Verslag C-ITS, Interactieve coöperatieve Use cases Vrijdag 1 mei – 9.30 – 12.00
Dit gesprek is een inhoudelijke round up van de eerder gevoerde gesprekken tussen de overheden en geselecteerde ITS-bedrijven. Onderstaande is de door alle deelnemers gedeelde samenvatting op hoofdlijnen van de gewenste aanpak C-ITS met daarin belangrijke elementen en aandachtspunten voor het te maken Plan van Aanpak.
Waar werken we naartoe? -
-
-
-
Op stedelijke ringwegen ligt een kans om sneller op te schalen met C-ITS gegeven de ervaringen van BIC I t/m III en Spookfileproject; daar is de experimentele fases wel voorbij. Businessmodel is nog niet geheel duidelijk. Het collectief belang ligt verticaal, het private belang horizontaal. Er bestaat geen garantie dat deze werelden goed verknoopt kunnen worden en er een goede private business case ontstaat bij externe baathebbers als fleetowners, verzekeraars, OV-vervoerders. Hier zullen we gezamenlijk extra inspanning op moeten zetten (gesprekken) en vooral de proposities vanuit ITS bedrijven en de betekenis voor deze groepen. Op dit moment kunnen we 9overheden, ITS-bedrijven, externe baathebbers) een richting vaststellen met elkaar en hier een bandbreedte bij benoemen qua uitwerking en betekenis. Rol van de overheid wordt maximaal faciliteren, netwerk en platform helpen maken en ondersteunen plus zorgen dat alle partijen aan boord komen. Daarbij is het niet erg dat alle verdienkansen nu niet geheel helder zijn. De overheidsdominantie uit het verleden komt niet meer terug. Dat geeft onzekerheid maar ook kansen. De crux zit met name in de beschikbaarheid en zekerheid van data items uit alle domeinen en baathebbers. Zorg dat dat goed op orde is, ook qua speleregels (wat is open en wat niet). Cruciaal daarbij is een vrij intensief, maar gestructureerd proces waarin publieke en private partijen per regio samenwerken om dit voor elkaar te krijgen. Het gaat dan om het toevoegen van data, het verbeteren van data en het kijken naar specifieke baathebbers. We weten wat we kunnen, maar we weten nog niet hoe we dit met z’n allen commercieel kunnen maken. Dat vergt specifiek werk aan de kant van Marketing & Sales. Geen technische complexiteit, maar een goede procesregie en zorgen dat je dit praktisch hanteerbaar en herkenbaar wordt voor alle potentiele baathebbers.
Coöperatief -
-
Vanuit het project op de A58 werken we naar Compass4D achtige-toepassingen. Je kunt hier redelijk gemakkelijk functionaliteiten aan toevoegen en dit landelijk uitrollen op HWN en OWN. Hiervoor gebruik je hetzelfde ‘kunstje’ en dezelfde architectuur. Vergt een paar extra koppelvlakken maar veel is al bekend en vastgesteld. Je moet borgen dat dezelfde data van Zuid Nederland die nu aan SFA58-project wordt geleverd, ook vanuit andere centrales wordt uitgeleverd en hierbij moet je organisatorisch zorgen dat ook andere partijen aangehaakt worden. Open toetreding is wenselijk. In de eerste fase van Spookfiles A58 is al voldoende onderzocht wat de extra verkeerskundige effecten kunnen zijn. Dat is allemaal voor het hoofdwegennet, maar hetzelfde geldt voor het provinciale wegen en stedelijke inprikkers. Dit levert in tijdkritische situaties meer dan voldoende meerwaarde i.r.t. de benodigde inspanning en investeringen.
