VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 5 juni 2008 houdende regels ter zake van subsidies voor de structuurversterking voor de sector brood en banket (Verordening PA subsidies structuurversterking brood en banket 2008) Het bestuur van het Productschap Akkerbouw; Gelet op de artikelen 92, 95, 106, eerste lid, en 123 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, op de artikelen 8, 17 en 18 van het Instellingsbesluit Akkerbouwproductschappen en op artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; Besluit: § 1 Begripsbepalingen
Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. productschap : Productschap Akkerbouw; b. bestuur : bestuur van het productschap; c. dagelijks bestuur : dagelijks bestuur van het productschap; d. commissie : de in artikel 10 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen bedoelde Commissie Brood en Banket; e. fonds : een door het productschap gevormd en tot het vermogen van het productschap behorend fonds ten behoeve van de in onderhavige verordening bedoelde subsidiemaatregelen; f. subsidie : de aanspraak op financiële middelen, door het productschap verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het productschap geleverde goederen of diensten.
§ 2 Subsidiebeleid
Artikel 2 Ten laste van het fonds kan de commissie namens het bestuur subsidies verstrekken voor activiteiten welke passen binnen het in artikel 3 bedoelde subsidiebeleid.
1
Artikel 3 Hoofddoelstelling van het subsidiebeleid uit hoofde van de structuurversterking brood en ambachtelijk banket is bij te dragen aan het versterken van de structuur van de branche.
Artikel 4 Voor zover passend binnen de hoofddoelstelling, bepaald in artikel 3, kan de commissie bij besluit namens het bestuur een subsidieregeling vaststellen ter zake van de volgende onderwerpen: a. promotie van de producten brood en ambachtelijk banket b. marktonderzoek en marktanalyse c. voorlichting, advisering en begeleiding d. stimulering op het gebied van arbeidsomstandigheden, milieu, hygiëne, kwaliteit en innovatieve technologie e. kennisoverdracht f. borgstelling
Artikel 5 Het besluit regelt ten minste de volgende onderwerpen: a. de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt en wie daarvoor in aanmerking komt; b. het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald; c. de aanvraag van de subsidie en de besluitvorming daarover; d. in voorkomend geval de aanvraagperiode; e. de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend; f. in voorkomend geval het toepassen van een subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag; g. in voorkomend geval het aangaan van een subsidieovereenkomst; h. de intrekking en wijziging van de subsidieverlening of –vaststelling; i. de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten; j. andere criteria voor de verstrekking van de subsidie.
Artikel 6 De commissie draagt jaarlijks vóór 1 oktober een ontwerp-begroting alsmede een ontwerpmeerjarenbegroting inzake het benodigde budget voor de verstrekking van subsidies aan het bestuur ter vaststelling voor.
Artikel 7 1. Subsidies worden slechts verstrekt voor zover het te besteden bedrag is voorzien in de begroting zoals deze is vastgesteld door het bestuur. 2. In geval van toepassing van een subsidieplafond, wordt het daarbij bepaalde bedrag ten hoogste vastgesteld ter grootte van het in de begroting voor de subsidie c.q. subsidieregelingen voorziene bedrag. 3. In bijzondere gevallen kan de commissie besluiten tot afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid, mits het dagelijks bestuur daartoe zijn toestemming verleent en onder door het dagelijks bestuur daarbij gestelde voorwaarden.
2
Artikel 8 In de begroting van het productschap opgenomen jaarlijks te verstrekken subsidies welke tot het taakgebied van de commissie behoren, worden door het bestuur slechts toegekend met inachtneming van het advies ter zake van de commissie.
Artikel 9 1. De commissie brengt jaarlijks aan het bestuur een verslag uit over de doeltreffendheid van de verstrekte subsidies in de praktijk. 2. Het verslag gaat vergezeld van een accountantsverklaring.
§ 3 Slotbepalingen
Artikel 10 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2008. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 juli 2008, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 juli 2008.
Artikel 11 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PA subsidies structuurversterking brood en banket 2008.
