Versie maart Beleidskader toezichthoudend besturen binnen de stichting

Beleidskader toezichthoudend besturen binnen de stichting

Versie maart 2015

1 - INLEIDING 1.1 - Wettelijk kader good governance De stichting SKOM functioneert onder de Wet op het Primair Onderwijs en past de Code Goed Bestuur primair onderwijs toe. De hoofdpunten uit deze wet zijn:  Er is een scheiding tussen toezicht en bestuur.  Leden van het toezicht worden op basis van kwaliteitsprofielen en een kenbare procedure geworven  Het toezicht verricht minimaal een aantal bij de wet vastgelegde taken die zij niet kan overdragen aan een ander bestuur: o het goedkeuren van de begroting en het jaarverslag en, indien van toepassing, het strategisch meerjarenplan van de school; o het toezien op de naleving door de algemeen directeur van wettelijke verplichtingen, de code voor goed bestuur en de afwijkingen van die code; o het toezien op de rechtmatige verwerving en de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van de middelen van de school verkregen op grond van de wet; o het aanwijzen van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die verslag uitbrengt aan het toezichthoudend bestuur of het toezichthoudend bestuur, en  het jaarlijks afleggen van verantwoording over de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden in het jaarverslag.  Het toezichthoudend bestuur staat de algemeen directeur met raad en daad terzijde  Het bestuur kan taken en bevoegdheden mandateren aan directie of management. Dit moet worden vastgelegd in een managementstatuut. Binnen SKOM oefent de directeur taken uit op basis van mandaat van het bestuur.

1.2 - Besturingsfilosofie Scheiding tussen toezicht en het feitelijke leidinggeven is uitgangspunt.  Het bestuur functioneert als toezichthoudend bestuur conform de statuten en het management statuut van de stichting;  Daarbij wordt toezichtgehouden door het hanteren van een toetskader, waarbij de verwachting die aan het presteren en functioneren van de organisatie worden gesteld, vooraf worden geexpliciteerd.  Daarbij worden de bevoegdheden en verantwoordelijkheden gelegd op het niveau in de organisatie waar de beslissingen worden genomen.  Daartoe heeft de rol van algemeen directeur een sterk mandaat om de integrale leiding binnen de organisatie op zich te nemen.

Kader toezichthoudend besturen SKOM

2



het bestuur te allen tijde adequaat geinformeerd wil zijn, gelet op de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het bestuur over wat er feitelijk gebeurt binnen de stichting en de scholen.

1.3 - Inhoud geven aan de besturingsfilosofie Gekozen is voor een besturingsfilosofie op basis van het Policy Governance® model. Basisprincipes en uitgangspunten daarbij zijn: 1. de notie dat het bestuur in de eerste plaats de “representant” is van de vele mensen, die

belang hebben bij het bestaan van SKOM en haar scholen; 2. de notie dat het bestuur optreedt als eindverantwoordelijk, maar passend bij het

3.

4.

5.

6. 7.

8.

beleidskader / managementstatuut die de algemeen directeur in staat stelt op gepaste wijze de organisatie te leiden. Dit onderscheid betreffende de rol van het toezichthoudend bestuur en de algemeen directeur is van wezenlijk belang; In principe treedt het toezichthoudend bestuur niet in de dagdagelijkse bedrijfsvoering. de notie dat dit onderscheid kan worden gevonden in een aansturing door het toezichthoudend bestuur enkel op basis van uitspraken over Beoogde Resultaten, evenals over de Handelingsruimte die de algemeen directeur krijgt om deze waar te maken (bedoeld is grenzen aan te geven i.p.v. regels voor te schrijven); de notie dat de verantwoordelijkheid voor het functioneren en de kwaliteit van de inbreng van het toezichthoudend bestuur niet berust bij individuele leden van het bestuur maar bij het bestuur als geheel; de noodzaak van ondubbelzinnigheid in wie waarvoor verantwoordelijk wordt gesteld: het toezichthoudend bestuur stelt de algemeen directeur integraal verantwoordelijk voor het beleid (te behalen resultaten en gang van zaken) ook als werkzaamheden niet door hem zelf gebeuren maar onder zijn leiding; toezicht op en verantwoording over de uitvoering vinden plaats tegen de vooraf gedane uitspraken en via vooraf overeengekomen instrumenten; het toezichthoudend bestuur verantwoordt zich, zo niet formeel dan toch moreel aan diegenen (belanghebbenden) waaraan de scholenorganisatie haar bestaansrecht ontleent; wie is dat dan en wat betekent dit concreet? Moet deze er wel in. het toezichthoudend bestuur zal vooraf duidelijk maken welke criteria worden gehanteerd om het beleid van de algemeen directeur te toetsen. Zij doet dat door middel van beleidsuitspraken.


