PGLW.14.2
Plaatselijke Groep Leader Rivierengebied West
VERSLAG en ACTIELIJST e
Verslag en aktielijst van de 13 vergadering van de PG LEADER Rivierengebied West Datum: Tijd:
13 januari 2011 10.50 – 12.50 uur
Aanwezig: Functie Voorzitter Secretaris
Naam: Dhr. K.C. Tammes Mw. Y. Geelen
Namens organisatie Voorzitter Regio Rivierenland Provincie / Bureau Rivierengebied
Leden
Mevr. J. van Baalen - van Es Dhr. Van Dongen Dhr. J. Docter Dhr. A. Fernhout Dhr. G. den Hartogh Mevr. M.N. Kallen - Morren Dhr. T. de Jongh Dhr. Kolbach Dhr. T. Kool Dhr. A. Kwakernaak Dhr. Vonk
Namens GPVO Namens gem. Druten / WM&W KvK Waterschap Rivierenland, WSRL Gelderse Milieu Federatie, GMF Regio Rivierenland Particulier Agrarisch Natuurbeheer en VANL Namens LTO Glaskracht Namens LTO Noord/ZLTO Namens Recreatiesector Namens de Vereniging Kleine Kernen
Adviseurs
Dhr. W. Derks Dhr. K. Pieters Dhr. J. van Nuland
DLG Gelderland, adviseur Streekcommissie Provincie/ Bureau Rivierengebied Provincie / Hoofd Bureau Rivierengebied
Genodigde
Dhr. H.W.C.G. Keereweer
Gedeputeerde provincie Gelderland
Notulist
D. Graven
More Support te Wamel
Afwezig
Dhr. A.R. van Doorn Mevr. Ch. Janssen Dhr. G. Jonkers Dhr. P. van den Tweel
Regio Rivierenland DLG Gelderland, adviseur Streekcommissie Gelders Landschap Namens de natuurorganisaties
1.
Agenda, opening en mededelingen
De voorzitter opent de vergadering om 10.50 uur. De agenda wordt conform vastgesteld.
PG Leader Rivierengebied West - 13
-1-
13-01-11
2.
Verslag en actielijst van de vergadering van 28 oktober 2010
Conclusie / besluit: De PG LEADER stelt het verslag conform vast. Actielijst: Er staan geen afspraken op de afsprakenlijst. Conclusie / besluit: de PG LEADER stelt de afsprakenlijst conform vast. 3.
Financieel overzicht Rivierengebied West
Mevrouw Geelen wijst op de laatste twee – paars gemarkeerde – kolommen. Wanneer alle voorgestelde projecten zouden worden goedgekeurd, zijn de beschikbare gelden voor 2011 volledig besteed. Conclusie / Besluit: de PG LEADER besluit het persbericht (PGLW.13.3.a) en het financieel overzicht (PGLW.13.3.b) voor kennisgeving aan te nemen. 4.
Presentatie project-ideeën
PGLW.13.4.g – Werk aan het Spoel De heer Bolhuis, bestuurslid van de stichting ‘Werk aan het Spoel’ geeft een toelichting op het project, gebruik makend van een Powerpointpresentatie. Spreker stelt dat dit project mag worden gezien als een schoolvoorbeeld van een burgerinitiatief. Bevlogenheid en volharding zijn termen die hieraan mogen worden gekoppeld. De initiërende stichting heeft geen winstoogmerk. Met behulp van rijkssubsidies en provinciale subsidies wordt fort ‘Het Spoel’, gelegen aan de westzijde van Culemborg, gerestaureerd en heringericht. Voor de aanvullende activiteiten zijn bepaalde basisvoorzieningen nodig. Hiervoor worden fondsen geworven. ‘Het Spoel’ moet een laagdrempelige voorziening bieden, waar actief en passief kan worden gecreëerd en verrassende activiteiten worden geboden. De activiteiten zijn gericht op kunst, cultuur, historie en natuur. De lokale partners dragen – in goed overleg - zorg voor de uitvoering. Het contact met de potentiele partners is inmiddels tot stand gebracht. Er wordt gestreefd naar een optimale mix van partners. De business partner Amelisweerd draagt bijvoorbeeld zorg voor de horecavoorziening in het bezoekerscentrum, annex de veldkeuken. Via de presentatie worden inzage gegeven in de betrokken partijen. De uitvoering is in handen van lokale en regionale partners. Het is de bedoeling dat een levendige “ont-moetingsplek” ontstaat, die een aantrekkende werking heeft. Naar verwachting kunnen het eerste jaar 3.000 bezoekers worden verwacht en daarna wordt jaarlijks uitgegaan van ongeveer 10.000 bezoekers. De gedachte is, dat het concept positief zal bijdragen aan de regionale leefkwaliteit en herstel en behoud van de ruimtelijke kwaliteit. Voorts draagt het project bij aan een schone en veilige leefomgeving. In totaal is een bedrag van € 154.900,= nodig. Via fondsen/sponsoring zou € 80.000,= moeten worden gegenereerd. Hiertoe lopen diverse subsidieverzoeken, zoals bij het VSB-Fonds. Inmiddels is reeds voor een bedrag van € 24.000,= aan toezeggingen