Verslag Eurotrip Brussel Vereniging Agrarische Bedrijfsadviseurs 29 en 30 september 2011 Aantal deelnemers: 25 Door: Fred Boersma
Donderdag 29 september 2011 Inleiding, tijdens de busreis, door Raouf Leraar, 2e jaars student aan de UvA, getiteld “De Europese Unie”. Aan de hand van sheets heeft Raouf, op heldere wijze, de ontstaansgeschiedenis van de huidige EU geschetst. We gaan terug naar de periode 1870-1871, met een van de vele conflicten tussen Duitsland en Frankrijk, waarbij opvalt dat de streek Elzas-Lotharingen steeds weer een cruciale rol speelt door haar rijkdom aan grondstoffen (ijzererts). Na de 2e Wereldoorlog werd in 1952 de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) opgericht. Belangrijke personen in de aanloop naar de EU waren Jean Monnet, Robert Schuman en Konrad Adenauer. In 1957 werd het verdrag van Rome ondertekend door de 6 “founding fathers” (Frankrijk, Duitsland, Italië en de Benelux) en was de EEG een feit. Kernwoorden van de EEG waren: vrijhandelszone, douane-unie, interne markt en economische-en monetaire unie. In 1973 traden Engeland en Denemarken toe, in 1981 gevolgd door Griekenland en in 1986 door Spanje en Portugal. Onder leiding van Jacques Delors werd de samenwerking versterkt, wellicht ingegeven door de angst voor grootmacht Duitsland na de val van de muur in 1989. Met het verdrag van Maastricht in 1992 waren de EMU en de ECB, met Duisenberg als voorzitter, een feit. In 1995 traden Zweden en Finland toe en in 2002 werd de euro ingevoerd in de DING FLOF BIPS landen. In 2004 en 2007 werd de EU verder uitgebreid naar het oosten. Door Raouf werd verder een toelichting gegeven op de rol van de divers instanties, zoals het Europees Parlement, De Europese Raad (van ministers), de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie, het Hof van Justitie, de Europese Rekenkamer en de Centrale Bank. Voor nadere informatie is de presentatie van Raouf beschikbaar. Na de presentatie van Raouf werd een DVD vertoond, met Esther de Lange, europarlementariër voor het CDA, in de hoofdrol. Ook in deze DVD werd de ontstaansgeschiedenis van de EU nog eens in beeld gebracht. Esther ging meer in op haar rol als europarlementariër. Esther houdt zich met name ook bezig met de landbouwpolitiek en zoals wij later vernamen heeft zij een behoorlijke invloed in Brussel. Na een voortreffelijke lunch in de bus werden we rond 14.00 uur ontvangen in het kantoor van de Permanente Vertegenwoordiger van NL bij de EU.
Om 14.00 uur opende Jacques van Outryve, landbouwjournalist in België, en adjunct hoofdredacteur van het Landbouwblad van de Belgische Landbouworganisatie de bijeenkomst. Op zijn geheel eigen, humoristische wijze, verhaalde hij in het kort over het Europees Landbouwbeleid. Zijn belangrijkste drijfveer is de vertaalslag te maken van wat er in Brussel wordt besloten naar de boeren en tuinders in België. Het GLB (Gemeenschappelijke Landbouw Beleid) is in 1962 gestart met afspraken over de graanteelt. Aanvankelijk was er een markt-en prijsbeleid, met weinig administratieve rompslomp. Dit is inmiddels verworden tot inkomensondersteuning, met de daarbijbehorende papierwinkel. Op 12 oktober komen belangrijke wijzigingsvoorstellen naar buiten aangaande het GLB. Eerste inleider was Luc Groot, met als thema: “Lobby door LTO NL in Brussel”. Namens LTO is Luc permanent gevestigd in Brussel. Naar zijn zeggen zijn er in Brussel zo’n 20.000 lobbyisten actief op een ambtenarenbestand van 23.000. Ter vergelijk, in NL zijn 123.000 ambtenaren werkzaam. Gezien de complexiteit van de besluitvorming en de vele actoren is dit niet zo vreemd. De lobby organisaties zijn als volgt te verdelen: Privaat (koepelorganisaties als LTO en industrie, zoals AH). Non gouvermentele organisatie (belangengroepen zoals de Dierenbescherming). Publieke organisaties