Verleiden, verbinden en verdiepen
studiedag Gezond in... 19 november 2015
Verleiden, verbinden en verdiepen Op de derde studiedag van Gezond in… werd meer dan eens duidelijk wat het betekent om gezondheidsachterstanden integraal aan te pakken. Het deed dagvoorzitter Jaap de Graaf genoegen om in de zaal van het Oude Stadhuys van Gouda “mensen uit alle hoeken en gaten te zien.” Natuurlijk waren er veel vertegenwoordigers uit gemeenten naar de studiedag gekomen. Maar ook GGD’en, professionals uit het sociale en zorgdomein, en burgers.
Energie en inspiratie Het programma zelf weerspiegelde ook de diversiteit die een integrale aanpak kenmerkt: gesprekken met wethouders, sociale wijkteams én burgers. Daarnaast was er aandacht voor verschillende aspecten die van invloed zijn op gezondheids achterstanden, zoals schuldhulpverlening, taalvaardigheid en de fysieke omgeving. Allemaal essentieel voor een programma als Gezond in…: door partijen te verleiden mee te doen en met elkaar te verbinden kunnen gezondheidsachterstanden beter aangepakt worden. En ontstaat de energie en inspiratie die nodig is bij zo’n lastig en complex probleem.
Verleiden, verbinden en verdiepen
2
Puzzels oplossen Een probleem dat volgens Jack Hutten van het ministerie van VWS een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van Rijksoverheid en gemeenten. Hutten: “Een speciaal programma als Gezond in… is daarbij nodig. Het gaat hierbij niet om de traditionele gezondheidsbevordering. We hebben dit programma op een nieuwe manier opgezet. De gemeenten moeten het zelf gaan doen. Dus geen landelijk programma dat lokaal wordt uitgerold, maar lokale programma’s die overal in het land worden uitgerold en worden versterkt met kennis en ervaringen uit landelijke programma’s, samengebracht door de adviseurs van Gezond in…. We moeten samen laten zien dat het werkt: alleen dán hebben we een goed verhaal voor de politiek.” Daar moet nog wel het nodige denkwerk aan vooraf gaan: “Die achterstanden zijn niet overal hetzelfde, dus je moet nadenken waar je naartoe wilt. Puzzels oplossen en kijken hoe je de regie krijgt.” Dat moet je samen doen: “De gemeenten zijn de spil, maar het gaat ook om de driehoek gemeenten, zorg en onderwijs. En allerlei andere partners. Zoek die op!”
Verleiden, verbinden en verdiepen
3
Drie witte broden Dan had voorzitter van de PO-raad en ambassadeur van Gezond in… Rinda den Besten goed nieuws voor Jack Hutten: “Het lukt ons om steeds meer partijen aan tafel te krijgen. En het is ook goed om hier vandaag zo veel collega’s uit andere domeinen te zien. De integraliteit komt op gang, maar het kan nog beter.” Dan gaat het om een verbreding van thema’s want “we zitten nog te veel op de zorg, terwijl een veilig fietspad naar school ook belangrijk is om gezondheidswinst te pakken. Net zoals
Verleiden, verbinden en verdiepen
aandacht voor schuldhulpverlening en participatie.” Het is daarom vooral belangrijk om verbreding te zoeken bij collega’s uit andere domeinen: “Meer partijen kunnen meer bereiken.” Daarbij is het wel zaak om duidelijk te zijn: “Je mag tegenwoordig niet meer spreken over een doelgroepenbeleid. Maar ik vind dat je juist móét discrimineren, anders bereik je de juiste doelgroepen niet. De mensen die bij de Aldi rond sluitingstijd drie witte broden voor een euro kopen; dáár gaat het om.”
