Rapport Gemeentelijke Ombudsman
Verlate dienstverlening tegen vol tarief Gemeente Amsterdam Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer 4 december 2008 RA0832196
Samenvatting Een man moet de woning van zijn overleden vader ontruimen. Hij wil een container voor de deur plaatsen en vraagt daarvoor een objectvergunning aan. Omdat het stadsdeel niet kan garanderen dat de vergunning tijdig beschikbaar is, trekt de man zijn aanvraag weer in. Hij gaat op zoek naar een andere mogelijkheid om de woning te ontruimen. Na het weekend waarvoor de vergunning bedoeld was, ontvangt de man de vergunning per post. Inclusief een rekening van €180 voor leges. Vanzelfsprekend tekent hij bezwaar aan. Het stadsdeel wijst zijn bezwaar af, maar is wel bereid om de kosten met de helft te verminderen. Voor de man blijft dat onredelijk, zodat hij opnieuw bezwaar aantekent. Het stadsdeel wijst ook dat bezwaar af en stelt dat de aanvraag in behandeling is genomen en er betaald moet worden voor de verlening van die dienst. Het verlenen is gestart met het doen van de aanvraag. Uit onderzoek van de ombudsman blijkt, dat het bezwaarschrift niet volgens de regels is behandeld. Het stadsdeel heeft bijvoorbeeld geen aandacht besteed aan de argumenten van de man en meent dat de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet van toepassing is. De ombudsman wijst het stadsdeel er op dat de Awb wel degelijk van toepassing is, en verbindt een aanbeveling aan zijn oordeel. Tevens oordeelt de ombudsman dat de informatieverstrekking over kosten in verband met een objectvergunning op de website van het stadsdeel te wensen overlaat en dat het achteraf leveren van een vergunning niet bepaald als dienstverlening bestempeld kan worden.
Oordeel De onderzochte gedragingen zijn: • voor wat betreft de behandeling van het bezwaarschrift: onbehoorlijk • voor wat betreft de informatieverstrekking: onzorgvuldig.
Rapportnummer: RA0832196 Datum : 4 december 2008 Pagina : 2/6
Aanbeveling De ombudsman verzoekt het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer te bevorderen dat fiscale bezwaren conform de vigerende regelgeving behandeld worden en dat de beslissing op verzoekers bezwaarschrift met inachtneming van vorenstaande overwegingen wordt heroverwogen.
Rapportnummer: RA0832196 Datum : 4 december 2008 Pagina : 3/6 Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 7 juli 2008 schriftelijk ingediend en betreft de gemeente Amsterdam, Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer, afdeling Vergunningen Het gevraagde onderzoek heeft betrekking op: • de behandeling van een bezwaarschrift tegen inning van leges; • de informatieverstrekking over leges in verband met vergunningaanvragen.
Bevindingen achtergrond van het verzoek Verzoekers vader overlijdt op 9 februari 2008. Verzoeker wil later die maand een container plaatsen om zijn vaders woning te ontruimen in verband met de oplevering (uiterlijk 26 februari 2008) aan de verhuurder. Na telefonisch overleg met de behandelend ambtenaar op donderdag 14 februari 2008 stuurt verzoeker een vergunningaanvraag per e-mail naar het stadsdeel; hij wil de container liefst op 16 februari laten plaatsen. De behandelend ambtenaar neemt diezelfde middag contact op met verzoeker; de vergunning kan niet op tijd worden verleend. Afgesproken wordt, om de container het weekend daarna te plaatsen; de behandelend ambtenaar zal verzoeker op 20 februari telefonisch meedelen of de vergunning voor dat weekend verstrekt kan worden. Verzoeker verneemt op die dag niets; op donderdag de 21e deelt de behandelend ambtenaar verzoeker desgevraagd mee dat het niet zeker is dat hij op tijd over de vergunning kan beschikken. Verzoeker deelt daarop mee dat hij zijn aanvraag wenst in te trekken; hij zal op zoek gaan naar een andere mogelijkheid om de woning te kunnen ontruimen. Op vrijdag de 22e deelt de behandelend ambtenaar verzoeker telefonisch mee dat hij de vergunning kan komen afhalen. Verzoeker