Verslag C-ITS, Interactieve coöperatieve Use cases Vrijdag 1 mei – 9.30 – 12.00
-
-
-
-
Stedelijke kruisingen met VRI’s zijn wel nieuw. Compass4D levert ook hier al inzichten voor op, dit is door o.a. Imtech bekeken. De specifieke aandachtspunten hierbij zijn: hoe je zorgt dat die bestaande technische installaties goed ontsloten worden als onderdeel van de gehele coöperatieve architectuur. Bedrijven hebben hiertoe al een voorstel gedaan hoe volgen we hierin de internationale standaarden zodat maximale marktkansen in het buitenland ontstaan hoe organiseren we een effectieve samenwerking tussen enerzijds wegbeheerders en beleidsmakers (publieke kaders en prioriteiten) en ITS-bedrijven (optimalisatie binnen die kaders) Dit vraagt om een PCP-light proces omdat er een pre competitieve voorbereiding nodig is van publieke en private partijen. 1 goede functionaliteit voor een doelgroep werkt niet binnen C-ITS. Je moet komen met een package deal die we steeds van samenstelling varieren (basis en pluspakket) en re-framen al naar gelang de doel-/klantgroep. We moeten niet alleen (technisch) insteken op wegbeheerders, maar ook inspelen op de behoefte(n) van andere stakeholders, bijvoorbeeld verzekeraars, fleetowners, werkgevers, leasbedrijven, bestaande gebruikers community’s en -profielen. Het is wenselijk dat de installed base van bestaande navigatiediensten verder open gesteld kan worden. Dit biedt een opening voor een verdere marktontwikkeling en snelle opschaling. De aanpak C-ITS dient hie nadrukkelijk aandacht aan te geven en de voorwaarden voor te scheppen.
Afspraken maken -
-
-
-
‘kastjes’ moeten qua functionaliteit en technische vereisten gestandaardiseerd worden, in ieder geval qua koppelvlakken. Dat maakt de basis groter en de mogelijkehden voor nieuwe toetreders en externe baathebbers groter. Voorkomt tevens redundantie van kastjes in voertuigen. Het is goed om te benoemen waar we op in steken qua gebruikstoepasingen met groen (dit kan snel), geel (dit kan wel, maar heeft een te overziene voorbereidingstijd nodig) en rood (dit laten we nog even liggen want te complex of niet passend binnen roadmaps zoals we die nu kennen). Dat geeft naar de buitenwereld duidelijkheid over waar we op inzetten en wat er in Nederland gebeurt. Als we dit gaan doen, vergt dat een set met afspraken om te zorgen dat het gaat lopen, hoe we binnen de markt met elkaar omgaan en hoe overheden en markt met elkaar samenwerken. Om zover te komen moet je onder druk staan van tijd en kwaliteit: zo is in het Spookfileproject ook veel en op tijd van de grond gekomen. Zonder die urgentie en commitment gaan we niet snel iets realiseren. De schaal van meerdere regio’s waar C-ITS tegelijk wordt uitgerold is nodig om de commerciële en organisatorische componenten in te kunnen regelen en haalbaar te maken. Op het niveau van een pilot per regio kom je daar niet achter en blijven het technische testen zoals er eerder al veel zijn uitgevoerd.
Verslag C-ITS, Interactieve coöperatieve Use cases Vrijdag 1 mei – 9.30 – 12.00
-
-
-
-
-
De Round Tables zijn bruikbaar, maar het moet duidelijk worden hoe we dit op een goede manier combineren met de projecten (m.n.qua prioritering, planning). De projecten domineren nu de conclusies en resultaten van de tafel omdat in projecten concreet gewerkt moet worden met de uitkomsten. Marktpartijen die in projecten zitten moeten leidend zijn, zij hebben belang bij snelle, bruikbare beslissingen. De roundtables zijn nodig om kennis te verspreiden, potentiële nieuwe deelnemers tijdig mee te nemen in de ontwikkelingen De angel zit hem er vooral in hoe we haalbare proposities richting externe private baathebbers kunnen formuleren. Dat is primair een verantwoordelijkheid van de individuele bedrijven maar willen overheden bijdragen om voldoende herkenbaarheid en tempo te ontwikkelen. De business case moet gekoppeld worden aan behoeftes op regionaal en landelijk niveau; beide sluiten elkaar niet uit. Extra reden voor samenwerking en coördinatie Er zijn elementen waarin behoefte is aan certificering en testen. Als duidelijk is dat het werkt, kunnen we deze systemen codificeren en hebben we een gecontroleerd basisniveau in de technische componenten. Dit zal onderdeel zijn van de samenwerking: bedrijven laten zelf testen, overheid stelt eisen aan de wijze van testen en de testende instantie. Hoe zorgen we dat Rijkswaterstaat als speler mee komt? De vervangingsopgaven van lussen en andere bestaande wegkantvoorzieningen moeten we hierin beeld brengen en meenemen als we coöperatief van de grond willen krijgen. Hoe maken we de koppeling met andere thema’s? IMMA, twee IM-platforms, evenementen etc. Dit gaat zich de komende maanden na besluitvorming snel aftekenen:
