Inspectie van het Onde rwijs
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ·
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ AMARANTIS ONDERWIJSGROEP GROEPSDIRECTIE AMSTERDAM ZUID-OOST
Opleiding Financiële beroepen
Plaats:
BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op : Conceptrapport verzonden op : Rapport vastgesteld te Utrecht op :
Amsterdam 04EM 122247 4 april 2011 1 ju li 2011 26 september 2011
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgest eld 28-09-2009, H2762803/13
Documentnr : H3151773 pagina 1/9
VASTSTELLING RAPPORT
Dit rapport bevat de resultaten van een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (okv) dat de inspectie uitvoerde op 4 april 201 1. Het rapport is vastgesteld door mevrouw A. E.W. Nooij, directeur toezicht becoepsonderwijs en ; Jseneneducatie, te Utrecht op 26 september 201 1.
Rapport van bevindingen {Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/13
Documentnr: H3151773 pagina 2/9
1.
INLEIDING
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 4 april 2011 een onderzoek uitgevoerd op Amarantis Onderwijsgroep, groepsdirectie Amsterdam Zuid-Oost, team Oost, bij de opleiding Financiële beroepen op niveau 3 naar de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. De Inspectie van het Onderwijs heeft op 21 januari 2010 een kwa liteitsonderzoe k uitgevoerd naar deze opleiding. Hierbij is vastgesteld dat zowel de opbrengsten als de kwaliteit van het onderwijs belangrijke tekortkomingen vertoonden en de wettelijke vereisten niet werden nageleefd. De kwaliteit van het onderwijs van t wee opleidingen is als zeer zwak beoordeeld (crebo 93200 en 90490). Crebo 10049 is aangemerkt als zwak vanwege onvoldoende opbrengsten. In het kader van het geïntensiveerde toezicht is een onderzoek naar kwaliteitsverbetering en naleving van wettelijke vereisten uitgevoerd. In dit kader zijn de volgende opleidingen onderzocht: • crebocode 93200 Financiële Beroepen (Financieel administratief medewerker), niveau 3; • crebocode 10049 Boekhoudkundig medewerker, niveau 3; • crebocode 90490 Boekhoudkundig medewerker, niveau 3 . De opleidingen 10049 en 90490 zijn in 2010 onderzocht op zowel de locatie Oost als West. Daarbij is vastgesteld dat de kwalititatieve problemen in het onderwijsleerproces zich vooral voordeden op de locatie Oost en het onderwijsleerproces op de locatie West voldoende was. Daarom is in overleg met de instelling besloten het vervolgonderzoek op locatie Oost uit te voeren. Aangezien genoemde opleidingen daar niet meer aangeboden worden, is het onderzoek van het onderwijsproces beperkt tot de nieuwe opleiding crebo 93200. Bij de beoordeling van de opbrengsten zijn de opbrengsten van de beide verwante opleidingen zoals gebruikelijk wel meegenomen. Deze opbrengsten worden instellingsbreed voor de betreffende crebo's berekend. Onderzoeksopzet
De inspectie heeft zich in dit onderzoek voornamelijk gericht op het opnieuw beoordelen van de criteria die onvoldoende waren tijdens het eerdere onderzoek in 2010. Daarbij is nagegaan in hoeverre de tekortkomingen die toen zijn geconstateerd, zijn opgeheven. Dit onderzoek is met name gericht op de volgende aspecten en criteria : opbrengsten, samenhang, maatwerk, voorzieningen, leertijd, begeleiding in de instelling, beroepspraktijkvorming, intake en tijdige onderteken ing van praktijkovereenkomsten.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28- 09-2009, 2762803/13
Documen tnr: H3151773 pagina 3/9
Deze rapportage is gebaseerd op: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de instelling en de opleidingen die bij de inspectie aanwezig zijn. • Onderzoek op locatie, waarbij schooldocumenten zijn bestudeerd; de onderwijspraktijk is geobserveerd; gesprekken met de directie, teammanager, docenten en deelnemers zijn gehouden . Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar 2009-2010 met de erbij behorende onderstaande normen . Niveau 3: jaarresultaat 65, 3 en diplomaresultaat 67,3 procent. Toezichtkader
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2009 en de Aanvulling voor 2010 op het Toezichtkader bve 2009. Deze zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwij skwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkom ingen worden toegelicht en waar mogelijk de ontwikkeling van de opleiding in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 276280 3/ 13
Documentnr : H3151773 pagina 4/9
2.
