SCHRIJVEN
blad l versie 5-1-83
Inleiding Niet iedereen heeft een aangeboren vlotte pen. Gedachten die in een gesprek vaak moeiteloos en helder geformuleerd worden, verdwijnen, zodra ze op papier worden gezet, in een mistbank van overbodige woorden en moeilijk te volgen zinswendingen die, ook al zijn de op die manier ontstane zinnen grammaticaal juist, van de lezer een wel zeer grote motivatie vragen om de inhoud volledig in zich op te nemen. Hieronder vind je een aantal richtlijnen voor het produceren van makkelijk te lezen tekst. Het zijn richtlijnen; als je op een andere manier je doel weet te bereiken, dan is dat natuurlijk ook goed. Met opzet besteed ik niet teveel aandacht aan taalfouten; je schrijft tenslotte niet voor neerlandici. Het belangrijkste is, dat je natuurlijk probeert te schrijven. Teksten komen vaak onprettig over, doordat de schrijver probeert "gewichtig" te doen. Soms uit angst niet serieus te worden genomen, soms om te verbergen dat hij eigenlijk niets te vertellen heeft. Ik wil hiermee niet zeggen, dat je voortaan in "kleuterstijl" moet gaan schrijven. Onderschat je lezers niet; schrijf rustig "computertaal" als je het tegen vakgenoten hebt. Als je moeite hebt met schrijven, of als je merkt dat je lezers besmuikt zitten te lachen als ze iets van je lezen, lees je tekst dan eens (in gedachten) voor. Iemand die naar een betoog luistert, kan een moeilijke zin niet opnieuw lezen. Als je zinnen geschikt zijn om te worden voorgelezen, dan zijn ze ook geschikt om te worden gelezen. (Dit moet je uiteraard niet opvatten als een advies om spreektaal te gaan schrijven.) Zinslengte en zinsbouw Maak je zinnen niet te lang. Als je voor een publiek van HAVO- of HBO-niveau schrijft, dan kun je een gemiddelde zinslengte van maximaal 20 woorden aanhouden. Komt jouw gemiddelde daar ver boven uit, dan ben je waarschijnlijk moeilijk te lezen. De gemiddelde zinslengte zegt natuurlijk niet alles: een zin van
SCHRIJVEN
blad 2 versie 5-1-83
30 woorden kan nog heel leesbaar zijn, terwijl een zin van 10 woorden al problemen kan geven. Belangrijk is, dat je zorgt voor een goede structuur in je zinnen. Maak je zinnen niet te ingewikkeld. De volgende zin is moeilijk te lezen, doordat er teveel lange bijzinnen en opsommingen in voorkomen: Dergelijke informatie, aangevuld met gegevens uit de vele voor dit doel gehouden diepte-interviews m.b.t. de wensen en gedragingen van niet alleen de kinderen zelf, maar ook van hun ouders, alsmede onderlinge vergelijkingen van de verschillende jeugdspaarprodukten van de konkurrentie, heeft geleid tot een goed onderbouwd produkt, waarvan de verschillende onderdelen als het ware met het veranderende spaargedrag van het kind meegroeien. De hoofdzin in dit voorbeeld is erg kort: Dergelijke informatie ... heeft geleid tot een goed onderbouwd produkt ... Deze hoofdzin wordt onderbroken door een lange bijzin, die zelf ook weer uit twee delen bestaat: ... aangevuld met gegevens uit de vele voor dit doel gehouden diepte-interviews m.b.t. de wensen en gedragingen van niet alleen de kinderen zelf, maar ook van hun ouders, ... ... alsmede onderlinge vergelijkingen van de verschillende jeugdspaarprodukten van de konkurrentie, ... Een dergelijke zin kun je in stukken hakken, bijvoorbeeld als volgt: Deze informatie is aangevuld met gegevens die verkregen zijn - door veel diepte-interviews te houden met kinderen en hun ouders - door de jeugdspaarprodukten van de konkurrentie met elkaar te vergelijken.
