Verslag van de activiteiten van het Nederlands Gebarencentrum in het kader van de subsidie van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap
2010-2014
Inleiding Op 6 oktober 2004 is aan de Tweede Kamer tijdens het Algemeen Overleg over de Nederlandse Gebarentaal structurele financiering van het Nederlands Gebarencentrum toegezegd ( vergaderjaar 2004-2005, 29 800 XVI, nr.107). Belangrijke overweging bij het verstrekken van de subsidie is dat in het kader van het kabinetsstreven naar een verdergaande erkenning van de Nederlandse Gebarentaal een eigen taal en ontwikkelingsinstituut voor deze taal past. De subsidie wordt verstrekt voor periodes van vier jaar. Over de eerste periode van vier jaar is een uitgebreid verslag ingediend in 2010. Naar aanleiding van dit verslag is door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de subsidie verlengd met een periode van vier jaar tot 1 januari 2014 (verplichtingsnummer 50500-751725). Dit verslag betreft de tweede periode van vier jaar 2010-1014. Aan het einde van elk subsidiejaar is een uitgebreid inhoudelijk verslag ingediend van alle activiteiten die door het Nederlands Gebarencentrum zijn uitgevoerd in het kader van de OCW subsidie. Nu de tweede periode van vier jaar bijna ten einde is, is ten behoeve van de evaluatie dit verslag opgesteld met een samenvatting van alle activiteiten die zijn uitgevoerd in de periode 2010-2014. Voor een gedetailleerde beschrijving van alle activiteiten in de periode 2010-2014 verwijzen we naar de verslagen per gesubsidieerd jaar. Voor 2013 zal dat verslag in 2014 verschijnen, in dit verslag zullen we de activiteiten van 2013 voor zover ze zijn afgerond meenemen. De evaluatie van de activiteiten van het Gebarencentrum kan afgemeten worden aan de waardering voor onze producten en activiteiten. In het eerste deel van dit verslag beschrijven we de activiteiten die het Gebarencentrum heeft uitgevoerd tussen 2010-2014, in het tweede deel geven we de waardering van de organisaties waar wij nauw mee samen werken weer en de bezoekersaantallen van onze website en het online woordenboek. De activiteiten van het Nederlands Gebarencentrum vallen uiteen in drie onderdelen: informatievoorziening en monitoring, beheer van de NGT en taalbeleid en productontwikkeling.
2
In de subsidiebeschikking (brief CFI van 25 april 2006 en juni 2010) staan de volgende te subsidiëren activiteiten: A. algemene ontwikkeling- en ondersteuningsactiviteiten op het terrein van de Nederlandse Gebarentaal: o ontwikkeling van en vormgeving van gebaren o het beheer van de Nederlandse Gebarentaal o voorlichting en het (tegen betaling) ondersteunen van scholen, andere organisaties en instellingen bij het gebruik en toepassing ervan B. het (doen) verrichten van kortdurend onderzoek ten behoeve van de ontwikkeling en het beheer van de Nederlandse Gebarentaal.
Dit verslag valt in drie delen uiteen: 1. 2. 3.
Informatie en Monitoring Beheer NGT en Taalbeleid Evaluatie
3
1. Informatie en monitoring Eén kerntaak van het Gebarencentrum is het geven van informatie en adviezen op het terrein van de Nederlandse Gebarentaal in al haar verschijningsvormen en daar aan verwante onderwerpen zoals tweetalig onderwijs, het gebruik van ondersteunende gebaren in tal van situaties. Gezien het belang dat door de Nederlandse overheid gehecht wordt aan uniformering en standaardisering van de Nederlandse Gebarentaal wordt hierbij veel aandacht gegeven aan het informeren van doelgroepen over gestandaardiseerde en vastgelegde gebaren en de bewustwording van de eigen taal- en cultuurgeschiedenis. In 2009 heeft de presentatie van het Van Dale Basiswoordenboek NGT veel aandacht gekregen in de pers wat geleid heeft tot veel aandacht voor de positie van NGT en haar taalgebruikers. Deze positieve uitwerking heeft zich doorgezet in de jaren erna. Vanaf 2011 is er veel aandacht besteed aan het informeren van doelgroepen in de zorg aan mensen met een verstandelijke handicap over de wijziging van Weerklankgebaren naar standaardgebaren. Daartoe zijn verschillende studiedagen georganiseerd in samenwerking met Kentalis. We zien dan ook een duidelijke toename in de belangstelling van gebaren vanuit de sector die zich bezighoudt met de zorg van en het onderwijs aan mensen met een verstandelijke handicap, hetgeen onder meer blijkt uit de vragen die gesteld worden en uit de organisaties die gebruik maken van ons online gebarenwoordenboek.
Een bijzonder project wat in 2010 ondersteund is door het Nederlands Gebarencentrum in het kader van voorlichting is het project van de Stichting Dovenshoah. In het Hortusplantsoen in Amsterdam is zondagmiddag 17 oktober 2010 een monument onthuld ter nagedachtenis aan de dove joodse slachtoffers van het naziregime. De stichting Dovenshoah heeft het initiatief daartoe genomen. Die stichting houdt zich bezig met het bestuderen en onder de aandacht brengen van de joodse dovencultuur in Nederland. Tegenover het Hortusplantsoen zat de voormalige dovenschool waar Duitsers in de Tweede Wereldoorlog dove joden verzamelden voor transport naar de concentratiekampen. Het figuratieve beeld is ontworpen door voormalig verzetsstrijdster Truus Menger. De gebarentekeningen op het monument zijn vervaardigd door Bart Koolen, medewerker van het Nederlands Gebarencentrum.
4
Uiterst belangrijk in de voorlichting en verspreiding van informatie over de Nederlandse Gebarentaal en standaardgebaren is de website www.gebarencentrum.nl en de (digitale) gebarenwoordenboeken. In het kader van meer informatie over gebaren wordt het Gebaar van de week niet alleen op de website maar ook op Facebook geplaatst. Gedurende het hele jaar benaderen particulieren, scholen en instellingen ons met allerlei vragen over de Nederlandse Gebarentaal en Nederlands met Gebaren. Gemiddeld kwamen in 2006 per dag 8 vragen hierover rechtstreeks en via onze website binnen op
[email protected]. In 2009 is het aantal vragen gestegen tot ongeveer 15 per dag. In 2010 was het gemiddeld aantal vragen 15 tot 20 per dag, in 2013 is het aantal vragen gestegen tot ongeveer 25 tot 30 per dag. Via de vernieuwde website die eind oktober 2013 gepubliceerd is hebben we een deel van de vragen proberen te ondervangen door de informatie laagdrempelig toegankelijk te maken in zowel Nederlands als Nederlandse Gebarentaal. Ontwikkeling van de website Op 3 februari 2006 heeft in Bunnik een feestelijke presentatie plaatsgevonden van de DVDROM Standaard lexicon, deel 1 en 2 met ruim 5000 standaardgebaren en de geheel vernieuwde website (www.gebarencentrum.nl). De website was tweetalig van opzet en onder de rubriek gebarendatabank was het toen grootste online gebarentaal woordenboek in Europa te vinden dat bij de lancering 5000 gebaren bevatte. De website en vooral het onderdeel gebarendatabank is een groot succes gebleken. Er werd zeer veel gebruik gemaakt van de gratis toegankelijke online gebarenwoordenboeken. Sinds eind 2009 is de opzet van de gebarendatabank iets gewijzigd. Er zijn twee soorten online woordenboeken: de gratis toegankelijke waar de meest gebruikte basisgebaren (ongeveer 1000) te vinden zijn en een woordenboek waarop de gebruiker een abonnement kan nemen. In de jaren 2006-2014 zijn diverse gratis online gebarenwoordenboeken toegevoegd aan de website. Zo zijn de gebarentekeningen die gepubliceerd zijn in de gebarenwoordenboeken Gebaren met je baby, Gebaren in de gezondheidszorg, Bijbelnaamgebaren en Dood en Rouw en Gebaren voor de Politie te vinden op de website. Daarnaast is er een gebarenwoordenboek met Internationale Naamgebaren en wordt er regelmatig een actueel thema woordenboek, zoals rondom een nieuw kabinet (2012), de opening van het Rijksmuseum (2013) en de troonswisseling (2013) toegevoegd. Het online gebarenwoordenboek in abonnementsvorm is het Van Dale online Gebarenwoordenboek Uitgebreid. Dit is bedoeld voor de mensen die toegang willen tot alle gebaren die beschikbaar zijn. Dit woordenboek in abonnementsvorm is op termijn een vervanging voor de dvd-rom’s. Het eerste woordenboek in abonnementsvorm is in januari 2010 gelanceerd en bevatte alle gebaren en voorbeeldzinnen uit het Van Dale Basiswoordenboek Nederlandse Gebarentaal (ruim 3000 gebaren en ruim 2000 voorbeeldzinnen). Het online gebarenwoordenboek bevat eind 2013 ruim 16.000 gebaren en wordt dagelijks bijgewerkt.
