Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste 2009-2014
Datum: Versie:
27 juli 2015 1.1
In opdracht van:
Hendrik Bijker Wecycle
Opgesteld door:
Laura Golsteijn Marisa Vieira PRé Consultants bv
PRé Consultants bv
Dit rapport is geschreven door PRé Consultants bv. PRé Consultants helpt bedrijven en overheden bij het ontwikkelen van duurzame producten en diensten. PRé Consultants heeft meer dan 20 jaar ervaring in het uitvoeren van levenscyclus analyse (LCA) studies (van screening tot ISO conform), training, landscaping en bedrijfsbrede duurzaamheidsvraagstukken. PRé’s oplossingen zijn zowel praktisch als wetenschappelijk onderbouwd. PRé Consultants biedt advies, oplossingen en ondersteuning aan grote internationale bedrijven, overheden en NGO’s op het gebied van duurzaamheidsvraagstukken. PRé is marktleider op het gebied van LCA software. Onze professionele LCA tool, SimaPro wordt in meer dan 80 landen gebruikt door bedrijven, adviesbureaus, universiteiten en onderzoeksinstituten. PRé Consultants heeft een kantoor in Amersfoort en in de Verenigde Staten en werkt samen met een wereldwijd partnernetwerk.
PRé Consultants bv Stationsplein 121 3818 LE Amersfoort Nederland Telefoon: +31 (0)33 455 50 22
[email protected] www.pre-sustainability.com
i
PRé Consultants bv
1 Inleiding Afgelopen jaren heeft PRé Consultants screening LCAs uitgevoerd voor Wecycle om de vermeden milieueffecten als gevolg van de inzameling en recycling van afgedankte elektr(on)ische apparatuur (e-waste) per jaar in kaart te brengen. In 2010 voerde PRé een dergelijke screening LCA voor het eerst uit en werd de vermeden potentiele impact van CO2 uitstoot door recycling van e-waste in 2009 berekend. In de daarop volgende jaren is er jaarlijks een rapport verschenen met de resultaten per kalenderjaar, geschat op basis van het bestaande model en aanvullende studies. Behalve de vermeden impact van CO2 uitstoot door recycling van e-waste, is er ook gekeken naar de vermeden impact van CO2 uitstoot door het verwijderen en vernietigen van (H)CFK’s uit koel- en vriesapparatuur. Laatstgenoemde resultaat is later ook alsnog uitgerekend voor 2009. In 2013 zijn de resultaten voor de jaren 2009 – 2012 samengevoegd tot één rapport. In 2014 verscheen er weer regulier monitoringsrapport met de resultaten van 2013. Het huidige rapport beschrijft de monitoringsresultaten van 2014 en een vergelijking met de resultaten van 2009-2013. Het is belangrijk op te merken dat de resultaten die in dit rapport worden gepresenteerd voortkomen uit een screening LCA zonder externe validatie. De resultaten zijn uniek voor de data van de geselecteerde recyclingbedrijven en de aannames die in deze studie gemaakt zijn. De resultaten zijn niet bedoeld voor vergelijkingen met andere landen of recyclingbedrijven. Door inzameling van afgedankte elektr(on)ische apparatuur zijn er de afgelopen jaren grote hoeveelheden e-waste verwerkt in Nederland. Tabel 1 geeft de hoeveelheden ingezameld e-waste per jaar. Tabel 1. Hoeveelheid ingezameld e-waste per jaar (ton)
Jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014
E-waste (ton) 83.000 106.000 110.000 121.000 115.000 111.000