ontvangen. Ook eigen acties maken deel uit van het financiële plan. Fort ‘Het Spoel’ maakt deel uit van de voormalige Hollandse Waterlinie. De historische waarde van het jarenlang afgesloten fort wordt middels het project zichtbaar gemaakt. De open dagen hebben duizend bezoekers getrokken en hebben bovendien nieuwe vrijwilligers opgeleverd. Spreker stelt vast dat het project hiermee ook tot binding en cohesie leidt en daarmee bijdraagt aan leefkwaliteit. Het liniepontje komt uit bij de pleisterplaats ‘Werk aan het Spoel’. Mogelijk zal ‘Het Spoel’ worden opgenomen in het Waterliniepad. De secretaris verwijst naar het positieve advies. Uitsluitend ten behoeve van nagelvaste onderdelen wordt subsidie verstrekt. Wat dit aandachtspunt betreft, dient overleg met Bureau Rivierengebied plaats te vinden. Mevrouw Van Baalen stelt vast dat het project betrekkelijk kwetsbaar is vanwege de afhankelijkheid van vrijwilligers. Ze informeert naar de continuïteitsgaranties. De heer Bolhuis geeft aan, dat in deze voorbereidende fase sprake is van veel inzet van vrijwilligers. De toekomstige exploitatie is aan de lokale partners, zoals het theater. De commerciële partij die de veldkeuken zal verzorgen, zal een locatieheerder aanstellen. De inzet van vrijwilligers in de exploitatiefase beperkt zich
PG Leader Rivierengebied West - 13
-2-
13-01-11
tot programma-overleg en coördinatie. De Stichting heeft zich terdege de mogelijke kwetsbaarheid bij inzet van vrijwilligers gerealiseerd en hierop dus geanticipeerd in de voorlopige uitwerking. De heer Fernhout verwijst naar het advies inzake nagelvastheid en wijst op de materiele consequenties in de exploitatie. In relatie hiermee verzoekt hij Bureau Regioland om in de uitwerking ook te kijken naar de continuïteit in de exploitatie. De heer Kwakernaak vraagt in hoeverre in de exploitatie rekening is gehouden met toekomstige inkomsten, die ten goede kunnen komen aan het project. Hij wijst er op dat in geval van inzet van overheidsgelden in relatie tot betrokkenheid van een commerciële partij, een vorm van aanbesteding wellicht noodzakelijk is. De heer Kolbach beoordeelt het initiatief positief, maar constateert dat het lokale draagvlak beperkt is. Hij informeert in hoeverre zekerheden zijn gerealiseerd wat de financiering betreft en vraagt zich concreet af of de voorliggende LEADER-aanvraag het sluitstuk van de financiering vormt. De heer Doolaard legt uit dat een gefaseerde projectuitvoering mogelijk is en niet het volledige bedrag op hetzelfde moment nodig is. Hij wijst er op dat de projectplannen in de vergaderruimte beschikbaar zijn en exemplaren hiervan kunnen desgewenst door de leden van de PG worden meegenomen. Conclusie/Besluit: De voorzitter concludeert dat de PG zich kan vinden in verdere uitwerking. De heer Kwakernaak wordt als ambassadeur aan het project gekoppeld. PGLW.13.4.f – Restaurant ketelbatterij stoomgemaal ‘De Tuut’ De heer Reijnen, spreekt in namens Stichting Baet en Borgh. Hij meldt dat de laatste fase van de restauratie van Stoomgemaal ‘De Tuut’ is ingegaan. De schoorsteen is inmiddels gerestaureerd. In het verleden zijn ongeveer 750 stoomgemalen gerealiseerd, waarvan 34 in het Rivierengebied. Hiervan is slechts één gemaal behouden gebleven, zijnde ‘De Tuut’ in Appeltern. Via beeldmateriaal in de presentatie toont de heer Reijnen een doorsnede van de ketelbatterij. Deze ketels zijn door Kema en Electrabel technisch gekeurd om de haalbaarheid van restauratie goed te kunnen beoordelen. Op basis van deze conclusie is besloten om de ketels in de restauratieplannen op te nemen. De aanwezigheid van een ketelbatterij is in Nederland redelijk uniek. In de loop der tijd zijn deze veelal uit gemalen en industriële panden verdwenen. De intentie is om de complete, originele installatie te behouden en bedrijfsmatig in te zetten. Spreker toont fotomateriaal en schetst de staat van onderhoud en kwaliteit, deels gebaseerd op schade-inventarisatie en keuringen, zoals een materiaalstructuuronderzoek. Er heeft onderzoek plaatsgevonden naar klinknagels en bemetseling. Hierbij moet onder meer worden gedacht aan ultrasoon en magnetisch onderzoek, dat is uitgevoerd door