Verslag seminar 14 september 2012
Longstay: altijd? Longstay:voor voor altijd?
NH Hotel Utrecht
Longstay: voor altijd?
Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
1
Inhoudsopgave
2
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Inleiding 5 Hoofdstuk 1 7 Interview mr I. Kluiter, plaatsvervangend secretaris Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg: Onderzoeksresultaten intern onderzoek naar de oorzaken van de vermindering van het aantal longstay aanvragen. Hoofdstuk 2 11 Voordracht dr. W.F.J.M. van Kordelaar, klinisch psycholoog, lid directieraad NIFP en oud-lid Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg: Longstayers, longitudinaal perspectief. Hoofdstuk 3 23 Voordracht mr S.O. Roosjen, strafrechtadvocaat met onder meer als specialisme tbs en longstay: De longstay bezien vanuit het perspectief van patiënt en advocaat. Hoofdstuk 4 Voordracht mr Y.A.J.M. van Kuijck, voorzitter van de penitentiaire kamer en vicepresident in het Gerechtshof te Arnhem: De relatie tussen de rechtspraak en de ontwikkelingen in het longstay beleid.
29
Hoofdstuk 5 39 Voordracht drs. P.C. Braun, psycholoog en Clustermanager Patiëntenzorg Langdurig Forensische Zorg bij FPC De Pompestichting: Het perspectief van de kliniek op het historische beloop en de toekomstige ontwikkelingen in de longstay Hoofdstuk 6 47 Voordracht dr. Th.A.M. Deenen, klinisch psycholoog en lid Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg: Verschillende typen longstayers en adviezen van de LAP. Hoofdstuk 7 59 Forumdiscussie Bijlage 69 Programma seminar
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
3
Inleiding
4
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
De Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg (LAP) adviseert over de toekenning, opheffing en voorzetting van de longstay status van tbs-gestelden aan de Minister van Veiligheid en Justitie. Ter gelegenheid van haar 10-jarig bestaan organiseerde de LAP op 14 september 2012 een seminar over de ontwikkelingen binnen de longstay. Een aantal gerenommeerde sprekers heeft tijdens het seminar de diverse aspecten van de longstay en de advisering door de LAP belicht.
Er hebben in totaal 138 personen aan het seminar deelgenomen. De deelnemers waren onder meer afkomstig uit de FPC’s, de GGZ, de Dienst Justitiële Inrichtingen, het NIFP, de reclassering, de rechterlijke macht, het openbaar ministerie en de advocatuur. De LAP kijkt terug op een geslaagd seminar en hoopt met het seminar een bijdrage te hebben geleverd aan de discussie over de toekomst van de longstay.
Na een welkom door de voorzitter van de LAP begon het seminar voor de ochtendpauze met een kort interview over de onderzoeksresultaten van een intern onderzoek naar de oorzaken van de vermindering van het aantal longstay aanvragen. Vervolgens is een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de longstay en een algemene schets van de huidige stand van zaken. Tevens is er aandacht besteed aan de relatie met de verlengingsrechter en is de longstay bezien vanuit het perspectief van de patiënt en de advocatuur. In het middagdeel is het perspectief van de kliniek op het historische beloop en de ontwikkelingen in de longstay aan bod gekomen. Eén van de leden van de LAP heeft ten slotte de ontwikkelingen en ervaringen in advisering door de LAP gepresenteerd. Aan het einde van het seminar was er onder leiding van de dagvoorzitter ruimte voor een plenaire discussie met de sprekers over onder meer de toekomst van de longstay.
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
5
Hoofdstuk 1 Interview door mr J.A.W. Lensing (voorzitter Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg) met mr I. Kluiter (plaatsvervangend secretaris)
6
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Hans Lensing: De LAP adviseert onder meer over nieuwe aanvragen voor longstay plaatsing. We hebben de afgelopen anderhalf jaar ook nieuwe longstay aanvragen behandeld. Kan je aangeven hoeveel we er hebben ontvangen en hoe het daarmee is afgelopen?
meer en wilde de patiënt zelf ook graag naar de longstay.
Ingrid Kluiter: We zijn op 1 februari 2011 begonnen en sindsdien hebben we tot 1 september 2012 in totaal vijftien aanvragen ontvangen. Daarvan moeten er twee nog beoordeeld worden. Drie aanvragen zijn toegewezen en tien zijn er afgewezen. In vergelijking met voorgaande jaren is het aantal nieuwe aanvragen veel minder. In 2007 heeft de LAP 57 aanvragen binnengekregen. In 2009 waren er dat ongeveer 14 en nu over 2011 en de eerste helft van 2012 15.
Ingrid Kluiter: Ik heb eerst zelf gekeken naar de ontwikkeling van de longstay en ik heb een aantal oorzaken die naar mijn mening misschien ten grondslag zouden kunnen liggen aan de vermindering van het aantal aanvragen in kaart gebracht. Daarmee ben ik naar zeven klinieken gegaan en heb ik de behandeldirecteuren van deze klinieken geïnterviewd. Ik heb gevraagd waarom zij minder patiënten aanbieden voor de longstay en hen enkele stellingen voorgelegd. Naar aanleiding van deze gesprekken ben ik tot mijn bevindingen gekomen.
Hans Lensing: Wat zijn de uitkomsten ten aanzien van die aanvragen? Ingrid Kluiter: We hebben tien aanvragen afgewezen en in het grootste aantal daarvan kan je stellen dat de LAP van oordeel was dat niet alle behandelmogelijkheden waren uitgeput. Daarbij let de LAP natuurlijk ook op de adviezen van de pro justitia rapporteurs. Verder is de LAP soms van oordeel dat een patiënt door kan naar een GGZ instelling of dat een nieuwe resocialisatiepoging kan worden ondernomen. En tenslotte heb je nog de zogenaamde longcare voorzieningen, waarbij de LAP in enkele gevallen heeft geadviseerd dat de patiënt die kant op kan. Er zijn maar drie toewijzingen geweest. In die gevallen zagen de onafhankelijke rapporteurs meestal geen mogelijkheden
Longstay: voor altijd?
Hans Lensing: Je hebt onderzoek gedaan naar de vermindering van het aantal nieuwe aanvragen. Hoe heb je dat aangepakt?
Hans Lensing: Wat zijn je bevindingen? Ingrid Kluiter: In het kort gezegd is het zo dat klinieken vroeger te maken hadden met een grote opnamedruk. Er stonden ontzettend veel patiënten te wachten bij de voordeur om opgenomen te worden. Daar werd door het ministerie ook grote druk op gelegd. Nu is deze druk eraf. Er zijn de afgelopen jaren minder tbs opleggingen, dus aan de voorkant staan minder mensen te wachten. Terwijl de uitstroom juist vergroot wordt op dit moment. De klinieken hebben derhalve te kampen met lege bedden. Van elke kliniek hoor je dat ze moeite hebben om hun bedden te vullen. Een kliniek heeft liever een gevuld bed dan een leeg bed, dus zullen ze er nu voor kiezen om een patiënt
| Verslag Seminar 14 september 2012
7
langer zelf in huis te houden voordat ze worden overgeplaatst naar de longstay. Ze zullen langer doorbehandelen. In het geval van patiënten die even rust nodig hebben zonder behandeldruk, bieden ze die rust zelf. In het verleden zou zo’n patiënt naar de longstay zijn gegaan. Nu heeft een kliniek zelf de ruimte om die patiënt de benodigde rust te geven. Ook wordt er meer gekeken naar termen van risicomanagement. Voorheen zouden patiënten die moeilijk beheersbaar waren naar de longstay zijn gegaan en nu wordt gekeken hoe zo’n patiënt toch beheersbaar kan worden gehouden met een strikter risicomanagement. En er wordt gekeken naar de mogelijkheid van uitplaatsing naar andere instellingen, niet zijnde een tbs kliniek, onder een strikter risicomanagement. Verder komen ook de tarieven om de hoek kijken. Na zes jaar gaat het verblijfstarief in en krijgt een kliniek minder geld voor een patiënt. Op dit moment hebben de klinieken liever een gevuld bed voor een lager tarief dan een leeg bed. Voorheen stonden er zoveel nieuwe patiënten te wachten die nog voor het behandeltarief konden worden opgenomen, dat de patiënten die er al zes jaar of langer verbleven sneller werden uitgeplaatst naar de longstay. Daarnaast is een belangrijke oorzaak dat klinieken het hun patiënten niet meer willen aandoen om ze naar de longstay te plaatsen, omdat de bewegingsvrijheid van patiënten in de longstay op dit moment ontzettend wordt beperkt. Met de nieuwe Verlofregeling wordt dat er niet makkelijker op. Klinieken zullen derhalve meer dan
8
| Verslag Seminar 14 september 2012
twee keer nadenken voordat ze een patiënt die kant op willen sturen. De longstay ziet er op dit moment niet zo uit als het oorspronkelijk was bedoeld. Het was bedoeld als een soort longcare voorziening, waar patiënten de nodige rust zouden krijgen en toch hun bewegingsvrijheid zouden behouden. Nu is dat niet meer zo en dat is wat de klinieken er nooit mee bedoeld hebben en waar ze het ook niet mee eens zijn. Ze willen de bewegingsvrijheid van patiënten niet op die wijze beperken en dus zullen ze de patiënten zelf in huis houden om op andere manieren een goede plek voor hen te vinden. Maar daarbij moet je in het achterhoofd houden dat ze daar nu ook de ruimte voor hebben. Als er morgen honderd nieuwe patiënten op de stoep staan, dan zullen ze patiënten misschien toch sneller uitplaatsen. Hans Lensing: Is het zo dat je overal dezelfde geluiden te horen kreeg? Ingrid Kluiter: Ja, dat is wel het geval. Sommige klinieken hebben nu een eigen longcare voorziening, waar patiënten naartoe worden verhuisd. En er zijn klinieken die vroeger ook weinig patiënten aanboden voor de longstay. Maar iedereen zegt wel dat ze weinig patiënten in de kliniek hebben en dat ze het niet eens zijn met de beperkingen in de longstay. Er werd ook gesteld dat er geen mensen meer worden aangeboden voor de longstay omdat de LAP toch alle aanvragen afwijst. Maar dat kan je niet zo hard stellen, want de vermindering van het aantal aanvragen is al ingezet voordat de LAP nieuwe stijl aan de slag was.
Longstay: voor altijd?
Hans Lensing: Tien jaar geleden was bij de longstay de gedachte dat deze patiënten niet meer te behandelen zijn en dat het alleen nog ging om de kwaliteit van leven. Misschien is er tegenwoordig ook een wat andere visie te bespeuren op behandelmogelijkheden en uitplaatsingsmogelijkheden. Is daarover nog iets naar boven gekomen in jouw onderzoek, over misschien een verandering in cultuur of visie in het veld? Ingrid Kluiter: De visie is denk ik verschoven van behandelbaarheid naar risicomanagement. Er zijn veel mogelijkheden rondom het risicomanagement. Niet iedereen heeft een hoog hek nodig, maar misschien een beetje toezicht en dan hebben ze geen longstay voorziening nodig maar kunnen ze prima in een instelling buiten de tbs verblijven. Je hoort ook de roep om dat soort voorzieningen. Die zijn er te weinig. Ik heb daar verder geen onderzoek naar gedaan.
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
9
Hoofdstuk 2 Voordracht dr. W.F.J.M. van Kordelaar Klinisch psycholoog, lid directieraad NIFP en oud-lid Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg
10
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Aanknopingspunt voor mijn presentatie vandaag is een presentatie die ik eerder heb gehouden tijdens de tbs dagen in 2006. In 2006 ging het over 204 tbs-gestelden die tussen 1 september 2002 en 10 december 2005 waren getoetst door de LAP. Dat was een bonte club van tbs-gestelden. Elk blokje op de dia staat voor een getoetste tbs-gestelde.
Verd
204 longstay getoetsten (01.09.02 –10.12.05)
A = clu
B = clu
N = pe
Ik heb in die periode onderzocht wat de kenmerken waren van die 204 getoetsten en wat er uit de toetsing van de LAP destijds naar voren is gekomen. Dit is een mooie gelegenheid om terug te kijken naar die 204 mensen. Van alle 204 zijn opnieuw gegevens achterhaald. Op de volgende dia ziet u de gegevens van destijds.
As 1+As 2+ mid middelen
As 2+mid
Longstay: voor altijd?
As 1+mid
| Verslag Seminar 14 september 2012
11
As 1+As 2+ mid middelen
As 1+mid
As 2+mid
As 2
As 1
As 1+As 2
Verder uitgesplitst B
MB
B
MB
MB
OB
M
MB
MB
MN
MN
MN
M
M
MN
MN
MN
MN
MN
M
M M
B
MN
B
MN
MN
MN
MN
MN
PB
MN
M
B
PB
PB
PB
PB
PB
PN
PN
M
MA
MA
MN
M
MA
PB
M
M
M
M
M
M
B
PN
PN
PN
PN
N
B
OA
OB
OB
MA
N
B
B
ON
MB
B
B
B
N
ON
MB
MB
B
B
B
N
MN
MN
MN
MN
B
B
B
N
MN
PB
PB
PB
PB
PB
B
B
B
PB
PB
PB
PB
PB
PB
PB
PB
PB
PB
ON
OB
OB
A = cluster A persoonlijkheidsstoornis B = cluster B persoonlijkheidsstoornis N = persoonlijkheidstoornis NAO
| Verslag Seminar 14 september 2012
MB
MB
B
B
12
MB
N
MB MB
MN
MN
MN
MN
MN
M
M
PB
PB
PB
M
M
PB
PC
PN
PN
M
M
PB
PB
PB
M
M
M
PB
PB
M
M
M = major mental disorder P = pedofilie/parafilie O = overig As 1
Longstay: voor altijd?
1+mid
B
PN
PN
PN
PN
OA
OB
OB
MA
ON
MB
MA
MA
MN
M
MA
PB
M
M
M
M
M
M
B
N
B
N
B
B
B
B
B
N
ON
MB
MB
B
B
B
N
MN
MN
MN
MN
B
B
B
N
MN
PB
PB
PB
PB
PB
B
B
B
PB
PB
PB
PB
PB
PB
PB
PB
PB
PB
PB
PB
B
N
MB MB
MN
MN
MN
MN
MN
M
M
PB
PB
PB
M
M
PC
PN
PN
M
M
PB
PB
M
M
M
Er waren in totaal 155 personen bij met een classificatie op asPB 1, dus met psychiatrische ON OB OB PB M M problematiek in engere zin. Er waren er 174 met as 2 problematiek, dus met persoonlijkA = cluster A persoonlijkheidsstoornis heidspathologie. Bij 92 personen was er sprake van zowel as 1 als as 2 problematiek. Bij as 1 M = major mental disorder B = cluster B persoonlijkheidsstoornis = pedofilie/parafilie heb ik niet de middelenproblematiek meegeteld. Dat is een dimensie die ikPOtoen apart heb N = persoonlijkheidstoornis NAO = overig As 1 genomen, omdat die forensisch ook relevant is. Bij 103 personen was er sprake van middelenproblematiek. Vervolgens heb ik gekeken wat er uit de toetsing van de LAP naar voren is gekomen.
Resumerend
n getoetst
204 afgewezen
rest
152 alsnog longstay
rest
12 164
niet geplaatst totaal
52
longstay en geplaatst
17 147
% 100% 25% 75% 6% 80% 8% 72%
s1
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
13
Van de 52 personen die destijds door de LAP zijn afgewezen voor de longstay, hebben er 12 personen later alsnog een longstay indicatie kregen. Er zijn er uiteindelijk 17 niet in de longstay terechtgekomen, hoewel ze wel een positieve indicatie hadden gekregen. De redenen hiervoor zijn lastig te achterhalen. Dat heeft aan de ene kant te maken met de RSJ, omdat een beroepsuitspraak ertoe kan leiden dat je uiteindelijk niet in de longstay komt. Daarnaast zijn er zaken bij die ik meer van dichtbij ken en waarvan ik weet dat het een ander beloop heeft gekregen, waarbij er voordat het tot plaatsing kwam een uitspraak kwam van de rechter over het niet verder voortzetten van de tbs of een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging. Het uiteindelijke aantal van 147 longstay geplaatsten wordt mijn nieuwe 100%. Hieronder staat in tabelvorm de verdeling naar diagnose.
In tabelvorm
As 1 + As 2
As 2 middelenprobleem
%
totaal
%
22
41
8
71
48%
7
51
18
76
52%
29
92
26
147
geen middelenprobleem totaal
As 1
20%
62%
18%
100%
Nu gaan we een longstay afdeling inrichten langs de kant van een zorg-as en een beveiligings-as.