5
In 2013 is de website geheel vernieuwd (zie fig.1) en nog beter toegankelijk gemaakt voor de gebruikers. Alle informatie wordt in Nederlands en Nederlandse Gebarentaal weergegeven en de informatie over ons onderzoek op het gebied van lexicon en grammatica wordt op die manier voor iedereen toegankelijk gemaakt. Daarnaast is er de mogelijkheid om via de site informatie te bundelen voor specifieke doelgroepen, zoals de sector zorg en onderwijs van mensen met een verstandelijke beperking en de logopedisten die gebruik maken van ondersteunde gebaren.
Fig. 1 Nieuwe website Nederlands Gebarencentrum (2013)
6
2. Beheer NGT en taalbeleid Standaardisatie Het Nederlands Gebarencentrum speelt een centrale en coördinerende rol in het taalbeleid van NGT, waarbij vooral de nadruk ligt op het lexicon van NGT. Het beleid dat gevoerd wordt in Nederland is vrij uniek in Europa: als enige land heeft Nederland al begin jaren tachtig een grote landelijke inventarisatie van gebaren gedaan (in het kader van het KOMVA project dat door de NSDSK is uitgevoerd tussen 1982 en 1999). Met de opzet van het Komva-project en de wijze waarop daar met de regionale variatie is omgegaan, is een begin gemaakt met taalplanning ten aanzien van NGT. Taalplanning houdt in dat er actief ingegrepen wordt in het natuurlijke proces van de ontwikkeling van een taal. Bij taalplanning kunnen twee typen onderscheiden worden: men kan zich bezighouden met de interne structuur van een taal (corpusplanning) of men kan zich bezighouden met de status van een taal (status- planning). Activiteiten die onderscheiden worden binnen corpusplanning, zijn zaken als het ontwikkelen van een geschreven vorm voor een taal, het hervormen van de spelling, het inventariseren van het lexicon en het schrijven van grammaticaboeken. Een centrale rol in corpusplanning speelt de standaardisatie van een taal: het vaststellen van de linguïstische norm van een taal. Talen kunnen variëren van niet-gestandaardiseerd (dit geldt voor de meeste talen waar geen schrift- vorm voor is, inclusief gebarentalen) tot moderne standaardtalen, zoals het Nederlands, Engels en Spaans, die gebruikt worden in alle communicatieve situaties. Het beleid ten aanzien van NGT is er tussen 1981 en 1999 dus op gericht geweest zo veel mogelijk van de variatie in het lexicon van ngt in kaart te brengen en in woordenboeken en cursusmaterialen weer te geven. In 1998 kwam er een wijziging in dit beleid. Op 26 juni 1998 is een convenant gesloten ten behoeve van de standaardisatie van de Nederlandse Gebarentaal en de invoering van tweetalig onderwijs. Betrokken partijen waren de belangenvereniging Dovenschap, de Federatie van Ouders van Dove Kinderen (FODOK), alle instituten en scholen voor doven in Nederland, en de staatssecretaris van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De activiteiten die in het convenant zijn afgesproken, zijn uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een stuurgroep, de stuurgroep NGT-2 (NGT als tweede taal). In 1999 kreeg het Nederlands Gebarencentrum de opdracht om het Project Standaardisatie van basis- en onderwijslexicon uit te voeren Dit standaardlexicon is in 2002 en 2006 uitgebracht op dvd-rom Standaard Lexicon deel 1 en 2 en in 2010 in een uitgebreide versie. Dit lexicon is sinds 2006 ook online beschikbaar. De standaardgebaren zijn geleidelijk ingevoerd in het dovenonderwijs en de gezinsbegeleiding sinds 2002 via de landelijke cursussen NGT en NmG, de scholen, de getolkte journaals en het onlinewoordenboek van het Nederlands Gebarencentrum. Het Nederlands Gebarencentrum heeft in de periode 2002- 2010 alle cursussen NGT en NmG voorzien van standaardlexicon. Het invoeren van een standaard houdt niet in dat er geen sprake meer zou (kunnen) zijn van variatie. Voor het Nederlands is weliswaar een standaard beschreven en vastgelegd in woordenboeken als het Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal, maar iedere taalgebruiker kent de enorme rijkdom aan variatie in het gesproken Nederlands. Dit geldt ook voor de Nederlandse Gebarentaal: er is een standaardlexicon beschreven waarmee het mogelijk is om landelijk materialen te maken voor tweetalig onderwijs en normen voor taalvaardigheid te ontwikkelen, maar daarnaast is er ruimte voor alle vormen van variatie die kenmerkend is voor elke levende taal. De wijze van standaardisatie van een deel van het lexicon van de Nederlandse Gebarentaal heeft feitelijk niet geleid tot een grote mate van taalverarming zoals soms wel gedacht wordt. In 2013 is door het Gebarencentrum een onderzoek gedaan naar de gevolgen van de invoering van de standaardisatie bij dove gezinnen met dove kinderen. De resultaten van het onderzoek laten zien dat de meerderheid van dove kinderen meer gebruik maakt van de gestandaardiseerde gebaren dan hun dove ouders. De moeders gebruikten meer gestandaardiseerde gebaren dan de vaders en horende broers/zussen. Uit de
7
interviews kwam naar boven dat de dove gezinnen niet tegen communicatieproblemen opliepen als gevolg van het feit dat hun kinderen in standaard gebaren les kregen. De resultaten zijn gepresenteerd op het congres “Theoretical Issues in Sign Language Research” congres te Londen in juli 2013 (zie bijlage 1).
Beheer NGT Een belangrijke taak van het Gebarencentrum is het ontwikkelen en beheren van een landelijke database van NGT: taal data die op aanvraag toegankelijk zijn voor verschillende doelgroepen. Belangrijk onderdeel hierbij is de zorg voor het bewaken van de kwaliteit van de toepassingen waarin gebarenfilms of gebarentekeningen gebruikt worden. In dat licht is het verheugend te constateren dat de opleiding tolk/docent NGT van de Hogeschool Utrecht een samenwerking met het Gebarencentrum is aangegaan om het lexicon dat in de opleiding aangeleerd wordt te verzamelen en vast te leggen. In 2013 is daartoe een convenant getekend waarin het Gebarencentrum zorg draagt voor de kwaliteitsbewaking van het in de opleiding gebruikte lexicon van de Nederlandse Gebarentaal. Daarnaast speelt het Gebarencentrum een centrale rol in het verzamelen van gebaren en het ontwikkelen van nieuwe (vak-) gebaren in nauwe samenwerking met NGTgebruikers: hierbij is niet alleen oog voor bestaande en nieuwe gebaren, maar is het ook van belang om historisch materiaal op het gebied van lexicon te archiveren en toegankelijk te maken. Essentieel bij de uitvoering van deze taak is een nauwe samenwerking met de Dovengemeenschap: enerzijds om het lexicon dat ontstaat binnen deze taalgemeenschap te verzamelen en vast te leggen, anderzijds ook om het lexicon te verspreiden onder de oudere gebarentaalgebruikers die het nieuwe gebarentaallexicon niet kennen. Het beleid van het Gebarencentrum is dan ook dat alleen dove mensen nieuwe gebaren vaststellen en de gebaren op film vastleggen. De samenwerking met de Dovengemeenschap wordt geborgd onder meer door deelname aan Wereld Dovendag, nauwe contacten tussen de medewerkers van het Gebarencentrum en de Dovengemeenschap, samenwerking met Dovenschap en het geven van workshops in het veld aan (oudere) dove NGT gebruikers over nieuw lexicon. Regionale variatie Sinds de invoering van de standaardisatie van de NGT in 2002, zijn er alleen gestandaardiseerde gebaren opgenomen in de database van het Nederlandse Gebarencentrum. Sinds 2012 is een begin gemaakt met het invoeren en beschikbaar maken van de regionale gebaren, die anders zijn dan de gestandaardiseerde gebaren zodat de database zo compleet mogelijk is. Een andere reden is ook dat deze gebaren niet verloren mogen gaan door de invoering van de standaardisatie van de NGT in het onderwijs met als gevolg dat de regionale gebaren waarschijnlijk steeds minder gebruikt zullen worden door de jongere generaties. Daarnaast leren de studenten die de opleiding voor tolk NGT volgen de gestandaardiseerde versie van NGT. Dat brengt een effect met zich mee, namelijk als de studenten tolk NGT afgestudeerd zijn en beginnen te werken komen ze in aanraking met de verschillende regionale lexicale variaties. Daarom is het van belang om alle regionale lexicale varianten op te nemen in onze database, welke gekoppeld wordt aan het online gebarenwoordenboek. In 2011 is de Gidsbeheer database geschikt gemaakt om ook regionale variatie toe te voegen en te koppelen aan het online gebarenwoordenboek. In het kader van het beheer NGT is het Gebarencentrum ook verantwoordelijk voor het beheer van waardevol historisch materiaal. In de jaren 1980 is voor het eerst een landelijke inventarisatie gemaakt van gebaren in het kader van het KOMVA-project. Rondom de vijf scholen voor doven, in Groningen, Amsterdam, Rotterdam, Voorburg en St. Michielsgestel (Eindhoven) werden tussen 1981 en 1984 15.000 regionale gebaren verzameld. Deze gebaren zijn in notatie op papier aanwezig bij het Nederlands Gebarencentrum. In 2011 zijn we begonnen om die gebaren uit de mappen die nog niet in de database staan, opnieuw te filmen en toe te voegen aan het online gebarenwoordenboek. Daarmee is een
