Verslag van de eerste informatiebijeenkomst voor woonbootbewoners en -eigenaren van: Bilderdijkkade, Da Costakade 301 t/m 365 (oneven zijde) en 300 t/m 364 (even zijde), Hugo de Grootkade 4 t/m 52 en 131 t/m 135, Jacob van Lennepkade 516 t/m 550 (even zijde), 501 t/m 525 (oneven zijde) en 600 t/m 619
Projectgebied: West IV Projectbureau Schoonschip d.d. 21 maart 2012 Buurthuis De Havelaar te Amsterdam
Aanwezig: Van Projectbureau Schoonschip: Ronald Roozeboom (coördinator Waternet), Henny van Gellekom (projectleider) Bewoners.
1. Opening Henny van Gellekom heet de aanwezigen welkom. Het projectbureau start deze voorlichting voor het projectgebied West IV omdat er vanuit de straatriolering aansluitpunten per ligplaats zijn aangelegd of deze op korte termijn zullen worden gerealiseerd door Waternet. Van de bijeenkomst wordt een kort verslag gemaakt, waarin antwoord wordt gegeven op de gestelde vragen. De vragen en antwoorden zijn naar onderwerp gegroepeerd. Bewoners ontvangen dit verslag per post. Het verslag zal tevens op de website van het projectbureau geplaatst worden (www.projectbureauschoonschip.nl onder de rubriek documentatie/verslagen bijeenkomsten). 2. Projectbureau Schoonschip Projectbureau Schoonschip is ontstaan uit een samenwerking tussen Rijkswaterstaat NoordHolland (RWS) en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV), dat in deze vertegenwoordigd wordt door Waternet. Het samenwerkingsproject heeft als doel de lozingen vanuit woonboten in oppervlaktewaterlichamen te doen (laten) beëindigen door de woonboten te laten aansluiten op de riolering. Het projectbureau is voornamelijk in het leven geroepen om woonbootbewoners hierbij te ondersteunen middels voorlichting, het uitvoeren van een schouw aan boord etc. Projectbureau Schoonschip is bereikbaar via: telefoonnummer 020-5850 550 (telefoondienst) per e-mail:
[email protected]. Veel informatie is te vinden op de website: www.projectbureauschoonschip.nl 3. Wettelijk kader De Europese wet- en regelgeving is in Nederland uitgewerkt in een aantal wetten en besluiten. In eerste instantie zijn de regels met betrekking tot lozing van huishoudelijk afvalwater vastgelegd in het Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater (1997). In het
1
Lozingenbesluit werd bepaald dat alle ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater op oppervlaktewater uiterlijk 1 januari 2005 beëindigd moesten zijn. Deze doelstelling bleek in de praktijk echter niet haalbaar. Met het oog op de bijzondere situatie van woonbootbewoners, is in het per 1 januari 2008 van kracht geworden Besluit lozing afvalwater huishoudens1 een aparte regeling getroffen voor de beëindiging van lozingen vanuit woonschepen op oppervlaktewater. Dit besluit maakt een tijdelijke ontheffing van het lozingenverbod mogelijk indien er een concreet plan van aanpak met een duidelijke tijdslimiet is. In de gemeente Amsterdam zijn, afhankelijk van het gebied, zowel AGV als RWS het bevoegd gezag met betrekking tot het waterkwaliteitsbeheer van het oppervlaktewaterlichaam. De in dit betreffende projectgebied (West IV) aangeschreven woonboten liggen in oppervlaktewater waar AGV het bevoegd gezag is. De gemeente heeft de zorgplicht voor het transport van afvalwater (lees: de aanleg van riolering). De lozer moet zijn binnenhuisriolering op orde hebben en kunnen aansluiten op het riool als deze binnen 40 meter van een lozingspunt ligt. 4. Uit te voeren werkzaamheden De werkzaamheden zijn te onderscheiden in: a. uit te voeren door de lozer: aan boord: leidingen centraliseren plaatsen pomp en maken wanddoorvoer aanbrengen verbindingsslang tussen pomp en walaansluiting b. uit te voeren door de gemeente: aanleg riolering tot aan de wal; realisatie individueel aansluitpunt in de kademuur per