zoals ministeries, universiteiten e.d. Namens LTO zijn naast Luc, Frank van Oorschot en Klaas Jan Osinga actief voor LTO. Het nieuwe GLB (na 2013), dat op 12 oktober meer duidelijk zal worden, bevat op hoofdlijnen, volgens de geruchten, de volgende consequenties voor NL. Tot 2020 zal NL er vermoedelijk 8% op achteruitgaan qua budget. Er is sprake van een herverdeling van gelden tussen Oost- en West Europa. Daarnaast is “Vergroening” speerpunt in het beleid. LTO wil vergroening liever door innovatie/duurzame systemen dan door het instrument van ha. toeslagen. Het totale landbouwbudget zal naar verwachting niet meer groeien en zelfs eerder verlaagd worden. In 2009 werd nog iets meer dan € 50 miljard uitgegeven aan het GLB. Dit lijkt veel, maar is slechts 0,5% van het BIP (Bruto Binnenlands Product) van de EU. In 2010 kreeg NL in de zogenaamde pijler 1, € 250 mljn voor markt-en prijsbeleid (incl.GMO) en € 850 mljn aan inkomenssteun en in pijler 2 € 70 mljn voor plattelandsbeleid. Voor een effectieve lobby is het van belang de procedures te kennen (wie heeft er wat te zeggen?), de timing is van belang (wanneer kan ik het proces beïnvloeden?) en wie zijn de belangrijkste spelers?. Voor nadere informatie is de presentatie van Luc beschikbaar.
Tweede spreker was de heer Frits Thissen, afdelingshoofd Landbouw op de Permanente Vertegenwoordiging van NL bij de EU. De Permanente Vertegenwoordiging moet je zien als de Ambassade van NL in Brussel, met al zijn Europese instellingen. De vertegenwoordiger wordt aangesteld, ten dienste van de BV Nederland, op voorspraak van Minister Bleeker en wordt ook door hem betaald. Hij geeft advies aan Den Haag en wordt geacht de “stemming” in Brussel te bepalen. De minister komt minstens 1 keer per maand op bezoek. Kernwoorden voor het (nieuwe) GLB zijn: concurrerend (voor de boeren), innovatief, duurzaam en zo simpel als mogelijk. De manier van vergroening pakt voor NL niet goed uit, omdat gestuurd wordt op vruchtwisseling (en dus toch weer productgericht) en niet op innovatie/duurzame systemen. Gelden uit de 1e pijler komen voor 100% uit Brussel. In de 2e pijler komt 50% uit Brussel en 50% uit de lidstaat (NL). De basispremie uit de eerste pijler is nu per lidstaat nog regionaal gebonden. In 2019 zal deze premie in elke regio gelijk zijn en in 2028 zal deze premie voor elk land in de EU gelijk zijn. De besluitvorming over het GLB gaat nog wel even duren. In de eerste helft van 2012 zijn de Denen voorzitter en dat zal efficiënt verlopen. In de tweede helft zal nieuwkomer Cyprus het voorzitterschap overnemen, wat waarschijnlijk vertraging zal opleveren. In de eerste helft 2013 kan onder voorzitterschap van Ierland mogelijk tot besluitvorming komen. Zij kunnen goed wheelen en dealen. Positieve ontwikkeling is wel dat het budget voor landbouwkundig onderzoek zal worden verhoogd in de komende jaren. Laatste spreker van de middag was de heer Herman Versteijlen, Directeur directoraat C, Economie van Landbouwmarkten (en GMO) van de Europese Commissie. Vanaf de jaren 80 is de heer Versteijlen Europees ambtenaar. Zijn aandachtsgebieden waren m.n. melk en akkerbouw, nu ligt de aandacht meer op landbouwmarkten. Er zijn momenteel 1200 ambtenaren actief in de landbouw in de EU. De landbouwcommissaris is nu de Roemeen Dacian Ciolos. De Europese Commissie heeft het recht van initiatief en de betrokken ambtenaar op een bepaald gebied schrijft vervolgens de voorstellen. Ervaring leert dat circa 80% van de voorstellen wordt aangenomen. Tot voor het verdrag van Lissabon had het Europees Parlement alleen maar een adviserende taak en ging besluitvorming relatief snel. Na Lissabon is het parlement mede-beslisser geworden, hetgeen meer tijd kost, maar wel democratischer is. Na de afsluitende bedankwoorden van Tjalling vertrek naar ons hotel.
