Verslag thematafels stakeholdersbijeenkomst 22 november 2011
Tafel: Arbeidsparticipatie Tafelleider: Ingrid Verheij Deelnemers: Dee van Ekeris (Rabobank Utrechtse Heuvelrug) Albert Agterberg (Agterberg BV) Veroniek Clerx (Tekstbureau De Vulpen) Robert-Jan Engelbregt (Gemeente De Bilt) Wat zijn de knelpunten die ervaren worden bij de deelnemers tav dit thema? - je kunt het als organisatie niet alleen - afstand woon-werk voor de kandidaat - de kennis van de kandidaat - betreffende instanties werken langs elkaar heen - WGSP werkt niet - betrouwbaarheid van de instanties - onherkenbaarheid - continuïteit tav vaste contactpersonen - hoe komt je aan kandidaat-arbeidskrachten (waar moet ik zijn) - hoe worden de kandidaat-arbeidskrachten begeleid? Wat is er nodig? - als WAO-er ben je gebrandmerkt, krijg je nooit meer een baan - leeftijd, boven 50 jaar ben je niet meer interessant - conjunctuur gevoelig - slagvaardig kunnen opereren - opleidingseisen voor startkwalificatie liggen (te) hoog - weinig waardering voor ambachten en handwerk Wat is er nodig om de knelpunten te beïnvloeden? - langdurige afspraken - partijen moeten samenwerken - collectieve aanpak - lesprogramma’s voor startkwalificatie aanpassen op behoefte - statement van bedrijven: breng de oude LTS terug in beeld - maak een arbeidspool binnen de regio (zie ervaring bij de gemeente) Wat kan uw bijdrage zijn? De deelnemers willen graag over dit onderwerp een vervolggesprek (Dee van Ekeris onder voorbehoud, Robert-Jan adviseert portefeuillehouder Astrid Schiphorst). Helaas zijn Esther van den Heuvel en Herman Mittendorff niet bij dit gesprek aanwezig geweest. De groep heeft aangegeven dat de aanwezigheid van Herman Mittendorff bij een vervolggesprek van grote waarde zou zijn om voortgang te krijgen in dit proces. Samen voor De Bilt arrangeert voor eind januari 2012 een tweede overleg.
Tafel: Leefbaarheid Tafelleider: Astrid Kloosterziel Deelnemers: Fieke Faber (Wereldwinkel De Bilt) Margriet Reijnders (Woonstichting SSW) Luus de Graaf (Wereldwinkel De Bilt) Cor Groenen (De Vierklank/Variopers) Evert ten Kate (Bouwbedrijf De Jong) Bij het thema leefbaarheid wordt vooral gedacht aan: • Goed en veilig wonen (bij je buren terecht kunnen; goede voorzieningen in de buurt) • Samenwerken van mensen en organisaties; de mogelijkheid om samen dingen op touw te zetten; gemeenschapszorg (denk aan actiecomité Looydijk = burger initiatief) • Aandacht voor groen, ruimte en licht • Sociale cohesie; sociale samenhang Knelpunten thema leefbaarheid: • De laatste jaren moest alles groter, nu is de tendens om lokaal weer de samenhang te creëren, dit zijn we kwijt geweest, maar hoe kom je weer terug naar meer lokaal. •
Meer onderling respect creëren, vele soorten mensen wonen in wijken met diverse leefstijlen, diverse normen en waarden.
•
Een grote groep binnen de lokale samenleving staat er voor open om samen zaken op te pakken/ aan te pakken, echter er is ook altijd een groep die ‘tussen de wal en het schip valt’. Hoe hiermee om te gaan?
Wat is er nodig om knelpunten te beïnvloeden? • Budget geven aan wijken/buurten: parkmanagement. Zo wordt de buurt van de bewoners zelf, meer eigen verantwoordelijkheid. •
Leefregels opstellen op scholen, aandacht voor respect op scholen; aanpakken bij de basis: kinderen.
•
Leefregels opstellen samen met kinderen die in flats wonen, waar diverse culturen samenleven en men moet leren respect voor elkaar te hebben.
•
Respect voor zorgverleners: weer meer politie op straat.
•
Initiatieven binnen wijken stimuleren en organiseren die mensen met elkaar in contact brengen.
•
Mooi voorbeeld is oprichting WVT wat volledig door vrijwilligers gerund wordt!