Stork. Met de bestaande kleine ketels kan wel de stoommachine worden geactiveerd, maar deze biedt onvoldoende capaciteit om daadwerkelijk kracht te leveren. Echter, met het inzetten van het ketelgemaal zal het stoomgemaal als vanouds de capaciteit krijgen om per minuut 450 kuub water vier meter omhoog te brengen. Wat betreft de vernieuwing van de stoomleiding, is bij het materiaalonderzoek gebleken dat de oververhitter moet worden vervangen. De bemetseling moet gedeeltelijk worden vervangen. Rekening houdend met noodzakelijke vervanging, reparaties en keuringen ontstaat in totaal een begroting van € 177.000,=. Voorts is sprake van reeds jarenlange vrijwilligersinzet. De inzet van de veertig vrijwilligers kan op basis van 5.000 manuren per jaar worden gekwantificeerd. De heer Reijnen schetst de toekomstmogelijkheden voor het gemaal. Het gemaal leent zich bij uitstek voor tentoonstellingen op het gebied van waterbeheer en kan een rol vervullen in de promotie van de technische beroepen. De Stichting heeft een stoomhandboek geschreven en is daarmee in staat om voor de toekomst zelf machinisten en stokers op te leiden. De Stichting heeft deze scholing ook verzorgd voor de machinisten van de kolencentrale op de Maasvlakte. Op deze wijze kan continuïteit voor het gemaal worden geboden. Met honorering van dit project kan de laatste ketelbatterij worden gerestaureerd en wordt een industrieel erfgoed in stand gehouden. Hiermee wordt ook de recreatieve functie ingevuld. Mevrouw Van Baalen constateert dat het totaliseren van de genoemde bedragen in de schriftelijke aanvraag tot een bedrag van € 145.000,= leidt. In de presentatie wordt echter gesproken over € 177.000,=. De heer Reijnen geeft aan dat de kosten wat hoger zijn uitgevallen dan de eerder begrote € 145.000,=. Het bedrag van € 177.000,= is op concrete offertes gebaseerd. Bij het openmaken van de bemetseling zal echter pas de concrete omvang van de restauratienoodzaak zichtbaar worden. Er moet dan ook enige marge worden opgenomen. De heer Fernhout geeft aan dat het Waterschap dit weliswaar als een prima project beoordeelt, maar geen financiële bijdrage zal leveren. Binnen de huidige subsidie- en donatiemogelijkheden kan dit namelijk niet. Hij verzoekt het financiële overzicht op dit punt aan te passen. In het verleden is echter door het Waterschap – PG Leader Rivierengebied West - 13
-3-
13-01-11
direct en indirect - al veel bijgedragen aan de restauratie van ‘De Tuut’. De heer Reijnen geeft aan, dat met het BRIM, het Gelders Landschap en Monumentenzorg nog gesprekken gaande zijn over subsidieverstrekking. Spreker verwacht dat met de subsidie van de Provincie en LEADER het project financieel haalbaar wordt. Conclusie/Besluit: De voorzitter concludeert dat de PG zich kan vinden in verdere uitwerking, waarbij met name de cijfermatige informatie kloppend moet worden gemaakt. Er is nog geen ambassadeur aan het project gekoppeld. PGLW.13.4.a – Helicon opleidingen De heer Krol, directeur van MBO Helicon Geldermalsen, stelt zich voor en schetst de beoogde buitenplaats voor het Helicon-onderwijs. Hij schetst het totale onderwijspakket. De school is – samen met ROC Rivor bezig met de herpositionering van de school vanuit de overtuiging dat de school een belangrijke bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van het gebied. In dit kader wordt ook gezamenlijke nieuwbouw overwogen. De school streeft er naar om zich in positieve zin te onderscheiden van de meer grootschalige stedelijke ROC’s. De intentie van het project is om op Mariënwaerdt een oefen- en leerplaats voor leerlingen in te richten. Door het realiseren van een rendabele, attractieve buitenplaats door/voor leren, werken en ervaren in de regio Rivierenland. Hiermee wordt jong potentieel behouden voor de regio en leren jongeren tegelijkertijd het belang van de regionale economie kennen. De kennis die wordt opgedaan in de beoogde vlindertuin kan ook elders worden aangewend. Spreker schetst de activiteiten, waarbij hij onderscheid maakt tussen de reguliere activiteiten en de extra activiteiten waarvoor het onderwijs als zodanig geen budget heeft. Deze laatste activiteiten maken deel uit van