OVERZICHT De Raad Aanvang: Tijd
24-04-2007 18:00
Het Plein
18:00 AMERSFOORT VERNIEUWT OP HET PLEIN VERVALT Op dinsdag 24 april staan de concept-ontwikkelingsplannen Amersfoort Vernieuwt op de raadsagenda voor Het Plein. Het college deelt mee dat deze bijeenkomst helaas niet door kan gaan. Het college heeft nog geen besluit over de plannen kunnen nemen. Zodra de nieuwe planning duidelijk is, wordt u daarover geïnformeerd. Startnotitie voor het ontwikkelen van het Milieubeleidsplan 2008-2011 19:00 Tijd
Raadzaal 1.02
Molendijkzaal 0.01
Vermeerzaal 1.03
19:00 VERVALLEN : Voortzetting Het Plein in de Raadzaal Amersfoort Vernieuwt Presentatie: Hekman en Koolstra
Vragen raadsleden aan college Informatie
Toetsingskader gratis en of goedkoop openbaar vervoer Voorbereiding besluit ’
19:30 Burgerinitiatief Stadsdichter Voorbereiding besluit 19:45
SP: ’Analyse asbestproblematiek in panden van de gemeente Amersfoort Voorbereiding besluit
20:00 Startnotitie voor het ontwikkelen van het Milieubeleidsplan 2008-2011 Peiling
SP: Motie schadevergoeding middenstand Hooglanderveen Voorbereiding besluit
20:30
SP: Voortgang actieplan gelijke behandeling mensen met een beperking Peiling
Collegekamer 1.25
Bestuursovereenkomst samenwerking openbaar vervoer na december 2008 Peiling wensen en bedenkingen
21:00
1
Voorlopig voorstel stadsarchitect Peiling
Fractievoor-zittersoverleg
Tijd
Raadzaal 1.02
21:30 Besluiten met debat 1. Structuurvisie Park Randbroek e.o. Portefeuillehouders : mr. P.J.T. van Daalen Woordvoerder 1e ronde: F. Killi 2. Actie op uitval Portefeuillehouder : G. Eerdmans Woordvoerder 1e ronde: F. Imming 22:45 Besluiten zonder debat 3. Vrijstelling ex art. 19 WRO aanleg tunnel Vathorst - Nijkerkerstraat en reconstructie Nijkerkerstraat en het nemen voorbereidingsbesluit daarvoor Toelichting : Door aanleg van de tunnel Nijkerkerstraat en de reconstructie Nijkerkerstraat wordt een duurzaam veilige verbinding gerealiseerd in de stedelijke verkeersroute tussen Vathorst, bedrijventerrein De Wieken-Vinkenhoef, de Knoop Hogeweg A28 en het centrum van Amersfoort. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de Verkeersovereenkomst Vathorst van 20 december 2000 als derde hoofdauto-ontsluiting. 4. Vrijstelling ex. art. 19 lid 1 WRO voor het bouwen van een nutsvoorziening Utrechtseweg 307 en het nemen van een voorbereidingsbesluit daarvoor Toelichting : Bouwplan betreft het vergroten en vernieuwen van bestaande schakelstation met bijbehorende voorzieningen. 5. Vrijstelling ex art. 19 lid 1 WRO voor het vergroten van het onderwijsgebouw Utrechtseweg 228 (Boswijk) en het nemen van een voorbereidingsbesluit daarvoor. Toelichting : Bouwplan betreft het aanpassen en uitbreiden van onderwijsgebouw Boswijk van het Hoornbeeck College door het plaatsen van een verdieping op een gedeelte van het gebouw. 6. Vaststelling Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007 Toelichting : Met deze aanpassing van de Woonconsumentenverordening Amersfoort 2002 wordt invulling gegeven aan de behoefte aan een transparanter afwegingskader voor de verdeling van de subsidie. Daarnaast zijn enkele technische aanpassingen verwerkt naar aanleiding van een organisatiebrede legal audit van juridische dienstverlening. 7. Vaststellen subsidieplafond ten behoeve van de woonconsumentensubsidie voor het jaar 2008 Toelichting : Op grond van de Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007 stelt de gemeenteraad jaarlijks het subsidieplafond ten behoeve van woonconsumenten en woonconsumentenorganisaties vast. Voorgesteld wordt voor het subsidiejaar 2008 het plafond vast te stellen op 30.000,Moties 8. GroenLinks : Motie Pardonregeling Benoemingen 9. Benoeming buitengewoon fractielid (stembriefje) Toelichting : VVD-fractie verzoekt een tweede buitengewoon fractielid te benoemen 23:00 Einde
2
Het Besluit Datum: Aanvang:
dinsdag 24 april 2007 21:30
Besluiten met debat 1.
Structuurvisie Park Randbroek e.o. Portefeuillehouders : mr. P.J.T. van Daalen Woordvoerder 1e ronde: F. Killi
2.
Actie op uitval Portefeuillehouder : G. Eerdmans Woordvoerder 1e ronde: F. Imming Besluiten zonder debat
3.
Vrijstelling ex art. 19 WRO aanleg tunnel Vathorst - Nijkerkerstraat en reconstructie Nijkerkerstraat en het nemen voorbereidingsbesluit daarvoor Toelichting : Door aanleg van de tunnel Nijkerkerstraat en de reconstructie Nijkerkerstraat wordt een duurzaam veilige verbinding gerealiseerd in de stedelijke verkeersroute tussen Vathorst, bedrijventerrein De Wieken-Vinkenhoef, de Knoop Hogeweg A28 en het centrum van Amersfoort. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de Verkeersovereenkomst Vathorst van 20 december 2000 als derde hoofdauto-ontsluiting.
4.
Vrijstelling ex. art. 19 lid 1 WRO voor het bouwen van een nutsvoorziening Utrechtseweg 307 en het nemen van een voorbereidingsbesluit daarvoor Toelichting : Bouwplan betreft het vergroten en vernieuwen van bestaande schakelstation met bijbehorende voorzieningen.
5.
Vrijstelling ex art. 19 lid 1 WRO voor het vergroten van het onderwijsgebouw Utrechtseweg 228 (Boswijk) en het nemen van een voorbereidingsbesluit daarvoor. Toelichting : Bouwplan betreft het aanpassen en uitbreiden van onderwijsgebouw Boswijk van het Hoornbeeck College door het plaatsen van een verdieping op een gedeelte van het gebouw.
6.
Vaststelling Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007 Toelichting : Met deze aanpassing van de Woonconsumentenverordening Amersfoort 2002 wordt invulling gegeven aan de behoefte aan een transparanter afwegingskader voor de verdeling van de subsidie. Daarnaast zijn enkele technische aanpassingen verwerkt naar aanleiding van een organisatiebrede legal audit van juridische dienstverlening.
7.
Vaststellen subsidieplafond ten behoeve van de woonconsumentensubsidie voor het jaar 2008 Toelichting : Op grond van de Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007 stelt de gemeenteraad jaarlijks het subsidieplafond ten behoeve van woonconsumenten en woonconsumentenorganisaties vast. Voorgesteld wordt voor het subsidiejaar 2008 het plafond vast te stellen op 30.000,Moties
8.
GroenLinks : Motie Pardonregeling Benoemingen
9.
Benoeming buitengewoon fractielid (stembriefje) Toelichting : VVD-fractie verzoekt een tweede buitengewoon fractielid te benoemen Einde
Besluiten met debat
1.
Structuurvisie Park Randbroek e.o. Reg.nr .: 2295829 2295829 (pdf)
Portefeuillehouders : mr. P.J.T. van Daalen Woordvoerder 1e ronde: F. Killi
2.
Actie op uitval Reg.nr .: 2338057 2338057 (pdf)
Portefeuillehouder : G. Eerdmans Woordvoerder 1e ronde: F. Imming
Besluiten zonder debat
3.
Vrijstelling ex art. 19 WRO aanleg tunnel Vathorst - Nijkerkerstraat en reconstructie Nijkerkerstraat en het nemen voorbereidingsbesluit daarvoor Reg.nr .: 2308264 2308264 (pdf)
Toelichting : Door aanleg van de tunnel Nijkerkerstraat en de reconstructie Nijkerkerstraat wordt een duurzaam veilige verbinding gerealiseerd in de stedelijke verkeersroute tussen Vathorst, bedrijventerrein De Wieken-Vinkenhoef, de Knoop Hogeweg A28 en het centrum van Amersfoort. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de Verkeersovereenkomst Vathorst van 20 december 2000 als derde hoofdauto-ontsluiting.
4.
Vrijstelling ex. art. 19 lid 1 WRO voor het bouwen van een nutsvoorziening Utrechtseweg 307 en het nemen van een voorbereidingsbesluit daarvoor Reg.nr .: 2351118 2351118 (pdf)
Toelichting : Bouwplan betreft het vergroten en vernieuwen van bestaande schakelstation met bijbehorende voorzieningen.
5.
Vrijstelling ex art. 19 lid 1 WRO voor het vergroten van het onderwijsgebouw Utrechtseweg 228 (Boswijk) en het nemen van een voorbereidingsbesluit daarvoor. Reg.nr .: 2368774 2368774 (pdf)
Toelichting : Bouwplan betreft het aanpassen en uitbreiden van onderwijsgebouw Boswijk van het Hoornbeeck College door het plaatsen van een verdieping op een gedeelte van het gebouw.
6.
Vaststelling Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007 Reg.nr .: 2259321 Bijlage. : 2228083 2259321 (pdf) 2228083 (pdf)
Toelichting : Met deze aanpassing van de Woonconsumentenverordening Amersfoort 2002 wordt invulling gegeven aan de behoefte aan een transparanter afwegingskader voor de verdeling van de subsidie. Daarnaast zijn enkele technische aanpassingen verwerkt naar aanleiding van een organisatiebrede legal audit van juridische dienstverlening.
7.
Vaststellen subsidieplafond ten behoeve van de woonconsumentensubsidie voor het jaar 2008 Reg.nr .: 2369600 2369600 (pdf)
Toelichting : Op grond van de Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007 stelt de gemeenteraad jaarlijks het subsidieplafond ten behoeve van woonconsumenten en woonconsumentenorganisaties vast. Voorgesteld wordt voor het subsidiejaar 2008 het plafond vast te stellen op 30.000,-
Moties
8.
GroenLinks : Motie Pardonregeling Motie (pdf)
Benoemingen
9.
Benoeming buitengewoon fractielid (stembriefje)
Toelichting : VVD-fractie verzoekt een tweede buitengewoon fractielid te benoemen
Einde
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr P.J.T. van Daalen
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2295829 : 27 februari 2007 : HB-1 (was HB-3)
TITEL Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving: proces en participatie
BESLISPUNTEN 1. in te stemmen met het voorstel om in het plangebied alleen woningen te bouwen op de terreinen van het ziekenhuis en het sportfondsenbad; 2. in te stemmen met het procesvoorstel voor de Structuurvisie en het bijbehorende participatievoorstel; 3. in te stemmen met de inhoudelijke kaders van de Structuurvisie als uitgangspunt bij het participatieproces.
AANLEIDING In februari 2006 is de Structuurvisie ‘Een beekdal in de stad’ door het College van B&W vastgesteld met de intentie om met deze visie een breed inspraaktraject te starten. Om verschillende redenen is het afgelopen jaar niet tot behandeling van de visie in de Raad en daarmee het starten van het inspraaktraject gekomen. Deze redenen zijn onder andere: - de politieke en maatschappelijke wens om het aantal woningen op de locatie Elisabeth nader te onderzoeken; - de nog gaande zijnde zoektocht naar dekkingsmiddelen voor de maatregelen uit de visie; - de behoefte om burgers en belanghebbenden al voor het starten van een formeel inspraaktraject te betrekken bij de visie; - en de vragen (moties) van een aantal raadsfracties om andere woningbouwlocaties in het plangebied te onderzoeken. Om deze redenen ligt nu een voorstel voor het vervolgtraject van de Structuurvisie Park Randenbroek. Dit voorstel gaat in op de woningbouwlocaties, het proces, de participatie en de inhoudelijke kaders voor de participatie.
1. VOORSTEL WONINGBOUWLOCATIES Tijdens Het Besluit op 17 oktober 2006 is een tweetal moties ingediend waarin wordt voorgesteld woningbouw op/langs de locatie van de sportvelden te realiseren ter compensatie van het aantal benodigde woningen in het kader van de budgetneutraliteit op de locaties Elisabeth en Sportfondsenbad. Het College stelt voor om niet af te wijken van de eerdere besluitvorming, namelijk alleen woningen te realiseren op de vastgestelde locaties Elisabeth en Sportfondsenbad, zodat het ‘rood’ in het plangebied geconcentreerd blijft op twee locaties.
ARGUMENTEN 1.1 Woningbouw op andere locatie doet afbreuk aan uitgangspunten Woningbouw op andere locaties dan de genoemde doet afbreuk aan de uitgangspunten van de Structuurvisie op het gebied van gebruik (zoals vergroting openbaarheid van het gebied, stimuleren functies op stadsniveau), visueel-ruimtelijk (terugdringen versnippering en versterken van samenhang) en natuur (landschappelijke verbinding en verbetering kwaliteit).
Inlichtingen bij:
mw. M. de Ruiter, SOB/EO, (033) 469 4703
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 2
1.2 Uitgangspunt is behoud van alle verenigingen en functies in het gebied Uitgangspunt van het College is behoud van alle vitale verenigingen en functies in het plangebied, omdat deze functies op de huidige locaties belangrijk zijn voor zowel de omliggende wijken als de gehele stad. Woningbouw op de sportvelden heeft als consequentie dat (een aantal) sportverenigingen uit het gebied moet worden geplaatst en dit is niet wenselijk.
1.3 Woningbouw op een andere locatie is slechts een beperkt alternatief Een alternatief plan met woningbouw op of aan de rand van de sportvelden is geen volwaardig alternatief voor woningbouw qua aantallen en opbrengsten vergeleken met bijvoorbeeld de Elisabeth locatie. Er is dan een aantal woningen minder mogelijk op de locatie Elisabeth (in een globale schatting gaat het dan om circa 50 tot maximaal 100 woningen minder).
1.4 Woningbouw op een andere locatie vraagt om een nieuwe studie van de Structuurvisie Het op andere locaties in het plangebied woningen realiseren dan de ziekenhuis- en zwembadlocatie heeft zo’n invloed op de uitgangspunten van de voorliggende Structuurvisie Park Randenbroek (voor kaders zie punt 3 van dit raadsvoorstel) en omgeving dat het College dan de totale Structuurvisie vanaf de basisuitgangspunten opnieuw in studie moet nemen en op basis van de huidige Structuurvisie geen participatietraject kan starten.
BEOOGD EFFECT Woningbouw op de twee vastgestelde locaties Elisabeth en Sportfondsenbad betekent dat het ‘rood’ in het plangebied blijft geconcentreerd op deze locaties en er geen functies uit het gebied hoeven te verdwijnen met uitzondering van het ziekenhuis en het zwembad.
2. VOORSTEL PROCES EN PARTICIPATIE De Structuurvisie ‘Een beekdal in de stad’ van 7 februari 2006 is een parapluplan waarin de ambitie voor de ruimtelijk functionele invulling voor het totale plangebied Park Randenbroek en omgeving (75 hectare) in woord en beeld is omschreven. Binnen deze totaalvisie zijn per deelgebied inrichtings-/ invullingsvoorstellen gedaan. Het College stelt voor om met de Structuurvisie van februari 2006 als kader een participatietraject te starten dat als hoofddoelstellingen heeft: - vormgeven van het gebied Park Randenbroek en omgeving in overleg met belanghebbenden op zowel gebieds- als stadsniveau op basis van vastgestelde kaders; - meer maatschappelijke en politieke inbreng in de totaalvisie en de voorstellen per deelgebied en het optimaliseren van het plan; - vragen en reacties van belanghebbenden te toetsen aan de doelstellingen en vastgestelde kaders en beargumenteerd te beantwoorden; - de Structuurvisie voorzien van de reacties, de antwoorden en de consequenties op de geopperde suggesties aanbieden aan de Raad. Resultaat Resultaat van de participatie is de (aangepaste) Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving inclusief een uitwerking per deelgebied op basis waarvan concrete ontwikkelplannen en/of bestemmingsplannen kunnen worden vervaardigd. Participatiemodel Het College verwacht dat participatie tot een optimaal plan leidt, omdat tijdens de planvorming belanghebbenden worden geraadpleegd over hun wensen, waarden en ideeën. Amersfoort onderscheidt drie participatiemodellen: - inspraakmodel: gemeente bepaalt beleid, communicatie in de vorm van voorlichting en inspraak; - consultatiemodel: gemeente ontwikkelt samen met belanghebbenden beleid, gemeente is uiteindelijke beslisser; - coproductiemodel: samenwerking op basis van gelijkwaardigheid tussen gemeente en betrokkenen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 3
Het College stelt voor om het consultatiemodel te hanteren bij de participatie over de Structuurvisie, het model dat uitgaat van het samen met belanghebbenden vormgeven van beleid. Dit model past goed bij het project Structuurvisie Park Randenbroek, omdat er in de afgelopen jaren al veel is gesproken en besloten over het gebied en de belangrijkste kaders voor het plangebied helder zijn. Het managen van verwachtingen is bij consultatie cruciaal. Verwachtingen van omwonenden, gebruikers, belangenorganisaties etc. Om die verwachtingen scherp en reëel te houden worden duidelijke kaders gesteld waarbinnen de consultatie plaatsvindt. Dit zijn zowel inhoudelijke als procesmatige kaders (tijd, geld, organisatie) die in voorstel 3 van dit raadsvoorstel aan de orde komen. Processtappen Het consultatie- en vervolgproces van de Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving is in stappen en tijd als volgt te duiden: 1. 2. 3. 4. 5.
Opstellen procesvoorstel, consultatiemodel en kaders Vaststellen procesvoorstel, consultatiemodel en kaders door Raad Consultatietraject Opstellen consultatienota en voorstel Structuurvisie Behandeling voorstel Structuurvisie in College en Raad
dec 06 – febr 07 mrt 07 apr – jun 07 jul – aug 07 sept - okt 07
Op basis van het verloop en de resultaten van het consultatietraject kan de vervolgstrategie rond het proces Structuurvisie nader worden bepaald. Gelijktijdig aan het consultatietraject zal de zoektocht naar dekkingsmiddelen voor de voorgestelde maatregelen uit de Structuurvisie en het zoeken naar mogelijkheden om het aantal woningen op het Elisabethterrein te verminderen voort gaan. Dit zal ook een thema zijn wat tijdens de consultatie met belanghebbenden aan de orde komt met als doel gezamenlijk creatieve oplossingen te vinden. Werkwijze consultatie De wijze waarop het consultatietraject concreet vorm krijgt wordt uitgewerkt in een consultatieplan. Belangrijk aandachtspunt in het consultatieproces rond de Structuurvisie zijn de twee soorten belangen die in dit proces spelen, namelijk het stedelijk belang en de wijkbelangen. Hier moet met de verschillende in te stellen consultatiegroepen rekening mee worden gehouden. In de hieronder omschreven werkwijze op hoofdlijnen komt dit aan de orde: 1. Na de vaststelling van het voorstel en de kaders door de Raad wordt een bijeenkomst georganiseerd met een aantal belangenvertegenwoordigers op stedelijk niveau1 waarin de kaders en het consultatietraject worden toegelicht. Doel van deze bijeenkomst is tweeledig: - toelichting op stedelijk niveau van het doel van de structuurvisie, de uitgangspunten, de consultatie en de rol en positie van stedelijke belangenvertegenwoordigers in het proces; - peilen van meningen over de vastgestelde inhoudelijke kaders van de Structuurvisie. 2. Vervolgens wordt een breed toegankelijke bijeenkomst georganiseerd over de Structuurvisie voor alle betrokkenen en belanghebbenden (uitnodiging via de Stadsberichten, omwonenden huis-aan-huis). Tijdens deze bijeenkomst wordt de Structuurvisie inhoudelijk toegelicht en wordt het consultatietraject uitgelegd. Alle aanwezigen kunnen hun reactie tijdens deze bijeenkomst schriftelijk inleveren. Daarnaast wordt per deelgebied een consultatiegroep2 ingesteld met circa 10 deelnemers. Potentiële deelnemers kunnen zich daar tijdens de algemene bijeenkomst voor aanmelden. Voorgesteld wordt om de definitieve samenstelling van deze groepen zoveel mogelijk door de aangemelden zelf te laten organiseren onder de genoemde randvoorwaarden (aantal deelnemers naar achtergrond). 3. Per deelgebied komen de consultatiegroepen twee á drie maal bijeen. In de eerste bijeenkomst is er een toelichting op de kaders en het invullingsvoorstel voor het betreffende deelgebied door de landschapsarchitect of stedenbouwkundige. De consultatiegroep kan tijdens deze bijeenkomst haar eerste reactie geven waarop de gemeentelijke vertegenwoordigers voor zover mogelijk al kort 1
Te denken is aan belangenorganisaties als SGLA, Stichting Heiligenbergerbeekdal, Koepel sportver. etc. De participatiegroepen per deelgebied bestaan uit circa 3 vertegenwoordigers van omwonenden en bewoners, circa 3 vertegenwoordigers van verenigingen of gebruikers in het gebied en circa 3 vertegenwoordigers vanuit stedelijke belangenorganisaties. 2
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 4
antwoorden en/of consequenties kunnen aangeven. Met de informatie die tijdens de eerste bijeenkomst op tafel komt kunnen zowel de gemeentelijke vertegenwoordigers als de consultatiegroep terug naar hun achterban. 4. Tijdens de tweede bijeenkomst legt de gemeente haar toelichting/beantwoording op de reacties en de mogelijke consequenties van de voorstellen voor aan de consultatiegroep. Dan kan worden bepaald of het besprokene tijdens de eerste bijeenkomst goed is geïnterpreteerd en/of leidt tot extra vragen of vervolgacties. 5. De uiteindelijke reacties van de consultatiegroepen en ambtelijke antwoorden worden gebundeld in een rapportage, die wordt teruggekoppeld in een plenaire bijeenkomst aan alle consultatiegroepen. 6. Deze rapportage (consultatienota) wordt samen met de Structuurvisie aangeboden aan de Raad. Professionele partners Partners in het Structuurvisieproces, zoals de provincie Utrecht, het Utrechts Landschap, het Waterschap en de gemeente Leusden, hebben een bijzondere positie in het consultatietraject. Het gebied Park Randenbroek en omgeving staat niet op zichzelf en is ook niet voor niets pilotproject in de proeftuin Groenblauwe Structuur die de gemeente Amersfoort samen met de Provincie Utrecht is gestart. De ambities en maatregelen voor het gebied dienen in nauwe samenhang met ontwikkelingen in de regio te worden bezien. Inhoudelijk vindt hierover regelmatig op ambtelijk en bestuurlijk niveau afstemming plaats. De inhoudelijke kaders van de Structuurvisie sluiten aan bij de visie van onze professionele partners. Daarom vindt het College hun aanwezigheid tijdens de plenaire consultatiebijeenkomsten van groot belang. Zij kunnen dan het eigen beleid en de inpassing van de Structuurvisie direct aan belanghebbenden toelichten.
ARGUMENTEN 1.1 Samenspraak met belanghebbenden creëert draagvlak Het in samenspraak met belanghebbenden tot plannen komen creëert draagvlak op zowel stedelijk als regionaal niveau en leidt tot een betere en samenhangende visie op het gebied.
1.2 Creatief meedenken over financiële bijdragen leidt tot meerwaarde Naast een inhoudelijke bijdrage is het creatief meedenken over financieringsmogelijkheden en ook het feitelijk financieel bijdragen aan de realisatie van de visie een meerwaarde.
KANTTEKENINGEN 1.1 Een consultatietraject kost tijd en geld Een intensief consultatietraject zoals hiervoor voorgesteld brengt een aanzienlijke investering qua tijd en geld met zich mee.
BEOOGD EFFECT Het meenemen van de wensen, waarden en ideeën van belanghebbenden in de visievorming voor het gebied Park Randenbroek en omgeving leidt tot een en zo optimaal mogelijk plan.
3. VOORSTEL INHOUDELIJKE KADERS PARTICIPATIE Voor het participatietraject rond de Structuurvisie en de diverse deelgebieden is de Structuurvisie van februari 2006 richtinggevend. Vanuit deze visie en eerdere besluitvorming over deelaspecten stelt het College de volgende inhoudelijke kaders voor het participatietraject voor. Deze kaders worden vastgesteld door de Raad en zijn daarmee uitgangspunt voor het gesprek met burgers en belanghebbenden. De uitgangspunten staan niet ter discussie tijdens de participatiebijeenkomsten! Algemene kaders Uitgangspunt voor het participatietraject is de centrale doelstelling ‘Ontwikkeling van het gebied tot een beekdal, waarin natuur en cultuur elkaar ontmoeten, de aspecten sport, recreatie, milieu (ecologie en landschap), beheer (water en groen), economische ontwikkeling, wonen en verkeer aandacht krijgen en dat functioneert als een gevarieerd recreatief groengebied voor heel Amersfoort’.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 5
Vastgestelde bestuurlijke kaders Juni 2000 Maart 2001 Februari 2002 Najaar 2002 Maart 2004 September 2004
Februari 2005
April 2005 Juni 2005 Zomer 2005 November 2005 Februari 2006 Februari 2006
Besluit gemeenteraad Startnotitie Park Randenbroek en omgeving Breed inspraaktraject Aangepaste structuurvisie met reactie aan raadscommissie voorgelegd (niet vastgesteld) College stelt stappenplan vast voor (financiële) strategie: Metgensbleek aangekocht met ISV subsidie Besluit gemeenteraad Groen-blauwe structuur Besluit gemeenteraad aankoop Maatweg en verwerving ziekenhuislocaties Elisabeth, Lichtenberg en Kop van Schothorst. Uitgangspunt is budgetneutrale ontwikkeling drie locaties gezamenlijk, discussie Elisabeth 400 appartementen. Presentatie modellen Khandekar ziekenhuislocaties Twee modellen Elisabeth: 252 appartementen of 182 appartementen en 43 grondgebonden woningen. Besluit gemeenteraad: bewonersmodel Lichtenberg + derde model Elisabeth Besluit gemeenteraad verplaatsing sportfondsenbad: ontwikkeling dekt minimaal sloop- en saneringskosten. Opdracht gemeenteraad: opstellen Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving in nauwe samenhang met de locaties Elisabeth en sportfondsenbad. Besluit gemeenteraad: deel boekwaarde sportfondsenbad op locatie dekken ten gunste van kunstijsbaan Vathorst. Besluit College Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving inclusief locatie Elisabeth 300 appartementen en sportfondsenbad circa 60 woningen. Besluit gemeenteraad: motie verkeersveiligheid Vosheuvel, project met prioriteit opstarten
Kaders per thema Gebruik • Betere toegankelijkheid en betere verblijfsmogelijkheden van het gebied. • Groter openbaar toegankelijk gebied • Functies die voor bewoners uit de hele stad aantrekkelijk zijn stimuleren en optimaliseren. Visueel-ruimtelijk • Ruimtelijke samenhang door toepassen van eenduidig groen (beplanting, bomen) en door het terugdringen van verstening, doorsnijding en versnippering. • Meer ruimte en betekenis voor de beek en het beekdal. • Beter zichtbaar en herkenbaar maken van functies als natuur, cultuur, sport, recreatie, etc. Natuur • Behoud en versterken actuele waarden droge landnatuur (bos, bomen) en verbinding van de landgoedbossen • Ontwikkeling van de natte landnatuur (broekbos, beekdalgrasland). • Betere kwaliteit waternatuur. • Functie als ecologische verbindingszone voor zowel land- als waternatuur versterken. Cultuur • Cultuurhistorische kwaliteiten versterken en de culturele betekenis van met name Park Randenbroek en het beekdal. • Informatie en educatie als middel om het gebied onder de aandacht brengen (bijvoorbeeld cultuurkalender) Financieel • Geschatte benodigde investering voor de voorgestelde maatregelen (€ 10,4 mio) is uitgangspunt. • Vanuit de locatie Driehoek wordt een bijdrage verwacht van circa € 2 mio, deze bijdrage is inzetbaar voor de maatregelen in het plangebied na aftrek van de gemaakte plankosten en de nog te maken uitvoeringskosten. • De locatie Elisabeth wordt budgetneutraal herontwikkeld in navolging van de genomen Raadsbesluiten hierover.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 6
•
•
De herontwikkeling van de locatie Sportfondsenbad dekt minimaal de kosten voor sloop en sanering van het zwembad en er wordt gestreefd naar een positief resultaat dat kan worden ingezet ten gunste van het plangebied Park Randenbroek en omgeving. Bij de planinvulling zijn beheerkosten op basisniveau zijn uitgangspunt.
Kaders per deelgebied Tijdens de bijeenkomsten met de consultatiegroepen worden de invullingsvoorstellen per deelgebied en de vastgestelde kaders toegelicht. Deze kaders zijn: Heiligenbergerbeek • Heiligenbergerbeek als drager (beeld, cultuur, recreatie en ecologie). • Combinatie van gedeeltelijke omvorming oevers en realisatie van geïsoleerde beekarmen • Beekloop blijft bevaarbaar voor boten Waterlijn en scouting tot de afmeerplek ten zuiden van de stuw. • Stuw blijft gehandhaafd en ten westen van de stuw wordt een vistrap aangelegd om de ecologische isolatie van de beekloop op te heffen. • Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. St. Waterlijn, St. Beekdal, Waterschap, Utrechts Landschap. Park Randenbroek • Terugbrengen en opwaarderen van oorspronkelijke stijlkenmerken. • Herbestemming van de Villa Randenbroek binnen de hiervoor bestuurlijk vast te leggen kaders in een afzonderlijke bestuursopdracht (maart 2007). • Verjonging en plekgewijze aanpassing van de ruimtelijke opzet van het bomenbestaand op basis van het oorspronkelijke parkontwerp van Van Lunteren. • Opschonen van het padenstelsel, verbeteren van tracering en de beloopbaarheid en de aanleg van een doorgaande route die het park met het overige plangebied verbindt. • Zichtbaar maken van het doorgaande stelsel van waterlopen • Verwijderen van parkelementen die niet in de oorspronkelijke opzet passen. • Nieuwe toegang. • Inrichten Metgensbleek in samenhang met het park. • Opstellen van een beheerplan. • Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. Ver. Vr. van het Randenbroekerbos, St. Het beekdal, omwonenden, Utrechts Landschap, bewoners en gebruikers van het park. De Vosheuvel • Het door het College en Raad vastgestelde inrichtingsmodel wordt als uitgangpunt gehanteerd bij de verdere planvorming. • Aandacht besteden aan de gebouwencomplexen/functies in het gebied. • Tot stand brengen van een oost-west en noord-zuid verbinding door het gebied (langzaam verkeer). • Opschonen bomenbestand. • Verbinding Vosheuvel – Park Randenbroek. • Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. Scholencomplex De Vosheuvel, Kinderboerderij, Scouting, bewoners. IJsbaanterrein • Verbeteren/versterken van de multifunctionele recreatieve functie door inrichting geschikt te maken voor skeelerbaan, ijsbaan, evenementenrecreatie. • Versterken groene karakter. • Aandacht voor parkeerdruk en beheerafspraken.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 7
•
Skeelerbaan op ijsbaanterrein èn Vathorst volgens onderstaand beslismodel. skeelerbaan
nee
ja
2
1
ijsbaanterrein en Vathorst
Vathorst
ijsbaanterrein Collegestandpunt is in groen weergegeven
•
Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. BIJT, omwonenden, AIJV.