woonark In Amsterdam is besloten dat de aanleg van de riolering planmatig en waar mogelijk, wordt gerealiseerd in combinatie met andere werkzaamheden (als de aanleg van andere nutsvoorzieningen) van het stadsdeel in het betreffende gebied. Door bezuiniging kunnen plannen van de gemeente echter veranderen, daarom is het ook mogelijk dat er alleen rioolaansluitpunten worden aangelegd. Een aantal van de nu uitgenodigde woonbootbewoners (Da Costakade 360 t/m 364 even en Jacob van Lennepkade 516 en 518) is in 2008 reeds benaderd door het projectbureau in combinatie met toenmalig stadsdeel Oud West, zij hebben toen ook al de mogelijkheid gehad de woonboot te laten schouwen. Later is bij deze adressen toch geen riolering aangelegd. Het is dus mogelijk dat woonboten in de buurt nog niet, of al eerder zijn benaderd door Projectbureau Schoonschip. In opdracht van de gemeente maakt Waternet een aansluitpunt waarop u kunt aansluiten op de riolering. In de Kinkerbuurt (projectgebied West IV) hanteert Waternet de volgende planning bij het aanleggen van de rioolaansluitpunten in de kade: Bilderdijkkade: week 13 t/m 15 Hugo de Grootkade: week 16 en 17 Da Costakade: week 18 t/m 25 Jacob van Lennepkade 520 en 522: week 15 Jacob van Lennepkade 516 en 518: week 21 Jacob van Lennepkade rest week 10 t/m 12 1
gepubliceerd in Staatsblad 468, 2007, te lezen via overheid.nl
2
Het aansluitpunt loopt via een pijp uit op een put die is voorzien van een afsluitkraan met terugslagklep. Omdat de meeste woonboten lager liggen dan (het aansluitpunt in) de kade is een vuilwaterpomp nodig om het afvalwater weg te pompen. Worden de rioolputten afgeschermd zodat er geen auto’s boven de putten kunnen worden geparkeerd? De putten worden afgedekt met een kunststof deksel en daarop een gietijzeren putdeksel ter bescherming in de straat. In Amsterdam kan het plaatsen van putten in parkeervakken langs de grachten niet altijd vermeden worden. Bewoners willen de put ook graag zo dicht mogelijk bij de woonboot hebben. Bij een calamiteit zal Waternet een eventuele auto altijd kunnen verplaatsen. Tot die tijd is het mogelijk de walslang af te koppelen tot het probleem verholpen is. Er zijn ook aansluitpunten in dit projectgebied waar een grote blauwe dop op het de slang uit de kademuur is geplaatst, waarom is dit? Er is een korte periode geweest dat Waternet de aansluitpunten met een dergelijk koppelstuk opleverde. Sinds 2009 wordt dit echter niet meer gedaan. Omdat iedere woonboot de walslang op een andere manier wil aansluiten is deze koppeling vaak ook niet nodig. Hoe diep moeten de leidingen liggen om niet te bevriezen? De minimale dekking die Waternet voor de hoofdriolen in de straten aanhoudt is 0.80 meter tot de bovenkant van de buis. Dit heeft te maken met verkeersbelasting, andere gebruikers van de bodem, of eventuele sloop van wegdek etc. Voor gemeentelijke (doorgaande) persleidingen hanteert Waternet een minimum dekking van 0.70 meter gemeten vanaf het maaiveld tot de bovenkant van de buis omdat persleidingen in het algemeen van sterker materiaal gemaakt zijn dan de riolen. Huislozingen liggen grotendeels onder trottoirs. Hier gelden weer andere normen voor dekking. Voor aansluitingen op de terrein-/gevelgrens hanteert Waternet een diepteligging van ongeveer 0.40 meter tot de bovenkant van de buis. De walaansluitingen in het centrum van Amsterdam zijn feitelijk huislozingen met enige persdruk. Daarbij is het niet altijd mogelijk de buis op 0.80 meter te leggen doordat deze ook weer een bepaalde afstand tot boven de watergrens moet hebben. In dat geval kan het zijn dat er een deel van de bovenkant van de put wordt afgezaagd en het aansluitpunt minder dan 0.80 meter diep ligt. Waternet benadrukt dat de minimale dekking niet is vastgesteld vanwege