Toelichting bij het Aangiftebiljet Zuiveringsheffing/Verontreinigingsheffing A 2012
Deze toelichting bestaat uit vier delen: 1. algemene informatie 2. toelichting op de vragen van het aangiftebiljet 3. berekening van de aanslag 4. tabellen en een verklarende woordenlijst, die de cursief gedrukte woorden in deze toelichting uitlegt.
1. ALGEMENE INFORMATIE Waarom een zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing? Naast huishoudens, gebruiken ook bedrijven drinkwater. Om bedrijfsruimtes of installaties schoon te maken, voor het productieproces, of gewoon om de wc door te spoelen. Dat schone drinkwater wordt na gebruik afvalwater en dat komt bijna altijd in het riool terecht (rioolwater). Via de riolering gaat het naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie, die het vuile afvalwater zuivert voordat het in het oppervlaktewater terechtkomt. Voor lozingen op de riolering wordt een zuiveringsheffing opgelegd. Met de opbrengst van de zuiveringsheffing kan het waterschap onder meer de rioolwaterzuiveringsinstallaties laten werken. Als vanuit de bedrijfsruimte op oppervlaktewater wordt geloosd, wordt hiervoor een verontreinigingsheffing opgelegd. Als in deze toelichting wordt gesproken over de zuiveringsheffing, wordt voor zover niet anders vermeld ook de verontreinigingsheffing bedoeld. Invullen en terugsturen Op de voorkant van het aangiftebiljet leest u vóór welke datum uw aangifte ingevuld en ondertekend (met eventuele bijlagen en in de retourenvelop) ontvangen moet zijn door de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant. U moet de aangifte altijd invullen, ondertekenen en terugsturen, ook als u over het aangiftetijdvak geen zuiveringsheffing of verontreinigingsheffing hoeft te betalen. Vermeld dit in de aangifte als dit in uw geval van toepassing mocht zijn. Als u de aangifte niet vóór de op het aangiftebiljet vermelde datum kunt inleveren, kunt u met opgaaf van redenen schriftelijk om uitstel vragen. Wanneer u het aangiftebiljet niet hebt ingestuurd, ontvangt u een aanmaning om dat alsnog te doen. Als u geen aangifte doet, heeft dit tot gevolg, dat de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant de aanslag ambtshalve vaststelt en verhoogt met een boete van 15% met een minimum van € 75,00 en maximaal € 4.920,00. Als u de aangifte niet tijdig terugstuurt, bedraagt de boete ingeval van een: eerste verzuim: 5% van de verschuldigde belasting, maar minimaal € 10,00 en maximaal € 246,00; tweede verzuim: 10% van de verschuldigde belasting, maar minimaal € 25,00 en maximaal € 492,00; derde verzuim: 15% van de verschuldigde belasting, maar minimaal € 75,00 en maximaal € 984,00; vierde en volgende verzuimen: 15% van de verschuldigde belasting, maar minimaal € 75,00 en maximaal € 4.920,00. Voor de verzuimenreeks gelden de verzuimen die zijn begaan vanaf 1 januari 2012. Belangrijke uitgangspunten bij de zuiveringsheffing Hieronder staan in het kort belangrijke uitgangspunten die waterschap Brabantse Delta hanteert bij het berekenen van de zuiveringsheffing. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant. Meting, bemonstering en analyse Elk bedrijf moet in principe de vervuilingswaarde van het afvalwater bepalen door dagelijkse meting, bemonstering en analyse. De vervuilingswaarde drukken we uit in een aantal vervuilingseenheden (v.e.). In bepaalde gevallen kunt u volstaan met incidentele meting, bemonstering en analyse, of kunt u de Tabel afvalwatercoëfficiënten toepassen. Overleg bij twijfel altijd met het waterschap! Als u de dagelijkse meting, bemonstering en analyse niet heeft toegepast
1
terwijl dat wel had gemoeten, kan de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant uw vervuilingswaarde ambtshalve vaststellen. Tabel afvalwatercoëfficiënten Meten, bemonsteren en analyseren is heel duur. Daarom is het voor verreweg de meeste bedrijven mogelijk om de vervuilingswaarde te bepalen aan de hand van een tabel afvalwatercoëfficiënten. De tabel, die vijftien klassen telt, vindt u op bladzijde 7 van deze toelichting. De bepaling van de vervuilingswaarde van glastuinbouwbedrijven gebeurt niet via de tabel afvalwatercoëfficiënten. Voor deze bedrijven is een forfait van toepassing van 3 v.e. per hectare permanente opstand van glas of kunststof. Verzoek om indeling in een andere klasse Wanneer bij u of bij de heffingsambtenaar van het waterschap de indruk bestaat dat de werkelijke vervuilingswaarde aanzienlijk afwijkt van de vervuilingswaarde op basis van de tabel afvalwatercoëfficiënten, kan het afvalwater worden geanalyseerd. Zo’n onderzoek kan dus zowel op uw initiatief als op initiatief van de heffingsambtenaar van het waterschap plaatsvinden. De kosten van dit onderzoek zijn voor de initiatiefnemer. In het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009 (artikel 22 WVO, artikel 122k van de Waterschapswet en het Besluit van 12 december 2008 Staatsblad 609) is bepaald gedurende hoeveel etmalen/weken er (meting), bemonstering en analyse dienen plaats te vinden. Die aantallen treft u hierna aan. Als het initiatief van u uitgaat, vraagt u eerst schriftelijk toestemming aan bij de afdeling handhaving van het waterschap Postbus 5520, 4801 DZ Breda, 076-5641000. De heffingsambtenaar van het waterschap geeft in een uitspraak aan hoeveel etmaalverzamelmonsters er geanalyseerd moeten worden. Met ‘verzamelmonster’ wordt bedoeld, dat in een etmaal tenminste acht deelmonsters worden getrokken (steekmonsters). Deze deelmonsters moeten verdeeld over het etmaal op voor de bedrijfsvoering representatieve tijdstippen worden getrokken. Uit deze acht deelmonsters wordt één verzamelmonster samengesteld. Het waterschap verbindt voorwaarden aan de wijze waarop de verzamelmonsters tot stand moeten komen. Het zal daarom in de regel noodzakelijk zijn dat u hiervoor een gespecialiseerd technisch adviesbureau inschakelt.