SCHRIJVEN
blad 3 versie 5-1-83
Dit heeft geleid tot een goed onderbouwd produkt. De verschillende onderdelen daarvan groeien als het ware mee met het veranderende spaargedrag van het kind. Misschien ben je het met deze herschrijving niet eens. Ik heb niet alleen de structuur veranderd, maar ik heb ook een aantal dingen weggelaten. Verderop ga ik in op de neiging, zinnen "op te vullen" met loze woorden en clichés. Bij het inkorten van zinnen moet je ook weer niet in het andere uiterste vervallen. Een tekst die volledig uit korte zinnen is opgebouwd, komt meestal erg onprettig over. Wissel lange en korte zinnen af; hiermee verhoog je de levendigheid van je tekst. .-
Woordkeus Gebruik geen woorden als "thans", "reeds" of "desalniettemin". In een zakelijk rapport horen deze "deftige" woorden niet thuis. Probeer ook clichés te vermijden als "ten aanzien van", "in het kader van", "met betrekking tot", "door middel van". Probeer je zinnen niet te mooi te maken. Laat alle overtollige en nietszeggende woorden weg. De specifieke kenmerken met betrekking tot het te implementeren systeem kunnen derhalve als volgt gedefinieerd worden:... Dit klinkt gewichtig. Maar er staat: Aan het nieuwe systeem stellen wij dus de volgende eisen:... Ook hierbij geldt: verval niet in het andere uiterste. Ga niet in "telegramstijl" schrijven, want dat gaat je lezers snel vermoeien. Gebruik alleen woorden waarvan je weet dat je lezers ze begrijpen. Dat wil niet zeggen dat je geen moeilijke woorden of jargon mag gebruiken; voor veel vaktermen bestaat nu eenmaal geen goed nederlands woord. Leg de betekenis van zo'n woord wel uit, als je
SCHRIJVEN
blad 4 versie 5-1-83
niet zeker weet dat je lezers die kennen. Hetzelfde geldt voor afkortingen: gebruik ze alleen als dat functioneel is. Gebruik geen afkortingen zoals "m.u.v.", "d.m.v.", "i.h.a.". Je bent een rapport aan het schrijven, geen advertentie l Lijdende of bedrijvende vorm? In zakelijke teksten wordt dikwijls gebruik gemaakt van de lijdende vorm: Deze problemen moeten nog nader onderzocht worden. Een tekst wordt levendiger, als je de bedrijvende vorm gebruikt: Deze problemen moeten wij nog nader onderzoeken. De bedrijvende vorm is persoonlijker en directer, en maakt een tekst doorgaans prettiger om te lezen. Veel mensen zijn echter bang om woorden als "u" en "wij" in een rapport te gebruiken, uit angst onbeleefd te lijken. Ik vind dat onzin. De lijdende vorm is wel heel geschikt als je vaag wilt of moet blijven: Hierover zal spoedig een beslissing moeten worden genomen. De schrijver van deze zin bedoelt: "ik weet niet wie deze beslissing moet nemen", of "ik weet het donders goed, maar het lijkt me veiliger om dat een beetje in het midden te houden". Soms zal de keuze tussen de bedrijvende en de lijdende vorm afhangen van datgene waar je de nadruk op wilt leggen: De projectgroep wees dit voorstel af. Dit voorstel werd door de projectgroep afgewezen. Let op het nuanceverschil: in de eerste zin (bedrijvend) ligt de
SCHRIJVEN
blad 5 versie 5-1-83
nadruk op de "projectgroep", in de tweede zin (lijdend) op het "voorstel". Hoe concreter hoe beter In zakelijke teksten gaat het om informatie-overdracht. Zorg er daarom voor, je zinnen zo concreet mogelijk te houden. Voorbeeld: Ten behoeve van de spaarbanken die bij het Computercentrum Bondsspaarbanken zijn aangsloten, is in het tweede deel van dit hoofdstuk een beschrijving opgenomen van de diverse transakties via de terminal en daarmee samenhangende informatie. -j
*•
