Verschillen tussen jongens en meisjes DE GEVOLGEN VOOR ONZE ONDERWIJSPRAKTIJK
22 augustus 2013 - Els Menu
Enkele onderzoeksresultaten uit het onderwijs Internationale observatieonderzoeken leggen een
aantal verschillen in de aanpak van jongens en meisjes bloot: Jongens krijgen tijdens de les meer denkvragen en meisjes meer feit- en herhalingsvragen Jongens krijgen ook meer stimuli om te antwoorden, meisjes meer en langere leesbeurten Jongens worden aangemoedigd om zelf tot een oplossing te komen, bij meisjes is de leerkracht sneller geneigd om te helpen. (Rivers & Barnett, 2011)
Op het einde van het basisonderwijs hebben 15% van
de meisjes en 16% van de jongens een leerachterstand van 1 jaar of meer. ⇒ In de loop van het secundair onderwijs wordt
de genderkloof groter: 26% van de meisjes en 32% van de jongens in het secundair onderwijs hebben een leerachterstand van 1 jaar of meer ⇒ Bijna een op de twee jongens verlaat het secundair onderwijs met een jaar achterstand tegenover bijna een op de drie meisjes. Jongens verlaten de school ook vaker zonder diploma. ⇒ Voor elk meisje dat in Vlaanderen een C-attest krijgt, zijn er twee jongens die een C-attest krijgen
(Bron: statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs ’11-’12)
Tegen het einde van de lagere school belandt één op de
tien jongens in Vlaanderen in het buitengewoon onderwijs. Bij de meisjes gaat het om 6,2 procent. ⇒Van alle schoolgaande Vlaamse leerlingen tussen 6 en 18
jaar gaat 5,3 procent naar het buitengewoon onderwijs
(Bron: Onderwijs Vlaanderen, 2013)
In de afgelopen tien jaar steeg het aantal mannen in
de lerarenopleiding minimaal van 26% in 2001-2002 tot 29% in 2011-2012. ⇒Bij uitstek in de opleiding kleuteronderwijs blijven
mannen witte raven. ⇒De meeste mannen vinden we terug in de lerarenopleiding voor Secundair onderwijs.
Kleuteronderwijs
Lager Onderwijs
Secundair Onderwijs
(Bron: Hoger onderwijs in cijfers, Vlaamse overheid, 2012)
De rol van hersenen en hormonen Dankzij de nieuwste apparatuur, zoals MRI- en PET-scans, is aan het
licht gekomen dat wanneer mannen en vrouwen dezelfde taak doen, er andere delen van hun brein werkzaam zijn (Medina, 2010). Hormonen bepalen mee de werking van de hersenen. Met name de
hormonen testosteron en oestrogeen, die in verschillende hoeveelheden voorkomen bij jongens en meisjes, hebben effect op het functioneren en het gedrag (Woltering, 2009). Er is een voortdurende wisselwerking tussen hormonale aanleg,
breinontwikkeling en de rijping van het centrale zenuwstelstel (L. Sax, 2001) => jongens een jaartje later naar het 1ste leerjaar
Bron: www.onderwijs maak je samen.nl
En dan is er ‘TESTOSTERON’… Het verhaal van PABLO, het zoontje van de kapster en 4 jarige kleuter bij juf Marijke Hormonen beïnvloeden al van in een vroeg stadium de ontwikkeling van de hersenen. Testosteron: tegen vierde levensjaar een tijdelijke piek Testosteron beïnvloedt behoefte aan beweging, competitie,
doelgerichtheid, agressie en zelfvertrouwen Onder invloed van bijvoorbeeld stress en conflict kan bij jongens tijdelijk meer testosteron worden aangemaakt. (Woltering, 2009)
De actieve jongen versus het rustige meisje Van kleins af aan zijn jongens lichamelijk meer
actiever dan meisjes (Formel et al., 2008).
Meisjes zijn rustiger en tonen in hun spel de voorkeur
voor tekenen en rollenspel, terwijl jongens luidruchtiger en agressiever zijn en voornamelijk voor de constructiehoek of fysieke activiteiten kiezen (Laevers&Verboven, 2000).
40% van de tijd kiezen jongens voor ‘superheld-spel’
en aldus ook voor spelend vechten (Logue&Harvey, 2010).
Gevolgen ‘voor onze jongens’ Actieve, energieke jongens => probleemkinderen
(King&Gartrell, 2003) Jongens te snel gelabeld met ADD of ADHD (Pastor&Reuben, 2002) 50% van de interactie tussen opvoedster en kind in kinderopvang in negatief: ‘Blijf af! Doe niet! Pas op!...’ (Tavecchio, 2007) 48% van de kleuteronderwijzers stopt drukke, actieve spel van jongens meermaals per dag af 29% bij actief en druk spel van meisjes (Logue&Harvey, 2010)
Dus … wat hebben onze jongens nodig? “Building an encouraging classroom with boys in
mind” (King&Gartrell, 2003)
Vergroot de klas door ook buitenspel aan te bieden Creëer ook binnen de klas voldoende bewegingsruimte Biedt activiteiten aan waarbij kinderen heel hun lichaam moeten gebruiken Timmer- en constructiehoek zijn onmisbaar Voorzie heel wat kansen tot ontdekken en experimenteren
“Should we keep trying to change the boys and their
energy, or should we change the educational system they find themselves in?” (Gurian, 2005)
De leerkracht maakt het verschil Mannelijke leerkrachten hebben meer begrip voor het ruwe
en drukke spel van jongens (Sandberg&PramlingSamuelsson, 2005) Woltring (2010) heeft een lijst samengesteld van 33
aanbevelingen, die een leerkracht kunnen helpen om beter om te gaan met jongens in de klas en in de school.
