Programmabegroting 2012-2015
Versie:
7 november 2011 Zoals vastgesteld door de Gemeenteraad op 3 november 2011, met inbegrip van het aangenomen amendement.
INHOUDSOPGAVE AANBIEDING PROGRAMMABEGROTING 2012-2015 DOOR COLLEGE......................................... 5 LEESWIJZER PROGRAMMABEGROTING .......................................................................................... 11 PROGRAMMA 1: BOUWEN, WONEN EN RUIMTELIJKE ORDENING ......................................... 15 PROGRAMMA 2: BEHEER OPENBARE RUIMTE EN SPORT.......................................................... 25 PROGRAMMA 3: ECONOMISCHE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID........................................ 39 PROGRAMMA 4: KUNST, CULTUUR EN RECREATIE ...................................................................... 47 PROGRAMMA 5: ONDERWIJS EN EDUCATIE................................................................................... 55 PROGRAMMA 6: ZORG EN WELZIJN................................................................................................... 63 PROGRAMMA 7: NATUUR EN MILIEU................................................................................................ 75 PROGRAMMA 8: OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID..................................................................... 83 PROGRAMMA 9: DIENSTVERLENING, BESTUUR EN ORGANISATIE ........................................ 91 PROGRAMMA 10: ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN ................................................................ 101 PROGRAMMA 11: RESERVES .............................................................................................................. 105 RECAPUTILATIE PROGRAMMA’S ...................................................................................................... 107 PARAGRAFEN ALGEMEEN ................................................................................................................... 113 1.
PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING ........................................................................................... 115
2.
PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN.............................................................................. 119
3.
PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN .......................................................... 129
4.
PARAGRAAF FINANCIERING ................................................................................................... 139
5.
PARAGRAAF GRONDBELEID ................................................................................................... 145
6.
PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN ................................................................................... 149
7.
PARAGRAAF BELASTINGEN EN TARIEVEN ........................................................................ 153
BIJLAGEN................................................................................................................................................... 157
Programmabegroting 2012-2015
-3-
Programmabegroting 2012-2015
-4-
AANBIEDING PROGRAMMABEGROTING 2012-2015 DOOR COLLEGE
Inleiding Hierbij bieden wij u de Programmabegroting 2012-2015 aan. Dit is de eerste begroting in deze collegeperiode. De Programmabegroting is opgesteld volgens de nieuwe programma-indeling. De afgelopen maanden zijn de programma’s opnieuw opgebouwd, waarbij de gebruikelijke “W-vragen” zijn beantwoord: Wat willen we bereiken? En: Wat gaan we daarvoor doen? Zo zijn de actuele doelstellingen en activiteiten in beeld gebracht. Daarbij is zowel gekeken naar de inhoud van het coalitieakkoord als de actuele (wettelijke) ontwikkelingen. Ook de indicatoren bij de programma’s zijn beoordeeld; sommige indicatoren zijn vervallen, andere indicatoren zijn nieuw geïntroduceerd. De nu voorliggende Programmabegroting verschijnt kort na de behandeling van Kadernota 2012-2015. Vanwege een noodzakelijke heroriëntatie oud en nieuw beleid is de kadernota in september behandeld, in plaats van de maand juni. In deze kadernota is tevens een pakket van bezuinigingen gepresenteerd.De besluitvorming over de kadernota is verwerkt in de Programmabegroting 2012-2015. De mutaties worden in dit hoofdstuk toegelicht. De implementatie van de bezuinigingen start vanaf 2012. Rapportage over de voortgang kan via de gebruikelijke financiële rapportages plaatsvinden. Gelet op de duale verhoudingen is bij programma 9 ‘Bestuur’ een afzonderlijke begroting voor de gemeenteraad opgenomen.
Algemeen beeld Programmabegroting 2012-2015 De Programmabegroting 2012-2015 is, op basis van de nu bekende feiten, structureel sluitend. In 2012 resteert een incidenteel tekort.
Saldo Programmabegroting 2012-2015
2012 33.115 N
2013 65.596 V
2014 66.081 V
2015 73.543 V
De effecten van de nieuwe rijksbegroting en de septembercirculaire zijn in de begroting niet verwerkt. Over de gevolgen van ‘Prinsjesdag’ in relatie tot de gemeentefinanciën wordt de raad per memo geïnformeerd.
Lokale lastendruk Uit de voorliggende Programmabegroting 2012-2015 blijkt dat de lokale lastendruk voor de inwoners in Scherpenzeel stijgt met ongeveer € 10 per huishouden. Dit is, afhankelijk van de situatie, een stijging van 1,5 tot 2%. Deze stijging bestaat uit de volgende onderdelen.
Programmabegroting 2012-2015
-5-
De OZB-stijging bedraagt voor 2012 1,5%. De rioolheffing stijgt op basis van de eerder genomen besluiten met de inflatiecorrectie en een jaarlijkse verhoging van € 9. Daarnaast stijgt de rioolheffing met € 3 vanwege een actualisatie van urentoedeling binnen de gemeentebegroting. De afvalstoffenheffing daalt ten opzichte van 2011. De verfijning van de urentoedeling zou ook hier een kostenverhogend effect hebben. Uit de totale doorrekening van alle geactualiseerde kosten en opbrengsten binnen het product Afval blijkt echter dat het tarief 2011 ook voor 2012 vrijwel kostendekkend is. Daarnaast is het saldo van de Reserve afvalstoffenheffing fors hoger dan in de Nota reserves en voorzieningen als minimumsaldo is vastgelegd. Daarom heeft de Raad middels een amendement besloten 20% van het surplus terug te geven aan de burger. Dit leidt tot een tariefdaling van € 7,35 en € 9,20 voor resp. de eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens.
Behandeling Kadernota in de Raad van 15 september 2011 Op 15 september is de Kadernota 2012-2015 behandeld door de Gemeenteraad. Het College heeft de aangenomen amendementen en moties verwerkt in deze begroting. Amendementen De volgende amendementen zijn verwerkt in de programma’s: − De exploitatiebijdrage aan Kulturhus De Beehoek wordt voorlopig op het huidige niveau van € 39.000 gehouden. De voorgestelde verhoging vervalt daarmee (programma 4); − Voor een oriënterend onderzoek naar een dependance voor het voortgezet onderwijs worden geen middelen ter beschikking gesteld, wat een voordeel van € 10.000 oplevert (programma 5); − Er komt een onderzoek naar de mogelijkheden van jongerenparticipatie, waarvoor incidenteel € 7.000 beschikbaar is (programma 6); − Notuleren raadsvergadering: de voorgestelde bezuiniging is vervallen en gewacht wordt op een voorstel vanuit de Raad (programma 9). Ten aanzien van de moties die door een meerderheid van de Raad zijn gesteund, heeft het College de volgende beleidslijn gekozen. Motie uitvoeringsmaatregelen GVVP (programma 2) De Raad heeft het College gevraagd met een voorstel te komen waarmee financiële ruimte wordt gevonden voor de uitvoeringsmaatregelen die in het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP) zijn beschreven. Totaal bedragen deze maatregelen ongeveer € 350.000 over de periode 2012-2015. Het College stelt het volgende voor: − Vanuit de netto-opbrengsten van een grondverkoop aan de Industrielaan wordt € 210.000 bestemd voor uitvoeringsmaatregelen; − Dit bedrag wordt gestort in een nieuw te vormen Bestemmingsreserve GVVP; − In de jaren 2013 en 2014 wordt aan deze reserve € 70.000 toegevoegd, ten laste van het begrotingssaldo. Hierdoor is in de reserve totaal € 350.000 beschikbaar;
Programmabegroting 2012-2015
-6-
− De uitvoeringsmaatregelen worden ter hand genomen in de periode 2012-2015 en worden gedekt uit de reserve. Omdat in 2012 nog enkele vervolgonderzoeken moeten plaatsvinden, zal de uitvoering niet gelijkmatig over de meerjarenperiode verdeeld zijn. Hierdoor ontstaat het volgende patroon.
Storting in Reserve GVVP Uitvoeringsmaatregelen GVVP
2011 210.000
2012 30.000
2013 70.000 110.000
2014 70.000 110.000
2015 100.000
Bij de Kadernota 2013-2016 wordt opnieuw afgewogen of de stortingen in 2013 en 2014 intact kunnen blijven. Motie subsidie muziekonderwijs (programma 6) Het College voert de motie uit. In overleg met de betrokken verenigingen en stichtingen zullen gevolgen in beeld worden gebracht. Ook de mogelijke maatregelen via de bijzondere bijstand krijgen daarbij aandacht. In de Kadernota 2013-2016 kan dit onderwerp dan opnieuw aan de orde komen. Op dat moment vindt ook verdere besluitvorming plaats. Het nu vasthouden aan de voorgestelde bezuiniging zou het financieel perspectief mogelijk te positief voorstellen. Motie kostendekkendheid begraafplaats (programma 7) De taakstellende bezuiniging met ingang van 2014 is voorlopig geschrapt uit het financieel perspectief. Eerst worden de uitkomsten van het onderzoek naar het beheer en de exploitatie van de begraafplaats afgewacht. De daadwerkelijk te realiseren bezuiniging is afhankelijk van de besluitvorming over het genoemde onderzoek. Het nu vasthouden aan de voorgestelde bezuiniging zou het financieel perspectief mogelijk te positief voorstellen. Begrotingssaldo 2012 Ten slotte hebben meerdere fracties het College opgeroepen ook het begrotingssaldo 2012 sluitend te maken. Het College vindt dat verdere besparingen of bezuinigingen nu niet mogelijk respectievelijk wenselijk zijn. Vervolgens heeft het College de afweging gemaakt of beleidsvoornemens kunnen worden uitgesteld danwel bezuinigingen naar voren kunnen worden gehaald. De uitkomst van deze afweging is als volgt. Het College is van mening dat een beperkt tekort op de begroting aanvaardbaar is, gezien het geringen bedrag in relatie tot de inspanningen die worden geleverd om de ambities waar te maken. Door het incidentele karakter van dit tekort wordt de structurele financiële situatie van de gemeente niet beïnvloed. Regio Food Valley Tijdens de behandeling van Kadernota 2012-2015 is gesproken over de ruimte die in de begroting aanwezig is voor deelname aan projecten. Voor deelname aan Regio Food Valley zijn de volgende posten opgenomen in de programmabegroting: − De inwonerbijdrage van € 1,70 per inwoner; − Secretariële ondersteuning voor de portefeuille milieu: € 4.000; − Deelname aan nog te bepalen projecten: € 10.000; − Deelname aan projecten op het gebied van milieu: € 10.000 (verhoogd bij de Kadernota 2012-2015 van € 7.000 naar € 10.000.
Programmabegroting 2012-2015
-7-
Verschillen met Kadernota 2012-2015 In onderstaande tabel worden de saldi van de Kadernota 2012-2015 en de Programmabegroting 2012-2015 met elkaar vergeleken. De belangrijkste verschillen worden nader toegelicht. 2012 Saldo kadernota 2012-2015 Bijstellingen ten opzichte van de kadernota Incidentele rijksuitkering CJG Incidentele meerkosten urenuitbreiding CJG Aanpassingen budget Brandweer i.v.m. opleidingen Aanpassing Participatiebudget Leges Burgerzaken Samenwerking met Woudenberg Onttrekking Reserve WMO Wegvallen regiofinanciering Fris Valley Renteresultaat Mutaties n.a.v. behandeling Kadernota 2012-2015 Onderzoek jongerenparticipatie Vervallen onderzoek dependance VO Notulen raad Exploitatiebijdrage Kulturhus De Breehoek Besluitvorming kostendekkendheid begraafplaats na onderzoek
61.039 N
2013
2014
2015
122.919 V
143.754 V
54.353 V
20.000 V
15.000 V
15.000 V
15.000 V
10.000 N 43.000 N 33.000 V 42.500 N 26.000 N 49.000 V
10.000 N 43.000 N 33.000 V 42.500 N 26.000 N 84.000 V
10.000 N 43.000 N 33.000 V 42.500 N 26.000 N 107.000 V
10.000 N 43.000 N 33.000 V 42.500 N 26.000 N 139.000 V
7.000 N 10.000 V 10.000 N 28.500 V
10.000 N 22.000 V
10.000 N 22.000 V
10.000 N 22.000 V
25.000 N
25.000 N
11.000 N
11.000 N
11.000 N
70.000 N
70.000 N
10.000 V 14.000 N
Besluitvorming subsidie muziekonderwijs bij Kadernota 2013-2016 Storting in Reserve GVVP Overige verschillen
29.924 V
1.177 V
17.173 N
22.310 N
Totaal
27.924 V
57.323 N
77.673 N
19.038 V
Saldo Programmabegroting 2012-2015
33.115 N
65.596 V
66.081 V
73.543 V
Toelichting op het overzicht bijstellingen t.o.v. Kadernota 2012-2015 Incidentele rijksuitkering Centra Jeugd en Gezin De middelen voor de Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) worden met ingang van 2012 toegevoegd aan het gemeentefonds. Inmiddels is de hoogte bekend gemaakt voor 2012 en is geconstateerd dat in de begroting is gerekend met een lagere uitkering over 2012.
Programmabegroting 2012-2015
-8-
Incidentele meerkosten urenuitbreiding CJG Na de start vanaf januari 2011 is gebleken dat de coördinatoren van het inlooppunt niet conform de planning hun werkzaamheden van het CJG kunnen uitvoeren. Bij de 1e Financiële rapportage 2011 is dit gemeld voor het jaar 2011. Het is nu nog te vroeg voor een goede evaluatie; de opstartfase van het CJG loopt door tot in 2012. Daarom wordt voorgesteld ook in 2012 de urenuitbreiding te honoreren. Bij de Kadernota 2013-2016 kan bekeken worden of dit een structureel karakter heeft op basis van een goede evaluatie. Aanpassing budget Brandweer i.v.m. opleidingen Het opleidingsbudget met betrekking tot het oefenprogramma in Zweden is komen te vervallen. Deze kosten waren structureel opgenomen in de begroting. Aanpassing Participatiebudget De bijgestelde budgetten voor 2011 zijn als uitgangspunten gebruikt voor het budget voor 2012. Deze budgetten zijn door het Ministerie van SZW naar beneden bijgesteld met ongeveer € 60.000. Ook de ramingen aan de uitgavenkant zijn geactualiseerd, waarbij rekening is gehouden met o.a. wegvallende loonkostensubsidies en het (grotendeels) vervallen van de kosten voor inburgering. Per saldo resteert er een nadeel van € 10.000. Leges Burgerzaken De aantallen en tarieven voor de leges Burgerzaken waarmee in de begroting wordt gerekend zijn opnieuw beoordeeld. Op een aantal punten bleek bijstelling noodzakelijk. Daarnaast is de legesopbrengst op de identiteitskaart vanaf 14 jaar en ouder vervallen. Totaal ontstaat er een nadeel van € 43.000. Aangezien nog niet duidelijk is of de huidige legesafdrachten aan het rijk ook wordt afgeschaft, is bij het opstellen van de begroting 2012 en verder hier nog geen rekening mee gehouden. Samenwerking met Woudenberg Zowel op het gebied van Personeel & Organisatie als Belastingen heeft de gemeente Scherpenzeel een samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Woudenberg. Omdat beide afdelingen geheel in Scherpenzeel zijn gehuisvest is de kostenverdeling aangepast. De actuele doorrekening van de financiële gevolgen van deze samenwerking leidt tot een voordeel. Onttrekking Reserve WMO Door een verhoging van de Integratieuitkering WMO binnen de Algemene uitkering komt de begrote onttrekking vanuit de reserve te vervallen. Abusievelijk was wél de stijging van de rijksuitkering meegenomen in de Kadernota 2012-2015, maar niet het vervallen van de onttrekking uit de reserve. Op deze manier zou er dubbele dekking ontstaan. Binnenkort wordt de Nota Reserves en Voorzieningen aan u voorgelegd, waarmee besluitvorming over de Reserve WMO kan plaatsvinden. Wegvallen regiofinanciering uren Fris Valley Het projectplan, dat gericht is op de preventie van alcoholproblematiek onder jongeren, heeft vooralsnog betrekking op een uitvoeringsperiode 2008 tot en met 2011. Scherpenzeel verzorgde de projectleiding voor dit project. Hiervoor werd gedeelte-
Programmabegroting 2012-2015
-9-
lijk dekking ontvangen vanuit de projectfinanciering en provinciale subsidie. In de begroting was de bijdrage ten behoeve van de projectleiding en ondersteuning structureel geraamd. Deze bijdrage is per 1 januari 2012 vervallen. Renteresultaat De berekening van het renteresultaat is verfijnd. Ook is de renteberekening meerjarig opgezet, waardoor meer inzicht in het structurele effect wordt verkregen. − Door diverse mutaties in de afgelopen jaren was de berekening vervuild. Vanwege een herijking van de berekening van de renteomslag treedt er in 2012 een structureel voordeel op van € 40.000. Voor 2011 wordt dit opgenomen in de 2e Financiële rapportage 2011. − Vanaf 2013 treedt er een rentevoordeel op vanwege de verwachte aflossing (€ 5 miljoen) van de obligaties Fortis Bank. Dit bedrag kan worden ingezet voor de financiering. Hierdoor hoeft er geen externe financiering te worden aangetrokken. Het rentevoordeel betreft het verschil tussen de verwachte rente op externe financiering en de couponrente op de obligaties. Vanaf 2014 geldt bovenstaande tevens voor de verwachte aflossing van de obligaties Royal Bank of Scotland (€ 2,5 miljoen). Dit leidt tot een oplopend renteresultaat van structureel ongeveer € 75.0001. − In 2015 komt tevens het resultaat van het teruggelopen financieringstekort tot uiting. Mutaties n.a.v. behandeling Kadernota 2012-2015 Deze mutaties zijn reeds toegelicht in de paragraaf “Behandeling Kadernota in de Raad van 15 september 2011”.
1
Het risico van het niet doorgaan van deze vervroegde aflossing is opgenomen in de Paragraaf weerstandsvermogen.
Programmabegroting 2012-2015
-10-
LEESWIJZER PROGRAMMABEGROTING De programmabegroting is opgezet uit de volgende onderdelen: 1. Programma’s De begroting kent de volgende programma's: 1. Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening 2. Beheer openbare ruimte en sport 3. Economische zaken en werkgelegenheid 4. Kunst, cultuur en recreatie 5. Onderwijs en educatie
6. 7. 8. 9.
Zorg en Welzijn Natuur en milieu Openbare orde en veiligheid Dienstverlening, bestuur en organisatie 10. Algemene dekkingsmiddelen 11. Reserves
Programma 1 t/m 9 De programma's hebben een vaste opzet. Per programma wordt weergegeven wat de missie is: de overkoepelende doelstelling voor het betreffende programma. Vervolgens wordt er een algemene toelichting op het beleidsveld gegeven en de relevante kaderstellende beleidsnota’s opgesomd. Het tweede deel van een programma is opgezet op basis van een drietal vragen: ‘wat willen we bereiken?’, ‘wat gaat we doen?’ en ‘wat mag het kosten?’. Daarnaast bevatten de programma’s effect- en prestatie indicatoren en doelenboomtabellen. Deze hebben als doel de relatie tussen de drie programmavragen meetbaar en toetsbaar te maken. Programma’s 10 Algemene dekkingsmiddelen en 11 Reserves De programma’s Algemene dekkingsmiddelen en Reserves hebben een afwijkende opzet: • Algemene Dekkingsmiddelen: Van veel programma's zijn de baten lager dan de lasten. Deze programmatekorten worden bekostigd uit de algemene dekkingsmiddelen, waarvan de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds en de onroerende zaakbelasting de belangrijkste zijn. De algemene dekkingsmiddelen worden bij dit programma in beeld gebracht. • Reserves: Bij dit onderdeel worden alle reservemutaties die in de begroting zijn opgenomen weergegeven. 2. Overzicht van Baten en Lasten Dit betreft een totaaloverzicht van de baten en lasten van alle programma’s over de periode 2012-2015, gesplitst in lasten en baten. 3. Paragrafen De paragrafen hebben als doel een dwarsdoorsnede te geven van de begroting, telkens bezien vanuit een bepaald perspectief. Voor meer informatie wordt verwezen naar de algemene toelichting op de paragrafen. 4. Bijlagen De bijlagen bestaan uit diverse overzichten die gebruikt kunnen worden als nadere verdieping in de cijfers. Zo is bijvoorbeeld een overzicht van alle aanwezige reserves en voorzieningen opgenomen.
Programmabegroting 2012-2015
-11-
Programmabegroting 2012-2015
-12-
PROGRAMMA’S
Programmabegroting 2012-2015
-13-
Programmabegroting 2012-2015
-14-
PROGRAMMA 1: BOUWEN, WONEN EN RUIMTELIJKE ORDENING Portefeuillehouder: E. van de Glind / H.J.C. Vreeswijk
Programmacoördinator: P. van Boxtel
1.1 Missie De gemeente draagt zorg voor een deugdelijke ruimtelijke inrichting van het grondgebied. Het beschikbaar krijgen en houden van voldoende woningen, voor de Scherpenzeelse inwoners, die voldoen aan duurzaamheid, wooncomfort en veiligheidseisen en waarbij tevens rekening wordt gehouden met de verschillende doelgroepen en hun woonwensen, staat daarbij centraal. Monumentaal erfgoed en archeologiebeleid maken essentieel onderdeel uit van de ruimtelijke ordening.
1.2 Context en achtergrond Het programma Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening valt uiteen in de volgende delen: A. Bouw (incl. monumenten) B. Ruimtelijke Ordening C. Volkshuisvesting en woonruimteverdeling
A. Bouw Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Dit is een belangrijke stap om de regeldruk voor bedrijven en burgers te verminderen. 25 Bouw-, milieu-, natuur- en monumentenvergunningen zijn samengevoegd tot één omgevingsvergunning. Voor burgers en bedrijven is het aanvragen van vergunningen nu een stuk eenvoudiger. Deze zijn in één keer digitaal aan te vragen. Een aanvraag kan digitaal worden ingediend via de eigen gemeente of via Omgevingsloket online, 24 uur per dag. Een enorme stap voorwaarts. De samenvoeging maakt een doelmatige manier van werken mogelijk door een integrale vergunningverlening en handhaving. Op het gebied van handhaving blijft illegale bouw prioriteit hebben. Dit met het oog op de veiligheid binnen de gemeente, maar ook het stedenbouwkundig beeld. Het slagen van gemeentelijk (bouw)beleid valt of staat met een zorgvuldige, consequente en doeltreffende handhaving. Punt van aandacht bij handhaving is naast illegale bouw ook het strijdig gebruik, met name in de vorm van illegale bewoning van (bij)gebouwen die daar niet geschikt voor zijn. Ook de illegale huisvesting van buitenlandse werknemers vormt steeds meer een probleem binnen de gemeentegrenzen. Aan een doelmatige en werkbare aanpak wordt gewerkt.
B. Ruimtelijke Ordening Gemeenten zijn er, zeker na inwerkingtreding van de Wro in 2008, nog meer aan gehouden binnen 10 jaar hun bestemmingsplannen te herzien. De nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening verplicht gemeenten op 1 juli 2013 actuele bestemmingsplannen te hebben, die bovendien digitaal beschikbaar zijn. In een bestemmingsplan staat
Programmabegroting 2012-2015
-15-
beschreven wat in een bepaald gebied met de grond mag gebeuren. ‘Sanctie’ bij het niet gehoor geven aan deze plicht is wettelijk bepaald en houdt onder meer in dat een gemeente voor bouwinitiatieven in een plangebied waarvoor niet tijdig een geactualiseerd bestemmingsplan in werking is getreden geen leges kan innen. De bestemmingsplannen binnen onze gemeente moeten voor deze datum geactualiseerd zijn. De trajecten hiertoe zijn reeds gestart. Het houdt in dat gestreefd wordt naar een situatie waarbij uiteindelijk sprake zal zijn van twee bestemmingsplannen. Eén bestemmingsplan voor het buitengebied en één voor de kern. In deze bestemmingsplannen zal gebruik worden gemaakt van de landelijk gestandaardiseerde teksten en opzet. Er wordt dan onder meer gesproken over planregels in plaats van voorschriften. Dit alles is uiteindelijk niet alleen beter werkbaar voor de medewerkers, maar ook duidelijker en begrijpelijker voor burgers en bedrijven. Ook zal in 2012 de Structuurvisie voor de gemeente worden herzien. Deze zal onder meer een visie bevatten op het centrumgebied met daarbij oog voor de bundeling van de functies wonen, werken, winkelen, ondernemen, zorg, toerisme en verkeer. In de huidige structuurvisie is reeds aangegeven dat er ruimte is voor nieuwbouw- en woningbouwprojecten. Enkele projecten zijn reeds gestart of worden binnen afzienbare tijd gestart. Focus zal met name gaan liggen op een actieve(re) regierol binnen grondpolitiek. Insteek is te streven naar ‘zelf’ ontwikkelen van eigen gronden. Op deze manier houdt de gemeente de regie en kan flexibeler worden ingesprongen op tendensen en ontwikkelingen. Evenwel wordt in een startfase, na een op te stellen verkennende gebiedsvisie, door de raad kaders en uitgangspunten gesteld, van alwaar de planvorming zal starten. De te ontwikkelen projecten zullen vervolgens aansluiten bij de woningbehoefte en de schaal van Scherpenzeel. Van belang hierbij is dat projectmatig gewerkt zal worden om zo efficiënt mogelijk te werken en betrokkenheid intern te stimuleren. Voorbeelden van projecten die zo worden uitgevoerd zijn: Plan Zuid: De plancontour is vastgesteld. Er zullen, zeker in het beginstadium, enkel gronden worden ontwikkeld die in gemeentelijk eigendom zijn. Ontwikkeling zal gefaseerd worden uitgevoerd, waarbij tijdig ontwikkelingen worden gesignaleerd waarop waar nodig wordt ingespeeld. Plan Akkerwindelaan: Opdracht is gegeven voor het ontwikkelen van een verkennend gebiedsperspectief. Vervolgens zal gestart worden met het opstellen van nadere kaders en randvoorwaarden en kan in projectverband gestart worden met de planvorming Verder is bij de ontwikkeling van de (woning)bouwplannen de burgerparticipatie van belang. Er zal worden geluisterd naar de mening van de Scherpenzeelse bevolking en bedrijven. Voorbeeld hierbij is het plan Weijdelaer. Het betreft hier de ontwikkeling van een woonzorgzone in het centrum. Na de zomerperiode wordt gestart met het open planproces, waarbij burgers (en bedrijven) een stem krijgen in het planvormingsproces. Dit nog naast het reguliere inspraakspoor. In een soort van ‘atelierbij-
Programmabegroting 2012-2015
-16-
eenkomsten’ zal de mening van de bevolking in invloed krijgen. Hierna zal het formele bestemmingsplantraject worden doorlopen.
C. Volkshuisvesting en woonruimteverdeling Sinds december 2009 is er een nieuwe Huisvestingswet in behandeling bij de Tweede Kamer. Uitgangspunt van de wet is vrijheid van vestiging voor de burger/woningzoekende. Gemeenten kunnen alleen bij hoge uitzondering bindingseisen stellen. Deze wet dient nog vastgesteld te worden. Sociale huurwoningen mogen sinds 1 januari 2011 alleen nog worden toegewezen aan mensen met een lager inkomen. Dit geldt voor tenminste 90% van de huurwoningen van een corporatie. Daarnaast krijgen mensen die een sociale woning huren en een inkomen ontvangen boven de € 43.000 per jaar te maken met een extra huurverhoging van 5%. Deze maatregelen moeten de doorstroming naar duurdere woningen bevorderen. Woonvisie De gemeente is voornemens om in 2012 een Woonvisie op te stellen. De consequenties van de nieuwe Huisvestingswet worden hierin in betrokken. Ook de instrumenten voor starters en doorstromers op de woningmarkt spelen hierbij een rol. Het gaat dan niet alleen om startersleningen, maar ook om instrumenten die corporaties beschikbaar hebben. Prestatieafspraken Met Woonstede en de overige woningbouwcorporaties worden nieuwe Prestatieafspraken gemaakt die per 2012 in werking treden voor een periode van 4 jaar. Jaarlijks worden deze herzien en eventueel bijgesteld.
1.3 Kaderstellende beleidsnota’s − coalitieakkoord 2010; − toekomstvisie 2030; − structuurvisie 2001-2010 (2001); − vigerende bestemmingsplannen en uitwerkingsplannen; − bouwbesluit; − woonbeleid met kwaliteit; − beeldkwaliteitsplannen; − notitie erfafscheidingen (2001); − welstandsnota (2009); − reclamenota (2009); − huisvestingsverordening (2009); − notitie Handhaving, onderdeel bouwen en wonen (2011); − nota toepassingen binnenplanse ontheffingen (art. 3.6 Wro); − Woonvisie Gelderland, Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019; − Profiel van de vastgoedsector 2011 Stichting Vastgoedmonitor regio Food Valley.
Programmabegroting 2012-2015
-17-
1.4 A Programmaonderdeel Bouw (incl. monumenten) 1.4 A.1 Wat willen we bereiken? 1. Organisatie inrichten op Wabo (breedste zin van het woord); 2. Handhaving naleving regels; 3. Klantgerichte dienstverlening. 1.4 A.2 Wat gaan we doen? 1. Cursus en opleiding Wabo voor medewerkers; 2. Processen standaardiseren en aanpassen op Wabo; 3. Meer toezicht en consequente handhaving, mede op illegale bewoning door buitenlandse werknemers; 4. Meer aandacht aan communicatie naar burgers; 5. Waar mogelijk versnellen processen. 1.4 A.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Bron
Aantal bouwcontroles Aantal aanschrijvingen Klanttevredenheid (rapportcijfer)
P
Administratie Administratie Burgeronderzoek
P E
Recentste kengetal
2011
2012
2013
2014
2015
290
500
500
500
500
500
75
100
100
100
100
100
--
6,5
6,7
7
7
7
1.4 B Programmaonderdeel Ruimtelijke Ordening 1.4 B.1 Wat willen we bereiken? 1. Duidelijk RO-beleid; 2. Voorzien in woningbehoefte, benutten potentie; 3. Voldoende huur/koop voor starters, sociale sector; 4. Doorstroming op de woningmarkt binnen Scherpenzeel; 1.4 B.2 Wat gaan we doen? 1. Actualiseren en daarmee standaardiseren bestemmingsplannen; 2. Werken naar twee bestemmingsplannen; 3. Middels projectmatig werken oppakken actieve(re) regierol grondpolitiek; 4. Bouwen voor starters; 5. In de exploitatieovereenkomst het aantal huurwoningen in de sociale sector (incl. de huurprijs) vastleggen; 6. Het uitvoeren van een woningbehoefteonderzoek/woonvisie.
Programmabegroting 2012-2015
-18-
1.4 B.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/P Bron
Woningvoorraad (totaal) Voorraad huurwoningen Aantal (nieuwe) seniorenwoningen Aantal (nieuwe) starterswoningen
P
Huurprijzen
P
Recentste kengetal
2011
2012
2013
2014
2015
3.609
3.619
3.688
3.776
3.804
3.824
699
700
740
780
790
800
0
56
12
13
13
13
0
10
13
13
13
13
1) Goedkoop ( < 17,2 % 17,2 % 17,2 % 17,2 % € 357,37) 2) Betaalbaar (€ 79,6 % 79,6 % 79,6 % 79,6 % 357,37 tot € 548,18) Bron: Cen3) Duur tot huurtraal Fonds 1,7 % 1,7 % 1,7 % 1,7 % toeslaggrens (€ Volkshuisvesting *) 548,18 tot > € 647,53) 4) Duur boven 1,5% 1,5% 1,5% 1,5% huurtoeslaggrens (vanaf € 647,53) Doorstroming E Woonstede 17,1 % 20% 20% 20% 20% (slaagkans) *) Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) brengt regiorapportages uit (Scherpenzeel maakt deel uit van Regio 10). Inmiddels is een extra categorie toegevoegd. De woningvoorraad huur bestaat nu uit 4 categorieën. Hierdoor zijn de vergelijkende cijfers niet meer bruikbaar.
17,2 %
P P
P
Uitgangspunten CBS Rapportage woningbouw Rapportage woningbouw Regiorapportage woningvoorraad (regio 10).
1.4 C Programmaonderdeel Volkshuisvesting en woonruimteverdeling 1.4 C.1 Wat willen we bereiken? 1. Toekomstbestendig woonbeleid; 2. Meer gemeentelijke regie binnen de volkshuisvesting; 3. Meer samenwerking op woongebied regionaal en inter-provinciaal; 4. Meer nultredenwoningen realiseren; 5. Inspraak van huurders realiseren; 6. Aandeel huurwoningen in nieuwbouw stellen op minimaal 38%; 7. Aandeel betaalbare woningen in nieuwbouw stellen op 35% netto bij nieuwe projecten is een regionale inspanningsverplichting; 8. Betaalbare woningbouw bereikbaar houden voor de doelgroep, waarbij ook eigen woningbezit wordt gestimuleerd;
1.4 C.2 Wat gaan we doen? Regionaal 1. Uitvoering geven aan het woonbeleid conform de regionale Woonvisie Gelderland volgens afsprakenkader Regio De Vallei;
Programmabegroting 2012-2015
-19-
79,6 %
1,7 %
1,5%
20 %
2. Onderzoeken in Regio Food Valley-verband of eenheid in beleid m.b.t. woningvoorraad, woonruimteverdeling en harmonisering van de sociale koopprijsgrens kan worden gerealiseerd; Lokaal 3. Opstellen lokale woonvisie; 4. Het stimuleren van de oprichting van een bewonersorganisatie voor de sociale huur- en koopsector, om de inspraak van huurders te reguleren; 5. Herijken prestatieafspraken 2011 met woningcorporaties op basis van de op te stellen lokale woonvisie 2012; 6. Nultredenwoningen realiseren door aanpassing bestaande voorraad en nieuwbouw; 7. Ontwikkelen van beleid om betaalbare woningen bereikbaar te houden voor de doelgroep (Woonvisie). 1.4 C.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Meer nultredenwoningen
P
Bron
Recentste kengetal
2011
2012
2013
2014
Aantal gerealiseerde nultres634 *) 634 650 655 denwoningen in 2012 Oprichten bewoP Bestaan van 0 0 1 1 1 nersorganisatie bewonersorganisatie Aandeel huurwoP Planning 38% 38% 38% ningen nieuwbouw Aandeel betaalba- P Planning 35% 35% 35% re woningen nieuwbouw *) Volgens onderzoek: “Wonen en met zorge(en), Opgave wonen en zorg gemeente Scherpenzeel 2004-2015, Laagland advies Amersfoort, 2004. Huidige aantal nultredenwoningen in Scherpenzeel is onbekend.
1.5
• •
•
•
Termijnkalender 2012 Opstellen Structuurvisie Opstellen Woonvisie (incl. maatregelen betaalbaarheid) Verbeteren dienstverlening Wabo Actualiseren diverse bestemmingsplannen
Programmabegroting 2012-2015
• • •
2013 Vaststellen Structuurvisie Herzien welstandsnota Afronden project actualiseren bestemmingsplannen
2014
2015
-20-
2015
660
1 38% 35%
1.6
Wat mag het kosten?
1.6.1 Tabel baten en lasten Programma Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening Lasten
realisatie 2010
2011
Nieuw beleid: Verbeteren dienstverlening Wabo Welstandsnota Structuurvisie Woonvisie
2012
2013
2014
2015
30.000 20.000 50.000 30.000
Overig Totaal lasten Programma
1.497.271
1.018.956
1.125.197
1.094.613
973.833
972.409
1.497.271
1.018.956
1.235.197
1.114.613
973.833
972.409
Baten
realisatie 2010
2011
2012
2013
2014
2015
-10.000
-5.000
-5.000
-5.000
Nieuw beleid: Minder illegale bouw, meer leges Overig Totaal baten Programma Saldo programma
Programmabegroting 2012-2015
-1.140.099
-501.042
-603.636
-603.636
-498.636
-498.636
-1.140.099
-501.042
-613.636
-608.636
-503.636
-503.636
357.172
517.914
621.562
505.977
470.197
468.773
-21-
1.6.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Monumenten Ruimtelijke ordening 820 Bouwen 822.00Overige volks822.03/823 huisvesting (ex. handhaving)
37.845 536.906
35.035 509.349
43.652 559.564
43.652 436.480
46.452 395.400
43.652 396.776
118.395 307.352
34.184 250.648
117.466 231.129
99.966 251.129
52.466 231.129
52.466 231.129
830
Grondzaken
496.773
189.739
283.386
283.386
248.386
248.386
Totaal
lasten
1.497.271
1.018.956
1.235.197
1.114.613
973.833
972.409
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Monumenten Ruimtelijke ordening 820 Bouwen 822.00Overige volks822.03/823 huisvesting (ex. handhaving)
-6.751 -189.313
-7.803 -22.500
-6.750 -22.500
-6.750 -22.500
-6.750 -22.500
-6.750 -22.500
-193.964 -253.298
-40.000 -241.000
-30.000 -271.000
-30.000 -266.000
0 -226.000
0 -226.000
830
Grondzaken
-496.773
-189.739
-283.386
-283.386
-248.386
-248.386
Totaal
baten
-1.140.099
-501.042
-613.636
-608.636
-503.636
-503.636
541 810
Baten 541 810
Programmabegroting 2012-2015
-22-
Doelenboomtabel Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening Samenvatting missie: Beschikbaar krijgen en houden van woningen die aansluiten op de woonwensen van inwoners van Scherpenzeel. Zorg dragen voor een deugdelijke ruimtelijke inrichting waar monumentaal erfgoed en archeologiebeleid een essentieel onderdeel van uitmaken.
Bereiken?
Doen?
Indicatoren
Bouw 1. Organisatie inrichten op Wabo
• Opleiden medewerkers • Processen aanpassen en standaardiseren
2. Handhaving naleving regels
• Meer toezicht en consequente handhaving, mede op illegale bewoning door buitenlandse werknemers
3. Klantgerichte dienstverlening
• Meer aandacht voor communicatie • Versnellen van processen
• Aantal bouwcontroles • Aantal aanschrijvingen • Klanttevredenheid
Ruimtelijke Ordening
1. Duidelijk RO-beleid
2. Voorzien in woningbehoefte 3. Voldoende huur/koop voor starters en sociale sector 4. Doorstroming op de woningmarkt
• Actualiseren en standaardiseren bestemmingsplannen • Werken naar twee bestemmingsplannen • Oppakken actieve(re) regierol grondpolitiek • Uitvoeren woningbehoefteonderzoek/woonvisie; • Bouwen voor starters • Vastleggen aantal sociale huurwoningen incl. huurprijs in exploitatieovereenkomst
• Woningvoorraad (totaal) • Voorraad huurwoningen • Aantal (nieuwe) seniorenwoningen • Aantal (nieuwe) starterswoningen • Huurprijzen - goedkoop - betaalbaar - duur • Doorstroming
Volkshuisvesting en woonruimteverdeling 1. Toekomstbestendig woonbeleid 2. Meer gemeentelijke regie volkshuisvesting
• Opstellen lokale woonvisie 2012 • Herijken prestatieafspraken woningcorporaties
3. Regionaal en interprovinciaal samenwerken
• Onderzoeken of regionaal eenheid in beleid kan gerealiseerd
4. Nultredenwoningen realiseren
• Aanpassen bestaande voorraad en nieuwbouw
5. Inspraak van huurders realiseren
• Oprichten bewonersorganisatie sociale huur/koop
6. Aandeel huurwoningen in nieuwbouw 38% 7. Aantal betaalbare woningen in nieuwbouw 35% netto 8. Eigen woningbezit stimuleren
• Meer nultredenwoningen • oprichten bewonersorganisatie • aandeel huurwoningen • aandeel betaalbare woningen
• Regionaal uitvoering geven aan het woonbeleid
• Beleid ontwikkelen om betaalbare woningbouw bereikbaar te houden voor de doelgroep
Programmabegroting 2012-2015
-23-
Programmabegroting 2012-2015
-24-
PROGRAMMA 2: BEHEER OPENBARE RUIMTE EN SPORT Portefeuillehouder: E. van de Glind / H.J.C. Vreeswijk
Programmacoördinator: P. van Boxtel
2.1 Missie Een goede kwaliteit van de openbare ruimte draagt bij aan de (verkeers)veiligheid en het welzijn van de inwoners, evenals een goed sportbeleid en geschikte sportvoorzieningen. De gemeente Scherpenzeel draagt daarom zorg voor een deugdelijke inrichting en beheer van de openbare ruimte. Hierbij wordt gestreefd naar doelmatigheid, gekoppeld aan de behoeften van de burgers. De gemeentelijke eigendommen in de openbare ruimte zijn belangrijke kapitaalgoederen die op een verantwoorde wijze onderhouden worden om kapitaalvernietiging en (grote) extra investeringen in de toekomst te voorkomen.