Geschatte vervuilingswaarde Minder dan 25 v.e. 25 tot 50 v.e. 50 tot 75 v.e. 75 tot 100 v.e. 100 tot 250 v.e. 250 tot 500 v.e. 500 tot 750 v.e. 750 tot 1.000 v.e. 1.000 v.e. en meer
Aantal etmaalverzamelmonsters 4 6 8 10
Aantal meetweken
1 2 3 4 Bij 1.000 v.e. en meer bepaalt de heffingsambtenaar van het waterschap het aantal meetweken met een maximum van twaalf.
Meer informatie over een verzoek om indeling in een andere klasse en de voorwaarden die het waterschap aan het onderzoek verbindt, kunt u krijgen bij de afdeling handhaving van het waterschap. Aanslag voor een gedeelte van het jaar Als een bedrijf niet een heel kalenderjaar, maar een gedeelte daarvan een bedrijfsruimte heeft gebruikt, dan moet voor die periode wel zuiveringsheffing worden betaald. Dit speelt ook bij vestiging in de loop van het jaar, bij verhuizing of bij bedrijfsbeëindiging. De hoogte van de aanslag hangt volledig af van het waterverbruik in dat gedeelte van het jaar. De duur van het gebruik heeft geen invloed op de aanslagberekening. Die berekeningswijze vindt u uitgelegd op bladzijde 5 van deze toelichting. De minimumaanslag zuiveringsheffing bedraagt 1 vervuilingseenheid. Tarief
2
Het Algemeen Bestuur van het waterschap stelt ieder jaar opnieuw het tarief per vervuilingseenheid vast. Het tarief voor 2012 bedraagt € 49,60 per vervuilingseenheid. Heeft u nog vragen? Voor vragen kunt u ons altijd bellen. De afdeling klantencontact is bereikbaar op maandag, dinsdag, woensdag donderdag van 09.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 16.00, op vrijdag van 09.00 tot 12.30 onder telefoonnummer (076) 529 83 00. U kunt altijd een afspraak maken voor (telefonisch) contact buiten de openingstijden om. Uiteraard kunt u ook gebruik maken van het contactformulier op de website (www.bwbrabant.nl) of een email zenden aan
[email protected].
2. TOELICHTING OP DE VRAGEN VAN HET AANGIFTEBILJET 1a
Als op het aangiftebiljet niet de juiste naam en rechtsvorm staan, vermeldt u deze dan hier. Voor een eenmanszaak is dit de naam van de exploitant. Als u uw post op een ander adres wilt ontvangen, dan kunt u dat bij het correspondentieadres invullen. Als het adres van de bedrijfsruimte onjuist is, vermeld dan het juiste adres.
1c
Hier vult u in met wie de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant het beste contact kan opnemen voor de beantwoording van eventuele vragen.
1d
Hier beschrijft u onder welke tak van industrie, handel of nijverheid de hoofdactiviteit van uw bedrijf valt. Bijvoorbeeld winkel, kantoor, school, kamerverhuurbedrijf, garage, enz.
2b
Het gaat hier om adressen die binnen het werkgebied van het waterschap als bedrijfsruimte in gebruik zijn. Het werk- of beheersgebied van het waterschap omvat de navolgende gemeenten: Alphen-Chaam, BaarleNassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Halderberge, Loon op Zand, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Waalwijk, Woensdrecht en Zundert. De gemeenten Goirle en Tilburg liggen gedeeltelijk in het gebied van het waterschap.
3
De mogelijkheid bestaat, dat één watermeter zowel het water dat door het bedrijf is gebruikt registreert als het water dat door één of meer bij het bedrijf behorende woonruimte(n) is ingenomen. In dit geval wordt hiermee rekening gehouden bij de vaststelling van de aanslag. 3 Als een woonruimte wordt bewoond door één persoon, is de aftrek: 44 m . 3 Als een woonruimte wordt bewoond door twee of meer personen is de aftrek: 132 m . Toepassing van de aftrek kan niet leiden tot een negatief waterverbruik in de bedrijfsruimte. Mocht u van mening zijn, dat deze verdeelsleutel geen recht doet aan het werkelijke waterverbruik in de woning, dan bent u vrij dat aan te tonen. Meestal zult u daartoe een of meer tussenmeter(s) moeten plaatsen.