Stadswandeling Na een korte opfrisbeurt was er tijd voor een korte stadwandeling door Brussel onder de deskundige leiding van een stadsgids. Met name de Kathedraal en de Grote Markt kregen ruime aandacht. Na dit culturele intermezzo werd er gezamenlijk gedineerd in Bonsoir Clara, waarna de afsluitende borrel wederom op de Grote Markt, bij een aangename temperatuur van 25 graden, plaatsvond.
Vrijdag 30 september 2011 Excursie Zaabär Om 9.00 uur ontvangst en rondleiding Zaabär chocolaterie en épicier. Na het welkomstwoord van onze zeer charmante en ontwapenende gids kregen we een demonstratie hoe op ambachtelijke wijze pralines en (beren) chocolaatjes worden gemaakt. Aan de hand van een videopresentatie en mondelinge toelichting door onze gids werden we wegwijs gemaakt in de ontstaansgeschiedenis van de cacaoboon en haar toepassingen. We moeten daarvoor terug naar de tijd van de Azteken. Zij verbonden de cacao met Tlaloc, de god van de regen en de vruchtbaarheid. Zij dronken de cacaodrank, daarnaast werd de boon als betaalmiddel gebruikt ( 10 bonen = 1 konijn, 100 bonen = 1 slaaf) De cacaoboom wordt geteeld in landen rond de evenaar en levert cacaobonen. De bomen kunnen slecht tegen de volle zon en daarom worden ze meestal onder schaduwbomen geteeld. Fernando Cortez bracht in 1528 de bonen naar Europa. In de 17e en 18e eeuw werden de bomen aangeplant in Azië. Later ook in Afrika (Ghana). Amsterdam is nog steeds de belangrijkste wereldhaven voor cacao. Jaarlijks wordt hier 500.000 ton overgeslagen. In 1828 werd door Conrad van Houten ontdekt hoe het vet uit de boon kon worden verwijderd, waarbij cacaopoeder en cacaoboter ontstond. Dit was de basis voor de huidige chocolade. Als afsluiting kon er nog even worden ingekocht voor het thuisfront in de zeer verleidelijke shop. Europees Parlement Rondleiding door de 2 stafmedewerkers van Esther de Lange, EU parlementariër voor het CDA en lid van de commissie Landbouw en Plattelandsontwikkeling, de heren Tom Berendsen en Jos van den Akker.