14
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
+
Zorg laag / beveiliging hoog RESTRICTIEF
zorg-as
Zorg hoog / beveiliging hoog INTENSIEF
-
+ Zorg laag / beveiliging laag
Zorg hoog / beveiliging laag
PERMISSIEF
PROTECTIEF
-
8
beveiligings-as
+
RESTRICTIEF
INTENSIEF
high control
longstay
- populatie
medium control
-
medium care
PERMISSIEF
high care
+
zorg-as
PROTECTIEF
beveiligings-as
9
Als we de 147 getoetsten en geplaatsten onderbrengen in een longstay afdeling, feitelijk in meer longstay afdelingen, dan ziet het beeld er als volgt uit. Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
15
+ + B B
B B
B B
B B
B B
B B
B B
B B
B B
B B
B B
N N
B B
B B
N N
B B
N N B B B B
As 1 As 1
MN MN
MN MN
MN MN
MB MB
MB MB
OA OA
MN MN
MN MN
MN MN
MN MN
MB MB
MB MB
MB MB
PN PN
MN MN
MN MN
MN MN
MB MB
MB MB
MB MB
PN PN
PN PN
OB OB
OB OB
MN MN
MN MN
MN MN
MN MN
PN PN
PN PN
ON ON
ON ON
OB OB
M M
M M
M M
M M
PB PB
PB PB
PB PB
PB PB
MB MB
MB MB
M M
M M
M M
M M
As 2+mid As 2+mid
PB PB
PB PB
PB PB
PB PB
MB MB
MB MB
MN MN
M M
M M
M M
As 1+As2+mid As 1+As2+mid
PB PB
PB PB
PB PB
PB PB
PN PN
MB MB
MN MN
MN MN
M M
M M
M M
PB PB
PB PB
PB PB
PB PB
PN PN
MN MN
MN MN
MN MN
M M
M M
M M
PB PB
PB PB
PB PB
PC PC
PN PN
MN MN
MN MN
MN MN
M M
M M
M M
MA MA
M M
M M
M M
MA MA
M M
M M
M M
PB PB
MN MN
PB PB
PB PB
PB PB
PB PB
B B
PN PN
B B
B B
N N
N N
B B
B B
B B N N
medium care medium care
PB PB PB PB
medium medium control control
PB PB
PB PB
--
high control high control
B B
PB PB
PB PB
OB OB
MN MN
MA MA
PB PB
OB OB
ON ON
MN MN
MA MA
high care high care
As 2 As 2 As 1 + 2 As 1 + 2 As 1+mid As 1+mid
+ +
zorg-as zorg-as
10 10
beveiligings-as beveiligings-as
De vraag is nu hoe het met deze mensen is afgelopen. Allereerst de vraag of er mensen zijn bij wie de tbs is beëindigd.
Einde TBS Einde TBS
(verpleging) (verpleging) door overlijden door overlijden vv vv
74j 74j
door rechtsgang door rechtsgang
50j 50j
47j 47j geen vord geen vord
contrair contrair
53j 53j
contrair contrair
53j 53j 46j 46j vv vv
vv vv
56j 56j
72j 72j
62j 62j
contrair contrair
43j 43j
BOPZ BOPZ
11 11
16
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Resumerend
geplaatst einde door overlijden rest einde TBS (verpl) totaal
n
%
147
100%
10
7%
137
93%
8
5%
129
88%
In de volgende dia’s ziet u wat de LAP heeft gedaan met de periodieke toetsingen.
Periodieke LAP-toets aanhouden
+ + + - + + + + + + - + - - + - - - + + + + + + - + + + + + + + + + + + - + - - + + -
jaar
jaar
jaar
jaar
voortzetten (+) jaar opheffen (-)
jaar jaar
jaar jaar
jaar
jaar jaar
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
17
Resumerend %
n 129
100%
nog te toetsen
54
42%
getoetst
75
58%
getoetst
75
populatie
%
n
aangehouden + 1 onbekend
100% 8%
6
rest
69 voortzetten over een jaar hertoetsen einde longstay
31
41%
9
12%
29
39%
Verder uitgesplitst in tabelvorm As-2 augustus 2006
B
middelenprobleem geen middelenprobleem totaal %
augustus 2012
As 1 + As 2 NAO
pedopar
geen middelenprobleem totaal %
As 1 overig
MMD
totaal
%
18
4
11
24
6
8
71
48%
5
2
28
20
3
18
76
52%
23
6
39
44
9
26
147
20%
62%
As-2
middelenprobleem
MMD
18%
As 1 + As 2
100%
As 1
17
1
5
15
4
4
46
45%
5
1
21
13
3
13
56
55%
22
2
26
28
7
17
102
24%
60%
16%
100%
Nota Bene: nagenoeg gelijke proporties contextvariabelen minstens even belangrijk als de stoornis
18
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
In tabelvorm augustus 2006
As 1 + As 2
As 2
middelenprobleem
%
augustus 2012
41
8
71
48%
51
18
76
52%
29
92
26
147
62%
18%
As 2
As 1 + As 2
As 1
%
100% totaal
%
18
24
4
46
45%
6
37
13
56
55%
24
61
17
102
geen middelenprobleem totaal
%
7
20%
middelenprobleem
totaal
22
geen middelenprobleem totaal
As 1
24%
60%
18%
100%
Nota Bene: nagenoeg gelijke proporties contextvariabelen minstens even belangrijk als de stoornis
Tenslotte enkele stellingen uit 2006 met conclusies en aanbevelingen.
Enkele stellingen uit 2006:
8. De longstay als apart verblijfskad er moet wettelijk geregeld worden RSJ advies februari 2008: -óf wettelijk regelen -óf interne differentiatie Aanvullend advies april 2008: -longstay: interne differentiatie -LAP-toets bij de toegang -periodieke toets op de voortzetting (LAP?) Beleidskader Longstay forensische zorg (2009): -‘longstay forensische zorgindicatie’ en ‘lfz-status’ -onderzoek en LAP-toets bij toegang -periodieke (3 jaar) LAP-toets bij voortzetting Conclusies: 1.gelukkig geen wettelijk kader (want verankert te veel te star) 2.gelukkig geen interne differentiatie (want te weinig rechtszekerheid) 3.uit de periodieke toets blijkt dat longstay voor een substantieel aantal patiënten geen eindstation is
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
19
Enkele stellingen uit 2006: 1. Het onderscheid longstay versus long care geeft een verkeerde voorstelling van zaken; longstay is per definitie ook long care, zij het dat de intensiteit van de care kan variëren
Geldt nog steeds. Het onderscheid komt vooral bestuurlijk van pas omdat je op groepsniveau beperkingen kunt stellen aan vrijheden en aan de bekostiging. Progressie kun je echter niet optimaal toetsen, laat staan uitlokken. Een mogelijk groter nadeel is dat patiënten in een ‘longcare-situatie’ een toets op voortzetting van hun langdurig verblijf wordt onhouden.
Aanbevelingen: 1.schaf ‘longstay’ als term en als verblijfscategorie af 2.creëer de status Langdurig Forensisch Psychiatrische Zorg (huidige longstay + ‘longcare’) die op basis van veiligheid en zorg gedifferentieerd vorm krijgt in gespecialiseerde afdelingen 3.onderwerp de toegang tot de LFPZ-status aan een extern onderzoek en een LAP-toets en laat de voortzetting van de status elke drie jaar toetsen door de LAP.
20
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
21
Hoofdstuk 3 Voordracht mr S.O. Roosjen Strafrechtadvocaat
22
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Mij is gevraagd om wat te zeggen over de longstay vanuit het perspectief van de patiënt en de advocaat. Bijna al mijn cliënten in de longstay zijn niet blij dat ze in de longstay zitten. Dat blijkt ook wel uit het feit dat men bijna zonder uitzondering beroep aantekent tegen de beslissing om ze in de longstay te plaatsen. Als ze dat al niet gedaan hebben, dan hebben ze daar zonder uitzondering achteraf spijt van. Dat is op zich niet vreemd, want hoe kan je als je er niet in zit een goed beeld krijgen van hoe het zal zijn als je er in zit. Pas als je er bent en er een tijd zit, dan krijg je door of je het wel leuk vindt. Ik geloof niet dat er veel zijn die daar ja op zullen zeggen. Er kan beroep ingesteld worden tegen een plaatsingsbeslissing. Een manco van dat beroep is dat het geen opschortende werking heeft. Een patiënt zit er al en moet dan zien er weg te komen. Wat voor signaal geeft dat af over die rechtsgang van het beroep. Ik zeg dat je eerst moet afwachten tot het beroep afgewikkeld is en daar eventueel een definitieve plaatsingsbeslissing uitgerold is, voordat je iemand overplaatst. Dat is veel correcter en biedt iets meer vertrouwen in een dergelijke procedure. Voordat de longstay een formeel kader kreeg, bestond de longstay al lang in de praktijk. Afdelingen van klinieken waar eigenlijk niet veel meer gebeurde, die allemaal mooie verhullende namen hadden, waren feitelijk longstay afdelingen. Behandelpogingen werden daar niet meer ondernomen en soms leverde dat onbevredigende situaties op. Behandelaars waren gefrustreerd omdat ze het steeds weer moesten proberen en patiënten vonden dat eeuwige getrek en geduw vervelend. Toen kwam het idee van de longstay op. Dat zou minder belastend zijn voor de patiënten en Longstay: voor altijd?
misschien zou door die lage behandeldruk op den duur weer behandelperspectief kunnen ontstaan. De praktijk voor patiënten was echter vaak teleurstellend. De behandeldruk viel vaak wel weg en dat werd als positief gezien, maar de consequenties van het langdurig verblijf op een longstay afdeling werden in het algemeen niet als positief gezien. Daardoor ontstaat de wens om er weer uit te stromen. Mogelijk spelen daarbij de omstandigheden in de longstay een rol. Het mooie uitgangspunt van de longstay was om binnen de noodzakelijke grenzen die de beveiliging van de maatschappij met zich meebrengen, te streven naar een optimale kwaliteit van leven. De feitelijk retorische vraag is of daar wel aan wordt voldaan. Kleine ruimtes, weinig recreatiemogelijkheden en weinig contact met de buitenwereld. Het contact is vaak beperkt tot de andere patiënten en soms de therapeuten die er rondlopen en de deprimerende sfeer van de instelling. Daar komt nog bij een staatssecretaris, die oproept tot versobering van de longstay. Daarover heeft hij in het regeerakkoord gezegd dat de longstay afdelingen moeten worden versoberd, tenzij dit tot onbeheersbaarheid leidt. Als dat het criterium is, dan hou je je hart vast wat er verder nog meer afgebroken gaat worden. Er is ook een deprimerende negatieve sfeer doordat patiënten allerlei gezondheidskwalen hebben. Overgewicht wordt van kwaad tot erger. Dat komt door medicatie, gebrek aan beweging en gebrek aan perspectief. Tegen de veertig procent van de longstay-ers leidt aan suikerziekte. Dat is niet representatief voor de Nederlandse bevolking. Er overlijden ook regelmatig patiënten. De staatssecretaris pakt nu ook de verlofregels voor de longstay aan. Vroeger werd gezegd dat alles mogelijk zou moeten zijn, | Verslag Seminar 14 september 2012
23
je zou zelfs je werk moeten kunnen houden en regelmatig op bezoek kunnen gaan als je niet extreem gevaarlijk werd, maar dat wordt ook allemaal steeds verder afgebroken en teruggebracht. Daar wordt het allemaal niet beter van. Verder frustreert het de longstay-ers dat de mogelijkheden om de longstay uit te komen zeer beperkt zijn. Er is een nieuwe LAP procedure, maar die toets is maar één keer in de drie jaar. Bovendien kan je je afvragen of dat een echte rechtsgang is of dat het een doekje voor het bloeden is. Tussentijds is er hoogstens via een juridisch trucje uitstroom mogelijk. Dan vraag je overplaatsing naar een behandelafdeling en die wordt per kerende post afgewezen en dan kan je daartegen naar de RSJ. Maar dan zit je in een moeilijke positie waarbij jij moet aantonen dat er allerlei perspectief is. Hoe doe je dat en uit welke positie kom je? Kortom vrijwel zinloos en kansloos. Er is misschien een kentering gaande, er is meer uitstroom uit de longstay. Rechterlijke beslissingen spelen daarbij een rol. En het beschikbaar komen van longcare plaatsen. Daar hebben longstay-ers grote verwachtingen van, maar helaas is de praktijk dat er al tien jaar wordt gepraat over longcare, maar dat de eerste heipalen nog de grond in moeten. Er zijn nu wat voorzieningen, maar die zitten allemaal al overvol en worden ook voor allerlei andere dingen gebruikt. Er is grote onzekerheid over wie er nu wel en niet in mag. Het biedt derhalve geen oplossing op de korte termijn. Conclusie is dat de longstay vanuit de optiek van de patiënt als negatief bestempeld wordt. Ze voelen zich opgesloten en de sleutel is weggegooid. Ze voelen zich vrijwel rechteloos. Er is geen sympathie in de 24
| Verslag Seminar 14 september 2012
maatschappij en de politiek voor hun problemen. Dan het perspectief vanuit de advocaat. Bizar is dat de longstay feitelijk nog steeds geen wettelijke basis heeft. Ik vind het vreemd uit rechtspositioneel oogpunt dat mensen daar zitten, beroofd van bepaalde rechten en zonder verwachtingen, terwijl je de term longstay in de wet niet tegenkomt. Een ander aspect vanuit het perspectief van de advocaat is dat het eigenlijk geweldige klanten zijn. Ze blijven maar terugkomen. Om de twee jaar heb je weer een zitting en die worden steeds makkelijker om voor te bereiden want er gebeurt niets. Ik heb longstay verlengingszittingen meegemaakt van nog geen tien minuten. Dat is makkelijk verdiend door de advocaat, maar uiteindelijk toch geen situatie waar ik gelukkig van word. Helaas heeft de penitentiaire kamer in 2007 gezegd dat de praktijk van het verlengen van de longstay van iemand die helemaal niet behandeld wordt, de toets der kritiek kan doorstaan. Daar kan je met de huidige praktijk nog wel wat vraagtekens bij zetten. Maar op dit moment is het nog zo dat het kan en dat het mag. Hoe ga je als patiënt de longstay in? Daar heb ik net al kort iets over gezegd. De manier waarop dat gebeurt, verdient geen schoonheidsprijs. Er komt een advies bij het ministerie en het ministerie neemt een beslissing. In dat hele traject wordt een advocaat niet gekend. Soms weet je als advocaat niet eens dat het speelt. De attente klant trekt soms bij zijn advocaat aan de bel, maar hoeveel attente mensen zitten er in de tbs en in de longstay. Regelmatig worden we gebeld op het moment dat het allemaal al veel te laat is en je niets meer kan doen. Waarom wordt een advocaat niet van Longstay: voor altijd?
tevoren ingeseind en erbij betrokken. Als je je er als advocaat al tegenaan bemoeit in dat voorstadium, dan krijg je daarvoor van de overheid geen enkele vergoeding want het vergoedingensysteem voorziet daar niet in. Eerst nadat de plaatsingsbeslissing is genomen, is er beroep mogelijk tegen de RSJ en dan kan je als advocaat wel in beweging komen mits de patiënt binnen zeven dagen nadat hij de brief heeft gekregen je heeft ingeschakeld. Doet hij dat niet, dan kan hij niet in beroep en is zijn plaatsing onherroepelijk. Een idioot korte termijn bij zo’n ingrijpende beslissing. En dan gaan we uit van mensen met allerlei stoornissen en problemen en soms buitengewoon trieste IQ’s. Die worden geacht om binnen die termijn hun advocaat in te schakelen. Dat gaat dus vaak fout met vreselijke consequenties. Ben je te laat, dan moet je vervolgens drie jaar wachten op de LAP en op een herbeoordeling voordat je de longstay status weer eens tegen het licht kan houden. Waarom krijgt de advocaat niet ook onmiddellijk een kopie van de plaatsingsbeslissing. De advocaat is reeds bekend van de verlengingszitting. Dan kan de advocaat misschien nog die termijn bewaken. Maar het wordt overgelaten aan de niet echt weerbare patiënt. De procedure bij de RSJ komt over als een vrij marginale toets. Dat is op zich ook wel logisch, want die plaatsingsbeslissing ligt er al. En jij moet met munitie komen om die beslissing onderuit te halen. Heb je die munitie niet, dan blijft die beslissing staan. Dat is eigenlijk een omkering van de bewijslast. Bij de RSJ wordt gekeken naar de criteria die er zijn voor de instroom in de longstay. Maar hoe zuiver zijn die criteria? Als nu blijkt dat er heel veel mensen uit de Longstay: voor altijd?
