VERSLAG VAN DE STUDIEDAG
www.socialenergie.be
Inhoudsopgave Inleiding .................................................................................................................................................. 3 Bijdrage van Olivier de Schutter ......................................................................................................... 5 Lezing van Christine Mahy ................................................................................................................ 11 Presentatie van 4 projecten rond energiepreventie ...................................................................... 15 Debat over de 4 projecten ................................................................................................................. 15 Conclusie ............................................................................................................................................. 19
2
www.socialenergie.be
Inleiding Door François Grevisse, coördinator van het Steunpunt SocialEnergie "We moesten elektrische verwarmingstoestellen kopen. We redeneerden "we verbruiken liever elektriciteit dan te sterven van de kou." We deden maar iets omdat we het ergste wilden vermijden. " 1 "We willen 's ochtends niet opstaan... het is veel te koud. Mijn zoon klaagt de hele tijd. We worden depressief omdat we de gordijnen altijd gesloten moeten houden omdat het anders te koud is. " De getuigenissen die u net las of hoorde, zijn een klaar en duidelijke echo van energiearmoede. Het zijn niet de bittere vruchten van een onwaarschijnlijke samenloop van omstandigheden. Het is de dagelijkse realiteit van de 250 Brusselse gezinnen die de energiedienst van de Federatie van de Bicommunautaire Maatschappelijke Diensten jaarlijks begeleidt en waarschijnlijk ook de dagelijkse realiteit van zo'n 400.000 Belgische gezinnen, of bijna één miljoen mensen, die in energiearmoede leven. De mensen die hier hun verhaal wilden vertellen, zijn uit de schaduw getreden om hun probleem in de kijker te zetten. Een aangekondigd probleem omdat men een kostenafrekening in de bus krijgt die hoger ligt dan het jaar voordien en die men niet kan betalen, of omdat men er niet in slaagt zijn woning te verwarmen. Een onduidelijk probleem omdat de documenten die men ontvangt complex zijn, omdat de toestellen die men gebruikt, de meters, calorimeters, thermostatische kranen, verwarmingsketel, waterketel, enz. complex zijn en omdat men zich pas door de gevolgen echt bewust wordt van het probleem: ik heb het koud, ik kan niet betalen, ik raak niet wijs uit de papieren. Hebben de eerste getuigen het woord energie zelfs in de mond genomen? Ze zijn dus uit de schaduw getreden om hun probleem voor te leggen aan de verhuurder of de leverancier, die respectievelijk verantwoordelijk zijn voor de staat van de woning en voor de problematische documenten en facturen. Kan het nog evidenter? En vaak volgt er een eindeloze lijdensweg van administratieve omzwervingen en afgeschoven verantwoordelijkheden. Want er moet aan heel wat deuren worden aangeklopt om mensen uit de kou te halen; vaak te beginnen aan de deur van de betrokkenen zelf, die er niet in slagen hun probleem uit te leggen of hun stem te laten horen. Daarna gaat het naar de leveranciers, netbeheerders, huis-aan-huis-verkopers, meteropnamebedrijven, verhuurders en, voor de meest gemotiveerden, regulator of ombudsman, die elk een eigen verantwoordelijkheid, eigen procedures, eigen formulieren, eigen telefoonnummer hebben. En die allemaal los van elkaar werken, zonder enige coördinatie informatie van variabele kwaliteit verstrekken en hun eigen belangen verdedigen. En die hele rist actoren en bevoegdheden drijven stuurloos rond in een oceaan van onopgeloste problemen en onverschilligheid. Het is allemaal nog veel moeilijker voor de kwetsbare consumenten en 1
Bij het begin van de studiedag werden de deelnemers geconfronteerd met getuigenissen van gebruikers die moeten opboksen tegen energiearmoede. U kunt de getuigenissen (opnieuw) beluisteren op de site www.socialenergie.be of door op deze link te klikken.
3
www.socialenergie.be wanbetalers, wiens goede wil zo makkelijk in twijfel kan worden getrokken. Ze hebben het zelf veel duidelijker gesteld dan ik het zou kunnen: je moet betalen alvorens te klagen. Als ze bellen, zijn de mensen vaak gehaast, gestrest, soms word je als "de idioot van de dienst" aanzien. En gewoonlijk wordt de verantwoordelijkheid uiteindelijk bij jezelf gelegd: als je factuur zo hoog is, dan verbruik je te veel. Als je woning vochtig is, dan verlucht je niet genoeg. Want geef toe, wat is er nu zo moeilijk aan energie? Uiteindelijk vraagt men dan of je het begrepen hebt, en wat kun je anders antwoorden dan "ja, ik heb het begrepen"? Dat is in 1 minuut samengevat een odyssee van vele weken, vele maanden en soms zelfs vele jaren, een martelgang waarbij de onopgeloste problemen zonder enige twijfel alleen maar toenemen, als dat nog kan. Gezinnen die geluk hebben, kloppen uiteindelijk aan bij een sociale dienst die mogelijk wel weet hoe een dergelijk ingewikkeld probleem moet worden aangepakt. Is het verbruik werkelijk abnormaal? Wat stel je voor aan huurders van een koude en vochtige, misschien zelfs onbewoonbare woning? Hoe krijg je zekerheid over een vermeende energiediefstal? Hoe kun je controleren of de factuur of de kostenafrekening correct zijn? Een bezoek aan de woning kan vaak heel wat zaken ophelderen. Klopt, maar hebben we daar echt de tijd en de mogelijkheden voor? En beschikken we daarvoor over de nodige expertise? Zo moeten de sociale diensten met de middelen waarover ze beschikken trachten een oplossing te vinden voor noodsituaties. Een extra telefoontje aan één van de vele partijen die bij het probleem betrokken zijn. Een doorverwijzing naar nog een nieuwe partij. Administratieve ondersteuning. Een aanvraag voor het sociaal tarief of het statuut van beschermde klant. Een afbetalingsplan. Financiële steun. Curatieve oplossingen zijn schering en inslag, temeer daar ze vaak – op korte termijn – een broodnodig antwoord kunnen bieden op de dringende problemen van het gezin... maar voor hoe lang? Anderzijds neemt het aantal preventieve oplossingen in alle geledingen van de sociale sector al enkele jaren toe. Als we ze op zichzelf bekijken, stellen we vast dat ze vaak tijdrovend zijn en niet altijd het enthousiasme wekken van degenen die er baat bij zouden kunnen hebben. Maar is het uiteindelijk niet misplaatst om gezinnen die geconfronteerd worden met kou, vocht en onbetaalbare facturen spaarlampen te geven en uit te leggen dat ze hun gedrag moeten veranderen? En zijn die preventieve praktijken doeltreffend? Zijn ze niet eerder stigmatiserend voor de gezinnen en zorgen ze er niet voor dat de politiek haar verantwoordelijkheden kan ontlopen? Zijn ze niet gewoon pleister op een houten been? Hoe kunnen preventie en maatschappelijk werk aan elkaar gekoppeld worden? Moeten maatschappelijk werkers aan preventie doen? Over al deze en nog veel meer vragen willen we vandaag samen met u nadenken, om uw en ons preventieve werk meer zin te geven en samen oplossingen te vinden voor onze projecten. Om een beter inzicht te krijgen in deze vragen, heeft het Steunpunt SocialEnergie van de FBCM een beroep gedaan op twee externe sprekers: Olivier De Schutter en Christine Mahy, experts uit heel andere sectoren en met een heel andere achtergrond.