de subsidieaanvraag. Dit betreft ‘aanpassing, inrichting en uitrusting van de buitenplaats, ontwikkeling en implementatie van activiteiten, publiciteit en communicatie. De verwachting is, dat het binnen twee jaar mogelijk moet zijn om het project operationeel te hebben. Dit biedt nieuwe onderwijsconcepten en een nieuw aanbod van activiteiten voor de regio. Helicon ziet dit project als een goede investering in de jeugd ten behoeve van de toekomst. De Rabobank beoordeelt dit project als zeer positief, ook om reden dat hiermee ondernemerschap wordt ontwikkeld. Via de presentatie worden de betrokken partijen getoond, zijnde Rabobank Betuwe West, Lingeborgh en ROC Rivor, Landgoed Mariënwaerdt en Helicon Opleidingen. Met de zekerstelling van de LEADER-subsidie kan het project worden uitgevoerd. Het project is – aldus Helicon - passend in LEADER omdat dit aansluit bij de thema’s landschap en cultuur, alsmede leefkwaliteit en diversificatie biedt. Voorts komt het project voort uit gezamenlijke initiatieven en samenwerking vanuit een bottum up gedachte en wordt lokaal potentieel benut. Ook is sprake van een vernieuwde aanpak, kleinschaligheid en overdraagbaarheid. De voorzitter wijst op het advies van Bureau Rivierenland. Het aspect staatssteun dient in de uitwerking te worden uitgezocht. De heer Kool sluit zich bij deze conclusie aan. Hij vraagt zich af of deze subsidieaanvraag wellicht door Mariënwaerdt had moeten worden ingediend. Het feit dat deze vraag opkomt, kan worden uitgelegd als een inschatting van mogelijke problematiek. Op zich is spreker enthousiast, maar het uiteindelijke advies is afhankelijk van de vervolguitwerking. De voorzitter vraagt zich af hoe de verbouwingskosten in verhouding staan tot de totale kosten en de inhoudelijke invulling. De heer Krol geeft aan dat Helicon belang heeft bij een goede opleidingsplaats. Wat dit betreft, is er geen belangenverstrengeling met de Mariënwaerdt. De voorzitter wijst er op, dat in de subsidieaanvraag ook de restauratie van een pand is opgenomen. De heer Kool legt uit, dat dit een afgeleid project kan zijn van activiteiten, die op een later moment worden uitgevoerd. Hiervoor wordt geen geld gevraagd via de projectaanvraag. De aanvraag is gericht op de conceptontwikkeling. De voorzitter acht dit onderscheid niet duidelijk in de aanvraag verwoord. Mevrouw Kallen sluit zich bij deze conclusie aan. Ze geeft aan dat het financiële overzicht moet worden aangepast om de ruis op dit punt eruit te halen. De heer Fernhout steunt het idee. In het Rivierenland loopt nog een aantal projecten die als doel hebben om technisch onderwijs te ondersteuning en een verbinding met het bedrijfsleven te leggen. Dit project sluit hier goed op aan en biedt kansen voor de ontwikkeling van het agro-onderwijs. De heer Kwakernaak is positief over het project. Hij twijfelt wel aan de LEADER-waardigheid van dit project. Zijns inziens wordt hiermee een permanente stageplaats gecreëerd. De heer Vonk informeert naar de kansen van deze jongeren op de reguliere arbeidsmarkt. Op basis van voorliggende aanvraag blijft dit onbeantwoord. PG Leader Rivierengebied West - 13
-4-
13-01-11
De heer Krol verwijst naar de regionale fruitteeltbedrijven. Vanwege de kleinschaligheid worden vaak extra mogelijkheden gezocht om inkomsten te verwerven, zoals het aanbieden van recreatieve diensten. Op de buitenplaats maken de leerlingen kennis met de mogelijkheden van recreatieve dienstverlening. In de arbeidsmarkt wordt een groeiende vraag geconstateerd naar werknemers die inzetbaar zijn ten behoeve van natuur en natuurbeleving. De voorzitter suggereert om ook dit aspect in de uitwerking mee te nemen. De heer Kolbach informeert naar het aantal leerlingen dat op wat langere termijn wordt betrokken in het project. Hij vraagt zich af wat de vlindertuin toevoegt aan het onderwijs. De heer Den Hartogh lijkt het een vreemd element dat ook buitenlandse vlinders worden opgenomen. De heer Krol legt uit dat in de eigen schoolkas reeds voorbereidingen worden getroffen voor het realiseren van een vlindertuin. Dit is een interessant leerproces. Bovendien zullen leerlingen rondleidingen verzorgen in de vlinderkas. Het