3

2 – Het proces van toezichthoudend besturen 2.1 - Taakomschrijving De taak die het toezichthoudend bestuur moet leveren, als een vertegenwoordiger van de “morele eigenaren”, is het garanderen van juiste resultaten van de organisatie en een verantwoorde gang van zaken. In policy government taal  de bedoelde resultaten voor de doelgroep/doelgroepen waarvoor de organisatie bestaat (zoals beschreven in de beleidsuitspraken over de Bedoelde Resultaten zie pag.) tegen gepaste kosten worden gehaald;  onaanvaardbare handelingen en situaties vermeden worden (zoals aangegeven in de Beperking van de Handelingsruimte). Morele eigenaren: Hieronder verstaan wij in het geval van SKOM: “alle mensen en geledingen, instanties uit de maatschappelijke omgeving van de vier dorpskernen Wessem, Heel, Beegden en Thorn die belang hebben bij goed basisonderwijs en opvang van kinderen”

Dit houdt in dat het toezichthoudend bestuur directe verantwoordelijkheid heeft om:  De relatie te leggen en te onderhouden tussen de “morele eigenaren” en de organisatie.  Beleidsuitspraken te doen en deze op schrift te stellen die alle besluiten en situaties in de organisatie omvatten: 1. Bedoelde Resultaten te definiëren ( wat moet bereikt worden voor wie/welke ontvangers tegen welke prijs/prioriteit). 2. Handelingsruimte te beperken: dit moet anders geformuleerd denk ik, zie even niet hoe. 3. Het Toezichthoudend Proces te beschrijven. Hierin zijn uitspraken opgenomen waarin het toezichthoudend bestuur zijn eigen werkwijze formuleert en disciplineert en tevens hoe het eigen opereren wordt getoetst en geëvalueerd. 4. De Bestuur – Algemeen directeur verhouding beschrijven. Het zeker stellen dat de organisatie de bedoelde resultaten haalt met het in acht nemen van de Beperking van de Handelingsruimte.

2.2 - Stijl van toezicht houden Het toezichthoudend bestuur houdt toezicht door volgens de wet te handelen en door de volgende punten centraal te stellen:  meer nadruk te leggen op strategisch leiderschap dan op administratie en beheer  duidelijk onderscheid te maken tussen de rol van het toezichthoudend bestuur en die van de algemeen directeur  het nemen van collectieve in plaats van individuele beslissingen In navolging hiervan: 1. Ontwikkelt het toezichthoudend bestuur een gevoel van groepsverantwoordelijkheid. Het toezichthoudend bestuur en niet de algemeen directeur is verantwoordelijk voor goed toezicht. Het toezichthoudend bestuur neemt het initiatief tot het ontwikkelen van beleidsuitspraken en wacht niet enkel voorzetten van de algemeen directeur af.


4

2.

3.

4.

5.

6.

7.