2.2 Context en achtergrond Het programma Beheer openbare ruimte en sport valt uiteen in de volgende delen: A. Wegen en bijbehorende voorzieningen B. Water en riolering C. Groenvoorziening en speelplaatsen D. Sport en sportterreinen E. Verkeer en vervoer
A. Wegen en bijbehorende voorzieningen De wegen en trottoirs zijn onder te verdelen in drie categorieën: de monoliete verhardingen, de elementenverhardingen en de halfverhardingen. Daarnaast zijn er een aantal bijbehorende voorzieningen. De belangrijkste zijn de markeringen, verkeersborden en openbare verlichting. De monoliete verhardingen zijn de asfaltwegen en betonwegen. In Scherpenzeel is ca. 26 km weg van asfaltverhardingen. Doorgaans zijn dat de wegen die de grootste intensiteit kennen of de zwaarste belasting van asfalt. Het beheer en onderhoud van deze asfaltwegen gebeurt vaak grootschalig omdat er specialistische machines ingezet moeten worden. De elementenverhardingen zijn wegen en/of trottoirs van betonklinkers, gebakken klinkers of betontegels in allerlei formaten. In Scherpenzeel is ca. 21 km weg van elementenverharding. Doorgaans zijn dat de wegen die de minder grote intensiteit kennen of minder zware belasting van elementen. Het beheer en onderhoud van deze elementenverhardingen kan zowel kleinschalig als grootschalig worden opgepakt. De halfverhardingen zijn wegen van puin of een zandpuincombinatie. In Scherpenzeel is ca. 6 km weg van halfverharding. Vaak zijn dit wegen waar bijna geen verkeer over komt, geen zware belasting op voorkomt en in het buitengebied liggen. Het beheer en onderhoud van deze halfverhardingen kan zowel kleinschalig als grootschalig worden opgepakt.
Programmabegroting 2012-2015
-25-
Ten behoeve van het gemak en de veiligheid van de verkeersdeelnemers zijn er bijbehorende voorzieningen zoals verkeersborden, markeringen en openbare verlichting aanwezig in de openbare ruimte. Ten behoeve van de vindbaarheid van locaties zijn straatnaamborden en bewegwijzering aanwezig. Het onderhoud en de tijdige vervanging van deze ondersteunende elementen is van groot belang. Het verkeer en de wegverhardingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De staat van onderhoud van de wegen is cruciaal voor een goede en veilige verkeersituatie. De onderhoudstaat van de wegen en de diverse wegvakonderdelen dient voldoende op peil te zijn. Achterstallig onderhoud dient ingelopen te worden; het reguliere onderhoud en het ad hoc onderhoud dienen jaarlijks uitgevoerd te worden. Om de werkzaamheden economische het meest voordelig uit te laten voeren zullen zoveel mogelijk onderhoudswerkzaamheden gekoppeld worden aan rioleringswerkzaamheden.
B. Water en riolering Water Op het terrein van water gaat de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en in het verlengde hiervan de nationale wetgeving de komende jaren een belangrijke rol spelen. Inspelend op deze wettelijke verplichtingen is het Waterplan (2008-2020) vastgesteld. In het waterplan is de visie vastgesteld hoe wij als gemeente de komende jaren met het water omgaan en welke doelen de gemeente wil bereiken. In het bij het Waterplan behorende Uitvoeringsprogramma (2009-2013) zijn tijdsfasering en financiering van de eventuele maatregelen uitgewerkt. Het Waterplan Scherpenzeel (2008-2020) omvat onder meer het ‘Schoonwatertracé kern Scherpenzeel’. Vanwege de urgentie om grondwateroverlast in de Oranjebuurt (Prinses Margrietlaan e.o.) te verminderen, is met de realisatie van het noordelijke schoonwatertracé inmiddels begonnen. Gelet op grondwateroverlast in het zuidelijk deel van Scherpenzeel, de te verbeteren waterkwaliteit rondom ‘Huize Scherpenzeel’ en de diverse ruimtelijke ontwikkelingen in het zuidelijk deel van Scherpenzeel (ten zuiden van de Stationsweg / Dorpsstraat) is het nodig om de waterhuishouding vanuit een breed perspectief te benaderen. In 2012 wordt een integraal ‘Waterstructuurplan Scherpenzeel Zuid’ opgesteld. Riolering In vervolg op het Waterplan is het Gemeentelijke Rioleringsplan 2008-2013 (GRP) opgesteld. Het GRP geeft in hoofdzaak aan welke rioleringen aan vervanging toe zijn. Daarnaast is in het rioleringsplan een vertaling gemaakt van de keuzes die gemaakt zijn bij de vaststelling van het Waterplan. Om de economische voordelen optimaal te benutten, zal het vervangen van rioleringen zo veel mogelijk gekoppeld worden aan onderhoudswerkzaamheden van wegen, waarbij de riolering leidend is.
Programmabegroting 2012-2015
-26-
Regionale samenwerking Sinds december 2009 is de nieuwe Waterwet in werking getreden. De waterwet regelt het beheer van oppervlakte- en grondwater en verbetert de samenhang tussen water in stedelijk gebied en ruimtelijke ordening. Via het ‘Platform Water Vallei en Eem’ wordt invulling gegeven aan de regionale uitwerking zoals bedoeld in de Waterwet. Mede op grond van deze wettelijke ontwikkelingen gaat de gemeente verder met het concretiseren van samenwerking met het waterschap op het gebied van (afval)waterketen. Het doel is door samenwerking tot een effectieve en efficiënte uitvoering van water- en rioleringstaken te komen. In het kader van samenwerking zijn de gemeenten Scherpenzeel, Woudenberg en het Waterschap Vallei en Eem in december 2010 officieel akkoord gegaan met de samenwerking in de (afval)waterketen: Zuiveringskring Woudenberg.
C. Groenvoorziening en speelplaatsen Een groene omgeving versterkt de sociale cohesie en het contact tussen bewoners in een wijk. In Scherpenzeel wordt de sfeer in sterke mate bepaald door de aanwezige bomenstructuur, Park Huize Scherpenzeel en het landschap buiten de bebouwde kom. Essentieel voor de gemeente Scherpenzeel is dat deze kwaliteitsdragers behouden dienen te worden door goed onderhoud en tijdige vervanging. Plantsoen Middels een omvormingsplan (2011) zal het groen efficiënter ingedeeld worden. Tevens wordt minder budget besteed aan vervanging en reconstructie van plantsoenen. Daarnaast zal het beheerniveau van gazon en bosplantsoen dalen. Door genoemde bezuinigingsmaatregelen is het mogelijk om het bestaande beheerniveau ten aanzien van onkruidbestrijding en overhangend groen te handhaven. Het handhaven van dit niveau is essentieel om de meerwaarden van het groen te blijven behalen. Bovendien zal een kwaliteitsverlaging van het beheerniveau t.a.v. onkruidbestrijding en overhangend groen leiden tot een sterke stijging van klachten en kapitaalvernietiging. Het onderhoud van de plantsoenen wordt voor 3 jaar (2012 – 2014) aanbesteed. Bomen De bomenstructuur van Scherpenzeel is één van de belangrijkste kernkwaliteiten van het dorp. Het bomenbestand van Scherpenzeel is relatief oud. Diverse lanen zitten in de aftakelingsfase, zoals de Eikenlaan, Het Witte Hek en de Polsche Steeg. In de bomenverordening (2010) van gemeente Scherpenzeel is de bomenstructuur vastgesteld. Deze structuur dient de “groene” kernkwaliteit te waarborgen. Door periodiek onderhoud en vervanging wordt de bomenstructuur “eeuwigdurend” in stand gehouden. Het boomonderhoud in de gemeente Scherpenzeel wordt planmatig uitgevoerd. Het boomonderhoud wordt middels een gezamenlijke aanbesteding met gemeente Woudenberg voor 3 jaar (2011 -2013) aanbesteed. Ook wordt middels een omvormingsplan (2011) noodzakelijke bezuinigingen doorgevoerd. Bezuinigingen worden behaald door bestaande lanen eerder te dunnen zoals aan De Voorposten is uitgevoerd. Voor het vervangen van bomen en groeiplaatsverbetering is vanaf 2012 vrijwel geen
Programmabegroting 2012-2015
-27-
budget. Om te blijven voldoen aan de zorgplicht worden gevaarlijke bomen elk jaar geïnspecteerd en de overige bomen één keer per drie jaar. Speelplaatsen Binnen Scherpenzeel zijn er 22 speelplaatsen en diverse trapveldjes. Er wordt veel gebruik gemaakt van de aanwezige speelplaatsen. In het kader van het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS) wordt jaarlijks één uitgebreide veiligheidsinspectie uitgevoerd op alle speeltoestellen. Visuele inspecties worden wekelijks uitgevoerd. Tevens worden de jaarlijks noodzakelijke vervangingen van speeltoestellen gefinancierd uit het regulier budget. Door de overstap van boomschors ondergrond naar vloerenzand is de valdemping optimaal en zijn de onderhoudskosten minimaal. De aanwezigheid van kattenpoep op de speelplaatsen vormt een gezondheidsrisico voor spelende kinderen. Voor een jaarlijkse vervanging van de ondergronden is momenteel geen budget beschikbaar.
D. Sport en sportterreinen Sport algemeen Sport is van algemeen belang voor jong en oud, ter bevordering van de gezondheid, integratie van doelgroepen, (karakter)vorming van de jeugd, kennismaken met spelregels (rechten en plichten) en een goede vrijetijdsbesteding. (Jeugd-)sportstimulering met activiteiten zoals Klasse(n)sport, de vakantiespeelweek en activiteiten voor jongeren staan daarbij centraal. Deze activiteiten worden verder ontwikkeld, mede in samenwerking met de JOS-coördinator en de kernpartners. Sportcomplex De Bree Met een geheel gerenoveerd en goed bereikbaar sportcomplex biedt de gemeente goede voorzieningen om de buitensporten voetbal, hockey, tennis en zwemmen te faciliteren. Een openbaar speelveld met een trapveld, volleybalveld en fitnessapparaten biedt de nodige in- en ontspanningsmogelijkheden voor jong en oud. Het huidige sportcomplex is van goede kwaliteit. Doelstelling is het huidige kwaliteitsniveau van de velden en omliggende terreinen te handhaven.
E. Verkeer en vervoer Het onderdeel verkeer en vervoer is onder te verdelen in 2 categorieën: verkeer en openbaar vervoer Het verkeer bestaat uit 3 hoofdpijlers van verschillende verkeersdeelnemers te weten: 1. het auto en motor verkeer, 2. vracht- en landbouwverkeer, 3. het langzaam verkeer zijnde de fietsers en voetgangers Om je veilig te kunnen verplaatsen over de openbare weg wordt uitgegaan van het principe ‘duurzaam veilig’. Dit betekent dat de inrichting van de weg zodanig dient te zijn dat deze is afgestemd op de verwachte hoeveelheid gebruikers, de verschillende types weggebruikers en op het snelheidsregime.
Programmabegroting 2012-2015
-28-
In het verkeer zijn verschillende type weggebruikers. Elk type weg heeft een andere samenstelling van weggebruikers en een bepaalde onderlinge verhouding tussen de weggebruikers. Het is noodzakelijk om er binnen de gemeente voor te zorgen dat de bedoelde verhoudingen niet scheef gaan groeien. Het openbaar vervoer bestaat uit de verschillende buslijnen, de buurtbus en de regiotaxi en valt onder de verantwoordelijkheid van de provincie. Het belangrijkste beïnvloedingsmoment ligt in de voorbereiding van de aanbesteding. Op het moment dat de aanbesteding heeft plaats gevonden liggen de afspraken vast en wordt het vervoer conform die afspraken uitgevoerd. De vervoersmaatschappij bepaalt dan of eventuele wensen c.q. vragen eventueel gehonoreerd worden. Een punt van aandacht voor het openbaar vervoer door het centrum van de gemeente is de reistijd. Blokkades c.q. vertragingen op de doorgaande route zijn voor de vervoersmaatschappij een punt van zorg in verband met de concurrentiepositie ten opzichte van de auto. Bij een langere reistijd maken minder passagiers gebruik van het openbaar vervoer, waardoor de buslijn minder rendabel wordt. Dit heeft dan gevolgen voor de ritfrequenties en de wijze van vervoer. Naast bovengenoemde ontwikkelingen spelen er diverse subsidiabele projecten vanuit de provincies Gelderland en Utrecht om de infrastructuur voor het openbaar vervoer te verbeteren. Deze projecten hebben betrekking op reizigersinformatiesystemen, op infrastructurele maatregelen in de busroutes en fysieke aanpassingen van de busperrons. In het vierde kwartaal van 2011 is het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP) aan de Raad aangeboden. De uitvoering wordt vanaf 2012 ter hand genomen.
2.3 Kaderstellende beleidsnota’s − Coalitieakkoord 2011-2014; − Beheerplan wegen; − Beleidsnotitie Openbare Verlichting; − Gemeentelijk verkeer en vervoerplan GVVP (2011); − Waterplan 2008-2020; − Bij het Waterplan behorend Uitvoeringsplan 2009-2013; − GRP 2008-2013; − Notitie Beheer Plantsoenen (2008); − Bomenverordening gemeente Scherpenzeel (2010); − Beheerplan sportpark (2011); − Raadsvoorstel beheer en onderhoud sportvoorziening voetbal en hockey op sportpark De Bree; − Beheerovereenkomsten met de hockey- en de beide voetbalverenigingen.
Programmabegroting 2012-2015
-29-
2.4 A Programmaonderdeel Wegen 2.4 A.1 Wat willen we bereiken? 1. Op peil brengen en houden beheer en onderhoud van de verhardingen; 2. Verbeteren/versterken van de bermen in het buitengebied; 3. Terugdringen klachten m.b.t. wegonderhoud. 2.4 A.2 Wat gaan we doen? 1. Terugdringen van het achterstallig onderhoud. Dat wordt gerealiseerd door structureel het benodigde onderhoud uit te voeren en tevens door het achterstallig onderhoud uit de beheerrapportage jaarlijks aan te pakken; 2. Zo veel mogelijk aansluiten bij rioleringsonderhoud om de onderhoudskosten tot een minimum te beperken; 3. Blijvend aandacht besteden aan de wegvakonderdelen trottoirs binnen de bebouwde kom en bermen buiten de bebouwde kom; 4. Actief lobbyen bij “derden” om subsidie of cofinanciering te verkrijgen voor onze uitvoeringsprojecten; 5. Jaarlijks de klachten met 5% te verminderen door heldere communicatie en snelle klachtenafhandeling. 2.4 A.3 Indicator Meldingen wegonderhoud Meldingen bermen onderhoud Meldingen trottoirs onderhoud Meldingen onkruidbestrijding
Tabel effect- en prestatie-indicatoren E/ P P P P P
Bron Administratie (2010) Administratie Administratie Administratie
Recentste kengetal 67*
2011 64
2012 61
2013 58
2014 55
52
Vanaf 2011 specificeerd Vanaf 2011 specificeerd Vanaf 2011 specificeerd
*) In het meldsysteem zijn tot 2010 alle meldingen gerelateerd aan wegonderhoud. Vanaf 2011 wordt een onderverdeling gemaakt naar bovengenoemde indicatoren
2.4 B Programmaonderdeel Water en riolering 2.4 B.1 Wat willen we bereiken? 1. Een goede kwaliteit van het oppervlaktewater in de bebouwde kom; 2. Een onbelemmerde afvoer van (afval)water naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie; 3. Wateroverlast voorkomen op straat en in de kelders (in de bebouwde kom); 4. Belastende activiteiten voorkomen voor het milieu. 2.4 B.2 Wat gaan we doen? 1. Uitvoeren van het vastgestelde – bij het Waterplan behorend – Uitvoeringsplan (in samenwerking met buurgemeente en het Waterschap); 2. Uitvoeren van het GRP 2008-2013 (in samenwerking met Woudenberg en het Waterschap);
Programmabegroting 2012-2015
2015
-30-
3. Opstellen waterstructuurplan Scherpenzeel – zuid; 4. Verminderen aantal klachten over riolering en (grond)wateroverlast (meldingen oppervlaktewater/ziekte met 5% per jaar); 5. Uitvoeren van milieucontroles. 2.4 B.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator Meldingen over de riolering Meldingen over grondwater Meldingen oppervlaktewater/ziekte
E/ P P P P
Bron Administratie (2010) Administratie Administratie (2010)
Recentste kengetal 57*
2011
2012
2013
2014
2015
54
51
48
45
42
Vanaf 2011 gespecificeerd 0*
*) In het meldsysteem zijn tot 2010 alle meldingen gerelateerd aan riolering en botulisme. Vanaf 2011 wordt een onderverdeling gemaakt naar bovengenoemde indicatoren
2.4 C Programmaonderdeel Groenvoorziening en speelplaatsen 2.4 C.1 Wat willen we bereiken? 1. Een veilig, vitaal en gezond bomenbestand; 2. Een verdere omvorming (versobering) van de plantsoenen om de onderhoudskosten te verlagen; 3. De overlast van hondenpoep beperken; 4. Incourant snippergroen zoveel mogelijk afstoten (verkopen) aan particulieren; 5. De waardevolle bomenstructuur in Scherpenzeel uitvoeringstechnisch waarborgen middels het opstellen van een Bomenstructuurplan; 2.4 C.2 Wat gaan we doen? 1. Het opstellen en uitvoeren van planmatig boomonderhoud middels een meerjaren open posten bestek; 2. Het uitvoeren van de wettelijk verplichte VTA boomveiligheidscontroles. Gevaarlijke bomen worden jaarlijks geïnspecteerd. Overige bomen één keer per drie jaar in plaats van jaarlijks. 3. Het opstellen en uitvoeren van een omvormingsplan waarbij de inrichting van het groen versoberd wordt om de onderhoudskosten te verlagen. 4. Het bestaande onderhoudsniveau zoveel mogelijk handhaven. 5. Het enquêteren van de inwoners van Scherpenzeel ten aanzien van hondenpoep. 6. Het opstellen van een hondenpoepbeleid (maatregelen, juridisch kader en handhaving) om de overlast te verminderen. 7. Uitvoering geven (inrichtingsmaatregelen en handhaving) aan het hondenpoepbeleid. 8. Het formuleren van een snippergroenbeleid om groenarealen te verkopen aan particulieren. De structurele besparingen kunnen in mindering worden gebracht op het beheerbudget. 9. Het opstellen van een Bomenstructuurplan om de instandhouding van de Scherpenzeelse bomenstructuur te waarborgen.
Programmabegroting 2012-2015
-31-
2.4 C.3 Indicator Aantal klachten over openbaar groen Aantal klachten over hondenpoep
Tabel effect- en prestatie-indicatoren E/ P
Bron
Recentste kengetal
P
Administratie
nulmeting in 2011
P
Administratie
nulmeting in 2011
2011
2012
2013
2014
2015
2.4 D Programmaonderdeel Sport en sportterreinen 2.4 D.1 Wat willen we bereiken? 1. Een goede kwaliteit van de sportvelden waarborgen. 2. Een toename van de deelname van onze inwoners -en dan met name de jeugdaan sport- en recreatieve activiteiten door het bieden van een aantrekkelijk en gevarieerd aanbod van sportieve en recreatieve voorzieningen. 2.4 D.2 Wat gaan we doen? 1. Het onderhoud van de sportvelden wordt voor drie jaar (2012 t/m 2014) aanbesteed; 2. Middels een recent beheerplan sportpark vorm geven aan effectief vakkundig beheer en zelfwerkzaamheid verenigingen tegen lage kosten; 3. Uitvoering van het “Meerjarenonderhoudsplan groen en gebouwen” en toezicht houden op de kwaliteit van de werkzaamheden; 4. Door subsidieverlening (aantal jeugdleden) aan de binnensportverenigingen het mogelijk maken dat jeugdigen lid kunnen blijven. 2.4 D.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Bron
Percentage jeugdsportleden tot 18jr
P
sportverenigingen
Recentste kengetal
2011
2012
2013
2014
2015
51%
52%
52%
52%
52%
2.4 E Programmaonderdeel Verkeer en vervoer 2.4 E.1 Wat willen we bereiken? 1. Zorgen voor een weginrichting die leidt tot zoveel mogelijk verkeersveiligheid, maar met voldoende capaciteit; 2. Zorgen voor een goede verhouding tussen het wegtype en de samenstelling van de weggebruikers van de openbare wegen; 3. Verminderen parkeerproblematiek in het centrum en de woonwijken; 4. Handhaven van de bestaande faciliteiten op het gebied van openbaar vervoer.
Programmabegroting 2012-2015
-32-
2.4 E.2 Wat gaan we doen? 1. Beleidsmatige aanpak van verkeersproblemen door het GVVP uit te voeren; 2. Zoveel mogelijk projectmatig parkeerruimte creëren in bestaande situaties. Bij herontwikkeling of nieuwbouwlocaties sterk inzetten op extra parkeerplaatsen; 3. Jaarlijks de klachten met 5% te verminderen door heldere communicatie en snelle klachtenafhandeling.. 4. Tot behoud van onze voorzieningen in het openbaar vervoer goed contact onderhouden en waar mogelijk medewerking verlenen aan de wensen van met de concessiebeheerder Provincie Utrecht en de concessiehouder Connexxion. 2.4 E.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator Meldingen m.b.t. verkeersveiligheid Meldingen m.b.t. parkeerproblemen Meldingen m.b.t. openbaar vervoer
E/ P P P P
Bron Administratie (2010) Administratie Administratie (2010)
Recentste kengetal 28*
2011 27
2012 25
2013 24
2014 23
22
Vanaf 2011 gespecifieerd 0
* In het meldsysteem zijn tot 2010 alle meldingen gerelateerd aan verkeer en vervoer. Vanaf 2011 wordt een onderverdeling gemaakt naar bovengenoemde indicatoren
2.5
• • • •
Termijnkalender 2012 Vervolgonderzoeken GVVP Start uitvoering GVVP Uitvoering hondenpoepbeleid Evaluatie huurgewenning binnensport
Programmabegroting 2012-2015
2013
2014
2015
2015
-33-
2.6
Wat mag het kosten?
2.6.1 Tabel baten en lasten Programma Beheer openbare ruimte en sport Lasten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
75.000
75.000
75.000
10.000
20.000
30.000
30.000
-35.000
-35.000
-35.000
-35.000
11.800
11.800
11.800
11.800
2.600
2.600
2.600
2.600
35.000
5.000
5.000
5.000
-30.000
-30.000
-30.000
-30.000
30.000
110.000
10.000 110.000
100.000
2010 Nieuw beleid: Sparen voor reconstructies wegen Areaaluitbreiding en schades wegen Onderhoudsbudget wegen (onderuitputting) Areaaluitbreiding plantsoenen Areaaluitbreiding bomen Uitvoering hondenpoepbeleid Groenonderhoud: taakstelling Omvorming groen Vervolgonderzoeken GVVP Verkeersveiligheidsplan Uitvoeringsmaatregelen GVVP Overig
50.000 40.000
2.599.842
2.818.504
2.463.619
2.424.641
2.430.697
2.507.116
Programma
2.599.842
2.818.504
2.653.019
2.584.041
2.610.097
2.591.516
Baten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
-834.819
-861.114
-950.645
-986.060 -1.021.475 -1.056.889
-834.819
-861.114
-950.645
-986.060 -1.021.475 -1.056.889
1.765.023
1.957.390
1.702.375
Totaal lasten
2010 Nieuw beleid: n.v.t. Overig Totaal baten Programma Saldo programma
Programmabegroting 2012-2015
1.597.981
1.588.622
1.534.627
-34-
2.6.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten 210 211 212 240
530 531
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Wegen Verkeer Openbaar vervoer Afwatering, bruggen en duikers
994.969 91.373 315
796.811 76.315 377
742.904 147.845 377
682.686 177.845 377
654.776 197.845 377
651.034 174.845 377
-6.217
68.388
60.394
60.394
60.394
60.394
Sport Sportcomplex De Bree Openbaar groen
69.214 328.292
210.456 369.796
65.217 253.837
65.217 251.294
65.217 248.751
65.217 246.209
470.548
517.097
559.373
466.525
451.683
450.951
36.462 614.886
60.879 718.385
42.533 780.540
42.523 837.179
42.514 888.539
42.504 899.984
2.599.842
2.818.504
2.653.019
2.584.041
2.610.097
2.591.516
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Wegen Verkeer Openbaar vervoer Afwatering, bruggen en duikers
-11.707 -5.045 0
-113 -5.700 0
-113 -5.700 0
-113 -5.700 0
-113 -5.700 0
-113 -5.700 0
0
0
0
0
0
0
Sport Sportcomplex De Bree Openbaar groen
0 -31.999
-15.750 -41.719
0 -41.719
0 -41.719
0 -41.719
0 -41.719
560.02 ev. 580.01 Speelplaatsen 722/726 Riolering
Totaal
lasten
Baten 210 211 212 240
530 531
560.02 ev. 580.01 Speelplaatsen 722/726 Riolering
-58
-150
-150
-150
-150
-149
0 -786.010
0 -797.682
0 -902.963
0 -938.378
0 -973.793
0 -1.009.208
Totaal
-834.819
-861.114
-950.645
-986.060
-1.021.475
-1.056.889
baten
Programmabegroting 2012-2015
-35-
Doelenboomtabel Beheer openbare ruimte en sport Samenvatting missie: Zorg dragen voor een deugdelijke inrichting en beheer van de openbare ruimte dat voorziet in behoeften van de burgers.
Bereiken?
Doen?
Indicatoren
Wegen
1. Op peil brengen beheer en onderhoud verhardingen
• Benodigd onderhoud structureel uitvoeren, achterstallig onderhoud jaarlijks aanpakken en aandacht voor trottoirs • Aansluiten bij rioleringsonderhoud • Actief lobbyen om subsidie of cofinanciering te verkrijgen
2. Verbeteren bermen buitengebied
• Blijvend aandacht aan besteden
3. Verminderen klachten wegonderhoud
• Helder communiceren en klachten snel en correct afhandelen
• Meldingen wegonderhoud • Meldingen bermenonderhoud • Meldingen trottoirs onderhoud • Meldingen onkruidbestrijding
Water en Riolering 1. Goede kwaliteit oppervlaktewater bebouwde kom
• Uitvoeren Uitvoeringsplan behorend bij Waterplan (i.s.m. buurgemeente/waterschap)
2. Ombelemmerde afvoer van (afval)water
• Uitvoeren GRP 2008-2013 (i.s.m. Woudenberg/waterschap) • Opstellen waterstructuurplan Scherpenzeel Zuid • Verminderen klachten riolering en (grond) wateroverlast
3. Voorkomen wateroverlast bebouwde kom 4. Milieubelastende activiteiten voorkomen
• Meldingen riolering • Meldingen grondwater • Meldingen oppervlaktewater/ziekte
• Uitvoeren milieucontroles
Groenvoorziening en speelplaatsen 1. Veilig, vitaal en gezond bomenbestand
• Uitvoeren planmatig boomonderhoud middels meerjaren open posten bestek • Uitvoeren VTA boomveiligheidscontroles
2. Versobering plantsoenen
• Opstellen en uitvoeren omvormingsplan • Bestaande onderhoudsniveau handhaven
3. Beperken overlast hondenpoep
• Enquêteren inwoners • Opstellen hondenpoepbeleid • Uitvoeren hondenpoepbeleid
4. Afstoten incourant snippergroen
• Opstellen snippergroenbeleid
5. Waardevolle bomenstructuur waarborgen
• Opstellen bomenstructuurplan
Programmabegroting 2012-2015
• Aantal klachten openbaar groen • Aantal klachten hondenpoep
-36-
Sport en sportterreinen 1. Kwaliteit sportvelden waarborgen
• Onderhoud sportvelden aanbesteden voor drie jaar • Uitvoeren beheerplan sportpark
2. Deelname van inwoners (m.n. jeugd) aan sport- en recreatieve activiteiten door goede voorzieningen
• Uitvoeren “meerjarenonderhoudsplan groen en gebouwen” • Subsidieverlening jeugdleden binnensportverenigingen
• Percentage jeugdsportleden tot 18 jr.
Verkeer en vervoer 1. Verkeersveilige weginrichting met voldoende capaciteit 2. Goede verhouding tussen wegtype en samenstelling weggebruikers openbare wegen
• Uitvoeren GVVP • Helder communiceren • Klachten snel en correct afhandelen
3. Verminderen parkeerproblematiek centrum en woonwijken
• Projectmatig parkeerruimte creëren in bestaande situaties • Bij herontwikkeling of nieuwbouw inzetten op extra parkeerplaatsen
4. Handhaven bestaande faciliteiten openbaar vervoer
• Goede contacten onderhouden met de concessiebeheerder en consessiehouder
Programmabegroting 2012-2015
• Meldingen m.b.t. verkeersveiligheid • Meldingen m.b.t. parkeerproblemen • Meldingen m.b.t. openbaar vervoer
-37-
Programmabegroting 2012-2015
-38-
PROGRAMMA 3: ECONOMISCHE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Portefeuillehouder: J.J.H. Colijn-de Raat / H.J.C. Vreeswijk
Programmacoördinator: L. Schols
3.1 Missie Het behouden van economische en sociale bedrijvigheid in Scherpenzeel en omgeving teneinde alle volwassen inwoners actief deel te laten nemen aan de samenlevingen ter bevordering van hun zelfredzaamheid.
3.2 Context en achtergrond Het programma Werken valt uiteen in vier delen: A. Bedrijfsterreinen B. Winkels en markt C. Agrarische bedrijven D. Participatie (re-integratie, volwasseneneducatie en inburgering)
A. Bedrijfsterreinen Geen bijzonderheden.
B. Winkels en markt Door de inzet van een relatiemanager bedrijven willen wij de kleinschalige bedrijvigheid stimuleren en kansen aan lokale ondernemers bieden voor aan huis gebonden beroepen. Het vigerende beleid zal geëvalueerd worden.
C. Agrarische bedrijven Zie Programma 7, onderdeel Milieu.
D. Participatie (re-integratie, volwasseneducatie en inburgering) Re-integratie In de Kadernota 2012-2015 hebben wij aangegeven dat het kabinet de Wet Werken naar Vermogen (WWnV) voorbereidt en streeft naar invoering per 1 januari 2013. Binnen dit wetsvoorstel worden een viertal wetten2 samengebracht. Op termijn wil het kabinet bereiken dat 2/3 deel van de groep mensen die nu in Wsw-verband werken, bij reguliere werkgevers aan het werk is. Gevoegd bij het plan van het kabinet om de functie Begeleiding (o.a. dagbesteding) uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) te halen en onder de compensatieplicht van de Wmo te brengen, kunnen we stellen dat dit grootschalige operaties zijn met gevolgen voor de betreffende groepen en extra taken voor de gemeenten.
2
Wet werk en bijstand (WWB), Wet sociale werkvoorziening (Wsw), Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong)
Programmabegroting 2012-2015
-39-
Het jaar 2012 is een belangrijk jaar voor de beleidsvoorbereiding. Bij deze operatie zijn de betrokkenheid van werkgevers en de belangen van de betreffende groepen en maatschappe-lijke organisaties van cruciaal belang, zowel lokaal als regionaal. Binnen de regio Vallei en de regio FoodValley zijn al bewegingen gaande die gericht zijn op het regionaal agenderen van deze vraagstukken. Een regionale aanpak is noodzakelijk, zeker voor Scherpenzeel, maar ook een lokale benadering om de lokale werkgevers te enthousiasmeren is onontbeerlijk. Als gemeente kunnen wij instrumenten zoals loondispensatie en jobcoaching inzetten om werkgevers te stimuleren mensen naar vermogen te laten werken Volwasseneneducatie Het participatiebudget biedt volwassenen de mogelijkheid zich (verder) te ontwikkelen door een opleiding of cursus te volgen. Als gemeente zijn wij verplicht om de opleidingstrajecten bij een ROC in te kopen. Inburgering Wat betreft inburgering wordt onze gemeentelijke rol door het kabinet teruggebracht tot nihil. De handhaving van de inburgeringplicht wordt van de gemeenten overgeheveld naar een door het Rijk te contracteren partij. Een wetsvoorstel is op dit moment in behandeling bij de Raad van State. Het kabinet wil de wet per 1-1-2013 invoeren. Inburgering wordt een eigen verantwoordelijkheid van degene die zich in ons land wil vestigen. Inburgeringstrajecten dienen door de betrokkene zelf te worden geïnitieerd en georganiseerd en ook bekostigd, via eigen middelen of een leenstelsel. Ook worden de eisen wat betreft het taalniveau verzwaard voor mensen die toegelaten willen worden tot ons land of willen naturaliseren tot Nederlander.
3.3 Kaderstellende beleidsnota’s − Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; − Integratienota “Integratie, binding, burgerschap”, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, juni 2011.
3.4 A Programmaonderdeel Bedrijfsterreinen 3.4 A.1 Wat willen we bereiken? 1. De bedrijvigheid in Scherpenzeel behouden en/of Scherpenzeelse bedrijven zich laten vestigen op het nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein in Woudenberg; 2. Het faciliteren van kleinschalige bedrijvigheid; 3. Revitalisering van bedrijventerreinen. 3.4 A.2 Wat gaan we doen? 1. Met de introductie van de relatiemanager individuele bedrijven actief ondersteunen bij het zoeken naar mogelijkheden en oplossingen voor de specifieke situatie van het bedrijf.
Programmabegroting 2012-2015
-40-
3.4 A.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Bron
Aantal bedrijven
P
Provincie Gelderland (Statistisch zakboek) Provincie Gelderland
Werkgelegenheid in Scherpenzeel
P
Recentste kengetal
2011
2012
2013
2014
2015
670 (2010)
670
675
675
675
675
3.890 (2010)
3.910
3.900
3.900
3.900
3.900
3.4 B Programmaonderdeel Winkels en markt 3.4 B.1 Wat willen we bereiken? 1. Een goed functionerend winkelbestand met een gevarieerd aanbod in Scherpenzeel. 3.4 B.2 Wat gaan we doen? 1. Gestructureerd overleg met de Ondernemersvereniging / Bedrijvenkring om elkaar te informeren over ontwikkelingen etc.; 2. Evaluatie van het marktbeleid; 3. Structureel overleg met de marktcommissie. 3.4 B.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Aantal winkels
P
Bron
Recentste kengetal
2011
2012
2013
2014
Provincie Gelderland 90 (2010) 90 90 90 90 (Statistisch zakboek *) *) Rubriek Economie & Arbeidsmarkt, subrubriek: werkgelegenheidsstructuur & branche: detailhandel en autohandel
3.4 C Programmaonderdeel Agrarische bedrijven 3.4 C.1 Wat willen we bereiken? 1. Binnen de kaders van de regelgeving (RO en Milieu) agrarische bedrijven de mogelijkheid bieden om economisch gezond te kunnen functioneren. Indien noodzakelijk wordt gezamenlijk naar alternatieven gezocht. 3.4 C.2 Wat gaan we doen? 1. Nauwlettend volgend en waar mogelijk faciliteren van innovatieve ontwikkelingen, zoals de plattelandswoning, ecologische stalontwerpen, mestverwerking en vorming van een voercentrum.
Programmabegroting 2012-2015
-41-
2015
90
3.4 C.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Bron
Aantal agrarische bedrijven
P
Provincie Gelderland (Statistisch zakboek)
Recentste kengetal 50 (2010)
2011 49
2012 48
2013 47
2014 47
2015 47
3.4 D Programmaonderdeel Participatie (re-integratie, volwasseneducatie en inburgering) 3.4 D.1 Wat willen we bereiken? 1. Een zorgvuldige invoering van de Wet werken naar vermogen, waarbij de hoofddoelstelling van de wet (werken naar vermogen) maximaal tot zijn recht komt; 2. Een actieve participatie van lokale- en regionale werkgevers aan de realisatie van de hoofddoelstelling van de invoering van de Wet werken naar vermogen en de gevolgen van de AWBZ-maatregel in de vorm van het bieden van werkgelegenheid; 3. Een relatie in beleid en uitvoering leggen tussen de invoering van de Wet werken naar vermogen en de AWBZ-maatregel waarbij de functie Begeleiding overgeheveld wordt naar de Wmo; 4. De kennis en vaardigheden van volwassenen vergroten, zodat hun ontplooiingsmogelijkheden toenemen en zij in staat zijn te participeren in de samenleving. 3.4 D.2 Wat gaan we doen? 1. Actief deelnemen aan de (regionale) voorbereiding van de invoering van de Wet werken naar vermogen en de overheveling van de functie Begeleiding van de AWBZ naar de Wmo; 2. Vanuit een regionale insteek (Regio Food Valley), in combinatie met lokale activiteiten, werkgevers informeren, faciliteren en enthousiasmeren om actief mee te gaan doen aan de uitvoering van de Wet werken naar vermogen; 3. Burgers informeren over het aanbod van volwassenenonderwijs; 4. Op basis van de behoefte en noodzaak aan scholing worden cursussen bij het ROC ingekocht. 3.4 D.3 Indicator
Tabel effect- en prestatie-indicatoren E/ P
Bron
Recentste kengetal
2011
2012
2013
2014
Het percentage E Uit te voe37% (landelijk 37% 39% 41% Scherpenzeelse ren ondergemiddelde *) werkgevers dat zoek onder werkt met arScherpenbeidsgehandicapzeelse ten werkgevers Aantal inwoners E Administra76 100 110 110 110 dat deelneemt aan tie (BWO) volwassen educatie *) Bron: Cedris: werkgeversonderzoek, Wensen en behoeften Wet Werken naar Vermogen, Newcom Research Consultancy, Amsterdam 10-6-2011
Programmabegroting 2012-2015
-42-
2015 43%
110
3.5
•
•
Termijnkalender 2012 Voorbereiding Wet werken naar vermogen (WWnV) Ontwikkeling economisch beleid (aantrekken relatiemanager)
Programmabegroting 2012-2015
•
•
•
2013 Implementatie sociaal leenstelsel inburgering Geen verplichte winkelnering meer voor educatie Implementatie Wet werken naar vermogen
2014
2015
-43-
3.6
Wat mag het kosten?