4
www.socialenergie.be
Bijdrage van Olivier de Schutter Belgisch jurist en docent internationaal recht aan de Université Catholique de Louvain. Er waren drie redenen waarom we Olivier De Schutter bij deze studiedag wilden betrekken. Ten eerste houdt één vraag hem als docent internationaal recht en mensenrechten (met name aan de UCL) nadrukkelijk bezig: hoe kan de doelmatigheid van de rechten van de mens – waaronder het fundamentele recht op energie – worden beschermd tegen de kracht van de wetten van de vrije markt. Ten tweede behandelt Olivier de Schutter als Expert van het Comité voor economische, sociale en culturele rechten van de VN klachten die een burger tegen de Staat kan indienen, met name voor niet-naleving van het recht op huisvesting, waartoe het recht op energie behoort. Zijn visie is dus verankerd in de realiteit en focust zich op de verantwoordelijkheid van Staten om beschermingsmechanismen uit te werken voor zwakkere burgers die niet kunnen genieten van de voordelen van de markt. Ten derde hamerde Olivier de Schutter, toen hij speciale VN-rapporteur voor het recht op voedsel was, op het belang van lokale en burgerinitiatieven om een meer verantwoorde en rechtvaardige samenleving te creëren. Zoals hij het zelf stelt: "sociale innovaties zijn nieuwe manieren om te produceren en consumeren, nieuwe manieren om samen op te treden en zich op elkaar te verlaten"2. Hij wil dat zoveel mogelijk mensen, ook minder bedeelden, aan die innovaties deelnemen, niet vanuit een schuldgevoel maar vanuit een emanciperende benadering. We geven hem het woord... Goedemorgen Olivier de Schutter. Hartelijk dank dat we u mochten contacteren. Er zijn heel wat mensen die hier op dit moment naar u zitten te kijken. En die vooral nieuwsgierig zijn naar wat u te vertellen hebt... Het thema van deze dag is "Maatschappelijk werk en energie: een gedwongen huwelijk? ". Nu hebben we als gastspreker iemand uitgenodigd die tot vorig jaar nog speciaal VN-rapporteur voor het recht op voedsel was... Is dat even paradoxaal als het lijkt? Want uit eindelijk is voedsel toch de primaire bron van energie... U spreekt over kilocalorieën, wij spreken over kilowattuur, maar is dat toch niet een beetje hetzelfde? O.D: Er zijn wel een aantal gemeenschappelijke aspecten, eerst en vooral omdat je om te koken energie nodig hebt. Wat mij in mijn gesprekken met heel arme gezinnen bijvoorbeeld heeft geraakt, is dat ze het moeilijk vinden om gezond te eten omdat "goed" koken duur is, met name omdat de elektriciteitsfacturen te hoog zijn. Een ander aspect is dat we lang gedacht hebben dat we voeding en elektriciteit toegankelijk konden maken door lage prijzen, zodat ze ook voor armen betaalbaar zouden worden. Ik ben van oordeel dat deze lage prijzen geen alternatief zijn voor een guller sociaal beleid met meer herverdeling, en dat ze geen voorwendsel mogen zijn om niet te streven naar meer gelijkheid in de toegang tot de beschikbare middelen. Net zoals arme gezinnen het recht zouden moeten hebben op een degelijke voeding, zonder veroordeeld te zijn tot "low-cost" oplossingen, zo ook zouden arme gezinnen de mogelijkheid moeten hebben om zich degelijk te verwarmen zonder dat de
2
O. De Schutter, "Préface", in R. Hopkins, Ils changent le monde ! – 1001 initiatives de transition écologique, Ed. du Seuil, 2014, p. 7.