Den Haag, 5 juni 2008
Th.A.M. MEIJER voorzitter M. ELEMA secretaris
3
TOELICHTING Met ingang van 1 januari 2008 is het Productschap Akkerbouw ingesteld (Stb. 2007, 548) Het Productschap Akkerbouw heeft de autonome taken overgenomen van zowel het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten, dat tot die datum heeft bestaan, alsook die van het Hoofdproductschap Akkerbouw. Gelet op artikel 20, derde lid, van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen blijven de verordeningen en besluiten van genoemde productschappen rechtsgeldig totdat het Productschap Akkerbouw verordeningen respectievelijk besluiten ter zake heeft vastgesteld en deze in werking zijn getreden. Onderhavige verordening kent zijn voorganger in een gelijknamige verordening van GZP. De verhouding tot andere wetgeving Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht verstrekt het bestuursorgaan in beginsel slechts subsidie op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Aan het bestuur van het productschap komt de bevoegdheid tot het vaststellen van wettelijke voorschriften (verordeningen en besluiten) toe. Het bestuur kan bepalen dat een ander orgaan namens het bestuur bij besluit nadere voorschriften vaststelt met betrekking tot bij verordening daartoe aangewezen onderwerpen. In de Verordening PA bevoegdheden 2008 zijn de bevoegdheden en verhoudingen van de diverse organen van het productschap neergelegd. Het is aan de commissie om ontwerpverordeningen, -besluiten en -begrotingen in het kader van de aan haar bij het Besluit PA Commissie Brood en Banket 2008 toebedeelde verantwoordelijkheid, aan het bestuur ter vaststelling voor te dragen. De commissie heeft voorts tot taak in dat verband te besluiten over de besteding van het budget, zorg te dragen voor de uitvoering van de besluiten en toezicht te houden op de gefinancierde projecten en activiteiten. In de bestuurlijke constellatie waarin het bestuur van het productschap de eindverantwoordelijkheid draagt voor het reilen en zeilen van de overige organen van het productschap, brengt de status van de commissie met zich mee dat de voordrachten en besluiten van de commissie in beginsel marginaal door het bestuur worden getoetst. De doelstellingen die worden nagestreefd Met het oog op het verstrekken van subsidies in het kader van structuurversterkende maatregelen in de sector brood en ambachtelijk banket wordt in onderhavige kaderverordening een en ander nader gepreciseerd. Hoofddoelstelling van het subsidiebeleid is het bijdragen aan het versterken van de structuur van de industriële broodbakkerij en de ambachtelijke brood- en banketbakkerij. Zo is er een borgstelling door het productschap voor startende en doorstartende bakkerijondernemers in het midden- en kleinbedrijf. De borgstelling betreft kredieten voor investeringen t.b.v. de start of overdracht van bedrijven en t.b.v. investeringen die nodig zijn om te kunnen voldoen aan wet- en regelgeving. De subsidiemaatregelen richten zich vooral op voorlichting over brood en versterking van het imago van het product en van (het werken) in de bakkerij. Ter versterking van de dynamiek van de sector zijn er daarnaast enkele maatregelen die zich richten op ondersteuning van de start of overdracht van ambachtelijke bakkerijbedrijven en op eerstelijnsadvisering. Met deze kaderverordening wordt aan de Commissie mandaat verleend om subsidies te verstrekken die passen binnen de vastgestelde beleidsdoelstelling. Voorts wordt de Commissie mandaat verleend om bij besluit subsidieregelingen vast te stellen ter zake van de in artikel 4 genoemde onderwerpen. In de kaderverordening worden vervolgens enkele aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ontleende minimum-vereisten opgenomen waaraan de betreffende subsidieregelingen moeten voldoen.
4
Daar de industriële banketbakkerij een aparte plaats binnen het productschap heeft, is de werkingssfeer van deze verordening beperkt tot brood en ambachtelijk banket.
Den Haag, 5 juni 2008
Th.A.M. MEIJER voorzitter M. ELEMA secretaris
5