Verslag NIO overleg van 15 januari 2015 Mirjam Bijlenga opent - mede namens Irene Domburg die ziek is - de vergadering om 9.00 uur en heet iedereen van harte welkom. Dit overleg staat in het teken van de notitie Facilitering vrijwilligersorganisaties die het NIO op 7 juli 2014 heeft overhandigd en de schriftelijke reactie van de wethouder. Nadat wethouder Yolan Koster haar insteek voor het gesprek uiteenzet, ontstaat een levendige discussie onder de aanwezigen waarbij de volgende onderwerpen zijn besproken:
Koepel of Netwerk (p.1) Positie vrijwilligersorganisaties informele ondersteuning (p.1) Samenwerking WoerdenWijzer (p.1) NIO activiteiten (p.2) Ondersteuning NIO organisaties (p.2) Cultuurverandering burgers en professionals (p.2)
Centrale toegang (p.2) Positie NIO organisaties (p.2) Concept Zorg coöperatie (p.3) Positie Hart voor Woerden (p.4) Toezeggingen wethouder (p.4) Pilot Integraal PGB (p.4) I-PGB en onbetaalde zorg (p.5) NIO Overleg (p.5)
Koepel of Netwerk Yolan Koster geeft aan dat de gemeente waardeert dat het NIO veel tijd en energie heeft gestoken in de notitie. Zij had praktische voorstellen verwacht en was daarom enigszins verbaasd, dat een koepelgedachte uit de bus kwam. Inmiddels heeft het NIO de koepelgedachte echter losgelaten en op 19 november 2014 besloten om geen grote structuren op te zetten, maar door te gaan als een netwerk dat vooral gesprekspartner van elkaar is. Positie vrijwilligersorganisaties informele ondersteuning De vrijwilligersorganisaties die informele ondersteuning aanbieden zijn volgens Yolan Koster de steigers, het skelet voor wat in beleidstermen wordt aangeduid met het begrip voorveld. Voor de gemeente en voor de burgers is het van groot belang, dat deze vrijwilligersorganisaties de meest voor de hand liggende plaatsen zijn waar mensen naar toe gaan, als ze constateren dat ze behoefte hebben aan ondersteuning en gedachten daarover willen uitwisselen of ondersteuning komen halen, vóórdat ze naar het volgende station gaan, naar de gemeente c.q. WoerdenWijzer. De NIO organisaties zijn daarmee hoofdrolspelers in de transformatie van het sociale domein. De invulling van die rol is voor de gemeente het belangrijkste discussiethema. De gemeente heeft behoefte aan praktische voorstellen. Samenwerking WoerdenWijzer Voor de gemeente is een goed loket het uitgangspunt. WoerdenWijzer heeft een belangrijke plaats in het 1 sociale domein en het investeringsplan is gericht op het versterken van WoerdenWijzer. Bij het NIO leven 2 vragen als: “Hoe ziet de gemeente de samenwerking tussen WoerdenWijzer en informeel ?” en “Hoe kunnen we zorgen dat we goed in beeld komen bij WoerdenWijzer?” en “Wat kunnen we daar zelf in en wat doet de gemeente daarin?”. Yolan Koster geeft aan dat de gemeente niet leidend is, als het gaat om de relatie tussen het voorveld en de gemeente. Feitelijk is het andersom. WoerdenWijzer is het tweedelijnsloket van de gemeente en komt pas in beeld als inwoners in samenwerking met hun eigen netwerk en NIO organisaties geen afdoende oplossingen hebben gevonden die voorzien in de ondersteuningsvraag. De samenwerking van de NIO organisaties en WoerdenWijzer moet gericht zijn op het laten ontstaan van een goed vangnet voor ondersteuningsvragen van burgers, zodat die zo veel als mogelijk worden afgevangen door het voorveld. Hiervoor is nodig dat NIO organisaties elkaar goed weten te vinden, dat duidelijk is wat verwacht kan worden van WoerdenWijzer en - niet in de laatste plaats – dat NIO organisaties plannen
