VERPLICHT LEZEN VERSUS VOOR DE LOL LEZEN
Naam:
Klas:
School:
INHOUD 3
Verplicht lezen versus voor de lol lezen
5
Onderzoeksstappen Deel 1: vragenlijst Deel 2: stellingen Deel 3: maakt het uit of je een meisje of een jongen bent, of je een N-profiel of een M-profiel hebt gekozen? Bijlagen
9
Leeservaringlijst deel A: vragen over verplicht lezen voor school
10
Leeservaringlijst deel B: vragen over lezen in de vrije tijd10
11
Stellingen
12
Resultaten op de stellingen
12
Aanvullende enquête
14
Histogrammen van de scores op de stellingen uit bijlage 4 voor jongens en meisjes
17
Histogrammen van de scores op de stellingen uit bijlage 4 voor leerlingen met een N-profiel en met een M-profiel
Colofon
Instituut voor de lerarenopleiding De lessen ‘Verplicht lezen versus voor de lol lezen’ zijn ontworpen door Paulien Sigmans, Margreeth Krommendijk, Dick Schram en Marleen Kieft in het kader van het project ‘Onderzoekend leren en uiteenzetting schrijven’ (NWO-project 411-05-120) dat uitgevoerd wordt aan het Instituut voor de Lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam. Voor meer informatie zie www.ilo.uva.nl/homepages/marleen. 2007
Verplicht lezen versus voor de lol lezen
Foto: Huub Luijten
••• Introductie In verschillende kranten staan met de regelmaat van de klok verontrustende berichten over lezen. ‘Steeds minder mensen lezen’, ‘lezen werkt averechts’ enzovoort. Aan de hand van dit onderwerp ‘verplicht lezen’ gaan we kritisch kijken naar uitspraken in kranten. Werkt verplicht lezen op school inderdaad averechts en is dat bij iedereen zo? Moet de literatuurlijst afgeschaft worden? Hoe weet je of het klopt wat de kranten schrijven?
Hieronder zie je een voorbeeld van een tekst over (verplicht) lezen uit het Brabants Dagblad van 13 april 2006
Spraakmakers: ‘Gerard wie? Nog nooit van gehoord!’ door Hetty Dekkers In de rubriek Spraakmakers bespreken jongeren uit De Langstraat elke twee weken actuele onderwerpen. Telkens gaan enkele leerlingen van middelbare scholen met elkaar in debat. In deze aflevering praten drie leerlingen van het Willem van Oranje College in Waalwijk over schrijver Gerard Reve, zijn boeken en over literatuurlijsten van nu. Gerard Reve, een kleurrijk figuur uit de Nederlandse literatuur, is dood. Sander Kerstens zal er geen seconde wakker van liggen. “Gerard wie? Nooit van gehoord”, geeft hij toe. Myron van der Velden en Lisette Huibers kennen de schrijver wel. Myron heeft zelfs een boek van hem op haar literatuurlijst staan. “De Avonden. Moeilijk om doorheen te komen, mag achteraf ben ik toch blij dat ik het gelezen heb. Het geeft een goed beeld van die tijd. Hoe geisoleerd mensen leefden in de jaren vijftig. Ze hadden alleen een radiootje, geen tv, geen telefoon, geen msn. Die beklemmende sfeer heeft
3
Reve heel goed beschreven.” Myron was niet de enige van haar school, die een boek van Reve op haar lijst had staan. “De meesten hadden gekozen voor De Avonden, omdat dat zijn bekendste boek is”, vermoedt ze. Lisette heeft op tv het nieuws rondom Reve’s overlijden gevolgd. “Die ruzie tussen hem en Mulisch vond ik wel grappig. Hoe Mulisch hem verweet dat hij na De Avonden nooit meer zijn oude niveau had gehaald. Reve boos natuurlijk.” Myron leerde Reve pas na zijn dood wat beter kennen. “Toen ik De Avonden las, wist ik weinig over hem. Nu heb ik een heel ander beeld van hem. Ik vond hem in het echt bepaald geen sympathieke man, als ik op zijn uitlatingen af ga. Zijn homofiele en pedofiele neigingen herkende ik helemaal niet in zijn boek. Mijn lerares wees mij daarop, bij de