VERKIEZINGSPROGRAMMA GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 2010- 2014
Een tienpuntenplan voor Amsterdam-Zuid Groen Zuid 1. Groen werkt: stimuleren van duurzaam ondernemerschap. Duurzame Van Woustraat; Biologische/streekmarkt op de Albert Cuyp 2. Klimaat: forse energiebesparing én groene energieproductie in Zuid, met name in de volkshuisvesting 3. Ruimte op straat: parkeerplaatsen ondergronds realiseren, en bovengronds evenveel weg 4. Voetgangers en fietsers voorop: parkeerplaatsen veel makkelijker omzetten in fietsparkeerplekken. Meer fietsparkeergarages. Toegankelijke stoepen 5. Horeca is leuk, maar niet ten koste van bewoners en het milieu: flexibilisering van openingstijden, geen terrasverwarming, geen nieuwe concentraties van horeca. Sociaal Zuid 6. Armoede bestrijden: schuldhulpverlening snel en adequaat, voedselbank ondersteunen, stille armoede opsporen en hulp bieden 7. Jongeren zijn een kans: tegengaan schooluitval, stimuleren stageplekken 8. Meedoen: tegengaan verborgen isolement. Veel meer waardering en ondersteuning voor mensen die voor anderen zorgen. Vrijwilligers, mantelzorgers. Inzetten op emancipatie en inburgering. 9. Sport in de breedte: meer ruimte voor sportverenigingen, verkleinen van de wachtlijsten 10. Meer woningen voor grote gezinnen met een laag inkomen, studenten en jongeren, en meer aanpasbaar en levensloopbestendig bouwen. Geen verdere verkoop sociale huurwoningen in De Pijp en Schinkelbuurt.
1
Inhoud Hoofdstuk 1: Wij willen een duurzaam stadsdeel
3
Inleiding A. Klimaat- en energiebeleid dat het verschil maakt! B. Milieuvriendelijke mobiliteit: ruim baan voor fiets en Openbaar Vervoer Meer ruimte voor voetgangers en fietsers Openbaar vervoer stimuleren De autoluwe stad C. Behoud en versterk de (groene) ruimte Groene leefomgeving: de stadsnatuur D. Naar een duurzaam waterbeheer Recreatie op water E. Een schoon stadsdeel Afval scheiden loont F. Duurzaam bouwen aan een compacte metropool Bouwen aan leefbare wijken en buurten G. Economie: stimuleer ondernemerschap en innovatie Detailhandelstructuur Amsterdam Zuid Duurzame economie: Groen Werkt!
3 3 4 4 6 7 8 10 11 11 12 12 13 14 15 15 16
Hoofdstuk 2: Wij willen een sociaal stadsdeel
18
A. Sociaal beleid: meedoen mogelijk maken De mens staat centraal Meedoen vereist vertrouwen en goede wijkvoorzieningen Inburgering Meedoen met een beperking Maatschappelijke opvang Geen mens is illegaal B. Armoedeproblematiek C. Jeugdbeleid: kiezen voor jongeren Jeugdzorg D. Onderwijs: centrum voor brede ontplooiing E. Sport: Amsterdam-Zuid in beweging F. Verscheidenheid als kwaliteit - Kunst en Cultuur in Amsterdam G. Veiligheid: preventie gaat voor repressie Huiselijk Geweld
18 18 19 19 20 21 21 22 23 23 24 25 25 26 27
Hoofdstuk 3: Wij willen een open stadsdeel
28
A. B. C. De
28 28 29 30
Open en pluriform Diversiteit en emancipatie: verschil mag er zijn, uitsluiting niet Een democratisch stadsdeel stadsdeelorganisatie en de fusie: een nieuw Zuid
2
Hoofdstuk stadsdeel
1:
Wij
willen
een
duurzaam
Inleiding GroenLinks wil investeren in de toekomst van Amsterdam-Zuid als groen stadsdeel. In dit groene stadsdeel komen een duurzame economie, de gezondheid en leefbaarheid van haar inwoners, respect voor de leefomgeving, en ruimte voor de natuur in en om de stad samen. De groene stad gaat over een goed leefklimaat, zowel op dit moment als op lange termijn. GroenLinks is bereid om nu concrete, soms radicale stappen te zetten om dat doel te bereiken. Stappen waar GroenLinks de afgelopen jaren al een start mee hebben gemaakt, bijvoorbeeld voor de luchtkwaliteit, het duurzame energiebeleid en het bouwen voor een compacte stad. Het ingezette beleid moet worden voortgezet in Amsterdam-Zuid en op alle terreinen: economie, verkeer, milieu en ruimtelijke ordening. En waar nodig moet er nog een schepje bovenop. In de groene stad lopen de komende bestuursperiode drie thema‟s als een rode draad door alle beleidsterreinen heen. Allereerst de maatregelen voor schone lucht en klimaatbeleid. Voor de gezondheid van de Amsterdammers is het belangrijk dat de lucht snel schoner wordt. In de komende vier jaar moeten de Europese normen worden gehaald. Voor onze gezondheid zijn op de lange termijn zelfs nog strengere normen nodig, bijvoorbeeld voor fijnstof. Voor het klimaat is het nodig dat het gebruik van fossiele brandstoffen zo snel mogelijk wordt vervangen door duurzame energiebronnen. Amsterdam moet in 2030 klimaatneutraal zijn, over 20 jaar voorziet Amsterdam in haar energiebehoefte met eigen duurzame energie. Ook het stadsdeel kan daar een rol in hebben. Maatregelen die GroenLinks daarvoor bijvoorbeeld wil treffen zijn onder andere: minder en schoner gemotoriseerd verkeer, energiezuinige huizen en gebouwen, en het lokaal opwekken van duurzame energie. De tweede rode draad is de inrichting van de openbare ruimte, waarbij de verblijfskwaliteit voor iedereen voorop staat. Als je met zoveel mensen op een klein stukje grond woont en leeft, moet je keuzes maken. GroenLinks wil investeren in ontmoeten, verblijven, groen en spelen. Dat schept een goed woonklimaat. Het trekt ook bedrijven naar de stad, bijvoorbeeld uit de creatieve en dienstverlenende sector. Waar de ruimte beperkt is, moet je die slim inrichten. Het vergroenen van gebouwen (met gevelgroen en groene daken) is daarvan een voorbeeld. Daarnaast zet GroenLinks nadrukkelijk in op meer ruimte en meer kwaliteit voor de wandelaar, de fietser, en het openbaar vervoer. Het is onvermijdelijk dat deze keuze ten koste gaat van de ruimte voor auto‟s in diezelfde openbare ruimte. Een voorbeeld van een succesvol project dat de openbare ruimte verbeterd heeft is het zogenaamde kindlint in De Pijp, waardoor kinderen op een speelse manier veiliger naar school kunnen fietsen en lopen. Als derde rode draad Groen werkt: een vooruitstrevend economisch beleid dat zich kenmerkt door gerichte investeringen in een groene economie en in duurzame werkgelegenheid. We willen investeren in bijvoorbeeld het opwekken van duurzame energie, het isoleren van woningen, de (her)inrichting van bedrijventerreinen en het stimuleren van elektrisch vervoer. Stevig investeren in dergelijke projecten leidt tot een beter leefklimaat, en stimuleert de duurzame economie in Amsterdam.
A. Klimaat- en energiebeleid dat het verschil maakt! De toenemende energievraag. De eindigheid van de voorraden fossiele brandstoffen. De stijgende energieprijzen. De klimaatverandering. De wereldwijde klimaatcrisis. Dit bij elkaar opgeteld noopt tot een ander energiebeleid. Meer ambitie van de politiek is hiervoor nodig. Niet alleen van het kabinet, ook van gemeenten. En vooral maatregelen die écht het verschil maken.
3
GroenLinks wil dat Amsterdam-Zuid energieneutraal wordt in 2030 voor wat betreft de woningbouw, de stadsdeelorganisatie en het openbaar vervoer. Dit willen wij realiseren door een combinatie van forse energiebesparing, decentrale energieopwekking en inkoop van uitsluitend groene energie. De stadsdeelorganisatie van Amsterdam-Zuid moet al in 2015 klimaatneutraal zijn. Dat kan zij alleen sámen met burgers, instellingen en ondernemers realiseren. De komende vier jaar zetten we de eerste stappen naar dat doel, met een breed scala aan concrete maatregelen. Sommige van die maatregelen zijn eenvoudig maar besparen toch veel energie. Denk aan het geven van voorlichting aan burgers, beperking van de vele lichten die ‟s nachts branden, of het aan banden leggen van de terrasverwarming. Evenementen zoals de Parade, de vele activiteiten tijdens Koninginnedag of de Uitmarkt kunnen worden „vergroend‟ door concrete maatregelen die leiden tot energiebesparingen en minder uitstoot van fijnstof, beperking van licht- en geluidshinder et cetera. Er zijn echter ook investeringen nodig om het hoge energieverbruik in bestaande woningen en bedrijfsgebouwen te verminderen. Zo moeten we woningen, bedrijven en kantoren beter isoleren en moeten we meer duurzame energie opwekken. Bijvoorbeeld via zonnepanelen en windmolens. Voor zowel overheid als woningcorporaties, nutsbedrijven, bedrijfsleven en burgers geldt dat hier veel winst is te behalen. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 1. Gemeente en stadsdeel moeten met de woningcorporaties scherpe afspraken maken over duurzame energieopwekking en energiebesparende maatregelen in woningen. In 2015 moet alle nieuwbouw energieneutraal zijn. 2. Nieuwe bouwprojecten zijn energieneutraal van opzet. Het stadsdeel moet hierbij het goede voorbeeld geven. Niet alleen in projecten die door het stadsdeel worden gestart, maar ook door ervoor te zorgen dat de stadsdeelorganisatie in 2015 klimaatneutraal is. 3. Het stadsdeel zorgt ervoor dat alle drempels voor energiebesparende maatregelen, zoals isolatie van oude en nieuwe huizen en warmte/koudeopslag, voor eigenaren van woningen en bedrijven worden weggenomen. 4. Bouw en Woningtoezicht gaat het toezicht op de energie-eisen in het bouwbesluit aanscherpen. Het stadsdeel investeert in de benodigde kennis. 5. Er worden strenge eisen gesteld aan terrasverwarming en nacht(reclame)verlichting. Verder wordt LED-verlichting of andere energiebesparende verlichting standaard als straatverlichting gebruikt. 6. Amsterdam-Zuid richt een EnergieTeam op dat zich bezig houdt met (gratis) voorlichting, coaching en adviezen over energiebesparing en gaat daarbij outreachend te werk.
B. Milieuvriendelijke mobiliteit: ruim baan voor fiets en Openbaar Vervoer Onze luchtkwaliteit is ver beneden de maat. Een wandeling langs de Van Woustraat of de Scheldestraat, is slecht voor de gezondheid. De grootse bron van vervuiling is het autoverkeer. Ook is de geluidshinder op dit soort plekken groot. Voor noodzakelijk autoverkeer moet natuurlijk ruimte blijven, maar voor het overige geldt: liever spierkrachtverkeer (lopen en fietsen) dan gemotoriseerd verkeer. GroenLinks wil daarom ruim baan voor milieuvriendelijke mobiliteit. Te beginnen met meer ruimte voor voetgangers en fietsers. Daarnaast wil GroenLinks investeren in een fijnmazig maar ook schoon openbaarvervoer netwerk
Meer ruimte voor voetgangers en fietsers Kinderen lopen of fietsen dagelijks naar school, sport- of speelplekken. Volwassenen fietsen naar opleiding, werk, bioscoop of kroeg. De fiets is veruit het belangrijkste vervoermiddel in Amsterdam, en het fietsgebruik neemt nog steeds toe. De fiets is stil, schoon en snel en een gezonde bezigheid. Voor veel winkels zijn fietsers de belangrijkste klanten. Toch hebben voetgangers en fietsers vaak te weinig ruimte. En dat geldt nog meer voor mensen met een rolstoel, rollator of kinderwagen. Dat moet beter. Voor GroenLinks Amsterdam-Zuid zijn voetganger en fietser topprioriteit. Dat begint met 4
veilige en ruime wandel- en fietsroutes. Die zijn nodig voor korte afstanden, tussen huis, school en winkel. Maar ook voor doorgaande fietsroutes. De inrichting van straten en kruispunten. De verkeerslichten moeten beter worden afgestemd op voetgangers en fietsers. Voetgangers en fietsers moeten meer tijd krijgen om over te steken. Kinderen moeten veilig naar school kunnen gaan met de fiets of te voet. Kindlinten kunnen hierbij helpen. Hier is al een begin mee gemaakt in De Pijp. Amsterdam-Zuid kent heel veel basissscholen en middelbare scholen. Voor al die scholieren moet het stadsdeel geen ondoordringbare verkeersjungle zijn. Het hoofdnet van doorgaande fietsroutes krijgt zoveel mogelijk ruime vrij liggende fietspaden. De nog ontbrekende schakels worden met voorrang afgemaakt, bestaande black spots en red routes zo snel als mogelijk weggewerkt. Er zijn ook plekken en straten waar weinig ongelukken worden gemeld, maar die wel door velen als onveilig worden beschouwd. Deze plekken noemen wij yellow spots en yellow routes. Deze krijgen extra aandacht. Een voorbeeld hiervan is de kruising Rooseveltlaan/Waalstraat. Onveilige punten moeten worden aangepakt. Op zoveel mogelijk kruispunten moeten fietsverkeerslichten met een secondeteller komen. Die op de hoek Ferdinand Bolstraat/Ceintuurbaan is bijvoorbeeld groot succes. Voor fietsverkeer binnen de wijk is een fijnmaziger routenet nodig. Veelgebruikte routes worden ingericht als fietsstraat, waar auto‟s wel mogen rijden, maar de inrichting afgestemd wordt op de fiets en op het groeiende aantal mini-bakfietsen. Vrijliggende fietspaden mogen niet ten koste gaan van de ruimte voor voetgangers of bomen. Als er gekozen moet worden omdat de straat te smal is, gaan voetgangers, bomen en fietsers voor autoverkeer. Toename van het aantal fietsers vraagt ook om meer fietsenrekken en fietsparkeerplekken. Bij stations en publiekstrekkers liefst in bewaakte stallingen. Bij winkelstraten in degelijke fietsrekken of fietsparkeervakken op straat, zonder passerende voetgangers te hinderen. Speciale aandacht verdienen de Pijp, de Schinkelbuurt, het Duivelseiland en de stations RAI en Zuid waar de fietsparkeerdruk op sommige plekken wel 200% is. Het gaat zowel om fietsen van bewoners, als van de talloze bezoekers van horeca etc. Fietsgarages zijn een deel van de oplossing, maar niet afdoende, omdat fietsers nu eenmaal dicht bij de bestemming willen parkeren. GroenLinks streeft daarom naar makkelijker omzetten van autoparkeerplaatsen in fietsparkeerplekken (10 fietsen op de plek van één auto!). Zakelijke en recreatieve bezoekers moeten gestimuleerd worden om de fiets te gebruiken door voldoende verhuurpunten en fietsparkeerplekken te realiseren. Ook het stimuleren van fietsgebruik onder nieuwe Amsterdammers verdient aandacht. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 7. 8.