gevaar voor bevriezing. Bij riolering is er eigenlijk geen sprake van dekking vanwege de vorst omdat afvalwater relatief warm is. Bevriezingsgevaar bestaat alleen bij langdurige matig tot strenge vorst waarbij er geen gebruik wordt gemaakt van de leiding, iets wat normaalgesproken weinig voorkomt in Nederland. Wat is de standaard diameter van het gat in de kademuur? Als hier ruimte wordt gelaten kan het warmtelint makkelijker doorgetrokken worden, zoals bij de drinkwaterleiding. Het gat waarin het aansluitpunt wordt gelegd heeft een diameter van ongeveer 125 mm. De leiding die hierin geplaatst wordt heeft een buitendiameter van 63 mm. Om de leiding wordt een rubberen ring geplaatst voordat de kade weer dicht wordt gemaakt. Sinds eind 2010 wordt dit afgedekt met een plaatje tegen de kademuur ter versterking. Voor vragen over de mogelijkheid een thermolint aan te brengen tot in de kademuur, kunt u contact opnemen met Waternet, Afvalwater, afdeling Beleid en Planvorming (Danny Jongejeugd) via telefoonnummer 0900 9394.
3
5. Pompinstallatie Er wordt uitgegaan van een pomp met een vrije doorlaat. Een versnijdende pomp is in de regel niet nodig. In voorkomende gevallen bestaat de kans dat een versnijdende pomp toch nodig is; wanneer een grote afstand of hoogteverschil moet worden overbrugd. Het projectbureau adviseert bewoners om hierover goed met de installateur en gemeente/ Waternet te overleggen. In het Programma van Eisen (PvE) staan de eisen vermeld, waaraan de boordvoorziening (pomp, wanddoorvoer, verbindingsslang etc.) tot aan de aansluiting op het riool moet voldoen om te kunnen spreken van een deugdelijke boordvoorziening. Het projectbureau benadrukt dat de installaties die in de presentatie getoond worden onder ideale omstandigheden zijn geïnstalleerd en erkent dat de werkelijkheid vaak gecompliceerder is en dat voor iedere woonboot afzonderlijk bekeken moet worden wat de mogelijkheden zijn. Wanneer de pomp op het riool wordt aangesloten moet de afsluiter in de kade geopend zijn. Anders kan het afvalwater niet worden weggepompt. Als u twijfelt of de afsluiter openstaat kunt u hierover contact opnemen met Waternet. Een aantal actieve bewoners uit een eerder voorgelicht projectgebied heeft onderzoek gedaan naar kosten en werking van de verschillende pompmerken, hun bevindingen zijn terug te vinden op een website: http://zpadpompen.dyndns.info Kan de pomp wel een afstand van 40 meter naar het hoofdriool overbruggen? Een pomp die voldoet aan het Programma van Eisen, met een persdruk tussen 0.8 en 2.0 bar kan een dergelijke afstand inclusief hoogte verschil makkelijk overbruggen. Tot op heden is er in het stedelijk gebied geen geval bekend bij Projectbureau Schoonschip waar de pomp het niet haalde. Ook niet in situaties waar nog extra meters gemaakt moeten worden onder een steiger waar meerdere woonboten aan liggen. Mag een verbindingsslang flexibel zijn? Ja, de walslang kan zelfs in een S-bocht worden gelegd om aan te sluiten op het aansluitpunt in de kade. Enige flexibiliteit is ook gewenst in verband met het opvangen van hoogteverschillen wanneer het waterpeil stijgt of daalt. Waarom moet mijn pompinstallatie voldoen aan bepaalde eisen? Het Besluit Lozing Afvalwater stelt dat u niet meer mag lozen op het oppervlaktewater. Als u hieraan voldoet bent u niet in overtreding, ongeacht de manier waarop u bent aangesloten op de riolering. Het Waterschap AGV heeft echter wel eisen gesteld aan de subsidieverstrekking voor een zogeheten “deugdelijke boordvoorziening”. Deze staan beschreven in het Programma van Eisen. Maakt een niet versnijdende pomp minder geluid dan een versnijdende? Ja, met name de vermaler in een versnijdende pomp maakt geluid (te vergelijken met het geluid van een (ouderwetse) koffiemolen). .