5
www.socialenergie.be elektriciteitsprijzen daarvoor kunstmatig moeten worden gedrukt, met alle gevolgen van dien voor de hele samenleving. ° Uw eindrapport, dat nu een jaar geleden is verschenen, bevat enkele heel sterke analyses en reflecties. We komen daar ook later nog op terug. U verwijst er bijvoorbeeld naar het verband tussen de voedselprijzen en de energieprijzen. Die staan dus niet los van elkaar? O.D: De grafieken tonen inderdaad een zeer nauwe correlatie tussen de evolutie van de voedselprijzen en de evolutie van de energieprijzen. Dat kan worden verklaard door het feit dat onze voeding heel veel energie vereist; eerst en vooral op het veld, gezien onze sterk gemechaniseerde landbouw die bovendien heel wat chemische producten gebruikt, en verder ook voor de verwerking ervan, voor de bewaring in koele ruimten, voor de verpakking en voor de verdeling ervan. Het gevolg is dat de hele voedselketen, van het veld tot ons bord, goed is voor ongeveer een derde van de hele uitstoot van broeikasgassen en verantwoordelijk is voor een zeer groot deel van het energieverbruik van de aanvoerende bedrijven. De twee problematieken zijn dus nauw verwant. ° De aardolieprijzen gaan in dalende lijn, en volgens sommigen zal dit ook op langere termijn zo blijven. Is dat volgens u goed of slecht nieuws? O.D: U zal het misschien niet graag horen, maar dat is slecht nieuws. Die prijsdalingen zijn geen weerspiegeling van de effecten die de ontginning van fossiele brandstoffen met zich meebrengt. Deze daling van de aardolieprijzen houdt verband met de opwekking van nietconventionele energie, met name schaliegas in Canada en de Verenigde Staten; een ware catastrofe voor ons klimaat. We leven in een maatschappij waar zich sinds de jaren '80 heel schrijnende ongelijkheden hebben ontwikkeld. De voorbije dertig jaar is de inkomenskloof in alle samenlevingen gegroeid met als gevolg dat er mensen zijn die enorm veel energie verbruiken om hun luxueuze levensstijl in stand te houden, terwijl anderen maar heel weinig consumeren en er zelfs niet in slagen om in hun essentiële behoeften te voorzien. Lage prijzen kunnen dus wel een tijdelijke oplossing bieden voor mensen onderaan de sociale ladder, maar hiermee wordt een verkeerd signaal gegeven. Er is nood aan een meer egalitaire samenleving waar door iedereen rationeler met energie wordt omgesprongen en waar niemand van lage prijzen afhankelijk is voor een degelijke voeding en verwarming. ° U zegt dat er op aarde meer dan genoeg voedsel is voor iedereen, dat we tweemaal meer calorieën produceren dan nodig, maar dat dit voedsel ongelijk verdeeld is. Gaat deze vaststelling ook op voor de toegang tot energie? O.D: Het verschil, en dat hangt af van de energiebron, schuilt in de mogelijkheid om de energie al dan niet op te slaan. Voor energie is het dus wat ingewikkelder, al is het natuurlijk zo dat ook voedingswaren kunnen bederven. Maar het probleem bij energie zit niet enkel in de opslag, maar ook in de doorstroming ervan. Afgezien van dit alles is het natuurlijk zo dat heel wat energie op onze planeet wordt gebruikt voor zeer bedenkelijke doeleinden, voor doeleinden die geen echte behoeften zijn, of gewoon behoeften die door de reclamewereld werden gecreëerd. We beschikken dus over een aanzienlijke hoeveelheid energie waarvan de lage prijs niet de kosten voor de hele gemeenschap en voor de volgende generaties weerspiegelt. Bovendien is de toegang tot die energie nog steeds zeer ongelijk, met name door de grote inkomensverschillen tussen mensen. Dat lijkt me in essentie de analogie tussen de twee problematieken. Er is in geen van beide gevallen een gebrek in absolute 6
www.socialenergie.be termen, maar er is wel een sociale ongelijkheid in de toegang tot zowel voedsel als energie; een absurde situatie waarin sommigen niet eens in hun essentiële behoeften kunnen voorzien terwijl anderen binnen dezelfde samenleving door hun grotere koopkracht zich elke denkbare luxe kunnen veroorloven. ° U hamert in uw rapport sterk op de noodzaak om op lokaal vlak, in de directe omgeving, op kleine schaal te herverdelen. Familiale landbouw kan volgens u zeker een bijdrage leveren aan de aanpak van de voedselproblematiek. Geldt dit ook voor energie? Met andere woorden, denkt u dat er een manier is om lokaal, in de directe omgeving, op kleine schaal "familiale" energie te produceren? O.D: Het gaat in ieder geval die kant uit. Specialisten die rond de toekomst werken en niet te veel kijken naar de fouten die in het verleden werden gemaakt, voorzien een samenleving waarin energie steeds meer gedecentraliseerd zal worden geproduceerd. Een samenleving waarin iedereen zonnepanelen op het dak heeft en de mogelijkheid heeft om zijn afval als verbrandingsproduct te hergebruiken. Iedereen zal aangesloten zijn op een net waar elk teveel aan elektriciteit kan worden gedeeld met anderen, soms zelfs op heel lokale schaal. We staan in België nog niet echt ver op dit vlak, maar in Duitsland bijvoorbeeld, zijn er al heel wat gemeenschappen die via dit principe werken; en die op die manier overigens de grote elektriciteitsleveranciers omzeilen. We zijn dus getuige van een democratisering van de elektriciteitsproductie en van een toenemende autonomie van gemeenschappen ten opzichte van de grote leveranciers die het monopolie over de netten hebben. Bovendien wint de idee van onderlinge hulp, solidariteit, van horizontale relaties tussen mensen die tegelijk producent en consument zijn, steeds meer aan belang. Vanuit democratisch opzicht is dat uitermate interessant, want in plaats van gewoon een klant te zijn die een dienst ontvangt voor zijn betaling, kan elk gezin nu ook bijdragen tot de productie en dergelijke bijdragen delen met en ontvangen van anderen. We zijn nog niet zover, maar de nodige technische infrastructuur ervoor bestaat al wel; het wordt nu denkbaar om gezinnen die energie kunnen opslaan en weer verdelen, aan te sluiten op het net en volgens mij ligt daar de toekomst van de energiesector. ° De link tussen maatschappelijk werk en milieuvraagstukken is vandaag de dag nog niet erg expliciet. Velen vinden het bijvoorbeeld nog moeilijk om te begrijpen dat een maatschappelijk werker zich bezighoudt met energievraagstukken. Alsof dit een gebied is dat aan één speler is voorbehouden. Een technische aangelegenheid. Iets dat volledig los staat van de toekomst van de mensen... We zouden kunnen stellen dat energie louter een kost en geen maatschappelijk onderwerp is... O.D: Een van de problemen is volgens mij inderdaad dat maatschappelijk werkers een antwoord bieden op een onmiddellijke behoefte, verbruik van energie, toegang tot voedsel... terwijl de armen niet enkel bijstand willen, ook al is dat absoluut essentieel in noodsituaties. Ze willen een actieve rol krijgen, ze willen in feite mee keuzes maken, mee denken over het systeem waarvan men afhankelijk is. Ik vind het erg bemoedigend om te zien dat men tegenwoordig tracht te breken met het principe van louter passieve bijstand, dat er een wil is om het systeem waarvan men afhangt te begrijpen, een wil ook om originele manieren te bedenken om uit probleemsituaties te geraken. Op het vlak van voeding, een sector waarmee ik iets beter vertrouwd ben, valt het bijvoorbeeld op dat ook heel arme gezinnen het belangrijk vinden om gezond te eten en niet gewoon om voldoende calorieën op te 7
