwerp instemt. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris,
Tram 9 en bus 65 en 88 stoppen bij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor auto's is beperkt.
voorzitter,
BIJLAGE
ONTWERPBESLUIT
De Regioraad van de stadsregio Rotterdam, overwegende dat ; een regionaal budgethouderschap stedelijke vernieuwing wenselijk is, de regioraad op 23 juni 2004 het regionaal beleidskader stedelijke vernieuwing “Vernieuwen en delen” heeft vastgesteld; gelet op het Convenant d.d. 23 december 2004 over de samenwerking tussen de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Schiedam en Rotterdam en de stadsregio Rotterdam met betrekking tot het investeringsbudget stedelijke vernieuwing voor de periode 2005 tot 2010 (ISV2), gelet op artikel 20 van de Kaderwet bestuur in verandering, gelet op artikel 25a van de Gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 16 februari 2005;
besluit: 1.
in te stemmen met de delegatie van de bevoegdheden op het gebied van stedelijke vernieuwing zoals geformuleerd in het ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 23 december 2004.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 29 juni 2005 van de regioraad. de secretaris,
de voorzitter,
mr M.C. Jansen.
mr I.W. Opstelten.
Gedeputeerde Staten
ONTWERPBESLUIT Het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam
Directie Ruimte en Mobiliteit afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Contactpersoon F.J.C.M. Bekkers Doorkiesnummer 070 - 441 71 98 E-mail
[email protected] Provinciehuis Zuid-Hollandplein 1 Postbus 90602 2509 LP Den Haag Telefoon 070 - 441 66 11
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Bijlagen
DRM/RO/04/7133
-
2
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Besluiten: 1.
Fax 070 - 441 78 13 Website www.zuid-holland.nl
2.
Tram 9 en
Datum
3.
Op grond van artikel 20 Kaderwet bestuur in verandering aan het dagelijks bestuur van de Stadsregio Rotterdam te delegeren de bevoegdheden van ons college krachtens de Wet Stedelijke Vernieuwing (WSV) betreffende het gebied van de Stadsregio met betrekking tot verstrekken van investeringsbudget aan gemeenten (WSV art. 5 lid 4) verlenen van investeringsbudget aan gemeenten die beschikken over een door de raad vastgesteld ontwikkelingsprogramma dat voldoet aan de wet gestelde eisen (WSV art. 7 lid 1-3 en 5) verlenen van investeringsbudget aan projectgemeenten (WSV art. 7 lid 4-5) weigeren van verlening van investeringsbudget (WSV art. 8) verbinden van verplichtingen aan de verlening van ISV (WSV art. 9) wijzigen of intrekken van de verlening van ISV (WSV art. 10) verlengen van de aanvraagtermijn voor ISV (WSV art.11 lid 1-3) verlenen van voorschotten aan gemeenten (WSV art. 12) vastststellen van investeringsbudget (WSV art. 13-15) verbinden van verplichtingen aan de vaststelling (WSV art. 16 lid 1) alsmede het uitvoeren van daarmee verbonden sancties (WSV art. 16 lid 2-3) Te bepalen dat het onder 1 bedoelde besluit op een nader door ons college te bepalen tijdstip in werking treedt, nadat de wettelijk vereiste publikatie heeft plaatsgevonden. Deze publikatie zal plaatsvinden nadat: het "Convenant over samenwerking tussen de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Schiedam en Rotterdam en de Stadsregio Rotterdam met betrekking tot het investeringsbudget stedelijke vernieuwing voor de periode 2005 - 2010" gesloten is; de gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam met het oog op de delegatie gewijzigd is. Te bepalen dat het onder 1 bedoelde besluit geldt voor het investeringstijdvak tot 31 december 2010 (ISV2).
bus 65 en 88 stoppen bij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor
4.
Te bepalen dat een eventuele intrekking van het onder 1 bedoelde besluit slechts kan plaatshebben na overleg met het dagelijks bestuur van de Stadsregio Rotterdam en dat intrekking tot gevolg heeft dat ons college: de gedelegeerde bevoegdheden uitoefent vanaf de datum waarop het intrekkingsbesluit ingaat; bij het dagelijks bestuur de nog niet verplichte ISV2middelen vordert.
auto's is beperkt.
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland, secretaris,
voorzitter,
Ons kenmerk
Toelichting algemeen:
DRM/RO/04/7133 Pagina 2/3
Aanleiding De wenselijkheid tot samenwerking tussen de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Schiedam en Rotterdam en de stadsregio Rotterdam met betrekking tot het ISV2 en de daaruit voortvloeiende delegatie van provinciale bevoegdheden is beschreven in het bijgaande convenant.