4
Armoede in relatie tot gezondheid Doorbreek de vicieuze cirkel
5
Armoede in relatie tot gezondheid De link tussen gezondheidsachterstanden en armoede werd wetenschappelijk benaderd door Judith Wolf, hoogleraar maatschappelijke zorg aan Radboudumc. Ze begon met een heldere constatering: “Arme mensen hebben een slechtere gezondheid en gaan eerder dood. Terwijl juist die gezondheid cruciaal is als je mee wilt doen in de maatschappij en het arbeidsproces.” Door armoede bij gezondheidsachterstanden te betrekken, ontstaat meteen een veel realistischer beeld van de problemen en de oplossingen die nodig zijn, blijkt ook uit een enquête onder 335 huurders met een dreigende huisuitzetting. “Het gaat dan om schulden, langdurig niet rond kunnen komen, conflicten in relaties en verlies van werk.” Om een totaalbeeld te krijgen van de mate van sociale uitsluiting van mensen heeft Judith Wolf een taxatie-instrument ontwikkeld dat veertig participatie achterstanden inventariseert. Op nummer 1, nog vóór ‘gezondheid en gedrag’, de ‘bestaansvoorwaarden’, zoals voeding en een dak boven je hoofd.
Armoede in relatie tot gezondheid Doorbreek de vicieuze cirkel
6
Armoede doet dus veel met mensen, zeker als ze ook nog eens een zwak sociaal netwerk hebben. “Ze geloven vaak niet meer dat ze eruit gaan komen. Het wordt een soort aangeleerde hulpeloosheid. Op een gegeven moment kun je niet meer goed nadenken en besluiten nemen; dan schakel je over op de overlevingsmodus. Loyaliteit wordt minder: het is zij (die het goed hebben) tegen ons.” Kortom: “Ze voelen zich mislukkelingen; de motor is afgeslagen en er is geen hoop meer.” Gevolg: “Afzondering en sociaal isolement. En heel veel stress, soms ook wanhoop.”
Krachtigste voorspeller Hoe doorbreek je die negatieve spiraal? Op basis van onderzoek is duidelijk geworden wat er belangrijk is:
Armoede in relatie tot gezondheid Doorbreek de vicieuze cirkel
“Onderwijs, werk, een gezonde leefomgeving, vrij zijn van stress, zekerheid van woonruimte.” En contact met de familie voor steun: “Maar dat is vaak nog lastig. Het zijn meestal zeer breekbare relaties en schaamte speelt een rol.” Essentieel is ook toegang tot instituties, zorg en (wettelijke) regelingen. “Het probleem is dat de schuldhulpverlening meestal marginaal is bij sociaal uitgesloten mensen, omdat zij niet aan de criteria voor schuldhulpverlening kunnen voldoen; die lat ligt veel te hoog. En dan dreigt zo’n groep dus te worden afgeschreven. “Met alle gevolgen van dien, óók voor de gezondheid: Mensen die het niet breed hebben, eten slechter en sporten minder.”
7
“Gezondheid is de krachtigste voorspeller van sociale uitsluiting. En armoede is sterk bepalend voor de gezondheid van mensen. Interventies moeten zich dus richten op de samenhang tussen armoede, uitsluiting en gezondheidsachterstanden.” Bij de aanpak van zo’n complex probleem is het goed om te weten hoe je de mensen het beste kunt benaderen. “Er wordt wel gezegd dat professionals zich alleen maar richten op wat er mis is. Kijk ook wat er nog wél kan.” Bedenk daarbij dat mensen altijd van betekenis willen zijn. “Toon begrip, respect, hoop en wederkerigheid; vel geen oordelen. En zet in op de eigen kracht van mensen; vergroot hun autonomie. Want mensen zijn zelfbepalende wezens, die greep op de zaak willen hebben. Dwang helpt daar niet bij, mensen moeten juist iets te kiezen hebben.” Ook een goeie tip: “Niet alleen de professional doet een intake, maar de mensen doen zelf ook een intake met de professional.” Dit is dan het profiel van die professionals: “Hoge gekwalificeerde ambachtslieden die door hun krachtgerichte werkwijze en houding in staat zijn de mensen echt te raken en samen met hen te werken aan herstel, bij voorkeur met goed onderbouwde, effectieve interventies. Het is van belang de focus te leggen op armoede en gezondheid, en vooral de samenhang als uitgangspunt te nemen.”