Eerste stappen: 1. in regio’s gaat een samenwerking tussen wegbeheerders en ITS-bedrijven ontstaan 2. Gesprek met baathebbers organiseren: what’s in it for me, vergt bewustzijn vergroten 3. Deelproces organiseren met VRI belanghebbenden om in 6 maanden de technische issues op te lossen 4. Versterken Marketing & Sales om tot betere proposities en vraagstellingen richting externe baathebbers te komen: wat is er te bieden (ontzorgen, toekomstvastheid, verdienkansen), wat hebben we van elkaar nodig (inzage in elkaars relevante doelen en bedrijfsprocessen) Over bovenstaande is consensus gegeven de voorgaande gesprekken in de maand april. Discussie -
-
Er is nog geen eenduidigheid over de wijze waarop we de straat op gaan. Een groot aantal diensten kan connected beginnen. Het enige waar tegenaan gehikt wordt is het verkrijgen van data uit VRI-automaten. Dat soort processen komt het beste los als we gewoon aan de slag gaan in de regio’s en met RWS. De menselijke factor is nu soms ook remmend: bijvoorbeeld de individuele wegbeheerder die niet mee wil/kan werken. Dat vergt heldere afspraken aan de voorkant We moeten stoppen met praten en gaan uitrollen. Kunnen we niet gewoon een aantal kruispunten aanwijzen en daar starten met de implementatie? We lopen in Nederland ongelooflijk voorop, maar we moeten het lef hebben om door te pakken en Europa mee te nemen. Dit kan met een use case die niet typisch Nederlands is, maar internationaal toepasbaar is. Onze problemen zijn niet uniek.
Verslag C-ITS, Interactieve coöperatieve Use cases Vrijdag 1 mei – 9.30 – 12.00
Uitvraag/werkwijze -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Marktpartijen zien graag dat de opgave functioneler beschrijven wordt, niet als limitatieve set met elementen die je moet leveren. Geef de markt ruimte om met echte oplossingen te komen. Overheid moet zeggen: dit zijn onze problemen die we graag opgelost willen hebben. Dat is overigens reeds gebeurd in februari. Marktpartijen willen de mogelijkheid hebben om een geautomatiseerd verzoek te doen aan wegbeheerders: bijv. lever mij svp de volgende data. Dat stuit nu nog vaak op veel weerstand en argwaan. Er zitten twee snelheden in het werk dat we willen verzetten: connected willen we verkeerskundig resultaat sorteren. Coöperatief ook verkeerskundig resultaat sorteren maar willen we ook een technologische boost geven. Daar zitten nog wel wat risico’s aan, dus dat heeft een ander tijdspad binnen BBV. Als je de technische architectuur vervolgens zodanig inricht dat je er van alles mee kunt (met generieke aspecten), dan zetten we samen drie stappen voorwaarts. Haal de techniekdiscussie hier tussenuit, generiek weet je wat je wilt. Use cases/gebruikstoepassingen zijn instrumenten om te komen tot een structuur waar we alles kunnen realiseren. We moeten het gesprek voeren om af te leiden wat er precies moet komen. Als we uit het niets tot een architectuur zijn gekomen op de A58 moet dat hier ook lukken, maar de markt moet wel ruimte krijgen. We moeten voorkomen dat we allerlei vuurpijlprojectjes hebben, we moeten onze etalage vullen met mooie grote projecten, niet met kleine pilots. Wel is er behoefte aan enige focus op use cases. Als je de huidige lijst gaat categoriseren op haalbaarheid, zitten daar verschillen in. Als je slim kiest, kun je op een grote use case gemakkelijk voortborduren. En met de meest simpele regeling kun je morgen al beginnen. We zullen starten met een hybride situatie: we kunnen niet in 1x alle kruisingen en bussen uitrusten met nieuwe systemen. Bij car2car ligt de verbinding met de OEM’s. Bij eerdere Coöperatieve projecten (bijv. Freilot) liht de verbinding met de professionele weggebruikers. Dit is de rode draad waarmee we willen beginnen. Penetratiegraad is erg belangrijk. Hoe krijgen we de massa in beweging? De architectuur moet de mogelijkheid bieden om elkaars users ook te gebruiken. We hebben nu een situatie waarbij de consument (nog) niet wil betalen omdat de meerwaarde onvoldoende helder is. Als we Nederland-breed willen uitrollen moeten we weggebruikers breed informeren en partijen omarmen die mensen laten aanhaken. Op de achtergrond moet een brede sales neergezet worden. Wat we in handen hebben, moeten we naar baathebbers uitdragen. We moeten het grote publiek verleiden om de stap naar deze diensten te maken: individuele klanten en klantgroepen moeten begrijpen hoe dit in een bredere context past. Voorkom dat je vanuit 20 projecten communiceert en zorg voor 1 label waarmee de publieke opinie wordt benaderd!