boekbespreking.” Sander haalt gruwend zijn schouders op. “Homofiel en pedofiel. Dan krijg je nog een stukje in de krant ook, als je dood gaat. Ik denk niet dat ik ooit een boek van hem ga lezen, als ik het zo allemaal hoor.” Sander, Myron en Lisette zitten in 6 vwo. Ze moeten voor hun Nederlandse lijst elf boeken lezen, uit verschillende tijdvakken. “Wij mogen er slechts drie uit de moderne tijd kiezen”, aldus Myron. “Op de havo hebben ze het beter geregeld. Daar mag je meer moderne boeken op je lijst zetten.” Lisette vindt de verplichte literatuurlijst op scholen een prima systeem. “Literatuur is toch een beetje de trots van het vaderland. Daar zou iedereen iets van gelezen moeten hebben. Voor mijn lijst heb ik me door De Ontdekking van de Hemel van Mulisch heen geworsteld. Bijna duizend bladzijdes en moeilijk taalgebruik! Was dat niet verplicht geweest, dan had ik dat nooit gedaan. Ook van andere schrijvers ga ik meer lezen. Dat komt toch door mijn lijst.” Ook Sander denkt dat verplicht lezen goed is. “Tachtig procent van de zesdeklassers had nog nooit een boek gelezen, toen we aan de lijst begonnen. Nu wel. Door al die tijdvakken, weet je nu overal iets van.” Myron denkt er heel anders over. “Mijn plezier in het lezen, dat ik eerst wel had, is door al die verplichte, saaie kost bedorven. Ik heb een hele tijd niets meer gelezen, toen ik klaar was voor mijn lijst.” Alledrie vinden ze boeken van hedendaagse schrijvers makkelijker te lezen dan die van Reve en andere oudgedienden. “Minder lange zinnen, meer spannende onderwerpen”, oordelen ze. Ronald Giphart, Renate Dorrestein en Tim Krabbe zijn de toppers van nu. “Het Gouden Ei van Krabbe heeft zowat iedereen op zijn lijst staan”, aldus Lisette. “Omdat het zo lekker dun is, waarschijnlijk.”
4
Dick Schram, een literatuurwetenschapper, heeft onderzoek gedaan naar lezen bij leerlingen in vierde en vijfde klassen van havo en vwo. Maakt het uit of je verplicht leest of dat je dat in je vrije tijd doet? Wat voor verschil maakt het? Hij stelde een heleboel vragen over hun leeservaringen aan de leerlingen, en met de gegevens die deze enquêtes opleverden, gaan jullie aan de slag. Ook gaan jullie aanvullende onderzoeksgegevens toevoegen om je eigen conclusies te kunnen trekken. Noteer steeds per stap jullie bevindingen op het werkpapier dat je hebt gekregen.
ONDERZOEKSSTAPPEN ••• DEEL 1: VRAGENLIJST STAP 1 Vul zelf de vragenlijsten in die Dick Schram gebruikte in zijn onderzoek (zie bijlage 1). Er is een leeservaringlijst over verplicht lezen voor school (deel A) en een leeservaringlijst over lezen in je vrije tijd (deel B).
STAP 2 Bereken van jullie groepje de gemiddelde score op iedere uitspraak, voor zowel verplicht als voor vrije tijd lezen Gebruik hiervoor de volgende scores: 1 = helemaal mee eens en 5 = helemaal niet mee eens. Maak een overzichtelijke tabel van de gemiddelde scores.
STAP 3 Bestaan er in jullie groepje duidelijke verschillen in leeservaring tussen lezen voor de lol en verplicht lezen? Het is niet de bedoeling dat jullie een uitvoerige discussie aangaan, maar dat jullie objectief de conclusies noteren, die jullie kunnen trekken uit de gemiddelde scores.
STAP 4 Je hebt nu onderzoeksgegevens van slechts een klein aantal leerlingen (afhankelijk van de grootte van jullie groepje: N = 3 of N = 4 (zo heet dat in wetenschappelijke termen, N staat voor ‘number’). Op grond van zo’n klein aantal kun je moeilijk algemeen geldende conclusies trekken over het leesgedrag van jongeren. Dick Schram heeft daarom veel meer leerlingen ondervraagd: N = 111.