1 2
Raadsinformatiebrief Investeringsplan sociale infrastructuur 2015 van 16 december 2014 informeel = de vrijwilligersorganisaties die informele ondersteuning aanbieden
NIO overleg 15 januari 2015 versie van 26 januari 2015 | V15-0115
ontwikkelingen voor het verbeteren van het eigen functioneren. Het investeringsfonds is bestemd voor innovatie. Aan de hand van innovatieve ideeën kan ook het NIO een beroep doen op het investeringsfonds. NIO activiteiten Het NIO al bezig is om activiteiten te ontwikkelen bijvoorbeeld gericht op het vergroten van de zichtbaarheid en het verbeteren van doorverwijzen door elkaar goed te kennen. De onderlinge samenwerking wordt verder uitgebouwd. De drempel voor burgers naar informele ondersteuning is al jaren een belangrijk aandachtspunt voor NIO organisaties. Met kleine initiatieven wordt geprobeerd om de zichtbaarheid te vergroten, bijvoorbeeld door een overzicht van organisaties op de website van Hart voor Woerden te zetten en door het gesprek tussen het RAWB en de Rechtswinkel om één loket te maken voor hun spreekuren. Ondersteuning NIO organisaties Voor het welslagen van de onderlinge samenwerking binnen het NIO en het laten ontstaan van een goed vangnet in het voorveld is ondersteuning op verschillende gebieden nodig, bijvoorbeeld financiële ondersteuning voor nieuwe vormen van delen met elkaar, ondersteuning in de vorm van de beschikbaarstelling van ruimte of administratieve ondersteuning. Een algemeen gehoord probleem is, dat Woerdense burgers - ondanks de informatie op de website van WoerdenWijzer en Hart voor Woerden - de informele ondersteuningsorganisaties onvoldoende vinden. Cultuurverandering burgers en professionals Een hulpvrager kan zich afhankelijk voelen als een vrijwilliger om niet diensten aanbiedt. Burgers zijn dankbaar dat er iets voor hen wordt gedaan, maar dat kan ook leiden tot een ongelijkwaardige situatie. Hierdoor voelen burgers zich hoogstwaarschijnlijk minder afhankelijk bij het inkopen van ondersteuning. Dit geldt niet voor alle burgers, maar in het maatschappelijk beeld zijn de huisartsen en de gemeente nog steeds de eerste stations voor burgers met een ondersteuningsvraag. “Wat kunnen vrijwilligersorganisaties voor me doen?” als eerste prikkel, is nog geen algemeen gedachtengoed. Dit vereist een cultuurverandering waardoor men het voorveld gaat zien en vrijwillige zorg niet wordt ervaren als afhankelijk zijn, maar als fijn dat je elkaar kunt helpen. Wijkverpleegkundigen en huisartsen zitten nog te veel in de denkmodus “Wat valt er te halen bij de zorgverzekering?” en “Wat valt er te halen bij de professionele organisaties?”