Sportvelden / volkstuinvereniging • Behoud op een vitale wijze van alle aanwezige verenigingen. • Ruimte creëren voor de beek en het openbaar gebied. • Gebied qua beleving meer betrekken bij het park. • Aandacht voor sociale veiligheid en de parkeerdruk. • Tijdelijk veld VV VOP openbare groenfunctie. • Drie kunstgrasvelden. • Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. sportverenigingen, omwonenden, volkstuinvereniging. Zwembadlocatie • Het slopen en verwijderen van het zwembad te vervangen door woningbouw. • Herontwikkeling dient minimaal de kosten van sloop en sanering te compenseren, eventuele meeropbrengsten komen ten goede aan het gebied Park Randenbroek. • Voorlopig uitgangspunt in de Structuurvisie was circa 50 tot 60 woningen (middelduur), invullingsvarianten en variatie in programma in aantal (bijvoorbeeld 40 – 80) en prijscategorie zijn mogelijk mits deze passen binnen de financiële randvoorwaarden. • Aandacht voor het monumentale bomenbestand. • De woningbouw opnemen in een parkachtige structuur. • Ruimte voor de beek. • Bewonersparkeren onder de bebouwing. • Functie van de gymzaal blijft gehandhaafd, eventuele vervanging van de gymzaal mag niet tot extra kosten leiden. • Kleine verharde sportveld dient terug te komen. • Verplaatsing Dahliavereniging onderzoeken. • Mogelijkheden voor de functie woonzorg in dit gebied onderzoeken. • Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. omwonenden, Dahliavereniging. Elisabethlocatie • Appartementen. • Budgetneutrale ontwikkeling van de drie ziekenhuislocaties. Voor de Elisabethlocatie betekent dit maximaal 300 koopappartementen (middelduur en duur). Invullingsvarianten en variatie in programma is wel mogelijk, maar heeft ook effect op het aantal en moet passen binnen de financiële randvoorwaarden. • Stedenbouwkundig modellen dienen faseerbaar te zijn (d.w.z. in verschillende fases gerealiseerd). • Terugbrengen reliëf. • Bewonersparkeren onder de bebouwing. • Het aantal ontsluitingen op de Heiligenbergerweg beperken. • Oost-west verkaveling. • Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. o.a. omwonenden, St. Beekdal.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 8
BEOOGD EFFECT Door de inhoudelijke kaders vast te stellen is er helderheid tijdens het consultatieproces over de basisuitgangspunten voor de gemeente Amersfoort bij de (her)ontwikkeling van het gebied Park Randenbroek en omgeving.
COMMUNICATIE Communicatiehistorie In het traject van het opstellen van de Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving zijn verschillende communicatiemiddelen ingezet. Hierbij een korte samenvatting over het jaar 2006, deze communicatieacties zijn ingezet door het vorige college om de inspraak te laten starten: Informatiebijeenkomst In het gebied van de structuurvisie Park Randenbroek e.o zijn veel belanghebbenden actief, bijvoorbeeld enkele sportverenigingen, bewoners en huurders in het gebied en belangenverenigingen. Voordat de structuurvisie in het college werd behandeld, hechtte het college er aan om omwonenden en betrokken instanties te peilen naar hun mening over de structuurvisie. Daarom is op 17 januari 2006 een besloten informatiebijeenkomst gehouden. Tijdens deze bijeenkomst is de structuurvisie gepresenteerd en hebben de belanghebbenden vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. Na behandeling in het college op 7 februari 2006 is de structuurvisie openbaar geworden. Persgesprek Na de behandeling in het college heeft de aanwezige pers tijdens het wekelijkse persgesprek een toelichting gekregen op de structuurvisie, de stukken zijn uitgedeeld, samen met het persbericht. Persbericht Op 7 februari ‘06 is een persbericht verstuurd naar alle regionale media met daarin een korte samenvatting van de structuurvisie en omschrijving van het verdere proces. Website Vanaf woensdag 8 februari ’06 tot heden staat het dossier Park Randenbroek op de website van de gemeente Amersfoort, onder Actueel, Plannen & projecten. Ook kunnen mensen via de website reageren op de structuurvisie. De structuurvisie is echter nooit aangeboden aan de raad. Het Presidium heeft besloten om zo vlak voor de gemeenteraadsverkiezing de structuurvisie Park Randenbroek en omgeving niet te laten behandelen in de raad. De structuurvisie kreeg hierdoor wel een plek in het collegeprogramma. Om de genodigden van de besloten bijeenkomst op de hoogte te houden van de ontwikkelingen, zijn er drie brieven verstuurd. Brieven Na de informatiebijeenkomst van 17 januari ‘06 zijn de betrokkenen op de hoogte gehouden van de voortgang van het proces middels drie brieven, verstuurd op 31 januari, 22 mei en 15 augustus 2006. In deze laatste brief is ingegaan op procesvoorstel Structuurvisie Park Randenbroek dat in oktober 2006 op de agenda van de Raad stond. Publiciteit bij openbaarmaking Voorgesteld wordt om in het wekelijkse persgesprek de betrokken wethouder(s) een toelichting te laten geven op het besluit en het consultatieproces. Er wordt een persbericht verstuurd naar alle regionale media met een korte samenvatting van het vervolgproces. Daarnaast wordt voorgesteld alle belanghebbenden die waren uitgenodigd op 17 januari 2006 persoonlijk per brief te informeren over het proces. Communicatieplan In voorstel 3 van dit raadsvoorstel wordt uitgebreid ingegaan op het communicatietraject. Dit zal nader worden uitgewerkt in een concreet plan van aanpak, een planning en een raming van de kosten.
FINANCIËN De Raad is op een aparte besloten bijeenkomst op 27 juni 2006 geïnformeerd over de financiële paragraaf van de Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving en de ziekenhuislocaties Elisabeth en Lichtenberg. De Raad is bekend met het tekort op de voorgestelde maatregelen in het kader van de Structuurvisie Park Randenbroek. Indien gewenst is het College uiteraard bereid een nadere toelichting te geven.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 9
NB. Momenteel is er nog een boekwaarde van de zwembaden tot een bedrag van 1,5 mio euro niet gedekt. Dit bedrag is niet opgenomen in de Structuurvisie Park Randenbroek e.o. Wij zullen daar bij de bestemmingsvoorstellen bij de Jaarrekening 2006 of de Kadernota 2007 op terug komen.
VERVOLG Na het consultatietraject wordt de Structuurvisie voorzien van de reacties, de antwoorden en de consequenties op de geopperde suggesties aangeboden aan de Raad. Op basis van het verloop en de resultaten van het consultatietraject kan de vervolgstrategie rond het proces Structuurvisie worden bepaald. Dan kan worden ingeschat of de Structuurvisie als totaal nog een officieel inspraaktraject moet doorlopen of dat een prioritering en uitwerking per deelgebied direct gekoppeld aan eventueel benodigde bestemmingswijzigingen de voorkeur verdient. Ook kan dan worden bekeken op welke wijze (per deelgebied) het proces verder wordt georganiseerd. Zo kunnen ontwikkelende partijen bijvoorbeeld bij de locatie Sportfondsenbad worden betrokken en hun een rol worden gegeven in het vervolgproces met omwonenden/belanghebbenden. De verwachting is dat volgende stappen in het najaar van 2007 vervolg kunnen krijgen.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit
2295829 raadsbesluit
Gemeente Amersfoort pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2295829
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 februari 2007, sector SOB/EO (nr.2295829); b e s l u i t:
1. in te stemmen met het voorstel om in het plangebied alleen woningen te bouwen op de terreinen van het ziekenhuis en het sportfondsenbad; 2. in te stemmen met het procesvoorstel voor de Structuurvisie en het bijbehorende participatievoorstel; 3. in te stemmen met de inhoudelijke kaders van de Structuurvisie als uitgangspunt bij het participatieproces, waarbij • alle varianten die uit het participatieproces naar voren komen door een onafhankelijk planeconomisch bureau worden doorgerekend en in beeld wordt gebracht of de varianten voldoen aan de budgetneutraliteit; • de varianten en de uitkomsten van de doorrekening worden voorgelegd aan de raad als onderdeel van de vaststelling van de Structuurvisie Randenbroek; • in deze rapportage onder andere aandacht is voor de volgende aspecten van de varianten: de mate van groene invulling, de aantallen woningen, de mix van woningtypen naar doelgroepen en de stedebouwkundige invulling; • de zoektocht naar externe subsidies / geldstromen door moet blijven gaan en mogelijke, nu nog onbekende financieringsmogelijkheden aangereikt kunnen worden.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 24 april 2007. de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder G. Eerdmans
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2338057 : 27 februari 2007 : HB-2
TITEL Actie op de uitval; actieprogramma 2007-2010
BESLISPUNTEN 1. In te stemmen met het actiekader van Actie op de uitval 2. In te stemmen met het actieprogramma van Actie op de uitval.
AANLEIDING Het programma Jeugd op school (0-23 jaar) is onderdeel van Operatie Amersfoort Jong. Door veranderend rijksbeleid en ontwikkelingen in het werkveld is aanpassing van inhoudelijk onderwijsbeleid noodzakelijk. Deze aanpassingen hebben we vormgegeven in het Actieprogramma “Actie op de uitval”. Dit Actieprogramma bepaalt het inhoudelijke onderwijsbeleid voor de komende 4 jaar. In december zijn alle thema’s van het actieprogramma en hun prioriteit al bij de raad gepeild. Inmiddels zijn de thema’s verder uitgewerkt in blikvangers, prioriteiten en thema’s en zijn er actiepunten benoemd. We vragen de raad in te stemmen met het actieprogramma.
BEOOGD EFFECT Inhoudelijke onderwijsbeleid voor de periode 2007-2010, waardoor we uitval van jeugdigen van 0-23 jaar voorkomen en bestrijden..
ARGUMENTEN
1. Actiekader 1.1. Operatie Amersfoort Jong – jeugd op School In 2006 hebben we Operatie Amersfoort Jong (tot 23 jaar) beschreven. Deze actualisering van het jeugdbeleid is vastgesteld door de Raad. Operatie Amersfoort Jong bestaat uit een jeugdagenda die het dagritme van kinderen en jongeren bestrijkt en is ingedeeld naar 5 leefgebieden van de jeugd: op school, thuis, op straat, op een club en aan het werk. Op elk van deze leefgebieden ontwikkelt en ontplooit het kind zich, heeft het soms extra ondersteuning nodig, moeten we voorkomen dat het uitvalt en heeft het behoefte aan een stimulerende uitdaging. Wij hebben de ambitie om achterstanden te voorkomen en te bestrijden en bij te dragen aan de talentontwikkeling van jeugdigen vanuit een sociaal-economisch perspectief. Op alle vijf genoemde leefgebieden moeten we ons afvragen of kinderen/jongeren de gewenste ondersteuning en begeleiding krijgen. Dit actieplan geeft antwoord op deze vraag voor het programma “Jeugd op School“. 1.2 Verdeling van verantwoordelijkheid Onze inspanningen zijn erop gericht om kinderen en jongeren te laten doorleren totdat zij een startkwalificatie (diploma op niveau 2 MBO, HAVO of VWO) voor de arbeidsmarkt hebben behaald. Scholen verzorgen zelf hun onderwijsprogramma en zijn verantwoordelijk voor het voorkomen van onderwijsachterstanden. Zij ontvangen hiervoor ook zelf de middelen rechtstreeks van het rijk. Wij hebben uitsluitend een rol waar het onderwijs en de wereld daarbuiten elkaar raken. De gemeente voelt de verantwoordelijkheid om maatschappelijke achterstand van jongeren te voorkomen en te bestrijden. Wij ondersteunen het onderwijs bij het zoeken naar samenhang met de andere 4 programma’s om elkaar wederzijds te kunnen versterken. Dit doen we door het leggen van verbindingen met bijvoorbeeld Inlichtingen bij: I. Lourenz, WSO/MO, (033) 469 43 22
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 2
opvoedingsondersteuning, vrijetijdsbesteding en jeugdzorg. We investeren alleen nog om bijzondere redenen in het onderwijs zelf , bijvoorbeeld als daardoor onze gemeentelijke doelstellingen anders niet meer haalbaar zijn. Met de doelstelling dat alle jongeren een startkwalificatie behalen leggen we de lat te hoog. We beseffen dat een startkwalificatie niet voor alle kinderen haalbaar zal zijn. We richten ons dan op wat de jongere wel kan en verplichten onszelf om uit kinderen te halen wat er aan mogelijkheden in zit. Zo zijn zij in staat een goede plek te verwerven in de maatschappij, kunnen ze daarin succesvol zijn en kunnen ze goed voor zichzelf zorgen. Hierbij is bekend dat de huidige maatschappij hoge eisen stelt. De kern van onze activiteiten is het voorkomen en bestrijden van uitval. 1.3 Kwaliteitsverbetering en nieuwe acties Uiteraard hebben we de afgelopen jaren niet stil gezeten en hebben we continu gewerkt aan het voorkomen van uitval. De acties in dit plan zijn er dan ook op gericht om beleid dat we willen handhaven een kwaliteitsimpuls te geven of waar nodig nieuwe acties te ondernemen. Het oude beleid loopt augustus 2007 af. 1.4 Regeerakkoord Het nieuwe kabinet wil inzetten op de kwaliteit van het onderwijs en de schooluitval stevig aanpakken. Als gemeente hebben wij vooral een rol in het vookomen van schooluitval. Hiervoor bouwt het kabinet voort op de nota “Aanval op de uitval”van het vorige kabinet. Die nota stelt een pakket aan maatregelen voor dat voortgaat op de al eerder ingeslagen weg en dat aandacht besteedt aan bekende thema’s zoals het mogelijk maken van maatwerktrajecten voor leerlingen, Voor- en vroegschoolse educatie, Brede scholen, slechten van wet- en regelgeving, stageplekken en leerwerkbanen e.d. Bij de keuze voor ons beleid is het uitgangspunt dat inzet van het onderwijs zelf en onze gemeentelijke activiteiten op elkaar aan moeten sluiten en elkaar moeten aanvullen, waarbij we onze eigen accenten leggen. Hierbij hebben we ieder een eigen verantwoordelijkheid. De specifieke uitwerking van het regeerakkoord moet uiteraard nog komen, maar vooralsnog lijken rijksbeleid en ons gemeentelijk beleid elkaar aan te vullen. 1.5 Herschikking van middelen Niet alle acties die we willen uitvoeren kosten extra geld. Als bij uitwerking blijkt dat er in tweede instantie wel middelen nodig zijn voor deze acties, wordt eerst een oplossing binnen de bestaande begroting gezocht. De acties van het programma waar wel geld mee gemoeid is en die het onderwijsbudget aangaan, bekostigen we door herschikking van middelen of van middelen die voor dit doel al zijn opgenomen in de onderwijsbegroting. Bijvoorbeeld in het oude GOA plan was een reserveringpost opgenomen voor de tussentijdse instroom in schakelklassen. Inmiddels heeft het rijk een regeling in het leven geroepen voor de opvang van asielzoekerskinderen, waardoor deze reservering anders besteed kan worden. Binnen de GSB middelen voor VVE en Schakelklassen heeft een herverdeling plaatsgevonden, waardoor we binnen dezelfde begroting de oudercomponent vorm kunnen geven. Een uitgebreide begroting is als bijlage bij dit plan gevoegd. 1.6 Wat we niet meer doen Het rijk heeft grote veranderingen doorgevoerd bij het Gemeentelijke Onderwijsachterstandenbeleid (GOA) en de Onderwijsbegeleiding. Voor het GOA is de planperiode afgelopen, bij de onderwijsbegeleiding heeft een stelselwijziging plaatsgevonden. Door deze veranderingen hebben we ons beleid opnieuw bepaald, maar ook alle bestaande projecten getoetst. De activiteiten die we uitvoeren in het kader van ons huidige GOA en onderwijsbeleid hebben we getoetst aan twee vragen: - Is de activiteit de verantwoordelijkheid van de gemeente? - Passen de activiteiten binnen de prioriteiten en thema’s van ons actieprogramma? Dit heeft ertoe geleid dat we de volgende activiteiten na augustus 2007 niet meer voortzetten. De middelen die hierdoor vrijvallen hebben we herschikt naar de nieuw acties.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 3
Onderwerp
Motivatie
- Schoolontwikkeling Ondersteuning en advisering van directies en teams op gebied vak- en vormingsgebieden, onderwijsleersituatie en het beleid van de organisatie
Is verantwoordelijkheid van de school.
Kosten op jaarbasis € 270.300
-
Deskundigheidsbevordering in het onderwijs Cursussen ter vergroting van vakbekwaamheid van leerkrachten
Is verantwoordelijkheid van de school.
€ 27.700
-
Specifieke dienstverlening lokaal onderwijs Op achterstand afgestemde specifieke ondersteuning en advisering aan scholen met meer dan 20% gewichtenleerlingen
Is verantwoordelijkheid van school..
€ 213.300
-
Verlengde Schooldag in het Voortgezet Onderwijs Activiteitenaanbod na schooltijd, waaraan jongeren na schooltijd kunnen deelnemen. Uitgevoerd op Boogschutter en Prisma college.
De Verlengde schooldag is een activiteit die vooral goed te plaatsen is binnen de ontwikkeling van de ABC-school. Deze ontwikkeling richten wij in Amersfoort op 0-12 jarigen. Hierdoor past deze activiteit niet binnen de gekozen thema’s. Daarbij komt dat de uitvoering van de VSD niet altijd naar tevredenheid is verlopen.
€ 77.300
-
De speel-o-theken zijn nu als losstaande activiteit georganiseerd. In principe kan deze soort activiteit ondergebracht worden bij een van de thema’s. De uitvoering van de Speel-o-theek is de afgelopen jaren echter zeer moeizaam geweest. De uitleen van materialen verloopt over het algemeen slecht. De ontmoetingsfunctie wordt veel beter vormgegeven met de Buitenkast. Totaal
€ 34.000
Speel-o-theken in de prioriteitswijken Uitlenen van speelgoed, geven van informatie, bieden van ontmoetingsmogelijkheden
2. Actieprogramma 2.1 Opbouw actieprogramma Het actieprogramma is uitgewerkt naar thema, hierin onderscheiden we: • 2 blikvangers, die een grote bijdrage leveren aan het voorkomen en bestrijden van uitval: ABC-scholen Voortijdig schoolverlaten • 3 prioriteiten die direct bijdragen aan de realisatie van onze blikvangers: Voor- en Vroegschoolse educatie Zorgstructuur Taalbeleid
€ 622.600
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 4
•
5 thema’s die de komende 4 jaar een rol spelen in en om het onderwijs en daarom onderdeel uit maken van de onderwijsagenda. Ook deze thema’s staan, meer of minder direct, ten dienste aan het voorkomen en bestrijden van uitval: Sociale Veiligheid Kwaliteitszorg Schakelklassen Zwarte-/witte scholen Verplicht overleg
Voorkomen en bestrijden van uitval
Blikvangers
Prioriteiten
Thema’s
- ABC-scholen - Voortijdig schoolverlaten
- Voor- en vroegschoolse educatie - Zorgstructuur - Taalbeleid - Sociale Veiligheid - Kwaliteitszorg - Schakelklassen - Zwart/witte scholen - Verplicht overleg
2.2 Twee blikvangers : ABC-scholen en Voortijdig Schoolverlaten Voor het programma “Jeugd op school - Meer kans met een diploma” hebben we twee blikvangers vastgesteld. Namelijk: 1. Meer jongeren met een startkwalificatie; - in 2010 heeft maximaal 21 % niet-leerplichtigen het onderwijs zonder startkwalificatie verlaten. Uitgangspunt is 28% 2004/2005. 50% van de voortijdig schoolverlaters in het schooljaar 2009 - 2010 is in dat schooljaar herplaatst. 2. ABC-scholen in heel Amersfoort; elke wijk heeft in 2010 een ABC-school. Met deze twee blikvangers bestrijken we de gehele leeftijdsgroep van 0-23 jaar, de doelgroep van het programma “Jeugd op School”. De ABC-scholen (0-12 jaar) richten zich op het optimaliseren van de kansen en het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen. Kinderen zijn hierdoor beter in staat om een schoolcarrière te doorlopen en een plaats in de maatschappij te verwerven. Daadwerkelijke voortijdige schooluitval van jongeren vindt vooral plaats na het basisonderwijs, in het VMBO- en Middelbaar Beroepsonderwijs. We willen alle zeilen bijzetten om uitval te voorkomen en te bestrijden. Indien nodig door jongeren alternatieven te bieden, zodat leren en werken samengaan. 2.3 Drie prioriteiten: Voor- en Vroegschoolse Educatie, Zorgstructuur en Taalbeleid Belangrijke prioriteiten als de voor- en vroegschoolse educatie, zorgstructuur en taalbeleid zijn in feite onderdeel van de twee blikvangers en dragen bij aan het behalen van de doelen die we ons bij de blikvangers hebben gesteld. Vanwege hun omvang en consequenties voor de uitvoering in samenwerking met het onderwijs worden ze als apart actiepunt uitgewerkt. 2.4 Vijf thema’s: Veiligheid, Kwaliteitszorg, Schakelklassen, Zwarte/witte scholen en Verplicht overleg Naast de prioriteiten onderkennen we nog 5 thema’s die de komende 4 jaar een rol spelen in de ontwikkelingen in en rondom het onderwijs en waar gemeente en onderwijs elkaar raken in beleid en uitvoering. Deze thema’s zijn, meer of minder direct, dienstbaar aan het voorkomen en bestrijden van
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 5
uitval. Sociale Veiligheid, kwaliteitszorg, schakelklassen, zwarte / witte scholen en verplicht overleg zijn belangrijke items, maar krijgen geen prioriteit. Dit houdt in dat we het beleid op deze thema’s voortzetten en natuurlijk inspelen op ontwikkelingen die zich voordoen, maar hierop nu geen intensieve actie zetten.
3. Uitwerking actieprogramma Inleiding Aan blikvangers en de prioriteiten van dit actieprogramma hechten wij de komende jaren het grootste belang. Op deze onderwerpen richten we onze acties. De blikvangers en prioriteiten werken we uitgebreid uit. We beschrijven per onderwerp de achtergronden, de maatregelen die we al nemen, verbeteringen, daar waar nodig de samenhang met andere beleidsterreinen en de nieuwe acties. Bij de thema’s geven we u de stand van zaken
3.1 BLIKVANGERS 3.1.1 ABC-scholen (0-12 jaar) Inleiding Bij de uitwerking van de blikvanger ABC-scholen is gewerkt aan een kwaliteitsverbetering voor de uitvoering door meer structuur, een duidelijke taakverdeling en een helder subsidiekader te ontwikkelen. Hiermee hebben we een raamwerk gemaakt waarbinnen de uitbreiding naar heel Amersfoort vorm kan krijgen. We beschrijven hoe we deze zaken hebben uitgewerkt. Daarnaast geven we aan hoe bestaand beleid hierin past. Doel Amersfoort werkt sinds 2001 aan de realisering van ABC-scholen (Amersfoortse Brede Combinatiescholen voor 0-12 jaar). De doelstelling achter de ABC-scholen is het optimaliseren van de kansen van kinderen. Intensieve samenwerking, doorgaande lijnen en afstemming zijn hierin de kern. Het kenmerk van de ABC-school is de inhoudelijke samenwerking tussen scholen en andere instellingen. Zo kunnen we vroegtijdig bijsturen en ontstaat er een netwerk, waarin het kind zich optimaal kan ontwikkelen. Hierdoor zijn kinderen beter in staat om een schoolcarrière te doorlopen en uiteindelijk een (start)kwalificatie te behalen. Tot nu toe Op dit moment realiseren we ABC-scholen in de vier prioriteitswijken en in Vathorst. Uit deze ervaring blijkt dat het inderdaad samenwerking en afstemming zijn waar het om draait, maar dat samenwerken voor instellingen met een verschillende cultuur en gewoonten zeker niet vanzelfsprekend is en enige tijd vergt. Hoewel dat er in deze wijken nog verbeteringen mogelijk zijn, weten organisaties in deze wijken elkaar beter te vinden, zijn zij beter op de hoogte van elkaars expertise en maken zij daar ook steeds meer gebruik van. ABC in elke wijk Aangezien het college de doelstelling van de ABC-scholen van groot belang acht, hebben we in ons programma opgenomen dat we in elke wijk het concept van de ABC-scholen realiseren. Hierbij bedoelen we dus de inhoudelijke kern van de ABC-school, namelijk het netwerk ofwel de samenwerking tussen instellingen. Aanpassingen aan gebouwen zijn mogelijk, maar zijn niet een vanzelfsprekendheid zoals bij de ontwikkeling van de ABC-scholen in de prioriteitswijken. Lerend van onze ervaringen in de prioriteitswijken en Vathorst blijven de uitgangspunten voor een ABC-school gelijk, maar omschrijven we heldere kaders voor de ontwikkeling van de ABC-scholen in de rest van Amersfoort. Keuze voor verschillende ABC-typen Dé ABC-school bestaat niet. ABC-scholen zijn bijvoorbeeld een instrument om achterstanden te bestrijden, maar ook om de sociale infrastructuur in een wijk te verbeteren of om een dagarrangement te bieden en de sociale cohesie en veiligheid te versterken.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 6
Het ABC-concept is dus geen confectie, maar maatwerk per wijk. Door te starten met ABC-scholen in de prioriteitswijken, hebben we voorrang gegeven aan wijken met een relatief ongunstige sociaal-economische uitgangspositie. Met de ontwikkeling in Vathorst wilden we inspelen op de vraag van een groeiend aantal tweeverdieners naar volledige dagopvang voor hun kinderen. Het profiel van de andere wijken in Amersfoort is meer gedifferentieerd. Hiermee moet ook het profiel van de ABC-school meer gedifferentieerd zijn. Daarom willen we dat elke nieuwe ABC-school in Amersfoort kiest voor een profiel. Het zijn korte typeringen van ABC-scholen waarin doelen, doelgroep en programmering in onderlinge samenhang worden beschreven. De ABC-scholen voorzien in een voor de wijken op maat gesneden, compleet en effectief aanbod van onderwijs en ondersteunende voorzieningen. Het profiel is afhankelijk van de situatie in de wijk en dient als kapstok. Als basis zijn in elke wijk onderwijs, kinderopvang en welzijn (de partners) bij de ABC-school betrokken. Op wijkniveau sluiten er bij elk profiel organisaties (bondgenoten) aan, die binnen het profiel passen. Vanaf 1 augustus 2007 moeten de scholen ervoor zorgen dat de buitenschoolse opvang georganiseerd is. Onderzocht zal worden hoe deze verplichting een plek kan krijgen in de ontwikkeling van de ABC-school omdat zij elkaar kunnen versterken. De gemeente kan hierin wellicht ondersteuning bieden, maar kan en wil uiteraard de verantwoordelijkheid van de scholen niet overnemen. Profielen Kansenprofiel: Dit profiel richt zich op het bestrijden van onderwijsachterstanden, het bieden van zorg in een sluitend netwerk met korte lijnen. Voorbeelden van bondgenoten: peuterspeelzalen, integrale jeugdzorg, …. Wijkprofiel: de ABC-school met dit profiel is het bruisende middelpunt in de eigen wijk of buurt. Er is grote betrokkenheid van ouders bij de school en bij de wijk. Dit versterkt de sociale samenhang en veiligheid in de wijk/buurt. Voorbeelden van bondgenoten: politie, zelforganisaties……. Verrijkingsprofiel: Bij het verrijkingsprofiel ligt het accent vooral op sociaal, cultureel en sportief gebied. Bij deze ABC-school is vooral aandacht voor verrijkende activiteiten naast de cognitieve vaardigheden, waardoor talenten van kinderen op deze vlakken beter tot hun recht kunnen komen. Voorbeelden van bondgenoten: sociaal cultureel werk, sportbuurtwerk, scholen in de kunst…. Werkwijze De gemeente heeft de bestuurlijke regie. De gemeente stelt (subsidie)kaders en voorwaarden én toetst. Het professionele werkveld ontwikkelt de plannen en voert uit. Dit wil zeggen dat de uitwerking op wijkniveau vooral wordt gedaan door de organisaties en instellingen in de wijk. Hierdoor ontstaat draagvlak in de wijk, waardoor de kans op succes groter is. Om te kunnen sturen op resultaten stellen we een subsidieregeling op, gaan dus met betrokken instellingen een subsidierelatie aan en monitoren we als gemeente de resultaten, die per wijk van tevoren zijn vastgelegd. De gemeente ontwikkelt een subsidiekader met heldere criteria en verantwoordelijkheden. Op het moment dat de plannen per wijk voldoen aan de criteria krijgt de betrokken ABC-school subsidie: - subsidie voor opstartcoördinatie; - een activiteitenbudget afhankelijk van de plannen; - coördinatiesubsidie na twee jaar (dit is minder dan coördinatie bij de start); - subsidie voor beheer; afhankelijk van de situatie Per wijk sluiten de instellingen een samenwerkingsovereenkomst waarin ook wordt vastgelegd wat de inbreng van de verschillende partners zal zijn. Structuur Op stadsniveau stellen we een begeleidingscommissie in, die toezicht houdt op de ABC-ontwikkeling op hoofdlijnen. De begeleidingscommissie is voorwaardenscheppend voor het werkveld en treedt innoverend en stimulerend op. De begeleidingscommissie bestaat uit managementleden van de betrokken organisaties uit het onderwijs, de kinderopvang en welzijn.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 7
Per wijk vormen de partners en bondgenoten van de ABC-school een samenwerkingsverband. Dit samenwerkingsverband vertaalt de doelstellingen in een concreet aanbod en is verantwoordelijk voor de uitvoering van activiteiten. De samenwerking stimuleren we middels een coördinator. Deze is verantwoordelijk voor het gezamenlijke aanbod en schrijft ook jaarlijks samen met de instellingen een werkplan. Pilot combinatiefuncties Op dit moment onderzoeken we of we in een van de prioriteitswijken een pilot kunnen uitvoeren, waarbij personeel dat in dienst is van een betrokken organisatie binnen zijn/haar dienstverband ook taken in de andere organisaties kan uitvoeren. Bestaande projecten: Op dit moment wordt in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid de Verlengde Schooldag (inclusief taalspeelgroepen) in het primair onderwijs uitgevoerd. Deze activiteit past prima in de ontwikkeling van de ABC-scholen in die wijken. De middelen die voor deze activiteit beschikbaar zijn worden toegevoegd aan het activiteitenbudget van die ABC-scholen. Samenvattend: Oud - Ontwikkeling ABC-scholen in de prioriteitswijken en Vathorst - Initiatief van gemeente - Grote gebouwelijke component. - Geen profielen - Vrijblijvend -
Stuurgroep per wijk Kwartiermakers Klein activiteitenbudget per wijk Beheersubsidie in Vathorst en Scala Verlengde schooldag (VSD) in prioriteitswijken als losstaande activiteit - Weinig stedelijke aansturing
Nieuw - Concept ABC-school in heel Amersfoort - Initiatief en draagvlak bij instellingen (Ontwikkeling meer van “onderop”) - Vooral op inhoud gericht - Werken met profielen en criteria - Duidelijk vastgelegde taakverdeling en verplichtingen - Samenwerkingsverband per wijk - Coördinatoren - Helder subsidiekader - Beheer afhankelijk van situatie - VSD opgenomen in activiteitenbudget van ABC-scholen in prioriteitswijken - Stedelijke begeleidingscommissie bestaande uit kernpartners
3.1.2 Voortijdig Schoolverlaten Inleiding Voortijdig Schoolverlaten (VSV) is en veelomvattend onderwerp. De redenen voor uitval zijn complex en daarmee de oplossingen veelzijdig. Dan bestrijkt het onderwerp ook nog eens meerdere beleidsterreinen. Wij beschrijven om wie het precies gaat, wat onze beleidslijn is, welke maatregelen we al nemen, welke andere beleidsterreinen erbij betrokken zijn en welke knelpunten en ontwikkelingen we op dit moment zien. Vervolgens natuurlijk de nieuwe maatregelen die we willen nemen als antwoord op de knelpunten en ontwikkelingen. Ons bestaande pakket aan maatregelen hebben we op een rij gezet in een bijlage. Wie is een Voortijdig Schoolverlater (VSV’er)? We gaan ervan uit dat jongeren een startkwalificatie moeten behalen. Een jongere die dat niet lukt noemen we een voortijdig schoolverlater. Dit zijn dus jongeren die de leeftijd van 23 jaar nog niet bereikt hebben en: - niet in het bezit zijn van een HAVO- of VWO-diploma óf een diploma op minimaal niveau 2 MBO; - het onderwijs gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 1 maand zonder geldige reden niet meer volgen;
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 8
-
bij de school zijn uitgeschreven of van school zijn verwijderd; om bijzondere redenen een vrijstelling hebben.