5
In de volgende tabel vind je de gemiddelde scores van al die leerlingen op de items uit de vragenlijsten. Verplicht lezen gemiddelde
Vrije tijd lezen gemiddelde
1
3,19
2,53
2
3,67
3,47
Uitspraak
3
2,50
2,30
4
3,08
2,83
5
3,96
3,97
6
3,26
2,93
7
2,74
2,92
8
3,46
3,20
9
3,79
3,67
10
1,97
1,63
11
3,33
3,21
12
3,69
3,62
13
4,13
4,00
14
3,01
3,13
15
2,77
2,46
16
3,47
3,23
17
1,58
1,58
18
2,92
2,61
19
2,57
2,68
20
2,23
1,96
21
4,08
4,17
22
3,27
3,13
Bereken per uitspraak het verschil in gemiddelde. Noteer voor elke uitspraak het verschil in scores.
STAP 5 Bekijk de vijf items met de grootste en kleinste verschillen. Welke conclusies kun je uit deze gegevens trekken? Kun je uit de vragenlijst afleiden dat verplicht lezen altijd alleen maar nadelig is voor de leesbeleving? Of blijkt uit de items van de vragenlijst dat verplicht lezen ook positieve kanten heeft?
6
••• DEEL 2: STELLINGEN STAP 6 In aanvulling op de vragenlijst heeft Dick Schram de leerlingen in zijn onderzoek ook stellingen voorgelegd. Bepaal nu voor jezelf je mening over deze stellingen (zie bijlage 2).
STAP 7 In de tabellen in bijlage 3 staan de scores van dezelfde 111 leerlingen op de stellingen uit bijlage 2. Bereken voor elke stelling het gemiddelde voor ‘verplicht lezen’ en voor ‘vrije tijd’ en zet deze scores weer in een tabel.
STAP 8 Kun je op grond van bijlage 3 en de tabel zeggen of er bij de leerlingen uit dit onderzoek een duidelijke scheiding bestaat tussen lezen in de vrije tijd en lezen voor school? Leg je antwoord uit.
••• DEEL 3: MAAKT HET UIT OF JE EEN MEISJE OF EEN JONGEN BENT, OF JE EEN N-PROFIEL OF EEN M-PROFIEL HEBT GEKOZEN? Twee docenten Nederlands hebben ook kennisgemaakt met het onderzoek van Dick Schram. Uit ervaring weten zij dat jongens en meisjes, maar ook leerlingen die hebben gekozen voor verschillende profielen anders omgaan met boeken en lezen. Zij denken dat meisjes anders lezen dan jongens. En dat leerlingen met een N-profiel een andere leesbeleving hebben dan leerlingen met een M-profiel. Maar kloppen deze vermoedens ook? Om daar achter te komen hebben deze docenten acht stellingen van Dick Schram (zie bijlage 4) zelf aan een aantal vierde en vijfde klassen havo en vwo voorgelegd, met daarop als aanvulling een vraag naar de profielkeuze en het geslacht van de leerlingen. De resultaten van deze enquêtes vind je in bijlage 5 en 6.
STAP 9 Bekijk eerst welke stellingen de docenten geselecteerd hebben (zie bijlage 4). In de histogrammen (kolommengrafieken) in bijlage 5 staan de antwoorden van leerlingen op de stellingen (uit bijlage 4) voor jongens en meisjes (1 = helemaal mee eens en 5 = helemaal niet mee eens). Bepaal je eigen mening over deze stellingen. Bereken voor elke stelling hoe groot het percentage meisjes is dat score 1, 2, 3, 4, of 5 heeft gegeven. Zet de resultaten in een overzichtelijke tabel. Doe hetzelfde ook voor het percentage jongens. Welke conclusies kun je trekken over het verschil tussen jongens en meisjes wat betreft hun mening over verplicht lezen en in de vrije tijd lezen? Noteer deze conclusies.
