Verkenning (tijdelijke) inzet extra opvang vluchtelingen 1. Inleiding In de media hebben staatssecretaris Dijkhoff en bestuursvoorzitter Bakker van het COA gemeenten opgeroepen om op korte termijn opvangplekken voor vluchtelingen beschikbaar te stellen. Op 8 september heeft de raad, bij motie ‘Vreemd-aan-de-orde nr. I, het college verzocht te verkennen welke concrete bijdrage de gemeente Wierden (tijdelijk) kan leveren aan de extra opvang van vluchtelingen. De raad geeft daarmee uiting aan een gevoel om een extra bijdrage te willen leveren aan de grote, acute vraag naar opvang, die het gevolg is van de stijgende vluchtelingenstroom uit Syrië (en de regio). Ook wil de raad dat we als gemeente adequaat kunnen reageren op een mogelijk verzoek van het COA in deze. Verkenning Het college heeft een verkennend locatieonderzoek uit laten voeren, waarbij gesproken is met het COA (verkennend) en met stichting Vluchtelingenwerk Wierden. Daarnaast is afgestemd met de omliggende gemeentes Twenterand, Rijssen-Holten en Hellendoorn (zie punt 6). Deze informatienota bevat de uitkomst van de verkenning en gaat in op de volgende zaken: 1. Welke vormen van opvang vraagt het COA? 2. Welke locaties voorzien (mogelijk) in deze vraag van het COA? 3. Maatschappelijke impact 4. Overwegingen en voorlopige conclusie 5. Vervolg 2. Vormen van (tijdelijke) opvang Het COA heeft aan de volgende vormen van opvang behoefte (bron: website COA) 1. Noodopvang Hallen en locaties voor paviljoens voor de duur van zes tot twaalf maanden met een opvangcapaciteit voor ca. 300 á 600 bewoners. Bij voorkeur liggen deze locaties in de directe nabijheid van een mogelijk tijdelijke of reguliere opvanglocatie. 2. Tijdelijke opvang Recreatieparken, migrantenhuisvesting of vergelijkbare accommodaties, waarvan de exploitatie deels door de verhurende eigenaar wordt gevoerd. Dit voor de duur van één tot twee jaar met een opvangcapaciteit van 300 tot 800+ bewoners. 3. Reguliere opvang Een asielzoekerscentrum dat door het COA wordt geëxploiteerd voor een termijn vanaf twee jaar met een opvangcapaciteit van 600 tot 1500+ personen. Bij deze termijnen kan het COA investeren en is een financieel verantwoorde exploitatie mogelijk. Pagina 1 van 5
*Z00953BB850*
NOTA-15-07800
Uit het verkennend overleg met het COA blijkt dat er van de drie genoemde vormen van opvang concreet behoefte is aan de eerste (noodopvang) en de derde vorm van opvang (reguliere opvang). Dit betekent dat het COA voor noodopvang op zoek is naar leegstaand vastgoed, zoals leegstaande kantoorpanden of kazernes. Voor de reguliere opvang – een extra asielzoekerscentrum – is het COA op zoek naar locaties van circa vijf hectare; het aantal te huisvesten asielzoekers bedraagt (exploitatie-technisch) minimaal 600 asielzoekers. Overige vormen van opvang (geen onderdeel van deze verkenning) Voor de acute, korte opvang van maximaal enkele dagen van asielzoekers (crisisopvang) ligt de coördinatie bij de Veiligheidsregio Twente. Deze vorm van opvang, bijvoorbeeld door het plaatsen van veldbedden in een sporthal, laten wij hier verder buiten beschouwing. Dit betekent niet dat wij uitsluiten dat crisisopvang aan de orde kan zijn in de gemeente Wierden. De gemeente Wierden is via de veiligheidsregio zowel bestuurlijk als ambtelijk al betrokken geweest bij de 2-daagse opvang onlangs in Hellendoorn en de crisisnoodopvang in Oldenzaal. De regeling ‘zelfzorgarrangement gemeenten’ die de VNG onlangs onder de aandacht heeft gebracht van gemeenten, laten wij in deze verkenning buiten beschouwing. Deze regeling voorziet in het bieden van tijdelijk onderdak aan statushouders die nog niet zijn uitgeplaatst naar de gemeente die hen moet huisvesten of het versneld uitplaatsen van statushouders die de gemeente zelf huisvest in het kader van de (halfjaarlijkse) taakstelling. Het is weliswaar een vorm van opvang van vluchtelingen, maar niet waarover het COA in het verkennend gesprek heeft gezegd het meest behoefte te hebben. 