opnemen van buitenlandse vlinders verhoogt de aantrekkelijkheid voor bezoekers, maar ook regionale vlinders krijgen hierin een plaats. Conclusie/Besluit: De voorzitter concludeert dat de PG zich kan vinden in verdere uitwerking, rekening houdend met de diverse geplaatste kanttekeningen door de PG. Met name het aspect staatssteun dient in de uitwerking te worden uitgezocht en het financiële overzicht vereist aanpassing. Er is nog geen ambassadeur vanuit de PG LEADER aan het project gekoppeld. PGLW.13.4.d – Fort ‘De Spees De heer Van Zetten spreekt in namens de Agrarische Natuurvereniging ‘Lingestreek’. Hij schetst de historie van de Natuurvereniging. De doelstelling van de vereniging is inzetten, behoud en beheer van streekeigen natuur- en landschapswaarden. In het kader van uitvoering van projecten worden bijvoorbeeld struinroutes aangelegd en beheerd. Qua thematiek, moet bijvoorbeeld aan weidevogelbeheer worden gedacht. In het project zijn duurzaamheidsdoelstellingen opgenomen. Spreker verwijst naar de drie P’s, zijnde people, planet en profit. Er wordt actief ingezet op het realiseren van maatschappelijk draagvlak. Met de gemeenten in het gebied en met het Waterschap vindt intensief overleg plaats. De gemeenten zijn ook in de uitvoering betrokken. Spreker toont via de presentatie een ontwerptekening uit 1841. Fort ‘De Spees’ maakt deel uit van de Grebbelinie en moet worden gezien als een voorligger van Hollandse Waterlinie. In de provincie Utrecht wordt veel aandacht besteed aan het Utrechts deel van de Grebbelinie. In Gelderland is deze aandacht voor het eigen deel zeer beperkt. De doelstelling is om meer bekendheid te geven aan het Gelders deel van de Grebbelinie. Het fort is een rijksmonument. In botanisch opzicht kan het gebied verder worden versterkt. Vanaf de Rijndijk is weinig zichtbaar van de verdedigingswerken. Deze liggen volledig verscholen in het landschap. De intentie is om tot een verbinding te komen van de agrarische, defensie-, recreatie- en waterstaatsfunctie. In het kader van het project zal een informatiecentrum worden ingericht, bijvoorbeeld op de nabijgelegen camping. De uitvoering van het project zal om praktisch-organisatorische redenen over twee jaar worden verdeeld. Het projectidee wordt officieel gepresenteerd op 1 oktober 2011. Bezien wordt of vanaf 4/5 mei a.s. in de restaurants een Grebbeliniemenu op de menukaart kan worden geplaatst. Het project zal resulteren in een lokale recreatieve ontwikkeling. Belangstellenden zullen gebruik maken van overnachtingsmogelijkheden in de regio. In kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen worden stagemogelijkheden geboden, maar ook moet worden gedacht aan re-integratie van getraumatiseerde militairen, die bijvoorbeeld in Afghanistan werkzaam zijn geweest. Hierover vinden reeds gesprekken plaats met het Ministerie van Defensie. Het project kan voorts bijdragen aan het onderwijsprogramma op scholen. Spreker schetst via de presentatie de LEADER-waardigheid en de betrokken partijen. Deze partners zijn ook bereid om financieel te investeren in het project. Aangezien het hier een projectidee betreft, gaat hij niet verder in op het kostenaspect. De voorzitter verwijst naar het advies van het regiobureau. Het hierin gestelde zal in de uitwerking een plaats moeten krijgen. De heer Den Hartogh acht dit een mooi project, dat - zijns inziens - de streek interessanter zal maken. Hij vraagt hoe de Agrarische Natuurvereniging de toekomstige exploitatie ziet. Hij wil met name weten of instandhouding zonder subsidieverstrekking haalbaar is en constateert dat het kostenstaatje niet correct is. De heer Van Zetten geeft aan dat continuïteit in beheer en exploitatie mogelijk is. Na uitvoering van het project zal de agrarische natuurvereniging het beheer en onderhoud gaan verzorgen van de linie en de omgeving hiervan. Dit geldt ook voor de wandel- en fietsroutes. Dit onderhoud betreft de route en niet de paden als zodanig. Via sponsoring zal continuïteit moeten worden geboden. PG Leader Rivierengebied West - 13
-5-
13-01-11
