Vernieuwend besturen: de Metropoolregio Rotterdam Den Haag
Plan Metropoolregio Rotterdam Den Haag 30 december 2011 1
Inleiding Aanvullende kwaliteiten, grote potentie De Metropoolregio Rotterdam Den Haag heeft volop potentie. De kracht van dit urbane systeem, met in totaal 2,2 miljoen inwoners, ligt in zijn enorme diversiteit. In het meest verstedelijkte gebied van Nederland zijn de uitersten terug te vinden die ons land te bieden heeft: de dynamieken van de grote stad en die van de landbouw raken elkaar hier. Rotterdam staat voor ondernemerschap en durf, overal zichtbaar en voelbaar rond de Maas en in het havengebied met een uitloop naar Dordrecht. Den Haag timmert aan de weg als internationale stad van recht en vrede. De Metropoolregio biedt een complementair palet van topmusea, een trendsettend cultuuraanbod en uitstekende internationale verbindingen. Delft heeft een van de mooiste historische binnensteden van Nederland. De TU Delft, de Erasmusuniversiteit en de Universiteit Leiden vormen samen een kennisinstituut dat zich in de mondiale top nestelt. Op de drempel van de Rotterdamse haven is de glastuinbouw in Greenport WestlandOostland een economische kracht die bijdraagt aan de sterke exportpositie van de Metropoolregio. Tegelijkertijd biedt de regio nog altijd ruimte aan de weidse polderlandschappen die Nederland kenmerken, uitgestrekte duingebieden en de zee. In de Metropoolregio kan iedereen vrij ademhalen. Die diversiteit, waarbij de steden en hun economieën elkaar aanvullen, geeft aan de Metropoolregio een internationaal unieke potentie. Tegelijkertijd zijn er punten van zorg: op wereldschaal speelt de competitie om talent en bedrijven zich af tussen Metropolen. Alleen regio’s die hun kracht goed weten te mobiliseren hebben kans van slagen. Infrastructuur en openbaar vervoer, de samenhang op het terrein van kenniseconomie en innovatie, afstemming van ruimtelijk en economisch beleid, aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt, de druk op de open ruimte en de kwaliteit van de groene zones – ze kunnen en moeten beter. Om in economisch zwaar weer de kansen van de Metropoolregio om te zetten in revenuen, moet de komende jaren hard worden gewerkt. De bestuurlijke innovatie die vorm krijgt in de Metropoolregio draagt er de komende jaren aan bij dat de potentie van de regio ten volle wordt benut. Dat vertaalt zich in banengroei en een bijdrage van miljarden extra aan het Bruto Regionaal Product. De realiteit – de regio bestaat De Metropoolregio mag een bestuurlijk novum zijn, voor de bewoners bestaat ze allang. Wie een kaart van de zuidelijke Randstad uit 1960 vergelijkt met die van nu, ziet hoe dicht de regio’s Den Haag en Rotterdam naar elkaar toe zijn gegroeid, met nieuwe woonwijken, uitbreiding van het areaal glastuinbouw en het havenindustrieel complex. Met die groei zijn ook de functionele relaties tussen de steden veel intensiever geworden. Meer dan de helft van de beroepsbevolking werkt buiten zijn eigen woonplaats; een half miljoen mensen pendelt dagelijks heen en weer. Voor hen is de Metropoolregio dagelijkse realiteit. Het is een daily urban system waarin ze wonen, werken, studeren en hun vrije tijd beleven. Vanuit één visie werken aan groei De ontwikkeling van de Metropoolregio als één samenhangend stedelijk systeem is niet alleen een ontwikkeling in het hier en het nu, het is een noodzakelijke ontwikkeling die kansen biedt voor de toekomst. Versterken van de (internationale) concurrentiekracht van de regio is een voorwaarde om op termijn werkgelegenheid, welvaart en welzijn voor de ruim 2 miljoen inwoners te verzekeren. 2
De missie van de Metropoolregio is dan ook helder: “Wij werken aan een internationale Metropoolregio, waarin bewoners en bedrijven zich optimaal kunnen ontplooien en (internationale) bezoekers zich welkom voelen. Dit doen we door een betere positionering van ons internationaal concurrerende vestigingsklimaat en het uitvoeren van concrete projecten die de bestaande kracht van beide stedelijke regio’s bundelen. Daarbij dragen wij bij aan een positie van de Randstad als topregio in Europa.” Potentie voor het vervullen van deze missie is er te over. Nu al is de Metropoolregio een van de belangrijkste economische motoren van Nederland. Als vanuit een gedeelde bestuurlijke visie wordt gewerkt aan versterking van de economisch sterke clusters in de regio, kunnen deze jaarlijks tot 30 miljard euro extra bijdragen aan het BRP (figuur 1). De Metropoolregio Rotterdam Den Haag kan bogen op economische clusters van wereldniveau, zoals Mainport Rotterdam, Legal Capital Den Haag, de Greenports WestlandOostland en de technologische innovatiecampus in Delft (TIC Delft). Sterke en internationaal toonaangevende sectoren zijn Transport & Logistiek, Chemie & Energie, Greenports, Vrede, Recht & Veiligheid, Cleantech, Life Sciences & Health, Pensioenen & Verzekeringen, Water & Delta en ICT & Telecom. Versterking van deze clusters staat hoog op de agenda van de Metropoolregio. Versterking internationale concurrentiepositie De steeds meer internationaal opererende economie concentreert zich wereldwijd in verstedelijkte gebieden. Alleen stedelijke regio’s van voldoende omvang bieden een internationaal concurrerend vestigingsmilieu voor bedrijven, studenten en (kennis-) werkers. Onderzoeken van onder meer OESO en CPB benadrukken de betekenis van de kenniseconomie voor Nederland. Hoe beter opgeleid de beroepsbevolking, hoe groter het innoverend vermogen en hoe sterker de concurrentiepositie. De versterking van de sterke kennisclusters in de Metropoolregio is daarom noodzakelijk. Voorwaarde daarvoor is het aanhalen van banden tussen bedrijfsleven, universiteiten en andere kennisinstellingen, die met hun diverse profielen aansluiten op de sterke economische topsectoren in de zuidvleugel van de Randstad. De overheid kan, nee, móet die relaties waar mogelijk versterken en ondersteunen. Maar het is niet alleen versterking van de kennisinfrastructuur waar een internationaal concurrerende Metropoolregio het van moet hebben. Om effectief te kunnen functioneren als één stedelijk systeem, zal de bereikbaarheid beter moeten: gerichte verbetering van infrastructuur en openbaar vervoer is daarom een speerpunt. Ook een aantrekkelijke woningmarkt, cultuur op topniveau, goede onderwijs- en sportvoorzieningen en fraaie, goed toegankelijke natuur- en recreatiegebieden maken deel uit van het aanbod van de Metropoolregio. Op al deze vlakken kan bestuurlijke samenwerking in meerdere of mindere mate een bijdrage leveren aan de propositie. Als het op die manier lukt om de internationale concurrentiepositie van de metropool te versterken en de beoogde economische groei te realiseren, profiteert iedere inwoner van de Metropoolregio daarvan. Immers: nieuwe werkgelegenheid in het topsegment van de economie zorgt ook voor nieuwe werkgelegenheid aan de basis.
