NL
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
14691/11 (OR. en) PRESSE 331 PR CO 55
PERSMEDEDELING 3113e zitting van de Raad
Concurrentievermogen (Interne Markt, Industrie, Onderzoek en Ruimtevaart) Brussel, 29 en 30 september 2011 Voorzitter
de heer Marcin Korolec vice-minister van Economische Zaken van Polen mevrouw Barbara Kudrycka minister van Wetenschap en Hoger Onderwijs van Polen
PERS Wetstraat 175 B – 1048 BRUSSEL Tel.: +32 (0)2 281 6715 / 6319 Fax: +32 (0)2 281 8026
[email protected] http://www.consilium.europa.eu/Newsroom
14691/11
1
NL
29-30.IX.2011
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft een aantal vraagstukken besproken die verband houden met het ontsluiten van het Europees potentieel voor concurrentie en innovatie, vanuit de gedachte dat het scheppen van groei in de economieën van de EU van prioritair belang is. In dit verband heeft de Raad conclusies aangenomen over het concurrentievermogen van de Europese economie, in afwachting van de concrete uitvoering van de strategieën ter verbetering van het efficiënte gebruik van hulpbronnen op diverse beleidsterreinen van de EU. De ministers hebben tevens gesproken over de volgende punten: – de hervorming van het normalisatiebeleid; – een ontwerp-overeenkomst met het oog op de invoering van een gemeenschappelijk stelsel voor octrooigeschillenbeslechting; en – de modernisering van de richtlijn beroepskwalificaties. Zij hebben nota genomen van een voortgangsverslag over de vermindering van de administratieve lasten voor ondernemingen. De ministers hebben een akkoord bereikt over een algemene oriëntatie met betrekking tot de voorwaarden voor de deelneming aan het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor 2012-2013. De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over een ontwerp-verordening ter actualisering van de huidige bepalingen betreffende de gemeenschappelijke onderneming voor brandstofcel- en waterstoftechnologieën ten einde de onderzoeksactiviteiten op dit gebied te vergemakkelijken. Hij heeft het nieuwe gezamenlijk programmeringsinitiatief "langer en beter leven" gestart dat erop gericht is de onderzoeksinspanningen op het gebied van demografische veranderingen en vergrijzing te bundelen. Voorts heeft de Raad van gedachten gewisseld over partnerschappen in onderzoek en innovatie, een aanpak voor EU-onderzoek naar een oplossing voor specifieke maatschappelijke uitdagingen die zich in de hele EU voordoen. *** De Raad heeft zonder bespreking aangenomen: – een richtlijn ter vergemakkelijking van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie inzake verkeersveiligheidsovertredingen; – een verordening over de etikettering van levensmiddelen die consumenten helpt gezondere en beter onderbouwde keuzes te maken.
14691/11
2
NL
29-30.IX.2011
INHOUD1
DEELNEMERS ............................................................................................................................ 5 BESPROKEN PUNTEN Competitieve Europese economie - Conclusies van de Raad ........................................................... 7 Nieuwe normalisatiestrategie .......................................................................................................... 7 Eenheidsoctrooibescherming: Ontwerp-overeenkomst over de oprichting van een gemeenschappelijk octrooigerecht................................................................................................... 9 Herziening van de Richtlijn beroepskwalificaties .......................................................................... 10 Euratom programma voor kernonderzoek (2012-2013) ................................................................. 11 Gemeenschappelijke onderneming voor onderzoek - brandstofcellen en waterstoftechnologie ...... 12 Start van het nieuwe gezamenlijk programmeringsinitiatief "langer en beter leven" Conclusies van de Raad ................................................................................................................ 12 Partnerschappen in onderzoek en innovatie ................................................................................... 13 DIVERSEN .................................................................................................................................. 15 ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN INTERNE MARKT –
Controle van de mkb-garantiefaciliteit - Conclusies van de Raad......................................................................17
–
Voertuigen - technische normen voor banden...................................................................................................17