Het toezichthoudend bestuur gebruikt de expertise van individuele leden om de kennis van het toezichthoudend bestuur als geheel te verhogen maar staat niet toe dat die individuele toezichthoudende leden uit naam van het toezichthoudend bestuur een besluit nemen of een oordeel geven. Het toezichthoudend bestuur inspireert, richt en controleert de organisatie door het zorgvuldig opstellen van allesomvattende op schrift vastgelegde beleidsuitspraken, die de normen en waarden en toekomstvisie van het toezichthoudend bestuur weergeven. De nadruk van de beleidsuitspraken van het toezichthoudend bestuur ligt op het bereiken van de bedoelde lange termijn effecten/resultaten ten behoeve van doelgroep(en) en niet op (management) methoden of activiteiten, die bedoeld zijn om die resultaten te bereiken. Het toezichthoudend bestuur legt zichzelf de benodigde discipline op die nodig is om op excellente wijze toezicht te houden. Zelfdiscipline betreft onder meer aanwezigheid bij en voorbereiding van de vergaderingen, het toepassen van de juiste principes bij het, in samenspraak met de algemeen directeur, opstellen van beleidsuitspraken, het respecteren van de verschillende, onderscheiden rollen en het garanderen van continuïteit in de toezichthoudende bekwaamheid. Hoewel het toezichthoudend bestuur de beleidsuitspraken over het Toezichthoudend Proces op elk moment kan wijzigen, zal het de uitspraken die op dat moment geldig zijn, nauwkeurig volgen. Het bestuur zal de algemeen directeur met raad en daad adviseren en bijstaan, ook ongevraagd, maar zal te allen tijde de verantwoordelijkheid voor besluiten die aan de algemeen directeur zijn, bij hem laten. Het toezichthoudend bestuur houdt zijn toezichthoudende kwaliteit op peil door nieuwe leden van het bestuur te scholen in het toezichthoudend proces én door evaluatie van haar eigen uitvoering van het toezichthoudend proces. Het toezichthoudend bestuur zal niemand (zijnde een persoon of een commissie) de gelegenheid geven om de eenheid of collectieve uitspraken en oordelen van het toezichthoudend bestuur te verstoren. Het toezichthoudend bestuur zal elke vergadering terugblikken op de toepassing en naleving van de beleidsuitspraken op het gebied van het toezichthoudend proces. Zelfreflectie zal de activiteiten en werkwijze/discipline van het toezichthoudend bestuur vergelijken met de beleidsuitspraken inzake Toezichthoudend Proces en die over Bestuur – Algemeen directeur Verhouding.

2.3 - Verhouding toezichthoudend bestuur – algemeen directeur 1.

2.

3. 4.

In de relatie tussen het bestuur en de algemeen directeur staat, vanuit het wederzijds respect voor elkaars rollen, het belang van de organisatie (d.w.z. in het presteren en het handelen voldoen aan de gestelde verwachtingen), altijd voorop. De enige officiële verbinding tussen het toezichthoudend bestuur en de (uitvoerende/operationele) organisatie, diens presteren en gedragingen zal via de algemeen directeur verlopen. Het bestuur vervult ook de rol van werkgever in het kader van alle in de c.a.o. genoemde elementen die horen bij goed werkgeverschap Eenheid van toezicht  Alleen officieel door het toezichthoudend bestuur gedane uitspraken zijn bindend voor de algemeen directeur.


5





Besluiten of instructies van individuele leden van het bestuur, functionarissen of commissies zijn niet bindend voor de algemeen directeur, met uitzondering van de uitzonderlijke situatie waar het toezichthoudend bestuur authoriteit heeft gegeven daartoe. Als leden van het toezichthoudend bestuur of commissies informatie of assistentie vragen kan de algemeen directeur het verzoek hierom weigeren, als die in zijn ogen teveel tijd of geld vragen van de organisatie of verstorend is.