4
Hier noteert u hoeveel personen er gemiddeld in het jaar 2012 in de bedrijfsruimte werkzaam waren. Een persoon, die slechts een deel van de normale werktijd (van circa 8 uur per dag) aanwezig is, telt bij de bepaling van het aantal personen voor een zelfde deel mee.
5c
Vermeld hier het aantal hectaren op 1 decimaal nauwkeurig.
5d
In de indelingstabel staan twee afvalwatercoëfficiënten voor de berekening van de vervuilingswaarde van geloosd spoelwater van melkinstallaties. Als u het voorspoelwater en spoelwater van de melkinstallatie loost 3 op riool of oppervlaktewater, dan is afvalwatercoëfficiënt 0,056 v.e./m (klasse 10) van toepassing. Als u het 3 voorspoelwater niet loost, maar separaat afvoert, dan is de afvalwatercoëfficiënt 0,0094 v.e./m (klasse 6).
3
Voorspoelwater is het water dat u gebruikt voor de eerste reiniging van de melkmachine en de leidingen (exclusief de melktank) en dat dus melkresten bevat. Spoelwater is het overige water dat wordt gebruikt voor de reiniging van de melkinstallatie (inclusief al het water dat is gebruikt voor de reiniging van de melktank). Bij ‘overig afvalwater’ kunt u denken aan het afvalwater afkomstig uit de melkput of van een spoelbak. Als u de hoeveelheid water die is gebruikt voor reiniging van de melkinstallatie heeft gemeten, is dit verbruik van 3 toepassing. Als de hoeveelheid niet wordt gemeten, gaat het waterschap uit van 120 m op jaarbasis. 6a
Ten aanzien van die bedrijven waarvan het afval- en koelwater in het heffingsjaar continu of periodiek is gemeten en bemonsterd zal, indien aan de gestelde voorwaarden is voldaan, de vervuilingswaarde worden berekend met behulp van de cijfers van meting, bemonstering en analyse. Als de heffingsambtenaar voor uw bedrijf een klasse heeft bepaald op basis van historische analyseresultaten, dan moet u deze vraag met 'nee' beantwoorden.
6b
Mogelijk heeft uw bedrijf meerdere afvalwaterstromen, terwijl slechts één of enkele daarvan zijn geanalyseerd. Zo is het denkbaar dat uw bedrijf het bedrijfsafvalwater wél laat analyseren, maar het huishoudelijk afvalwater niet. De bedrijfsonderdelen waarvan het afvalwater niet is geanalyseerd vermeldt u dan bij vraag 6c.
7
Als het afgevoerde afvalwater door u of door de afdeling handhaving van waterschap is geanalyseerd om tot een andere klasse in de tabel afvalwatercoëfficiënten te komen, moet u deze vraag met 'ja' beantwoorden. Deze vraag moet u ook met 'ja' beantwoorden als het waterschap voor uw bedrijf een klasse heeft bepaald op basis van historische analyseresultaten.
8
Nadat het afvalwater is geanalyseerd, heeft de heffingsambtenaar van het waterschap u schriftelijk meegedeeld welke klasse(n) voortaan zal (zullen) worden toegepast. U kunt hier aangeven in welke klasse(n) die indeling heeft plaatsgevonden. Mogelijk heeft uw bedrijf meerdere afvalwaterstromen, terwijl slechts één of enkele daarvan zijn geanalyseerd. Zo is het denkbaar dat uw bedrijf het bedrijfsafvalwater wél laat analyseren, maar het huishoudelijk afvalwater niet. In dat geval vermeldt u hier de bedrijfsonderdelen waarvan het afvalwater wél is geanalyseerd. De bedrijfsonderdelen waarvan het afvalwater niet is geanalyseerd, vermeldt u dan bij vraag 9.
9
De indeling in een klasse van de tabel afvalwatercoëfficiënten kunt u bepalen met de indelingstabel op bladzijde 6 en 7 van deze toelichting. Wanneer uw bedrijfstak in de indelingstabel niet met name wordt genoemd, dan is de bedrijfscategorie “De niet in deze tabel vermelde bedrijven of onderdelen daarvan” van toepassing. Enkele veel voorkomende gevallen waarop de tabel “De niet in deze tabel vermelde bedrijven of onderdelen daarvan” van toepassing is, zijn: - Kantoor; - Winkel, geen slagerij of viswinkel; - School; - Kamerverhuurpand; - Praktijkruimte arts, tandarts, fysiotherapeut, enz. Opmerkingen bij het gebruik van de indelingstabel op bladzijde 6 en 7 van deze toelichting: - Zijn bedrijfscategorieën in de indelingstabel voorzien van een asterisk (*) dan moet de vervuilingswaarde van het huishoudelijk afvalwater van het personeel apart worden berekend met klasse 8 (zie het voorbeeld van de autowasinrichting). - Nog enkele voorbeelden van bedrijfsruimten die tot de bedrijfscategorie “De niet in deze tabel vermelde bedrijven of onderdelen daarvan” behoren, zijn: bakkerijen, kerken, verenigingsgebouwen, sporthallen, werkplaatsen met alleen huishoudelijk afvalwater en kinderdagverblijven.