9.
10. 11.
Voetgangers en fietsers krijgen prioriteit. Er worden meer en veiliger fietsroutes aangelegd met een goede aansluiting op het openbaar vervoer. Voor fietsers die oversteken bij kruisingen worden wachttijdmelders aangelegd. Rechts afslaan mag voor fietsers altijd zonder wachten. Bij gevaarlijke kruispunten komen brede opstelstroken, zodat fietsen voor de wachtende auto‟s kunnen staan. Het stadsdeel zet zich in voor een stedelijke ruimtenorm voor voetgangers, mensen met een rolstoel, rollator of kinderwagen, die leidend wordt bij de herinrichting van de openbare ruimte. Dit betekent wel dat in veel gevallen eenrichtingsautoverkeer de enige overblijvende optie is. De toegankelijkheid van het hele stadsdeel voor mensen met een beperking heeft prioriteit houden. Bij de aanleg van fietspaden en fietsparkeerplekken wordt rekening gehouden met ruimte voor mini-bakfietsen, ligfietsen, elektrische fietsen en scootmobiels. Bij stations RAI en Zuid, de metrostations van de Noord-Zuid lijn, en bij publiekstrekkers (zoals de RAI, de Albert Cuypmarkt en het Museumplein) komen gratis (dat is: gratis voor de eerste dag, daarna betalen) bewaakte fietsenstallingen. 5
12.
13. 14. 15.
16. 17. 18. 19.
20.
21.
In de openbare ruimte komen meer plekken om de fiets kort en veilig te kunnen stallen. De komende periode worden in ieder geval stallingen gerealiseerd bij het Gerard Douplein, in de Frans Halsbuurt en de Rivierenbuurt Noord. De fietsparkeerdruk moet omlaag. Zo nodig moeten parkeerplaatsen worden opgeheven om fietsenrekken te plaatsen Bij stations, toekomstige Park & Ride terreinen en bij toeristische attracties komen uitgiftepunten met huurfietsen voor bezoekers (Park & Bike). De OV-fiets is daarvoor het uitgangspunt. Er komt een eenduidig en effectief verwijderingsbeleid voor fietswrakken en weesfietsen (fietsen die langdurig niet gebruikt worden) Het stadsdeel maakt samen met scholen een plan voor het verbeteren van de verkeersveiligheid naar, van en rond de school. Ouders moeten in staat worden gesteld om suggesties aan het stadsdeel te doen omtrent de veiligheid. Schoolroutes moeten veiliger, bijvoorbeeld via het kindlint. Fietsen wordt opgenomen in het participatie- en inburgeringsbeleid. Er komt een campagne om de status van de fiets te verhogen onder nieuwe Amsterdammers. Er komt een campagne om mensen te bewegen tot socialer fietsgedrag (niet op de stoep fietsen!) en fietsparkeergedrag. De volgende straten worden met prioriteit veiliger voor de fietser gemaakt, dat kan onder andere door vrijliggende fietspaden te creëren of het instellen van een 30 km zone : Van Woustraat – Rijnstraat, Ferdinand Bolstraat – Scheldestraat, de Lairessestraat/Cornelis Krusemanstraat, Stadhouderskade tussen Rijksmuseum en Amstel, Stadionweg, Willemsparkweg. De volgende straten worden ingericht als fietsstraten, daar is de auto te gast en is er alle ruimte voor de fietser en voetganger: wegen langs Noorder- en Zuideramstelkanaal, Schinkelkade vanaf Vondelpark tot park Schinkeleilanden, Van der Helststraat – Maasstraat – Veluwelaan, de Amsteldijk bij het Amstelpark en de Jozef Israelskade. GroenLinks zich in voor het behoud van de openbare doorgang onder het Rijksmuseum toegankelijk te houden voor voetganger en fietser
Openbaar vervoer stimuleren Goed openbaar vervoer is cruciaal om Amsterdam-Zuid toegankelijk te houden, als alternatief voor de auto, en voor een beter milieu. Om het gebruik te stimuleren is een inhaalslag nodig op het gebied van comfort en veiligheid, met schone wagens, vandalisme bestendige haltes en waar nodig toezicht. De dienstverlening in de avond en de eerste uren van de nacht moet beter. De prijzen mogen alleen omhoog als daar ook duidelijke verbeteringen voor de reizigers tegenover staan. De noden van minder mobiele gebruikers moeten extra aandacht krijgen. Binnen de Ring A10 krijgen het behoud van een fijnmazig vervoersnet, verbetering van de vervoerssnelheid en de betrouwbaarheid prioriteit. Het OV-net moet uitgebreid worden naar P&R-terreinen buiten de stad. De Noord/Zuidlijn wordt op termijn een belangrijke verbinding voor de hele regio, waarin al veel geld is geïnvesteerd. Maar het project kent grote risico‟s. De kosten- en projectbewaking moet sterk verbeteren. Gezien het belang van deze lijn, mag een grotere bijdrage van het rijk gevraagd worden. Bij een dergelijk groot project is enige schade onvermijdelijk, daarbij worden getroffenen zoals bijvoorbeeld rondom de Ferdinand Bolstraat ruimhartig schadeloos gesteld. GroenLinks wil graag dat de Noord/Zuidlijn wordt doorgetrokken naar Amstelveen. Tram, bus en metro moeten vaker en tot later in de nacht rijden, en reizen met het openbaar vervoer moet een stuk goedkoper worden. GroenLinks wil graag een OV knooppunt aan de rand van de stad, zodat de regiobussen niet de hele stad door hoeven te rijden. 6
Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 22. 23. 24.
25.
De avonddienst wordt verlengd tot één uur „s nachts. De nachtbus gaat elk half uur rijden zonder middennachtelijke onderbreking. Als de Noord/Zuidlijn gaat rijden, worden de bovengrondse verbindingen daarop aangepast. Maar het fijnmazig bovengronds netwerk moet blijven bestaan. De tramlijnen 16, 24 en 25 moeten dus gehandhaafd blijven. Buitenveldert moet beter worden ontsloten met het openbaar vervoer en verbonden worden met de Rivierenbuurt. Te beginnen met het doortrekken van tramlijn 4 naar het Gelderlandplein. Ook moet de verbinding met Amstelveen weer tot stand worden gebracht. GroenLinks stimuleert een grotere variëteit in openbaar vervoer. Te denken valt aan toektoeks, fietstaxi‟s en elektrische scooters.
De autoluwe stad GroenLinks wil een leefbare en schone stad. Doorstroming van het verkeer is van belang, en de stad moet goed bereikbaar blijven. Dat kan in een groeiende stad alleen als het autobezit en autogebruik verder afnemen, en het overblijvende verkeer schoner wordt. Het beleid van de afgelopen jaren laat zien dat dit mogelijk is. Door het parkeerbeleid en de milieuzone voor vrachtverkeer is het gemotoriseerd verkeer verminderd en schoner geworden. Dat beleid wordt geïntensiveerd. In navolging van vele andere Europese steden, zoals Barcelona, wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid gebieden aanwijzen die autoluw worden. Gebieden worden afgesloten voor niet noodzakelijk autoverkeer om zo de leefbaarheid en de economie te bevorderen. Minder auto‟s betekent meer ruimte voor wandelen, fietsen, groen, spelen, of een groter terras. Ons speerpunt voor de komende periode is de Noord-Pijp, en speciaal de Frans Halsbuurt die we parkeerarm en autoluw willen maken door parkeerplekken bovengronds op te heffen, en de auto's te stallen in een grote parkeergarage onder de Boerenwetering. Ondergrondse parkeergarages zijn bedoeld ter versterking en verbetering van de openbare ruimte, niet om netto meer parkeerplekken te creëren. Het uitgangspunt van GroenLinks blijft daarom verplaatsing van auto's van boven de grond naar onder de grond. Steeds meer parkeerplaatsen moeten worden gereserveerd voor schone mobiliteit (elektrische auto‟s, autodeelprojecten, etc). Parkeergarages worden primair betaald uit de parkeervergunningtarieven. GroenLinks Zuid is er tegen om extra bezoekers per auto te trekken om garages te financieren. Parkeergarages bieden extra comfort: dat mag ook in de prijs tot uitdrukking komen (prijsdifferentiatie). Prioriteit heeft de realisatie van bestaande plannen (Boerenwetering, Stadionplein, Archiefterrein/Nieuweramstel). Een parkeergarage onder de middenberm van de Churchilllaan wijst GroenLinks af, omdat die zou moeten voorzien in extra parkeerplekken, en de bomen en de monumentaliteit van de Churchilllaan ernstig zou aantasten. Het stadsdeel gaat in gesprek met de centrale stad en stadsdeel Centrum over garages onder de Singelgracht. Er komen geen nieuwe bezoekersgarages binnen de ring. Bezoekers van de stad worden gestimuleerd om met het openbaar vervoer te komen, door ontvangstcentra (Park & Ride) met goede overstapfaciliteiten buiten de stad te maken. Auto‟s staan gemiddeld 23 uur per dag stil op een parkeerplek, dat is zonde van de ruimte. Daarom wordt voor bewoners ingezet op minder parkeerplekken. Fiets en openbaar vervoer zijn goede alternatieven. Autodelen is voor veel Amsterdammers een betaalbaar en efficiënter alternatief. Per deelauto zijn er gemiddeld 15 gebruikers. Amsterdam zet daarbij in op schone auto‟s. Elektrisch vervoer is schoon en stil, en met groene stroom zelfs klimaatneutraal. Slim investeren in elektrisch vervoer schept werkgelegenheid in toekomstvaste technologie. GroenLinks wil deze vorm van vervoer stimuleren. Voor zwaarder verkeer, zoals vuilniswagens, zijn er andere schone alternatieven. Maar ook als alle auto‟s op 7
elektriciteit rijden, moet het autogebruik en –bezit verminderen. Snel en efficiënt goederenvervoer naar en vanaf winkels en bedrijven is van grote economische betekenis. De plannen om het goederenvervoer efficiënter en schoner te maken worden verder uitgewerkt, zodat de luchtkwaliteit, bereikbaarheid en verkeersveiligheid verbeteren. We bepleiten en stimuleren een milieuvriendelijk distributiesysteem voor de hele stad, met goederenoverslagpunten aan de rand, om zwaar, vervuilend en onveilig vrachtverkeer in de stad en ons stadsdeel tegen te gaan. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 26. Doorgaand autoverkeer wordt geconcentreerd op hoofdwegen. De verkeerscirculatie wordt zo aangepast dat inkomend autoverkeer wordt ontmoedigd, terwijl vertrekkende auto‟s zo snel mogelijk de stad uit kunnen. Waar mogelijk krijgen smalle, drukke doorgaande wegen eenrichtingsverkeer. 27. Nieuwe parkeergarages worden alleen gebouwd voor vergunning- en/ of abonnementhouders. En hebben als doel de openbare ruimte te verbeteren. Op straat verdwijnen tenminste evenveel plaatsen, als er ondergronds worden aangelegd. Ze worden primair gefinancierd met het geld van parkeervergunningen. We gaan geen nieuwe bezoekers per auto naar de stad trekken om garages te financieren. 28. Om de economie en leefbaarheid van de stad te bevorderen, zet Amsterdam in op autoluwe gebieden. In Zuid beginnen we met de Frans Halsbuurt, in nauw overleg met de bewoners en ondernemers aldaar. 29. Voor noodzakelijk verkeer – zoals diensten, goederen en taxi‟s – komt er een stimuleringsprogramma voor het gebruik van schone voertuigen, met onder meer elektrische oplaadpunten, subsidies en voorrang bij parkeervergunningen. 30. Autodelen(nota Oud-Zuid), wordt verder uitgebreid. Naast het huidige commerciële aanbod, is het wenselijk om particuliere autodelers te stimuleren. Het stadsdeel zou daar een contract voor kunnen maken. Voor schone autodeelauto‟s komt er een extra stimuleringsregeling, liefst in de hele stad. 31. Het aantal straatparkeerplaatsen binnen de ring wordt in vier jaar met minimaal 5% verminderd. 32. Het gebruik van elektrische en milieuvriendelijke auto‟s moet worden gestimuleerd. Het stadsdeel geeft hierbij zelf het goede voorbeeld. Stadsbussen gaan rijden op aardgas, waterstof of elektriciteit. Ook wordt gezorgd voor een net van oplaadpunten om elektrische auto‟s van stroom te voorzien.
C. Behoud en versterk de (groene) ruimte Een groener stadsdeel is een gezonder stadsdeel. GroenLinks meent dat het behouden en versterken van de groene ruimte meer aandacht verdient. Niet alleen omdat het stadsdeel daardoor mooier wordt, maar ook omdat deze ruimte belangrijk is voor ons dagelijks welzijn. We hebben groene ruimte nodig om te kunnen spelen, luieren, wandelen, sporten. Waar mensen dicht op elkaar wonen zijn straten, pleinen en parken de enige plekken in de woonomgeving die ruimtelijke beleving en groene ervaring kunnen bieden. Juist in de compacte stad is een hoogwaardige openbare ruimte van groot belang. Dit betekent in de eerste plaats dat we onze plantsoenen, parken, bossen en recreatiegebieden goed moeten onderhouden. Het aantal bomen in Amsterdam daalt al jaren. Het stadsdeel moet erop toezien, dat de bomen daar beschermd worden en in goede staat blijven. Niet alleen voor onze beleving, maar ook voor de verkoeling in de zomers en het afvangen van fijnstof. Met name monumentale bomen krijgen nu niet de aandacht die ze verdienen. In het (voormalige) stadsdeel Oud Zuid is hiervoor een „Bomenplan‟ opgesteld, dit willen wij implementeren in heel Zuid. Daarnaast moeten we de groene ruimte, waar mogelijk en gewenst, uitbreiden. Zo moet het stadsdeel activiteiten stimuleren en zo nodig subsidiëren, die de groene ruimte ten goede komen, zoals het aanleggen van daktuinen, postzegelparkjes, 8
geveltuinen, drijvende tuinen, boomcirkels, binnentuinen en bloembakken. Ook moet er in nieuwe projecten meer ruimte komen voor park en boom. GroenLinks wil de groene ruimte om Amsterdam-Zuid behouden én versterken. Het stadsdeel kan daar een belangrijke rol bij spelen. Allereerst door de beschikbare ruimte binnen de bebouwde kom efficiënter te gebruiken. Door op bouwlocaties slimmer en compacter te bouwen (inbreiplannen) realiseren we meer woningen zonder dat dit meteen ten koste hoeft te gaan van groen. Ook de ruimte op bedrijventerreinen kan veel beter worden benut. In alle gevallen geldt: hoogbouw moet ook een hoge beeldkwaliteit hebben. Bomen mogen pas worden gekapt vlak voor het daadwerkelijk bouwrijp maken. Dus pas wanneer er daadwerkelijk gebouwd gaat worden en niet zoals in het Beatrixpark, er 200+ bomen zijn gekapt terwijl er nog geen zekerheid is of AkzoNobel er gaat bouwen. Hetzelfde geldt voor de enorme bomenkap ten behoeve van Zuidas project „Gershwin‟ wat, na anderhalf jaar braak liggen nu is „omgetoverd‟ tot enorm grasveld. Kortom, de groenstructuur van het stadsdeel moet beter worden beschermd. Het groener maken van het stadsdeel is beter te realiseren, wanneer daarbij met bewoners wordt samengewerkt. Zo zijn bewoners veel beter in staat te vertellen waar de groene ruimte in het stadsdeel kan worden uitgebreid en hoe deze moet worden ingericht. GroenLinks meent dan ook dat bewoners hier een belangrijke stem in moeten krijgen. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 33. 34. 35.