De heer Kool constateert dat de ZLTO in de stukken wordt genoemd. Gezien de ligging van de projectlocatie, gaat hij er van uit LTO-Noord hierbij betrokken zou moeten zijn. Juist de samenwerking tussen de plaatselijke LTO-organisaties en de ANV’s moet zijns inziens worden gekoesterd. Inspreker bevestigt dit. Door de heer Van Zetten wordt voor belangstellenden nadere schriftelijke informatie achtergelaten. Conclusie/Besluit: De voorzitter concludeert dat de PG zich kan vinden in verdere uitwerking, rekening houdend met de diverse geplaatste kanttekeningen door de PG. Er is nog geen ambassadeur vanuit de PG LEADER aan het project gekoppeld. PGLW.13.4.b – De LiMissie De heer Vastenhout introduceert zichzelf als vertegenwoordiger namens de vijf Limes LEADER-gebieden in Nederland, zijnde de Leidse Ommelanden, Weidse Veenweiden, Kromme Rijnstreek, Rivierengebied West en Rivierengebied Oost. De intentie van project LaMissie is om de historische limes bekend, beleefbaar en zichtbaar te maken voor een groot publiek. De Nederlandse Limes loopt vanaf de Noordzee tot de Duitse grens. Door het creëren van samenhang tussen de diverse projecten kan dit worden versterkt. De projectleiding ligt bij de PG-groep Kromme Rijn. Voorts is een aantal gemeenschappelijke projecten gecreëerd. De gedachte bestaat bijvoorbeeld om – als tegenhanger van de wandeltocht naar Santiago de Compostella – een lange afstandswandeling te realiseren ‘de Limes-stap-voor-stap’, vanaf de Ierse Zee tot de Zwarte Zee. Er wordt voorts gedacht aan productactiviteiten die geld kunnen opleveren. Het belang van het project is gelegen in de waarde van de Romeinse cultuur in onze hedendaagse cultuur. Spreker wijst als voorbeeld op de geldeconomie. In Engeland en Duitsland bestaan specifieke projectbureaus ten behoeve van de Limes. Het Nederlandse Programmabureau De Limes bestaat echter niet meer. Het Rijk is van mening dat de provincies deze taak over moeten nemen. Spreker geeft een beeld van de activiteiten die reeds in relatie tot de Limes zijn uitgevoerd. Onder meer is een Romeinse wachttoren gerealiseerd. De aanwezigheid hiervan en de mogelijkheid deze te bezoeken, heeft reeds veel betekend voor het ‘Romeins bewustzijn’. Er zal via Internet een verzameling met informatie over Limes worden opgezet, de DigiLimes. Hiermee is inmiddels gestart. De deelprojecten in de diverse regio’s kunnen verschillend van karakter zijn. De Weidse Veenweiden zal zich bijvoorbeeld richten op arrangementen, personeelsuitjes en fietstochten. In het Rivierengebied wordt ingezet op het oprichten van een Romeinse ruiterijvereniging. In de Kromme Rijnstreek wordt een mobiel informatiecentrum gebouwd, dat beschikbaar is voor de overige regio’s. De ervaring leert dat een dergelijk mobiel informatiecentrum een goed instrument is. De realisatie van het mobiele infocentrum is inmiddels zeker. De uitvoering van het project beslaat de periode tot december 2014. De kosten voor het totale project bedragen € 400.000,=; 65 procent wordt door de overige PG-partners gedekt, zoals PG Kromme Rijnstreek. De voorzitter wijst op het positieve advies en concludeert dat de PG dit overneemt. De heer Fernhout voegt toe dat dit internationale samenwerkingsproject ook door PG Rivierengebied Oost met enthousiasme is benaderd. Mevrouw Kallen onderschrijft deze waardering. De heer Kool meldt dat hij de intentie kan onderschrijven, maar vreest dat dit een project is, dat voor de landbouw tot beperkingen kan leiden. Hij verwijst naar zijn presentatie tijdens de vorige vergadering. Inmiddels is reeds sprake van een claim van zestig à zeventig procent, terwijl nog geen rekening is gehouden met de beperkingen vanwege archeologische waarden. De heer De Jongh geeft aan dat Nederland een dicht bevolkt land is met inwoners met een sterk historisch besef. Ook de landbouw zal rekening moeten houden met deze interesse. Spreker pleit voor een stevige organisatie, waarmee succes en continuïteit wordt gegarandeerd. Mevrouw Van Baalen constateert dat in het financieel overzicht uitsluitend sprake is van LEADER-groepen en geen sprake is van externe financiering. De heer Vastenhout legt uit dat voor samenwerkingsprojecten een ander regiem geldt. Conclusie/Besluit: De voorzitter concludeert dat de PG zich kan vinden in verdere uitwerking. De heer Den Hartogh wordt als ambassadeur aan het project gekoppeld. PGLW.13.4.e – Linge’s Zorglandgoed Mevrouw Van Iperen schetst de doelstelling van het project. De intentie is om dertig psycho-geriatrische zorgplaatsen op het landgoed te bieden. Hiertoe wordt het landgoed aantrekkelijk ingericht, waarmee dit ook een recreatieve waarde voor de omgeving krijgt. Het landgoed omvat 17,5 hectare (2,5 hectare gebouwen en