Tafel: Arbeidsparticipatie en onderwijs Tafelleider: Reggy Broekhuyse Deelnemers: Jos Heuer (De Werkplaats Kindergemeenschap) Anne Marie Hoornsman (Stichting Delta) Petra Navarro (Groenhorst College) Marjolein Akkermans (Jan Ligthartschool) Sylvia Valkenburg (Valkenburg Trainingen) Als belangrijk knelpunt in het thema aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt signaleren wij het probleem van voortijdig schoolverlaten in het vmbo. Dit probleem hebben wij verder uitgediept. Als oorzaken van het probleem zien wij • Het zomerlek; de lange periode tussen behalen van een diploma in mei en pas weer beginnen van de vervolgopleiding eind augustus/ september. • Moeilijkheid voldoende gecertificeerde stagebedrijven te vinden; zonder stage geen diploma • Onderwijs lijkt niet altijd aan te sluiten bij manier van leren van het kind. In De Bilt is een beperkt aanbod van praktijkgericht vmbo onderwijs. Hoewel het aanbod in bijvoorbeeld Utrecht groter is en wellicht soms beter past, laten ouders hun kinderen liever in De Bilt naar school gaan. • Redenen die bij de leerling zijn zoals gebrek aan motivatie, erg laag niveau of onvoldoende vaardigheid zich te kunnen presenteren. Mogelijke oplossingen waaraan bedrijven en/of wij zelf kunnen bijdragen zijn: • Dichten van het zomerlek door ‘summerschools’, werkstages etc. bij bedrijven in de stillere zomerperiode. Bedrijven betrekken bij ontwikkelen van programma. • Een stagemarkt (beursvloer?) om leerlingen die doorstromen een stageplek te bieden. • Bewustwording verhogen bij bedrijven dat een stageplek nodig is en hoe te realiseren. • Hulp en voorlichting geven aan bedrijven. • Administratieve last verlichten voor bedrijven die bij hen terecht komt wanneer zij stagiair nemen. • Meer inzicht bieden richting school en bedrijven over aanbod van leerlingen enerzijds en (toekomstige) vacatures anderzijds. Meer inzicht in werkloosheid in De Bilt. • Maatjesprojecten en/ of coaches; bijvoorbeeld gepensioneerde ex-werknemers ‘op stap’ met leerlingen. Stagepool met gepensioneerden. • Onderling uitwisselen van stagiaires tussen opleidingen. (Dus ook zelf als stagebedrijf fungeren). • Streven naar breder onderwijs in De Bilt • Betere scholingsmogelijkheden van kwetsbare leerlingen binnen de gemeente. • Minder strikte scheiding tussen theoretisch en praktisch onderwijs. • Brug slaan naar VMBO’s in Utrecht. Uitwisselprogramma’s, bij elkaar over de vloer, voorlichting, perceptie bij ouders. • Meer competentiegericht onderwijs. • Bedrijven de school in, de school de bedrijven in. Kinderen in basis onderwijs al ideeën geven over mogelijke toekomstplannen. Bedrijven gastlessen laten verzorgen. • Ondernemersvaardigheden trainen. • Competentie check voor kinderen.
• •
• •
Bedrijven helpen de kinderen te begeleiden, niet alleen mbt stage. Werken met rolmodellen; lokale succesvolle mensen bijvoorbeeld die ook op de school zijn gestart en het hebben gered, of sportmensen; laat de kinderen een droom/ ambitie krijgen (“Leer ze geen boot te bouwen maar te verlangen naar de zee”). Inzet job coaches voor startende leerling op de arbeidsmarkt Gemeente moet bijdrage en betrokkenheid van bedrijven ‘eisen’ bij verbeteren aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt.