8
begin gemaakt met de gebaren uit de regio van St. Michielsgestel. Gezien de omvang van het KOMVA materiaal is dit een meer jaren project. Het doel van het project “Regionale variaties” is alle regionale lexicale variaties te verzamelen in onze database. Vóór de standaardisatie van de Nederlandse Gebarentaal (NGT) in 2002 bestonden er 5 regionale lexicale variaties van de NGT in Nederland. De oorzaak van het bestaan van de vijf regionale lexicale variaties is toe te kennen aan het feit dat er vijf scholen voor doven in vijf verschillende regio’s waren sinds het einde van de 19e eeuw: namelijk de Ammanschool in Amsterdam, het Koninklijke Instituut voor Doven Guyot in Groningen, de Koninklijke Ammanstichting in Rotterdam, het Instituut voor Doven te St. Michielsgestel en het Instituut voor Doven Effatha in Voorburg. Gezien de beperkte communicatie- en vervoersmogelijkheden in de 19e en eerste helft van de 20e eeuw hadden de doven uit verschillende regionale streken toentertijd weinig tot geen contact met elkaar met als het gevolg dat er regionale dialecten van de Nederlandse Gebarentaal ontstonden. Dat we het toch hebben over één gebarentaal in Nederland komt omdat er nauwelijks grammaticale verschillen geconstateerd zijn. De meeste regionale lexicale varianten worden tot op heden nog gebruikt door doven.
Criteria voor de keuze van lexiconprojecten Een belangrijke taak van het Gebarencentrum is het ontwikkelen en beheren van een landelijke database van NGT taaldata die op aanvraag toegankelijk is voor verschillende doelgroepen (via website of in de vorm van dvd-rom’s). Daarnaast speelt het Gebarencentrum een centrale rol in het verzamelen van gebaren en het ontwikkelen van nieuwe gebaren in nauwe samenwerking met NGT gebruikers en in het verspreiden van de gebaren onder de gebruikers van NGT. Bij de keuze van de projecten die vallen onder de OC&W subsidie, worden de volgende criteria gehanteerd door het Nederlands Gebarencentrum: a. Lexiconuitbreiding moet voldoen aan een behoefte van verschillende doelgroepen Het NGT lexicon kent ‘gaten’: door ontwikkeling van nieuwe gebaren moeten de gaten worden opgevuld. Op welke terreinen dat gebeurt, wordt mede bepaald door de vraag vanuit verschillende doelgroepen: het dovenonderwijs, volwassen doven, tolken en docenten. In de periode 2006-2010 heeft de nadruk vooral gelegen op de behoefte vanuit het dovenonderwijs omdat zonder voldoende lexicon een implementatie van tweetalig onderwijs niet mogelijk is. In de periode 2006-2010 zijn ruim 7000 gebaren toegevoegd aan het bestaande lexicon waardoor er eind 2009 ruim 10.000 gebaren beschikbaar waren in diverse woordenboeken op DVD-ROM, in gebarenwoordenboeken met tekeningen en via de website in online woordenboeken. In de periode 2010-2014 hebben we ons vooral gericht op de uitbreiding en verdieping van het lexicon. Sinds 2012 wordt hierbij extra aandacht besteed aan het lexicon dat nodig is voor de modules van de tolk/docent opleiding van de HU. Projecten die vallen onder het beheer van NGT hebben allemaal te maken met het lexicon van NGT. Een criterium voor het opnemen van een lexiconproject in het activiteitenplan is de relevantie voor een bepaalde doelgroep: de organisaties waar dovenscholen onder vallen hebben daarbij voorrang: Kentalis en Auris. Het al lopende project STABOL 3 en 4 , uitbreiding op het standaard lexicon deel 1 en 2 en het lexicon ten behoeve van de HU modules zijn voorbeelden van projecten die vallen onder dit criterium. Een ander voorbeeld is het project dat in 2009 is begonnen: een dvd-rom met Weerklank gebaren en standaardgebaren uit te brengen. Dit is een project op verzoek van Kentalis. De standaardisatie van Weerklankgebaren is een grote stap voorwaarts in het taalbeleid ten aanzien van het gebruik van ondersteunende gebaren voor verschillende doelgroepen, waaronder verstandelijk beperkten in Nederland. Dit project is in 2010 voltooid.
9
Daarnaast kijken we naar de behoefte aan lexicon bij opleidingen zoals de opleiding tolk/docent NGT, nascholing van docenten en tolken NGT. In dat kader is ook het convenant met het Instituut voor Taal, Gebaren en Dovenstudies in 2013 gesloten.
b. Projecten met een bredere toepassing hebben voorkeur Hieronder valt bijvoorbeeld het lexicon dat nodig is voor de tolken van het NOS journaal en het project Gebaren voor Bijbel, Kerk en Geloof dat sinds 2011 samen met de werkgroep Kerk en Geloof is uitgevoerd en in 2013 geleid heeft tot de presentatie van een dvd-rom met 831 gebaren voor Bijbel, Kerk en Geloof. Een beperkt budget wordt jaarlijks besteed aan verzoeken van kleine groepen. De projecten worden niet vooraf gedefinieerd, maar aan dit type verzoek wordt in de loop van het jaar voldaan. Hieronder vallen projecten zoals “gebaren rondom paardrijden’’, maar ook een project als Straattaalgebaren wat door dove jongeren zelf is samengesteld. Belangrijk daarbij is dat het lexicon een toegevoegde waarde heeft voor de database en voor de betrokkenen.
10
2.1 Lexicon projecten en overige activiteiten De activiteiten van het Nederlands Gebarencentrum in de periode 2010- 2014 op het gebied van het beheer NGT en taalbeleid NGT zijn onderverdeeld in activiteiten die met het lexicon te maken hebben en overige activiteiten. We zullen eerst de lexicon activiteiten weergeven, de lexicon producties en vervolgens de overige activiteiten. De lexicon projecten tussen 2010 en 2014 zijn de volgende: o Het “Gebarenatelier”: Het Gebarenatelier is een werkgroep waarin NGT deskundigen uit verschillende regio’s nieuwe gebaren aanleveren voor begrippen waar geen gebaren voor bestaan. Via de website is een online mogelijkheid om gebaren “uit te zetten” in het veld. In de rubriek “Gebarenatelier” op de site, worden de gebaren die nog niet gestandaardiseerd zijn, maar waar wel een gebaar beschikbaar is voor actuele begrippen en op verzoek van gebruikers geplaatst. Sinds in 2007 de studio volledig operationeel is worden alle opnamen van gebaren niet meer ‘uitbesteed’ aan derden, maar in huis uitgevoerd. Dat levert een besparing van de kosten op, maar nog belangrijker: we kunnen heel snel reageren op vragen van gebruikers. Gebaren worden opgenomen en kunnen nog dezelfde dag op de website geplaatst worden. Zo kunnen we ook de rubriek Gebaar van de week aanpassen aan de actualiteit. Regelmatig komen (nieuwe) gebaren uit verschillende kanten van de dovengemeenschap bij ons binnen, die door ons bekeken worden en in de database ingevoerd. o Project lexicon opleiding tolk/leraar NGT aan het Instituut voor Taal, Gebaren en Dovenstudies, Hogeschool Utrecht. In het kader van kwaliteitsbevordering verzocht de HU het Gebarencentrum om mee te denken over een goede manier om het lexicon van de NGT toegankelijk te maken voor studenten van de opleiding. Daarop is een plan gemaakt waarbij het lexicon van de verschillende modulen NGT via het online gebarenwoordenboek te raadplegen is. In de database is een aanpassing gemaakt zodat het lexicon per module te bekijken is en ook per thema van een module. De begrippenlijsten worden kritisch bekeken op context en gebruik, en vervolgens worden alle begrippen gekoppeld. Van de begrippen die nog niet in de database voorkomen worden nieuwe filmpjes gemaakt. In totaal gaat het om het lexicon van 10 modulen die ongeveer 6000 – 7000 gebaren bevatten. In 2012 is een aanvang met de invoer gemaakt, een aantal modulen worden al door studenten gebruikt. In 2013 is het aantal modules uitgebreid en is er nieuw lexicon zowel standaard lexicon als regionale gebaren toegevoegd. De HU studenten geven aan dat de lexiconlijsten kwalitatief verbeterd zijn en ervaren het gebruik van het online-woordenboek als prettig en zeer effectief. Daarnaast verzorgt het Gebarencentrum de lexicon overhoor dvd’s die door de studenten als studiemateriaal gebruikt worden. o Project Uk en Puk Op verzoek van Auris Zorg in Utrecht is er lexicon opgenomen voor begrippen die in de methode Uk en Puk voorkomen. In totaal zijn er voor ruim 700 begrippen filmpjes gekoppeld en beschikbaar gemaakt in het online gebarenwoordenboek Van Dale uitgebreid.