Verslag C-ITS, Interactieve coöperatieve Use cases Vrijdag 1 mei – 9.30 – 12.00
Nederland en verder -
-
-
-
-
-
Zorg dat er een Nederlands profiel is dat op het Europese profiel aansluit. Zo kun je meerdere diensten in een app aanbieden en de dienst moet het overal doen. We moeten zorgen dat er regie komt op het proces, dat kan niemand alleen. Het is belangrijk om een ketentest mee te pakken. ‘TISA-Nederland’ noemen we dat. We hebben nu een regiegroep VI, een groeiende hoeveelheid tafels en een aantal projecten en bijna evenveel verenigingen en programma’s. Voor kruispunten gaan we bedenken hoe we spat-map moeten uitsturen. Dat beleggen we in een stichting. Dat leggen we ook neer op de Roundtable Standaardisatie. Als die het stempel geeft, is het klaar en sturen we het uit. Daar kan ‘TISA-NL’ ook bij aanhaken. Hoe ga je om met het administratieve werk dat achter de tafels en groepen zit? Als je wat organiseert moet je zorgen dat de hele keten vertegenwoordigd is. Zorgen dat de hele keten erin zit. Tafels moeten gezamenlijke start hebben en deelnemers een inschrijffee betalen. Dit is een drempel om niet alleen gratis te ‘sponzen’. Op landelijk niveau moeten experts het mandaat krijgen om iets uit te werken. Ervaring uit de A58 is dat de informatie teveel binnen het project blijft. Hoe ga je zorgen dat dit NL-breed gedeeld wordt en ook internationaal. Hoe zorg je voor een goede gecoördineerde actie naar het buitenland? Roudtables zouden hierin sterk moeten kunnen acteren Vanuit Connecting Mobility ligt er al lange tijd een wens om dit te faciliteren. Er wordt verkend welke ondersteuning CM kan bieden en op welke niveau’s. Er is ook op strategisch niveau afstemming nodig en doorzettingskracht Als we over gaan tot een beter stuurbare structuur moeten we zorgen dat er een goed evenwicht zit tussen publiek en privaat. De overheid moet de functionele behoefte bepalen, maar geen standaarden voorschrijven. Wel als opdrachtgevers naar verwijzen als deze standaarden zijn vastgelegd.
Tot slot -
-
Er is behoefte aan een rechtsvorm die dingen vast kan stellen. Zie DVM Exchange, zie andere ITS-standaarden. Er zijn nu veel verschillende ervaringen. Die moeten we uitzoeken/uitwerken. De overheden moeten een beperkte rol vervullen. In de eerste week van mei krijgen de twee Roundtables (Architectuur resp. Standaarden) een lijst met use cases t.b.v. C-ITS BBV, en dat moet een stabiele lijst komen zijn waar we ons op gaan richten. Marcel stuurt daarom een lijst met vijf tot tien use cases. Vraag aan een ieder is: zijn dit de use cases waar we ons als eerste op gaan richten? Wat betekent dat voor koppelvlakken en andere zaken? Graag een reactie in de week van 4 mei.