Thematafel Vergrijzing en Sociaal Isolement Tafelleider: Wilma de Groot Deelnemers: Marlies Dijkkamp ( Wooncentrum de Schutsmantel) Ton Elders ( Accon AVM Adviseurs & Accountants) Loes Klok (SWO De Zes Kernen De Bilt) Misja Oliemans (Stichting de Bilthuysen) Hans Voogt (Reinaerde) Adelka Vendl ( Vendl training en provocatieve coaching) Een MBO activiteit heeft veel waarde bij ouderen, er wordt een voorbeeld gegeven van een activiteit met klussen en een muzikale bingo voor ouderen. De ouderen vonden het zeer bijzonder en de impact was erg groot bij de groep bedrijfsvrijwilligers. De vraag die direct opgeworpen wordt is hoe hier bv meer structuur aan te geven of anders gezegd hoe kan er nog meer op het contact worden ingespeeld tussen de buitenwereld en de ouderen die ofwel in een verzorgingshuis of thuis geïsoleerd dreigen te raken. Ouderen wonen steeds langer thuis met vaak veel gevolgen van dien, ze komen in erg slechte gezonde staat pas een woonzorgcentrum binnen en zijn dan soms al totaal geïsoleerd geraakt. Hoe kun je inspelen op de diverse fasen, dus de fase waarin de oudere dreigt in een sociaal isolement te raken en de fase als de oudere in een sociaal isolement zit. De hamvraag daarbij is: hoe bereik je de mensen? Kleinschalige woonvormen en een grote inzet van familie, vrijwilligers en mantelzorgers kunnen een bijdrage leveren doordat ook de sociale controle groot is. Hierbij is de uitdaging hoe in te spelen op de persoon die rondom de oudere staat zodat deze persoon betrokken blijft. Ieder persoon wil van nut zijn, maar moet wel op zijn capaciteiten en vaardigheden worden aangesproken. Zoek naar de interesse van de persoon en betrek de oudere hierbij, hierdoor kunnen ook activiteiten ontstaan die de oudere en vrijwilliger misschien nog wel samen op kunnen pakken. Denk bv aan de oudere betrekken bij de diverse werkzaamheden die verricht moeten worden als het koken, laat de oudere de tijd bewaken of een aardappel aangeven. Beide personen moeten het als nuttig ervaren. Hier zal een tweedeling zijn tussen de ouderen die onder de AWBZ vallen of de WMO, er zal een groot verschil in de gesteldheid van de ouderen zitten en er moet goed afgetast worden wat er verwacht kan worden. Tevens zal gekeken moeten worden naar de flexibiliteit van de vrijwilliger, diegene die uit het arbeidsproces zijn doordat ze de gepensioneerde leeftijd hebben bereikt willen wel vrijwilligerswerk doen, maar wel op gezette tijden die rondom hun vakantietripjes gepland kunnen worden. Een wooncentrum zal gestalte moeten geven aan het vrijwilligersbeleid waarbij men hier rekening mee houdt.
Van de traditionele vrijwilliger naar de flexibele vrijwilliger die vanuit zijn vakantieadresje laat weten wanneer hij/zij weer thuis is en van betekenis kan zijn. Werf de vrijwilliger hier ook op, maak het laagdrempelig voor hen om zich in te schrijven maar natuurlijk wel met een afspraakverplichting. ‘Spreek ze aan op hun hart, laat hen hun toegevoegde waarde zien en zorg dat je de mensen raakt met hetgeen ze voor de organisatie kunnen doen’. Naast het inspelen op vrijwilligers naar binnen halen, ontstaat het idee ook aan tafel om ‘buiten naar binnen te halen’ en andersom. Voorbeelden hiervan zijn: - Maak met meerdere ‘ buur’ organisaties gebruik van elkaars kantine/bedrijfsrestaurant. Dit kan heen en weer werken en eet met elkaar mee. Waarom de bedrijfslunch niet nuttigen tussen de ouderen waarbij een ieder even een ander praatje heeft. - Leg contact met de naast gelegen scholen, instanties of organisaties om bv gebruik te maken van elkaars bibliotheek. De ouderen komen binnen in een schoolgebouw en hebben contacten met de leerlingen of met andere mensen buiten de instelling. Input nav: hoe zijn knelpunten op te lossen?: > Een leergang van .. x aantal bijeenkomsten waar mensen worden geholpen om inzicht te krijgen over - identiteit; wie ben ik nu nadat mijn werk wegvalt - Hoe wil ik mijn leven verder inrichten tot ik niet meer gezond ben - Welke activiteiten kan ik ontplooien - Hoe zorg ik dat ik gezond blijf - Sociale contacten ( Adelka/Vendl Trainingen) > Bibliobus en koffiecorner in de wijk koppelen > Opsporen van jong -gepensioneerden en aanbieden carrière schouw voor nieuwe levensfase 65 – 80 jaar > De maatschappij binnenhalen in woonzorgcentrum bv bedrijfskantines in het ouderencentrum. De bibliotheek in dit gebouw en het culturele centrum in het centrum > Meer contacten met zorgcentra, de buitenwereld naar binnen halen > Wijkrestaurant contracten laten afsluiten met bedrijven voor bijvoorbeeld de lunches >Vrijwilligers werven onder 65+ om aan het isolement te ontrekken > Analyse van welbevinden ouderen n.a.v. huisbezoek 75+ en advies hieraan koppelen > Wijkgericht werken in samenwerking tussen organisaties gestalte hieraan geven waarbij de cliënt vraag centraal staat. Hier de organisatie op instellen. > Huisbezoek 75-jarigen uitbreiden met herhaalbezoek onder 80-jarigen.