11
o Project Handtheater Het Handtheater is een organisatie actief op het gebied van podiumkunsten en gebarentaal. Zij ontwikkelen een educatief programma voor de scholen voor dove en slechthorende kinderen over toneel en theater. Daarbij hoort een lijst met 175 specifieke begrippen. Het Handtheater heeft het Gebarencentrum gevraagd gebaren voor deze begrippen vast te stellen en filmpjes op te nemen. In 2012 is hiermee begonnen en het project zal in 2013 afgerond worden. o Project Standaard Lexicon deel 3 en deel 4 In 2011 is al een deel van het Standaardlexicon deel 3 toegevoegd aan het online gebarenwoordenboek. Gezien de vraag van gebruikers naar snellere toegang tot gebaren en de problematiek rondom het up-to-date houden van dvd-roms voor verschillende platforms, is er voor gekozen om vanaf 2012 geen aparte dvd-roms meer te maken, maar het lexicon toe te voegen aan het online gebarenwoordenboek, dat betekent dat het lexicon sneller beschikbaar komt en gebruikers niet hoeven te wachten tot er een dvd-rom gemaakt wordt. In 2012 zijn 2283 nieuwe gebaren vastgesteld voor begrippen die onderdeel vormen van het Standaardlexicon deel 3. Daarnaast zijn er 1132 begrippen vastgesteld voor het Standaardlexicon deel 4. In 2013 zijn deze begrippen toegevoegd aan het online gebarenwoordenboek. o Beheer, onderhoud en uitbreiding van de database In 2010 bevatte de database 15.800 records. Eind 2013 bevat de database 18.694 records. Het aantal films in de database is rond de 35.000. De films worden elke dag opgeslagen op servers buiten Bunnik en een aantal keer per dag gesynchroniseerd. Het onderhoud en het technisch up to date houden van de database vergt veel aandacht. Het toenemend aantal verschillende media waar films gebruikt worden zorgt voor een voortdurende noodzaak tot het bijhouden van updates en het testen van de films op de verschillende platforms en mediaspelers. Vanaf 2014 zullen we ook een aanvang maken met het vervangen van films die sinds 2003 in de database zitten omdat de kwaliteit van de films nu aanzienlijk beter is. In 2012 is de database uitgebreid met zo’n 1000 illustraties van gebaren. De database is uitgebreid met varianten en zo’n 3000 nieuwe records..
o Project Regionale variatie NGT
Het doel van het project “Regionale variaties NGT” is alle regionale lexicale variaties te verzamelen in onze database. Vóór de standaardisatie van de Nederlandse Gebarentaal (NGT) in 2002 bestonden er 5 regionale lexicale variaties van de NGT in Nederland. De oorzaak van het bestaan van de vijf regionale lexicale variaties is toe te kennen aan het feit dat er vijf scholen voor doven in vijf verschillende regio’s waren sinds het einde van de 19e eeuw: namelijk de Ammanschool in Amsterdam, het
12
Koninklijke Instituut voor Doven Guyot in Groningen, de Koninklijke Ammanstichting in Rotterdam, het Instituut voor Doven te St. Michielsgestel en het Instituut voor Doven Effatha in Voorburg. Gezien de beperkte communicatie- en vervoersmogelijkheden in de 19e en eerste helft van de 20e eeuw hadden de doven uit verschillende regionale streken toentertijd weinig tot geen contact met elkaar met als het gevolg dat er regionale dialecten van de Nederlandse Gebarentaal ontstonden. Dat we het toch hebben over één gebarentaal in Nederland komt omdat er nauwelijks grammaticale verschillen geconstateerd zijn. De meeste regionale lexicale varianten worden tot op heden nog gebruikt door doven. Sinds de invoering van de standaardisatie van de NGT in 2002, zijn er alleen gestandaardiseerde gebaren opgenomen in de database van het Nederlandse Gebarencentrum. Wij willen nu de regionale gebaren, die anders zijn dan de gestandaardiseerde gebaren, in onze database opnemen zodat de database zo compleet mogelijk is. Een andere reden is ook dat deze gebaren niet verloren mogen gaan door de invoering van de standaardisatie van de NGT in het onderwijs met als gevolg dat de regionale gebaren waarschijnlijk steeds minder gebruikt zullen worden door de jongere generaties. Daarnaast leren de studenten die de opleiding voor tolk NGT volgen de gestandaardiseerde versie van NGT. Dat brengt een effect met zich mee, namelijk als de studenten tolk NGT afgestudeerd zijn en beginnen te werken komen ze in aanraking met de verschillende regionale lexicale variaties. Daarom is het van belang om alle regionale lexicale varianten op te nemen in onze database, welke gekoppeld wordt aan het online-gebarenwoordenboek. Naast de vijf eerdergenoemde regionale varianten, zijn er nog twee distinctieve varianten “ontdekt”, namelijk NSDSK variant en Van Beek variant. NSDSK staat voor het Nederlandse Stichting Voor Dove en Slechthorende Kinderen. In de jaren tachtig ontwikkelde de NSDSK gebarentaal cursussen en één van de gebarentaaldocenten kwam op het idee om gebaren vanuit het American Sign Language (ASL) te importeren en te introduceren in de gebarentaal cursussen die werden gegeven aan docenten van de Ammanschool te Amsterdam. Met als gevolg dat de leerlingen op de Ammanschool in de jaren tachtig en negentig sommige gebaren anders uitvoerden dan de leerlingen die voor of na de jaren tachtig en negentig op de Ammanschool zaten. Het Van Beek-gebarensysteem is door de priester Van Beek, de oprichter van het Instituut voor Doven te Sint-Michielsgestel, ontwikkeld op basis van het gebarensysteem van De l’Épée aangepast aan de zinstructuur van de Nederlandse taal. Daarnaast waren de meeste handvormen van de Van-Beek gebaren gebaseerd op het handalfabet, dat wil zeggen dat de meeste gebaren werden uitgevoerd met een handvorm vanuit het handalfabet corresponderend met de eerste letter van het woord. Van-Beek systeem wordt heden ten dage nog steeds gebruikt door een klein groepje mensen, voornamelijk door oudere doven en doven met een verstandelijke beperking die nog op het instituut verblijven. Gezien deze “speciale” varianten nog steeds gebruikt worden door een bepaalde groep doven, is het ook in het belang van het project regionale varianten om deze gebaren op te nemen in onze database. In 1981 is in het KOMVA-project (uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam en de NSDSK) begonnen met de eerste landelijke inventarisatie van gebaren om te komen tot een gebarenwoordenboek. Aan de hand van 2000 woorden zijn gebaren gevraagd aan groepen dove mensen in de vijf regio’s, dat leverde 15.000 gebaren op video op. Het KOMVA-project leverde een schat aan gegevens op. Regionale lexicale varianten werden allemaal specifiek genoteerd in grote mappen die allemaal bewaard zijn door het Nederlandse Gebarencentrum. Het eerste gebaren woordenboek “Handen uit de mouwen” werd in 1984 uitgebracht op basis van de KOMVA gegevens. In totaal werden er 430 verschillende gebaren in
13
tekeningen weergegeven. In “Handen uit de mouwen” werd voor het eerst de regionale lexicale variatie weergegeven. In afbeeldingen 1, 2 en 3 zijn er 3 tekeningen voor één begrip VLEES te zien. De letters A, E, G, R en V corresponderen met de regio waar dit gebaar voorkomt. Het gebaar in afbeelding 1 komt voor in Amsterdam, het gebaar in afbeelding 2 komt voor in Eindhoven (Sint Michielsgestel), Rotterdam en Voorburg en het gebaar in afbeelding 3 komt voor in Groningen.