Dus ook de jongere die een VMBO diploma heeft, maar niet verder leert of de jongere die praktijkonderwijs volgt, is officieel “voortijdig schoolverlater” . Eruit halen wat erin zit Het behalen van een startkwalificatie door alle jongeren is een hoge ambitie. Het behalen van een startkwalificatie maakt de kans op werk en een succesvolle toekomst het grootst. Tegelijkertijd weten we dat een startkwalificatie niet voor alle kinderen haalbaar zal zijn. We richten ons dan op wat de jongere wel kan en verplichten onszelf om uit kinderen te halen wat er aan mogelijkheden in zit. Zo zijn zij in staat een goede plek te verwerven in de maatschappij, kunnen ze daarin succesvol zijn en kunnen ze goed voor zichzelf zorgen. Hierbij is bekend dat de huidige maatschappij hoge eisen stelt. We passen gemeentebreed het principe toe dat opleiding op de eerste plaats komt. Zo onderzoekt bijvoorbeeld de afdeling Sociale Zekerheid bij hun jonge cliënten de mogelijkheden en motivatie voor een opleiding én het behalen van een startkwalificatie. De kern van al onze acties is het voorkomen en bestrijden van uitval. Een goede plek in de samenleving is goed voor de jongere zelf, goed voor de maatschappij en goed voor de economie. Het voortijdig schoolverlaten krijgt dan ook veel aandacht op allerlei niveaus. Zo komt bijvoorbeeld het ministerie met een pakket aan maatregelen dat is vastgelegd in de nota “Aanval op de uitval”, juni 2006 Wat doen we al? We nemen in Amersfoort al verschillende maatregelen om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen. Maar door de complexe oorzaken van het probleem en het belang van dit thema zijn extra investeringen noodzakelijk. Voorbeelden van belangrijke maatregelen zijn de afdeling Leerplicht van de gemeente, de Werkgroep Uitbreiding Leerlingzorg (WUL) en het Trajectbureau. Medewerkers van deze instellingen bemiddelen jongeren zodra er problemen zijn of schooluitval dreigt. Het Trajectbureau gaat ook op huisbezoek om jongeren te bereiken, waarvan we niet goed weten of ze een opleiding volgen of wat anders doen. Amersfoort heeft ook als een van de eerste gemeenten de invoering van de schoolconsultatieteams in de scholen actief gestimuleerd. Deze hebben als voorbeeld gediend voor de huidige ontwikkeling van zorgadviesteams, die het ministerie landelijk wil invoeren. Twee recente maatregelen waarin we investeren, zijn de ontwikkeling van leerwerkcentra in het speciaal onderwijs en het VMBO en de voorbereiding voor het afsluiten van een Stedelijk Verzuimprotocol. Ook belangrijk is de investering in het VAVO (Voortgezet Algemeen Volwassen Onderwijs). Hiervan kunnen 18 - 23 jarigen gebruik maken om alsnog een diploma te behalen. In de bijlage bij dit actieplan is een overzicht van maatregelen opgenomen waarin de gemeente investeert ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten. Naast de maatregelen waaraan wij een bijdrage leveren zijn er ook nog activiteiten, die voortijdig schoolverlaten tegengaan, die door anderen worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld: de reboundvoorziening die het samenwerkingsverband VO realiseert met gelden van het rijk. Samenhang en samenwerking tussen de activiteiten/projecten zijn op verschillende manieren gewaarborgd: - Veel activiteiten vullen elkaar aan of benaderen de problematiek vanuit een andere invalshoek. - Een deel van de projecten is ondergebracht bij één organisatie. - De instellingen stemmen de uitvoering op elkaar af, bijvoorbeeld de Werkgroep Uitbreiding Leerlingenzorg (WUL) van Sovee en leerplicht. - Of instellingen vervullen een centrale rol in de uitvoering van andere projecten, bijvoorbeeld de WUL die verantwoordelijk is voor de indicatiestelling voor de Reboundvoorziening in het Voortgezet Onderwijs en het Veiligheidshuis dat haar activiteiten afstemt met leerplicht. - Tot slot vindt afstemming plaats binnen de netwerken Onderwijs en (Jeugd-)Zorg en Onderwijs en Arbeid. We voeren ook activiteiten uit die niet als eerste doel hebben om voortijdig schoolverlaten te voorkomen of te bestrijden, maar daar indirect wel aan bijdragen. Zo ondersteunen we bijvoorbeeld scholen via Matchpoint in het organiseren van maatschappelijke stages. Hierbij hebben we als doel om de leerlingen meer te betrekken bij de maatschappij. Dit zorgt er echter ook voor dat zij beter voorbereid zijn op hun deelname aan de samenleving en dat zij betere keuzes kunnen maken.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 9
Voorkomen van schooluitval bestrijkt meerdere beleidsterreinen Het voorkomen van voortijdig schoolverlaten is bij uitstek een onderwerp dat niet geïsoleerd kan worden opgepakt binnen het kader van het onderwijs. De oorzaken van voortijdig schoolverlaten zijn complex en bestrijken meerdere beleidsterreinen, met name zorg en arbeid. Redenen voor uitval zijn bijvoorbeeld een verkeerde schoolkeuze, problemen binnen het gezin, culturele achtergrond, het niet vinden van een stageplek, geen passend traject op maat of geld verdienen is aantrekkelijker dan naar school gaan. Verschillende beleidsterreinen werken dan ook samen om deze problematiek op te lossen. Een belangrijk voorbeeld hiervan is het centrale informatiepunt “Jong Centraal” dat is beschreven in dit actieplan bij de prioriteit Zorgstructuur. Daar staan ook de andere maatregelen beschreven die we onder de noemer zorg gaan nemen. Een ander voorbeeld is het MKB- leerbanenproject dat het eerste jaar uit de budgetten van arbeid is betaald, maar dat we de volgende twee jaren uit onderwijsbudget financieren. Maatregelen op gebied van Arbeid Ter uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) hebben wij de jeugd hoog in het vaandel staan en voeren wij een reeks aan activiteiten uit of hebben wij deze in voorbereiding: - Screenen lopende trajecten op mogelijkheden behalen startkwalificatie. - Aanpak Jonge Moeders. - Inburgeraars op traject naar werk. - Alle jongeren in de uitkering een trajectbegeleider. - Samenwerking UWV/CWI/SZ. - Morgen Beginnen voor jongeren. - Project 2e Kans Beroepsonderwijs en de inzet van no-risk polissen. - Project ‘In goede banen’. - Convenant Leren & Werken. Een beschrijving van deze activiteiten vindt u in de bijlage bij dit actieplan. Als blikvanger uit het programma “Jeugd aan het werk” is benoemd “Stageplekken en leerwerkplekken: toegankelijk, breed en genoeg”. Er is veel onduidelijkheid over de verhouding tussen vraag en aanbod. Aanvankelijk leek het dat veel jongeren geen leerbaan of stage konden vinden. Inmiddels lijken er wel stageplaatsen en leerwerkbanen te zijn , maar geen leerlingen voor deze plaatsen of is er sprake van een mismatch tussen vraag en aanbod. We zoeken uit hoe dit nu precies zit. Ketenoverleggen In 2006 zijn we gestart met de ketenoverleggen: het overleg met partners in de keten onderwijs-arbeid en de keten onderwijs-zorg. Met de partners hebben we het aanbod in beeld gebracht en onderzoeken we waar dubbelingen voorkomen of waar er juist witte vlekken zijn. Uit de ketenbijeenkomsten en de bijeenkomsten voor de lokale educatieve agenda zijn een aantal knel- en ontwikkelpunten naar voren gekomen. Een aantal daarvan hadden we al voorzien. Vooruitlopend op de uitwerking van het ketenoverleg stellen we al maatregelen voor die voor de hand liggen, direct onze verantwoordelijkheid zijn en bijdragen aan de oplossing van het probleem. In werkgroepen wordt verder uitgewerkt hoe de knelpunten naast de door ons genomen maatregelen aangepakt kunnen worden. Noodzaak tot intensivering van maatregelen op voortijdig Schoolverlaten Met het bestaande pakket aan maatregelen kunnen we voor de dag komen, maar de uitval is nog steeds onacceptabel hoog. Op basis van de ketenbijeenkomsten en de bijeenkomsten voor de lokale educatieve agenda en landelijk onderzoek hebben we de volgende knelpunten en ontwikkelpunten geconstateerd: I. Verbetering van de registratie. II. Meer inzicht in hoe de groep voortijdig schoolverlaters is samengesteld en daar maatregelen op bijstellen. III. Kritisch naar ons aanbod blijven kijken. Doen we de juiste dingen? Zijn er witte vlekken? IV. Sluitende afspraken maken en deze nakomen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 10
Hierop ondernemen we de volgende acties: I. Verbeteren van de registratie door: - Het uitbreiden van de capaciteit op twee fronten: o uitbreiden van de formatie voor leerplicht om te kunnen inspelen op de ontwikkelingen en de groei van het aantal jongeren in de stad, waardoor we meer jongeren kunnen bemiddelen; o het op orde brengen van de registratie door capaciteit voor de verwerking van gegevens in de leerlingadministratie. -
Het starten van een project om de leerlingadministratie door te lichten op de manier waarop de gegevens worden geregistreerd en de wijze waarop gegevens uit het systeem worden verkregen. Planning: Uitvoering in 2007. Resultaten zichtbaar in 2008. II
Meer inzicht in hoe de groep VSV´ers in Amersfoort is samengesteld. Onderzoeken hoe de groep VSV‘ers in Amersfoort is samengesteld. Dé voortijdig schoolverlater bestaat immers niet. Meer inzicht in de groep betekent maatregelen die beter aansluiten bij de doelgroep. Uit landelijk onderzoek blijkt dat we eigenlijk twee hoofdgroepen kunnen onderscheiden. De risicojongeren en de op- of uitstappers. De risicojongeren kunnen weer onderverdeeld worden in de jongeren met problemen en de niet-kunners. De op- of uitstappers kiezen bewust voor de arbeidsmarkt en volgen hun eigen route. Dit deel van de jongeren lijkt een groter deel dan gedacht. Het is belangrijk om de groepen goed te kennen. De bestaande maatregelen zijn met name gericht op de groep risicojongeren. Planning: In de 2e hekft van 2007 hebben we inzicht in de samenstelling van de doelgroep.
III.
Kritisch naar ons aanbod blijven kijken. Doen we de juiste dingen? Zijn er witte vlekken? Dit is een doorlopend item waardoor we ontwikkelingen blijven volgen en beleid kunnen bijstellen. Om het totaaloverzicht te houden, hebben we al actie ondernomen door het starten van de ketenoverleggen. Om dit punt te blijven bewaken moet het ketenoverleg een structurele vorm krijgen. Afspraken hierover maken we in het huidige ketenoverleg. Planning: 1e helft 2007 Inspelend op ontwikkelpunten en witte vlekken in ons huidige aanbod ondernemen we de volgende acties: o Het rijk heeft het voornemen om nog in 2007 de kwalificatieplicht tot 18 jaar in te voeren. Deze geldt voor 16 - 18 jarigen die nog geen startkwalificatie hebben. Dit heeft praktische consequenties voor leerplicht, de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie en het onderwijs. Een werkgroep brengt in beeld wat deze consequenties zijn en hoe hiermee om te gaan. Planning: 2e helft 2007. o Er is weinig of geen contact en uitwisseling van kennis tussen onderwijs en instellingen daarbuiten zoals bijvoorbeeld het jongerenwerk en sportclubs. Een werkgroep werkt uit hoe dit vorm kan krijgen. Planning 2e helft 2007 o Hoe spreken we jongeren aan over onderwijs en opleiding? De boodschap over het onderwijs die wordt uitgezonden naar jongeren is vooral gericht op de toekomst van de jongere en wat ze zouden kunnen bereiken zoals “Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid”. Jongeren zijn vaak nog niet met die “verre” toekomst bezig. Inmiddels zijn er specialisten die zich hebben verdiept in hoe er over minder toegankelijke onderwerpen met jongeren gecommuniceerd kan worden. In 2007 willen we met deskundigen in communicatie met de jeugd en met inzet van de jeugd zelf een (media)campagne uitwerken die we in 2008 uitvoeren. Jongeren in Amersfoort moeten op een andere manier dan er tot nu toe over onderwijs en opleiding wordt gecommuniceerd de boodschap krijgen over wat ze (gaan) missen als ze geen opleiding volgen. Planning: Voorbereiding 2007. Start uitvoering 2008
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 11
o
IV
De meeste uitval vindt plaats in het VMBO en MBO. In het land zijn goede ervaringen opgedaan met wat we “maatjes”- projecten kunnen noemen. Ofwel het werken met voorbeeldgedrag of rolmodellen en coaching. Leerlingen uit MBO en HBO worden ingezet als maatje voor leerlingen in het VMBO en MBO. In 2007 werken we een voorstel uit toegepast op de Amersfoortse situatie. In 2008 starten we. Planning: Voorbereiding 2007. Start uitvoering 2008.
Sluitende afspraken maken en deze nakomen Dit is een erg belangrijk punt. Hoe komen we tot heldere afspraken en nog belangrijker hoe zorgen we ervoor dat we met elkaar in het veld onze afspraken ook nakomen. Maar al te vaak blijkt er van goede bedoelingen in de praktijk weinig terecht te komen of haken regelmatig partijen af. Een van de werkgroepen, voortgekomen uit het ketenoverleg komt met voorstellen over hoe we een goede samenwerking en het nakomen van afspraken kunnen bereiken. Ook de ketenoverleggen zelf kunnen hierin een functie vervullen. Ook op een meer praktisch niveau kijken we hoe partijen betere afspraken kunnen maken en beter samen kunnen werken, door bijvoorbeeld te werken met stagecontracten. Hierdoor weten partijen beter wat er van hen verwacht wordt en waarop men elkaar kan aanspreken.
Samenvattend: Oud I Registratie Registratie die achter loopt in de verwerking van gegevens en een systeem dat niet up to date is.
Nieuw I Registratie Verbeteren van registratie door uitbreiden capaciteit leerplicht en leerlingadministratie en doorlichten huidige werkwijze.
II Samenstelling VSV’ers Onvoldoende zicht op samenstelling van de groep VSV’ers.
II Samenstelling VSV’ers Onderzoek naar samenstelling groep VSV’ers.
III Ontwikkelingen en witte vlekken in ons aanbod - Meer overzicht en samenhang en afstemming nodig. Ketenoverleg gestart. - Niet overzien wat de kwalificatieplicht tot 18 jaar voor consequenties heeft.
III Ontwikkelingen en witte vlekken in ons aanbod - Structurele vorm van ketenoverleg organiseren. - Werkgroep die in beeld brengt wat de consequenties van de kwalificatieplicht tot 18 jaar zijn. - Werkgroep die uitwerkt hoe noodzakelijk contact tussen VO en instellingen daaromheen tot stand gebracht kan worden. - (Media) Campagne.
-
-
Te weinig contact uitwisseling tussen onderwijs en instellingen die met zelfde jongeren werken. Jongeren worden slecht bereikt met boodschappen over opleiding en toekomst. Veel uitval in VMBO en MBO. Onduidelijk hoe situatie rondom stage en leerwerkbanen werkelijk is.
IV Sluitende afspraken maken en nakomen - Afspraken zijn niet goed vastgelegd of worden niet goed nagekomen.
- Maatjesproject VMBO/MBO/HBO. - Onderzoek stand van zaken stage/leerwerkbanen. IV Sluitende afspraken maken en nakomen - Voorstellen hoe we afspraken beter kunnen vastleggen en afdwingen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 12
3.2. PRIORITEITEN 3.2.1 Voor- en vroegschoolse educatie Inleiding Op jonge leeftijd ingrijpen voorkomt achterstand. We schetsen welke maatregelen we in het gezin nemen en welke in de peuterspeelzaal. Een kwaliteitsimpuls is vooral noodzakelijk bij de implementatie van effectieve programma’s in de peuterspeelzaal. Bovendien heeft het rijk hier een aantal veranderingen doorgevoerd. We beschrijven wat er verandert en hoe wij daarmee om willen gaan en welke aandachts- en ontwikkelpunten in de uitvoering we de komende jaren oppakken. Waarom belangrijk Om achterstand te voorkomen en de kansen van kinderen op een goede schoolcarrière zo groot mogelijk te maken, is gebleken dat ingrijpen nodig is op zo jong mogelijke leeftijd. De effectiviteit van maatregelen die op jonge leeftijd worden genomen zijn groot. Amersfoort investeert dan ook in de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). We doen dit door te investeren in gezinsgerichte projecten en de invoering van effectieve programma’s in de peuterspeelzaal en onderbouw van het basisonderwijs. Deze twee soorten van inzet ondersteunen elkaar. Gezinsgericht Deze categorie is van belang omdat de pedagogische inzet van ouders thuis veel effect heeft op de prestaties van kinderen. We helpen ouders bij het aanleren van onderwijsondersteunend gedrag en werken tegelijkertijd aan de ontwikkeling van het kind. Daarnaast stimuleren we de ouders om hun kind naar de peuterspeelzaal te laten gaan en zelf deel te nemen aan activiteiten in de wijken. Als gezinsgerichte projecten voeren we Opstap, Spel aan Huis en Stap In uit. Met de projecten Stap In en Spel aan Huis bereiken we ouders en kinderen die anders geen enkele ondersteuning krijgen voordat ze naar de basisschool gaan. Om deze ouders te bereiken werken we samen met het consultatiebureau. Effectieve programma’s We implementeren effectieve (taal)programma’s in de peuterspeelzaal en de groepen 1 en 2 van het basisonderwijs. De inzet is wijksgewijs in de prioriteitswijken. De uitvoering van activiteiten past ook uitstekend in de ontwikkeling van de ABC-scholen in deze wijken. We zijn in 2002 gestart met de invoering van het programma Piramide in Liendert/Rustenburg en in 2005 met het programma Ko-Totaal in de wijken Schuilenburg/Randenbroek en Kruiskamp/Koppel. Uitbreiding naar Soesterkwartier staat op het programma. Met deze uitbreiding kunnen wij in 2009 58% van de doelgroepkinderen in de voorschoolse periode bereiken. De grootste concentratie van doelgroepkinderen woont in de prioriteitswijken. De andere doelgroepkinderen wonen verspreid over de andere wijken in Amersfoort, waardoor we hen op deze wijze niet kunnen bereiken. Begin van dit jaar heeft bureau Sardes voor ons met name het programma Piramide in Liendert/Rustenburg geëvalueerd. Uit de toetsresultaten is gebleken dat kinderen daadwerkelijk vooruit zijn gegaan in hun taalprestaties. Alleen aanvullend subsidiëren Bij de start van de invoering van effectieve VVE-programma’s was de gemeente verantwoordelijk voor zowel de voorschoolse als de vroegschoolse periode. Vanaf augustus 2006 is die verantwoordelijkheid gesplitst. De gemeente is verantwoordelijk voor het voorschoolse deel en de scholen voor het vroegschoolse deel. Voor de scholen is er sprake van een onduidelijke overgangsperiode. Het rijk verdeelt de middelen naar afzonderlijke scholen en is onduidelijk over de verplichting van de scholen om de middelen te besteden aan effectieve programma’s in groep 1 en 2. Amersfoort kent een wijksgewijze aanpak. Om deze aanpak te continueren, de verworvenheden van de afgelopen jaren te behouden en de uitvoering van het programma zowel in de voorschoolse periode als in de vroegschoolse periode niet in gevaar te laten komen, investeert de gemeente nog tot 2010 in de vroegschoolse periode. De gemeente subsidieert aanvullend op de eigen inkomsten van de scholen vanuit het rijk, daar waar deze niet toereikend zijn om de programma’s op het huidige niveau te blijven uitvoeren. Scholen moeten hiervoor inzicht geven in de middelen die zij voor dit doel verkrijgen van het rijk. Over de inzet van de middelen maken gemeente en scholen duidelijke afspraken en leggen deze vast; bijvoorbeeld de deelname aan een stuurgroep, de
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 13
uitvoering van het programma op scholen, medewerking van de scholen aan de aandachts- en ontwikkelpunten en uitbreiding naar scholen in het Soesterkwartier. Aandachts- en ontwikkelpunten bij de uitvoering van de effectieve programma’s zijn: - De doorgaande lijn en relaties tussen de betrokkenen. Bijvoorbeeld de relatie tussen peuterspeelzalen en consultatiebureau als het gaat om vroegtijdige signalering en warme overdracht. In het kader van de prestatieafspraken met Amant wordt hieraan al gewerkt. Hierdoor komen ook de risicokinderen beter in beeld. - Vergroten van de ouderbetrokkenheid. Uit de al eerder genoemde evaluatie is dit item als belangrijk aandachtspunt naar voren gekomen. Omdat we dit aandachtspunt al hadden onderkend is voor het schooljaar 2006/2007 een project gestart om de ouderbetrokkenheid te vergroten. Hierbij is ook afstemming gezocht met de uitvoering van Opstap. Op de ervaringen van dit project wordt vanaf augustus 2007 voortgebouwd. - Er wordt een stedelijke stuurgroep geformeerd, bestaande uit de instellingen die participeren bij de inzet van de effectieve programma’s. Deze stuurgroep stuurt de inhoudelijke ontwikkeling aan. Instellingen zoals de bibliotheek en de consultatiebureaus, die bij de uitvoering een rol kunnen spelen, worden hierbij nadrukkelijk betrokken. Samenvattend: Oud
NIEUW
- Alleen aansturing per wijk te weinig betrokkenheid schoolbesturen - Uitvoering in 3 prioriteitswijken.
-
- Subsidiestroom van rijk naar gemeente naar onderwijs
-
- Ontwikkelpunten en aandachtspunten nog niet opgepakt
-
3.2.2
-
Stedelijke aansturing met afspraken die worden vastgelegd in convenant Uitbreiding naar Soesterkwartier en daarmee dekking in alle prioriteitswijken Onderwijs en gemeente krijgen eigen middelen. Gemeente subsidieert scholen aanvullend op rijksinkomsten. Ontwikkel en aandachtspunten worden vanuit stedelijke regie opgepakt
Zorgstructuur
Inleiding Zorg voor de leerling is een onderwerp dat sterk samenhangt met Voortijdig Schoolverlaten. Zorg is ook een onderwerp dat een breed scala aan onderwerpen omvat op vele niveaus. We beschrijven dit kort voor u. Hierna schetsen we de maatregelen die we rondom het onderwijs willen nemen, aanvullend op de brede jeugdzorg. Ook benoemen we welke van de maatregelen van ons huidige beleid we voortzetten. Gedeelde verantwoordelijkheid Zorg voor de leerling is van oudsher een onderwerp dat erkend en benoemd is in het onderwijs. De scholen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs kennen hun eigen in- en externe zorgstructuur, die direct gekoppeld is aan het onderwijs. Deze structuur wordt gefinancierd door het rijk of via de scholen. De interne zorgstructuur van scholen is bijvoorbeeld georganiseerd via een intern begeleider, een zorgcoördinator en een zorgteam. De externe zorgstructuur is vooral georganiseerd via de samenwerkingsverbanden en voor het speciaal onderwijs in de Regionale Expertise Centra. De ROC’s hebben ook weer hun eigen zorgstructuur. Ook de gemeente heeft taken op het gebied van de zorg, die zijn vastgelegd in de Wet op de Jeugdzorg zoals bijvoorbeeld het realiseren van opvoedings-ondersteuning. De provincie heeft een taak in de geïndiceerde zorg middels “Bureau Jeugdzorg”. Alle bestuurlijke lagen: het rijk, de provincie en de gemeente zijn dus bij het onderwerp zorgstructuur betrokken. In juni 2005 heeft de gemeente rondom zorgtaken nog een bestuurlijk akkoord afgesloten met de provincie. Onderdeel hiervan is bijvoorbeeld de zogenoemde Impuls opvoedingsondersteuning.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 14
Zorg onderdeel van aanpak voortijdig schoolverlaten Zoals bij het onderwerp voortijdig schoolverlaten al is genoemd dient zorg meerdere doelen en levert een grote bijdrage aan het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Zo helpen we bijvoorbeeld jongeren met gedragsproblemen of ondersteunen we ouders bij de opvoeding van hun kinderen met activiteiten die we uitvoeren onder de noemer “zorg”. Het is dan ook niet vreemd dat bijvoorbeeld een Werkgroep Uitbreiding Leerlingzorg of de schoolconsultatieteams (SCT’s) een grote rol spelen bij voortijdig schoolverlaten, maar ook vallen onder de zorgstructuur rondom de school. In het overzicht van projecten (als bijlage bijgevoegd) zijn ook projecten opgenomen die uitgevoerd worden onder de noemer zorg, zoals trainingen sociale vaardigheden of Nieuwe Perspectieven. Samenwerken en afstemmen Goede samenwerking tussen instellingen en afstemming van het aanbod zijn dus broodnodig om dubbelingen en verspilling van middelen te voorkomen en witte vlekken in het aanbod op te sporen. Onlangs heeft de gemeente dan ook juist met dit doel het initiatief genomen om ketenbijeenkomsten te organiseren met alle betrokken partijen uit het veld (zie ook de beschrijving bij de topprioriteit Voortijdig Schoolverlaten). Binnen het kader van de Lokale Educatieve Agenda is gekeken welke zorg rondom het onderwijs vorm kan krijgen, aanvullend op de zorg die in het brede kader van jeugd wordt uitgevoerd. Het resultaat geven we hieronder weer. Jong Centraal Een van de projecten die onder zorg vallen is Jong Centraal. Een goed voorbeeld van de samenwerking tussen onderwijs en zorg, zowel inhoudelijk als een bundeling van middelen. Het onderwijs neemt nadrukkelijk een rol in Jong Centraal. Jong Centraal moet uiteindelijk zelfs toe groeien naar een centraal indicatiepunt voor zowel (speciaal) onderwijs als zorg, zodat de leerling gebruik kan maken van een op elkaar afgestemd pakket aan onderwijs en zorgvoorzieningen. Nu weten onderwijs en zorg vaak niet van elkaar wat ze de leerling bieden, terwijl beide sectoren via de leerling direct geconfronteerd worden met elkaars werk. Ook vanuit de gemeentelijk middelen bestemd voor onderwijs zal dus worden bijgedragen aan de realisatie van Jong Centraal. Jong Centraal heeft ook een relatie met de wijken, hierin vervullen de huidige buurtnetwerken een rol. De functie en werkwijze van de buurtnetwerken passen we aan op de werkwijze van Jong Centraal. Opvoedingsondersteuning Opvoedingsondersteuning is een van de onderwerpen die passen binnen de verantwoordelijkheid van de gemeente. De zogenoemde Impuls Opvoedingsondersteuning voeren we tot 2008 uit met middelen van het rijk. In Amersfoort wordt deze opvoedingsondersteuning vormgegeven met laagdrempelige opvoedingsondersteuning door een buurtpedagoog per wijk. Deze buurtpedagoog werkt outreachend en komt via o.a. scholen en peuterspeelzalen in direct contact met ouders die ondersteuning nodig hebben. De uitvoering van deze opvoedingsondersteuning na 2008 is onderdeel van dit actieplan. Daarnaast geven we opvoedcursussen aan ouders met kinderen in de basisschoolleeftijd en aan ouders van tieners. Individuele leerlingzorg Individuele leerlingzorg in het basisonderwijs bestaat uit onderzoeken, consultatieve gesprekken en logopedie. Hiermee wordt diagnostische informatie verzameld om te kunnen bepalen wat het probleem is, hoe dit het beste aangepakt kan worden en of verwijzing naar het speciaal onderwijs moet plaatsvinden. Deze individuele leerlingzorg wordt nu nog uitgevoerd in het onderwijs en zou in feite ook door hen zelf geregeld moeten worden. Wij hebben echter een groot belang bij goede leerlingzorg, omdat een vermindering van individuele leerlingzorg ertoe kan leiden dat de meldingen bij Jong Centraal fiks zullen toenemen en leerlingen pas in een later stadium geholpen worden. Wij zijn bereid om financieel bij te dragen aan individuele leerlingzorg in het onderwijs om deze zorg op een goed niveau te houden. We onderzoeken de komende jaren hoe deze zorg effectiever en efficiënter georganiseerd kan worden. Voorheen werd deze leerlingzorg centraal geregeld via Eduniek. Vanaf 2008 zijn de gemeentelijke middelen voor leerlingzorg vrij besteedbaar. Wij blijven dus inzetten op individuele leerlingzorg en zullen onze middelen rechtstreeks aan het onderwijs toewijzen. Rijksmiddelen en gemeentelijke middelen kunnen dan door de scholen zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Met de scholen spreken we af en leggen we vast hoe de gemeentelijke middelen aanvullend op de eigen middelen worden ingezet en welk deel van de eigen
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 15
middelen de scholen zelf moeten inzetten om voor aanvullende gemeentelijke middelen in aanmerking te komen. Bestaande projecten De bestaande projecten BSO+ in Schuilenburg en het Soesterkwartier en sociale vaardigheidstrainingen in de wijken voor kinderen van het basisonderwijs worden voortgezet. De BSO+ is een buitenschoolse opvang voor kinderen met een indicatie. In nauw overleg met het onderwijs wordt bepaald welke kinderen hiernaar toegaan en wat de problemen zijn. Er blijft ook regelmatig contact met de school van de leerling, zo lang als deze deelneemt aan de BSO+. Ook de leerlingen die gaan deelnemen aan de sociale vaardigheidstrainingen worden voorgedragen door het onderwijs. Deze kinderen hebben aanvullend op de activiteiten in school extra training nodig op dit gebied. Stedelijk Ketenoverleg Aandachtspunt voor de komende jaren is de doorontwikkeling van bestaande overlegorganen in het werkveld en de ketenoverleggen tot een stedelijk ketenoverleg. Hierin moeten alle aparte lijnen samenkomen. Dit overleg heeft de taak de ontwikkelingen in de keten onderwijs, jeugdhulpverlening en veiligheid te volgen en aan te sturen. Daarnaast moet het overleg ervoor zorgen dat de zorgstructuur bekend en transparant is en dat er geen witte vlekken bestaan. Hierdoor blijft een goede afstemming mogelijk. Samenvattend: Oud
NIEUW
- Te weinig samenhang afstemming tussen sommige instellingen. - Te weinig zicht op aanbod. - Goede samenwerking onderwijs zorg, maar niet structureel geregeld. - Middelen voor Individuele leerlingzorg naar Eduniek.
- Buurtnetwerken als losstaande activiteit uitgevoerd - Jong Centraal net gestart - Impuls opvoedondersteuning geregeld tot 2008
- Samenhang, afstemming en zicht op aanbod structureel regelen d.m.v. stedelijk ketenoverleg (keten onderwijs/zorg).
- Individuele leerlingzorg: * onderzoeken naar effectiever en efficiëntere inzet; * middelen gaan direct naar de scholen; * afspraken over inzet van gemeentelijke middelen en middelen van de scholen. - Aanvullende maatregelen: * Jong Centraal (inclusief PAL) verder ontwikkelen in samenwerking met buurtnetwerken; * Impuls opvoedondersteuning opgenomen in actieplan (vanaf 2008).