2.4 - Verantwoorden presteren door de algemeen directeur Systematische en strikte verantwoording van het presteren door de algemeen directeur zal enkel en alleen plaatsvinden inzake de verwachte opbrengst die de algemeen directeur moet leveren: het bereiken door de organisatie van een redelijke interpretatie (als een van de vele mogelijke redelijke interpretaties) van gedane beleidsuitspraken door het bestuur op gebied van Bedoelde Resultaten en het, eveneens volgens een redelijke interpretatie, opereren van de organisatie binnen de grenzen zoals vastgelegd in de Beperking van Handelingsruimte. In elk geval zal het toezichthoudend bestuur besluiten over:  De redelijkheid van de interpretaties door de algemeen directeur, door een beoordeling ervan als zijnde een ‘redelijk persoon’ Wat is dit?. Het bestuur zal zich niet laten leiden door interpretaties die favoriet zijn bij leden van het toezichthoudend bestuur of het toezichthoudend bestuur als geheel. Het toezichthoudend bestuur accepteert elke interpretatie door de algemeen directeur die als redelijk moet worden aangemerkt. Het bestuur is de finale beoordelaar van de redelijkheid van een interpretatie.  Het bestuur stelt ook vast welke gegevens het realiseren van de interpretatie bewijzen.  Alle beleidsuitspraken worden via rapportages verantwoord in een frequentie en volgens een van eerder genoemde drie methoden, die gekozen worden door het toezichthoudend bestuur als geheel. Het bestuur kan elke beleidsuitspraak op elk moment volgens elk van de drie methoden laten verantwoorden, maar zal normaal gesproken een routine schema hanteren. Dit schema wordt opgenomen in de jaaragenda van het bestuur.


6

3 - Beleidsuitspraken 3.1 - Beoogde Resultaten 1. De kinderen die de school van SKOM bezoeken bereiken resultaten die ten minste voldoende op niveau zijn ten opzichte van een vergelijkbare populatie kinderen. De school zorgt voor deze resultaten met de inzet van de reguliere bekostiging. 2. De leerlingen van onze scholen halen op het einde van groep 8 gemiddeld ten minste scores op de CITO toets die je van een vergelijkbare schoolbevolking mag verwachten. 3. Iedere school ten minste voldoende voor de onderwijsinspectie 4. Het welbevinden en de veiligheid van de leerlingen is voldoende. 5. Ouders zijn tevreden over de school van hun kind of kinderen. 6. De ex-leerlingen van SKOM zijn in 85 % van de gevallen na de eerste twee jaren (t/m begin klas 3) van het vervolgonderwijs succesvol in de opleiding waartoe zij het schooladvies hebben gehad in groep 8. 7. De school biedt iets extra’s Dit punt is aangehouden en moet nog door bestuur en AD met elkaar besproken worden. Gaat het over talent ontwikkeling, gaat het over iets extra’s dat per school en dorp anders is? Komt dat extra uit de dialoog met ouders en anderen over de verwachtingen die over de school bestaan (wat wil men van de school)? En wat is haalbaar/ realistisch? Waar leggen we de focus. Besturen is ook kiezen en besluiten iets niet te doen

3.2 - Beperking Handelingsruimte Meest algemene beleidsuitspraak De algemeen directeur zal niet veroorzaken of toestaan enige organisatie praktijk, activiteit, beslissing of omstandigheid die onwettig, onverantwoordelijk of in strijd is met algemeen aanvaarde professionele of branchegebonden ethische waarden en praktijken Volgens de uitgangspunten van Policy Governance wordt de beperking van de handelingsruimte beschreven in dubbele ontkenningen. Dit met als hoofddoel te voorkomen dat het bestuur niet gaat voorschrijven. Het bestuur van SKOM heeft aangegeven liever geen dubbele ontkenningen te hebben. Deze vorm van beschrijven heeft als risico dat het bestuur toch gaat voorschrijven, daarmee de algemeen directeur in zijn professionele ruimte beperkt en het volgens ‘code goed bestuur’ noodzakelijke onderscheid tussen besturen en managen doorbreekt.