3
Duurzaamheid De gemeenteraden vragen terecht aandacht voor duurzaamheid. In dit sterk verstedelijkte gebied is de druk op de ruimte enorm. Dat vraagt om een scherpe bewaking van de balans tussen bebouwd en onbebouwd, waarbij onbebouwde natuur niet gelijk staat aan stilstand! In (bijna) iedere pijler staat duurzaamheid op de agenda. De Metropoolregio is hiervoor ook een geschikt schaalniveau. Zo zijn er relaties te leggen tussen de Greenport en de Mainport. Voor de Greenport is bijvoorbeeld CO2 geen afvalproduct maar grondstof. Een economisch verantwoorde benutting van CO2 is een interessante optie. Omgekeerd levert de Greenport restwarmte die de steden in de omgeving van warmte kan voorzien. Duurzaamheid en innovatie vormen een vanzelfsprekende combinatie. De rol van launching customer door de overheden biedt hierbij kansen. Duurzaamheid staat ook voorop bij mobiliteit en bij inrichting en beheer van de groenzones. De samenwerking – minder bestuurlijke drukte Het kabinet verwelkomt de Metropoolvorming rond Rotterdam en Den Haag. Het kabinet heeft de gemeenten daarom gevraagd om voor 1 januari 2012 een concreet voorstel te doen voor invulling van de samenwerking, samen met het tijdpad waarin deze wordt gerealiseerd. Dat tijdstip is goed gekozen. De samenwerking tussen de regio’s Den Haag en Rotterdam is al ingezet tijdens het vorige kabinet. De samenwerking die zich de afgelopen jaren ontwikkelde, laat zich omschrijven als een organisch proces van onderop. Het opheffen van de WGR+ per 1 januari 2013 – hoewel niet de voorkeur van de gemeenten – zorgt voor een versnelling in dat proces. Maar ook zonder deze ontwikkeling is de urgentie om de samenwerking te intensiveren groot. Juist nu, in tijd van crisis, moet elke procent economische groei worden bevochten. Nu stilstaan zou betekenen dat de Metropoolregio kiest voor achteruitgang. Voor de 24 gemeenten in de Metropoolregio biedt de samenwerking een scala aan uitdagingen. Zij hebben elk een eigen identiteit; en nergens raken grootstedelijk en landelijk zo dicht aan elkaar als juist hier. Die diversiteit binnen zo’n klein gebied is een kenmerkende kwaliteit van de Metropoolregio. Daarom is het zaak om binnen dit kleine gebied de stedelijke en de landelijke identiteit naast elkaar te behouden en elkaar te laten versterken. De samenwerking binnen de Metropoolregio blijft niet beperkt tot de gemeenten. Vanzelfsprekend vervult ook de provincie Zuid-Holland een sleutelrol, en ook het Rijk is een belangrijke partner. Op andere terreinen zal de Metropoolregio vorm gestalte krijgen in de samenwerking met private partijen en maatschappelijke instellingen. Samenwerkingsvormen die de Metropoolgrens overschrijden zoals met de Drechtsteden of in de Krimpenerwaard blijven in stand. Om de bestuurlijke samenwerking in de Metropoolregio vorm te geven, worden de twee bestaande stadsregio’s, Haaglanden en Rotterdam, per 1 januari 2013 opgeheven. Tegelijk gaat op 1 januari 2013 de Metropoolregio Rotterdam Den Haag van start. Uitgangspunt is dat er met deze samenwerking efficiencywinst te behalen is. Dat leidt tot een nieuwe, slanke ambtelijke organisatie en vermindering van bestuurlijke drukte. In het woud van overlegvormen kan drastisch worden gesnoeid. Het proces van beleid naar realisatie wordt zo overzichtelijker en eenvoudiger en levert meer rendement op. Het proces dat tot de nieuwe bestuurlijke organisatie leidt, wordt verderop in dit Plan geschetst.
4
Drie strategieën, zeven pijlers De Metropoolregio heeft absoluut potenties. Alle economische topsectoren kennen er sterke concentraties. Onderzoek van Roland Berger Strategy Consultants wijst uit dat er in 2020 een economisch surplus van meer dan 20 miljard BRP in de stuwende sectoren te bereiken is met nog eens 10 miljard in de verzorgende sectoren1.
Figuur 1. Bron: Roland Berger Strategy Consultants
Dat potentieel verzilveren is de uitdaging waarvoor de Metropoolregio zichzelf stelt. Daarvoor worden drie samenhangende strategieën ingezet: Strategie 1: betere benutting van het daily urban system (Pijler I). De Metropoolregio vormt steeds meer één stedelijk systeem. Investeren in de bereikbaarheid loont daarom zeer de moeite. De Metropoolregio is de schaal waarop zich velerlei bewegingen afspelen: of het nu gaat om de 500.000 forenzen die dagelijks tussen hun woon- en werkplaats pendelen of om de bezoekers van sportevenementen of culturele voorstellingen. Korte afstanden zijn niet voldoende, het gaat erom dat deze korte afstanden omgezet worden in korte reistijden. Pas dan kan het potentieel van de regio ten volle worden benut. De minister van Infrastructuur en Milieu onderkent het belang daarvan in haar Structuurvisie Infrastructuur van Ruimte. Juist op dit thema, Verkeer en vervoer, krijgt de samenwerking binnen de Metropoolregio het eerst en het meest vergaand gestalte, in de vorm van één Vervoersautoriteit voor het hele gebied. Zo kan de Metropoolregio daadwerkelijk beter functioneren als één stedelijk gebied, zonder de nadelen van een enkele metropolitane stad. In figuur 2 worden alle vervoersbewegingen in beeld gebracht voor zowel werken als voor andere functies.
1
Dit onderzoek heeft betrekking op de gehele Zuidvleugel. De Metropoolregio maakt daarvan het grootste deel uit.
5
Figuur 2. Bron: Ruimtelijk Atelier Tordoir
Strategie 2: benutten van en investeren in het enorme kennis- en innovatiepotentieel in de regio (Pijlers II, III en IV). De Metropoolregio sluit aan bij de doelstellingen van EU 2020: “Knowledge is the engine for sustainable growth. In a fast-changing world, what makes the difference is education and research, innovation and creativity”. (Regional Innovation Strategies for Smart Specialisation. EU 2020). Drie universiteiten en veel kennisinstellingen zoals TNO, die verbonden zijn met de economische clusters, dragen bij aan een sterke infrastructuur voor innovatie. De Metropoolregio herbergt een kwart van alle academisch onderwijs en onderzoek in Nederland. Relaties tussen onderzoek en bedrijfsleven zijn er te over, maar zijn veelal sectoraal gericht. De relaties tussen kennis, economie en overheid kunnen beter worden benut en ook beter georganiseerd. Tegelijk blijft het opleidingspeil van de beroepsbevolking achter bij wat de economie vraagt. Daarnaast zijn er onvoldoende afgestudeerden in de zorg en techniek. Dat remt de economische ontwikkeling en leidt tegelijk tot een te lage arbeidsparticipatie. De banengroei in de stuwende sectoren kan alleen werkelijkheid worden als ook de basis op orde is. Versterken en ondersteunen van de economische topsectoren en de kenniseconomie is ook een topprioriteit, en krijgt gestalte in de pijlers II tot en met IV. Strategie 3: het ten volle benutten van het voorzieningenniveau (Pijlers V, VI en VII). De Metropoolregio biedt een uitgebreid palet aan voorzieningen: van hoogstedelijke kwaliteit tot landelijk groen en rust; het is er allemaal. Ook hier is de schaal van de Metropoolregio relevant. Bij voorzieningen zijn zowel het daily urban system van betekenis als ook een weekly urban system. De Metropoolregio maakt het mogelijk om topvoorzieningen te concentreren en basisvoorzieningen juist beter te spreiden over de gehele regio en daardoor onnodige dubbelingen te voorkomen. In figuur 3 worden alleen verkeersstromen voor ‘verzorging’ weergegeven. Daaruit kan worden opgemaakt dat het feitelijke gebruik van het daily urban system achterblijft bij het potentiële gebruik ervan. De schaal van de Metropoolregio betekent dat voorzieningen een groter bereik kunnen krijgen en daardoor ook een hogere kwaliteit kunnen bieden. 6
Figuur 3. Bron: Ruimtelijk Atelier Tordoir
