ARBEIDSOVEREENKOMST
De ondergetekenden: 1.
«Voorvoegsel» «Voorletters» «TussenVoegsel» «Achternaam» «Adres» «Postcode» «Plaats» hierna te noemen: "de werknemer";
en 2.
Easy Way b.v. gevestigd te Breda, hierna te noemen "de werkgever";
Verklaren een arbeidsovereenkomst te zijn aangegaan onder de navolgende bepalingen: Artikel 1: algemene arbeidsvoorwaarden 1.1 Op deze arbeidsovereenkomst zijn de algemene arbeidsvoorwaarden voor personeel in dienst van de werkgever van toepassing (chauffeurshandleiding). 1.2 De werknemer dient bij aanvang van de arbeidsovereenkomst de beschikking te hebben over een zogenaamde “week studenten openbaarsvervoerskaart”. Indien dit niet het geval is of indien de werknemer de beschikking over voornoemde kaart op welke wijze dan ook verliest, dient de werknemer de reiskosten van en naar de werkplaats (de plaats waar de daadwerkelijke chauffeurswerkzaamheden starten of eindigen) zelf te bekostigen. Artikel 2: ingangsdatum 2.1 De werknemer treedt bij de werkgever in dienst per «CDatum». Artikel 3: functie 3.1 De werknemer treedt in dienst van de werkgever in de functie van (oproep-) privé-chauffeur. 3.2 Als zodanig zullen tot de werkzaamheden van de werknemer behoren: het verzorgen van ritten ten behoeve van de opdrachtgever in een voertuig van de opdrachtgever. Tevens dient de werknemer zorg te dragen voor het schoonhouden van het voertuig. 3.3 De werkgever kan van de werknemer verlangen ook andere werkzaamheden te verrichten dan die welke tot een normale uitoefening van zijn functie behoren, indien en voor zover deze andere werkzaamheden redelijkerwijs van hem gevergd kunnen worden. Artikel 4: duur 4.1 De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor de duur van 3 (zegge: drie) maanden en eindigt derhalve van rechtswege op «Datum_3» zonder opzegging of zonder dat daartoe toestemming van het Centrum voor Werk en Inkomen vereist zal zijn. Indien na deze datum, binnen een periode van 3 maanden, aan de werknemer wederom werkzaamheden worden aangeboden en de werknemer accepteert deze werkzaamheden, betekent dit dat er een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt aangegaan voor de duur van 6 (zegge: zes) maanden. Na ommekomst van deze 6 maanden eindigt deze arbeidsovereenkomst van
4.2
rechtswege zonder opzegging of zonder dat daartoe toestemming van het Centrum voor Werk en Inkomen vereist zal zijn. Deze overeenkomst is ook tijdens de in 4.1 bedoelde duur opzegbaar, mits na verkregen toestemming van het Centrum voor Werk en Inkomen en met inachtneming van de opzegtermijn, welke op grond van de wet geldt. In dat geval is bij opzegging van de arbeidsovereenkomst de opzegtermijn van toepassing die voortvloeit uit het bepaalde in artikel 7:672 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 5: ontbindende voorwaarde 5.1 De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan onder de ontbindende voorwaarde, welke inhoudt dat de arbeidsovereenkomst zal zijn ontbonden indien de werknemer niet langer in het bezit is van een rechtsgeldig Nederlands rijbewijs. De arbeidsovereenkomst wordt geacht te zijn ontbonden vanaf het moment dat de werknemer de beschikking over het rijbewijs heeft verloren. Zonder rechtsgeldig rijbewijs is het uitoefenen van de functie van werknemer namelijk onmogelijk. Artikel 6: proeftijd 6.1 De eerste maand van de arbeidsovereenkomst geldt als proeftijd. 6.2 Gedurende de proeftijd derhalve tot en met «Datum_1» zullen zowel de werkgever als de werknemer de arbeidsovereenkomst op elk gewenst moment kunnen opzeggen. Artikel 7: arbeidstijd 7.1 De arbeidsovereenkomst wordt in beginsel aangegaan voor minimaal 12 uur per maand. Indien geschikte werkzaamheden voor de werknemer voor handen zijn, zal de werkgever de werknemer oproepen voor het verrichten van deze werkzaamheden. De werknemer verplicht zich om na deze oproep de werkzaamheden te verrichten. Indien op basis van soortgelijke afspraken als bij deze overeenkomst tussen partijen zijn gemaakt, meerdere werknemers in aanmerking komen om te worden opgeroepen voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden, zal de werkgever deze werknemers oproepen in volgorde van anciënniteit (dat wil zeggen: de langst in dienst zijnde werknemers het eerst oproepen)/zal de werkgever het werk (per kalenderjaar) evenredig over deze werknemers verdelen*. 7.2 De werkgever is verplicht de werknemer voor werkzaamheden op te roepen uiterlijk 24 uur voor aanvang van de werkzaamheden. 7.3 De dagen en tijden waarop de arbeid dient te worden verricht worden bepaald door de werkgever, welke daarbij, zoveel als de eisen van een goede bedrijfsvoering toelaten, rekening houdt met de wensen van de werknemer. 