Verhouding minister VROM - provincie Het besluit laat de in de Wet Stedelijke Vernieuwing geregelde verhouding tussen de minister en ons college ongewijzigd. De minister kent ISV-middelen toe aan ons college voor alle niet-rechtstreekse gemeenten in de provincie; ons college verzorgt de samenvatting van verantwoordingsverslagen van die gemeenten, kan aanwijzingen van de minister ontvangen en voert alle verplichtingen jegens de minister op grond van de wet uit.
Verhouding provincie- stadsregio - De provincie heeft in mei 2004 een budget voor de stadsregio bekend gemaakt, programmagemeenten aangewezen en indicatieve budgetten daarvoor bekend gemaakt; deze bedragen zijn op 14 december 2004 herzien vanwege wijzigingen in het rijks budget en de toevoeging van een bijdrage bodemsanering. - Aan het verkrijgen van het bedrag is, zoals overeengekomen in het genoemde convenant, de voorwaarde verbonden dat de stadsregio een ISV-beleidskader vaststelt waarin regionaal beleid is geformuleerd (passend binnen het rijks en provinciale beleidskader ISV), waarin regels staan over de verlening en vaststelling van ISV aan gemeenten, de financiele afhandeling en de verantwoording. De stadsregio heeft inmiddels voldaan aan die voorwaarde door de vaststelling van een beleidskader op 23 juni 2004. - Nadat het delegatiebesluit definitief is en de minister de provincie het ISV-budget heeft verleend, krijgt de stadsregio een budgetbeschikking van de provincie en maakt de provincie (op basis van het betalingsritme van VROM aan de provincie) geld over aan de stadsregio. - In het regionaal beleidskader is onder meer bepaald dat de stadsregio, analoog aan de wettelijke vereisten, jaarlijks verantwoording aan de provincie aflegt. De provincie gebruikt die verantwoording voor haar verantwoording aan de minister.
Verhouding stadsregio - gemeenten Het delegatiebesluit betreft de overdracht van een aantal bevoegdheden ten opzichte van gemeenten van provincie naar stadsregio. Er is gekozen voor delegatie om de volgende redenen. Als de stadsregio ISV verleent aan gemeenten, dan moet zij daar een titel voor hebben. Daarnaast moet voor gemeenten ondubbelzinning duidelijk zijn dat zij hun ISVaanvragen niet bij ons maar bij de stadsregio moeten indienen en bij de stadsregio bezwaar kunnen indienen tegen een eventuele afwijzing. De vraag is dan hoe dat (de relatie regio-gemeenten, met uitsluiting van de provincie tussen beide) goed geregeld kan worden. De meest geeigende vorm is dat wij, met handhaving van de wettelijke verantwoordelijkheden die wij als ISVbudgethouder ten opzichte van VROM hebben , een deel van onze bevoegdheden (beoordelen van ISV-aanvragen van gemeenten, verlenen van ISV aan gemeenten c.a.) voor de in de stadsregio gelegen niet-rechtstreekse gemeenten overdragen (m.a.w. delegeren) aan de regio.
Wettelijke grondslag Het delegatiebesluit vindt zijn grond in artikel 20 Kaderwet Bestuur in Verandering in combinatie met artikel 107 Provinciewet. Op grond daarvan kan de provincie bevoegdheden delegeren aan de stadsregio mits die zich daar naar aard en schaal toe lenen en de regio daarmee instemt. De bevoegdheden lenen zich naar aard voor delegatie: ze zijn vergelijkbaar met de bevoegdheden die de stadsregio op grond van de woningwet heeft voor het verstrekken van woningbouw- en grondkostensubsidies (BLS-middelen). Ze lenen zich naar schaal ertoe: de bovenlokale afstemming van stedelijke vernieuwing vindt bij uitstek plaats op de schaal van de regio. Overeenkomstig artikel 107 van de Provinciewet is in het delegatiebesluit een regeling opgenomen over de gevolgen van een mogelijke intrekking van het delegatiebesluit.
Ons kenmerk DRM/RO/04/7133 Pagina 3/3
Looptijd De delegatie geldt voor verplichtingen die met het ISV2-budget worden aangegaan, vanaf het beoordelen van ontwikkelingsprogramma's in 2004 tot en met de vaststelling van budgetten in de loop van 2010. Vandaar dat de looptijd van de delegatie start in 2004 en eindigt eind 2010.