3.2.3 Taalbeleid Inleiding Het beheersen van de taal van het land waar je woont zorgt dat je beter kunt integreren en vergroot de kans op een succesvolle schoolcarrière en daarmee op een plaats in de maatschappij. Iemand die de taal goed spreekt kan zich beter uitdrukken, begrijpt zijn omgeving beter en communiceert dientengevolge beter. Bij deze prioriteit beschrijven we de maatregelen die bijdragen aan de taalontwikkeling van kinderen en hun ouders. Ook reserveren we een bedrag om nog aanvullende acties te kunnen nemen. Taak van de school Allereerst is taalontwikkeling bij de jeugd een taak van de school. De inspectie ziet er op toe dat de scholen een taalbeleid voeren dat is afgestemd op de doelgroep die ze in de school hebben. Scholen met achterstandsleerlingen krijgen hiervoor van het rijk extra middelen. Aanvullend daarop subsidieert de gemeente programma’s en activiteiten waarin taal centraal staat. Taalontwikkeling van ouders is belangrijk omdat ouders die zelf de Nederlandse taal goed spreken hun kinderen betere ondersteuning kunnen bieden.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 16
Voor- en Vroegschoolse Educatie In de voor- en vroegschoolse leeftijd implementeren we de effectieve (taal)programma’s Piramide en KoTotaal. In de programma’s Opstap en Spel aan Huis is algemene ontwikkeling én taalontwikkeling het doel. (zie beschrijving bij prioriteit VVE) Schakelklassen Expliciet bedoeld voor de taalontwikkeling zijn de schakelklassen in het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs. Hier krijgen leerlingen met een taalachterstand les met als doel deze zodanig te verbeteren dat ze zonder problemen instromen in het reguliere onderwijs. Het zijn vooral allochtone leerlingen (neveninstromers) die hiervan gebruik maken. Amersfoort kent inmiddels een AZC voor uitgenodigde vluchtelingen. Dit betekent een snelle doorstroom van leerlingen. Voor deze leerlingen in de basisschoolleeftijd hebben we aparte groepen gecreëerd, waar intensief wordt gewerkt aan taal- en sociaal emotionele ontwikkeling. In het voortgezet onderwijs krijgen deze leerlingen gecombineerd met de neveninstromers les. Volwasseneneducatie Voor ouders zijn er via de volwasseneneducatie en -integratie specifieke taalcursussen, Nederlands als 2e taal. Hierbij ondersteunen we de cursisten met taal-werk-activeringsstages en andere vaardigheden die nodig zijn om de cursus tot een goed einde te brengen en in de praktijk te functioneren Laaggeletterdheid Op dit moment zijn we bezig met de voorbereiding voor een plan ter bestrijding van laaggeletterdheid. Dit is een landelijk initiatief, waar Amersfoort van harte bij aansluit. De landelijke opzet omvat een breed scala aan zaken, van verbetering van het taalonderwijs tot volwasseneneducatie. We ontwikkelen een plan van aanpak dat aansluit op de Amersfoortse situatie en dat aansluit bij de activiteiten die we al ondernemen op dit gebied. Een belangrijk onderdeel zal in ieder geval het bereiken en werven van de doelgroep zijn. Het is bekend dat dit niet eenvoudig is. Taal-, lees- en boekpromotie Specifiek onder de noemer taalbeleid geven we de bibliotheek, aanvullend op hun normale budget, extra middelen om activiteiten te ontwikkelen voor 0-12 jarigen. Zij lenen hiervoor gratis projectcollecties uit aan instellingen in de prioriteitswijken en ontplooien in nauwe samenwerking met peuterspeelzalen en het onderwijs leesbevorderende activiteiten. Op zoek naar witte vlekken Op verzoek van de raad en met instemming van het veld is taalbeleid een van de prioriteiten van het actieplan. Omdat dit item later de status van prioriteit heeft gekregen, is nog niet duidelijk welke aanvullende acties nodig zijn. Wij reserveren een bedrag van € 50.000 om in 2007 een quick scan te doen naar witte vlekken/behoeften in het aanbod en hierop een aanbod te ontwikkelen. Samenvattend: Oud - Bestaande activiteiten blijven we uitvoeren.
Nieuw - Ontwikkelen en uitvoeren PvA laaggeletterdheid. - Onderzoeken witte vlekken in taalbeleid en voorstel aanvullende maatregelen.
3.3 THEMA’S korte weergave stand van zaken Inleiding op de thema’s Bij de thema’s spelen we in op ontwikkelingen die zich voordoen, maar hierop zetten we geen intensieve acties. Bij alle thema’s stippen we de maatregelen aan die bijdragen aan het thema en welke daarvan onder onze verantwoordelijkheid vallen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 17
3.3.1 Sociale Veiligheid Veiligheidsbeleid van scholen zelf Scholen hebben hun eigen veiligheidsbeleid in de school en direct daaromheen. De grens van het gebied waarvoor zij zich verantwoordelijk voelen ligt wat hen betreft zo’n honderd meter om de school heen. Maatregelen van scholen in het kader van veiligheid lopen uiteen van het hebben van spelregels, leerlingmediation, tot kluisjes en pasjes die een scherpe controle mogelijk maken. De gemeente ondersteunt projecten van scholen die bijdragen aan de sociale veiligheid als deze projecten een voorbeeldfunctie naar andere scholen hebben. Meerdere onderwerpen dragen bij aan sociale veiligheid Maatregelen genoemd bij andere onderwerpen in het actieplan leveren een bijdrage aan sociale veiligheid. Zeker die maatregelen die in het kader van het voortijdig schoolverlaten worden genomen. Bekend is dat jongeren die in de criminaliteit belanden vaak een voortijdig schoolverlater zijn of een schoolverleden hebben met veelvuldig verzuim. Ook voor de hand liggend is dat goede zorg voor een leerling problemen en criminaliteit kan voorkomen. Een activiteit als het Veiligheidshuis en het project Nieuwe Perspectieven zijn vooral bedoeld voor die jongeren die al in aanraking zijn geweest met de politie. Algemene maatregelen die de gemeente op gebied van veiligheid neemt zijn bijvoorbeeld: cameratoezicht, goede verlichting, wijkagenten, enz. Toegespitst op de jeugd kennen we een aantal maatregelen, zoals het Veiligheidshuis en het project Buurtvaders in Liendert. Jeugd in de hotspots In 2006 hebben we het veiligheidsactieprogramma Jeugd in de Hotspots uitgevoerd evenals de aanpak van overlastgevende jeugd en risicojeugd, dat inzoomt op de groepen met het hoogste percentage criminaliteit. In 2007 geven we hieraan vervolg. Eind 2006 is ook de Pilot Jeugd en Veiligheid gestart. Deze richt zich op de realisatie van een sluitende met de ketenpartners Veiligheid. Eind 2007 evalueren we de pilot en bij succes willen we deze aanpak over heel Amersfoort uitzetten. Het ligt voor de hand dat het thema sociale veiligheid raakvlakken kent met de ander thema’s in dit actieplan. Zo speelt bijvoorbeeld Jong Centraal een rol in de pilot Jeugd en Veiligheid. Wereldschool We brengen het item wereldschool onder de aandacht van het onderwijs en ondersteunen de scholen met een implementatiesubsidie als zij wereldschool willen worden. De wereldschool is bedoeld om ontmoeting tussen de verschillende etnische groepen te bevorderen. Hierdoor moet meer begrip en tolerantie ontstaan voor elkaar. Leerlingwijkraad Elke groep basisscholen in een wijk kan rekenen op financiële ondersteuning en begeleiding bij het opzetten van een leerlingwijkraad. Hierdoor moet een duidelijk verband ontstaan tussen de leerlingen en de wijk, waardoor de leerlingen zich meer verantwoordelijk voelen voor hoe hun wijk er uitziet en wat er in hun wijk gebeurt. 3.3.2 Kwaliteitszorg Subsidiesyteem Ons hele systeem van beschikkingen, prestatieafspraken en financiële en inhoudelijke rapportages is erop gericht om de zaken duidelijk te regelen, maar ook om een bepaalde kwaliteit in de uitvoering van activiteiten te bereiken doordat voorwaarden voor de uitvoering helder en goed geregeld zijn. Dit systeem werkt steeds beter.
Evaluatie per activiteit Per project/activiteit vindt afhankelijk van de soort activiteit vrijwel altijd een meer of minder uitgebreide evaluatie plaats in allerlei vormen. Zoals observaties, cijfermatige gegevens, klanttevredenheidsenquêtes, enz. Een voorbeeld hiervan is de uitgebreide evaluatie die Sardes heeft gedaan naar de resultaten van de
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 18
invoering van effectieve programma’s in de voor en vroegschoolse periode. De gegevens uit een dergelijke evaluatie leveren vaak ook input op voor bijstellingen in beleid en uitvoering. Doen we de goede dingen en doen we de dingen goed? Voor het vormgeven en uitvoeren van beleid is overzicht belangrijk. Het is goed om kritisch naar het beleid en de uitvoering daarvan te kijken. Onszelf en onze partners de vragen te stellen: Doen we de goede dingen en doen we de dingen goed? Om antwoord te geven op deze vragen zijn we de ketenoverleggen jeugdhulpverlening, -zorg, onderwijs en veiligheid en het ketenoverleg onderwijs-arbeid gestart, waar we met de instellingen uit het veld deze vragen centraal stellen om ontwikkelingen te volgen, witte vlekken op te sporen en dubbelingen te voorkomen. Deze reeks van overleggen krijgt een structureel vervolg, zodat we ons deze vragen blijven stellen en bijsturen daar waar dit kan en moet. Onderwijs- en jeugdwelzijnsmonitor Voor het vormgeven aan en uitvoeren van beleid en om antwoord te verkrijgen op de vragen doen we de goede dingen en doen we de dingen goed? brengen we al enkele jaren de onderwijs- en jeugdwelzijnsmonitor uit. De monitor is echter een instrument dat nog flink in ontwikkeling is. Het blijkt niet eenvoudig om betrouwbare cijfers te verkrijgen die leiden tot heldere conclusies. Dit komt bijvoorbeeld doordat gegevens door instellingen geleverd moeten worden, die echter niet op dezelfde manier meten, dat we achterlopen met het verwerken van gegevens of dat we ontdekken dat het meten van bepaalde zaken beter kan op een andere manier dan voorheen. Hierdoor zijn gegevens dan niet meer vergelijkbaar. We werken er hard aan om de monitor verder te ontwikkelen en te verbeteren. De maatregelen om de registratie rondom voortijdig schoolverlaten te optimaliseren is hiervoor bijvoorbeeld een belangrijke actie. 3.3.3 Schakelklassen De uitvoering van Schakelklassen is een verplichting van het rijk. Neveninstromers en topklas Expliciet bedoeld voor de taalontwikkeling zijn de schakelklassen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Hier krijgen leerlingen met een taalachterstand les met als doel de taalachterstand zodanig te verbeteren dat ze zonder problemen instromen in het reguliere onderwijs. Het zijn vooral allochtone leerlingen (neveninstromers) die hiervan gebruik maken. Naast de bekende schakelklassen bestaat sinds vorig jaar een topklas. Deze is ook bedoeld voor leerlingen met een taalachterstand, maar ook als er achterstand op een ander gebied is dan taal. De topklas kent een lange aanloopfase. Vorig jaar maakten drie leerlingen gebruik van deze voorziening. AZC-leerlingen Voordat de functie van het AZC veranderde, vielen ook de AZC-leerlingen onder de leerlingen die les kregen in de schakelklassen. In het basisonderwijs is dit nu gesplitst. In het voortgezet onderwijs is er nog wel de combinatie AZC-leerlingen en neveninstromers. Alle AZC-leerlingen worden echter uit een andere rijksregeling bekostigd, namelijk de regeling “Onderwijs aan vreemdelingen”. 3.3.4 Zwarte-/witte scholen Beleid sinds 1999 In 1999 hebben we samen met het onderwijs in Amersfoort het beleid gestart om in de eerste plaats te voorkomen dat er meer zwarte scholen zouden ontstaan in Amersfoort. Vervolgens wilden we dat elke schoolpopulatie een afspiegeling van de wijkpopulatie zou worden. Het onderwijs voelt zich verantwoordelijk voor het tegengaan van segregatie in het onderwijs. De eerste twee jaar hadden we als gemeente een actieve rol, door de bekostiging van een intermediair en het beschikbaar stellen van middelen voor het wijksgewijs voorlichten (huisbezoek) van ouders over het onderwijs in de wijk. De rol van intermediair hebben we afgebouwd en het onderwijs houdt het onderwerp nu zelf op de agenda. Ook in het overleg van de wethouder met het primair onderwijs komt het onderwerp regelmatig terug. In een aantal wijken maken de scholen afspraken over toelating en voorlichting aan ouders.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 19
50% of 70% In 1999 hebben we bepaald dat we in Amersfoort een school “zwart “ noemen als deze meer dan 70% allochtone leerlingen heeft. Er was toen en er is nu nog geen eenduidige gebruik van de term zwarte school. Landelijk (Trouw) is men later een school ook wel zwart gaan noemen als een school meer dan 50% allochtone leerlingen heeft. In 1999 hadden we in Amersfoort 4 zwarte scholen. Op dit moment zijn er nog steeds 4 scholen met meer dan 70% allochtone leerlingen in Amersfoort. Een hiervan is de Islamitische basisschool. De afspraak was dat de gemeente de eerste twee jaar het primair onderwijs actief zou ondersteunen bij de uitvoering van dit beleid. Het is niet gelukt om meer scholen met een gemengde populatie te verkrijgen, zodat elke schoolbevolking een afspiegeling van de wijkbevolking is. Voorlichting en intercultureel werken Op dit moment maken we nog steeds geld vrij als onderwijs aangeeft dat in bepaalde wijken expliciet behoefte is aan voorlichting. Ook ondersteunen we interculturalisatie en integratie door de scholen te stimuleren wereldschool te worden. Hierbij staat interculturele ontmoeting centraal. Ouderinitiatieven Vanaf vorig jaar is in Kruiskamp/Koppel een ouderinitiatief ontstaan om autochtone ouders te motiveren hun kinderen naar de basisschool in die wijk te laten gaan. Inmiddels bestaat er de stichting Kleurrijk Amersfoort. Er is goed contact met de initiatiefneemster. Daar waar dit mogelijk is, ondersteunt de gemeente dit initiatief. Bijvoorbeeld de wethouder bezoekt bijeenkomsten of betrekt een vertegenwoordigster van het ouderinitiatief bij overleg met het onderwijs. De raad heeft aangegeven ouderinitiatieven in Amersfoort te ondersteunen en hiervoor € 20.000 vrij te maken in 2007. We voeren overleg met de stichting om te komen tot een plan voor de inzet van de beschikbare middelen voor Amersfoort. 3.3.5 Verplicht overleg Wettelijke verplichting De gemeente is volgens de wet verplicht om overleg met schoolbesturen te organiseren over het bevorderen van integratie, tegengaan van segregatie en onderwijsachterstandenbeleid. In het VO over de inzet van de extra achterstandsmiddelen van de scholen. Er zijn geen voorwaarden of aanwijzingen verbonden aan deze plicht. Verplicht overleg is geen verplichting Deze verplichting is voor Amersfoort absoluut geen verplichting maar heel normaal. Het doel van het overleg dat we voeren is afstemming en samenhang en moet zo nodig leiden tot heldere afspraken. Over de hiervoor genoemde onderwerpen vindt zonder meer al regelmatig overleg plaats tussen gemeente en de schoolbesturen. Zo komen de onderwerpen bijvoorbeeld terug in het overleg tussen wethouder en primair onderwijs (Lokale Overleg Primair Onderwijs - LOPO) Deelonderwerpen als bijvoorbeeld de voor- en vroegschoolse educatie worden intensief besproken met betrokkenen,. Het resultaat hiervan is dat heldere afspraken worden gemaakt die we vastleggen in een convenant. Sterker nog daar waar nodig richten we een overlegreeks in, zoals het intensieve proces dat doorlopen is rond de lokale educatieve agenda en dat geleid heeft tot dit actieplan. De onderwerpen van dit actieplan zijn in overleg met het veld vastgesteld en verder ingevuld en hebben bij de uitwerking dan ook draagvlak. Ook de verdere deeluitwerking per onderdeel naar bijvoorbeeld een plan van aanpak of convenant met duidelijke afspraken doen we in samenwerking met de onderwijspartners en andere betrokkenen. De onderwerpen in het actieplan dekken de onderwerpen waarover verplicht overleg gevoerd moet worden. FINANCIËN
Bijgevoegd is een uitgebreide begroting met een samenvatting met totalen per thema. Hierbij is het nummer opgenomen van de paragraaf waarin het desbetreffende thema behandeld wordt.
VERVOLG Na instemming met het actieprogramma; actie op de uitval worden de acties verder uitgewerkt.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 20
BETROKKEN PARTIJEN Het actieprogramma “Actie op de Uitval”is de uitwerking van een reeks bijeenkomsten onder de noemer Lokale educatieve agenda. Bij deze bijeenkosten was het gehele onderwijsveld en andere belanghebbende instellingen betrokken. In deze bijeenkomsten hebben we de onderwerpen en hun prioriteit bepaald en deze verder in subgroepen van inhoud voorzien. De gedetailleerde uitwerking vindt in vrijwel alle gevallen ook weer plaats met betrokken instellingen.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit - begroting met samenvatting - projectenlijst
2338057 raadsbesluit
Gemeente Amersfoort pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2338057
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 februari 2007, sector WSO/MO (nr.2338057); b e s l u i t:
1. in te stemmen met het actiekader van Actie op de uitval; 2. in te stemmen met het actieprogramma van Actie op de uitval.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 24 april 2007. de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr R. Luchtenveld
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2308264 : 3 april 2007 : HB-3
TITEL Medewerking te verlenen aan de bouw van een tunnel tussen Vathorst onder de A28 door naar de Nijkerkerstraat en de reconstructie van de Nijkerkerstraat. BESLISPUNTEN 1. De vrijstellingsprocedure ex artikel 19.1 WRO te starten voor het bouwplan voor de tunnel en de reconstructie van de Nijkerkerstraat; 2. Overeenkomstig artikel 21 WRO de herziening van het bestemmingsplan Nijkerkerstraat eo voor te bereiden. AANLEIDING De verkeersdruk op en rond het knooppunt Hoevelaken neemt toe door de autonome groei van het autoverkeer en de ontwikkelingen op stedelijk niveau, zoals de ontwikkeling van de Vinexlocatie Vathorst en het bedrijventerrein De Wieken-Vinkenhoef. De huidige verkeersdruk leidt regelmatig tot congestie. Zonder maatregelen neemt deze congestie verder toe en leidt dit op den duur tot stagnatie. Inmiddels zijn initiatieven genomen om de grootste knelpunten voor de doorstroming op de rijkswegen en het onderliggende wegennet aan te pakken. De belangrijkste initiatieven zijn vastgelegd in de overeenkomst “Optimalisering (auto)infrastructuur Vathorst en omgeving” van 20 december 2000, kortweg de “Verkeersovereenkomst Vathorst”. In de verkeersovereenkomst worden voor Vathorst 3 hoofdauto-ontsluitingen genoemd: de nieuwe aansluiting op de A28 (Vathorst/Corlaer), de A1 Amersfoort Noord en de ontsluiting vanaf de Ringboulevard Vathorst via een tunnel onder de A28 aansluitend op de Nijkerkerstraat, kortweg de “tunnel Nijkerkerstraat”. In deze tunnel zal naast autoverkeer ook fietsverkeer worden afgewikkeld. De reconstructie van de Nijkerkerstraat is noodzakelijk omdat de ontsluitingsweg door de tunnel aansluit op de Nijkerkerstraat en dus ook niet los van elkaar kan worden gezien. Deze aansluiting en de reconstructie van Nijkerkerstraat zijn om die reden meegenomen in dit vrijstellingsvoornemen. BEOOGD EFFECT Het doel van de aanleg van de tunnel Nijkerkerstraat en de reconstructie van de Nijkerkerstraat is het realiseren van een duurzaam veilige verbinding in de stedelijke verkeersroute tussen Vathorst, bedrijventerrein De Wieken-Vinkenhoef (Energieweg), de Knoop Hogeweg A28 en het centrum van Amersfoort. De bestaande tunnel Van Tuyllstraat krijgt daardoor een andere functie. Wanneer de voorgenomen tunnel Nijkerkerstraat gereed is, zal uitsluitend nog fietsverkeer en het openbaar vervoer gebruik maken van de tunnel Van Tuyllstraat. Langs de Nijkerkerstraat komt aan de zijde van Hoevelaken een parallelweg van 4.5 m breed voor het fiets- en bestemmingsverkeer. ARGUMENTEN (ZIE OOK BIJLAGE 2 VERPLICHTE RUIMTELIJKE ONDERBOUWING EN INSPRAAKRAPPORTAGE) 1. VRIJSTELLINGSPROCEDURE EX ARTIKEL 19.1 WRO
1.1 Amersfoort zorgt voor uitvoering van de verkeersovereenkomst Vathorst Met dit vrijstellingsvoornemen voeren wij de overeenkomst uit tussen de gemeenten Amersfoort, Nijkerk, de provincies Utrecht en Gelderland, de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Verkeer en Waterstaat. 1
Gemeente Amersfoort
1.2 De tunnel en reconstructie voorkomen verkeerscongestie De aanleg van de tunnel Nijkerkerstraat zorgt er in de toekomst voor dat het verkeer kan blijven doorstromen. De tunnel Van Tuyllstraat krijgt een ondergeschikte functie. De tunnel Nijkerkerstraat is de derde ontsluiting van Vathorst en zorgt vooral voor een goede afwikkeling van het verkeer van en naar Vathorst in de richting Utrecht en Amersfoort. 1.3 De ontsluiting Vathorst aan de zuidzijde wordt beter In en rond Vathorst wordt momenteel hard gewerkt aan de randboulevard. Nog een klein deel van de randboulevard moet worden aangelegd. De functie van deze boulevard is om het verkeer de gelegenheid te geven de wijk snel in- en uit te rijden. De tunnel Nijkerkerstraat en de tunnel Van Tuyllstraat zorgen samen voor een optimale auto- en fietsontsluiting van Vathorst en Hooglanderveen aan de zuidzijde van Vathorst. 1.4 Het langzaamverkeer bij de tunnel Van Tuyllstraat wordt veiliger Door de afsluiting voor auto’s van de Van Tuyllstraat zal het langzaamverkeer zich veiliger van Vathorst en Hooglanderveen richting de Nijkerkerstraat begeven. Tevens wordt door afsluiting van de Van Tuyllstraat voor autoverkeer het sluipverkeer in Hooglanderveen fors verminderd. 2. VOORBEREIDINGSBESLUIT EX ARTIKEL 21 WRO NOODZAKELIJK
Op grond van de WRO kan de vrijstellingsprocedure ex artikel 19.1 WRO slechts worden gevoerd als het bestemmingsplan waarin het project ligt niet ouder is dan 10 jaar. Is het betreffende bestemmingsplan wel ouder dan 10 jaar dan is het realiseren van het project alleen toegestaan wanneer voor het gebied een voorbereidingsbesluit is genomen of een ontwerpherziening ter inzage is gelegd. Het geldende bestemmingsplan Buitengebied 1985 (gemeente Hoevelaken) is nog van de gemeente Hoevelaken en vastgesteld en goedgekeurd in 1977. Het is ouder dan 10 jaar. Het concept-voorontwerpbestemmingsplan Nijkerkerstraat eo (na deze: het bestemmingsplan) is nog niet zover gereed dat het naar de Provinciaal Planologische Commissie kan worden verzonden om advies. Onderzoek naar de luchtkwaliteit en het geluid had mede naar aanleiding van de eventuele bouw van een Tennisdome in Vathorst nog onvoldoende plaatsgevonden. Het verlenen van vrijstelling is evenwel toegestaan als u een voorbereidingsbesluit neemt. KANTTEKENINGEN 1 Bouwplan is in strijd met de geldende bestemmingsplannen De aanleg en reconstructie vinden plaats op gronden die liggen in Vathorst, onder de A28 en aan de zijde Nijkerkerstraat. In Vathorst ligt het tracé in het bestemmingsplan Vathorst en voor een groot gedeelte in het uitwerkingsplan Bedrijventerrein II, 2005. Onder de A28 en aan de zijde Nijkerkerstraat betreft het gronden die liggen in het bestemmingsplangebied Buitengebied 1985. De voorgenomen planontwikkeling past voor een groot deel niet binnen de geldende bestemmingen. Zie voor een meer toelichting bijlage 2 “Verplichte ruimtelijke onderbouwing en toelichting maatschappelijke haalbaarheid”. Het vrijstellingsvoornemen past echter wel in de uitgangspunten van het oude structuurplan De WiekenVinkenhoef. Tevens is het niet in strijd met de intentie van het concept-voorontwerpbestemmingsplan Nijkerkerstraat eo. en genoemde Verkeersovereenkomst Vathorst. 2 Ruimtereservering Rijkswaterstaat (RWS) RWS heeft een grote ruimtereservering rondom het Knooppunt Hoevelaken. Het grondgebied tussen de Nijkerkerstraat en het Knooppunt wat zij nodig denken te hebben voor de uitbreiding is inmiddels in eigendom van RWS. Door aankoop van de betreffende gronden ter hoogte van de toekomstige tunnel Nijkerkerstraat is dit probleem opgelost. Een voorgenomen fly-over kan RWS desgewenst aanleggen boven de tunnelbak waarvoor u vrijstelling verleent. 3 Woon- en leefklimaat belanghebbenden Op 16 november 2004 reg.nr. 1520861 hebben wij een beslissing genomen over het conceptvoorontwerp-bestemmingsplan Nijkerkerstraat eo. en het voeren van de inspraak. Dit plan gaf de intentie tot aanleg van de tunnel Nijkerkerstraat al aan. 2
Gemeente Amersfoort
De resultaten van de inspraak over dit bestemmingsplan maken duidelijk dat aanwonenden bang zijn voor aantasting van het woon- en leefklimaat. Door het treffen van maatregelen en het doen van voorstellen daartoe zijn wij van mening dat de aantasting van het woon- en leefklimaat voor de aanwonenden niet onevenredig wordt aangetast. In een tweede informatieronde zal na uw besluit conform de projectdefinitie nog verder overleg plaatsvinden met omwonenden. In de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 2) besteden wij aandacht aan de ontvangen inspraakreacties. 4 Financiën en risico’s Financiën De projectkosten voor de tunnel en de reconstructie Nijkerkerstraat inclusief de grondkosten worden begroot op: - Tunnel incl. t/m aansluiting Nijkerkerstraat - Reconstructie Nijkerkerstraat
€ 17.700.000,€ 1.300.000,-
De gemeente Amersfoort draagt € 3 miljoen bij door middel van een reservering uit de gemeentebegroting 2003. Met provinciale subsidies wordt door de gemeente € 6.91 miljoen als dekking ingezet voor de tunnel Nijkerkerstraat en € 1,3 miljoen voor de reconstructie Nijkerkerstraat. Het restant aan dekking vinden wij in co-financiering door het Ontwikkelingsbedrijf Vathorst en uit een bijdrage van RWS. Deze bijdrage van RWS is bestemd voor het toekomstvast maken van de tunnel voor de uitbreiding van de A28. Eventuele afwijkingen in kosten en dekking worden verantwoord en opgevangen binnen de Verkeersovereenkomst Vathorst. Naar de huidige inzichten is er sprake van een budgettair neutrale situatie voor de Verkeersovereenkomst Vathorst voor de minimale variant. Wet geluidhinder & Besluit luchtkwaliteit 2005 Onzekere factoren zijn de financiële consequenties die mogelijk de uitvoering van maatregelen op grond van de Wet Geluidhinder (Wgh) en het Besluit luchtkwaliteit 2005 (Blk 2005) met zich mee brengen. De huidige onderzoeken waren onvoldoende toegesneden op de gevolgen van de aanleg van de tunnel Nijkerkerstraat en de reconstructie van de Nijkerkerstraat. Bekend is dat het woon- en leefklimaat in het plangebied vanwege het Knooppunt Hoevelaken slecht is. Nieuwe onderzoeken zullen uitwijzen welke consequenties de aanleg en reconstructie hebben op het woon- en leefklimaat in het gebied. Naar verwachting zijn deze gezien het huidige slechte woon- en leefklimaat gering. De betreffende onderzoeken zullen bij het ter inzage leggen van de stukken aanwezig zijn. De urgentie, tot het verlenen van een bouwvergunning in augustus 2007 voor de aanleg van de tunnel Nijkerkerstraat is groot. Het halen van de procedureplanning is aanleiding u dit nu al ter besluitvorming voor te leggen zonder dat de resultaten van de geactualiseerde onderzoeken bekend zijn. Artikel 49 WRO Het beoordelen en eventueel honoreren van schadeclaims op grond van artikel 49 WRO kunnen naar verwachting beperkte financiële gevolgen hebben voor gemeente en betrokken partijen. BETROKKEN PARTIJEN 1 Ontwikkelingsmaatschappij Vathorst, RWS en de gemeente Nijkerk Het laatste gedeelte van de randboulevard Vathorst en de tunnel zijn reeds openbaar aanbesteed en gegund. De tunnel Nijkerkerstraat en de nieuwe aansluiting op de A28 Vathorst/Corlaer zijn samen aanbesteed. Ontwikkelingsmaatschappij Vathorst is risicodrager voor de uitvoering van het randboulevardgedeelte en de gemeente Amersfoort is risicodrager voor de tunnel. Wanneer aannemers niet in augustus 2007 mogen starten met de werkzaamheden kan dat schadeclaims van hen tot gevolg hebben. Als alles volgens plan verloopt en het werk in augustus kan beginnen, dan kan de tunnel eind 2009 opgesteld worden voor het verkeer.
3
Gemeente Amersfoort
In de PKB - Nota Mobiliteit - worden de beleidskaders voor het rijksverkeers- en vervoersbeleid aangegeven. RWS verzocht ons in de reactie ex artikel 10 Bro 1985 van 10 februari 2005 over het concept-voorontwerpbestemmingsplan Nijkerkerstraat eo met hen in overleg te treden over het vrijwaringsbeleid langs de hoofdinfrastructuur. De grond ter hoogte van de tunnel is verkocht aan RWS. Zij kunnen in de toekomst daarop de nodige voorzieningen treffen ter uitbreiding van knooppunt Hoevelaken. De gemeente Nijkerk heeft een belang bij de reconstructie van de Nijkerkerstraat en de ontsluiting tussen Vathorst en de bebouwde kom van Hoevelaken. Aanleg van de tunnel Nijkerkerstraat en de reconstructie dragen bij aan een goede verbinding tussen Amersfoort en Nijkerk. De verdere uitvoering van het project gaat in overleg met de gemeente Nijkerk. 2 Omwonenden Over het bestemmingsplan Nijkerkerstraat eo heeft op grond van het vervallen artikel 6a WRO inspraak plaatsgehad. Tevens heeft overleg ex artikel 10 Bro 1985 plaatsgehad op de wijze die is voorzien in de Inspraakverordening gemeente Amersfoort 2003. Het bestemmingsplan Nijkerkerstraat eo heeft in november 2004 ter inzage gelegen. Een ieder kon het inzien en reageren. Er zijn twee schriftelijke inspraakreacties ontvangen. Ook is er gelegenheid geweest om informatie te verkrijgen over het bestemmingsplan. Ongeveer 8 personen hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt. De inspraakresultaten over het bestemmingsplan gingen met name over de voorgenomen autohandel van de firma Jonker.Tevens waren er reacties over de verslechtering van het woon- en leefklimaat langs de Nijkerkerstraat mede naar aanleiding van de voorgenomen aanleg van de tunnel Nijkerkerstraat en de reconstructie van de Nijkerkerstraat. In bijlage 2 die gaat over de ruimtelijke onderbouwing van deze vrijstelling besteden wij aandacht aan de ontvangen inspraakreacties en daarmee de maatschappelijke haalbaarheid van het vrijstellingsvoornemen. Bij bijlage 2 zit een inspraakrapportage over deze reacties. Vanwege de gevoerde inspraak over het bestemmingsplan beperken wij ons bij dit vrijstellingsvoornemen uitsluitend tot de wettelijk inspraak. 3 Communicatie Die wettelijke inspraak kan pas starten als de: 1. gemeenteraad akkoord is met het starten van de vrijstellingsprocedure en het voorbereiden van de herziening van het bestemmingsplan Nijkerkerstraat en omgeving. 2. resultaten bekend zijn van de nieuwe onderzoeken die gedaan worden naar geluidhinder en luchtkwaliteit. De wettelijke inspraak houdt in dat onder andere tekeningen van de tunnel en de reconstructie van de Nijkerkerstraat ter inzage gelegd worden. De periode van ter inzage legging duurt zes weken. Gedurende deze zes weken kan een ieder mondeling en schriftelijk zienswijzen kenbaar maken. De periode van ter inzage legging wordt gepubliceerd in de Stadsberichten van de gemeente Amersfoort. Omwonenden zullen ook per brief van de inspraakperiode op de hoogte gesteld worden.
