Verslag tweede bijeenkomst initiatiefnemers community’s Circuit Nederland 10 december 2015 Gerben Nap van STRO heet zo’n 60 deelnemers welkom die geïnteresseerd zijn in de technische en inhoudelijke aspecten bij het opzetten van een community in Circuit Nederland en die van elkaar willen leren. Deze meeting richt zich op directe technische behoeften enerzijds (hoe de website omgeving in te richten voor een community zodat er leden kunnen komen?) en meer strategische behoeften anderzijds. In de ‘Laatste ontwikkelingen rond @nder geld’ kunt u lezen over de initiatieven in Sardinië, Bristol en Nederland. Daarna volgt een verslag van de workshop ‘Inhoud en strategie’. Hierbij komen o.a. aan de orde: de verschillende betaalmethodes, het ontwerpen van betaalpasjes, doelstelling en ‘unique selling point’ van een community en het werven van leden. In de workshop ‘Techniek en taakverdeling’ is vooral gesproken over de opzet van een goede website. Ook de samenwerking tussen de site van een community en de Cyclos-software kreeg aandacht. Laatste ontwikkelingen rond @nder geld Henk van Arkel vertelt over problemen en oplossingen bij de initiatieven in Sardinië en Bristol, waarvan we ook in de Nederlandse situatie kunnen leren. In Bristol is begonnen met het verstrekken van kredieten, in Sardinië zijn nu zo’n 3000 bedrijven aangesloten en is door het lokale geld gemiddeld €30.000,- per bedrijf extra omgezet. Santa Coloma, een stad bij Barcelona, voert een lokale digitale munt in. In de eerste fase van de pilot zal de stad subsidies gedeeltelijk in de digitale munt betalen. Die munt kan een bepaalde periode uitsluitend in de stad worden besteed. Op die manier kunnen subsidies de lokale economie stimuleren. Ook is het de bedoeling dat andere uitgaven worden gedaan via het systeem. Ambtenaren kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen zich te laten uitbetalen in de lokale digitale munt. In Nederland streven we naar samenwerkende community’s die samen het ‘Social Trade Circuit` vormen. Consultants kunnen kansrijke community’s helpen bij de procesbegeleiding. Henk veronderstelt dat het gesprek met de directie van de Triodosbank veel tijd zal kosten, zeker als de juristen erbij betrokken worden. De samenwerking met Triodos is gericht op maandelijkse rapportage, het inwisselen van euro’s in termijn-euro’s en andersom, kredietbeoordeling. Voor het omgaan met digitaal geld kennen we allemaal de bankpas. Ook binnen een community of binnen Circuit Nederland zal met een pasje worden gewerkt, veilig en gemakkelijk met gebruik van de mobiel en een QR-scan.
Wim van Bokhorst – Alkmaar vertelt over het initiatief met Culturijnen: een culturele munt waarmee men de leerkracht persoonlijke waardering wil geven voor extra cultuurinzet. De Culturijn is in de cultuursector en aanverwante bedrijven te besteden. Zo krijgt de culturele ondernemer een extra stukje klandizie en kan daar creatief en strategisch nieuwe kansen mee creëren. Gemeentelijk Bureau CultuurPrimair kan via Culturijnen effectief een stuk CmK-subsidie direct op de werkvloer brengen. Hoe vaker de Culturijnen binnen de lokale cultuurwereld worden doorgegeven, hoe groter het rendement. Om te ontdekken hoe het kan werken, starten we in november 2015 een experiment. We willen graag met een beperkt aantal leerkrachten en culturele ondernemers aan de slag. Als blijkt dat het werkt, gaan we het netwerk uitbreiden.
Lex Hoefsloot – Rijn & Vallei Lex legt uit hoe in Wageningen de community rond een winkel van een lokale voedselcoöperatie is ontstaan. Die winkel stelt hen in staat om voor enkele hele praktische zaken te pionieren binnen het Circuit. Zo heeft de winkel heeft drie kassa’s en daar moeten mensen binnen enkele seconden kunnen betalen met @nder geld. Er is ook een console nodig die met het kassa-systeem kan communiceren. Dit proces vordert gestaag en in het nieuwe jaar komen de eerste kastjes van een Franse leverancier aan die dit kunnen faciliteren.