3.6.1 Tabel baten en lasten Programma Economische zaken en werkgelegenheid Lasten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
5.000
5.000
5.000
5.000
2010 Nieuw beleid: Samenwerking Bbz/IOAZ Overig
573.834
562.204
557.017
557.017
557.017
557.017
573.834
562.204
562.017
562.017
562.017
562.017
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
-528.575
-520.892
-459.546
-459.196
-458.846
-458.496
-528.575
-520.892
-459.546
-459.196
-458.846
-458.496
45.259
41.312
102.471
102.821
103.171
103.521
Totaal lasten Programma
Baten
2010 Nieuw beleid: n.v.t. Overig Totaal baten Programma Saldo programma
Programmabegroting 2012-2015
-44-
3.6.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten
2010
2011
2012
2013
2014
2015
310/311 Handel en ambacht 330 Nutsbedrijven 611 Werk 623 Participatiebudget
35.354
28.583
73.899
73.899
73.899
73.899
3.180 309.325 225.975
649 306.000 226.972
649 306.822 180.646
649 306.822 180.646
649 306.822 180.646
649 306.822 180.646
Totaal
573.834
562.204
562.017
562.017
562.017
562.017
2010
2011
2012
2013
2014
2015
lasten
Baten 310/311 Handel en ambacht 330 Nutsbedrijven 611 Werk 623 Participatiebudget
-25.001
-27.690
-28.105
-28.105
-28.105
-28.105
-23.518 -290.770 -189.286
-23.702 -285.000 -184.500
-23.352 -285.000 -123.089
-23.002 -285.000 -123.089
-22.652 -285.000 -123.089
-22.302 -285.000 -123.089
Totaal
-528.575
-520.892
-459.546
-459.196
-458.846
-458.496
baten
Programmabegroting 2012-2015
-45-
Doelenboom Economische zaken en werkgelegenheid Samenvatting missie: Het behouden van economische en sociale bedrijvigheid teneinde inwoners actief deel te laten nemen aan de samenleving
Bereiken?
Doen?
Indicatoren
• Door relatiemanager individuele bedrijven actief ondersteunen
• Aantal bedrijven • Werkgelegenheid in Scherpenzeel
• Gestructureerd overleg met ondernemersvereniging/bedrijvenkring • Evaluatie marktbeleid • Structureel overleg marktcommissie
• Aantal winkels
• Nauwlettend volgen en waar mogelijk faciliteren van innovatieve ontwikkelingen
• Aantal agrarische bedrijven
Bedrijfsterreinen 1. Bedrijvigheid behouden en/of Scherpenzeelse bedrijven vestigen op nieuw bedrijventerrein in Woudenberg 2. Stimuleren van kleinschalige bedrijvigheid 3. Revitalisering bedrijventerreinen Winkels en markt 1. Goed functionerend winkelbestand Agrarische bedrijven 1. Agrarische bedrijven de mogelijkheid bieden economisch gezond te functioneren
Participatie (re-intregratie, volwasseneducatie en inburgering 1. Zorgvuldige invoering Wet werken naar vermogen 2. Actieve participatie van werkgevers bij invoering Wet werken naar vermogen 3. Een relatie leggen tussen de Wet werken naar vermogen en de AWBZ-maatregel 4. Kennis en vaardigheden van volwassenen vergroten
• Actief deelnemen aan de invoering van de Wet werken naar vermogen
• Vanuit regionale insteek werkgevers informeren, faciliteren en enthousiasmeren
• Percentage werkgevers in Scherpenzeel met mensen met een arbeidshandicap in dienst • Aantal inwoners dat deelneemt aan volwassen educatie
• Burgers informeren over het aanbod van volwassenenonderwijs • Op basis van behoefte en noodzaak cursussen bij het ROC inkopen
Programmabegroting 2012-2015
-46-
PROGRAMMA 4: KUNST, CULTUUR EN RECREATIE Portefeuillehouder: J.J.H. Colijn-de Raat / H.J.C. Vreeswijk
Programmacoördinator: L. Schols
4.1 Missie De gemeente Scherpenzeel wil een vitale samenleving zijn waarin iedereen de mogelijkheid wordt geboden actief deel te nemen aan en gebruik te maken van activiteiten en voorzieningen op het terrein van kunst, cultuur, bibliotheekwerk en recreatie & toerisme.
4.2 Context en achtergrond Het programma kunst, cultuur en recreatie omvat de volgende onderdelen: A. Kunst, Cultuur en Bibliotheekwerk B. Kulturhus De Breehoek C. Recreatie en toerisme
A. Kunst, Cultuur en Bibliotheekwerk Cultuurpact Het Regionaal Samenwerkingsverband Cultuurpact loopt in 2012 af. In dat jaar besluit de gemeente Scherpenzeel of zij voor een volgende termijn deel wil nemen aan dit regionaal samenwerkingsverband Voor Scherpenzeel staat in 2012 nog een cultureel evenement gepland, namelijk “Overstekend Wild”. Dit is een gratis te bezoeken jaarlijks amateurkunstenfestival op verrassende locaties, verspreid over de hele Veluwe. Het betreft kleine optredens door solisten, ensambles e.d. uit alle deelnemende gemeenten uit de Veluwe. De gemeenten Scherpenzeel, Ermelo, Hattem en Oldebroek zetten dit jaar een route uit zodat het publiek alle optredens kan bezoeken. Bibliotheek In 2012 wordt de keuze gemaakt of en zo ja met welke basisbibliotheek de Openbare Bibliotheek Scherpenzeel gaat fuseren. Mogelijk zijn hiermee substantiële frictiekosten gemoeid. Vanaf 2013 verleent de provincie geen bijdrage meer ter ondersteuning van de directievoering en administratieve kosten in het kader van de bibliotheekvernieuwing. De bibliotheek is verantwoordelijk voor de uitvoering van de vijf kernfuncties kennis & informatie, ontwikkeling & educatie, kunst en cultuur, lezen en literatuur en ontmoeting &debat. Daarnaast wordt in samenwerking met de gemeente, scholen en overige maatschappelijke partijen ingezet op specifieke doelgroepen (taalstimulering, participatie, educatie).
B. Kulturhus De Breehoek Het Kulturhus De Breehoek brengt tal van voorzieningen als bibliotheek, jeugdruimte, sportaccommodatie, buitenschoolse opvang, multifunctionele ruimte voor toneel, muziekuitvoeringen en dergelijke onder één dak samen. De programmaraad zorgt voor een breed aanbod aan activiteiten voor de inwoners en bezoekers van Scherpen-
Programmabegroting 2012-2015
-47-
zeel. In 2011 zal een meerjarenovereenkomst met de Stichting Kulturhus de Breehoek gesloten worden voor de subsidiering voor 2012 t/m 2015.
C. Recreatie en toerisme Klompenpaden De klompenpaden in de regio zijn een belangrijke toeristisch recreatieve voorziening. De gemeenten Renswoude, Woudenberg en Scherpenzeel hebben met Landschap Erfgoed Utrecht (LEU) een overeenkomst gesloten voor 6 jaar om het onderhoud en de kwaliteit van de klompenpaden te borgen. Platteland Anders Een grote groep vrijwilligers creëert jaarlijks een fiets-/wandelroute in het buitengebied waar creatieve uitingen langs de route geplaatst worden. Hierin wordt samengewerkt met de basisscholen, de Stichting Avondvierdaagse en overige doelgroepen. De route loopt langs delen van bestaande klompenpaden ter promotie van het buitengebied. Regionale samenwerking Met de regio VVV de Vallei is een pilot aangegaan (2011-2012) ter versterking van de regionale identiteit samen met de buurgemeenten. Op deze wijze willen de gemeenten de Vallei als interessant gebied voor de recreant en toerist neerzetten op een uniforme herkenbare manier. Dit project sluit ook aan bij het actiepunt binnen de regio Food Valley om uniformiteit in de uitstraling van de Vallei op het gebied van recreatie en toerisme te bewerkstelligen.
4.3 Kaderstellende beleidsnota’s − Strategische agenda 2011-2015 Regio Food Valley ; − Kadernota bibliotheekwerk 2010-2014; − Regionaal Cultuurprogramma Veluwe 2009-2012 (Cultuurpact). 4.4 A Programmaonderdeel Kunst, Cultuur en Bibliotheekwerk 4.4 A.1 Wat willen we bereiken? 1. Een culturele diversiteit aan activiteiten die plaatsvinden in het Kulturhus de Breehoek en passen bij de gemeente Scherpenzeel; 2. Een bibliotheekvoorziening handhaven die naast haar reguliere taken op het gebied van informatie haar deskundigheid inzet ter bevordering van de Kulturhusgedachte, taalstimuleringsprojecten en samenwerking met de gemeente op de beleidsterreinen jeugd en cultuureducatie; 3. Een kwaliteitsimpuls voor het culturele aanbod en cultuureducatie.
Programmabegroting 2012-2015
-48-
4.4 A.2 Wat gaan we doen? 1. Prestatieafspraken maken met Stichting Kulturhus de Breehoek over een breed activiteitenaanbod; 2. Via subsidieverlening culturele activiteiten en amateurkunst stimuleren; 3. Prestatieafspraken maken met de bibliotheek over het reguliere aanbod en extra inzet op taalstimulering, programmaraad, cultuur en samenwerking met gemeente en overige instellingen; 4. Deelnemen aan de projecten van Cultuurpact met name project Overstekend Wild; 5. Stimuleren van cultuureducatie op de basisscholen via Cultuurpact (zie daarvoor Programma 6, onderdeel JOS). 4.4 A.3 Indicator
Tabel effect- en prestatie-indicatoren E/ P
Bron
% klanten dat tevreden is over de bibliotheek
E
Burgeronderzoek
Aantal leden
P
Bibliotheek
% jeugdleden (tot 18jr)*
P
Bibliotheek
Recentste kengetal 94% 2.339 (jaarverslag 2010) 54% jaarverslag 2010
2012
2013
2014
2015
95%
95%
95%
95%
2.380
2.400
2.420
2.440
56%
56%
57%
57%
4.4 B Programmaonderdeel Kulturhus De Breehoek 4.4 B.1 Wat willen we bereiken? 1. Een Kulturhus dat zo optimaal mogelijk gebruikt wordt door diverse organisaties en verenigingen, en waar veel activiteiten plaatsvinden voor een zo breed mogelijk publiek. 2. Professioneel en doelmatig beheer van het Kulturhus; 3. Een zo laag mogelijke exploitatiebijdrage. 4.4 B.2 Wat gaan we doen? 1. Een jaarlijkse bijdrage in de exploitatie verlenen en subsidievoorwaarden stellen aan Stichting Kulturhus de Breehoek; 2. De Programmaraad maakt jaarlijks een breed aanbod van activiteiten waarbij samenwerking gezocht wordt met zowel sportorganisaties, culturele instellingen, JOS-coördinator en scholen. 4.4 B.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Met de Stichting Kulturhus De Breehoek zal voor 2012 e.v. een meerjarige budgetovereenkomst worden afgesloten. In deze overeenkomst zullen prestatieafspraken worden vastgelegd. Aan deze prestatieafspraken zullen indicatoren gekoppeld worden om na te kunnen gaan in hoeverre de prestatieafspraken gerealiseerd zijn.
Programmabegroting 2012-2015
-49-
4.4 C Programmaonderdeel Recreatie en toerisme 4.4 C.1 Wat willen we bereiken? 1. Dat Scherpenzeel als plattelandsgemeente een aantrekkelijke plaats is om te bezoeken en te recreëren, voor zowel inwoners als bezoekers; 2. Instandhouding van de bestaande en ontwikkeling van nieuwe recreatieve wandel-, paarden en fietsroutes; 3. Instandhouding en ontwikkeling van recreatieve voorzieningen en activiteiten. 4.4 C.2 Wat gaan we doen? 1. De werkgroep “Platteland Anders” faciliteren om jaarlijks een thematische wandel- en/of fietsroute te creëren door de dorpskern en het buitengebied met langs de route creatieve uitingen gemaakt door vrijwilligers en kinderen van de basisscholen. 2. Verlenen van subsidies voor projecten/initiatieven/activiteiten die recreatie en toerisme bevorderen en/of het buitengebied promoten;
4.5
•
•
Termijnkalender 2012 Besluitvorming fusietraject bibliotheek Meerjarenovereenkomst exploitatie Kulturhus De Breehoek
Programmabegroting 2012-2015
2013
2014
2015
-50-
4.6
Wat mag het kosten?
4.6.1 Tabel baten en lasten Programma Kunst, cultuur en recreatie Lasten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
0
0
0
0
2010 Nieuw beleid: Fusie bibliotheek Meerjarenovereenkomst exploitatie Kulturhus Overig
444.598
531.814
450.122
435.329
428.729
423.129
444.598
531.814
450.122
435.329
428.729
423.129
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
-16.330
-5.600
-5.600
-5.600
-5.600
-5.600
Programma
-16.330
-5.600
-5.600
-5.600
-5.600
-5.600
Saldo programma
428.268
526.214
444.522
429.729
423.129
417.529
Totaal lasten Programma
Baten
2010 Nieuw beleid: n.v.t. Overig Totaal baten
Programmabegroting 2012-2015
-51-
4.6.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten
2010
2011
2012
2013
2014
2015
510 540 560.00560.01 580.00
Bibliotheek Kunst en cultuur Recreatie
215.804 36.441 70.493
217.321 41.640 55.353
217.643 40.357 55.721
207.450 41.357 55.721
207.450 40.357 55.721
207.450 40.357 55.721
Kulturhus
121.860
217.500
136.400
130.800
125.200
119.600
Totaal
lasten
444.598
531.814
450.122
435.329
428.729
423.129
2010
2011
2012
2013
2014
2015
0 0 -16.330
0 0 -5.600
0 0 -5.600
0 0 -5.600
0 0 -5.600
0 0 -5.600
0
0
0
0
0
0
-16.330
-5.600
-5.600
-5.600
-5.600
-5.600
Baten 510 540 560.00560.01 580.00
Bibliotheek Kunst en cultuur Recreatie
Totaal
baten
Kulturhus
Programmabegroting 2012-2015
-52-
Doelenboom Kunst, cultuur en recreatie Samenvatting missie: Alle inwoners de mogelijkheid bieden actief deel te nemen aan en gebruik te maken van activiteiten en voorzieningen op het terrein van kunst, cultuur, bibliotheekwerk en recreatie & toerisme
Bereiken?
Doen?
Indicatoren
Kunst, cultuur en bibliotheekwerk 1. Culturele diversiteit aan activiteiten die plaatsvinden in De Breehoek 2. Bibliotheekvoorziening handhaven 3. Kwaliteitsimpuls voor het culturele aanbod en cultuureducatie
• Prestatieafspraken maken met Stichting Kulturhus De Breehoek
• Prestatieafspraken maken met de bibliotheek • Via subsidieverlening culturele activiteiten en amateurkunst stimuleren • Deelnemen aan projecten van Cultuurpact • Stimuleren van cultuureducatie op basisscholen via Cultuurpact
• % klanten dat tevreden is over de bibliotheek • Aantal leden bibliotheek • % jeugdleden bibliotheek (tot 18 jaar)
Kulturhus De Breehoek 1. Een kulturhus dat zo optimaal mogelijk gebruikt wordt en activiteiten voor een zo breed mogelijk publiek 2. Professioneel en doelmatig beheer van het Kulturhus 3. Zo laag mogelijke exploitatiebijdrage
• Programmaraad maakt jaarlijks een breed aanbod van activiteiten in samenwerking met diverse organisaties
• Jaarlijkse exploitatiebijdrage verlenen en subsidievoorwaarden stellen aan Stichting Kulturhus De Breehoek
• Aantal culturele activiteiten per seizoen in Kulturhus de Breehoek • Aantal bezoekers per seizoen aan culturele activiteiten in het Kulturhus • % tevreden gebruikers van het Kulturhus
Recreatie en Toerisme 1. Scherpenzeel aantrekkelijk laten zijn als plaats om te bezoeken en te recreëren 2. In stand houden bestaande en ontwikkelen nieuwe recreatieve wandel-, paarden en fietsroutes
• Faciliteren werkgroep Platteland Anders om jaarlijks een thematische wandel- en/of fietsroute te creëren • Verlenen van subsidies voor projecten/initiatieven/activiteiten
3. In stand houden en ontwikkelen van recreatieve voorzieningen en activiteiten
Programmabegroting 2012-2015
-53-
Programmabegroting 2012-2015
-54-
PROGRAMMA 5: ONDERWIJS EN EDUCATIE Portefeuillehouder: H.J.C. Vreeswijk
Programmacoördinator: L. Schols
5.1 Missie Het faciliteren van toegankelijk en modern onderwijs en het bieden van educatieve activiteiten die stimuleren tot persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling voor alle jongeren van Scherpenzeel.
5.2 Context en achtergrond Het programma Onderwijs valt uiteen in vier beleidsonderdelen: A. Onderwijshuisvesting B. Leerplicht en voortijdig schoolverlaten C. Leerlingenvervoer D. Jeugd in Ontwikkeling Scherpenzeel (JOS) A. Onderwijshuisvesting Gemeenten zijn verantwoordelijk voor adequate huisvesting van scholen. Scherpenzeel heeft vijf basisscholen en gaat medio 2014 terug naar vier basisscholen. Met de invoering van Passend Onderwijs in 2013 moeten de scholen een zo goed mogelijk passende onderwijsplek bieden aan leerlingen die zich bij de school aanmelden, ongeacht hun zorgbehoefte. Of de stelselwijziging van invloed is op de onderwijshuisvesting (aanpassing schoolgebouwen) is nog niet bekend. De verordening onderwijshuisvesting wordt aangepast naar het actuele VNG-model en treedt in 2012 in werking. B. Leerplicht en voortijdig schoolverlaten Jongeren zijn vanaf hun 5e tot en met het schooljaar waarin zij 16 jaar worden volledig leerplichtig. Daarna volgt de kwalificatieplicht waarbij jongeren tot hun 18e jaar onderwijs moeten volgen, gericht op het halen van een startkwalificatie. Jongeren zonder startkwalificatie worden tot hun 23e jaar gevolgd. Het voorkomen van voortijdig schoolverlaten heeft landelijk hoge prioriteit. Binnen de regio Vallei wordt goed samengewerkt op het gebied van leerplicht en voortijdig schoolverlaten en de mogelijkheid van regionalisering van taken wordt onderzocht. Het regionale voortijdig schoolverlaterproject ‘Meer kans van slagen’ loopt eind 2011 af en wordt mogelijk voortgezet binnen het samenwerkingsverband Regio Food Valley. C. Leerlingenvervoer Voor kinderen die om diverse redenen afhankelijk zijn van schoolbezoek elders, regelt de gemeente het vervoer op grond van de verordening leerlingenvervoer. Het huidige vervoerscontract loopt af op 1 augustus 2012. De procedure voor een Europese aanbesteding, samen met Renswoude en Woudenberg, start in het najaar van 2011. Als gevolg van de invoering van Passend Onderwijs in 2013 kan het aantal vervoerbewegingen de komende jaren afnemen, maar hoe groot dit effect zal zijn is nog niet bekend. Uit een enquête onder de ouders/verzorgers is gebleken dat er geen behoefte is aan inspraak bij het leerlingenvervoer in de vorm van een cliëntenraad.
Programmabegroting 2012-2015
-55-
D. Jeugd in Ontwikkeling Scherpenzeel (JOS) Gezien de kleinschaligheid van Scherpenzeel zijn de Brede School en de Lokale Educatieve Agenda samengevoegd tot Jeugd in Ontwikkeling Scherpenzeel (JOS). JOS is een uniek Brede Schoolconcept dat voldoet aan de landelijke trends gericht op de optimale ontwikkeling van het kind (onderwijs, opvang, sport, cultuur, gezondheid, (sociale) veiligheid etc.). Door de integrale uitwerking van een deel Wmobeleid, jeugd- en onderwijsbeleid én gezondheidsbeleid is een subsidie toegekend vanuit het programma Gezonde Slagkracht van ZonMw. Ook de coördinatie en uitvoering van JOS door een combinatiefunctionaris wordt door het rijk gesubsidieerd. Binnen JOS werken de kernpartners (gemeente, basisscholen, kinderopvang/peuterspeelzaal) samen en afhankelijk van het thema worden er andere (maatschappelijke) partners bij betrokken. Deze samenwerking leidt tot meer samenhang in voorzieningen en een sterke sociale infrastructuur voor de jeugd. JOS is een groeimodel en moet in 2012 een breed scala van activiteiten bieden die in en buiten schooltijd plaatsvinden, gericht op de talentontwikkeling van de jongeren. De scholen richten zich daarbij op hun kerntaken en JOS is additioneel op educatief, sportief en cultureel gebied. In 2013 zal JOS geëvalueerd worden.
5.3 Kaderstellende beleidsnota’s − Verordening onderwijshuisvesting (2007); − Rapportage onderwijshuisvesting (2008); − Jaarverslag leerplicht (2009/2010); − Jaarverslag RMC/voortijdig schoolverlaten (2009/2010); − Verordening leerlingenvervoer (2009); − Beleidsnota Jeugd in Ontwikkeling Scherpenzeel (2009). 5.4 A Programmaonderdeel Onderwijshuisvesting 5.4 A.1 Wat willen we bereiken? 1. Basisschoolgebouwen die over voldoende ruimte beschikken om hun leerlingen te kunnen onderwijzen; 2. Veilig en goed onderhouden schoolgebouwen die toegerust zijn om eigentijds basisonderwijs te geven. 5.4 A.2 Wat gaan we doen? 1. Ruimtebehoefte vaststellen. Ieder jaar wordt per 1 oktober het aantal leerlingen op de basisscholen in Scherpenzeel geteld. Bij een aanvraag voor uitbreiding van permanente en/of tijdelijke huisvesting zal de noodzaak daarvan worden vastgesteld op basis van een leerlingenprognose; 2. Kwaliteit en onderhoud schoolgebouwen bewaken. De bouwkundige staat van alle schoolgebouwen wordt eens per drie jaar geïnspecteerd op kwaliteit en staat van onderhoud. Het inspectierapport wordt verwerkt in een meerjaren onderhoudsplan. Aanpassing en onderhoud geschiedt conform de Verordening onderwijshuisvesting; 3. Medio 2012 zal gestart worden met de vervangende nieuwbouw van de Bruinhorst en de Maatjes. Voor de Glashorst zal het (groot) onderhoud in beeld gebracht worden in relatie tot de instandhouding van het gebouw;
Programmabegroting 2012-2015
-56-
4. De ontwikkeling rond Passend Onderwijs nauwlettend volgen en hierover in overleg blijven met de schoolbesturen.
5.4 B Programmaonderdeel Leerplicht en voortijdig schoolverlaten 5.4 B.1 Wat willen we bereiken? 1. Alle leerplichtige jongeren volgen onderwijs op een school of instelling volgens de Leerplichtwet 1969, behalve als zij daarvan vrijgesteld zijn; 2. Alle jongeren tot 23 jaar behalen, wanneer zij daartoe in staat zijn, een startkwalificatie. Een startkwalificatie is minimaal een diploma Havo, Vwo of Mbo (niveau 2). 5.4 B.2 Wat gaan we doen? 1. Actuele leerplichtadministratie voeren door het registreren en actief bijhouden op welke school of instelling leerplichtige jongeren staan ingeschreven; 2. Contacten met scholen onderhouden om schoolverzuim te voorkomen. Er worden afspraken met scholen gemaakt over het vroegtijdig signaleren en melden van spijbelgedrag en het uitwisselen van informatie over zorgleerlingen; 3. Aanpakken schoolverzuim in samenwerking met scholen, instellingen voor (jeugd)hulpverlening, justitie, ouders en de jongeren zelf om te proberen de oorzaak van het verzuim op te sporen en de jongeren weer naar school te laten gaan; 4. Alle niet leerplichtige jongeren tot 23 jaar die het onderwijs verlaten zonder startkwalificatie registreren en verwijzen naar een regionaal consulent die vervolgens de jongere ertoe beweegt alsnog een startkwalificatie te behalen; 5. Binnen het samenwerkingsverband Regio Food Valley het voortijdig schoolverlaten terugdringen en de relatie tussen de ondernemers en het onderwijs versterken. Hierbij samenwerken met scholen, onderwijsinstellingen, werkgevers en het Platform Onderwijs Arbeidsmarkt Valleiregio (POA). 5.4 B.3 Indicator
Tabel effect- en prestatie-indicatoren E/ P
Bron
Recentste kengetal schooljaar 09-10
% verzuim
E
Aantal voortijdig schoolverlaters
E
Administratie Ministerie OCenW
2011
2012
10-11
11-12
2013 12-13
2014 13-14
14-15
1,7%
2%
1,5%
1,5%
1,5%
1,5%
25 (voorlopig)
20
20
20
20
20
5.4 C Programmaonderdeel Leerlingenvervoer 5.4 C.1 Wat willen we bereiken? 1. Alle leerlingen een passende vervoersvoorziening aanbieden om de school van hun keuze te bezoeken, wanneer zij daar op grond van de Verordening leerlingenvervoer recht op hebben; 2. Het aangepaste vervoer dat de gemeente zelf regelt, moet veilig en efficiënt uitgevoerd worden en van goede kwaliteit zijn;
Programmabegroting 2012-2015
2015
-57-
5.4 C.2 Wat gaan we doen? 1. Ouders/verzorgers voorlichten over de vervoersmogelijkheden en de gelegenheid bieden een vervoersvoorziening aan te vragen. In overleg met ouders, school en eventueel deskundigen de meest passende en voordelige voorziening toekennen; 2. Jaarlijks een tevredenheidonderzoek houden onder de ouders/verzorgers. 5.4 C.3 Indicator
Tabel effect- en prestatie-indicatoren E/ P
Bron
Recentste kengetal
2011
2012
2013
2014
schooljaar 09-10
2015
10-11 11-12 12-13 13-14 14-15 E Enquête Gemiddeld rapportcijfer voor het leerlingen---* 8 8 8 8 vervoer (chaufvervoer feur, voertuig en reistijd) Gemiddeld rapE Enquête portcijfer voor het leerlingenvervoersbedrijf vervoer ---* 8 8 8 8 (bereikbaarheid, service en afhandeling klachten) Aantal gegronde E Vervoers2 0 0 0 0 0 klachten bedrijf *) De enquête onder de ouders/verzorgers in juni 2011 heeft overwegend voldoende tot goede reacties laten zien.
5.4 D Programmaonderdeel Jeugd in Ontwikkeling Scherpenzeel (JOS) 5.4 D.1 Wat willen we bereiken? 1. Met JOS een samenhang van voorzieningen creëren t.b.v. een sterke sociale infrastructuur voor de jeugd en zo kansen bieden voor een optimale ontwikkeling. 5.4 D.2 Wat gaan we doen? 1. Samen met het onderwijs, de kinderopvang/peuterspeelzaal en overige organisaties de tien streefdoelen uit de JOS beleidsnota uitwerken in een jaarprogramma JOS 2012; 2. Activiteiten organiseren waarbij aandacht is voor o.a. educatie, sport, cultuur, natuur- en milieu, techniek, (sociale) veiligheid en gezondheid; 3. In het kader van (individuele) leerlingenzorg de scholen de mogelijkheid bieden bijvoorbeeld een schoolbegeleidingsdienst in te schakelen en sociale vaardigheidstrainingen te geven; 4. Samen met het consultatiebureau en de kinderopvang/peuterspeelzaal een voorschools programma ontwikkelen om de taal/spraak, motoriek en sociaal emotionele ontwikkeling van peuters te stimuleren (Voor- en Vroegschoolse Educatie, VVE); 5. Samen met de verkeersouders van het basisonderwijs en VVN de verkeersveiligheid bevorderen; 6. Op de basisscholen voorlichting geven aan leerlingen en ouders over middelengebruik (alcohol, drugs);
Programmabegroting 2012-2015
-58-
7. De kwaliteit van het gymnastiekonderwijs een impuls geven waarbij aandacht is voor motorische achterstand. 5.4 D.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Bron
Aantal kinderen dat deelneemt aan naschoolse activiteiten Aantal kinderen dat deelneemt aan de vakantiespelweek Aantal kinderen dat deelneemt aan ‘Kinderjury moeilijk lezende kinderen’ Aantal scholen dat deelneemt aan voorlichting middelengebruik
P
JOS coördinator
5.5
•
•
•
•
P
P
P
JOS coördinator
Recentste kengetal
2011
2012
2013
2014
2015
53
55
60
70
70
70
80
90
100
100
100
100
26
24
24
24
24
24
1
1
5
5
5
5
Bibliotheek
BWO
Termijnkalender 2012 Invoering Pas• send Onderwijs (in relatie tot onderwijshuisvesting en leerlingenvervoer) Start vervangende nieuwbouw De Viermaster Europese aanbesteding leerlingenvervoer Evaluatie JOS
Programmabegroting 2012-2015
2013 Oplevering nieuwbouw De Viermaster
2014
2015
-59-
5.6
Wat mag het kosten?
5.6.1 Tabel baten en lasten Programma Onderwijs en educatie Lasten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
-15.000
-15.000
-15.000
-15.000
-10.000
-10.000
-10.000
-25.000
-25.000
-25.000
-10.700
-10.700
-10.700
2010 Nieuw beleid: Restwaarde op (onderwijs)gebouwen Leerlingenvervoer: aanbesteding Leerlingenvervoer: besparing 50% JOS: taakstelling bezuiniging 10% JOS: taakstelling per 2015 voor vervallen subsidie ZonMW Overig
-25.000
-30.000
1.435.826
962.225
1.486.089
1.840.173
1.553.731
1.537.393
Programma
1.435.826
962.225
1.446.089
1.779.473
1.493.031
1.446.693
Baten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
-583.136
-94.500
-578.500
-578.500
-578.500
-548.500
-583.136
-94.500
-578.500
-578.500
-578.500
-548.500
852.690
867.725
867.589
1.200.973
914.531
898.193
Totaal lasten
2010 Nieuw beleid: n.v.t. Overig Totaal baten Programma Saldo programma
Programmabegroting 2012-2015
-60-
5.6.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten
2010
2011
2012
2013
2014
2015
421
Huisvesting openbaar onderwijs
78.543
82.138
79.368
77.598
74.731
71.902
423
Huisvesting bijzonder onderwijs
318.298
286.529
316.877
676.781
394.156
379.697
480
Onderwijs
1.038.985
593.558
1.049.844
1.025.094
1.024.144
995.094
Totaal
1.435.826
962.225
1.446.089
1.779.473
1.493.031
1.446.693
Baten
2010
2011
2012
2013
2014
2015
421
Huisvesting openbaar onderwijs
0
0
0
0
0
0
423
Huisvesting bijzonder onderwijs
0
0
0
0
0
0
480
Onderwijs
-583.136
-94.500
-578.500
-578.500
-578.500
-548.500
-583.136
-94.500
-578.500
-578.500
-578.500
-548.500
Totaal baten
Programmabegroting 2012-2015
-61-
Doelenboom Onderwijs en educatie Samenvatting missie: Faciliteren van toegankelijk en modern onderwijs en het bieden van educatieve activiteiten die stimuleren tot persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling voor alle jongeren van Scherpenzeel.
Bereiken?
Doen?
Indicatoren
Onderwijshuisvesting 1. Bassisschoolgebouwen die over voldoende ruimte beschikken
• Ruimtebehoefte vaststellen • Ontwikkeling rond Passend Onderwijs nauwlettend volgen
2. Veilig en goed onderhouden schoolgebouwen
• Kwaliteit en onderhoud schoolgebouwen bewaken • Vervangende nieuwbouw van de Bruinhorst en de Maatjes
Leerplicht en voortijdig schoolverlaten 1. Alle leerplichtige jongeren onderwijs laten volgen
2. Alle jongeren tot 23 jaar een startkwalificatie laten behalen
• Actuele leerplichtadministratie voeren • Contacten met scholen onderhouden om verzuim te voorkomen • Aanpakken schoolverzuim in samenwerking met scholen, instanties en ouders • Alle niet leerplichtige jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie registeren en verwijzen naar consulent • Binnen regio FoodValley het voortijdig schoolverlaten terugdringen
• % verzuim
• Aantal voortijdig schoolverlaters
Leerlingenvervoer 1. Alle leerlingen een passende vervoersvoorziening aanbieden naar de school van hun keuze 2. Het veilig en efficiënt uitvoeren van aangepast vervoer dat de gemeente zelf regelt
• Ouders/verzorgers voorlichten over de vervoersmogelijkheden • Jaarlijks een tevredenheidonderzoek houden onder de ouders/verzorgers
• Gemiddeld rapportcijfer voor vervoer • Gemiddeld rapportcijfer voor het vervoersbedrijf • Aantal gegronde klachten
Jeugd in Ontwikkeling Scherpenzeel (JOS)
1. Met JOS een samenhang van voorzieningen creëren
Programmabegroting 2012-2015
• Tien streefdoelen uit de JOS beleidsnota uitwerken in een jaarprogramma JOS 2012 • Activiteiten organiseren • Scholen de mogelijkheid bieden een schoolbegeleidingsdienst in te schakelen en sociale vaardigheidstrainingen te geven • Een voorschools programma ontwikkelen om de ontwikkeling van peuters te stimuleren • De verkeersveiligheid bevorderen • Voorlichting geven over middelengebruik • Kwaliteit van het gymnastiekonderwijs een impuls geven
• Aantal kinderen dat deelneemt aan naschoolse activiteiten • Aantal kinderen dat deelneemt aan de vakantiespelweek • Aantal kinderen dat deelneemt aan “Kinderjury moeilijk lezende kinderen” • Aantal scholen dat deelneemt aan voorlichting middelengebruik
-62-
PROGRAMMA 6: ZORG EN WELZIJN Portefeuillehouders: H.J.C. Vreeswijk / J.J.H. Colijn-de Raat
Programmacoördinator: L. Schols
6.1 Missie Het bevorderen van de zorg voor en het welzijn van de inwoners van de gemeente in het algemeen en van specifieke doelgroepen in het bijzonder.
6.2 Ontwikkelingen Het Programma Zorg en Welzijn bestaat uit twee hoofdonderdelen: A. Algemene voorzieningen B. Activiteiten en voorzieningen voor specifieke doelgroepen B-1 Ouderen B-2 Jeugd B-3 Gehandicapten en chronisch zieken B-4 Vrijwilligers en mantelzorgers B-5 Volksgezondheid B-6 Openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg
6.2 A Algemene voorzieningen De gemeente Scherpenzeel kent op het terrein van zorg en welzijn o.a. de volgende voorzieningen, die zelfstandig of in samenwerking met een/meerdere (centrum)gemeenten worden aangeboden: VraagWijzer, maatschappelijke dienstverlening, steunpunt mantelzorg, vrijwilligerswerk, Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM, voorheen HGM). Deze voorzieningen zijn in principe voor iedereen toegankelijk. Voor een aantal algemene voorzieningen, onder ander Wmo-hulpmiddelen, gelden specifieke voorwaarden zoals een indicatiestelling of een inkomenstoets. Ontwikkelingen Op dit programma zijn de volgende actuele ontwikkelingen van invloed: - De transitie van AWBZ naar Wmo Extramurale begeleiding inclusief vervoer en kortdurend verblijf gaat uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Vanaf 2013 geldt dit al voor nieuwe cliënten, vanaf 2014 voor iedereen. Verder wordt de toegang tot het Persoonsgebonden Budget (PGB) beperkt tot cliënten met een verblijfsindicatie en daarmee voor mensen met een levenslange en levensbrede zorgvraag. De wettelijke verankering van het PGB zal per 1 januari 2014 plaatsvinden. - Decentralisatie van de taken op het gebied van de jeugdzorg naar de gemeenten. Dit omvat de provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdreclassering, jeugdbescherming en jeugdzorg Licht Verstandelijk Gehandicapten (LVG). Met ingang van 2014 wordt gestart met de overheveling van de extramurale jeugd LVG en jeugd geestelijke gezondheidzorg (GGZ) uit de AWBZ en de Zorgverzekeringswet (Zvw). Vanaf 1 januari 2016 wordt ook de intramurale jeugd LVG onder verantwoordelijkheid van de gemeente gebracht.
Programmabegroting 2012-2015
-63-
- Plan Weijdelaer De gemeente is met Woonstede mede-initiatiefnemer voor de realisatie van deze woon-servicezone. De gemeente neemt deel in de stuurgroep en het projectteam voor het totale project. In de eerst helft van 2012 zal naar verwachting de haalbaarheidstudie voltooid zijn. Indien blijkt dat het project realiseerbaar is, breekt de ontwikkelings- en realisatiefase aan. Voorzien wordt in een fasegewijze realisatie van appartementen, zorg- en verpleegvoorzieningen, ontmoetingsruimte, maaltijdvoorziening en andere diensten. Taken voor de gemeente liggen op het vlak van ruimtelijke ordening (verkeer, bestemmingsplan, inrichting openbare ruimte). Voor wat betreft diensten en welzijn is de gemeente initiatiefnemer om met betrokken partijen en belanghebbenden tot afspraken te komen over m2 én gewenst aanbod. - Scheiden van wonen en zorg Cliënten gaan hun eigen woonlasten betalen. De intramurale eigen bijdragen gaan daardoor omlaag. Per 2014 gaat dit van start bij de mensen met Zorg Zwaarte Pakketten 1 en 2 en mogelijk ook 3 en 4. - Passend onderwijs Met de invoering van Passend Onderwijs in 2013 krijgen gemeenten een belangrijke taak in de afstemming en het aanbod van zorg. Om de zorgplicht op het niveau van de school waar te kunnen maken, moeten onderwijs en andere jeugdvoorzieningen nog hechter samenwerken. In Scherpenzeel kan de afstemming van zorg plaatsvinden in het Jeugd Netwerk Scherpenzeel (JNS). Hierbij zal ook aandacht zijn voor het aspect mantelzorg. - Onderzoek naar Integrale Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de gemeenten in het werkgebied van VGGM. - Bezuinigingen 0,5 fte bij het team VraagWijzer (per 2013) en 0,5 fte bij het team BWO (per 2015). Bovenstaande ontwikkelingen hebben nadrukkelijk ook hun effect op de verschillende samenwerkingsverbanden en gemeenschappelijke regelingen, waaronder Regio FoodValley, Wsw, VGGM.
6.3 Kaderstellende beleidsnota’s − Kadernota Wmo 2009 t/m 2011 (2008); − Beleidsnota Wmo 2009 t/m 2011 (2009); − Bijgestelde beleidsnota voor het ouderenbeleid, 2009 t/m 2011 (2008); − Nota gezondheidsbeleid 2011 t/m 2014, kaders regio West-Veluwe/Vallei en lokale uitwerking gemeente Scherpenzeel (2010); − Convenant Openbare Geestelijke Gezondheidszorg “De Valleiregio” 2007 -2011, met ingang van 1-1-2011 verlengd; − Convenant Steunpunt huiselijk geweld West-Veluwe/Vallei 2008-2011; − Nota CJG (2010); − Nota integraal jeugdbeleid Scherpenzeel (2007). In 2012 moet duidelijk worden op welke onderwerpen de gemeente Scherpenzeel wil beschikken over actuele beleidsnota’s. Besluitvorming hierover wordt voorbereid. Belangrijke aspecten hierbij zijn: wettelijke taken, nieuwe ontwikkelingen en beschikbare capaciteit.