. Het doorverwijzen naar vrijwilligersorganisaties is voor professionele organisaties is een hoge drempel, omdat men twijfelt aan bijvoorbeeld de kwaliteit. De vrijwilligersorganisaties kunnen daar natuurlijk zelf wat aan doen, door te laten zien wat ze kunnen en dat wat ze doen ook kwalitatief goed is. Professionele organisaties bepalen echter veel. De NIO organisaties voelen zich het afvoerputje van de professionals, omdat die pas naar de vrijwilligersorganisaties komen als ze zelf vastlopen, terwijl de professionals eigenlijk moeten starten met het contact met de vrijwilligersorganisaties. Er moet hard gewerkt worden aan een gelijkwaardige samenwerking niet alleen binnen het NIO, maar ook met de professionele organisaties. Centrale toegang Welzijn Woerden geeft aan dat zelfaanmelding bij vrijwilligersorganisaties niet vaak gebeurt. Het merendeel heeft betrekking op verwijzing dus aanmelding via anderen. De Folder voor verwijzers is onder andere onder huisartsen verspreid. In de praktijk blijkt dat de ene organisatie beter gevonden wordt dan de andere. De vraag is of WoerdenWijzer - het centrale tweedelijnsloket - in voldoende mate NIO organisaties weet te vinden en hoe je kunt bevorderen dat burgers hun weg vinden naar het voorveld, de NIO organisaties. Voorgesteld wordt om een voor burgers laagdrempelig loket te creëren bijvoorbeeld in de bibliotheek, zonder allerlei ingewikkelde structuren. Dit loket moet burgers wegwijs maken in het aanbod van de NIO organisaties. Positie NIO organisaties De NIO organisaties vinden het gesprek met professionals belangrijk en er wordt betreurd, dat ondanks toezeggingen over co creatie over de toegang van WoerdenWijzer nog steeds niets van de grond is gekomen. Er wordt veel gesproken over de nulde, eerste, tweede of derdelijn. In de praktijk is echter regelmatig sprake van en-en waardoor op-en-neer verwijzen en daarmee de verbinding tussen het voorveld en eerste, tweede en derdelijn aandacht verdient zodat iedereen elkaar makkelijker vindt. Vanuit het perspectief van de inwoners is volgens Yolan Koster de vanzelfsprekendheid van de relatie van de NIO organisaties met professionals helemaal niet zo groot.
2
NIO overleg 15 januari 2015 versie van 26 januari 2015 | V15-0115
Zelf hulp inkopen is voor Yolan Koster belangrijk om zichzelf mentaal overeind te houden in een afhankelijke situatie. Zij zal niet snel een beroep doen op vrijwillige zorg vanwege de afhankelijkheidsrelatie en het risico van ongelijkwaardige verhoudingen. Het betalen voor hulp is ook een vorm van wederkerigheid. Vrijwilligersorganisaties zien haar meestal eendimensionaal: een inwoner die iets komt halen. Zelden wordt gezien dat ze kennis en ervaring heeft die toevallig niet nodig zijn in de betreffende vrijwilligersorganisatie, maar wel van belang kunnen zijn voor andere vrijwilligersorganisaties. Het uitwisselen van dergelijke informatie en het gebruiken van elkaar in de meest positieve zin van het woord, hebben we als samenleving afgeleerd en het consumentisme viert hoogtij. Cliënten zijn geen klanten van de gemeente, maar eigenaren van datgene wat met hen zelf gebeurt. We moeten volgens de wethouder afleren om alles om te zetten in geld. Die ruilvorm moet omgebogen worden naar het gebruiken van een netwerk waarin we elkaar helpen en de eerste actie dus bestaat uit de vraag of vrijwilligersorganisaties als UW Ouderplatform, Handje Helpen of dergelijke kunnen voorzien in een ondersteuningsvraag. Het NIO wil juist vanuit het eigenaarschap de relatie met inwoners leggen. De NIO organisaties bestaan uit inwoners die wat willen doen voor andere inwoners; het NIO is dus voor, door en van de