36.
37.
38.
39. 40. 41.
42.
Uitgangspunt dient te zijn dat binnen een straal van 300 meter van elke woning, groen is voor dagelijks recreatief gebruik. Strikte voorwaarden voor ondergronds bouwen: een dikke leeflaag voor bomen. Sowieso 50% van de bodem in de tuin niet volbouwen, zodat daar grote bomen kunnen groeien. Waterverbindingen vormen hoogwaardige ecologische linten door de stad. Waar mogelijk krijgen deze ecologische oevers. De waterkwaliteit wordt bevorderd door goed onderhoud (o.a. baggeren). Een voorbeeld is dat de oever Stadionkade parkeerplaatsvrij is en wordt ingericht als groene wandelpromenade met waar mogelijk ecologisch vriendelijke zachte oevers. Wanneer kappen van bomen onvermijdelijk is, komt er op korte termijn voor elke gekapte boom een volwassen boom terug op zo kort mogelijke afstand. Dit houdt ook in dat het kappen van bomen pas plaats mag vinden, wanneer bouwrijp maken van de grond vlak voor de deur staat. We hoeven dan niet jarenlang tegen braakliggende terreinen aan te kijken. Parken en overig groen worden ecologisch aangelegd en beheerd, met meer bloemen en schuilplaatsen voor dieren. Het Vondelpark en Sarphatipark zijn inmiddels al helemaal heringericht. Voor het Amstelpark, Beatrixpark en het Gijsbrecht van Aemstelpark zal moeten worden geïnventariseerd waar meer ecologisch inrichten en beheer nodig is. In de wijken komt minimaal 5% meer stadsgroen (bladoppervlak) door toevoeging van groene daken, groene gevels en bomen. Bij de inrichting van de openbare ruimte krijgen bomen leeftijdbestendige groeiplaatsen en wordt geïnvesteerd in grote, toekomstbestendige bomen door bij het planten van bomen al voldoende ruimte te bieden voor worteling en groei. Natuur- en Milieuteams ondersteunen bewoners met het vergroenen van hun omgeving: binnentuin, gevel of de hele wijk. Het stadsdeel moet zelf het goede groene voorbeeld geven. Overheidsgebouwen in het stadsdeel krijgen, daar waar mogelijk, een daktuin en meer groen op het terrein. Er komen meer plantenbakken op straat en aan kozijnen en balkons. Meer aandacht voor en aanplant van “bijzonder” groen. Er komt een stimuleringsprogramma, om tuinen van bewoners die verhard zijn met bijvoorbeeld tegels, om te zetten in onverharde tuinen. Belemmeringen wegnemen voor groene daktuinen. Subsidieregeling groene daken in het hele nieuwe stadsdeel Zuid. Versoepeling van regels 9
43.
voor het creëren van een stevig plat dak dat een dikke leeflaag kan dragen. Elke buurt krijgt een plan voor aanleg en onderhoud van speel- en ontmoetingsplekken. De aanleg van postzegelparkjes wordt geïntensiveerd, waar mogelijk worden natuurspeeltuinen ingericht.
Groene leefomgeving: de stadsnatuur Amsterdam is uniek om zijn omliggende groene zones, water en scheggen die de stad direct met het groen verbinden. Dit “buitengebied” moet ook belangrijker worden voor de voedselvoorziening van de stad. Biologisch eten, dat geen grote afstanden heeft hoeven afleggen en dat kinderen leert waar hun eten vandaan komt. De Proeftuin Amsterdam en de recente streekmarkten in het Amstelpark en op het Stadionplein zijn hier goede voorbeelden van. Stadskinderen leren op de kinderboerderij zoals bijvoorbeeld op de kinderboerderijen de Pijp en Amstelspark over het rijke dierenleven. In het stadsdeel leven niet alleen mensen, maar ook veel dieren zoals duiven, ooievaars, vlinders, ratten en ganzen. Het stadsdeel heeft een taak in het bevorderen van dierenwelzijn. Dat moet zichtbaar zijn in het beleid, en het stadsdeel dient zelf het goede voorbeeld te geven, bijvoorbeeld bij het inkoopbeleid. Veel „in het wild‟ levende dieren zijn onderdeel van de stadsecologie. Bij de inrichting van wijken en groengebieden wordt daar rekening mee gehouden. Landelijke en Europese wetten die dieren beschermen, moeten worden nageleefd. Als er toch (teveel) overlast is door overbevolking of ziektes, bijvoorbeeld van duiven, wordt gekozen voor de meest diervriendelijke bestrijding, ter beoordeling van de ter zake kundige instanties. Als afschieten de enige mogelijkheid is om de wildstand te beheren, kunnen deze dieren (in vergelijking tot bio-industrie dieren) een goed en vrij leven hebben gehad, prima bij de poelier eindigen. Daarnaast dient het stadsdeel extra geld te besteden aan dierenambulances en dierenasiels. Dieren kunnen net zoals mensen aan stress en pijn lijden. GroenLinks Amsterdam-Zuid vindt vermaak met dieren daarom ongepast. Het gebruik van dieren bij evenementen zoals bijvoorbeeld bij Circus Renz wordt ontmoedigd en zo mogelijk geweigerd. Honden zijn voor veel baasjes een waardevolle kameraad. Honden hebben daarom ook recht op bewegingsruimte: waar mogelijk creëren of handhaven we plekken in de buurt waar honden los mogen lopen. Maar de eigenaar kent ook plichten, zoals het netjes opruimen van alle drollen. In de verschillende parken die ons stadsdeel rijk is, moet plek zijn voor hondenbezitters en voor niet hondenbezitters. Te veel honden en andere huisdieren eindigen nog als zwerfdieren. Voor huisdieren moet adequate opvang in het stadsdeel aanwezig zijn. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 44. 45.
46.
47.
Het Natuureiland op de Schinkeleilanden wordt een ruiger gebied met een hogere ecologische waarde. Het realiseren van een Kinderboerderij op die plek vinden we geen goed idee. Bij de inrichting van wijken en groengebieden worden nestelvoorzieningen voor in het wild levende dieren aangelegd zoals vlinderstruiken, heggen, en dakpannen voor broedvogels. Bij de inrichting van nieuw groen wordt gekozen voor bomen, struiken en kruiden die aantrekkelijk zijn voor vogels, vlinders en andere dieren. Het voorkomen van duivenoverlast begint bij goede voorlichting over voeren. Eventuele overlast of overbevolking wordt diervriendelijk bestreden, bijvoorbeeld met duiventillen waarin het uitkomen van de eieren wordt voorkomen. Het stadsdeel heeft een duidelijk en eenduidig hondenbeleid, zoals nu al bestaat voor Zuideramstel. Zo mogelijk komen in alle wijken losloopstroken, overal in de openbare ruimte heeft het baasje een opruimplicht van hondendrollen. 10
48.
Amsterdam Zuid heeft een duidelijk en eenduidig dierenwelzijnsbeleid, zoals nu al bestaat in Oud-Zuid. Dit beleid biedt een goed uitgangspunt voor verdere uitbreiding en aanpassingen gericht op het nieuwe, grotere stadsdeel.
D. Naar een duurzaam waterbeheer Het op orde zijn en houden van het watersysteem, is van vitaal belang voor zowel wonen en werken als voor recreatie en natuur. GroenLinks meent dat de manier waarop we in Nederland met water omgaan, niet toereikend is voor de toekomst. Zeker als de gevolgen van klimaatsverandering, waaronder zeespiegelstijging, en verdergaande bodemdaling moeten worden opgevangen. Er is nog te veel sprake van technisch beheer, terwijl het hoog tijd is voor een ander waterbeleid. Het stadsdeel moet streven naar een gezond watersysteem, gebaseerd op integraal waterbeheer. Daarom moet het stadsdeel samen met het Waterschap, de provincie, Rijkswaterstaat, het drinkwaterbedrijf en de omliggende stadsdelen, een waterplan maken. Uitgangspunt voor het waterplan moet volgens GroenLinks het advies van het Nationaal Bestuursakkoord Water zijn. In dit plan dient globaal beschreven te worden wat het stadsdeel gaat doen om ervoor te zorgen dat we worden beschermd tegen wateroverlast, en wat we gaan doen om de waterkwaliteit te verbeteren. Voor de stadsdelen brengt het bestuursakkoord met zich mee, dat ervoor moet worden gezorgd dat er voldoende water van goede kwaliteit wordt vastgehouden. Het is belangrijk dat we droge voeten houden, maar verdroging moet ook worden tegengegaan. Zo dient bijvoorbeeld de opslagcapaciteit van de bodem voor (regen)water groter te worden gemaakt. Dit kan door de bestrating meer waterdoorlatend te maken en zand te vervangen door leem. Verder moet water, meer dan voorheen, een ordenend principe zijn bij de ruimtelijke plannen en het wijkbeheer. Bestaande vaarten, sloten en plassen moeten zoveel mogelijk worden behouden. Ook is het van belang dat water wordt benut voor versterking van de natte natuurwaarden. Voldoende water van goede kwaliteit is voor het behouden en uitbreiden van de groene ruimte essentieel. Zo moet verontreiniging door lozing worden voorkomen en moeten het regenwater en het afvalwater zoveel mogelijk van elkaar worden gescheiden.
Recreatie op water GroenLinks heeft concrete voorstellen om de recreatie op het water groener te maken. Amsterdam is uniek om zijn omliggende groene zones, water en scheggen die de stad direct met het groen verbinden. GroenLinks wil dat groen en blauw gebruikt kunnen worden door recreanten. Stadsstranden, waterpolo in de grachten, een Amsterdamse triatlon, maar ook drijvende zwembaden dragen aan het recreatieve gebruik van de stad bij. Hiervoor moet zoveel mogelijk wateroppervlak op zwemkwaliteit gebracht worden. We stimuleren het gedeelde gebruik van bootjes: nu liggen er nog teveel halve wrakken in het water van individuele eigenaren. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 49.
50.
51.
Het stadsdeel stelt in overleg met het Waterschap, de provincie, Rijkswaterstaat, het drinkwaterbedrijf en de omliggende stadsdelen, een waterplan op. Uitgangspunt van dit waterplan is het Nationaal Bestuursakkoord Water. Opname van een waterparagraaf in nieuwe bestemmingsplannen. Er wordt een watertoets ingevoerd voor alle bestemmingsplannen en bouwplannen: een toetsing op de gevolgen voor het watersysteem, met eventueel compenserende maatregelen. De uitbreiding van de benodigde hoeveelheid oppervlaktewater ten gevolge van verstening, mag niet te veel ten koste gaat van groen. Zo heeft het 11
52. 53.
54.
55. 56.
bouwen op de Zuidas groenverlies in het nabije Amstelpark en Gijsbrecht van Aemstelpark tot gevolg. In dit soort gevallen kan worden gedacht aan ondergrondse waterberging. De waterkwaliteit wordt verbeterd doordat rioolwateroverstorten en verontreinigde waterbodems worden gesaneerd. Bestrating en verharding van de openbare ruimte dienen beperkt te worden. Een zachte ondergrond maakt het mogelijk dat hemelwater in de bodem kan worden opgenomen, zodat afvoer via het rioolstelsel wordt voorkomen. Waar bestrating toch nodig is, wordt zoveel mogelijk gekozen voor het meest waterdoorlatende materiaal. In de omliggende ruimten wordt de bestrating bovendien zoveel mogelijk gecompenseerd. Bijvoorbeeld door zand te vervangen door leem. Verontreiniging wordt voorkomen. Grote parkeerplaatsen krijgen straatkolken met olieafscheiding en er komt een stop op chemische onkruidbestrijding zoals nu al bestaat voor Amsterdam Oud Zuid en in Zuideramstel met het gebruik van „Roundup‟. Bovendien wordt het toezicht hierop verscherpt. Elektrisch vervoer over het water wordt gefaciliteerd met oplaadpunten door de stad voor bootjes. Het stadsdeel stimuleert het gedeelde gebruik van bootjes en scheepjes, om te voorkomen dat de kades en oevers vol liggen met bootjes die zelden gebruikt worden.
E. Een schoon stadsdeel Een groen stadsdeel is ook een schoon stadsdeel. Rond slingerend huisvuil en andere rotzooi op straat, zijn een doorn in het oog van veel mensen. GroenLinks wil dat het stadsdeel erop toeziet, dat de buurten goed worden schoon gehouden. Echter, ook voor de burgers ligt hier een taak. Jaarlijks wordt in Amsterdam ongeveer 800.000 ton huishoudelijk afval geproduceerd en dit neemt elk jaar toe. De grootste afvalstroom is het niet gescheiden restafval. Door een betere scheiding kan afval worden hergebruikt tot grondstof, en daardoor zal de afvalstoffenheffing dalen .
