Verslag Natuureducatie Drielandenpark 2012 Kennismaking met de natuur en de ontwikkeling van een natuurlijke klimaatbuffer aan de rand van het Vijlenerbos
Jobien Boonman ARK Natuurontwikkeling
ng
EDUCATIEPROJECT KLIMAATADAPTATIE
OP SPEURTOCHT IN HET DRIELANDENPARK Voorjaar 2012 is het educatieproject “Op speurtocht in het Drielandenpark” gestart. Het bestaat uit een powerpoint-presentatie op school en een veldles in Wolfhaag bij Vaals. Scholen uit Vaals, Vijlen Lemiers, Reijmerstok, Gulpen, Bocholtz werden in de gelegenheid gesteld om met de leerlingen van groep 6, 7, en 8 dit gebied in het voorjaar te bezoeken en kennis te maken met de natuur en de ontwikkeling van een natuurlijke klimaatbuffer aan de rand van de Vaalser- en Vijlenerbossen. De Provincie Limburg financiert dit educatieproject vanuit het programma ‘klimaatadaptatie’.
Deelname van scholen In januari hebben de scholen via een mail de uitnodiging gekregen om met dit project mee te doen. Er reageerde slechts één school. Eind januari werd daarom een aantal scholen bezocht om verdere uitleg te geven over het educatieproject. De meeste leerkrachten reageerden enthousiast en al snel meldden zich 20 groepen aan. Bs de Triangel Bs Op de Top Bs de Robbedoes
Gulpen Vijlen Vaals
5x 2x 3x
Bs St Franciscus Bs de Cathabel Bs Bocholts
Reijmerstok Lemiers Bocholtz
2x 2x 6x
In totaal hebben 6 scholen, 20 groepen, 506 kinderen, 187 begeleiders en leerkrachten meegedaan.
Powerpoint-presentaties De powerpoint presentatie wordt in de klas gegeven (zie bijlage 1). Deze is bedoeld als voorbereiding op de veldles. De powerpoint-presentatie is een voorproefje op wat men straks in het veld verwachten kan, zowel wat betreft het landschap als de opdrachten die bij de veldles horen. De les duurt een uur. Er wordt uitleg gegeven over klimaatverandering en het tegengaan van overstromingen in de beekdalen door natuurlijk herstel van kwelstroompjes en kwelmoerasjes op de hellingen. Ook het herstel van landschapsecologische verbindingen komt aan bod en de dieren die hiervan profiteren. In het bijzonder de hazelmuis, ook wel aapje van het zuiden genoemd. Naast de fauna wordt ook de flora besproken en wordt gekeken naar het belang van natuurlijke begrazing door Hooglander runderen. Al tijdens de binnenles ontdekken de kinderen de mogelijkheden van het gebied om te struinen en te speuren. Ook horen de kinderen al op school hoe ze zich in het veld tegenover de Hooglanders moeten gedragen: rustig en afstandelijk. . Veldles Natuur en landschap kun je het beste ervaren en begrijpen door er zelf op uit te trekken, te speuren, te onderzoeken en te beleven. Dat is de kracht van een veldles. Een set met opdrachtenkaarten (zie bijlage 2) vormt de rode draad van de veldles. De klas wordt in kleine groepjes (ca. 5 leerlingen per groepje) verdeeld die in een roulerend systeem de opdrachten uitvoeren. De groepjes kunnen bijvoorbeeld waterdiertjes scheppen en bekijken, kleine beestjes zoeken en vogels observeren, menselijke en dierlijke sporen in het terrein zoeken, grote grazers bestuderen enz. Voor deze opdrachten zijn materialen beschikbaar zoals schepnetten, verrekijkers, loepjes e.d. Bovendien zijn er prachtige zoekkaarten. In een rijk geïllustreerd invulboekje (zie bijlage 3) kunnen de leerlingen invullen
of aankruisen wat ze hebben gezien. De opdrachten worden verdeeld vanuit de ‘centrale plek’. Dit is een overzichtelijke plek met een mooi uitzicht op de Vaalser- en Vijlenerbossen en op het dal. Hier wordt het lesmateriaal uitgestald en van hieruit vertrekken de groepjes met hun opdracht en keren terug voor een nieuwe opdracht. Bij de centrale plek kunnen de kinderen tussendoor ook drinken en eten. De veldlesbegeleider staat er om vragen te beantwoorden, aanwijzingen te geven of om te luisteren naar de vaak kleurrijke verhalen van de teruggekomen groepjes. Soms gaat de veldlesbegeleider naar de groepjes die zich verspreid hebben toe om ze nog het een en ander nader uit te leggen.