inwoners van de gemeente Woerden. In de gesprekshandleiding voor de consulenten van WoerdenWijzer is volgens Yolan Koster opgenomen dat bij het opstellen van het ondersteuningsplan ook nagegaan wordt of het voorveld is benaderd. Binnen de NIO organisaties is onvoldoende kennis aanwezig over het vrijwilligersveld. Dit is geen kernactiviteit voor vrijwilligersorganisaties, waardoor de kennis van het vrijwilligersveld niet wordt overgedragen aan nieuwe mensen binnen de organisatie. Ondanks dat het NIO al enige tijd bestaat is dit de achtergrond voor het gebrek aan het elkaar kennen. Een ander aandachtspunt is dat vrijwilligersorganisaties geneigd zijn om zich naar binnen te richten. De tijd die nodig is voor het NIO Overleg gaat ten koste van de beperkte kerntijd die beschikbaar is voor de eigen vrijwilligersorganisatie. De insteek voor resultaten is meestal “Wat hebben wij als organisatie gedaan?” terwijl je ook kunt uitgaan van de vraag “Wat hebben wij als organisatie binnen de gemeente Woerden gedaan?”. De meeste verwijzingen naar NIO organisaties gebeurd door professionals. Feitelijk zijn er spelverdelers nodig die goed op de hoogte zijn van het aanbod van de vrijwilligersorganisaties, zodat inwoners goed geholpen worden. Gezamenlijke huisvesting van de NIO organisaties in één gebouw kan bijdragen een het beter vinden van elkaar. Concept Zorg coöperatie Zegveld krijgt binnenkort een zorg coöperatie die bewoners gaat helpen bij zorgvragen. In Austerlitz wordt al langer met dit concept gewerkt. Als iemand bijvoorbeeld vervoer naar het ziekenhuis nodig heeft, dan is er een pool van vrijwilligers die dat kunnen verzorgen. Onder die vrijwilligers kan bijvoorbeeld ook iemand zijn, die tijdelijk behoefte heeft aan ondersteuning bij de opvoeding. Alle inwoners kunnen zowel leveranciers als afnemers van diensten zijn en ze zijn allemaal eigenaar van de zorg coöperatie. De coöperatie is een collectief en collectief wordt bepaald hoe het aanbod eruit ziet. In Austerlitz werkt dit op een aantal plekken goed, op andere plaatsen is het wat lastiger. Het Rode Kruis heeft te maken met landelijke aansturing wat niet goed is te combineren binnen het concept van de zorg coöperatie. Present heeft ook een landelijke aansturing. Het is een zoektocht hoe de zorg coöperatie in Zegveld zich ontwikkeld. Yolan Koster noemt dit als voorbeeld van een concept waarin het eigenaarschap van inwoners prominent is. Het NIO onderschrijft de intentie waar het gaat om de samenwerking met de inwoners, maar het NIO is geen voorstander van ingewikkelde structuren die kunnen leiden tot over-organisatie en een eenheidsworst. Hulpvragers kunnen over de drempel worden geholpen om een beroep te doen op hun buren, als wordt gevraagd naar de waarde die de hulpvrager anderen kan aanbieden. Dit werd geïllustreerd met het voorbeeld van iemand die geen beroep wilde doen op de buren totdat werd geconstateerd dat de hulpvrager altijd de wijnpakketten van de buren in ontvangst neemt, omdat de buren overdag niet thuis zijn. Drempels voor het inzetten van burenhulp is, dat men het burencontact niet wil veranderen in een hulpverlenersrelatie en dat het contact met de buren goed moet zijn: als je iemand niet mag is dat geen goede basis om hulp te vragen of hulp te geven.