4
- Maakt een zweminrichting onderdeel uit van een ziekenhuis, verpleeghuis, psychiatrische inrichting, een 4of 5-sterrenhotel of een sauna, dan geldt de klasse van de desbetreffende bedrijfscategorie. In de afvalwatercoëfficiënt van de klasse is dan al met de zweminrichting rekening gehouden en die mag daarom niet worden aangemerkt als een apart bedrijfsonderdeel. 10a
Hieronder wordt uitsluitend verstaan: door het waterleidingbedrijf geleverd drinkwater. Zelf opgepompt drinkwater valt hier niet onder. Dit moet bij vraag 11 als grondwater worden vermeld.
10b
Als u in vraag 9 (en eventueel in vraag 8) slechts een en dezelfde klasse heeft vermeld, moet u deze vraag met 'ja' beantwoorden.
10d
Wanneer u jaarlijks rond 1 januari de standen van de watermeter heeft opgenomen, kunt u die standen invullen. Wanneer u niet zelf de standen van de watermeter heeft opgenomen, vult u de begin- en eindstanden in die op de afrekening van het waterleidingbedrijf staan. Als u niet beschikt over een afrekening, bijvoorbeeld omdat u water gebruikt dat wordt geleverd via een watermeter die op naam staat van een ander (bijvoorbeeld uw verhuurder), vul dan bij deze vraag in hoeveel water aan u wordt doorberekend. Als u water inneemt via meer dan één watermeter, vermeld dan data en standen van die meters op een bijlage. Het komt ook voor dat de aan u geleverde hoeveelheid water niet met behulp van een watermeter wordt geregistreerd. Bijvoorbeeld omdat de beheerder/verhuurder het verbruik doorberekent op basis van de gehuurde oppervlakte. Kruist u in dat geval het vakje aan.
11
Hier vermeldt u de hoeveelheden die door watermeters of door (goed controleerbare) berekeningen zijn bepaald. Hemelwater vermeldt u alleen in de aangifte wanneer het in het bedrijf wordt gebruikt en verontreinigd. U hoeft het hemelwater niet apart te vermelden wanneer het bijvoorbeeld via de dakgoten en de regenpijp rechtstreeks in het riool of in een zakput verdwijnt.
12a
Hier vult u in hoe de bij vraag 11 opgegeven hoeveelheden ingenomen water zijn geloosd.
5
12b
Niet geloosd water Bij deze vraag geeft u bijvoorbeeld aan: - de hoeveelheden die in het product zijn opgenomen; - de hoeveelheden die zijn verdampt; - de hoeveelheden die zijn afgevoerd naar een afvalverwerkingsbedrijf; - de hoeveelheden die zijn gebruikt om bijvoorbeeld tennisbanen te sproeien. Wanneer hoeveelheden afvalwater zijn afgevoerd naar een afvalverwerkingsbedrijf, dan vermeldt u op een bijlage door wie, wanneer en waarheen die hoeveelheden zijn afgevoerd. Voor tabelbedrijven is nog het volgende van belang. Indien uit de gegevens blijkt dat vanuit een bedrijfsruimte (of zelfstandige onderdelen daarvan) in het geheel geen lozing plaatsvindt, wordt hiermee rekening gehouden. Voorzover slechts een deel van een lozing vanuit (een zelfstandig onderdeel van) een bedrijfsruimte niet wordt geloosd, is aftrek van dit niet geloosde deel niet mogelijk. Het claimen van een aftrek komt in deze situatie neer op het betwisten van de indeling van uw bedrijf in de tabel afvalwatercoëfficiënten. Indeling in een andere klasse kan slechts indien dit blijkt uit een afvalwateronderzoek bij uw bedrijf. De kosten hiervan dient u zelf te betalen.
3. BEREKENING VAN DE AANSLAG Hier kunt u met de gegevens van uw aangifte zelf het aantal vervuilingseenheden en het bedrag bepalen van uw definitieve aanslag Zuiveringsheffing. Deze berekening is voor uw eigen informatie. Aanslagberekening In het algemeen is de berekening van de vervuilingswaarde en aanslag, zoals hieronder weergegeven. Bij de opmerkingen vindt u in het kort een aantal uitzonderingen en bijzondere situaties. -
Het waterverbruik in de bedrijfsruimte x de afvalwatercoëfficiënt van de klasse = de vervuilingswaarde uitgedrukt in vervuilingseenheden (v.e.). Vervuilingswaarde in v.e. x € 49,60 (=tarief 2012) = het aanslagbedrag 2012.