www.socialenergie.be nemen, ook al zijn ze soms afhankelijk van voedselhulp als er hen geen andere keuze rest. Ze willen graag zelf keuzes kunnen maken in plaats van te moeten kiezen uit wat er op een bepaald moment leverbaar is. Ze willen een solidariteit tot stand brengen die hen in staat stelt hun eigen oplossingen te kunnen vinden. Het is belangrijk dat die trots omdat men z'n eigen oplossingen heeft bedacht, die behoefte om sociale banden te smeden en samen oplossingen te zoeken, wordt erkend. Dat geldt zeker in het domein van de voeding, maar dat zal in de toekomst waarschijnlijk ook gelden in het domein van de energie. ° Men schat dat bij de armste gezinnen in België slechts 30% van de energiefactuur betrekking heeft op het eigenlijke verbruik. De rest gaat verloren omdat de woning te oud of onvoldoende geïsoleerd is. Bovendien maakt die factuur bij deze mensen een groter deel van hun maandelijkse onkosten uit. Ongeveer 15% terwijl dat bij gezinnen met een gemiddeld maar 6% is. Er wordt momenteel op federaal niveau gesproken over de lancering van een groots plan in de strijd tegen sociale fraude, waarbij "problematisch" energieverbruik bij uitkeringsgerechtigden of werklozen zal worden opgespoord... Dus hoewel de link "energie-milieu" niet onmiddellijk wordt gelegd, toont dit aan dat de link "energie-politiekfraude" directer is. Wat roept zoiets bij u op? O.D: Eerst en vooral denk ik dat dit vraagt om een reflectie over de behoeften op lange termijn; energieverspilling in onze samenleving, renovatie van woningen... Ook hier kan een heel duidelijke parallel worden getrokken met het domein van de voeding waar heel veel verlies, verspilling, enz. worden vastgesteld. Bij de voeding heeft men veel meer de nadruk gelegd op een verhoging van de productie om aan de vraag te beantwoorden en de prijzen laag te houden, dan op een rationalisering van de distributie en de verwerking van de landbouwgrondstoffen. Volgens mij moet er in het domein van de energie in het bijzonder aandacht worden besteed aan ondersteuning bij renovatie, bij isolatie van woningen... kortom, investeringen op langere termijn waarvoor een groter startkapitaal vereist is maar die de gehele samenleving ten goede komen. Het is een manier om duidelijk te maken dat punctuele, curatieve oplossingen die arme gezinnen toegang bieden tot energie geen substituut mogen zijn voor een steun waarmee ze, op termijn, besparen. Wat betekent dat er moet worden geïnvesteerd in geschikte huisvesting. Ik wil er terloops op wijzen dat het recht op geschikte huisvesting, zoals bepaald in het Internationaal Verdrag van de Rechten van de Mens, veronderstelt dat er in de woning drinkbaar en stromend water is, voldoende energie aan een betaalbare prijs en dat de woning verder aangesloten is op andere openbare diensten, transport, enz. Toegang tot betaalbare elektriciteit en een geschikte woning behoort dus tot de rechten van de mens. ° Bij de FBCM bestaat er een dienst – de energiedienst – die heel nauw samenwerkt met mensen voor wie toegang tot energie of gebruik van energie een dagelijks probleem is. De "Energiebegeleiders" creëren binnen de sociale sector als het ware een nieuw beroep dat raakvlakken heeft met verschillende domeinen: sociaal, technisch, commercieel, en dat van onderuit werkt via een bottom-up benadering. Waarbij het er niet enkel om gaat een rationeel energieverbruik te stimuleren maar ook tussenbeide te komen wanneer ongelijkheid, scheefgetrokken machtsverhoudingen maar ook achteloosheid duidelijk aan het licht komen; wanneer een eigenaar elektriciteit aan een te hoge prijs doorverkoopt aan een huurder, wanneer de calorimeters niet worden gecontroleerd, wanneer een leverancier zich al dan niet opzettelijk vergist of weigert om een fout te erkennen, vergeet een voorkeurstarief aan te rekenen, wanneer men eerst moet betalen en pas dan kan discussiëren... En wanneer de 8
www.socialenergie.be gebruiker niet weet wat hem overkomt, nog niet eens zijn factuur begrijpt of zijn rechten kan laten gelden omdat hij ze niet kent. Al die machtsverhoudingen en machtsmisbruik maken voor ons deel uit van een hele reeks problemen die frontaal en op een coherente manier moeten worden aangepakt... Het recht op energie is ongetwijfeld ook het recht om weer het woord te nemen... O. D.: Absoluut. Ik denk dat onze samenleving precies op dit punt aan het veranderen is. We hebben lang gedacht dat democratie gelijk stond aan controle op de mandatarissen die we hadden verkozen, aan wie we een mandaat hadden gegeven om voor ons te denken en wiens technocratische oplossingen ons van bovenaf werden opgelegd. We meenden dat onze democratische taak er gewoon in bestond om dat mandaat op het einde van de legislatuur te verlengen of stop te zetten. Nu leven we in een maatschappij waarin de mensen zelf actief betrokken wil worden, zelf hun oplossingen willen kiezen, zelf de relatie willen bepalen met de diensten die hen worden geleverd. De maatschappelijk werkers kunnen niet anders dan rekening houden met deze verwachting: een verwachting om zich als burgers te verenigen, om over te gaan van een passieve consumptie, waarvan de kosten overigens in vraag mogen worden gesteld, naar een meer politieke eis die gericht is aan het systeem in zijn geheel eerder dan aan de individuele consumptie. Een verwachting ook dat men het gevoel krijgt deel uit te maken van een strijd waarvan ook anderen de vruchten kunnen plukken. Er is met andere woorden een vraag naar burgerschap; mensen willen de kans krijgen om de onrechtvaardigheid aan de kaak te stellen van de manier waarop over energie wordt gedacht en de manier waarop die wordt verdeeld; de onrechtvaardigheid van een systeem waarin het ontzeggen van het recht op elektriciteit onbestraft blijft. ° Laatste vraag. Hebben de Verenigde Naties een speciale rapporteur voor energie? O.D: Nee, maar in het kader van de doelstellingen rond duurzame ontwikkeling