Regioraad Vergadering 29 juni 2005 Agendapunt 11 Onderwerp: Stand van zaken planstudie HOV Noordrand II/III – Alexander. Bijlage: Geen. Toelichting: De hoogwaardige openbaar vervoerverbinding (HOV) Noordrand II/III - Alexander biedt in de toekomst een snelle en directe verbinding tussen Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en het randstedelijk knooppunt Alexander in Rotterdam. In de planstudie zijn twee tracés nader onderzocht op onder andere inpasbaarheid, bedieningsgebied, snelheid en directheid. Hieruit is het tracé via de Hoeksekade als voorkeurstracé aangemerkt. Als onderdeel van dit tracé dient in Rotterdam Ommoord een nieuwe busbaan van circa 200 meter en een busbrug over de Rotte te worden ingepast. Op 13 oktober 2004 heeft het dagelijks bestuur besloten de regioraad voor te stellen de planstudie HOV Noordrand II/III – Alexander vast te stellen. De Commissie Verkeer en Vervoer heeft hierover op 8 december 2004 een positief advies uitgebracht. Vervolgens zou in de vergadering van de regioraad van 9 februari 2005 het voorstel van het dagelijks bestuur behandeld worden. Op 3 februari 2005 echter werd in de gemeenteraad van Rotterdam, in een zogeheten “2 minuten debat”, de motie “Afwijzing Hoeksekade-tracé” aangenomen. Hoewel er formeel geen standpuntwijziging van B&W van Rotterdam is, wordt door de motie aangegeven dat Rotterdam wellicht niet meewerkt aan de te volgen RO-procedures die nodig zijn om het voorkeurstracé in Rotterdam-Ommoord te realiseren. Naar aanleiding van de Rotterdamse motie heeft het dagelijks bestuur het voorstel teruggenomen voor nader beraad. De belangrijkste bezwaren die tegen het voorkeurstracé via de Hoeksekade zijn ingebracht komen neer op: • angst voor, op termijn, openstellen van de brug over de Rotte voor autoverkeer; • aantasting en doorsnijding van een waardevol natuur- en recreatiegebied. Hierbij worden met name door bewoners uit Rotterdam-Ommoord alternatieven via de Irenebrug en het toekomstig tracé A16/13 genoemd. Verschillen van inzicht bestaan dus over met name de ruimtelijke inpasbaarheid van het trajectdeel dat in Rotterdam-Ommoord aansluit op de Rottebanbrug. Om met de betrokken partijen hierover van gedachten te wisselen heeft portefeuillehouder Hulman op 8 juni een werkbezoek georganiseerd. Bij dit werkbezoek waren er circa 30 vertegenwoordigers aanwezig uit: • de commissie Verkeer en Vervoer van de stadsregio; • de commissie Fysieke Infrastructuur en Verkeer van de gemeente Rotterdam; • het college en de gemeenteraad van Bergschenhoek; • het college van Berkel en Rodenrijs; • het dagelijks bestuur van de deelgemeente Prins Alexander; • het dagelijks bestuur van het recreatieschap Rottemeren; • de bewonersvereniging Heide-Bes uit Rotterdam-Ommoord. Tijdens het werkbezoek zijn er presentaties gehouden over de voorstellen van de stadsregio en de bezwaren en alternatieven van de bewonersvereniging Heide-Bes. Vervolgens heeft het gezelschap de voorstellen van de stadsregio en bewoners ter plaatse bekeken.
SvZ HOV Noordrand II/III – Alexander / RK / 20 juni 2005
Pagina 1
Aan het eind van het werkbezoek is geconcludeerd dat er bij de verschillende partijen behoefte bestaat het één en ander nog eens in eigen kring te bespreken. Daarnaast is er de behoefte de voorstellen van de bewonersvereniging op bepaalde aspecten nader te toetsen. Voorgesteld is dan ook om behandeling van dit onderwerp uit te stellen naar de commissie Verkeer en Vervoer van 14 september. Aansluitend zal dan op 28 september 2005 besluitvorming in de regioraad kunnen plaatsvinden. Op 15 juni 2005 heeft de commissie Verkeer en Vervoer van harte ingestemd met dit voorstel. Financiële consequenties: n.v.t. Verdere procedure: Commissie Verkeer en Vervoer van 14 september en aansluitend de regioraad van 28 september 2005. Gevraagde beslissing: 1. kennis te nemen van de stand van zaken HOV Noordrand II/III – Alexander.
SvZ HOV Noordrand II/III – Alexander / RK / 20 juni 2005
Pagina 2