2 LCA Onderzoek De vermeden milieueffecten door recycling van e-waste worden geschat op basis van het vermeden gebruik van nieuwe materialen. Zo worden de vermeden milieueffecten van koperrecycling bijvoorbeeld geschat op basis van de milieueffecten van koperproductie. In de voorgaande jaren zijn de benodigde data hiervoor uit de database ecoinvent 2.2 gehaald. Te denken valt aan data over de grondstofbenodigdheden en de uitstoot van emissies tijdens de productie van de verschillende materialen. Het huidige rapport presenteert de resultaten van 2014 en voorgaande jaren met de meest recente en best beschikbare data uit de nieuwe database ecoinvent 3.1. Tevens is voor berekening van de carbon footprint gebruikt gemaakt van de nieuwe methode IPCC 2013, in tegenstelling tot voorgaande jaren waarbij er gebruik werd gemaakt IPCC 2007. In de IPCC methode is het vermogen om het broeikaseffect te veroorzaken (de zogenaamde Global Warming Potential (GWP)) uitgedrukt in kg CO2 equivalenten per kg koudemiddel. Tabel 2 geeft de GWP weer over tijdsbestek van 100 jaar van de koudemiddelen die zijn verwijderd uit koel- en
1
PRé Consultants bv
vriesapparatuur. Vergeleken met de IPCC 2007 methode, is de GWP afgenomen voor vrijwel alle koudemiddelen. Tabel 2. Global Warming Potential (GWP) over 100 jaar tijdsbestek uitgedrukt in kg CO2 eq per kg (IPCC 2013)
Koudemiddel R11 (Freon) R12 R13 R22 R114 R125 R134a R141b Cyclopentaan Propaan/ butaan
GWP* 4.700 10.200 13.900 1.800 8.600 3.200 1.300 780 0 0
* Voor de leesbaarheid van dit rapport zijn de getallen afgerond.
Het is belangrijk op te merken dat de resultaten zoals berekend met ecoinvent 3.1 en IPCC 2013 niet vergelijkbaar zijn met resultaten verkregen met behulp van ecoinvent 2.2 en IPCC 2007. Het huidige rapport vervangt daarom alle voorgaande rapporten.
3 Vermeden broeikaseffect door e-waste recycling 3.1 Resultaten 2014 In 2014 is in totaal zo’n 156.000 ton CO2 equivalenten vermeden door de verwerking van 111.000 ton e-waste. Dit komt overeen met de jaarlijkse uitstoot van ruim 54.000 benzineauto’s in Nederland.1 In Figuur 1 wordt het vermeden broeikaseffect per e-waste stroom weergegeven. Hieruit blijkt dat door het recyclen van Klein Elektrisch- en ICT apparatuur (KEI) de grootste hoeveelheid broeikasgassen worden vermeden, zo’n 58.000 ton CO2-eq. Daarna volgt Groot Witgoed (GWG) en Koel- en Vriesapparatuur (KV), met respectievelijk 48.000 ton en 38.000 ton CO2 equivalenten. Met de recycling van CRT schermen wordt 8.200 ton vermeden en met de recycling van FPD’s 3.300 ton. Energiezuinige lampen, ten slotte, zorgen voor het vermijden van 600 ton CO2 equivalenten.
1
Er is hierbij uitgegaan van een directe emissie (Tank to Wheel) van 194 g CO2 eq. per km (Boer, L.C. den et al, 2008) en een gemiddelde afstand van 15.000 km per jaar.
2
PRé Consultants bv
58.000
60.000 48.000
ton CO2 eq.
50.000 40.000
38.000
30.000 20.000 8.200
10.000
3.300
600
0 KV
CRT
FPD
LAMP
GWG
KEI
Figuur 1. Vermeden broeikaseffect door materiaalrecycling in 2014, uitgedrukt in ton CO2 equivalenten per ewaste categorie. Getallen zijn afgerond. KV = Koel- en vriesapparatuur, CRT = CRT TV’s + monitors, FPD = FPD TV’s + monitors, LAMP = Energiezuinige lampen, GWG = Groot witgoed, KEI = Klein Elektrisch en ICT apparatuur.
3.2 Vergelijking 2009 -2014 In Figuur 2 zijn de hoeveelheden vermeden CO2 equivalenten door materiaalrecycling opgenomen van 2009 - 2014. 180.000
160.000
153.000
156.000
2013
2014
138.000
150.000 129.000 ton CO2 eq.
120.000 96.000 90.000 60.000 30.000 0 2009
2010
2011
2012
Figuur 2. Vermeden broeikaseffect door materiaalrecycling in ton CO2 equivalenten voor 2009-2014. Getallen zijn afgerond.