7.4 De werkgever kan van de werknemer verlangen in bijzondere gevallen overwerk te verrichten. Van overwerk is slechts sprake indien het aantal arbeidsuren per week het aantal van 40 overtreft. Overwerk wordt vergoed conform het bepaalde in artikel 8. Artikel 8: salaris 8.1 Het salaris bedraagt ten tijde van het aangaan van de overeenkomst € «Rate» bruto per daadwerkelijk gewerkt uur (vakantieuren en vakantiegeld daaronder begrepen). Overwerk wordt uitbetaald tegen 100% van het uurloon. 8.2 Indien een klant hierin niet voorziet, heeft werknemer bij meer dan 8 aaneengesloten werkuren, door overlegging van een maaltijdbon, recht op een maaltijdvergoeding van maximaal € 12,50. (reisuren tellen niet mee als werkuren). 8.3 Voor ritten met een (klant) starttijd tussen 24:00 uur en 06:00 uur ontvangt medewerker een toeslag van € 11,34 bruto. 8.4 Gedurende de eerste zes maanden van het dienstverband is de werkgever niet gehouden tot betaling van salaris gedurende de tijd dat geen geschikt werk voor de werknemer voor handen is. 8.5 Het salaris zal uitbetaald worden op een door de werknemer aan te wijzen bank- of postrekening.
Artikel 9: arbeidsongeschiktheid 9.1 De werknemer is verplicht zich te onderwerpen aan de controlevoorschriften ter zake van ziekteverzuim, welke door of namens de werkgever zijn of zullen worden vastgesteld. De werknemer verklaart een exemplaar van deze controlevoorschriften te hebben ontvangen. De werkgever is steeds bevoegd tot wijziging van deze voorschriften. 9.2 De verplichting tot doorbetaling van loon tijdens ziekte of arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 7:629 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek zal niet gelden voor de eerste twee dagen van elke periode van ziekte of arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden die elkaar met een onderbreking van minder dan 4 weken opvolgen, samen geteld worden. 9.3 Bij niet-nakoming van de controlevoorschriften is de werkgever bevoegd tot opschorting van de betaling van het loon op grond van het bepaalde in artikel 7:629 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 10: pensioen 10.1 Tussen partijen is géén pensioenregeling overeengekomen. Artikel 11: geheimhouding 11.1 De werknemer erkent, dat aan hem door de werkgever geheimhouding is opgelegd van alle bijzonderheden het bedrijf van de werkgever en de cliënten van de werkgever betreffende, of daarmee verband houdende. 11.2 Het is aan de werknemer verboden om hetzij tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst, hetzij erna op enigerlei wijze, direct of indirect in welke vorm ook, mededelingen te doen van of aangaande het bedrijf van de werkgever alsmede van of aangaande de cliënten van de werkgever. 11.3 Bij overtreding van de in 11.1 en 11.2 vervatte verboden verbeurt de werknemer aan de werkgever een dadelijk en ineens zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete ad € 1000,- (zegge: duizend euro) voor elke overtreding, zonder dat de werkgever gehouden zal zijn schade te bewijzen en onverminderd het recht van de werkgever om schadevergoeding te vorderen, indien en voor zover de schade het bedrag van de boeten overtreft. De boete zal bestemd zijn voor een goed doel. Artikel 12: verbod van nevenwerkzaamheden 12.1 De werknemer onthoudt zich van het verrichten van werkzaamheden voor derden gelijk aan of vergelijkbaar met de voor de werkgever te verrichten werkzaamheden, van het doen van zaken voor eigen rekening gelijk aan of vergelijkbaar met de zaken van de werkgever, alsmede van elke directe of indirecte betrokkenheid of financiële interesse bij dergelijke werkzaamheden of zaken, een en ander behoudens de uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever. 12.2 Bij overtreding van het in 12.1 bepaalde verbeurt de werknemer aan de werkgever een dadelijk en ineens zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete van € 1.000,(zegge: duizend euro) per overtreding en € 50,- (zegge: vijftig euro) voor elke dag dat de overtreding voortduurt, zonder dat de werkgever gehouden zal zijn schade te bewijzen en onverminderd het recht van de werkgever om schadevergoeding te vorderen, indien en voor zover de schade het bedrag van de boeten overtreft. De boete zal bestemd zijn voor een goed doel. 12.3 Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt als gevolg van nevenwerkzaamheden die op grond van het bepaalde in 12.1 zijn verboden, zal de werkgever gerechtigd zijn de arbeidsovereenkomst op die grond te doen eindigen althans zal de werkgever op grond van wanprestatie van de werknemer niet gehouden zijn tot doorbetaling van loon.