4
Gemeente Amersfoort
VERVOLG Ontvangen wij zienswijzen dan overwegen wij deze zienswijzen eerst, voordat wij het verzenden naar Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht (GS). GS beslissen of zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben en toetsen of het vrijstellingsverzoek niet in strijd is met het recht, een goede ruimtelijk ordening of het streekplan. Na het ontvangen van de verklaring van geen bezwaar kunnen wij de vrijstelling en de bouwvergunning verlenen en zullen wij het bestemmingsplan vervolgens dien overeenkomstig aanpassen en het plan voor vaststelling aan u voorleggen.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
-1. ontwerp-raadsbesluit -2. ruimtelijke onderbouwing (nr. 2308264) + inspraakrapportage (nr. 2327068) Ter inzage
-1. verkeersovereenkomst Vathorst -2. B. en W. besluit over de projectdefinitie reconstructie Nijkerkerstraat -3. tijdschema van de artikel 19.1 WRO-procedure -4. tekening 5
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2308264
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 april 2007, sector SOB/RO (nr.2308264);
b e s l u i t:
1. de vrijstellingsprocedure ex artikel 19.1 WRO te starten voor het bouwplan voor de tunnel en de reconstructie van de Nijkerkerstraat; 2. overeenkomstig artikel 21 WRO de herziening van het bestemmingsplan Nijkerkerstraat eo voor te bereiden.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 24 april 2007. de griffier
de voorzitter
6
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr R. Luchtenveld
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2351118 : 3 april 2007 : HB-4
TITEL Vrijstelling ex artikel 19 lid 1 WRO voor het bouwen van een nutsvoorziening op het perceel Utrechtseweg 307.
BESLISPUNTEN 1. De vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 WRO op te starten voor het bouwen van een nutsvoorziening op het perceel Utrechtseweg 307; 2. te verklaren dat een herziening van het bestemmingsplan ‘Utrechtseweg- Hogeweg en Groenesteeg’ wordt voorbereid voor het perceel Utrechtseweg 307, kadastraal bekend als C 5034, zoals ook aangeduid op het bijbehorende kaartje en dat het besluit in werking treedt de dag volgend op die waarop het bekend gemaakt wordt.
AANLEIDING Op 21 juli 2006 is door de heer J. Cornelisse namens ENECO Energie Infra Utrecht NV vergunning gevraagd voor het plaatsen van een schakelstation met bijbehorende voorzieningen op het perceel Utrechtseweg 307. Het bouwplan ziet op het vergroten en vernieuwen van het bestaande schakelstation met een buitenveld, een transformatorbox, een opstelplaats voor een mobiele kraan en een 50/10Kv station. Het bouwplan past niet binnen het vigerende bestemmingsplan en houdt daarom impliciet een verzoek om vrijstelling in. Het bouwplan is getoetst aan stedenbouwkundige randvoorwaarden en milieuregelgeving (zie bijlage toetsing bouwplan). Op basis daarvan heeft ons college besloten in te stemmen met dit vrijstellingvoorstel. Gelet op de omvang van het bouwplan kan aan alleen aan dit bouwplan worden meegewerkt met een vrijstelling ex artikel 19 lid 1 WRO. Hierin is bepaald dat de gemeenteraad het bevoegde orgaan is om de in dat artikel geregelde vrijstellingsprocedure te initiëren. Omdat het bestemmingsplan ouder is dan 10 jaar dient de raad bovendien te besluiten dat een herziening van het bestemmingsplan wordt voorbereid. Wij stellen u dan ook voor te beslissen over dit vrijstellingsverzoek en het voorbereidingsbesluit.
BEOOGD EFFECT Dit besluit dient om het bouwen en vergroten van het schakelstation aan de Utrechtseweg 307 mogelijk te maken.
ARGUMENTEN 1.1 het bouwplan maakt een benodigde voorziening mogelijk Het huidige schakelstation is in 1984 gebouwd. Er is toen gekozen voor een provisorische opstelling met een prefab-gebouw. Inmiddels voldoet dit station niet meer aan de eisen van deze tijd. Bovendien is de energievraag in Amersfoort door alle ontwikkelingen zodanig toegenomen dat uitbreiding dringend gewenst is naast het andere bestaande schakelstation aan het Smallepad.
KANTTEKENINGEN 1.1 het bouwvolume neemt toe ter plaatse Ten opzichte van de bestaande bebouwing neemt het bouwvolume toe. Vanuit het openbaar gebied is dit niet tot nauwelijks zichtbaar. Het bouwvolume is ingepast op deze locatie en voldoet aan de eisen van stedenbouw en welstand. Inlichtingen bij:
mw mr W. Verbeek, SOB/RO, (033) 469 44 92
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 2
FINANCIËN De kosten voor de vrijstellingsprocedure bedragen € 6300 op grond van de Legesverordening 2006. Het bouwplan zelf betreft een particulier initiatief.
VERVOLG Nadat u hebt besloten tot het verlenen van medewerking aan de vrijstellingsprocedure, leggen wij het vrijstellingsverzoek en de bijbehorende stukken voor een iedere gedurende zes weken ter visie. Wanneer er geen zienswijzen worden ontvangen vragen wij Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht om te verklaren dat zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben. Na het ontvangen van de verklaring van geen bezwaar kan ons college vrijstelling verlenen. Hiertegen is ingevolge de Algemene wet bestuursrecht bezwaar en beroep mogelijk.
BETROKKEN PARTIJEN Ons college heeft in het kader van deze vrijstellingsprocedure besloten af te zien van een voorbereidende inspraakronde, zoals opgenomen in de Inspraakverordening gemeente Amersfoort 2003, alvorens dit voorstel aan de gemeenteraad voor te leggen. Naar ons oordeel zijn er gelet op het voorliggende plan mede gelet op de beperkte afwijking van het vigerende bestemmingsplan en de ligging van het bouwplan niet zodanige belangen bij dit besluit betrokken dat het nodig is voorafgaand aan de termijn van zienswijzen het voorgenomen besluit aan inspraak te onderwerpen.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit - toetsing vrijstelling bouwplan Utrechtseweg 307
2351118 raadsbesluit
Gemeente Amersfoort pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2351118
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 april 2007, sector SOB/RO (nr.2351118); gelet op artikel 19 lid 1 Wet op de Ruimtelijke Ordening; b e s l u i t:
1. de vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 WRO op te starten voor het bouwen van een nutsvoorziening op het perceel Utrechtseweg 307; 2. te verklaren dat een herziening van het bestemmingsplan ‘Utrechtseweg- Hogeweg en Groenesteeg’ wordt voorbereid voor het perceel Utrechtseweg 307, kadastraal bekend als C 5034, zoals ook aangeduid op het bijbehorende kaartje en dat het besluit in werking treedt de dag volgend op die waarop het bekend gemaakt wordt.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 24 april 2007. de griffier
de voorzitter
2351118 raadsbesluit
Gemeente Amersfoort pagina 1
Bijlage: toetsing vrijstelling bouwplan Utrechtseweg 307 Aanvraag Het verzoek betreft het bouwen en vergroten van het schakelstation van ENECO Energie aan de Utrechtseweg 307. Wettelijk kader van de vrijstelling In artikel 19, lid 1 WRO staat dat de gemeenteraad ten behoeve van de verwezenlijking van een project vrijstelling kan verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits het project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing en vooraf van Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen. Onder een goede ruimtelijke onderbouwing wordt bij voorkeur een gemeentelijk of intergemeentelijk structuurplan verstaan. Indien er geen structuurplan is of wordt opgesteld, wordt bij de ruimtelijke onderbouwing in elk geval ingegaan op de relatie met het ter plaatse geldende bestemmingsplan, dan wel wordt er gemotiveerd waarom het te realiseren project past binnen de toekomstige bestemming van het betreffende gebied. Bestemmingsplan Ter plaatse vigeert het bestemmingsplan ‘Utrechtseweg-Hogeweg en Groenesteeg’. Het bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad op 27 augustus 1963 en goedgekeurd door GS op 18 maart 1964. De Kroon heeft uitspraak gedaan op 1 september 1965. Op het perceel rust ingevolge artikel 8 van de voorschriften de bestemming ‘Bebouwing van bijzondere aard’, waaronder wordt verstaan verpleeginrichtingen, rusthuizen, wetenschappelijke instelling etc. Deze nutsvoorziening bestaande uit het vergroten en vernieuwen van het bestaande schakelstation met een buitenveld, een transformatorbox, een opstelplaats voor een mobiele kraan en een 50/10Kv station past niet binnen deze bestemming; bovendien wordt er buiten de op de plankaart aangegeven bouwstrook gebouwd. Gelet op de strijdigheden kan alleen met een vrijstelling ex artikel 19 lid 1 WRO aan het bouwplan worden meegewerkt. Stedenbouw Voor de stedenbouwkundige en landschappelijke beoordeling van bouwplannen in het bosgebied ten westen van Amersfoort gelden als belangrijkste uitgangspunten: -bestaande instellingen/voorzieningen worden zoveel mogelijk gefaciliteerd in hun ruimtelijke ontwikkeling, mits programmatisch onderbouwd en integraal vormgegeven.Dus zowel aandacht voor bebouwing als voor landschap. Nieuwe ontwikkelingen daarentegen worden niet toegestaan. -De typologie 'bebouwing in het bos', waarbij het boskarakter primair is en de bebouwing secundair, dient te worden gehandhaafd, waar mogelijk zelfs versterkt. Het onderhavige bouwplan sluit aan op een reeds bestaande bebouwing. Er is een inrichtingsvoorstel voor het terrein en het boskarakter. Hiermee blijft de typologie van het gebied gehandhaafd.Het plan voldoet daarmee aan de uitgangspunten en is derhalve vanuit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt acceptabel. Welstand De welstandscommissie heeft het bouwplan op 2 augustus 2006 aanvaardbaar geacht met dien verstande dat het gebouw in een donkergroene dan wel antraciete kleur wordt uitgevoerd mits passend bij het metselwerk. Wet Geluidhinder Het betreft een niet geluidsgevoelig bouwwerk in de zin van de Wet Geluidhinder. Deze wet kan buiten beschouwing blijven.
2351118 raadsbesluit
Gemeente Amersfoort pagina 1
Besluit Luchtkwaliteit 2005 Gesteld kan worden dat het bouwplan geen overschrijdingen van de grenswaarden voor de jaargemiddelde concentraties NO2 en fijnstof oplevert. Er wordt voldaan aan de normen in het Besluit Luchtkwaliteit 2005. Immers, het bouwplan heeft nauwelijks verkeersaantrekkende werking. Er zijn geen mensen aanwezig bij deze voorziening. Enkele keren per jaar zullen er onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden. Watertoets Het bebouwde oppervlak neemt dusdanig beperkt toe dat een Watertoets achterwege blijft. Bodemtoets De bodemtoets heeft plaatsgevonden en is akkoord bevonden op 22 januari 2007. Ecologie Het perceel ligt binnen de Ecologische Hoofdstructuur Structuur (de EHS). Er is daarom een rapport opgesteld. Het gehele rapport is als bijlage opgenomen. De belangrijkste conclusies luiden: - Indien het perceel verlicht zou worden dient rekening gehouden te worden met mogelijk voorkomende vleermuizen in het gebied. - Ook dienen twee oude beuken ten oosten van het plangebied te ontzien worden. Verstoring van broedvogels dient te allen tijde voorkomen te worden. Het kappen dient buiten het broedseizoen plaats te vinden (15 maart- 15 juli). - Schade voor beschermde landzoogdieren is te voorkomen door het bouwrijp maken van het perceel uit te voeren in de periode augustus- februari, indien de planning dit toelaat. Parkeren De parkeerbehoefte neemt niet toe. Er zijn geen mensen aanwezig bij deze voorziening. Enkele keren per jaar zullen er onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden. Communicatie Gelet op het voorliggende plan zijn mede gelet op de beperkte afwijking van het vigerende bestemmingsplan niet zodanige belangen bij dit besluit betrokken dat het nodig is voorafgaand aan de termijn van zienswijzen het voorgenomen besluit aan inspraak te onderwerpen. De resterende procedure biedt afdoende rechtszekerheid en mogelijkheden voor derden om te reageren. Toekomstige Ontwikkeling Er zijn geen ontwikkelingen die in dit kader relevant zijn. Conclusie Het ontvangen bouwplan is voldoende ruimtelijk onderbouwd. Gelet op het vorenstaande kan worden meegewerkt aan het voorliggende plan.
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr R. Luchtenveld
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2368774 : 3 april 2007 : HB-5.
TITEL Het verlenen van vrijstelling ex artikel 19 lid 1 van de WRO en het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het vergroten van een onderwijsgebouw aan de Utrechtseweg 228 middels het plaatsen van een verdieping op een gedeelte van het gebouw Boswijk.
BESLISPUNTEN 1. Overeenkomstig artikel 19 lid 1 van de WRO medewerking te verlenen aan het vrijstellingsverzoek voor het vergroten van een onderwijsgebouw aan de Utrechtseweg 228 middels het plaatsen van een verdieping op een gedeelte van het gebouw Boswijk; 2. overeenkomstig artikel 21 van de WRO te verklaren dat een herziening van het “Uitbreidingsplan Utrechtseweg – de Hogeweg aan en nabij de Groenesteeg” wordt voorbereid voor het perceel gelegen aan de Utrechtseweg 228; 3. te verklaren dat dit besluit in werking treedt op de dag volgend op die waarop het bekend is gemaakt.
AANLEIDING Op 22 november 2006 is namens het Hoornbeeck College vergunning gevraagd voor het aanpassen en uitbreiden van het onderwijsgebouw Boswijk middels het plaatsen van een verdieping op een gedeelte van genoemd onderwijsgebouw aan de Utrechtseweg 228. Ons beluit van .. maart 2007 met de nota van 20 maart 2007 omvat de verplichte ruimtelijke onderbouwing, zie bijlage 1.
BEOOGD EFFECT Dit besluit dient om het vergroten van het onderwijsgebouw aan de Utrechtseweg 228 mogelijk te maken.
ARGUMENTEN 1. Het bestuur van het Hoornbeeck College en van het Lodenstein College te Amersfoort heeft plannen ontwikkeld voor de verplaatsing van de onderwijsgerelateerde kantoorfuncties van het Hoornbeeck College en het Van Lodenstein College naar het Boswijkgebouw aan de Utrechtseweg 228 te Amersfoort. Tevens is er voor het onderwijs extra ruimte nodig. Het project omvat dus het realiseren van een extra verdieping op een gedeelte van het Boswijkgebouw alsmede een gedeeltelijke herinrichting van de begane grond van dit bestaande gebouw. 2. Stedenbouwkundig gezien is het bouwen op genoemde bestemming aanvaardbaar om de volgende redenen: Gestreefd is naar een compacte (concentratie en clustering) en heldere uitbreiding van het bestaande Boswijkgebouw zodat het bosgebied zo min mogelijk versnippert en het ruimtelijk wensbeeld (bos is de baas, bebouwing te gast) vorm krijgt. De nieuwbouw “zweeft” als het ware boven het bestaande gebouw. De lint met bestaande gebouwen en uitbreidingen is gevonden door het introduceren van een horizontale geleding in de transparante voorgevel. De overige gevels zullen een vrij gesloten karakter krijgen. De uitbreiding zal op kolommen worden geplaatst die aan de zuidzijde onderdeel zijn van de compositie. De bestaande gevels sluiten op een evenwichtige wijze aan op de nieuwe gebouwstructuur. Materiaal en kleurkeuze, in combinatie met zorgvuldige detailleringen dragen bij aan een eigenzinnig karakter, passend bij de overige bestaande en in aanbouw zijnde gebouwen. Het bebouwd oppervlak blijft op de kolomstructuur na hetzelfde als het bestaande bebouwde oppervlak. Onderhavig bouwplan past overigens in het toekomstige bestemmingsplan “Utrechtseweg”. Inlichtingen bij:
mw. mr. S.E. Eissens, SOB/RO, (033) 469 51 24
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 2
3. Het voorbereidingsbesluit ex artikel 21 WRO dient om het vrijstellingsbesluit mogelijk te maken. Op grond van de WRO kan de vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 WRO slechts worden gevoerd als het bestemmingsplan waarin het project ligt niet ouder is dan 10 jaar. Is het betreffende bestemmingsplan wel ouder dan 10 jaar dan is het realiseren van het project alleen toegestaan wanneer voor het gebied een voorbereidingsbesluit is genomen of een ontwerpherziening ter inzage is gelegd. Het geldende “Uitbreidingsplan Utrechtseweg – de Hogeweg aan en nabij de Groenesteeg” ouder dan 10 jaar. Vandaar dat het alleen mogelijk is om vrijstelling te verlenen wanneer u tevens een voorbereidingsbesluit neemt.
KANTTEKENINGEN 1. Het bouwplan is in strijd met het bestemmingsplan. Op het perceel aan de Utrechtseweg 228 geldt het bestemmingsplan “Uitbreidingsplan Utrechtseweg – de Hogeweg aan en nabij de Groenesteeg”. Genoemd plan is vastgesteld door G.S. van Utrecht op 27 augustus 1963. Onderhavig perceel heeft hierin de bestemming “bebouwing BA bijzondere aard” en “Tuin”. Op de gronden met de bestemming “bebouwing BA van bijzondere aard” mogen ingevolge artikel 8 van de geldende planvoorschriften slechts worden opgericht gebouwen voor o.a. onderwijsinrichtingen. De gronden die bestemd zijn voor “Tuin” mogen op grond van artikel 10 van de geldende planvoorschriften niet worden bebouwd. Tot slot is in artikel 15 van de planvoorschriften bepaald dat gebouwen slechts mogen worden gebouwd ter plaatse van de op de kaart aangegeven bebouwingsstroken. Gelet op bovengenoemde strijdigheden is een vrijstelling, ex artikel 19 lid 1 van de WRO, van het Uitbreidingsplan noodzakelijk om aan het bouwplan medewerking te kunnen verlenen.
FINANCIËN Met het plan zijn geen investeringen van de gemeente gemoeid. Er zijn derhalve geen financiële consequenties.
COMMUNICATIE Communicatie is geregeld in de procedure op basis van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
VERVOLG Nadat u heeft besloten tot het verlenen van medewerking aan de vrijstellingsprocedure, leggen wij het vrijstellingsverzoek op basis van de ingediende stukken voor een ieder gedurende zes weken ter inzage. Wanneer er geen zienswijzen worden ontvangen en tevens het voorbereidingsbesluit van kracht is vragen wij Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht (hierna: GS) of zij tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben. Na het ontvangen van de verklaring van geen bezwaar kunnen de vrijstelling en bouwvergunning worden verleend. Hiertegen is volgens de Algemene wet bestuursrecht bezwaar en beroep mogelijk. Wanneer er wel zienswijzen worden ontvangen zullen wij deze afhandelen en vervolgens de verklaring van geen bezwaar bij GS aanvragen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 3
BETROKKEN PARTIJEN Het Hoornbeeck College en het Van Lodenstein College.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
-.ontwerp-raadsbesluit -.kaartje van het werkingsgebied voorbereidingsbesluit -.nota van Overwegingen (reg. nr. 2356799)
2368774 raadsbesluit
Gemeente Amersfoort pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2368774
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 april 2007, sector SOB/RO (nr.2368774); b e s l u i t:
1. overeenkomstig artikel 19 lid 1 van de WRO medewerking te verlenen aan het vrijstellingsverzoek voor het vergroten van een onderwijsgebouw aan de Utrechtseweg 228 middels het plaatsen van een verdieping op een gedeelte van het gebouw Boswijk; 2. overeenkomstig artikel 21 van de WRO te verklaren dat een herziening van het “Uitbreidingsplan Utrechtseweg – de Hogeweg aan en nabij de Groenesteeg” wordt voorbereid voor het perceel gelegen aan de Utrechtseweg 228; 3. te verklaren dat dit besluit in werking treedt op de dag volgend op die waarop het bekend is gemaakt.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 24 april 2007. de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr R. Luchtenveld
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2259321 : 10 april 2007 : HB-6
TITEL Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007
BESLISPUNTEN 1. De Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007 vast te stellen; 2. de Woonconsumentenverordening Amersfoort 2002 in te trekken.
AANLEIDING De Woonconsumentenverordening Amersfoort 2002 maakt het mogelijk woonconsumenten financieel te ondersteunen in hun activiteiten en regelt hun recht op informatie en beïnvloeding van het voor hen van belang zijnde gemeentelijk beleid. Echter, er bestaat behoefte aan een transparanter afwegingskader. Daarnaast zijn er enkele maatregelen voorgesteld naar aanleiding van een organisatiebrede legal audit van de juridische dienstverlening (technische aanpassingen). Deze maatregelen zijn meegenomen in voorliggende Woonconsumentenverordening 2007.
BEOOGD EFFECT Doordat er meer richting wordt gegeven omdat het college thema’s benoemt uit recent vastgestelde volkshuisvestelijke beleidsdocumenten waaraan de aanvraag moet voldoen en doordat het college een verdeelmaatstaf vaststelt kan de verdeling van de subsidie helder en transparant plaatsvinden (er worden duidelijk kaders gesteld waar binnen de subsidie kan worden verleend).
ARGUMENTEN 1.1 Helder kader Doordat het college thema’s benoemt uit recent vastgestelde beleidsdocumenten (Woonvisie 2006-2010 en Prestatiecontract 2006-2010) en een verdeelmaatstaf aangeeft kan de verdeling van de subsidie binnen een duidelijk kader worden verleend. 1.2 Maximale vergoeding In voorliggende verordening is geregeld dat een organisatie niet meer dan 50% van het totale budget kan ontvangen, zodat veilig gesteld is dat ook nieuwe kleine organisaties gebruik kunnen maken van de woonconsumentensubidie.
KANTTEKENINGEN Geen kanttekeningen
FINANCIËN Geen financiële consequenties.
VERVOLG Na vaststelling door de raad zal de verdeling van de woonconsumentensubsidie op voorgestelde wijze gebeuren. Na twee jaar, dat wil zeggen eind 2009, worden de wijzigingen in de Woonconsumentenverordening tegen het licht gehouden.
Inlichtingen bij:
J.H. Bilderbeek, SOB/RO, (033) 469 43 75
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 2
BETROKKEN PARTIJEN Beleidsadviesgroep Volkshuisvesting (BAV) heeft 9 februari 2007 aan het college een advies uitgebracht.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit - Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007 (nr. 2228083) - bijlage I: Verschillen Woonconsumentenverordening 2002 en 2007 (nr. 2312263)
2259321 raadsbesluit
Gemeente Amersfoort pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2259321
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, sector SOB/RO (nr.2259321); b e s l u i t:
1. de Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007 vast te stellen; 2. de Woonconsumentenverordening Amersfoort 2002 in te trekken.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 24 april 2007 de griffier
de voorzitter
Verordening
Reg.nr. 2228083
De raad van de gemeente Amersfoort; gelezen het voorstel van het college d.d. 10 april 2007, sector SOB/VH (reg.nr. 2259321); overwegende dat het gewenst is regels te stellen voor subsidiebesluiten inzake het Woonconsumentenbudget voor het versterken van de positie van de woonconsument in de lokale Amersfoortse volkshuisvesting, gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en op de Algemene Wet Bestuursrecht; b e s l u i t: vast te stellen de volgende verordening:
Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007 HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Definiëring van begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Woonconsumenten: bewoners, te weten huurders en eigenaren-bewoners van woningen in de gemeente Amersfoort, alsmede woningzoekenden, te weten potentiële huurders en potentiële eigenaar-bewoners in de gemeente Amersfoort. 2. Woonconsumentenorganisaties: -rechtspersonen die volgens hun statuten, structuur en werkwijze zonder winstoogmerk werkzaam zijn op het terrein van de volkshuisvesting als representant en ten behoeve van woonconsumenten in Amersfoort, woningcorporaties daaronder niet begrepen; -organisaties zonder rechtspersoonlijkheid die naar het oordeel van het college met voornoemde rechtspersonen in het kader van deze verordening kunnen worden gelijkgesteld; 3. Activiteiten:
werkzaamheden verricht door woonconsumenten of woonconsumentenorganisaties, die zijn gericht op concrete volkshuisvestingsprojecten in Amersfoort, dan wel op het verhogen van de organisatiegraad van de Amersfoortse woonconsument;
4. Apparaatskosten:
kosten voor secretariële werkzaamheden, de benodigde apparatuur en materialen, die woonconsumenten of woonconsumentenorganisaties maken ten behoeve van activiteiten;
#2228083 v2 - WOONCONSUMENTENVERORDENING 2007
1
5. Scholing:
activiteiten, gericht op het verkrijgen van kennis en inzicht betreffende het gebied van de volkshuisvesting;
6. Volkshuisvestelijk belang: hieronder wordt in ieder geval verstaan het leveren van een positieve bijdrage aan: - totstandkoming, instandhouding of verbetering van woningen; - volkshuisvestingsexperimenten; - totstandkoming van bewoners- en/of huurdersorganisaties.
Artikel 1.2 Subsidieplafond 1. De raad bepaalt het subsidieplafond voor het budget dat jaarlijks beschikbaar is voor activiteiten, scholing en apparaatskosten. 2. Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt in een huis-aan-huisblad en op de gemeentelijke internetsite. HOOFDSTUK 2: SUBSIDIE AANVRAAG Artikel 2.1 Wijze van aanvragen 1. Aanvragen voor subsidie moeten op 1 december voorafgaand aan het jaar waarvoor de bijdrage wordt verzocht, ontvangen zijn door het college. Aanvragen die na deze datum binnenkomen, worden alleen in behandeling genomen wanneer het subsidieplafond ruimte biedt. 2. Als tijdstip van ontvangst van een aanvraag geldt het moment waarop de aanvraag aan de in deze verordening gegeven voorschriften voldoet. 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht verstrekt de aanvrager bij zijn aanvraag schriftelijk de volgende gegevens en/of bescheiden: a - de statuten of het reglement van de woonconsumentenorganisatie; - een opgave van de bestuurssamenstelling; - de laatste jaarrekening en het laatste verslag van de activiteiten. In het geval dat een subsidieaanvraag wordt ingediend door een niet-rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie of groep van woonconsumenten dient te worden vermeld welke personen de organisatie of groep vertegenwoordigen en zich financieel verantwoordelijk stellen voor een juiste besteding van de te verlenen subsidie. b. een gespecificeerde begroting van inkomsten en uitgaven, die betrekking heeft op de in het betreffende kalenderjaar te ontplooien activiteiten zoals bedoeld in deze verordening, zo nodig vergezeld van inkomsten en uitgaven in verband met scholing en apparaatskosten; c. een beschrijving van - de aard, omvang en uitvoering van de activiteiten, dan wel scholing; - ten behoeve van welke (groepen van) woonconsumenten de activiteiten, dan wel scholing worden verricht; - wie de activiteit, dan wel scholing zal verrichten; - de wijze en het tijdstip waarop over het resultaat van de activiteiten, dan wel scholing en de besteding van de subsidie zal worden gerapporteerd; - aan welk thema de activiteit bijdraagt (zie toelichting). 4. In het geval dat er bijzondere redenen zijn die het noodzakelijk maken op korte termijn over de subsidiegelden te beschikken, wordt door de aanvrager de fatale datum vermeld, alsmede de reden waarom het verzoek versneld moet worden afgehandeld. Artikel 2.2 Subsidievoorwaarden 1. Het college kan subsidie verlenen voor verschillende activiteiten. #2228083 v2 - WOONCONSUMENTENVERORDENING 2007
2
2. Het college benoemt jaarlijks thema’s waarvoor woonconsumentensubsidie kan worden aangevraagd. De thema’s worden bekendgemaakt in een huis-aan-huisblad en op de gemeentelijke internetsite. 3. Een woonconsumentenorganisatie of een groep woonconsumenten kan bij het college een aanvraag indienen voor het verlenen van subsidie als tegemoetkoming in de apparaatskosten tot een maximum van 25% van het totale subsidiebedrag. Artikel 2.3 Beoordeling 1. Het college beoordeelt jaarlijks de binnengekomen aanvragen en beslist binnen acht weken na 1 december over subsidieverlening. 2. Deze termijn kan éénmaal met maximaal vier weken worden verlengd. Artikel 2.4 Subsidie verlenen 1. De subsidie wordt verleend indien en voorzover naar het oordeel van het college: a. met de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd, het belang van de volkshuisvesting in Amersfoort in voldoende mate wordt gediend; b. de kosten in redelijke verhouding staan tot het met de activiteit(en) beoogde doel; c. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet op grond van enige andere regeling subsidiabel zijn; d. er voldoende woonconsumentenbudget beschikbaar is. 2. Het bedrag van de subsidie op grond van deze verordening bedraagt maximaal het bedrag van de door de aanvrager begrote kosten, maar kan niet meer zijn dan 50% van het totaal beschikbare subsidiebudget. 3. Het college verleent de subsidie op basis van een door het college jaarlijks vastgestelde verdeelmaatstaf. De verdeelmaatstaf wordt bekendgemaakt in een huis-aan-huisblad en op de gemeentelijke internetsite. 4. Het college kan aan de subsidieverlening verplichtingen verbinden. 5. Wijzigingen die optreden na het indienen van een subsidieaanvraag en die van belang zijn in verband met het verlenen van deze subsidie moeten worden gemeld aan het college en, indien subsidie reeds is verleend, door hen worden geaccordeerd. 6. Indien subsidie wordt verleend, wordt in het subsidiebesluit vermeld: - het bedrag waarvoor subsidie wordt verleend; - de verplichtingen die eventueel aan het verlenen van de subsidie zijn verbonden; - de wijze waarop de subsidie zal worden betaald. - Indien het verleende subsidiebedrag lager is dan het aangevraagde subsidiebedrag, worden de redenen vermeld die daartoe aanleiding hebben gegeven. 7. Wanneer in bijzondere gevallen, zoals bij een verplichte voorfinanciering door de subsidieontvanger, betaling in twee termijnen tot ongewenste consequenties zou leiden, kan het college op een daartoe strekkend verzoek van belanghebbende besluiten tot uitbetaling van het gehele subsidiebedrag als voorschot ineens, zij het onder door hen nader te stellen verplichtingen. Artikel 2.5 Verantwoording, goedkeuring en vaststelling 1. 2.
Het subsidiebedrag wordt zo spoedig mogelijk als voorschot uitbetaald voor maximaal 50%. Het restant van het verleende subsidiebedrag wordt uitbetaald nadat het college de subsidie heeft vastgesteld. Dit restant wordt vastgesteld als de aanvrager, aan de hand van een declaratie en vergezeld van schriftelijke bewijsstukken, heeft aangetoond welke kosten daadwerkelijk in het subsidiejaar zijn gemaakt. 3. Een woonconsumentenorganisatie die subsidie krijgt op grond van deze verordening is verplicht: - inzage te geven in boekhouding en administratie; - alle inlichtingen te verstrekken, desgewenst schriftelijk, die in het belang van een goede controle op het financiële beheer en administratie worden gevraagd;
#2228083 v2 - WOONCONSUMENTENVERORDENING 2007
3
- alle inlichtingen te verstrekken, die worden gevraagd in het belang van de beoordeling van de doelmatigheid en rechtmatigheid terzake van de besteding van de subsidie. 4. Het college kan de subsidie op nihil vaststellen, indien het project ingrijpend is gewijzigd, zonder dat het college met wijziging akkoord is gegaan. Artikel 2.6 Hardheidsclausule Indien de toepassing van de verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kan het college afwijken van de bepalingen in deze verordening.