Joost Barendrecht – Breda In Breda, vertelt Joost, hebben een groep ondernemers en mensen van de NHTV hogeschool een kopgroep gevormd met het doel om voor mei 2016 100 ondernemers lid te maken van het Circuit. In die maand wordt ook een excursie georganiseerd naar Bristol voor geïnteresseerde bestuurders vanuit de hele provincie. Frank van West – United Economy (UE) De initiatiefnemer van UE is Heidi Leenaarts, zij wordt verontschuldigd. UE richt zich op Business-to-Business. In de United Economy betalen we elkaar in Uniteds. Dat is een zuiver ruilmiddel. Als (MKB-)bedrijf kun je in de United Economy producten of diensten aanschaffen. Je betaalt in Uniteds, wat inhoudt dat je toezegt om in natura te zullen leveren. Zo bespaar je dus euro’s. Je tegenprestatie is dat je aan anderen in het netwerk jouw product of dienst zult leveren. Zo vormen de producten en diensten van deze bedrijven samen de ‘dekking’ van de Uniteds. Ook kleinere bedrijven, zelfstandigen en maatschappelijke instellingen kunnen meedoen. Zij verdienen eerst Uniteds, om deze daarna weer ergens te besteden. Allen hebben het voordeel dat Uniteds blijven circuleren. Maatschappelijke en duurzaamheidsvoordelen: waar de euro-economie - als gevolg van het onderliggende ontwerp (currency-design) - groeidwang en crises creëert, leidt een renteloos onderling betaalmiddel, tot stabiliteit en duurzame ontwikkeling. Geen groei maar bloei!
Workshop ‘Inhoud & strategie’ 1. Verschillende betaalmethodes Er zijn vier betaalmethodes. - Met de computer: inloggen via https://www.circuitnederland.nl/ werkt heel simpel en is vooral geschikt voor betalingen tussen bedrijven. - Via de App: inloggen, gebruiker zoeken, bedrag invoeren en overmaken. Een kind kan de was doen. - QR-code: code scannen en daarna spreekt het vanzelf. Brengt je vanzelf bij de juiste deelnemer. Met name in de horeca handig. Nog niet actief maar binnenkort in dit theater! - NFC-pas: vergelijkbaar met de OV-chipkaart. Je hoeft ‘m alleen maar tegen een lezer te houden, en de transactie is voltooid. Snel en eenvoudig. De verkoper moet wel een afleesapparaat hebben. Nog niet actief maar binnenkort in dit theater!
2. Ontwerp betaalpasjes Elke community kan indien gewenst zijn eigen pas ontwerpen. Passen zijn op naam (namen worden over het ontwerp heen gedrukt) en gelinkt aan het systeem. Belangrijk is de aandacht voor veiligheid. Er is gekozen voor de meest veilige optie. Naarmate we groeien moeten we meer en blijvend nadenken over veiligheid en maatregelen nemen.
3. Doelstelling en Unique Selling Point Twee vragen zijn hier van belang. 1. Waarom zou ik eraan beginnen (doelstelling)? 2. Waarom zou men mee willen doen (Unique Selling Point, USP)? Doelstelling kan zijn: een eerlijkere / kleinschaligere / groenere / lokalere economie. Elke community kan hierin zijn eigen keuze maken en zijn eigen accenten leggen (en hoeft zich daarbij niet te beperken tot deze opsomming). Handig is wel de doelstelling vast te leggen in afspraken met de deelnemers, in statuten en/of reglementen. Ook van belang in de communicatie met deelnemers is het USP. Waarom zouden (bijvoorbeeld) bedrijven mee willen doen? Wat is je kern-argument om (bijvoorbeeld) bedrijven mee te krijgen? Voor het Circuit geldt bijvoorbeeld als USP: meedoen creëert meer omzet. Want als je termijn-euro’s uitgeeft, kunnen die gedurende een bepaalde (vastgelegde) periode alleen binnen het Circuit besteed worden. Ze moeten dus wel (in geval van een lokale community) enige tijd lokaal blijven. Daardoor is de kans groot dat ze bij jou terugkomen. Cijfers onderschrijven dit: in Sardinië is daadwerkelijk sprake van forse extra omzet bij deelnemende bedrijven. De werkloosheid is afgenomen en het vestigingsklimaat is verbeterd. En dat in een netwerk dat pas vijf jaar geleden is begonnen, in een krimpende economie! Als ‘gelukkige bijkomstigheid’ kunnen we nog noemen: de mogelijkheid tot het verkrijgen van kredieten zonder rente. Hieruit blijkt al dat je USP iets heel anders is (of kan zijn) dan je doelstelling. Ofwel: het waarom van je doelgroep hoeft helemaal niet hetzelfde te zijn als je eigen waarom.