BUITENLANDSE ZAKEN –
Jaarverslag van de EU over mensenrechten en democratie................................................................................18
–
Beperkende maatregelen - Transnistrië.............................................................................................................18
–
Beperkende maatregelen - Afghanistan ............................................................................................................18
1
Ÿ Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens. Ÿ De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad http://www.consilium.europa.eu. Ÿ Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
14691/11
3
NL
29-30.IX.2011 VERVOER –
Grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersovertredingen* ...............................................19
–
Opleiding en examinering van machinisten ......................................................................................................19
–
Modelrijbewijs van de EU ...............................................................................................................................20
LEVENSMIDDELEN –
Nieuwe voorschriften inzake voedseletikettering..............................................................................................20
14691/11
4
NL
29-30.IX.2011
DEELNEMERS België: de heer Kris PEETERS de heer Vincent VAN QUICKENBORNE de heer Jean-Marc NOLLET
minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid federaal minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen viceminister-president van de Waalse regering en Waals minister van Kinderwelzijn, Onderzoek en Ambtenarenzaken
Bulgarije: de heer Sergey IGNATOV de heer Peter STEFANOV
minister van Onderwijs, Jeugd en Wetenschappen plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Tsjechië: de heer Martin TLAPA de heer Ivan WILHELM
viceminister van Industrie en Handel viceminister van Onderzoek en Hoger Onderwijs
Denemarken: de heer Uffe Toudal PEDERSEN de heer Jonas BERING LIISBERG Duitsland: de heer Philipp RÖSLER de heer Georg SCHÜTTE mevrouw Birgit GRUNDMAN de heer Stefan KAPFERER
secretaris-generaal, ministerie van Wetenschap, Technologie en Innovatie plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger minister van Economische Zaken en Technologie staatssecretaris, ministerie van Onderwijs en Onderzoek staatssecretaris van Justitie staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken en Technologie
Estland: de heer Gert ANTSU
plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Ierland: de heer John PERRY de heer Sean SHERLOCK
onderminister, belast met het Kleinbedrijf minister van Onderzoek en Innovatie
Griekenland: de heer Michalis CHRISOCHOÏDIS de heer Konstantinos KOKKINOPLITIS
minister van Ontwikkeling, Concurrentievermogen en Mariene Zaken staatssecretaris van Onderzoek en Technologie
Spanje: mevrouw Cristina GARMENDIA de heer José Pascual MARCO MARTINEZ
minister van Wetenschappen en Innovatie plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Frankrijk: de heer Philippe LEGLISE-COSTA
plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Italië: mevrouw Annamaria BERNINI de heer Giuseppe PIZZA Cyprus: mevrouw Praxoula ANTONIADOU de heer George GEORGIOU
minister, belast met Europees Beleid staatssecretaris, ministerie van Onderwijs, Universiteiten en Onderzoek staatssecretaris, ministerie van Handel, Industrie en Toerisme secretaris-generaal, ministerie van Handel, Industrie en Toerisme
Letland: de heer Juris PŪCE de heer Juris ŠTĀLMEISTARS
staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Litouwen: mevrouw Nerija PUTINAITĖ de heer Rimantas ŽYLIUS
viceminister van Onderwijs en Wetenschappen Minister van Economische Zaken
Luxemburg: mevrouw Michèle EISENBARTH
plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
14691/11
5
NL
29-30.IX.2011 Hongarije: de heer Zoltán CSÉFALVAY Malta: de heer Jason AZZOPARDI
staatssecretaris voor Strategische Zaken, ministerie van Economische Zaken
de heer Patrick MIFSUD
staatssecretaris, ministerie van Financiën, Economie en Investeringen plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Nederland: de heer Halbe ZIJLSTRA de heer Derk OLDENBURG
staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Oostenrijk: de heer Karlheinz TÖCHTERLE de heer Harald GÜNTHER
minister van Wetenschap en Onderzoek plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Polen: de heer Marcin KOROLEC mevrouw Barbara KUDRYCKA de heer Marcin SZPUNAR
onderstaatssecretaris, ministerie van Economische Zaken minister van Wetenschap en Hoger Onderwijs onderstaatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken
Portugal: de heer Álvaro SANTOS PEREIRA de heer Nuno CRATO Roemenië: de heer Dragoș Mihael CIUPARU de heer Constantin Claudiu STAFIE Slovenië: de heer Igor LUKŠIČ de heer Janko BURGAR Slowakije: de heer Miroslav SIVÁČEK
minister van Economische Zaken en Werkgelegenheid, bevoegd voor Openbare Werken, Vervoer en Communicatie minister van Onderwijs, Jeugd en Wetenschappen voorzitter van de Nationale Autoriteit voor wetenschappelijk onderzoek staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken, Handel en het Bedrijfsleven minister van Onderwijs en Sport staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken
de heer Peter JAVORČÍK
kabinetschef, ministerie van Onderwijs, Wetenschappen, Onderzoek en Sport plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Finland: de heer Lauri IHALAINEN de heer Jyri HÄKÄMIES
minister van Arbeid minister van Economische Zaken
Zweden: de heer Jan BJÖRKLUND mevrouw Ewa BJÖRLING de heer Jan Roland OLSSON
viceminister-president, minister van Onderwijs minister van Handel en Buitenlandse Zaken plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Verenigd Koninkrijk: de heer Edward DAVEY de heer Andy LEBRECHT
staatssecretaris van Werkgelegenheidsbetrekkingen, Consumenten- en Postzaken plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Commissie: mevrouw Neelie KROES de heer Antonio TAJANI mevrouw Máire GEOGHEGAN-QUINN de heer Michel BARNIER
vicevoorzitter vicevoorzitter lid lid
14691/11
6
NL
29-30.IX.2011 BESPROKEN PUNTEN Competitieve Europese economie - Conclusies van de Raad De Raad heeft een gedachtewisseling gehouden en heeft de conclusies in document 14181/11 aangenomen. Nieuwe normalisatiestrategie Tijdens een openbare zitting heeft de Raad van gedachten gewisseld over een strategie voor modernisering van de Europese normalisatie. Hij heeft zijn voorbereidende instanties opgedragen de bespreking voort te zetten. Dit was het eerste ministeriële debat dat moet leiden tot een diepgaande hervorming van het normalisatiesysteem in Europa. Het debat werd gestructureerd rond oriënterende vragen die het voorzitterschap had opgesteld op basis van twee door de Commissie ingediende voorstellen: – de mededeling "Een strategische visie voor Europese normen" (11471/11), en – een ontwerp-verordening betreffende Europese normalisatie (11300/1/11). De delegaties spraken in het algemeen hun steun uit voor een grotere rol van Europese normen die de Europese economie ten goede komt en ter versterking van de eengemaakte markt en de consumentenbescherming. Zij kwamen overeen dat er een flexibeler normalisatiemodel tot stand moet komen waarmee op voortdurende veranderende omstandigheden kan worden ingespeeld. De meeste delegaties benadrukten dat het proces voor de aanneming van Europese normen moet worden versneld, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit en samenhang ervan. Zij schetsten de belangrijke rol die het gebruik van door wereldwijde ict-fora en -consortia ontwikkelde normen voor informatie- en communicatietechnologieën kan spelen bij het beleid inzake overheidsopdrachten. Tot slot waren de ministers het eens over het belang van grotere betrokkenheid van de belanghebbenden bij het normalisatieproces en met name van het midden- en kleinbedrijf (mkb)/de kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's).
14691/11
7
NL
29-30.IX.2011 Meer transparantie en betere toegang tot normen werden ook genoemd als belangrijke aspecten van de hervorming. De door de Commissie voorgestelde nieuwe strategische visie omvat een lijst van 29 wetgevende en niet-wetgevende acties en 5 actielijnen: industriebeleid en innovatie, inclusieve vaststelling van normen, dienstennormen, normen van ict-fora en -consortia en Europese normen op de wereldmarkt. Normalisatie kan een essentiële bijdrage leveren aan de ontwikkeling van innovatie en concurrentievermogen, door de toegang tot markten te vergemakkelijken, interoperabiliteit tussen nieuwe en bestaande producten, diensten en processen mogelijk te maken, de bescherming van gebruikers te verbeteren, consumenten vertrouwen te geven in innovaties en onderzoeksresultaten te verspreiden. Thans is er een toenemend aantal door de Europese normalisatie-instellingen (ENI's) vastgestelde normen die in de hele EU van toepassing zijn. De ENI’s zijn onafhankelijke privaatrechtelijke organisaties1.
1
De ENI’s zijn: CEN (het Europees Comité voor Normalisatie), Cenelec (Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie) en ETSI (Europees Instituut voor Telecommunicatienormen).