PG Leader Rivierengebied West - 13
-6-
13-01-11
vijftien hectare nieuwe natuur). De initiatiefnemers hebben een voorlopige koopovereenkomst op de grond, welke definitief wordt nadat de bestemmingsplanprocedure is afgerond. Op het landgoed wordt werkgelegenheid gerealiseerd voor mensen met en zonder beperkingen. De bedoeling is voorts om waterberging te realiseren. Inmiddels is een landschapsvisie ontwikkeld. Ze schetst via de presentatie de beoogde inrichting van het landgoed. Het is bijvoorbeeld de bedoeling om de kinderboerderij op een eiland te plaatsen. Dit eiland wordt via bruggen toegankelijk gemaakt. Er worden hekken geplaatst, zodat de dieren niet van het eiland af kunnen. Voorts maakt ze melding van een hoogstamboomgaard en een moestuin. Spreker toont fotomateriaal van het landgoed, dat momenteel voornamelijk akkerland is. In het geheel van de betrokken partijen is de gemeente Geldermalsen de spil. De provincie Gelderland heeft inmiddels een initiatiefsubsidie verstrekt. Het Nationaal Groenfonds heeft betrokkenheid toegezegd. Inmiddels is een verbinding gelegd met het ROC, het Wellandt en het Da Vinci College. Voorafgaande aan deze bijeenkomst is ook kennis gemaakt met het Helicon. Ook met deze partij lijkt een verbinding zinvol. Het initiatief is aangesloten bij netwerkorganisatie ‘Landmeerplus’. Een klein deel van het landgoed ligt binnen de Hollandse Waterlinie. De beoogde financiering wordt via de presentatie getoond. Deels is sprake van bankfinanciering. De initiatiefnemers menen dat dit project bijdraagt aan de sociaal economische vitalisering van het landschap, bijdragen aan de verbetering van de recreatieve toegankelijkheid van het Lingelandschap, herstel en behoud van de ruimtelijke kwaliteit van het huidige akkerland, ruimte voor water en recreatie dicht bij huis, stimuleren lokaal sociaal beleid door samenwerking met vrijwilligers en daarmee het stimuleren van de sociale cohesie. De stichting heeft inmiddels een klankbordgroep ingesteld. Het project is vernieuwend, gezien de combinatie van partijen. Spreker toont een tekening van het toekomstig beeld zoals opgenomen in de Landschapsvisie. De voorzitter meldt dat het advies van het regiobureau positief is. De heer Kwakernaak heeft toch het idee dat dit een zorgproject betreft, dat slechts een groen decor krijgt om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. In recreatief opzicht heeft dit project weinig toegevoegde waarde. Ook gezien de proportionele aanvraag, vraagt hij zich af of dit soort projecten binnen LEADER passen. Mevrouw Van Baalen informeert naar de ruimtelijke inpassing en vraagt met name of dit plan een wijziging van het bestemmingsplan vereist. Ze wijst voorts op de bestaande spuitzones van de bestaande fruitteeltbedrijven en vraagt hoe een en ander zich tot elkaar verhoudt. Mevrouw Van Iperen geeft aan dat het project is gelegen in een gebied dat in de gemeentelijke Landschapsvisie is aangewezen als gebied waar landgoederen kunnen worden ontwikkeld. Er is geen sprake van aangrenzende fruitteeltbedrijven, maar er zal wel degelijk rekening worden gehouden met de gevestigde bedrijven in de omgeving. Er is geen sprake van een commercieel zorgproject. Ze schetst de achterliggende visie wat betreft de zorgplaatsen. Mevrouw Geelen bevestigt desgevraagd dat de landbouw en zorg als criteria in het ontwikkelingsplan voorkomen en deze criteria ook in combinatie als criterium worden vermeld. Dit betekent dus ook dat het project binnen LEADER past. De heer Kool geeft aan dat de huidige samenstelling van de Klankbordgroep zorg geeft. Hij verwijst naar zijn eerdere opmerking over de vele claims op agrarische gronden. Mevrouw Van Iperen geeft aan, dat in overleg met de Gemeente – lopende