4. Mogelijke positioneringen en doelgroepen Als community heb je de keus je te richten op business-to-business of op business-toconsumer bedrijven. Dit bepaalt mede je keus voor doelgroepen. Bij business-to-consumer bedrijven zul je je bijvoorbeeld vooral richten op winkels en op horeca. Dan zul je er ook voor moeten zorgen dat consumenten op een of andere manier termijn-euro’s kunnen verkrijgen (kopen, verdienen, …) en ook eenvoudig kunnen uitgeven (bijvoorbeeld via pasjes). Dat is meer werk dan bij business-to-business bedrijven. Belangrijk: het geld moet kunnen stromen. Er is een kringloop nodig waardoor (een deel van) de termijn-euro’s op termijn kunnen terugkeren bij de eerste uitgevers. Dus betrek lokale knooppunten bij je community, waar de termijn-euro’s weer besteed kunnen worden. Zie bijvoorbeeld de Groene Winkel in Wageningen bij Rijn & Vallei. Besteedbaarheid moet gegarandeerd worden, in de eerste plaats binnen de lokale economie, daarna ook landelijk binnen het Circuit en tenslotte buiten het Circuit door ze om te zetten in euro's. In principe is natuurlijk ook consumer-to-consumer mogelijk. Zie bijvoorbeeld LETS. Maar dat kan niet het volume creëren dat je nodig hebt om echt impact te hebben. Het kost veel meer energie dan via ondernemers te gaan als het doel is om op afzienbare termijn toegevoegde waarde te leveren aan je lokale economie. 5. Leden werven: hoe krijg je ondernemers in je netwerk? Kern is het creëren van een goede website die goede informatie verschaft, aangeeft waarom mensen en bedrijven lid zouden worden en ze de mogelijkheid biedt lid te worden. Let daarbij op doelgroep en maak gebruik van je USP. Daarnaast kunnen folders en presentaties helpen. Probeer niet zomaar de gemeente bij je community te betrekken. Dat lukt meestal pas als je ook ondernemers in je Circuit hebt, als je bijvoorbeeld de ondernemersvereniging bij je community betrokken hebt. 6. Prijsstelling; brokering aanbieden of niet? De prijs die je vraagt voor deelname is onder andere afhankelijk van wat je te bieden hebt. Extra (professionele) diensten betekent dat je meer kan (en vaak ook moet) vragen. Brokering is bijvoorbeeld een goede optie, maar let op: dat kost tijd en vereist vakmanschap! Ook een community gericht op bedrijven (business-to-business) kan meestal meer vragen. Discussie - Vanuit Wageningen komt de opmerking dat in die gemeente winkeliers worden overtuigd (om te participeren in het Circuit) door te benadrukken dat dit een goed alternatief is voor internet-winkelen (of een aanvulling erop). - Toevoeging op ‘leden werven’: ook ondernemers zelf kunnen leden werven. Het is immers ook in het voordeel van ondernemers wanneer zoveel mogelijk consumenten lid worden. - De vraag wordt gesteld in hoeverre via het Circuit ‘waarde’ kan worden toegekend aan activiteiten die nu nog niet of ondergewaardeerd worden (vrijwilligerswerk, mantelzorg, enzovoort). Deze mogelijkheden zijn er wel, in de vorm van subsidies of vrijwilligersvergoeding (beide in lokaal geld) en basisinkomen (met bijvoorbeeld extra verdienmodel in lokaal geld). Belangrijk om te realiseren echter is dat het niet mogelijk is om iets-uit-het-niets te scheppen. Extra uitkering in lokaal geld bijvoorbeeld moeten uiteindelijk wel gedekt worden door reële euro’s. Oftewel: dat wat nu niet in euro’s
wordt gewaardeerd, kan niet zomaar in lokaal geld worden gewaardeerd, aangezien dat ook gedekt moeten worden met echte euro’s.