14691/11
8
NL
29-30.IX.2011 Eenheidsoctrooibescherming: Ontwerp-overeenkomst over de oprichting van een gemeenschappelijk octrooigerecht De Raad heeft een gedachtewisseling gehouden over een ontwerp-overeenkomst met het oog op de invoering van een gemeenschappelijk stelstel voor octrooigeschillenbeslechting (13751/11) in het kader van de invoering van eenheidsoctrooibescherming. Het resultaat van het debat biedt het voorzitterschap politieke richtsnoeren voor de voortzetting van de besprekingen met het oog op het bereiken van een politiek akkoord over het octrooipakket voor het eind van het jaar. Het ontwerp-pakket bestaat uit wetgevende maatregelen betreffende de wijze waarop Europese octrooititels met eenheidswerking kunnen worden verkregen die samen met de vertaalregelingen zorgen voor een eenvormige bescherming van uitvindingen, en de invoering van een gemeenschappelijk stelsel voor geschillenbeslechting (10630/11). Het debat spitste zich toe op de voornaamste beginselen van een toekomstige overeenkomst voor de instelling van een gemeenschappelijk octrooigerecht dat de naleving van de EU-Verdragen zou waarborgen, zoals verzocht door het Hof van Justitie van de EU in zijn advies 1/09 over de verenigbaarheid van het voorgenomen stelsel met het EU-recht1. De overgrote meerderheid van de delegaties steunde de invoering van een kosteneffectief en juridisch deugdelijk stelsel dat de volgende voornaamste kenmerken zou hebben: – het toekomstige gerecht is een gemeenschappelijk gerecht van de lidstaten en maakt aldus deel uit van de rechtsorde van de EU, met inbegrip van de regelingen voor het verzoeken om prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de EU; – derde landen nemen niet deel aan de overeenkomst tot instelling van een gemeenschappelijk octrooigerecht; – het nieuwe gerecht past het EU-recht in zijn geheel toe en eerbiedigt het primaat ervan; – de ontwerp-overeenkomst bevat garanties voor de bescherming van de rechten van personen in geval van inbreuken op het Unierecht door het toekomstig gemeenschappelijk octrooigerecht. Op 27 juni 2011 heeft de Raad met eenparigheid van stemmen algemene oriëntaties2 vastgesteld inzake twee ontwerp-verordeningen tot het aangaan van nauwere samenwerking op het gebied van de eenheidsoctrooibescherming (11328/11). Op 30 mei 2011 bekrachtigde een grote meerderheid van de lidstaten de door de Commissie voorgestelde koers, namelijk de instelling van een gemeenschappelijke rechtsmacht door middel van een tussen de lidstaten te sluiten overeenkomst (zie persmededeling 10547/11, blz. 11).
1 2
http://curia.europa.eu/jcms/upload/docs/application/pdf/2011-03/cp110017nl.pdf Een algemene oriëntatie is een akkoord over de kernpunten van een wetgevingshandeling, in afwachting van het advies van het Europees Parlement.
14691/11
9
NL
29-30.IX.2011 Herziening van de Richtlijn beroepskwalificaties De Raad heeft een presentatie door de Commissie gehoord van haar groenboek "Modernisering van de richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties" (12111/11). Hij nam nota van het voornemen van de Commissie om vóór het eind van het jaar aan de Raad en aan het Europees Parlement een wetgevingsvoorstel over de herziening van de richtlijn voor te leggen. In de presentatie werd gewezen op belangrijke punten in het groenboek, zoals: – de invoering van een Europese beroepskaart; – de vereenvoudiging van de toegang van de burgers tot informatie over de erkenning van kwalificaties; en – de modernisering van het systeem voor automatische erkenning. De delegaties waren ingenomen met het initiatief en toonden zich bereid aan de verbetering van het huidige systeem bij te dragen, zoals voorzien in de 12 prioritaire maatregelen die in de Single Market Act zijn goedgekeurd. Met het op 22 juni 2011 gepubliceerde groenboek is een brede openbare raadpleging op gang gebracht over een aantal nieuwe ideeën voor het moderniseren van de richtlijn beroepskwalificaties (Richtlijn 2005/36/EG). Benadrukt wordt dat de erkenning van kwalificaties tussen de lidstaten een fundamentele bouwsteen van de interne markt en beroepsmobiliteit een belangrijk element van het concurrentievermogen van de EU zijn geworden.
14691/11
10
NL
29-30.IX.2011 Euratom programma voor kernonderzoek (2012-2013) De Raad heeft in een openbare beraadslaging een algemene oriëntatie voor drie wetgevingshandelingen op grond van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) (2012-2013) goedgekeurd. De wetgevingshandelingen stemmen overeen met ontwerp-besluiten houdende uitvoering van het kaderprogramma van Euratom via eigen werkzaamheden en werkzaamheden onder contract en een ontwerp-verordening tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract (14073/11). De Raad heeft op 28 juni overeenstemming bereikt over een algemene oriëntatie inzake het verlengen van het Euratom-kaderprogramma voor nucleair onderzoek tot 2012-2013 (12161/11). Doel is het programma aan te passen aan het feit dat de huidige financiële vooruitzichten van de EU in 2013 aflopen. De looptijd van Euratom-programma's is op grond van het Euratom-verdrag beperkt tot vijf jaar, terwijl zeven jaar de algemene regel is voor kaderprogramma's voor onderzoek. Het huidige zevende kaderprogramma loopt tot eind 2013. Het kaderprogramma van Euratom betreft onderzoeksactiviteiten naar nucleaire energie (kernfusie en kernsplijting) en stralingsbescherming. Het bestaat uit twee delen: een betreffende activiteiten op het gebied van onderzoek inzake fusieenergie en kernsplijting en stralingsbescherming (werkzaamheden onder contract) (7402/11), en een voor onderzoeksactiviteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) (eigen werkzaamheden ) (7404/11). Het speerpunt van de activiteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie is de voltooiing van ITER (internationale thermonucleaire experimentele reactor), een grote experimentele faciliteit om de wetenschappelijke en technische haalbaarheid van fusie-energie aan te tonen. – De onderzoeksactiviteiten inzake kernsplijting sluiten aan bij de doelstelling om de veiligheid van kernsplijting en andere toepassingen van straling in de industrie en de geneeskunde te verhogen. – De activiteiten van het GCO hebben betrekking op klantgerichte wetenschappelijke en technische ondersteuning voor het formuleren, ontwikkelen, uitvoeren en volgen van de beleidslijnen van de Unie, met extra nadruk op veiligheids- en beveiligingsonderzoek. Het GCO verstrekt wetenschappelijk advies en biedt technische know how voor velerlei EU-beleidsterreinen 1.