longstay teruggehaald worden, mede onder invloed van de LAP, moet je je dan niet afvragen of ze wel state of the art zijn behandeld en is er niet te makkelijk gezegd dat er niets meer mogelijk was. Ik heb in het verleden ook gehoord dat de longstay voorzieningen er waren en dat alle kliniek mensen aanmeldden voor de longstay. De longstay had zelfs een wachtlijst. Maar op een gegeven moment begon het aantal tbs opleggingen terug te lopen. En toen was ineens de wachtlijst weg. Diverse klinieken hadden hun aanmeldingen ingetrokken. Allemaal pragmatische en minder pragmatische redenen om mensen naar de longstay te sturen, vervielen en toen ontstond een andere tendens. Er is mij gevraagd iets te zeggen over de nieuwe werkwijze van de LAP. Ik treed als advocaat veelvuldig op in dit soort zaken, maar ik wist niet wat de nieuwe werkwijze was. Dat komt neer op het bezoeken van de longstay patiënt en het zorgen voor actuele rapportages en een actuele risicotaxatie en op die manier de hele herbeoordeling uitvoeren. Er zijn geen zittingen waarbij de advocaat op bezoek kan komen. De tbs-er wordt bezocht en gehoord door de LAP commissie, zonder dat zijn advocaat daarbij is. Het enige wat je als advocaat merkt, is dat je een brief krijgt van de LAP met een korte termijn om schriftelijke opmerkingen te plaatsen. De nieuwe werkwijze vind ik hoewel positief gestemd, toch nog steeds niet goed. De termijn voor het maken van opmerkingen vind ik erg kort, de cliënten worden gehoord zonder advocaat en het tijdstip van de herbeoordeling na drie jaar is volstrekt onduidelijk. Er zijn achterstanden en er zit onvoldoende systematiek in de planning. Een advocaat kan zich er daardoor niet goed op voorbereiden. De terugkoppeling is ook beroerd. Ik heb | Verslag Seminar 14 september 2012
25
nog nooit een LAP advies gezien. Als ik mazzel heb, hoor ik later via mijn cliënt dat hij opeens geen longstay-er meer is. Ik hoor het niet. En beroep is ook niet mogelijk tegen de beslissing. Het zou anders moeten. Wat is de beste oplossing. Laat de verlenging van de longstay tegelijk plaatsvinden met de verlenging van de tbs. Voordeel is dat we dan een onafhankelijke rechter hebben die naar de hele zaak kijkt en ook kan beoordelen of behandeling er niet meer inzit. De rechter is deskundig, want deze moet ook oordelen over de verlenging en heeft ervaring met rapporten van gedragsdeskundigen en weet over risicotaxaties en behandelmogelijkheden. En de rechter kan dus ook best iets zeggen over de vraag of iemand op de longstay thuishoort. Door een koppeling met de verlenging krijg je ook een veel regelmatigere toets die niet afhankelijk is van wachttijden bij de LAP. Die zitting komt er en dan moet het aan de orde komen. Hoger beroep is mogelijk. Als advocaat en verdediging heb je veel meer mogelijkheden om je erop voor te bereiden en je ermee te bemoeien en eventueel ook een contra-expertise te laten uitvoeren. Mijn andere oplossing gaat eigenlijk nog verder. Schaf de hele longstay af. Schaf de longstay klinieken af. Longstay klinieken zijn eigenlijk ontstaan vanwege plaatsgebrek. Dat plaatsgebrek is er niet meer. Laat alle longstay-ers terug gaan naar de klinieken en dan heeft de kliniek misschien een aantal patiënten zitten waar niet zoveel mee gebeurt. Maar op de verlengingszitting die na twee jaar plaatsvindt, zal de kliniek toch moeten uitleggen waarom er in die twee jaar niets gebeurd is. Voordeel is dat de patiënt dan geen etiket opgeplakt heeft gekregen met allerlei negatieve consequen26
| Verslag Seminar 14 september 2012
ties want hij kan er moeilijk weer afkomen. De kliniek kan zo’n patiënt best op verlof sturen. Het stigma is er af. Want tbs-er zijn is niet leuk, maar als longstay-er kom je helemaal laag op de populariteitspoll. Schaf de hele longstay af en ik ben ervan overtuigd dat de hele situatie dan opklaart en voor alle betrokkenen beter wordt. De titel van het seminar is longstay: voor altijd? Het antwoord is nee. Wat mij betreft moet de hele longstay afgeschaft worden en anders moet er heel terughoudend mee omgegaan worden.
Vragen Ybo Buruma: Hoe zit het met de opmerking dat de advocaten geen brieven krijgen over het advies? Hans Lensing: De LAP brengt advies uit aan het ministerie en het ministerie kijkt vervolgens wat er met het advies moet gebeuren. Meestal komt er dan een beslissing overeenkomstig ons advies en onze gedachte is dat het aan het ministerie is om vervolgens te communiceren met de advocaat als het ministerie dat geraden vindt. Ik snap dat dit enigszins haaks staat op onze gewoonte om, naar mijn mening tijdig, aan advocaten te vragen om een reactie ten aanzien van de herbeoordelingprocedure. Maar wij voelen ons niet vrij om onze adviezen naar de advocaat te sturen.
Longstay: voor altijd?
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
27
Hoofdstuk 4 Voordracht mr Y.A.J.M. van Kuijck Voorzitter van de penitentiaire kamer en vicepresident in het Gerechtshof te Arnhem
28
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Karakter en doelstelling van de TBS en de plaats van de longstay binnen de TBS Om over de relatie tussen de rechtspraak en de ontwikkelingen in het longstay beleid iets te kunnen zeggen, zal ik eerst moeten stilstaan bij het karakter van de tbs-maatregel en de plaats van de longstay binnen het tbs-stelsel. De tbs-maatregel is een strafrechtelijke beveiligingsmaatregel. In combinatie met een bevel tot verpleging van overheidswege lijkt het doel van de maatregel gelegen te zijn in verpleging. De verpleging is echter idealiter geen doel op zich maar moet gezien worden als een voorwaarde om te kunnen komen tot een behandeling van de terbeschikkinggestelde met het uiteindelijke doel diens delictgevaarlijkheid tot aanvaardbare proporties terug te brengen en hem te resocialiseren. Artikel 37c Sr. bepaalt dat de minister er op toeziet dat de terbeschikkinggestelde die van overheidswege wordt verpleegd de nodige behandeling krijgt. Maar niet iedere terbeschikkinggestelde is “behandelbaar”. Bij sommigen is sprake van een chronische problematiek waarvan de ernst door behandeling niet of nauwelijks verminderd kan worden. Deze chronische patiënten vormden in aantal een toenemend probleem. In juni 1996 nam de Tweede Kamer de motie Bremmer/ Rehwinkel aan.1 In deze motie werd de regering verzocht voorstellen te doen voor een specifiek tbs-regime dat zou moeten zijn toegesneden op de chronisch tbsgestelden zodat kostbare op herintreding in de maatschappij gerichte behandelplaatsen
vrij zouden komen en de wachtlijsten zouden kunnen verminderen. De daarop door de minister ingestelde commissie “Zorg voor vóórtdurend delictgevaarlijke TBS-verpleegden” kwam tot de conclusie dat selectie en plaatsing op een zogenaamde longstay-afdeling plaats kon vinden binnen de bestaande wettelijke kaders, waarbij deze afdeling werd opgevat als een externe differentiatie binnen het TBS-veld.2 Nadien zijn er verschillende longstay afdelingen in het leven geroepen. Tegenwoordig spreken we van longstay forensische zorg voorzieningen. Het beleidskader Longstay Forensische Zorg geeft aan dat de behandeling en zorg in een dergelijke voorziening niet is gericht op resocialisatie, maar op stabilisatie van de psychiatrische stoornis. De behandeling richt zich o.a. op het terugdringen van de symptomen van de stoornis, hetzij medicamenteus, hetzij gedragsmatig, zodat het verblijf binnen een lfz voorziening zoveel mogelijk kwaliteit van leven biedt.3 De vraag is of hiermee een andere strafrechtelijke grondslag aan de tbs-maatregel wordt gegeven en daardoor de maatregel als het ware wordt gedenatureerd. Ik meen van niet. De maatregel is nu eenmaal primair een maatregel ter bescherming van de maatschappij. Er is nog steeds de intentie te behandelen, in ruime zin wordt er ook nog behandeld, de mogelijkheden zijn echter in concreto ernstig beperkt door de ernst van de psychiatrische problematiek en het
2
3 1
Kamerstukken II, 1995/1996 23 445 en 24 256, nr. 22
Longstay: voor altijd?
Rapport van de commissie “Zorg voor vóórtdurend delictgevaarlijke TBS-verpleegden”, Voortdurend delictgevaarlijke TBS-verpleegden, Den Haag: maart 1998 Beleidskader Longstay Forensische Zorg, Dienst Justitiële Inrichtingen, Ministerie van Justitie, 19 januari 2009, pagina 17
| Verslag Seminar 14 september 2012
29
ontbreken van (verdere) adequate behandelmethoden. Niettemin zou je met De Hullu kunnen zeggen dat op zo’n afdeling voor “langdurig verblijf” de pretentie van behandeling vervangen is door de wens tot beveiliging. 4 “Behandeling” moet hier dan wel in de strikte zin van artikel 1 aanhef en sub u Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt)worden verstaan: “het samenstel van handelingen, gericht op een dusdanige vermindering van de uit de stoornis van de geestvermogens voortvloeiende gevaarlijkheid van de verpleegde dat het doen terugkeren van de verpleegde in de maatschappij verantwoord is.” Van een dergelijke behandeling is op een longstay-afdeling inderdaad geen sprake meer. Ook Dallinga en Van Marle zijn in hun toetsing van de longstay aan de wetgeving tot de conclusie gekomen dat het plaatsen van een blijvend delictgevaarlijke TBS-gestelde op een longstay afdeling gelegitimeerd is nu beveiliging de legitimatie van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging is en de behandelinrichting blijkens de Memorie van Toelichting bij de Bvt als doelstelling de verpleging heeft en niet de behandeling. In de verpleging ligt een beveiligingsopdracht besloten.5
Rechtspraak over de longstay Onderscheid valt te maken tussen uitspraken over de plaatsing en voortzetting van het verblijf op een longstay afdeling en uitspraken over de verlenging van de tbs van longstayers. Ik vermeld er een aantal met enkele kanttekeningen in het licht van de
4
5
30
J. de Hullu, “Suggesties voor herziening strafrechtelijk sanctiestelsel”, pre-advies Nederlandse Juristen Vereniging 2002, pagina 34 R. Dallinga en H.J.C. van Marle, “Longstay TBS in zijn juridische context: een toetsing aan de wetgeving”, Sancties, afl. 1, 2002
| Verslag Seminar 14 september 2012
later te formuleren stellingen en aanbevelingen. De beroepscommissie RSJ Eerst een tweetal beslissingen van de beroepscommissie van de RSJ. De eerste is een beslissing van 7 juni 2007 (05/3124/TB). De Van Mesdagkliniek had klager aangemeld voor de longstay. De LAP concludeerde dat de behandelaar in redelijkheid tot de longstay indicatie had kunnen komen. De minister besliste dan ook klager in een longstay voorziening van de Pompekliniek te plaatsen. Een verzoek om schorsing van de plaatsingsbeslissing werd door de voorzitter van de beroepscommissie toegewezen. Inmiddels had het hof Arnhem in de beroepsprocedure tegen de verlenging van de tbs-maatregel bij tussenbeslissing bepaald dat klager door het PBC diende te worden onderzocht. Nadat het PBC had gerapporteerd, vroeg de minister om aanhouding van de behandeling van het beroep tegen de plaatsingsbeslissing om de longstay indicatie opnieuw te beoordelen. De LAP kwam in zijn nadere advies aan de minister tot een herbevestiging van de longstay indicatie. In deze zaak was de visie van het PBC overgenomen door het hof, terwijl de LAP en de minister de visie van de Van Mesdagkliniek volgden. Het PBC had geadviseerd tot een voortvarende resocialisatiepoging. De beroepscommissie zag uiteindelijk in de afwijkende visie van het PBC voldoende aanknopingspunten om ten aanzien van klager een hernieuwde resocialisatiepoging te laten ondernemen. Daarbij paste niet een plaatsing in een longstay voorziening. Het feit dat de behandeling in de Van Mesdag, na een eerdere behandelingspoging in Oldenkotte, sinds enige jaren was gestagneerd, had Longstay: voor altijd?
moeten leiden tot een overplaatsing naar een andere kliniek om te trachten de behandeling vlot te trekken. De beroepscommissie kwam dan ook tot het oordeel dat de beslissing tot plaatsing in een longstay voorziening bij afweging van alle in aanmerking komende belangen onredelijk en onbillijk was. Deze procedure illustreert dat bij een stagnerende tbs-behandeling het juridische plaatje steeds gecompliceerder wordt door toename van proceduremogelijkheden en betrokken instanties: de verlengingsrechter (in beroep), het PBC, de LAP, de minister, de (voorzitter van de) beroepscommissie van de RSJ. Het mag voer voor juristen zijn maar voor de terbeschikkinggestelde zelf valt vaak door de bomen het bos niet meer te zien. Een tweede opmerking betreft het wettelijke beslissingscriterium van de beroepscommissie: is de bestreden beslissing bij afweging van alle in aanmerking komende belangen redelijk en billijk? Men hoort nogal eens dat de beroepscommissie onvoldoende rechtsbescherming biedt omdat deze de beslissingen van de minister “slechts” marginaal zou toetsen. De praktijk laat een genuanceerd beeld zien, zeker de laatste jaren. De beroepscommissie toetst niet alleen de rechtmatigheid van de beslissing maar ook in verregaande mate of de beslissing van de minister inhoudelijk op deugdelijke gronden berust.6 6
In zijn brief aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2007-2008, 29452, nr. 92) over de beleidsstandpunten met betrekking tot de longstay forensische zorg stelt de Staatssecretaris van Justitie: “De RSJ werkt deze (het versterken van de rechtspositie) uit in drie varianten door de plaatsingsbeslissing bij het Verlofadviescollege of bij de rechter te leggen, óf door handhaving van de situatie dat de Minister van Justitie besluit tot plaatsing, tegen welk besluit een volle inhoudelijke rechterlijke toets mogelijk gemaakt moet worden”.
Longstay: voor altijd?
Of wel: blijkt uit de stukken en het verhandelde ter zitting van een duidelijke longstay indicatie en heeft de minister/ staatssecretaris (aldus) in redelijkheid tot plaatsing op een longstay afdeling of afwijzing van een verzoek om overplaatsing kunnen beslissen? Zo ja, dan wordt het beroep ongegrond verklaard. Is alsnog of weer een behandeling mogelijk, dan wordt het beroep gegrond verklaard. Strikt genomen is de beroepscommissie niet bevoegd inhoudelijk te treden in de (wijze van) behandeling, maar wel kan zij beoordelen of er al dan niet eensluidend is gerapporteerd over diagnose, behandeling, behandelresultaat en de delictgevaarlijkheid. In geval van twijfel over de longstay indicatie kan zij de minister/staatssecretaris opdragen klager klinisch te laten onderzoeken of vragen om een nader deskundigenadvies.7 De andere beslissing, een tussenbeslissing, is van 28 maart 2011 (10/3818/TB). In deze beslissing bepaalde de beroepscommissie dat in het kader van de herbeoordeling van de longstay status het beleidskader longstay forensische zorg voorschrijft dat de LAP-beoordelaars niet alleen het volledige dossier toetsen, maar de betrokkene ook (face to face) zien. Maar wanneer tijdens recent extern multidisciplinair onderzoek in het kader van de tbs-verlengingsprocedure de rapporteurs met betrokkene hebben gesproken en daarbij tevens relevante vragen over klagers longstay status en zijn verblijf in de longstay op toereikende wijze
7
Zie ook het advies Longstay van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming van 1 februari 2008 over de inhoudelijke lijn van de beroepscommissie bij de beoordeling van de longstay beroepen.
| Verslag Seminar 14 september 2012
31
aan de orde zijn gesteld en beantwoord, kan worden volstaan met een dossieronderzoek. De LAP was op grond van het dossieronderzoek tot de conclusie gekomen dat de op verandering gerichte prognose ongunstig was, maar dat de recente verandering bij klager wellicht tot een hernieuwde behandelpoging zou kunnen leiden. De Lap achtte echter, gezien het hoge recidiverisico, de tijd niet rijp om de longstay status van klager op te heffen. Wel zou dit na een half jaar opnieuw kunnen worden bezien als de inrichting dit als een serieuze optie zou beschouwen. De beroepscommissie bepaalde uiteindelijk nader voorgelicht te willen worden door de Pompekliniek over haar visie op het starten van een tweede behandelpoging in de longstay voorziening zelf dan wel op een behandelafdeling van een andere tbs-inrichting. Ook deze beslissing maakt duidelijk dat de beroepscommissie meer dan “marginaal” toetst en anderzijds een praktische invulling weet te geven aan de werkwijze van de LAP zonder te kort te doen aan het recht van de terbeschikkinggestelde om gehoord te worden. De penitentiaire kamer In een beslissing van 28 februari 2005, LJN: AV3034 heeft het hof een aantal belangrijke preliminaire opmerkingen gemaakt: 1. Naar mate de terbeschikkingstelling langer duurt, is er aanleiding om meer gewicht toe te kennen aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. 2. Deze vaststelling dwingt echter geenszins tot een jaarlijkse toetsing. 3. De verlengingsrechter kan niet zonder meer worden aangemerkt als een executierechter. De verlengingsrechter zal zich in het algemeen slechts bij hoge uitzondering en slechts zijdelings inlaten met vragen in zake de tenuitvoerlegging van de maatregel en wel slechts voor zover deze 32
| Verslag Seminar 14 september 2012
van bepalende betekenis zijn voor de verlengingsbeslissing. 4. Tijdens het verblijf op een longstay afdeling is geen sprake van een behandeling in enge zin. Deze beslissing lijkt een opmaat te zijn geweest voor de verdergaande “richtinggevende” beslissing van 5 maart 2007, LJN: AZ9806. De verdediging had aangevoerd dat door plaatsing op de longstay afdeling geen behandeling meer plaats vindt. Hierdoor is onvermijdelijk dat de terbeschikkingstelling telkens met twee jaar moet worden verlengd, zodat feitelijk sprake is van een levenslange vrijheidsbeneming. Dit is in strijd met het legaliteitsbeginsel, het stelsel van de TBS-wetgeving en artikel 5 EVRM. Het hof stelde voorop: 1. Plaatsing op een longstay afdeling is niet in de wet geregeld. 2. Het hof kan de stellingen van de raadsman alleen beoordelen binnen het beoordelingskader van artikel 38d, tweede lid in verbinding met artikel 38c, tweede lid Sr. met betrekking tot de vraag of verlenging van de terbeschikkingstelling vanuit veiligheidsoogpunt vereist is. 3. Uit artikel 5 EVRM leidt het hof af dat een vrijheidsbeneming na oplegging van de tbs-maatregel die geen enkel perspectief biedt op een mogelijk einde daarvan in strijd kan komen met de strekking van dit artikel. 4. Voor de beoordeling van de stellingen van de raadsman is van belang welk karakter de longstay plaatsing heeft in het licht van de tbs-wetgeving. 5. Kennelijk heeft de wetgever als uitgangspunt genomen dat een behandeling wordt voortgezet (dan wel behandelmogelijkheden worden onderzocht) tot het moment dat betrokkene in staat wordt geacht terug te keren in de maatschappij. 6. Het longstay beleidskader sluit niet elk uitzicht op terugkeer in de samenleving uit. 7. In termen van artikel 5 EVRM is de vrijheidsbeneming van iemand Longstay: voor altijd?
