Het besturen van een vereniging en stichting Roland van Mourik notaris
Cursus Goed Bestuur Nijmegen 6 oktober 2009
Roland van Mourik •
37 jaar
•
1990-1991 propaedeuse rechten te Leiden
•
1991-1996 notarieel recht te Nijmegen
•
1993-1994 praeses Carolus Magnus
•
1996-2000 kandidaat-notaris te Rotterdam
•
2001-2005 kandidaat-notaris te Nijmegen
•
2006 Notaris bij Hekkelman Advocaten & Notarissen te Nijmegen
2
Rechtsvormen •
eenmanszaak
•
personenvennootschappen (samenwerkingsvormen) – maatschap – vennootschap onder firma – commanditaire vennootschap openbare vennootschappen (2010?)
•
rechtspersonen – naamloze vennootschap – besloten vennootschap – coöperatie – onderlinge waarborgmaatschappij – vereniging – stichting 3
De vereniging (Boek 2 Burgerlijk Wetboek, Titel 2) Artikel 26 De vereniging is een rechtspersoon met leden die gericht is op een bepaald doel, anders dan ... Gevolg: de algemene ledenvergadering is het hoogste orgaan. Artikel 27 oprichtingsformaliteiten: - oprichting zonder notariële akte: een informele vereniging of - oprichting bij notariële akte: een formele vereniging
4
De vereniging Indien opgericht bij notariële akte dan houden de statuten (ten minste) in: • • • • • • • • •
de naam van de vereniging; de gemeente in Nederland waar zij haar zetel heeft; het doel van de vereniging; de verplichtingen die de leden tegenover de vereniging hebben, of de wijze waarop zodanige verplichtingen kunnen worden opgelegd; de wijze van bijeenroeping van de algemene vergadering; de wijze van benoeming en ontslag van bestuurders; de bestemming van het batig saldo van de vereniging ingeval van ontbinding, of de wijze waarop de bestemming zal worden vastgesteld.
5
De vereniging Artikel 29 Indien opgericht bij notariële akte dan verplichte inschrijving in het handelsregister. Let op! Zolang de opgave eerste inschrijving niet is geschied, is ieder bestuurder voor een rechtshandeling waarvoor hij de vereniging verbindt, naast de vereniging hoofdelijk aansprakelijk.
6
De vereniging Indien niet opgericht bij notariële akte (de informele vereniging): Artikel 30 De bestuurders zijn hoofdelijk naast de vereniging verbonden voor schulden uit een rechtshandeling die tijdens hun bestuur opeisbaar worden. Na aftreden aansprakelijkheid voor rechtshandelingen verricht tijdens bestuur, tenzij disculpatie. Ook de informele vereniging kan worden ingeschreven in het handelsregister. Bewijslast aansprakelijkheid dan bij wederpartij.
7
De vereniging Artikel 37 Het bestuur wordt uit de leden benoemd. Statuten kunnen anders bepalen. De benoeming geschiedt door de algemene vergadering. Statuten kunnen anders bepalen, mits elk lid aan de stemming kan deelnemen. Een bestuurslid kan, ook al is hij voor een bepaalde tijd benoemd, worden ontslagen of geschorst door het orgaan dat hem heeft benoemd.
8
De vereniging Artikel 44 Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Artikel 45 Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging... (gezamenlijk). De statuten kunnen de bevoegdheid tot vertegenwoordiging toekennen aan een of meer bestuurders. Bevoegdheid tot vertegenwoordiging is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
9
De vereniging Artikel 50a Schakelbepaling Wettelijke regeling bestuurdersaansprakelijkheid voor de N.V. en de B.V. van overeenkomstige toepassing bij een formele vereniging die aan de heffing van vennootschapsbelasting is onderworpen. Gevolg: hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurders voor het bedrag van de schulden van de vereniging, voor zover deze niet uit de boedel kunnen worden voldaan, indien het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Dit geldt ook bij een misleidende voorstelling van de toestand van de vereniging op basis van een jaarrekening, tussentijdse cijfers of jaarverslag. Gevolg: hoofdelijke aansprakelijkheid jegens derden die dientengevolge schade leiden. Disculpatie mogelijk. 10
De stichting (Boek 2 Burgerlijk Wetboek, Titel 6) Artikel 285 De stichting is een door een rechtshandeling in het leven geroepen rechtspersoon, welke geen leden kent en beoogt met behulp van een daartoe bestemd vermogen een in de statuten vermeld doel te verwezenlijken. Gevolg: het bestuur van de stichting is in beginsel het hoogste orgaan.
11
De stichting Artikel 286 De stichting moet worden opgericht bij notariële akte. De statuten houden (ten minste) in: • de naam van de stichting, met het woord stichting als deel van de naam; • het doel van de stichting; • de wijze van benoeming en ontslag van de bestuurders; • de bestemming van het overschot na vereffening van de stichting ingeval van ontbinding, of de wijze waarop de bestemming zal worden vastgesteld.