Je stoot je lezer echt niet voor het hoofd als je deze zin vertaalt in: Voor de spaarbanken die bij het Computercentrum Bondsspaarbanken zijn aangesloten, hebben we een beschrijving opgenomen van de transakties die via de terminal kunnen plaatsvinden. Deze beschrijving vindt u in het tweede deel van dit hoofdstuk . Schrijf zo "positief" mogelijk; gebruik niet teveel ontkenningen achter elkaar. Vergelijk: Het is niet uitgesloten, dat het bestuur niet negatief zal beslissen. Het is mogelijk, dat het bestuur positief zal beslissen. De tweede zin leest prettiger, maar is ook wat meer "recht voor zijn raap". Het komt mij daarom niet onwaarschijnlijk voor, dat soms de voorkeur uit zal gaan naar de wat minder onvoorzichtige eerste zini Van werkwoorden wordt vaak een zelfstandig naamwoord gemaakt. Een opeenhoping van zelfstandige naamwoorden maakt een tekst saai: Wij zijn tot de ontdekking gekomen, dat de leesbaarheid van
SCHRIJVEN
blad 6 versie 5-1-83
dit rapport voor verbetering vatbaar is. Deze zin loopt lekkerder, als we van die zelfstandige naamwoorden weer werkwoorden maken: Wij hebben ontdekt, dat dit rapport beter leesbaar gemaakt kan worden. Komma's en andere leestekens Het lastigste leesteken is ongetwijfeld de komma. Wanneer zet ik een komma, en wanneer niet? In de vorige zin zondig ik tegen een oude schoolmeestersregel: "vóór 'en' mag nooit een komma staan". Deze regel moet je maar gauw vergeten, en vervangen door de volgende twee vuistregels: Zet een komma: - als je vermoedt dat je daarmee het leesgemak verhoogt - als de zin misverstanden kan oproepen. Een lange zin zonder komma's is moeilijk te lezen. Een lange zin met veel komma's is ook moeilijk te lezen. Je moet daar dus ergens tussenin gaan zitten. Een manier is, de zin (in gedachten) voor te lezen, en daar een komma te zetten waar je even pauzeert/bij iets langere pauzes kun je ook een puntkomma zetten. Erg ingewikkelde zinnen kun je beter splitsen in een paar eenvoudiger zinnen. Een zin zonder komma's kan misverstanden oproepen: Deze voorschriften gelden in het algemeen niet voor bijkantoren. Deze zin kun je op twee manieren lezen. De woorden waarop de nadruk valt heb ik onderstreept: Deze voorschriften gelden in het algemeen, niet voor bijkantoren. Deze voorschriften gelden, in het algemeen, niet voor
SCHRIJVEN
blad 7 versie 5-1-83
bijkantoren. Spelling Hierover kan ik kort zijn. Als je je aan de regels van het CB wilt houden, dan moet je de voorkeurspelling gebruiken. Zie "het" handboek, boek l, hoofdstuk 4, paragraaf 002. De voorkeurspelling is vastgelegd in het in 1954 verschenen "groene boekje". De tekst van dit boekje is sinds die tijd niet meer bijgewerkt, en ook wemelt het van de inconsequenties: transactie, code, effect, tegenover produkt, elektronisch,
praktijk,
akkoord. •
Ik kan me dan ook voorstellen, dat veel mensen deze spelling aan hun laars lappen. Belangrijk is alleen, dat je een eenmaal gekozen spelling consequent volhoudt; laat je ook niet verleiden tot een al te persoonlijke spelling. De haarziekte Deze besmettelijke ziekte tast de leesbaarheid van teksten op zich niet aan. Toch moet ik er iets over kwijt. Het meest schrijnende voorbeeld, dat ik een paar keer per jaar onder ogen krijg, is "... het Computercentrum Bondsspaarbanken en haar leden". Iedereen weet, dat "centrum" een onzijdig woord is, dus dat je moet schrijven "... en zijn leden". Ook naar mannelijke woorden wordt steeds vaker verwezen met "haar". Als je niet weet of een woord mannelijk of vrouwelijk is, raadpleeg dan een woordenboek. Als je moet gokken, gok dan op mannelijk.