Opmerkingen - Bestaat uw bedrijfsruimte uit meer onderdelen met een eigen klasse, dan maakt u de berekening van de vervuilingswaarde voor elk onderdeel. De totale vervuilingswaarde van de bedrijfsruimte krijgt u door de uitkomsten op te tellen. - Behoort uw bedrijf tot een categorie die in de indelingstabel een asterisk (*) heeft, dan berekent u het huishoudelijk afvalwater van het personeel apart met klasse 8. De totale vervuilingswaarde van de bedrijfsruimte krijgt u door de uitkomsten op te tellen. Als de hoeveelheid huishoudelijk gebruikt water niet bekend is, gaat het 3 waterschap uit van 11 m per jaar per in het bedrijf werkzame persoon. - Is op de drinkwaterleiding van de bedrijfsruimte ook nog een woonruimte aangesloten zonder tussenmeter, dan mag u nog een aftrek toepassen op het drinkwaterverbruik dat u bij vraag 10d of vraag 11 heeft opgegeven. De 3 3 hoogte van die aftrek is 44 m water bij één bewoner en bij meer bewoners 132 m water. Heeft de woonruimte wel een tussenmeter, dan kunt u het gemeten verbruik als aftrek toepassen. Het waterschap berekent de vervuilingswaarde op 1 decimaal nauwkeurig. Komt de totale vervuilingswaarde uit op 1 v.e. of lager, dan wordt de aanslag op 1 v.e. gesteld. Een 1 v.e.-aanslag is de minimumaanslag. Het aanslagbedrag voor 2012 bedraagt dan € 49,60. Is de totaal berekende vervuilingswaarde groter dan 1 v.e., maar kleiner dan 5 v.e., dan wordt de aanslag op 3 v.e. gesteld. Het aanslagbedrag voor 2012 bedraagt dan 3 x € 49,60 = € 148,80. Is de totaal berekende vervuilingswaarde 5 v.e. of hoger, dan komt het berekende aantal vervuilingseenheden op de aanslag. - Melkveehouderijen berekenen in principe op dezelfde wijze als andere bedrijven de vervuilingswaarde van hun 3 afvalwater. Daarbij wordt meestal een spoelwaterverbruik van 120 m op jaarbasis aangehouden. Het is dan eenvoudiger om de voorbeelden onder ‘Voorbeelden vervuilingswaardeberekening’ te lezen, dan zelf te gaan rekenen. 6
7
Ruimte voor eigen berekening Klasse Afvalwatercoëfficiënt (vraag 8 en/of (indelingstabel) 9) (A) 3 v.e./m
Bedrijfsruimte
Vervuilingswaarde (A x W) v.e.
v.e./m
3
m
3
v.e./m
3
m
3
v.e.
0,023 v.e./m
3
m
3
v.e.
Onderdeel bedrijfsruimte Onderdeel bedrijfsruimte Huishoudelijk afvalwater personeel Klasse 8 (bij bedrijfscategorieën met *)
Waterverbruik (vraag 10d of 11) (W) 3 m
v.e.
Vervuilingswaarde volgens meetcijfers
v.e.
Vervuilingswaarde geloosd fosfor
v.e.
Totaal aantal v.e. op de aanslag
v.e.
Aanslagbedrag: Totaal v.e. ____________ x tarief 2012 per v.e € 49,60 = € ___________ , _______
Voorbeelden vervuilingswaardeberekening 3 Een vleeswarenbedrijf heeft een hoeveelheid ingenomen water van 1.200 m . 3 In de indelingstabel komt de bedrijfscategorie voor met een afvalwatercoëfficiënt van 0,015 v.e./m wat betekent dat klasse 7 van de tabel afvalwatercoëfficiënten van toepassing is. 3 3 Vervuilingswaarde: 1.200 m x 0,015 v.e./m = 18,0 vervuilingseenheden.
De afdeling handhaving van het waterschap heeft een beschikking afgegeven. Hierin is aangegeven welke afvalwaterstromen in het onderzoek worden betrokken, de etmalen waarop wordt gemeten, bemonsterd en geanalyseerd, alsmede de wijze waarop de verkregen uitkomsten worden herleid. Gemeten, bemonsterd en geanalyseerd moet worden gedurende 1 etmaal per kwartaal, waarbij de in een kwartaal verkregen waarde representatief is voor de overige dagen in dat kwartaal. De verkregen waarden (zuurstofverbruik in grammen) zijn als volgt:
februari mei augustus november
Debiet 160 41 79 79
CZV 2080 4100 3650 4060
N-Kj 259 544 453 533
kg O2 522,2 270,0 451,9 513,2
De formule voor de berekening van de kilogrammen O2 is als volgt: Q (=debiet) x ((CZV + (4,57 x N-Kj)) 1000 Aantal dagen per kwartaal: e e e e 1 kwartaal: 90, 2 kwartaal: 91, 3 kwartaal: 92, 4 kwartaal: 92 De totale kilogrammen O2 worden dan: (90x522,2)+(91x270,0)+(92x451,9)+(92x513,2)= 160.357,2 Het aantal vervuilingseenheden bedraagt dan: 160.357,2 : 54,8= 2.926,2
De berekening van de hoeveelheid fosfor is als volgt: 3 Het bedrijf van het vorige voorbeeld heeft een gemiddelde concentratie van 80 mg/l aan fosfor en 32.827 m 3 geloosd. De geloosde hoeveelheid fosfor bedraagt dan (32.827 m x 80 mg/l) : 1000 = 2.626,1 kg. De franchise 8
bedraagt 2.926,2 vervuilingseenheden x 0,657 kilogram = 1.922,5 kg. Het verschil wordt belast. In kilogrammen is dit 2.926,2 – 1.922,5 = 1.003,7 kg. In vervuilingseenheden: 1.003,7 : 20 = 50,1. 3
Een tankstation met winkel en autowasserette heeft totaal 2.000 m water ingenomen. Het waterverbruik van de 3 autowasserette is met een tussenmeter op 1.875 m bepaald. De indelingstabel vermeldt onder ‘Werkplaatsen voor motorvoertuigen en motoren’ bij ‘Inrichtingen uitsluitend 3 bestemd voor het uitwendig reinigen van motorvoertuigen’ de afvalwatercoëfficiënt 0,006 v.e./m en klasse 5. Het winkelgedeelte valt onder ‘De niet in deze tabel vermelde bedrijven of onderdelen daarvan’ en heeft 3 afvalwatercoëfficiënt 0,023 v.e./m en klasse 8. 3 3 Vervuilingswaarde: Klasse 5: 1.875 m x 0,006 v.e./m = 11,2 vervuilingseenheden 3 3 Klasse 8: 125 m x 0,023 v.e./m = 2,8 vervuilingseenheden Totale vervuilingswaarde: 14,0 vervuilingseenheden.