Workshop 'Techniek en Taakverdeling' Het doel van deze workshop is door te nemen waar een goede community-website aan voldoet. Er wordt ingegaan op de techniek erachter (de combinatie met Cyclos-software), wat de taken zijn van een administrator, welke soorten community’s er zijn en op welke manieren je je als lid kunt aanmelden. Aangezien de presentaties zelf mee verzonden worden met dit verslag, voorziet dit verslag niet in opsommingen maar in een weergave van hetgeen deze avond is besproken. Waar moet een goede community-website aan voldoen? Een goede community-website moet enerzijds voldoende informatie bevatten: wie zijn we, wat is ons doel, hoe gaan we dat bereiken, waarom zou je lid worden en hoe doe je dat? Daarnaast is het van belang dat je via de website ook daadwerkelijk over kunt gaan tot actie ('call to action' of CTA): namelijk je aanmelden als lid. Indien een community nog niet in deze fase zit, zou je minimaal je mailadres moeten kunnen achterlaten, moeten kunnen reageren op informatie of informatiemateriaal moeten kunnen delen. Aangezien zeker in de beginfase een belangrijk doel van de community is haar ledenbestand uit te breiden, zijn goede informatievoorziening en CTA-mogelijkheden cruciaal! Hoe werkt de website samen met Cyclos-software? Feitelijk kent een community-website twee omgevingen: enerzijds is er de 'eigen' website, daar waar alle informatie over de community te vinden is. Daarnaast is er de betaalomgeving, een beveiligde Cyclos-site waar de daadwerkelijke transacties plaatsvinden. De betaalomgeving is qua look & feel aan te passen aan de eigen website. Hierdoor sluit de betaalomgeving naadloos aan op de website en ervaren de leden dit niet als een wissel van de ene website naar de andere. De betaalomgeving is hoe dan ook herkenbaar aan het feit dat leden zich moeten identificeren om erop te kunnen. Omdat hier de daadwerkelijke betalingen plaatsvinden, is deze site beveiligd (conform telebankieren met elke willekeurige bank). STRO geeft in reactie op vragen aan, dat ze geen gegevens aan derden verkoopt, en dat mensen dus ook niet getrackt kunnen worden via de Cyclos-app. De community zelf is verantwoordelijk voor de eigen website. Het heeft de voorkeur dit via Wordpress te doen. Momenteel verzorgt Jan Langedijk (STRO) nog een eerste, grove opzet, maar iedere community doet er goed aan iemand aan te trekken die ervaring heeft met het bouwen en beheren van een website. Alleen de administrator kan kijken in een deel van de betaalomgeving (maar kan hier uiteraard geen aanpassingen in doen). Om als community gevonden te kunnen worden (via Google), is het van belang dat de website regelmatig wordt aangepast. Pas wanneer dit regelmatig gebeurt (minimaal eens per drie maanden), blijft de site hoog scoren op een zoekopdracht. Dit is makkelijk te
bewerkstelligen door gebruik te maken van Social Media: bloggen, twitter, facebook, enzovoort. Ook STRO zelf zet zogenaamde 'teasers' bij regionale ontwikkelingen op social media (STRO twitter: @SocialtradeOrg, Facebook: www.facebook.com/socialtrade) Cyclos plug-in Met de Cyclos plug-in is het mogelijk in te loggen en nieuwe leden te registreren (dit is nog in ontwikkeling). Informatie over de plug-in is verkrijgbaar bij STRO. Autoresponder Verder wordt het gebruik van een autoresponder (bijv. MailChimp) aanbevolen. Daarmee is het mogelijk om een nieuwsbrief te versturen naar een grote groep mailadressen zonder dat het eigen mailadres wordt gezien als bron van spam. Op welke basis wordt een community geformeerd? Op dit moment zijn er twee manieren waarop een community wordt geformeerd: op basis van regionale binding (bv. Rijn en Vallei) of op basis van ideologische binding (bijvoorbeeld United Economy). Je kunt lid worden van slechts één community. Het is dus zaak een gedegen afweging te maken tussen een regionale community in je eigen omgeving en eentje met een ideologische grondslag. Wel zal het mogelijk worden om één of meer kenmerken (een ideologische basis = kenmerk) te 'taggen'. Doordat het mogelijk blijft om met andere community’s te handelen, kan je via deze netwerken ('tags') dus nog steeds met elkaar in contact komen. Indien blijkt dat er te veel koopkracht uit de regio weglekt, kan een community er voor kiezen een importheffing in te voeren. In antwoord op de vraag waarom je niet van meerdere community’s lid kunt worden, geeft Henk twee redenen. De eerste is een praktische: ervaring heeft geleerd dat het op verzoek terugdraaien van boekingen van de 'verkeerde' rekening leidt tot veel extra werk bij het Circuit (cq. de beheerders van het betaalnetwerk). Daarnaast kan het leiden tot ongewenst ‘strategisch’ handelen, indien er verschillende regels rondom geld worden gehanteerd door verschillende community’s. Eigen