6. Schouw aan boord Het project biedt de mogelijkheid in de periode april/ mei een (door het project betaalde) individuele schouw aan boord te laten uitvoeren. Naar aanleiding van dit bezoek wordt een schouwrapport opgesteld waarmee bewoners zelf aan de slag kunnen of opdracht kunnen
4
geven aan een installateur. Het schouwrapport is informatief bedoeld. Het rapport geeft inzicht in de individuele situatie van iedere woonboot en laat zien hoe de vuilwaterpunten gecentraliseerd kunnen worden en wat een goede locatie voor de pomp is. Ook maakt het schouwrapport eventuele knelpunten inzichtelijk. De schouw is niet verplicht. De schouw en het rapport worden in opdracht van Waternet/ Projectbureau Schoonschip uitgevoerd en opgesteld. De gegevens worden niet naar derden verspreid en evenmin gebruikt ter controle bij de handhaving op het Besluit lozing afvalwater huishoudens. Het projectbureau blijft wel over een kopie van het rapport beschikken. Bewoners stellen regelmatig vragen over de inhoud van het schouwrapport en vragen soms een extra kopie wanneer het oorspronkelijke rapport is zoekgeraakt. U ontvangt per brief de naam van het bedrijf dat gaat schouwen in het projectgebied West IV. Voor de aanleg van een installatie aan boord hoeft u geen gebruik te maken van het bedrijf dat de schouw heeft uitgevoerd. U bent vrij zelf een bedrijf hiervoor te kiezen. Na de schouwronde volgt in juni 2012 een tweede bijeenkomst tijdens welke bewoners de gelegenheid hebben vragen te stellen naar aanleiding van de uitkomsten in het rapport. Het bedrijf dat de schouw uitvoert zal, evenals andere installateurs en leveranciers van pompen, aanwezig zijn op deze bijeenkomst.
7. Subsidie RWS en AGV hebben besloten subsidie te verstrekken voor een deel van de kosten. Dit besluit houdt mede verband met het feit dat de kosten voor de aansluiting bij een woonboot door de specifieke situatie in het algemeen hoger zijn dan de kosten voor een gemiddelde huisaansluiting op de vaste wal. Door de subsidieregeling worden woonbootbewoners tegemoet gekomen in deze hogere kosten. De subsidieregeling van AGV kent een maximum subsidiebedrag van €1.250,- per woonboot. AGV stelt wel eisen aan de pompinstallatie om in aanmerking te komen voor de subsidie. Deze worden beschreven in het PvE. Kijk voor overige voorwaarden voor subsidie op www.projectbureauschoonschip.nl/ subsidie. Kan het projectbureau mij helpen met invullen van het subsidieaanvraagformulier? Projectbureau Schoonschip vult geen aanvraagformulieren in voor bewoners. Bij vragen tijdens het invullen kunt u uiteraard wel telefonisch of per email contact met ons opnemen. Inhoudelijke vragen over de subsidie van AGV kunt u het beste rechtstreeks aan Waternet stellen via het algemene telefoonnummer 0900 9394: sector KMR, afdeling Plan, Advies en Vergunningen.