1
http://ec.europa.eu/dgs/jrc/index.cfm
14691/11
11
NL
29-30.IX.2011 Gemeenschappelijke onderneming voor onderzoek - brandstofcellen en waterstoftechnologie De Raad heeft in openbare beraadslaging een politiek akkoord bereikt betreffende het aanpassen van de huidige bepalingen inzake de Gemeenschappelijke onderneming brandstofcellen en waterstof om onderzoeksactiviteiten en het aantrekken van meer middelen voor het project te vergemakkelijken (14078/11). Het gezamenlijk technologie-initiatief brandstofcellen en waterstof is een publiek-privaat partnerschap dat onderzoeks-, ontwikkelings- en demonstratieactiviteiten voor technologie op het gebied van brandstofcel- en waterstofenergie in Europa ondersteunt. Doel is deze technologieën sneller op de markt te kunnen brengen en hun mogelijkheden ter bevordering van een koolstofarm energiesysteem te benutten. Om dit initiatief in de praktijk te brengen, hebben de oprichtende leden in mei 2008 een gezamenlijke onderneming opgezet voor de periode tot 2017 met als doel middelen uit de publieke en de private sector te bundelen 1. Start van het nieuwe gezamenlijk programmeringsinitiatief "langer en beter leven" conclusies van de Raad De Raad heeft het gezamenlijk programmeringsinitiatief "langer en beter leven" gestart dat erop gericht is de onderzoeksinspanningen op het gebied van demografische veranderingen en vergrijzing te bundelen (14079/11). Dit initiatief zal de versnippering van de onderzoeksinspanningen van de lidstaten helpen tegengaan en de inzet van meer vaardigheden, kennis en middelen mogelijk maken, teneinde het Europees leiderschap en concurrentievermogen inzake onderzoek en innovatie op dit gebied te bevorderen en te versterken;
1
Gemeenschappelijke Onderneming Brandstofcellen en Waterstof
14691/11
12
NL
29-30.IX.2011 Partnerschappen in onderzoek en innovatie De Raad heeft van gedachten gewisseld over onderzoek en innovatie, en met name inzake Europese innovatie-partnerschappen. Het resultaat van de besprekingen zal aan bod komen bij toekomstige besprekingen en als inbreng dienen voor de conclusies over partnerschappen in onderzoek en innovatie die het voorzitterschap zal opstellen opdat de Raad Concurrentievermogen ze in december kan aannemen . De Europese innovatiepartnerschappen (EIP's) zijn een nieuw concept dat is voorgesteld in het vlaggenschipinitiatief "Innovatie-Unie" (14035/10) om innovaties die een oplossing kunnen bieden voor belangrijke maatschappelijke uitdagingen sneller ingang te doen vinden. Zij moeten een kader bieden dat de belanghebbenden over verschillende beleidsgebieden, sectoren en grenzen heen bijeenbrengt om maatregelen aan de aanbod- en aan de vraagzijde te integreren of te lanceren in de hele onderzoeks- en innovatiecyclus. De Raad was in november 2010 dan ook ingenomen met de doelstellingen van de EIP's en ondersteunde het opstellen van een voorstel om een proefpartnerschap inzake actief en gezond ouder worden te starten (17165/10). Het als proefproject opgezette EIP inzake actief en gezond ouder worden moet het concept uittesten en nagaan hoe dit het best gestalte kan worden gegeven. De Commissie heeft een eerste studie van het proefproject uitgevoerd (13744/11). Het debat werd gevoerd op basis van vragen van het voorzitterschap (14080/11), en rekening houdend met de Commissiemededeling "Partnerschappen in onderzoek en innovatie" (14555/11), dat de stand van zaken van de verschillende bestaande vormen van partnerschap toelicht: publiekpublieke en publiek-private. De meerderheid van delegaties steunde de algemene opzet van de EIP's. Zij waren ingenomen met de eerste analyse van het proefproject actief en gezond ouder worden, en onderstreepten dat nadere maatregelen kunnen worden genomen na verdere analyse van het strategische innovatieplan, dat de komende maanden zal worden gepresenteerd.