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 3
In 2012 begonnen wij met het verzamelen van gegevens over de lexicale varianten uit de regio’s Groningen, Rotterdam en Sint Michielsgestel. Daarnaast werden ook Van Beek en NSDSK varianten opgenomen in de database. Een medewerker van het interne verzorgingstehuis voor dove ongehuwde oud-leerlingen van het Instituut voor Doven te Sint Michielsgestel heeft twee dames op leeftijd om Van Beek gebaren gevraagd aan de hand van een woordenlijst en ze op video opgenomen. Deze opnames zijn nu in het bezit van het Nederlandse Gebarencentrum. Aan de hand van deze opnames hebben wij deze gebaren kunnen opnemen met een presentator en ze in de database gezet. Een medewerker van het Nederlandse Gebarencentrum heeft zelf als kind op de Ammanschool te Amsterdam gezeten in de periode waarin de NSDSK variant werd gebruikt. Zijn input werd gebruikt om NSDSK gebaren te inventariseren en op te nemen voor in de database.
De bovengenoemde KOMVA naslagwerken worden voor dit project gebruikt om gebaren te inventariseren uit verschillende regio’s. Aan de hand van deze gegevens kunnen wij de gebaren die afwijken van het standaard lexicon verzamelen, opnemen op de video en in de database zetten. Om gegevens te verzamelen over de regionale lexicale varianten werd er niet alleen gebruik gemaakt van de gegevens uit KOMVA. Er werden ook gegevens gebruikt uit de cd-rom “GIDS” welk samengesteld en geproduceerd is door het Koninklijk Instituut voor Doven Guyot te Groningen in 1999. Op deze cd-rom staan grotendeels gebaren uit de regio Groningen, welke gebruikt werden om de Groningse versie op het online-gebarenwoordenboek aan te vullen met films van de Groninger gebaren.
14
Daarnaast werden er ook bijeenkomsten georganiseerd met doven uit de regio’s Rotterdam en Sint Michielsgestel. Het doel van deze bijeenkomsten was om doven uit een bepaalde regio samen te brengen, en te praten over de regionale lexicale variaties. Door mensen uit dezelfde regio, oftewel school, samen in een ruimte te zetten, ontstaan er levendige conversaties over hoe het vroeger was op de school, daarbij komen er vaak regionale lexicale varianten naar boven. Deze conversaties werden opgenomen, en regionale lexicale varianten werden eruit geknipt welk als bronmateriaal gebruikt zal worden bij de opnames in 2013. Daarnaast werden er ook regionale gebaren besproken met de mensen waardoor er nog meer regionale lexicale varianten naar boven kwamen.
15
Productie van dvd-roms, gebarenwoordenboeken en multimedia applicaties. Tussen 2010 en 2014 is een groot aantal producten gemaakt in eigen beheer. Dit zijn de volgende: a. Ontwikkeling en productie van vier dvd-roms:
In 2010 is het standaard lexicon deel 1 en 2 (uit 2008) geheel herzien en uitgebreid (van 5000 naar 6500 gebaren). De productie van deze dvd-rom leverde veel technische problemen op in verband met het uitkomen van Windows 7 wat met zich mee bracht dat de tot dan toe uitgebrachte dvd-rom’s niet meer goed functioneerden. Het heeft veel extra tijd gekost om dit probleem op te lossen. In oktober 2010 is de dvd-rom standaard lexicon deel 1 en 2, vs 1.5 uitgebracht. De technische problemen zijn eind 2010, begin 2011 opgelost. In het activiteitenplan van 2010 staat vermeld dat er een aparte dvd-rom gemaakt zou worden ( 800 gebaren) voor de sector die gebruik maakt van Weerklankgebaren. Na overleg met medewerkers uit de sector is gekozen voor een andere opzet: degenen die gebruik maken van Weerklankgebaren hebben met de nieuwe versie van het standaardlexicon waarin ook NmG voorbeeldzinnen zijn opgenomen, toegang tot veel meer dan de 800 standaardgebaren waar oorspronkelijk sprake van was. In het kader van het taalbeleid ten aanzien van gebaren in cluster 2 en cluster 3, is gekozen in samenwerking met Kentalis om de 800 Weerklankgebaren op te nemen op de dvdrom standaardlexicon deel 1 en 2, vs 1.5. Daarnaast is een dvd geproduceerd die een toelichting geeft op het gebruik van standaardgebaren volgens de Weerklankmethodiek.
16
Het Nederlands Gebarencentrum is in 2008 begonnen met het project Straattaalgebaren. Het gebarenwoordenboek op dvd-rom Straattaal (2010) is het resultaat van dit project: een eerste verzameling van gebaren die door dove jongeren gebruikt worden, gemaakt door deze dove jongeren zelf. Voor horende jongeren kan straattaal een uiting zijn van hun identiteit. Dove jongeren in Nederland gebruiken al een tijdje een eigen taal. Uit een klein onderzoek is naar voren gekomen dat deze eigen vorm overeenkomt met Straattaaljongerentaal die ook ontstaat bij horende jongeren. Straattaal in NGT is vooral ontstaan en wordt gebruikt door dove jongeren die tweetalig zowel thuis als in het onderwijs zijn opgevoed. In 2013 is de dvd-rom Gebaren voor Bijbel, Kerk en Geloof geproduceerd. De dvd-rom Gebaren voor BIJBEL, KERK en GELOOF, Standaard Lexicon Nederlandse Gebarentaal is een vervanging en uitbreiding van de dvd-rom DIE NAAM, Bijbelnaamgebaren (2008). Een werkgroep Kerk- en Geloofsgebaren is in het leven geroepen met daarin actieve christenen uit verschillende kerkelijke achtergronden, doof/Gebarentaal vaardig en/of theologisch geschoold. Deze werkgroep werkt nauw samen met het Nederlands Gebarencentrum. Bestaande gebaren voor geloofsbegrippen en kerkelijke begrippen zijn geïnventariseerd en voor begrippen waarvoor geen gebaar bekend was, is een nieuw gebaar ontwikkeld op basis van de betekenis/inhoud en taalregels van de Nederlandse Gebarentaal. Dit proces van enkele jaren heeft geresulteerd in 561 gebaren rondom Geloof en Kerk die nu samen met de bijbelnaamgebaren “Die Naam” in twee delen van de toenmalige werkgroep “BIJNAGE” zijn opgenomen in het Online Gebarenwoordenboek, en éénmalig verschijnen op de DVD-ROM Gebaren voor Bijbel, Kerk en Geloof. Deze dvd-rom bevat in totaal 836 gebaren voor begrippen, waarvan 561 nieuwe gebaren. Deze DVD-ROM bevat dus ook alle gegevens van de voorgaande dvd-rom Die NAAM, Bijbelnaamgebaren.
17
b. Productie van thema gebarenwoordenboeken In 2010 is een gebarenwoordenboek geproduceerd met tekeningen in de thema serie Gebaren met je baby, Gebaren in de Gezondheidszorg en Gebaren rondom rouwverwerking. Dit is het themagebarenwoordenboek Gebaren voor de Politie. Dit boekje is aangeboden aan de Rijkspolitie en wordt door hen landelijk bij de politiecorpsen onder de aandacht gebracht.
Het boekje Gebaren met je Baby is geheel herzien, uitgebreid met een aantal tekeningen en een inleiding die ook gebruikt kan worden als cursusmodule.
18
Thema-Gebarenwoordenboek: Mijn eerste Gebarenwoordenboek (2012)
Naar aanleiding van vragen uit de zorg- en onderwijswereld hebben we besloten om een groot thematisch gebarenwoordenwoordenboek te maken met ruim 1500 illustraties van de gebaren die het eerst aangeboden worden aan jonge kinderen. Een verzameling van de eerste 1500 gebaren was er tot nu toe niet. De thematische ordening voldoet aan de wensen van logopedisten, leerkrachten, ouders en overige professionals. Met aanvullende financiële hulp van het Revalidatiefonds is het mogelijk geworden dit boek te realiseren. In 2011 is een begin gemaakt van de inventarisatie van thema’s en de samenstelling van de lijst met gebaren en is een deel van de illustraties ook vervaardigd. In 2012 is dit boek verder ontwikkeld en geproduceerd. Het boek is uitgekomen in april 2012 en wordt zeer gewaardeerd door de doelgroep. Ook de Nederlandse bibliotheken hebben een exemplaar aangeschaft.