Programmabegroting 2012-2015
-64-
6.4 A ALGEMENE VOORZIENINGEN 6.4 A.1 Wat willen we bereiken? 1. Het bieden van kwalitatief goede Wmo-hulpmiddelen met optimale keuzemogelijkheden voor de cliënt tegen een zo gunstig mogelijke prijs; 2. Een antwoord op de vraag wat te bieden aan cliënten die op dit moment nog ondersteunende begeleiding ontvangen vanuit de AWBZ. (Transitie AWBZ naar Wmo, zie 6.2.A); 3. Een betaalbare, kwalitatief goede vorm van Regiotaxi Gelderland (de Vallei) behouden voor de (geïndiceerde) gebruikers. 6.4 A.2 Wat gaan we doen? 1. Contracten sluiten met één of meer aanbieders van Wmo-hulpmiddelen vanaf 1 januari 2012; 2. Eventueel aanvullende maatregelen treffen om de taakstellende bezuiniging ad € 40.000,- te realiseren op de inzet van Wmo-hulpmiddelen; 3. In goede samenspraak met belanghebbenden en betrokkenen beleid ontwikkelen rond de gevolgen van de AWBZ-maatregelen en daarbij een duidelijke relatie leggen met de Wet werken naar vermogen die nu in voorbereiding is (zie Programma 3); 4. Met de deelnemende gemeenten van de Regio Vallei zoveel mogelijk tot uniforme afspraken komen om kostenbeheersing en bezuiniging mogelijk te maken i.v.m. forse verlaging van de provinciale bijdrage aan de Regiotaxi Gelderland. 6.4 A.3 Indicator Gebruik regiotaxi (aantal ritten)
Tabel effect- en prestatie-indicatoren E/ P P
Bron Projectbureau Regiotaxi
Recentste kengetal 5.717 (2010)
2011
2012
2013
2014
2015
5.548
5.200
5.100
5.200
5.300
6.4 B VOORZIENINGEN VOOR SPECIFIEKE DOELGROEPEN 6.4 B.1
Programmaonderdeel Ouderen
6.4 B.1.1 Wat willen we bereiken? 1. Het verder vormgeven en uitvoeren van een integraal ouderenbeleid op de terreinen van wonen, zorg en welzijn; 2. Doel hierbij is potentieel kwetsbare ouderen stimuleren tot zelfstandigheid, waaronder het zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, ontplooiing en participeren in de samenleving. Prioriteit voor 2012 is de verdere ontwikkeling van het Plan Weijdelaer.
Programmabegroting 2012-2015
-65-
6.4 B.1.2 Wat gaan we doen? 1. Het realiseren van een woonservicezone in Plan Weijdelaer (zie 6.2.A) 2. Begeleiding van het veranderingsproces van de SOS. Het veranderingsproces heeft als doel het aanbod aan diensten en activiteiten af te stemmen op de huidige wensen en behoeften van de ouderen (stimuleren van zelfredzaamheid en participatie van vitale ouderen en ondersteuning van kwetsbare ouderen, toename van het aantal kwetsbare ouderen). 3. Subsidieafspraken met de SOS over de gesubsidieerde activiteiten en prioriteiten in het ouderenwerk voor 2013. 4. Huisbezoekproject: alle zelfstandig wonende 75, 80, 85, 90 en 95-jarigen krijgen een huisbezoek aangeboden, evenals personen van 75 jaar en ouder die hun partner verloren hebben. 5. Breed overleg wonen, zorg, welzijn: 2 keer per jaar heeft de portefeuillehouder ouderenbeleid overleg met de woningcorporaties, zorgaanbieders, kerken en welzijnsaanbieders. 6.4 B.1.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Bron
% bezochte 75jarigen (o.a. huisbezoek)
P
Projectrapportage
6.4 B.2
Recentste kengetal 68% (2009)
2011
2012
2013
2014
2015
70%
70%
70%
70%
70%
Programmaonderdeel Jeugd
6.4 B.2.1 Wat willen we bereiken? 1. Het bieden van ontplooiingskansen voor kinderen en jongeren en een preventief gezond-heidsbeleid (fysieke, sociale en cognitieve ontwikkeling). Het doel van de lokale jeugdgezondheid is het bewaken van het gezond en veilig opgroeien van kinderen; 2. Het bieden van laagdrempelige toegang middels het CJG tot informatie en advies over opvoeden en opgroeien aan ouders, kinderen en jongeren. Het CJG is een instrument om ouders en jeugd op verzoek makkelijker te adviseren bij opvoedingsvraagstukken; 3. De gemeente staat aan de vooravond van een grote verandering in het jeugddomein. Alle taken van Jeugdzorg, Jeugd-GGZ, Jeugd-LVB en Jeugdbescherming/reclassering worden in de periode tot 2016 gedecentraliseerd. Hierbij gaat het niet alleen om het verleggen van verantwoordelijkheden maar vooral ook om een nieuwe opbouw van een inhoudelijk fundament. De jeugdzorgstructuur moet eenvoudiger en effectiever, waarbij de ondersteuning dichtbij huis beschikbaar is. Het rijk laat dit gepaard gaan met een bezuiniging met de veronderstelling dat preventie de instroom in de zwaardere vormen van zorg voorkomt. 6.4 B.2.2 Wat gaan we doen? 1. Uitvoering te geven aan de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie, waaronder vroegtijdig inhalen van bijvoorbeeld een taalachterstand (voorschoolse educatie). Op basis van een plan van aanpak willen wij een goed aanbod aan voorschoolse educatie realiseren.
Programmabegroting 2012-2015
-66-
2. Een onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheid, behoefte en haalbaarheid van jongerenparticipatie; 3. Een integrale jeugdgezondheidszorg tot stand brengen. Hierbij staat continuïteit van de zorg voorop, zodat het signaleren, volgen en interveniëren bij risicokinderen en -gezinnen mogelijk is. Dit wordt in regionaal verband vormgegeven. Aandachtsvelden zijn overmatig alcoholgebruik (en andere vormen van verslaving), overgewicht en digitaal dossier jeugdgezondheid (DDJGZ). 4. Binnen het CJG wordt in 2012 in het bijzonder aandacht besteed aan het uitwerken van “één gezin-één plan” en coördinatie van zorg. Ook wordt gekeken of het huidige aanbod van opvoedondersteuning toereikend is. 5. In samenwerking met de provincie en regiogemeenten zullen de consequenties van de wetswijziging op het gebied van jeugdzorg voorbereid en doorgevoerd worden. In 2012 zal een pilot in de Regio FoodValley draaien waarbij gewerkt wordt met ambulante jeugdzorg zonder indicatie . 6.4 B.2.3 Indicator
Tabel effect- en prestatie-indicatoren E/ P
Bron
Recentste kengetal
2011 *)
2012
2013
2014
% ouders van doelgroep dat CJG2010: nog niet aangeeft dat ze het E onderzoek gemeten CJG weten te vinden Meldingen in VerwijsinP 2010: nnb Verwijsindex dex *) Deze cijfers komen begin 2012 beschikbaar.
6.4 B.3
Programmaonderdeel Gehandicapten en chronisch zieken
6.4 B.3.1 Wat willen we bereiken? 1. Chronisch zieken en gehandicapten kunnen volwaardig deelnemen aan de samenleving; 2. Chronisch zieken en gehandicapten kunnen invloed uitoefenen op het te voeren beleid. 6.4 B.3.2 Wat gaan we doen? 1. Onderzoeken welke lokale oplossingen mogelijk zijn vanwege de versobering of afschaffing van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg); 2. Een meer integraal beleid ontwikkelen op de samenhangende terreinen van wonen-zorg-welzijn. Dit vraagt ook om een integrale advisering. Wij zullen in samenspraak met de betrokkenen bezien welke aanpassingen dit vraagt van de Wmo-adviesraad en de Clientenraad, wat betreft samenstelling en positionering.
Programmabegroting 2012-2015
-67-
2015
6.4 B.4
Programmaonderdeel Vrijwilligers en mantelzorgers
6.4 B.4.1 Wat willen we bereiken? 1. Ondersteuning bieden aan mantelzorgers. 6.4 B.4.2 Wat gaan we doen? 1. Het pakket aan ondersteuningsactiviteiten voor mantelzorgers bieden, zoals gestart in 2008 en vastgelegd in de beleidsnota Wmo 2009-2011. Het pakket aan ondersteuningsactiviteiten bestaat uit: − Voorlichting, informatie en advies aan individuele mantelzorgers via Vraagwijzer; − Bemiddeling en afstemming van vraag en aanbod van vrijwillige zorg én het doorgeven van signalen door 1e lijnszorg van dreigende overbelasting van mantelzorgers; − Verlening van ondersteuning aan individuele mantelzorgers door mantelzorgconsulentes; − Aanvullend op deze ondersteuningsactiviteiten worden mantelzorgers in het zonnetje gezet ter gelegenheid van de dag van de mantelzorger; − Ook vindt eenmaal per jaar een heronderzoek plaats in die gevallen waarin de aanvraag ‘hulp bij het huishouden” is afgewezen door toepassing van het protocol “gebruikelijke zorg”. Het heronderzoek moet er aan bijdragen dat overbelasting van mantelzorgers wordt voorkomen. 6.4 B.4.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Aantal mantelzorgers bereikt tijdens de dag voor de mantelzorg.
6.4 B.5
P
Bron Aantal verstuurde brieven / attenties
Recentste kengetal
22
2011
2012
2013
2014
2015
30
35
40
45
50
Programmaonderdeel Volksgezondheid
6.4 B.5.1 Wat willen we bereiken? 1. Gedragsverandering kost tijd. Daarom kiezen wij voor voortzetting van eerder ingezet en bestaand beleid (i.p.v. nieuwe initiatieven en projecten). Het beleid is vastgelegd in de “Nota Gezondheidsbeleid 2011 t/m 2014, kader regio WestVeluwe/Vallei en lokale uitwerking gemeente Scherpenzeel”; 2. Dit betekent een keuze voor de doelgroepen kinderen, jongeren en ouderen en de speerpunten overgewicht, alcoholgebruik met name onder jongeren, psychosociale problematiek en de aanpak van huiselijk geweld.
Programmabegroting 2012-2015
-68-
6.4 B.5.2 Wat gaan we doen? 1. Prioriteit bij het programma JOS en daarmee gezondheidsbevorderende aspecten en interventieprogramma integreren ín het activiteitenprogramma. 2. Voortzetting van Senioren in beweging. 3. Het project FrisValley verankeren in het lokaal alcoholmatigingsbeleid. 4. Voortzetten van de samenwerking in het Steunpunt huiselijk geweld en het uitvoeren van het jaarlijks activiteitenplan. Prioriteiten in 2012 zijn: invoering Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, voorlichting en scholing over vormen van huiselijk geweld en wat te doen, uitvoering van huisverboden (zie jaarlijks activiteitenprogramma). 5. Uitvoering geven aan de wettelijk taken Wet preventie gezondheidszorg (Wpg) waaronder het bieden van jeugdgezondheidszorg. 6. De aanrijtijden van de ambulances bewaken. 6.4 B.5.3 Indicator Het aantal huisverboden Overschrijdingspercentage A-1ritten
6.4 B.6
Tabel effect- en prestatie-indicatoren E/ P
Bron
P
Jaarverslag Steunpunt
P
VGGM
Recentste kengetal
2011
2012
2013
2014
2015
1
0
0
0
0
0
10,7%
9%
8%
7%
6%
5%
Programmaonderdeel Openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg
6.4 B.6.1 Wat willen we bereiken? 1. Een samenhangend pakket van zorg, diensten en voorzieningen voor sociaal kwetsbare mensen. Het betreft in hoofdzaak verslaafden en psychiatrische patiënten die meestal dakloos zijn en/of problemen hebben met huisvesting, inkomen en dagbesteding; 2. De gemeente Scherpenzeel valt onder de centrumgemeente Ede. Gebruik van de mogelijkheden die de centrumgemeente biedt, en die niet op de schaal van Scherpenzeel te organiseren zijn, kan aan de orde komen zodra een inwoner uit Scherpenzeel (dreigend) dakloos wordt; 3. Op centrumgemeentelijk niveau speelt de omslag naar individuele persoonsgebonden trajecten en de uitwerking van een trajectfinancieringsmodel (i.p.v. jaarlijkse subsidies aan instellingen in Ede). 6.4 B.6.2 Wat gaan we doen? 1. De financiering van individuele Oggz-trajecten na aanmelding via de Centrale toegang onderzoeken. (specificatie kosten centrumgemeente-regiogemeenten) In deze trajecten gaat het o.a. om preventie, nazorg en bemoeizorg én de vraag welk onderdeel voor rekening van de centrumgemeente komt danwel de regiogemeente, waaronder Scherpenzeel. 2. Voorkomen dat inwoners uit Scherpenzeel een beroep moeten doen op centrumgemeentelijke voorzieningen voor dak- en thuislozen (preventief beleid).
Programmabegroting 2012-2015
-69-
6.4 B.6.3 Indicator
Tabel effect- en prestatie-indicatoren E/ P
Bron
Recentste kengetal
2011
2012
2013
2014
2015
Aantal cliënten E Factsheet gemeld in de Centrale 0 0 0 0 0 Centrale Toegang Toegang uit Scherpenzeel Valleiregio Toelichting: In 2010 heeft geen inwoner uit Scherpenzeel zich gemeld bij de Centrale Toegang. Het beleid is er op gericht dit ook zo te houden, hetgeen betekent dat niemand dakloos geworden is.
6.5
•
• •
•
•
Termijnkalender 2012 Voorbereiding • nieuwe aanbesteding Regiotaxi Besluitvorming • over de Wtcg Wijziging Dranken Horecawet: extra inzet BOA’s voor toezicht drankgebruik jongeren Voorbereiden decentralisatie jeugdzorg Onderzoek naar jongerenparticipatie
Programmabegroting 2012-2015
2013 Nieuw contract Regiotaxi Gelderland Voorbereiden decentralisatie jeugdzorg
•
2014 Voorbereiding decentralisatie jeugdzorg
•
2015 Implementatie decentralisatie jeugdzorg
-70-
0
6.6
Wat mag het kosten?
6.6.1 Tabel baten en lasten Programma Zorg en welzijn Lasten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
-40.000
-40.000
-40.000
-40.000
2.000
2.000
2.000
2.000
5.000
5.000
5.000
5.000
P.M.
P.M.
P.M.
2010 Nieuw beleid: Verstrekkingenbeleid hulpmiddelen (exWVG) Inzet van BOA drankgebruik jongeren Beheerskosten Verwijsindex Afschaffen subsidie muziekonderwijs Onderzoek jongerenparticipatie Overig
7.000
2.663.229
2.946.785
2.911.325
2.902.559
2.897.408
2.902.559
Programma
2.663.229
2.946.785
2.885.325
2.869.559
2.864.408
2.869.559
Baten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
-769.905
-675.075
-678.375
-668.480
-668.480
-668.480
-769.905
-675.075
-678.375
-668.480
-668.480
-668.480
1.893.324
2.271.711
2.206.950
2.201.079
2.195.928
2.201.079
Totaal lasten
2010 Nieuw beleid: n.v.t. Overig Totaal baten Programma Saldo programma
Programmabegroting 2012-2015
-71-
6.6.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten 511 610 612 614 620 622 630 650 652 714 715 716
Vormings- en ontwikkelingswerk Inkomen Inkomen Armoedebestrijding Maatschappelijke begeleiding WMO Jeugd- en jongerenwerk Kinderopvang Voorzieningen gehandicapten Openbare gezondheidszorg Centra voor Jeugd en Gezin (JGZ) Centra voor Jeugd en Gezin (WMO)
Totaal lasten
Baten 511 610 612 614 620 622 630 650 652 714 715 716
Vormings- en ontwikkelingswerk Inkomen Inkomen Armoedebestrijding Maatschappelijke begeleiding WMO Jeugd- en jongerenwerk Kinderopvang Voorzieningen gehandicapten Openbare gezondheidszorg Centra voor Jeugd en Gezin (JGZ) Centra voor Jeugd en Gezin (WMO)
Totaal baten
Programmabegroting 2012-2015
2010
2011
2012
2013
2014
2015
32.579
58.686
50.844
55.995
50.844
55.995
428.793 83.213 165.841
550.403 0 168.199
549.110 0 161.813
549.110 0 161.813
549.110 0 161.813
549.110 0 161.813
223.476
227.366
223.551
223.551
223.551
223.551
792.325 109.136
906.913 115.096
913.404 106.186
913.404 99.186
913.404 99.186
913.404 99.186
107.014 358.806
120.590 408.092
121.368 362.455
121.368 362.455
121.368 362.455
121.368 362.455
125.029
136.744
138.281
138.281
138.281
138.281
142.375
148.393
149.188
149.188
149.188
149.188
94.642
106.303
109.124
95.207
95.207
95.207
2.663.229
2.946.785
2.885.325
2.869.559
2.864.408
2.869.559
2010
2011
2012
2013
2014
2015
0
0
0
0
0
0
-312.345 -65.824 -21.630
-337.750 0 -5.000
-357.256 0 -5.000
-357.256 0 -5.000
-357.256 0 -5.000
-357.256 0 -5.000
-29.283
-26.300
-26.300
-26.300
-26.300
-26.300
-109.807 -34.191
-84.000 -26.100
-84.000 0
-84.000 0
-84.000 0
-84.000 0
0 -10.278
0 -8.500
0 -8.500
0 -8.500
0 -8.500
0 -8.500
-3.875
0
0
0
0
0
-130.731
-126.577
-126.577
-126.577
-126.577
-126.577
-51.941
-60.848
-70.742
-60.848
-60.848
-60.848
-769.905
-675.075
-678.375
-668.480
-668.480
-668.480
-72-
Doelenboom Zorg en welzijn Samenvatting missie: Het bevorderen van de zorg voor het welzijn van de inwoners van de gemeente in het algemeen en van specifieke doelgroepen in het bijzonder
Bereiken?
Doen?
Indicatoren
Algemene voorzieningen 1. Het bieden van kwalitatief goede Wmohulpmiddelen
• Contracten sluiten met een of meer aanbieders van WMO hulpmiddelen • Eventueel aanvullende maatregelen treffen om de taakstellende bezuiniging te realiseren op de inzet van WMO hulpmiddelen
2. Transitie AWBZfunctie begeleiding vormgeven
• Beleid ontwikkelen rond de gevolgen van de AWBZ-maatregelen en een relatie leggen met de wet Werken naar vermogen
3. Betaalbare, kwalitatief goede vorm van Regiotaxi Gelderland voor gebruikers
• In regionaal verband zoveel mogelijk tot uniforme afspraken komen om kostenbeheersing en bezuiniging mogelijk te maken
• Gebruik regiotaxi
Ouderen 1. Verder vormgeven en uitvoeren integraal ouderenbeleid 2. Potentieel kwetsbare ouderen stimuleren tot zelfstandigheid 3. Verder ontwikkeling Plan Weijdelaer
• Realiseren van een woonservicezone in Weijdelaer • Begeleiden veranderingsproces SOS • Subsidieafspraken SOS • Huisbezoekproject • Breed overleg wonen, zorg en welzijn
• % bezochte 75-jarigen
Jeugd 1. Bieden van ontplooiingskansen voor kinderen en jongeren en een preventief gezondheidsbeleid
• Uitvoering geven aan de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie. Het realiseren van een afdoend aanbod voorschoolse educatie • Onderzoek naar jongerenparticipatie
2. Het bieden van laagdrempelige toegang middels het CJG tot informatie en advies.
• Het uitwerken van “één gezin - één plan” en coördinatie van zorg. Beoordelen van het aanbod opvoedondersteuning
3. Voorbereiden decentralisatie jeugdzorg
• Een integrale jeugdgezondheidszorg tot stand brengen, waarbij de continuïteit voorop staat. Aandachtsvelden zijn: (alcohol)verslaging, overgewicht en het digitaal dossier. • In samenwerking met provincie en regiogemeenten consequenties van de wetswijziging voorbereiden en doorvoeren
Programmabegroting 2012-2015
• % ouders van doelgroep dat het CJG weet te vinden • Meldingen in Verwijsindex
-73-
Bereiken?
Doen?
Indicatoren
Gehandicapten en chronisch zieken 1. Chronisch zieken en gehandicapten kunnen volwaardig deelnemen aan de samenleving
• Onderzoeken welke oplossingen mogelijk zijn vanwege versobering Wtcg
2. Chronisch zieken en gehandicapten kunnen invloed uitoefenen op het te voeren beleid
• Integraal beleid t.a.v. de terreinen wonen, zorg en welzijn. Samenstelling en positionering van de Wmo-adviesraad en Cliëntenraad bezien
Vrijwilligers en mantelzorgers 1. Ondersteuning bieden aan mantelzorgers
• Pakket aanbieden wat bestaat uit: voorlichting, bemiddeling, ondersteuning door mantelzorgconsulenten, dag van de mantelzorger en heronderzoeken
• Aantal mantelzorgers bereikt tijdens de dag voor de mantelzorg
• Gezondheidsbevorderende aspecten en interventieprogramma integreren in activiteitenprogramma JOS • Voortzetten Senioren in Beweging • Verankeren FrisValley in lokaal beleid • Voortzetten samenwerking in het Steunpunt huiselijk geweld en uitvoeren activiteitenplan • Uitvoering wettelijke taken Wet preventie gezondheidszorg • Bewaken aanrijtijden ambulances
• Aantal huisverboden • Overschrijdingspercentage A-1 ritten
Volksgezondheid 1. Uitvoeren “Nota gezondheidsbeleid 2011 t/m 2014, kader regio WestVeluwe/Vallei en lokale uitwerking gemeente Scherpenzeel” 2. keuze voor doelgroepen kinderen, jongeren en ouderen. Speerpunten bij overgewicht, alcolholgebruik (onder jongeren), psychosociale problematiek en huiselijk geweld
Openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg 1. Een samenhangend pakket van zorg, diensten en voorzieningen voor sociaal kwetsbare mensen 2. Gebruik maken van mogelijkheden van centrumgemeente Ede
• Financiering van individuele Oggz-trajecten onderzoeken • Voorkomen dat inwoners uit Scherpenzeel een beroep moeten doen op centrumgemeentelijke voorzieningen voor dak- en thuislozen
• Aantal cliënten gemeld in de Centrale Toegang uit Scherpenzeel
3. Omslag maken naar persoonsgeboden trajecten
Programmabegroting 2012-2015
-74-
PROGRAMMA 7: NATUUR EN MILIEU Portefeuillehouder: E. van de Glind / H.J.C. Vreeswijk
Programmacoördinator: P. van Boxtel
7.1 Missie De gemeente wil in belangrijke mate bijdragen aan een gezond en prettig leefmilieu voor haar inwoners. De gemeente draagt zorg voor het verzamelen en afvoeren van afvalstoffen en afvalwater op milieuhygiënische verantwoorde wijze voor haar inwoners. Handhaving van milieuwetgeving met betrekking tot andere partijen hoort daar ook bij. Tevens draagt de gemeente zorg voor voldoende en adequate begraafmogelijkheden. Een verdere achteruitgang van de biodiversiteit dient tot staan te worden gebracht. Daar waar mogelijk en / of wenselijk draagt de gemeente zorg voor een meer ecologische inrichting van de openbare ruimte, het stimuleren van milieuvriendelijk beheer en het versterken van het landschap.
7.2 Context en achtergrond Het programma Volksgezondheid bestaat uit de volgende onderdelen: A. Natuur B. Afvalinzameling C. Milieu D. Begraven
A. Natuur Voor natuurontwikkeling, -beheer en -educatie is beperkt budget beschikbaar. In het regulier groenbeheer wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de ecologische verantwoordelijkheid van de gemeente Scherpenzeel. Sinds 2007 wordt er regelmatig een boomfeestdag georganiseerd door de gemeente Scherpenzeel. Hierbij worden alle kinderen uit groep 8 van de basisscholen uit Scherpenzeel uitgenodigd om een ochtend ergens in Scherpenzeel bomen te gaan planten. Hierdoor wordt de jeugd betrokken bij het groen in hun eigen dorp. De volgende plantlocaties zijn tot stand gekomen door de inzet van de Scherpenzeelse jeugd tijdens de boomfeestdag: • TOP Grebbelinie; • Stationsweg; • Gooswilligen; • Speelplaats Eikenlaan / Willaerlaan. De gemeente Scherpenzeel wil uit ecologisch oogpunt meer verschillende soorten bomen toepassen in Scherpenzeel. Hierbij worden de soorten afgestemd op de groeiplaatsomstandigheden en hun ecologische waarde voor insecten en vogels. Tevens wordt het bomenbestand door variatie langzaam minder gevoelig voor ziekten en plagen.
Programmabegroting 2012-2015
-75-
B. Afvalinzameling De gemeente is wettelijk verplicht om de huisvuilinzameling te regelen. In 2008 is besloten om alle containers te vervangen en daarnaast containers voor oud papier in gebruik te gaan nemen. De Wet milieubeheer en diverse internationale richtlijnen verplichten Nederland om periodiek een of meerdere afvalbeheersplannen op te stellen. Op 03-03-2003 is het eerste Landelijk afvalbeheersplan (LAP) in werking getreden. De geldingsduur van dat plan was van 2003 tot en met 2009. Het nu geldende tweede LAP is geldig van 2009 tot en met 2015, met een doorkijk tot 2021. Het beleidskader bevat het beleid voor afvalpreventie en afvalbeheer en doelstellingen voor dit afvalbeleid.
C. Milieu In 2009 is het milieubeleidsplan vastgesteld voor de periode 2009 – 2012. Vanwege capaciteitsproblemen is nog geen aanvang gemaakt met de actualisatie van het milieubeleidsplan. Een milieubeleidsplan is geen verplicht document. De huidige uitvoering en handhaving richten zich op de wettelijk vastgelegde taken van de gemeente. Mede gezien de vorming van de RUD’s wordt geen nieuw beleidsplan opgesteld3. Met de invoering van het activiteitenbesluit (2008) is de vergunningsplicht voor een groot aantal bedrijven komen te vervallen. Het activiteitenbesluit stelt algemene regels voor bedrijven. Binnen de gemeente Scherpenzeel vallen circa 70% van de bedrijven onder het activiteitenbesluit. Met de invoering van de WABO (Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht) in oktober 2010 is een 25-tal vergunningen samengevoegd tot één omgevingsvergunning. Ook de milieuvergunning maakt nu onderdeel uit van de omgevingsvergunning. Het voordeel is dat er nu voor de bedrijven gelijktijdig voor verschillende activiteiten één vergunning aangevraagd kan worden. Het nadeel is dat het voor bedrijven lastig is om gelijktijdig alle vergunningen aan te vragen. Dit zal resulteren in meer vooroverleggen met bedrijven om zo te komen tot een snelle definitieve aanvraag. Door zowel de invoering van het activiteitenbesluit als de WABO zal er een verschuiving van vergunningverlening plaatsvinden naar toezicht en handhaving. De invoering van het Actieplan ammoniak veehouderij en het Besluit landbouw activiteiten zal er toe leiden dat middelgrote veehouderijen emissiearmer moeten worden en gaan voldoen aan het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting). Dit zal leiden tot een toename van toezicht en handhaving bij agrarische bedrijven.
3
De ontwikkeling rond de RUD’s is beschreven in programma 9.
Programmabegroting 2012-2015
-76-
Met de invoering van de professionalisering van de handhaving is in 2011 gestart met het opnieuw indelen van het bedrijvenbestand van de gemeente. Hierbij is per bedrijf gekeken naar de gevaarsaspecten (risico’s) en naleefgedrag. Op basis van beide aspecten is een prioritering opgesteld voor de Scherpenzeelse bedrijven. Met de nieuwe indeling wordt voldaan aan de eisen zoals deze gesteld zijn.. Voor de bedrijven binnen de gemeente heeft dit geen directe gevolgen. Op basis van de prioritering wordt de controle frequentie voor de bedrijven bepaald.
D. Begraven Uitgangspunt hierbij is dat, conform het coalitieakkoord, geen graven geruimd gaan worden. Omdat een grotere capaciteit gewenst is betekent dit dat begraafplaats Lambalgen uitgebreid moet worden. De thans voorziene uitbreiding biedt voldoende ruimte om tot 2026 te kunnen begraven. Een langere grafrust betekent ook hogere beheerkosten. Periodieke bijbetaling van nabestaanden is daarbij een optie. Een onderzoek naar mogelijke scenario’s in het beheer en exploitatie van de begraafplaats wordt uitgevoerd, inclusief aula en parkeergelegenheid. Doelstelling is ook een goedkoper onderhoud te realiseren, bijvoorbeeld door het ruimen van grafzerken. Het college wenst de kostendekkendheid van de begraafplaatsen van te verhogen. De verdere uitwerking en besluitvorming zal in 2012 plaatsvinden.
7.3 Kaderstellende beleidsnota’s − Notitie beheer Begraafplaatsen (2008); − Milieubeleidsplan 2009 - 2012; − LAP2 2009-2015; − Nota Afvalinzameling 2008. 7.4 A Programmaonderdeel Natuur 7.4 A.1 Wat willen we bereiken? 1. Een grotere betrokkenheid van de jeugd bij het groen in de gemeente Scherpenzeel; 2. Beheer van de visstand en verbetering van de water- en oeverkwaliteit; 3. Een soortenrijker bomenbestand; 4. Een hogere ecologische waarde creëren door het toepassen van vogel- en insectenvriendelijke beplantingen. 7.4 A.2 Wat gaan we doen? 1. Jaarlijks (indien er geschikte plantobjecten zijn) een boomfeestdag organiseren voor groep 8 van de basisscholen uit Scherpenzeel; 2. Vaststellen en uitvoeren van het visbeleid; 3. Het continueren van het soortenbeleid uit 2007 waarbij een geleidelijke overgang plaatsvindt naar een gevarieerder bomenbestand; 4. Het continueren van het zoveel mogelijk toepassen van vogel- bijenvriendelijke boom- en heestersoorten.
Programmabegroting 2012-2015
-77-
7.4 B Programmaonderdeel Afvalinzameling 7.4 B.1 Wat willen we bereiken? 1. Ondergrondse afvalinzameling o.a. ter vervanging van bovengronds. Het zorgdragen voor een goed functionerend effectief systeem voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Hierbij zal tevens aandacht worden geschonken aan mogelijke afvalreductiemaatregelen; 2. Als gemeente streven we er zoveel mogelijk naar te voldoen aan de doelstellingen uit het LAP, bijvoorbeeld minimaal 60% van de hoeveelheid afval scheiden. 7.4 B.2 Wat gaan we doen? 1. De drie bovengrondse glascontainers gaan worden vervangen door uniforme adequate ondergrondse afvalinzamelingsystemen. De huidige bovengrondse exemplaren verdwijnen zo uit het straatbeeld en mogelijke geuroverlast wordt voorkomen; 2. Door juiste voorlichting informatie worden geven over het scheiden van afval binnen de gemeente.
7.4 C Programmaonderdeel Milieu 7.4 C.1 Wat willen we bereiken? 1. Voorkomen van belastende activiteiten voor het milieu; 2. Uitvoeren van de milieucontroles conform handhavingjaarprogramma; 3. Het naleefgedrag van regelgeving bij bedrijven vergroten tot >90%; 4. (Milieu)klachten over bedrijven zoveel mogelijk tegengaan dooruitvoering van frequent toezicht 5. Vastgesteld geurbeleid voor de gemeente; 7.4 C.2 Wat gaan we doen? 1. Adequate WABO vergunningverlening binnen de wettelijke termijnen; 2. Uitvoeren van milieucontroles op basis van de nieuwe prioritering; 3. Bij de uitvoering van milieucontroles extra aandacht voor duurzaamheid en energieverbruik; 4. Handhaving van milieuwet en –regelgeving conform jaarprogramma; 5. Geurbeleid opstellen en vastleggen; 6. Agrarische bedrijven actief informeren over de gevolgen van het Besluit huisvesting; 7.4 C.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Bron
Aantal milieucontroles Aantal milieuklachten Aantal aanschrijvingen
P
Administratie Administratie Administratie
P P
Programmabegroting 2012-2015
Recentste kengetal
2011
2012
2013
2014
2015
40
40
40
40
40
40
4
5
5
5
5
5
5
10
10
10
10
10
-78-
7.4 D Programmaonderdeel Begraven 7.4 D.1 Wat willen we bereiken? 1. Voldoende ruimte creëren om te begraven door het uitbreiden van begraafplaats Lambalgen; 2. Het inrichten (en uitbreiden) van een doelmatige begraafplaats met een hoge esthetische en ecologische waarde; 3. Het handhaven van het huidige beheerniveau van de begraafplaatsen. 7.4 D.2 Wat gaan we doen? 1. De uitbreiding van begraafplaats Lambalgen nader vormgeven; 2. Het beheer van de begraafplaatsen uitvoeren conform de bestaande beheerrichtlijnen grotendeels uit laten voerendoor de Buitendienst. 3. Onderzoek naar en besluitvorming over het beheer en de exploitatie van de begraafplaats, inclusief aula en parkeergelegenheid.
7.5
•
• •
•
Termijnkalender 2012 Vaststellen en • uitvoeren visbeleid Vervanging Glascontainers Vaststellen bodemkwaliteitskaart Besluitvorming beheer en exploitatie begraafplaats
Programmabegroting 2012-2015
2013 RUD een feit
2014
2015
-79-
7.6
Wat mag het kosten?
7.6.1 Tabel baten en lasten Programma Natuur en milieu Lasten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
3.000
3.000
3.000
P.M.
P.M.
2010 Nieuw beleid: Vervanging glascontainers Handhaving lopende dossiers Deelname in regioprojecten Bodemkwaliteitskaart Taakstelling onderhoud/tarieven begraafplaats Overig
10.000 50.000 3.000 5.000
1.185.138
1.150.381
1.185.819
1.188.463
1.184.211
1.179.852
Programma
1.185.138
1.150.381
1.253.819
1.191.463
1.187.211
1.182.852
Baten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
-973.912
-893.541
-883.017
-914.191
-914.191
-914.191
-973.912
-893.541
-883.017
-914.191
-914.191
-914.191
211.226
256.840
370.801
277.272
273.020
268.661
Totaal lasten
2010 Nieuw beleid: N.v.t. Overig Totaal baten Programma Saldo programma
Programmabegroting 2012-2015
-80-
7.6.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten
2010
2011
2012
2013
2014
2015
550
4.353
3.825
3.825
3.825
3.825
3.825
759.335
677.557
711.413
701.413
701.413
701.413
261.808 159.642
298.773 170.226
304.819 233.762
254.819 231.406
254.819 227.154
254.819 222.795
1.185.138
1.150.381
1.253.819
1.191.463
1.187.211
1.182.852
2010
2011
2012
2013
2014
2015
0
0
0
0
0
0
-847.098
-776.838
-764.587
-795.760
-795.760
-795.760
-3.535 -123.279
-1.500 -115.203
-1.500 -116.931
-1.500 -116.931
-1.500 -116.931
-1.500 -116.931
-973.912
-893.541
-883.017
-914.191
-914.191
-914.191
Bevordering natuur 721/725 Huishoudelijk afval 723 Milieu 724/732 Algemene begraafplaats
Totaal
lasten
Baten 550
Bevordering natuur 721/725 Huishoudelijk afval 723 Milieu 724/732 Algemene begraafplaats
Totaal
baten
Programmabegroting 2012-2015
-81-
Doelenboom Natuur en milieu Samenvatting missie: Bijdragen aan een gezond en prettig leefmilieu voor de inwoners, zorg dragen voor voldoende en adequate begraafmogelijkheden en verdere achteruitgang van de biodiversiteit tot staan brengen.
Bereiken?
Doen?
Indicatoren
Natuur 1. Een grotere betrokkenheid van de jeugd bij het groen 2. Beheren visstand en verbetering water- en oeverkwaliteit 3. Een soortenrijker groenbestand 4. Een hogere ecologische waarde creëren
• Jaarlijks een boomfeestdag organiseren voor de groepen 8 van de basisscholen • Vaststellen en uitvoeren visbeleid • Het continueren van het soortenbeleid uit 2007 • Het continueren van het zoveel mogelijk toepassen van vogel- en bijenvriendelijke boom- en heestersoorten
Afvalinzameling 1. Een goed functionerend effectief systeem voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen 2. Zoveel mogelijk voldoen aan de doelstellingen uit het LAP
• Bovengrondse glascontainers vervangen door uniforme adequate ondergrondse afvalsystemen • Voorlichting en informatie geven over het scheiden van afval
Milieu 1. Voorkomen van milieubelastende activiteiten 2. Uitvoeren milieucontroles conform handhavingjaarprogramma 3. Naleefgedrag van regelgeving bij bedrijven vergroten tot >90% 4. (Milieu)klachten over bedrijven zoveel mogelijk tegengaan 5. Geurbeleid vaststellen
• Adequate WABO vergunningverlening binnen wettelijke termijnen • Bij uitvoering milieucontroles extra aandacht voor duurzaamheid en energieverbruik • Uitvoeren milieucontroles op basis van nieuwe prioritering • Agrarische bedrijven actief informeren over het besluit huisvesting • Handhaving milieuwet en –regelgeving conform jaarprogramma
• Aantal milieucontroles • Aantal aanschrijvingen • Aantal milieuklachten
• Geurbeleid opstellen en vastleggen
Begraven 1. Voldoende ruimte creëren om te begraven
• Uitbreiding begraafplaats Lambalgen nader vormgeven
2. Inrichten (en uitbreiden) van een doelmatige begraafplaats met een hoge esthetische en ecologische waarde
• Onderzoek naar en besluitvorming over het beheer en de exploitatie van de begraafplaats
3. Handhaven beheerniveau begraafplaatsen
• Het beheer van de begraafplaatsen uitvoeren conform de bestaande beheerrichtlijnen • Onderhoud grotendeels uit laten voeren door de buitendienst
Programmabegroting 2012-2015
-82-
PROGRAMMA 8: OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Portefeuillehouder: J.J.H. Colijn-de Raat
Programmacoördinator: V.J.M. van Arkel
8.1 Missie Het programma Openbare Orde en Veiligheid richt zich op een veilig Scherpenzeel voor inwoners, ondernemers en toeristen. De gemeente is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid, maar doet dat niet alleen. Inwoners, ondernemers en toeristen weten zich beschermd door de overheid, maar spreken elkaar ook aan op veiligheid. Respect voor elkaar is en blijft de norm van waaruit wordt gehandeld. Regels worden door de overheid gehandhaafd. Iedereen is (goed) voorbereid op calamiteiten.
8.2 Context en achtergrond Het programma Openbare Orde en Veiligheid valt uiteen in 2 delen: A. Openbare orde en veiligheid B. Brandweer en rampen-/crisisbestrijding
A. Openbare orde en veiligheid De gemeente Scherpenzeel is een fijne gemeente om te wonen, te werken en te recreeren. Een veilige woon- en werkomgeving draagt daaraan bij. Het gevoel van veiligheid is groot. En dat moeten we zo houden. Veiligheid kent verschillende aspecten en daarom werken veel instanties samen op het gebied van openbare orde en veiligheid (politie, brandweer, gemeentelijke diensten, justitie, hulpverleningsinstanties en inwoners). Het is belangrijk dat deze instanties en personen regelmatig overleggen en hun werkzaamheden met en op elkaar afstemmen. Alleen zó wordt met elkaar gezorgd voor een veilig Scherpenzeel. De gemeente Scherpenzeel vervult op het gebied van openbare orde en veiligheid een regierol. Om alle veiligheidsaspecten en de coördinatie van veiligheidspartners vorm te kunnen geven, beschikt de gemeente over een Integraal Veiligheidsbeleid 2010-2012. In de tweede helft van 2012 wordt een nieuw veiligheidsbeleid opgesteld. In 2012 wordt het veiligheidsbeleid verder geïntensiveerd, bijvoorbeeld door de invoering van het Politiekeurmerk Veilig Wonen en het Keurmerk Veilig Ondernemen. Daarnaast bekijken wij de mogelijkheden om cameratoezicht te realiseren. Het college vindt het ook in 2012 belangrijk dat inwoners en ondernemers weten wat de gemeente doet op het gebied van openbare orde en veiligheid. Communicatie is en blijft daarbij van groot belang. Daarnaast wil de gemeente inzetten op het verhogen van de betrokkenheid van inwoners en bedrijfsleven. Immers, de gemeente initieert en faciliteert, maar inwoners en ondernemers kunnen ook zélf bijdragen aan een veilig Scherpenzeel.