Armoede in relatie tot gezondheid Doorbreek de vicieuze cirkel
8
Vernieuwing van de Utrechtse armoedeaanpak Utrecht Inclusief
9
Vernieuwing van de Utrechtse armoedeaanpak Op sommige plekken zijn er al goede aanzetten, blijkt uit opmerkingen uit de zaal. In één gemeente is duidelijk geworden dat in de huisartsen kring al heel wat kan worden gedaan aan schuldhulpverlening. In Rotterdam bijvoorbeeld zit gezondheidsbevordering in één team met armoedebestrijding. En Utrecht? Daar heeft beleidsmedewerker Sabine Quak zich zes jaar ingezet voor de gezonde wijkaanpak in Overvecht. Nu werkt ze bij Werk en Inkomen en richt ze zich op armoede en schulddienstverlening. Een ‘dienst’ inderdaad, in plaats van ‘hulp’, dat is een bewuste keuze geweest. Ook in de nieuwe armoedeaanpak ‘Utrecht Inclusief’ komt deze insteek duidelijk terug. De basis voor deze aanpak is gelegd door simpelweg de stad in te gaan. “We hebben twee grote bijeenkomsten belegd en zo’n 200 verhalen verzameld. Het beeld dat daaruit naar voren kwam is dat armoede niet in één definitie te vatten is. Het is geen geld hebben, een slechte gezondheid, te hoge huren, sociaal isolement. Bovendien zie je veel laaggeletterdheid, slechte digivaardigheden en veel kortetermijnoplossingen. Er is een grote discrepantie tussen hun wereld en de ‘systeemwereld’.” En je kunt het ook niet zo maar vastpinnen op een specifieke doelgroep: “Sommige mensen verdienen best goed, maar kunnen bijvoorbeeld door een scheiding toch in grote problemen komen.” Of denk aan studenten, die met gemak grote bedragen kunnen lenen, vervolgens niet aan het werk komen en met een enorm probleem blijven zitten.
Vernieuwing van de Utrechtse armoedeaanpak Utrecht Inclusief
10
Life events Hoe ziet die nieuwe aanpak van armoede in Utrecht eruit? “Ons doel is hetzelfde gebleven: meedoen, maar de visie is anders. Minder regels en een bredere insteek met verschillende partijen zoals buurtteams en vrijwilligers. En vooral met ervaringsdeskundigen.” Daarbij ligt er veel nadruk op kinderen en inzetten op life events, zoals een scheiding of de overgang naar volwassenheid.” Die aandacht voor de jeugd wijst ook op een ander belangrijk uitgangspunt: preventie en vroegsignalering: “Aandacht voor schulden gaat om een hele keten. Je moet niet wachten tot die mensen bij de gemeente aankloppen.” En als ze dat dan doen, dan moet de toegang goed geregeld zijn en niet via allerlei ingewikkelde digitale systemen verlopen.
Werk en gezondheid Een flinke uitdaging ligt er dan nog wel om verschillende domeinen bij elkaar te brengen. Sabine Quak: “Je kunt armoede en gezondheid niet los van elkaar zien. Daarom kijken we
Vernieuwing van de Utrechtse armoedeaanpak Utrecht Inclusief
samen met Volksgezondheid welke netwerken er zijn om samen in op te trekken. Maar organisatieonderdelen Werk en Inkomen en Volksgezondheid binnen de Gemeente zijn echt gescheiden werelden. Het valt me op dat gezondheid voor de mensen die met ‘Werk en Inkomen’ bezig zijn vaak geen issue is. Je ziet daar trouwens ook veel meer mensen roken.” De uitdaging is dus om je in te leven in die andere domeinen en samen te verkennen hoe het probleem het beste opgelost kan worden. In Utrecht liggen daar veel kansen, onder andere door de drie speerpunten uit het coalitieakkoord: “Utrecht maken we samen, bouwen aan een gezonde toekomst en werken aan werk. Daarnaast ligt het netwerk er voor een groot deel al; daar kun je ook voor aanpak van armoede en schulden gebruik van maken.” Samengevat gaat het om minder regels en meer verbinden en samenwerken. Zo kunnen we een verschil maken in Utrecht als het om armoede gaat en dat helpt ook om de gezondheid op een hoger peil te krijgen.