verwijst naar het telefoongesprek van de dag daarvoor; de behandelend ambtenaar reageert kortaf en hangt op. In het weekend gebruikt verzoeker een boedelbak om de woning te ontruimen. Op 27 februari, dus na het weekend waarvoor de vergunning bedoeld was, ontvangt verzoeker de vergunning per post. Hij moet daarvoor € 180 aan legeskosten betalen. Zijn echtgenote neemt contact op met de behandelend ambtenaar; die verklaart dat verzoeker op donderdag de 21e niet heeft aangegeven geen prijs meer te stellen op de vergunning. Hij zou daarentegen de hoorn op de haak hebben gegooid. Verzoeker ontkent dat ten stelligste; hij heeft getuigenverklaringen van het verloop van het bewuste gesprek. bezwaar Verzoeker maakt bezwaar op 27 februari 2008. In het bezwaarschrift schetst hij de gang van zaken en hij wijst er met name op dat hij de behandelend ambtenaar op donderdag 21 februari 2008 heeft meegedeeld dat hij de vergunningaanvraag introk omdat het stadsdeel niet kon garanderen dat de vergunning tijdig verleend kon worden. Voorts sluit hij twee verklaringen bij van collega’s die het bewuste telefoongesprek hebben gevolgd. Tenslotte geeft hij aan dat hij de vergunning na afloop van de periode waarop die betrekking had, heeft ontvangen. Verzoeker is niet bereid om de leges van € 180,- te betalen. Naar aanleiding van verzoekers bezwaarschrift vindt op 11 april 2008 een gesprek plaats tussen verzoeker, de behandelend ambtenaar en een medewerkster van het stadsdeel. Van dat gesprek wordt geen verslag gemaakt. Enige tijd later deelt het stadsdeel verzoeker bij brief van 20 mei 2008 mee dat het met het oog op verzoekers omstandigheden uit coulance bereid is om het bedrag aan legeskosten dat eerder in rekening is gebracht te verminderen met € 90,-. Verzoeker moet dan wel zijn bezwaar intrekken. Verzoeker kan zich hier niet in vinden en dient op 5 juni 2008 opnieuw een bezwaarschrift in; hij herhaalt dat hij de vergunningaanvraag heeft ingetrokken, omdat het stadsdeel niet kon garanderen dat hij daar tijdig over kon beschikken en dat hij de vergunning niettemin op 27 februari 2008, dus na het verstrijken van de verbruikstermijn, ontving. Tevens geeft verzoeker aan, dat hij een bedrag van € 180,- voor een
Rapportnummer: RA0832196 Datum : 4 december 2008 Pagina : 4/6 objectvergunning wel erg hoog vindt. In andere stadsdelen zijn die kosten veel lager. De behandelend ambtenaar heeft hem daar nooit op gewezen. Het stadsdeel verklaart het bezwaarschrift ongegrond op 19 juni 2008. Het voert onder meer aan dat het feit dat verzoeker geen aanspraak meer wilde maken op de vergunning niet ter zake doet voor het innen van de leges. “In dat verband is het telefoongesprek wat u 21 februari jl. met de heer (. . . . ) gevoerd heeft voor het betalen van de leges niet relevant”, aldus het stadsdeel. Voorts staat het stadsdeel op het standpunt dat de legesverordening op de website van het stadsdeel is gepubliceerd; de legesheffing op grond van de verordening wordt bekend verondersteld. Verzoeker dient € 90,- te betalen voor de vergunning. nader onderzoek Op de website van het stadsdeel staat het volgende vermeld ten aanzien van het aanvragen van tijdelijke objectvergunningen: Specifieke informatie over Tijdelijke Objectvergunning in Geuzenveld-Slotermeer Aan het aanvragen van een objectvergunning zijn kosten verbonden. Deze bedragen in 2008 - voor een objectvergunning voor een plantenbak € 30,-- voor een objectvergunning voor een winkeluitstalling € 120,-- voor een grote objectvergunning in verband met (bouw)werkzaamheden € 180,-- voor de overige objectvergunningen € 65,-Op verzoek van de ombudsman stuurt het stadsdeel nadere informatie. Daaruit blijkt onder meer, dat het stadsdeel de objectvergunning op 26 februari 2008 naar verzoeker heeft gestuurd, dus enkele dagen na de periode waarop de vergunning betrekking heeft. De ombudsman informeert bij het stadsdeel naar de formele en inhoudelijke behandeling van verzoekers