munt versus termijn-euro Tijdens de presentatie worden de instellingen van de community-website doorgenomen. Een belangrijk punt dat hier naar voren komt is dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen twee verschillende rekeningen: sommige community’s kiezen er voor om een eigen munt te creëren op basis van sociale dekking (tijd). Deze munt is echter niet verenigbaar met de termijn-euro als regionale handelsmunt, welke wordt gedekt door harde euro's. De twee munten kunnen dus ook nooit onderling worden uitgewisseld. Soorten community’s Tot slot wordt gesproken over het verschil tussen een community met een open inschrijving en een besloten community. Bij de laatste werkt de inschrijving net even anders, omdat deze gepaard gaat met een ondertekening van een overeenkomst tussen het lid en de community. Bij voorkeur schrijft een lid zich via de community in en wordt deze vervolgens aangemeld bij het Ciruit Nederland (c.q. een regionaal circuit). Indien een lid zich echter aanmeldt via Cyclos, is het bij een besloten community van belang dat deze eerst groen licht geeft,
alvorens de daadwerkelijke inschrijving wordt voltooid. Dit kan worden opgelost door de inschrijving de status van 'aspirant-lid' mee te geven. Pas wanneer de community akkoord heeft gegeven, wordt het lidmaatschap bevestigd en heeft het lid toegang tot de betaalomgeving. Discussie - Eén van de aanwezigen vraagt of het in de toekomst mogelijk wordt om als community een Ideal-status te krijgen, zodat betalen via de community geselecteerd kan worden als betaalwijze bij internet-aankopen. STRO geeft als reactie hierop dat hierover is nagedacht en dat dit op termijn gerealiseerd zal worden. - Hoe voorkom je dat ongewenste elementen oneigenlijk gebruik gaan maken van het Circuit? Je moet hier onderscheid maken tussen twee niveaus. 1. Individuele gevallen: het bewaken van de identiteit en daaraan gekoppeld het weren van deelnemers die niet in die identiteit passen, is de verantwoordelijkheid van de community. 2. Op Circuit-niveau: ‘we’ kunnen, in uiterste instantie, gezamenlijk besluiten dat een complete community ongewenst is. Een community kan niet zomaar gaan deelnemen zonder dat de centrale organisatie daarvan weet en dus daarmee akkoord gaat. - Kun je een internationale community aanmaken? Technisch zou dat best kunnen, maar voorlopig kiezen we daar niet voor. Voorlopig is Nederland groot genoeg. Met uitzondering wellicht van enkele aangrenzende, Nederlandstalige regio’s (met name Vlaanderen). - De consultants zijn niet bedoeld voor individuen met vragen, maar voor initiatieven in opbouw. Voor vragen op meer individueel niveau zijn in eerste instantie medewerkers van STRO of is anders eventueel onderlinge hulp van andere community’s beschikbaar. - Wat is het verschil tussen een landelijke community en een landelijk netwerk? Een landelijk netwerk betreft leden van de algemene landelijke community (Circuit Nederland) die een speciaal kenmerk krijgen, een vinkje zeg maar, waarmee ze elkaar kunnen vinden. Ze kunnen geen eigen regels maken, geen hekje om het netwerk heen zetten, geen eigen logo, pasje, doelstelling enzovoort vaststellen. Soms is dat geschikter dan een echte landelijke community opzetten, die dat allemaal wel kan maar daar dus ook een eigen verantwoordelijkheid heeft. Wat altijd relatief veel tijd en menskracht kost.
Plenaire afsluiting Waar is voor een komende bijeenkomst behoefte aan? Bij de plenaire opening is een vijftal aandachtspunten genoemd waar we vandaag geen aandacht aan zouden besteden / hebben besteed. We komen nog even terug op deze vijf punten om te kijken hoeveel belangstelling er is om een volgende keer hier wel aandacht aan te besteden. 1. Het verstrekken van kredieten: ongeveer 1/3 van de aanwezigen heeft hier belangstelling voor.
2. Een betalingssimulatiespel: ongeveer 2/3 van de aanwezigen heeft hier belangstelling voor. 3. Voordoen van een NFC-betaling: hiervoor is geen belangstelling. 4. Regionale vergaderingen: ongeveer 1/2 van de aanwezigen heeft hier belangstelling voor. 5. Integratie in kassasystemen: ongeveer 1/4 van de aanwezigen heeft hier belangstelling voor. Nieuw ingebrachte punten. 6. Het creëren van webwinkels: ongeveer 1/3 van de aanwezigen heeft hier belangstelling voor. 7. Het uitleggen van de mogelijkheden van Cyclos: ongeveer 1/2 van de aanwezigen heeft hier belangstelling voor. 8. ‘Whats in it for me’: hoe leg je de band met je doelgroep: ongeveer 3/4 van de aanwezigen heeft hier belangstelling voor. 9. Van elkaar leren: er is een Linked In-groep die hier zeer bruikbaar voor is. Een laatste vraag uit de zaal: kan communicatie over een op te zetten nieuwe community onder de bestaande ‘algemene’ deelnemers lokaal verspreid worden via STRO? Ja, dit kan.