HOOFDSTUK 3: SLOTBEPALINGEN Artikel 3.1 Intrekken Woonconsumentenverordening Amersfoort 2002 De Woonconsumentenverordening Amersfoort 2002 wordt ingetrokken. Artikel 3.2 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007. Artikel 3.3 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 24 april 2007. de griffier,
de burgemeester,
PUBLICATIEDATUM:
#2228083 v2 - WOONCONSUMENTENVERORDENING 2007
4
TOELICHTING WOONCONSUMENTENVERORDENING AMERSFOORT 2007 Hieronder volgt een toelichting op enkele artikelen. Ad Artikel 2.2 lid 1 In lid 1 wordt gesteld dat subsidie kan worden aangevraagd ten behoeve van een activiteit: voor een concreet volkshuisvestingsproject. Hiermee wordt aangegeven dat duidelijk moet zijn om welk project het gaat en waar en wanneer de activiteit ten behoeve van het project is gepland. Een aanvraag om subsidie voor een haalbaarheidsonderzoek ten behoeve van een project waarvan bijvoorbeeld nog niet duidelijk is of daarvoor een locatie beschikbaar is, betreft (als voorbeeld) een niet concreet volkshuisvestingsproject. Pas als aannemelijk is, dat een locatie beschikbaar kan worden gesteld, is een dergelijk verzoek ontvankelijk. Voorbeelden van activiteiten zijn: 1. onderzoek naar de financiële en/of bouwkundige haalbaarheid van plannen voor nieuwbouw of verbouw van woningen die naar het oordeel van het college van belang zijn voor de volkshuisvesting in Amersfoort. Het onderzoek mag niet slechts ten doel hebben de haalbaarheid van alternatieven voor reeds bestaande plannen te onderzoeken; 2. het ontwerpen van plannen voor alternatieve woonvormen, experimentele bouw, collectieve vormen van particulier opdrachtgeverschap en/of alternatieve beheervormen van woonruimte in Amersfoort; 3. het scholen en voorlichten van (groepen van) woonconsumenten in de gemeente Amersfoort, alsmede het bevorderen van de organisatiegraad van bewoners/huurders in de gemeente Amersfoort; 4. een loket met een lage drempel voor informatie en advies. 5. het oprichten van een woongroep; 6. andere concrete (eenmalige) activiteiten die het college van bijzonder belang achten voor de Amersfoortse volkshuisvesting. Ad Artikel 2.4 lid 1 Het gestelde in artikel 2.4 artikel 1 onder c dient ter voorkoming van voortijdige uitputting van het (beperkte) woonconsumentenbudget. Tevens kan hierdoor stapeling van subsidies worden tegengegaan. Een subsidie heeft de bedoeling een activiteit die moeilijk van de grond komt, te stimuleren. Een bijdrage, die de kosten te boven gaat, schiet haar doel voorbij. Het te veel ontvangene behoort voor een andere activiteit te worden aangewend. Als het door de gemeenteraad beschikbaar gestelde bedrag niet toereikend is om alle aanvragers van subsidie te voorzien (zie artikel 1 onder d), laat het college bij het beslissen over aan wie en hoeveel uit te keren het belang van vrijwilligersorganisaties prevaleren boven dat van organisaties/individuen die slechts een individueel belang nastreven. Voorbeelden van subsidieontvangers: -
Huurdersbelangenverenigingen; Belangenverenigingen voor bepaalde bevolkingsgroepen; Woongroepen in oprichting; VAC Amersfoort adviescommissie voor woningbouw en woonomgeving;
#2228083 v2 - WOONCONSUMENTENVERORDENING 2007
5
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr R. Luchtenveld
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2369600 : 10 april 2007 : HB-7.
TITEL Vaststellen subsidieplafond ten behoeve van de woonconsumentensubsidie voor het jaar 2008
BESLISPUNTEN Het subsidieplafond ten behoeve van de woonconsumentensubsidie bepalen op € 30.000,- voor het subsidiejaar 2008.
AANLEIDING Volgens de Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007 stelt de gemeenteraad jaarlijks het subsidieplafond vast ten behoeve van woonconsumenten en woonconsumentenorganisaties. Voor het subsidiejaar 2008 stelt het college voor om net als voorgaande jaren € 30.000,- beschikbaar te stellen.
BEOOGD EFFECT De Woonconsumentenverordening Amersfoort 2007 maakt het mogelijk (organisaties van) woonconsumenten financieel te ondersteunen in hun activiteiten. Met het bepalen van het subsidieplafond voor het subsidiejaar 2008 kunnen eind 2007/begin 2008 de aanvragen voor het jaar 2008 in behandeling worden genomen.
ARGUMENTEN Niet van toepassing.
KANTTEKENINGEN Niet van toepassing.
FINANCIËN Middelen zijn gedekt binnen de gemeentebegroting, programma Ruimtelijke ontwikkeling en wonen.
Inlichtingen bij:
J.H. Bilderbeek, SOB/RO, (033) 469 43 75
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 2
VERVOLG Na vaststelling door de raad zal voor het jaar 2008 maximaal € 30.000,- voor de woonconsumenten en de woonconsumentenorganisaties beschikbaar zijn.
BETROKKEN PARTIJEN Niet van toepassing.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit
2369600 raadsbesluit
Gemeente Amersfoort pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2369600
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, sector SOB/RO (nr.2369600); b e s l u i t:
het subsidieplafond ten behoeve van de woonconsumentensubsidie bepalen op € 30.000,- voor het subsidiejaar 2008.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 24 april 2007. de griffier
de voorzitter
Actuele Motie pardonregeling Amersfoort, 24 april 2007 De raad van de gemeente Amersfoort in vergadering bijeen op 24 april 2007, Gelet op de gevoerde discussies in de Tweede Kamer aangaande de pardonregeling, Overwegende dat: - In het regeerakkoord van het nieuwe kabinet een pardonregeling tot stand is gekomen, voor asielzoekers die voor 1 april 2001 hun eerste asielverzoek hebben ingediend, sindsdien in Nederland verblijven en geen contra-indicaties hebben (oorlogsmisdaden en criminaliteit). - De uitvoering van de pardonregeling pas over meerdere maanden te verwachten is. - Personen die in afwachting van de pardonregeling zijn niet mogen werken en wel in hun levensonderhoud moeten voorzien. - De positie van alleenstaande minderjarige asielzoekers extra kwetsbaar is. - De gemeente een algemene zorgplicht heeft voor mensen die op haar grondgebied verblijven. - In Raadsinformatiebrief nr. 26 van 28 februari 2007 is aangegeven dat - de burgemeester verantwoordelijk is voor het opstellen van verklaringen omtrent verblijf, die vervolgens door de IND worden getoetst en vastgesteld. - dat de gemeente Amersfoort met relevante partners de doelgroep in beeld brengt en overlegt om oplossingen op maat te regelen. Van mening zijnde dat: - Slechts overleggen om oplossingen op maat te regelen voor de doelgroep een te incidenteel karakter heeft om daadwerkelijk invulling te geven aan de gemeentelijke zorgplicht. - Een structurele ondersteuning van de doelgroep ten aanzien van huisvesting en ondersteuning in het levensonderhoud uit menselijk oogpunt noodzakelijk is. Verzoekt het college: 1. Op zo kort mogelijke termijn de doelgroep in kaart te brengen en de verklaringen omtrent verblijf zo snel mogelijk op te leveren aan de IND. 2. Op zo kort mogelijke termijn aan de Raad te rapporteren op welke manier de gemeente op structurele basis invulling kan geven aan haar zorgplicht voor deze doelgroep en welke financiële consequenties dit heeft. 3. Bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten aan te dringen op een sterke lobby richting het kabinet om deze problematiek zo snel mogelijk op te lossen. GroenLinks Mustafa Özcan
Motie
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 24 april 2007 19:00
VERVALLEN : Voortzetting Het Plein in de Raadzaal Amersfoort Vernieuwt Presentatie: Hekman en Koolstra Burgerinitiatief Stadsdichter Voorbereiding besluit Startnotitie voor het ontwikkelen van het Milieubeleidsplan 2008-2011 Peiling
Motie
VERVALLEN : Voortzetting Het Plein in de Raadzaal Amersfoort Vernieuwt Presentatie: Hekman en Koolstra
Motie
Burgerinitiatief Stadsdichter Voorbereiding besluit Reg.nr.: 2388815 Van: De heer W. Maassen Ambtelijk contact: Verhoef-Franken (033 469 43 54) Portefeuillehouder: Kruyt Opsteller: Maassen Samenvatting: Het voorstel is op 13 februari 2007 ook in De Ronde besproken. Naar aanleiding van de vragen en opmerkingen van de raadsfracties, heeft de indiener zijn voorstel nader uitgewerkt. De indiener stelt voor David van den Bosch te benoemen tot officiële stadsdichter van Amerfoort, met daaraan gekoppeld een symbolische vergoeding. Het gaat om een experiment, voor de periode van twee jaar. David van den Bosch publiceert al ruim een jaar gedichten in de Amersfoortse Courant, nadat hij in 2005 de verkiezing tot stadsdichter had gewonnen. Het voorstel is om hem nu officieel door de gemeente te benoemen. Reden van aanbieding: Dit voorstel valt onder het initiatiefrecht voor burgers en voldoet aan de eisen gesteld in in het Reglement van Orde van de raad 2006 (artikel 19). De verordening vraagt van De Ronde om de gemeenteraad te adviseren over het wel of niet plaatsen op de agenda van Het Besluit. De Ronde kan het initiatief vergezeld van haar standpunt ter kennis van het college te brengen. Vervolgtraject: Mogelijk behandeling in Het Besluit Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Burgerinitiatief Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: Burgerinitiatief (/smartsite.shtml?id=172776) : Enkele gedichten (/smartsite.shtml?id=172777) : Voorbeeld contract gem. Groningen (/smartsite.shtml?id=172778 : /smartsite.shtml?id=170454 Besluitenlijst De Ronde 13 feb. 2007 (pdf)
Motie
Startnotitie voor het ontwikkelen van het Milieubeleidsplan 2008-2011 Peiling Reg.nr.: 2373364 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Idenburg (033-4694254) Portefeuillehouder: Eerdmans Opsteller: Idenburg Samenvatting: Het college van burgermeester en wethouders heeft het voornemen een Milieubeleidsplan 2008-2011 op te stellen. In een startnotitie zijn de ambities beschreven en voorzien van een korte beschrijving van de thema’s en onderwerpen waar het college nu aan denkt voor uitwerking in het Milieubeleidsplan. Reden van aanbieding: Het college wil graag aan het begin van het beleidsontwikkelingsproces peilen welk ambitieniveau de Raad als wenselijk beschouwt voor verdere uitwerking in het Milieubeleidsplan. Het college wil daarmee vooraf de wederzijdse verwachtingen betreffende dit beleidsproces afstemmen en daarmee voorkomen dat bij de vaststelling de raad zich niet in het plan herkent. Van de raad wordt gevraagd: De startnotitie wordt ter peiling aan de raad aangeboden. Het college wil graag de opvatting van de raad vernemen over: • het ambitieniveau van de speerpunten; • de volledigheid van thema’s en onderwerpen, die in het beleidsproces mee genomen zullen worden; • de inrichting van het planproces. Vervolgtraject: De peiling in de raad van het ambitieniveau, de volledigheid van de thema’s en onderwerpen en de inrichting van het planproces, kan aanleiding zijn tot het aanpassen van de Startnotitie. Vervolgens zullen de ambities worden uitgewerkt in een een concept Milieubeleidsplan. Het college biedt het concept Milieubeleidsplan medio 2007 ter besluitvorming aan de raad. Doel activiteit: Peiling Soort activiteit: College peilt raad Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: Peiling (/smartsite.shtml?id=172780) : Startnotitie (/smartsite.shtml?id=172781) /smartsite.shtml?id=173289 Bijlage : /smartsite.shtml?id=173294 Milieuactieplan 2007 (pdf) Raadsinformatiebrief 2007 nr 45 (pdf)
Besluitenlijst De Ronde datum:
13 februari 2007
vergaderruimte: Vermerzaal 1.03
Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezig Raadsleden/buitengewoonfractieleden
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
van
20.15 tot
aantal bezoekers:
20.45 uur 15
Reg.nr. 2327729 Burgerinitiatief : Stadsdichter Soort verslag College van B&W Besluitenlijst Soort activiteit Voorbereiding besluit Burgerinitiatief De indiener stelt voor David van den Bosch te benoemen tot officiële stadsdichter van Amerfoort, met daaraan gekoppeld een symbolische vergoeding. David van den Bosch publiceert al ruim een jaar gedichten in de Amersfoortse Courant, nadat hij in 2005 de verkiezing tot stadsdichter had gewonnen. Het voorstel is om hem nu officieel door de gemeente te benoemen Van de raad wordt gevraagd zich uit te spreken over het vervolg: a. steunt De Ronde het voorstel? Zo ja: b. wil De ronde het voorstel agenderen voor de raad en c. stuurt De Ronde het initiatief naar het college vergezeld van haar advies? Portefeuillehouder Kruyt Schulten Opsteller Verhoef-Franken Maassen -Portefeuillehouder Kruyt Van den Berg (JA), Cooijmans (VVD), Ambtenaren Kennedy-Doornbos (CU), Kesler (GL), Kruisselbrink-Borgonjen (CDA), Parmaksiz (PvdA), R. Schulten (BPA) Dhr. W. Borra Fracties reageren in meerderheid positief. Er zijn vragen en opmerkingen over: experiment of definitieve benoeming, looptijd benoeming, mogelijkheid voor onderbrengen bij bestaande Amersfoortse organisatie, afspraken auteursrecht, positie ten opzichte van gemeente (o.a. onafhankelijkheid), relatie met Amersfoortse krant, vergoeding. Indiener komt met nader uitgewerkt voorstel. Verwezen is naar informatie van andere gemeenten en ook is inhoudelijke ondersteuning toegezegd door wethouder Kruyt. Griffie begeleidt indiener hierbij. Naar Het Besluit Advies zonder debat Terug in De Ronde Voldoende besproken Vervolgstap college Afgedaan
met debat, woordvoerder 1e ronde:
Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
#2327729 v1 - BESLUITENLIJST DR 13-2-2007 - BURGERINITIATIEF STADSDICHTER
Milieu Actie Plan 2007 1. Aanleiding De milieuambities van het college zijn in het Collegeprogramma bij het onderdeel ‘Milieu en Duurzame Ontwikkeling’ op hoofdlijnen verwoord. In de Programmabegroting 2007-2010 zijn deze ambities nader uitgewerkt. missie
Het college wil, samen met bewoners, ondernemers, andere overheden en maatschappelijke organisaties, werken aan een vitale stad. Aantrekkelijk om in te wonen, werken en recreëren. In het programmaonderdeel milieu staat de duurzame ontwikkeling van de stad en het behoud en de versterking van het ecologisch kapitaal centraal.
doelen
Het college stelt zich tot doel om in Amersfoort de goede milieukwaliteit vast te houden en waar nodig en mogelijk te verbeteren. Tevens wil zij een bijdrage leveren aan een gezonde, duurzame leefomgeving op basis van drie speerpunten: gezond en veilig; energie en klimaat; natuur en biodiversiteit. Dit Milieu Actie Plan geeft aan hoe de gemeente Amersfoort in 2007 uitvoering geeft aan het bereiken van deze doelen. Hoewel tijdens de vorige collegeperiode het accent op de wettelijke taken lag, zijn toen al stappen gezet in de richting van een ambitieuzer milieubeleid. Het huidige collegeprogramma biedt een goede basis om deze ambitie onder de vlag ‘Duurzaam Amersfoort’ verder gestalte te geven.
2. Beleidskader Voor verschillende milieuthema’s zijn in het recente verleden of worden in 2007, beleidsnota’s opgesteld. Het gaat om klimaat, afval, bodem, geluid, en externe veiligheid. Deze nota’s bieden een goede basis voor maatschappelijke activiteiten ten aanzien van die thema’s. Een algemeen overkoepelend milieubeleidskader ontbreekt echter. Hierdoor wordt niet beschikt over een kader voor het maken van afwegingen tussen milieuen natuurthema’s onderling en tussen milieu en andere beleidsvelden. De VROM inspectie oordeelde vorig jaar positief over de manier waarop de afdeling Milieu adviseert bij nieuwe gemeentelijke projecten. Met name bij grote gemeentelijke nieuwbouw projecten gaat dit goed. Het is de ambitie van de gemeente om dit milieuadvies ook in te brengen bij andere gemeentelijke projecten. Daarnaast kan de onderlinge samenhang van activiteiten nog verder versterkt worden. Op deze wijze kan het gemeentelijke milieu- en natuurbeleid een pro-actieve rol spelen in het vergroten van de duurzame ontwikkeling in de gehele gemeente. Het Collegeprogramma kiest voor Duurzaamheid. De Natuur en Milieufederactie Utrecht noemt Amersfoort in een vergelijkende studie tussen Utrechtse gemeenten ‘redelijk ambitieus’. De ambities op het gebied van duurzaamheid zijn echter nog maar beperkt uitgewerkt naar concrete maatregelen. Om werkelijk invulling te kunnen geven aan de duurzaamheidsambities is zo’n concrete uitwerking gewenst.
1-7
Parallel aan de besluitvorming over het Actieplan wordt het plan van aanpak voor een integraal milieubeleidplan voor een peiling aan de raad aangeboden. De komende tijd wordt bij het opstellen van het beleidsplan in nauw overleg met het maatschappelijk middenveld concreet vorm en inhoud gegeven aan de milieuambities van de stad. uitgangs punten Als algemene uitgangspunten bij het milieubeleid gelden: voorkomen van een nieuwe milieuschuld; afbouwen bestaande milieuschuld binnen één generatie; geen afwenteling naar elders of toekomstige generaties; uitvoering via modernisering en speerpunten. hoofdlijnen
De actualisering van het milieubeleid verloopt via een viertal hoofdlijnen: 1. Beschouwen van milieu als kans, door milieukwaliteit te combineren met economische groei, ruimtelijke ordening en sociale vernieuwing. 2. Delen van verantwoordelijkheden door de rolverdeling tussen overheid en maatschappelijke sectoren scherper te definiëren en door milieu beleid te koppelen aan ruimtelijke ontwikkeling. 3. Afwegen op basis van inzicht in maatschappelijke kosten en baten - op korte en lange termijn – van de gekozen instrumenten voor het bereiken van beleidsdoelen. 4. Betrekken van burgers door toegang te verschaffen tot milieu-informatie en het communicatiebeleid als ondersteuning in te zetten bij de beoogde verandering van het gedrag. Leidende principes hierbij zijn: pro-actief en sturend, innovatief en stimulerend, realistisch en profijtelijk. Door het aangaan van coalities kan gebruik worden gemaakt van elkaars kennis en ervaringen, hetgeen tot een toename van de slagkracht moet leiden.
beleid versus uitvoering
Milieubeleid dient in te spelen op en te voorzien in actuele maatschappelijke behoeften en is dan ook per definitie dynamisch van aard. Kansen op realisatie van concrete plannen dienen zich vaak onverwacht aan en moeten zo mogelijk worden benut. Ook dwingt de actualiteit regelmatig tot het treffen van niet voorziene maatregelen. Tegen deze achtergrond is gekozen om vooruitlopend op het milieubeleidsplan een uitvoeringsgericht actieplan 2007 op te stellen, waarmee direct concrete resultaten kunnen worden geboekt. In de komende jaren zullen beleidskader en actieplannen geleidelijk de gewenste samenhang verkrijgen. Tot slot is het nog van belang te wijzen op de nationale en internationale aandacht die het onderwerp milieu op dit moment krijgt. In het op te stellen beleidsplan zullen we de kansen/kaders en nota`s betrekken die nationaal en internationaal spelen met de bedoeling om een vertaling daarvan voor de betekenis voor Amersfoort te formuleren.
3. Speerpunten De bestuurlijke milieuambities zijn samengebracht onder drie speerpunten, waardoor focus en samenhang bij de beleidsuitvoering wordt verkregen: Gezond en veilig, energie en klimaat, en natuur en biodiversiteit. Het `opknippen` van deze milieu-thema`s laat onverlet dat ze vaak onderling met elkaar verband houden en vanzelfsprekend integraal moeten worden bekeken als zich een kans of een vraagstuk aandient. Vanwege de overzichtelijkheid is echter gekozen ze hieronder in afzonderlijke speerpunten uit te werken.
2-7
Om het actieplan concreet en resultaatgericht te maken, is met name voorrang gegeven aan die acties waarvan op korte termijn voldoende rendement mag worden verwacht. Daar waar uit capaciteitsoverwegingen keuzen moeten worden gemaakt, wordt prioriteit toegekend op basis van uitvoerbaarheid.
I.
gezond en veilig
Essentieel voor het welbevinden van de bevolking van de stad is een gezond en veilig leefmilieu. Dus een schone bodem, schoon oppervlakte en grondwater en schone lucht. Daarnaast verwacht de burger, dat geluidsoverlast wordt voorkomen, het afval wordt afgevoerd en verwerkt alsmede risico’s op het gebied van gezondheid en externe veiligheid worden beheerst. bodem
In het verleden zijn delen van de Amersfoortse bodem door tal van bedrijfsmatige activiteiten vervuild geraakt, soms zelfs ernstig. Op de gemeente rust de wettelijke verplichting deze verontreiniging actief aan te pakken, met als achterliggende doel een ‘schone’ bodem in 2030. VROM verstrekt hiertoe geld en ziet er op toe dat de overeengekomen prestaties worden gehaald. De daadwerkelijke sanering vindt zoveel mogelijk plaats in samenhang met de bouwactiviteiten in de stad. Deels is de gemeente hierbij afhankelijk van derden. De acties in 2007 (I.A) zijn vooral gericht op het in beeld brengen van de verontreinigde locaties en het realiseren van het met VROM afgesproken saneringsprogramma. N.b. de geformuleerde acties zijn terug te vinden in een compleet overzicht in de bijlage.
water
Ook het oppervlakte- en grondwater is verontreinigd. Deels door activiteiten op het het water, deels in samenhang met bodemverontreinigingen. Er is wel een integraal waterkwaliteitsbeleid met o.a. een baggerplan, een rioleringsplan, een afkoppelings en een plan van aanpak diffuse bronnen etc. Het komt nu aan op het implementeren van de beleidsdoelstellingen uit deze stukken. Verder vindt in relatie met de bodemsanering op enkele locaties tevens een grondwatersanering plaats. De acties in 2007 (I.B) zijn gericht op het in beeld brengen van de aanwezigheid en de mate van verontreiniging. Op basis van de bevindingen kan een beeld worden gevormd van noodzaak tot het treffen van maatregelen.
lucht
De luchtkwaliteit is momenteel een actueel beleidsthema met mogelijk verstrekkende gevolgen voor de ontwikkeling van de stad. De wetgeving is betrekkelijk nieuw en nog aan veranderende inzichten onderhevig. Het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) verschaft weer een nieuw beleidskader. Voor Amersfoort maken o.a. de volgende projecten onderdeel uit van het NSL: De Hogeweg, Vathorst, CSG-Noord, Kersenbaan etc. De belangrijkste overschrijding van de normen voor luchtkwaliteit treedt op langs de rijkswegen A1 en A28 en valt buiten de directe invloedssfeer van de gemeente. Niettemin kan de gemeente zelf wel maatregelen nemen, die tot een verbetering van de luchtkwaliteit leiden. Behalve de ‘zuiverheid’ van de lucht speelt hier ook het aspect geurhinder. Naar verwachting zal hieraan de komende jaren nog enige aandacht aan moeten worden gegeven. Net als bij veel ondere milieuonderwerpen wordt ook aandacht geschonken aan het voorkomen van een 3-7
nieuwe `milieuschuld`, bijvoorbeeld bij de gronduitgifte en het verstrekken van vergunningen voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen. De acties in 2007 (I.C) zijn gericht op het in beeld brengen en zo mogelijk uitvoeren van maatregelen met een positief effect op de luchtkwaliteit. geluid
De uitbreiding van de stad en de toenemende mobiliteit leiden tot meer geluid en dus ook meer geluidhinder. Ook hier wordt de grootste hinder ervaren langs de beide rijkswegen en de hoofdontsluiting van de stad. Maar in het centrumgebied ondervinden bewoners hinder van verkeer en het intensieve gebruik van de openbare ruimte. De afgelopen jaren zijn bij de realisatie van belangrijke infrastructurele werken geluidsreducerende voorzieningen getroffen. Helaas ontbreken met name langs de rijksweg A28 op een aantal plaatsen dergelijke voorzieningen en wordt ter plaatse ernstige overlast ondervonden. Recent heeft Rijkswaterstaat verklaard bereid te zijn om in 2010 dit knelpunt te verhelpen. Behalve het treffen van voorzieningen aan en langs de wegen liggen er kansen om het ontstaan van geluidhinder te voorkomen. De acties in 2007 (I.D) zijn gericht op het formuleren van een beleidskader, het actief bestrijden van de bestaande geluidhinder door het treffen van voorzieningen en het bevorderen van het gebruik van stiller asfalt.
afval
Het beleid is al jaren gericht op een doelmatige en efficiënte verwijdering van afval bij huishoudens op basis van een kostendekkende afvalstoffenheffing. Sinds 2005 voldoet Amersfoort al aan de landelijke doelstelling voor bronscheiding en hergebruik. Doelstellingen zoals die van toepassing zijn op soortgelijke gemeenten. Een verdergaande scheiding en hergebruik van afval is zowel uit milieuoogpunt, als vanwege financiële overwegingen aantrekkelijk, maar ook wenselijk en mogelijk, op basis van de resultaten van sorteeranalyses. Ook aan het voorkomen van het ontstaan van afval dient blijvend aandacht te worden besteed. Vanwege de groei van de stad staat de capaciteit voor de brengvoorzieningen voor grof huishoudelijk afval onder druk. De aanleg van een tweede brengstration is dringend gewenst. Om kwalitatieve redenen wordt in de openbare ruimte in een sterk stedelijke omgeving, waaronder de binnenstad, het toepassen van ondergrondse afvalopslagsystemen overwogen." * De acties in 2007 (I.E) zijn gericht op een verdergaande bronscheiding van huishoudelijk afval, vooral voor de stromen papier, glas en textiel. Daarnaast dient de capaciteit voor de brengvoorzieningen uitgebreid te worden. De mogelijkheden voor ondergrondse opslag van zowel huishoudelijk afval als bedrijfsafval in de binnenstad zullen nader beschouwd worden.
gezondheid
De volksgezondheid is een belangrijk argument voor het oplossen van milieuproblemen. De gezondheids- en veiligheidsaspecten van nieuwe technologieën, elektromagnetische velden, mobile telefonie en waterstof als energiedrager, krijgen steeds meer aandacht. We zullen deze ontwikkelingen actief volgen en daar waar mogelijk betrekken op de Amersfoortse situatie. De acties in 2007 (I.F) zijn gericht op het in voorkomende gevallen in beeld brengen van de gezondheidseffecten die verbonden zijn aan onderwerpen zoals UMTS of discussies over het binnenmilieu in woningen of scholen.
externe veiligheid
Het externe veiligheidsbeleid is gericht op het voorkomen van grootschalige rampen (Volendam/Enschede). Afgelopen jaren is de wetgeving op gebied van externe veiligheid aangescherpt. Centraal staat het beperken van risico’s verbonden aan productie, opslag en transport van gevaarlijke stoffen. 4-7
In Amersfoort zijn de risico’s het grootst bij het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor en de weg, bij de LPG-tankstations en bij enkele bedrijven op bedrijventerrein De Isselt. De gemeente heeft deelgenomen aan het Provinciale Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid (2004-2005). Hierdoor is onder meer de advisering over externe veiligheid bij ruimtelijke plannen verbeterd. De acties in 2007 (I.G) zijn gericht op uitvoering van de projecten uit het programma PUEV-2 (2006-2010). Er wordt o.a. een onderzoek naar de risico’s van de LPG-tankstations afgerond. Op basis daarvan wordt een beleidskader voor externe veiligheid bij LPG-tankstations opgesteld. vergunningverlening en handhaving
Een doeltreffend milieubeleid veronderstelt een adequaat niveau van vergunningverlening en handhaving. Momenteel worden in de gemeente voorbereidingen getroffen om beide taken organisatorisch te integreren. Enerzijds wordt gestreefd naar één fysiek loket, waar alle voor een aanvraag vereiste vergunningen in één document (de omgevingsvergunning) worden geïntegreerd. Anderzijds bestaat het voornemen alle handhavingstaken in één nieuw organisatieonderdeel samen te brengen. De acties in 2007 (I.H) zijn gericht op het reactiveren van het takenpakket van de milieupolitie en deze functioneel onder te brengen in de op te richten handhavingorganisatie.
II. energie en klimaat De wereldwijde economische groei en de daarmee samenhangende jaarlijks toenemende mobiliteit veroorzaken een enorme vraag naar energie. Uitputting van fossiele energiebronnen vragen om andere, duurzame oplossingen. Ook de klimaatverandering die momenteel alom waarneembaar is, wordt mede veroorzaakt door het gebruik van fossiele energiebronnen. duurzaamheid
Nu de eindigheid van de fossiele grondstoffen zich aftekent, is het zaak om vaart te maken met het bedenken, ontwikkelen en benutten van duurzaam gebruik van natuurlijke bronnen. Bij het ontwikkelen en toepassen van innovatieve oplossingen speelt het bedrijfsleven een belangrijke rol. De overheid dient echter zelf ook te tonen, dat zij een verantwoord milieubeleid serieus neemt. De acties in 2007 (II.A) zijn gericht op het benutten van duurzame, natuurlijke hulpbronnen, het stimuleren van maatschappelijke verantwoord ondernemen en tonen van voorbeeldgedrag door het duurzaam inkopen.
energie
Geruime tijd is al sprake van een toenemende energiebehoefte. Voor het aanbod van fossiele energie zijn we sterk afhankelijk van politiek instabiele regio’s. Met name de laatste jaren lijken de verbruikskosten sterk afhankelijk van kleine fluctuaties in het aanbod. Lang is getracht de energieconsumptie te beperken. Het raadsbesluit om bij de nieuwbouw in Vathorst uit te gaan van een 10% lagere energieprestatiecoëfficiënt (EPC) dan de landelijke norm is hiervan een voorbeeld. Ook voor de toekomst wordt er nog veel verwacht van het energiebesparingsbeleid voor de reductie van broeikasgassen. Maar energiebesparing alleen zal niet voldoende zijn. Veel aandacht gaat daarom uit naar duurzame productie van schone energie, waarbij onder meer te denken valt aan zonne- en windenergie, energie uit biomassa en energieopslag in de bodem.
5-7
De acties in 2007 (II.B) zijn gericht op het activeren van locale initiatieven, het vergroten van de zelfvoorzienendheid van gemeentelijke gebouwen en toepassen van duurzame, schone energiebronnen. klimaat
De klimaatverandering laat zich in toenemende mate in meerdere hoedanigheden ervaren. De CO2-uitstoot is weliswaar belangrijk teruggedrongen, maar het wagenpark groeit gestaag en zuinige motoren verkeren nog steeds in de ontwikkelingsfase. Er is een vastgesteld klimaatplan in Amersfoort dat als basis functioneert voor de acties die worden ondernomen. De acties in 2007 (II.C) zijn o.a. gericht op het verminderen van de uitstoot van CO2 afkomstig van het openbaar vervoer en het aan de gemeente gelieerde wagenpark van bijvoorbeeld de ROVA of het RWA.
III. natuur en biodiversiteit Het natuurlijk gegeven verschaft de basiscondities voor de mensheid om te kunnen voortbestaan. De zorg voor behoud en versterking van de natuur vereist dan ook een verantwoorde vormgeving van de rentmeesterfunctie. Gevarieerde natuur is in ieders belang. Bij de ontwikkeling en het beheer van de gemeente dient het streven naar een zo groot mogelijke biodiversiteit een leidend beginsel te zijn. ecologie
Bij ruimtelijke ontwikkelingen in en rond de stad is het de kunst de balans tussen mens, dier, plant en omgeving te bewaren. De voor Amersfoort kenmerkende natuurlijke diversiteit aan landschappen en soorten is een belangrijke kwaliteit van de stad, en is zowel voor de natuur zelf, als voor de belevingswaarde en de leefbaarheid van grote betekenis. Het beleid is dan ook gericht op het versterken en uitbouwen van de ecologische hoofdstructuur. Dit betreft zowel de grotere groengebieden als de noodzakelijke verbindingen daartussen. Behalve de beschikbaarheid van gebieden moet ook de fysieke inrichting aansluiten bij de eisen die soorten aan de leefomgeving stellen. Bestaande natuur moet duurzaam worden beheerd. De acties in 2007 (III.A) zijn gericht op het verzamelen en digitaal beschikbaar stellen van informatie over de flora en fauna, het ondersteunen van de locale ‘groene’ organisaties, het verzorgen van milieu- en natuureducatie en het instandhouden van educatieve voorzieningen.