3
NIO overleg 15 januari 2015 versie van 26 januari 2015 | V15-0115
Yolan Koster geeft aan dat de gemeente sociaal innovatieve projecten, zoals de zorg coöperatie, kan helpen door middelen beschikbaar te stellen. De NIO organisaties zijn de dragers van het netwerk en de toegang tot inwoners. De samenwerking met WoerdenWijzer moet goed zijn om de overgang van vrijwilligersorganisaties en formele organisaties soepel te laten verlopen. De wethouder vindt dat de inzet van de NIO organisaties zo min mogelijk via de band van de professionele organisaties moet lopen. Het NIO is van mening dat je en-en met doen. De burger maakt niet alleen gebruik van het voorveld, maar ook van eerste, tweede en derdelijns voorzieningen. Het initiatief ligt weliswaar bij de inwoner, maar als er geen verbindingen zijn tussen het voorveld en de professionals, dan zal de professional de inwoner nooit terugverwijzen naar het voorveld, ondanks dat in het voorveld aanbod is, dat aansluit op (een deel van) de ondersteuningsvraag. Als inwoners eenmaal binnen zijn bij een professionele organisatie dan is men nog niet geneigd om ook nog naar de nuldelijn te kijken. Positie Hart voor Woerden Vorig jaar is gekeken naar organisatie overstijgende zaken die niet identiteitsgebonden zijn en gezamenlijk kunnen worden opgepakt zoals ruimte, publiciteit, deskundigheidsbevordering en dergelijke. Hart voor Woerden wordt geacht hierin de hoofdrol te nemen. Daarom worden de activiteiten van de NIO organisaties niet meer door WoerdenWijzer in de markt gezet, maar door Hart voor Woerden. Hart voor Woerden is het shared service centrum voor alle vrijwilligersorganisaties, dus niet alleen voor de NIO organisaties. Hart voor Woerden faciliteert het NIO al en zij gaan met elkaar in gesprek over de verdere invulling van de shared service voorzieningen. Feitelijk zijn de NIO organisaties eigenaar en opdrachtgever van Hart voor Woerden. Tot nu toe hebben ze dat niet zo ervaren, omdat de NIO organisaties onvoldoende zijn betrokken bij Hart voor Woerden. Dit neemt niet weg dat de NIO organisaties zelf het gesprek met de gemeente aan willen gaan over de eigen organisatie, over identiteitsgebonden aangelegenheden. En overeind blijft dat formeel onvoldoende gebruik maakt van formeel. Toezeggingen wethouder Yolan Koster zegt toe dat ze gaat onderzoeken hoe de relatie tussen formeel en informeel beter geborgd kan worden. De gemeente moet ervoor zorgen dat de geformaliseerde zorgaanbieders goed op de hoogte zijn van het aanbod van de NIO organisaties. De wethouder vraagt het NIO om met een concreet voorstel te komen voor het vergroten van de zichtbaarheid van de NIO organisaties. De NIO organisaties zijn beperkt in de ruimte die ze vrij kunnen maken voor innovatieve projecten. Yolan Koster kan middelen beschikbaar kan stellen om het innovatie proces te bevorderen en om het resultaat te bereiken waarbij inzicht moet zijn in wat het NIO wil bereiken, hoe het NIO dat wil doen en wat er voor nodig is om dat te bereiken. Van belang is dat het ontwikkelingsproces dit jaar gaat lopen. Het gewenste resultaat is dat de NIO organisaties de meest logische plek zijn waar inwoners als eerste naar toe gaan om een antwoord te vinden op hun hulpvraag. De wethouder adviseert het NIO om het eigenaarschap van Hart voor Woerden op te pakken en zich als zodanig te manifesteren. Natuurlijk met behoud van identiteit specifieke kenmerken en eigenschappen van de afzonderlijke organisaties, maar algemene en organisatie overstijgende thema’s kunnen gemeenschappelijk worden opgepakt. Pilot Integraal PGB Yolan Koster geeft aan dat alle informatie over deze pilot is te vinden op de website integraalpgb.nl en dat Nely Sieffers is betrokken bij het cocreatie proces. Wegens andere verplichtingen kan de wethouder hier niet nader op ingaan. Ze verlaat de vergadering, nadat Mirjam Bijlenga haar heeft bedankt voor haar inbreng en tijd. Dunja van Kleef heeft op 13 januari jl. een informatiebijeenkomst bijgewoond voor maatschappelijke organisaties en deelt de Informatiebrief Pilot i-pgb van januari 2015 uit. Anniek van der Ploeg geeft een korte toelichting. Integraal PGB wordt soms ook aangeduid met Levenslang en levensbreed PGB. De gemeente Woerden heeft samen met de gemeente Delft toestemming gekregen van het ministerie van VWS om deze pilot uit te voeren. Marlieke van Woerkom is de projectleider. De gemeente wil levenslangbestendige indicaties ontwikkelen voor de toekenning van pgb´s voor een langere periode voor mensen met een handicap. Levenslang heeft betrekking op een levensperiode, bijvoorbeeld de kindertijd.