Afval scheiden loont De verpakkingstaks wordt op dit moment door bedrijven vooral gezien als een extra belasting. Ondernemers die verpakking produceren en winkeliers die verpakking inkopen berekenen de belasting gewoon door aan de klant. Het gevolg is dat er niet gewerkt wordt aan het terugdingen van verpakking. Sterker nog, de berg verpakkingen groeit met de dag. Willen wij echt iets aan verpakkingen doen, dan moet het dus anders. De belangrijkste partijen om deze berg te stoppen en terug te brengen zijn de winkeliers en de consumenten. De gemeente Amsterdam moet samen met het Midden- en Kleinbedrijf en Grootwinkelbedrijven in Amsterdam om tafel om een proef op te zetten de enorme berg afval te verminderen en het overtollige plastic in te zamelen. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 57. Een convenant met alle winkeliers om te stoppen met het uitgeven van milieuonvriendelijke draagtassen. Er wordt een mooie tas ontworpen in verschillende maten met een leuke tekst: I Love Clean Amsterdam. 58. Alle supermarkten gaan meewerken aan het inzamelen van plastic verpakking. De verpakkingscontainers komen onder andere te staan op de parkeerplaatsen bij de supermarkten, megastores zoals Mediamarkt en warenhuizen. De plastic verpakking wordt gewogen bij aflevering en de consument krijgt een tegoedbon die hij in kan leveren bij aankoop in een winkel. 59. Buitenveldert is op dit moment de schoonste en veiligste wijk van Amsterdam. Deze wijk zou prima gemotiveerd kunnen worden om zo‟n proef uit te voeren. 60. Afvalscheiding en hergebruik worden gestimuleerd. Zo wordt de huis aan 12
61. 62.
huis inzameling van chemisch afval en textiel geïntensiveerd. Er komen ook in het noordelijke gedeelte van het stadsdeel ondergrondse huisvuilcontainers en er wordt voor het gehele stadsdeel een Meldpunt Openbare Ruimte wordt gecontinueerd. Het toezicht op gescheiden inzamelen van bedrijfsafval wordt geïntensiveerd.
F. Duurzaam bouwen aan een compacte metropool Stadsdeel Zuid staat niet op zichzelf. Het is een belangrijk onderdeel van Amsterdam, dat zelf weer het stedelijke centrum is van de Metropoolregio Amsterdam. Ook in tijden van recessie is Amsterdam een belangrijk centrum voor werkgelegenheid. De vraag naar nieuwe woningen in de metropoolregio blijft groeien. Als hart van de Metropool, moet Amsterdam daar een stevige bijdrage aan leveren. En ook in Zuid hebben we die opgave. Om te voorkomen dat de open ruimte tussen de steden dichtslibt, de automobiliteit nog meer groeit, en het draagvlak voor de grootstedelijke voorzieningen afneemt, blijft GroenLinks inzetten op een compacte stad. Bouwen gebeurt binnenstedelijk, in relatief hoge dichtheden. De groene scheggen, die Amsterdam insnijden, kunnen zo in stand blijven. Groen is zo dichtbij voor alle Amsterdammers snel bereikbaar. Bouwen in hoge dichtheden kan botsen met lokale groene belangen: verdwijnen van groen dichtbij huis, schaduwwerking, geluidsoverlast, lichthinder enz. De Zuidas en omgeving zijn daar een goed voorbeeld van. Slimme stedenbouwkundige ontwerpen en vanaf het begin de bewoners betrekken bij het planproces, zijn daarbij van groot belang De behoefte aan woningen is groot en divers. GroenLinks wil rekening houden met de speciale behoeften van doelgroepen als studenten, grote gezinnen, ouderen en mensen met een beperking. De periode van economische recessie biedt unieke kansen om samen met andere overheden, woningbouwcorporaties en andere partners de duurzame nieuwbouw en renovatie te stimuleren. Eigenlijk zouden er alleen nog maar levensbestendige woningen moeten worden gebouwd; dat wil zeggen woningen waar je ook in kunt (blijven) wonen, wanneer je oud wordt en wanneer je beperkingen gaat ondervinden. Dit betekent onder andere in elke nieuwe woning een lift. De monumenten in Amsterdam-Zuid zijn waardevol cultuurhistorisch erfgoed. Samen met de centrale stad waakt het stadsdeel ervoor dat deze gekoesterd en behouden worden. Behoud en herstel van oude panden genieten de voorkeur boven sloop en nieuwbouw. Het aantal studentenwoningen neemt te langzaam toe om de woningnood onder studenten op te lossen. Studenten krijgen meer plek in ons stadsdeel. Door zolders ruimhartig om te bouwen tot kleine wooneenheden stimuleren we huizeneigenaren en woningbouwcorporaties tot het compacter bouwen en creëren van extra studentenwoonruimte. GroenLinks is voorstander van het verlengen van noodvoorzieningen (containerwoningen) voor studenten. In geval van vertraging op de Zuidas krijgen lege plekken een tijdelijke bestemming als bijvoorbeeld een sportveld, kinderspeelveld enzovoorts! Ook wordt onderzocht of bestaande leegstaande kantoren kunnen worden omgezet naar woningen. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 58 Amsterdam-Zuid levert haar bijdrage aan de woningbouwopgave van Amsterdam. Niet alleen op nieuwbouwlocaties (Zuidas, Stadionplein, Havenstraatterrein, Olympisch Kwartier Zuid), maar ook in bestaande wijken, als verdichting de stedenbouwkundige kwaliteit niet aantast. 59 Verdichting en intensivering van woningbouw vindt plaats met oog voor lokale groene belangen en in samenspraak met de bewoners. 60 Verloedering en verval van monumentale panden worden actief tegengegaan door aanschrijving tot herstel en onderhoud. Zo nodig voert het bestuur het onderhoud zelf uit op kosten van de eigenaar. 61 Er worden geen nieuwe kantoren gebouwd, buiten de al vastgestelde plannen (Zuidas). De kantoren moeten zo worden gebouwd dat ze redelijk 13
64. 65.
66.
67.
68.
69.
70.
gemakkelijk zijn om te zetten in woningen. Dit betekent bijvoorbeeld een verdiepingshoogte van meer dan 3 meter, zoals nu in de Zuidas al gangbaar is. Duurzaamheidsambities zijn een leidend criterium bij het gunnen van bouwprojecten aan projectontwikkelaars. Alle nieuwbouwwoningen zijn vanaf 2015 energieneutraal, wat betekent dat deze evenveel energie opwekken als ze nodig hebben. Bij renovatie van woningen wordt energieneutraal bouwen de norm. Dat geldt met name voor sociale woningbouw, zodat niet alleen de milieubelasting maar ook de woonlasten dalen. Hierbij werken we samen met de woningbouwcorporaties. Alle nieuwbouwprojecten kennen aangepaste woningen of worden levensloopbestendig gebouwd, zodat woningen in de toekomst gemakkelijk aangepast kunnen worden voor mensen met een beperking of voor ouderen. Het Havenstraatterrein wordt een klimaatneutrale en autovrije ecowijk. Een wijk waar je kinderen zonder zorgen kunt laten spelen vlakbij huis. We denken hierbij aan hoge dichtheden, veel woningen en veel variëteit. Deze wijk heeft een voorbeeldfunctie als groene wijk met ecologische vriendelijke en groene architectuur in combinatie met een zeer aantrekkelijke openbare ruimte en water tussen de blokken in. De GVBremise moet ondergronds worden gebracht. Het stadsdeel werkt zoveel mogelijk mee aan creatieve combinatie van behoud van de werk- en leefgemeenschap in de Ostadefabriek aan de Ostadestraat 233, en het optoppen/intensiveren op die plek. De financiering van het Ostadetheater moet zo nodig van elders worden aangevuld. Het Olympisch Kwartier Zuid wordt wat ons betreft een autoluwe wijk, met openbare ruimte ingericht voor sport en recreatie (niet alleen topsport maar ook breedtesport) en ter versterking van de groene scheg (Amsterdamse Bos / Schinkel). Hier en daar zou de bouwhoogte hoger mogen zijn dan in de huidige visie voorzien. Amsterdam-Zuid wordt gekenmerkt door een bijzondere architectuur en talloze monumenten. Dit vereist een weloverwogen beleid op het gebied van welstand en monumentenzorg.
Bouwen aan leefbare wijken en buurten De wijken en buurten vormen het sociale kloppende hart van de stad, waar we met elkaar wonen, fietsen en spelen. Dat willen we op een gezonde en sociale manier doen. De wijkvernieuwing door renovatie en nieuwbouw, zoals in bijvoorbeeld in de Stadionbuurt, wordt de komende jaren gecontinueerd. Daarbij willen we graag dat de corporaties nadrukkelijk in duurzame en energiebesparende maatregelen investeren. Ook verdienen deze vernieuwde wijken extra investeringen in een mooi ingerichte en goed onderhouden openbare ruimte. GroenLinks wil in alle buurten in samenspraak met bewoners investeren in speel- en ontmoetingsplekken, en afspraken maken over beheer en activiteiten in de buurt. Om gemengde wijken te behouden waar alle rangen en standen samenwonen, dienen we zuinig te zijn op de bestaande sociale woningvoorraad. Er zijn in de afgelopen jaren veel sociale huurwoningen verkocht in De Pijp. Hierdoor komt de gewenste menging van wijken in het geding. GroenLinks vindt menging van wijken van groot belang. Gezien de ontwikkeling van een centrum binnen de A10 is het ongewenst te veel sociale woningbouw te verkopen binnen de ring. Ook Zuid moet, gezien het toch al beperkte bestand sociale woningbouw, zeer selectief zijn met de verkoop. Daarom mag het gemiddelde per wijk bij bestaande bouw niet lager zijn dan 40%. Daarnaast willen we investeren in nieuwe sociale woningbouw (minimaal 40%, waarvan 10% mogelijk als studenten- en ouderenwoningen) en splitsen en verkopen van huurwoningen alleen in speciale gevallen toestaan. 14
Op basis van wijkplannen maken we met projectontwikkelaars en woningbouwcorporaties afspraken over de samenstelling van de woningvoorraad in (ver)nieuwbouw- en renovatieprojecten. Daarbij gaat het niet alleen om beheersing van de netto huurlasten maar ook om de uiteindelijke woonlasten. Woonlasten gaan immers ook omlaag als wordt geïnvesteerd in energieneutrale renovatie en duurzame nieuwbouw. Buurtgebonden voorzieningen moeten niet verder weg liggen dan een paar minuten fietsen. Dat stimuleert bewoners te voet of te fiets naar school te gaan en boodschappen te doen. Beter voor de gezondheid, het klimaat en de verkeersveiligheid. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 71. Mensen met een beperking moeten volledig gebruik kunnen maken van de openbare ruimte, die daarom maximaal toegankelijk wordt ingericht. 72. Alle woonbuurten worden ingericht als 30km gebieden conform de landelijke Duurzaam Veilig richtlijnen. 73. Elke wijk krijgt een plan voor ontwikkeling van een woningvoorraad die past bij die buurt. Dit plan wordt getoetst aan stedelijke doelstellingen. Daarin wordt rekening gehouden met het aantal grote en kleine woningen, woningen met hoge en lage woonlasten, en huur- en koopwoningen binnen buurten. In sommige buurten betekent dat, dat er wél verkoop van sociale huurwoningen mogelijk en wenselijk is, in andere juist niet. 74. Om ook op lange termijn goede, betaalbaare woningen te hebben voor mensen met lage inkomens, moet minimaal 40% van de nieuwbouw sociale woningbouw zijn. 75. Bij nieuwbouw en renovatie zetten we speciaal in op grotere betaalbare woningen voor grote gezinnen, aangepaste woningen voor ouderen en kleine woningen voor jongeren/studenten. 76. Geluidsoverlast bestrijden we door bij nieuwbouw en renovatie niet alleen tussen de panden maar ook tussen de woonlagen geluidsisolatie aan te brengen, zodat het burengerucht vermindert. 77. De ontwikkeling van woonservicewijken stimuleren we van harte, zodat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. 78. Bij panden en woningen die langer dan een jaar leeg staan, blijft kraken voor GroenLinks een legitiem middel om leegstand te bestrijden. Het stadsdeel moet leegstand en het braak blijven liggen van kavels zelf ook actief tegengaan door eigenaren snel aan te sporen om een nieuwe bestemming te vinden voor leegstaande panden. 79. Infraroodscans van panden moeten eigenaren en huurders confronteren met de energie-onzuinigheid van hun huizen. 80. Bestaande bouw in 2015 volledig op Energielabel B brengen, alle nieuwbouw in Amsterdam-Zuid verkrijgt label A++.
G. Economie: stimuleer ondernemerschap en innovatie Nieuwe producten en diensten komen meestal voort uit initiatieven van kleine en vaak startende ondernemers. Veel van deze ondernemers gaan na een paar jaar al failliet door te weinig ervaring of te veel optimisme. In deze tijd van noodzakelijke vernieuwing en vergroening van de economie hebben wij juist deze ondernemers nodig. GroenLinks wil het ondernemerschap stimuleren en deze ondernemers helpen te blijven bestaan. Door het opzetten van een ondernemershuis in het stadsdeel worden ondernemers direct geholpen bij de opzet en realisatie van hun plannen door opleiding, training, begeleiding, bemiddeling financiering, microkrediet en coaching.
Detailhandelstructuur Amsterdam Zuid De huidige detailhandelsstructuur in Amsterdam Zuid is fijnmazig waardoor levensmiddelen winkels over het algemeen op loop of fiets afstand goed bereikbaar zijn. In Buitenveldert heeft het winkelcentrum Gelderlandplein zich in de afgelopen 20 jaar ontwikkeld als een centrum voor het gehele verzorgingsgebied en trekt zelf klanten van buiten. Met de komst van de geplande detailhandel op de Zuidas dreigt deze goed 15
functionerende structuur uit een te vallen. De huidige plannen geven ruimte aan 100.000 vierkante meter nieuwe detailhandel op de Zuidas. Deze plannen worden niet onderbouwd door een goed onderzoek waarop deze uitbreiding is gebaseerd. Het is ook onduidelijk waar de klanten voor deze winkels vandaan moeten komen. GroenLinks is niet tegen uitbreiding van winkels maar wil een onderbouwing voor deze plannen waarin de effecten voor de winkels in het verzorgingsgebied zichtbaar worden.