die in september zullen worden aangenomen in New York, wordt binnen de VN wel grondig nagedacht over hernieuwbare energie voor iedereen. Dat staat heel hoog op de agenda rond duurzame ontwikkeling, wat uiteraard erg belangrijk is voor de armere bevolking, de bevolking uit ontwikkelingslanden die om te koken en zich te verwarmen nog heel vaak hout gebruikt, een grondstof met een heel grote impact, met name op het vlak van luchtvervuiling in de woningen die op deze manier worden verwarmd. Er moet echt heel dringend worden overgestapt op andere energiebronnen. En dat is zeker mogelijk in deze arme landen, die vaak in tropische gebieden liggen waar zonne-energie een perfect geloofwaardig alternatief is, op voorwaarde dat men eerst wil investeren in de netwerken die nodig zijn om de woningen in die gebieden te beleveren. Dit is een uitermate belangrijke discussie, die helaas niet vanuit het standpunt van de rechten van het individu of van het gezin wordt gevoerd. Ze wordt gevoerd vanuit het standpunt van het milieu en de economische ontwikkeling. Er zijn echter punten waarop beide standpunten elkaar overlappen en ik denk dat de evolutie belangrijke emanciperende gevolgen kan hebben, al was het maar omdat men veel eenvoudiger van alles op de hoogte kan blijven, de overheid kan controleren via de toegang tot het communicatienet, meer tijd heeft om zich bij te scholen, 's avonds te lezen omdat men licht heeft... Dat kan triviaal en banaal lijken, maar in die landen moet de toekomst nog vanuit dat opzicht bekeken worden. Een van de belangrijke ideeën die Olivier De Schutter aandraagt, is dat we in een wereld die wordt gekenmerkt door complexiteit en ongelijkheid, moeten terugkeren naar de lokale 9
www.socialenergie.be realiteit, om de mensen terug het gevoel te geven dat ze een inbreng kunnen hebben in hun eigen omgeving, maar ook om iedereen de mogelijkheid te bieden zijn of haar steentje bij te dragen aan kwesties die ons als individu overstijgen. Met andere woorden, om uit de crisis te geraken moet enerzijds een krachtig sociaal beleid worden gevoerd, maar is anderzijds ook een interne revolutie nodig. Voor Olivier De Schutter is het essentieel dat niet enkel de entropische maar ook de antropologische oorzaken van de crisis die onze ecosystemen treft, moeten worden aangepakt. We moeten dus gaan nadenken over de manieren waarop wij "samen leven". Dit alles onderstreept het specifieke belang van de principes van rationeel energiegebruik die kansarmen beginnen toe te passen. Principes die hun eigen sociale situatie verbeteren (lagere energiefactuur) en er op termijn ook voor zorgen dat ze bijdragen tot ruimere ecologische evoluties (vermindering van het wereldwijde energieverbruik), als het kansarme publiek rond dit belangrijke aspect gaat samenwerken met maatschappelijk werkers: wordt hier de basis gelegd voor een antropologische omwenteling? Zoals reeds gezegd vindt Olivier De Schutter dat we zowel voedsel als energie op een andere manier moeten gaan produceren en consumeren. Niet langer via geïsoleerde en individualistische ondernemers, maar op een solidaire en wederkerige basis. Volgens hem is een dergelijke verandering in levenswijze mogelijk op elk sociaal niveau zonder dat dit de kloof tussen arm en rijk, tussen hoger opgeleiden en kansarmen vergroot. Zo vertelt hij in een interview dat op 6 maart 2015 verscheen in AlterEchos3 dat hij al enkele jaren werkt rond de omvorming van de voedselsystemen en zich vooral interesseert in stedelijke volkstuinen, korte ketens, vroegmarkten, enz. Hij legt uit: "Zoals velen dacht ik aanvankelijk dat dergelijke innovaties voorbehouden waren aan de meer begunstigden in de samenleving en dus een zeer beperkt verspreidingspotentieel hadden. Maar vorig weekend was ik in de buurt van Charleroi voor een studiedag van de volksuniversiteit ATD Vierde Wereld waar werd gesproken over voeding. En tot mijn grote verbazing stelde ik vast dat enkele van de meest veelbelovende projecten die werden voorgesteld op deze volksuniversiteit, waar heel arme gezinnen samenkomen, stedelijke volkstuinen en korte ketens waren, en dat gezinnen afspraken hadden met land- en tuinbouwers om toegang te krijgen tot hoeveproducten. Dat bewijst dat sociale innovaties eveneens interessant kunnen zijn voor de armen omdat die hierdoor niet langer afhankelijk zijn van liefdadigheid maar hun situatie in eigen handen kunnen nemen. Zo krijgen ze een actieve rol toebedeeld en zijn ze niet langer louter begunstigden van sociale programma's die voor hen werden bedacht. Het lijkt er dus op dat deze pogingen van bevolkingsgroepen om op het vlak van voeding zelf te kiezen en te beslissen, niet aan sociale klassen gebonden is." De stap naar de energieproblematiek is hier uiteraard snel gezet.
3
O. De Schutter, « Le radicalisme aujourd’hui, c’est de changer radicalement les cours de la société », Fil Infos, AlterEchos, 6 maart 2015.
10
www.socialenergie.be
Lezing van Christine Mahy Secretaris-generaal van het Waalse Netwerk Armoedebestrijding Over "maatschappelijk werk en zorg voor het milieu" Zo komen we heel natuurlijk terecht bij de opvattingen van Christine Mahy, wie we vragen of het al dan niet evident en opportuun is om de kansarme bevolking actief te betrekken bij de energiekwesties waarmee ze wordt geconfronteerd. Christine Mahy is al 5 jaar Secretaris-generaal van het Waalse Netwerk Armoedebestrijding (Réseau Wallon de Lutte contre la Pauvreté of RWLP) en Voorzitter van het Belgische Netwerk Armoedebestrijding. Christine Mahy kan als geen ander duidelijk maken wat mensen die in armoede leven ervaren en meemaken. Zij vertolkt hun meningen en opvattingen zonder daar ooit van af te wijken en zonder ooit in hun plaats te gaan denken. In het licht van de behoeften, de wensen en de revoltes van de minder bedeelden vertaalt het RWLP dit alles in een politiek, economisch en sociaal discours. Christine Mahy gelooft sterk in empowerment, d.w.z. het vermogen van kansarmen om zelf te identificeren wat nodig is om uit hun situatie te raken. Ze zal op de centrale vragen van deze studiedag antwoorden door te wijzen op de talrijke zaken die de armen zich moeten ontzeggen of die hen ontnomen worden. We geven haar het woord... Christine Mahy bouwt haar lezing op rond een diagram waarin verschillende facetten van armoede zijn opgenomen. Dit diagram is het resultaat van een samenwerking met mensen die zelf in armoede leven. Het gaat uit van een multidimensionale realiteit die is opgebouwd uit verschillende rijkdommen waartoe armen maar moeilijk toegang hebben. U kunt de volledige presentatie van Christine Mahy downloaden op www.socialenergie.be.