3. Mogelijke locaties opvang asielzoekers in de gemeente Wierden 3.1 Noodopvang: leegstaand of vrijkomend vastgoed Binnen de gemeente is het leegstaand of mogelijk vrijkomend vastgoed zeer beperkt. Slechts enkele panden zouden geschikt (te maken) zijn. De grootte van dit vastgoed biedt niet de ruimte voor het aantal te huisvesten asielzoekers die het COA wenst; het gaat gemiddeld om 25 tot 50 plaatsen, waar het COA vraagt om een accommodatie waar tenminste 300 mensen kunnen worden gehuisvest. Daar komt nog bij dat een deel van het vrijkomende vastgoed geen eigendom is van de gemeente Wierden. Conclusie: er zijn in de gemeente Wierden geen geschikte locaties voor noodopvang van zes tot twaalf maanden in leegstaand of vrijkomend vastgoed: de panden zijn te klein, afgezet tegen de vraag van het COA. 3.2 Locaties voor reguliere opvang Een verkenning van mogelijke locaties voor reguliere opvang leidt tot een ‘longlist’ van acht potentiële locaties. Deze locaties zijn in omvang veelal kleiner dan de gevraagde vijf hectare. Ook is er sprake van gedeeld eigendom: deels gemeente, deels particulier. Er is slechts één Pagina 2 van 5
locatie in eigendom bij de gemeente die voldoet aan de gevraagde vijf hectare. Voor de overige locaties geldt dat de realisatie van een reguliere opvanglocatie alleen mogelijk is met medewerking van de grondeigenaar en/of als het COA bereid is een kleinere faciliteit te realiseren. Conclusie: Reguliere opvang van vluchtelingen in de gemeente Wierden is ruimtelijk gezien mogelijk. 3.3 Randvoorwaarden (bij zowel vastgoed als locaties) Om bebouwing op een van de locaties mogelijk te maken, kan het college gebruik moeten maken van haar bevoegdheid om op grond van artikel 2.23 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) een omgevingsvergunning te verlenen. Deze procedure kent een termijn van acht weken (éénmalig te verlengen met zes weken) om een vergunning af te geven. Tegen de afgegeven vergunning bestaat de mogelijkheid van bezwaar. Bij het geschikt maken van bestaand of vrijkomend vastgoed voor opvang geldt een vergelijkbare procedure. Tot slot zal er bij een vervolg aandacht moeten zijn voor milieuaspecten, zoals bijvoorbeeld milieucirkels. 4. Maatschappelijke impact De komst van een voorziening voor de opvang van vluchtelingen, heeft een sterke maatschappelijke impact. In de eerste plaats is er de reactie van de inwoners (draagvlak), soms positief, soms ook negatief. Het is belangrijk dat we ‘iets doen’, maar komt het dicht bij huis, dan kan er maatschappelijke onrust ontstaan over bijvoorbeeld veiligheid, criminaliteit en zelfs de waarde van de eigen woning. In positieve zin zien we ook dat veel mensen zich willen inzetten als vrijwilliger, via de buurt- of sportvereniging, via het Rode Kruis of op persoonlijke titel. De komst van een grote groep vluchtelingen heeft ook gevolgen voor allerhande maatschappelijke organisaties. Om te beginnen de scholen, waar kinderen van asielzoekers naartoe gaan voor onderwijs. In de regel gaat het om tien tot vijftien procent van de asielzoekers die leerplichtig is. Krijgen zij een status, dan moeten zij binnen drie dagen onderwijs krijgen. In het eerste jaar is dit onderwijs geconcentreerd in Almelo (schakelklas), daarna dienen kinderen te worden opgenomen in de reguliere (lokale) scholen. De asielzoekers hebben ook behoefte aan zorg, om te beginnen door de huisarts. Als het COA een reguliere opvang realiseert, contracteert zij huisartsen en regelt telefonische bereikbaarheid van de arts. Ook andere vormen van zorg zullen nodig zijn, denk aan de GGD (preventie, vaccinatie), jeugdzorg en het maatschappelijk werk. Als ook een beroep op medicatie (apotheek). Tot slot noemen wij hier de openbare orde en veiligheid. Binnen het AZC gelden de huisregels van het COA, daarbuiten de regels die gelden voor iedereen die in Nederland verblijft (handhaving door de politie). Voor een asielzoeker geldt dat bij ernstige misdragingen het gevolg kan zijn dat zijn asielprocedure wordt stopgezet en hij moet Pagina 3 van 5