Informatie en educatie
De verantwoordelijkheid voor het leefmilieu kan alleen worden waargemaakt als alle maatschappelijke partners (burgers, bedrijfsleven en gemeente) bij het ontwikkelen van milieubeleid gezamenlijk keuzes maken en zich gezamenlijk inspannen om resultaten te bereiken. Milieu- en natuurbeleid heeft geen bestaansrecht zonder maatschappelijk draagvlak en betrokkenheid van burgers. Door de gebruikers - jong en oud - behulpzaam te zijn bij het ontdekken van de gebruiksmogelijkheden van hun leefomgeving kan deze betrokkenheid worden bereikt. Dit veronderstelt actuele en goed toegankelijke informatie over de natuur en milieu in de stad. Het verdrag van Aarhus verschaft hiertoe de wettelijke basis. Verder helpen daadwerkelijke maatregelen vanzelfsprekend ook bij het realiseren van gedragsverandering. Bij het thema milieu-communicatie moet nog opgemerkt worden dat het niet alleen voor de `natuur` en `het groen` van belang is, maar vanzelfsprekend voor alle milieu-onderwerpen een rol kan spelen.
6-7
De acties in 2007 (III.B) zijn gericht op het ondersteunen van ‘groene’ organisaties, het actief informeren over de locale milieukwaliteit, het verzorgen van milieueducatie en het instandhouden van educatieve voorzieningen.
4. Kanttekeningen Het milieu actie programma 2007 staat niet op zich zelf. Het is deels een voortzetting van het gedurende de afgelopen jaren gevoerde beleid. Vele acties betreffen taken, die in meer of mindere mate continue aandacht behoeven. Deels betreft het nieuwe activiteiten, die rechtstreeks uit het collegeprogramma voortkomen en veelal ook van een uitvoeringsbudget zijn voorzien. Wij zien het als onze taak om de vernieuwing te stimuleren. We zijn dan ook gericht op het scouten van kansrijke ontwikkelingen op milieugebied die wellicht een bijdrage kunnen leveren aan Duurzaam Amersfoort. Het streven is om dit zoveel als mogelijk met de eigen bezetting (ten laste van de Gewone Dienst) uit te voeren. Indien de ontwikkelingen/kansen/vernieuwingen daartoe aanleiding geven zal in overleg met het bestuur de prioriteitstelling worden bepaald.
5. Communicatieparagraaf Het Milieu Actieplan 2007 is een uitvoeringsprogramma met daarin de acties die we in 2007 gaan uitvoeren. Het is in feite een dwarsdoorsnede van maatregelen die in gang zijn gezet of beleid dat is/wordt geformuleerd, conform eerdere afspraken die bij het sectorcontract en de begrotingsbehandeling zijn gemaakt. Bij deze uitvoering is een groot aantal interne en externe partners betrokken. Zij worden vanzelfsprekend geinformeerd over dit uitvoeringsprogramma. Verder wordt de raad via een Raadsinformatiebrief geinformeerd en wordt voor de pers een persbericht gemaakt. Hierbij wordt de samenhang met het kader voor het maken van een nieuw milieubeleidsplan beschreven. Verder wordt de actieve communicatie over het Actieplan 2007 vooral gekoppeld aan de afzonderlijke projecten en thema`s. Gaandeweg het jaar wordt, mede gebaseerd op de dan geldende actualiteit, een aantal momenten gekozen om de acties uit dit Actieplan 2007 onder de aandacht te brengen.
7-7
Milieu Actie Plan - programma 2007 budget code
speerpunt / thema / actie
I.
gezond en veilig
I.C.1. I.C.2. I.C.3. I.C.4. I.C.5
bodem programma ISV I afronden rapportage bodemsanering 2006 beleidsnota Bodem opstellen bodemprogramma 2007 project Landsdekkend beeld (nader onderzoek) uitvoeren programma ISV II uitvoeren programma WBB uitvoeren water actieve aanpak diffuse verontreinigingsbronnen implementatie van de kaderrichtlijn water waterkwaliteit van oppervlaktewater inventariseren noodzaak verbetering waterkwaliteit vaststellen lucht integraal actieplan luchtkwaliteit opstellen beleidsnota Luchtkwaliteit opstellen/definitief Regionaal Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit monitoren luchtkwaliteit integraal actieplan luchtkwaliteit uitvoeren rijden op aardgas stimuleren bij openbaar vervoer en het wagenpark van partners
I.D.1. I.D.2. I.D.3. I.D.4. I.D.5.
Geluid beleidsnota geluid opstellen opstellen lucht-kaarten beheren geluid- en lucht-kaarten ontbrekende geluidwerende voorzieningen langs de A28 samen met RWS/VROM realiseren toepassen van stil asfalt bevorderen
I.A.1. I.A.2. I.A.3. I.A.4. I.A.5. I.A.6. I.A.7. I.B.1. I.B.2. I.B.3. I.B.4.
x 1.000
gereed
ISV GD GD GD ISV ISV WBB
1-5-2007
GD GD GD GD
continue
GD GD € GD GD
1-5-2007 1-7-2007 1-5-2007 continue continue continue
1-7-2007 1-8-2007 1-11-2007 1-5-2007 1-12-2007
30
GD € 75 € 25 € 50 GD (*)
1-7-2007 continue 1-5-2007
1-6-2007 1-7-2007 continue 2010 continue
1-3
Milieu Actie Plan - programma 2007 budget code
I.E.4. I.E.5. I.E.3. I.E.1. I.E.2. I.F.1.
speerpunt / thema / actie
afval toepassen van ondergrondse afvalsystemen in delen centrumgebied onderzoeken haalbaarheid van retourstations onderzoeken tweede milieubrengstation realiseren voorkomen c.q. verminderen afval en bevorderen hergebruik kostendekkende afvalinzameling gezondheid beleidskader plaatsing van UMTS-antennes
I.H.1. I.H.2. I.H.3.
externe veiligheid beleidskader LPG-tankstations opstellen en voor zover mogelijk uitvoeren deelname aan PUEV-2 (2006-2010) vergunningverlening en handhaving opnemen milieupolitietaken in nieuwe handhavingsorganisatie verkenning doelgroepenbeleid saneren ondergrondse voorraadtanks
II.
energie en klimaat
I.G.1. I.G.2.
III.A.1. III.A.2. III.A.3. II.B.1. II.B.2. II.B.3.
duurzaamheid beleidskader duurzaam inkopen bevorderen van duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen bevorderen van maatschappelijke verantwoord ondernemen energie toepassingsmogelijkheden van zonnecellen in de openbare ruimteonderzoeken toepassingsmogelijkheden van windturbines in de openbare ruimte onderzoeken een biogascentrale in de vorm van een pilotproject realiseren
x 1.000
GD GD
gereed
1-7-2007 1-7-2007 1-10-2007
GD GD
continue
GD
1-3-2007
GD GD
1-5-2007
GD GD GD
1-7-2007
GD GD GD
1-10-2007
GD GD GD
1-7-2007
continue
continue
1-7-2007 1-7-2007
continue continue
1-7-2007 1-7-2007
2-3
Milieu Actie Plan - programma 2007 budget code
speerpunt / thema / actie
x 1.000
II.B.4. II.B.5. II.B.6.
€ 50 GD GD
continue
II.C.1.
lokale initiatieven voor realiseren van duurzame energiebronnen stimuleren en ondersteunen gemeentelijke gebouwen zoveel mogelijk zelfvoorzienend maken nieuwe gemeentelijke gebouwen energieneutraal ontwikkelen klimaat uitvoeren klimaatplan
GD
continue
III.
natuur en biodiversiteit
GD GD GD
1-6-2007
III.B.1. III.B.2. III.B.3. III.B.4.
ecologie gedragscode flora- en faunawet monitoring wettelijk beschermde soorten milieukwaliteits-, milieukansenkaarten en milieukwaliteitsprofielen opstellen milieucommunicatie actuele milieu-informatie digitaal toegankelijk maken oplossen knelpunten huisvesting CNME natuur en milieu-activiteiten in Vathorst (basis)voorzieningen voor natuur- en milieueducatie bieden
GD ISV WBB (*)
Gewone Dienst / gemeentebegroting Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing Wet Bodem Bescherming De (extra) financiering van stil asfalt wordt bij de betreffende projectenbegrotingen betrokken
III.A.1. III.A.2. III.A.3.
€ 50 € 100 € 1.000 GD
gereed
continue continue
1-7-2007 1-10-2007 1-3-2007 1-7-2007 1-1-2008 continue
3-3
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF 2007 NR 45 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : Wethouder G. Eerdmans
Reg.nr. Datum
: 2363149 : 15 maart 2007
TITEL Actieplan Milieu 2007
KENNISNEMEN VAN De vaststelling door het College van B&W van het Actieplan Milieu 2007
AANLEIDING In het Collegeprogramma 2006-2010 staat dat Amersfoort kiest voor een duurzame inrichting, ontwikkeling en beheer van de stad. Vooruitlopend op de uitwerking van deze doelstelling in een nieuw milieubeleidsplan is voor het jaar 2007 een Actieplan opgesteld waar de maatregelen in staan die Amersfoort dit jaar gaat uitvoeren. Dit kan als achtergrond dienen voor het proces van waaruit het milieubeleidsplan in de komende maanden wordt opgesteld.
KERNBOODSCHAP Er gebeurt veel in de Gemeente Amersfoort om verdere vervuiling tegen te gaan en het milieu te verbeteren. In het Actieplan voor 2007 staat een overzicht van de acties voor 2007. Tegelijkertijd is een extra inspanning nodig in de komende jaren om de benodigde vooruitgang te boeken. Daarvoor wordt een nieuw Milieubeleidsplan gemaakt.
CONSEQUENTIES Aan de vaststelling van het Actieplan zijn verder geen consequenties verbonden. Het betreft een overzicht van maatregelen waarover bij de sectorcontracten en de begrotingsbehandeling al eerder op hoofdlijnen afspraken zijn gemaakt. In het actieplan zijn deze afspraken vertaald naar uit te voeren maatregelen.
BETROKKEN PARTIJEN Bij het opstellen en het uitvoeren van is/wordt samengewerkt met een groot aantal interne en externe collega`s en partners. De ROVA, de Regie Eemland, ontwikkelaars, het OBV etc. spelen een belangrijke rol bij de realisatie van de maatregelen. De relevante collega`s en partners worden op de hoogte gebracht van het overzicht van de acties in 2007. Het Milieuactieplan 2007 is als bijlage ter info hierbij gevoegd. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Inlichtingen bij:
de burgemeester,
M. Kelhout, SOB/SB, (033) 469 45 69
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2363149
Drs. P.J. Buijtels
Bijlagen
- geen
A. van Vliet-Kuiper
Raadsinformatiebrief 2007 nr 45
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 24 april 2007 19:00
Vragen raadsleden aan college Informatie SP: ’Analyse asbestproblematiek in panden van de gemeente Amersfoort Voorbereiding besluit SP: Motie schadevergoeding middenstand Hooglanderveen Voorbereiding besluit SP: Voortgang actieplan gelijke behandeling mensen met een beperking Peiling
Raadsinformatiebrief 2007 nr 45
Vragen raadsleden aan college Informatie Reg.nr.: 2391047 Van: Presidium Ambtelijk contact: Verhoef-Franken (033 469 43 54) Portefeuillehouder: Nvt Opsteller: Verhoef-Franken Samenvatting: De fractievoorzitters hebben besloten te experimenteren met de mogelijkheid voor raadsleden om in De Ronde vragen te stellen aan het college, indien daarvoor ruimte in De Ronde aanwezig is. Uitgangspunten · De mogelijkheid is bedoeld voor raadsleden (en derhalve niet voor insprekers) · De mogelijkheid is bedoeld voor korte vragen (en derhalve niet voor discussie, peiling van meningen of interpellatie, waarvoor immers andere mogelijkheden en spelregels bestaan) Reden van aanbieding: — Van de raad wordt gevraagd: — Vervolgtraject: Afhankelijk van het antwoord Doel activiteit: Informatie Soort activiteit: Raad stelt vragen aan college Opmerkingen presidium: Spelregels · Vragen worden uiterlijk maandag, voorafgaand aan de dinsdag van Het Besluit, voor 16.00 uur aangemeld bij de griffie. · De griffie mailt de aanmeldingen eind van de maandagmiddag door aan raad en college. · De voorzitter bepaalt de orde van de vergadering en kan vragen doorverwijzen naar een volgende of andere mogelijkheid. Soort verslag: Besluitenlijst
Raadsinformatiebrief 2007 nr 45
SP: ’Analyse asbestproblematiek in panden van de gemeente Amersfoort Voorbereiding besluit Reg.nr.: 2388886 Van: Raadsfractie SP Ambtelijk contact: Van den Heuvel (033 469 4281) Portefeuillehouder: Eerdmans Opsteller: Groeneveld (SP) Samenvatting: In februari 2006 heeft de SP fractie vragen gesteld over aanwezigheid van asbest in de Rembrandt van Rijn school. Aan het college is destijds gevraagd of zij actief personen wilden opsporen die mogelijk in aanraking zijn geweest met het aanwezige asbest en ook is gevraagd of het college een onderzoek wilde verrichten naar aanwezigheid van asbest in openbare gebouwen. Het college heeft toen aangegeven geen onderzoeken te willen doen. Nu een jaar later worden we in Amersfoort weer verrast door asbestproblematiek met mogelijk grote menselijke en financiële consequenties voor burgers en de gemeente Amersfoort. Op de persconferentie van maandag 2 april georganiseerd door Flehite, is duidelijk geworden, dat als er eerder onderzoek was gedaan naar aanwezige asbesthoudende materialen, de consequenties minder groot waren geweest. Reden van aanbieding: Inzicht te verkrijgen welke gezondheidsrisico’s er bestaan voor gebruikers van en mensen die werkzaamheden hebben verricht aan openbare gebouwen en deze gezondheidsrisico’s te minimaliseren. Inzicht te verkrijgen over de asbestproblematiek in openbare gebouwen. Hierdoor is een inschatting te maken voor welke financiële risico’s Amersfoort staat ten aanzien van het oplossen van de asbestproblematiek. Van de raad wordt gevraagd: Zich uit te spreken over de beslispunten - onderzoek uit te laten voeren naar asbest in alle openbare gebouwen in Amersfoort - Pro-actief mensen op te laten sporen die de afgelopen 35 jaar werkzaamheden hebben verricht in de vier panden van Flehite - Het college te vragen binnen 2 maanden te komen met een plan van aanpak. Vervolgtraject: Na positieve besluitvorming in de raad stelt het college een plan van aanpak op. Daarna kan onderzoek en opsporing starten. Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Initiatiefvoorstel raadslid Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: Initiatiefvoorstel (/smartsite.shtml?id=172784) : http://www.amersfoort.nl/docs/bis/college/besluiten/2006/week%2011/2016936%20-%20Beantwoording%20raadsvragen%20SP%20over%20asbest.pdf Schriftelijke vragen 2006 nr. 29 (pdf)
Raadsinformatiebrief 2007 nr 45
SP: Motie schadevergoeding middenstand Hooglanderveen Voorbereiding besluit Reg.nr.: 2388876 Van: Raadsfractie SP Portefeuillehouder: Hekman, Van ’t Veld Opsteller: Schoenmaker (SP) Samenvatting: Op 27 februari heeft de gemeenteraad besloten de tunnel aan de Van Tuijlstraat onder de A28 voor maximaal 4 maanden te sluiten. De SP is van mening dat met name de middenstand hiervan meer dan gemiddeld nadelige financiële gevolgen zal ondervinden. Dit omdat de middenstand gedurende de langdurige afsluiting vrijwel onbereikbaarheid is. In De Ronde van 27 maart is door de wethouder toegezegd dat een gesprek met ondernemers en OBV gaat plaatsvinden. Reden van aanbieding: De motie van de SP is ingediend naar aanleiding van het raadsbesluit van 27 februari om de tunnel aan de Van Tuijlstraat onder de A28 tijdelijk te sluiten. In De Ronde van 27 maart is door de wethouder toegezegd dat een gesprek met ondernemers en OBV gaat plaatsvinden en dat het daarna (binnen vier weken) opnieuw in De Ronde geagendeerd wordt. Van de raad wordt gevraagd: Kennis te nemen van de uitkomsten van het gesprek met de ondernemers en zijn mening te geven over de motie waarin de SP het college vraagt om met een voorstel te komen voor een schadevergoeding voor de middenstand van Hooglanderveen. Vervolgtraject: Besluitvorming in de Raad. Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Voorbereiding motie Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: /smartsite.shtml?ch=ter&id=171631 : /smartsite.shtml?ch=ter&id=172217 Besluitenlijst De Ronde 10-4-2007 (pdf)
Raadsinformatiebrief 2007 nr 45
SP: Voortgang actieplan gelijke behandeling mensen met een beperking Peiling Reg.nr.: 2388944 Van: Raadsfractie SP Ambtelijk contact: Van Andel (033 469 4273) Portefeuillehouder: Van Daalen Opsteller: Beltman (SP) Samenvatting: De Wet Gelijke behandeling stelt discriminatie van mensen wegens hun handicap per 1-1-2006 strafbaar is. Doel is dat gehandicapten gewoon meedoen in het sociaal economisch recht. In De Ronde van 20 juni 2006 heeft de SP de wethouder verzocht de raad te informeren over de gevolgen van deze wet voor de gemeente zelf (als bouwer/eigenaar/opdrachtgever) en voor de gemeente als toezichthouder op /vergunningverlener aan derden. De meeste partijen hebben zich toen uitgesproken voor een actieve opstelling van het College; wethouder van Dalen heeft in zijn reaktie toegezegd met een aktieplan te komen, waarin nadere voorstellen uitgewerkt zullen worden. Voorstellen, die ertoe bij moeten dragen, dat mensen met een beperking gewoon mee kunnen doen in het sociaal-economisch verkeer. Discriminatie van mensen vanwege hun handicap is immers strafbaar sinds 1-1-2006. Eind maart 2007 heeft de SP agendering in de Ronde gevraagd, omdat de raad over de voortgang en de toegezegde voorstellen nog niets had vernomen. Inmiddels heeft het college via raadsinformatiebrief 2007 nr. 39 (verzonden 10 april 2007) informatie gegeven. De SP vindt de nu voorliggende toezeggingen in RIB 39 onvoldoende. De SP zal tijdens De Ronde, aan de hand van beeldmateriaal met een aantal concrete suggesties komen ter verbetering. Hierbij moet vooral gedacht worden aan de toegankelijkheid van gebouwen, de parkeerproblematiek en het plaatsen van een openbaar toilet in het centrum, waar in ieder geval ook mensen in een rolstoel gebruik van kunnen maken. Reden van aanbieding: Zich uit te spreken over verdere noodzaak van beleid en concrete maatregelen om de gelijke behandeling van mensen met een beperking te bevorderen. Van de raad wordt gevraagd: De raad wordt gevraagd in te stemmen met de aanpak van de door de SP gedane suggesties, of met andere suggesties te komen. Doel activiteit: Peiling Soort activiteit: Raadslid peilt raad Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: /smartsite.shtml?id=172654 : /smartsite.shtml?id=164527 Raadsinformatiebrief 2007 nr. 39 (pdf) Besluitenlijst 20 juni 2006 (pdf)
Gemeente Amersfoort
B en W-voorstel Onderwijs/ondenvijsvoorzieningen WSO/&fO/W A.A. van den Heuvel
Beleidsterrein: Org. onderdeel: Opsteller:
HEUA
User-id: Onderwerp:
Tel:
4281
RAADSVRAGEN OVER ASBEST.
Reg.nr. Datum
Kader:
2016936 02-03-2006
Toelichting:
De fractie van de SocialistischePartij van de gemeenteraadheefî bij briefvan 24 februari 2006 vragen gesteld over asbest. Dit in verband met het gegeven dat de gemeente aansprakelijk is gesteld voor het overlijdenvan een leerkracht. In < deze zelfde zaak zijn eerder al vragen gesteld door de fractie van de Burger i Partij Amersfoort. Aangezien de zaak niet alleen verzekeringstechnisch in behandeling is, maar bovendien ook onder de rechter is, heeft de extemejurist van de gemeente geadviseerd de vragen 1 tot en met 7, 9 en 10 niet te beantwoorden. De externejurist is akkoord met de beantwoording van de vragen 8 , l l en 12 tot en met 14 zoals aangegeven. Financiële toelichting: O sectorcontroller:
,
0 gemeentecontroiier:
O gemeenlecontrolier
o
,_
Lar
I
O juridisch advies
d.d.
k&L%k.e/\-e LOviS &.In"&-
t
Voorsiei:
in te stemmen met bijgevoegde concept-beantwoording van de door de SP gestelde vragen over asbest.
O agendasiuk hamerstuk O geheim O embargo datum:
Ben Wvergadering;datum
tijd: :
agd.pntiparaaf.
O secretaris
n secrelaris
/
O burgemeester O welh. de Wilde O weth. Jonkman
weth. Eerdmans
advies raads- enlof comlssiebehandeling O bespreekstuk O hamerstuk O raad via commissie O peiling commissie O Info commissie O tk commissie geen
OGO. O Ondernemingsraad
B en W - besluit d.d.:
2 IMART 2006
O conform O aangehouden O vervallen
Gemeente Amersfoort
Vragen 2006, nummer 29
Reg.nr. 2016885
VRAGEN door leden van de gemeenteraad gedaan overeenkomstig artikel 43 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad van Amersfoort en de daarop door burgemeester en wethouders gegeven antwoorden. (WSO, nr. 2016193; ontvangen d.d. 24 februari 2006).
Vragen van het buitengewoon raadslid Geert Groeneveld C.S. (namens de fractie van de Socialistische Partij) inzake asbest in de Rembrandt van Rijnschool.
Toelichting: De renovatie van de Rembrandt van Rijnschool werd ein 1992 door de Gemeente Amersfoort aanbesteed aan een aannemer. De uitvoering van de renovatie vondplaats in 1993. Infebruari 1993 werden er sloopwerkzaamhedenverricht waarbij op de zolder van de school o.a. de scheidingswand werd verwijderd. die volgens een gemeentelijke medewerker asbesthoudendwas. Een 49jarige onderwijzer die daarbij aanwezig was overleed in 2002 aan de gevolgen van de longvlieskanker. Deze zielbe ontstaat na langdurige blootstelling aan asbest. De docent deed volgens zeggen regelmatig klusjes in de school, ook op de zolder van de school. 1. Is het B en W bekend dat in de betreffende school asbesthoudende materialen waren verwerkt? 2. Is er voor de renovatie en gedeeltelijke sloop een onderzoek ingesteld naar mogelijke asbesthoudende materialen in de school. Zo ja, wat was de resultaat van het onderzoek? Indien nief waarom niet? 3. Is er voor het verwijderen van materialen een sloopvergunning verleend en is er in die sloopvergunning melding gemaakt van mogelijke asbesthoudende materialen? Zo niet, waarom niet? 4. Was er destijds een aparte sloopvergunning noodzakelijk voor het verwijderen van asbesthoudende materialen? Zo ja, wat waren de betreffende voorwaarden voor de sloop van asbesthoudende materialen. Zo niet, waarom niet, het was immers ook toen bekend dat asbest een gevaarlijke stof was hij inademing. 5 . Wat bepaalde de gemeentelijke bouwverordening op 1 januari 1993 t.a.v. het slopen van asbesthoudende materialen? 6. Is het Asbestverwijderingsbesluit 1993 van toepassing op de genoemde renovatie en sloop? Zo ja, is aan de bepalingen in dat besluit voldaan? Zo niet, waarom niet? 7. Was het slopen van asbesthoudende materialen zonder veiligheidsmaatregelen in de school niet in strijd met de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Woningwet? 8. Is het college er van op de hoogte dat de VerzekeringsmaatschappiJ van de gemeente (Centraal Beheer) geen enkele poging heeft gedaan om met de familie tot een redelijke vergoeding te komen? 9. Is het mogelijk dat meer mensen in de school destijds in aanraking zijn geweest met asbesthoudende materialen? 10. Zo ja, is B en W bereid pogingen te doen om die mensen op te sporen en indien blijkt dat hun gezondheid schade heeft geleden, een passende vergoeding aan te bieden?
11. Waarom heeft de Gemeente Amersfoort de claim van de familie van het slachtoffer afgewezen en laat zij het tot een rechtszaak komen, hoewel met zekerheid kan woden vastgesteld dat het slachtoffer aan asbestose is overleden en met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat het slachtoffer de ziekte alleen op de school kan hebben opgelopen? 12. Is er een inventarisatie van de aanwezigheid van asbesthoudende materialen in openbare gebouwen in de Gemeente Amersfoort? Zo ja, wil het College die inventarisatie overleggen aan de Gemeenteraad en op korte termijn de noodzakelijke stappen bespreken? 13. Zo niet, is het College bereid tot een inventarisatie van de aanwezigheid van asbest in openbare gebouwen in Amersfoort? Indien het College daartoe niet bereid is, waarom niet? Indien zij wel tot deze inventarisatie bereid is, op welke termijn zal dit geschieden? 14. Is het College bereid na deze inventarisatie bereid tot de noodzakelijke passende maatregelen op korte termijn? Welke zullen deze maatregelen zijn?
Gemeente Arnersfoorl
ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 21 maart 2006). Vragen 1 tot en met 11 De gemeente Amersfoort is aansprakelijk gesteld voor het overlijden van een leerkracht met longvlies kanker. Uw eerste 11 vragen hebben betrekking op deze zaak. Het beantwoorden hiervan is feitelijk niet mogelijk zonder daarmee ook informatie te geven overjuridische aspecten. Nu de zaak niet alleen verzekeringstechnisch in behandeling is, maar bovendien ook onder de rechter is, willen wij niet ingaan op de vragen 1 tot en met 7,9 en 10 om beide procedures (verzekering en rechter) niet te doorkruisen, Ten aanzien van vraag 8 antwoorden wij u ais volgt: De aansprakelijkheidsverzekeraar van de gemeente Amersfoort heeft onderzoek laten doen naar de mogelijke aansprakelijkheid van de gemeente voor de bij de inmiddels overleden leerkracht vastgestelde aandoening. Daaruit is niet gebleken dat de gemeente aansprakelijk is. Op die grond heeft de gemeente geen reden gezien om over te gaan tot een schadevergoeding of het beproeven van een minnelijke regeling. Ten aanzien van vraag 11 antwoorden wij u als volgt: Omdat partijen kennelijk met elkaar van inzicht verschillen over de vraag of de gemeente Amersfoort aansprakelijk is voor de schade van de leerkracht en diens nabestaanden, ligt de zaak nu bij de rechter, Vragen 12 tot en met 14 De algemene landelijke beleidslijn ten aanzien van asbest is als volgt: in Nederland staan veel (openbare) gebouwen waarin destijds asbest is verwerkt als isolatiemateriaal, Bij brief van 14 november 2002 (vrom0201017) heeft de minister van VROM aan de Tweede Kamer meegedeeld, in samenspraak met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, afte zien van een grootschalig asbest inventarisatiebesluit. Doel van het besluit was blootstelling van gebruikers van gebouwen aan asbest te voorkomen. Echter: de mogelijke gezondheidswinst van een dergelijk besluit is zeer beperkt (voor heel Nederland 0,05 tot 0,2 minder asbest-slachtoffers perjaar), terwijl de invoering daarvan tot hoge lasten voor de eigenaren van de gebouwen zou leiden (voor heel Nederland € 1 miljard voor asbestinventarisatie en -verwijdering). Er zijn heel veel soorten asbest en de mate van schadelijkheid varieert van weinig schadelijk tot het zeer schadelijk zijn van enkele soorten. Hoewel asbest op zich een schadelijke stof is, is het niet onveilig voor gebruikers van gebouwen zolang het asbest veilig is opgeborgen in de constructie van het gebouw, d.w.z. dat gebruikers er niet aan blootgesteld kunnen worden. De wet- en regelgeving ten aanzien van beantwoording van de vraag hoe om te gaan met asbest is als volgt samen te vatten: als werkzaamheden verricht moeten worden op plaatsen waar asbest aanwezig is, of asbest wordt aangetroffen, moet het asbest op veilige wijze worden verwijderd. In Amersfoort passen we bovenstaande algemene landelijke beleidslijn en de wet- en regelgeving toe bij schoolgebouwen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs, zijnde de gebouwen genoemd in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs, alsmede bij overige openbare gebouwen. Dit betekent: vraag 12: dat wij geen inventarisatie hebben; vraag 13: dat wij geen noodzaak aanwezig achten om tot een dergelijke inventarisatie te komen; vraag 14: daar waar tijdens sloop/ renovatie en dergelijke asbest wordt aangetroffen wordt conform de wet-en regelgeving door specialisten vastgesteld welke asbestsoort in het geding is en wordt het asbest vervolgens op passende, dat wil zeggen de bij die asbestsoort behorende veilige, wijze verwijderd door een gespecialiseerd bedrijf.
Besluitenlijst De Ronde datum:
27 maart 2007
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01)
Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezig Raadsleden/buitengewoonfractieleden
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
19.30 uur 5
2371738 SP: Motie schadevergoeding middenstand Hooglanderveen Reg.nr. Soort verslag Raadsfractie SP Besluitenlijst Soort activiteit Voorbereiding besluit Voorbereiding motie Van de raad wordt gevraagd zijn mening te geven over de motie waarin de SP het college vraagt om met een voorstel te komen voor een schadevergoeding voor de middenstand van Hooglanderveen Portefeuillehouder Hekman Kuiper Opsteller Richard-Pronk Schoenmaker (SP) --Adli (PvdA), Groeneveld (SP), Kesler (GL), Kraanen (BPA), Noortman-Nieuwendijk (CDA), Smit (JA), Voogt (VVD)
Portefeuillehouder
Hekman
Ambtenaren
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
- Wethouder geeft aan dat een verzoek tot nadeelcompensatie altijd ingediend kan worden; - Op de door de raad gevraagde informatie over nadeelcompensatie en regels wordt verder niet ingegaan, omdat de wethouder heeft toegezegd binnen twee weken eerst actief met ondernemers in gesprek te gaan om ideeën uit te wisselen over gezamenlijke activiteiten en promotie van bedrijfsleven Hooglanderveen, waarbij ook de inbreng van het Ontwikkelingsbedrijf Vathorst wordt gevraagd. - Onderwerp over vier weken opnieuw agenderen in De Ronde. - Voorstel voor bredere regeling wordt nu niet uitgewerkt. Naar Het Besluit Advies zonder debat Terug in De Ronde Voldoende besproken Vervolgstap college Afgedaan
Toezeggingen / Afspraken
met debat, woordvoerder 1e ronde:
- Op verzoek van wethouder Hekman komt de heer Groeneveld (SP) met opsomming van andere gemeenten die wel vergoeding geven in soortgelijke situaties; - Wethouder maakt binnen twee weken een afspraak met ondernemers Hooglanderveen om ideeën uit te wisselen over gezamenlijke activiteiten en promotie van het bedrijfsleven -waarbij ook de inbreng van het Ontwikkelingsbedrijf Vathorst wordt gevraagd- en rapporteert de raad hierover.
Aantekeningen voor verslag
#2371738 v1 - BESLUITENLIJST DR 27-3-2007 - SP: MOTIE SCHADEVERGOEDING MIDDENSTAND HOOGLANDERVEEN
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF NUMMER 39 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : Wethouder H. van Daalen
Reg.nr. Datum
: 2280442 : 3 april 2007
TITEL Verbeteren toegankelijkheid voor mensen met een beperking
KENNISNEMEN VAN De manier waarop wij bij de ontwikkeling van het WMO-beleidskader aandacht besteden aan toegankelijkheid voor mensen met een beperking.