Duurzame economie: Groen Werkt! De diversiteit in economische bedrijvigheid is de kracht van de Amsterdamse economie. Dat geldt zeker ook voor de economie van Amsterdam-Zuid waarin zowel grootschalige projecten als de ZuidAs en het Museumplein maar juist ook de kleine middenstand in meerdere winkelcentra en horeca essentieel zijn. Grote bedrijven krijgen de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen op bestaande bedrijventerreinen aan de rand van de stad. Binnen de ring wil GroenLinks volop kansen bieden aan nieuwe en kleinschalige bedrijven. Voor de niet functionerende bedrijventerreinen willen zoeken we naar een passender functie. Zo is het bedrijventerrein Schinkel verouderd en is er teveel leegstand. Toch zien we enorme potentie voor dit terrein dat zo dicht in de buurt van de Zuid-As ligt. We willen hiervoor een lange termijn plan ontwikkelen, waarin wonen én bedrijvigheid gecombineerd worden. Daarnaast denken we dat het gebied een rol kan vervullen in de versterking van de groene scheg vanuit het Amsterdamse Bos. Toerisme is een belangrijke inkomstenbron voor Amsterdam-Zuid. Amsterdam-Zuid heeft kunst, cultuur en architectuur in combinatie met een goed en divers uitgaansleven. Daarom moet het uitgaansleven ook de ruimte krijgen in dit stadsdeel, met passende openingstijden en voorzieningen zoals nachtelijk openbaar vervoer. De „ontmoetingsfunctie‟ die Amsterdam zo kan vervullen is de basis van een moderne netwerkeconomie. Het huidige horecabeleid komt te weinig tegemoet aan de wensen van onze tijd. Flexibilisering van de sluitingstijden is gewenst, maar ook de overlast (geluid, fietsparkeerproblemen en afval) moet beperkt worden. Horecaondernemers moeten door het stadsdeel duidelijk worden voorgelicht over de mogelijkheden en beperkingen die horen bij een horecazaak. Terrassen kunnen bijdragen tot leefbaarheid van straten, daarom moeten parkeerplaatsen als terras gebruikt kunnen worden. Overlast van terrassen en cafés bestrijden we door zondag t/m woensdag de terrassen te sluiten om 23.00 en op donderdag t/m zaterdag tot 00.00. Verder moeten cafés een geluidsmeting (akoestisch onderzoek) doen. Cafés mogen niet zonder verleende vergunning opengaan, de zogenaamde gedoogvergunning wordt afgeschaft. Een combinatie van kleinschalig ondernemen, horeca en een prettige leefomgeving ziet GroenLinks voor zich in een mogelijke ontwikkeling van de Van Woustraat. We willen deze te drukke straat herontwikkelen tot een duurzame en culinaire boulevard. Hiervoor dient herinrichting zo snel mogelijk plaats te vinden. GroenLinks denkt hierbij aan eenrichtingsverkeer vanaf het kruispunt met de Ceintuurbaan tot aan de Stadhouderskade. Parkeren zou alleen mogelijk moeten worden aan de schaduwzijde van de straat (westkant). Er komen losse fietspaden, veel meer groen en divers straatmeubilair. Deze straat zou dan mooi aansluiten op het (nog te creëren) biologische derde deel Albert Cuyp. De komende jaren staat Amsterdam voor de opgave om de kansen te benutten die de huidige economische situatie biedt. Europees, nationaal maar ook lokaal zoekt GroenLinks deze kansen in de combinatie van innovatie, duurzaamheid en nieuwe banen: Groen Werkt! In bijvoorbeeld energiebesparing, duurzame opwekking van energie en duurzaam vervoer liggen vele kansen. De infrastructuur voor duurzaam ondernemen moet worden versterkt. Daarnaast moeten we het toezicht op milieuregels slimmer inrichten door de bedrijven die goedwillend zijn te belonen en bedrijven die er met de pet naar gooien strenger te controleren en handhaven. 16
Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 81 Met bedrijven worden afspraken gemaakt in het kader van “social return” om extra stageplaatsen, leerarbeidsplaatsen en participatiebanen te creëren. Het stadsdeel koopt in volgens het idee van de Groen Werkt: duurzaam én sociaal. 82 Het stadsdeel stimuleert duurzaam en sociaal ondernemen door het als eis te blijven opnemen in aanbestedingen, zoals Oud-Zuid nu al doet. 83 Voor kleine en creatieve bedrijven herontwikkelen we leegstaande kantoren tot bedrijfsverzamelgebouwen waar bedrijfsruimte voorhanden én betaalbaar is. Er komen speciale bedrijfsverzamelgebouwen (Groene Huizen) voor op duurzaamheid gerichte bedrijven. 84 Er komt een nieuw plan voor bedrijventerrein Schinkel. We denken aan een gebied waar de kleinschalige industrie zo milieuvriendelijk is die het zonder probleem samen gaat met wonen. 85 Met microkredieten worden kleinschalig ondernemerschap gestimuleerd 86 Voor kleine startende ondernemers wordt individuele coaching en informatie over marketingvaardigheden en regelgeving aangeboden. 87 Herinrichting van de Van Woustraat tot een culinaire boulevard. 88 Alle nieuwe en huidige hotels worden milieuvriendelijker. De Greenkey, het vrijwillige milieukeurmerk voor hotels, wordt ondersteund om de normen nog duurzamer te maken. Het stadsdeel stimuleert ook bij andere andere bedrijfstakken vrijwillige afspraken over maatregelen die verder gaan dan de wettelijke milieueisen, bijvoorbeeld in de vorm van ambitieuze milieukeuren. 89 Parkeerplaatsen mogen ook gebruikt worden als terras, fietsenstalling of extra groen. 90 Terrassen sluiten van zondag t/m woensdag om 23.00 en donderdag t/m zaterdag om 00.00 91 Terrasverwarming is zeer verspillend en milieuvervuilend, daarbij zorgt het voor extra geluidsoverlast 92 Horecaeigenaren worden goed en duidelijk geholpen door de wirwar van regels bij het opzetten van een zaak in Zuid 93 Er komen vrijere openings en sluitingstijden voor horeca, vroeger sluiten daar waar nodig, later dicht daar waar kan. 94 De regels voor het horecabeleid worden doorgelicht en verduidelijkt zodat er een duidelijke balans tussen ondernemers en bewoners ontstaat 95 Een akoestisch geluidsonderzoek wordt verplicht bij elke verlenging en aanvraag van een exploitatievergunning 96 Er komt de komende vier jaar extra geld voor het tegengaan van geluidsoverlast in de Noord-Pijp
17
Hoofdstuk 2: Wij willen een sociaal stadsdeel Sociaal en solidair
GroenLinks Zuid streeft naar een solidaire samenleving, waarin welvaart en middelen eerlijk verdeeld worden. Wij willen dat iedereen mee kan doen aan de samenleving en optimale kansen heeft om zich te ontplooien en zijn en haar leven zelf vorm te geven. Alle kinderen verdienen een goede start met hoogwaardige kinderopvang en goed onderwijs dat achterstanden wegwerkt en talenten ontwikkelt. Het is funest voor hun kansen als kinderen opgroeien in armoede. Armoede willen we bestrijden met een ruimhartig minimabeleid, maar vooral door sociaal-economische participatie te bevorderen: mensen ondersteunen bij het vinden van werk of een andere maatschappelijke activiteit. Sport, kunst en cultuur horen verrijken het leven. Daarom willen we dat zoveel mogelijk mensen hiermee in aanraking komen. Op de woningmarkt moet meer betaalbare woonruimte beschikbaar komen: er is meer keuze nodig voor jongeren en jonge gezinnen met een laag inkomen. Dat geldt ook voor ouderen die zorg nodig hebben, maar zelfstandig willen blijven wonen. Er is momenteel een overdaad aan projecten en activiteiten, waarbij we soms door de bomen het bos niet meer kunnen zien en gesubsidieerde instellingen elkaar deels beconcurreren in plaats van samen te werken. We willen af van deze “projectengekte” en “hapsnap” beleid. Op basis van een heldere lange termijn visie willen we naar een effectieve en efficiënte uitvoering in het sociale domein.
A. Sociaal beleid: meedoen mogelijk maken De mens staat centraal De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) regelt de ondersteuning aan mensen om te kunnen participeren in de samenleving. Het gaat daarbij om zorg, welzijn en wonen. Het landelijke Wmo-beleid gaat uit van zelfredzaamheid en legt een grote verantwoordelijkheid bij mensen zelf, hun sociale omgeving, maatschappelijke structuren en de buurt. Het is natuurlijk ideaal als mensen in hun eigen sociale omgeving ondersteuning kunnen vinden en als een buurt een vangnet en een springplank kan zijn waar kwetsbare mensen deel van uit maken en waar hun inzet en participatie wordt gewaardeerd en gestimuleerd. Maar zeker in de grote stad is dat niet vanzelfsprekend en het is de taak van de overheid om te zorgen voor een infrastructuur die zelfredzaamheid, participatie en het voor elkaar zorgen ondersteunt en faciliteert. Voor bewoners die hulp en ondersteuning nodig hebben om mee te kunnen doen, wil GroenLinks Zuid maatwerk en kwaliteit leveren in de benodigde voorzieningen op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Op wijk- en stadsdeelniveau kan het beste inzicht verkregen worden over wie niet op eigen kracht kan participeren, wat precies nodig is aan voorzieningen en hoe het beste gebruik gemaakt kan worden van de voorzieningen en sociale netwerken in de buurt. We vinden daarom dat Wmo-beleid en -uitvoering het beste zo dicht mogelijk bij de bewoners door het stadsdeel georganiseerd kan worden. Agenda 22 is gebaseerd op de ook door Nederland onderschreven 22 Standaardregels van de Verenigde Naties voor gelijke kansen van mensen met een beperking. Agenda 22 heeft tot doel deze 22 Standaardregels om te zetten in beleid. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 97 De rol van de centrale stad en de stadsdelen moet verder worden gedifferentieerd. Beleid en uitvoering van de Wmo gaat naar de stadsdelen, die centrale afspraken maken over basisvoorzieningen. De vraag om maatwerk houdt in dat verschillen in de uitwerking tussen stadsdelen kunnen en mogen bestaan, zonder dat er rechtsongelijkheid bestaat. 98 De Wmo vereist goede en effectieve cliënten- en patiëntenparticipatie. Het Wmocliëntenplatform Zuideramstel en de Wmo-klankbordgroep in Oud Zuid worden geïntegreerd. Migranten, homoseksuelen, jongeren en GGZ-cliënten, waarbij altijd 18
99 100 101
sprake is van een evenwichtige man/vrouw verdeling, worden meer betrokken bij de Wmo en maken deel uit van het Wmo-cliëntenplatform/ klankbordgroep. Er worden innovatieve methoden voor inspraak en samenspraak ontwikkeld. In de woonservice wijken moet er ruimte zijn voor differentiatie. Waar nodig worden speciale voorzieningen getroffen voor oudere migranten en homoseksuele ouderen en woningen voor verschillende generaties (kangoeroewoningen) Vrijwilligers in de zorg en mantelzorgers dienen optimaal te worden ondersteund, zowel facilitair als financieel. Er komt meer aandacht voor toegankelijkheid van gebouwen en openbare ruimten en voor levensbestendig bouwen. De Agenda 22 wordt hierbij als leidraad gebruikt.
Meedoen vereist vertrouwen en goede wijkvoorzieningen Om mee te kunnen doen, moet je ook mee wíllen doen. Vertrouwen is het sleutelwoord van een samenleving, maar ook van de economie en politiek. Gevoel van uitsluiting is niet bevorderlijk van het vertrouwen in de buurt en jezelf. Voor leefbaarheid en sociale samenhang in de wijken zijn locaties nodig waar bewoners in al hun diversiteit elkaar kunnen ontmoeten, leren kennen en activiteiten kunnen ontwikkelen en waarbij opbouwwerk en welzijnswerk kunnen ondersteunen. Door allerlei oorzaken (professionalisering, brandveiligheidseisen, etc) staan beschikbaarheid en betaalbaarheid van ruimtes voor ontmoeting en activiteiten van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties onder druk. In Buitenveldert heeft het vrijwilligerswerk flink geleden onder de verhuizing naar het multifunctionele centrum Binnenhof (MFC Binnenhof). Veel vrijwilligers haakten af. Ook het beheer is hier en daar onder druk komen te staan, onder andere door het verdwijnen van I/D-banen. In het wijkgebouw in de Rijnstraat voelen vrijwilligers en professionals zich daardoor niet meer altijd veilig. GroenLinks wil investeren in algemene voorzieningen, ontmoetingsplekken en ontplooiingsmogelijkheden. Mensen die kwetsbaar zijn krijgen extra aandacht, door ze te betrekken en aan te spreken op hun mogelijkheden, en ze te ondersteunen als ze het zelf niet redden. De Wmo beoogt dat burgers zoveel mogelijk voor zichzelf maar ook voor anderen moeten zorgen. Ondersteuning is vooral bedoeld voor mensen met fysieke of sociale beperkingen. Hierdoor is het gevaar ontstaan dat opbouwwerk en welzijnswerk dezelfde taken gaan vervullen. We willen dat de taken weer helder worden, zodat beide functies elkaar niet beconcurreren, maar aanvullen. De wijkopbouwcentra/ organen vervullen een belangrijke taak in het ondersteunen en organiseren van burgers, eventueel zelfs als tegenmacht van de overheid. Deze taak vinden wij belangrijk en willen wij behouden en versterken, ook kwalitatief. Meedoen vereist ook, dat bewoners goed geïnformeerd zijn. Nog steeds voelen bewoners zich niet goed of tijdig geïnformeerd over voor hen belangrijke zaken. GroenLinks wil dat het stadsdeel steeds de manier waarop zij haar bewoners benadert verbetert, in samenspraak met bewoners. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 102 Duidelijke rollen en taken voor het opbouwwerk en het welzijnswerk. Deze moeten aanvullend zijn en het stadsdeel gaat onderzoeken hoe deze functies beter uitgevoerd kunnen worden. 103 Betere informatiestromen over welzijnsvoorzieningen van de stadsdelen naar de bewoners. Dit vereist actief informatie geven en opzoek gaan naar informatiebehoeften door het Loket Zorg & Samenleven.
Inburgering Stadsdeel Zuid is kleurig en divers van samenstelling. Het heeft een flink aantal bewoners van niet-Nederlandse afkomst. En er vestigen zich ook steeds meer nieuwkomers. Voor iedereen is het van belang de Nederlandse taal te beheersen en kennis te hebben van de Nederlandse samenleving. Tot nu toe is de inburgering niet naar wens verlopen, onder andere door slechte afstemming tussen stad en stadsdelen. Er zal nog een flinke slag gemaakt moeten worden om de
19
achterstanden in te lopen. Voor GroenLinks is inburgering een van de stappen in een participatieen integratietraject, dat het beste zo dicht mogelijk in de leefomgeving, dus in het stadsdeel georganiseerd kan worden. De nieuwe wet- en regelgeving maakt het veel meer dan voorheen mogelijk om inburgering en participatie aan elkaar te koppelen door duale trajecten (inburgering gekoppeld aan maatschappelijke participatie, scholing, werk of eigen ondernemerschap). Persoonsgebonden budgetten geven de mogelijkheid om de inburgeraars zelf een traject te laten samenstellen dat het beste bij hun wensen en ambities aansluit. Als het voor vrouwen nodig is om gescheiden in te burgeren als stap in hun emancipatie en empowerment, dan wordt die mogelijkheid geboden. Inburgering moet van twee kanten komen: goed ingeburgerde bewoners (zowel autochtonen als allochtonen), maar ook allerlei organisaties in het stadsdeel worden bij de inburgering betrokken. Nagegaan wordt of ook voor de vele expats en hun familie die in ons stadsdeel wonen mogelijkheden geboden kunnen worden om, tegen betaling, ook van het inburgeringsaanbod gebruik te maken als zij dat willen. Dit zou de sociale cohesie in wijken met veel expats ten goede kunnen komen. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 104 Iedere nieuwkomer die zich vestigt in het stadsdeel krijgt een welkomstpakket met relevante informatie over het nieuwe stadsdeel en voorzieningen in het stadsdeel. 105 Voorlichting, werving, assessment, plaatsing en begeleiding van inburgeraars gebeurt door de stadsdelen. Inkoop van vraaggerichte, kwalitatief goede inburgeringscursussen gebeurt deels centraal, deels door het stadsdeel. 106 Het stadsdeel streeft ernaar dat bewoners, die evident zijn ingeburgerd, niet inburgeringsplichtig worden gesteld. 107 In 2011 is 80% van de inburgeringstrajecten “duaal”, dat wil zeggen Nederlandse taalverwerving gekoppeld aan maatschappelijke participatie door scholing, werk of eigen ondernemerschap. 108 Het stadsdeel stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat bewoners die evident zijn ingeburgerd worden vrijgesteld van inburgeringstrajecten en inburgeringsexamens". 109 Doorstroming vanuit inburgeringscursus naar opleidingen, werk en participatietrajecten. Niet erna, maar ernaast!