Artikel 13: schorsing 13.1 De werkgever behoudt zich het recht voor om de werknemer te schorsen (op non-actief te stellen) met behoud van salaris. 13.2 In geval van schorsing is de werknemer niet gehouden zich beschikbaar te houden voor het verrichten van werkzaamheden voor de werkgever. Het staat hem echter -op straffe van het vervallen van de verplichting van de werkgever tot doorbetaling van salaris- niet vrij werkzaamheden ten behoeve van derden te verrichten gedurende de tijd dat hij normaliter beschikbaar zou moeten zijn voor het verrichten van werkzaamheden voor de werkgever. 13.3 De werkgever verbindt zich om uitsluitend onder schriftelijke opgave van redenen over te gaan tot schorsing. 13.4 Desgewenst wordt de werknemer in de gelegenheid gesteld om zich in een persoonlijk onderhoud met de werkgever omtrent die redenen te verstaan. 13.5 De werkgever is steeds bevoegd de schorsing in te trekken in welk geval de werknemer gehouden is op eerste vordering van de werkgever de overeengekomen werkzaamheden te hervatten. Artikel 14: relatiebeding 14.1 Het is de werknemer verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever gedurende een tijdvak van zes maanden na het eindigen van de arbeidsovereenkomst bij de in dit artikel bedoeld cliënten/opdrachtgevers in dienst te treden in een functie vergelijkbaar met die waarop het bedrijf van de werkgever zich toelegt. 14.2 De verboden als vervat in dit artikel gelden indien de werknemer na het eindigen van de arbeidsovereenkomst met de werkgever: optreedt als zelfstandig ondernemer; als werknemer in dienst van derden; anderszins, direct of indirect, om niet of tegen betaling, werkzaam is bij een onderneming, persoon of organisatie die de in dit artikel verboden activiteiten verricht; dan wel op enigerlei andere wijze betrokken is bij of belang heeft bij de in dit artikel verboden activiteiten. 14.3 Bij overtreding van één of meer van de in dit artikel vervatte verboden verbeurt de werknemer aan de werkgever een dadelijk en ineens zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete van € 1.000,- (zegge: duizend euro) per overtreding en € 50,- (zegge: vijftig euro) voor elke dag dat de overtreding voortduurt, zonder dat de werkgever gehouden zal zijn schade te bewijzen en onverminderd het recht van de werkgever om schadevergoeding te vorderen, indien en voor zover de schade het bedrag van de boeten overtreft. De boete zal bestemd zijn voor een goed doel. Artikel 15: afwijkingen en aanpassingen 15.1 Deze arbeidsovereenkomst wordt geacht een volledige weergave te bevatten van de afspraken ter zake tussen partijen, zoals die bestaan op het moment van de ondertekening van de overeenkomst. 15.2 Aanvullingen op, en afwijkingen van deze arbeidsovereenkomst zullen alleen geldig zijn indien en voor zover zij schriftelijk tussen partijen zijn overeengekomen, of schriftelijk door de werkgever zijn bevestigd. 15.3 De werkgever is gerechtigd één of meer uit deze arbeidsovereenkomst voortvloeiende arbeidsvoorwaarde(n) te wijzigen in de gevallen als vermeld in artikel 7:613 van het Burgerlijk Wetboek (dat wil zeggen: indien de werkgever bij deze wijziging een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken).
Artikel 16: Schades 16.1 Indien werknemer een schade veroorzaakt die niet verhaalbaar is op een tegenpartij kan het zijn dat bij werknemer een eigen risico van € 75,00 (zegge: vijf en zeventig euro) per schadegeval ingehouden zal worden op het salaris. 16.2 Indien werknemer een autotransport gaat uitvoeren dient werknemer het te transporteren voertuig te controleren op schades en er moet een volledig inname- of afleverformulier ingevuld worden. Werknemer is verantwoordelijk voor het correct registeren van eventuele schades aan dat voertuig. Indien werknemer géén formulier invult en/of schades verzuimt te registreren zal bij werknemer een eigen risico van € 75,00 (zegge: vijf en zeventig euro) per schadegeval worden ingehouden op het salaris. Artikel 17 toepasselijk recht/bevoegde rechter 17.1 Op deze arbeidsovereenkomst is het Nederlandse recht bij uitsluiting van ieder ander rechtsstelsel van toepassing. 17.2 De Nederlandse rechter is bij uitsluiting van ieder ander bevoegd tot beslechting van geschillen voortvloeiend uit deze overeenkomst.
Aldus overeengekomen, opgemaakt in tweevoud en ondertekend te:
Breda
te:
d.d.: «CDatum»
d.d.:
de werkgever vertegenwoordigd door de heer R.Th.M. Cappetti
de werknemer
Bijlage: chauffeurshandleiding
«CDatum»