aan wie tbs is opgelegd, gerechtvaardigd op grond van het eerste lid onder a van die bepaling. De verlengingsprocedure voldoet in het algemeen aan de eisen die voortvloeien uit artikel 5, vierde lid EVRM. 8. Als bekend staat aan het hof (de inhoud van de) behandeling in beginsel niet ter beoordeling. Het hof pleegt aan de behandeling alleen overwegingen te wijden wanneer dit voor het perspectief van de terbeschikkinggestelde met betrekking tot de al dan niet verlenging of voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van belang zou kunnen zijn. 9. Het hof toetst aan beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. 10. In geval van plaatsing op een longstay afdeling brengt een redelijke wetstoepassing mee dat ter gelegenheid van de verlenging naast een onderbouwing van de noodzaak van het voortduren van de longstay plaatsing voldoende informatie wordt verschaft over een eventuele (hervatting van de) behandeling dan wel andere mogelijkheden tot beëindiging. 11. Deze rechtstoepassing strookt met de beginselen die aan de rechtspraak van het EVRM ten grondslag liggen, met name het recht op periodieke toetsing van de noodzaak van verdere detentie. Het hof oordeelde uiteindelijk dat i.c. voldoende informatie was verschaft over de noodzaak tot voortduring van de longstay plaatsing en de stand van zaken met betrekking tot een eventuele (hervatting van de) behandeling.
minder bezwarende verblijfplaats door niet het delictgevaar rakende omstandigheden achterwege bleef, kwam het hof tot afwijzing van de verlengingsvordering. Voortduring van de maatregel zou in strijd zijn met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Voorts noem ik de beslissing van 9 november 2010, LJN: BO4173 waarbij voormelde periodieke toetsing ten voordele van de terbeschikkinggestelde uitviel: gelet op artikel 5 EVRM en gezien de ernst en de omstandigheden van het indexdelict, het tijdsverloop, de behandelgeschiedenis en de ontstane impasse doordat een verantwoord geachte doorplaatsing naar een
Uit de aangehaalde jurisprudentie blijkt dat binnen de geldende wetgeving een longstay plaatsing in beginsel niet leidt tot een onrechtmatige vrijheidsbeneming en deze dan ook niet in de weg staat aan een verlenging van de terbeschikkingstelling. Wel dient aan de hand van voldoende informatie kritisch te worden getoetst of er nog steeds perspectief is op een eventuele
Longstay: voor altijd?
Ten slotte noem ik de beslissing van 3 mei 2012, LJN: BW7195. Vanwege het mislukken van diverse resocialisatiepogingen verbleef betrokkene in de longstay voorziening van de Pompestichting. Kliniek en reclassering konden zich vinden in een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging onder de voorwaarde van verblijf in de LFPZvoorziening in Zeeland en de voorwaarde dat betrokkene de kliniek niet mocht verlaten zonder toestemming van de reclassering. Door deze unieke constructie, een resocialisatiepoging vanuit de longstay, zou de verlofprocedure niet meer via het ministerie verlopen maar via de reclassering in overleg met de kliniek. Men hoopte aldus op korte termijn te kunnen starten met begeleid verlof. Het hof heeft na ampel beraad zijn fiat gegeven aan deze constructie om de in deze zaak ontstane impasse te doorbreken: de instemming van de terbeschikkinggestelde en de bijzondere omstandigheden van dit geval maken dat naar het oordeel van het hof geen sprake is van schending van het grondrecht als bedoeld in artikel 15 van de Grondwet.
| Verslag Seminar 14 september 2012
33
(hervatting van de) behandeling. Tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel in een longstay voorziening zonder enig perspectief op (hervatting van de) behandeling kan in strijd komen met artikel 5 EVRM. Hoewel de verlengingsrechter zich geen executiebevoegdheden aanmatigt, staat deze onder omstandigheden wel open voor de honorering van creatieve constructies om schrijnende impasses in de tenuitvoerlegging van de tbs op te lossen. Het Europese Hof in Straatsburg Brand tegen Nederland, 11 mei 2004, LJN: AS5239: De in het eerste lid van artikel 5 EVRM genoemde gronden voor vrijheidsbeneming sluiten elkaar niet noodzakelijkerwijs uit. Een detentie kan, afhankelijk van de omstandigheden gerechtvaardigd worden door verschillende gronden. Er moet een zekere relatie bestaan tussen de grond voor vrijheidsbeneming en de plaats en condities waaronder de vrijheidsbeneming plaats vindt. “In principle, the “detention” of a person as a mental health patient will only be “lawful” ... if effected in a hospital, clinic or other appropriate institution”. De Schipper tegen België, 13 oktober 2009, LJN: BL5714: De rechter heeft naast een gevangenisstraf de veroordeelde ter beschikking van de regering gesteld voor de duur van 10 jaar. De minister neemt dan de beslissing over de wijze van tenuitvoerlegging van de maatregel: internering of anderszins een behandeling in het kader van voorwaarden. Na afloop van de gevangenisstraf was er door de onmogelijkheid van een langdurige residentiële behandeling geen plaats beschikbaar in een psychiatrische inrichting, ondanks diverse pogingen tot plaatsing. De minister heeft toen bevolen betrokkene in preventieve hechtenis te nemen. Tegen het besluit tot 34
| Verslag Seminar 14 september 2012
internering staat beroep open bij de rechter. Anders dan in de zaak Brand was hier geen sprake van een structureel capaciteitsprobleem. Het hof achtte de internering gerechtvaardigd omdat het ging om een aantoonbaar gevaarlijk persoon, voor wie een succesvolle behandeling niet voorhanden was. De beslissing van de minister vloeide voort uit de sanctie die de strafrechter destijds had opgelegd. Dit ontslaat uiteraard de Belgische autoriteiten niet om zich te blijven inspannen voor een passende behandeling. Daarbij bestaat de wettelijke mogelijkheid voor De Schepper om jaarlijks bij de rechter om zijn vrijlating te vragen. Hoewel de rechter slechts de rechtmatigheid van het interneringsbesluit toetst en niet de “opportunité” ervan, stelt het hof vast dat door de rechter wel degelijk is gekeken naar de argumenten die aan de internering ten grondslag lagen en is vastgesteld dat genoegzaam was aangetoond dat door de houding van De Schepper een herintegratie in de maatschappij ontoelaatbaar was. Uit deze uitspraken valt af te leiden dat ook na verloop van tijd nog steeds een causaal verband moet bestaan tussen de grond voor de oplegging van de sanctie en de voortduring van de vrijheidsbeneming. De beslissing van de administratie met betrekking tot de wijze van tenuitvoerlegging maakt de vrijheidsbeneming niet onrechtmatig, mits de beslissing ter toetsing kan worden voorgelegd aan de onafhankelijke rechter en deze de beslissing ook inhoudelijk toetst.
Longstay: voor altijd?
De LAP en de longstay Vanaf het begin heeft de invoering van longstay voorzieningen als externe differentiatie binnen de TBS veel kritiek gehad. Men vreesde voor longstay als een verkapt levenslang. En de rechtsbescherming zou ernstig tekort schieten. De kritiek heeft geleid tot een verbetering van de rechtsbescherming van de terbeschikkinggestelde. Deze kan nu ook in beroep gaan tegen de beslissing tot voortzetting van zijn plaatsing op een longstay afdeling, welke beslissing om de drie jaar wordt genomen na advies van de LAP. De LAP is door het instellingsbesluit van 15 april 2012 geformaliseerd en, ter versterking van haar onafhankelijke positie, verzwaard met een jurist als voorzitter. Als adviseur van de minister onderzoekt de LAP of de behandelaar in alle redelijkheid tot de longstay indicatie heeft kunnen komen. De praktijk laat zien dat de minister in belangrijke mate op het advies van de LAP vaart. De minister kan dat ook doen doordat de werkwijze van de LAP recent verder is geprofessionaliseerd en van een kritische opstelling getuigt, hetgeen blijkt uit een groot aantal afwijzingen van de longstay indicatie. Het is de verantwoordelijkheid van de gedragskundige leden van de LAP om de longstay aanvraag behandelinhoudelijk te toetsen. Individuele behandelplannen en behandel(on)mogelijkheden van terbeschikkinggestelden worden thans terecht kritischer beoordeeld dan in de beginperiode van de LAP. De Straatsburgse jurisprudentie dwingt daartoe ook, met name waar het gaat om de toetsing van de noodzaak tot voortzetting van de longstay plaatsing. Een kritische toetsing door de LAP kan “foute” beslissingen van de minister/staatssecretaris en daaruit Longstay: voor altijd?
voortvloeiende procedures bij de beroepscommissie of appelprocedures bij de penitentiaire kamer voorkomen. Aldus wordt ook voorkomen dat behandelimpasses langer duren dan nodig en kostbare (behandel)tijd verloren gaat. De TBS-wereld kent vier belangrijke instanties, de LAP, het AVT, de beroepscommissie van de RSJ en de verlengingsrechter, die (mede)bepalend zijn voor de duur van de tbs-maatregel en de wijze waarop daaraan uitvoering gegeven wordt. Het gaat telkens om verschillende beslissingen, maar deze hangen wel sterk met elkaar samen. Om meer consistentie daarin te bereiken, zouden de LAP, het AVT, de beroepscommissie en de verlengingsrechter steeds moeten beschikken over elkaars meest recente beslissingen en adviezen. Het hangt nu vaak teveel van het toeval af of die stukken deel uitmaken van het eigen dossier. Verdere juridisering van procedures in het kader van de tenuitvoerlegging van de TBS-maatregel, inclusief de longstay, moet zoveel mogelijk worden voorkomen. In dit licht bezien zou wellicht de longstay toets kunnen worden toevertrouwd aan de penitentiaire kamer. Daarvoor pleit dat de penitentiaire kamer op eenzelfde multidisciplinaire wijze is samengesteld als de LAP, juristen én gedragsdeskundigen. De wijze waarop het behandeltraject getoetst wordt is eveneens vergelijkbaar. Principieel zou hier tegenin kunnen worden gebracht dat de verlengingsrechter strikt genomen geen executierechter is en de longstay plaatsing dan wel de voortzetting daarvan een bevoegdheid is van de administratie. Anderzijds zou een dergelijke wijziging heel praktisch zijn en leiden tot minder procedures zonder afbreuk te doen aan de rechtsbescherming. Tegen de achtergrond | Verslag Seminar 14 september 2012
35
van de vraag of het verlengingsadvies een voldoende onderbouwing biedt van de noodzaak tot verlenging van de tbs-maatregel en, in geval van longstay, het individuele behandelplan nog steeds daadwerkelijk perspectief biedt op een (hervatting van de ) behandeling, heeft de penitentiaire kamer, mede onder invloed van de Straatsburgse jurisprudentie, al steeds meer inhoudelijke betrokkenheid gekregen bij de longstay.
Tot slot een aantal stellingen voor de discussie: 1. Zolang de longstay geldt als een externe differentiatie, dient de LAP als “kritische poortwachter” te blijven bestaan. Een alternatief zou kunnen zijn de LAP-toets aan de Penitentiaire Kamer te attribueren. 2. We moeten niet ophouden met denken over het alternatief van afschaffing van de longstay als externe differentiatie en het creëren van een veelvormig aanbod van langdurige forensische zorg, deels in de tbs-sector en deels in de ggz.8 3. Meer helderheid in behandeltrajecten kan onnodige impasses en longstay plaatsingen voorkomen. 4. Ook bij longstay beslissingen spelen de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit een rol. 5. Het gebrek aan uitstroommogelijkheden in de reguliere GGZ heeft tot gevolg dat er meer mensen in de longstay verblijven dan vanuit strafrechtelijk oogpunt wenselijk is. 6. De longstay, voor altijd? Nee, tenzij…
8
36
Zie de voor dit alternatief door de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming aangevoerde argumenten in het advies van 29 april 2008, in aanvulling op het eerdere advies Longstay van 1 februari 2008.
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
37
Hoofdstuk 5 Voordracht drs. P.C. Braun Clustermanager Patiëntenzorg Langdurig Forensische Zorg bij FPC De Pompestichting
38
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Vanuit de praktijk van een zogenaamde longstay afdeling zal ik een aantal relevante thema’s aanstippen. Ten aanzien van de langdurige forensische psychiatrische zorg van de Pompestichting, vroeger de longstay geheten, geef ik u een aantal getallen. De (her)toetsingen van de LAP zijn voor ons in het najaar van 2010 gestart. We zijn dus een jaar en tien maanden onderweg. Bij de aanvang van de toetsingen in 2010 waren er 130 bewoners op de twee locaties van de Pompestichting, te weten in Zeeland en Vught. In de afgelopen 22 maanden zijn er door ons 114 adviezen en hertoetsingen uitgebracht. Afgelopen week hadden we hierop 94 reacties ontvangen van de LAP c.q. het ministerie. In de komende twee maanden staan er nog 11 hertoetsingen gepland. Dan is de oorspronkelijke achterstand bijna weg. Dat is een felicitatie waard voor de LAP. Maar het is ook een felicitatie voor de pro justitia rapporteurs van het NIFP. Die hebben al die onderzoeken moeten plannen, uitvoeren en beoordelen. Ook voor de medewerkers van het bureau Plaatsing forensische zorg van het ministerie. Voor ons als instelling betekent dat ook heel veel. Onze organisatie is gericht op een beperkte capaciteit voor het uitbrengen van dit soort adviezen. Verlengingsadviezen, zesjaars adviezen en behandelplannen zijn we wel op ingericht, maar dit werk kwam er bij en het moest met strakke deadlines uitgevoerd worden. En voor de bewoners hing er ontzettend veel vanaf. We hebben heel veel extra uren moeten inzetten en met name de behandelcoördinatoren hebben zich helemaal uit de naad gewerkt. Soms heb ik me geschaamd om dat aan hen te moeten vragen, maar we konden er niet onderuit en dat zal in Veldzicht niet anders zijn geweest. In dezelfde periode hebben er wijzigingen Longstay: voor altijd?
in het longstay beleidskader plaatsgevonden, waardoor het verlofkader veranderde voor bewoners in de longstay. Dat betekende dat voor alle bewoners met een longstay indicatie een zogenaamd beveiligingsniveau moest worden vastgesteld door de LAP. Dat gebeurt ook op advies van de kliniek. Ook daar was, net als in aanvang bij de hertoetsingen, de procedure van tevoren nog niet scherp geformuleerd. Al gaandeweg moest er geknutseld worden aan de procedure. De LAP heeft in overleg met het werkveld, met alle betrokkenen, de procedure steeds verder bijgesteld. Hetzelfde gold voor de criteria die moesten worden gehanteerd. Die waren nog niet scherp geformuleerd en moesten nog worden vastgesteld. Dat kwam er ook weer bij voor onze behandelcoördinatoren, weer met strakke deadlines en een groot belang voor de patiënten. Bijzonder was en is voor de kliniek dat bij deze verandering van de verlofmogelijkheden, die min of meer vanaf de volgende dag werden aangekondigd, dat ze sterk werden beperkt door een categorale verdubbeling van de noodzakelijke begeleiding. In plaats van één persoon moesten er perse twee personen mee. Als je niet zoveel personeel hebt, betekent dat je ofwel geen personeel meer op je afdeling hebt lopen ofwel je kan niet op verlof. Dat alles op last van de minister. Deze eis loopt overigens nog steeds als de procedure voor het vaststellen van het beveiligingsniveau nog niet helemaal is doorlopen voor de patiënt. Het aantal verloven dat kan worden uitgevoerd, is derhalve sterk teruggelopen. Het is bijzonder dat er door de LAP zo intensief is overlegd met het werkveld en met alle andere betrokkenen. Dat heeft het effect gehad dat we een aantal procedures en manier van werken snel konden overleggen en bijstellen. Dat is iets wat niet | Verslag Seminar 14 september 2012
39
altijd in goed overleg gebeurt. Dat is een compliment waard. De benaderbaarheid van de LAP is voor ons een verademing. Je kunt ze gewoon bellen met de vraag hoe iets zit en dan krijg je ook nog gewoon antwoord. De snelle feedback is heel prettig. De inhoud van de feedback is niet altijd prettig, maar dat je een antwoord krijgt, is wel bijzonder prettig. Wat is nu het perspectief van de kliniek. Het was en het is een enorme klus voor de kliniekmedewerkers om de kwaliteit van de adviezen naast het gewone werk op orde te houden, ondanks dat er een enorme werkdruk en tijdsdruk was. Vanaf deze plaats wil ik mijn collega’s dan ook bijzonder bedanken voor het enorme buffelen bij aanhoudende druk met deadlines van deze extra taken. Jullie zijn echte helden. Wat doen wij met een hertoetsingadvies. Wij krijgen een telefoontje of een briefje waarin staat dat een patiënt aan de beurt is voor een hertoets. De behandelcoördinator spreekt de bewoner en spreekt met het multidisciplinaire team. Dan wordt een concept rapport geschreven en dat wordt met een aantal collega’s besproken. Aanvullende informatie wordt verzameld, bijvoorbeeld diagnostiek als die te oud is of wij er vraagtekens bij hebben. De risicotaxaties worden geactualiseerd. Vervolgens wordt dit pakket nog eens besproken met de leidinggevende en naar de directie gestuurd voor ondertekening. Daarna gaat het naar het ministerie. In elk advies zitten veel uren. Voor deze extra uren en binnen onze mogelijkheden konden we maar beperkte ondersteuning geven. We moesten er 130 doen en heel veel
40
| Verslag Seminar 14 september 2012
mensen begrepen niet dat we dat niet in korte tijd konden bijwerken. Dat is soms pijnlijk. Bijzonder was dat het format voor de hertoetsingen in overleg met het veld werd opgesteld. Dat was erg prettig. De terugkoppeling van de informatie van de onafhankelijke rapporteurs was aanvankelijk niet geregeld, dus we hoorden pas achteraf wat die van onze patiënten en adviezen hadden gevonden. Dat is later bijgesteld en dat was erg prettig. Dat leidde wel tot discussie in een aantal gevallen, maar dat mag dan ook. Wat zijn dan de resultaten. We hebben 95 toetsingen die helemaal zijn afgewerkt. In die zaken is 59 maal besloten tot een voortzetting van de longstay status. Dat is 60% van het aantal beslissingen. Voor twee nieuwe bewoners is voor het eerst longstay toegewezen. In vier gevallen is de zaak aangehouden. In dertig gevallen is de longstay status opgeheven. Dat is ruim 30% van het totaal aantal getoetste casussen. Dus er nooit meer uitkomen is onzin. Voor ons als inrichting is het van groot belang dat van de 59 voortgezette longstay indicaties er in 43 gevallen bijzondere opmerkingen, opdrachten of aanwijzingen in het advies zijn opgenomen. De minister neemt deze aanwijzingen over en dat betekent dat we er iets mee moeten. Dat varieert van het advies tot het onderzoeken van uitplaatsingsmogelijkheden, maar dat doen we eigenlijk altijd, tot het overwegen van libidoremmende medicatie of het uitvoeren van neuropsychologisch onderzoek vanwege mogelijk niet aangeboren hersenletsel. Soms komen de aanbevelingen uit de koker van de onafhankelijke rapporteurs. Daarin lees je soms bijzondere
Longstay: voor altijd?