4
NIO overleg 15 januari 2015 versie van 26 januari 2015 | V15-0115
Nely Sieffers merkt op, dat het gaat om mensen die op meerdere gebieden ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld dagbesteding, vervoer, begeleiding. Nu wordt dat uit verschillende potjes betaald. Het is de bedoeling is dat er één ondersteuningsplan wordt gemaakt op basis waarvan je één budget krijgt waarvan je alle ondersteuning kunt betalen; je kunt zelf bepalen waar je de ondersteuning afneemt. Anniek van der Ploeg geeft aan dat de Wet Langdurige Zorg een aandachtspunt is, omdat deze wet buiten de bevoegdheid van de gemeente valt. I-PGB en onbetaalde zorg Voor het NIO is onduidelijk hoe onbetaalde en betaalde zorg zich verhouden in de context van het i-pgb, oftewel wanneer, door wie en hoe wordt een beroep op het voorveld c.q. de NIO organisaties gedaan als er sprake is van een i-pgb. Met het i-pgb kan namelijk de ondersteuning van de buurman worden betaald. Dit was ook onderwerp van gesprek in de bijeenkomst voor maatschappelijke organisaties waar de aanwezigheid van de vrijwilligersorganisaties werd gemist. Heel herkenbaar voor alle aanwezigen is het voorbeeld van een cliënt die betaalde 24 uurszorg heeft, maar een vrijwilliger nodig heeft voor de momenten waarop er geen betaalde 24 uurszorg beschikbaar is. In de discussie zijn verder de volgende zaken naar voren gekomen: Vanuit haar ervaring met een zorg pgb stelt Marjan Duurkoop dat de cliënt centraal staat en dus leidend is in de keuze voor betaalde of onbetaalde ondersteuning. De uitdaging is om het gesprek met de cliënt hierover aan te durven gaan. Mirjam Bijlenga is van mening dat de intrinsieke waarde van vrijwillige zorg en betaalde zorg verschillen. Vrijwilligersorganisaties kunnen de intrinsieke waarde van vrijwillige zorg gebruiken om zich zelf beter voor het voetlicht te brengen. Nely Sieffers vindt dat en-en-en belangrijk is: afhankelijk van specifieke ondersteuningsvragen moeten cliënten kunnen kiezen voor betaalde of Informele zorg en in de praktijk zijn ook combinaties denkbaar. Hannie van Baren geeft aan dat dit een belangrijk aandachtspunt is voor de aansluiting tussen formeel en informeel. Anniek van der Ploeg geeft aan dat de gemeente ook bezig is met de Inwonercloud. Die cloud biedt inwoners de mogelijkheid om informatie over zichzelf overzichtelijk te delen. Manette Maas vindt de gedachte dat de i-pgb houder eigenaar is van de eigen ondersteuningsvraag en daarmee ook van het bijbehorende budget op zich goed. Het zit echter nog te veel in de genen van de eigenaren om zaken via geld te regelen. Het risico is dat je met het i-pgb bij cliënten en professionele organisaties verwachtingen creëert dat er geld is. Wim Agterof vindt dat de gemeente in de berichtgeving niet consistent is als het gaat om het belang dat men hecht aan de vrijwilligersorganisaties die feitelijk aan het begin van de keten moeten staan. Tot nu toe wordt wat belang afgedaan in bijzinnen. Gemeente zou in berichtgeving veel explicieter de aandacht kunnen vestigen op de vrijwilligersorganisaties. De gemeente wil dingen goed regelen en is daardoor geneigd om terug te vallen op grote, oude en/of professionele organisaties. Geconcludeerd wordt dat het NIO hard aan de slag moet om de relatie