19
c. Ontwikkeling multimedia applicaties Online Gebarenwoordenboek van Dale NGT uitgebreid Begin 2010 is het online Van Dale gebarenwoordenboek gelanceerd. Eind 2010 bevat dit online woordenboek alle gebaren en voorbeeldzinnen uit het Van Dale Basiswoordenboek Nederlandse Gebarentaal (ruim 3000 gebaren en ruim 2000 voorbeeldzinnen, aangevuld met het standaardlexicon deel 1 en 2 ( vs 1.5), gebaren uit de gezondheidszorg en de gebaren die horen bij de methode Ik& Ko. Tussen 2010 en 2014 is dit online gebarenwoordenboek systematisch uitgebreid en bevat eind 2013 ruim 16.000 begrippen. Bij een deel daarvan is niet alleen het standaardgebaar beschikbaar maar ook de varianten.
In 2011 en opnieuw in 2013 heeft het online gebarenwoordenboek een make over ondergaan en is het gebarenwoordenboek op verzoek van de gebruikers uitgebreid met een aantal mogelijkheden (zie fig 2.), waaronder het aan- en uitzetten van selecties waardoor er binnen een kleiner bestand gezocht kan worden.
Fig. 2 Het online Van Dale Basiswoordenboek NGT uitgebreid.
20
Project iSignNGT: app voor iPhone en iPad Op 1 april 2011 is deze eerste app met standaardgebaren uit de Nederlandse Gebarentaal gelanceerd voor iPad en iPhone. De app bevat 650 gebaren, tekeningen en pictogrammen en is gratis te downloaden uit de App Store. De app is vooral ontwikkeld om NGT laagdrempelig toegankelijk te maken en mensen op een makkelijke manier kennis te laten maken met gebaren uit NGT. Met name de iPad is ook uitermate geschikt om te gebruiken met jonge kinderen en kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking. De app is een groot succes gebleken. Uit onderstaand overzicht blijkt dat de app tussen april 2011 en december 2013 ruim 18.000 is gedownload.; de waardering voor de app is hoog en uit de reacties blijkt dat de app door heel veel verschillende doelgroepen wordt gebruikt: studenten en tolken NGT, leerkrachten, logopedisten, ouders, jonge dove kinderen en professionals in de zorg.
In 2012 is onderzoek gedaan naar de uitbreidingsmogelijkheden van de app iSignNGT. Dit traject is voortgezet in 2013. Gezien de grote vraag van gebruikers van andere tablets dan de iPad is besloten om in 2014 de app uit te breiden met thema’s die gekocht kunnen worden en een versie te maken die geschikt is voor de meest gebruikte android toestellen.
21
Project Maak je eigen Gebarenboek Eind 2012 is een begin gemaakt met de ontwikkeling van een online product waarbij de illustraties die gemaakt zijn voor de gebarenwoordenboeken beschikbaar gemaakt worden voor gebruikers om zelf een gebarenwoordenboek samen te stellen. Dit product zal gekoppeld worden aan het online gebarenwoordenboek Van Dale uitgebreid. Dit product is verder ontwikkeld en getest in 2013 en is sinds augustus 2013 beschikbaar gemaakt in abonnement vorm voor organisaties en scholen die een instellingsabonnement hebben op het online gebarenwoordenboek Van Dale NGT uitgebreid. Met behulp van dit product kan de gebruiker zelf een Gebarenboek maken met behulp van de tekeningen die in de database zitten. Behalve tekeningen kunnen ook pictogrammen, foto’s en tekstvelden worden toegevoegd. Dit product komt tegemoet aan de vele vragen van leerkrachten en logopedisten die gebruik maken van de tekeningen van het Gebarencentrum .
Fig. 3 Maak je eigen Gebarenboek
22
Overige activiteiten in het kader van beheer NGT en taalbeleid. Het Nederlands Gebarencentrum houdt zich niet alleen met NGT lexicon bezig. Naast het toegepast onderzoek - in het bijzonder lexicografisch onderzoek - is onderzoek naar aspecten van de grammatica van de Nederlandse gebarentaal ten behoeve van de modules NGT noodzakelijk. Daarvoor is kennis en informatie nodig en die kan het Gebarencentrum aanleveren door middel van kortlopende kleinschalige onderzoeksprojecten. De uitkomsten uit deze projecten worden via studiedagen, workshops en publicaties doorgegeven aan docenten NGT en andere belangstellenden. De activiteiten die zijn uitgevoerd in het kader van toegepast onderzoek in de periode 20102014 zijn als volgt samen te vatten: In de laatste jaren is er ook een toenemende vraag naar het gebruik van Nederlands met ondersteunende gebaren door diverse doelgroepen. Onderzoek naar de toepassing van NmG is noodzakelijk om meer inzicht te krijgen in de effectiviteit van NmG voor diverse doelgroepen. De activiteiten op dit terrein in de periode 2010-2014 zijn als volgt samen te vatten Ontwikkeling en productie NmG modules In 2010 is een begin gemaakt met de ontwikkeling van een module NmG voor jonge kinderen. In 2011 is deze module geproduceerd en uitgekomen “NmG met Peuters”.
In 2011 is een begin gemaakt met de ontwikkeling van een vernieuwde versie module 1 NmG voor het onderwijs. Deze module is in 2013 geproduceerd. Nederlands met Gebaren is een communicatiemiddel waarbij het gesproken Nederlands ondersteund wordt door gebaren uit de Nederlandse Gebarentaal. Het is een communicatievorm waarbij het Nederlands gevisualiseerd wordt. De doelgroep Nederlands met Gebaren wordt gebruikt in het onderwijs aan (ernstig) slechthorende kinderen en kinderen met spraak- en/of taal-moeilijkheden. Deze kinderen halen onvoldoende informatie uit het gesproken Nederlands. Door het Nederlands met gebaren te ondersteunen kunnen ze instructies en verhalen beter volgen.
23
Deze cursus noemen we ‘NmG 1 voor het onderwijs’ en is een basiscursus. Materiaal Het Nederlands Gebarencentrum heeft de materialen van module 1 Nederlands ondersteund met Gebaren voor het onderwijs (NmG 1) uit 2004 vernieuwd. De oefeningen en huiswerkopdrachten zijn volledig vernieuwd. Productie van materialen: docentenboek werkboek kwartet dieren dvd met zinnen, dialogen, liedjes en verhaaltjes dvd-rom met lexicon powerpoint cd-rom met tekeningen
Workshop “Kennismaken met Gebaren” De workshop die het Gebarencentrum in 2012 ontwikkeld heeft, is bedoeld om docenten in het speciaal onderwijs te enthousiasmeren voor het gebruik van NmG in de klassen. Aan de orde komen vragen als: Wat is nou eigenlijk Nederlands met Gebaren? Welke vormen van NmG zijn er en wie gebruiken er NmG? Hoe kun je NmG toepassen binnen het speciaal onderwijs De workshop begint met een korte theoretische inleiding, waarin verteld wordt wat NmG is en welke vormen er zijn. Er wordt aandacht besteed aan het feit dat de manier waarop je NmG toepast afhankelijk is van de persoon, de situatie en het doel. Tijdens deze actieve workshop wordt vervolgens een aantal gebaren aangeleerd waarmee meteen geoefend gaat worden middels diverse spelvormen. Het aangeleerde lexicon is gerelateerd aan het onderwijs en dus eventueel meteen toepasbaar in de klassen.