Onderwijs De algemeen directeur heeft de ruimte om onderwijsbeleid te voeren en het onderwijs in te richten met dien verstande dat er rekening wordt gehouden met verschillen tussen leerlingen Waarneming algemeen directeur Plotseling waarnemen van de algemeen directeur:


7

De algemeen directeur zal, om het toezichthoudend bestuur te beschermen tegen het plotseling wegvallen of afwezig zijn van de algemeen directeur, ten minste één persoon voldoende vertrouwd maken met de algehele gang van zaken in de aansturing binnen SKOM dat deze persoon voldoende adequaat de dagelijkse gang van zaken op de korte termijn kan waarnemen als dat nodig mocht zijn. Salaris en vergoedingen De algemeen directeur zal niet het eigen salaris en vergoedingen veranderen, tenzij zijn of haar betalingen overeenkomen met de arbeidsvoorwaarden voor al het andere personeel. Communicatie en ondersteuning voor het bestuur De algemeen directeur draagt er zorg voor dat het bestuur voldoende ondersteund wordt in haar werk. De algemeen directeur zorgt dat het bestuur te allen tijde adequaat geinformeerd is over alles wat relevant is of geacht kan worden voor het bestuur om haar werk te kunnen doen. Personeelsbeleid De algemeen directeur zal niet nalaten in te grijpen in omstandigheden die zorgen voor een onevenredig hoog werkgerelateerde ziekteverzuim. Financien De financiele positie van de stichting dient op elk moment gezond te zijn volgens de normen die het bestuur daarvoor gesteld heeft Begroting De meerjaren begroting dient een resultaat te laten zien van nul of positief. Een negatieve begroting moet leiden tot een positieve of neutrale meerjarenbegroting en kan alleen met toestemming van het bestuur worden opgesteld. Het gaat erom dat de organisatie nooit in financiele problemen mag komen. De continuiteit mag niet onder druk komen staan. Dit regel je met elkaar door af te spreken dat het meerjaren financieel kader gezond is. MAW: het meerjaren financieel beleid, de meerjaren begroting zorgt ervoor dat de financiele positie op de langere termijn gezond blijft. De jaarbegroting dient te passen binnen het perspectief van de meerjaren begroting Er dient een meerjaren investeringsplan te zijn dat aansluit bij de kaders van de meerjaren begroting Er dient een meerjaren onderhoudsplan te zijn dat aansluit bij de kaders van de meerjaren begroting Exploitatie De realisatie van de begroting dient zich binnen de goedgekeurde begrotingskaders te voltrekken. Hierbij geldt dat het bestuur zich richt op het uiteindelijke resultaat en niet op de deelresultaten.


8

Er dient per bestuursvergadering een rapportage (in compacte vorm) te zijn over de exploitatie voortgang Het bestuur wordt direct geinformeerd bij onvoorziene afwijkingen van de begroting, die een betekenisvolle omvang hebben Putten uit reserves Buiten de goedgekeurde begroting putten uit reserves behoeft de voorafgaande goedkeuring van het bestuur


9

Bijlage 1

FORMAT AGENDA TOEZICHTHOUDER VOLGENS POLICY GOVERNANCE® Inleiding In Policy Governance praktijk is het van cruciaal belang dat de toezichthouder, namens de morele of echte eigenaren van een organisatie zich bezighoudt met de juiste dingen: wat mag van de organisatie worden verwacht? En hebben we die verwachtingen vooraf expliciet gemaakt? Welke resultaten moeten voor wie worden bereikt en wat moet daarbij worden vermeden? De rol van de toezichthouder in PG leidt tot een agenda voering die de volgende indeling per bijeenkomst kan hebben: Agenda Besluitvormings informatie 1. Contact met morele eigenaren: - Belanghebbenden en groepen belanghebbenden identificeren - Vragen aan belanghebbenden formuleren - Uitvoeren contact en feedback ophalen - Vertalen in beleidsuitspraken - Het gaat hier om de strategische richting van de stichting. De reden van bestaan: voor wie zijn we er, wat vraagt de omgeving van ons, komen er nieuwe vragen, wat mag de omgeving verwachten van SKOM? 2. Beoogde resultaten: welk volgende niveau hebben we wanneer geformuleerd? 3. Beperking Handelingruimte Toezichthoudend Proces RvT-algemeen directeur Verhouding Zijn deze categorieën uitspraken up to date? In de jaarschema’s van het toezichthoudend bestuur wordt steeds de uitspraak die in de vorige vergadering verantwoord is (behandeling verantwoordingsrapportage) besproken: is het nog steeds de goede beleidsuitspraak of moeten we die aanpassen of aanvullen? De secretaris van het bestuur zorgt dat steeds de aanpassingen up to date in de set beleidsuitspraken staat, zodat ieder die kent. (digitaal op intranet in te zien). Verantwoordings informatie 4. Bespreken verantwoordingsrapportage en besluit nemen Goedkeuringsonderwerpen 5. Zie lijstje in statuten en Reglement van bestuur en toezicht _ _ _ _ _ __ _ __ _ _ _ _ _ _ _ __ _ _ ___ __ _ _ _ _ __ _ __ _ _ _ _ __ __ __ __ __ _ _ _ _ _ Sluit de formele vergadering en als daar behoefte aan bestaat: Incidentele informatie bijpraten over informatie uit de organisatie,ontwikkelingen etc