Meedoen met een beperking De gemeente kent, sinds de invoering van de Wmo, de compensatieplicht. Deze heeft als doel dat mensen met een beperking de ondersteuning krijgen die nodig is om zo volledig mogelijk te kunnen participeren in de maatschappij. Te denken valt aan het aanbieden van aanvullend openbaar vervoer, hulpmiddelen, aanpassingen in huis of hulp in de huishouding. Maar om volledig te kunnen meedoen in stad en buurt is meer nodig dan wettelijk bepaalde zorg of een hulpmiddel. Lichamelijke of psychische beperkingen mogen niet leiden tot sociaal isolement en vereenzaming. Mensen zijn meer dan hun ziekte of handicap. Investeren in welzijn kan veel leed en dure zorg voorkomen. Er moet zoveel mogelijk vraaggericht worden gewerkt; de vraag vanuit de cliënten of vanuit de buurt moet centraal staan. De zorgvraag van migranten-ouderen, en de obstakels die zij ondervinden voor participatie, kan verschillen van die van jonge gehandicapten of van mensen met een verstandelijke beperking. Ouders die voor hun meervoudig gehandicapte kind zorgen hebben andere mantelzorgondersteuning nodig dan jonge kinderen die de zorg voor hun zieke ouders op zich nemen. Doormiddel van cliëntgericht werken kan maatwerk worden geleverd en ontstaat er de noodzakelijke differentiatie in het hulpaanbod. Zonder een doelgroepenbeleid te voeren (immers, niet elke oudere is behoeftig en niet elke gehandicapte migrant zit in een sociaal isolement) kan op die manier wel specifieke hulp en ondersteuning worden geboden aan groepen. Het is nog steeds niet vanzelfsprekend dat bij (woning)bouwprojecten en inrichting van de openbare ruimte rekening wordt gehouden met toegankelijkheid voor mensen met een beperking.
20
GroenLinks wil dat hier structureel aandacht voor komt, “Agenda 22” moet standaard worden toegepast. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 110 Bij de compensatieplicht wordt een doelgroepenbeleid gehanteerd, dat tot doel heeft zo veel mogelijk tegemoet te komen aan de verschillende behoeften binnen de doelgroep (maatwerk). 111 Amsterdam-Zuid zorgt vervoor dat bij (woning)bouwprojecten en inrichting van de openbare ruimte in de planfase al rekening wordt gehouden met de toegankelijkheid voor mensen met een beperking volgens de “Agenda 22”.
Maatschappelijke opvang In een grote stad als Amsterdam zijn er mensen die aan de zelfkant van de samenleving zijn komen te staan. Amsterdam heeft zich tot doel gesteld dak- en thuislozen van de straat te halen en woonruimte en een nieuw perspectief te bieden. Beter gesitueerde stadsdelen zoals stadsdeel Zuid kunnen en moeten daarin een groot deel voor hun rekening nemen. De plannen voor het oude stadsdeelkantoor van stadsdeel Zuideramstel aan de Kennedylaan voor de grootschalige opvang en begeleiding bij zelfstandig wonen en werken van dak- en thuislozen wordt van harte ondersteund. Bovendien moet gekeken worden of de bestaande opvang kwalitatief verbeterd kan worden, waarbij de overlast voor de buurt zoveel mogelijk beperkt wordt en er uitwisseling en integratie van bewoners kan worden bevorderd. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 112 Stadsdeel Amsterdam-Zuid houdt zich aan de afspraken voor opvangvoorzieningen en woonruimte voor dak- en thuislozen. 113 Bewoners worden betrokken bij de totstandkoming van opvangvoorzieningen. 114 Cliënteninitiatieven op het gebied van wonen en welzijn worden gestimuleerd en gefaciliteerd.
Geen mens is illegaal Asielzoekers hebben een onzeker bestaan in ons land. Ze verblijven voor korte of langere tijd onder sobere omstandigheden in grote asielzoekerscentra of terugkeerlocaties. Ondanks plechtige beloftes vanuit Den Haag lukt het niet altijd om uitgeprocedeerde asielzoekers veilig te laten terugkeren naar hun herkomstland. Gemeenten krijgen dan te maken met illegale plaatsgenoten die, als ze niet kunnen terugvallen op alternatieve opvangvoorzieningen, op straat zwerven en soms slachtoffer worden van uitbuiting. Daarom vindt GroenLinks dat onze gemeente uitgeprocedeerden moet opvangen om te voorkomen dat ze als illegaal op straat belanden. Het stadsdeel staat dichterbij de bewoners en wil haar betrokkenheid ook uitdragen. Ongedocumenteerden zijn een hele diverse groep, zowel vanwege de redenen waarom zij in Amsterdam zijn gekomen als hun positie. GroenLinks vindt dat slachtoffers van vrouwenhandel en van huiselijk en seksueel geweld naast bescherming maar ook hulp krijgen bij het opbouwen van een nieuw leven. GroenLinks wil ook dat er meer erkenning komt voor de vele ongedocumenteerden die wonen en werken in Amsterdam. Velen van hen leveren een ontzettend nuttige bijdrage aan de maatschappij. Zo passen de „migrant domestic workers‟ op de kinderen, maken het huis schoon, kortom ze zorgen ervoor dat man en vrouw buitenshuis kunnen gaan werken. GroenLinks gaat zich inzetten voor erkenning van domestic workers. Amsterdam moet meer geld steken in noodopvang, hulpverlening, maar zich ook richten op een betere informatievoorziening. De Nederlandse les die wordt gegeven in de buurthuis van Amsterdam-Zuid moeten door blijven gaan. Ook moet er meer geld beschikbaar komen voor sociaal raadslieden die ook de ongedocumenteerden kunnen ondersteunen.
21
Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 115 Een betere voorlichting over rechten van ongedocumenteerde aan huisartsen, ziekenhuizen, scholen en welzijnsinstanties. 116 Voorlichting aan ongedocumenteerden via hulpinstanties, sociaal raadslieden en de inzet van de loketten Zorg en Samenleven. 117 Extra geld voor sociaal raadslieden.
B. Armoedeproblematiek De kloof tussen rijk en arm wordt steeds groter. GroenLinks vindt dat iedereen dezelfde kansen moet hebben en om dat te bereiken willen we extra ondersteuning bieden aan mensen die dat nodig hebben. Juist in een “rijk” stadsdeel als Amsterdam-Zuid voelen mensen die minder te besteden hebben hun armoede extra hard en schamen zich hier vaak voor. Er is mede daardoor veel verborgen armoede. In Amsterdam-Zuid leven relatief veel ouderen met alleen AOW of een klein aanvullend pensioen. Daarnaast zijn er bewoners, die (langdurig) moeten leven op bijstandsniveau, mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking en werkenden met een netto-inkomen net boven bijstandsniveau. Als gevolg van de kredietcrisis komen er ook steeds meer mensen met een in de financiële problemen, omdat ze hun baan verliezen. Armoede geeft het risico van sociale uitsluiting en vereenzaming. Iedereen kansen bieden om mee te doen betekent daarom ook een goed armoedebeleid. GroenLinks is voor ruimhartige inkomensondersteuning, zodat mensen met een minimumuitkering of werkende armen zich niet uigesloten hoeven te voelen en ook hun kinderen aan sport- en culturele activiteiten kunnen meedoen. We willen daarbij zoveel mogelijk preventief te werk gaan door goede voorlichting en ondersteuning, onder andere via de loketten Zorg en Samenleven, over inkomensondersteunende voorzieningen en regelingen. De loketten werken ook uitreachend door bijvoorbeeld de inzet van een mobiel loket en door huisbezoeken. Met woningcorporaties worden afspraken gemaakt over het snel (na 2 maanden) melden van huurachterstanden om ontruimingen te voorkomen. We gaan ook actief op zoek naar verborgen armoede, door bijvoorbeeld met energieteams thuis bij de mensen advies te geven over energiebesparing. Of door afspraken te maken met scholen en andere organisaties, zoals het opbouwwerk, die dicht bij de bewoners staan. Vooral voor kinderen en jongeren is het essentieel dat zij niet beperkt worden in hun ontwikkeling door armoede. Kinderen en jongeren uit minder draagkrachtige gezinnen krijgen daarom korting op buitenschoolse activiteiten in het kader van de Brede School en sportactiviteiten, zodat de kosten geen belemmering zijn om hieraan mee te doen. Voldoende, goede en snelle schuldhulpverlening is het sluitstuk van het armoedebeleid. GroenLinks wil de schuldhulpverlening verbeteren, zodat er minder uitval uit schuldhulpverleningstrajecten is. Uitgangspunt hierbij dient te zijn dat de „basis op orde is‟. Dat wil zeggen dat gewerkt wordt naar een stabiele uitgangspositie. Steeds meer mensen zijn afhankelijk van de voedselbank, een ontwikkeling dat GroenLinks Zuid grote zorgen baart. Zolang deze behoefte er is en niet anders opgelost kan worden, wordt de Voedselbank Zuid door het stadsdeel ondersteund. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 118 De gemeente gaat actief op zoek naar stille armoede en schuldenproblematiek en maakt een prioriteit van de schuldhulpverlening. Hierbij wordt samengewerkt met de formulierenbrigade. 119 Extra inzet, onder andere via de loketten Zorg en Samenleven, om bewoners goed voor te lichten over inkomensondersteunende voorzieningen en andere nuttige regelingen en voorzieningen voor mensen met een kleine beurs. 120 Met woningbouwcorporaties worden afspraken gemaakt om huurachterstanden na twee maanden te melden zodat ontruiming voorkomen wordt. 121 Kinderen en jongeren uit minder draagkrachtige gezinnen krijgen korting op buitenschoolse activiteiten in het kader van de Brede School en sport- en cultuurvoorzieningen, zodat de kosten geen belemmering zijn om hieraan mee te doen.
22
C. Jeugdbeleid: kiezen voor jongeren Amsterdam-Zuid moet een fijne plek zijn voor kinderen. Ze moeten zorgeloos kunnen opgroeien: in een goede sfeer thuis, met voldoende speel- en sportruimte in de buurt en mogelijkheden om mee te doen in allerlei verenigingen. We willen ze hiertoe alle ruimte geven, ze serieus nemen en steun bieden, maar ook grenzen stellen en onacceptabel gedrag corrigeren. Het aanbod van de reguliere voorzieningen in Amsterdam-Zuid waar kleine kinderen tot jongvolwassenen gebruik van maken moet worden versterkt. Kinderen mogen er op rekenen dat de professionals die ze tegenkomen in opvang, onderwijs en allerlei buitenschoolse activiteiten in staat zijn te signaleren dat een kind problemen heeft en extra aandacht nodig heeft. Gespecialiseerde deskundigheid moet dan gemakkelijk ingeroepen kunnen worden om de reguliere voorziening te versterken of ondersteuning te bieden in de eigen leefomgeving. Iedereen zit wel eens met vragen over opgroeien en opvoeding. Hulp vragen en hulp krijgen moeten vanzelfsprekender worden. Een Ouder Kind Centrum kan hier aan bijdragen, als jongeren en opvoeders voor informatie, voorlichting en hulp dichtbij huis terecht kunnen en het herkenbaar en gemakkelijk toegankelijk is . Onze samenleving is steeds meer geneigd om jongeren die op straat „hangen‟ als een probleem te zien. Wij beschouwen flaneergedrag van jongeren op straat als een normaal verschijnsel dat te maken heeft met hun behoefte om elkaar te ontmoeten. Jongeren horen die gelegenheid ook te hebben; de publieke ruimte is er immers voor iedereen. Soms gaat het hanggedrag echter gepaard met ernstige overlast voor de omgeving en onwettig gedrag. Dan is ruimte bieden niet langer gepast en ingrijpen nodig. Niet alleen om de veiligheid in de wijk te verbeteren, maar ook om jongeren te leren hoe ze zich in de publieke ruimte moeten gedragen en om een verder afglijden in criminaliteit te voorkomen. Jongeren weten zelf wel het best wat er leeft. Daarom moet de gemeente meer van hun deskundigheid gebruikmaken, hen uitdagen zich in te zetten voor de samenleving, de eigen buurt of projecten waar jongeren zelf baat bij hebben. We willen ze meer verantwoordelijkheid geven. Participatie kan zo een antwoord zijn op de klacht van jongeren „dat er niets te doen is in Zuid‟ en dat ze zich vervelen. Participatie is voor jongeren een middel om meer invloed uit te oefenen op hun omgeving en hun eigen leven. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 122 Meer investeren in talentontwikkeling voor jongeren. De stad gaat op zoek naar plekken waar jongeren op eigen wijze en in eigen organisatie hun talenten kunnen ontdekken. 123 De stad heeft een grotere invloed op de samenstelling van een breed pakket naschoolse activiteiten, dat voor alle inkomensgroepen betaalbaar is. 124 Jongeren betrekken bij het opstellen van jeugdbeleid en bij zaken waar de jongeren een belang bij hebben zoals bijvoorbeeld het gebruik van de openbare ruimte, waarbij slimmer gebruik wordt gemaakt van sociale media om jongeren te bereiken.‟ 125 GroenLinks wil een “Maatjesproject” met jongeren uit een ander sociaal milieu en een ander stadsdeel tot stand brengen.
Jeugdzorg GroenLinks wil niet dat iemand wordt buitengesloten van deelname aan de maatschappij of dreigt af te glijden naar een kansarme positie. Op dit moment zijn veel maatschappelijke instellingen verantwoordelijk voor het jeugdwelzijn en is de insteek op velerlei gebieden zoals schuldhulpverlening, scholing, werk en stagemogelijkheden en ontplooiing. GroenLinks wil afspraken maken met de maatschappelijke partners over meer stageplekken en leerwerktrajecten voor jongeren en initiatieven als Kamers met Kansen faciliteren. Oud Zuid heeft dit in de afgelopen periode verwoord in de Leidraad duurzaam inkopen. Besteding aan (sociale) duurzame werkgelegenheid is als voorwaarde opgenomen in de leidraad. Bedrijven kunnen hierbij zelf de invulling geven aan hoe zij dit opvatten. Zuideramstel is onlangs akkoord gegaan met „social return‟.