Programmabegroting 2012-2015
-83-
B. Brandweer en rampen-/ crisisbestrijding De gemeente is verantwoordelijkheid voor de organisatie van de crisisbeheersing en rampenbestrijding. Dit houdt in: 1. Het zorg dragen voor het actueel blijven, in stand houden en waar nodig verbeteren van het crisisplan en de deelprocesplannen; 2. Opleiden en oefenen van de medewerkers in de crisisorganisatie volgens een oefenschema. 3. Zorg dragen in samenwerking met alle partners (politie, jeugdzorg, brandweer, communicatie, inwoners etc.) dat de dagelijkse veiligheid gewaarborgd blijft of in geval van inbreuk daarop hersteld wordt. 4. De Wet veiligheidsregio’s houdt in de structurering van de samenwerking binnen de regio op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing. 5. De gemeente Scherpenzeel maakt deel uit van het samenwerkingsverband Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden. 6. In de regio werken 16 gemeenten, politie, brandweer, geneeskundige hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) nauw samen. Regionalisering brandweer Het belangrijkste thema binnen de brandweer voor 2012 en de komende jaren is de regionalisering. Zoals het er nu uit ziet zal de plicht tot regionalisering binnenkort wettelijk verankerd worden. Er zal dus geen keuze meer zijn maar een plicht tot het vormen van een regionale brandweer. Dit betekent dat alle brandweertaken zullen overgaan naar de regio en dat personeelsleden –zowel beroeps als vrijwillig– en materieel zal meegaan. De gemeentelijke brandweer houdt daarmee op te bestaan, naar verwachting per 1 januari 2014. De hulpverleningsregio VGGM heeft het initiatief genomen om vooruitlopend op de wettelijke verplichting te starten met de voorbereidingen. Gelet op de ervaringen in andere veiligheidsregio’s, hecht men terecht veel waarde aan een zorgvuldig te doorlopen traject. En dat kost tijd. De Colleges van B&W van alle 16 gemeenten hebben begin juni 2011 ingestemd met het starten van het project Regionalisering brandweer Gelderland-Midden. De voorbereidingen zijn vanaf september 2011 gestart. Onze brandweercommandant maakt deel uit van de projectgroep. Aanpassing rampenplan Op 1 oktober 2010 is de Wet Veiligheidsregio’s (Wvr) in werking getreden. In de wet is geregeld, dat de veiligheidsregio éénmaal per vier jaar een crisisplan vaststelt. Dit crisisplan komt in de plaats van de gemeentelijke rampenplannen. Het nieuwe crisisplan van de VGGM houdt (sterk) rekening met het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009. Zodoende worden de verschillende crisisplannen (van de verschillende veiligheidsregio’s dus) meer op elkaar afgestemd. Dat is met name van belang, als een incident (of ramp) regio-overschrijdend is en hulp van een naburige regio nodig is. In relatie hiermee zijn ingrijpende veranderingen te verwachten op het gebied van bevolkingszorg. Daarin zijn diverse taakorganisaties vertegenwoordigd: communicatie, publieke zorg, informatie en ondersteuning. Op dit onderdeel zal meer op regionaal niveau worden georganiseerd. Lokale en regionale functionarissen zullen daarbij samenwerken binnen één regionale stafsectie. De lokale functionarissen komen uit de incidentgemeente en sturen de lokale processen aan. De regionale functionarissen komen uit een regionale pool en sturen vooral de regionale processen aan (bijvoorbeeld Communicatie). Aan de concrete invulling wordt momenteel (aug.
Programmabegroting 2012-2015
-84-
2011) gewerkt. Daarnaast dient er nog besluitvorming over dit onderdeel binnen de VGGM plaats te vinden.
8.3 Kaderstellende beleidsnota’s − Coalitieakkoord 2011-2014; − Notitie handhaving 2005 en evaluatienotitie 2007 (wordt herzien); − Integraal Veiligheidsplan (2010-2012); − Basisniveau gemeentelijke processen rampenbestrijding Regio Gelderland Midden 2007; − Brandweerbeleidsplannen; 8.4 A Programmaonderdeel Openbare orde en Veiligheid 8.4 A.1 Wat willen we bereiken? 1. Zorgen voor herkenbare, toegankelijke politiezorg in Scherpenzeel; 2. Verhogen van de veiligheid in het dorp; 3. Terugdringen van inbraken via preventieve maatregelen; 4. Verhogen van de veiligheid op de bedrijventerreinen; 5. Het park is een schone, veilige omgeving voor onze inwoners en voor gebruikers van de gebouwen van Huize Scherpenzeel; 6. Werken op basis van een actueel veiligheidsbeleid; 7. Waarborgen dat verleende vergunningen worden nageleefd door actief te handhaven; 8. Voor een effectieve rampenbestrijding intensief samenwerken binnen de veiligheidsregio. 8.4 A.2 Wat gaan we doen? 1. De politiepost, gevestigd aan ’t Zwarte Land, verhuist naar het gemeentehuis aan de Stationsweg. De politie biedt inwoners één keer per twee weken de gelegenheid om ’s avonds aangifte te doen; 2. Verhogen veiligheid in het dorp: − Overleg met de politie over het aantal controles per jaar en de manier waarop deze controles worden uitgevoerd. Controles richten zich met name op snelheid, alcoholmisbruik, het niet-dragen van gordels/valhelmen en het niet-voeren van (brom)fietsverlichting; − Betrokkenheid inwoners bij (veilige) leefomgeving verhogen door het realiseren van wijkplatforms; − Intensivering van de communicatie over openbare orde en veiligheid in Scherpenzeel, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande en eigentijdse communicatiemiddelen; − In samenwerking met bedrijven cameratoezicht op de bedrijventerreinen realiseren en bekijken of cameratoezicht op andere plekken gewenst is; 3. De gemeente voert het Politiekeurmerk Veilig Wonen in en neemt deel aan het Project Niets erin – Niets eruit; 4. Veiligheid bedrijventerreinen: − In samenwerking met de Ondernemersvereniging Scherpenzeel starten van het Keurmerk Veilig Ondernemen;
Programmabegroting 2012-2015
-85-
5. 6. 7.
8.
− Realiseren van cameratoezicht bedrijventerreinen. In samenwerking met het Jeugdnetwerk Scherpenzeel de overlast van hangjongeren in en om het park van Huize Scherpenzeel projectmatig aanpakken; Opstellen van een geactualiseerd Integraal Veiligheidsbeleid 2013-2016; Controleren en handhaven van vergunningen met als prioriteit de werkterreinen bouwen, milieu en horeca (onder andere handhaving van de openingstijden), inclusief sportkantines; Implementeren van nieuw crisisplan;
8.4 A.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Bron
Recentste kengetal
% inwoners dat zich veilig voelt
E
Burgeronderzoek 1e kw 2009
% inwoners dat de politie te weinig ziet Bedrag aan vernielingen tijdens oud en nieuw
E
Monitor
Nooit (55%) en soms (42%) onveilig 97% 75%
P
Grondgebied
7.500 (2010) (was in 2008 € 12.000
2012
2013
2014
2015
2016
65% 32%
70% 28%
70% 28%
70% 28%
70% 28%
98% 75%
98% 75%
98% 75%
98% 75%
98% 75%
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
8.4 B Programmaonderdeel Brandweer en rampen-/crisisbestrijding 8.4 B.1 Wat willen we bereiken? 1. Ervoor zorgen dat de overgang van de Scherpenzeel brandweer naar de regio op een voor ons goede (binnen de acceptabele kwaliteitsnormen, voldoende zorg voor vrijwilligers, zoveel mogelijk passend binnen de huidige budgetten, etc…) manier verloopt; 2. Kwaliteit brandbestrijding verder verbeteren + risico’s verkleinen; 3. Brandweer zo efficiënt en effectief inzetten. 8.4 B.2 Wat gaan we doen? 1. Actieve bijdrage leveren aan de voorbereidingen tot regionalisering door: − samenwerken met diverse partners bij de ontwikkeling van de veiligheidsregio en de ontwikkeling van netcentrisch werken; − begeleiding van de vrijwilligers en beroepskrachten bij de overgang naar de nieuwe regio; − monitoring van de kwaliteit van de brandweerzorg in het kader van de overgang naar de nieuw te vormen veiligheidsregio (VGGM); 2. Aanvalskaarten opstellen: op die manier kunnen branden effectiever worden aangepakt en kunnen verkeerde inschattingen worden voorkomen; 3. Het verder terugdringen van loze meldingen.
Programmabegroting 2012-2015
-86-
8.4 B.3
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Bron
Aantal loze uitrukken
P
Alarmcentrale (safety Portal) < 8 min. < 1 min. < 2 min. > 2 min. Aantal OOMmeldingen
Regioproject “TOOM” *
P
Recentste kengetal
2012
2013
2014
2015
2016
33% 33% 20% 14%
35% 25% 20% 20%
35% 25% 20% 20%
35% 25% 20% 20%
35% 25% 20% 20%
35% 25% 20% 20%
26
20
20
20
20
20
*) Toelichting: Registratie is een belangrijk onderdeel in het project TOOM (Terugdringen van Onechte en Ongewenste Meldingen. Elke melding vanuit een brandmeldinstallatie aangesloten op het meldingsysteem wordt geregistreerd. Dit betekent dat de brandweer bij een automatische melding altijd ter plaatse komt. Aan de hand van de melding en de situatie ter plaatse wordt een registratieformulier ingevuld. Op dit registratieformulier wordt de oorzaak van de brandmelding aangegeven en wordt het ook duidelijk of het een ongewenste of onechte melding is.
8.5
• •
Termijnkalender 2012 Besluitvorming cameratoezicht Actualisatie veiligheidsplan.
Programmabegroting 2012-2015
•
2013 Besluitvorming rond regionale brandweer
•
2014 Regionale brandweer een feit
2015
-87-
8.6
Wat mag het kosten?
8.6.1 Tabel baten en lasten Programma Openbare orde en veiligheid Lasten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
P.M. 5.000
P.M.
P.M.
P.M.
40.000
40.000
2010 Nieuw beleid: Cameratoezicht Buurtpreventie Stelpost regionalisering brandweer Bereikbaarheidskaarten brandweer Overig
25.000
654.898
713.221
722.839
724.544
747.790
769.541
654.898
713.221
752.839
724.544
787.790
809.541
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
-17.683
-5.335
-15.665
-15.665
-15.665
-15.665
Programma
-17.683
-5.335
-15.665
-15.665
-15.665
-15.665
Saldo programma
637.215
707.886
737.174
708.879
772.125
793.876
Totaal lasten Programma
Baten
2010 Nieuw beleid: n.v.t. Overig Totaal baten
Programmabegroting 2012-2015
-88-
8.6.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten 120 140
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Brandweer Openbare orde en veiligheid 822.04 Handhaving
429.592 124.129
428.628 112.216
457.513 119.042
434.217 114.043
497.462 114.043
519.214 114.043
101.177
172.377
176.285
176.285
176.285
176.285
Totaal lasten
654.898
713.221
752.839
724.544
787.790
809.541
2010
2011
2012
2013
2014
2015
-1.704 -9.979
-6.000 -9.665
-6.000 -9.665
-6.000 -9.665
-6.000 -9.665
-6.000 -9.665
-6.000
10.330
0
0
0
0
-17.683
-5.335
-15.665
-15.665
-15.665
-15.665
Baten 120 140
Brandweer Openbare orde en veiligheid 822.04 Handhaving
Totaal baten
Programmabegroting 2012-2015
-89-
Doelenboom Openbare orde en veiligheid Samenvatting missie: Een veilig Scherpenzeel voor inwoners, ondernemers en toeristen.
Bereiken?
Doen?
Indicatoren
Openbare orde en Veiligheid 1. Herkenbare, toegankelijke politiezorg in Scherpenzeel
2. Verhogen van de veiligheid in het dorp
3. Terugdringen van inbraken 4. Verhogen van de veiligheid op de bedrijventerreinen
• De politiepost verhuist naar het gemeentehuis. • Een keer per twee weken is er gelegenheid om ’s avonds aangifte te doen • Diverse controles door de politie • Het realiseren van wijkplatfora • Intensiveren van de communicatie over Openbare Orde en Veiligheid • In samenwerking met bedrijven cameratoezicht op bedrijventerreinen realiseren • Invoeren Politiekeurmerk Veilig Wonen • Deelnemen aan Project Niets erin – Niets eruit • In samenwerking met Ondernemersvereniging Scherpenzeel starten met het Keurmerk Veilig Ondernemen • Realiseren cameratoezicht bedrijventerreinen
5. Zorgen dat het park een schone en veilige omgeving blijft
• In samenwerking met Jeugdnetwerk Scherpenzeel de overlast van hangjongeren in het park projectmatig aanpakken
6. Werken op basis van een actueel veiligheidsbeleid
• Opstellen geactualiseerd Integraal Veiligheidsbeleid 2013-2016
7. Waarborgen dat verleende vergunningen worden nageleefd
• Controleren en handhaven van vergunningen met als prioriteit bouwen, milieu en horeca
8. Intensieve samenwerking binnen de veiligheidsregio voor een effectieve rampenbestrijding
• Implementeren nieuw crisisplan
• % inwoners dat de politie te weinig ziet • % inwoners dat zich veilig voelt • Bedrag aan vernielingen tijdens oud en nieuw
Brandweer en rampen-/crisisbestrijding 1. Ervoor zorgen dat de overgang van de Scherpenzeelse brandweer naar de regio op een voor ons goede manier verloopt
• Samenwerking met diverse partners bij ontwikkeling van de veiligheidsregio • Begeleiding vrijwilligers en beroepskrachten bij overgang naar de nieuwe regio • Monitoren van de kwaliteit van de brandweerzorg i.h.k.v. overgang naar nieuw veiligheidsregio
2. Kwaliteit brandbestrijding verder verbeteren en risico’s verkleinen
• Aanvalskaarten opstellen
3. Brandweer zo efficient en effectief mogelijk inzetten
• Het verder terugdringen van loze meldingen
Programmabegroting 2012-2015
• Aantal loze uitrukken • Regioproject “TOOM”
-90-
PROGRAMMA 9: DIENSTVERLENING, BESTUUR EN ORGANISATIE Portefeuillehouder: J.J.H. Colijn-de Raat / E. van de Glind / H.J.C. Vreeswijk Programmacoördinator: V.J.M. van Arkel
9.1 Missie Het gemeentebestuur staat dicht bij haar inwoners. Een toegankelijke houding hierbij is ons uitgangspunt. Onze inwoners en bedrijven worden tijdig betrokken bij nieuwe ontwikkelingen. En dat op een moment dat er nog sprake kan zijn van een wezenlijke inbreng. Wij communiceren op een directe en actieve wijze. Het bestuur is krachtig en zichtbaar aanwezig in de gemeente en de regio. Wij willen een dienstverlenende gemeente zijn. Dit komt tot uitdrukking in het meedenken met onze inwoners, het uit de weg ruimen van bureaucratie en snellere doorlooptijden. Digitaliseren is hierbij een belangrijk instrument.
9.2 Context en achtergrond Het programma Bestuur valt uiteen in de volgende delen: A. Dienstverlening B. Bestuur en organisatie
A. Dienstverlening Een goede dienstverlening is een belangrijk thema binnen het coalitieakkoord. Het management heeft in overleg met het college een maatregelenplan opgesteld voor het doorontwikkelen van de dienstverlening. Gekozen is voor relatief eenvoudige, snel in te voeren maatregelen. Belangrijke doelstellingen van dit traject op de kortere termijn zijn: − Goede bereikbaarheid met snel resultaat: inwoners dienen de gemeente makkelijk te kunnen bereiken en vriendelijk en duidelijk te woord te worden gestaan. De telefonische bereikbaarheid en vraagafhandeling gaan wij via de vorming van een Telefonisch Informatie Punt (TIP) verbeteren. Het is de bedoeling dat de mensen van het TIP eenvoudige vragen direct kunnen afhandelen en dat meer complexe vragen snel worden doorgeleid. De inwoner wordt snel geholpen en het leidt tot minder ‘verstoring’ in de organisatie. − Naleven van termijnen en nakomen van toezeggingen: Inwoners dienen binnen de afgesproken termijnen antwoord te krijgen op hun e-mails en brieven op een heldere leesbare manier. Verder willen wij dat onze inwoners beter geïnformeerd worden over de stand van zaken rond hun aanvraag, e.d. Toezeggingen worden nagekomen. Hiervoor is geen ‘systeem’ noodzakelijk maar dit is vooral een kwestie van cultuur (ervoor zorgen dat dit vanzelfsprekend is en blijft voor onze medewerkers). − Inzetten ICT voor dienstverlening: ICT biedt veel mogelijkheden om dienstverlening te ondersteunen. Wij participeren daarom al enkele jaren in het RSW-project E-Gemeente (EGEM). Hier maakt onder andere de website, basisregistraties en digitalisering van documentstromen deel van uit.
Programmabegroting 2012-2015
-91-
B. Bestuur en organisatie Bestuurlijke toekomst Het niet doorgaan van RSW vraagt een herbezinning op de toekomst. Mede gezien de substantiële nieuwe taken die gemeenten zullen moeten gaan uitvoeren (bijvoorbeeld Jeugdzorg), is het noodzakelijk ons af te vragen op welke manier we daarop gaan anticiperen. Aan de andere kant zullen er weer taken gedeeltelijk op afstand worden gezet zoals de brandweer (regionale brandweer) en milieu (vorming RUD). Het is niet reëel is dat Scherpenzeel alle taken aan blijft kunnen zonder ingrijpende maatregelen (in de bedrijfsvoering). Diverse varianten zijn mogelijk: intensieve samenwerking, ambtelijke fusie dan wel samenvoeging met een naburige gemeente. De gemeenteraad is voornemens om eind 2011 te starten met een bezinning op de toekomst van Scherpenzeel. Regionale samenwerking Op het gebied van samenwerking speelt er veel in onze regio: − Regio Food Valley: Het jaar 2012 zal gestart worden met een door de gemeenteraden vastgestelde strategische agenda + uitvoeringsplan. Wij zullen moeten bepalen aan welke regionale Food Valley-projecten wij een actieve bijdrage willen leveren. − RUD: Waarschijnlijk zal in onze regio de RUD per 2013 in werking treden. Op dit moment is de concrete organisatievorm nog niet helder. Datzelfde geldt voor het takenpakket van de RUD. In 2012 zullende de voorbereidingen verder vorm krijgen. − Regionale Brandweer: Per 2014 zal de regionale brandweer binnen VGGM gevormd zijn. Bij programma 8 wordt hierop verder ingegaan. Burgerparticipatie Onze inwoners betrekken wij actief en in een vroegtijdig stadium bij ontwikkelingen die in onze gemeente spelen. Wij zetten dan ook in op een actieve wijze van communicatie en zorgen dat onze inwoners hun inbreng tijdig kunnen geven (o.a. participatiebijeenkomst). Ons communicatiebeleid zal hierop worden aangepast en in concrete acties worden uitgewerkt.
9.3 Kaderstellende beleidsnota’s - Coalitieakkoord 2011-2014; - Toekomstvisie 2030; - Nota Mandaat (2008); - Klachtenregeling (2000); - Kadernotitie interactieve beleidsvorming (2003); - Nota communicatiebeleid (2003); - Realisatieplan EGEM (2009);
9.4 A Programmaonderdeel Dienstverlening 9.4 A.1 Wat willen we bereiken? 1. Goede telefonische bereikbaarheid en dienstverlening: snel een deskundige medewerker aan de lijn;
Programmabegroting 2012-2015
-92-
2. Wij gaan werken volgens servicenormen voor de afhandeling van brieven, mails en afgifte van standaard producten. Deze zijn leidend voor de termijnen waarbij wil onze diensten verlenen; 3. Onze inwoners en bedrijven sturen we niet van het kastje naar de muur: voor elke aanvraag/dossier is bij onze inwoners een persoon als aanspreekpunt bekend waar je terecht kunt met je vragen. Datzelfde geldt voor ondernemers door middel van een relatiemanager bedrijven; 4. Een website met betere, actuele informatie die makkelijk te vinden is en het aanbieden van meer producten/aanvragen die geheel digitaal kunnen worden afgehandeld; 9.4 A.2 Wat gaan we doen? 1. Opzetten van telefonisch informatiepunt (TIP) waar telefoon op binnenkomt en veel relatief eenvoudige vragen kunnen worden beantwoord; 2. Introduceren van standaard servicenormen; 3. Introduceren van dossiereigenaars. Voor bedrijven wordt een relatiemanager bedrijven aangesteld; 4. Ook in 2012 zullen wij participeren in het EGEM-project. Voor 2012 willen wij de website een verbeterslag geven; verbeteren kwaliteit website + meer producten digitaal aanbieden. 9.4 A.2
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Bron
Recentste kengetal
- Aantal binnenkomende telefoontjes - % via het TIP afgehandeld % afgehandeld binnen normtijd: - Termijnen - Producten Rapportcijfer voor gemeentelijke dienstverlening Rapportcijfer Website
P
TIP
P
2011
2012
2013
2014
2015
n.v.t.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
TIP
n.v.t.
0%
20%
30%
40%
40%
P P E
Eigen gegevens Burgeronderzoek
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
80% 60% 6
90% 70% 7
95% 85% 8
98% 95% 8
E
Burgeronderzoek
n.v.t.
n.v.t.
5
6
7
7
9.4 B Programmaonderdeel Bestuur en organisatie 9.4 B.1 Wat willen we bereiken? 1. Scherpenzeel voor de lange termijn in staat stellen om op een kwalitatief goede wijze de gemeentelijke taken aan te kunnen. 2. Bij wettelijk verplichte regionale samenwerking zoals de vorming van RUD’s en de regionale brandweer onze belangen als kleine gemeente zoveel mogelijk veiligstellen. 3. Deelname aan de Regio Food Valley moet meerwaarde hebben voor onze gemeente. Daarnaast moeten de kosten ervan binnen de huidige overeengekomen bandbreedte blijven.
Programmabegroting 2012-2015
-93-
4. Wat betreft de activiteiten op zondag; houden zoals het nu is. 5. Inwoners, bedrijven en organisaties in een vroegtijdig stadium informeren en betrekken bij ontwikkelingen in onze gemeente. 6. Wij willen duidelijk en helder communiceren met onze inwoners en schrijven helder en begrijpelijk. Onze besluiten zijn goed en helder gemotiveerd. 7. Om het milieu en onze portemonnee te sparen gaan we vergaderstukken digitaliseren. Dit geldt voor het management, college en de gemeenteraad. 8. Werkbaar aanbestedingsbeleid, waarbij ook lokale ondernemers een serieuze kans krijgen een opdracht gegund te krijgen. 9. De gemeenteraad vroegtijdig betrekken in de in te zetten koers rond strategische beleidsthema’s. 9.4 B.2 Wat gaan we doen? 1. Het in samenwerking met de raad vaststellen van een gedragen toekomstvisie op de bestuurlijke/ambtelijke situatie van Scherpenzeel. 2. Actief meedoen in de voorbereiding van de vorming van de RUD’s en de regionale brandweer. Inzetten op een vormgeving van samenwerking die niet nadelig is voor de relatief kleine deelnemers. 3. Op basis van de strategische agenda bepalen aan welke regioprojecten Scherpenzeel wil deelnemen. 4. De status quo handhaven t.a.v. zondagsrust. 5. Actiever informeren van de buitenwacht en het organiseren van ‘participatiebijeenkomsten’ waarin inwoners kunnen meepraten over plannen. 6. Werken aan heldere correspondentie en beter onderbouwde besluiten. 7. Introductie van E-readers en het stoppen van papieren verspreiding van vergaderstukken. 8. Het huidige aanbestedingsbeleid dient geëvalueerd te worden op mate van werkbaarheid en effecten. Eventuele verbetervoorstellen zullen aan de raad worden voorgelegd. 9. Werken met discussienota’s, themasessies. 9.4 B.2
Tabel effect- en prestatie-indicatoren
Indicator
E/ P
Bron
Recentste kengetal
Aantal participatiebijeenkomsten *) - Aantal gegronde bezwaarschriften (ter vergelijk totaal aantal bezwaarschriften)
P
Communicatie
n.v.t.
P
Eigen cijfer
2010: 34 totaal waarvan 10 gegrond
2011
2012
2013
2014
2015
2
3
3
3
3
-40%
-50%
-60%
-60%
-25%
*) Het aantal participatiebijeenkomsten hangt af van wat er speelt in een betreffend jaar. Er kan daarom niet streefcijfer worden aangegeven. De genoemde aantallen dienen daarom beschouwd te worden als minimum
Programmabegroting 2012-2015
-94-
9.5
•
•
•
• •
•
Termijnkalender 2012 Besluitvorming • vorming m.b.t. RUD’s Visie op toekomst • Scherpenzeel in raad Bepalen ambities binnen projecten Regio Food Valley Invoering Ereaders Evaluatie en herziening aanbestedingsbeleid Discussienota’s/thema in de raad, zoals Structuurvisie
Programmabegroting 2012-2015
2013 Voorbereiding en implementatie RUD RUD een feit
2014
2015
-95-
9.6
Wat mag het kosten?
9.6.1 Tabel baten en lasten Programma Dienstverlening, bestuur en organisatie Lasten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
Relatiemanager bedrijven Implementatiekosten Strategie en beleidsontwikkeling Wegvallen baten Sociale Zaken Vorming RUD Structurele lasten huisvesting Villa Budget ondersteuning AOV Bureaustoelen Werkvoorbereider wegen en groen Uitbreiding communicatie Projectleider, 50% Plan Zuid, 50% Weijdelaer e.a.
33.000
33.000
33.000
33.000
20.000 25.000
20.000 10.000
10.000
54.000
54.000
54.000
54.000
47.625
P.M. 47.625
P.M. 47.625
P.M. 47.625
6.500
6.500
6.500
6.500
6.000 50.000
6.000 25.000
6.000
6.000
23.000
23.000
23.000
23.000
35.000
35.000
ICT-coördinator E-readers Aanbesteden accountant
50.000 0
50.000 0 -7.500
50.000 0 -15.000
50.000 0 -15.000
-27.500
-27.500
-27.500
2010 Nieuw beleid:
Inkrimping VraagWijzer (standaardiseren, uitbesteden) Inkrimping BWO (subsidiebeleid etc.) Inkrimping BMO (webmaster) Inkrimpen FiCon, financieel advies Inkrimping Faza (bode) Contract telefonie aanbesteden Verfijning urentoerekening; minder uren op 002 Overig
-27.500 -11.000
-11.000
-11.000 -11.000
-2.000
-2.000
-2.000
-22.000 -2.000
-25.000
-25.000
-25.000
-25.000
2.448.000
2.415.648
1.911.684
1.971.116
2.051.049
2.115.481
2.448.000
2.415.648
2.234.809
2.208.241
2.200.674
2.194.606
Totaal lasten Programma
Programmabegroting 2012-2015
-96-
Baten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
-387.367
-361.295
-141.292
-141.292
-141.292
-141.292
-387.367
-361.295
-141.292
-141.292
-141.292
-141.292
2.060.633
2.054.353
2.093.517
2.066.949
2.059.382
2.053.314
2010 Nieuw beleid: n.v.t. Overig Totaal baten Programma Saldo programma
9.6.2 Tabel baten en lasten onderliggende producten Lasten
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Bestuursorganen Bestuursondersteuning B&W 003/004 Burgerzaken 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuursondersteuning gemeenteraad
594.456 1.076.758
530.759 1.002.576
506.559 1.023.527
506.492 1.008.527
506.425 1.008.527
506.357 998.527
423.056 166.087
355.365 276.505
365.209 87.926
361.209 87.926
361.209 87.926
365.209 87.926
187.643
250.443
251.587
244.087
236.587
236.587
Totaal
2.448.000
2.415.648
2.234.809
2.208.241
2.200.674
2.194.606
2010
2011
2012
2013
2014
2015
001 002
lasten
Baten 001 002
Bestuursorganen Bestuursondersteuning B&W 003/004 Burgerzaken 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuursondersteuning gemeenteraad
-69.998 0
-8.325 0
-8.325 0
-8.325 0
-8.325 0
-8.325 0
-172.245 -145.124
-166.345 -186.625
-132.967 0
-132.967 0
-132.967 0
-132.967 0
0
0
0
0
0
0
Totaal
-387.367
-361.295
-141.292
-141.292
-141.292
-141.292
baten
Programmabegroting 2012-2015
-97-
9.6.3 Raadsbegroting
001.01 Raad en commissies Personeelslasten raadsleden Personeelslasten nietraadsleden PC-vergoeding raadsleden Thema-avond en opleidingen Excursies Notuleren Raad en Cie. Verzekeringen Kapitaallasten geluidsinstallatie
2010
2011
2012
2013
2014
2015
95.492
74.087
74.087
74.087
74.087
74.087
7.973
9.000
7.500
7.500
7.500
7.500
7.595
6.144
6.144
6.144
6.144
6.144
0
3.000
3.000
3.000
3.000
3.000
4.458 11.539
3.689 15.000
3.689 15.000
3.689 15.000
3.689 15.000
3.689 15.000
0 1.299
422 2.565
422 2.498
422 2.430
422 2.363
422 2.296
136.406
190.640
189.984
189.984
189.984
189.984
9.618 21.750 5.799
9.485 31.618 8.500
9.485 31.618 10.000
9.485 24.118 10.000
9.485 16.618 10.000
9.485 16.618 10.000
5.881 8.189
5.700 4.500
6.000 4.500
6.000 4.500
6.000 4.500
6.000 4.500
315.999
364.350
363.926
356.359
348.791
348.724
006.00 Raadsondersteuning Ambtelijke ondersteuning (uren) Rekenkamer Kosten accountant Onderzoek indicatoren programmabegroting Huur De Breehoek Vergaderkosten Totaal
Programmabegroting 2012-2015
-98-
Doelenboom Dienstverlening, bestuur en organisatie Samenvatting missie: Het bestuur is krachtig en zichtbaar aanwezig in de gemeente en de regio. Wij communiceren op een directe en actieve wijze. Wij willen een dienstverlenende gemeente zijn.
Bereiken?
Doen?
Indicatoren
Dienstverlening 1. Goede telefonische bereikbaarheid en dienstverlening
• Opzetten van een telefonisch informatiepunt (TIP)
2. Werken volgens servicenormen voor de afhandeling van brieven, mails en afgifte standaard producten.
• Introduceren standaard servicenormen
3. Bij onze inwoners is een persoon als aanspreekpunt bekend waar je terecht kunt met vragen
• Introduceren dossiereigenaars • Aanstellen relatiemanager voor bedrijven
4. Een website met betere, actuele informatie die makkelijk te vinden is en het aanbieden van meer producten/aanvragen die geheel digitaal afgehandeld kunnen worden
• Participeren in het EGEM-project • Verbeteren kwaliteit website • Meer producten digitaal aanbieden
Programmabegroting 2012-2015
• Aantal binnenkomende telefoontjes • % via het TIP afgehandeld • % afgehandeld binnen normtijd: termijnen, producten • Rapportcijfer voor gemeentelijke dienstverlening • Rapportcijfer website
-99-
Bereiken?
Doen?
Indicatoren
Bestuur en organisatie 1. Scherpenzeel voor de lange termijn in staat stellen de gemeentelijke taken aan te kunnen
• Samen met de raad een toekomstvisie op de bestuurlijke/ambtelijke situatie vaststellen
2. Bij wettelijk verplichte regionale samenwerking onze belangen als kleine gemeente veilig stellen
• Actief meedoen in de voorbereiding van de vorming RUD’s en regionale brandweer • Inzetten op vormgeving van samenwerking die niet nadelig is voor de relatief kleine deelnemers
3. De kosten van deelname aan de Regio FoodValley moeten binnen de huidige overeengekomen bandbreedte blijven
• Op basis van de strategische agenda bepalen aan welke regioprojecten we meedoen
4. De activiteiten op zondag houden zoals het nu is
• De status quo handhaven t.a.v. zondagsrust
5. Inwoners, bedrijven en organisaties vroegtijdig informeren en betrekken bij ontwikkelingen
• Actiever informeren van de buitenwacht • Organiseren van participatiebijeenkomsten waarin inwoners kunnen meepraten over plannen
6. Duidelijk en helder communiceren
• Werken aan heldere correspondentie en beter onderbouwde besluiten
7. Vergaderstukken digitaliseren 8. Werkbaar aanbestedingsbeleid hanteren 9. De gemeenteraad vroegtijdig betrekken bij strategische beleidsthema’s
Programmabegroting 2012-2015
• Aantal gegronde bewaarschriften • Aantal participatiebijeenkomsten
• Introductie van E-readers • Stoppen met verspreiding van papieren vergaderstukken • Evalueren huidige aanbestedingsbeleid op mate van werkbaarheid en effecten • Verbetervoorstellen voorleggen aan de raad • Werken met discussienota’s en themasessies
-100-
PROGRAMMA 10: ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
10.1
Algemeen
Het programma omvat de algemene dekkingsmiddelen zoals de algemene uitkering uit het gemeentefonds, de belastingen, etc. Wat willen we bereiken? 1. Een gezond en sluitend meerjarenperspectief; 2. Een evenwichtige jaarbegroting; 3. Een financieel beleid volgens vastgestelde randvoorwaarden. Het beleid van de gemeente Scherpenzeel voor deze programmalijn is vastgelegd in de volgende beleidsnota’s: - Nota reserves en voorzieningen; - Treasurystatuut; - Belastingverordeningen; - Legesverorderingen.
Programmabegroting 2012-2015
-101-
10.2
Tabel baten en lasten Programma Algemene dekkingsmiddelen
Lasten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
Automatische incasso gemeentelijke belastingen
-1.000
-1.000
-1.000
-1.000
BTW-mixpercentage Stijging OZB nietwoningen t.b.v. relatiemanager bedrijven
-30.000 -8.250
-30.000 -16.500
-30.000 -24.750
-30.000 -33.000
-15.000
-15.000
2010 Nieuw beleid:
Stijging toeristenbelasting Overig
1.287.070
778.694
242.746
290.152
327.090
339.067
Totaal lasten Programma
1.287.070
778.694
203.496
242.652
256.340
260.067
Baten
realisatie
2011
2012
2013
2014
2015
-17.500
-35.000
2010 Nieuw beleid: Grondexploitaities in eigen hand, rentevoordeel Overig
-9.358.947 -8.703.766 -8.825.014 -8.915.839 -8.960.731 -8.772.465
Totaal baten Programma
-9.358.947 -8.703.766 -8.825.014 -8.915.839 -8.978.231 -8.807.465
Saldo programma
-8.071.877 -7.925.072 -8.621.518 -8.673.187 -8.721.891 -8.547.398
Programmabegroting 2012-2015
-102-
10.3
Tabel baten en lasten onderliggende producten
Lasten 911 913 914
921 922 930
940 960
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2.145
1.736
3.300
3.300
3.300
3.300
26.854 3.261
17.304 3.038
23.655 1.650
23.655 1.650
23.655 1.650
23.655 1.650
6.543
18.410
28.074
28.074
28.074
28.074
6.996
55.484
45.484
45.484
25.484
25.484
113.988
105.884
86.828
86.828
86.828
86.828
25.731 1.101.552
23.826 553.011
11.309 3.195
11.309 42.352
11.309 76.040
11.309 79.766
1.287.070
778.694
203.496
242.652
256.340
260.067
2010
2011
2012
2013
2014
2015
-28.841
0
0
0
0
0
-71.047 -748.129
-83.909 -626.432
-69.239 -647.023
-69.239 -592.082
-69.239 -563.106
-69.239 -558.289
Algemene uitkering Onvoorziene uitgaven Waardering onroerende zaken
-6.734.421
-6.560.139
-6.663.126
-6.634.947
-6.636.375
-6.344.839
-365.602
-12.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Belastingen Saldi Kostenplaatsen
-1.354.009 -56.898
-1.373.598 -47.687
-1.411.946 -33.680
-1.420.480 -199.090
-1.444.202 -265.310
-1.453.115 -381.982
-9.358.947
-8.703.766
-8.825.014
-8.915.839
-8.978.231
-8.807.465
Uitzettingen korter < 1 jaar Beleggingen Geldleningen en uitzettingen > 1 jaar Algemene uitkering Onvoorziene uitgaven Waardering onroerende zaken Belastingen Saldi Kostenplaatsen
Totaal lasten
Baten 911 913 914
921 922 930
940 960
Uitzettingen korter < 1 jaar Beleggingen Geldleningen en uitzettingen > 1 jaar
Totaal baten
Programmabegroting 2012-2015
-103-
Programmabegroting 2012-2015
-104-
PROGRAMMA 11: RESERVES Het programma omvat de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. In overeenstemming met de voorschriften moeten onttrekkingen en toevoegingen aan reserves binnen de begroting expliciet zichtbaar worden gemaakt. De stand van de reserves is te vinden in het overzicht ‘specificatie van het eigen vermogen’ (zie bijlagen).
Toevoegingen aan reserves Lasten
2010
980 Toegerekende rente Egalisatiereserve wegen Reserve riolering Reserve onderwijsgebouwen Algem. reserve Reserve GVVP Reserve automatisering
Totaal toevoegingen
Programmabegroting 2012-2015
1.156.783
2011
2012
2013
2014
2015
496.687
465.202
468.463
460.009
460.121
75.000
75.000
75.000
0 32.738
0 0
0 0
0 0
0 0
279.688 210.000 108.500
5.000 0 108.500
5.000 70.000 108.500
5.000 70.000 108.500
0 108.500
1.127.614
653.702
726.963
718.509
568.621
-105-
Onttrekkingen aan reserves Baten 980
2010
2011
2012
2013
2014
2015
-20.392
0
0
0
0
-134.675 -32.020
-134.675 -19.802
-134.675 -377.936
-134.675 -92.444
-134.675 -75.156
Kwaliteitsreserve Reserve monumenten Dekkingsreserve kapitaallasten Buitenplaats
-55.354 -5.000
-157.500 0
-62.500 0
-27.500 0
-27.500 0
-75.035
0
0
0
0
Dekkingsreserve huur Van Heugten
-81.114
0
0
0
0
Reserve GVVP Reserve WMO Reserve huisvesting Reserve ver/nieuwbouw Heijhorst
0 -42.314 -160.000
-30.000 0 -88.043
-110.000 0 -86.627
-110.000 0 -85.212
-100.000 0 -83.796
-75.000
-75.000
-75.000
-75.000
-75.000
Reserve BTWcomp.fonds Reserve GCN Reserve onderwijsgebouwen
Afvalstoffenheffing
0
-73.873
-2.700
-2.700
-2.700
Reserve herinrichting sportpark De Bree
-491.571
-105.312
-103.315
-101.319
-99.322
Reserve automatisering Reserve riolering Reserve bodemsanering Reserve onderhoud wegen Reserve WWB Algemene reserve
-131.881
-66.559
-99.789
-119.518
-125.724
-103.889 0
-67.266 0
-88.491 0
-104.435 0
-80.466 0
-56.000
0
0
0
0
0 -463.000
0 -328.000
0 -70.000
0 -10.000
0 -30.000
-1.927.244
-1.146.029
-1.211.032
-862.802
-834.338
Totaal onttrekkingen
Programmabegroting 2012-2015
-1.786.050
-106-
RECAPUTILATIE PROGRAMMA’S Lasten Pr. 1
2 3
4 5 6 7 8 9
10
Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening Beheer openbare ruimte en sport Economische zaken en werkgelegenheid Kunst, cultuur en recreatie Onderwijs en educatie Zorg en Welzijn Natuur en milieu Openbare Orde en Veiligheid Dienstverlening, bestuur en organisatie Algemene dekkingsmiddelen Totale lasten
2010 1.497.271
2011 1.018.956
2012 1.235.197
2013 1.114.613
2014 973.833
2015 972.409
2.599.842
2.818.504
2.653.019
2.584.041
2.610.097
2.591.516
573.834
562.204
562.017
562.017
562.017
562.017
444.598
531.814
450.122
435.329
428.729
423.129
1.435.826
962.225
1.446.089
1.779.473
1.493.031
1.446.693
2.663.229 1.185.138 654.898
2.946.785 1.150.381 713.221
2.885.325 1.253.819 752.839
2.869.559 1.191.463 724.544
2.864.408 1.187.211 787.790
2.869.559 1.182.852 809.541
2.448.000
2.415.648
2.234.809
2.208.241
2.200.674
2.194.606
1.287.070
778.694
203.496
242.652
256.340
260.067
14.789.706
13.898.431
13.676.731
13.711.932
13.364.129
13.312.388
2010 -1.140.099
2011 -501.042
2012 -613.636
2013 -608.636
2014 -503.636
2015 -503.636
-834.819
-861.114
-950.645
-986.060
-1.021.475
-1.056.889
-528.575
-520.892
-459.546
-459.196
-458.846
-458.496
-16.330
-5.600
-5.600
-5.600
-5.600
-5.600
-583.136
-94.500
-578.500
-578.500
-578.500
-548.500
-769.905 -973.912 -17.683
-675.075 -893.541 -5.335
-678.375 -883.017 -15.665
-668.480 -914.191 -15.665
-668.480 -914.191 -15.665
-668.480 -914.191 -15.665
-387.367
-361.295
-141.292
-141.292
-141.292
-141.292
-9.358.947
-8.703.766
-8.825.014
-8.915.839
-8.978.231
-8.807.465
Baten Pr. 1
2 3
4 5 6 7 8 9
10
Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening Beheer openbare ruimte en sport Economische zaken en werkgelegenheid Kunst, cultuur en recreatie Onderwijs en educatie Zorg en Welzijn Natuur en milieu Openbare Orde en Veiligheid Dienstverlening, bestuur en organisatie Algemene dekkingsmiddelen Totaal baten Saldo begroting voor bestemming
Programmabegroting 2012-2015
-14.610.773 -12.622.158 -13.151.290 -13.293.459 -13.285.916 -13.120.214 178.933 1.276.272 525.442 418.473 78.212 192.174
-107-
Mutaties reserves Pr.