24
Vertaalprojecten Project Leeskilometers Leeskilometers is een project van de expertisegroep Sprong Vooruit van Kentalis en Auris gericht op het bevorderen van het lezen door dove en slechthorende kinderen. Deze Leesleerlijn is gelinkt aan het taalprogramma Taal op Maat voor kinderen in de groepen 3 tot en met 8. Met leeskilometers kunnen kinderen zelfstandig via een computerprogramma boekjes lezen en verwerkingsopdrachten maken waarbij het doel is om de woordenschat te vergroten. Het lezen van een boekje kan voorafgegaan worden door een filmpje waarin een samenvatting van het boekje wordt gegeven in de Nederlandse Gebarentaal. In dit filmpje worden ook nieuwe begrippen die in het boekje voorkomen, uitgelegd en worden kinderen op een speelse manier uitgenodigd en gestimuleerd om het boekje te gaan lezen. Het Nederlands Gebarencentrum vertaalt de samenvattingen van de boekjes vanuit de Nederlandse taal naar de Nederlandse Gebarentaal. De werkzaamheden bestaan uit het bespreken met een medewerker van Sprong Vooruit van de samenvattingen op papier. Daarbij wordt gekeken hoe de samenvatting in beeld wordt gebracht, welke foto’s gebruikt kunnen worden en welke begrippen uitgelegd moeten worden in NGT. Vervolgens wordt de tekst vertaald in NGT en gekeken welke attributen daarbij verzameld moeten worden om het geheel zo duidelijk maar ook zo aantrekkelijk mogelijk te maken met hier en daar een grappige invalshoek. Bekeken wordt dan welke presentatoren geschikt zijn voor welk onderwerp. De presentatoren komen voor een deel uit het team van het Gebarencentrum en voor een deel zijn het externe presentatoren die ingehuurd worden. De tekst wordt voorbereid met de presentator en vervolgens voor de camera gebaard in de studio van het Gebarencentrum. In de montage worden de foto’s toegevoegd, tekst in beeld gebracht en eventuele grappige effecten gemaakt. Het resultaat wordt ter beoordeling gestuurd naar de medewerker van Sprong Vooruit. Wijzigingen of aanvullingen worden besproken en uitgevoerd waarna het filmpje definitief wordt aangeleverd. In dit project gaat het in totaal om 162 samenvattingen. In 2011 werd met dit project een aanvang gemaakt waarbij de eerste ruim 50 samenvattingen werden gefilmd voor de groepen 3, 4 en 7(deel 1). In 2012 werden 110 samenvattingen voor de groepen 5, 6, 7 (deel 2) en 8 vertaald, gefilmd, gemonteerd en aangeleverd. Ook de uitgebreide instructie voor kinderen waarin uitgelegd wordt hoe je met het programma Leeskilometers kunt werken, werd door het Gebarencentrum vertaald en opgenomen. Inmiddels draait het programma Leeskilometers op diverse scholen. De reacties op de filmpjes met de samenvattingen in NGT zijn zeer positief: “Eindelijk goede en mooie filmpjes in NGT die ook nog voor andere doeleinden in de klas gebruikt kunnen worden.” Project vertalen van het Prentenboek van het jaar 2012: Mama Kwijt. In voorgaande jaren heeft het Nederlands Gebarencentrum van de scholen voor doven en slechthorenden het verzoek gekregen om voor het prentenboek dat toen tijdens de Nationale Voorleesweek centraal stond, gebaren op te nemen zodat het boek goed voorgelezen kon worden in de Nederlandse Gebarentaal. Naar aanleiding daarvan is het plan opgevat om voor ouders en leerkrachten een voorbeeld te maken hoe dit prentenboek voorgelezen kan worden in de Nederlandse Gebarentaal. Begin 2012 bracht het Gebarencentrum de vertaling uit van het Prentenboek van het jaar 2012 ‘Mama kwijt’ van Chris Haughton. Voor de Nationale voorleesdagen (18 - 28 januari 2012) kregen alle scholen voor dove en slechthorende kinderen een dvd toegestuurd met de vertaling van Mama kwijt in de Nederlandse Gebarentaal .
25
Op deze dvd gebaart een dove verteller het verhaal en op de achtergrond zijn de platen uit het prentenboek te zien waar in het verhaal naartoe verwezen werd. Naast een vertaling in de Nederlandse Gebarentaal, is er ook een versie in Nederlands ondersteund met Gebaren (NmG) opgenomen. Dit is een communicatievorm die door slechthorende kinderen en ook door andere kinderen met een beperking gebruikt wordt. De scholen waren erg blij met deze verhalen en we ontvingen veel enthousiaste en positieve reacties van leerkrachten en ouders. 2013: Nog 100 nachtjes slapen.
Het boek ‘Nog 100 nachtjes slapen’ van Milja Praagman en uitgegeven door Leopold stond in januari 2013 tijdens de Nationale Voorleesweek centraal. In 2012 werden de voorbereidingen voor een vertaling van dit Prentenboek van het jaar 2013 getroffen. Met de uitgeverij werd de toestemming geregeld. De vertaling werd gemaakt en presentatoren geselecteerd en voorbereid. De opnamen vonden eind 2012 plaats waarna de montage en productie van de dvd in januari 2013 verder werd afgerond. Project Vertalingen Cito toets Eind november 2013 kwam het verzoek van CITO om in het kader van een pilot voor cluster 2, groep 3 en 5 een aantal taken van de Citotoetsen te vertalen in NGT en NmG. Voor zes taken zijn in totaal 111 toets vragen vertaald naar NmG en 35 naar NGT. De pilot wordt begin 2014 uitgezet en afhankelijk van de ervaringen zal besloten worden of er meer toetsen vertaald zullen worden.
26
Onderzoek Toegepast onderzoek naar het hulpwerkwoord OP Het doel van dit onderzoek is het gebruik van het hulpwerkwoord OP in de Nederlandse Gebarentaal in kaart te brengen, en specifiek het verschil in het gebruik
van hulpwerkwoord OP door native signers en door tolken NGT. In dit onderzoek werd het vermoeden bevestigd dat native signers en tolken NGT het hulpwerkwoord OP niet altijd op dezelfde manier gebruiken. Waarschijnlijk omdat de tolken NGT tijdens hun opleiding aangeleerd is dat het gebruik van OP in verschillende constructies verplicht is op basis van eerder taalkundig onderzoek uit 1994. Dit nieuwe onderzoek heeft een lijst met werkwoorden opgeleverd waarbij de productie van OP noodzakelijk is en in welke context dat geldt. (zie voor het uitgebreide verslag van het onderzoek verslag activiteiten Nederlands Gebarencentrum, 2011) Workshop Gebruik van OP Na het afronden van het onderzoek naar gebruik van OP in 2011 is er nog twee keer een workshop gegeven in 2012 en 2013 over het gebruik van OP voor docenten NGT en tolken NGT. Er was grote belangstelling voor deze workshops. In de workshops werd het onderzoek en de resultaten besproken. Daarnaast werd er ook gediscussieerd over verschillende manieren om werkwoorden te congrueren, zoals met rolnemen, AUX en INDEX. Het gebruik van OP ter benadrukking werd ook behandeld. Aan het einde van elke workshop deden de participanten een oefening waarbij zij steeds verschillende vormen van congruentie moesten gebruiken voor een aantal zinscombinaties. Uit evaluatie is gebleken dat de docenten NGT en tolken NGT deze workshops zeer leerzaam vonden en het geleerde in praktijk zouden gebruiken. Daarnaast werd er op de Wereld Doven Dag (WDD) welk gehouden werd op zaterdag 22 september 2012 in Goes ook een verkorte versie van de bovenbeschreven workshop gegeven aan belangstellenden. Onderzoek naar de gevolgen van standaardisatie van het basis- en onderwijs lexicon NGT Sinds de invoering van de standaardisatie van het basis en onderwijs lexicon van NGT, in 2002, worden er alleen gestandaardiseerde gebaren gebruikt in het onderwijs aan doven en slechthorenden en in de gezinsbegeleiding. Alle NGT en NmG cursussen die ontwikkeld zijn door het Nederlands Gebarencentrum bevatten gestandaardiseerde gebaren. De introductie van de gestandaardiseerde gebaren was controversieel in de dovengemeenschap en onder gebarentaalonderzoekers. De belangrijkste reden om tot standaardisering over te gaan was de belofte van de staatssecretarissen van OCW en VWS indertijd dat NGT erkend zou kunnen worden als taal als er ook een standaardlexicon zou zijn. Inmiddels zijn wij 10 jaar verder, is het standaardlexicon overal ingevoerd en gemeengoed geworden en is NGT nog
27
steeds niet als taal erkend. Het leek ons een goed moment om een onderzoek te verrichten naar de effecten van de introductie van gestandaardiseerde gebaren op het gebruik van de gebaren binnen dove gezinnen. In ons onderzoek hebben we de vraag gesteld op welke manier dove gezinnen met kinderen in de leeftijd van 8-12 jaar communiceren en welke invloed er te zien is van de introductie van de standaardgebaren. De dove kinderen in deze gezinnen krijgen onderwijs in standaardgebaren dus de vraag is hier wat er precies gebeurt met de gebaren van de ouders thuis. Er is onderzoek gedaan bij zes dove gezinnen uit verschillende regio’s in Nederland met tenminste één doof kind in de leeftijd van 8 tot 12 jaar oud die op een dovenschool zit. Er deden in totaal 16 mensen mee aan dit onderzoek. Onze onderzoeksvraag was: wat zijn de effecten van de introductie van gestandaardiseerde gebaren, geïntroduceerd op dovenscholen in 2002, op de variatie van gebaren die thuis bij dove gezinnen wordt gebruikt? Het onderzoek is op de volgende wijze uitgevoerd:
Alle dove ouders werden geïnterviewd door een dove NGT onderzoeker over hun ervaringen met regionale varianten versus gestandaardiseerde gebaren. De interviews zijn op video opgenomen. Vijftig gebaren met een standaard variant en tenminste twee regionale varianten werden uitgelokt door plaatjes te presenteren aan de deelnemers met de vraag of zij per plaatje een gebaar wilden maakten dat ook werd opgenomen. Het lexicon van NGT werd in de afgelopen tien jaren sterk uitgebreid met nieuwe gebaren waar geen regionale variant voor aanwezig is. Twintig van deze gebaren werden uitgelokt op dezelfde manier als eerder beschreven bij de vijftig gebaren met een standaard variant en tenminste twee regionale varianten.