52ste jaargang nummer 11 - november 1983
Onze Taal 141
Computers en taal In het juli-/augustusnummer van 'Onze Taal' 1983 wordt aandacht geschonken aan twee soorten vakjargon: surfkoeterwaals en computertaal. Dient jargon te worden bestreden? Wat betreft het plankzeilen houd ik er een overzichtelijke mening op na: alle surfplanken de brandstapel op! Met het bestrijden van computerjargon heb ik wat meer moeite. Niet omdat computers onbrandbaar zouden zijn, maar omdat ik er de kost mee verdien. Ik schrijf namelijk gebruikershandleidingen voor computersystemen. Deze handleidingen zijn bestemd voor mensen die in principe niets van computers afweten; ik hoef ze bij wijze van spreken alleen te vertellen op welke knop ze moeten drukken. Dit lukt meestal wel in gewoon Nederlands (afgezien van het bankjargon dat ik terwille van die gebruikers vaak moet gebruiken), maar bepaalde woorden zijn niet of nauwelijks te vertalen. Om te beginnen het woord computer: je zou dit kunnen vervangen door 'rekentuig'. Op zich geen onaardig woord, maar het hoort wel thuis in het rijtje rijwiel, wentelwiek en zeilplank. In iets mindere mate doet dit probleem zich voor bij woorden als terminal en printer. Deze zijn goed te vertalen in 'werkstation' en 'afdrukeenheid', maar ik denk dat het daar al een beetje te laat voor is. Het enige wat ik heb kunnen redden, is het lidwoord van 'terminal': misschien omdat 'werkstation' onzijdig is, spraken veel van mijn collega's over 'het terminal'. In computerkrantjes kom ik het nog wel eens tegen. Dan kom ik terecht bij het 'echte'jargon. Ik kan daar gruwelijke voorbeelden van geven: inquiry (via een terminal gegevens opvragen uit het computergeheugen), supervisor override (het intikken van een geheime code voordat een bepaalde opdracht door de computer wordt geaccepteerd), void (bericht van de computer dat hij een bepaalde opdracht niet kan uitvoeren), default (standaardwaarde: de computer gaat er van uit dat het A is, tenzij je hem vertelt dat het B is), privileged terminal (een terminal waarop meer mogelijk is dan op een gewone terminal), re-entry (als door een storing bepaalde gegevens de computer niet bereikt hebben, moet men ze naderhand nog een keer inbrengen). Hoewel deze woorden direct door mijn lezers worden begrepen (!), probeer ik ze zoveel mogelijk te vermijden. Aan rechtstreekse vertalingen waag ik me doorgaans niet, omdat je dan vreemde zinnen krijgt als De drukker werkt alleen als de zachte schijf nog in de gleuf zit. De heer Valk, de uitvinder van de zachte schijf, is het slachtoffer van een truc van de heer Neijndorff. Een truc waar ik een beetje een hekel aan heb: plak een hoop vaktermen aan elkaar om te laten zien wat voor afschuwelijk jargon je dan krijgt: De online
printer zorgt alleen voor de output van hard copy als de floppy nog in de disk drive zit. Zo'n zin bestaat niet, die kun je alleen maar verzinnen! Als ik toch ooit met zoiets geconfronteerd zou worden, dan zou ik niet in de eerste plaats kijken naar de Engelse woorden, maar naar de overtollige woorden: Een printer is een typmachine zonder toetsenbord; je hebt niets aan zo'n apparaat als het niet is verbonden met een computer het woord online is dus overbodig. Een printer kan maar één ding: tekst afdrukken op papier - door de hele output van hard copy kan het rode potlood. Als de af te drukken gegevens op een floppy staan, dan ligt het voor de hand datje die floppy moet laten zitten totdat de printer klaar is. Blijft over: Haal de floppy niet uit de computer, voordat de printer klaar is. Een be'etje computer zorgt er trouwens voor dat de gebruiker een seintje krijgt als alles is afgedrukt. De instructie zou dan kunnen luiden: 'Verwijder de floppy niet. Wacht tot de boodschap TEKST is AFGEDRUKT verschijnt.' Over het woord floppy kan worden getwist. Iemand die dit woord een beetje te flodderig vindt, kan 'diskette'gebruiken. 'Magneetschijf' of 'geheugenschijf' is ook niet gek, maar de toevoeging 'flexibel'vind ik overbodig; in grotere systemen wordt weliswaar ook gewerkt met harde schijven, maar de modale computergebruiker heeft hier geen weet van. 'Zachte schijf' is in elk geval onzin: probeer zo'n ding maar eens kapot te scheuren! Tot slot: personal computer mag je in het algemeen niet vertalen met 'huiscomputer'. De meeste personal computers staan op de bureaus van boekhouders en managers; vroeger waren deze afhankelijk van de informatie die ze kregen van de specialisten op de computerafdeling, tegenwoordig kunnen ze op hun eigen apparaat begrotingen en statistieken maken. Vaak is zo'n personal computer verbonden met een of meer andere computers; men spreekt dan van networking. Dit is dus niet hetzelfde als 'thuiswerken', al kan iemand wel een in een netwerk opgenomen personal computer naast zijn bed hebben staan. Zolang ik mijn eigen home computer niet mag aansluiten op het netwerk van mijn baas, moet ik er iedere ochtend om zeven uur uit. Gelukkig vind ik een keer per maand 'Onze Taal' in de bus, zodat ik me af en toe kwaad kan zitten maken achter de op mijn bureau opgestelde wordprocessor, pardon tekstverwerker! Nico Spilt redactioneel medewerker Computercentrum Bondsspaarbanken Utrecht