bezwaarschriften en naar de informatieverstrekking over leges op de website van het stadsdeel. reactie Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer Bezwaarschriften tegen legesbeschikkingen vallen in beginsel niet onder de Algemene wet bestuursrecht. Op grond van de Gemeentewet en de Algemene wet rijksbelastingen wijkt de bezwaarschriftprocedure tegen leges af van de gewone bezwaarschriftprocedure. Dientengevolge wordt het bezwaarschrift ambtshalve afgehandeld door de behandelend ambtenaar, in casu het hoofd van de afdeling Vergunningen. Een hoorzitting vindt niet plaats; de bezwaarmaker ontvangt enkel een schriftelijke beslissing. Vanuit die optiek was het gesprek met verzoeker geen hoorzitting, maar een overleg over een eventuele schikking. Het stadsdeel acht het telefoongesprek dat op 21 februari 2008 plaatsvond ‘niet relevant’ omdat dat gesprek geen nadere informatie over relevante aspecten van de zaak gaf. Bovendien gaat het bij de bepaling van de legesheffing niet om de beschikking, maar om de dienstverlening aan de burger vanaf het moment van het indienen van de aanvraag. Bij het plaatsen van een container worden, ongeacht of de aanvrager burger of ondernemer is, de legeskosten voor een grote objectvergunning (€ 180,-) in rekening gebracht. Een (afval)container wordt niet gezien als een klein object, terwijl men bij overige objectvergunningen bijvoorbeeld moet denken aan het plaatsen van een barbecue op Koninginnedag. nadere reactie van stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer De reactie van het stadsdeel geeft de ombudsman aanleiding om het stadsdeel het volgende voor te leggen. De ombudsman deelt niet de mening van het stadsdeel dat de bezwaarprocedure met betrekking tot legesbeschikkingen in beginsel niet onder de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vallen. Wel is het zo, dat in Afdeling 1. Bezwaar van Hoofdstuk V van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (art. 22j t/m art. 25b) enkele van de Awb afwijkende regels ten aanzien van bezwaar zijn opgenomen
Rapportnummer: RA0832196 Datum : 4 december 2008 Pagina : 5/6 (bijvoorbeeld ten aanzien van de bezwaartermijn, het horen van belanghebbende op zijn verzoek en massaal bezwaar). Dat laat onverlet dat bezwaarschriften conform de overige bepalingen van de Awb behandeld dienen te worden (zoals bijvoorbeeld het maken van een verslag van het horen, deugdelijke motivering van beslissing op bezwaar, zorgvuldige voorbereiding van de beslissing op bezwaar). De ombudsman meent dat de behandeling van verzoekers bezwaarschrift niet in overeenstemming is met de regels die de Awb daarvoor geeft. Hij vraagt het stadsdeel daarom, om dit alsnog te doen. Ten aanzien van de vraag of de bezwaarprocedure met betrekking tot legesbeschikkingen onder de Awb valt, deelt het stadsdeel mee dat de afhandeling van legesbezwaren onder de Algemene wet inzake rijksbelastingen valt. De Awb is niet aanvullend van toepassing. Op grond van de Gemeentewet en de Algemene wet inzake rijksbelastingen is de bezwaarprocedure tegen legesbeschikkingen afwijkend ten opzichte van de gewone bezwaarprocedure. Het bezwaar van verzoeker kan in casu vergeleken worden met bezwaren tegen de onroerend goed belasting. Volgens de Algemene wet inzake rijksbelastingen worden bezwaarprocedures alleen schriftelijk behandeld, een hoorzitting is dus niet verplicht. Het stadsdeel is ook niet bereid om alsnog een hoorzitting te houden. reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoeker en naar het stadsdeel gestuurd teneinde een nadere reactie mogelijk te maken. Verzoeker heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Het stadsdeel heeft geen opmerkingen over het verslag van bevindingen.
Behoorlijkheidsvereisten De ombudsman toetst de gedragingen van gemeentelijke instanties aan behoorlijkheidsvereisten. In dit onderzoek is getoetst aan het vereiste van fair play en aan het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.