tussen eigen kracht en het vrijwilligerscircuit handen en voeten te geven. Het gaat hierbij niet alleen om de samenwerking binnen het NIO, maar ook om een groeiproces binnen de afzonderlijke vrijwilligersorganisaties omdat de interne organisatie meegenomen moeten worden in de ontwikkeling. NIO Overleg Mirjam Bijlenga geeft aan dat de notitie Missie, visie en inrichting NIO is aangepast naar aanleiding van de bespreking in het NIO overleg van 19 november jl. De definitieve versie is onlangs toegestuurd. Op die basis kan het NIO nu verder werken met elkaar. Inmiddels krijgt de communicatiestructuur vorm: het NIO heeft een eigen mailadres en binnenkort wordt de NIO pagina op de website van Hart voor Woerden aangepast. Die webpagina’s worden ook gebruikt om samenvattingen van de Kerngroep vergaderingen te publiceren, zodat iedereen kennis kan nemen van de lopende activiteiten. De Kerngroep behartigt de belangen naar buiten toe en het NIO Overleg beslist over de items die opgepakt moeten worden. In het volgende NIO overleg moet besloten worden welke concrete werkgroepen zich gaan buigen over welke opdrachten. De Kerngroep zal dit voorbereiden door voorstellen te formuleren voor werkgroep opdrachten. In het NIO Overleg van 19 november is afgesproken dat men in de eigen organisatie mensen zou enthousiasmeren om deel te nemen aan een werkgroep. Dat heeft bijna niets opgeleverd. Mirjam Bijlenega
5
NIO overleg 15 januari 2015 versie van 26 januari 2015 | V15-0115
stelt daarom een andere route voor: iedereen benadert persoonlijk mensen die geschikt zijn voor een bepaald thema en doen een beroep op hun burgerschap: burgers zijn nodig om vrijwilligersorganisaties vorm te geven. Ten slotte sluit Mirjam BIjlenga de bijeenkomst om 10.40 uur en bedankt iedereen voor zijn komst en bijdragen in het bijzonder Anniek van der Ploeg.
6
NIO overleg 15 januari 2015 versie van 26 januari 2015 | V15-0115
Deelnemers NIO overleg van 15 januari 2015 Aanwezig namens: Autisme Info Centrum Cie. Diaconie Raad van Kerken De Mantelmeeuw De Meerpaal en Inloophuis ’t Centrum Gemeente Woerden Gemeente Woerden Gemeente Woerden Hart voor Woerden Inloophuis ‘Leven met Kanker’ NPV en Stichting Ontmoeting UW Ouderplatform RAWB Rode Kruis Rode Kruis Woerden Stichting Present Stichting Rechtswinkel Woerden Stichting Thuishuis Woerden Welzijn Woerden Welzijn Woerden
Simone Leushuis Klaas Berghoef Mirjam Bijlenga |Gespreksleider Corrie Tamerus Anniek van der Ploeg Sigrid Stam Yolan Koster Maya Thieme | Verslag Marjan Duurkoop Corrie Middelkoop Nely Sieffers Wim Agterof Joke Staal Ria Zock Elma Meijers Manette Maas Chris Schalkwijk Dunja van Kleef Hannie van Baren
vrijwilliger
Irene Domburg Martine Schüller Josien Visscher Corrie van Jaarsveld Hannie van Duuren Lineke Brillemans Gery Bloemendal
directeur regio coördinator Contactpersoon NIO coördinator intake en beoordeling bestuurslid voorzitter
directeur beheerder & coördinator beleidsadviseur beleidsadviseur wethouder vrijwilliger coördinator netwerk coördinator voorzitter voorzitter vrijwilliger secretaresse coördinator voorzitter penningmeester mantelzorgconsulent directeur
Bericht van verhindering namens: Handje Helpen Handje Helpen NPV Stichting Thuishuis Woerden Voedselbank Voedselbank Zonnebloem Woerden
7