14691/11
13
NL
29-30.IX.2011 De ministers wezen erop dat het van belang is dat EIP's toegespitst zijn op fundamentele maatschappelijke uitdagingen en dat hun bestuursstructuur, waarvoor lering is getrokken uit eerdere ervaringen met partnerschappen, duidelijker, licht en transparant moet zijn en een evenwichtige vertegenwoordiging moet kennen. EIP's moeten ook een Europese toegevoegde waarde hebben. *
*
*
Tijdens een informele lunch hebben de ministers van gedachten gewisseld over de prestaties en problemen van de Europese onderzoeksraad (EOR)1, het EU-orgaan voor het stimuleren van wetenschappelijke excellentie. Mevrouw Máire Geoghegan-Quinn, Commissaris voor Onderzoek, Innovatie en Wetenschap, en mevrouw Helga Nowotny, voorzitter van de EOR, hebben deelgenomen aan die werklunch.
1
http://erc.europa.eu/
14691/11
14
NL
29-30.IX.2011 DIVERSEN Informele ministeriële bijeenkomsten (Sopot, Polen, juli 2011) De Raad heeft nota genomen van een samenvatting van het voorzitterschap van de resultaten van de ministeriële bijeenkomst over concurrentievermogen in Sopot, Polen, op 21 en 22 juli. De ministers van Industrie hielden een debat waarin de aandacht vooral uitging naar de omstandigheden waarin de industrie functioneert, in de ruimere context van de vraag hoe concurrentievermogen en stabiliteit kunnen worden hersteld in de nasleep van de economische crisis (14356/11). In het deel "onderzoek" bespraken de ministers het toekomstige kaderprogramma voor onderzoek en innovatie "Horizon 2020" onder twee agendapunten: "Samenwerking in de wetenschap - Naar een slim Europa" en "Van wetenschap naar innovatie voor groei". De Raad nam tevens nota van de conclusies van het voorzitterschap over de ministeriële bijeenkomst over milieu die op 11 en 12 juli in Sopot plaatsvond (14623/11). Europees forum voor het toerisme - informele ministeriële bijeenkomst (Krakau, Polen, 5-7 oktober 2011) De Raad heeft nota genomen van de voorbereidingen voor het Europees forum voor het toerisme en de informele ministeriële bijeenkomst over toerisme die van 5 tot en met 7 oktober in Krakau, Polen plaatsvindt (14353/11). Het hoofdthema tijdens het forum is "Het stimuleren van het concurrentievermogen in de Europese toerismesector". Op 6 oktober zal de ministers van Toerisme worden verzocht de behoeften van de lidstaten op het gebied van bevordering van het toerisme en de mogelijkheden voor het versterken van de transnationale samenwerking op dit gebied te bespreken. Verbetering van het concurrentievermogen in Griekenland De Raad heeft nota genomen van door de Duitse en de Griekse delegatie verstrekte informatie over de campagne voor investeringen en groei ten behoeve van Griekenland, een Duits initiatief ter ondersteuning van de Griekse inspanningen om het concurrentievermogen van zijn economie te versterken (14541/11 en 14792/11). Het voorzitterschap verklaarde dat de EU-landen samen met de Commissie solidariteit zullen blijven tonen door Griekenland te helpen opnieuw concurrerend te worden.