10

Agenda aanpassen in jaarkalender 2014-2015.

1

2

3

Begroting en meerjarenbegroting Inzet exploitatieresultaat 2013 Meerjarenbegroting Beleidskader jaarrekening Jaarrekening Exploitatie

26 maart

14 mei

Visie en missie Strategisch beleidsplan Exploitatie

25 juni

Agenda 2014-2015

1

Evaluatie AD Evaluatie toezichthoudend bestuur Herijken en vaststellen beleidskader bestuur

Sept 2014

2

Inspectietoezicht Ex-lln op niveau advies MIP en MOP Exploitatie

nov

3

Begroting 2015 Keuze acoountant Exploitatie

dec

februari

4

5

6

Exploitatie Jaarrekening/ jaarverslag Verzuimcijfers Resultaten medio toetsen scholen (tussen opbrengsten) Exploitatie Resultaten cito-eindtoets exploitatie


April

juni

11

Bijlage 2 Profiel en taakomschrijving Voorzitter Stichting Katholiek Onderwijs Maasdal Binnen het stichtingsbestuur waarborgt de voorzitter het functioneren en de integriteit van het toezichthoudend bestuur. Bij SKOM is de taak van de voorzitter met name een procesrol. De taak van de voorzitter is er voor te zorgen dat het toezichthoudend bestuur zich houdt aan de regels die het zichzelf heeft opgelegd en aan de wetten en regels die van buitenaf worden opgelegd en daarbij zoveel als mogelijk optreedt als één geheel. Redelijke interpretaties maken van de beleidsuitspraken over het eigen toezichthoudend proces doet het toezichthoudend bestuur bij SKOM met elkaar, in vergadering bijeen. Daarbij zijn de drie V’s altijd van belang: - Verantwoordelijkheid nemen - Voorbeeldgedrag vertonen - Vertrouwen De voorzitter wordt bij ziekte of afwezigheid vervangen door de vice-voorzitter. De voorzitter kan de leiding van de vergadering tijdelijk delegeren aan de vice-voorzitter maar blijft er medeverantwoordelijk voor. Taken:  Leiding geven aan de Stichting Katholiek Onderwijs Maasdal;  Verantwoording afleggen over de Stichting aan de instanties verbonden aan de Stichting en de ouders/verzorgers van de kinderen op de scholen vallend onder de SKOM;  Bevorderen van de samenwerking tussen de Stichting en de daaraan gelieerde partijen;  Zit de bestuursvergaderingen voor. De inhoud van de discussies tijdens de vergadering gaan over de onderwerpen die tot de rol van het toezichthoudend bestuur behoren en de verantwoording daarover, volgens de gedane beleidsuitspraken;  Bewaken van de voortgang en kwaliteit van bestuurlijke onderwerpen zoals die zijn vastgelegd in het strategisch meerjarenbeleidsplan van de Stichting. Dit in samenwerking met de overige bestuursleden;  Zorgt voor een goede in- en externe vertegenwoordiging van het bestuur (in principe vertegenwoordigt de AD het bestuur behalve bij gelegenheden waar de AD is verhinderd). De voorzitter mag het bestuur intern of extern vertegenwoordigen, maar zijn of haar mandaat strekt zich uit tot vastgesteld beleid en de hem/haar gegeven beleidsruimte;  Bijhouden van nieuwe bestuurlijke ontwikkelingen;  Zorgt voor een goede taakverdeling en onderlinge vervanging;  Zorgt voor de navolging en de opvolging van de Statuten, het Huishoudelijk reglement en de besluiten van het bestuur en alle andere regels en bepalingen;  Signaleert problemen en draagt oplossingen aan of belegt deze bij het juiste bestuurslid;