23
De instellingen hebben te kampen met een grote verantwoordingsplicht. Het lijkt erop dat de overheid haar regierol nog niet onder de knie heeft en te snel wil bijsturen. GroenLinks vindt het belangrijk dat de doelstelling van de zorg belangrijker wordt dan de bureaucratie. Zorg van een goede kwaliteit heeft de hoogste prioriteit. GroenLinks wil jongeren kennis laten maken met de maatschappij in brede zin, hen helpen te emanciperen doormiddel van werk en andere ontplooiingsmogelijkheden. Daar waar kinderen en jongeren zo zeer in de knel zitten, dat er voor ontwikkeling nog geen ruimte is vindt GroenLinks dat de intensieve hulp geboden moet worden en dus de Multi-probleem aanpak, als programma, gecontinueerd wordt. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 126 De pilot Gezinsinterventie Multiproblematische Gezinnen (Oud-Zuid) waarbij een (kwetsbare) huishouden met meerdere problemen één verantwoordelijke hulpverlener krijgt toegewezen, wordt uitgebreid. Deze zorgcoach helpt het leven weer op orde te brengen en regelt de samenwerking met bijvoorbeeld het maatschappelijke werk, de woningcoöperatie en de welzijnsinstelling. 127 Er worden afspraken gemaakt met maatschappelijke partners over stage- en leerwerktrajecten. De huidige „social return‟ en leidraad duurzaam aanbesteden worden hierbij als uitgangspunt genomen. 128 In Amsterdam-Zuid wordt geïnvesteerd in woonruimte voor jongeren die wegens omstandigheden niet meer thuis kunnen wonen, maar nog wel (minimale) begeleiding nodig hebben.
D. Onderwijs: centrum voor brede ontplooiing Onderwijs legt de fundamenten voor onze toekomst. Daarom is het belangrijk dat onderwijs àlle kinderen stimuleert om zich te ontwikkelen tot sociale, verantwoordelijke en zelfredzame burgers. We willen onderwijs dat voor iedereen, ongeacht herkomst, sekse of sociale achtergrond, optimale kansen biedt zich breed en maximaal te ontplooien. Voorschoolse educatie en kwalitatief hoogwaardige kinderopvang moeten kinderen een goede start geven. Tijdige signalering van gedrags- en leerproblemen kan voorkomen dat leerlingen onnodig achterop raken, spijbelen of geheel uitvallen en voortijdig de school verlaten. We willen dat alles op alles wordt gezet om te voorkomen dat jonge mensen in een spiraal van kansenarmoede terechtkomen. Veel scholen staan midden in de wijk. Er wordt niet alleen onderwijs gegeven, er is ook kinderopvang en er vinden allerlei naschoolse activiteiten voor jongeren en ouders plaats. Het onderwijs werkt hierbij samen met welzijns- en zorginstellingen, en steeds vaker ook met culturele- en sportverenigingen. Wij juichen deze brede school-ontwikkeling toe voor zowel basisscholen als voortgezet onderwijs, omdat dit bijdraagt aan de brede ontplooiing van kinderen. De Brede School kan zo uitgroeien tot een kinder- en jongerencentrum waar onderwijs (inclusief Voorschool), ondersteuning en vrije tijd samenkomen en waar de basisbehoeften van jeugdigen en hun opvoeders centraal staan. Het stadsdeel kan dit, net als bij de Brede school aan de Theophile de Bock straat, verder stimuleren door samenwerking en afstemming van allerlei instellingen te bevorderen en door schoolgebouwen hiervoor geschikt te maken (nieuwbouw/renovatie/vrijkomende schoollokalen). De gemeente is belast met de zorg voor het faciliteren van openbaar onderwijs. Een gevolg van artikel 23 in de Grondwet is dat in Nederland ouders een vrije schoolkeuze hebben: de mogelijkheid om die school en onderwijsvorm te kiezen die zij voor hun kinderen het meest geschikt vinden. Om iets te kunnen kiezen, vinden wij een pluriform onderwijsaanbod van belang: dat is niet alleen bijzonder onderwijs, ook openbaar onderwijs en een differentiatie in onderwijsvisie (zoals bijvoorbeeld regulier, Dalton, Montessori). De school is niet alleen een leerplek, maar ook een ontmoetingsplaats waar kinderen leren samenleven. Daarom vindt GroenLinks dat een school zoveel mogelijk een afspiegeling van de wijk moet zijn, waar de kwaliteit van het onderwijs voorop staat voor een gemengde gemeenschap van kinderen met een verschillende achtergrond.
24
Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 129 De Voorschool wordt uitgebreid en wordt toegankelijk voor alle kinderen. 130 Het stadsdeel stimuleert de vorming van brede scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs. 131 Initiatieven die het fenomeen witte/zwarte scholen doorbreken kunnen rekenen op ondersteuning.
E. Sport: Amsterdam-Zuid in beweging Sporten is leuk en biedt ontspanning voor jong en oud. Sporten heeft ook een aantal andere voordelen. Zo krijgen mensen er meer sociale contacten door, zeker als ze zich als vrijwilliger voor een vereniging inzetten. Bewegen is bovendien gezond. Sport is ook een belangrijk sociaal bindmiddel, de sporthal is vaak een plek om verschillende mensen te leren kennen maar sport biedt ook mogelijkheden voor bijvoorbeeld talentontwikkeling van jongeren en inburgering. GroenLinks wil een sportieve levensstijl bevorderen door iedereen de mogelijkheid te geven om te gaan sporten en sportdeelname te stimuleren van groepen die weinig aan sport doen. Het stadsdeel kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren, in nauwe samenwerking met de sportverenigingen, scholen en buurthuizen. Helaas zijn veel sportvoorzieningen lang niet voor iedereen toegankelijk omdat ze vaak (te) ver weg liggen. Er is zelfs een gebrek aan ruimte. Hierdoor hanteren nogal wat sportverenigingen wachtlijsten voor nieuwe (jeugd)leden. Daarnaast zijn er in Amsterdam-Zuid veel scholen die een tekort hebben aan passende gymruimte waardoor kinderen minder sporten en kilometers moeten fietsen om bij een gymzaal te komen. GroenLinks wil daarom dat er meer laagdrempelige sportvoorzieningen in woonbuurten worden gerealiseerd. Op, of liever onder, het Olympiaplein zou een gymzalencomplex gebouwd moeten worden voor de omliggende scholen en buurtbewoners. Steeds meer mensen sporten in de openbare ruimte en GroenLinks wil daarom dat er meer faciliteiten worden gerealiseerd zoals bijvoorbeeld wandel-, fiets-, jog- en skate-routes, voetbalbestendige grasvelden en jeu de boules-banen. Veel speelpleinen in Amsterdam-Zuid worden verwaarloosd en daarom niet veel gebruikt, het is daarom van belang om met bewoners het beheer van speelplekken te verbeteren zodat kinderen op een aangename en veilige plek kunnen spelen. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 132 Meer laagdrempelige sportvoorzieningen in de woonbuurten en een openbare ruimte die het sporten faciliteert. 133 Beter beheer van speelpleinen.
F. Verscheidenheid Amsterdam
als
kwaliteit
-
Kunst
en
Cultuur
in
Amsterdam is de culturele hoofdstad van Nederland. Amsterdam-Zuid met het Museumplein waaromheen vier van de meest toonaangevende kunstinstellingen liggen van de stad, het van Goghmuseum, het Stedelijk Museum, het Concertgebouw en het Rijksmuseum, is daarbij essentieel. Niettemin wil GroenLinks Zuid in tijden van crisis voorzichtig zijn bij het uitvoeren van grootschalige plannen bij de opknapbeurt van dit plein. Wij willen graag kleine verbeteringen van het plein vanwege de uitbreiding en verbouwing van twee van de musea, maar niet meer dan dat. Een vrijzinnig Amsterdam kenmerkt zich door een levendige kunstscene. Dat is niet alleen prettig voor de bewoners, het is ook goed voor de economie. Kunst maakt de stad aantrekkelijk voor jong talent, toeristen en de Amsterdammer zelf. Kunst staat nooit op zichzelf en heeft een inherente maatschappelijke waarde. De relatie tussen kunst en de samenleving is daarmee vanzelfsprekend. Daar waar kunstvormen overheidssteun nodig hebben is het aan experts uit het veld en democratisch gekozen vertegenwoordigers de financiering van kunst(en) af te wegen. De raad stelt kaders en controleert op bedrijfsvoering, de experts adviseren over de artistiek inhoudelijke vraagstukken. Het debat over de kunsten moet publiek gevoerd worden. De keuzes
25
om publiek geld toe te kennen aan instellingen dient ook publiek te worden verantwoord. Dankzij GroenLinks kent Amsterdam sinds kort een cultuurintendant die het debat over cultuur in de stad stimuleert en verschillende partijen en initiatieven met elkaar verbindt. GroenLinks wil dat deze ingeslagen weg wordt voorgezet. GroenLinks wil een beleid dat gericht is op het tonen van kunst in de openbare ruimte. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 134 Politieke en maatschappelijke prioriteiten op het gebied van kunst en cultuur worden kaderstellend door de deelraad vastgesteld. Kunstinstellingen worden betaald uit de kunstenplansystematiek. Het Amsterdamse Fonds voor de Kunst speelt daarnaast een belangrijke rol in het verlenen van subsidies voor individuele en niet-geörganiseerde initiatieven. 135 Instellingen die in de stadsdelen actief zijn worden expliciet opgenomen in de systematiek: een goede spreiding van de financiering is een belangrijk punt voor GroenLinks. 136 Het Museumplein slechts kleinschalig verbeteren zodat de looproutes tussen de musea beter worden. Voor de rest moet het succes van het plein zoals het nu is behouden blijven.
G. Veiligheid: preventie gaat voor repressie Iedereen, jong en oud, moet zich veilig voelen in Amsterdam-Zuid. De lokale overheid hoort zich merkbaar in te zetten voor een veilige woon- en leefomgeving. Om dat te bereiken moet er op verschillende fronten meer gebeuren. Met alleen meer politie en hogere straffen komen we er niet. GroenLinks verzet zich tegen een eenzijdige nadruk op repressie; we willen meer aandacht voor het voorkomen van ellende. Het bestrijden van criminaliteit begint met preventie en voorlichting. Het waarborgen van de veiligheid is weliswaar een primaire taak van de overheid, maar de gemeente kan het niet alleen af. De inzet van meerdere partijen is hierbij nodig. Door wijkbewoners daadwerkelijk invloed op hun omgeving te geven, door het aanstellen van wijkbeheerders, wijkagenten en buurtvaders, en door het stimuleren van bedrijvigheid wordt de veiligheid in een wijk groter. Hiervoor moeten goede afspraken worden gemaakt met woningcorporaties, politie, welzijnsorganisatie, middenstand en bewoners. GroenLinks is tevreden met de successen die er dankzij ons geboekt zijn in de Diamantbuurt. Camera‟s zijn vervangen door mensen. Mensen houden toezicht op probleemveroorzakers. Buurtteams en gezinscoaches maar ook het stimuleren en begeleiden tot werk en opleiding zijn veel effectiever dan het inzetten van camera‟s of preventief fouilleren. De controlerende maatregelen, als cameratoezicht en preventief fouilleren, tasten de burgerlijke vrijheden en de privacy aan. Onder het mom, „je heb toch niets te verbergen‟, zijn er in Amsterdam-Zuid in bepaalde gebieden dag en nacht camera‟s op je gericht. GroenLinks is beducht voor deze geleidelijke aantasting van de rechtstaat. Het fundament van de rechtsstaat is dat de overheid een geweldsmonopolie heeft. Deze dient de overheid te gebruiken om het recht te handhaven. Repressie mag pas worden uitgeoefend op het moment dat er een gerichte verdenking bestaat. GroenLinks is tegen maatregelen die indruisen tegen het recht van iedereen om zich vrij te bewegen in de publieke ruimte, zoals preventief fouilleren, het ophangen van camera‟s en mosquito‟s. Sommige handhavingsinstrumenten kunnen als discriminatoir ervaren worden, zoals bijvoorbeeld samenscholingsverboden, identificatieplicht en gebiedsontzeggingen. GroenLinks waakt hiertegen. Om te zorgen dat iedereen kan participeren is een actief anti-discriminatiebeleid onontbeerlijk. GroenLinks vindt dat de politie daar aandacht aan moet besteden. In een diverse samenleving is dit noodzakelijk. Wat betreft soft drugs is GroenLinks voor gereguleerde en gecontroleerde verkoop. Soft on soft drugs, hard on hard drugs!
26
Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 137 GroenLinks wil maatregelen die werken. Preventief en repressief beleid moet op elkaar worden afgestemd. Er moeten mogelijkheden zijn om agressief en crimineel gedrag te straffen, echter er moeten ook kansen geboden worden door begeleiding naar werk of onderwijs. 138 Preventief fouilleren wordt niet ingevoerd in Zuid. 139 In plaats van camera‟s in te zetten, worden er mensen (agenten of buurtveiligheidteam) ingezet om overlast en criminaliteit tegen te gaan.
Huiselijk Geweld Door alle nadruk op veiligheid op straat wordt wel eens vergeten dat huiselijk geweld het grootste veiligheidsprobleem is. Huiselijk geweld is geweld in de privésfeer. Dit voor de buitenwereld verborgen geweld maakt de meeste slachtoffers en verdient het dan ook om met prioriteit te worden aangepakt. Het komt voor in alle sociaal economische klassen en binnen alle culturen in de Nederlandse samenleving en is dus te vinden zowel op de Churchilllaan als in de Diamantbuurt. Het gaat om geweld in hetero- en homorelaties, kindermishandeling, mishandeling van ouders door hun kinderen, ouderenmishandeling, eergerelateerd geweld en het aanzetten tot (jeugd)prostitutie. Deze verschillende vormen van geweld hebben verschillende achtergronden, en vereisen ook een eigen aanpak. Om huiselijk geweld krachtig en effectief te bestrijden is het van belang dat het stadsdeel een eigen aanpak huiselijk geweld heeft. Dit naast een efficiënte samenwerking met de centrale stad en met het Steunpunt Huiselijk Geweld Zuid. Het stadsdeel moet ervoor zorgen dat iedereen weet waar advies en hulp te vinden is. Dit geldt voor slachtoffers, plegers en omstanders. Het stadsdeel zorgt voor een goede samenwerking tussen professionals, die met de aanpak van geweld in de privésfeer betrokken zijn, en de verschillende lokale voorzieningen en organisaties. Daarnaast moet het stadsdeel ervoor zorgen dat er voldoende deskundigheid is bij professionals in het stadsdeel is om de verschillende vormen van geweld te signaleren en op basis van de signalen kunnen handelen. Voorzieningen voor plegers en slachtoffers moeten voor iedereen toegankelijk zijn, dus ook voor mensen met een onzekere of geen verblijfsvergunning. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 140 Samenwerking met en waar nodig extra ondersteuning van een Steunpunt Huiselijk Geweld in Zuid, waar bewoners terecht kunnen voor laagdrempelige hulp en advies, dat zorgt voor de voorlichting en dat een centrale rol speelt in het opbouwen en onderhouden van een netwerk van relevante organisaties en hulpverleners in het stadsdeel. 141 Een duidelijke taakverdeling tussen centrale stad en het stadsdeel. Het stadsdeel moet onder meer verantwoordelijk zijn voor het aansturen van de uitvoering van de taken van de lokale Steunpunt Huiselijk Geweld. 142 Het verder ontwikkelen en uitvoeren van een structureel (preventie)beleid gericht op het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld in Zuid, gericht op verschillende doelgroepen. 143 Bij de preventie- en voorlichtingsactiviteiten moeten diverse lokale organisaties en intermediairs betrokken zijn: onderwijs, Ouder-Kind Centra, media, kerken, sportverenigingen, theaters, vrijwilligersorganisaties, migrantenorganisaties, jongerenclubs, buurtverenigingen, enzovoorts.