7
STAP 10 In de histogrammen in bijlage 6 staan de antwoorden van leerlingen op de stellingen uit bijlage 4 voor leerlingen met een N-profiel en met een M-profiel (1 = helemaal mee eens en 5 = helemaal niet mee eens). Bereken voor elke stelling hoe groot het percentage leerlingen met een N-profiel is dat score 1, 2, 3, 4, of 5 heeft gegeven. Zet de resultaten in een overzichtelijke tabel. Doe hetzelfde ook voor het percentage leerlingen met een M-profiel. Welke conclusies kun je trekken over het verschil tussen leerlingen in het Nprofiel en in het M-profiel wat betreft hun mening over verplicht lezen en lezen in de vrije tijd? Noteer deze conclusies.
STAP 11 Vind je dat je op basis van deze histogrammen algemeen geldende conclusies kunt trekken voor alle leerlingen in havo en vwo 4 en 5? Of zie je zwakke punten in de enquête van de twee docenten? Beargumenteer je antwoord.
STAP 12 Van welke andere kenmerken van leerlingen verwachten jullie dat ze interessant zijn om op te nemen in een enquête over verplicht lezen en lezen in de vrije tijd? Licht je antwoord toe.
SLOT Kijk nog eens terug naar het krantenartikel in het begin van deze lessenserie. Sander en Lisette zien wel voordelen in een verplichte leeslijst, maar Myron vindt het maar niks. Geef op grond van je onderzoek in deze lessen zo genuanceerd mogelijk antwoord op de vraag of er verschil bestaat tussen lezen als leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs verplicht lezen of lezen in de vrije tijd.
EXTRA De Taalunie heeft onderzoek gedaan naar lezen in de brede zin van het woord en doet verslag van dat onderzoek in de krant ‘Taalpeil’ (zie http://taalunieversum. org/taalpeil_2006/). In dit onderzoek wordt onderzoek gedaan naar vragen als ‘Willen mensen wel lezen? Of vinden ze computeren of televisie kijken even zinvol? Laten ze zich liever een verhaal via een cd voorlezen dan dat ze zelf lezen? Staan ze op het punt om papieren boeken, kranten en tijdschriften te verruilen voor digitale teksten? Of doen ze liever helemaal iets anders?’ De Taalunie legde zulke vragen voor aan ruim 1000 Nederlanders, Vlamingen en Surinamers. Bekijk de website of de krant ‘Taalpeil’ goed door. Bekijk daarna of de resultaten uit ‘Taalpeil’ kloppen met de bevindingen uit je eigen onderzoek. Noteer overeenkomsten en/of verschillen met je eigen onderzoek en beargumenteer waardoor deze veroorzaakt zouden kunnen zijn.
8
BIJLAGE 1
Leeservaringlijst deel A: vragen over verplicht lezen voor school
1. Heel vaak kan ik een boek niet wegleggen totdat ik het uit heb. 2. Ik vind dat bepaalde literaire werken me helpen mijn meer negatieve gevoelens te begrijpen. 3. Wanneer ik een boek lees, gaat mijn belangstelling vooral uit naar wat er met de personages gebeurt. 4. Soms voel ik alsof ik haast het personage ‘geworden’ ben waarover ik in een boek heb gelezen. 5. Ik houd ervan te zien hoe het werk van een bepaalde schrijver in verband staat met andere literatuur van dezelfde periode. 6. Vaak hoor ik een dialoog in een boek alsof ik naar een echt gesprek aan het luisteren ben. 7. Ik vind dat mensen minder tijd zouden moeten besteden aan het praten of schrijven over literatuur. 8. Vaak ga ik zo op in wat ik lees, dat ik niet langer bewust ben van mezelf. 9. Vaak vind ik mijn tekortkomingen verhelderd door personages in literaire teksten. 10. Wanneer ik een boek lees, wil ik het liefst weten hoe het verhaal afloopt. 11. Het lezen van literatuur maakt me gevoelig voor aspecten van mijn leven waaraan ik gewoonlijk voorbij ga. 12. Soms worden personages in boeken bijna echte personen in mijn leven. 13. Wanneer ik een boek heb waar ik van houd, probeer ik gewoonlijk iets te weten te komen van de schrijver. 14. Ik geloof niet dat literatuur maatschappelijk relevant is. 15. Wanneer ik een verhaal lees, is het soms bijna net alsof ik er echt bij ben. 16. Vaak vind ik dat mijn eigen motieven worden verkend door personages in literaire teksten. 17. Ik vind het moeilijk een boek te lezen waarin niks lijkt te gebeuren. 18. Wanneer ik een boek lees, vergeet ik de tijd helemaal. 19. Literaire werken lijken soms de dingen van het leven ingewikkelder te maken dan ze echt zijn. 20. Ik kan me gemakkelijk de personen en plaatsen die in een boek worden beschreven, voor de geest halen. 21. Waar ik bij het lezen van boeken vooral belangstelling voor heb is iets te weten te komen over de thema’s en interesses van een bepaalde schrijver. 22. Wanneer ik een boek lees, denk ik vaak over mezelf als een van de personen in het verhaal. 9
Helemaal niet mee eens
Niet echt mee eens
Gewoon
Een beetje mee eens
Helemaal mee eens
Beantwoord de volgende vragen voor het lezen voor school. Bedenk goed hoe je dat lezen vindt. Neem het laatste boek dat je verplicht voor school las daarbij in gedachten.