opmerkingen. Zo stelde een rapporteur zonder blikken of blozen dat het zo zou moeten zijn dat er elk jaar een nieuwe PLC-R moet worden afgenomen. Deze rapporteur vergeet dan even dat de score eigenlijk een life long score is. Een herhaling kan zinvol zijn als je denkt dat het niet helemaal goed is gedaan of er een nieuwe ontwikkeling is, maar om het elk jaar te herhalen lijkt niet zinvol. Of wat denkt u van het advies om de PCL-R score te gebruiken als risicotaxatie. Dat is volgens mij nog steeds erg omstreden omdat het instrument niet als risicotaxatie is ontwikkeld. Maar ook de LAP kan er soms wat van. Zo stond er in het advies van een patiënt die als ongewenst vreemdeling was aangemerkt, dat onderzocht moest worden wat de mogelijkheden waren voor verlof. Die mogelijkheden zijn er niet en dat stond ook in het advies van de kliniek. Er was aangegeven dat de juridische status het onmogelijk maakt om verlof aan te vragen. De motivatie van de LAP was dat uit de tekst en de strekking van het longstay beleidskader niet kan worden afgeleid dat de status van de bewoner als ongewenste vreemdeling in de weg mag staan aan de mogelijkheid van begeleid verlof. Dat brengt de kliniek in een eigenaardige positie, want eigenlijk zegt de LAP iets tegen de minister maar wij mogen de boodschap brengen. Verlof aanvragen voor iemand met een dergelijke status is totaal nutteloos voor ons, want het wordt nooit toegekend. Het kost ongeveer twee dagen voor de behandelcoördinator en een dag werk voor een sociotherapeut om de wettelijke aantekeningen te updaten en vervolgens gaat het stante pede in de prullenbak en worden wij voor gek aangemerkt. Degene die bepaalt of het correct en moreel juist is, zijn niet wij
Longstay: voor altijd?
maar de minister. Dus aan de LAP het verzoek om de boodschappen voortaan rechtstreeks te brengen. Wat wij vaak moeten vaststellen bij die 43 patiënten met aanwijzingen, is dat er indicaties voor interventies worden gegeven die niet altijd even goed zijn onderbouwd of zelfs niet kunnen worden gedragen door de professionals die de interventies moeten uitvoeren. Een voorbeeld daarvan is het laten gebruiken van anti alcohol medicatie door een patiënt die door de structuur van de begeleiding geen alcohol kan gebruiken. Een patiënt die begeleid verlof heeft, daar loopt altijd iemand naast. Die kan je wel anti alcohol medicatie geven, maar je weet gewoon zeker dat hij niet heeft gebruikt. Dus dan hoef je die medicatie niet te geven. Dat scheelt geld en een hoop gedoe en wie weet wat voor bijwerkingen er nog bij zitten. Of het instellen van een patiënt op libidoremmende medicatie, terwijl er door het PBC en onafhankelijke rapporteurs is vastgesteld dat er geen sprake is van hyperseksualiteit en de delicten vooral voortkomen uit de persoonlijkheidspathologie. Wat moet dan de winst zijn van de libidoremmende medicatie, bijvoorbeeld dat iemand was rustiger wordt in zijn hoofd maar dat kan je misschien ook op een andere manier bereiken. Het is nogal een zwaar middel om iemand te laten gebruiken, want de mensen gaan altijd onder begeleiding op verlof. Dus wat wil je dan aan ervaring opdoen. Je gaat toch niet langs kinderdagverblijven wandelen of langs scholen, want dat staat al in het verlofplan. Dergelijke opdrachten stellen de professionals in de kliniek voor heel vervelende
| Verslag Seminar 14 september 2012
41
dilemma’s. Want advocaten zijn natuurlijk wel zo slim om met zo’n aanwijzing te wapperen bij de rechter. Advocaten gebruiken de teksten van de LAP en niet altijd op een manier die is bedoeld door de commissie. Onze behandelcoördinatoren worden daar met grote regelmaat mee geconfronteerd als ze voor de rechter moeten bepleiten dat er iets heel anders aan de orde is, namelijk de verlenging van de tbs. Daar gaat het bijna nooit meer over. Die hele korte zittingen maken wij niet meer mee. Wij zijn anderhalf uur aan het bakkeleien over de noodzaak van de longstay. Maar niet met de LAP, maar met de rechter. Opnieuw moeten we vaststellen dat de oorspronkelijke opzet van de LFPZ, namelijk verblijf en zorg, niet meer voldoet onder andere door de adviezen en aanwijzingen. Wij worden min of meer gedwongen om in hoge mate gespecialiseerde diagnostische behandeltrajecten te leveren. Dat past helemaal in ons denkbeeld. Wij vinden het bijzonder interessant en doen het graag, maar er is een keerzijde. We zijn er qua capaciteit niet op ingericht. We zijn namelijk niet toegerust zoals een behandelkliniek. Toch hoeft dat op zich niet zo’n groot bezwaar te zijn. In elke organisatie zit wel wat rek en we kunnen altijd wat extra stappen maken indien nodig. Maar door de capaciteitsreductie die dit jaar met enthousiasme is ingezet, waarbij het aantal bedden sterk verminderd is door de bezuinigingen die op ons afkomen en niet te vergeten de DBBC financiering die 1 januari start, zijn de budgetten fors gekrompen. Voeg daarbij het gegeven dat de toestroom van tbs-gestelden met de longstay indicatie in een keer met een grote klap tot stilstand is gekomen, dan heb je echt een probleem. Overigens het verhaal in 42
| Verslag Seminar 14 september 2012
het land gaat dat er geen nieuwe longstay patiënten meer bij mogen komen. En mythes zijn over het algemeen hardnekkiger dan echte verhalen. Als gevolg hiervan lopen de instellingen leeg, zijn er lege bedden en is de financiële rek er helemaal uit. En ook de personele mogelijkheden om te doen wat er eigenlijk zou moeten gebeuren. Het spek is eraf. Als de bijzondere aanwijzingen dan ook nog eens 73% uitmaken van het totaal aantal verlengde longstay indicaties, dan heb je echt een serieus probleem. Dan heb je ook geen uitzondering meer, maar een verandering van opzet. Er zijn 30 longstay indicaties opgeheven in de afgelopen 22 maanden, voor wat betreft de mensen die onder onze hoede verblijven. In 18 van de gevallen, dat is 60%, was dat contrair aan het advies van de inrichting. In 12 gevallen was het overeenkomstig het advies. Dus dat wij daar nooit naar kijken, is onzin. 19 bewoners zijn naar een behandelkliniek vertrokken of op de landelijke wachtlijst geplaatst, maar daar sta je tegenwoordig ontzettend kort op. 1 bewoner heeft een proefplaatsing in een andere kliniek gekregen en is ondertussen weer retour. 10 bewoners kregen een zogenaamd longcare traject aangeboden op het terrein van de locatie in Zeeland. Er is vanmorgen gesproken over onbehandelbaarheid of niet behandelbaren, maar die bestaan niet. Wat is behandelen? Behandelen is niet hetzelfde als genezen. Behandelen is niet hetzelfde als verbeteren. Behandelen kan ook stabiliseren zijn. Zorgen dat het niet verergert. En behandelen kan ook zijn; zorgen dat het niet verder verergert. Ik mag u de beelden in herinnering roepen van een paar weken geleden van een paralympische sporter met een Longstay: voor altijd?
spierziekte die een gouden medaille bij het zwemmen haalde. Een van de buitengewoon wrange opmerkingen was dat zij niet weet hoe het over vier jaar met haar is. Of ze dan nog leeft of nog kan bewegen of zwemmen. Maar in ieder geval wel dat ze geen Olympische medaille meer kan halen. Voor haar is het stilzetten van het spierziekteproces een zeer belangrijke vorm van behandelen. Dus behandelen is niet zorgen dat je weer helemaal beter bent, maar alles doen wat maakt dat de ziekte niet verergert en hopelijk verbetert. Dat is ook behandelen. Mensen die niet te behandelen zijn, zijn dood. Longcare. Dat begrip wordt door veel mensen gebruikt, maar er is totaal geen overeenstemming over wat het nu precies is. We hebben in de Pompestichting een aantal profielen opgesteld en daarin gebruiken we de term ook, maar anderen gebruiken dezelfde term voor iets totaal anders. Het is tot op heden niet gelukt om daarover afspraken te maken en dat leidt tot enorme verwarring, bij behandelaars maar vooral bij advocaten en de rechterlijke macht. Opvallend is dat er te weinig wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan naar de redenen waarom iemand in de longstay komt. Hoe komt het dat iemand onvoldoende reageert op de behandeling? We hebben die patiënten bij elkaar gezet en daar mensen op gezet die er veel verstand van hebben en ze zo goed mogelijk behandelen. We hebben dikke pakken dossiers, die sinds kort allemaal elektronisch zijn opgeslagen. Dus wat is makkelijker dan al die dossiers uit te pluizen en te kijken hoe het komt dat iemand op de longstay zit. Is dat een eigenschap van de patiënt of is het een eigenschap van het Longstay: voor altijd?
systeem. Er wordt gesuggereerd dat mensen veel te snel in de longstay zijn gekomen. Dat zou kunnen, maar het zou ook maar zo eens niet kunnen. Dat weten we gewoon niet. Dat zouden we zo kunnen onderzoeken. Ook de redenen waarom iemand die in het longstay traject zit alsnog in beweging komt en er alsnog eruit gaat, zijn niet onderzocht. We hadden iemand die acht jaar medicatie geweigerd heeft en naar de longstay kwam, die zei op enig moment tegen de dokter geef mij die pillen maar. Hij kreeg antipsychotische medicatie, de psychose klaarde op en hij kwam tot zichzelf. Hij gaf aan dat hij hartstikke gek was geweest de afgelopen acht jaar en dat hij de pillen veel eerder had moeten pakken. Hij zit nu in de GGZ in Eindhoven, terug naar waar hij vandaan kwam, en hij doet het uitstekend. Waarom heeft hij de pillen bij de GGZ in het verleden niet gekregen? Wat heeft verhinderd dat ze daar niet doorheen zijn gekomen? Op een of andere manier is het systeem zo dat iemand zo lang kan weigeren. En wat heeft gemaakt dat hij ze uiteindelijk wel heeft genomen? Want die man heeft er nu spijt van dat hij acht jaar lang de boel heeft tegengehouden. Dat is een interessante vraag en zo heb je meer van dat soort vragen. Die onderzoeken we niet. Onderzoeksvoorstellen daarover zijn tot op heden steeds gestrand. Ook is er nog niet ingegaan op het verzoek om het zorgprogramma te actualiseren. Dat is van juni 2009. Veldzicht en de Pompestichting hebben verzocht om dat te actualiseren, want er zijn veel ontwikkelingen geweest in de langdurig forensisch psychiatrische zorg, maar we hebben nog geen antwoord ontvangen. Dat snap ik ook wel, want er is geen geld. Maar het is wel de basis, waarbij we veel kunnen leren over de tbs in die longstay casussen. Ook ontbreekt er follow up onderzoek naar mensen die gedurende | Verslag Seminar 14 september 2012
43
vele jaren in de longstay hebben verbleven en vervolgens al dan niet via een behandelkliniek weer vertrekken. Hoe gaat het met die mensen na vier, acht jaar of tien jaar? We weten het niet. Een meerjaren follow up onderzoek zou licht kunnen doen schijnen op de succesfactoren en de afbreukrisico’s. Dat is een belangrijk onderdeel van mijn pleidooi. Tenslotte nog een opmerking over de regels. In de praktijk blijkt helaas vaak dat allerlei regels over plaatsing en financiering een snelle en juiste plaatsing van een patiënt eerder bemoeilijken dan vergemakkelijken. De verlofbeperkingen in het longstay beleidskader zijn het grootste struikelblok voor het verblijf en eventuele doorplaatsing. Omdat we niet mogen oefenen, kunnen we niet aantonen dat iemand iets kan. En omdat we niet kunnen aantonen dat iemand iets kan, kunnen we niet meer verlof hebben en iemand doorplaatsen. We hebben onszelf op de verkeerde plaats vast. Ik heb twee wensen voor de toekomst. Allereerst het opheffen van de verlofbeperkingen in het longstay beleidskader. Dat kan. Het AVT bewaakt de weg naar het verlof uitermate goed. Dat is statistisch aantoonbaar en er is mooi onderzoek naar. Laat het AVT doen waar ze voor zijn. Haal de verlofalinea’s uit het longstay beleidskader, want het voegt niets toe en geeft alleen maar een hoop ellende. Of haal de langdurig forensisch psychiatrische zorg er helemaal maar uit. Scheur het longstay beleidskader door en breng het onder de gewone tbs in een soort langdurig verblijf paragraaf.
44
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
45
Hoofdstuk 6 Voordracht dr. Th.A.M. Deenen Lid Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg
46
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Longstay en LAP-advies9 In de periode maart 2011 tot en met augustus 2012 heeft de LAP 151 adviezen uitgebracht. Deze heb ik bekeken en daarnaast heb ik bij een aantal medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van de longstay gepeild wat hun opvattingen over de longstay en de ketenpartners zijn.
Mijlpalen De longstay kent een aantal mijlpalen. Eind 1999 werden in Veldzicht de eerste longstay afdelingen feestelijk geopend. We waren toen blij met en trots op deze nieuwe zorgvoorziening en verschillende terbeschikkinggestelden keken er zelfs naar uit. In de voorbesprekingen werd gesproken over vergroten van de kwaliteit van leven en de mogelijkheden van een borreltje op de zaterdagavond. Sommigen stelden zelfs een wekelijks jointje voor, uiteraard op voorwaarde dat men niet verslaafd was of was geweest. In 2005 kwam het Beleidskader Longstay en dat bracht ons duidelijkheid over wat de Minister als verantwoordelijke voor de uitvoering van de tbs wilde. Het gaf een kader dat ook wel wat beroering in de geledingen bracht. Op 5 maart 2007 deed het Hof Arnhem een belangrijke uitspraak. Daaruit is te concluderen dat de longstay strijdig is met het legaliteitsbeginsel. Tevens werd gesteld dat de longstay niet in de wet geregeld is en dat de rechter bij de oplegging destijds een stopzetting of onderbreking van de behandeling niet overwogen heeft. Gesteld werd dat het nadrukkelijk de bedoeling van de tbs is dat mensen weer terugkeren in de maatschappij. Ook kregen door deze uitspraak de begrippen proportionaliteit en subsidiariteit een betekenisvoller inhoud. In feite werd met deze uitspraak het bestaansrecht van de longstay aan de orde gesteld en kwam dit sindsdien in vele verlengingszittingen in langdurige discussies terug. In 2009 werd onder aanvoering van het EFP het zorgprogramma Langdurig Forensische Psychiatrische Zorg ontwikkeld. Hierin werden verschillende categorieën longstayers onderscheiden. Door het zorgprogramma ontstond het groeiende besef dat de longstay niet bedoeld is voor niet-elders-plaatsbaren. Longstay zou alleen voor blijvend gevaarlijke terbeschikkinggestelden dienen te zijn. En tevens werd geleidelijk aan meer duidelijk, onder invloed van de uitspraak van het Hof van maart 2007, dat actief de uitstroom mogelijkheden getoetst diende te worden en bij voorkeur jaarlijks. Dat roept de vraag om op welke wijze je uit de longstay kunt uitstromen.