27
Hoofdstuk 3: Wij willen een open stadsdeel A. Open en pluriform GroenLinks staat voor een open, pluriforme samenleving, waarin iedereen een zo groot mogelijke vrijheid heeft om te participeren en zich te ontplooien zonder discriminatie, racisme, seksisme of andere vormen van onderdrukking. Het emancipatieproces is nog lang niet voltooid. Volgens de wet heeft iedereen gelijke rechten, maar in de praktijk is er nog vaak sprake van achterstelling en discriminatie op basis van iemands sekse, seksuele gerichtheid, leeftijd, handicap of etniciteit. Veel mensen ondervinden nog de knellende banden van religieuze of hechte culturele gemeenschappen die hen belemmeren om op hun eigen wijze te participeren in de samenleving. Anderen worden belemmerd door armoede en sociale achterstand. GroenLinks vindt dat vrijheid geen schaars goed mag zijn voor geprivilegieerde mensen en beschouwt het bestrijden van deze belemmeringen als een prioriteit. Daarom zetten wij ons in voor de gelijkwaardigheid van mensen, zodat zij de kans krijgen om te emanciperen. Bij gelijke rechten en kansen hoort ook de plicht om de vrijheid van anderen te respecteren. Iedereen heeft de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst. Wij schrijven geen leefstijlen voor. In onze diverse samenleving staat GroenLinks voor een ideaal van moderne gemeenschapszin. Dat betekent dat we ons verantwoordelijk voelen voor onze leefomgeving en dat we er ons bewust van zijn dat andere mensen er andere leefstijlen op na kunnen houden dan wijzelf. Gemeenschapszin betekent de acceptatie van verschil en het besef dat we samenleven met mensen die allemaal verschillende leefstijlen, achtergronden en opvattingen hebben. Dat biedt verbreding en verdieping van culturele kennis, nieuwe inzichten en betrokkenheid bij maatschappelijke problemen. Het biedt ook mogelijkheden voor mensen om, zonder vervreemding, polarisatie en vrees, met elkaar in debat te gaan over allerlei onvermijdelijke tegenstellingen.
B. Diversiteit en emancipatie: verschil mag er zijn, uitsluiting niet GroenLinks vindt dat de overheid emancipatie moet stimuleren door ervoor te zorgen dat het beleid voor álle burgers werkt. Daarom dient de gemeente in al haar beleid rekening te houden met verschillen tussen mensen, bijvoorbeeld in sekse, seksuele voorkeur, cultuur, etniciteit, leeftijd, handicap en sociaal-economische situatie zonder daarbij te stigmatiseren en daarbij mensen in hokjes te stoppen. Door dit diversiteitsbeleid wordt de gemeentelijke dienstverlening meer op maat gesneden en daarmee kwalitatief beter. Er moet rekening worden gehouden met diversiteit om gelijke kansen voor verschillende groepen te bevorderen en discriminatie, sociale ongelijkheid en uitsluiting tegen te gaan. Kortom, het gaat om gelijke behandeling. Daarom stimuleert Amsterdam dat maatschappelijke organisaties (bedrijven, instellingen en verenigingen) werk maken van diversiteit en treedt ze actief op tegen intolerantie en discriminatie. Zelforganisaties en belangenorganisaties van kwetsbare groepen moeten worden ondersteund. Ook jongeren mogen niet de dupe worden van discriminatie bij het vinden van een stageplek. De gemeente roept het lokale bedrijfsleven op stageplekken aan te bieden en bemiddelt zo nodig tussen de scholen en het bedrijfsleven. Voor GroenLinks gaat emancipatie over empowerment. Over mensen de instrumenten geven om zelf hun situatie te beïnvloeden. Over mensen in staat stellen te participeren. Participatie leidt tot meer vertrouwen in de Nederlandse samenleving, meer politieke participatie en het meer aanvaarden van algemeen gedragen normen. Zelforganisaties en maatschappelijke organisaties zijn belangrijke bondgenoten in het emancipatie en participatieproces. Dit geldt in hoge mate voor vrouwenorganisaties. Vrouwen uit minderheidsgroepen moeten immers hun sociaaleconomische achterstand én de barrières van een vreemde taal en cultuur overwinnen én hebben vaak ook te kampen met onderdrukking en discriminatie in eigen kring. Veel Turkse en Marokkaanse vrouwen ondervinden problemen ten gevolge van het familierecht uit hun herkomstland. Emancipatieprocessen kennen verschillende snelheden. Empowerment betekent voor GroenLinks dat mensen in staat worden gesteld zelf keuzes te maken. Het emancipatieproces van vrouwen heeft een behoorlijke ontwikkeling doorgemaakt maar loopt nog
28
vast bij „vrouwen aan de top‟. Deze functies zijn nog te vaak ingericht volgens het model mannelijke kostwinnaar met huisvrouw, een ouderwets en achterhaald patroon dat doorbroken moet worden. Bij de eerste en tweede generatie migrantenvrouwen valt ook nog een slag te maken. GroenLinks wil dé emancipatiepartij van Nederland zijn. GroenLinks stelt rolpatronen en verwachtingen die er zijn op basis van iemands sekse, seksuele gerichtheid, leeftijd, handicap of etniciteit voortdurend ter discussie en zet zich in voor het daadwerkelijk doorbreken van glazen muren en plafonds. Daarom willen we dat de gemeente een integraal emancipatiebeleid voert: steeds zal moeten worden nagegaan hoe het beleid voor verschillende groepen uitpakt, en of er aanvullende maatregelen nodig zijn om iedereen optimaal te laten profiteren. Het is niet voldoende iedereen op papier gelijke rechten en kansen te bieden. De gemeente moet een actief emancipatiebeleid voeren, achterstellingen en discriminatie bestrijden, en zo nodig bestaande achterstanden met harde maatregelen wegwerken. De gemeentelijke organisatie moet op alle niveaus een afspiegeling van de samenleving zijn. Streefcijfers voor vrouwen, Wajongers en allochtonen moeten worden ingesteld. Juist voor topfuncties binnen het ambtelijk apparaat moeten quota- afspraken worden gemaakt om diversiteit af te dwingen. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 144 Diversiteit wordt onderdeel van álle beleid: divers waar het kan, specifiek waar nodig. De aandacht voor diversiteit mag zich niet beperken tot etniciteit of de positie van migrantenvrouwen; het mag zich ook niet beperken tot werk en inkomen, maar moet zich richten op de verschillende aspecten van leven en samenleving. 145 Bij het ontwikkelen, vaststellen, uitvoeren en aanpassen van het beleid krijgen de verschillende groepen altijd een actieve rol. 146 Om het effect van het beleid te meten voert het stadsdeel regelmatig een emancipatie-effectrapportage uit op bestaand of voorgenomen beleid. Jaarlijks wordt minimaal één beleidstoets op een beleidsdossier uitgevoerd, waarbij over de jaren heen een spreiding over de sectoren plaatsvindt. 147 Het stadsdeel zorgt voor een trouwformulier dat is aangepast aan de mogelijkheid van een huwelijk van partners van gelijk geslacht. Alle ambtenaren van de burgerlijke stand moeten bereid zijn om een huwelijk van partners van gelijk geslacht te voltrekken. 148 Het stadsdeel stimuleert mensen om zichzelf te organiseren en daardoor zichzelf en elkaar sterker te maken.
C. Een democratisch stadsdeel GroenLinks staat voor een democratie die verder gaat dan het stemhokje. Een democratie waarin mensen worden aangemoedigd om zich verantwoordelijk te voelen voor de inrichting van de eigen samenleving. Burgerzin en gemeenschapszin ontstaan als mensen de kans krijgen om te participeren. Daarom willen we ook dat het stadsdeel haar inwoners waar mogelijk betrekt bij het beleid en burgers meer zeggenschap geeft over de inrichting van hun wijk; de verantwoordelijkheid voor de besluitvorming ligt echter bij de politiek. De overheid is van ons allemaal. Zij is geen machine die draait wat wij als individuen vragen, geen „roept u maar‟-democratie. GroenLinks wil een overheid die borg staat voor het publieke belang en de rechten van minderheden beschermt. Dat betekent dat de overheid de eindverantwoordelijkheid moet hebben voor de toegankelijkheid, de betaalbaarheid en de kwaliteit van belangrijke algemene voorzieningen, zoals zorg, nutsbedrijven, volkshuisvesting en openbaar vervoer. Concurrentie en private initiatieven op deze terreinen zijn wenselijk om de publieke sector kostenbewust en klantgericht te laten werken, maar privatisering en verzelfstandiging mogen geen doel op zich zijn. In ons ideaal staan betrokken burgers, ondernemers en een verantwoordelijke overheid samen garant voor een democratische en duurzame ontwikkeling van particuliere welvaart en publieke dienstverlening. GroenLinks zet zich in de stadsdeelpolitiek in voor haar idealen. Daarin krijgen we nooit precies wat we willen, omdat we altijd rekening moeten houden met de opvattingen en belangen van
29
anderen. We zoeken naar compromissen om samen een stap verder te komen. Voorop staat dat het lokale bestuur toegankelijk en transparant is en met open vizier verantwoording durft af te leggen.
De stadsdeelorganisatie en de fusie: een nieuw Zuid Het nieuwe stadsdeel Zuid is een groot stadsdeel met nu al 135.000 inwoners. GroenLinks is van harte voorstander van die fusie: het levert sterkere stadsdelen op, met meer mogelijkheden en bevoegdheden om het verschil te maken voor burgers. Tegelijk betekent die grotere schaal dat de overheid op een andere manier burgers moet betrekken bij de besluitvorming: de gekozen raadsleden komen immers wat meer op afstand te staan. Het nieuwe stadsdeel Zuid moet zich daarom organiseren rondom buurtgericht werken: plannen maken mét bewoners en ondernemers uit een buurt vanuit een gezamenlijk gevormd idee over wat goede ontwikkelingen zijn. Het stadsdeel –het bestuur en de organisatie– moet dus nog veel meer dan voorheen in interactie met betrokkenen vormgeven aan beleid, herinrichtingsplannen en bouwprojecten. De wijkopbouwcentra en de buurtcentra vervullen daarbij een belangrijke rol in het ondersteunen van groepen bewoners om zich te organiseren. Zo helpen ze ook om de burger en de politiek dichter bij elkaar te brengen. GroenLinks vindt wel dat deze wijkopbouwcentra een veel bredere en diverse groep stadsdeelbewoners moet kunnen aanspreken dan ze nu doen. De fusie moet daarnaast bijdragen aan een verbetering van de dienstverlening. GroenLinks is voor één goed georganiseerde fysieke plek voor paspoorten, vergunningen en dergelijke, met een goed aanbod voor mensen die daar minder makkelijk komen, en daarnaast een uitstekende digitale dienstverlening zodat je de meeste zaken al vanuit je huis kunt uitzoeken en regelen. Het stedelijke call-center Antwoord (14020) werkt nu nog onder de maat, maar moet in 2011 op zijn minst aan dezelfde kwaliteit voldoen als de huidige bereikbaarheid en het huidige service-niveau van het oude Stadsdeel Oud-Zuid. Wat wil GroenLinks in Amsterdam-Zuid in de periode 2010-2014? 149 De fusie van de stadsdelen ZuiderAmstel en Oud-Zuid grijpen we aan om een stadsdeelorganisatie vorm te geven die efficiënt werkt maar open staat voor wensen van bewoners en ondernemers. Bureaucratie wordt bestreden. 150 Stadsdeel Zuid versterkt de mogelijkheden van inspraak en participatie van bewoners en ondernemers in het stadsdeel, door structureel buurtgericht te werken. De nieuwe organisatie wordt daarop ingericht. De deelraad stuurt op hoofdlijnen, en controleert systematisch of het bestuur en de organisatie daadwerkelijk invulling geeft aan deze buurtgerichte werkwijze. 151 De dienstverlening van Stadsdeel Zuid is goed, toegankelijk en zowel digitaal als fysiek van hoge kwaliteit. Voor mensen die minder makkelijk zelfstandig op het stadsdeelkantoor kunnen komen, wordt een goed alternatief geboden (bijvoorbeeld met busjes op afroep). 152 Dienstverlening per telefoon en internet moet op een hoog niveau zijn, ook en juist nu we moeten werken via het stedelijke call-center Antwoord. Dat call-center moet veel beter gaan functioneren dan nu. 153 Het stadsdeel licht haar eigen beleid periodiek en kritisch door op doeltreffendheid én het daadwerkelijke maatschappelijke effect (Onderzoeken artikel 213a Gemeentewet). Daarnaast sluit Stadsdeel Zuid zich volledig aan bij de Rekenkamer Stadsdelen Amsterdam. 154 Kritische en mondige burgers zijn vitaal voor het stadsdeel. De wijkopbouwcentra vervullen een belangrijke rol in het ondersteunen van bewoners die zich willen organiseren, en worden daartoe ondersteund. De wijkopbouwcentra worden wel aangezet tot een verbreding van de groepen bewoners die ze ondersteunen. 155 Als in de stad wordt nagedacht over de verdeling van middelen, dan laten wij ons in stadsdeel Zuid niet alleen door eigen belang leiden, maar door solidariteit met stadsdelen met groter maatschappelijke problemen. 156 Het stadsdeel betracht zo veel mogelijk openheid over contacten en afspraken met private partijen. Dit betekent, onder andere, een heldere verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen Centrale Stad, het stadsdeel en (private) partijen met betrekking tot de ontwikkeling van de Zuidas.
30