12

   

Plant/ bereid voor i.o.m. de AD de inhoud van de bestuursagenda; Vervult samen met een ander bestuurslid de werkgeversrol naar de AD; Hij heeft gevoel voor bestuurlijke zaken en is in staat bestuurlijke besluiten om te zetten in adequate acties; In voorkomende gevallen is de voorzitter aanspreekpunt voor de AD.

Functie-eisen:  Goede communicatieve vaardigheden  Affiniteit met besturen en management  Affiniteit met onderwijs  In staat zowel intern als extern de organisatie te vertegenwoordigen  Flexibele instelling en stressbestendig  Leiding kunnen geven  Conformeren aan het beleid en de visie van de Stichting en deze uitdragen  VOG-verklaring

Profiel en taakomschrijving Vice-Voorzitter Stichting Katholiek Onderwijs Maasdal Vervangt voorzitter tijdens diens afwezigheid. Voldoen aan eisen profiel en taakomschrijving voorzitter.


13

Profiel en taakomschrijving Penningmeester van de Stichting Katholiek Onderwijs Maasdal Binnen het bestuur van de Stichting is de penningmeester verantwoordelijk voor de bewaking van de financiële huishouding binnen de Stichting. De Penningmeester handelt in overeenstemming met de beleidsdocumenten en het treasury statuut. Taken: • Relevante professionele deskundigheid inzake het voeren van een financiële huishouding en de daarmee gepaard gaande wet- en regelgeving.  Sparringpartner en adviseur voor de AD op het gebeid van financiële zaken (financiële administratie, treasury, begroting, jaarrekening, jaarverslag)  Tezamen met het bestuur eindverantwoordelijk voor het financiële beleid van de Stichting. Functie-eisen: • Goede communicatieve vaardigheden • Financieel deskundig • Flexibele instelling en stressbestendig • Conformeren aan het beleid en de visie van de vereniging • VOG-verklaring

Profiel en taakomschrijving Secretaris van de Stichting Katholiek Onderwijs Maasdal De secretaris van het bestuur ziet erop toe dat de beleidsuitspraken aansluiten op de meest recente besluiten van het toezichthoudend bestuur.

Taken: Het specifieke werk van de bestuurssecretaris beperkt zich tot het actueel houden van het beleidskader.

Functie-eisen:  Goede communicatieve vaardigheden  Flexibele instelling en stressbestendig  Conformeren aan het beleid en de visie van de vereniging  U bent in staat te bepalen wat belangrijke informatie is  VOG verklaring


14

Profiel en taakomschrijving bestuursleden van de Stichting Katholiek Onderwijs Maasdal:                

Brede maatschappelijke en bestuurlijke ervaring Onderschrijven van de grondslag en de doelstelling van de stichting en specifiek de identiteit van de stichting onderschrijven Onpartijdigheid en onafhankelijkheid Vaardigheid in het samenwerken in een team Openstaan voor maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen Inzicht in inlevingsvermogen in het functioneren van de onderwijssector (primair onderwijs) Besluitvaardig, slagvaardig, oordeelsvermogen en kritische houding Bereikbaar en beschikbaar voor het uitoefenen van de functie Commitment hebben en tonen voor het beleid van de Stichting Het hebben van een regionaal voor de stichting relevant netwerk U kunt omgaan met de computer U beheerst de Nederlandse taal goed U werkt graag samen U heeft affiniteit met het onderwijsveld Heeft kennis van of is bereid zich te verdiepen in Policy Governance en dit model toe te passen in een toezichthoudende rol VOG verklaring


15

Versie maart Beleidskader toezichthoudend besturen binnen de stichting

Recommend Documents