8. Handhaving Zowel RWS als AGV is gehouden tot bestuursrechtelijke handhaving van de bepalingen uit het Besluit lozing afvalwater huishoudens. Voor het projectgebied West IV betekent dit dat na het verlopen van een termijn van 12 maanden, welke in de tweede voorlichtingsbijeenkomst wordt vastgesteld, Waternet als uitvoerder van het bevoegd gezag (AGV) zal handhaven. In de praktijk betekent dit dat, wanneer er nog steeds geloosd wordt op het oppervlaktewater, er eerst een dwangsom wordt opgelegd van € 15.000,- verdeeld over 5 termijnen van € 3.000,- , die eventueel gevolgd wordt door een gerechtelijke procedure. Meer informatie hierover vindt u in de
5
nieuwsbrief van Projectbureau Schoonschip van januari 2010, die u kunt raadplegen via de site van het projectbureau. Overige vragen Kan Projectbureau Schoonschip informatie verschaffen over leveranciers en prijzen van warmtelinten? Op de website van het projectbureau (www.projectbureauschoonschip.nl) is een lijst te vinden met installateurs en leveranciers van pompen en materialen. Daarnaast zijn er ook veel losse aanbieders van warmtelinten op internet te vinden. Verder wordt verwezen naar de websites van woonbotenverenigingen, zoals www.woonbotenland.nl. Een warmtelint met een gemiddelde lengte van 12 meter is te koop voor een bedrag tussen € 60,- en € 95,-. Kan Waternet geen installateur leveren om met korting voor het hele gebied installaties aan te leggen? Omdat iedere situatie aan boord anders is bij elke woonboot, is er door RWS en AGV besloten een bedrag toe te kennen gebonden aan een aantal minimumeisen, om bewoners niet te dwingen tot één specifieke oplossing van één bepaald type of merk. De bewoner is binnen deze grenzen vrij om te bepalen wat er in de eigen woning gebeurt. Is het goedkoper als bewoners zelf een pomp bij de leverancier kopen? Dit is niet bekend. Projectbureau Schoonschip adviseert, maar houdt zich niet bezig met de aanschaf van pompen etc. Wat moet ik doen bij stroomuitval of een calamiteit? Bij stroomuitval of verstopping van de leiding is er sprake van een uitzonderlijke situatie en kan het afvalwater niet weggepompt worden. Een deugdelijke pompinstallatie heeft een reservoir van 40/ 50 liter om een deel van het afvalwater op te vangen, maar dit is mogelijk niet genoeg bij calamiteiten. De installatie beschikt (dient te beschikken) over een noodoverstort, bijvoorbeeld via de ontluchtingsleiding of via een oude standpijp. In geval van calamiteiten (wel direct melden bij de storingsdienst van Waternet 0900 9394) kan hiervan tijdelijk gebruik gemaakt worden om toch te kunnen blijven lozen. Aanvullende informatie hierover kunt u terugvinden in het Programma van Eisen. Zijn er ernstige calamiteiten bekend bij het projectbureau door vorst? Er zijn nu naar schatting ongeveer duizend woonboten aangesloten op het gemeentelijk riool. Het projectbureau heeft tot op heden geen kennis genomen van grote calamiteiten ten gevolge van vorst. De meeste problemen die afgelopen winter ontstonden op woonboten betroffen bevriezing van de drinkwaterleiding. In de papieren nieuwsbrief van maart 2012 wordt hier in een artikel ook aandacht aan besteed.
Met dank aan de aanwezigen en de afspraak dat de bewoners een verslag van de bijeenkomst toegestuurd krijgen, sluit Henny van Gellekom de bijeenkomst af.
6