AANLEIDING In de Ronde van 20 juni 2006 hebben de SP en enkele insprekers aandacht gevraagd voor de (on)toegankelijkheid van gebouwen voor mensen met een beperking. Ook voorzieningen als geldautomaten en brievenbussen kwamen aan de orde. Aanleiding was de uitbreiding van het wetboek van strafrecht met discriminatie op grond van handicap. Toepassing van het strafrecht is een taak van politie en OM. Gevraagd is welke maatregelen de gemeente aanvullend kan treffen om de toegankelijkheid te verbeteren. Wethouder van Daalen heeft toegezegd in een korte notitie uiteen te zetten welke maatregelen op korte en op langere termijn mogelijk zijn. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat de meeste aanvullende maatregelen vragen om een langere termijn en om investering van tijd en middelen. Wij zouden dus beleid moeten ontwikkelen. De notitie die wij hierover gereed hadden in september hebben wij voor een reactie voorgelegd aan de insprekers en het Gehandicapten en Patiënten Platform Amersfoort. Niet lang daarna, op 17 oktober jl. heeft u de voorbereiding voor het WMO-beleidskader besproken in de Ronde. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat het verbeteren van de toegankelijkheid samenhangt met dit beleidskader. De WMO is ten slotte gericht op het bevorderen van de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid, onder andere van mensen met een beperking. Wij willen beleid voor toegankelijkheid voor mensen met een beperking daarom niet los van dit beleidskader ontwikkelen. Dit is ook de reden waarom wij pas nu terugkomen op uw verzoek in de Ronde van 20 juni 2006. In deze brief lichten wij de samenhang toe.
KERNBOODSCHAP Wij benutten de ontwikkeling van het WMO-beleidskader voor het stellen van kaders voor maatregelen gericht op het verbeteren van toegankelijkheid voor mensen met een beperking, voor die terreinen waarop wij invloed hebben. In de uitvoeringsprogramma’s werken wij deze maatregelen verder uit. Toelichting Er zijn maatregelen gericht op de toegankelijkheid van gebouwen • Nieuwe gebouwen moeten voldoen aan de eisen voor nieuwbouw in het Bouwbesluit. • Bestaande gebouwen moeten voldoen aan de eisen voor bestaande bouw in het Bouwbesluit. • De gemeente heeft verdergaande basiseisen voor de toegankelijkheid van gebouwen opgesteld. Die zijn echter niet afdwingbaar, ze kunnen alleen worden toegepast als projectontwikkelaars ermee instemmen ze op te nemen in overeenkomsten.
Inlichtingen bij:
Arieke van Andel, WSO/MO, (033) 469 42 73
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2280442
•
•
• •
•
De Woon Advies Commissie (WAC)1 beoordeelt alle plattegronden van nieuwe projecten op basis van beleid. Ontwikkelaars worden ter vergadering uitgenodigd en dienen hun plannen aan te passen als ze niet voldoen. Er is een subsidieregeling voor het verbeteren van toegankelijkheid van woongebouwen en openbare gebouwen die in bezit zijn van non-profitorganisaties: sociaal culturele instellingen, welzijnsinstellingen, een sportvereniging of een instelling die werkzaam is in een zorgsteunpunt. Andere eigenaars worden geacht zelf de kosten van aanpassingen te kunnen financieren. De gemeente vergoedt 25% van de aanpassingen aan woongebouwen en 50% van de aanpassingen aan openbare gebouwen die aan de voorwaarden voldoen. Voor individuele aanpassingen in woningen kunnen mensen een beroep doen op de individuele WMO-voorzieningen. De toegankelijkheid van openbare gebouwen in de stad is recent opnieuw onderzocht, zodat in 2007 actuele toegankelijkheidssymbolen in de stadsgids konden worden opgenomen. Sinds een aantal jaar terug het rapport Stemmen op wielen verscheen zijn stembureaus goed toegankelijk. Enkele stembureaus zijn niet toegankelijk te maken.Mensen worden daar goed geïnformeerd over de toegankelijkheid en alternatieve locaties die wel toegankelijk zijn. De gemeente subsidieert het Bureau Discriminatiezaken Amersfoort, dat mensen kan ondersteunen bij het doen van aangifte of het zetten van andere stappen bij discriminatie op grond van handicap. Het BDA heeft over de afhandeling van aangiftes overleg met OM en politie.
Meer doen op korte en lange termijn Op kortere termijn kunnen wij uitsluitend enkele incidentele activiteiten ontwikkelen. Wij hebben bijvoorbeeld in de Week van de toegankelijkheid (2 tot 6 oktober 2006) de subsidieregeling voor het aanpassen van gebouwen onder de aandacht gebracht. In de Stadsgids van 2007 staan geactualiseerde toegankelijkheidssymbolen voor openbare gebouwen. In 2007 zijn vergelijkbare activiteiten mogelijk. Wij zullen met het Gehandicapten en Patiënten Platform overleggen over activiteiten in de Week van de toegankelijkheid 2007. Andere mogelijke maatregelen vragen om een langere termijn en om investering van tijd en middelen. Het gaat dan om veelomvattende aanpassingen in regelgeving, uitbreiding van handhaving en investeringen in aanpassingen. Waar de gemeente geen zeggenschap heeft liggen mogelijkheden tot het verbeteren van de toegankelijkheid van gebouwen in het verstrekken van informatie, bevorderen van bewustwording en het stimuleren van aandacht voor mensen met een beperking. Andere partijen zullen hier hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Voor het nemen van dergelijke maatregelen zouden wij specifiek beleid moeten ontwikkelen. Toegankelijkheid omvat meer dan de toegankelijkheid van gebouwen Voor participatie van mensen met een beperking is echter niet alleen de toegankelijkheid van gebouwen van belang. Dit blijkt uit de inventarisatie die wij in 2003 hebben gemaakt aan de hand van de Agenda 22, om zicht te krijgen op wat er binnen de gemeente gebeurt gericht op mensen met een beperking (B&W-besluit 1300861 en B&W-nota 1253944). Het blijkt ook uit de brief die wij in 2005 schreven naar het Gehandicapten en Patiënten Platform Amersfoort, als reactie op hun rapport over problemen die mensen met een handicap ervaren in Amersfoort (B&W-besluit 1761676, briefkenmerk WSO/MOAZ/1752543). Deze stukken liggen ter inzage bij de griffie. Met betrekking tot toegankelijkheid kan het naast de toegankelijkheid van gebouwen bijvoorbeeld ook gaan om toegankelijkheid van voorzieningen, de openbare ruimte, vervoer, informatie en evenementen. Bij voorzieningen als pinautomaten gaat het vaak meer om bruikbaarheid dan om toegankelijkheid. Inmiddels gebeurt er overigens meer dan in de genoemde stukken staat. Zo zijn richtlijnen ontwikkeld voor toegankelijke voetpaden, wordt er voortaan bij de aanvraag voor een vergunning voor evenementen gevraagd naar maatregelen gericht op toegankelijkheid en worden landelijk plannen ontwikkeld voor de toegankelijkheid van openbaar vervoer. Beleid vraagt om keuzes 1 De WAC is een adviesorgaan van de gemeente, samengesteld uit de vrouwenadviescommissie (VAC), het Gehandicapten en Patiëntenplatform (GPPA), St. Huisvesting Ouderen en de gemeente.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2280442
Gezien het aantal terreinen dat relevant is als het gaat om het verbeteren van toegankelijkheid voor mensen met een beperking is het nodig keuzes te maken en prioriteiten te stellen. Bovendien heeft de gemeente niet overal invloed op. De gemeente moet dus ook besluiten welke rol zij voor zichzelf ziet weggelegd. Dit was ook een van de uitkomsten van de inventarisatie uit 2003. Destijds is vastgesteld dat daaraan aandacht kan worden besteedt bij de ontwikkelingen van het beleidskader voor de Wmo, die toen nog was voorzien voor 2006. Het WMO-beleidskader biedt een kader voor deze keuzes In onze notitie over het WMO-beleidskader van 17 oktober 2006 hebben wij onderscheid gemaakt tussen kernbeleid en flankerend beleid. Het kernbeleid bakent af aan welke onderwerpen wij aandacht besteden in het WMO-beleidskader. De samenhang met beleidsterreinen die niet onder de WMO vallen wordt in het traject voor het WMO-kernbeleid bewaakt en zo mogelijk vergroot. In onze raadsinformatiebrief over de aanpak van het beleidskader WMO van 10 januari 2007 hebben wij de centrale uitgangspunten van het WMO-beleidskader beschreven en benoemd welke rol wij voor de gemeente zien weggelegd. Ook dit biedt een kader voor het maken van keuzes met betrekking tot beleid gericht op het verbeteren van toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Zoals u weet voeren wij wijkgesprekken voor de ontwikkeling van het beleidskader en wordt het concept voor advies voorgelegd aan onder andere het Gehandicapten en Patiënten Platform Amersfoort. Het proces en de planning staan verder beschreven in onze brief van 10 januari 2007.
BETROKKEN PARTIJEN Sector SOB, sector WSO, Gehandicapten en Patiënten Platform Amersfoort. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Besluitenlijst De Ronde datum:
20 juni 2006
vergaderruimte: Raadzaal 1.02
Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezig Raadsleden/buitengewoonfractieleden Inspreker(s)
Conclusie voorzitter
van
20.30 tot
aantal bezoekers:
21.00 uur 6
Reg.nr. 2119483 SP: Wet Gelijke Behandeling: discriminatie gehandicapten Soort verslag Raadsfractie SP besluitenlijst Soort activiteit Peiling Raadslid peilt raad Van de raad wordt gevraagd om zich uit te spreken over de verdere noodzaak en gemeentelijke mogelijkheden om met behulp van de Wet Gelijke Behandeling de toegankelijkheid van instellingen voor gehandicapten te verbeteren.
Kennedy-Doornbos Van de Meerendonk --
Portefeuillehouder Opsteller
Van Daalen Beltman (SP)
Adli (PvdA), Beltman (SP), De Crom (GL), Portefeuillehouder Van Daalen Ambtenaren Haasdijk (CU), Nederkoorn (JA), Voogt (VVD), Van Woudenberg-Tenge (BPA) Mevr. Dekkers (m.n. over toegankelijkheid bus en openbare weg) De heer Overvliet (m.n. over toegankelijkheid horeca, sportactiviteiten en pinautomaten) Dit onderwerp is voor nu voldoende besproken. Alle fracties wensen actief beleid. Het college komt in september 2006 met een plan van aanpak met concrete punten voor de korte termijn en aandachtsvelden voor de lange termijn. Met betrokken belangenorganisaties zal het plan worden voorbesproken. Voldoende besproken Vervolgstap college
Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
Zie hierboven.
#2119483 v1 - BESLUITENLIJST DR 20 JUNI 2006 - SP: WET GELIJKE BEHANDELING: DISCRIMINATIE GEHANDICAPTEN
Besluitenlijst 20 juni 2006
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 24 april 2007 19:00
Toetsingskader gratis en of goedkoop openbaar vervoer Voorbereiding besluit ’ Bestuursovereenkomst samenwerking openbaar vervoer na december 2008 Peiling wensen en bedenkingen Voorlopig voorstel stadsarchitect Peiling
Besluitenlijst 20 juni 2006
Toetsingskader gratis en of goedkoop openbaar vervoer Voorbereiding besluit ’ Reg.nr.: 2388782 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Wieltink (033 469 4471) Portefeuillehouder: Luchtenveld Opsteller: Wieltink Samenvatting: In het collegeprogramma 2006-2010 is de ambitie opgenomen om te gaan experimenteren met gratis en/of goedkoper openbaar vervoer. Om in de toekomst te kunnen toetsen of en in hoeverre experimenten het waard zijn om om te zetten in beleid (en daarbij behorende financiele ruimte) is het nodig te komen tot een kader waarin OV-experimenten kunnen worden getoetst. Dit is nu opgesteld. Tevens is een aantal varianten uitgewerkt. Van 16 mogelijke varianten in Amersfoort zijn 7 varianten doorgerekend. Voorgesteld wordt 3 varianten nader uit te werken voor uitvoering op korte termijn. Reden van aanbieding: Zoals toegezegd bij de begrotingsbehandeling bieden wij u hierbij een toetsingskader aan om tariefexperimenten op het gebied van openbaar vervoer te toetsen. Na vaststelling van dit kader willen wij voortvarend aan de slag met de uitvoering van het collegeprogramma in de vorm van nieuwe OV-experimenten (buiten de bestaande proef met gratis OV voor 65-plussers). Van de raad wordt gevraagd: Het bijgevoegde raadsvoorstel te bespreken ter voorbereiding op de vaststelling door de raad, met als inhoud: 1. Het toetsingskader voor gratis OV experimenten vast te stellen. 2. Twee experimenten (spitslijnen en werknemers) door het college verder te laten uitwerken. 3. Het onderzoek "wat beweegt Vathorst" in het najaar van 2007 door het college te laten uitwerken en over de resultaten te rapporteren aan de raad. 4. Op basis van de evaluatie van de proef Gratis OV voor 65-plussers te besluiten over continuering van de proef. Vervolgtraject: 1. Na de vorming van een nieuw college van Gedeputeerde Staten, overleg met de provincie Utrecht en gemeente Leusden over gratis openbaar vervoer op de spitslijnen naar de Uithof. 2. Overleg met Amersfoort Bereikbaar over gratis OV voor werknemers. 3. Evaluatie 65 plus gratis met de bus 4. Nader onderzoek naar "wat beweegt Vathorst" Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Raadsvoorstel Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: Raadsvoorstel (/smartsite.shtml?ch=ter&id=172787) : /smartsite.shtml?ch=ter&id=173011(bijlage bij raadsvoorstel)
Besluitenlijst 20 juni 2006
: /smartsite.shtml?ch=ter&id=172788(p14-18) : Kosten en opbrengsten tariefacties (bijlage bij beleidskader, geheim )
Besluitenlijst 20 juni 2006
Bestuursovereenkomst samenwerking openbaar vervoer na december 2008 Peiling wensen en bedenkingen Reg.nr.: 2389577 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Wieltink (033 469 4471) Portefeuillehouder: Luchtenveld Opsteller: Wieltink Samenvatting: Bij besluit van 6 april 2004 heeft de provincie haar openbaar vervoerbevoegdheid in de gemeente Amersfoort gedelegeerd aan de gemeente. De partijen hebben een bestuursovereenkomst afgesloten waarin nadere afspraken zijn vastgelegd over deze delegatie. Deze delegatie wordt ingetrokken per 14 december 2008. De partijen concluderen uit de evaluatie van de bestuursovereenkomst dat het gewenst is de samenwerking voort te zetten en aanvullende afspraken daarover vast te leggen in een nieuwe overeenkomst. Reden van aanbieding: Bij raadsinformatiebrief van 13 februari 2007 bent u geinformeerd over de stand van zaken op dat moment van de tot standkoming van de bestuursovereenkomst. Nu wordt u daarvan het eindresultaat aangeboden, voorafgaand aan ondertekening. Van de raad wordt gevraagd: Op grond van artikel 169, lid 4 van de Gemeentewet wensen en bedenkingen kenbaar te maken over de concept-bestuursovereenkomst. Vervolgtraject: Nadat de raad over de concept-bestuursovereenkomst zijn wensen en bedenkingen kenbaar heeft gemaakt, zal het college besluiten over het ondertekenen van de bestuursovereenkomst. Doel activiteit: Peiling Soort activiteit: College peilt raad Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: Peiling (/smartsite.shtml?ch=ter&id=172790) : Bijlage :/smartsite.shtml?ch=ter&id=172791
Besluitenlijst 20 juni 2006
Voorlopig voorstel stadsarchitect Peiling Reg.nr.: 2388759 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Kentie (033 469 4399) Portefeuillehouder: Luchtenveld Opsteller: Kentie Samenvatting: Er ligt een voorstel voor de invulling van het profiel en het takenpakket van een stadsarchitect voor Amersfoort. Ook wordt een voorstel gedaan m.b.t. de relatie die deze stadsarchitect krijgt met respectievelijk het bestuur, de vakambtenaren, de welstandscommissie en de supervisoren. Dit voorstel is tot stand gekomen na een uitgebreide verkenning hoe elders in Nederland invulling wordt gegeven aan de functie van stadsarchitect. Ook is bekeken welk beleid en welke instrumenten Amersfoort al hanteert om de ruimtelijke kwaliteit te bewaken en te versterken, en welke zaken ontbreken of beter kunnen. Uitgangspunten bij het voorstel zijn in de eerste plaats het zorgen voor een toegevoegde waarde en in de tweede plaats het minimaliseren van dubbelingen in rol en taken. Reden van aanbieding: In het raadsamendement "Stadsarchitectuur"van 14 november 2006 vraagt de raad aan het college om in het eerste kwartaal van 2007 te komen met een voorstel voor een profielschets en een takenpakket voor een "stadsarchitect" voor Amersfoort. Indieners wensen dat stedelijke architecten en ontwikkelaars hierbij betrokken worden. De raad wil dat er initiatieven genomen worden om het stedebouwkundige niveau en de beeldkwaliteit te waarborgen en zelfs verder uit te bouwen op de belangrijkste arealen van de stad. Om dit te bereiken dient te worden geïnvesteerd in een kwaliteitsfunctie, adequaat beleid en goede instrumenten. Bovendien geeft de raad aan gebruik te willen maken van de mogelijkheid om provinciale subsidie te krijgen voor het opstellen van beeldkwaliteitsplannen. Provinciaal beleid over dit onderwerp is in voorbereiding als uitwerking van het provinciale amendement "beeldkwaliteit" van eind 2006. Van de raad wordt gevraagd: Zijn opvatting te geven over de peiling Vervolgtraject: voor de zomer: 1. Zonodig wordt het voorstel n.a.v. de peiling aangepast en weer voorgelegd aan het college. 2. Het voorstel wordt voorgelegd aan een publiek van Amersfoortse (landschaps-)architecten, stedebouwkundigen en ontwikkelaars, waarbij hun reactie wordt gevraagd. 3. De reacties worden teruggekoppeld naar het college en vervolgens worden het voorstel, eventueel aangepast, en de reactienota, ter besluitvorming voorgelegd aan de raad. Na de zomer: opstarten uitvoering van het besluit. Doel activiteit: Peiling Soort activiteit: College peilt raad
Besluitenlijst 20 juni 2006
Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: Peiling (/smartsite.shtml?ch=ter&id=172793) : http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2006/raadsstukken/11_november/A-6.1b%20Stadsachitectuur.pdf nr. 2385865 (pdf)
PEILING Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : Wethouder R. Luchtenveld
Reg.nr. Datum
: 2385865 : 4 april 2007
TITEL voorlopig voorstel voor het invullen van het raadsamendement "stadsarchitectuur".
PEILPUNTEN 1. Als beleid en instrumenten voor “het waarborgen en uitbreiden van het stedebouwkundige niveau en de beeldkwaliteit van de stad” de volgende middelen in te zetten: 1.a. een stedebouwkundige ontwikkelingsvisie voor de stad als totaal, met als doel zowel de lopende als de toekomstige ontwikkelingen van de stad, de verschillende facetplannen en de plannen voor deelgebieden in hun onderlinge samenhang te plaatsen. 1.b. overkoepelend stedebouwkundig-architectonisch kwaliteitsbeleid (kwaliteitsnota met kwaliteitskaart), te weten: - Het verwoorden en verbeelden van de ambitie en de doelstellingen m.b.t. het gewenste niveau van de stedebouwkundige en architectonische(beeld)-kwaliteit in Amersfoort. - Een verdieping van het bestaande beleid (de welstandsnota en de nota kwaliteit openbare ruimte) waarbij de bestaande differentiatie naar kwaliteitsniveau per gebied en/of stedelijk structuurelement verder wordt uitgewerkt. - Het formuleren van spelregels voor het omgaan met de selectie van ontwikkelaars en architecten bij gemeentelijke grondexploitaties en het ontwikkelen van een protocol voor het organiseren van prijsvragen. - Het aanzwengelen en in gang houden van een breed ruimtelijk kwaliteitsdebat op verschillende schaalniveaus en met diverse groepen om zo de aandacht voor kwaliteit een breed draagvlak te geven en het onderwerp levend te maken en te houden. 1.c. beeldkwaliteitsplannen als instrument om het kwaliteitsbeleid operationeel te maken - met dezelfde juridische status als de welstandsnota - voor gebieden die meer zorg en aandacht verdienen dan ze nu krijgen - voor zowel ontwikkeling- als beheergebieden 2. 2.a. Een stadsarchitect in te schakelen om, in samenwerking met de vakambtenaren, zowel een stedebouwkundige visie op de hele stad te ontwikkelen als overkoepelend stedebouwkundigarchitectonisch kwaliteitsbeleid op te stellen en (mede) te bewaken. 2.b. De stadsarchitect een onafhankelijke positie te geven als directe adviseur van het college. 3. Wat betreft de relatie welstandscommissie, supervisoren en stadsarchitect te kiezen voor de volgende constructie: 3.a. De supervisoren de rol van stadsbouwmeester te geven voor de gebieden waarover zij supervisor zijn (zij nemen daarmee officieel voor die gebieden de rol van de welstandscommissie over; de welstandscommissie fungeert als klankbord bij de beoordeling). 3.b. De stadsarchitect als niet stemmend adviseur van de welstandscommissie bij alle vergaderingen aanwezig te laten zijn om zo het overzicht over wat er in de stad gebeurt te behouden en betrokken te blijven bij de eindtoets van bouwplannen in de gebieden waar een beeldkwaliteitsplan voor is gemaakt. 4. Het volgende profiel voor de stadsarchitect vast te stellen: - Aantoonbare, ruime stedebouwkundige ervaring en expertise, met name op het vlak van kwaliteitsbeleid. - Affiniteit met de stad Amersfoort Inlichtingen bij:
J.M.S. Kentie, SOB/RO, (O33) 469 43 99
Gemeente Amersfoort Peiling 2385865 pagina 2
-
Minimaal 2 dagen in de week beschikbaar voor een periode van minimaal 4 jaar Luis in de pels (iemand die signaleert waar risico’s liggen, wat er beter kan, en initiatieven neemt om dat te verbeteren) Olie in de motor (iemand die goed communiceert, problemen en meningsverschillen weet terug te brengen naar de essentie, en oplossingsgericht is) Spin in het web (iemand met goede contactuele eigenschappen, die een relevant relatienetwerk heeft en / of weet op te bouwen binnen het bestuur, bij de vakambtenaren en in de (Amersfoortse) vakwereld)
AANLEIDING In het raadsamendement “stadsarchitectuur” van 14 november 2006, vraagt de raad aan het college om te komen met een voorstel voor een profielschets en een takenpakket voor een stadsarchitect voor Amersfoort. BEOOGD EFFECT Op een effectieve wijze invulling geven aan het raadsamendement “stadsarchitectuur”. ARGUMENTEN 1.a Omdat hierdoor verbanden, en daardoor afwegingen en keuzes, inzichtelijker worden. Ruimtelijke consequenties van facetbeleid worden eerder in beeld gebracht. Bovendien is een ontwikkelingsvisie een middel om de identiteit en de ambities van de stad vorm te geven, en te sturen aan het verwezenlijken van die ambities. Een ontwikkelingsvisie voor de stad overbrugt bovendien het hiaat tussen het planvormingniveau op de schaal NV-Utrecht en het projectenniveau en legt logische relaties tussen de beide schaalniveaus. 1.b.Omdat bij de verkenning naar middelen en instrumenten om de ruimtelijke kwaliteit te bevorderen is gebleken dat een aantal van deze zaken in Amersfoort onbreekt of beter kan. - Over smaak wordt wel degelijk getwist, en daarom is een zekere overeenstemming over de betekenis van het begrip “kwaliteit” noodzakelijk, evenals over de invulling die wij in Amersfoort aan dit begrip willen geven. - De raad vraagt om meer aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit op de belangrijkste arealen van de stad. Om dit te kunnen bereiken moeten deze arealen eerst worden benoemd en gedefinieerd. Zowel in de welstandnota als in de nota kwaliteit openbare ruimte worden hier al voorzetten voor gedaan. - De keuze voor een bepaalde ontwikkelaar en de architectenkeuze kunnen zeer bepalend zijn voor de kwaliteit van een project. Bij projecten met een gemeentelijke grondexploitatie hebben we daar in principe grip op. De rol die het kwaliteitsaspect bij dergelijke afwegingen speelt, is echter nog niet op een eenduidige en heldere manier geregeld. prijsvragen zijn een beproefd instrument om een hoger kwaliteitsniveau te bereiken. De gemeente Amersfoort maakt nog nauwelijks gebruik van dit middel en er is geen beleid over geformuleerd. - De stad wordt voor en door de burger ontwikkeld. Het debat over het belang van ruimtelijke kwaliteit en over wat er onder dat begrip verstaan wordt moet daarom juist ook met burgers en ontwikkelaars gevoerd worden. Locale publieke interesse is bovendien een steun in de rug bij het realiseren van stedebouwkundig-architectonische kwaliteit. 1.c. Omdat momenteel alleen beeldkwaliteitsplannen gemaakt worden voor (sommige) ontwikkelingsgebieden. Niet alle belangrijke arealen van de stad zijn ontwikkelingsgebied. Sommige waardevolle gebieden krijgen nu te weinig aandacht en zijn daardoor kwetsbaar. 2.a. + 2.b. Omdat uit de verkenningen elders in het land blijkt dat een stadsarchitect toegevoegde waarde kan hebben, maar dat dit alleen zo is als er sprake is van een intensieve samenwerking met de vakambtenaren. Ook een onafhankelijke positie en het vertrouwen van het bestuur zijn voorwaarden. 3. Omdat op deze manier gezorgd wordt voor de grootste toegevoegde waarde en de minste dubbelingen in rollen en taken.
Gemeente Amersfoort Peiling 2385865 pagina 3
Volgens de huidige gang van zaken geeft de supervisor een pre-advies aan de welstandscommissie en is aanwezig bij de behandeling. De commissie zorgt voor de officiële welstandstoets. Hierbij vindt een zekere dubbeling in de advisering plaats, die aan de ene kant een extra kwaliteitsborging kan betekenen, maar soms ook tot conflicten en onduidelijkheid over bevoegdheden leidt. De brede blik van de commissie (naast architecten ook een stedebouwkundige en twee burgerleden) heeft een meerwaarde. Beeldkwaliteitsplannen zijn in feite uitwerkingen van de welstandsnota en krijgen dezelfde juridische status. Het is voor de leden van de welstandscommissie onmogelijk om alle beeldkwaliteitsplannen tot in detail te kennen. Toch zijn zij formeel verantwoordelijk voor de toetsing aan die plannen. Deze taak kan volgens de WRO gedelegeerd worden aan een persoon, die dan formeel de functie van stadsbouwmeester vervult. De supervisor heeft de meeste kennis van het beeldkwaliteitsplan en is wellicht de meest aangewezen persoon om de welstandstoets te doen. Als er sprake is van een stadsarchitect, verantwoordelijk voor het kwaliteitsbeleid, zal deze ook betrokken willen zijn bij de eindtoets. 4. Omdat het voorgestelde profiel het beste aansluit bij de opgaven waarvoor we voorstellen om de stadsarchitect in te schakelen. - De nadruk van de vraag / het takenpakket ligt op het stedebouwkundige vlak. - Affiniteit met de stad Amersfoort is onderdeel van de vraag uit het amendement en spreekt voor zich. Een aandachtspunt hierbij is een eventuele belangenverstrengeling indien de persoon in Amersfoort een eigen bureau heeft of werkzaam is bij Amersfoorts bureau. - Verkenningen naar soortgelijke functies elders in het land leveren de conclusie op dat een tijdsbesteding van twee dagen in de week minimaal noodzakelijk is om een dergelijke functie goed te kunnen vervullen. Drie dagen heeft de voorkeur. - Om een zekere continuïteit in het beleid te krijgen is een minimale periode van ca. 4 jaar noodzakelijk. Deze periode zou, indien alle partijen tevreden zijn, verlengd moeten kunnen worden. - Luis in de pels, Olie in de motor, Spin in het web: dit zijn termen die in de verkenning regelmatig opdoken en de belangrijkste eigenschappen van een goede stadsarchitect weergeven.
KANTTEKENINGEN 1.c. Een beeldkwaliteitsplan kan, in aanvulling op het bestemmingsplan, nadere eisen stellen t.a.v. de beeldkwaliteit. De randvoorwaarden uit een beeldkwaliteitsplan mogen echter niet in strijd zijn met de rechten c.q. mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Dit gegeven vormt een beperking van de sturingskracht van het beeldkwaliteitsplan. Bij het opstellen van een beeldkwaliteitsplan zal altijd afstemming op het bestemmingsplan moeten plaatsvinden. In uitzonderingsgevallen kan besloten worden om, ter bevordering van de beeldkwaliteit, een bestemmingsplan (gedeeltelijk) te herzien en af te stemmen op het beeldkwaliteitsplan.
FINANCIËN In het raadsamendement wordt gevraagd om voor het jaar 2007 een bedrag van 75.000 euro te reserveren, te dekken uit de grondexploitatie. Op basis van discussie in de gemeenteraad zou moeten worden bepaald welke middelen er voor de jaren na 2007 noodzakelijk zijn. Dit zou moeten worden meegenomen in de kadernota 2008. Echter, de reserveringen voor de kadernota worden momenteel gedaan, en de discussie in de raad heeft nog niet plaatsgevonden. Uit de verkenning die is gedaan in inmiddels wel gebleken dat een bedrag van 75.000 euro zeker te weinig zal zijn voor het inschakelen van een stadsarchitect. Het geld kan wel worden aangewend voor het opstellen van een kwaliteitsnota. In de kadernota 2008 wordt een bedrag van 125.000 euro gereserveerd voor het onderwerp stadsarchitectuur. Wanneer de keuzes met betrekking tot de invulling van het amendement zijn gemaakt en de discussie met de raad heeft plaatsgevonden moet blijken of dit bedrag voldoende is en hoe dit de komende jaren moet worden ingevuld. Voor het inschakelen van een stadsarchitect voor een uurtarief van 185 euro, gedurende 2 dagen per week, een jaar lang, zou al een bedrag van ca. 150.000 euro moeten worden gereserveerd. Het voorstel gaat uit van een aanstelling van minimaal 4 jaar.
Gemeente Amersfoort Peiling 2385865 pagina 4
Extra supervisorschap en het opstellen van beeldkwaliteitsplannen als gevolg van het kwaliteitsbeleid en ambtelijke ondersteuning is daar niet bij ingerekend. Verwacht wordt dat deze, bijkomende kosten voor een deel uit de provinciale subsidie bekostigd kunnen worden. Voor het overige deel zijn ze niet geraamd en Pm opgenomen in de kadernota.
VERVOLG voor de zomer: 1. Zonodig wordt het voorstel n.a.v. de peiling aangepast en weer voorgelegd aan het college. 2. Het voorstel wordt vervolgens voorgelegd aan een publiek van Amersfoortse (landschaps-) architecten, stedebouwkundigen en ontwikkelaars, waarbij hun reactie wordt gevraagd. 3. De reacties worden teruggekoppeld naar het college en vervolgens worden het voorstel, eventueel aangepast, en de reactienota, ter besluitvorming voorgelegd aan de raad. Na de zomer: opstarten uitvoering van het besluit.
BETROKKEN PARTIJEN Het voorstel wordt voorgelegd aaneen publiek van Amersfoortste (landschaps-)architecten , stedebouwkundigen en ontwikkelaars, waarbij hun reactie wordt gevraagd. Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
de burgemeester,
P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- geen
nr. 2385865
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 24 april 2007 20:30
Fractievoor-zittersoverleg
nr. 2385865
Fractievoor-zittersoverleg
nr. 2385865
Datum: Aanvang:
dinsdag 24 april 2007 18:00
AMERSFOORT VERNIEUWT OP HET PLEIN VERVALT Op dinsdag 24 april staan de concept-ontwikkelingsplannen Amersfoort Vernieuwt op de raadsagenda voor Het Plein. Het college deelt mee dat deze bijeenkomst helaas niet door kan gaan. Het college heeft nog geen besluit over de plannen kunnen nemen. Zodra de nieuwe planning duidelijk is, wordt u daarover geïnformeerd. Startnotitie voor het ontwikkelen van het Milieubeleidsplan 2008-2011
nr. 2385865
AMERSFOORT VERNIEUWT OP HET PLEIN VERVALT Op dinsdag 24 april staan de concept-ontwikkelingsplannen Amersfoort Vernieuwt op de raadsagenda voor Het Plein. Het college deelt mee dat deze bijeenkomst helaas niet door kan gaan. Het college heeft nog geen besluit over de plannen kunnen nemen. Zodra de nieuwe planning duidelijk is, wordt u daarover geïnformeerd.
nr. 2385865
Startnotitie voor het ontwikkelen van het Milieubeleidsplan 2008-2011