11
In gesprek met de wethouder deelsessie 1
12
In gesprek met de wethouder “Voor het sociaal domein willen we dat iedereen gelukkig is.” Dat klinkt misschien zweverig maar is het niet volgens de wethouder uit Achtkarspelen. “In ieder geval was het een warme begrotingsvergadering waarin we dit naar voren brachten. We hebben gezocht naar een integrale aanpak van verschillende programma’s en programmaleiders aangesteld voor zorg en werk.” Zo moet het armoedebeleid gekanteld worden. “We willen bijvoorbeeld af van het ‘granieten bestand’ van mensen die al heel lang in de bijstand zitten en te maken krijgen met armoede. We gaan individueel met die mensen in gesprek.” En ook in deze gemeente is preventie aan de orde bij het gezondheidsbeleid: “In de schoolgids staat al een foto van de jeugdteammedewerker en hoe je met zo iemand in contact kunt komen. Niet pappen en nathouden dus, maar ook meteen naar de gezinnen kijken en bijvoorbeeld of die kinderen wel sporten.”
In gesprek met de wethouder (Deelsessie 1)
13
In Emmen is er voor de wethouder ook alle reden om zich in te zetten voor gezondheid: “We komen terug op de lijstjes waar je eigenlijk niet op wilt staan als gemeente. Veel bijstand, COPD, gezondheidsachterstanden… Ik ben daar nauw bij betrokken; het gaat om mijn eigen familie en vrienden. Maar als je dan ineens de Wmo op je bordje krijgt en je afvraagt: ‘Gezondheid, wat doen we daar eigenlijk mee?’, dan grijpt het je wel naar de keel. Toch willen we het vooral leuk aanpakken: sporten is leuk, en participeren ook. En we doen het vooral integraal, want niemand kan het alleen. De burgers zelf zijn daar steeds bij in de ‘lead’.”
De wethouder uit Delft vond gezondheid altijd een van de vaagste onderwerpen uit zijn portefeuille, omdat gezondheid in verschillende situaties verschillend benaderd werd. “En als je zelf geen klachten hebt, ben je er ook minder mee bezig.” In Delft kiezen ze ervoor om de gezondheidsbevordering vooral aan de professionals over te laten. “Zij moeten kijken wat er binnen een wijk speelt en dan aan de slag gaan met wat er al is aan verenigingen en wijkteams. Hoe je de toegang voor burgers kunt verbeteren en hoe je wat er al is op elkaar kunt laten aansluiten.”
In gesprek met de wethouder (Deelsessie 1)
14
In de gesprekken vielen vervolgens nog flink wat tips te oogsten: • Sluit aan bij issues die spelen in de gemeenteraad en speel daarop in. • Bekijk gezondheid niet als losstaand thema; als je samenwerkt komt gezondheid vanzelf wel bovendrijven. Benoem het eens als bijvoorbeeld geluk; daarmee verbreed je het thema. • Werk ‘bottom-up’: geef opdrachten aan burgers en wijken en laat ze van onderop de plannen uitvoeren en succesjes behalen. Prikkel de ontwikkelkracht! • Laat de successen ook zien! • Doorbreek de ‘collectieve incontinentie’; zoek de gemeenschappelijke belangen, dat leidt tot 1+1 = 3. • Kom als beleidsadviseur met integrale voorstellen en vraag de wethouder om integrale opdrachten. • Zijn collega’s niet enthousiast? Laat de urgentie zien, ook voor hun eigen beleidsterrein. • Besef wel dat de wethouder slechts een passant is; de gemeenteraad moet dus goed begrijpen waar je mee bezig bent. Dat het ook iets van de hele gemeenschap is en niet alleen van die ene bevlogen wethouder. • Zorg ervoor dat een wethouder altijd een combinatie van een ‘zachte’ en een ‘harde‘ portefeuille heeft. Dat bevordert de integraliteit. De gesprekken lieten niet alleen de complexiteit van de gezondheids achterstanden zien, maar ook de vanzelfsprekendheid van de integrale aanpak: “Zodra je mensen helpt, ben je met hun gezondheid bezig.” Of andersom: “Het gaat eigenlijk niet om gezondheid, maar om de méns!”