Leeservaringlijst deel b: vragen over lezen in de vrije tijd
1. Heel vaak kan ik een boek niet wegleggen totdat ik het uit heb. 2. Ik vind dat bepaalde literaire werken me helpen mijn meer negatieve gevoelens te begrijpen. 3. Wanneer ik een boek lees, gaat mijn belangstelling vooral uit naar wat er met de personages gebeurt. 4. Soms voel ik alsof ik haast het personage ‘geworden’ ben waarover ik in een boek heb gelezen. 5. Ik houd ervan te zien hoe het werk van een bepaalde schrijver in verband staat met andere literatuur van dezelfde periode. 6. Vaak hoor ik een dialoog in een boek alsof ik naar een echt gesprek aan het luisteren ben. 7. Ik vind dat mensen minder tijd zouden moeten besteden aan het praten of schrijven over literatuur. 8. Vaak ga ik zo op in wat ik lees, dat ik niet langer bewust ben van mezelf. 9. Vaak vind ik mijn tekortkomingen verhelderd door personages in literaire teksten. 10. Wanneer ik een boek lees, wil ik het liefst weten hoe het verhaal afloopt. 11. Het lezen van literatuur maakt me gevoelig voor aspecten van mijn leven waaraan ik gewoonlijk voorbij ga. 12. Soms worden personages in boeken bijna echte personen in mijn leven. 13. Wanneer ik een boek heb waar ik van houd, probeer ik gewoonlijk iets te weten te komen van de schrijver. 14. Ik geloof niet dat literatuur maatschappelijk relevant is. 15. Wanneer ik een verhaal lees, is het soms bijna net alsof ik er echt bij ben. 16. Vaak vind ik dat mijn eigen motieven worden verkend door personages in literaire teksten. 17. Ik vind het moeilijk een boek te lezen waarin niks lijkt te gebeuren. 18. Wanneer ik een boek lees, vergeet ik de tijd helemaal. 19. Literaire werken lijken soms de dingen van het leven ingewikkelder te maken dan ze echt zijn. 20. Ik kan me gemakkelijk de personen en plaatsen die in een boek worden beschreven, voor de geest halen. 21. Waar ik bij het lezen van boeken vooral belangstelling voor heb is iets te weten te komen over de thema’s en interesses van een bepaalde schrijver. 22. Wanneer ik een boek lees, denk ik vaak over mezelf als een van de personen in het verhaal. 10
Helemaal niet mee eens
Niet echt mee eens
Gewoon
Een beetje mee eens
Helemaal mee eens
Beantwoord de volgende vragen voor het lezen in de vrije tijd, dus boeken die je voor jezelf leest. Bedenk goed hoe je dat lezen vindt. Neem het laatste boek dat je voor jezelf las daarbij in gedachten.