9
Dr. Th.A.M. Deenen is klinisch psycholoog. Hij is lid van de LAP en coördinerend hoofdbehandelaar in FPC Veldzicht waar hij een groot aantal jaren betrokken was bij de longstay afdelingen. Hij spreekt op persoonlijke titel.
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
47
Uitstroomvarianten Eenmaal geplaatst op de longstay zijn er vier uitstroommogelijkheden. Verandering motivatie
Afname delictrisico
GGZ met TMV Stop Longstay
Longstay Nieuwe behandel mogelijkheden
Behandeling tbs kliniek
Ergens anders kan zorg ook
Door verandering van behandelmotivatie kan iemand gemotiveerder voor behandeling raken. Het delictrisico kan in de loop der jaren verminderen doordat met het ouder worden de scherpe kantjes er wat afgaan of doordat men fysiek achter uitgaat. Soms is sprake van nieuwe behandelmogelijkheden of van de bereidheid om nu wel van reeds bestaande behandelmogelijkheden gebruik te maken. En als laatste kan duidelijk worden dat op een andere plek dezelfde soort zorg ook gegeven kan worden. Indien op basis van deze opties de longstay gestopt gaat worden dan zijn er grofweg twee mogelijkheden. Of men gaat terug naar een behandelafdeling in een tbs-kliniek of men gaat richting een GGZ voorziening met een transmuraal verlof. verlengt verpleging Verlengt tbs
stopt verpleging Behandeling tbs kliniek
Rechter stopt tbs
48
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Een andere uitstroommogelijkheid uit de longstay loopt via de reguliere verlengingsrechter die gaat over de verlenging van de tbs en daarmee ook indirect over een voortzetting van de longstay. Bij een beëindiging van de maatregel stopt de longstay automatisch. Maar ook bij een verlenging van de tbs en een schorsing van de verpleging stopt de longstay automatisch. Veel rechters zijn zeer kritisch over de longstay en het is eigenlijk verbazingwekkend dat rechters zo weinig gebruik maken van de optie om op deze manier de longstay te stoppen. Daarnaast zijn er nog drie andere bijzondere vormen van uitstroom. Daarbij is het overlijden gedurende de longstay de meest frequent voorkomende. Meestal is dit een natuurlijk overlijden maar incidenteel is ook sprake van suïcide. Een andere relatief vaak voorkomende vorm van uitstroom is een veroordeling voor een nieuw feit waarbij een langdurige detentiestraf wordt opgelegd en daardoor de tbs opgeschort wordt. Vaker zien we echter dat veroordelingen voor strafbare feiten die gedurende de tbs zijn gepleegd, meestal geen strafoplegging krijgen omdat men toch al in de tbs zit. Incidenteel komt ook gratieverlening aan de orde.
LAP-advies In de periode maart 2011 tot en met augustus 2012 zijn door het LAP over 151 longstayers adviezen uitgebracht. Deze adviezen heb ik op een rijtje gezet en de vraag is wat we hieruit kunnen leren. Niet gekeken is naar de onderliggende documentatie maar enkel naar datgene wat in het advies van de LAP staat geschreven. Van elk advies op zich kan gezegd worden dat het een duidelijke opbouw heeft, in heldere taal geschreven is en logisch in elkaar steekt. De genomen beslissing in de vorm van een advies door het LAP wordt uitgebreid gemotiveerd: het advies ziet er goed uit. Op het moment van bekijken zijn er nog 5 in procedure. In 50 keren is geadviseerd de longstay te stoppen en 96 keer om de longstay voort te zetten dan wel op te leggen. Het komt incidenteel voor dat in het ene geval gemotiveerd is waarom een longstay voortgezet dient te worden en in een ander geval een soortgelijke redenering leidt tot een aanhouding en herbeoordeling over 1 jaar. De eerste adviezen stammen uit maart 2011. Ook in de adviezen zien we terug dat de LAP een lerende organisatie is en zich verder ontwikkelt en dat daarmee ook de consistentie over de adviezen heen verbetert.
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
49
Adviezen van de kliniek Door de kliniek is 118 keer geadviseerd om de longstay voort te zetten.
Kliniek
LAP
Pro
Justitia
rapportage
118 longstay
84 longstay
76 longstay
6 stop
2 geen
30 stop
7 longstay
23 stop
0 geen
4 aanhouding
2 longstay
0 stop
2 geen
1 niet bekend
1 aanhouding
1 geen
32 stop
20 stop
0 stop
12 stop
8 geen
12 longstay
4 longstay
0 stop
8 geen
Dit is 84 keer door de LAP gehonoreerd, er lopen nog 5 zaken en 30 keer is dit door de LAP afgewezen. Van de 32 keer dat de kliniek de longstay wilde stoppen is dat 20 keer door de LAP overgenomen en 12 keer heeft de LAP geadviseerd de longstay voort te zetten. Duidelijk wordt daarmee dat de kliniek het niet voor het zeggen heeft. En ook blijkt dat het LAP niet altijd de Pro Justitia rapportage volgt. Deze uitslag illustreert dat het LAP adviseert op basis van het gehele dossier en alle stukken, het hoort en ziet bovendien de terbeschikkinggestelde en maakt uiteindelijk een eigen onafhankelijk oordeel en vertaalt dat in een gemotiveerd advies over de longstay aan de minister.
50
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Type stoornis Gekeken is naar de type stoornissen die genoemd zijn in de 151 adviezen.
Type stoornis
N
Wel longstay
Geen longstay
Aanhouding
As I stoornis
94
63
29
2
As II stoornis
115
75
39
1
Zeden
75
46
28
1
Zwakbegaafd
40
27
13
0
Middelen
91
56
35
0
In 94 keer was sprake van psychiatrische problematiek (As I) en in 115 keer sprake van persoonlijkheidsproblematiek (As II). In 75 keren was sprake van zedendelicten en in 91 keer werd gerapporteerd over middelengebruik. In 40 van de 151 gevallen was sprake van zwakbegaafdheid. Gelinkt aan LAP advies zien we geen grote verschillen in typen stoornis. In alle gevallen is de verhouding grofweg gelijk: in 2/3 van de gevallen volgt voortzetting en in 1/3 een stopzetting van de longstay. Het lijkt dat de kliniek meer risico ziet bij As II problematiek en bij zedendelicten. Ook bij de Pro Justitia rapporteurs zien we geen grote verschillen per type stoornis. Dit lijkt over een te komen met de getallen die collega Van Kordelaar al eerder vanochtend liet zien over de data uit 2006.
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
51
Contraire adviezen Gekeken is of er ook verschillen zijn tussen de adviezen van de Pro Justitia rapporteur en de kliniek in relatie tot de uitgebrachte LAP adviezen.
Kliniek
LAP
Pro Justitia
73 longstay
73 longstay
6 stop 2 geen
30 longstay
30 stop
7 longstay 7 geen
20 stop
20 stop
8 geen
12 stop
12 longstay
4 longstay 4 geen
In 73 van de 151 gevallen heeft de kliniek geadviseerd tot voortzetting en deed de LAP dit ook Hierbij kwam het 6 keer voor dat de Pro Justitia rapporteurs aangaven te stoppen. In 30 keer dat de kliniek voor longstay was is dit niet door de LAP gehonoreerd, waarbij 7 keer de PJ rapporteurs wel voor een longstay waren. In 20 keer is door zowel de kliniek als de LAP geadviseerd de TBS te stoppen en in 12 keer wilde de kliniek wel stoppen en heeft de LAP geadviseerd de longstay te handhaven. In 4 gevallen werd dit ondersteund door de PJ rapporteur. Voorzichtig zou overwogen kunnen worden dat de PJ rapporteur minder behandelmogelijkheden ziet dan de LAP. Het kan ook zo zijn dat de kliniek en de PJ rapporteur meer rekening houden met het beleidskader en daarbij bijvoorbeeld accepteert dat de vreemdeling niet uit de longstay kan. De LAP stelt zich daarbij op het standpunt dat elke terbeschikkinggestelde, ongeacht zijn verblijfsstatus, in beginsel dezelfde rechten heeft en als gelijk elke Nederlander behandeld dient te worden. Verschil tussen psychiater en psycholoog In alle gevallen bestond er overeenstemming tussen de psychiater en de psycholoog over het voortzetten dan wel stoppen van de longstay. Een aantal keren werden er nuance verschillen aangetroffen op het gebied van de diagnostiek of waren er verschillen in mogelijke behandelopties. Meestal waren deze verschillen te duiden als academische kwesties en vooral theoretisch van aard. Geen enkele keer is sprake geweest dat men het niet met elkaar eens was over het advies. Geen rapportage voorhanden In 21 van de 151 gevallen was geen recente PJ rapportage voorhanden. Hierbij wilde de kliniek 16 keer een beëindiging van de longstay. In de helft van de gevallen heeft de LAP geadviseerd de longstay voort te zetten. De vraag die zich voordoet is of de conclusies anders geweest zouden zijn indien er wel PJ rapportage voorhanden zou zijn en deze mogelijk andere argumenten had aangedragen. 52
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Uitstroomadviezen In 50 gevallen heeft de LAP geadviseerd om de longstay te stoppen.
LAP
Pro Justitia
Kliniek
12 GGZ
2 longstay
5 longstay
8 longcare 1 longcare met tbs
4 longstay
6 longstay
28 tbs behandeling
1 longstay 1 geen onderzoek
18 longstay
1 verslavingszorg
1 stop longstay
1 longstay
In 28 keer is geadviseerd de behandeling in de tbs-kliniek weer op te pakken. In 12 keer is geadviseerd een patiënt over te plaatsen naar de GGZ, dit kan zowel het psychiatrisch ziekenhuis, een verpleeghuis of een instelling voor verstandelijk gehandicapten zijn. In 8 keer is geadviseerd een plaatsing in de longcare en 1 keer longcare met behoud van de maatregel tbs. Een keer is geadviseerd om een patiënt te plaatsen in de verslavingszorg. Voorzichtig zou geconcludeerd kunnen worden dat de LAP meer behandelmogelijkheden ziet dan de kliniek en PJ rapporteur, of misschien beter is het te stellen dat de LAP vindt dat meer behandelmogelijkheden uitgeprobeerd dienen te worden. Ook als een poging een aantal jaren geleden al geprobeerd is, wordt dat niet als reden gezien om het nu niet opnieuw te proberen. Het lijkt er op dat de kliniek meestal een herhaalde poging niet ziet zitten en daarom ook geen actie onderneemt. Evaluatie na 1 jaar In 18 van de 151 keren is door het LAP geadviseerd om een evaluatie van de stand van zaken te doen na 1 jaar. In al die 18 keren is door de LAP duidelijk gemotiveerd en beschreven wat de LAP over een jaar wil zien of zijn er duidelijke vragen gesteld die over een jaar beantwoord dienen te worden. Nog niet eenduidig geregeld is hoe die evaluatie plaats gaat vinden en of een reactie van de kliniek volstaat. In de meeste gevallen zal geen nieuwe PJ rapportage voorhanden zijn, gevraagd worden of noodzakelijk zijn. De termijn van 1 jaar is geen wettelijke termijn en er is dus ook niet vastgelegd wie die termijn gaat bewaken.
Ketenpartners Tot zover de LAP adviezen en maak ik nu een overstap naar de relevante longstay partners. De rechter is de meest bepalende in de zin dat die aan het begin en aan het eind van het traject staat. De Minister is verantwoordelijk voor de uitvoering, de behandelaar voert uit, de Pro Justitia rapporteur toetst als onafhankelijke beoordelaar de voortgang bij de terbeschikkinggestelde en of de kliniek wel goed bezig is. En de terbeschikkinggestelde is de hoofdpersoon waar alles omdraait. Zij zijn allen vanuit een eigen invalshoek betrokken bij Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
53
de longstay en hanteren allen ook een eigen referentiekader waarbij regelmatig blijkt dat de onderlinge afstemming beter zou kunnen. En door het hanteren van verschillende referentiekaders ontstaat er soms ook miscommunicatie. De rechter De rechter heeft geen taak in de uitvoering van de maatregel. Toch wil zij uitleg krijgen over de voortgang van de behandeling zodat zij kan toetsen of de tbs en dus ook de longstay nog langer dient te duren of dat deze ook op een andere manier voortgezet kan worden. In die zin geeft de rechter adviezen, stelt eisen en beïnvloedt de uitvoering van de maatregel. Veel zittingen van longstayers bij de rechtbank duren langer dan gewoon omdat de rechter zich uiterst kritisch opstelt ten opzichte van die longstay. De rechter wil dat actief gezocht wordt naar andere mogelijkheden en geeft regelmatig adviezen en richtlijnen bij de onderbouwing van de beslissing tot verlenging van de maatregel. Tijdens de verlengingszitting komt vaak naar voren dat de maatregel is opgelegd om iemand uiteindelijk weer terug te plaatsen in de maatschappij en dat de rechter niet heeft overwogen om de behandeling stop te zetten of tijdelijk te onderbreken. Wel is overwogen dat de maatregel van langere duur kan zijn. Het Hof heeft aangegeven dat naarmate de terbeschikkingstelling langer duurt het belang van de terbeschikkinggestelde meer mag meewegen, maar uiteindelijk is het de rechter die de duur van de maatregel bepaalt door wel of niet te verlengen. Van belang is het besef dat longstay voor mensen is die een blijvend hoog risico vormen en dat oneigenlijk gebruik van de longstay niet wenselijk is. In die zin is de longstay niet geschikt voor niet-elders-plaatsbaren. Behalve dat de 54
| Verslag Seminar 14 september 2012
kliniek zelf naar andere mogelijkheden dient te zoeken zou ook de rechter actiever kunnen worden. Andere werkvelden binnen de GGZ zouden meer hun eigen verantwoordelijkheid mogen pakken. Ook oude dementerende terbeschikkinggestelden zouden in een verpleeghuis geplaatst moeten kunnen worden. Zo hoort de vreemdeling wellicht bij de vreemdelingenbewaring in plaats van op de longstay omdat het verlofbeleid van de minister het niet toestaat dat een vreemdeling binnen de tbs met verlof naar buiten gaat. De Minister Verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregel is de minister. Hij geeft aan dat de longstay een goede zaak is en een eigen beleidskader behoeft dat regels en mogelijkheden geeft. De minister is als politiek verantwoordelijke gevoelig voor invloeden van de politiek en van de media. Op dit moment is de teneur strengere en sobere maatregelen en daarmee bepaalt de minister indirect de duur van de maatregel. Vooral het strikte verlofbeleid wordt door velen als beperkend ervaren. Gehoopt wordt dat de minister wat meer duidelijkheid geeft over longcare en vooral hoe dat buiten en binnen de tbs gestalte gaat krijgen. Ook is het wenselijk dat de uitstroom naar andere zorgvelden vanuit de longstay wat eenvoudiger zou worden. Voor wat betreft de LAP is het wenselijk dat haar adviezen, analoog aan die van het AVT, een bindend karakter gaan krijgen voor DJI. Voor veel klinieken blijkt het een lastige situatie te zijn dat indien de LAP behandelmogelijkheden ziet en de kliniek of AVT of minister geen veilige resocialisatiemogelijkheden ziet. Dit leidt soms tot ingewikkelde spagaatachtige toestanden. Veel discussie in het veld is over de invloed die het doen van een aangifte heeft op het verlofbeleid. Te verdedigen is Longstay: voor altijd?
dat indien er sprake is van een stoornisgerelateerde incidenten dat dit in de behandeling wordt betrokken en indien het om niet-stoornis gerelateerde incidenten gaat, het een zaak voor de strafrechter is. De behandelaar De behandelaar in de kliniek maakt de longstayer 7 keer 24 uur per dag mee. Hij wil goed voor zijn mensen zorgen en begrijpt dat niet iedereen delictvrij te resocialiseren is. Hij heeft last van het gegeven dat door invloed van de politiek het geaccepteerde aanvaarbare risico op een delict bij de terugkeer in de maatschappij tegenwoordig is vertaald in een nulrisico. Weet hebbend van de beperkte mogelijkheden voor de behandeling en de mogelijke plaatsen elders, realiseert hij zich dat het continu zoeken naar behandelmogelijkheden valse hoop geeft en een longstayer juist ongelukkiger kan maken. De realiteit van de longstay is deels zo hard dat er voor een aantal mensen geen andere mogelijkheden zijn. De behandelaar zou in elk verlengingsadvies expliciet dienen te motiveren waarom er nog sprake is van continuering van de longstay. Hij kan hierbij echter ook goed de knelpunten communiceren. Daarnaast kan hij bij de instroom van de longstay er voor kiezen om enkel echte longstayers aan te melden en de niet-eldersplaatsbaren niet. De PJ rapporteur De PJ rapporteur voert een onafhankelijk onderzoek uit en beantwoord de hem gestelde vragen waarbij hij oordeelt over delictgevaarlijkheid en voortgang van het behandeltraject. Hij oordeelt tevens over de acties van de kliniek en over het idee van de longstay. Hij is vaak optimistischer dan mensen uit de kliniek over behandelmogelijkheden en benoemt soms voorwaarden Longstay: voor altijd?
waaronder een behandeling kan slagen. Niet alle voorwaarden zijn altijd eenvoudig te realiseren. Zo kan het uitproberen van antipsychotische medicatie enkel indien de terbeschikkinggestelde bereid is om medicatie te gebruiken. Het is wenselijk dat de PJ rapporteur een expliciet onderscheid hanteert tussen behandelmotieven en andere motieven en daarbij duidelijk maakt waarom hij kiest voor wel of niet longstay. Indien andere dan behandelmotieven meespelen is het goed om dat expliciet te benoemen met name bij de niet-eldersplaatsbaren zoals vreemdelingen. De terbeschikkinggestelde Veel terbeschikkinggestelden in de longstay hebben nu geen behandelperspectief, sommigen misschien ooit op termijn wel. Weer anderen krijgen dat indien ze mee gaan werken aan behandelonderdelen. Behandeling kan ook binnen de longstay plaatsvinden en als het aanslaat, kan men verder. Enkel voor de mensen met blijvend hoog risico is de longstay bedoeld. Veel mensen realiseren zich onvoldoende dat resocialiseren ook eng en bedreigend kan zijn voor de terbeschikkinggestelden. Voor de terbeschikkinggestelde geldt dat hij feitelijk geen keus heeft. De snelste en beste manier om uit de tbs te komen wordt bereikt door samen te werken en samenwerking met behandelaren levert voor hen tijdwinst op. De LAP De lap heeft sinds 2011 een andere status en werkwijze. Ze beoordeelt het dossier inclusief de recente PJ rapportage en vraagt eveneens de advocaat om een standpunt. Ze hoort en ze ziet de terbeschikkinggestelden in de kliniek en maakt een gedegen advies aan de minister. De LAP is vooral uitvoerder en zou misschien meer moeten meedenken | Verslag Seminar 14 september 2012
55
met beleidszaken. Ze zou kunnen overleggen met het ministerie, met de klinieken, met het AVT en bijstelling van het beleidskader kunnen initiëren. Maar ook de beslisregels van het LAP kunnen explicieter en ze kan haar eigen adviezen toetsen op uitvoerbaarheid door de klinieken. Van een vreemdeling vinden dat hij niet in de longstay thuishoort en geresocialiseerd dient te worden, is vanuit de LAP gezien begrijpelijk. Voor de kliniek is dit een bijna onmogelijke opgave.