In toenemende mate kiezen hoog opgeleide werknemers eerst een plek om te wonen en waar het goed toeven is om van daaruit werk te zoeken. Bedrijven met een hoog aandeel kenniswerkers vestigen zich daarom bij voorkeur in een omgeving waar die kenniswerkers wonen. Een hoge quality of life is daarom steeds meer een vestigingsfactor van belang. Kwaliteit van leven als onderdeel van een goed vestigingsklimaat – onder meer terug te vinden in wonen, voorzieningen, recreatie en ruimte – is terug te vinden in pijlers 5, 6 en 7. Actieprogramma Binnen de Metropoolregio krijgen deze drie strategieën gestalte in een actieprogramma, bestaande uit zeven pijlers. De pijlers maken op deze wijze alle onderdeel uit van de Metropoolregio en dragen alle bij aan de missie. Strategie 1: benutten van het daily urban system • Pijler I: Vervoersautoriteit Strategie 2: benutten van en investeren in het kennis- en innovatiepotentieel • Pijler II: Regionale economie • Pijler III: Greenport • Pijler IV A: Kenniseconomie & Innovatie Pijler IV B: Onderwijs & Arbeidsmarkt Strategie 3: benutten van het voorzieningenniveau • Pijler V: Ruimte & Wonen • Pijler VI: Groen • Pijler VII A: Cultuur Pijler VII B: Sport Pijler VII C: Metropoolpas
7
Strategie 1: benutten van het daily urban system Vervoersautoriteit (pijler I) Ambitie Om de internationale concurrentiekracht van de Metropoolregio te versterken, is het belangrijk dat de belangrijkste voorzieningen binnen korte tijd bereikbaar zijn. De Mainport (Rotterdam), de Legal Capital (Den Haag), de grote instituten van de kenniseconomie (de drie universiteiten van Leiden/Den Haag, Rotterdam en Delft) en de Greenport (WestlandOostland) moeten beter en hoogwaardiger met elkaar worden verbonden. Daardoor wordt de Metropoolregio meer dan nu een daily urban system en kan de Metropoolregio meer als één arbeidsmarkt functioneren. Ook sport- en cultuurvoorzieningen profiteren hiervan. Doel is dat belangrijkste locaties binnen 45 minuten bereikbaar zijn. Dit vraagt om maatregelen op het terrein van zowel wegverkeer als openbaar vervoer. Sinds eind 2009 is mobiliteit het motorblok gebleken van de Metropoolvorming. Binnen de 24 gemeenten van de Metropoolregio bestaat brede steun voor de oprichting van één Vervoersautoriteit om het gestelde doel te bereiken. In april 2011 is dan ook een intentieverklaring gesloten die moet leiden tot de totstandkoming van de vervoersautoriteit. De Vervoersautoriteit zal zich richten op de volgende vijf taakvelden: - openbaar vervoer (waaronder exploitatie, professioneel opdrachtgeverschap en concessiemanagement en -verlening); - beheer en onderhoud (railinfrastructuur); - nieuwe infrastructuur (wegverkeer, openbaar vervoer, fiets en vervoer over water); - verkeersmanagement (waaronder verkeersinformatie, reizigersinformatie, dynamisch verkeersmanagement en regelscenario’s); - verkeersveiligheid. De Vervoersautoriteit zorgt ook voor het strategisch beleidskader, dat de samenhang tussen deze taakvelden en de samenhang met andere pijlers van de Metropoolregio waarborgt. De Vervoersautoriteit is de opsteller van het Regionaal Verkeers- en Vervoersplan en gesprekspartner van het Rijk voor nieuwe grootschalige infrastructurele ontwikkelingen (het bestuurlijk overleg MIRT). Voor de realisatie van de doelstellingen van de Vervoersautoriteit stelt het Rijk middelen beschikbaar. Om praktische redenen verdient het de voorkeur dat de middelen rechtstreeks aan de Metropoolregio worden toegekend. Als dat niet mogelijk blijkt verdient het de voorkeur dat de centrumgemeenten deze middelen ontvangen. Alleen dan kan juridisch gegarandeerd worden dat deze middelen ter beschikking komen van de Vervoersautoriteit. De totale geldstroom is jaarlijks circa 550 miljoen euro. Daarnaast zijn incidentele bijdragen van het Rijk mogelijk, doorgaans gericht op de realisatie van een specifiek doel. Samenwerking is een sleutelbegrip bij het realiseren van een goede bereikbaarheid. In de Metropoolregio werken 24 gemeenten en de provincie Zuid-Holland samen, maar daarnaast is samenwerking met veel andere instanties nodig. De Vervoersautoriteit is het logische punt in de regio waar alle denkbare relaties elkaar op een effectieve en efficiënte manier treffen. Door de krachtenbundeling van 24 gemeenten wordt het aantal afstemmingsoverleggen, en daarmee de bestuurlijke en ambtelijke drukte, fors verminderd.
8
Acties - begin 2012 worden op grond van de taken de contouren van de benodigde organisatie opgesteld; - in het voorjaar van 2012 volgt de organisatie van de formele besluitvorming voor de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling; - bij voldoende voortgang van kaderstellende processen (zoals het wetgevingstraject en duidelijkheid over budgettaire zaken) is de realisatie van de gezamenlijke Vervoersautoriteit van de Metropoolregio voor 1 januari 2013 haalbaar.
9
Strategie 2: benutten van en investeren in het kennis- en innovatiepotentieel Regionale economie (pijler II) Ambitie De Metropoolregio levert een belangrijke bijdrage aan de nationale economie. Alle nationale topsectoren hebben een kern in de Metropoolregio. De Rotterdamse en Haagse regio vullen elkaar in hoge mate aan en bieden samen een compleet vestigingsmilieu. Die complementariteit wil de Metropoolregio benutten om de potentie voor economische groei in de topsectoren te verzilveren. De overkoepelende economische visie voor de Metropoolregio wordt inhoudelijk gevormd door de Economische Agenda Zuidvleugel (EAZ) die Rotterdam, Den Haag en de provincie Zuid-Holland hebben opgesteld, in afstemming met Delft, Leiden en de Drechtsteden. Deze agenda sluit aan bij de nationale topsectoren. Dit hoofdstuk richt zich op het economische instrumentarium. De samenwerking is per onderwerp op maat gemaakt. Acties Rotterdam The Hague Airport De naamswijziging naar Rotterdam The Hague Airport draagt bij aan imagoversterking van de Metropoolregio. Ook wordt bijgedragen aan versterking van de functie van Rotterdam The Hague Airport als dé regionale luchthaven van de Zuidvleugel. De brede ontwikkeling van de luchthaven is een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven. Het profiel van de luchthaven als vliegveld voor zakelijk verkeer kan verder worden versterkt. In dat kader is er bijvoorbeeld concrete interesse van Lufthansa om op de luchthaven te gaan vliegen. Ook wordt gewerkt aan vernieuwing en een betere uitstraling van het stationsgebouw. In de communicatie zal meer bekendheid worden gegeven aan de openbaarvervoer verbindingen tussen de luchthaven en de Metropoolregio via Randstadrail en shuttlebus vanaf halte Meijersplein. Bedrijventerreinen Op de schaal van de Metropoolregio vormen bedrijventerreinen in hoge mate gescheiden deelmarkten. Op verschillende plekken in de Metropoolregio wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen. In de Rotterdamse regio betreft het vooral havengerelateerde droge en natte terreinen. De Haagse regio lost de mismatch op het gebied van verouderde bedrijventerreinen op. Rotterdam en Delft ontwikkelen gezamenlijk Science Port Holland als kennisintensieve bedrijfslocatie. Kantoren en detailhandel De beide stadsregio’s stemmen hun programma’s af en starten een Kennisoverleg Kantoren met Rotterdam, Den Haag en de provincie. De Metropoolregio ontwikkelt een structuurvisie detailhandel, met als doel een optimale detailhandelstructuur (ondernemerskansen en voorzieningenniveau). Promotie en acquisitie RIA en WFIA voeren tot eind van de collegeperiode de bestaande samenwerkingsovereenkomst uit. In de aanloop naar de nieuwe collegeperiode wordt bezien of opschaling tot één agency voor de Metropoolregio wenselijk is. Aandacht krijgen het ontwikkelen van een gezamenlijke reisagenda en intensivering van de gezamenlijke inzet in 10
handelsmissies. Door de marketingorganisaties in de regio (Rotterdam, Den Haag, Delft, Westland) wordt in 2012 de Metropoolmarketing gezamenlijk aangepakt, met name gericht op concrete samenwerkingsacties om de meest kansrijke doelgroepen (internationale bezoekers en bedrijven) naar de Metropoolregio te trekken. Administratieve lasten In de Metropoolregio worden pilots voorbereid om te werken aan verdere reductie van administratieve lasten. Dienstverlening Werken aan ondernemersvriendelijke overheidsdienstverlening. Onderwerpen daarbij zijn onder meer hospitality, expat services en goede informatie aan bedrijven.