4 Vermeden broeikaseffect door verwijdering (H)CFKs 4.1 Resultaten 2014 In 2014 bestond het (H)CFK houdend koelmiddel met name uit R12, R134a en R114. Het (H)CFK houdend isolatieschuim bestond met name uit cyclopentaan en nog een deel R11. 3
PRé Consultants bv
In totaal is in 2014 zo’n 107 ton koelmiddel uit koel- en vriesapparatuur op milieuverantwoorde wijze verwerkt waarbij naar schatting een uitstoot van ruim 306.000 ton CO2 equivalenten is vermeden (zie Tabel 3). Dit komt overeen met de jaarlijkse uitstoot van ruim 105.000 benzineauto’s in Nederland.1 Tabel 3. Vermeden CO2 equivalenten (ton) door verwijdering (H)CFK houdend koelmiddel en isolatiegas uit KV apparatuur (2014)
Component (H)CFK houdend koelmiddel (H)CFK houdend isolatieschuim Totaal van de (H)CFK houdende componenten
Vermeden CO2 eq (ton) 219.000 87.000 306.000
4.2 Vergelijking 2009 -2014 In Figuur 3 zijn de hoeveelheden vermeden CO2 equivalenten door verwijdering van (H)CFK’s uit koel- en vriesapparatuur opgenomen van 2009-2014. 600.000 504.000
475.000
ton CO2 eq.
500.000
345.000
378.000
400.000
313.000
306.000
300.000 200.000 100.000 0 2009
2010
2011
2012
2013
2014
Figuur 3. Vermeden broeikaseffect door verwijdering van (H)CFK’s uit koel- en vriesapparatuur in ton CO2 equivalenten voor 2009 tot en met 2014. Getallen zijn afgerond.
5 Discussie 5.1 Update LCA onderzoek De resultaten zoals berekend met ecoinvent 3.1 en IPCC 2013 zijn niet vergelijkbaar met resultaten verkregen met behulp van ecoinvent 2.2 en IPCC 2007. Daarom zijn ook de resultaten van voorgaande jaren 2009-2013 herberekend. Dit resulteerde in een toename van 32% tot 44% voor het vermeden broeikaseffect door materiaalrecycling, evenals een afname van 5% tot 6% voor het vermeden broeikaseffect door verwijdering van (H)CFK’s uit koel- en vriesapparatuur. In totaal is het vermeden broeikaseffect door materiaalrecycling en verwijdering van (H)CFK’s door de huidige update in de periode 2009-2013 met 0% tot 5% toegenomen.
4
PRé Consultants bv
5.2 Totaal vermeden broeikaseffect De recycling van e-waste en het verwijderen van (H)CFKs heeft in 2014 gezorgd voor een totaal vermeden broeikaseffect van zo’n 462.000 ton CO2 equivalenten. Daarvan is 66% toe te schrijven aan het verwijderen van (H)CFKs. In Figuur 4 is een dalende trend te zien voor de hoeveelheid vermeden broeikaseffect. Dit hangt samen met de uitfasering van koel- en vriesapparatuur met (H)CFK’s; (H)CFKs verklaarden door de jaren heen immers het grootste deel van het totaal vermeden broeikaseffect, namelijk zo’n 66 tot 84%. Door investering in technologie zijn er in 2011 en 2013 meer (H)CFK’s verwijderd dan in de overige jaren. Voor de hoeveelheid vermeden broeikaseffect die te danken is aan de recycling van ewaste is er sprake van een lichte daling, nadat de totaal ingezamelde hoeveelheid e-waste van 2009 tot 2012 toenam.
700.000 600.000
613.400
600.200 505.800
500.000
473.200
498.300 462.400
KV ((H)CFK)
ton CO2 eq
KV (grondstof) 400.000
LAMP KEI
300.000
FPD CRT
200.000
GWG
100.000 0 2009
2010
2011
2012
2013
2014
Figuur 4. Totaal vermeden broeikaseffect in ton CO2 equivalenten, opgesplitst naar categorieën e-waste, voor de periode 2009-2014. Voor KV is de bijdrage van (H)CFKs en grondstoffen opgesplitst. Getallen zijn afgerond.
5