Conclusie De longstay is oorspronkelijk bedoeld voor terbeschikkinggestelden met geen andere behandelmogelijkheden. Daaronder zaten ook verblijfspatiënten die niet elders plaatsbaar zijn. De afgelopen jaren is het besef ontstaan dat longstay enkel dient te zijn voor terbeschikkinggestelden die blijvend een hoog risico vormen voor de samenleving. Daarmee is de longstay dus niet voor iedereen, maar de longstay is ook niet voor iedereen een slechte oplossing. Soms is het nodig omdat de maatschappij niet op een andere wijze beschermd kan worden. Wel verdient het aanbeveling dat er een nieuw beleidskader over longcare en longstay komt. Het is wenselijk dat de longstay vooral voor mensen met hoog risico blijft en geen restcategorie mag zijn voor niet-elders-plaatsbaren. De onafhankelijke beoordeling door het LAP helpt daarbij. Ook zou het advies van de LAP beter ingebed dienen te zijn en door de Minister gevolgd dienen te worden.
56
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
57
Hoofdstuk 7 Forumdiscussie
58
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Ybo Buruma: ik wil eerst de voorzitter van de LAP, Hans Lensing, vragen of hij een eerste reactie op de dag wil geven. Hans Lensing: er is een verschil tussen juristen en gedragsdeskundigen. Juristen hebben iets meer de neiging om de context te bekijken van cijfers en zinnen. Peter Braun haalt een aantal zinnen uit het advies zonder aandacht te besteden aan de context. Dat geldt ook voor de cijfers van Tom Deenen. Er is een aantal gevallen waarin geen multidisciplinaire rapportage is uitgebracht. Ik kan me voorstellen dat dit vragen oproept. Daarnaast zijn er de zaken waarin de longstay niet is opgeheven ondanks een verzoek van de kliniek. Dat zijn toevallig twee samenhangende problemen, wat aangeeft dat je juist naar de context moet kijken. Dit betreft een aantal gevallen van de Van der Hoeven kliniek, die op een aantal gronden buiten het beleidskader om mensen wilden overplaatsen van de kliniek naar De Voorde. Wij vonden dat strijdig met het beleidskader. Maar daardoor zijn dus een aantal cijfers te verklaren. Dan nog een opmerking over de vreemdelingenproblematiek. Wij brengen advies uit aan het ministerie en wij maken geen onderscheid of iets naar de kliniek gaat of naar een ander onderdeel van het ministerie zou moeten gaan. De problematiek van de vreemdelingen in de tbs is er en wij vinden dat uit het beleidskader voortvloeit dat als het Nederlanders zouden zijn geweest die niet ongewenst waren verklaard en die in aanmerking kwamen voor een bepaald traject, dat de buitenlanders in de tbs daar dan ook voor in aanmerking zouden moeten komen. Ik begrijp dat het niet uitvoerbaar is voor de kliniek, maar het is ook niet rechtstreeks aan de kliniek gericht. Het is een cri de coeur van doe iets aan de situatie. Er zitten soms vrij jonge mensen in Longstay: voor altijd?
de tbs die de kans zouden hebben om eruit te komen, als ze maar in een resocialisatietraject terecht zouden kunnen met verlof daarbij. Er is een recente uitspraak van het EHRM tegen Duitsland, waar je uit af zou kunnen leiden dat er meer zou moeten gebeuren voor die categorie mensen. Peter Braun: met alle respect voor alle bedoelingen van de LAP, maar het effect was wel dat de patiënt zijn behandelaar niet meer vertrouwt. Omdat de behandelaar al heel lang zegt dat hij hem wel verlof zou gunnen, maar dat hij dit niet kan aanvragen. Die patiënt zwaait nu samen met zijn advocaat met het advies van de LAP met de opmerking dat zij het ook vinden en dat hij dus al jaren bedot wordt. Het is jammer dat je met een achterdochtige patiënt weer helemaal opnieuw moet beginnen met het opbouwen van vertrouwen. Nu is dat natuurlijk niet de bedoeling geweest van de commissie, maar het is wel het effect ervan. Zo zijn er meer dingen die niet zo bedoeld zijn, maar wel een bijeffect hebben waar je in de praktijk mee worstelt. Zaal: vanuit de LAP commissie werd gezegd dat er de laatste tijd tien aanvragen zijn afgewezen, bijvoorbeeld omdat opname in een GGZ instelling overwogen moet worden, maar hoe handelt het ministerie van justitie daar vervolgens naar want die zal een verlofmachtiging moeten afgeven om dat te bewerkstelligen. Gaat het ministerie van justitie daarin mee? Hans Lensing: we hebben in een aantal gevallen geadviseerd om de longstay op te heffen ten behoeve van plaatsing op De Voorde onder voorwaarde dat er transmuraal verlof wordt verleend. En daar gaat het AVT dan weer over. Een meer algemeen punt is dat wij niet precies zicht hebben op wat er | Verslag Seminar 14 september 2012
59
vervolgens gebeurt. Wij kijken naar de situatie op dat moment en soms horen wij toevallig wat terug. Dat zou een mooi punt zijn voor de evaluatie van het beleidskader, welke volgend jaar gepland staat. Hjalmar van Marle: wat ik ter discussie wil stellen, is dat mij opvalt dat de longstay primair is opgesteld vanwege beveiligingsredenen en om de doorstroming binnen de behandelklinieken van de tbs te bevorderen door de moeilijk behandelbaren er uit te plaatsen en voor een mindere kostprijs onder te brengen in de longstay. Dus daar is vandaag het accent op komen te liggen. Maar als we kijken naar het cohort van Wim van Kordelaar, dan moeten we toch eigenlijk constateren dat in de longstay heel veel ernstige psychiatrie zit. Driekwart van het cohort van 204 heeft een psychiatrische stoornis. En als ik daar het verhaal van Roosjen bij betrek, dat dit eenzaten zijn die vaak niet op termijnen letten en eigenlijk hospitaliseren en daarbij vaak een slechte gezondheid hebben, dan vraag ik mij af of we niet moeten gaan werken aan een betere rechtsbescherming van longstay patiënten die in feite net als chronische patiënten in de algemene psychiatrie recht hebben op een patiëntvertrouwenspersoon die dichtbij hen staat, die voor hen opkomt en bijvoorbeeld termijnen in de gaten houdt, etcetera. Zou er niet meer gedaan moeten worden aan rechtsbescherming van longstay-ers en dan name met het oog gericht op hoe er omgegaan wordt met patiënten in de chronische psychiatrie? Yvo van Kuijck: ook voor de longstay-ers gelden de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Als het gaat om ‘gewone’ gevallen van ernstige psychiatrie, dan zou je op een gegeven moment moeten afvragen of daar een strafrechtelijke maatregel voor 60
| Verslag Seminar 14 september 2012
is bedoeld. Dat is dan eigenlijk een normale taak van de GGZ. De GGZ is daar niet op toegerust, maar dan moet er een politieke beslissing zijn om ervoor te zorgen dat dit alsnog gebeurt. Dan krijg je vanzelf de rechtsbeschermingmogelijkheden die er in de GGZ zijn. Maar zolang dat niet gebeurd is, kan ik me heel goed voorstellen dat er wordt aangedrongen op versterking van die rechtsbescherming. Ybo Buruma: ik zou een vervolgvraag willen stellen aan Hjalmar van Marle. Er zitten elementen in het verhaal van vandaag dat de longstay een mooiere rechtspositie begint te krijgen. De gewoon behandelbare tbs-er zit ook al gemiddeld tien jaar in de tbs. Krijgen we nu niet de bizarre omstandigheid dat de longstay tbs-er heel goed doordacht en door allerlei clubs wordt bezien en dat de behandelbare tbs-er degene wordt van wie we moeten zorgen dat hij niet tussen wal en schip valt? Hjalmar van Marle: laten we voorop stellen dat de gewone tbs-er zo langzamerhand al tussen wal en schip valt vanwege het feit dat er aanzienlijk bezuinigd moet worden. Dan krijg je het voorbeeld dat er twee mensen mee moeten met begeleid verlof, waardoor het verlof niet meer mogelijk is. Wat betreft de longstay-ers breng ik de gezondheid van deze mensen naar voren, omdat er door het ministerie juist zo gehamerd wordt op de onveiligheid van deze mensen. Het is een makkelijk politiek doelwit geworden als een soort zwart schaap, om die longstay-ers af te schilderen als het ergste van het ergste. Daar kan je mee scoren, want dan heb je aandacht voor veiligheid. Die zitten daarom in het verdomhoekje. Voor de algemene tbs denk ik dat die te weinig aan hun reële behandeling toekomen, juist vanwege al die veiligheidsrepercussies en omdat het accent Longstay: voor altijd?
op de beveiliging juist contraproductief werkt. Hans Lensing: dan zou ik een vervolgvraag aan Ybo Buruma willen stellen. Bedoel je daarmee te zeggen dat je eigenlijk ook een toets zou moeten inbouwen in de gewone tbs? Ybo Buruma: ja, er is een verschil tussen de longstay-er, die gemiddeld 14 jaar zit, en de behandelbare tbs-er, die gemiddeld 10 jaar in de tbs zit, maar het begint elkaar wel te naderen. Is er derhalve wel reden voor om de longstay zo anders te behandelen dan de behandelbaren? Hans Lensing: het lijkt mij wel verstandig dat niet alleen de behandelaars, de zesjaars rapporteurs en de rechter er naar kijken, maar dat er op een of andere manier ook toetsmomenten zijn. Zoals de LAP gewend is om naar zaken te kijken, dat geeft een extra toetsmoment. Ik heb ook uit gesprekken met Peter Braun begrepen dat het prettig is dat je concrete doelen hebt om naar toe te werken. Waarom zou je dat soort toetsmomenten beperken tot de longstay. De verlengingszitting leent zich daar denk ik niet voor, zeker niet in eerste aanleg. JanCees Zwemstra: we hebben sinds deze week weer een nieuwe politieke realiteit. Ik wil eigenlijk een motie indienen richting de politiek. De afgelopen jaren hadden we te maken met de beweging vanuit de PVV, die erg zaten op geen verlof vanuit de longstay. Iedereen kan daar slecht mee uit de voeten. Dit element zou moeten worden verwijderd uit het beleidskader. Het zou een krachtig signaal zijn als we dat zouden kunnen overbrengen vanuit dit symposium. De vraag is of iedereen het ermee eens is dat er gewoon de mogelijkheid van verlof moet Longstay: voor altijd?
zijn binnen de context van de longstay, getoetst door het Adviescollege Verloftoetsing TBS. Zaal: ik ben er wat voorzichtiger in. Als je dat gaat afwegen, waarom zou je dan niet in een voorstadium gaan opteren voor een longcare in plaats van vanuit de longstay onbegeleide verloven te gaan inrichten. Begeleide verloven kunnen nu ook al plaatsvinden. JanCees Zwemstra: dat gaat er nu uit voor een groot deel van de populatie. Zaal: dat moet dan teruggedraaid worden. JanCees Zwemstra: de longcare wordt door alle klinieken en heel veel instanties verschillend gedefinieerd. De facto is dat de afgelopen vijf jaar een giftig concept geweest. Waarom sluiten we niet gewoon aan bij de rest van de tbs wereld. Het AVT is de veiligheidsklep, die doen dat heel goed. Zaal: ik ben pro justitia rapporteur, die ook al enige jaren in tbs klinieken komt en ik denk dat er in de kliniek ook een kwaliteitsslag gemaakt moet worden in die zin dat procedures omtrent verlofaanvragen soms zo ontzettend stroperig zijn. Mensen moeten soms een jaar wachten voordat er iets ingezet wordt. De tbs wordt almaar langer. Ik pleit ervoor om de zesjaars rapportages te verkorten naar vier of drie jaar, om tussentijds te toetsen waar je staat met de behandeling. We kunnen tegenwoordig veel gebruik maken van voorwaardelijke beëindiging met FPT en veel andere zaken. Het landschap van de forensische zorg is in Nederland de laatste jaren uitgebreid. Daar moeten we gebruik van maken. Maar de eerste kwaliteitsslag moet gemaakt worden binnen de reguliere tbs | Verslag Seminar 14 september 2012
61
klinieken. De instroom in de longstay moet drastisch teruggedraaid worden en de mensen die overblijven, die kunnen wat mij betreft teruggeplaatst worden in de reguliere FPC’s en daar kan bekeken worden of de psychiatrie toch domineert en ze niet gewoon in de GGZ thuishoren. In de GGZ zitten ook een hoop gevaarlijke mensen. Ybo Buruma: ik constateer in ieder geval dat een groot deel van de aanwezigen de gedachte deelt dat de verlofvoorwaarden uit het beleidskader moeten. Een andere vraag is: hoe time je de verschillende toetsmomenten. Hoe verhouden de beslissingen van de penitentiaire kamer zich met de adviezen van de LAP, de beslissingen van de minister en de eventuele uitspraken van de RSJ. Kan dat niet gestroomlijnd worden? Yvo van Kuijck: we zouden in de praktijk al geholpen zijn als de zesjaars rapportage teruggebracht wordt naar drie of vier jaar en dat er ook kritischer naar alternatieven wordt gekeken. De rechter is wel degelijk gevoelig voor het zoeken naar alternatieven en het kritisch bekijken van de rapportages. We hebben intern onderzoek gedaan bij de penitentiaire kamer en daaruit blijkt dat er in 20% van de beslissingen toch anders wordt beslist dan eerder de lijn was in de vordering van de officier van justitie, de AG en de beslissing. Er is verder gebleken dat de kliniek bij het schrijven van het verlengingsadvies vaak niet kijkt naar de laatste verlengingsbeslissing, het proces-verbaal van de zitting en de kritische opmerkingen. Het hof vraagt in ieder geval aan de kliniek om het laatste verlengingsbericht te actualiseren. Dat is ook een mogelijkheid om te reageren op wat er in eerste aanleg is gebeurd. Hetzelfde geldt bij het AVT. Daar worden soms ook overwegingen ten overvloede in het advies opgenomen. Het 62
| Verslag Seminar 14 september 2012
wil helemaal niet zeggen dat die overwegingen altijd hout snijden, maar het getuigt van professionaliteit om daar vanuit de kliniek op te reageren. Zo komen we verder. Ybo Buruma: ik meen dat er ook rechters zijn die enige zorg hebben over de ontwikkeling die je schetst, namelijk dat de beslissing over de verlenging gaat interfereren met hoe het er in de executie toegaat. Daar lijkt het steeds meer naartoe te gaan. Yvo van Kuijck: we merken zowel in eerste als in tweede aanleg dat je langzamerhand meer gezogen wordt naar het tenuitvoerleggingtraject, om daar iets van te vinden. De pijlen van de advocatuur zijn daar vaak ook op gericht. Waar zit de beweging in, wat zijn de doelstellingen en welke zijn er precies gehaald. Zo krijgt de discussie wat meer body. Maar de mogelijkheden van de verlengingsrechter zijn heel beperkt. Ybo Buruma: daar zit ook de pijn. Je kan wel willen, maar als je mogelijkheden beperkt zijn, maak je iemand misschien blij met een dode mus. Wim van Kordelaar: in ons vakgebied is het inmiddels bij de zesjaars verlengingen en de longstay toetsingen zo dat dezelfde groep van rapporteurs daarmee aan de slag gaat. Zij krijgen een opdracht om onderzoek te doen en krijgen een formulier mee met vragen. In feite wordt aan al die rapporteurs, of het nu om de uitvoering van de tbs gaat of over de verlenging van de tbs, hetzelfde onderzoek gevraagd op basis waarvan de voor die rechtshandeling specifieke vragen worden toegevoegd. Je krijgt incidenteel situaties dat je rond het bed van een longstay-er twee onderzoekers hebt die de longstay getoetst hebben plus twee onderzoekers die het zesjaars Longstay: voor altijd?