Greenport (pijler III) Ambitie Het tuinbouwcluster in de Metropoolregio is, vanwege een toegevoegde waarde van 2,7 miljard euro en de bijdrage aan de sterke exportpositie van Nederland, één van de negen Topsectoren die het Kabinet heeft benoemd. In de Metropoolregio ligt de Greenport Westland-Oostland, het grootste tuinbouwgebied van Nederland. Hier komen productie, toelevering, vermarkting, handel, logistiek, kennis en innovatie bijeen. De tuinbouw is in de Metropoolregio goed voor 41.000 arbeidsplaatsen. De sterke innovatiekracht van de sector komt onder meer tot uitdrukking in het grote aantal patenten. Vanwege de veelheid aan relaties met de andere pijlers binnen de Metropoolregio heeft de Greenport als geen ander belang bij samenwerking over de grenzen van gemeente en stadsregio heen. De ambitie van de Metropoolregio is om de economische concurrentiekracht van de regio te vergroten. Het tuinbouwcluster kan daaraan alleen een structurele bijdrage leveren als op de pijlers bereikbaarheid, kennis en innovatie en ruimte in de samenwerking grote stappen worden gezet. Duurzaamheid is daarbij steeds een belangrijk aandachtsgebied. Voor de Greenport is van belang dat de bereikbaarheid van en naar het tuinbouw- en AGFcluster wordt vergroot door verbetering van de hoofdwegenstructuur richting het achterland en de aansluiting op en vanuit het onderliggend wegennet. Verdere ontwikkeling van multinodale vervoersknooppunten, waar verschillende vormen van vervoer naadloos op elkaar aansluiten, zorgt voor een optimale logistiek, met economische en milieuwinst tot gevolg. Voor de tuinbouw is kennisontwikkeling en –valorisatie cruciaal om de innovatiekracht te behouden die de sector heeft gebracht op de huidige internationale toppositie, net als aansluiting van het onderwijs op de markt. Daarom is betere samenwerking tussen de universiteiten onderling en de kennisinstellingen van belang; daarbij moet ook de vestiging van Wageningen University worden genoemd. De relatie met Pijler 5, Ruimte en Wonen, ligt in het ruimtelijk mogelijk maken van de Greenportontwikkeling en het formuleren van beleid voor het huisvesten van (tijdelijke) arbeidskrachten. De samenwerking tussen de gemeenten en het bedrijfsleven, de regio's, de provincie en het Rijk op het gebied van de Greenport is onder meer georganiseerd in de Greenport WestlandOostland en Greenport Holland. Binnen de Metropoolregio zal op projectniveau met andere pijlers de verbinding worden gemaakt op het gebied van bereikbaarheid, kennis en innovatie en duurzaamheid. De huidige samenwerking tussen de Greenport-gemeenten, bedrijfsleven en de regio wordt hiermee versterkt.
11
Acties Verkeer en Vervoer - ontwikkeling en verdere besluitvorming voor de A4 Noord, de A4 passage Den Haag en de aansluiting ervan op het onderliggende wegennet (poorten en prikkers), A13-A16, de Nieuwe Westelijke Oeververbinding, de IJsselmondse Knoop en het onderliggend wegennet; - werken aan de versterking van knooppunten waar verschillende vormen van vervoer bijeen komen (onder meer in samenhang met de ontwikkeling van het RailService Center in Rotterdam en Greenrail in Bleiswijk); - aandacht voor de verbinding tussen het wegvervoer en het vervoer over water; Kenniseconomie en Innovatie - de agenda van de Greenport Westland-Oostland wordt in het eerste kwartaal van 2012 mede bepaald door de voorstellen van de Topsector TU & Agrofood voor de Innovatiecontracten en de Human Capital Agenda. In overleg met het bedrijfsleven worden deze voorstellen verdiept; - werken aan een gezamenlijke strategie voor Europese samenwerking en lobby (Europa 2020), in samenhang met andere Greenports in Zuid-Holland en Nederland, alsook met de partners in de Metropoolregio; - andere aandachtspunten voor de Greenport zijn de besluitvorming, uitvoering en de (door)ontwikkeling van de Kenniscentra in Westland, Oostland en Barendrecht (Greenport Horticampus), Bleizo, Honderdland en het Foodexperience Centre (Barendrecht). Ruimte en Wonen - duiding van de ruimtelijke samenhang van de Greenportfuncties in een regionaal ontwikkelingsplan. Duurzaamheid - de economische infrastructuur van Greenport biedt volop mogelijkheden om voorop te lopen in de ontwikkeling en toepassing van duurzame energie. Om deze potentie te benutten zijn kennisinstellingen als de TU Delft, Wageningen University en de hogescholen in de Metropoolregio de aangewezen partners; - Daarnaast blijft de Greenport koploper als het gaat om initiatieven voor reductie van CO2uitstoot door hergebruik, warmtekrachtkoppeling en aardwarmte. De Greenport is een grote leverancier van electriciteit aan het nationale net. De Metropoolregio wil de mogelijkheden voor internationale vermarkting van de ontwikkelde technologie onderzoeken.
Kenniseconomie & Innovatie (pijler IV A) Ambitie De Metropoolregio heeft een zeer hoge dichtheid aan hoogwaardige kennisinstellingen en innovatieve bedrijvigheid. Met sectoren als de Greenport, Bioscience, The Hague Security Delta, Medical Delta en de Clean Techdelta timmert de Metropoolregio mondiaal aan de weg. Wil de Metropoolregio de potentie van deze clusters ten volle benutten, dan is het nodig te komen tot een betere branding van deze merken. Op die manier trekken deze sectoren van over de landsgrenzen expertise aan als een magneet. Het stimuleren van de verbanden tussen kennisinstellingen en deze economische sectoren kan sterk bijdragen aan een concurrerend en onderscheidend profiel. De ambitie is om als Metropoolregio deze hoogwaardige clusters internationaal herkenbaar en concurrerend te presenteren, om zo verdere ontwikkeling en groei van te bewerkstelligen. Met Pijler IV, Kenniseconomie & Innovatie, geeft de Metropoolregio mede invulling aan de 12
innovatiestrategie van het Kabinet. Op nationaal niveau vertaalt dit gegeven zich momenteel in het Topsectorenbeleid en op internationaal niveau in de Europese strategie voor 2020. De vorming van de Metropoolregio is een belangrijke voorwaarde voor een effectieve strategische samenwerking in triple helix verband (overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen). De samenhang tussen de verschillende topsectoren en de triple helix initiatieven kan en moet worden versterkt. In andere pijlers wordt gewerkt aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat (vestigingslocaties, woningaanbod, voorzieningen) en een goede (internationale) bereikbaarheid. Dat is in dit verband ook interessant voor het aantrekken van kennisinstellingen. Acties - met de voorgenomen samenwerking tussen de universiteiten van Rotterdam, Delft en Leiden heeft de Metropoolregio straks een kennisinstituut binnen de grenzen dat behoort tot de mondiale top. De overheden binnen de Metropoolregio doen er alles aan om te bevorderen dat dit instituut zich optimaal ontplooit en bieden daarvoor voorzieningen op topniveau; - de precieze vormgeving van de samenwerking in deze pijler is zaak van overleg, maar in ieder geval zullen de kennissteden Rotterdam, Delft en Den Haag daarvan deel uitmaken, in samenwerking met Leiden en de provincie Zuid-Holland; - gewerkt wordt aan een eigen, internationaal herkenbaar label waarin de Metropoolregio naar voren komt als innovatieve regio; - gewerkt wordt aan één overkoepelende innovatie-agenda voor de Metropoolregio, die naadloos aansluit bij de Topsectoren, de Economische Agenda Zuidvleugel en de EUprogramma’s; - een innoverende Metropoolregio investeert mee in kennisinfrastructuur door ruimte te bieden aan showcases en living labs, of door een te rol nemen als launching customer. Zo krijgen onderzoekers en innoverende ondernemers de ruimte; - de Metropoolregio organiseert een tripartiet platform en uitvoeringsorganisatie in samenwerking met bedrijfsleven en kennisinstituten (triple helix); - de Metropoolregio bevordert met kracht de ontwikkeling van talent bij universiteiten, hogescholen en MBO’s. Daarvoor worden brede coalities ingezet; - de rol van de Metropoolregio op het onderwerp innovatie krijgt invulling door directe steun aan kennisontwikkeling en -valorisatie, vanuit gemeenten, de regio, het Rijk en met inzet van Europese middelen. Ook worden randvoorwaarden gerealiseerd voor innovatie, zoals bereikbaarheid, aantrekkelijk vestigingsklimaat, voorzieningen en huisvesting voor expats, kenniswerkers en studenten. Tot slot worden kennis en innovatie voor maatschappelijke vraagstukken ingezet in andere pijlers en gemeentelijke beleidsvelden.