Een melkveehouderij loost al het spoelwater van de melkinstallatie op het riool. Het spoelwaterverbruik is niet gemeten, noch is daarvan een nauwkeurige berekening aangegeven. In de bedrijfsruimte zijn geen sanitaire 3 voorzieningen voor het personeel. Het standaardspoelwaterverbruik van 120 m per jaar is van toepassing. 3 Volgens de indelingstabel onder ‘Melkveehouderijen’ is de afvalwatercoëfficiënt 0,056 v.e./m en de klasse 10. 3 3 Vervuilingswaarde: Klasse 10: 120 m x 0,056 v.e./m = 6,7 vervuilingseenheden.
De melkveehouderij uit het vorige voorbeeld besluit de spoelwaterafvoer zo aan te passen dat het voorspoelwater van de melkinstallatie afvoert op de gierkelder. De rest van het spoelwater wordt nog geloosd op het riool. De 3 indelingstabel vermeldt als afvalwatercoëfficiënt 0,0094 v.e./m en de klasse 6. 3 3 Vervuilingswaarde: Klasse 6: 120 m x 0,0094 v.e./m = 1,1 vervuilingseenheid. De berekende vervuilingswaarde is groter dan 1 v.e., dus wordt de aanslag op 3 v.e. gesteld.
4. TABELLEN EN VERKLARENDE WOORDENLIJST Indelingstabel Onderstaande tabel geeft per aangegeven bedrijfscategorie aan, welke afvalwatercoëfficiënt op de desbetreffende categorie van toepassing is. In de laatste kolom is tevens de bij de afvalwatercoëfficiënt behorende klasse aangegeven Indien de bedrijfsruimte of een onderdeel daarvan de volgende bedrijfscategorie betreft: Aardappelverwerking Bejaardencentra Champignonteeltbedrijven Chocolade- en suikerwerkindustrie Distilleerderijen/bottelarijen * Eierverwerkende industrie Elektrotechnische industrie * Indien geen ontvettings- en/of beitsbaden worden geloosd Fruitconservenfabrieken Galvanische bedrijven, galvanische afdelingen binnen metaalverwerkende en overige bedrijven Indien proceswater wordt geloosd, waarvan de gebruikte hoeveelheid afzonderlijk wordt gemeten Indien proceswater wordt geloosd, waarvan de gebruikte hoeveelheid afzonderlijk wordt gemeten en geen ontvettings- en/of beitsbaden worden geloosd Grafische bedrijven 9
Afvalwatercoëfficiënt
Klasse
0,088 0,023 0,0094 0,036 0,036 0,056 0,0060 0,0039 0,0094
11 8 6 9 9 10 5 4 6
0,023
8
0,0039
4
0,0025 0,023
3 8
Groenteconservenbedrijven Groentewasserijen Horecabedrijven Vier- en vijfsterrenhotels volgens Benelux-hotelclassificatie Internaten Kazernes Leerlooierijen Limonadefabrieken Melkveehouderijen * Lozing van voorspoelwater en spoelwater afkomstig van melkinstallaties Indien voorspoelwater afkomstig van melkwinningsinstallaties niet wordt geloosd, maar separaat wordt afgevoerd Metaalproducten- en machine-industrie * Indien geen ontvettings- en/of beitsbaden worden geloosd: Bedrijfsonderdeel bestemt voor het uitwendig reinigen van schepen (na toepassing van een zuiveringstechniek, zoals een olieafscheider, bezinkput en zandfiltratie) Onderwijsinstellingen Pelsbereidingsbedrijven Pluimveeslachterijen Psychiatrische inrichtingen Recreatiebedrijven Slagerijen - winkel - winkel met worstmakerij - winkel met worstmakerij en slachterij - slachthuizen * Snackbedrijven Textielbedrijven Vatenwasserijen * Verf- en drukinktfabrieken Producten op basis van organische oplosmiddelen (exclusief de lozing van loogbaden) Verpleeghuizen Visverwerkende bedrijven: - rokerijen - marineerbedrijven bij lozing van voorbaden - overige en/of gecombineerde activiteiten - viswinkels alsmede bedrijfsruimten ten behoeve van ambulante handel Bij het ontbreken van een goed functionerende combinatie van slibvangput en vetafscheider, wordt de coëfficiënt van 0,037 verhoogd naar 0,07 Vleeswarenbedrijven Wasserijen: - natwasserijen - wassalons * Werkplaatsen voor motorvoertuigen en motoren Bij afwezigheid of onvoldoende functioneren van saneringsmaatregelen Inrichtingen uitsluitend bestemd voor het uitwendig reinigen van motorvoertuigen * 10
0,023 0,015 0,023 0,015 0,023 0,023 0,015 0,0094