In de imposante vergaderzaal, waar ruimte is voor de circa 750 parlementleden, gaven beide heren een toelichting op het functioneren van het parlement en de rol die het CDA daarin speelt. Het CDA is onderdeel van de EVP (Europese Volks Partij) fractie (grootste fractie). Helaas werd er deze week vergaderd in Straatsburg. Nog steeds wordt daar 12 keer per jaar vergaderd. Een geldverslindende operatie ( € 240 mljn/jaar) om de parlementariërs en hun staf, met een speciaal gecharterde TGV, te vervoeren. Het EP vertegenwoordigt bijna 500.000.000 burgers in de 27 lidstaten. Volgens haar medewerkers, speelt Esther de Lange, die helaas zelf niet aanwezig kon zijn, een strategische rol als het gaat om landbouwbeleid. Speerpunten daarin zijn vergroening, innovatie en een eerlijker margeverdeling in de (voedsel) keten. Per dossier worden er in het parlement coalities gesmeed. De liberale fractie in het EP geeft vaak de doorslag of een voorstel wordt aangenomen of niet. Bezoek BNP Paribas Fortis Rond 13.00 uur ontvangst door Jan de Keijser, directeur Agrarische Divisie bij BNP Paribas in Brussel. Na de gezamenlijke lunch in het bedrijfsrestaurant gaf hij een zeer inspirerende presentatie over de rol van BNP in agrarische sector en ging hij in op de cultuurverschillen die er zijn tussen België en Nederland. Volgens Jan bestaan er geen Belgen; er zijn Vlamingen en er zijn Walen. De cultuurverschillen vinden hun oorsprong in de 16e eeuw. Jarenlange overheersing hebben geleid tot de kernwaarden katholiek en bourgondisch. België
Nederland
Baas is de baas Algemeen belang gaat voor individu Bescheiden Hechten zich meer aan familie/vrienden Ja zeggen en neen doen
Weinig respect voor hogergeplaatste Individualiteit Assertiever Rechtlijniger
Het ideaalplaatje volgens Jan: Je houd je aan de afspraken als een Nederlander, maar je gaat er flexibel mee om als een Belg. BNP is de grootste bank in België en een sterke partner voor agrarisch ondernemerschap. BNP behoort tot een van de grootste banken ter wereld, met sterke posities in Frankrijk, België, Italië, Luxemburg, Polen en Turkije. Actief in de agrarische markt, mede door maatschappelijk engagement en geloof in de toekomstkansen van de agrarische sector.
Net als in NL is ook in Vlaanderen het aantal bedrijven sterk teruggelopen, van 40.000 in 2000 naar 29.000 in 2009 (- 27%). Er is een onderscheid aan het ontstaan naar bedrijven die zich richten op de lokale (niche) markt en naar bedrijven die zich (grootschalig) richten op de internationale markt. De bank zet in op relatiebeheer en specialisatie, waarbij Jan aangeeft dat het erg moeilijk is om medewerkers te vinden die de taal spreken van de boer en tuinder. De gehanteerde criteria bij financieringen zijn vergelijkbaar met Nederland. In 1e instantie moet er vertrouwen zijn in de ondernemer en zijn onderneming. Daarna volgen vermogen, liquiditeit, rentabiliteit en zekerheid. Voor nadere informatie is de presentatie van Jan beschikbaar. Bedrijfsbezoek: Vloeikenshoeve in Wuustwezel Onder leiding van Jan de Keijser werd het vleesveebedrijf bezocht van Yves en Sylvia Gericke-Luyckx. We werden zeer gastvrij onthaald op dit bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in Belgisch Witblauw vleesvee. Het betreft een volledig gesloten bedrijf, met circa 250 dieren en 75 afkalvingen per jaar in de periode september tot eind mei. Het bedrijf is 53 ha. groot (eigendom). Het teeltplan bestaat uit gras, maïs, triticale, spelt en voederbieten. In de eerste weken worden de kalveren individueel opgefokt in een speciale stal met individuele boxen. Daarna gaan ze per 6 naar een groepshuisvesting tot ze 4 maanden oud zijn. Daarna verhuizen ze naar de nieuwe jongveestal, met buiten uitloop, tot ze 15 maanden oud zijn. Vervolgens gaan de vaarzen en de stieren, die geschikt zijn voor de fokkerij, de weide op. De andere stieren gaan naar de stal waar ze worden afgemest tot 20 maanden en 700 kg. De vaarzen kalven af op ongeveer 24 tot 26 maanden. Ze krijgen maximaal 3x een kalf, met een tussenkalftijd van minder dan 400 dagen. De kalveren worden met een keizersnee ter wereld gebracht. Er is sprake van stamboekvee. SAP vleesvee speelt een belangrijke rol in de bedrijfsvoering. De opbrengstprijzen liggen momenteel tussen € 4,80 en € 5,00/ kg geslacht gewicht. Afsluitend diner Vlak voor de grens (Hoogstraten) werd de reis afgesloten met een diner in restaurant In den Bottel, waarbij de liefhebbers ook nog kennis konden maken met het Belgisch-Witblauwe vlees.