Onderwijs & Arbeidsmarkt (pijler IV B) Ambitie Wil de Metropoolregio zijn internationale concurrentiepositie versterken, dan is het van groot belang dat onderwijs en arbeidsmarkt op alle niveaus op elkaar aansluiten. Immers, het aantrekken van kenniswerkers op topniveau creëert ook banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Het voorzieningenniveau dat de Metropoolregio zijn inwoners wil bieden, moet over de hele breedte van hoog niveau zijn. Daarbij hoort dat sectoren als gezondheidszorg en onderwijs goed functioneren, en daarbij passen geen personeelstekorten. Wil de Metropoolregio een hoge kwaliteit van leven kunnen bieden, dan is het dus noodzaak om ook deze kant van de arbeidsmarkt te versterken. 13
Figuur 1 Bron DSO/Gemeente Den Haag
Meer in het algemeen geldt dat de Metropoolregio een passend aanbod aan werknemers nodig heeft – van hoog tot laag. Een goed en soepel functionerende arbeidsmarkt is de kurk waarop de economie drijft. In de nabije toekomst wordt de kwaliteit van het arbeidsaanbod nog belangrijker, want die bepaalt of nieuwe bedrijven en instellingen zich in de Metropoolregio willen vestigen. Uit onderzoek van de Erasmusuniversiteit2 blijkt dat een verdergaande integratie van de arbeidsmarkten op het niveau van de Metropoolregio kansen biedt, omdat beide arbeidsmarkten elkaar goed aanvullen op specifieke sectoren. In deze pijler is de ambitie daarom te zorgen voor een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, te beginnen in enkele specifieke sectoren. Acties Juist omdat het hier om een echte markt van vraag en aanbod gaat, is de rol van de overheid niet eenvoudig. De Metropoolregio is tot op heden geen schaalniveau voor het organiseren van vraag en aanbod. Om deze reden richt de samenwerking zich allereerst op twee speerpunten: - Personeelstekorten in het onderwijs Vooral het voortgezet onderwijs in de Metropoolregio kampt met een lerarentekort. Kansen liggen in het bijscholen van onbevoegde leraren, het opleiden van starters tot tweedegraads docent en het interesseren van zij-instromers voor het vak. De Hogeschool Rotterdam, de Haagse Hogeschool en Hogeschool Inholland werken samen met het Voortgezet Onderwijs in Haaglanden aan een initiatief om dit tekort aan te pakken. Dit is mogelijk uit te breiden naar de gehele Metropoolregio. - Meer dynamiek op de arbeidsmarkt Rondom sectorale of gebiedsgerichte casuïstiek zoekt de overheid regionale samenwerking met ondernemers en onderwijs. Een praktisch voorbeeld hiervan is het koppelen van ontwikkeling van bedrijventerreinen aan concrete gebiedsgerichte werkgelegenheidsafspraken. Er komt een mobiliteitsbank die vacatures in de hele Metropoolregio onder de aandacht brengt van alle werkzoekenden. - Leren en werken in de techniek aantrekkelijker maken Er is een groot tekort aan vakmensen in de techniek. Binnen de Metropoolregio worden programma’s ontwikkeld om de keuze voor technische vakken te stimuleren. - Personeelstekorten in de zorg aanpakken 2
Arbeidsmarktverkenningen Regio Den Haag. SEOR Erasmus School of Economics mei 2011.
14
De toenemende vergrijzing maakt dat de komende jaren een steeds grotere vraag ontstaat naar personeel in de zorg. Om een hoog zorgniveau te blijven garanderen, gaat de Metropoolregio strategische coalities aan met de vakopleidingen en de zorginstellingen. - Ondernemerschap stimuleren via onderwijs en netwerken Voor startende ondernemers is het opbouwen van een netwerk van het grootste belang. Dit begint al in het onderwijs. Met de Kamers van Koophandel, vakopleidingen, ondernemersorganisaties en MKB wordt doorgegaan met coachings- en begeleidingstrajecten om jonge ondernemers een vliegende start te laten maken. - Jongeren helpen met een goede loopbaanstart Wie zijn opleiding heeft afgerond, wil zich met succes op de arbeidsmarkt begeven. Om die eerste stap zo kansrijk mogelijk te maken, is het van belang dat het aanbod van stages en afstudeeropdrachten afgestemd wordt op de vraag en dat al tijdens de opleiding wordt gewerkt aan sollicitatievaardigheden en oriëntatie op de arbeidsmarkt. In de Metropoolregio zoeken partijen op de overlappende thema’s en concrete acties samenwerking met elkaar (“van elkaar leren” en “samen doen”) en de andere gemeenten binnen de Metropoolregio. Daarbij zullen de partijen onder meer gebruik maken van het actieplan onderwijs-arbeidsmarkt dat onderwijs, werkgevers en de gemeenten in de regio Haaglanden in maart 2012 ondertekenen. Een ander voorbeeld is het programma voor de arbeidsmarkt in de regio Rotterdam, ingericht voor de economisch kansrijke sectoren, samen met partners uit het onderwijs en bedrijfsleven.
15
Strategie 3: benutten van het voorzieningenniveau Ruimte & Wonen (pijler V) Ambitie Een Metropoolregio die de ambitie heeft om zijn internationale concurrentiepositie te verbeteren, kan niet zonder een eenduidige visie op ruimtelijke ordening en de woningmarkt. Om met succes (inter)nationale bedrijven en instellingen naar de Metropoolregio te halen, moet de regio een optimaal vestigingsklimaat bieden, en een hoge kwaliteit van leven maakt daar overduidelijk deel van uit. Daarbij hoort een woningmarkt die inwoners een grote keuzevrijheid aan aantrekkelijke woonmilieus biedt, maar ook voldoende en aantrekkelijke groene ruimte; aantrekkelijk voor de inwoners om te recreëren, aantrekkelijk voor de boer om zijn bedrijf uit te oefenen, en ruimte waar de natuur de ruimte krijgt. Daarbij horen aantrekkelijke en levendige stadscentra, die goed bereikbaar zijn en de inwoners topvoorzieningen bieden. Juist in een economisch zware tijd biedt samenwerking en afstemming op de schaal van de Metropoolregio kansen om kwaliteit te bieden. Op alle deelgebieden van de ruimtelijke ontwikkeling is binnen de Metropoolregio ruim aandacht voor het aspect van duurzaamheid, waarbij ook een rol speelt dat de regio voor de toekomst is voorbereid op de effecten van klimaatverandering. Realisatie van de ambities binnen de pijler Ruimte en Wonen gebeurt met een brede betrokkenheid van andere overheden, het bedrijfsleven, corporaties en maatschappelijke organisaties. In veel beleidsdossiers is samenwerking met provincie en Rijk aan de orde, bij voorbeeld bij de regionale inbreng en afstemming in trajecten als Provinciale Structuurvisie, Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte, Topsectoren en het Deltaprogramma. Verder valt te denken aan de uitvoering van het Nationaal Programma Kwaliteitsprong Rotterdam Zuid en de uitwerkingen van de MIRT projecten. Door gezamenlijke afspraken over een regionale ruimtelijke koers en over programma’s (wonen, economie, verkeer) kan de Metropoolregio effectief reageren op nieuwe ontwikkelingen, maar ook vanuit een gedeelde visie participeren in bovenregionale netwerken. Uitvoering van integrale programma’s voor gebieden zoals de Noordas, Centrale Zone of TIC Delft wordt georganiseerd door gebiedscoalities. Acties Ruimte Binnen de Metropoolregio worden afspraken gemaakt over de volgende onderwerpen: - een inspirerende gemeenschappelijke koers, die voortbouwt op de bestaande visies als het Regionaal Structuurplan Haaglanden en de Regionaal Strategische Agenda Regio Rotterdam. Om de ambities te bereiken is veel en urgent werk te doen: zo is de milieubelasting groot, staat de bereikbaarheid en leefbaarheid in bepaalde gebieden van de Metropoolregio onder druk en moeten programma’s voor woningbouw, kantoren en bedrijventerreinen worden herzien. Er is behoefte aan ruimte voor nieuwe bedrijfsontwikkeling en aan versterking van de vitaliteit van de steden en dorpen. De gebiedsagenda voor de Zuidvleugel, een coproductie met het Rijk en vastgesteld in het bestuurlijk overleg MIRT, biedt hiervoor diverse aanknopingspunten. Ook wordt gebruik gemaakt van Stedenbaan bijvoorbeeld voor geconcentreerd wonen en werken bij OV-knooppunten; - op welke wijze de afstemming tussen de regionale agenda in de lokale en in provinciale ruimtelijke plannen zal worden vormgegeven; - daarnaast is er een wateropgave, die mede voortkomt uit de effecten van de klimaatverandering. De wateropgave heeft effect op het ruimtelijke programma van de 16