Geef jongens de kans om met andere jongens te werken Overweeg om jongens en meisjes af en toe apart les te geven Gebruik vaker een quiz om kennis te toetsen, in plaats van een schriftelijke toets. Rustige achtergrondmuziek helpt jongens om geconcentreerd te werken.
Thesisonderzoek - 2011 Omgaan met genderverschillen in de ervaringsgerichte en traditionele kleuterklas: attitude en praktijk van leerkrachten
Mijn doel: Stemmen kleuteronderwijzers met een ervaringsgerichte onderwijsvisie hun aanpak en aanbod meer af op de grotere bewegingsdrang van jongens dan kleuteronderwijzers met een traditionele onderwijsvisie. EGO
Onderzoeksmethode
Maar ook: klein hartje, ondernemend, spontaan, impulsief, creatief, inlevend in hun spel en veel fantasie, maar ook trager in fijne motoriek, minder interesse in muzische activiteiten, machogedrag, vaak superheld in spel en nog jong van mentaliteit.
Onderzoeksvragen en resultaten Onderzoeksvraag 1: “Ervaren kleuteronderwijzers met een ervaringsgerichte onderwijsvisie het ‘fysiek actieve gedrag’ van jongens minder storend dan kleuteronderwijzers met een traditionele onderwijsvisie?”
1
9
Enkele opmerkingen Er werd door de participanten ook meermaals
benadrukt dat
de ‘grootte van de groep’ en het ‘aantal jongens’ en de ‘grootte van de klasruimte’
een belangrijk rol spelen in het wel of niet storend ervaren van dit actievere gedrag van jongens. Interview lokt ‘sociaal wenselijk antwoorden’ uit =>
observaties
Onderzoeksvraag 2: “Stemmen kleuteronderwijzers met een ervaringsgerichte onderwijsvisie hun aanpak en aanbod meer af op de grotere bewegingsdrang van jongens dan kleuteronderwijzers met een traditionele onderwijsvisie?”
Enkele opmerkingen
Bewegingshoeken die enkel thematisch aanbod
komen werden niet in de data opgenomen. Jongens kiezen ook vaker voor bepaalde speelse activiteiten: de autohoek, de zandbak, de waterbak, de trein,… en minder voor een opdracht aan de knutsel- of schrijftafel.
Onderzoeksvraag 3: “ Vanuit welke overtuiging handelen kleuteronderwijzers wanneer ze hun aanbod afstemmen op de fysiek actievere jongens?”
Opmerkingen: Verschillende kleuteronderwijzeressen lieten tijdens het interview
verstaan dat dit een ‘moeilijke vraag’ was en dat ze hier in het verleden nog nooit hadden bij stilgestaan Kleuteronderwijzers met een persoonlijke ervaring als overtuiging:
Lesbisch Moeder van enkele zonen Opgegroeid met veel broers
Deze resultaten vragen een diepgaander interview
Onderzoeksvraag 4: “In welke mate hebben kleuteronderwijzers vanuit literatuur of opleiding inzichten verworven betreffende genderverschillen?”
Enkele opmerkingen Sommige kleuteronderwijzers hadden nog nooit van het
woord gender gehoord
Enkele kleuteronderwijzers gaven ook aan een
vermoeden te hebben van een verschil in ‘testosterongehalte’ en dat ze de drukke en soms ook agressieve jongens wel eens als ‘kleine pubers’ benoemden.
De uitspraak ‘typisch jongens’ werd ook door
verschillende kleuteronderwijzers tijdens het interview in de mond genomen.
Lerarenopleidingen geven veel te weinig aandacht aan
genderverschillen !!!
Conclusie
Het verhaal van Pablo, alias het zoontje van de kapster Wat heeft hij nodig? ⇒Een kleuterleidster met inzichten rond gender ⇒Een kleuterleidster met kennis rond hersen- en
hormonenonderzoek ⇒Een kleuterleidster met een ervaringsgerichte aanpak
EGO maakt het verschil Ook Seppe, leerling uit het lager onderwijs, die beter zijn werkboek kan invullen terwijl hij rechtstaat en af en toe ook graag eens door de klas loopt, heeft nood aan: ⇒Een leerkracht met inzichten rond gender ⇒Een leerkracht met kennis rond hersen- en hormonenonderzoek ⇒Een leerkracht met een ervaringsgerichte aanpak
Een filmpje als afsluiter
Aan jou om het verschil te maken SUCCES!