1
2 3
4 5 6 7 8 9
10 11
2010 Rentetoevoeging Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening Beheer openbare ruimte en sport Economische zaken en werkgelegenheid Kunst, cultuur en recreatie Onderwijs en educatie Zorg en Welzijn Natuur en milieu Openbare Orde en Veiligheid Dienstverlening, bestuur en organisatie Algemene dekkingsmiddelen Totale toevoegingen
Pr. 1
2 3
4 5 6 7 8 9
10 11
Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening Beheer openbare ruimte en sport Economische zaken en werkgelegenheid Kunst, cultuur en recreatie Onderwijs en educatie Zorg en Welzijn Natuur en milieu Openbare Orde en Veiligheid Dienstverlening, bestuur en organisatie Algemene dekkingsmiddelen Totale onttrekkingen Saldo begroting
Programmabegroting 2012-2015
2011
2012
2013
2014
2015
465.202
468.463
460.009
460.121
75.000
145.000
145.000
113.500
113.500
113.500
108.500
1.156.783
1.127.614
653.702
726.963
718.509
568.621
2010
2011
2012
2013
2014
2015
-172.500
-62.500
-27.500
-27.500
-387.578
-301.806
-315.754
-279.788
-75.000
-75.000
-75.000
-75.000
-19.802
-377.936
-92.444
-75.156
-93.873
-2.700
-2.700
-2.700
-262.601
-256.416
-214.730
-239.520
-134.675
-134.675
-134.675
-134.675
-1.786.050
-1.927.244
-1.146.029
-1.211.032
-862.802
-834.338
-450.334
476.642
33.115
-65.596
-66.081
-73.543
Voordelig
Nadelig
Nadelig
Voordelig
Voordelig
Voordelig
-108-
Toelichting op het overzicht van baten lasten: 1. EMU- saldo Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een land maximaal 3% BBP mag zijn. Op basis van een recente wijziging van het BBV dient in de programmabegroting een berekening opgenomen te worden van het gemeentelijk aandeel in het EMU-saldo. Gemeenten hebben ook invloed op de omvang van het EMUsaldo. Het zal duidelijk zijn dat de bijdrage van Scherpenzeel hierin marginaal is. Deze berekening was in voorgaande jaren opgenomen in de productenbegroting.
+ + -
+ + + -
-
1 Exploitatiesaldo voor toevoeging cq onttrekking uit reserves 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 4 Uitgaven aan investeringen in (im)materiele vaste activa die op de balans worden geactiveerd 5 De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen 6a Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiele vaste activa 6b Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiele vaste activa 7 Uitgaven aan aankoop van gronden en de uitgaven aan bouw- en woonrijp maken e.d. 8a Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) 8b Boekwinst op grondverkopen 9 Betalingen ten laste van voorzieningen 10 Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht en die nog niet vallen ondere één van de andere genoemde posten
2011 -1.276.272
2012 -525.442
2013 -418.473
779.943 354.644
663.918 178.114
968.479 178.114
-4.618.117 -2.407.275 -4.128.470
-191.833
-55.295
-371.595
11b Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen Totale Emu-saldo
Programmabegroting 2012-2015
-4.951.635 -2.145.979 -3.771.945
-109-
2. Incidentele baten en lasten Het BBV schrijft voor dat in de programmabegroting een overzicht opgenomen dient te worden met daarin de incidentele lasten en baten die in deze begroting zijn opgenomen. Dit overzicht heeft vooral informatiewaarde voor derden. De Provincie gebruikt deze gegevens bijvoorbeeld om de structurele begrotingspositie te kunnen beoordelen. Pr. B/L Omschrijving
2 1
L B
Bestaand beleid t.l.v. begrotingssaldo Herstel voetpaden Vergoeding toezicht Plan Renes Subtotaal
1 9
L L
Bestaand beleid t.l.v. reserves Actualiseren bestemmingsplannen Incidentele lasten EGEM Subtotaal
2 6 7 8 8 9 9
L L L L L L L
Intensiveringen - t.l.v. begrotingssaldo Sparen voor reconstructies wegen Onderzoek jongerenparticipatie Bodemkwaliteitskaart Buurtpreventie Bereikbaarheidskaarten brandweer Strategie en beleidsontwikkeling Werkvoorbereider wegen en groen Subtotaal
1 1 2 2 7 9 1
L L L L L L L
Intensiveringen t.l.v. reserves etc. Verbeteren dienstverlening Wabo Structuurvisie Omvorming groen Vervolgonderzoeken GVVP Handhaving lopende dossiers Implementatiekosten bezuinigingen Projectleider, 50% Plan Zuid, 50% Weijdelaer e.a.
1
L
Woonvisie
2
L
Uitvoering hondenpoepbeleid
7
L
Vervanging glascontainers Subtotaal
Programmabegroting 2012-2015
2012
Dekking
10.750 -30.000 -19.250
78.000 Algemene reserve 10.000 Algemene reserve 88.000
75.000 7.000 5.000 5.000 25.000 25.000 50.000 192.000
30.000 50.000 50.000 40.000 50.000 20.000 70.000
Algemene reserve Algemene reserve Algemene reserve Algemene reserve Algemene reserve Algemene reserve Grondexploitatie en Kwaliteitsres. soc. woningbouw
30.000 Kwaliteitsreserve soc. woningbouw 30.000 Res. Afvalstoffenheffing 10.000 Res. Afvalstoffenheffing 380.000
-110-
PARAGRAFEN
Programmabegroting 2012-2015
-111-
Programmabegroting 2012-2015
-112-
PARAGRAFEN ALGEMEEN Doel van paragrafen De voor de programmabegroting voorgeschreven paragrafen hebben als doel een dwarsdoorsnede te geven van de begroting, telkens bezien vanuit een bepaald perspectief. Hiermee wordt de informatie die in de programma’s en overige financiële stukken versnipperd is weergegeven gebundeld. De raad krijgt hierdoor een beter zicht op verschillende onderdelen die van belang zijn voor het financieel beheer van de gemeente. Met de paragrafen heeft de raad een instrument in handen dat kan bijdragen aan zijn de kaderstellende en controlerende functie. Voorgeschreven paragrafen Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft de volgende verplichte paragrafen voor. 1. Bedrijfsvoering Deze paragraaf geeft inzicht in de stand van zaken rond de bedrijfsvoering van de gemeente. Het gaat hierbij om onderwerpen als personeel, automatisering, planning & Control, rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid. 2. Weerstandsvermogen In deze paragraaf draait het om de vraag in welke mate onze gemeente in staat is middelen vrij te maken om incidentele financiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van het huidige beleid en dienstverleningsniveau. 3. Onderhoud van kapitaalgoederen In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in het onderhoud van de infrastructuur en de gemeentelijke gebouwen. Inzicht wordt gegeven in het kostenverloop gerelateerd aan de relevante beheersplannen. 4. Financiering Inzicht wordt gegeven in de financieringswijze van het gemeentelijk takenpakket en over hoe wordt omgegaan met gelden die tijdelijk overtollig zijn. 5. Grondbeleid Bij dit onderdeel is weergegeven wat het gemeentelijk grondbeleid is, hoe dit wordt uitgevoerd en wat de actuele (financiële) stand is van de in uitvoering zijnde complexen. 6. Verbonden partijen Scherpenzeel heeft zich bestuurlijk en financieel gebonden aan diverse organisaties. Dit worden verbonden partijen genoemd. In deze paragraaf worden deze partijen in beeld gebracht waarbij de doelstelling van deelname alsmede het financiële belang wordt benoemd.
Programmabegroting 2012-2015
-113-
Belastingen en tarieven In deze paragraaf vindt u het beleid van Scherpenzeel met betrekking op lokale heffingen. Opgenomen is onder andere een overzicht van de belastingtarieven en opbrengsten. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de lokale belastingdruk.
Programmabegroting 2012-2015
-114-
1.
PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING
Doel paragraaf bedrijfsvoering Deze paragraaf heeft als doel om op verschillende voor de gemeenteraad relevante thema’s in te gaan die een relatie hebben tot de bedrijfsvoering. Niet alleen ambtelijk maar ook bestuurlijk. De thema’s hebben een directe relatie met programma 9 Dienstverlening, bestuur en organisatie. In deze paragraaf zullen we ingaan op de thema’s die daar niet zijn benoemd, te weten: • Ambtelijke organisatie • HRM: formatie en personeelsbeleid • ICT • Huisvesting • Inkoopsamenwerking • Finance, Audit, Planning & Control Ambtelijke organisatie Scherpenzeel heeft een zogenaamd afdelingmodel, waarvan de organisatiestructuur als volgt kan worden weergegeven:
De organisatie wordt geleid door 4 afdelingshoofden en de directeur/secretaris. Er is dus één managementlaag in Scherpenzeel. Het afdelingshoofd FiCon is tevens controller.
Programmabegroting 2012-2015
-115-
HRM Formatie De vastgestelde formatie van de gemeentelijke organisatie is per 1-12-2012, inclusief de bij de Kadernota geaccordeerde formatie, als volgt. Aantal formatieplaatsen Begroting 2011
Begroting 2012
Brandweer (beroeps)
1,60
1,93
Bureau BMO
5,86
6,47
Bureau Ficon
5,89
5,89
Bureau Faza
9,22
10,78
Burgerij
11,39
11,39
Grondgebied VROM + Uitvoering binnen
15,56
16,67
Grondgebied Uitvoering buiten
6,89
5,89
Griffie
1,00
1,00
57,41
60,02
Totale organisatie
Op basis van benchmarks met vergelijkbare gemeenten, heeft Scherpenzeel een gemiddeld aantal formatieplaatsen. Om verschillende ambities mogelijk te maken is het noodzakelijk om op onderdelen de formatie uit te breiden. In de Kadernota is ruimschoots aandacht geschonken aan de hierbij geldende argumentatie. Bij vaststelling van de Kadernota door de raad, is besloten om gelden voor de volgende formatie beschikbaar te stellen: • Projectleider (tijdelijk voor de jaren 2012 en 2013, 1 Fte) • Werkvoorbereider openbare werken (tijdelijk voor 2012 en 2013, 1 Fte) • ICT-coördinator (structureel, 1 Fte) • Uitbreiding Communicatie (structureel 0,4 Fte) • Relatiemanager bedrijven (structureel, 0,6 Fte) Huisvesting In juni 2011 is de raad akkoord gegaan met een krediet om de Villa als kantoorruimte in gebruik te nemen. De voorbereidingen hiervoor vinden in het 2 halfjaar van 2011 plaats, zodat de kantoren per 1 januari 2012 bevolkt zullen zijn. De huur van de kantoorruimte bij Van Heugten stopt per februari 2012. Wij verwachten met aangepaste huisvesting de komende jaren over voldoende werkplekken te kunnen beschikken. Automatisering Vanaf het 2e halfjaar wordt de kantoorautomatisering fasegewijs vervangen. De huidige apparatuur + software is reeds geruime tijd afgeschreven. Vervanging was aangehouden met het oog op de fusie. Om te kunnen blijven beschikken over goed werkende systemen, is vervanging op korte termijn noodzakelijk. Inkoopsamenwerking Sinds medio 2009 is Scherpenzeel lid van stichting Inkoop Bureau Midden Nederland (www.IBMN.eu). Na een moeizame start loopt de dienstverlening van IBMN
Programmabegroting 2012-2015
-116-
aan onze organisatie goed. Het maken van schaalgrootte binnen aanbestedingen heeft inmiddels al z’n vruchten opgeleverd. Een mooi voorbeeld hiervan is het gezamenlijk inkopen van personeelsdiensten.
Finance, Audit, Planning & Control Herindelingproces: toezicht niet meer van toepassing Vanaf juli 2011 is het verscherpt provinciaal toezicht in het kader van wet Arhi opgeheven. Met ingang van de begroting 2012 is het normale begrotingstoezicht daarom weer van toepassing. Audit: 213a onderzoeken Onderzoeken op basis van 213a kosten de organisatie veel tijd en geld. Er moet dus een duidelijke aanwijsbare aanleiding en een bepaald thema zijn om een onderzoek te doen. Bij het uitvoeren van 213a onderzoeken wordt samengewerkt met de voormalige ViP-gemeenten. Met deze gemeenten komen wij tot de gezamenlijke conclusie dat het aantal zinvolle onderzoeksonderwerpen voor de toekomst beperkt is. Gelet hierop willen wij meer de focus gaan leggen op korte ‘quick scans’ over interne bedrijfsvoeringonderwerpen. Voor 2012 hebben wij nog geen thema in beeld en zal er vooralsnog geen 213a-onderzoek plaatsvinden. Audit: Accountant Ernst & Young controleert de jaarstukken voor de jaren 2008-2010, met een verlengingsoptie voor de jaren 2011 en 2012. Van de verleningmogelijkheid is inmiddels gebruik gemaakt. In 2012 zal een nieuwe aanbesteding plaatsvinden van de accountantsdienstverlening. Wij verwachten –mede gelet op het goede niveau van onze AO/IC- het nieuwe contract tegen lagere kosten aan te kunnen gaan. Audit: Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand Onze gemeente maakt deel uit van de Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand (www.rkvalleienveluwerand.nl). Het onderzoeksprogramma voor 2012 is op dit moment nog niet beschikbaar en komt naar verwachting in het 4e kwartaal uit. Voor 2011 staat een onderzoek naar regionale samenwerking op de rol. Dit onderzoek zal naar verwachting doorlopen tot in 2012. Planning & control Voor de begroting 2012 zijn alle programma’s opnieuw opgezet. Mede vanuit het lopende beleid en het coalitieakkoord zijn nieuwe teksten geformuleerd op de zogenaamde WWW-vragen. Binnen gemeentelijke projecten wordt vanaf 2011 een zogenaamde projectcontroller opgenomen. Deze controller bewaakt onder meer budgetten en signaleert financiële en juridische risico’s. De ervaringen hiermee zijn positief.
Programmabegroting 2012-2015
-117-
Programmabegroting 2012-2015
-118-
2.
PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN
Doel paragraaf weerstandsvermogen Deze paragraaf geeft inzicht in het feit of de gemeente in staat is om middelen vrij te maken voor het opvangen van substantiële tegenvallers, zonder dat dit betekent dat het beleid veranderd moet worden. Daarnaast is een wezenlijk onderdeel van de paragraaf weerstandsvermogen, het in beeld brengen van de financiële risico’s die we als gemeente lopen. Het bepalen van het beschikbare weerstandsvermogen heeft alleen nut als deze afgezet wordt tegenover reële risico’s. De confrontatie hiertussen geeft antwoord op de vraag of het weerstandsvermogen voldoende is.
Weerstandsvermogen Wat is weerstandsvermogen? Zoals blijkt uit de bovenstaande omschrijving van de doelstelling van deze paragraaf, is inzicht nodig in de mate waarop aanzienlijke financiële tegenvallers, binnen bestaand beleid, op te vangen zijn. De weerstandscapaciteit dient dus om de continuïteit van de organisatie te waarborgen. Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen, is inzicht nodig in de omvang, in de bedrijfsrisico's (voor de overige risico's zijn verzekeringen afgesloten ofwel voorzieningen gevormd) en de aanwezige weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit bevat twee componenten: 1. Een incidentele component bestaande uit algemene reserves die als buffer dienen voor het tijdelijk opvangen van negatieve exploitatieresultaten van onvoorzienbare externe ontwikkelingen en uit een raming voor onvoorzien. 2. Een structurele component, bestaande uit de onbenutte belastingcapaciteit en capaciteit van de overige heffingen. Het verhogen van de inkomsten door belastingverhogingen kan worden benut als er geen andere mogelijkheden meer voorhanden zijn om deze tegenvallers op te vangen. Weerstandscapaciteit in Scherpenzeel Hieronder wordt de weerstandscapaciteit berekend voor de gemeente Scherpenzeel. Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. Onbenutte belastingcapaciteit Bij de bepaling van de onbenutte belastingcapaciteit wordt alleen uitgegaan van de onbenutte belastingcapaciteit op de OZB. De opbrengsten voor de rioolheffing en afvalstoffenheffing zijn namelijk in beginsel kostendekkend. Voor de berekening wordt het tarief gehanteerd dat van toepassing is bij een aanvraag op basis van artikel 12 van de Financiële verhoudingswet. Voor 2012 is dit 0,1432% (percentage van de WOZ-waarde) volgens de meicirculaire 2011, voor zowel woningen als nietwoningen. Onvoorziene uitgaven In onze begroting is een bedrag opgenomen voor onvoorziene uitgaven. Dit bedrag is voor 2012 € 23.300. Hiervoor is € 2,50 per inwoner gehanteerd. Deze post is bedoeld om incidentele (kleinere) uitgaven op te vangen die zich lopende het jaar voordoen en die bij de opstelling van de begroting nog niet bekend waren.
Programmabegroting 2012-2015
-119-
Algemene reserve Als minimale norm voor de vrij aanwendbare algemene reserve wordt uitgegaan van de indicatieve norm die de provincie Gelderland hiervoor hanteert. Deze norm is 6% van de algemene uitkering en de belastingcapaciteit. Voor Scherpenzeel komt dit uit op afgerond € 435.000. Per 1 januari 2012 is de geraamde stand van de algemene reserve afgerond € 2.999.500. Reserve Gasbedrijf Centraal Nederland (GCN) Van de reserve GCN wordt jaarlijks de rente toegevoegd aan de exploitatie. Dit is een bedrag van afgerond € 135.000. Er is geen bestemming aan deze reserve gegeven anders dan de jaarlijkse toevoeging van de rente. Daarom wordt deze reserve beschouwd als een algemene reserve en meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Stille reserves Stille reserves maken onderdeel uit van de weerstandscapaciteit. Dit zijn zaken waarvoor geen (of slechts beperkte) boekwaarde aanwezig is maar toch een zekere waarde in het economisch verkeer vertegenwoordigen. Het gaat om de WOZwaardes van de ambtswoning en Willaerlaan 34. De WOZ-waarde van zwembad ’t Willaer bedraagt € 1.158.000. Deze waarde is buiten beschouwing gelaten, omdat verkoop geen reële optie is. Tabel 1 Overzicht weerstandscapaciteit Per 1-1-2012 Structureel Onbenutte belastingcapaciteit: - OZB woningen eigenaar - OZB niet-woningen eigenaar - OZB niet-woningen gebruiker Totaal onbenutte belastingcapaciteit
€ € € €
532.000 9.100 51.700 592.800
Onvoorziene uitgaven
€
23.300
Totale structurele weerstandscapaciteit:
€
616.100
€ €
3.014.267 3.847.844
€ € €
554.000 255.000 P.M. 809.000
€
7.671.111
Incidenteel Algemene reserve Reserve GCN Stille reserves: - Ambtswoning (Burg. Royaardslaan 2) - Willaerlaan 34 - Zwembad 't Willaer (Breelaan 6)
Totale incidentele weerstandscapaciteit:
Programmabegroting 2012-2015
-120-
Risico-inventarisatie Wat is een risico? Een risico is het gevaar van het ontstaan van schade of verlies door interne of externe omstandigheden. Het betreft risicoposten waarvan de financiële omvang (nog) niet, of slechts bij benadering bepaald kan worden en waarvoor het niet zeker is of, en zo ja, wanneer het risico zich voor doet. Indien het risico wel concreet getaxeerd kan worden, is het beleid dat er een voorziening gevormd wordt ter dekking van de kosten. Risico’s in Scherpenzeel In het onderstaande overzicht is inzicht gegeven in de risico’s die in onze gemeente spelen. De risico’s zijn ingedeeld in een zestal categorieën, (A t/m F) waarbij per geval is ingeschat welke kans er is dat het risico zich daadwerkelijk zal voordoen. Daarnaast is, waar mogelijk, een indicatie van de mogelijke financiële implicaties weergegeven. Dit wordt gedaan door de financiële grondslag van het risico, te vermenigvuldigen met één van de onderstaande kansfactoren. Kans dat risico zich voordoet: Minimaal Beperkt Reëel Zeer Reëel
wegingsfactor 0,10 0,25 0,50 0,75
De uitkomst van deze berekening wordt verderop in deze paragraaf vergeleken met het aanwezige weerstandsvermogen. Tabel 2 Risico-inventarisatie Omschrijving A. Risico’s uit juridische procedures en aansprakelijkheid - Juridische procedures - Aanbestedingen B. Risico’s uit borgstellingen en gemeentegaranties - Garantie ARN - Borgstelling Patrimonium (achtervang WSW) - Garantie voor diverse verenigingen en instellingen - Garantie geldlening Woonstede - Borgstelling Woonstede i.v.m. aankoop woningbedrijf - Borgstelling Vallei Wonen (achtervang WSW) C. Exploitatierisico’s - Grondexploitatie - Hulpverlening Gelderland Midden - Sociale werkvoorziening/Permar - Inkomensvoorzieningen - Participatiebudget - Wet werken naar vermogen - WMO (huishoudelijke hulp) - Exploitatie De Breehoek - Algemene Uitkering
Programmabegroting 2012-2015
Kans
Grondslag
Bedrag Bedrag incidenteel structureel
Beperkt Minimaal
€ 30.000 € 143.000
€ 7.500 € 14.300
Beperkt Minimaal Minimaal Minimaal Minimaal Minimaal
€ 277.527 € 3.616.816 €0 € 5.110.855 € 1.744.637 €0
€ 69.382 € 361.682 €0 € 511.085 € 174.464 €0
Reëel Minimaal Zeer reëel Minimaal Minimaal Reëel Beperkt Reëel Reëel
€ 995.000 Onbekend € 38.798
€ 497.500
€0 €0 Onbekend € 115.050 € 22.000 € 199.894
€0 €0
€ 29.099
€ 28.763 € 11.000 € 99.947
-121-
Omschrijving
Kans
- Decentralisaties - Beleid andere overheden - Tegenvallers binnen de begroting D. Risico’s op eigendommen - Diefstal, fraude, etc… - Schade door brand, storm, etc… E. Risico’s in samenhang met de bedrijfsvoering - Personeel F. Vermogensrisico’s - Belegging Kaupthing - Belegging Royal Bank of Scotland - Overige beleggingsportefeuille - Benodigde externe financiering Totale financiële inschatting risico’s
Minimaal Reëel Reëel
Onbekend Onbekend € 143.000
Minimaal Minimaal
eigen risico eigen risico
Reëel Reëel Beperkt Minimaal Reëel
Grondslag
Bedrag Bedrag incidenteel structureel
€ 71.500
Onbekend € 332.050 € 2.500.000 € 5.000.000 € 75.000
€ 166.025 € 625.000 € 500.000 € 2.926.938
Toelichting op de risico-inventarisatie A. Risico’s uit juridische procedures en aansprakelijkheid • Aansprakelijkheidstellingen. De gemeente is verzekerd voor aansprakelijkheidstellingen. Bij aansprakelijkheidstellingen geldt een eigen risico. Ter dekking hiervan is een bedrag van € 2.500 opgenomen in de begroting. • Juridische procedures. Bij juridische procedures op publiek- of privaatrechtelijk gebied kan externe ondersteuning nodig zijn bovenop de in de begroting geraamde basisbedragen. Hiervoor is € 30.000 opgenomen in deze risico-inventarisatie. • Aanbestedingen. Bij aanbestedingtrajecten is vaak complexe regelgeving van toepassing. Het niet correct volgen van richtlijnen en procedures kan leiden tot juridische geschillen. Om te borgen dat hiervoor binnen de organisatie voldoende expertise aanwezig is, is de gemeente met ingang van 1juli 2009 toegetreden tot stichting Inkoop Bureau Midden Nederland (IBMN). Hiermee is voldoende kennis in huis gehaald om een kwaliteitsimpuls te geven aan het inkoop-en aanbestedingsproces. Mede gelet hierop wordt het risico op procedures op minimaal ingeschat. Als grondslag voor de kwantificering wordt 1% van het begrotingstotaal gehanteerd.
B. Risico’s die uit voortvloeien uit borgstellingen en gemeentegaranties • De ARN (Afvalverwerking Regio Nijmegen) is het afvalverwerkingsbedrijf waarbij de gemeente Scherpenzeel via regio De Vallei is aangesloten. Garant wordt gestaan voor een gedeelte van verstrekte geldleningen aan ARN met een bedrag van € 277.527 (per 1 januari 2010, recente cijfers zijn nog niet bekend). Er is sprake van een op dit moment financieel gezond bedrijf. De economische crisis gaat ook de afvalsector echter niet voorbij. In welke mate de ARN hierdoor geraakt zal worden, is op dit moment nog niet duidelijk. Het bedrijf heeft de beschikking over het nodige weerstandsvermogen om zo nodig een bepaalde periode te overbruggen. Het genoemde garantiebedrag is ons maximale risico. • Voor een aantal verenigingen en instellingen had de gemeente de betaling van rente en aflossing gegarandeerd. De betreffende lening zijn eind 2011 nihil.
Programmabegroting 2012-2015
-122-
€ 37.500 € 277.808
•
•
De gemeente heeft de achtervangpositie ingenomen van een door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw gegarandeerde geldlening van ruim € 5,1 miljoen aan Woonstede te Ede. De risico’s van borgstellingen aan Woonstede zijn minimaal aangezien het woningbezit van de woningcorporatie als onderpand dient. Een vergelijkbare positie is van toepassing voor de borgstelling van afgerond € 3,6 miljoen aan woningcorporatie Patrimonium te Veenendaal ten behoeve van de sociale woningbouw in het plan Gelderse Roos. De borgstelling van € 2,2 miljoen (Plan Nieuw Willaer) voor Vallei Wonen te Woudenberg is geëindigd in september 2011. De drie genoemde woningcorporaties kregen in november 2010 een positief solvabiliteits- en continuïteitsoordeel van het Centraal Fonds Volkshuisvesting. De gemeente staat borg voor een bedrag van € 1.744.637 in verband met de door Woonstede aangegane geldleningen voor de aankoop van het gemeentelijk Woningbedrijf.
C. Exploitatierisico’s • Bouwgronden. De boekwaarde van de nog niet in exploitatie genomen bouwgronden bedraagt per 1 januari 2012 bijna € 6 miljoen. In beginsel loopt de gemeente risico tot het bedrag van de boekwaarde van de niet verkochte gronden. Echter, als de toekomstige bouwbestemming is vastgelegd kan voor de ‘relevante marktwaarde’ worden uitgegaan van de laagst denkbare verwachtingswaarde in de toekomstige bouwbestemming. De analyse van de risico’s op de grondexploitaties is bij de Programmarekening 2010 bepaald op afgerond € 1.462.500. Deze stand is nog steeds actueel. Er wordt ter opvang van het toekomstig bedrijfsrisico een Reserve grondexploitatie aangehouden van minimaal € 450.000 overeenkomstig de Nota reserves en voorzieningen. Deze reserve bedraagt per ultimo 2010 afgerond € 467.500. Dit houdt in dat er een niet afgedekt risico bestaat van afgerond € 995.000. In de tweede helft van 2012 is gestart met het actualiseren van de Nota grondbeleid. Hierin wordt opnieuw naar de risico’s gekeken. Dit is ook noodzakelijk voor de bepaling van het risico dat in de jaarrekening 2011 verwerkt moet worden. • VGGM. De hulpverleningsorganisatie Gelderland Midden is een gemeenschappelijke regeling van een 16-tal gemeenten. Per 2011 is de naam van deze organisatie Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM). Het karakter van een gemeenschappelijke regeling is dat de deelnemende gemeenten tezamen verantwoordelijk zijn voor de financiële positie. De financiële situatie van VGGM is stabiel. Uit de jaarrekening 2010 blijkt dat het vermogen in lijn is met het benodigde weerstandsvermogen. • Sociale Werkvoorziening. Mede door de economische crisis hebben Werkvoorzieningschappen meer moeite hun financiële exploitatie sluitend te krijgen. Het jaar 2010 van de Permar is met een fors negatief resultaat afgesloten, waardoor het eigen vermogen drastisch is afgenomen. Ook voor het jaar 2011 wordt een op een negatief exploitatiesaldo verwacht. Na afloop van 2011 is het weerstandsvermogen waarschijnlijk nihil. Dat betekent dat bij verdere tegenvallers er een beroep kan worden gedaan op de participerende gemeenten. Voor de berekening van het risico is voorlopig uitgegaan van een jaarlijks tekort van € 1 miljoen op de exploitatie van Permar. Omgeslagen op basis van de inwonersaantallen van de deelnemende gemeenten bedraagt het structurele risico voor Scherpenzeel ongeveer € 30.000.
Programmabegroting 2012-2015
-123-
•
•
•
•
Inkomensvoorzieningen (gebundelde uitkering). De gemeente is risicodrager voor het verstrekken van de bijstandsuitkeringen. Vanaf 2010 is de gebundelde uitkering (WWB, WIJ, IOAW/IOAZ en een deel van de Bbz) in werking getreden. Dit betekent bijvoorbeeld ook dat de kosten van levensonderhoud voor zelfstandigen onder deze regeling vallen. Bij een stagnerende economische groei is het te verwachten dat er meer instroom zal ontstaan en zelfstandigen in toenemende mate een beroep doen op deze inkomensvoorziening. Echter, het risico op dit moment is voor Scherpenzeel klein. Gemeenten tot 10.000 inwoners hebben een eigen risico van 10% van de gebundelde uitkering, onder de voorwaarde dat er rechtmatig uitkeringen zijn verstrekt. Dit eigen risico is reeds financieel opgenomen in de begroting omdat het waarschijnlijk is dat deze kosten gemaakt zullen worden. Er kan jaarlijks een incidenteel aanvullende uitkering worden verkregen bij het Rijk bij overschrijding van het budget van meer dan 10%. Het risico is voor de gemeente daarmee volledig ingecalculeerd. Participatiebudget. De gemeente krijgt jaarlijks een participatiebudget voor de onderdelen re-integratie, inburgering en (volwassen)educatie. Zodra het aantal uitkeringsgerechtigden toeneemt, nemen ook de uitgaven voor het participatiebudget toe voor het onderdeel re-integratie. Hierdoor loopt de gemeente een risico. Vanuit het onderdeel re-integratie heeft de gemeente op dit moment nog de beschikking over bedragen uit de zgn. Meeneemregeling. Hiernaast is er nog een Reserve inkomensdeel welke ook kan worden gebruikt voor tekorten op het onderdeel re-integratie. Hiermee is het risico voor de korte termijn afgedekt. Het bedrag voor inburgering daalt vanaf 2012 fors. Wanneer in 2011 een aantal trajecten kan worden gestart, blijft het risico hiervan beperkt. Vanaf 2013 vervalt de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het onderdeel inburgering. Het onderdeel re-integratie wordt ondergebracht in de Wet werken naar vermogen. Wet werken naar vermogen. Het kabinet streeft er naar vanaf 2013 De Wet werken naar vermogen in te voeren. Het is de bedoeling hiermee te komen tot één regeling voor ‘de onderkant van de arbeidsmarkt’. Met name voor de sociale werkvoorziening betekent dit een forse verandering. De afname van het aantal arbeidsplaatsen moet via natuurlijk verloop worden opgevangen. De subsidie per arbeidsplaats neemt echter wel af. Daarnaast wordt de gemeente verantwoordelijk voor de aanvulling aan mensen die in de arbeidsmarkt niet het minimum loon kunnen verdienen (loondispensatie). Behalve de structurele toevoeging aan het gemeentefonds komt er een herstructureringsfonds (wat overigens niet bedoeld is om exploitatietekorten op te vangen). De exacte uitwerking voor individuele gemeenten is nu nog niet in te schatten. WMO. Naast de verschillende andere prestatievelden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is de gemeente verantwoordelijk voor de bekostiging van hulp in de huishouding. In 2009 heeft de aanbesteding van de huishoudelijke hulp plaatsgevonden. Binnen de aanbesteding wordt in de uurtarieven onderscheid gemaakt tussen de basisprijs en een bonus. De mate waarin de bonus wordt uitbetaald is afhankelijk van de prestaties van de zorgaanbieder. In de begroting is rekening gehouden met het gemiddelde basisuurtarief en de gemiddelde bonus. De uurtarieven van de deelnemende zorgaanbieders verschillen. Wanneer relatief veel uren naar duurdere zorgaanbieders gaan, zullen de uitgaven toenemen. Daarnaast bestaat een risico ten aanzien van de verhouding tussen geïndiceerde en daadwerkelijk geleverde uren. Uit ervaringscijfers blijkt dat de geïndiceerde uren lang niet altijd daadwerkelijk geleverd worden. Deze ervaringscijfers zijn ook gebruikt voor de begroting. De genoemde factoren (uitkering bonus, prijs-
Programmabegroting 2012-2015
-124-
•
•
•
•
•
verschil zorgaanbieders en werkelijkheid versus geïndiceerde uren) leiden tot een risico op de uitgaven voor huishoudelijke hulp. Het maximale risico is berekend op basis van de totale geïndiceerde uren 2011 en de duurste zorgaanbieder. Exploitatie De Breehoek. De Raad van Toezicht van De Breehoek heeft in een Plan van Aanpak een meerjarenperspectief geschetst voor de komende jaren. In dit plan zijn omzetstijgingen door meer acquisitie en door aanpassing van het bestemmingsplan (nog) niet opgenomen. De gemeenteraad heeft besloten de exploitatiebijdrage aan De Breehoek niet te verhogen, waardoor een verschil ontstaat tussen het geraamde exploitatietekort en de bijdrage van de gemeente. Dit verschil is als structureel risico opgenomen. Decentralisaties. De komende jaren gaan twee grote decentralisaties spelen. Het is op dit moment niet weer te geven wat de (financiële) effecten voor Scherpenzeel zullen zijn. Over het algemeen is de verwachting dat de nieuwe taken uitgevoerd kunnen worden met het budget dat beschikbaar wordt gesteld, mits er ook voldoende beleidsvrijheid voor de gemeenten komt. − Vanuit de AWBZ wordt de extramurale begeleiding onder de Wmo gebracht. Vanaf 2013 geldt dit voor nieuwe gevallen, terwijl de gemeente vanaf 2014 verantwoordelijk wordt voor het geheel. De macrobudgetten en de uitvoeringskosten worden door een onafhankelijk onderzoek in kaart gebracht, naar schatting gaat het om € 2,5 miljard. De invoeringskosten zijn vastgesteld op € 80 miljoen. − Gemeenten worden rond 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdzorg. Ook hier geldt dat het bedrag nog niet bekend is. De geschatte omvang is € 3 miljard, terwijl de invoeringskosten € 64 miljoen bedragen. Algemene uitkering. De algemene uitkering uit het gemeentefonds vormt voor circa 50% onze inkomstenbron. De algemene uitkering is gekoppeld aan de rijksbegroting (‘Samen de trap op en af’). Daarmee draagt de gemeeente ook weer het risico van onderbesteding door de rijksoverheid en de effecten van de loon- en prijsstijgingen op de rijksbegroting. Vanuit de december- en meicirculaire zijn de meerjarige ramingen opgesteld. Enkele risicofactoren zijn: de landerlijke ontwikkelingen van de bijstandsgerechtigden, het inflatiecijfer en de defintieve doorwerking van het bestuursakkoord naar het gemeentefonds. Concreet kan hierbij worden gedacht aan de efficiencykorting voor de Regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s). Als risico-inschatting hanteren we 3% van de Algemene uitkering. Beleid andere overheden. Het is reëel dat bezuinigingen door de landelijke overheid of de provincie leiden tot kostenstijgingen bij de gemeente. Een voorbeeld is de afname van de Brede doeluitkering wegen, waardoor de subsidiemogelijkheden beperkt worden.. Tegenvallers binnen de begroting. Hoewel er reëel geraamd wordt, kunnen zich naast de reeds in deze paragraaf genoemde zaken, ontwikkelingen voordoen die een nadelige invloed hebben op het begrotingsresultaat. Het in deze paragraaf opgenomen risicobedrag moet daarom vooraf als risicoperspectief voor de komende jaren bezien worden. Als grondslag voor de risico-inschatting wordt gehanteerd 1% van het begrotingstotaal. Hierbij kan het gaan om: o Hogere, niet of moeilijk beïnvloedbare kosten. o Tegenvallende inkomsten: zoals voor bouwleges en andere rechten. o Bijdragen in open einde regelingen, zoals leerlingenvervoer. o Het aanwenden van de beklemde reserve GCN t.b.v. de incidentele weerstandscapaciteit. Deze reserve levert jaarlijks afgerond € 135.000 aan baten op in de exploitatie.
Programmabegroting 2012-2015
-125-
D. Risico’s op eigendommen De waarde van gemeentelijke eigendommen wordt beschermd tegen risico’s door middel van verzekeringen. De polissen van de diverse verzekeringen worden regelmatig geactualiseerd om het risico van onderverzekering te voorkomen. In september 2009 zijn de gemeentelijke eigendommen getaxeerd. Alle gemeentelijke gebouwen zijn verzekerd tegen brand en storm. Het gaat hierbij om zowel de opstallen als de inboedel. De schoolgebouwen inclusief inboedel zijn verzekerd tegen een uitgebreide dekking. De kunstgrasvelden in gebruik bij de voetbal- en hockeyverenigingen zijn allrisk verzekerd. De motorrijtuigen en het werkmaterieel zijn verzekerd tegen WA+casco. Wat diefstal en fraude betreft, is de gemeente verzekerd tegen fraude, diefstal van geld en andere waardedocumenten met een maximumbedrag van € 250.000 per gebeurtenis. Daarnaast zijn aparte verzekeringen afgesloten voor diefstal van computerapparatuur en kunstvoorwerpen. De verdere inboedel is echter niet verzekerd voor diefstal. Weliswaar is vrijwel alles te verzekeren, maar de kosten hiervan moeten worden afgewogen tegen de mate van het financiële risico dat wordt gelopen. Het te lopen risico op de inboedel is dan ook beperkt.
E. Risico’s in samenhang met de bedrijfsvoering • Personeel Aangezien de gemeente Scherpenzeel een kleine gemeente is met een op de grootte afgestemd personeelsbestand, kan de voortgang van de werkzaamheden grote hinder ondervinden bij ziekte en vacatures. Om dit in eerste instantie op te vangen is er in de begroting budget opgenomen. Voor 2012 is de raming € 20.000. Voor vacatures worden in eerste instantie vrijvallende salariskosten ingezet voor tijdelijke vervanging. Het risico bestaat echter dat de beschikbare middelen niet voldoende zijn.