14691/11
15
NL
29-30.IX.2011 Scorebord van de interne markt De Commissie heeft het laatste scorebord van de interne markt gepresenteerd, een periodieke controle van de prestaties van de lidstaten bij de uitvoering en toepassing van de EU-wetgeving. Forum voor de interne markt (SIMFO) (Krakau, 2-4 oktober 2011) De Raad heeft nota genomen van de voorbereidingen voor het SIMFO, dat door het Europees Parlement, de Commissie en het Poolse voorzitterschap gezamenlijk zal worden georganiseerd. De bedoeling is dat het SIMFO het startpunt vormt van een permanent platform voor debat tussen de EU-instellingen, belanghebbenden en burgers over de ontwikkeling van de interne markt1. Vermindering van de administratieve lasten De Raad heeft nota genomen van een voortgangsverslag van het voorzitterschap over de stand van zaken wat betreft de vermindering van de administratieve lasten in de EU (14328/11). Tevens nam de Raad nota van het voornemen van het voorzitterschap conclusies over effectbeoordeling voor te leggen tijdens de volgende zitting van de Raad Concurrentievermogen op 5 en 6 december 2011. Deelname aan het zevende kaderprogramma voor onderzoek (KP7) De Raad heeft nota genomen van informatie van de Commissie over de toegenomen participatie van bepaalde EU-lidstaten aan het KP7 (14728/11), en van de opmerkingen van de lidstaten. Een aantal lidstaten onderstreepte dat het van belang is dat zowel op Europees als op nationaal niveau maatregelen worden getroffen, en dat die tot uiting moeten komen in het toekomstige kaderprogramma voor onderzoek "Horizon 2020". In de conclusies van de Raad over de evaluatie halverwege van KP7 van maart 2011 werd de Commissie verzocht om in overleg met de lidstaten te bestuderen waarom de participatie laag is, en daarover aan de Raad te rapporteren.
1
http://ec.europa.eu/internal_market/top_layer/docs/draft_programme_internet_05-092011_en.pdf
14691/11
16
NL
29-30.IX.2011 ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN INTERNE MARKT Controle van de mkb-garantiefaciliteit - Conclusies van de Raad Naar aanleiding van Speciaal verslag nr. 4/2011 van de Rekenkamer betreffende de controle van de mkb-garantiefaciliteit en de antwoorden van de Commissie op de bevindingen van het verslag (12078/11) heeft de Raad de conclusies in document 14208/11 aangenomen. Het doel van de controle van de Rekenkamer was de doeltreffendheid van de mkb-garantiefaciliteit te beoordelen, met name de opzet en de planning, het beheer van haar activiteiten en de verwezenlijking van haar doelstellingen. De mkb-garantiefaciliteit is een financieringsinstrument dat namens de Europese Commissie wordt beheerd door het Europees Investeringsfonds; het instrument verstrekt garanties en tegengaranties aan financiële intermediairs ten behoeve van aan mkb-bedrijven verstrekte leningen, en is gericht op vergroting van het aanbod van schuldfinanciering. De financiële intermediairs zijn openbare waarborgfondsen, onderlinge waarborgorganisaties, instellingen voor microkrediet, commerciële banken of banken in staatseigendom of onder staatstoezicht. De mkb-garantiefaciliteit werd in oktober 2006 ingesteld als onderdeel van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) (http://ec.europa.eu/cip/). Voertuigen - technische normen voor banden De Raad heeft besloten geen bezwaar te maken tegen de aanneming door de Commissie van een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1222/2009 van het Europees Parlement en de Raad met het oog op verbetering van de harmonisatie van testmethoden en voorschriften voor de gripklasse van banden op nat wegdek, het meten van de rolweerstand en de controleprocedure. Bij deze verordening wordt een kader vastgesteld om via etiketten geharmoniseerde informatie te verstrekken over bandenparameters, waardoor eindgebruikers een geïnformeerde keuze kunnen maken bij de aankoop van banden. De ontwerp-verordening is onderworpen aan de regelgevingsprocedure met toetsing. Nu de Raad zijn fiat heeft gegeven, kan de Commissie het besluit bijgevolg aannemen, behoudens bezwaar van het Europees Parlement.
14691/11
17
NL
29-30.IX.2011 BUITENLANDSE ZAKEN Jaarverslag van de EU over mensenrechten en democratie De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan het jaarverslag van de EU over mensenrechten en democratie in de wereld in 2010 (11501/2/11 REV 2). Het geeft een overzicht van de werkzaamheden van de EU op het gebied van de mensenrechten in haar betrekkingen met andere landen, zowel in het kader van formele dialogen als wat betreft de praktische, rechtstreekse bijstand die door de EU wordt verleend. Het bevat ook een overzicht van de werkzaamheden van de Unie in multilaterale fora, en in het bijzonder in de VN, die erop gericht zijn de mensenrechten als ondeelbare en universele rechten te doen gelden en te verankeren. Beperkende maatregelen - Transnistrië De Raad heeft de beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Transnistrië van de Republiek Moldavië tot en met 30 september 2012 verlengd. Tegelijkertijd heeft de Raad, om het vinden van een politieke oplossing voor het Transnistrische conflict aan te moedigen, de beperkende maatregelen tot en met 31 maart 2012 opgeschort. Beperkende maatregelen - Afghanistan Naar aanleiding van een VN-besluit heeft de Raad de lijst van personen, groepen, ondernemingen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden in verband met de situatie in Afghanistan geactualiseerd.