Metropoolregio, waaronder de woningbouw. Hierbij kan uitstekend ‘werk met werk’ gemaakt worden, door de verbinding te leggen met de groenopgave en de vergroting van de kwaliteit van het landschap. Internationaal kan de Metropoolregio bogen op een goede reputatie van de kennisinstellingen op het gebied van water. Wonen Een open, transparante woningmarkt en keuzevrijheid voor alle woningzoekenden in de hele regio zijn uitgangspunten. Vraag en aanbod van woonmilieus en doelgroepen moeten in balans zijn. Dat vraagt ook solidariteit in de aanpak van de problematiek in (groot)stedelijke gebieden en de ambitie om het aanbod aan sociale woningen te spreiden over de regio. De economische crisis leidt tot teruggelopen vraag en stagnatie. Het is daarom juist nu urgent om te komen tot afspraken tussen de 24 gemeenten in de Metropoolregio over generieke thema’s zoals hierna genoemd. Alleen waar nodig zullen afspraken met 24 gemeenten worden gemaakt. Als het doelmatiger is om op deelgebieden afspraken te maken wordt voor die weg gekozen. Binnen de Metropoolregio worden afspraken gemaakt over (in ieder geval) de volgende onderwerpen: - een gezamenlijke strategie voor de woningmarkt. Daarbij wordt rekening gehouden met de bestaande voorraad en is het uitgangspunt om 80 procent van de opgave voor woningbouw in bestaand stedelijk gebied te realiseren. De ontwikkeling van de sociale voorraad en de sociale productie moeten aansluiten bij de omvang van de doelgroep. Daarbij is de ambitie om de regio meer in balans te brengen; - vraag en aanbod afstemmen bij de ontwikkeling van woonmilieus, zowel kwantitatief als kwalitatief (voor topmilieus op het niveau van de Metropoolregio, voor andere categorieën op kleiner schaalniveau); - afstemming van het beleid voor woonruimteverdeling, vast te leggen in een regionale huisvestingsverordening. Streven is de systemen voor woonruimteverdeling op elkaar aan te sluiten; - programma-afspraken met de koepelorganisaties van woningcorporaties en marktpartijen, maar ook afspraken over duurzaamheid (energiebesparing, CO2-reductie, klimaatadaptatie); - afstemming woningbouwprogramma’s van de stadsregio Rotterdam en het stadsgewest Haaglanden; overleg tussen alle betrokken partijen over het kwantitatieve en kwalitatieve programma in deelgebieden binnen de Metropoolregio, maar ook voor gebieden die grenzen aan de Metropoolregio waar de concurrentie op de woningmarkt groot is (bijvoorbeeld Zuidplaspolder en Valkenburg); - zoeken van een oplossing om de effecten van de nieuwe Huisvestingswet op de woonruimteverdeling op te vangen.
Groen (pijler VI) Ambitie De Metropoolregio is het dichtst verstedelijkte gebied van Nederland. Desondanks heeft het grote aaneengesloten en aantrekkelijke groene longen, met een betekenis voor landbouw, natuur, recreatie en leefbaarheid. De ambitie is om de waarde van groen voor de leefbaarheid en voor het (internationaal) vestigingsklimaat in de Metropoolregio te vergroten. Ook gaat het om het economisch vitaal houden van het platteland, waarbij ook de rol van agrarische ondernemers bij het behouden van de waardevolle landschappen van belang is. Belangrijke opgaven binnen deze pijler zijn: - het verbeteren van het netwerk van recreatieve verbindingen (fietsen, wandelen, varen); - het waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van stadsparken, recreatiegebieden en 17
landschappen (recreatie en natuurwaarden); - het versterken van de economische vitaliteit van het landelijk gebied; - het versterken van de bereikbaarheid en de toegankelijkheid en van imago en bekendheid van de metropolitane parken; - vernieuwing van het systeem van beheer. Hierbij bouwt de Metropoolregio voort op bestaande visies en beleidsdocumenten voor de gebieden Deltapoort, Hof van Delfland, Duin Horst en Weide, de Kustzone, Voorne-Putten en het stedelijk groen. De Metropoolregio voert bovenstaande acties uit in nauwe samenwerking met de provincie. Gezamenlijk geven we het uitvoeringsprogramma vorm, net als de nieuwe organisatie van beheer. Organisaties als de waterschappen, de recreatieschappen, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Zuid-Hollands Landschap worden hierin betrokken, net als ondernemers in het gebied. Ook worden mogelijkheden verkend om grotere bedrijven en investeerders te interesseren. Bij het verder uitwerken van de pijler zal aandacht worden besteed aan duurzame inrichting van de landschappen en de klimaatopgave waar de Metropoolregio voor staat. Acties - duidelijke afspraken over organisatie en rolverdeling (uitvoering en beheer); - opstellen uitvoeringsprogramma Metropolitaan Groen (inclusief recreatieve verbindingen); - afspraken over een financieringsmodel groen in Metropoolregio (inclusief betrokkenheid van private partijen); - uitwerken nieuw systeem van beheer (in samenspraak met de provincie); - inzetten gezamenlijke strategie naar EU; - de recreatieve waarde en bekendheid van het groen voor stedelingen vergroten: stedelijke en landelijke recreatie meer met elkaar in verbinding brengen (activiteiten, marketing); - na lancering Vaartenroute start promotie voor de andere routes van Den Haag-Hofvijver via Midden Delfland naar het Hofplein in Rotterdam.
Cultuur (pijler VII A) Ambitie De Metropoolregio biedt een internationaal en nationaal onderscheidend cultureel aanbod. Op korte afstand van elkaar is een groot aanbod van musea en theaters en van toonaangevende muziek- en dansgezelschappen. Het is een dringende wens om internationaal bezoek aan de Metropoolregio te stimuleren. Dat draagt bij aan het versterken van de toppositie van de Randstad in Europa en aan het in stand houden van topvoorzieningen. Eigen bewoners en bedrijven profiteren daarvan niet in de laatste plaats. De schaal van de Metropoolregio biedt kansen voor een betere marketing en benutting van het cultuuraanbod. Recent uitgevoerd onderzoek naar de culturele basisinfrastructuur geeft drie suggesties hoe de Metropoolregio-gedachte ingang kan vinden in het cultuurbeleid: gezamenlijke marketing, samenwerking bij cultuureducatie en kunstvakonderwijs en specialisatie op functieniveau. Bij nieuwe voorzieningen moet een afweging worden gemaakt tussen enerzijds gezamenlijk gebruik en regionale spreiding (geen dingen dubbel doen) en anderzijds lokale binding. In de pijler Cultuur geldt dit bijvoorbeeld voor theaters en bibliotheken. Acties - de culturele basisinfrastructuur in de Metropoolregio wordt op elkaar afgestemd; - kunstinstellingen besteden in de nieuwe kunst- en cultuurplannen aandacht aan de wijze 18
waarop zij vanaf 2013 de Metropoolregio kunnen benutten; - gezamenlijke (cultuur)marketing in de regio. Denk hierbij aan het mogelijk afstemmen van de evenementenkalenders. Er is hiervoor advies gevraagd, de rapportage verschijnt in januari 2012; - indienen van het Plan van Den Haag voor de kandidatuur voor Culturele Hoofdstad van Europa in 2018 bij de Europese Commissie. Gemeenten in Haaglanden en Rotterdam hebben in de vorm van een convenant hun steun uitgesproken voor de kandidatuur van Den Haag voor Culturele Hoofdstad van Europa in 2018; - aansluiten bij Arts Holland: een internationale marketingtool voor kunst- en cultuuraanbod in de Randstad. Het Nederlands Uitburo ontwikkelt bijvoorbeeld een applicatie om meer toeristen naar de Randstad te trekken en hen te prikkelen verschillende steden in de Randstad te bezoeken.