B. Boeken die ik voor school moet lezen, lees ik met plezier. C. Voor mezelf lees ik altijd hele andere boeken dan ik voor school moet lezen. D. Sinds ik verplicht boeken moet lezen voor school, ben ik steeds meer boeken gaan lezen in mijn vrije tijd. E. Sinds ik verplicht boeken moet lezen voor school, lees ik boeken in mijn vrije tijd met minder plezier. F. Boeken die ik voor mezelf lees, zet ik soms ook op de lijst die ik voor school moet lezen. G. Ik weet altijd goed welke boeken ik wil lezen voor school. H. Ik praat met mijn leraren over boeken die ik in mijn vrije tijd lees. I. Ik weet altijd goed welke boeken ik wil lezen in mijn vrije tijd. J. Als ik niet voor school boeken zou moeten lezen, zou ik helemaal geen boeken meer lezen. K. Wanneer je een boek moet analyseren, bederf je het leesplezier. L. Door de lessen literatuur ben ik de boeken die ik voor mezelf lees, anders gaan lezen. M. Ik vind het prima dat ik verplicht boeken moet lezen. N. Mijn vrienden en vriendinnen vinden het heel normaal dat ik in mijn vrije tijd boeken lees. O. Sinds ik in de vierde klas zit, lees ik met minder plezier boeken in de vrije tijd. P. Zonder literatuuronderwijs zou ik nooit boeken van vroeger lezen.
11
Niet echt mee eens
Gewoon
Een beetje mee eens
Helemaal mee eens A. Sinds ik verplicht boeken moet lezen voor school, heb ik geen tijd meer om boeken in mijn vrije tijd te lezen.
Helemaal niet mee eens
BIJLAGE 2
Stellingen
BIJLAGE 3
Resultaten op de tellingen Stelling
N
A B C D E F G H I J K L M N O P
110 110 111 111 110 111 111 110 111 111 111 109 110 105 109 110
Helemaal mee eens 41 9 28 3 12 10 40 40 25 22 49 4 6 19 16 25
Beetje mee eens 23 20 22 11 15 30 25 28 29 20 29 14 23 17 17 29
Gewoon 13 32 21 14 27 27 28 21 20 15 18 24 25 44 29 19
Niet echt mee eens 18 26 22 34 30 23 14 12 17 25 10 36 22 7 26 26
Helemaal niet mee eens 15 23 18 49 26 21 4 9 20 29 5 31 34 18 21 11
BIJLAGE 4
Aanvullende enquête I. PERSOONLIJKE GEGEVENS Omcirkel het correcte antwoord. 1. Ik ben een: 2. Ik heb gekozen voor een:
jongen / meisje M-profiel / N-profiel
II. WAT IS JE MENING OVER DE VOLGENDE STELLINGEN? Kruis bij elke stelling één antwoord aan! 1. Boeken die ik voor school moet lezen, lees ik met plezier. O helemaal mee eens O een beetje mee eens O gewoon O niet echt mee eens O helemaal niet mee eens 2. Ik weet altijd goed welke boeken ik wil lezen voor school. O helemaal mee eens O een beetje mee eens O gewoon O niet echt mee eens O helemaal niet mee eens 3. Als ik niet voor school boeken zou moeten lezen, zou ik helemaal geen boeken meer lezen. O helemaal mee eens O een beetje mee eens O gewoon O niet echt mee eens O helemaal niet mee eens
12
4. Wanneer je een boek moet analyseren, bederf je het leesplezier. O helemaal mee eens O een beetje mee eens O gewoon O niet echt mee eens O helemaal niet mee eens 5. Ik weet altijd goed welke boeken ik wil lezen in mijn vrije tijd. O helemaal mee eens O een beetje mee eens O gewoon O niet echt mee eens O helemaal niet mee eens 6. Door de lessen literatuur ben ik de boeken die ik voor mezelf lees, anders gaan lezen. O helemaal mee eens O een beetje mee eens O gewoon O niet echt mee eens O helemaal niet mee eens 7. Ik vind het prima dat ik verplicht boeken moet lezen. O helemaal mee eens O een beetje mee eens O gewoon O niet echt mee eens O helemaal niet mee eens 8. Sinds ik in de vierde klas zit, lees ik met minder plezier boeken in de vrije tijd. O helemaal mee eens O een beetje mee eens O gewoon O niet echt mee eens O helemaal niet mee eens
Bedankt voor je medewerking! Heb je nog vragen of opmerkingen, dan kun je die hieronder kwijt.
13
BIJLAGE 5 Histogrammen van de scores op de stellingen uit bijlage 4 voor jongens en meisjes.
14
15
Histogrammen van de scores op de stellingen uit bijlage 4 voor leerlingen met een Nprofiel en met een M-profiel.
16
BIJLAGE 6
17
18
19