de bestemmingsplanprocedure – nog geen verdere publiciteit voor het project is gezocht. Met de bespreking door het gemeentelijk College, zal het College het proces aangeven. Pas hierna kunnen andere partijen worden betrokken. De heer De Jongh kan het gepresenteerde project van harte ondersteunen. Hij neemt aan dat de zorgvragers baat hebben bij een groene omgeving. Hij gaat er van uit dat de landbouwsector in de klankbordgroep alsnog een plaats kan krijgen. De heer Kool geeft aan dat een vroegtijdige betrokkenheid van relevante partijen veel problemen op termijn kan voorkomen. Mede-initiatiefnemer, de heer Van den Berg wijst er op dat in 2006 reeds een vergelijkbaar initiatief is geweest, vooruitlopend op de gemeentelijke visie. Die visie heeft in 2008 gestalte gekregen. Het gebied voor landgoederen is toentertijd aangewezen. De initiatiefnemers hebben het project afgestemd op de gemeentelijke visie. Voordat naar buiten wordt getreden, dient het overleg tussen de Gemeente en de Provincie te zijn afgerond. De heer Derks acht het een duur project. Hij vreest met name dat de bruggen erg kostbaar zullen zijn. Conclusie/Besluit: De voorzitter concludeert dat de PG zich kan vinden in verdere uitwerking. Vooralsnog wordt geen PG-ambassadeur aan het project gekoppeld. PG Leader Rivierengebied West - 13
-7-
13-01-11
PGLW.13.4.c – Koe in de Heesseltsche uiterwaarden De projectaanvraag is ingetrokken. PGLW.13.4.g – Uitbreiding Zorgboerderij Hoog-Broek Mevrouw De Kock geeft aan dat zij – samen met haar echtgenoot – sedert tien jaar de zorgboerderij exploiteert. Ze geeft een schets van de zorgboerderij en de elementen hiervan. De groeiende belangstelling leidt tot een uitbreidingbehoefte van de zorgboerderij. Bijvoorbeeld bestaat belangstelling voor paardrijles voor autistische leerlingen. Ook is de intentie om een kas met een dakterras en een horecavoorziening te realiseren. Voorts is uitbreiding beoogd van de verblijfsruimte, de winkel en de koelcel. Er worden voorzieningen voor kampeervakanties gerealiseerd en de boerderij krijgt een rieten dak. De architect, de heer Karssenberg, geeft een presentatie van de mogelijkheden om een kas in te zetten, waarmee een transparante verbinding tussen binnen en buiten wordt gerealiseerd. De kas wordt over een gebouw heen geplaatst. Ten behoeve van de beeldvorming toont hij fotomateriaal van kasconstructies waarbij architectenbureau KWSA betrokken is geweest. Via de presentatie worden schetsen getoond die een beeld geven van de uitbreidingswensen. Spreker schetst de duurzaamheids- / energiedoelstellingen. De intentie is dat energie-neutraliteit wordt gerealiseerd en zo veel mogelijk met duurzame materialen wordt gewerkt. Regenwater zal worden hergebruikt. De voorzitter verwijst naar het positieve advies. Voor de PG is met name de combinatie landbouw en zorg relevant en niet zozeer de restauratie. De heer Fernhout heeft wat moeite met dit project. De presentatie van zorgproject Linge’s Zorglandgoed had zijns inziens een wat bredere opzet en is in een stichting ondergebracht. Mevrouw De Kock meldt dat ook dit project binnen een stichting valt. Desgevraagd geeft ze aan dat de boerderij persoonlijk eigendom is; de Stichting is verantwoordelijk voor de exploitatie. Ambtelijk wordt vanaf de publieke tribune toegevoegd dat in het ontwikkelingsplan wordt aangegeven dat landbouw en zorg een item is in het ontwikkelingsplan onder het thema Leefbaarheid en dat dus hiervoor ook Leadermogelijkheden open staan. De heer Derks geeft aan dat er goedkopere alternatieven zijn dan een rieten kap. Hij vraagt hierop te oriënteren in de uitwerking. Conclusie/Besluit: De voorzitter concludeert dat de PG zich kan vinden in een verdere uitwerking. Vooralsnog is hier geen PG-ambassadeur aan gekoppeld. 5.
Wat verder ter tafel komt, rondvraag en sluiting
Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag. De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 12.50 uur. Vergaderplanning 2011 (09.30-12.00u) 31 maart 2011 14 juli 2011 13 oktober 2011 8 december 2011
AFSPRAKENLIJST Datum vergadering
Wie
Afspraak
PG Leader Rivierengebied West - 13
-8-
Stand van zaken / voortgangsmelding
13-01-11