8 7 8 7 8 8 7 6
0,056
10
0,0094
6
0,0094 0,0094
6 6
0,0039 0,023 0,015 0,056 0,015 0,023
4 8 7 10 7 8
0,023 0,036 0,036 0,088 0,056 0,023 0,33
8 9 9 11 10 8 14
0,023 0,015
8 7
0,023 0,33 0,056
8 14 10
0,036
9
0,056 0,015
10 7
0,0094 0,015 0,023 0,088
6 7 8 11
0,006
5
Ziekenhuizen Zuivelindustrie - jaarlijkse aanvoer van meer dan 10 miljoen kg - ambachtelijke zuivelverwerking - ijsbereiding Zwem- en badinrichtingen - onderdelen voor suppletie en filterspoeling, voor zover de hoeveelheid water voor suppletie en filterspoeling afzonderlijk wordt vastgesteld - sauna’s De niet in deze tabel vermelde bedrijven of onderdelen daarvan
0,015
7
0,0094 0,015 0,015 0,0039
6 7 7 4
0,001 0,0094
1 6
0,023
8
Glastuinbouwbedrijven De vervuilingswaarde voor glastuinbouwbedrijven is vastgesteld op 3 v.e. per hectare permanente opstand glas of kunststof. Het aantal hectaren moet u opgeven op 1 decimaal nauwkeurig. *Afvalwater afkomstig van de persoonlijke verzorging van werknemers van bedrijven of bedrijfsonderdelen is niet in de coëfficiënt begrepen. Op deze hoeveelheid is de coëfficiënt van klasse 8 van toepassing (0,023 v.e. 3 per m ). Tabel afvalwatercoëfficiënten
Klasse
Afvalwatercoëfficiënten (vervuilingseenheden 3 per m ingenomen water)
Klassegrenzen
1
0,0010
> 0 - 0,0013
2
0,0016
> 0,0013 - 0,0020
3
0,0025
> 0,0020 - 0,0031
4
0,0039
> 0,0031 - 0,0048
5
0,0060
> 0,0048 - 0,0075
6
0,0094
> 0,0075 - 0,012
7
0,015
> 0,012 - 0,018
8
0,023
> 0,018 - 0,029
9
0,036
> 0,029 - 0,045
10
0,056
> 0,045 - 0,070
11
0,088
> 0,070 - 0,11
12
0,14
> 0,11 - 0,17
13
0,21
> 0,17 - 0,27
11
14
0,33
> 0,27 - 0,42
15
0,5
> 0,42
12
Verklarende woordenlijst Afvalwatercoëfficiënt Dit is een vermenigvuldigingsfactor die representatief is voor de graad van vervuiling van het afvalwater. Deze factor 3 wordt meestal uitgedrukt in vervuilingseenheden per m ingenomen water. Bedrijfsruimte Zie ook de verklaring voor het begrip woonruimte. De bedrijfsruimte wordt in de verordening omschreven als “een naar zijn aard en inrichting als afzonderlijk geheel te beschouwen terrein of ruimte, niet zijnde een woonruimte, een zuiveringstechnisch werk of een riolering”. Ieder als afzonderlijk te beschouwen terrein of andere ruimte is dus een bedrijfsruimte. Dat kan een fabriek zijn of een kantoor, een werkplaats, een praktijkruimte of een pakhuis, enz. Maar het kan bijvoorbeeld ook een stuk grond zijn of een brugwachtershuisje, een parkeerterrein, enz. Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009 (artikel 22 WVO, artikel 122k van de Waterschapswet en het Besluit van 12 december 2008 Staatsblad 609) Het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water is een Algemene maatregel van bestuur. Hierin is voor een belangrijk deel bepaald hoe de tabel afvalwatercoëfficiënten moet worden toegepast. Hier is onder meer in geregeld hoe een bedrijf of de heffingsambtenaar van het waterschap kan aantonen dat de klasse-indeling onjuist is. Eenmanszaak Dit is een bedrijf zonder zelfstandige rechtsvorm. De exploitant/eigenaar drijft deze onderneming op eigen naam en voor eigen verantwoordelijkheid. Hierbij moet de naam van de exploitant altijd in de bedrijfsnaam voorkomen, eventueel gevolgd door een handelsnaam. Voorbeeld: “J. de Vries inzake Café de Gouden Pul” en niet “Café de Gouden Pul”. Forfait Een vastgestelde norm. Voor glastuinbouwbedrijven is dit de vervuilingswaarde per hectare. Huishoudelijk afvalwater Hiermee wordt het afvalwater bedoeld, dat wordt veroorzaakt door activiteiten van huishoudelijke aard. Hierbij moet u denken aan afvalwater afkomstig van toilet, wasmachine, keukenblok, kantine, enz. Let op: voor de meeste bedrijfstakken is het huishoudelijk afvalwater reeds in de coëfficiënt doorberekend. Bij het berekenen van de voor deze bedrijfstakken geldende coëfficiënt