Bevindingen van kinderen en ouders WATERBEESTJES
Dit is een leuke opdracht, ondanks dat leerlingen bij de bronbeekjes (nog) niet veel verschillende soorten vangen. Het zijn voornamelijk vlokreeftjes, wat bloedzuigers en af en toe een larve van de geelgerande waterkever. Wat het wel leuk maakt, is dat de vlokreeftjes vaak met zijn tweetjes zijn, wat bij de meesten de fantasie prikkelt, waardoor er steeds gegniffeld wordt. Ook vingen ze af en toe een kikker. Het is weer eens heel iets anders om in een “mini-riviertje” wat te vangen in plaats van in een poel. De stroompjes worden gevoed door de bronnetjes die boven in de helling ontstaan. De verwachting is dat door het vasthouden van water bij de bron, het aantal kikkers en padden in de toekomst zal toenemen in de nieuw ontstane hellingmoerasjes.
HOOGLANDERS
De Hooglanders worden met een verrekijker geobserveerd. De eerste ochtend van de veldlessen waren de runderen onwennig en onrustig. Ze renden door het veld, terwijl de stier op een afstandje wakend bleef staan, om zich even later bij de kudde te voegen. Als een stoere macho liep hij naar zijn koeien toe. In de daarop volgende middag waren de grazers rustiger, al hielden ze de leerlingen goed in de gaten. De tweede dag al leken de Hooglanders aan de veldlessen te zijn gewend; alert bleven ze wel. Meestal lagen ze ‘s morgens midden in het terrein onder bomen bij een poel, en trokken ze in de loop van de dag naar de populieren met de mistletoe. Het was heel erg fijn dat de kinderen zich aan de afspraak hielden: rustig zijn en 25 meter afstand houden.
VOGELS
Deze opdracht wordt steeds gecombineerd met de opdracht Hooglanders. De kinderen hebben dan toch al een verrekijker en kunnen zo in een keer doorgaan. Het ontdekken van vogels viel trouwens niet mee. “We horen ze wel maar zien ze niet.” Wel hebben meerdere groepen op een ochtend de Grauwe klauwier kunnen bewonderen, een zeldzame vogel die grote insecten op doorns prikt, om later op te eten, en die leeft in de buurt van struikgewas en ruige bosranden. Ook werden Kraai, Buizerd en Kievit meerdere keren gespot.
KLEINE BEESTJES
De kinderen en ook veel begeleiders vonden dit een verassende opdracht. “Als je zo kijkt zie je eigenlijk niet veel en denk je hier zit niks van kleine beestjes, maar als je beter gaat kijken zie je er ineens een heleboel.” Ze zagen schorpioenvlinders, kikkers, padden, veld- en sabelsprinkhanen en veel naaktslakken. Vlinders waren er dit voorjaar bijna niet.
NEUZEN NAAR GEUREN
De kinderen krijgen een hulsje mee van een fotorolletje. Hierin mogen ze van alles verzamelen. Bloemen, blaadjes, mos, besjes enz. Met een takje of stevige stengel mogen ze het fijn maken zodat ze een geurtje krijgen. De kinderen gaan dan in de kring staan en geven hun geurtje door aan de ander met het vermelden van de naam van hun geurtje totdat het potje weer terug bij de eigenaar is. De kinderen vonden het verzamelen, mengen en ruiken heel erg leuk om te doen, en het was verassend om te zien dat ook de jongens dit erg leuk vonden. Vooral de geurige watermunt was in trek.