12
De stichting Artikel 289 De bestuurders zijn verplicht de stichting benevens de naam, de voornamen en de woonplaats of laatste woonplaats van de oprichter of oprichters te doen inschrijven in het handelsregister en daar een afschrift van de statuten neer te leggen. Zolang de opgave ter eerste inschrijving en nederlegging niet zijn geschied, is iedere bestuurder voor een rechtshandeling, waarvoor hij de stichting verbindt, naast de stichting hoofdelijk aansprakelijk.
13
De stichting Artikel 291 Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met besturen van de stichting. Artikel 292 Het bestuur vertegenwoordigt de stichting ... (gezamenlijk). Bevoegdheid tot vertegenwoordiging is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
14
De stichting Artikel 298 Een bestuurder die: • iets doet of nalaat in strijd met de bepalingen van de wet of van de statuten, dan wel zich schuldig maakt aan wanbeheer, of • niet of niet behoorlijk voldoet aan een door de voorzieningenrechter van de rechtbank ... gegeven bevel, kan door de rechtbank worden ontslagen. Dit kan geschieden door het openbaar ministerie of op verzoek van iedere belanghebbende. De rechtbank kan hangende het onderzoek, voorlopige voorzieningen in het bestuur treffen en de bestuurder schorsen. Wanbeheer: HR 3 januari 1975 (NJ 1975/222) “een falend beleid ten aanzien van het beheer over een vermogen of de zorg voor geldmiddelen”. Minder snel wordt aangenomen dat hieronder valt “wanbeleid in het algemeen”. 15
De stichting Artikel 300a Schakelbepaling Wettelijke regeling bestuurdersaansprakelijkheid voor de N.V. en de B.V. van overeenkomstige toepassing bij een stichting die aan de heffing van vennootschapsbelasting is onderworpen. Gevolg: hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurders voor het bedrag van de schulden van de vereniging, voor zover deze niet uit de boedel kunnen worden voldaan, indien het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Dit geldt ook bij een misleidende voorstelling van de toestand van de stichting op basis van een jaarrekening, tussentijdse cijfers of jaarverslag. Gevolg: hoofdelijke aansprakelijkheid jegens derden die dientengevolge schade leiden. Disculpatie mogelijk. 16
Bestuursaansprakelijkheid De bestuurder is gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak, op een wijze zoals die, naar algemeen inzicht, van een bekwaam bestuurder in redelijkheid mag worden verwacht. Uitgangspunt van de wet is collectieve aansprakelijkheid. Het bestuur als college bestuurt en elke bestuurder is gehouden tot een behoorlijke taakvervulling (2:9 BW). Bestuurders van een rechtspersoon zijn onder omstandigheden persoonlijk aansprakelijk. Drie situaties zijn te onderscheiden: 1. Aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover de rechtspersoon 2. Aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover derden 3. Aansprakelijkheid van bestuurders op basis van de anti-misbruikwetgeving (fiscaal)
17
Aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover de rechtspersoon Van aansprakelijkheidstelling door de vereniging of stichting zal slechts sprake zijn bij (cumulatief): • • •
onbehoorlijk besturen schade voor de rechtspersoon ernstig verwijt
Wie stelt aansprakelijk? Buiten faillissement: bij de stichting: het bestuur, bij de vereniging: de algemene ledenvergadering. Bij faillissement: de curator. Verleend décharge ontslaat de bestuurder van aansprakelijkheid, voorzover het handelen van de bestuurder bekend was.
18
Aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover derden Hoofdelijke aansprakelijkheid voor ieder bestuurder ontstaat wanneer de rechtspersoon niet is ingeschreven in het handelsregister. Een bestuurder kan daarnaast aansprakelijk zijn jegens derden die schade lijden vanwege een onrechtmatige daad van de bestuurder. Criterium: de bestuurder wist ten tijde van het aangaan van de rechtshandeling, of behoorde te weten, dat de vereniging of de stichting niet tot nakoming van haar verplichtingen in staat zal zijn en ook niet voldoende verhaal zal bieden voor de schade die de wederpartij daardoor zal leiden. Hieronder valt ook het misleiden van derden. Bij het handelen van een bestuurder op basis van een bestuursbesluit, kan het gehele bestuur aansprakelijk zijn.
19
Aansprakelijkheid van bestuurders op basis van de anti-misbruikwetgeving (fiscaal) Geldt enkel bij commerciële verenigingen en stichtingen die aan de heffing van vennootschapsbelasting zijn onderworpen. Iedere bestuurder van een rechtspersoon heeft de verplichting melding te maken van betalingsonmacht van verschuldigde premies of belastingen. (Art. 36 Invorderingswet) Sanctie: persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid. Disculpatie mogelijk. Bij faillissement van de vereniging of de stichting: persoonlijke aansprakelijkheid indien het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat dit onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement.
20
Spreiding van risico’s Het organiseren van “risicovolle” activiteiten niet door/in de vereniging of stichting laten plaatsvinden, maar richt daarvoor een afzonderlijke stichting op! Ook spaarplannen, zoals lijfrenten-schenkingen, onderbrengen in een afzonderlijke stichting. Vragen: bel mij! 024-3828486
21
Vragen?
22
Borreltijd!
23