Sport (pijler VII B) Ambitie De Metropoolregio heeft een sportief profiel, en binnen de Metropoolregio heeft samenwerking de afgelopen jaren al steeds meer vorm gekregen. Rotterdam afficheert zich al jaren nationaal en internationaal als sportstad en is mede in de race als kandidaat-stad voor de Olympische Spelen 2028. Den Haag steunt Rotterdam hierin. Den Haag en Rotterdam zijn de grondleggers van Holland Moves. Op het gebied van het plannen en realiseren van sportaccommodaties met een regionaal of groter draagvlak stemmen gemeenten in de Metropoolregio hun beleid op elkaar af en er is een gezamenlijke activiteitenkalender. Ook op het gebied van kennisontwikkeling bestaat al samenwerking. De Erasmus Universiteit heeft samen met het Asser Instituut een leerstoel internationaal sportrecht gecreëerd, gesteund door de beide gemeenten. Alle gemeenten in de Metropoolregio werken hard aan het sportprofiel. Het komende jaar wordt toegewerkt naar een Metropoolagenda sport. Sport en sportvoorzieningen dragen bij aan een aantrekkelijk woonklimaat, maar ook draagt (top)sport op deze wijze bij aan het vergroten van de concurrentiekracht, de internationale profilering en de lokale economie op het gebied van topsport, leisure, toerisme en productinnovatie. Bij nieuwe voorzieningen moet een afweging worden gemaakt tussen enerzijds gezamenlijk gebruik en regionale spreiding (geen dingen dubbel doen) en anderzijds lokale binding. Acties Infrastructuur - realiseren van een (op het draagvlak van de metropool afgestemd) aanbod van EK/WK waardige trainings- en wedstrijdsportvoorzieningen voor zoveel mogelijk takken van sport; - realiseren van een hoogwaardig netwerk van fiets-, wandel-, ruiter- en watersportvoorzieningen, geschikt voor sportief medegebruik; - ontwikkelen van een regionale planning voor voorzieningen gericht op breedtesport. Evenementen - organiseren van aansprekende top- en breedtesportevenementen; - een hierop afgestemde sportevenementenkalender op het niveau van de Metropoolregio; - ontwikkelen van een of meerdere grootschalige sportevenementen die de Metropoolgedachte ondersteunen.
19
Economie - nationaal positioneren van de Metropoolregio als kloppend (sport)hart van Nederland; - internationaal positioneren van de Metropoolregio als organisator van grote sportevenementen; - bevorderen van innovatie door sportieve samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en topsporters en –coaches; bevorderen van productinnovatie op het gebied van gehandicaptensport.
Metropoolpas (pijler VII C) Ambitie De Metropoolregio kent verschillende kortingspassen voor de inwoners, zoals de Rotterdampas die ook in buurgemeenten van Rotterdam van toepassing is, de Delftpas en de Haagse Ooievaarspas. Deze passen hebben als doel om maatschappelijke participatie te bevorderen. De pas maakt het mogelijk om gratis of met korting deel te nemen aan activiteiten. Het doel is om te komen tot één gezamenlijke pas voor de hele Metropoolregio. Op korte termijn is de samenwerking primair gericht op het uitbreiden van de mogelijkheden voor de pashouders. Pashouders hebben daar in de eerste plaats baat bij, maar het is ook een symbolische actie: als eerste activiteit maakt het de wording van de Metropoolregio voor de inwoners zichtbaar. De start is een eerste stap op weg naar verdergaande samenwerking tussen, en uiteindelijk samengaan van, de verschillende passen. Acties - introductie van één beeldmerk, te gebruiken op alle communicatie-uitingen van de Rotterdampas, de Delftpas en de Ooievaarspas; - kickoff op 14 februari op Rotterdam The Hague Airport; onthulling van het beeldmerk; - zoals de Rotterdampas afspraken heeft met participanten in Den Haag, maakt de Ooievaarspas afspraken met participanten in Rotterdam. Een volgende stap is onderzoeken of andere gemeenten zich hierbij willen aansluiten; - uitvoeringsorganisaties ondersteunen elkaar in de eigen stad.
20
De Metropoolregio in wording – het proces Vernieuwend besturen is werk in uitvoering De vorming van de Metropoolregio is een organisch proces dat van onderop vorm krijgt. Aan de Metropoolregio ligt dan ook geen blauwdruk ten grondslag. Wel de overtuiging van de mogelijkheden en van de urgentie. Dit was stond ook centraal tijdens de Metropoolregiodag in het ADO-stadion in mei, waar alle gemeenteraden en colleges vertegenwoordigd waren. Minister Donner sprak op die dag zijn steun uit voor de samenwerking van de 24 gemeenten en riep op tot resultaten. In dit Plan wordt een stand van zaken weergegeven en niet een eindresultaat. Begin november 2011 hebben alle gemeenteraden een brief ontvangen waarin zij werden uitgenodigd om te gaan participeren in het proces. Eind november hebben 250 raadsleden op een bijeenkomst in Capelle aan den IJssel over de Metropoolregio en het proces dat daartoe gaat leiden gesproken. Alle gemeenteraden hebben inmiddels over de brief gesproken en hun aandachtspunten en zorgpunten benoemd. De gemeenten zijn zich zeer bewust van de noodzaak om samenwerking te organiseren op terreinen als vervoer, economie, ruimte, wonen, groen, arbeidsmarkt en duurzaamheid, en zo de internationale concurrentiepositie van de Metropoolregio te versterken. De gemeenteraden gaven ook aan zelf een actieve rol te willen vervullen. De griffiers zullen hiervoor in januari een nader voorstel doen. Tijdens de bijeenkomst in Capelle aan den IJssel werden de bestuurlijke teams gepresenteerd die voor iedere pijler zijn ingesteld. Deze teams hebben de taak om in de periode tot aan april 2012 inhoud en vorm te geven aan de pijlers. Zij doen dat samen met maatschappelijke partners en deskundigen. In Delft wordt een tijdelijke Metropoolbouwkeet ingericht om het proces te ondersteunen en zichtbaar te maken. Iedere pijler kan daar terecht voor het organiseren van bijeenkomsten, brainstorms e.d. en ondersteund vanuit de metropoolorganisatie. In deze ‘keet’ zullen diverse bijeenkomsten plaats gaan vinden om inhoud en vorm te gaan bepalen voor de verschillende pijlers. Daarbij zal voor iedere pijler minstens één grote oploop georganiseerd worden waarvoor alle gemeenteraden en colleges uit de Metropoolregio worden uitgenodigd. De Metropoolregio krijgt vorm als verlengd lokaal bestuur en wordt dus geen nieuwe bestuurslaag. Op de regiodag van 4 april 2012, waarvoor eveneens alle raden en colleges worden uitgenodigd, zullen de teams de resultaten van de pijlers presenteren. Daarna kan de daarbij passende samenwerkingsvorm bepaald worden. Deadline: 1 januari 2013 De deadline voor de Metropoolregio is helder: op 1 januari 2013 zal die een feit zijn omdat op die datum de WGR+ wordt ingetrokken. Met die datum op het netvlies is een plan van aanpak vastgesteld. Komend jaar geven de 24 gemeenteraden actief mee vorm aan de nieuwe bestuurlijke samenwerking, en in oktober 2012 besluiten zij over de instelling van een gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Om de deadline te halen, werken de gemeenten het komend jaar volgens twee hoofdsporen. Spoor 1: opbouw Metropoolregio Rotterdam Den Haag Het komende jaar krijgt het precieze takenpakket van de Metropoolregio vorm, voortvloeiend uit de zeven pijlers. Van dit spoor maakt ook deel uit het uitwerken van de governance. Voor de taken en maatregelen binnen iedere pijler wordt bekeken hoe ze het best kunnen worden opgepakt: door de nieuwe organisatie van de Metropoolregio (zoals de Vervoersautoriteit), of 21