BLADEREN, BLOEMEN, PLANTEN-SPEURTOCHT
Hier was de reactie een beetje het zelfde als bij de opdracht kleine beestjes. “Er zijn toch helemaal niet zo veel verschillende bloemen” maar toen ze de opdracht gingen doen ontdekten ze zo veel meer en waren de resultaten in de werkboekjes erg leuk en kleurrijk. VIND JE BOOM
Elke boom is anders. Dat kun je niet alleen zien maar ook voelen. De kinderen werken in tweetallen. Een is de begeleider en de andere de blinde. De begeleider moet heel serieus de blinde veilig naar een boom leiden die overigens moet voelen. Hoe voelt de schors, zitten er zijtakken aan, hoe ruikt de boom, is er onder begroeiing enz. Dan gaan ze terug naar het beginpunt en de blinde doet zijn blinddoek af en zoekt de boom op die hij/zij gevoeld heeft. Dan wordt er gewisseld. Deze opdracht hebben een aantal kinderen gedaan en vonden het erg leuk. “Gek je was geblinddoekt en je kon je boom toch gewoon terug vinden.” Voor deze opdracht moeten de kinderen naar de rand van de Vaalser en Vijlenersbossen omdat in de begrazingseenheid maar weinig bomen staan. DE GROTE SPEURTOCHT
Een opdracht die wat langer duurt. De kinderen lopen door het hoge gras omhoog richting het bos. In de struiken zien ze hier en daar nestkastjes hangen voor de hazelmuis. In het grasland kunnen ze de wissel zien waar de das gelopen heeft. Bovenin het gebied vinden ze een grote dassenburcht. Via een paadje langs het bos lopen de kinderen weer omlaag. Ook hier zien ze weer verschillende nestkastjes. Ze maken een leuke wandeling waarbij ze een goede indruk krijgen van het gebied. Af en toe met wat geluk zien ze zelfs een ree lopen Er kwamen een aantal groepen terug met de mededeling dat ze werkelijk alles hadden gezien en aangekruist
wat ze maar konden tegenkomen in dit gebied volgens de zoekkaart ‘Diersporen’ (zie bijlage 4) LIJKENPIKKERS
Om deze spannende opdracht werd herhaaldelijk gevraagd. Maar jammer genoeg was er ten tijde van de veldlessenreeks géén lijk. De kinderen bekeken de mooie zoekplaat ‘Lijkenpikkers’ (zie bijlage 5), en kregen uitgelegd wat de bedoeling van deze opdracht is: “Je kunt zo´n dood dier zien als een dierenrestaurantje waar verschillende dieren hun hapje komen halen. Op deze manier wordt honger gestild en wordt het lijk ook nog netjes opgeruimd. KLIMAATVERANDERING
Voor deze opdracht moeten de kinderen even rustig gaan zitten, en terugdenken aan wat ze tijdens de powerpoint presentatie hebben gehoord. Vaak is de opdracht een moment van rust tussen twee loopopdrachten in. Het klimaat verandert. Het wordt bij ons warmer en natter, met alle gevolgen van dien. Een natuurgebied zoals het Drielandenpark bij Vaals kan, door water vast te houden in plaats van snel af te voeren, helpen om een al te overvloedige toevoer van regenwater naar het dal voorkomen. Zo houden bewoners in het dal droge voeten. Natuur is een spons die water opslurpt. Door meer natuur te ontwikkelen wordt de spons groter. Planten en dieren profiteren van meer natuur! En de kinderen ook, want die hebben de hele ochtend of middag enorm genoten van hun speurtocht in deze natuurlijke klimaatbuffer ! WEER
Het weer was in de veldwerkperiode erg wisselvallig, af en toe miezerde het de hele tijd en een paar keer was er een fikse bui. We hebben toen het lesmateriaal afgedekt met een zeil en zijn met de hele groep naar het bos gelopen en dachten daar minder nat te worden. Het tegendeel was waar. Enkele moeders zijn met een aantal kinderen naar huis gereden om droge kleren te gaan halen, omdat het niet alleen nat maar ook erg koud was. De laatste les was het erg warm en de kinderen hadden geen van allen drinken mee. Na een uur begonnen de kinderen te klagen dat ze terug naar school wilden. Dit was uitzonderlijk. De juf vond dit erg vervelend maar besloot toch na anderhalf uur terug te gaan.