BEVINDINGEN
2.1
Bevindingen opleiding Financiële beroepen (Financieel administratief medewerker)
2.1.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie tot welke bevindingen per op leiding het onderzoek heeft geleid . De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate het betreffende criterium gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de na leving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Scores van de opleiding: • crebocode 93200 Financiële Beroepen ( Financieel administratief medewerker), niveau 3 1.1 Nalevina wetteliike vereisten 1.1.1 Nalevina wettelijke vereisten 2.1 Opbrengsten van opleidingen 2.1.1/2.1.2 iaarresultaat en diolomaresultaat 3 .1 Proaramma 3.1.1 Samenhana 3. 1.2 Maatwerk 3.1.3 Proarammatiid 3.1.4 Voorzieninaen 3.2 LeeroroGes 3.2.1 Leertijd 3.2.2 Didactisch handelen 3.2.3 Beqeleidinq in de instellinq 3.2.4 Beroeosoraktiikvormina 3.3 Traiectbeaeleidina 3.3.1 Intake 3.3.2 Studielooobaanbeaeleidina 3.3.3 Zora deelnemers specifieke behoeften 3.3.4 Samenwerkina 3 .4 Omaana en veiliaheid 3.4.1 Bejegeninq/omqanq 3.4.2 Veiliaheid 4.1 Kwaliteitszorg 4.1.1 Svstematische Kwaliteitszora 4.1.2 Beoordeling
1
2
4
3
• 1 1
2
•
2
• 1
2
4
3
5
1 1
3
4
• • •
3
~
• • • 1
2
•
•
3
4
• •
1
2
3
• •
4
1
2
3
4
•
• •
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr : H3151773 pagina 5/9
2.1.2
Beschouwing
Algemeen beeld
De kwaliteit van het onderwijs van de opleiding Financiële Beroepen is zeer zwak. Dit oordeel is gebaseerd op onvoldoende opbrengsten en onvoldoende kwaliteit van het onderwijsproces. Het team heeft veel inzet gepleegd om v erbeteri ngen t e rea liseren. Dit heeft echter onvoldoende resultaat gehad. De v erbeteracties zijn onvoldoende planmatig uitgevoerd. Zo ontbrak een heldere analyse van de oorzaken van de tekortkomingen, zijn er weinig prioriteiten gesteld en werden de doelen niet altijd voldoende toetsbaar geformuleerd. Ook zijn de doelen niet zodanig uitgewerkt, zodat voor elke docent duidelijk was wat er in een bepaalde tijdsspanne gerealiseerd moest worden. Hieronder licht de inspectie de belangrijkste bevindingen toe. Wettelijke vereisten
Voor zover onderzocht voldoet de opleiding aan de wettelijke vereisten. De praktijkovereenkomsten zijn nu op tijd ondertekend. In juni vindt er overigens nog een heronderzoek plaats naar de meldingen van verzuim en voortijdig schoolverlaten. Hierover zal separaat worden gerapporteerd . Dit punt is dus niet in bovenstaand oordeel betrokken. Opbrengsten
De opbrengsten in 2009-2010 van de opleiding Financiële beroepen zijn onvoldoende: het jaarresultaat bedraagt 34,3 procent, het diplomaresultaat 22,4 procent. Programma
De criteria samenhang, programmatijd en voorzieningen van het programma zijn voldoende, maatwerk is onvoldoende. In 2010 werd ook het criterium samenhang als onvoldoende beoordeeld, maar dat is nu voldoende. De samenhang tussen de verschillende vakken is verbeterd door de aanschaf van een nieuwe methode voor verschillende vakken en doordat de projecten een meer vakoverstijgend karakter hebben. Zo zijn er vakopd rachten gepland die in het Engels moeten worden uitgevoerd en waarbij, naast de hoofdvakdocent, de docent Engels betrokken is bij de beoordeling . Ook zijn er meer opdrachten bij de ondersteunende vakken die betrekking hebben op de inhoud van de financiële beroepen. Ook het maatwerk is verbeterd, maar het is nog niet voldoende. Er is in de lessen nauwelijks sprake van maatwerk. Dat geldt ook voor de extra lessen rekenen. Deelnemers maken vooraf een instaptoets, maar deze toets resulteert niet in een aangepast programma. Voor de sterke deelnemers is er onvo ldoende uitdaging tijdens de lessen. Van beredeneerde aanpassingen van het programma met verrijkingsstof of gestructureerde versnelling is nauwelijks sprake.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3151773 pagina 6/9