door andere vormen van samenwerking tussen gemeenten in de Metropoolregio (zoals in het geval van de Metropoolpas). Trefwoorden hierbij zijn vergroten van de bestuurlijke slagkracht en gelijktijdige vermindering van bestuurlijke drukte. Toetssteen hierbij is de vraag welke bijdrage aan de missie geleverd wordt. Er wordt ook heel duidelijk gekeken welke kennis, expertise en functies er bij het nieuwe takenpakket horen. Komend jaar worden de voorstellen ontwikkeld voor de bestuurlijke organisatie en de juridische en financiële inbedding van de Metropoolregio. Om praktische redenen zijn in 2012 de gezamenlijke DB-vergaderingen van beide stadsregio’s het bestuurlijk platform om de coördinatie tussen beide sporen te waarborgen. De gemeenteraden en de colleges kunnen tijdens diverse bijeenkomsten invloed uitoefenen op de ontwikkelingen. Komend jaar worden op verschillende momenten ontmoetingen met (en tussen) de raden en de colleges georganiseerd; in ieder geval in januari via de oplopen per pijler in de Metropoolbouwkeet, uitmondend in Metropoolregiodagen in april en september 2012. Spoor 2: afbouw bestaande stadsregio’s Het kabinet is voornemens om de WGR+. waarop de huidige stadsregio’s Haaglanden en Rotterdam zijn gebaseerd met ingang van 1 januari 2013 in te trekken. Per die datum zullen daarom de huidige stadsregio’s worden opgeheven. In de komende periode tot aan april 2012 worden de hiervoor noodzakelijke besluitvorming en implementatie voorbereid. Beide sporen zullen (frictie)kosten opleveren, maar de stellige verwachting is dat de samenwerking in de Metropoolregio op meerdere terreinen efficiencywinst oplevert. Samenwerking provincie Zuid-Holland Op 14 december jl. heeft bestuurlijk overleg plaats gevonden tussen de provincie ZuidHolland en de stadsregio's Haaglanden en Rotterdam. Daarbij is ook aan de orde geweest het verzoek van het kabinet om voor 1 januari 2012 een voorstel te doen over de invulling van de samenwerking en het bijbehorende tijdpad. Inmiddels heeft de samenwerking in de Metropoolregio nader gestalte gekregen met de vorming van bestuurlijke duo's die namens de 24 gemeenten de 7 pijlers concretiseren. Er is afgesproken dat elk dezer bestuurlijke duo's vanuit het provinciaal bestuur aanspreekpunten en contactpersonen krijgt, die zullen meedenken en meewerken aan de Metropoolvorming. Er is voor gekozen om op inhoudelijke thema's samen aan het werk te gaan. Vanuit de inhoud van deze samenwerking zullen noodzaak en mogelijkheden van bestuurlijke regelingen moeten blijken. Bestuurlijke constructies worden tevoren niet gekozen of geblokkeerd, vanuit het inzicht dat de inhoudelijke opgaven een gedifferentieerde aanpak vergen. Bij de verdere aanpak is betrokkenheid van de in de Metropoolregio deelnemende gemeenteraden, maar ook van de omliggende regio's van belang. Inmiddels zijn de namen van de bestuurlijke aanspreekpunten bekend. Deze zijn in het organisatieschema opgenomen (zie bijlage). Op naar 1 januari 2013: de uitvoeringskalender November-december 2011 - brief naar alle gemeenten over vorming Metropoolregio; alle gemeenten hebben gereageerd; - bijeenkomst op 30 november voor alle gemeenteraden in Capelle aan den IJssel; - vorming bestuurlijke teams per pijler; aanwijzen aanspreekpunten per pijler bij de provincie.
22
Januari-maart 2012 - uitwerking pijlers, met als eindproduct een portfolio van programma’s en projecten waarin ook aandacht voor het facet duurzamheid; voorstellen voor organisatie en bestuurlijke inbedding; gemeente(raden) leveren inbreng. Presentatie resultaten op Metropoolregiodag op 4 april; - vestiging ‘bouwkeet’ Metropoolregio in Delft, letterlijk bouwplaats voor de Metropoolregio. Iedere pijler organiseert daar oplopen voor onder meer de gemeenteraden en de colleges. April-juli 2012 - opstellen ontwerp-voorstel voor bestuurlijke organisatie van de Metropoolregio op basis van verlengd lokaal bestuur; voorleggen van dit voorstel aan de 24 gemeenten. Augustus-oktober 2012 - verwerken reacties; definitief ontwerp gemeenschappelijke regeling voorleggen aan gemeenten, met daarin programma’s/projecten, bestuur, financiering en werkwijze. 1 januari 2013 - start Metropoolregio. De Metropoolregio zal in de eerste helft van 2012 vorm krijgen. De gevoelde urgentie én de kansen die er liggen zullen ingevuld worden. De tweede helft van 2012 zal in het teken van de besluitvorming staan. Met elkaar zullen we een sprong voorwaarts maken in het belang van de inwoners, het bedrijfsleven en de maatschappelijke instellingen in het gebied. We zijn blij met de actieve steun die in de kabinetsnota “Bestuur en bestuurlijke inrichting” voor de Metropoolregio wordt uitgesproken.
23
Bijlage Organisatie Metropoolproces Spoor 1 A. Aboutaleb, burgemeester Rotterdam J.J. van Aartsen, burgemeester Den Haag G.A.A. Verkerk, burgemeester Delft J. van der Tak, burgemeester Westland E. van Vliet, burgemeester Lansingerland T.P.J. Bruinsma, burgemeester Vlaardingen Mw. J. Baljeu, wethouder Rotterdam P. Smit, wethouder Den Haag A. van Gils, gemeentesecretaris Rotterdam Mw. A. Bertram, gemeentesecretaris Den Haag • • • • • • • • • •
Pijler I (Vervoersautoriteit): mw. J. Baljeu, wethouder Rotterdam en P. Smit, wethouder Den Haag. Aanspreekpunt provincie: mw. I. de Bondt, gedeputeerde Pijler II (Regionale economie): mw. J. Baljeu, wethouder Rotterdam en H. Kool, wethouder Den Haag. Aanspreekpunt provincie: G. Veldhuijzen3, gedeputeerde Pijler III (Greenport): J. van der Tak, burgemeester Westland en E. van Vliet, burgemeester Lansingerland. Aanspreekpunt provincie: G. Veldhuijzen, gedeputeerde Pijler IV A (Kenniseconomie & Innovatie): mw. K. Louwes, wethouder Rotterdam en G.A.A. Verkerk, burgemeester Delft. Aanspreekpunt provincie: R. van der Sande, gedeputeerde Pijler IV B (Onderwijs & Arbeidsmarkt): mw. I. van Engelshoven, wethouder Den Haag en M. Florijn, wethouder Rotterdam. Aanspreekpunt provincie: J. Franssen, Commissaris van de Koningin Pijler V (Ruimte & Wonen): B. Emmens, wethouder Zoetermeer, en K. Karssen, burgemeester Maassluis. Aanspreekpunt provincie: G. Veldhuijzen, gedeputeerde Pijler VI (Groen): M. Houtzager, wethouder Leidschendam-Voorburg en J. van Belzen, burgemeester Barendrecht. Aanspreekpunt provincie: H. Weber (algemeen) en R. van der Sande (organisatie beheer), gedeputeerden Pijler VII A (Cultuur): mw. M. de Jong, wethouder Den Haag en mw. A. Laan, wethouder Rotterdam Pijler VII B (Sport): mw. A. Laan, wethouder Rotterdam en K. Klein, wethouder Den Haag. Aanspreekpunt provincie: H. Weber, gedeputeerde (alleen wat betreft Olympische Spelen 2028) Pijler VII C (Metropoolpas): M. Florijn, wethouder Rotterdam en H. Kool, wethouder Den Haag
Spoor 2 A. Aboutaleb, voorzitter stadsregio Rotterdam J.J. van Aartsen, voorzitter stadsgewest Haaglanden E. van Vliet, portefeuillehouder P&O stadsregio Rotterdam J. Hoekema, portefeuillehouder P&O stadsgewest Haaglanden Mw. M. Jansen, secretaris stadsregio Rotterdam Mw. M. Stein, secretaris stadsgewest Haaglanden 3
Na benoeming.
24