11
www.socialenergie.be
Christine Mahy vertrekt dus vanuit verhalen en voorstellingen van het publiek dat ze ontmoet, om te komen tot een diagram dat uit meerdere bouwstenen bestaat. Voorbeelden: In de gesprekken met het RWLP gebruiken de mensen liever het woord verarming omdat dit aangeeft dat armoede geen onvermijdelijk noodlot is. Armoede is het resultaat van een proces dat zelf een oorzaak heeft: de handelingen en daden die door de gemeenschap worden gesteld. Zo ook verkiezen ze de term duurzame armoede boven de term generatiearmoede. Met die eerste term wordt namelijk een nuance geïntroduceerd die de aandacht vestigt op de sociale leefomstandigheden en niet op de personen. "Armen brengen geen nieuwe armen voort! " Daarentegen moeten de levensomstandigheden waarin sommige kinderen geboren worden, wel in aanmerking worden genomen. Maar wanneer daarbij de aandacht louter op de mensen wordt gericht, blijft het onderliggende probleem verborgen, wordt de analyse van de context die dergelijke situaties van armoede creëert, terzijde geschoven. Christine Mahy waarschuwt ons ook voor wat ze de recente afbrokkeling van de maatschappelijke situatie van de armen noemt. Voor degenen die over deze rijkdommen beschikken is het leven in de samenleving eerder comfortabel, maar voor anderen komt het recht op die rijkdommen onder druk te staan. Vroeger zeiden de mensen: "Het ergste is niet dat je niets hebt, maar dat je als niets beschouwd wordt." Nu zeggen ze: 12
www.socialenergie.be "Het ergste is dat je niets hebt, als niets beschouwd wordt EN wordt beschouwd als degene die in de kassa graait." De stigmatiserende vooroordelen over de armoede zijn erg hardnekkig en worden momenteel nog versterkt door wat we de "managementlogica" kunnen noemen, waarbij een sociaal probleem in termen van kosten/baten wordt bekeken wat uiteraard de analyse van het probleem kleurt en de acties die worden ondernomen in een bepaalde richting stuurt. Deze tegengestelde uitgangspunten van het maatschappelijk werk en de managementopvatting, leiden tot spanning bij de betrokkenen. Hoe iedereen de maat neemt van wat hij doet, de manier waarop hij het doet, organiseert en in de praktijk brengt... dat heeft een impact op het beleid. Met andere woorden, het werk van de maatschappelijk werkers heeft een impact op de samenleving, dus ook op de middenklasse, dus ook op degenen die het systeem in stand houden, die bang zijn dat het zal veranderen en er dus alles aan doen om te zorgen dat het niet verandert omdat ze het nu goed hebben..." Maar Christine Mahy stelt ons de volgende vraag: welke doelstellingen streven we met onze acties na? De mensen zijn inderdaad gewoon om "het te stellen met", om geen toegang te hebben tot de rijkdommen en te overleven in sociale situaties die maar weinig mogelijkheden bieden. Die vorm van berusting kan enkel worden doorbroken door projecten voor te stellen die ten dienste staan van deze mogelijkheden. "De vragen die gesteld worden aan de armen, worden ook aan de middenklasse gesteld. " Het maatschappelijk werk moet verder gaan dan gewoon materiële steun. Het mag niet de bedoeling zijn dat we er gewoon voor zorgen dat de mensen het einde van de maand halen, dat de grootste sociale (of ecologische) nood wordt gelenigd, zoals het huidige sociale beleid voorstelt. De sociale en ecologische vraagstukken zijn collectieve vraagstukken en de politieke antwoorden erop moeten gemeenschappelijke antwoorden zijn die de tegenstellingen tussen de verschillende groepen van de bevolking overstijgen. Er moet vooral over worden gewaakt dat de ongelijkheid niet nog toeneemt, dat de kloof tussen de verschillende sociale lagen van de samenleving niet nog groter wordt. De vaststellingen die bij het maatschappelijk werk worden gedaan, moeten dus worden doorgestuurd want bij de hele problematiek rond natuurlijke rijkdommen gaat het om collectieve rijkdommen waartoe iedereen toegang moet hebben. "Het privéleven wordt bepaald door de normen van de middenklasse. " Het is dus belangrijk om waakzaam te zijn als we weten dat de projecten, de acties naar het kansarme publiek toe, worden bedacht vanuit het standpunt van de middenklasse. Christine Mahy wijst op de verschillende aangehaalde rijkdommen: privé, natuurlijk, collectief... Er moet altijd met alle dimensies rekening worden gehouden. De energieproblematiek houdt verband met zaken die gevoelig liggen zoals de woning, de levenswijze van de mensen... met andere woorden met de privésfeer van de bevolking. Ze wijst in haar uiteenzetting nadrukkelijk op de overmatige voorwaardelijkheid waaraan de sociale begunstigden onderworpen zijn en laat een van hen aan het woord: 13
www.socialenergie.be "Ik had niet verwacht dat ik op een dag de secretaresse van mijn eigen leven zou zijn. Ik moet de hele tijd papieren invullen: voor de school, het OCMW, de uitkeringen... Als je arm bent, moet je echt van papier houden!" Die overmatige voorwaardelijkheid laat de mensen geen enkele speelruimte; ze zijn gedoemd tot "een foutloos parcours, ook al zijn ze te goeder trouw". Het gaat om administratieve vereisten, maar die raken ook aan het privéleven, het gevoelsleven... Om als arme geholpen te worden, je rechten te kunnen laten gelden, moet je het hoofd bieden aan talloze bevelen, beantwoorden aan een schier eindeloze reeks voorwaarden. Willen we in een dergelijke context de voorwaardelijkheid nog groter maken, nog eisen toevoegen of willen we vertrekken van de behoeften en projecten opzetten "voor de mensen en met de mensen"? Tijdens haar verrijkende lezing vestigt Christine Mahy, die er a priori helemaal voor te vinden is dat armen worden betrokken bij elke nieuw actie die hun bestaan draaglijker kan maken, onze aandacht op een aantal essentiële zaken: 1. We moeten er altijd op toezien dat de wil om armen te laten helpen niet als een boemerang terugslaat en verandert in een voorwaardelijkheid. We moeten er met andere woorden heel goed over waken dat een ruime verspreiding van de principes van rationeel energiegebruik er uiteindelijk niet toe leidt dat mensen die deze principes niet in hun woning hebben toegepast precies daarom geen financiële steun meer kunnen krijgen. 2. Christine Mahy wijst erop dat wie arm is "voortdurend het bewijs moet leveren dat hij op alle vlakken kan evolueren." Met zo'n "papierwinkel" en praktische beslommeringen worden de armen soms de "secretaresses van hun eigen leven". En dat fenomeen vreet aan wat hen nog aan levensenergie rest. 3. Christine Mahy vraagt zich af of de principes van het rationele energiegebruik voor het kansarme publiek niet enkel van nut zijn voor de "sterksten onder de zwaksten", met andere woorden voor "de rijksten onder de armsten." En niet voor wie sociaal helemaal in de steek is gelaten, namelijk "de armsten onder de armen". 4. Tot slot is haar tabel met "bouwstenen van de rijkdom" zeer verhelderend, met name om een beter inzicht te krijgen in de huidige realiteit. Christine Mahy verduidelijkt inderdaad uit welke bouwstenen de rijkdom, waar de armen gewoonlijk geen toegang toe hebben, is opgebouwd. Ze toont aan hoe het beleid hier eigenlijk werkt als een systeem van communicerende vaten: de armen kunnen hun materiële rijkdom enkel vergroten als ze zich daarvoor in hun privé-, gevoels- of psychologische leven iets ontzeggen. Denken we maar aan het voorstel van Bart Tommelein om de energiegegevens van iedereen die een sociale uitkering krijgt na te trekken om sociale fraude op te sporen en te bestrijden.