Bijspijkeruren voor het vak Engels, waaraan kennelijk behoefte was, zijn aanvankelijk wel beoogd, maar niet gerealiseerd. Wel zijn er extra lessen Nederlands en rekenen geprogrammeerd en ook is er remediale hulp mogelijk in deze vakken. De voorzieningen zijn van voldoende niveau. Er is sinds kort een openleercentrum beschikbaar hetgeen voorziet in een duidelijke behoefte . Wel vormen de klimatologische omstandigheden een probleem. Bij veel onderwijsactiviteiten zijn de deuren noodgedwongen geopend, waardoor sprake is van extra onrust. De inspectie heeft geen signalen dat de programmatijd anders beoordeeld moet worden dan in 2010.
Leerproces Van het leerproces werden in 2010 de leertijd, de begeleiding in de instelling en de beroepspraktijkvorming als onvoldoende beoordeeld. Het didactisch handelen was voldoende. De leertijd en de begeleiding in de instelling zijn nog steeds onvoldoende. De beroepspraktijkvorming is echter verbeterd en wordt als voldoende beoordeeld. Het didactisch handelen wordt nu ook als onvoldoende beoordeeld. Het team doet zijn uiterste best om de absentie te bestrijden, door afwezige deelnemers te bellen, aan te spreken en te melden bij de leerplichtambtenaar. Deze acties hebben echter onvoldoende succes. Vooral in de ochtend is de absentie hoog. Verder zijn de aanwezige deelnemers onvoldoende betrokken bij de onderwijsactiviteiten. Vooral wanneer de deelnemers zel f aan het werk zijn is het rendement van de lessen onvoldoende . Ook wordt er lestijd vermorst doordat de lessen te laat beginnen, voortijdig stoppen en doordat deelnemers wachten op begeleiding van de docent. De onderwijsmanager herkent het probleem en wijt dit onder meer aan onvoldoende uitdaging in deze beroepsopleiding. De lessen kennen onvoldoende structuur met een inleiding en een duidelij ke afronding van de les, waardoor nut en doel van de onderwijsactiviteiten niet altijd duidelijk zijn voor de deelnemers. Verder is er onvoldoende sprake van effectieve informatieoverdracht door onrust. De docenten verdiepen zich onvoldoende in het leerproces van de individuele student om gericht feedback te kunnen geven. De studievoortgang wordt onvoldoende begeleid. De deelnemers ontberen structuur bij het plannen van hun voorbereiding op hun toetsen, die bovendien steeds een week uitgesteld kunnen worden. Vooral in het tweede en derde leerjaar heeft een groot deel van de deelnemers hierdoor achterstand en zal hierdoor enkele maanden langer nodig hebben voor de opleiding. De beroepspraktijkvorming is voldoende. In tegenstelling t ot het vorig jaar hebben nagenoeg alle deelnemers een stageplaats. In het eerste jaar is de stage vervangen door onderwijsactiviteiten in een leerbedrijf om alle deelnemers beter voor te bereiden op de stages in de volgende jaren. In het tweede en derde jaar zijn de deelnemers geplaatst op geschikte werkplekken en worden zij adequaat begeleid, zowel op het bedrijf als vanuit de instelling.