Tot slot
De leerkrachten, ouders en kinderen waren erg enthousiast over het gebied. En een aantal leerkrachten en ouders waren ook uitgesproken positief over het veldles project. “Geweldig dat dit aangeboden wordt aan de scholen. Zeker ook omdat er steeds minder kinderen buiten dingen ondernemen.” Ook werd regelmatig de vraag gesteld of dit gebied vrij toegankelijk was voor wandelaars. Die vraag kon natuurlijk met ja worden beantwoord. Eén school wilde zich na afloop zelfs gelijk weer inschrijven voor de veldlessen (zie bijlage 6). En inderdaad worden de veldlessen volgend jaar voortgezet. Met budget vanuit PMJP kan ARK de veldlessen, die in 2012 in het kader van het provinciale project ‘Klimaatadaptatie’ werden ontwikkeld, in 2013 continueren. Wel moet in 2013 vooraf een oplossing worden gezocht voor het parkeerprobleem van de ouders die de kinderen brengen. Afgelopen seizoen kregen op een ochtend maar liefst 4 auto’s een bon. Dit is later gelukkig kwijtgescholden. En een behulpzame agrariër die tegenover het natuurgebied woont, stelde na dit vervelende voorval een stuk parkeerplaats beschikbaar.
Bijlage 1. Powerpointpresentatie (gemaakt i.k.v. educatieproject klimaatadaptatie)
Op speurtocht in het Drielandenpark
Klimaat ! verandering Water blijft in de Water vasthouden op natuur de helling
Tot ZIENS ziens…. ! TOT
Water vasthouden Er ontstaan ontstaan zompige plekken plekken Er zompige
Bijlage 2. Opdrachtenkaarten (gemaakt i.k.v. educatieproject klimaatadaptatie)
Bijlage 3. Invulboekje (gemaakt i.k.v. educatieproject klimaatadaptatie)
Bijlage 4. Zoekkaart Diersporen (nieuw in 2012)
Bijlage 5. Zoekkaart Lijkenpikkers (nieuw in 2012)
Bijlage 6. Mail van Basisschool Bocholtz
Beste Jobien, Via deze mail wil ik graag, namens BS Bocholtz, informeren naar de mogelijkheden omtrent eventuele "natuurprojecten" in onze omgeving voor volgend jaar. Het moge duidelijk zijn, dat wij (leerkrachten, begeleidende ouders en kinderen) zeer genoten hebben van de gegeven lessen in de groepen 6 t/m 8. Zowel het stukje theorie alvorens, als de praktijkles daarna vielen zeer in de smaak! Kort samengevat: dit smaakt naar meer............... Wellicht dat u me op korte termijn een antwoord kunt formuleren op de volgende vragen:
Wordt het Drielandenproject volgend jaar weer gegeven en kunnen we ons hiervoor nu al inschrijven en eventueel al mogelijke data vastleggen? Is het zinvol om dit weer met de groepen 6 t/m 8 te doen, omdat het dan voor drie groepen een herhaling wordt? Zijn er eventueel andere mogelijkheden? Bijvoorbeeld: soortgelijke opdrachten in een ander natuurgebied. Of andersom: in hetzelfde natuurgebied, maar dan met een andere insteek.
Ik hoop dat mijn vragen duidelijk zijn. Mocht dat niet het geval zijn, dan hoor ik dat uiteraard graag. Alvast bedankt voor uw reactie! Met vriendelijke groet, Fleur Franssen-Laven leerkracht groep 8/BS Bocholtz
(deze school heeft voor het volgende seizoen weer met 6 klassen ingeschreven)