14
www.socialenergie.be
Presentatie van 4 projecten rond energiepreventie Na de twee fundamentele analyses van Olivier De Schutter en Christine Mahy verdiepen we ons in vier concrete "energieprojecten" die zich richten tot een kansarm publiek. En onderzoeken we met name of ze al dan niet ook gericht zijn op de "armsten onder de armen". Op de site www.socialenergie.be of via de onderstaande links vindt u de presentaties waarin innovatieve praktijken worden uiteengezet die maatschappelijk werk en energie aan elkaar koppelen:
Project "Energiedienst" door François Bicommunautaire Maatschappelijke Diensten)
Project "Apparaat op maat" door Wannes Starckx en Stefan Goemaere (Samenlevingsopbouw)
Project "Eco-watchers" door Stéphanie de Tiège (Empreintes asbl)
Project "AmbaPa" door Donatienne Hermesse en Cléo Swinnen (Bonnevie Maison de Quartier asbl)
Grevisse
(Federatie
van
de
Debat over de 4 projecten We geven hier een korte samenvatting van de discussies die in kleinere groepen werden gevoerd nadat de 4 innovatieve projecten waren voorgesteld. Elke groep kreeg een project toegewezen en kon uitgaan van de vragen die door de verantwoordelijke voor het project waren gesteld, om het debat op gang te brengen. 1. Project Energiedienst: Is de maatschappelijk werker de juiste persoon om preventief werk te leveren op het vlak van energie? Zijn de maatschappelijke diensten hiervoor de juiste plek? Antwoord van de groep: de maatschappelijk werker staat niet alleen. Preventief werk op het vlak van energie vereist een specifieke expertise. Maar de expert kan in z'n eentje niet alles realiseren zonder het sociale luik, zonder de maatschappelijk werker. Idealiter is er dus een soort mix, ofwel via multidisciplinaire teams of anders via een nieuw beroep, namelijk dat van energiebegeleider. Begeleiding bij de toepassing van de principes van rationeel energiegebruik kan als stigmatiserend voor de begunstigde worden beschouwd terwijl het de verhuurder en de politiek van hun verantwoordelijkheid ontheft. Ons project toont echter aan dat er duidelijke sociale voordelen zijn, naast een aanzienlijk economisch potentieel. Is begeleiding bij rationeel energiegebruik nuttig en noodzakelijk? Welke voorzorgen moeten in acht worden genomen? Welke plaats moet deze begeleiding krijgen ten opzichte van de dringende problemen waarmee de gezinnen te kampen hebben? 15
www.socialenergie.be Antwoord van de groep: het ene kan niet zonder het andere: het preventieve werk waardoor het gezin consequente besparingen kan doorvoeren en zijn levensomstandigheden kan verbeteren, kan niet zonder politieke bewustmaking en omgekeerd. Hoe kunnen gezinnen die verdrinken in de dringende problemen worden aangemoedigd om preventief werk op lange termijn te leveren dat geen directe resultaten oplevert? Is dat de moeite waard? Antwoord van de groep: het is belangrijk maar mag niet als dwingend worden ervaren omdat het anders niet zal werken.
2. Apparaat op maat: We weten uit ervaring dat gezinnen in energiearmoede nood hebben aan een persoonlijke begeleiding op maat. Ons project komt tegemoet aan een bestaande behoefte en stelt ons in staat deze mensen te bereiken en te begeleiden. Denken jullie dat dit project zou kunnen overleven zonder deze begeleiding? Antwoord van de groep: begeleiding is vaak nodig maar mag niet verplicht zijn. We moeten te allen tijde vermijden dat de begeleiding een voorwaarde wordt om hulp te krijgen. Er was een consensus binnen de groep over het nut van de begeleiding. Moeten we enkel de zuinigste toestellen gebruiken die een A+++ label hebben (ecologische winst)? De aankoopprijs is hoger, wat extra kosten voor de betrokkenen meebrengt. Antwoord van de groep: de toestellen met de beste labels zijn ook de duurste. Dan moeten we ook gaan kijken naar de rentabiliteit. De rentabiliteit moet geval per geval beoordeeld worden, eventueel met een huisbezoek. De Vlaamse minister voor Energie wil het project vanaf juli 2015 uitbreiden naar heel Vlaanderen. Als u minister was, welke voorwaarden zou u dan opleggen? Daarbij moet goed worden nagedacht over de verschillende aspecten: doelgroep, toestellen, middelen die worden gebruikt om ze ter beschikking te stellen (lening, krediet, enz.), vrije keuze of keuze uit een vooraf bepaalde lijst van modellen, enz. Antwoord van de groep: ook hier speelt opnieuw de vraag van de rentabiliteit. Het is belangrijk dat er geen vervanging wordt voorgesteld die niet rendabel is. Er moet dus beroep worden gedaan op een technicus: waarom werkt het huishoudtoestel niet goed? Alvorens het toestel zomaar te vervangen, moet geweten zijn waarom het niet goed werkt. De groep vraagt eveneens wat er met de oude huishoudtoestellen gebeurt. Moeten die worden hersteld? Moeten de "slechte" toestellen definitief uit omloop worden gehaald? Meer algemeen vraagt de groep zich af hoeveel er effectief wordt bespaard. Is het de moeite om zoveel tijd te investeren voor een besparing van 150 euro op 7 jaar? Anderen voeren aan dat er meerdere toestellen kunnen worden vervangen en dat de levensduur van 16