In gesprek met de wethouder (Deelsessie 1)
15
Inintegrale gesprek metaanpak burgers deelsessie 2
16
In gesprek met burgers Hoe kunnen gemeenten burgers betrekken bij hun aanpak van gezondheids achterstanden? Over die vraag gingen deelnemers tijdens deze deelsessie in gesprek met zes inwoners die allemaal een actieve rol vervullen in hun wijk. Een sociaal makelaar uit Utrecht, een Marokkaanse buurtvader, een leefstijl ambassadeur, twee actieve inwoners uit Emmen, en een taalambassadeur uit Schiedam. Wat is hun belevingswereld en welke tips hebben zij voor gemeenten? Over een ding waren zij het eens: “Er is zeker voortuitgang te merken, maar er valt nog veel meer winst te boeken als gemeenten beter benaderbaar, opener en toegankelijker worden.” Amar Haddouch, sociaal makelaar in de Utrechtse wijk Zuilen: “Ik heb gemerkt dat ‘volhouden’ bij de gemeente erg belangrijk is. Daarbij zou het helpen als de gemeente zich flexibeler zou opstellen en bijvoorbeeld budgetten sneller toe zou wijzen. Dat werkt supermotiverend.” Het loont om actieve inwoners juist te motiveren en te steunen in hun plannen. Amar zegt: “Leer de kracht van de inwoners te zien en kijk naar hun capaciteiten.”
In gesprek met burgers (Deelsessie 2)
17
John Uffels, uit Zandpol (gemeente Emmen), dat in een krimpgebied ligt: “Inmiddels is het in Emmen gelukt om een goed contact op te bouwen tussen gemeente ambtenaren en inwoners en vindt er regelmatig overleg plaats met de sleutelpersonen uit de wijk. Daar ging wel enige tijd en inspanning overheen. Vorig jaar organiseerden we de actie ‘Samen Eropuit’, om gemeenteambtenaren kennis te laten maken met de burgers en hun initiatieven. Er deden toen maar zes ambtenaren mee.” Er lijkt dus nog wel een kloof tussen burgers en gemeenten te zijn: “Ambtenaren wonen vaak ergens anders en hebben te weinig ‘feeling’ met de gemeente.” En als er dan eens een ‘meet & greet’ wordt georganiseerd, vertelde Marlies Zeeman uit Emmen, “dan blijken de ambtenaren dat uiteindelijk toch ‘eng’ te vinden. Er heerst voorzichtigheid en angst om fouten te maken.” Koos Vervoort, die als taalambassadeur (en ervarings deskundige) in een achterstandswijk in Schiedam woont: “De communicatie met de gemeente schiet nog tekort. Dat merk je aan de grote hoeveelheden papierwerk waar ik als laaggeletterde vaak tegenaan liep.” Daar hoef je overigens niet laaggeletterd voor te zijn, maakt Karima El Yeznassi duidelijk: “Ook vrijwilligers die inwoners helpen bij een aanvraag vinden het vaak ingewikkeld en komen er dan niet uit.”
In gesprek met burgers (Deelsessie 2)
18
Hoe het wel moet? “Geef inwoners meer vertrouwen als zij met een idee komen en maak het makkelijker om dat uit te werken tot een plan.” En het allerbelangrijkste: “Ga er op uit, zoek ontmoetings plekken op, ga naar de inwoners toe. Leer ze kennen, neem daarbij een ontspannen houding aan en spreek dezelfde taal. Gelijkwaardigheid en oprechte interesse zijn sleutelwoorden.” Het helpt daar trouwens wel bij als ook de burgers hun vooroordelen over ambtenaren opzij weten te zetten. Andere belangrijke tips: “Overvraag de burgers niet, ga mee met de ‘bekende gezichten’ uit de wijk, zij weten wat er speelt en hoe je in contact komt met inwoners. Maak het allemaal niet te groot; doe alleen wat haalbaar is, dan krijg je draagvlak.”
In gesprek met burgers (Deelsessie 2)
19
In gesprek met het fysieke domein deelsessie 3
20
In gesprek met het fysieke domein Aan de Omgevingswet zal het niet liggen, want daarin is gezondheid een prominent thema. Maar hoe weten gemeentelijke gezondheidsexperts de ruimtelijke ordenaars en stedenbouwkundigen te vinden voor samenwerking? Hoe neem je gezondheid mee in de ontwikkeling van de openbare ruimte? Ad de Bont, stedenbouwkundige en initiatiefnemer van Platform Gezond Ontwerp, trapt af: “De tuinsteden, de Vinexwijken: gezondheid is in het verleden al vaker vertaald in ontwerpprincipes en de stedelijke inrichting. Maar de stedelijke ontwerpers en gezondheidsexperts zijn elkaar kwijtgeraakt. Ze moeten weer samen gaan werken en daarbij beseffen dat de gezondheidsthema’s ondertussen veranderd zijn. Het gaat nu bijvoorbeeld om een vraag als: hoe kunnen we met slimme ruimtelijke oplossingen mensen verleiden tot bewegen? Het helpt om daarbij de kennis van de burgers te benutten. Zo kom je er snel achter wat wel en niet werkt voor gezondheid.