Overwegingen Het behandelen van een bezwaarschrift tegen inning van leges Het fair play-vereiste houdt in dat een bestuursorgaan de burger de mogelijkheid geeft zijn procedurele kansen te benutten. Dat brengt vanzelfsprekend met zich mee dat een bezwaarschrift in overeenstemming met de relevante regels wordt behandeld. De regels voor de bezwaar- en beroepsprocedure zijn te vinden in de Awb en de AWR. De Awb bevat algemene regels voor het bestuursrecht. Regels inzake bezwaar en beroep zijn daar een onderdeel van. De AWR bevat algemene regels die gelden bij de heffing van rijksbelastingen en andere belastingen, zoals de gemeentelijke belastingen, waarop zij van toepassing zijn verklaard. Specifieke regels voor bezwaar en beroep in belastingzaken zijn terug te vinden in hoofdstuk V van de AWR. In afdeling I hiervan zijn specifieke bepalingen inzake bezwaar opgenomen. Op die ten aanzien van het horen wordt door het stadsdeel een beroep gedaan. In afwijking van art. 7:2 Awb bepaalt de AWR dat de belanghebbende in het kader van een fiscaal bezwaar alleen op diens verzoek wordt gehoord. De zienswijze van het stadsdeel dat hieruit voortvloeit dat er geen hoorzitting plaatsvindt, vermag de ombudsman niet te volgen. Vast staat dat verzoeker naar aanleiding van zijn bezwaarschrift is gehoord door het stadsdeel, maar dat daarvan geen verslag is gemaakt. Hiermee heeft het stadsdeel in strijd met het bepaalde in art. 7:7 Awb gehandeld. De uitspraak op een bezwaarschrift moet deugdelijk zijn gemotiveerd, dat wil zeggen dat de beslissing feitelijk en logisch moet worden gedragen door een kenbare motivering. Het stadsdeel stelt zich op het standpunt dat de argumenten van verzoeker niet relevant zijn en onderbouwt die zienswijze door te stellen
Rapportnummer: RA0832196 Datum : 4 december 2008 Pagina : 6/6 dat de Awb niet aanvullend van toepassing is en een bezwaarprocedure op grond van de AWR alleen schriftelijk behandeld wordt. Ook op dit punt kan de ombudsman het stadsdeel niet volgen, immers de specifieke regels voor fiscaal bezwaar en beroep laten onverlet dat de algemene regels uit de Awb eveneens van toepassing zijn. 1 De ombudsman stelt vast dat het stadsdeel nagelaten heeft om de door verzoeker aangevoerde argumenten mee te wegen bij de heroverweging van het primaire besluit. Alleen al deze omissie zou ertoe moeten leiden dat de beslissing op bezwaar niet in stand kan blijven. Daarom heeft de ombudsman een aanbeveling dienaangaande aan zijn oordeel toegevoegd. De handelwijze van het stadsdeel is in strijd met het vereisten van fair play. de informatieverstrekking Het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking houdt in dat bestuursorganen burgers tijdig begrijpelijke, juiste en volledige informatie verstrekken. De website van het stadsdeel geeft informatie over de kosten in verband met aanvragen van tijdelijke objectvergunningen. Het stadsdeel geeft onder andere aan dat voor een grote objectvergunning in verband met (bouw)werkzaamheden een bedrag van € 180,-- in rekening wordt gebracht; er worden echter geen voorbeelden van objecten gegeven. De aanvrager kan dus niet opmaken of € 180,-- in rekening wordt gebracht, of € 65,-- (voor de overige objectvergunningen). Hierdoor is in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking gehandeld. Ten overvloede merkt de ombudsman het volgende op. In zijn reactie op het informatieverzoek van de ombudsman merkt de dienst op dat het “bij de bepaling van de legesheffing niet om de beschikking [gaat], maar om de dienstverlening aan de burger vanaf het moment van het indienen van de aanvraag.” De ombudsman wijst er op, dat in verzoekers bezwaarschrift juist wezenlijke kritiek op de kwaliteit van de dienstverlening is opgenomen: het stadsdeel kon niet garanderen dat hij tijdig over de vergunning kon beschikken en stuurde die naar verzoeker nadat de periode waarop de vergunning betrekking had, al was verstreken. Kort gezegd: een dergelijke dienstverlening kost de burger veel geld terwijl de dienst niet tijdig wordt geleverd.
Oordeel De onderzochte gedragingen zijn voor wat betreft de behandeling van het bezwaarschrift: onbehoorlijk voor wat betreft de informatieverstrekking: onzorgvuldig.
Aanbeveling De ombudsman verzoekt het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer te bevorderen dat de fiscale bezwaren conform de vigerende regelgeving behandeld worden en dat de beslissing op verzoekers bezwaarschrift met inachtneming van bovenstaande overwegingen wordt heroverwogen.
1
Paragraaf 13.3 blz. 407 – 419 Compendium Gemeentelijke belastingen 4e druk Kluwer