www.socialenergie.be huishoudtoestellen meer bedraagt dan 7 jaar. Er wordt dus potentieel meer bespaard dan 150 euro. 3. Projet AmbaPa De groep is op een meer globale manier gaan nadenken. De groep is helemaal te vinden voor de idee dat mensen die in een woning leven het concept erachter aan anderen gaan uitleggen. Zo wordt te technisch taalgebruik vermeden. Bovendien is het een goede manier om informatie te vulgariseren. Hieronder volgen een aantal opmerkingen, suggesties of vragen die tijdens de discussie naar boven zijn gekomen: 1. Mogelijkheid om ook het technisch personeel/de eigenaars/de beheerders van sociale woningen te sensibiliseren? Doelstelling: van zodra er een nieuwe bewoner is, zodat de boodschap onmiddellijk op een begrijpelijke manier aan de bewoners kan worden overgebracht. Ook voor maatschappelijk werkers moet opleiding worden voorzien zodat ze gefundeerd advies kunnen geven in functie van het type woning in plaats van algemeen advies. Bijvoorbeeld in verband met ventilatie, enz. 2. Een didactisch instrument waarin het advies wordt samengevat, niet enkel in tekstvorm maar ook met tekeningen. Het zou bijvoorbeeld kunnen gaan om een boekje dat nieuwe bewoners krijgen alvorens ze verder worden begeleid. 3. Belang om niet te denken in "aanvaarding" van de woning maar de bewoners actief aan het werk zetten zodat ze zich van bij het begin aan hun nieuwe woning gaan hechten. Er kan van worden uitgegaan dat ze zullen meewerken en in hun woning zullen investeren. Eerder dan dat mensen zich neerleggen bij hun passieve woning, moeten ze de kans krijgen om het type woning te kiezen dat ze wensen. 4. Tandems van maatschappelijk werkers en ambassadeurs creëren die worden vergoed als erkenning voor hun vrijwilligerswerk. Zo zou een tandem van een maatschappelijk werker en een ervaringsdeskundige heel interessant zijn. 5. Begeleidingsdiensten creëren die los staan van het OCMW. Heel wat mensen durven niet echt bij het OCMW gaan aankloppen. We kunnen bijvoorbeeld denken aan een dienst energie-huisvesting in de gemeente, met een levendiger en meer gemeenschappelijk karakter. 4. Project Eco-watchers: De groepen Eco-watchers leveren al heel wat werk op het vlak van energiebeheer, versterking van sociale banden en ontwikkeling van empowerment. Maar hoe kunnen ze ook bijdragen tot een collectieve verantwoordelijkheid rond toegang tot energie voor iedereen? Antwoord van de groep: emancipatie en informatie delen met de buren, dat helpt al een beetje. We zouden kunnen denken aan een evolutie waarbij een centrum voor permanente vorming wordt opgericht; zo kan al iets verder worden gegaan. Het is 17
www.socialenergie.be belangrijk dat er verbanden tussen de mensen worden gecreëerd en dat de politiek op de feiten wordt gewezen. Hoe kun je de impact meten van preventief werk dat gebaseerd is op beter energiebeheer, emanciperend werk en maatregelen ter bescherming van de consument (afsluiting, dubbele facturen, ongeoorloofde verkooppraktijken voorkomen, het recht op het statuut van beschermde klant laten gelden...)? Antwoord van de groep: vele leden van de groep zijn van mening dat dit moeilijk is, dat het tijd vraag, dat het zeker mogelijk is op individueel niveau maar nog heel ingewikkeld op collectief niveau. Als er wordt geïnvesteerd, is het belangrijk dat het project de tijd krijgt om zich te ontwikkelen en dat er manieren worden gevonden om het te evalueren. Een mogelijke indicator die bij de evaluatie kan worden gebruikt, is de terugkeer van begunstigden wanneer ze opnieuw problemen hebben: ze weten waar ze informatie kunnen vinden. Maar de groep stelt zich de vraag of de projecten niet beter aan de hand van andere criteria dan op basis van cijfers kunnen worden geëvalueerd. Moet binnen de groepen naar een sociale mix worden gestreefd wanneer de bezorgdheden op het vlak van energie soms diametraal tegenovergesteld zijn? Antwoord van de groep: Nee, er moet niet naar een dergelijke mix worden gestreefd. Een sociale mix is verre van evident, de levenswijzen zijn heel vaak verschillend en dat kan tot hevige confrontaties leiden. In gemengde groepen moet daarentegen de thematiek worden aangepast om de gemeenschappelijke belangen naar boven te brengen.
18
www.socialenergie.be
Conclusie Door François Grevisse, coördinator van het Steunpunt SocialEnergie Toegang tot energie, is net zoals voedsel een fundamenteel recht. De sociale sector mag dus niet aan de zijlijn blijven staan bij energieproblemen, waarvoor nu vaak curatieve oplossingen worden geboden die worden ingegeven door hoogdringendheid. Dat is een duidelijke noodzaak, maar daar mag het niet bij blijven. Heel wat gezinnen willen maar wat graag hun situatie zelf beter in de hand krijgen en actiever deelnemen aan zowel de collectieve als individuele uitdagingen. Om deze verwachtingen in te lossen, moet eerst het belang en de waarde van de immateriële en relationele rijkdom worden erkend, moet worden gebroken met de heersende berusting. Maar hoe kan die energie een plaats krijgen in het maatschappelijk werk? In de discussies werd sterk de nadruk gelegd op het belang van begeleiding: de zuiver technische oplossingen zijn niet duurzamer dan de zuiver administratieve oplossingen. Om te kunnen emanciperen, moet de begeleiding tegelijk algemeen en gericht, persoonlijk en niet-intrusief, educatief en niet-dwingend zijn. De uitdaging is hier des te groter omdat de woning, waar de energie wordt verbruikt, ook de plek is waar het privéleven zich afspeelt. En de praktijk toont hoe eenvoudig men in stigmatisatie, verplichting en overmatige voorwaardelijkheid van de steun vervalt. Voor heel wat maatschappelijk werkers zijn deze uitdaging een reden om elkaar opnieuw te ontmoeten en van gedachten te wisselen over onze praktijken en ideeën. Maar die gedachtewisseling zou ook verder kunnen gaan. Uit de evaluaties van de studiedag leren we dat heel wat maatschappelijk werkers graag materialen willen uitwisselen en hun expertise op het vlak van preventie willen uitbreiden. Het Steunpunt SocialEnergie gaat nu dus na hoe alle ervaringen, competenties en ideeën het best kunnen worden samengebracht, zodat deze studiedag pas een begin is. Werkgroepen? Opleidingen? Platform om via het internet materialen uit te wisselen? Forum? Wij gaan met jullie ideeën aan de slag.
STEUNPUNT SOCIALENERGIE - FDSS - JULI 2015 19