is – naast het procesafvalwater – ook al rekening gehouden met het afvalwater voor de persoonlijke verzorging van de werkzame mensen. De bedrijfstakken, waar dit laatste (nog) niet is gebeurd, zijn in de indelingstabel aangemerkt met een*. Bij die bedrijfstakken zal de heffingsambtenaar bij het bepalen van de ver-vuilingswaarde er nog rekening mee houden dat een deel van het ingenomen water voor huishoudelijke doeleinden is gebruikt. Indelingstabel De indelingstabel treft u aan op bladzijde 6 en 7 van deze toelichting. In de indelingstabel kunt u per bedrijfstak direct zien welke klasse van toepassing is. De indelingstabel geldt niet voor bedrijven die hun vervuilingswaarde bepalen door meting, bemonstering en analyse van het afvalwater. Koelwater Water dat uitsluitend is gebruikt voor koeling. Dit water mag niet door productieprocessen verontreinigd zijn. Oppervlaktewater Dit begrip moet heel ruim worden uitgelegd. In beginsel is dit iedere watermassa die aan het aardoppervlak en aan de open lucht grenst, bijvoorbeeld sloten, rivieren, kanalen, meren, vijvers, enz.
13
Rechtsvorm Dit is de bedrijfsvorm waaruit blijkt welke rechtspersoonlijkheid het bedrijf heeft. Dit kan bijvoorbeeld zijn: een eenmanszaak, BV, NV, CV, VOF, coöperatieve vereniging, maatschap, kerkgenootschap, overheidsinstelling, stichting of een vereniging. Tabel afvalwatercoëfficiënten Bedrijven die het afvalwater niet hoeven te meten, bemonsteren en analyseren om de vervuilingswaarde te bepalen, mogen dit doen met toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten. Deze tabel is opgenomen in artikel 122k van de Waterschapswet en in Bijlage II van de verordeningen zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing van het waterschap. De tabel kent vijftien klassen. Voor iedere klasse is een onder- en een bovengrens bepaald. Wanneer de vervuilingsgraad van het afvalwater van een bedrijf geacht wordt binnen die grenzen te vallen – of wanneer dat door bemonstering en analyse is vastgesteld - geldt voor dat bedrijf de bij die klasse behorende afvalwatercoëfficiënt. Vervuilingswaarde Het totaal aantal vervuilingseenheden dat een bedrijf op jaarbasis veroorzaakt. Vervuilingseenheden (v.e.) Dit is de rekeneenheid bij de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing. De vervuilingswaarde wordt hierin uitgedrukt. De zuiveringsheffing richt zich op zuurstofbindende stoffen. Voor zuurstofbindende stoffen vertegenwoordigt 1 v.e. het jaarlijks verbruik van 54,8 kilogram zuurstof. Waterschap Brabantse Delta heeft in haar verordening Zuiveringsheffing waterschap Brabantse Delta 2009 aangegeven dat voor andere stoffen enkel wordt geheven op fosfor. Het aantal vervuilingseenheden bedraagt 1 v.e. per afgevoerde gewichtshoeveelheid van 20 kilogram. De heffing op fosfor geldt niet voor de verontreinigingsheffing. Woonruimte In de heffingsverordeningen is de volgende definitie opgenomen: “Een ruimte die blijkens haar inrichting bestemd is om als een afzonderlijk geheel te voorzien in woongelegenheid en waarvan de delen blijkens de inrichting van die ruimte niet bestemd zijn om afzonderlijk in gebruik te worden gegeven”. In de woonruimte moeten aanwezig zijn: een toilet, een kookgelegenheid en een wasgelegenheid. N.B.: Wanneer een pand, of een afzonderlijk deel daarvan, wordt geëxploiteerd voor kamerverhuur, waarbij de bewoners gezamenlijk gebruik maken van sanitaire voorzieningen of kookgelegenheid, is er geen sprake van een woonruimte. Dit pand (of afzonderlijk deel ervan) wordt dan in de heffing betrokken als een bedrijfsruimte. Denk hierbij aan studentenhuizen. Recreatiewoningen, die zich op een voor verblijfsrecreatie bestemd terrein bevinden, worden niet als woonruimte aangemerkt; in deze situatie wordt het recreatieterrein als bedrijfsruimte aangemerkt.
14