F. Vermogensrisico’s De gemeente beschikt per 1 januari 2012 over een beleggingsportefeuille met een nominale waarde van bijna € 10 miljoen. Bij de jaarrekening 2009 zijn de obligaties in Kaupthing Bank afgewaardeerd, waardoor de balanswaarde van de obligaties per 1 januari 2012 ruim € 7,8 miljoen is. Vanwege de financiële crisis staan de obligatiekoersen nog steeds onder druk. Gezien het feit dat wij niet actief handelen, hoeft een lagere koers niet tot problemen te leiden, mits de financiële instelling waarbij de participatie is aangegaan ‘overeind blijft’. Voor meer informatie over de beleggingen wordt ook verwezen naar de paragraaf Financiering. • De obligatie in Kaupthing Bank is bij de Programmarekening 2009 afgewaardeerd naar € 332.000. Het moratorium op Kaupthing oud is verlopen op 24 november 2010. De liquidatie zal naar verwachting nog enkele jaren in beslag nemen. Er is geen concrete informatie beschikbaar om te bepalen wat het uitkeringspercentage wordt. Op basis van informatie uit de markt (koerswaarde en biedingen) lijkt een uitkeringspercentage van 30% haalbaar te zijn. De einduitkomst is echter onzeker. • Een ander mogelijk risico is onze participatie van € 2,5 miljoen bij Royal Bank of Scotland. De rating van deze bank is in 2010 positief bijgesteld naar Ba1, maar
Programmabegroting 2012-2015
-126-
•
blijft onder het minimum van wat de wet FIDO als ondergrens hanteert. De bank boekt weer positieve bedrijfsresultaten en is voor circa 80% in handen van de Britse Staat. Hierdoor wordt het risico als beperkt aangemerkt. In de meerjarige renteberekening is er van uitgegaan dat de lopende obligaties in 2013 en 2014 worden afgelost op de zogenoemde calldatum. Wanneer dit niet plaatsvindt, zal externe financiering moeten worden aangetrokken. Afhankelijk van de renteontwikkeling kan dit leiden tot een kostenstijging van € 75.000.
Weerstandscapaciteit en risico’s: conclusie De gemeente wordt geconfronteerd met verschillende risico’s. Deze risico’s zijn geinventariseerd in bovenstaand overzicht waarbij zoveel mogelijk een inschatting is gemaakt van de financiële implicaties zijn gemaakt. Door de wegingsystematiek is het mogelijk om de kwantificering van de risico’s te vergelijken met het beschikbare weerstandsvermogen. De volgende conclusies kunnen worden getrokken: • Een groot deel van de geïnventariseerde risico’s hebben incidentele gevolgen. De incidentele risico’s worden becijferd op een normbedrag van afgerond € 2,9 miljoen. Onze incidentele weerstandcapaciteit is berekend op ruim € 7,6 miljoen. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat onze incidentele weerstandcapaciteit op voldoende niveau ligt. • Het normbedrag voor de structurele risico’s is berekend op afgerond € 278.000. De structurele weerstandscapaciteit is € 616.000. Ook hiervoor geldt dat er voldoende structureel weerstandsvermogen aanwezig is. De gemeente heeft dus een voldoende solide vermogenspositie om ook in de huidige periode van economisch zwaar weer het nodige op te kunnen vangen.
Programmabegroting 2012-2015
-127-
Programmabegroting 2012-2015
-128-
3.
PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN
3.1 Wettelijk kader In deze paragraaf wordt voor de kapitaalgoederen wegen, openbaar groen, water, gebouwen en riolering het volgende aangegeven: - het beleidskader; - de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties; - de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Met onderhoud van kapitaalgoederen is een substantieel deel van de begroting gemoeid. Een helder en volledig overzicht is daarom van belang voor een goed inzicht in de financiële positie.
3.2 Beleidskader Het onderhoud van bovengenoemde kapitaalgoederen gebeurt aan de hand van beheerplannen. Over het algemeen worden de jaarlijkse lasten behorende bij het beheerplan constant gehouden door gebruik te maken van een voorziening. Sinds de invoering van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) mag een dergelijke voorziening op geen enkel moment negatief staan. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de bestaande en geplande beheerplannen en de financiële consequenties inclusief de vertaling daarvan in de begroting. Elk beheerplan bevat het uitgewerkte beleidskader voor het betreffende onderwerp en van de financiering. In het vervolg van deze paragraaf worden de hoofdlijnen daarvan samengevat.
3.3
Beheersplannen per categorie
3.3.1 Wegen In april 2008 is een rapportage opgesteld inzake het beheer en onderhoud van de wegverhardingen in Scherpenzeel. In de tweede helft van 2011 vindt herziening en actualisatie plaats. In de rapportage van 2008 is een uitwerking opgenomen met daarin de maatregelen en financiën die benodigd zijn voor het wegonderhoud in de jaren 2009 t/m 2013. Hierbij is gebruik gemaakt van de CROW-systematiek voor wegbeheer, inclusief de aanpassingen daarop die door het CROW (Kenniscentrum voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur) zijn vastgesteld. Deze systematiek beschrijft hoe, op basis van visuele inspecties, het benodigde budget voor het onderhoud van wegen kan worden bepaald. Er is daarnaast gebruik gemaakt van het door de Grontmij ontwikkelde DG (Dialog Wegen) In Scherpenzeel is 405.000 m² verharding in beheer. Dit areaal is onder te verdelen in 131.000 m² asfaltverharding, 267.000 m² elementenverharding, 1.000 m² betonverharding en 6.000 m² half verhardingen. De beheer en onderhoudstoestand van de wegen in Scherpenzeel kent op een aantal locaties een achterstand. Het totaal van deze achterstand is in 2008 gekwantificeerd
Programmabegroting 2012-2015
-129-
op ca. € 112.000 achterstand voor asfaltverhardingen en ca. € 93.000 achterstand voor elementenverhardingen. De totale achterstand bedraagt daarmee afgerond € 205.000. Voor de kosten van het beheer en onderhoud moet rekening gehouden worden met de verschillende financieringsmogelijkheden die de gemeente Scherpenzeel kent. Uitvoeringsprojecten kunnen namelijk gefinancierd worden vanuit de jaarlijkse budgetten maar ook vanuit kredieten. Om een goed beeld te krijgen welk bedrag gemiddeld jaarlijks bekostigd moet worden, wordt naar de afgevlakte basisplanning gekeken, dit is de planning met noodzakelijke onderhoudsmaatregelen. Om de verhardingen in de periode 2009-2013 te laten voldoen aan de CROW richtlijnen, is volgens de afgevlakte basisplanning jaarlijks gemiddeld € 137.000 (prijspeil 2008) voor klein onderhoud nodig. Dit bedrag is als volgt onderverdeeld: - asfalt - elementen - klachten onderhoud
€ € € €
41.000 52.000 44.000 137.000
Afgevlakte basisplanning versus regulier budget Het totaal benodigd budget voor 2012 op basis van de afgevlakte basisplanning is afgerond € 137.000 (prijspeil 2008). Het eerste conceptrapportage voor wegbeheer in de periode van 2011 tot 2015 welke is aangeleverd in augustus 2011 geeft aan dat dit bedrag aanzienlijk omhoog zal moeten vanwege areaaluitbreidingen, schades en omdat er steeds meer achterstallig onderhoud is ontstaan op basis van het te lage budget van de afgelopen jaren. In de begroting 2012 is voor planmatig onderhoud wegen structureel € 95.187 opgenomen. Het budget zal in de jaren 2013 en 2014 doorgroeien met structureel € 10.000 per jaar tot 115.187 op jaarbasis. Daarnaast is er een extra budget gereserveerd voor herstel van voetpaden van € 10.750 tot en met 2013. Voor de periode van 2012 tot 2014 wordt jaarlijks 75.000 euro voor reconstructies gereserveerd. De uitvoeringsmaatregelen voor het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan zijn geraamd op € 350.000. De uitvoering van het GVVP zal in de periode 2012-2015 plaatsvinden. Dekking is voorzien vanuit een incidentele opbrengst in 2011 van € 210.000 en een bedrag van € 70.000 ten laste van zowel begrotingsjaar 2013 als 2014. Egalisatie van de uitgaven vindt plaats door middel van een Reserve GVVP. Het financiële tekort in de budgetramingen voor klein onderhoud valt deels te overbruggen door voordeel te behalen uit aanbestedingen, inkomsten uit subsidies en voordelen uit het combineren van wegonderhoud en rioolvervanging. Wanneer de genoemde voordelen zich niet voordoen is het reëel dat achterstallig onderhoud ontstaat. Dit kan leiden tot een toename van het aantal klachtenmeldingen en mogelijk tot relatief hoge onderhoudslasten in de toekomst.
Programmabegroting 2012-2015
-130-
3.3.2 Groen Plantsoenen Het onderhoud van de plantsoenen wordt voor drie jaar (2012 – 2014) aanbesteed. Het beschikbaar budget voor onderhoud en periodieke vervanging wordt in 2012 verlaagd naar in totaal € 171.300. Hierin zijn areaaluitbreidingen en bezuinigingsmaatregelen gesaldeerd. Middels een omvormingsplan zal het groen efficiënter ingedeeld worden om zo de beheerkosten te verlagen. Voor de uitvoering hiervan is in 2012 € 50.000 beschikbaar. Voor het structureel vervangen van oude uitgemergelde plantsoenen is vrijwel geen budget beschikbaar. De komende jaren kan hierdoor achterstand ontstaan in het vervangen van plantsoenen en zal het beeld in de wijken onverzorgder worden. Het plantsoen wordt beheerd volgens de RAW-systematiek. Referentie hierbij is de landelijke standaard voor onderhoudsniveaus voor de openbare ruimte gebundeld in de “Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte” van het CROW. In onderstaande tabel staat omschreven op welk kwaliteitsniveau vanaf 2012 beheerd gaat worden. Door genoemde bezuinigingsmaatregelen is het mogelijk om het bestaande beheerniveau ten aanzien van onkruidbestrijding en overhangend groen te handhaven. Het handhaven van dit niveau is namelijk essentieel om de meerwaarden van het groen te blijven behalen. Bovendien zou een kwaliteitsverlaging van het beheerniveau t.a.v. onkruidbestrijding en overhangend groen leiden tot een sterke stijging van klachten en kapitaalvernietiging. Tabel kwaliteitsniveaus plantsoenen per groentype
Groentype Bodembedekkende beplanting Sierheesters Bosplantsoen Hagen Rozen Vaste planten Gazon Zwerfvuil
Kwaliteitsniveau Kwaliteitsniveau A Kwaliteitsniveau A Kwaliteitsniveau C Frequentie, 2 beurten per jaar Kwaliteitsniveau A Kwaliteitsniveau A Kwaliteitsniveau B Kwaliteitsniveau C
Begraafplaatsen Vanaf 2012 wordt het dagelijks beheer van de begraafplaatsen uitgevoerd door de Buitendienst van de gemeente Scherpenzeel. Het maaien van het gazon wordt toegevoegd aan het bestek voor het onderhoud van de plantsoenen. Vanaf 1 januari 2012 zal ook het onderhoud van de uitbreiding van begraafplaats Lambalgen meegenomen worden. Het budget voor onderhoud begraafplaatsen door derden wordt tengevolge van de inzet van de Buitendienst met € 40.000 verlaagd naar € 55.273. Boomonderhoud De bomenstructuur van Scherpenzeel is één van de belangrijkste kernkwaliteiten van het dorp. Het bomenbestand van Scherpenzeel is relatief oud. Diverse lanen zitten in de aftakelingsfase zoals de Eikenlaan, Het Witte Hek en de Polsche Steeg. In de bomenverordening (2010) van gemeente Scherpenzeel is de bomenstructuur vastgesteld. Deze structuur dient deze “groene” kernkwaliteit te waarborgen. Door perio-
Programmabegroting 2012-2015
-131-
diek onderhoud en vervanging wordt de bomenstructuur “eeuwigdurend” in stand gehouden. Het boomonderhoud in de gemeente Scherpenzeel wordt nu planmatig uitgevoerd. Het onderhoud is middels een gezamenlijke aanbesteding met gemeente Woudenberg voor 3 jaar (2011 -2013) aanbesteed. Ook wordt middels een omvormingsplan (2011) getracht om noodzakelijke bezuinigingen door te voeren. Bezuinigingen kunnen behaald worden door bestaande lanen eerder te dunnen zoals dit jaar aan De Voorposten is uitgevoerd. Voor het vervangen van bomen en groeiplaatsverbetering is vanaf 2012 vrijwel geen budget. Voor de lange termijn is dit negatief voor de kwaliteit en kwantiteit van het bomenbestand. Om te blijven voldoen aan de zorgplicht worden gevaarlijke bomen elk jaar geïnspecteerd en de overige bomen één keer per drie jaar. Het onderhoudsbudget voor de bomen wordt verlaagd naar € 95.935. Sportvelden De Bree Momenteel wordt er op uitvoeringsniveau goed samengewerkt met de verenigingen met betrekking tot het onderhoud van de sportvelden. Voor onderhoud van de voetbal- en hockeyvelden, lichtmasten en de beregeningsinstallatie is in totaal € 55.379 beschikbaar. Speelplaatsen en trapveldjes Het dagelijks beheer, veiligheidsinspecties, logboekenbeheer en periodieke onderhoudsinspecties worden uitgevoerd door de Buitendienst. Het budget voor materialen en vervanging van speeltoestellen is jaarlijks € 16.400 beschikbaar.
3.3.3 Water Baggerplan en onderhoudsplan watergangen In 2004 is een baggerplan opgesteld. Het doel van dit baggerplan was om een inzicht te krijgen in de aard en omvang van de baggerproblematiek en inzicht in de toekomstige onderhoudskosten. Het baggerplan geeft een uitvoeringsprogramma baggercyclus weer met hieraan gekoppeld de financiële consequenties. In de afgelopen jaren (2007-2009) zijn diverse watergangen in Scherpenzeel in drie fases gebaggerd. In 2008-2009 is de 3e fase van het baggeren uitgevoerd. De uitvoering van het baggerplan gebeurde in samenwerking met de gemeente Woudenberg en het Waterschap. De uitvoeringskosten kwamen ten laste van de algemene reserve. In de begroting is een structureel budget beschikbaar van € 15.000 voor het uitvoeren van de baggercyclus. In 2010 is door het Waterschap een ‘Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Scherpenzeel (2010-2015)’ voor alle watergangen binnen de bebouwde kom van Scherpenzeel opgesteld. Dit plan geeft de huidige situatie van alle watergangen in de bebouwde kom weer en uit te voeren maatregelen / aanbevelingen. Daarnaast is in december 2010 een ‘ecoscan’ uitgevoerd. De ‘ecoscan’ is door het waterschap betaald, waardoor de begrote kosten niet zijn uitgegeven. Dit was een onderzoek naar de kwaliteit van het oppervlaktewater in Scherpenzeel. Hierdoor ontstaat meer duidelijkheid over de baggeropbouw. Mede op basis van deze ecoscan en het onderhouds-
Programmabegroting 2012-2015
-132-
plan zal eind 2011 met een doorloop naar medio 2012 samen met het waterschap een nieuw baggerplan worden opgesteld. Grondwatermeetnet De dorpskern Scherpenzeel ligt in een van nature nat gebied. Gedurende natte perioden komt op diverse plaatsen in de kern grondwateroverlast voor. De nieuwe wet (per 1 januari 2008) geeft gemeenten een zorgplicht voor het grondwater in het openbare gemeentelijke gebied. Om de gemeentelijke grondwaterzorgtaak adequaat te kunnen invullen is inzicht in de grondwatersituatie nodig; meten is weten. In het zowel Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) 2008-2013 als Uitvoeringsplan 2008-2012 (water) is aangegeven hoe de gemeente Scherpenzeel invulling geeft aan de zorgplicht voor grondwater in bebouwd gebied. Een van de onderzoeksmaatregelen opgenomen in het plan is het inrichten / opzetten van een grondwatermeetnet in de gemeente Scherpenzeel. In 2010 zijn er enkele peilbuizen met dataloggers geïnstalleerd in verschillende locaties binnen het stedelijke gebied van de gemeente. Op basis van het inventarisatierapport ‘Grondwatermeetnet Vallei en Eem (2010)’ wordt het bestaande meetnet in 2012 verder uitgebreid tot 28 meetpunten. Het uitbreiden / verbeteren (leveren, installeren en ontsluiten van meetapparatuur) van het meetnet wordt in 2012 gezamenlijk met buurgemeenten via het Platform Water Vallei en Eem uitgevoerd. In het GRP is de kosten voor het oprichten van dit grondwatermeetnet beschikbaar.
3.3.4 Riolering GRP Het hebben van een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is een wettelijke verplichting als gevolg van artikel 4.22 uit de Wet Milieubeheer. In het GRP wordt beschreven op welke wijze de gemeente moet en/of wil omgaan met de zorgplichten ten aanzien afvalwater, hemelwater en grondwater, zoals omschreven in de Waterwet (art. 3.5 en 3.6) In oktober 2008 is een GRP voor de periode van 2008 t/m 2013 door de Raad vastgesteld. In dit GRP zijn eveneens de maatregelen opgenomen die tijdens het opstellen van het Waterplan zijn geformuleerd. Deze waterplantmaatregelen zijn en worden momenteel, samen met het waterschap, verder geconcretiseerd en uitgevoerd. Het te beheren rioolareaal in onze gemeente bestaat globaal uit: • Ca. 41 km vrijverval riolering in het stedelijk gebied • Ca. 17 km persleiding voor het drukriool in het buitengebied • 114 st drukrioolgemalen • 13 st rioolgemalen • 13 st rioolwateroverstortputten • Ca. 3170 st straat en trottoirkolken De gemiddeld leeftijd van het rioolstelsel is 45 jaar. De gemiddelde levensduur van een rioolbuis is 60 jaar. Gezien de leeftijd en de kwaliteit van het rioolstelsel vraagt de riolering om de nodige aandacht. Daarnaast wordt ook aandacht gegeven voor
Programmabegroting 2012-2015
-133-
enkele grondwateroverlast locaties in onze gemeente, zoals in het waterplan is aangegeven. Samenwerking met de buurgemeenten In december 2010 zijn de gemeente Scherpenzeel, de gemeente Woudenberg en het Waterschap Vallei en Eem officiel akkoord gegaan met de samenwerking in de (afval)waterketen: Zuiveringskring Woudenberg. Het doel is door middel van samenwerking tot een (kosten)effectieve (dus kostenbesparing) en efficiënte uitvoering van onderhoud en beheerstaken van het (afval)watersysteem in de gemeentegebieden te komen. Een formele samenwerkingsovereenkomst wordt eind 2011/ begin 2012 aan de besturen van de gemeenten Scherpenzeel en Woudenberg ter vaststelling voorgesteld. Daarnaast heeft de gemeente Scherpenzeel in juni 2011, samen met 12 andere gemeenten in de regio en het Waterschap Vallei en Eem een formele samenwerkingsovereenkomst ondertekent om gezamenlijk een regionale database – het meten en monitoren van afvalwatersystemen – op te richten. Dit gezamenlijke meten en monitoren is uitgevoerd via het Platform Water Vallei en Eem. Meer doelmatigheid in het beheer en het voorkomen van onnodige exploitatiekosten en/of het delen van de investeringskosten (financieel voordeel) zijn het doel. De gezamenlijke aanpak richt zich primair op een efficiënt operationeel beheer van het afvalwatersysteem. Hiermee wordt deze taak professioneler en ingevuld wat leidt tot kwaliteitsverbetering. Door deze samenwerking wordt de bestaande hoofdpost en het monitoren van het functioneren van de rioolgemalen in Scherpenzeel uitgebreid en verbeterd. De kosten voor deze werkzaamheden is gedekt door het budget uit het GRP. Utvoering het Waterplan en GRP De werkzaamheden op het gebied van water en riolering zijn onder te verdelen naar: a) beleid en onderzoeksactiviteiten b) beheer en onderhoud c) maatregelen uitvoeren. Het totaal voor de planperiode 2008-2013 bedraagt: a) van beleid en onderzoeksactiviteiten € 505.500 b) van beheer, onderhoud en uitvoeringsmaatregelen € 8.992.188. Voor het jaar 2012 is het budget voor de bovengenoemde drie uitvoeringswerkzaamheden (beleid en onderzoek, onderhoud / beheer en maatregelactiviteiten) € 1.158.500. De kosten voor het uitvoeren van het GRP (beheren, onderhouden en vervangen van de riolering) worden jaarlijks, op termijn kostendekkend, middels de rioolheffing bij de burger in rekening gebracht. Het saldo van baten en lasten van product 722 Riolering wordt jaarlijks toegevoegd of onttrokken aan de reserve riolering. Voor 2012 wordt een onttrekking van € 76.304 geraamd.
Programmabegroting 2012-2015
-134-
Samenwerking en gezamenlijke regionale aanbesteding Het financiële voordeel op de structurele raming valt deels te behalen uit: 1. gezamenlijke aanbesteding via IBMN voor lange periode (meer dan drie jaar, bijvoorbeeld voor riool reinigen en- inspecteren en kolken zuigen) 2. het samenwerken met de buurgemeenten en het Waterschap in de ‘Zuiveringskring Woudenberg (Afvalwater Team)’ en in ‘Project Meten en Monitoren’ onder het Platform Water Vallei en Eem. Daarnaast kunnen kosten worden bespaard door integrale aanpak of het combineren van wegonderhoud met rioolvervanging en -reparatie.
3.3.5 Gebouwen Beheerplannen gebouwen De doelstelling van de beheerplannen is om de conditie van de gemeentelijke gebouwen te bewaken, achterstallig onderhoud te voorkomen en inzicht te hebben in de noodzakelijke instandhoudingkosten over een langere periode. De gebouwen die in het beheerplan zijn opgenomen omvatten: ambtswoning burgemeester, toren NHkerk, brandweerkazerne/gemeentewerkplaats, Buitenplaats en de villa. In 2008 zijn de meerjarenonderhoudsplanningen geactualiseerd. Voor de onderwijsgebouwen is een afzonderlijk onderhoudsplan opgesteld. Aan de onderhoudsvoorzieningen worden in 2012 de volgende bedragen toegevoegd: -
Ambtswoning burgemeester Brandweergarage/werkplaats Toren NH-kerk Buitenplaats Villa
€ € € € € €
0 27.000 6.337 14.000 6.000 53.337
Voor de ambtswoning worden geen bedragen meer toegevoegd aan de onderhoudsvoorziening. Op korte termijn worden is mogelijk alleen het buitenschilderwerk een redelijke kostenpost, maar tot 2016 kunnen de kosten gedekt worden uit de bestaande voorziening (zonder toevoeging). Voor het onderhoud worden in de meerjarenperiode 2012-2015 de volgende onderhoudskosten geraamd: - Ambtswoning burgemeester - Brandweergarage/werkplaats - Toren NH-kerk - Villa - Buitenplaats Totaal
€ € € € € €
2012 1.500 2.412 1.012 p.m. 4.464 9.388
2013 1.500 355.758 1.857 p.m. 4.456 363.571
2014 1.500 5.168 1.043 p.m. 74.803 82.514
2015 1.500 2.523 1.058 p.m. 4.668 9.749
Deze bedragen worden rechtstreeks ten laste van de onderhoudsvoorzieningen gebracht.
Programmabegroting 2012-2015
-135-
In 2013 vindt op basis van het onderhoudsplan een algehele renovatie plaats van de werkplaats en de brandweerkazerne. In 2014 wordt er groot onderhoud aan de buitenplaats geraamd. De onderhoudskosten voor de vila zijn op p.m. geraamd, de redenen hiervoor zijn: • het onderzoek wat nog plaats gaat vinden naar de glazen verbinding tussen de villa en buitenplaats; • mogelijke renovatie van het dak; • de investeringskosten van de huidige aanpassingen aan de villa. Overigens wordt voorgesteld om gelet op de discussie rondom de toekomst van de gemeente om alle onderhoudsplannen in 2013 te herzien. Onderwijsgebouwen Het huidige meerjaren onderhoudsplan van de onderwijsgebouwen is van 2008 en zou formeel in 2011 geactualiseerd moeten worden. Gezien de huidige ontwikkeling rond de onderwijshuisvesting (vervangende nieuwbouw voor De Bruinhorst en De Maatjes en een prima staat van onderhoud bij Dorpsbeuk en Wittenberg) is in overleg met de schoolbesturen afgesproken pas medio 2014 weer een meerjaren onderhoudsplan op te stellen. Volgens het meerjaren onderhoudsplan 2008 staat voor de Glashorst een behoorlijke post aan onderhoud opgenomen dat in de periode 2008-2010 uitgevoerd had moeten worden. Voor de periode 2011-2013 staat geen onderhoud op de planning. Nu uit de besluitvorming blijkt dat voor deze school geen nieuwbouw plaatsvindt, zal een apart onderzoek plaatsvinden om het niveau van de voorziening en de toekomstige onderhoudskosten opnieuw te (laten) bepalen. De reguliere dotaties aan de onderhoudsvoorziening zijn conform de onderhoudsplannen vooralsnog gecontinueerd. Jaarlijks wordt in totaliteit € 35.115 toegevoegd aan de voorziening onderhoud gebouwen basisscholen.
Programmabegroting 2012-2015
-136-
Overzicht beheerplannen, planperiodes en financieringswijze Categorie
Beheerplan
Wegen
Wegen
Groen
Openbare verlichting GVVP Notitie beheer plantsoenen Bomenbeleidsplan Sportcomplex De Bree
Planperiode Jaar herziening 2009-2013 2013 2006-2010
2011
2012-2015 2008
2015
2007 2011-2020
2015
Water Gebouwen
Baggerplan 2006-2010 Gebouwen 2008-2017 Onderwijsgebouwen 2008-2017
2011/2012 2013 2014
Riolering
Riolering
2013
Programmabegroting 2012-2015
2008-2013
Financiering Egalisatiereserve onderhoud wegen Voorziening lichtmasten Reserve GVVP Exploitatie Exploitatie - Exploitatie - Voorziening sportaccommodaties De Bree Algemene Reserve Onderhoudsvoorz. Onderhoudsvoorz./ Res. Ver/nieuwbouw onderwijsgebouwen Reserve riolering
-137-
Programmabegroting 2012-2015
-138-
4.
PARAGRAAF FINANCIERING
Wat is financiering? Voor alles wat de gemeente doet is geld nodig. De treasuryfunctie houdt zich bezig met het financieren van de gemeentelijke activiteiten. Hierbij kan het nodig zijn dat soms tijdelijk geld geleend moet worden. Maar anders dan de term financiering suggereert, kan het ook zo zijn dat er geld aanwezig is dat niet direct nodig is. Dit kan worden uitgezet tegen zo gunstig mogelijke rentetarieven. De ervaring leert dat rond financiële transacties (denk aan beleggingen, opties e.d.) grote risico’s kunnen worden gelopen. Om die risico’s te kunnen minimaliseren is er treasurybeleid. Dit beleid is verwoord in een zogenaamd treasurystatuut.
Treasurystatuut Op basis van de Wet Fido4 moet elk decentraal overheidslichaam een treasurystatuut hebben. De gemeenteraad heeft op 1 oktober 2009 een geactualiseerd treasurystatuut vastgesteld. Dit statuut vormt het beleidskader voor het uitoefenen van de treasuryfunctie. Enkele belangrijke uitgangspunten van beleid zijn: - Als beleidslijn hanteert de gemeente Scherpenzeel dat beleggingen in aandelen raakvlakken dienen te hebben met de uitoefening van de publieke taak. Beleggen in aandelen van commerciële instellingen past niet in de functie en doelstelling die een gemeentelijke organisatie heeft. - Aangesloten is bij de rolverdeling tussen raad en college. De raad stelt de kaders waarbinnen het college dient te opereren. Het college is belast met de uitvoering van het beleid en dient voldoende waarborgen te treffen dat de treasuryfunctie op een effectieve en controleerbare wijze wordt uitgeoefend. - Vooral bij het uitzetten van geld is het van belang dat tegenpartijen voldoende kredietwaardig zijn. Financiële instellingen dienen bij uitzettingen langer dan 3 maanden minimaal een AA-rating5 te hebben. Voor korte uitzettingen (< 3 maanden) is dit een A-rating. Daarnaast is de zogenaamde landenrating van toepassing. De staat waar de financiële instelling zetelt, dient minimaal een AA-rating te hebben. Beiden criteria gelden en dienen bij uitzettingen te worden getoetst. - Middelen mogen alleen uitgezet worden bij instellingen binnen een van de lidstaten van de Europese Unie. - Minimaal éénmaal per jaar wordt een liquiditeitenprognose opgesteld en besproken in de auditcommissie. De prognose wordt ter kennisgeving aan de raad gebracht. - Binnen de diverse onderdelen van de Planning- en controlcyclus wordt de raad betrokken bij de beleidsvorming (paragraaf financiering) en vindt er rapportage plaats over voortgang en resultaten.
4 5
Wet Financiering Decentrale Overheden Een rating is een gradatie van kredietwaardigheid, en wordt toegekend door erkende ratingbureaus zoals Moody’s en Standerd & Poors.
Programmabegroting 2012-2015
-139-
Beleggingen De obligatieportefeuille wordt door de gemeente zelf beheerd. BNG Vermogensbeheer fungeert hierbij als adviseur. Wij voeren vanaf 2008 een passief beleid ten aanzien van het beheer van onze portefeuille. Dit betekent dat er niet actief wordt gehandeld en dat de huidige obligaties in principe uitlopen. Om deze reden zijn de obligaties tegen nominale waarde gewaardeerd. Bij de huidige marktomstandigheden is er nog steeds sprake van een koersverlies. Dit koersverlies behoeft niet te worden afgeboekt, tenzij er sprake is van situaties waarin de hoofdsom naar verwachting niet meer wordt afgelost. In 2009 is daarom de waarde van de belegging in Kauthing Bank afgeboekt. Het moratorium op Kaupthing Bank eindigde op 24 november 2010. Dit houdt in dat de liquiditatie van de bank ter hand is genomen. De obligatie van de gemeente Scherpenzeel is opgenomen op de lijst van alle claims, voor een bedrag van € 2.343.156. Dit bedrag bestaat uit de hoofdsom en de gederfde rente tot en met 22 april 2009. De beslissing over het definitieve uitkeringspercentage dat op de claim van toepassing is, zal nog enige tijd op zich laten wachten. In de markt lijkt rekening te worden gehouden met een percentage van 30% tot 40%. Rekening houdend met de genoemde afboeking bedraagt de beleggingsportefeuille per 1 januari 2011 ongeveer € 7,83 mln nominaal. Waarde beleggingsportefeuille Naam Fortis Bank NV Kaupthing Bank Royal Bank Scotland Totaal
Koers 01-08Boekwaarde Mogelijke 1-1-2011 calldatum Einddatum 2011 Koerswaarde Nominaal Afboeking 5.000.000 2.290.000
1.957.950
5.000.000
feb-2013 14-02-2018
94,6%
4.729.000
332.050
25-05-2010
25,5%
583.950
66,8%
1.670.250
2.500.000
2.500.000
9.790.000
7.832.050
jul-2014
6.983.200
Zoals in bovenstaande tabel is te zien, hebben de obligaties in Fortis en RBS een calldatum. Dat betekent dat op die datum het recht (maar niet de plicht) bestaat om de obligatie af te lossen. De verwachting is dat in beide gevallen daarvan gebruik zal worden gemaakt. Ten eerste telt de obligatie na de calldatum niet meer (volledig) mee in de solvabiliteitsnorm die de bank heeft. Ten tweede is na de calldatum een hogere rentevergoeding verschuldigd. Beide elementen maken het aantrekkelijker de lopende obligatie om af te lossen en een nieuwe obligatie uit te geven. Wanneer beide obligaties op deze manier vroegtijdig worden afgelost, heef dat uiteraard een positieve invloed op het liquiditeitensaldo.
Programmabegroting 2012-2015
-140-
In- en externe ontwikkelingen / rentevisie Externe invloeden - rentevisie Factoren van ‘buiten en van binnen’ zijn van invloed op de treasuryfunctie. Bij invloeden van buiten gaat het vooral om de rentestand. Iets waar men als gemeente geen invloed op heeft. De afgelopen tijd kenmerkte zich door herstel van de economie. Ondanks de onrust in het Midden-Oosten en de aardbeving in Japan, groeide de wereldhandel. Ook in West-Europa nam het producenten- en (in mindere maten ook het) consumentenvertrouwen toe en daalde de werkloosheid licht. Nederland lift mee op de positieve ontwikkelingen in Duitsland. Hierdoor is er een tweedeling in Europa ontstaan tussen diverse Zuidelijke landen met problemen en landen in het noordwesten met een redelijke groei. In de zomermaanden worden de signalen minder positief. De groei in West-Europa vlakt af. Veel aandacht gaat uit naar de schuldencrisis in de eurozone en de Verenigde Staten. Door de hoge grondstof- en energieprijzen is de inflatie opgelopen. De ECB probeert te laveren tussen enerzijds een gewenste lage rente die de groei in het hele EMUgebied moet stimuleren en anderzijds het remmen van de inflatie die al een aantal kwartalen boven de gewenste 2% uitkomt. De ECB heeft haar officiële rente6 lang op het historisch lage niveau van 1% gehouden met als doel de inflatie te beperken en investeringen te stimuleren. In april 2011 werd een stap gemaakt naar 1,25% en in juli volgde opnieuw een verhoging naar 1,5%. Analisten verwachten de komende jaren nog meer verhogingen. Van belang is de verwachting voor de komende tijd. Hieronder is het verloop van de korte en de lange rente weergegeven op basis van de prognoses van de ING7. Vanaf medio 2011 zijn dit uiteraard geraamde percentages. De langere rente lijkt langzaam op te gaan lopen, terwijl een sterkere stijging van de korte rente wordt verwacht door de hoge inflatiecijfers.
6
De ECB-rente (ook wel refirente genoemd) is het tarief dat banken moeten betalen wanneer ze geld van de ECB lenen. Banken maken gebruik van deze regeling op momenten van liquiditeitskrapte. 7 ING Monthly Economic Update, augustus 2011.
Programmabegroting 2012-2015
-141-
Rente-ontwikkeling per kwartaal 2009-2013
3-maands 10-jaar
4,0
percentage
3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5
20 09 20 1 09 -2 20 09 20 3 09 -4 20 10 -1 20 10 20 2 10 -3 20 10 20 4 11 -1 20 11 20 2 11 -3 20 11 20 4 12 -1 20 12 20 2 12 -3 20 12 -4 20 13 20 1 13 -2 20 13 20 3 13 -4
0,0
jaar-kwartaal
De huidige rentesituatie is uiteraard niet erg gunstig voor de rente- en beleggingsopbrengsten, al zijn de resultaten wel beter dan de afgelopen twee jaar. De renteopbrengsten voor korte uitzettingen blijven laag. Daarnaast kennen onze obligaties een zogenaamde ‘floating rate’. Dit betekent dat de couponuitkeringen meebewegen met de renteontwikkeling. In tijden bij een stijgende rente levert dit substantieel meer rendement op, in tijden met dalende rente doet zich het omgekeerde effect voor. De andere kant van de medaille is echter dat het aantrekken van middelen relatief goedkoop is. Gezien de liquiditeitsbehoefte de komende jaren kan dit ook een positief effect hebben. Interne invloeden – liquiditeitenprognose Bij interne invloeden gaat het om zaken die invloed hebben op de behoefte aan geldmiddelen, op korte en lange termijn. Hierbij kan het gaan om bijvoorbeeld nieuwe beleidsvoornemens of grote vervangingsinvesteringen. Er is sinds de twee helft van 2010 een substantiële behoefte aan financiële middelen. Voor de komende jaren zullen er met name forse bedragen nodig zijn voor met name riolering (op basis van het GRP) en de voorgenomen investeringen in onderwijshuisvesting. Er is een aantal variabelen dat een rol speelt bij de daadwerkelijke liquiditeitsbehoefte. In de eerste plaats is de fasering van investeringen van belang. Indien langlopende financiering wordt aantrokken voor nog uit te voeren investeringswerken, houdt dit een risico in zich. Wanneer de projecten of niet worden uitgevoerd, of later worden gerealiseerd, betaalt de gemeente onnodige rentekosten. Daarnaast is er sprake van de mogelijke tussentijdse aflossing van de lopende obligaties (de zogenaamde calldatum, zie ook het onderdeel Beleggingen). Tenslotte kan worden gedacht aan positieve kasstromen wanneer de verkopen van Plan Zuid gaan starten. In onderstaande grafiek is in beeld gebracht wat de liquiditeitsbehoefte is als beide obligaties vroegtijdig worden afgelost op de calldatum. De conclusie is dat er dan een structurele liquiditeitsbehoefte is van ongeveer € 2 miljoen vanaf het laatste kwartaal van 2011. Dit is vooral afhankelijk van enkele investeringen in riolering die in het laatste kwartaal van 2011 en het eerste kwartaal van 2012 staan geraamd.
Programmabegroting 2012-2015
-142-
Verloop liquiditeitsvolume Bedrag x € 1.000
1.000 0 -1.000
2
-2.000
3
4
1
2011
2
3
2012
4
1
2
3
2013
4
1
2
3
4
2014
-3.000 -4.000 -5.000 -6.000
Tot en met het derde kwartaal van 2011 is er geen reden om externe financiering aan te trekken. Daarnaast heeft de gemeente de mogelijkheid voor kortere periodes tegen een relatief gunstig tarief ‘rood’ te staan op de rekening-courant tot maximaal € 1,1 miljoen. Gezien de huidige lage rentestanden kan het ook aantrekkelijk zijn een langlopende lening aan te trekken om het structurele financieringstekort te dekken. In het vierde kwartaal van 2011 zullen we een nieuwe afweging maken op basis van de actuele liquiditeitspositie, de rentestanden en de verwachte renteontwikkeling.
Financiering Algemeen Zoals hierboven beschreven, hangt de daadwerkelijke financieringsbehoefte af van de besluitvorming over en de fasering van investeringswerken. Het aantrekken van gelden wordt daarop afgestemd. Hierbij gelden de kasgeldlimiet en de renterisiconorm een rol. Kasgeldlimiet Berekening kasgeldlimiet Begrotingstotaal Percentage ministeriële beschikking Kasgeldlimiet
Begroting 2011 € 14,33 mln. 8,5% € 1,22 mln.
De kasgeldlimiet staat de gemeente toe een bedrag van ruim € 1,2 miljoen door kortlopende leningen in financieringsbehoefte te voorzien. Bij overschrijding van deze limiet in twee opeenvolgende kwartalen, geldt de verplichting tot het nemen van maatregelen (i.c. lang financieren). Renterisiconorm Berekening renterisconorm Stand van de vaste schuld per 1 januari 2011
Percentage ministeriële beschikking Renterisiconorm
Programmabegroting 2012-2015
Begroting 2011 € 2.500.000 + € 1.500.000 20% € 800.000 Wettelijk minimum € 2.500.000
-143-
Eén van de doelstellingen van de Wet Fido is het risico op rentestijgingen zo veel mogelijk te voorkomen. Dit kan de gemeente voorkomen door het bedrag waarover bij herfinanciering of herziening van het rentepercentage risico wordt gelopen te beperken. Vanaf 2009 geldt een wettelijk minimum voor de renterisiconorm van € 2,5 miljoen. Voor Scherpenzeel mag niet meer dan voor € 2,5 miljoen aan schuld, het rentepercentage herzien of geherfinancierd worden. In 2011 zullen er twee langlopende geldleningen zijn: • Een lening van € 2,5 miljoen met vervaldatum juli 2014; • Een lening van € 1,5 miljoen met vervaldatum september 2015. De criteria van de renterisiconorm zullen worden toegepast bij de benodigde financieringen in de komende jaren.