Rapport van bevindingen (Toezicht kader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/ 8
Documentnr : H3151773 pag ina 7/9
Trajectbegeleiding
In 2010 was de intake onvoldoende en dat is nog steeds het geval. De verbeterde intake die in ontwikkeling is, is nog niet in praktijk gebracht, ook niet bij deelnemers die later zijn ingestroomd. Hierdoor kan nog niet vastgeste ld worden of de verbeterde aanpak naar tevredenheid zal functioneren. Voor de overige criteria van trajectbegeleiding heeft de inspectie geen aanwijzingen dat deze anders beoordeeld moeten worden dan in 2010. De docenten en begeleiders tonen zich betrokken bij het welbevinden van de deelnemers. Omgang en veiligheid
De inspectie heeft geen signalen dat omgang en veiligheid anders beoordee ld moeten worden dan in 2010. Kwaliteitszorg
De kwaliteitszorg in de opleiding is onvoldoende systematisch en wordt daarom als onvoldoende beoordeeld. De docenten zijn hard bezig met verbeteractiv iteiten, bijvoorbeeld van het programma. Deze verbeteracties vinden echter onvoldoende planmatig plaats aan de hand van concrete en toetsbare doelen. Er is in het team onvoldoende gevoel van urgentie aanwezig en de docenten zijn niet goed op de hoogte van de opbrengsten en van de conclusies uit de audit, die in november 2010 is gehouden. Wel bezoekt de teammanager systematisch de lessen van alle docenten. De instelling heeft intern onderzoek gedaan naar de kwaliteitsverbet ering met behulp van onafhankelijke deskundigen. De bevindingen beschrijven vooral het resu ltaat van de activiteiten ter verbetering, maar resulteren niet in een oordeel over alle relevante aspecten van de kwaliteit van het onderwijs op basis van een normering van de instelling.
Rapport van bevindingen {Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09- 2009, 2762803/8
Documentnr: H3151773 pagina 8/9
3.
TOEZICHTARRANGEMENT
De kwaliteit van het onderwijs van de volgende opleiding vertoont belangrij ke tekortkomingen en wordt als zeer zwak beoordeeld, vanwege een onvoldoende oordeel voor zowel de opbrengsten als het onderwijsproces: •
crebocode 93200 Financiële Beroepen (Financieel administratief medewerker), niveau 3.
Om deze reden kent de Inspectie va n het Onderwijs aan deze opleid ingen een aangepast arrangement toe. De opleidingen vallen onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in september 2012 weer voldoende is. De inspectie voert in juni 2012 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven . In aanvulling hierop worden nadere afspraken met het bevoegd gezag gemaakt over te bereiken tussenresultaten en eventueel monitoringsgesprekken over de bereikte verbeteringen. Deze afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan. Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf de vaststelling van het rapport een plan van aanpak voor deze opleiding aan de inspectie te sturen . De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken: - de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen; - de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten; - het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen. De kwaliteit van het onderwijs van de voldoende opleidingen is zwak vanwege het oordeel onvoldoende voor de opbrengsten en een voldoende oordeel voor het onderwijsproces op locatie West: • •
crebocode 10049 Boekhoudkundig medewerker, niveau 3; crebocode 90490 Boekhoudkundig medewerker, niveau 3.
Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan deze opleidingen een aangepast arrangement toe. De opleidingen vallen onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in jun i 2012 weer voldoende is. De inspectie voert in juni 2012 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. Het bevoegd gezag herkent zich in de bevindingen in dit rapport en onderschrijft de noodzaak maatregelen te nemen die opheffing van de geconstateerde tekortkomingen als doel hebben. De m inister wordt van de geconstateerde tekortkomingen op de hoogte gesteld . De minister kan besluiten een waarschuwing te geven op basis van artikel 6.1. 5 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Na afloop van de verbetertermijn, die bij de waarschuwing vastgesteld is, zal de inspectie onderzoeken of aan de waarschuwing gevolg is gegeven.
Rapport van bevindingen {Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3151773 pagina 9/9