terugkeren naar het land van herkomst. Bij het daadwerkelijk realiseren van een locatie zullen de relevante (maatschappelijke) organisaties worden betrokken bijvoorbeeld in een projectorganisatie of regiegroep. De omvang van de stroom vluchtelingen roept (landelijk) de vraag op of gemeenten zijn opgewassen tegen de opgave en taken waarvoor zij komt te staan. Een toenemend beroep op voorzieningen staat haaks op de bezuinigingen die op tal van budgetten zijn doorgevoerd. In wetgeving rond inburgering en bijstandsverlening is sprake van een steeds grotere eigen verantwoordelijkheid van de burger; het is de vraag of dit uitgangspunt voor deze groep leidt tot een succesvolle aanpak. Het creëren van draagvlak onder inwoners vraagt een forse inzet, waarbij de publieke opinie onder sterke invloed staat van beelden in de media en social media. 5. Overwegingen Tijdelijk, korte duur, of meer structureel een bijdrage aan oplossing van dit maatschappelijk probleem? (Hoe ontwikkelt zich de landelijke instroom en vertaalt zich deze op middellange termijn naar de taakstelling ‘huisvesting statushouders’?). Draagvlak bewoners in relatie tot omvang aantal asielzoekers in de gemeente (wat past bij schaal gemeente Wierden; denk ook aan beroep op voorzieningen zoals huisarts, scholen, etc.). Stichting Vluchtelingenwerk geeft aan: 200-250. Locatie/ positionering bij een voorziening reguliere opvang: niet ‘midden in de woonwijk’, maar ook niet ‘te ver buitenaf’. Denk aan looproutes naar het centrum, de aanwezigheid van openbaar vervoer, vervoer van kinderen naar scholen of opvang, bereikbaarheid van overige voorzieningen. Ruimtelijke/ landschappelijke inpassing en milieutechnische aspecten. Als het COA reguliere opvang (een azc) realiseert, is deze voorziening in beginsel volledig gefaciliteerd en gefinancierd door het COA. Het gaat dan om de accommodatie zelf (realisatie, onderhoud) maar ook de bemensing (medisch, ordehandhaving, etc.). De ondergrens die het COA als uitgangspunt hanteert bedraagt 600 asielzoekers, in een aantal praktijkgevallen zien we ook lagere aantallen; het is de vraag in hoeverre het COA ruimte heeft om, bij een (verder) geschikte locatie, kleinere aantallen (dan 600) te huisvesten en faciliteren. In WT4-verband heeft overleg tussen de burgemeesters plaatsgehad waaruit de wens naar voren is gekomen om gezamenlijk het gesprek met het COA aan te gaan over een bijdrage in het vraagstuk van vluchtelingenopvang.
Pagina 4 van 5
Conclusie Alles overwegende is, op basis van de vraag van het COA eind september, reguliere opvang van vluchtelingen in de gemeente Wierden mogelijk. Wel is het van groot belang om bij de (mogelijke) realisatie van een reguliere opvanglocatie van vluchtelingen rekening te houden met de maatschappelijke impact. 6. Afstemming WT-4 gemeenten Parallel aan de verkenning van mogelijkheden die Wierden kan bieden in relatie tot de vraag van het COA, heeft afstemming plaatsgevonden met de gemeenten Twenterand, RijssenHolten en Hellendoorn. Aanvankelijk is gesproken over een voorstel richting het COA voor een ‘satellietmodel’ voor reguliere opvangcapaciteit (vier maal een kleinere locatie van 150 tot 200 personen). Voorlopig is het echter niet aannemelijk dat het COA op dit verzoek zal ingaan, tenzij bijvoorbeeld een aanmerkelijk deel van de kosten door gemeenten zelf gedragen zal worden. We verkennen daarom op dit moment twee mogelijkheden: I. Samenwerking bij het aanbieden van crisisopvang (72-uursopvang) door een meer permanente locatie hiervoor aan te wijzen en hier de krachten te bundelen. II. In gesprek gaan met het COA over het versneld huisvesten van statushouders door het realiseren van semipermanente bebouwing. Daarmee wordt de druk op de AZC’s verlicht en realiseert de gemeente (versneld) de eigen taakstelling inzake de huisvesting van statushouders (het mes snijdt aan twee kanten). Op zeer korte termijn (november) wordt in deze lijn een voorstel aangeboden aan de colleges van de vier gemeenten. 7. Vervolg Wij schetsen hier tot slot een fasering voor het vervolg op deze verkenning:
Besluit gemeenteraad over vervolg op deze verkenning; o Concreet uitwerken van de meest geschikte locatie voor het realiseren van capaciteit voor reguliere opvang van vluchtelingen (een azc) in onze gemeente, in overleg met het COA en maatschappelijke organisaties. o De gemeente Wierden maakt, in samenwerking met de WT4- gemeenten en het COA, afspraken over het leveren van een bijdrage aan de versnelde opvang en huisvesting van statushouders. Het gaat met name om het versneld realiseren van de taakstelling huisvesting van statushouders.
Besluitvorming door de raad (go/no go concreet voorstel, lokaal of in WT4 verband)
Voorbereidingsfase realisatie (opstellen plan van aanpak, communicatie, etc.)
Realisatiefase (neerzetten accommodatie, inrichting, etc.).
Uitvoeringsfase (regie-/projectgroep vanuit gemeente, afstemming met COA).
Pagina 5 van 5