De resultaten van het onderzoek laten zien dat de meerderheid van dove kinderen meer gebruik maken van de gestandaardiseerde gebaren dan hun dove ouders. De moeders gebruikten meer gestandaardiseerde gebaren dan de vaders en horende broers/zussen. Uit de interviews kwam naar boven dat de dove gezinnen niet tegen communicatieproblemen opliepen als gevolg van het feit dat hun kinderen in standaard gebaren les kregen. Voor de resultaten van dit onderzoek zijn samengevat op de poster op p.29.
28
Poster: Effects of the standardization of the NGT lexicon
29
Educatieve producten In samenwerking met logopedist Jolanda de Wit is in 2013 het boekje LIEDJES ZIEN, ZINGEN EN GEBAREN geproduceerd. Het boekje is mede mogelijk gemaakt door OC&W, het Revalidatiefonds, Fonds verstandelijk gehandicapten en Stichting Voorzorg Utrecht.
In dit vrolijke boekje staan 20 kinderliedjes met tekst en tekeningen waar je naar kunt kijken en die je kunt zingen en gebaren. Een idee van Jolanda de Wit, die in haar logopedisch werk gebruik maakt van eenvoudige kinderliedjes met gebaren voor kinderen die slechthorend zijn of een achterblijvende spraak/taalontwikkeling hebben. Het Nederlands Gebarencentrum heeft als expertise centrum op het gebied van Nederlands met Gebaren de rijmpjes in NmG "vertaald" en de gebaren geselecteerd die door Alex Stuifbergen zijn getekend evenals de prachtige illustraties. Het gaat om eenvoudige kinderliedjes en bij een aantal bestaande liedjes schreef zij nieuwe teksten die goed aansluiten bij de doelgroep. Voor iedereen die NmG in welke vorm dan ook gebruikt.
30
3. Evaluatie De wijze waarop het werk van het Nederlands Gebarencentrum wordt gewaardeerd is op verschillende manieren inzichtelijk gemaakt: -
Het aantal bezoekers van de website (incl webshop) per maand Het aantal gebruikers van het online woordenboek per maand Het aantal downloads van de app iSign NGT De waardering van de organisaties die gebruik maken van onze producten
3.1 Website bezoekers per maand De website van het Nederlands Gebarencentrum wordt steeds beter bezocht. We zien een toename van het aantal unieke bezoekers van 5000 per maand in 2010 naar 18.000 per maand in 2013. Het bezoek is minder in de zomerperiodes, hetgeen te maken heeft met de schoolvakanties van de organisaties die van onze website gebruik maken.
Fig. 3 Aantal website bezoekers per maand
31
3.2 Gebruikers online woordenboek per maand Het eerste woordenboek in abonnementsvorm is in januari 2010 gelanceerd en bevatte alle gebaren en voorbeeldzinnen uit het Van Dale Basiswoordenboek Nederlandse Gebarentaal (ruim 3000 gebaren en ruim 2000 voorbeeldzinnen). Het online gebarenwoordenboek bevat eind 2013 ruim 16.000 gebaren en wordt dagelijks bijgewerkt. Het aantal organisaties dat nu een instellingen abonnement heeft is gegroeid van 7 in 2010 naar 48 in 2013 ( voor een overzicht zie tabel 1). Tabel 1: Instellingen met een online abonnement 2010-2014
start licentie
Burg De Wildes
25-05-12 6-08-12
15-04-10
Leekerweide
1-06-10
Gelderhorst
Maartenskliniek
1-06-10
De Taalkring Utrecht
30-01-13
Bertha M school
11-08-10
De Taalkring Hilversum
30-01-13
Zevensprong
18-10-10
Taalbrug De Beemden
6-12-12
Maartenschool UMCG Beatrixoord
1-09-12
18-09-13
Almere Spec. O
1-10-10
Vogelhorst
De Alk
1-12-10
Prof. Groenschool
1-02-13
De Twijn
15-02-11
Adelante
1-03-13
Passerel
15-02-11
Drostenbrug
1-03-13
Maeterlincksch
15-02-11
Pento
Burgerschool
15-02-11
Werkenrode
27-05-13
Sophia Reval
31-03-11
NSDSK
20-08-13
Polanoschool
10-05-11
Auris Groep
1-08-13
Mikadoschool
16-05-11
Kentalis
1-03-13
UvA-ATW
2-09-13 9-09-13
1-04-13
Waterlelie
1-09-11
HU-IGTD
15-03-13
GGMD
Antoon van Dijks
10-10-11
De Wegwijzer Log. Centrum Hoofddorp
10-10-13 1-10-13
Kentalis Talent
10-10-13
PSW Limburg De Noorderbrug
1-11-13 15-11-13
Meerklank
15-11-13
Riethorst
4-11-11
Hogeschool Rott De Rank Samuelschool Mozarthof Auris College
10-11-11 7-02-12 19-12-11 1-01-12
Herderscheeschool
23-01-12
Handtheater
20-01-12
Het aantal unieke gebruikers van het online gebarenwoordenboek Van Dale Basiswoordenboek NGT uitgebreid is gegroeid van max 4000 in 2010 naar bijna 12.000 in 2013. In oktober 2013 is de nieuwe website gelanceerd, de gegevens stoppen daarom in september 2013. Een belangrijke groep gebruikers zijn de leerkrachten en medewerkers van Auris en Kentalis waarmee langjarige licentieovereenkomsten zijn afgesloten en de studenten van de tolk-/docent opleiding NGT aan het Instituut voor Taal, Gebaren en Dovenstudies.
32
Fig. 4 Aantal gebruikers online gebarenwoordenboek per maand
3.3 Downloads app iSignNGT In april 2011 is de gratis te downloaden app iSignNGT gelanceerd voor gebruikers van de iPad en iPhone. In deze app staan 650 gebaren, met gebarentekeningen, pictogrammen en foto’s. De app is een groot succes en is ruim 18.000 keer gedownload (zie tabel 2). Uit de reacties van gebruikers blijkt dat deze app enorm bijdraagt aan de bekendheid van NGT onder horende mensen. Omdat de app gratis is, is de toegang laagdrempelig. In 2014 zal nasst de bestaande gratis app een uitbreiding van de app gelanceerd worden. Deze zal ook voor de Android toestellen toegankelijk gemaakt worden. Deze uitbreiding zal wel een betaalde app worden.
33
Tabel 2: Aantal downloads app iSign NGT
Overzicht iSigNGT 2013 2013-1
TOTAAL 2220
2013-2
1801
2013-3
1704
NED 1963 88,4% 1592 88,4% 1541 90,4%
INT
TOTAAL t/m 13
257 11,6% 209 11,6% 163 9,6%
2013-4 TOTAAL
5725
2012 2012-1
TOTAAL 1922
2012-2
1466
2012-3
1490
2012-4
2216
TOTAAL
7094
2011 2011-1
TOTAAL 507
2011-2
2333
2011-3
1353
2011-4
1824
TOTAAL
6017
18836
NED 1750 91,1% 1357 92,6% 1358 91,1% 1981 89,4% 6446 90,9%
INT
NED
INT
TOTAAL t/m 12
172 8,9% 109 7,4% 132 8,9% 235 10,6% 648 9,1%
0,0%
0,0%
0,0% 0 0,0%
0,0% 0 0,0%
13111
34
3.4 De waardering van de organisaties die gebruik maken van onze producten Uit de bijgevoegde brieven van de organisaties waar wij nauw mee samen werken blijkt dat de werkzaamheden van het Nederlands Gebarencentrum op het gebied van Lexicografie zeer gewaardeerd worden en dat men de producten zoals het online gebarenwoordenboek zeer waardeert. De brieven zijn in bijlage 1 toegevoegd.
35
Bijlage 1 Brieven van organisaties die gebruik maken van onze producten
36
37
38
39
40
41