14691/11
18
NL
29-30.IX.2011 VERVOER Grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersovertredingen* De Raad heeft, op basis van een met het Europees Parlement in tweede lezing overeengekomen tekst, een richtlijn betreffende de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersovertredingen aangenomen (44/11), 14251/11 ADD 1+ ADD 2). Na de bekendmaking van de richtlijn in het Publicatieblad van de EU moeten de lidstaten de richtlijn binnen twee jaar in nationale wetgeving omzetten. Het doel van deze richtlijn is verkeersovertredingen die de verkeersveiligheid aanmerkelijk in gevaar brengen te bestrijden door lidstaten waar een overtreding is begaan met een voertuig dat in een andere lidstaat is ingeschreven, in staat te stellen de houder van het voertuig te identificeren en te onderzoeken wie hoofdelijk aansprakelijk is voor de overtreding, zodat sancties kunnen worden opgelegd. Hiertoe zullen de lidstaten elkaar toegang verlenen tot gegevens uit kentekenregisters voor de identificatie van de houder of eigenaar van het voertuig waarmee de overtreding is begaan. De richtlijn heeft betrekking op de vier verkeersovertredingen die in Europa de meeste verkeersslachtoffers veroorzaken, namelijk rijden met een te hoge snelheid, rijden onder invloed van drank of drugs, het niet dragen van een veiligheidsgordel en niet stoppen voor een rood licht. Drie andere overtredingen vallen eveneens onder het toepassingsgebied van de richtlijn: het niet dragen van een veiligheidshelm, het gebruiken van een verboden rijstrook (zoals een vluchtstrook of stroken voor openbaar vervoer) en het illegale gebruik van een mobiele telefoon of een ander communicatieapparaat tijdens het rijden. De lijst kan in de toekomst worden uitgebreid. Zie voor nadere bijzonderheden persmededeling 14413/11. Opleiding en examinering van machinisten De Raad heeft besloten geen bezwaar te maken tegen de aanneming door de Commissie van een besluit inzake criteria voor de erkenning van opleidingscentra voor treinbestuurders, de erkenning van examinatoren van treinbestuurders en de organisatie van examens (13073/11). Het ontwerp-besluit is onderworpen aan de regelgevingsprocedure met toetsing. Nu de Raad zijn fiat heeft gegeven, kan de Commissie het besluit aannemen, tenzij het Europees Parlement bezwaar aantekent.
14691/11
19
NL
29-30.IX.2011 Modelrijbewijs van de EU De Raad heeft besloten geen bezwaar te maken tegen de aanneming door de Commissie van een richtlijn met het oog op bijwerking van het modelrijbewijs van de Europese Unie, met name om rekening te houden met de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Unie en met de invoering van nieuwe voertuigcategorieën in het modelrijbewijs (12987/11). Deze richtlijn, die een wijziging inhoudt van de richtlijn uit 2006 betreffende het rijbewijs, moet uiterlijk op 30 juni 2012 in nationale wetgeving zijn omgezet, en de nieuwe bepalingen zullen vanaf 19 januari 2013 van toepassing zijn. De ontwerp-richtlijn is onderworpen aan de regelgevingsprocedure met toetsing. Nu de Raad zijn fiat heeft gegeven, kan de Commissie het besluit aannemen, tenzij het Europees Parlement bezwaar aantekent. LEVENSMIDDELEN Nieuwe voorschriften inzake voedseletikettering Na een akkoord in tweede lezing met het Europees Parlement heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan een compromistekst die ervoor moet zorgen dat voedseletiketten essentiële informatie in heldere en leesbare taal bevatten (43/11 + 13135/11 ADD 1 REV 1). Dit betekent dat de nieuwe verordening nu is aangenomen. De nieuwe voorschriften voor voedseletikettering treden in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de EU, die eind november wordt verwacht. De grote meerderheid ervan zal drie jaar na de bekendmaking van toepassing worden. Het belangrijkste doel van de nieuwe verordening is consumenten in staat te stellen evenwichtige en gezondere voedingskeuzes te maken. Om dit te bereiken moeten op voorverpakte levensmiddelen in de toekomst de energetische waarde en de hoeveelheden vetten, verzadigde vetzuren, koolhydraten, proteïne, suikers en zout worden vermeld. Zie voor nadere bijzonderheden persmededeling 14462/11.
14691/11
20
NL