Relatiebeheer Met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is een zogenaamde raamovereenkomst gesloten waarin is geregeld dat, in vergelijking met andere marktpartijen, voordeliger tarieven worden aangeboden. In het contract is bepaald dat er pas zaken met een andere geldverstrekker mag worden gedaan, indien het verschil tussen de geoffreerde percentages minimaal 0,05% is. Daarnaast is een overeenkomst gesloten met BNG Vermogensbeheer, een dochteronderneming van de BNG. De vermogensbeheerders van BNG Vermogensbeheer adviseren ons bij het beheer van de beleggingsportefeuille.
Programmabegroting 2012-2015
-144-
5.
PARAGRAAF GRONDBELEID
Wettelijk kader In deze paragraaf wordt ingegaan op de volgende onderwerpen, zoals voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording: - een visie op het grondbeleid; - de wijze waarop de gemeente het beleid uitvoert; - een prognose van de verwachte resultaten; - methode van winstneming; - de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken (in relatie tot de risico’s) Visie De Nota grondbeleid dateert van 4 oktober 2007. Hier is in besloten dat een actieve grondpolitiek wordt gevoerd waar mogelijk met inachtneming van een aantal randvoorwaarden. Daar waar actieve grondpolitiek aan de orde is, is het wenselijk dat er beleid wordt gevormd op de diverse onderdelen van het grondbeleid zoals grondprijzen, herziening exploitaties, kostenverhaal, resultaatbepaling en het afdekken van risico’s. Gezien het voornemen om actieve grondpolitiek te voeren waar mogelijk, is inmiddels een aanvang genomen met het opstellen van een nieuwe nota grondbeleid. De afgelopen jaren heeft de gemeente geen mogelijkheden gehad om actieve grondpolitiek te voeren en daarom voldeed de huidige nota. Met de ontwikkeling van onder andere Plan Zuid komt hier verandering in.
Uitvoering Algemeen In de huidige Nota grondbeleid zijn kaders aangegeven waarbinnen actief grondbeleid kan worden gevoerd. Volgens de nota dient de gemeente waar mogelijk een actieve(re) grondpolitiek te voeren onder de (rand)voorwaarden dat: − dit geschiedt binnen de kaders van het door de raad vastgestelde beleid; − dit geschiedt op basis van een het college op te stellen verwervingsplan; − de (aankoop)onderhandelingen worden gevoerd door een extern deskundige (makelaar of rentmeester); − de fractievoorzitters op de hoogte gehouden worden van de aankooponderhandelingen; − de instrumenten van verwerving optimaal worden ingezet; − voorbereidingskosten in verband met een mogelijke aankoop niet vooraf door de raad gefiatteerd hoeven te worden. − de raad bereid is om – op basis van een door ons college opgesteld verwervingsplan – uiteindelijk de noodzakelijke gelden te fiatteren. Actief grondbeleid voeren heeft als voordeel dat de gemeente meer invloed heeft om het ruimtelijk ordeningsbeleid te kunnen realiseren. Hiernaast zijn er meer mogelijkheden om meeropbrengsten te kunnen genereren en gewenste kwaliteit en duurzaamheid te kunnen realiseren. Dit betekent echter wel dat de gemeentelijke organisatie (ambtelijk en bestuurlijk) toegerust moet zijn om dit te kunnen verwezenlijken.
Programmabegroting 2012-2015
-145-
Instrumentarium Om uitvoering te kunnen geven aan het grondbeleid is een instrumentarium noodzakelijk. Met de komst van de Grondexploitatiewet is er een verplichting ontstaan tot kostenverhaal. Er is een basis gelegd voor privaatrechtelijke overeenkomsten tussen gemeenten en particuliere eigenaren die tot ontwikkeling willen overgaan. In de zgn. exploitatieovereenkomst kunnen afspraken over kostenverhaal, planschade en bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen buiten de locatie worden vastgelegd. De gemeente kan besluiten een procedureverordening vast te stellen die het tot stand komen en de inhoud van de exploitatieovereenkomst regelt. Aangezien de voor- en nadelen van een dergelijke verordening nog niet vaststaan, is er nog geen verordening opgesteld. De overeenkomst kan ook zonder verordening worden opgesteld. Verder biedt de Grondexploitatiewet een publiekrechtelijk spoor voor situaties waarin partijen binnen het privaatrechtelijk spoor geen overeenkomst hebben bereikt. Een centrale positie binnen dit spoor heeft het exploitatieplan, waarin de gemeente uitgangspunten voor de grondexploitatie kan vastleggen. Dit plan moet tegelijkertijd worden vastgesteld met het bestemmingsplan, het wijzigingsplan en het projectbesluit. Bij de aanvraag van de omgevingsvergunning kan vervolgens via de toetsing aan het ruimtelijk plan en het exploitatieplan de bijdrage van de ontwikkelaar aan het kostenverhaal worden vastgesteld. Voor de periode tussen aankoop van locaties en ontwikkeling van de locaties worden de onroerende zaken tijdelijk geëxploiteerd (bijvoorbeeld verhuur van schuren, volkstuinen e.d.). De doelstelling hierbij is, om de inbrengwaarde van de onroerende zaken zo laag mogelijk te houden. De exploitatieresultaten worden jaarlijks verrekend met de boekwaarde van het complex.
Resultaten Plan Zuid Het in 2011 gevormde College beoogt een nieuwe strategie voor het ontwikkelen van Plan Zuid. In het najaar 2011 volgt hier besluitvorming over in de Raad. Indien de Raad instemt met de beoogde strategie kan vanaf 2012 op eigen grond een plan worden ontwikkeld. De plancontouren beperken zich in dat geval tot het ontwikkelen op eigen grond waarbij het aantal woningen ook lager zal zijn dan in de uitgebreide variant van de plancontour. De verwachting is dat 2012 nodig zal zijn om voorbereidingen te treffen. Akkerwindelaan Er is een strategische grondaankoop gedaan in 2010, inmiddels zijn er voorbereidingen tot het kopen van een aangrenzend perceel. De grond heeft nu nog een agrarische bestemming. De beoogde bestemming is wonen in combinatie met maatschappelijke doeleinden. Aangezien nog moet worden begonnen met de ontwikkeling, kan van een resultaat nog niet worden gesproken.
Programmabegroting 2012-2015
-146-
Plan Renes Op grond in eigendom van derden worden 123 woningen ontwikkeld door een marktpartij. Overigens is bij plan Renes sprake van kostenverhaal, uitvoering hiervan vindt plaats volgens het privaatrechtelijk spoor.
Methode van winstneming Het voorzichtigheidsbeginsel leidt ertoe dat realisatie van winst moet worden uitgesteld tot daarover voldoende zekerheid bestaat. Verwachte, maar nog niet gerealiseerde positieve resultaten mogen onder voorwaarden tussentijds als winst worden genomen. De basisregel die hierbij in acht wordt genomen is dat tussentijdse winstneming mag plaatsvinden, zodra met zekerheid kan worden aangegeven dat een complex voordelig zal afsluiten en dat het complex op dat moment een positieve boekwaarde heeft. Het tussentijds nemen van positieve resultaten is alleen toegestaan indien: − er geen belangrijke onzekerheden bestaan over de ontvangst van de overeengekomen bedragen; − de nog te maken kosten en de mate van voortgang van het project op verantwoorde wijze kunnen worden bepaald; − de vergelijking van de werkelijke kosten met de voorcalculatie (per fase) van de grondexploitatie mogelijk is; − een grondexploitatie wordt afgesloten zodra 100% van de grondverkopen is gerealiseerd. De nog te maken kosten worden op de balans verantwoord. Wijken de nagekomen kosten af van de raming dan komt het verschil ten laste van de algemene reserve grondbedrijf.
Beleidsuitgangspunten reserve grondexploitatie Het uitgangspunt voor het instellen van de Reserve grondexploitatie is het opvangen van de financiële bedrijfsrisico’s bij de grondexploitatie. Het gewenste niveau van de reserve is afhankelijk van de grootte van de risico's van de complexen die op dit moment lopen, de complexen die in de toekomst naar verwachting worden gestart alsmede de voorraad bouwgrond. Het gewenste niveau voor deze reserve is in de huidige Nota reserves en voorzieningen gesteld op € 450.000. Echter gezien de laatste ontwikkelingen op het gebied van plan Zuid en de Akkerwindelaan is een herberekening van het opvangen van tekorten noodzakelijk. Eind 2010 is geconstateerd dat de boekwaarden van de niet in exploitatie genomen gronden hoger zijn dan de actuele marktwaarde. Voor plan Zuid, complex Wetro en de Akkerwindelaan geldt, dat er tezamen een risico ten opzichte van de marktwaarde bestaat van ca. € 1,5 mln. De huidige reserve grondexploitatie is niet voldoende om dit risico te kunnen opvangen. Het meerdere (€ 995.000) is in de Paragraaf weerstandsvermogen opgenomen. Hiermee zijn de risico’s afgedekt, aangezien er nog geen lopende exploitaties zijn vastgesteld en het alleen nog gaat om niet in exploitatie genomen gronden.
Programmabegroting 2012-2015
-147-
Programmabegroting 2012-2015
-148-
6.
PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN
Wat is een verbonden partij? In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de zogenoemde ‘verbonden partijen’ van de gemeente Scherpenzeel. Met verbonden partijen worden rechtspersonen bedoeld waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. - Onder bestuurlijk belang wordt verstaan, een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht; - met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partijen kunnen worden verhaald op de gemeente. Deelnemingen (aandelenbezit in NV en/of BV) vallen tevens onder het criterium van verbonden partijen. Waarom inzicht in verbonden partijen? Deze paragraaf is om twee redenen van belang voor de raad. Op de eerste plaats voeren de verbonden partijen vaak beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan doen. De gemeente blijft de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Er blijft dus voor de raad nog steeds een kaderstellende en controlerende taak over bij die programma’s. Helaas is dit niet altijd makkelijk, vooral niet als de overige verbonden partijen veel groter zijn. De eigen inbreng in dergelijke verbanden is dan soms erg moeilijk te realiseren. Op de tweede plaats zijn er kosten gemoeid met de deelname en zijn er financiële risico’s die de gemeente met de deelname kan lopen. Indien er ten aanzien van verbonden partijen reële risico’s worden gelopen, zijn deze benoemd in de paragraaf ‘Weerstandsvermogen’. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. Verbonden partijen van Scherpenzeel Hieronder volgt een overzicht van de verbonden partijen van de gemeente Scherpenzeel. Hierbij is onder meer weergegeven wat de doelstelling van de gemeente is om participeren in de betreffende verbonden partij en wat de jaarlijkse bijdrage is aan/van de verbonden partij.
Programmabegroting 2012-2015
-149-
Verbonden partij
R
Doelstelling deelname
Bestuurlijk vertegenwoordiger
Prog. Nr.
Transport en verwerking GFT-afval
Burg. Colijn
7.
€ 50.000
Gemeentelijke belangenbehartiging op het gebied van: o Regiotaxi o Woninggebonden subsidies o Arbeidsmarktbeleid o Milieubeleid o Afvalinzameling
Weth. H.J.C. Vreeswijk
9.
Overlegvormen € 25.841 Projecten € 22.213
VGGM organiseert voor veiligheidsregio Gelderland Midden de hulpverlening. Doelstelling van deelname is het inkopen van kwalitatief hoogwaardige hulp- en dienstverlening voor volksgezondheid en brandweertaken.
Weth. H.J.C. Vreeswijk (volksgezondheid)
6.
VGZ: € 104.782
Burg. Colijn (regionale brandweer)
8.
Brandweer: € 50.202
Het mogelijk maken dat mensen met een arbeidshandicap op een voor hen passende wijze aan het werk kunnen. Voldoen aan de wettelijke verplichting in Scherpenzeel openbaar onderwijs aan te bieden. Met de deelname wordt beoogd om door middel van schaalgrootte efficiency- en kwaliteitsvoordelen te genereren. Samenwerking op het terrein van inkoop een aanbesteding, gericht op het realiseren van kwalitatieve, procesmatige en financiële inkoopvoordelen.
Weth. H.J.C. Vreeswijk
3.
€ 180.000
Weth. H.J.C. Vreeswijk
9.
€ 54.400
Toezicht op een deugdelijke exploitatie en realisatie van de ‘kulturhusgedachte’ waarbij voorzieningen op het gebied van zorg, cultuur, educatie, sport en welzijn in één gebouw zijn samengebracht.
Weth. H.J.C. Vreeswijk
2.
Exploitatiebijdrage: € 39.000
8
Gem. regeling /stichting 1. Regio De Vallei 2 2. Regio Food Valley
3. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM) 3
4. Permar
*
*
5. Eem Vallei Educatief
6. Inkoopbureau Midden Nederland
7. Kulturhus De Breehoek
*
Jaarlijkse aflossing € 75.000 (dekking uit de reserve Ver-/nieuwbouw Heijhorst - Lening De Breehoek)
1. 7.
Budget in begroting 2012
Weth. H.J.C. Vreeswijk
0
Onder voorwaarden aflossingsvrije lening (per 31/12/11): € 4.850.000
8
Voor de met * gemarkeerde verbonden partijen wordt een zeker risico gelopen en is een toelichting opgenomen bij de paragraaf ‘Weerstandsvermogen’. 2 Per 2011 is Regio De Vallei voor een deel overgegaan in de Gemeenschappelijke Regeling Food Valley, het transport en verwerking GFT-afval blijft onderdeel van Regio De Vallei. 3 De Hulpverlening Gelderland Midden (HGM) is overgegaan in de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden.
Programmabegroting 2012-2015
-150-
Verbonden partij
R
Doelstelling deelname
Bestuurlijk vertegenwoordiger
Prog. Nr.
Deelname verloopt via Regio De Vallei en heeft als doel als aandeelhouder invloed te kunnen uitoefenen op het afvalbeleid en het op een efficiënte wijze organiseren van de afvalverwerking. Het aandeel van Scherpenzeel in de ARN is € 5.446.
Burg. Colijn (via regio De Vallei)
6.
Restafval: € 170.000
Als aandeelhouder invloed uitoefenen op drinkwatervoorziening. Aandelenbezit: € 7.746 (7.746 á € 1 nominaal).
Burg. Colijn
3.
Achtergestelde lening (per 1-12012): € 70.706
8
Deelnemingen 8. ARN
*
9. Vitens
(Vaste jaarlijkse aflossing van € 7.071 + rente 2012 € 3.352)
10. Bank Nederlandse Gemeenten
Programmabegroting 2012-2015
Participeren in bank die gericht is op gemeenten. De aandeelhouders betreffen uitsluitend gemeenten en provincies.
Budget in begroting 2012
Rente en aflossing: € 10.423
Weth. H.J.C. Vreeswijk
10.
Dividend: € 20.000 Normale uitkering dividend: € 8.000
-151-
Programmabegroting 2012-2015
-152-
7.
PARAGRAAF BELASTINGEN EN TARIEVEN
Tarieven belastingen en heffingen OZB In het coalitieakkoord is afgesproken dat belastingverhogingen een laatste maatregel zijn. Daarom stijgen de OZB-percentages niet sterker dan de inflatie. Voor 2012 is deze stijging op 1,5% geraamd. Dit percentage wordt gecorrigeerd met de gemiddelde waardestijging en –daling op basis van de nieuwe WOZ-waarden met peildatum 1 januari 2011. Echter het tarief van niet-woningen wordt naast de inflatiecorrectie vanaf 2012 tot en met 2015 extra verhoogd met 2,2 % per jaar. Deze extra verhoging is gekoppeld aan de komst van een relatiemanager bedrijven. Afvalstoffenheffing Het uitgangspunt is dat de afvalstoffenheffing kostendekkend is. Vanaf het belastingjaar 2011 is het tarief voor de afvalstoffenheffing kostendekkend. Daarnaast kende de gemeente Scherpenzeel een relatief hoog aantal uren op het product Bestuursondersteuning welke niet voldoende werd toegerekend en daardoor ook niet betrokken werd in het tarief. De verfijning van de urentoerekening zou leiden tot een stijging van ongeveer € 2 per huishouden. Door enkele andere positieve bijstellingen op het product Afval en gezien de hoogte van de egalisatiereserve kan tariefstijging achterwege blijven. De geraamde hoogte van de Reserve afvalstoffenheffing is per ultimo 2011 ruim € 214.500. In de Nota reserves en voorzieningen is als minimumsaldo van deze reserve € 45.000 vastgelegd. De Raad heeft door middel van een amendement op de begroting besloten 20% van dit verschil aan de burger terug te geven. Dit leidt tot een tariefdaling van € 9,20 in 2012 voor een meerpersoonshuishouden. Rioolheffing Conform eerdere besluitvorming wordt de rioolheffing jaarlijkse met € 9 verhoogd. In 2013 wordt een actualisatie van het GRP verwacht. Ook bij de rioolheffing geldt dat nog niet alle uren van het product Bestuursondersteuning betrokken zijn in het tarief. Deze extra uren worden vanaf het belastingjaar 2012 ook in het nieuwe tarief meegenomen, wat eenmalige extra een stijging van € 3 tot gevolg heeft. Overige belastingen De honden- en toeristen belasting stijgt met een inflatiecorrectie van 1,5%. Leges Conform de uitgangspunten bij de begroting 2012 worden de leges, behoudens de wettelijke bepaalde tarieven, verhoogd met 1,5%. De leges voor de omgevingsvergunning zijn in 2010 onderbouwd en vanaf 2011 kostendekkend. Dit heeft als gevolg dat Scherpenzeel vanaf 2011 bij de duurdere gemeenten behoort wat het tarief betreft. Dit is één van de consequenties van het profijtbeginsel.
Programmabegroting 2012-2015
-153-
De tarieven voor het sluiten van een huwelijk worden in 2012 verhoogd met de inflatiecorrectie van 1,5%. Het tarief voor de huwelijksleges vergeleken met omringende gemeenten ligt relatief hoog. Dit komt voornamelijk door de huisvestingskosten welke doorberekend worden. Het College stelt voor een lager tarief te gaan hanteren voor de bruidsparen welke niet van de huisvesting gebruikt maken die aangeboden wordt. Dit heeft als gevolg dat de bruidsparen dan zelf de accommodatie moeten regelen en betalen. Marktgelden In de afgelopen drie jaar is het tarief gestegen naar een kostendekkend tarief. In 2012 vindt alleen inflatiecorrectie plaats. Lijkbezorgingsrechten In 2011 (met een mogelijke doorloop naar 2012) wordt er een onderzoek gedaan naar het beheer en de exploitatie van de begraafplaatsen. Dit kan daarna eventueel gevolgen hebben voor het tarief. Ter afwachting van het onderzoek wordt het tarief alleen geïndexeerd met 1,5% voor 2012. Het volgende overzicht zet de verschillende tarieven op een rij. Tarief/belasting Onroerende zaakbelasting Woningen - eigenarenheffing (tarief * WOZ-waarde) Niet Woningen - eigenarenheffing (tarief * WOZ-waarde) - gebruikerstarief (tarief * WOZ-waarde) Afvalstoffenheffing - eenpersoonshuishouden - meerpersoonshuishouden - extra container restafval - extra container gft-afval Rioolheffingen Woningen - per woning tot 500 m³ - voor elke 100 m³ of gedeelte er van boven de 500 m³ Niet Woningen - per niet-woning tot 500 m³
Programmabegroting 2012-2015
Tarief 2011
Tarief 2012
Opbrengst 2012 € 1.270.166
0,088%
n.b. *)
0,133%
n.b. *)
0,109%
n.b. *)
€ 635.887 € 157,10 € 196,40 € 131,60 € 69,40
€ 149,75 € 187,20 € 124,80 € 62,40 € 902.227
€ 187,15 € 35,65
€ 201,95 € 40,40
€ 356,05
€ 373,40
-154-
Tarief/belasting
Tarief 2011
- voor elke 100 m³ of gedeelte er van boven de 500 m³
Tarief 2012
€ 69,40
Opbrengst 2012
€ 74,70
Hondenbelasting
€ 38.423
- eerste hond - voor de volgende honden
€ 47,00 € 100,00
€ 47,70 € 101,50
Toeristenbelasting
€ 103.357
- per persoon per overnachting
€ 0,84
€ 0,85
*) De tarieven voor de OZB betreffende het 2012 zijn verhoogd met 1,5%, zijnde de inflatiecorrectie. De tarieven voor de OZB kunnen momenteel nog niet berekend worden aangezien de WOZ waarden nog niet volledig gewaardeerd zijn voor 2012.
Lastenontwikkeling 2011 Hieronder wordt de lastenontwikkeling weergegeven voor een drietal situaties. Uitgangspunt: 1. Alleenstaand, waarde van de woning is
€
200.000
2011 Heffing: OZB Rioolheffing Afvalstoffenheffing Totaal:
Tarief: 0,088% € 187,15 € 157,10
2012 Grondslag: € 200.000,00 1 persoon
Oplegging: € 176,00 € 187,15 € 157,10 € 520,25
Tarief: 0,089% *) € 201,95 € 149,75
Stijging lasten t.o.v. voorgaand jaar:
Uitgangspunt: 2. Gezin, waarde van de woning is
€ 10,05
€
250.000
2011 Heffing: OZB Rioolheffing Afvalstoffenheffing Totaal:
Tarief: Grondslag: 0,088% € 250.000,00 € 187,15 € 196,40 meerpersoons
Programmabegroting 2012-2015
Oplegging: € 178,60 € 201,95 € 149,75 € 530,30
2012 Oplegging: € 220,00 € 187,15 € 196,40 € 603,55
Tarief: 0,089% *) € 201,95 € 187,20
Oplegging: € 223,30 € 201,95 € 187,20 € 612,45
-155-
Stijging lasten t.o.v. voorgaand jaar:
€ 8,90
Uitgangspunt: 3. Gezin, waarde van de woning is
€
400.000
2011 Heffing: OZB Rioolheffing Afvalstoffenheffing Totaal:
2012
Tarief: Grondslag: 0,088% € 400.000,00 € 187,15 € 196,40 meerpersoons
Oplegging: € 352,00 € 187,15 € 196,40 € 735,55
Tarief: 0,089% *) € 201,95 € 187,20
Stijging lasten t.o.v. voorgaand jaar:
Oplegging: € 357,00 € 201,95 € 187,20 € 746,15 € 10,60
*) voorlopig tarief, zie boven.
Belastingopbrengst 2012 De totale eigen opbrengsten voor Scherpenzeel in 2012 zijn: Belasting/leges/rechten
Opbrengst
Onroerende Zaakbelastingen Afvalstoffenheffing Rioolrechten Hondenbelasting Toeristenbelasting Leges burgerzaken Leges omgevingsvergunning Begraafrechten Opbrengst marktgelden Leges gebruiksvergunningen Leges diensten brandweer Leges vergunningen APV Leges kopieën e.d.
-1.270.166 -635.887 -902.227 -38.423 -103.357 -132.967 -287.650 -116.931 -28.105 -1.000 -5.000 -300 -9.000
35,97% 18,01% 25,55% 1,09% 2,93% 3,77% 8,15% 3,31% 0,80% 0,03% 0,14% 0,01% 0,25%
Totaal
-3.531.013
100,00%
Programmabegroting 2012-2015
in %
-156-
BIJLAGEN 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Investerings- en financieringsstaat Specificatie van het eigen vermogen Specificatie van de voorzieningen Specificatie van de voorziening groot onderhoud gemeente-eigendommen Nieuwe beleidsvoornemens 2012-2015 Vervangingsinvesteringen 2012-2015
Programmabegroting 2012-2015
-157-
Programmabegroting 2012-2015
-158-
1. Investerings- en financieringsstaat
Boekwaarde begin 2012
Uitbreiding in Vermindering2012 en in 2012
Afschrijving of aflossing in Boekwaarde einde 2012 2012
A. VASTE ACTIVA
Immateriële vaste activa
0
113.000
0
113.000
0
2.113.101
0
0
93.241
2.019.860
0
0
0
0
0
c. Bedrijfsgebouwen
5.600.509
825.000
0
260.034
6.165.475
d. Grond-, weg- en water-
6.819.482
1.223.500
0
197.884
7.845.098
95.364
41.775
0
13.302
123.836
469.421
97.000
0
43.680
522.742
236.034
107.000
0
55.777
287.256
5.170.000
0
82.071
5.087.929
Materiële vaste activa a. Gronden en terreinen b. Woonruimten
bouwkundige werken e. Vervoermiddelen f. Machines, apparaten en installaties g. Overige materiële activa Financiële vaste activa: b. Overige langlopende geldleningen d. Effecten
7.500.000
7.500.000
28.003.911
2.407.275
0
858.989
29.552.197
5.214.861
236.957
5.451.818
767.898
36.529
804.428
5.982.760
273.486
0
0
6.256.246
Totaal activa
33.986.671
2.680.761
0
858.989
35.808.443
C. EIGEN VERMOGEN
23.156.288
653.702
1.146.029
0
22.663.962
4.750.000
2.000.000
0
6.750.000
1.980.576
178.114
55.295
29.886.864
2.831.816
1.201.324
B. VLOTTENDE ACTIVA
Grondexploitatie: Plan Zuid Akkerwindelaan
D. OPGENOMEN LANGLOPENDE GELDLENINGEN E. VOORZIENINGEN Totaal passiva
Programmabegroting 2012-2015
2.103.396 0
-159-
31.517.357
Programmabegroting 2012-2015
-160-
2. Specificatie van het eigen vermogen Naam reserve
2011 Saldo 01-jan
Algemene reserve
Overige bestemmingsreserves Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Riolering Reserve grondexploitatie Kwaliteitsreserve soc. Woningbouw Ver-/nieuwbouw onderwijsgebouwem Subsidie monumenten Huisvesting Huur van Heugten Kapitaallasten Buitenplaats Egalisatiereserve onderhoud wegen
Programmabegroting 2012-2015
Rente (over saldo 1/1)
3.501.354
2012
Vermeer-
Vermin-
Saldo
Saldo
dering
dering
31-dec
01-jan
579.688 1.066.775
Rente (over saldo 1/1)
Vermeerdering Vermindering
Saldo 31-dec
3.014.267
3.014.267
0
5.000
328.000
2.691.267
170.588
5.971
0
0
176.559
176.559
6.180
0
73.873
108.865
3.550.650
124.273
0
279.775
3.395.148
3.395.148
118.830
0
67.266
3.446.712
467.480
0
0
467.480
467.480
0
0
0
467.480
900.732
0
123.968
776.764
776.764
0
0
157.500
619.264
861.150
30.140
32.738
32.020
892.009
892.009
31.220
0
19.802
903.427
145.821
5.104
0
0
150.925
150.925
5.282
0
0
156.207
5.402
67.000
1.908.879
585.549
1.395.731
1.395.731
48.851
88.043
1.356.539
731.911
0
0
731.911
0
0
0
0
0
0
1.176.968
0
0 1.176.968
0
0
0
0
0
0
361.789
12.663
237.451
237.451
8.311
75.000
0
320.762
0
137.000
-161-
Naam reserve
2011 Saldo
Rente (over saldo 1/1)
01-jan Bodemverontreiniging
2012
Vermeer-
Vermin-
Saldo
Saldo
dering
dering
31-dec
01-jan
Rente (over saldo 1/1)
470.687
0
0
281.290
189.397
189.397
4.925.000
0
0
75.000
4.850.000
4.850.000
19.702
690
0
20.392
0
3.847.844
134.675
0
134.675
Recreatie en Toerisme
13.499
472
0
Wet financiering ABW
28.804
1.008
Inkomensdeel WWB
44.548
Automatisering
1.599.600
Reserve WMO
364.140
Ver-/nieuwbouw Heijhorst BTW-compensatiefonds Reserve GCN
Herinrichting sportpark De Bree Reserve Kaupthing Reserve JOS Reserve GVVP
Vermeerdering Vermindering
Saldo 31-dec
0
0
189.397
0
0
75.000
4.775.000
0
0
0
0
0
3.847.844
3.847.844
134.675
0
134.675
3.847.844
0
13.972
13.972
489
0
0
14.461
0
0
29.812
29.812
1.043
0
0
30.856
1.559
0
0
46.107
46.107
1.614
0
0
47.721
55.986
108.500
37.217
1.726.869
1.726.869
60.440
108.500
66.559
1.829.251
0
42.314
321.826
321.826
0
0
0
321.826
1.803.955
63.138
0
488.024
1.379.069
1.379.069
48.267
0
105.312
1.322.025
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
35.058
0
0
0
35.058
35.058
0
0
0
35.058
0
0
210.000
0
210.000
210.000
0
0
30.000
180.000
25.026.682
502.678
2.839.805 5.212.878 23.156.288
23.156.288
465.202
188.500
1.146.029
22.663.962
Reserve leerlingenvervoer Totaal
Programmabegroting 2012-2015
-162-
3. Specificatie van de voorzieningen Naam voorziening
2011 Vermeerd.
Saldo 1/1
Vermind.
Saldo 31/12
2012 Vermeerd.
Saldo 1/1
Saldo 31/12
Onderhoud gemeente-eigendommen
819.236
237.644
52.782
1.004.098
1.004.098
Wachtgeldverplichtingen personeel
75.930
45.000
0
120.930
120.930
513.791
20.500
534.291
534.291
60.917
36.500
74.590
22.827
22.827
0
0
0
0
0
0
0
5.644
5.644
5.644
156.982
156.982
26.038
26.038
Pensioen wethouders Wachtgelden wethouders Bibliotheekvernieuwing
0
ISV-geluid
0
Voorziening RMC-gelden Voorziening lichtmasten Voorziening BOS Stimulering goedkope woningbouw
Totaal
Programmabegroting 2012-2015
5.644 185.982
15.000
44.000
26.038 130.227
0
20.460
109.767
109.767
1.817.765
354.644
191.833
1.980.576
1.980.576
142.614
Vermind. 11.559
1.135.153
0
120.930
20.500
554.791 22.827
15.000
0
171.982 26.038
178.114
20.909
88.858
55.295
2.103.396
-163-
Programmabegroting 2012-2015
-164-
4. Specificatie van de voorziening groot onderhoud gemeente-eigendommen Naam voorziening
2011 Saldo 1/1
1. Ambtswoning 2. Brandweergarage/werkplaats 3. Onderhoud gebouw
2012
Vermeerd.
Saldo 31/12
Vermind.
Saldo 1/1 Vermeerd. Vermind.
Saldo 31/12
16.448
0
1.500
14.948
14.948
0
1.500
13.448
256.021
27.000
38.035
244.986
244.986
27.000
2.413
269.574
80.102
6.115
0
86.217
86.217
6.115
0
92.332
openbare basisscholen
0
0
buitenzijde
0
0
4. Onderhoud gebouwen
238.342
29.000
0
267.342
267.342
29.000
0
296.342
bijzondere basisscholen
0
0
buitenzijde
0
0
5. Sportvelden de Bree accomodaties
100.294
114.256
214.550
214.550
13.226
227.776
6. Sportvelden de Bree
37.974
40.936
78.910
78.910
40.936
119.846
7. Toren N.H.-kerk
62.055
6.337
997
67.395
67.395
6.337
1.012
72.721
8. Buitenplaats
28.000
14.000
8.323
33.678
33.678
14.000
4.464
43.213
9. Villa
0
0
3.928
-3.928
-3.928
6.000
2.171
-99
Totaal
819.236
237.644
52.782
1.004.098 1.004.098
142.614
11.559
1.135.153
Programmabegroting 2012-2015
-165-
Programmabegroting 2012-2015
-166-
5. Nieuwe beleidsvoornemens 2012-2015 Fte Verbeteren dienstverlening Wabo Welstandsnota Grondexploitaities in eigen hand, rentevoordeel Minder illegale bouw, meer leges Structuurvisie Woonvisie Totaal programma 1
Krediet
2012 30.000
0,0
-5.000
15.000
-22.500
-40.000
2012 75.000 10.000
2013 75.000 20.000
2014 75.000 30.000
2015
-35.000
-35.000
-35.000
-35.000
11.800 2.600 35.000 -30.000 50.000 40.000
11.800 2.600 5.000 -30.000
11.800 2.600 5.000 -30.000
11.800 2.600 5.000 -30.000
0
30.000 189.400
110.000 159.400
10.000 110.000 179.400
100.000 84.400
0
2012 5.000 5.000
2013 5.000 5.000
2014 5.000 5.000
2015 5.000 5.000
2012 P.M. 0
2013 P.M. 0
2014 P.M. 0
2015 P.M. 0
0
0
0
0
2012 -15.000
2013 -15.000
2014 -15.000
2015 -15.000
-25.000
-10.000 -25.000 -10.700
-10.000 -25.000 -10.700
-10.000 -25.000 -10.700 -30.000
-40.000
-60.700
-60.700
-90.700
0
0,0
0,0
0,0
0 Krediet
Restwaarde op (onderwijs)gebouwen
Programmabegroting 2012-2015
-35.000
-5.000
Krediet
Leerlingenvervoer: aanbesteding Leerlingenvervoer: besparing 50% JOS: taakstelling bezuiniging 10% JOS: taakstelling per 2015 voor vervallen subsidie ZonMW Totaal programma 5
-17.500 -5.000
Krediet
Fusie bibliotheek Meerjarenovereenkomst exploitatie Kulturhus Totaal programma 4
2015
-10.000 50.000 30.000 100.000
Sparen voor reconstructies wegen Areaaluitbreiding en schades wegen
Samenwerking Bbz/IOAZ Totaal programma 3
2014
20.000
Krediet
Onderhoudsbudget wegen (onderuitputting) Areaaluitbreiding plantsoenen Areaaluitbreiding bomen Uitvoering hondenpoepbeleid Groenonderhoud: taakstelling Omvorming groen Vervolgonderzoeken GVVP Verkeersveiligheidsplan Uitvoeringsmaatregelen GVVP Totaal programma 2
2013
0,0
0
30.000
-167-
Krediet
2012 -40.000
Verstrekkingenbeleid hulpmiddelen (ex-WVG) Afschaffen subsidie muziekonderwijs Inzet BOA drankgebruik jongeren Onderzoek jongerenparticipatie Beheerskosten Verwijsindex Totaal programma 6
0,0
0 Krediet
Vervanging glascontainers Handhaving lopende dossiers Deelname in regio-projecten Bodemkwaliteitskaart Taakstelling onderhoud/tarieven Totaal programma 7
Cameratoezicht Buurtpreventie Stelpost regionalisering brandweer Bereikbaarheidskaarten brandweer Totaal programma 8
2012 10.000 50.000 3.000 5.000
Inkrimping BMO (webmaster) Inkrimpen FiCon, financieel advies Inkrimping Faza (bode) Contract telefonie aanbesteden Wijziging urentoerekening bestuursondersteuning Totaal programma 9
Programmabegroting 2012-2015
2014 -40.000
2015 -40.000
P.M.
P.M.
P.M.
2.000
2.000
2.000
5.000 -33.000
5.000 -33.000
5.000 -33.000
2013
2014
2015
3.000
3.000
3.000
0
68.000
3.000
P.M. 3.000
P.M. 3.000
Krediet P.M.
2012 P.M. 5.000
2013 P.M.
2014 P.M.
2015 P.M.
40.000
40.000
0
40.000
40.000
2013 33.000 20.000 10.000 54.000 P.M. 47.625 6.500 6.000 25.000 23.000 35.000
2014 33.000
2015 33.000
10.000 54.000 P.M. 47.625 6.500 6.000
54.000 P.M. 47.625 6.500 6.000
23.000
23.000
50.000 0 -7.500 -27.500
50.000 0 -15.000 -27.500
50.000 0 -15.000 -27.500
0,0
0,0
0 Krediet
Relatiemanager bedrijven Implementatiekosten Strategie en beleidsontwikkeling Wegvallen baten Sociale Zaken Vorming RUD Structurele lasten huisvesting Villa Budget ondersteuning AOV Bureaustoelen Werkvoorbereider wegen en groen Uitbreiding communicatie Projectleider, 50% Plan Zuid, 50% Weijdelaer e.a. ICT-coördinator E-readers Aanbesteden accountant Inkrimping VraagWijzer (standaardiseren, uitbesteden) Inkrimping BWO (subsidiebeleid etc.)
2.000 7.000 5.000 -26.000
2013 -40.000
0,6
25.000 30.000 2012 33.000 20.000 25.000 54.000 47.625 6.500 6.000 50.000 23.000 35.000
1,0 0,4 1,0 1,0 37.000
50.000 0
-0,5 -0,5
-27.500
-0,2 -0,2 -0,4
2,2
37.000
-11.000
-11.000
-2.000 -25.000
-2.000 -25.000
-2.000 -25.000
-11.000 -11.000 -22.000 -2.000 -25.000
323.125
237.125
149.625
79.125
-168-
Krediet Automatische incasso gemeentelijke belastingen BTW-mixpercentage Stijging OZB niet-woningen t.b.v. relatiemanager bedrijven Stijging toeristenbelasting Totaal programma 10
2012 -1.000
2013 -1.000
2014 -1.000
2015 -1.000
-30.000 -8.250
-30.000 -16.500
-30.000 -24.750
-30.000 -33.000
-39.250
-47.500
-15.000 -70.750
-15.000 -79.000
2012 27.500
2013 27.500
2014 27.500
2015 27.500
0
27.500
27.500
27.500
27.500
37.000
637.775
305.825
217.575
-3.675
0,0
0 Krediet
Verlaging dekking VROM uit Kwaliteitsreserve soc.woningbouw Totaal programma 11 Totaal nieuw beleid
Programmabegroting 2012-2015
0,0
-169-
Programmabegroting 2012-2015
-170-
6. Vervangingsinvesteringen 2012-2015
Volg- Afdeling Project/Beleidsvoornemen nr.
1
2
3
4
Faza
Faza
Faza
Gr.
Aanv. jaar
Afschr. termijn
2012
krediet 20132015
EGEM (implementatie en vervangingsinvest.) t.lv. Reserve automatisering
2012 2013 2014 2015
55.225
EGEM (incidentele kosten) t.l.v. Algemene reserve
2012 2013 2014 2015
10.000
Infoplan t.lv. Reserve automatisering
2012 2013 2014 2015
107.000
Uitvoering gemeentelijk rioleringsplan t.lv. Reserve riolering
2012 2013 2014 2015
1.158.500
Programmabegroting 2012-2015
2012
2013
budget 2014
2015
12.600 12.600 30.000
10.000 10.000 10.000
115.000 12.000 2.000
1.544.500 556.000 556.000
-171-
Volg- Afdeling Project/Beleidsvoornemen nr.
Aanv. jaar
Afschr. termijn
2012
5
BMO
Tankautospuit
2014
15
6
BMO
Motorspuitaanhanger + toebehoren
2012
15
7
BMO
OVD-voertuig
2014
10
8
BMO
Manschappen-voertuig
2014
9
Gr.
Vrachtwagen Mercedes
10
Gr.
11
krediet 20132015
2012
2013
budget 2014
3.981
23.129
2.660
2.597
17.850
312
2.410
15
47.600
833
4.839
2013
10
90.000
1.575
12.150
11.835
Sneeuwploeg groot
2012
10
15.000
263
2.025
1.973
1.920
Gr.
Sneeuwploeg klein
2012
10
10.000
175
1.350
1.315
1.280
12
Gr.
Peugeot bedrijfswagen
2012
8
15.000
263
2.400
2.334
2.269
13
Gr.
Zoutstrooier (Stratos)
2012
10
35.000
613
4.725
4.603
4.480
14
BMO
Portofoons (i.p.v. vervanging in 2010)
2013
5
193
2.585
2.508
14.990
32.745
57.267
totalen
Programmabegroting 2012-2015
227.500
2015
26.775
469
11.000 1.432.500 3.264.650
1.781
2.722
-172-
Programmabegroting 2012-2015
-173-