onderzoek hebben gedaan plus nog een onderzoeker vanuit de kliniek. De voortgang van het kader en de vormgeving aan het kader schuiven steeds meer in elkaar. En dan heb je ook nog de verlofcommissie erbij. Moeten we niet iets gaan zoeken waardoor je integraler toetst hoe het met een tbs-er zit, hoe het met de uitvoering en de vormgeving zit en hoe het met de voortgang en het voortduren van het kader zit. Ybo Buruma: we hebben nu twee kanten voor meer integratie gehoord, zowel de gedragswetenschapper als de rechter. Zijn er mensen in de zaal die daar juist anders over denken? Arjan de Groot: de activiteiten van de LAP onderbrengen bij de penitentiaire kamer is één ding, maar misschien kan Yvo ook iets zeggen over de wenselijkheid en de haalbaarheid om het andersom te doen, namelijk de taken van de verlengingsrechter bij de LAP neer te leggen. Yvo van Kuijck: tot nu toe adviseert de LAP slechts en de penitentiaire kamer beslist. Bovendien gaat het om een openbare procedure op tegenspraak en de rechter is echt onafhankelijk. Ik denk dat de beroepscommissie bij de RSJ ook zo functioneert. Hans Lensing: ik zou ook meer zijn voor een integratie in die zin dat het bij de verlengingsrechter terecht zou komen, zeker als deze al zo inhoudelijk bezig is. Probleem is dat de penitentiaire kamer weliswaar met drie raadsheren en twee raden zit, maar dat dit in eerste aanleg niet zo is. Mijn ervaring is dat je gedragskundige aspecten beter aan gedragsdeskundigen kunt overlaten. Je zou kunnen overwegen, maar daarvoor zou een wetswijziging nodig Longstay: voor altijd?
zijn, om in tbs verlengingszaken één of twee gedragsdeskundigen als raad deel te laten uitmaken van het rechterlijk college. Yvo van Kuijck: die gedachte is eerder geuit en dat is ook het meest wenselijke denk ik. Maar de vijver om gedragsdeskundigen te vinden die niet besmet zijn, is heel klein in Nederland. JanCees Zwemstra: als je meer wil opereren als executierechter, dan heb je inderdaad een wetswijziging nodig. Mijn ervaring is dat uitspraak van de penitentiaire kamer heel vaak voor de betreffende patiënt neerkomt op een dode mus waarmee hij een half jaar lang op een dood spoor zit en waarmee je je richting de kliniek misschien bemoeit met zaken die niet helemaal op je pad lagen. Dat krijgt dan weer een eigen dynamiek. Als je dat wil doorzetten, dan moet je de wettelijke bevoegdheden hebben die passen bij een executierechter. Want anders ontregel je het systeem alleen maar. Dat geldt voor iedere instantie. Jan Verheugt: ik vind dat er een enorm verschil is tussen de LAP en de verlengingsrechter. De verlengingsrechter beslist over voortduring van de vrijheidsbeneming wegens gevaar. Dat is een ingewikkelde, moeilijke en grotendeels juridische afweging. Dat is iets heel anders dan de vraag in welk zorgprogramma iemand moet terechtkomen. Daarover gaat de LAP. Daarover gaan ook gedragsdeskundigen. Het veiligheidsaspect van de vrijheidsbeneming is iets anders en dat leidt ook tot hele andere afwegingen. Ik wil me dan ook krachtig verzetten tegen de samenvoeging van beide clubs. Zaal: ik sta tbs-gestelden bij en de voortdurende klacht is dat het allemaal veel te | Verslag Seminar 14 september 2012
63
langzaam gaat en dat er ontzettend traag wordt gehandeld. Ik heb laatst met een cliënt geteld hoe vaak hij van hoofd behandeling is gewisseld en ik geloof dat hij gedurende 10 jaar in de tbs 35 keer te maken heeft gehad met een nieuw hoofd behandeling. Het probleem dat je bij een verlengingszitting vaak aanstipt, is niet zozeer de vraag of je kunt beëindigen, maar de vraag het duurt te lang en doe iets. Het is een cri de coeur van onze cliënten aan de rechters om hier iets aan te doen en dan vind ik het logisch dat de rechter steeds meer probeert om op de stoel van de gedragsdeskundige te gaan zitten. Dus ik vind die integratie juist heel wenselijk en we zien ook dat rechters de neiging hebben om dat wel te doen. Ze nemen dan een zin op in het vonnis dat ze in plaats van twee jaar voor één jaar verlengen en dat ze over een jaar graag onderzocht willen hebben of er mogelijkheden zijn voor resocialisatie. Zo’n zinsnede is in mijn ervaring als advocaat van grote waarde. Want klinieken gaan daar echt mee aan de slag en cliënten zijn daar mee gediend. Karin ten Brinck: ik ben het van harte eens met de sprekers Jan Verheugt en JanCees Zwemstra om dat niet te vermengen, dus om te blijven toetsen op de gevaarlijkheid en de inhoud aan de gedragsdeskundigen over te laten. Ik wil ook nog een opmerking maken over het feit dat de tbs te lang duurt. Dat vinden wij als klinieken ook. We willen heel graag die duur verkorten, maar we zitten allemaal in het tijdsgewricht dat is gericht op veiligheid. Ik denk dat als je de behandeling meer onderscheidt naar klinische fase en meer transmurale fases, dat we al wel een eind zijn opgeschoten. Dat vind ik wel een belangrijke nuance. Want het leven van iemand met tbs weliswaar, maar met transmuraal verlof in een 64
| Verslag Seminar 14 september 2012
regionale beschermde woonvorm ziet er echt heel anders uit dan het leven van iemand in een tbs kliniek. Ik ben blij met die vooruitgang en dat de uitstroommogelijkheden breder worden, maar daar zijn we er nog lang niet mee. Ik ben er voorstander van om die trajecten te verkorten en gedragsdeskundigen vaker dan zes jaar die toets te laten doen. Want een behandelinhoudelijke uitspraak van de rechter is soms erg lastig zo niet onmogelijk voor een kliniek om uit te voeren en de patiënt schiet daar dus helemaal niets mee op. In die zin dus graag meer toetsingen, met zijn allen de voortgang bewaken en de uitstroom vergroten om zo het leven van een tbs-er beter te kunnen faseren en daar naar te oordelen. Want tien jaar tbs of veertien jaar longstay daar zit een wereld van verschil in. Ybo Buruma: het komt op mij over dat de juristen misschien wel een punt hebben, maar dat ze nu en dan komen met heel ongemakkelijke uitspraken. Dat werkt niet goed. Toch zag je dat de juristen relatief heel vaak anders gerichte of onhandige beslissingen nemen. Daar wringt wel iets. Hoe komt het dat die rechters toch het gevoel hebben dat het niet goed gaat en dat ze iets anders moeten proberen. Hoe reageer je dan op die juristen? Peter Braun: gewone mensen in de samenleving hebben opinies die niet zijn gestoeld op zakelijke kennis en wij zijn daar ook mee behept. Wij zijn ook niet honderd procent van onze tijd die zeer zakelijke professionals die alleen maar zakelijk oordelen en doen wat op onze stoel en bij onze rol past. Ik heb opvattingen over rechters en zij zullen ook kritische gedachten hebben over wat ik zeg. Niets menselijks is rechters of gedragsdeskundigen vreemd. Daar zit de oplossing volgens mij ook in. Als Longstay: voor altijd?
we ons maar voldoende realiseren wat onze rol is en we kunnen ons daaraan houden, dan zou de wereld al een stuk overzichtelijker blijven. Maar als we met zijn allen elkaars coach worden, dan wordt het heel ingewikkeld want dan weten we het allemaal beter. Rechters moeten doen wat voor de rechters is en gedragsdeskundigen moeten doen wat voor de gedragsdeskundigen is. En als ik advies vraag aan de rechter, dan moet ik er van uit kunnen gaan dat die naar beste weten besluit. En dat gedragsdeskundigen naar beste weten adviseren. Zaal: ik denk dat die tegenstelling niet juist is. Een zaak wordt interessant op het moment dat er door twee gedragsdeskundigen wordt gerapporteerd en blijkt dat ze het intern niet eens zijn. Dus het is te simpel om te stellen dat gedragsdeskundigen doen wat zij in hun professie juist vinden en dat de rechters zich bij het rechtspreken moeten houden. Zo werkt dat niet. Zaal: in de nieuwe wet forensische zorg die er aan komt, is heel goed nagedacht over welke rol we aan rechters moeten gaan geven als het gaat om de beoordeling welke behandeling iemand nodig heeft en hoe lang en waar dit moet plaatsvinden. In die nieuwe wet forensische zorg was het in eerste instantie aan de rechter om te bepalen hoe het zorgtraject er voor een patiënt uit zou moeten zien. Dat is gelukkig door alle deskundigen, rechters maar ook behandelaren, juristen uit de GGZ, de forensische psychiatrie en de Raad van State, afgewezen. We waren het er met zijn allen over eens dat je het niet aan de rechters moet laten. De beslissing over de behandeling moet niet bij juristen liggen. Ik ben jurist maar geen psycholoog of psychiater, dus ik vind dat je uit respect voor elkaars werk je als rechter niet moet uitlaten Longstay: voor altijd?
over het behandeltraject van een patiënt. Zaal: ik zou een zekere nuancering willen plaatsen. Juristen zijn inderdaad niet als gedragswetenschappers opgeleid, maar dat is naast de kwestie. In gevallen waarin er beslist moet worden, beslist in Nederland de rechter. En of hij dat nou kan of wil is eigenlijk niet zo relevant, want hij moet het en doet het. Dat kan bij elkaar komen als er bijvoorbeeld tegenstrijdige rapporten zijn. Wie heeft dan gelijk. Dat zal in veel gevallen een kwestie zijn die door de rechter moet worden beslist. Maar dat is ook het geval in situaties zoals die in de uitspraak van 5 maart 2007 van de penitentiaire kamer aan de orde zijn gekomen. Als de tbs nu zo lang duurt dat je als rechter je afvraagt of het nog proportioneel is, komt dan niet vanzelfsprekend ook aan de orde wat er met de behandeling aan de hand is. Mag die nog door gaan voor dit feit, gelet op de lange duur van de tbs. Dat zijn dingen die aan de orde komen. Dat leeft niet alleen bij advocaten. De heer Deenen zei vanmiddag, waarom zeggen die rechters niet af en toe; stop nu die longstay en maak er een voorwaardelijke beëindiging van. Dat zou ik wel willen doen, als ik nog in de penitentiaire kamer zou zitten, maar misschien zou het helpen als de klinieken dat dan ook durven te adviseren. Je ziet dat als het er op aankomt, dan gaan we de bal een beetje naar elkaar toespelen. Zaal: in de Pompekliniek hebben we een patiënt die in de longstay verblijft, maar onder een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Dat was een lange weg. Er zijn veel zittingen bij de rechtbank geweest. Uiteindelijk omdat we deze man niet uitgeplaatst kregen, zijn we met elkaar en met de reclassering tot deze draak van een constructie gekomen. Hij woont | Verslag Seminar 14 september 2012
65
gewoon in de longstay in Zeeland. Als behandelaar vind ik dat fantastisch, want ik ben dat vreselijke beleidskader kwijt en we kunnen met verlof en gaan nu toewerken naar onbegeleid verlof. Binnenkort gaat hij resocialiseren naar Eindhoven. Dat heeft hij eerder geprobeerd en dat ging niet zo goed, maar dat kwam omdat we hem koud hebben moeten laten gaan vanuit de longstay. Dat hebben we toen ook voorspeld. Op deze manier met een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging hebben we het zelf als longstay voorziening in de hand kunnen houden en hebben daar controle op kunnen houden en hem begeleiden. Het is een draak van een constructie, maar het is wel te doen samen. Zaal: dat pleit nog eens te meer voor afschaffing van de specialisatie longstay en het aparte stempel van de longstay, omdat je dan op maat kunt resocialiseren. Dat kon vroeger ook voordat de longstay bestond en als je de longstay als naam afschaft dan kan je dat weer doen. Dat zou veel longstay-ers ten goede komen. Zaal: in principe beslist de rechter, dat klinkt logisch. Maar dan geeft de rechter in het vonnis de kliniek in overweging om dringend te starten met verlof en verlof te gaan aanvragen en dan is er de interne verloftoetsingscommissie die het vier keer afwijst. Dan kom ik als onafhankelijk psychiater de zesjaars verlenging doen en dan wil de rechter een advies van voorwaardelijke beëindiging maar dan wordt het zo zwart wit. De rechter neemt de beslissing. Waarom wordt dat niet gewoon uitgevoerd. Zaal: dat zijn de ingewikkelde zaken. Je verwacht als rechter dat er een beetje naar het vonnis geluisterd wordt, omdat je aan ziet komen dat het niet heel lang zo door kan gaan. Daar kan je als kliniek op twee manieren op reageren. Bij de reactie dat zullen we nog wel eens zien, loop je het risico dat er op een gegeven moment een abrupte beëindiging komt. Dat doet geen enkele rechter graag. Maar je moet in ieder geval begrip opbrengen voor elkaars discipline en voor het feit dat uiteindelijk de rechter beslist. Yvo van Kuijck: dat is precies het voorbeeld waarbij de disciplines elkaar raken. Je moet ze wel onderscheiden, maar je kunt ze niet uit elkaar houden. Het hof mag niet op de stoel van de behandelaar gaan zitten, maar als er behandelaspecten spelen die relevant zijn voor de al dan niet verlenging, nu of desnoods een volgende keer, dan ben je raar bezig als je dat niet laat doorklinken en in ieder geval de behandelaar de gelegenheid geeft om daar wat aan te doen. En als er goede argumenten zijn om geen verlof aan te vragen of niet een bepaald behandeltraject in te gaan, dan horen wij dat graag. Maar anders is het de volgende keer aan de rechter om er een punt achter te zetten of niet. Dus nogmaals geen rechter op de behandelstoel, maar je kunt niet zeggen dat behandeling en de verlengingsbeslissing helemaal niets met elkaar te maken hebben.
66
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
67
Bijlage
68
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Programma seminar Dagvoorzitter:
prof. mr Y. Buruma, raadsheer bij de Hoge Raad der Nederlanden
09.30 - 10.00 uur
Ontvangst
10.00 - 10.05 uur
Welkomstwoord mr J.A.W. Lensing, voorzitter Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg en raadsheer in het Gerechtshof te Arnhem
10.05 - 10.15 uur
Interview mr I. Kluiter, plaatsvervangend secretaris Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg: Onderzoeksresultaten intern onderzoek naar de oorzaken van de vermindering van het aantal longstay aanvragen.
10.15 - 10.45 uur
Voordracht dr. W.F.J.M. van Kordelaar, klinisch psycholoog, lid directieraad NIFP en oud-lid Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg: Longstayers, longitudinaal perspectief.
10.45 - 11 .15 uur
Voordracht mr S.O. Roosjen, strafrechtadvocaat met onder meer als specialisme tbs en longstay: De longstay bezien vanuit het perspectief van patiënt en advocaat.
11.15 - 11.45 uur
Pauze
11.45 - 12.15 uur
Voordracht mr Y.A.J.M. van Kuijck, voorzitter van de penitentiaire kamer en vicepresident in het Gerechtshof te Arnhem: De relatie tussen de rechtspraak en de ontwikkelingen in het longstay beleid.
12.15 - 12.45 uur
Intermezzo stand-up comedian Jacob Spoelstra
12.45 - 13.45 uur
Lunch
13.45 - 14.15 uur
Voordracht drs. P.C. Braun, psycholoog en Clustermanager Patiëntenzorg Langdurig Forensische Zorg bij FPC De Pompestichting: Het perspectief van de kliniek op het historische beloop en de toekomstige ontwikkelingen in de longstay
14.15 - 14.45 uur
Voordracht dr. Th.A.M. Deenen, klinisch psycholoog en lid Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg: Verschillende typen longstayers en adviezen van de LAP.
Longstay: voor altijd?
| Verslag Seminar 14 september 2012
69
70
14.45 - 15.15 uur
Pauze
15.15 - 16.15 uur
Forumdiscussie onder leiding van de dagvoorzitter
16.15 - 17.15 uur
Borrel
| Verslag Seminar 14 september 2012
Longstay: voor altijd?
Colofon Dit verslag is een uitgave van: Landelijke Adviescommissie Plaatsing Catharijnesingel 51 3511 GC Utrecht T 0880 713uitgave 900 van: Dit is een
[email protected] Ministerie van Veiligheid en Justitie www.landelijkeadviescommissieplaatsing.nl Postbus 20301 | 2500 eh Den Haag
www.rijksoverheid.nl/venj © Rijksoverheid | November 2012 Publicatie-nr. Maand 2010 |J-16430 Publicatienr: j-0000