In gesprek met het fysieke domein (Deelsessie 3)
21
Samenwerking zoeken met mensen van ruimtelijke ordening is één, maar hoe ga je haar ook vinden? De aanwezigen van gemeenten, GGD’en, burgerinitiatieven en kennisorganisaties gingen hierover met elkaar in gesprek. Samenwerking met ruimtelijke ordenaars is vaak incidenteel en soms structureel. Het is vaak nog lastig, omdat de ruimtelijke ordenaars een heel andere beroepscultuur kennen: creatief, ontwerpend en met beelden. Terwijl het bij gezondheid vaak om cijfers en feitenkennis gaat. Gewoon erkennen dat die verschillen er zijn en vervolgens toch naar elkaar toe bewegen, luidt het devies.
Let ook op mogelijkheden om samen te werken op verschillende niveaus: bijvoorbeeld in de uitvoering op kleine schaal, bij de herinrichting van een plein of speeltuin of bij de planvorming voor herinrichting van wijken of gebieden. Maar met alleen aanhaken bij stedenbouwers ben je er nog niet. Je moet er ook voor zorgen dat gezondheid op de strategisch-bestuurlijke agenda komt. Dan wordt samenwerken op uitvoeringsniveau veel gemakkelijker en vanzelfsprekender. De Omgevingswet die nu gemaakt wordt, biedt bijvoorbeeld momentum om gezondheid op strategisch niveau van de stad te benoemen.
In gesprek met het fysieke domein (Deelsessie 3)
22
Timing is ook een belangrijk punt: de gezondheids expert moet er eigenlijk bovenop zitten als de ontwerpplannen worden gemaakt. ‘Zwolle gezonde stad’ en ‘Bouwen aan een gezonde toekomst’ (Utrecht), zijn plaatsen waar gezondheid hoog op de gemeentelijke agenda is komen te staan. Het vertaalt zich ook door in ruimtelijke plannen. Probeer gezondheid positief te benoemen bij wethouders die er gevoelig voor zijn. En betrek er ook andere domeinen bij, zoals economische zaken. Kijk bijvoorbeeld naar Dan Buettner en zijn team van ‘National Geographic’, die werken aan het inspirerende idee van ‘blue zones’, vijf gebieden op aarde waar mensen langer en gezonder leven. Kijk ook buiten de gemeente en betrek het bedrijfsleven erbij. Zie het Genneper park in Eindhoven, dat door samenwerking van universiteit, Van der Valk en de gemeente nu veel intensiever gebruikt wordt. Kortom, ook hier is het overkoepelende advies: doe het integraal.
In gesprek met het fysieke domein (Deelsessie 3)
23
In gesprek met het sociale wijkteam deelsessie 4
24
In gesprek met het sociale wijkteam De sociale wijkteams krijgen met de decentralisaties in de zorg een belangrijke rol bij de brede ondersteuning van burgers. Brede ondersteuning impliceert integraliteit, waarbij de eigen regie van mensen voorop staat. Maar hoe kan zo’n team precies bijdragen aan de lokale aanpak van gezondheidsachterstanden? En hoe komen ze tot verbinding en samenwerking? Beleidsadviseurs, medewerkers van GGD ’en, kennisorganisaties en een wethouder gingen samen met vertegenwoordigers van wijkteams uit Den Haag, Gouda, Eindhoven en Amersfoort op zoek naar antwoorden. De wijkteams worden nu al een aantal jaren op pad gestuurd met het advies: werk multidisciplinair en kijk integraal naar een gezin. Zo voorkom je dat er twintig hulpverleners over de vloer komen die elkaar voor de voeten lopen. In veel gemeenten wordt dat nu geprobeerd. Hoe belangrijk is die rol van de wijkteams? Kun je zonder wijkteams eigenlijk wel aan gezondheidsachterstanden werken? ‘Nee’, zegt de ene deelnemer, “de wijkteams hebben zo’n sterke rol dat de aanpak van gezondheidsachterstanden daarbij hoort.” “Ja”, zegt een ander, “wijkteams zijn al heel druk bezig met mensen die in grote problemen zitten. Daar hebben ze hun handen vol aan.” Duidelijk is dat samenwerken essentieel is, dáár gaat kracht vanuit.
In gesprek met het sociale wijkteam (Deelsessie 4)
25
Jose Theunisse, beleidsadviseur gezondheid gemeente Amersfoort: “We zijn in 4 á 5 buurten bezig met gezonde wijkaanpak. Met 13 breed samen gestelde wijkteams uit Welzijn, Ondersteuning en Jeugd. Via de wijkteams weten we wat er bij de mensen speelt. Het liefst betrekken we ook burgers. Wij denken niet hoe kunnen we alles bij het wijkteam neerleggen. Maar hoe kunnen we het wijkteam faciliteren.” Hoe vraag en aanbod rond preventie en zorg op elkaar worden afgestemd, verschilt per gemeente en zelfs per wijk. Je moet als gemeente een opdracht kunnen geven om te coachen en te sturen. Anne Hans, coördinator sociale wijkzorgteams Den Haag. “We hebben 24 teams met ongeveer 8 tot 10 leden per team. Er is in Den haag gekozen voor het inzetten van sociale wijkzorgteams. De professionals zijn allemaal nog werkzaam bij hun oorspronkelijke organisatie, en zetten zich 8 uur per week in voor het wijkteam. Op deze manier behouden zij hun expertise. Ze signaleren breed en verwijzen door, afhankelijk van de problematiek zijn zij bovendien regievoerder.”
In gesprek met het sociale wijkteam (Deelsessie 4)
26
Linda Hart, wijkverpleegkundige en zijdelings betrokken bij sociaal wijkteam Gouda. “Ik ben betrokken bij de casuïstiek besprekingen. Omdat ik wijkverpleegkundige ben, mag ik onafhankelijk van het team opereren. Ik werk veel samen met huisartsen in de wijk. Juist om de samenwerking te verbreden.” Marianne Berkvens, generalist in wijkteam Gestel in Eindhoven. “In Eindhoven werken we met 10 wijkteams bestaande uit 300 generalisten. Zij pakken alle problematiek aan die de wijkteams melden. De melding komt altijd uit
de persoon zelf, de eerste hulpvraag die het team aanpakt is dus ook dat waar de persoon in kwestie zelf om vraagt.” Preventie is absoluut belangrijk om de gezondheid op wijkniveau te verbeteren, wordt er gezegd, maar of het ook een taak van het wijkteam is, daar is nog wel wat twijfel over. Het is maar net over welke preventie je het hebt. Vaak heet het dat wijkteams overbelast zijn, maar tegelijkertijd hebben ze wel contact met de mensen en kunnen ze daardoor juist een belangrijke rol bij preventie spelen.
In gesprek met het sociale wijkteam (Deelsessie 4)
27
Duidelijk is dat het welzijn van de medemens hoog op de agenda staat van de wijkteams. Maar dat het vaak nog zoeken is naar hun rol daar waar het gaat om zorg en preventie. Gemeenten moeten daarbij faciliteren en niet vergeten dat de teams de gemeente nodig hebben om de gewenste rol te pakken. Belangrijke tips voor gemeenteambtenaren die het wijkteam willen betrekken bij de aanpak gezondheidsachterstanden: • “Ga eens luisteren wat er speelt bij de wijkteams, nodig jezelf uit en ga in gesprek!” • “De teams zijn razend druk, dus geef als gemeente een duidelijke opdracht en stel prioriteiten” • “Gemeente neem de leiding. Samenwerken is ontzettend belangrijk; het is een leerproces en er worden nog veel fouten gemaakt. Maar uiteindelijk kom je toch wel bij elkaar.”
In gesprek met het sociale wijkteam (Deelsessie 4)
28
gezond in... wenst alle gemeenten een vitaal
2016 www.gezondin.nu Gezond in... wordt uitgevoerd door Pharos en Platform 31 in het kader van het Nationaal Programma Preventie met financiering van het ministerie van VWS.
29