Verkennend onderzoek naar de economische potentie van opleidingen, ondernemerschap en werkgelegenheid binnen de Leidse erfgoedsector.
De Culturele Zaak, Utrecht, juli 2013.
1
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
Inhoud 1 Inleiding ................................................................................................................................................ 3 Achtergrond......................................................................................................................................... 3 Opdracht.............................................................................................................................................. 3 Onderzoek ........................................................................................................................................... 4 Definitie van de Leidse erfgoedsector ................................................................................................. 5 2. Analyse van het Leidse erfgoed-ecosysteem vanuit het oogpunt van economische potenties. ........ 6 Score succescriteria Leidse ecosysteem van erfgoedeconomie. ........................................................ 7 Analyse van het ecosysteem op basis van de toegekende score. ....................................................... 7 3. Conclusies .......................................................................................................................................... 11 4. De stad aan het woord ..................................................................................................................... 14 Bijlage 1 Colofon ................................................................................................................................ 16 Bijlage 2 Bronnen .............................................................................................................................. 17
2
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
1 Inleiding
Achtergrond In Leiden is een groot aantal commerciële bedrijven, onderzoeks-, onderwijs- en kennisinstellingen gevestigd dat zich op het gebied van erfgoed beweegt. Zo zorgen deze cultuurhistorische bedrijven en instellingen voor het aantrekken van studenten en bezoekers, voor meer kennis en meer werkgelegenheid. De stevige erfgoedambities van de stad, zoals de komende maanden vertaald in een nieuw erfgoedbeleid, zijn onder meer gestoeld op het feit dat cultureel erfgoed ontwikkelkracht heeft. Dit onderzoek verkent de mogelijkheden om die kracht van de Leidse erfgoedsector in de toekomst nog beter economisch te benutten. Aansluitend bij de stadsvisie ‘Leiden Stad van Ontdekkingen’ verkent dit onderzoek hoe bijzondere kwaliteiten van Leiden maximaal kunnen worden benut om daardoor een bijdrage aan welvaart en welzijn van Leiden te leveren. Hoe erfgoed als economische parel kan worden versterkt en hoe oude kennis en vaardigheden kunnen worden ingezet in actuele ontwikkelingen.
Opdracht Het onderzoek betreft een verkenning van de economische potentie en de vergroting en verzilvering daarvan, door een sterkere verwevenheid, van de Leidse erfgoedsector en de vraag wat de gemeente daar aan kan c.q. moet bijdragen. In het onderzoek is deze verwevenheid benoemd als het ‘erfgoed-ecosysteem’, een begrip dat samenhang en kruisbestuiving tussen verschillende erfgoeddisciplines impliceert, waardoor vernieuwing en werkgelegenheid gecreëerd wordt en dus de economie gestimuleerd wordt. Met een succesvol functionerend ecosysteem op het gebied van biowetenschappen heeft Leiden met het Leiden Bio Science Park veel ervaring; een analoge benadering van het erfgoed ligt dan ook voor de hand. De focus van het onderzoek ligt op versterking van opleidingen, werkgelegenheid en samenwerking op het gebied van hoogwaardige kennis en ambacht. De Culturele Zaak, in de persoon van Mirjam Blott in samenwerking met Floris de Gelder, voerde het onderzoek uit door middel van een startbijeenkomst, een aantal ronde tafelgesprekken, interviews en deskresearch in de periode april-juni 2013 en formuleerde op basis hiervan aanbevelingen voor de nieuwe Leidse erfgoednota. Het onderzoek heeft een voornamelijk kwalitatief karakter. Gebruikte kwantitatieve gegevens zijn aangeleverd door de opdrachtgever, de gemeente Leiden. De rapportage benoemt de vanuit economisch perspectief meest kansrijke ontwikkelrichtingen, koppelt die aan de belangrijkste spelers, geeft (waar mogelijk) een indicatie van best practices, mogelijkheden voor kruisbestuiving, de rol van de gemeente Leiden en de inzet van mogelijke beleidsinstrumenten.
3
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
Onderzoek De gemeente Leiden, opdrachtgever, gaf expliciet bij start van het onderzoek aan vooral het erfgoedveld het woord te willen geven. Directe, goede en substantiële input vanuit het Leidse erfgoedveld was daarom onontbeerlijk. Binnen zeer korte tijd, in een periode waarin in een interactief voortraject voor de nieuwe erfgoednota al een stevig beroep op hun inzet werd gedaan, was een groot aantal spelers binnen dat erfgoedveld bereid deel te nemen aan ofwel de startbijeenkomst, ofwel één van de drie ronde tafels, of stelde zij zich beschikbaar voor een interview. Deze inzet onderstreept naar ons idee de inzet, betrokkenheid en de ambities binnen het Leidse erfgoedveld. Het haalbaarheidsonderzoek werd concreet als volgt opgebouwd en uitgevoerd. In een startbijeenkomst met vertegenwoordigers vanuit de Leidse erfgoedsector en de gemeente Leiden werd geïnventariseerd welke mogelijke activiteiten en ontwikkelingen in de toekomst knelpunten verminderen en kansen verzilveren binnen de Leidse erfgoedeconomie. De belangrijkste thema’s en te betrekken partners werden gedefinieerd. Op basis hiervan werden vervolgens drie deelthema’s geformuleerd, die opeenvolgend in ronde tafels met ‘keyplayers’ nader werden uitgediept: Het Leidse erfgoed-ecosysteem. Wie en wat vormt de Leidse erfgoedeconomie, welke onderdelen ontbreken, hoe kan het ecosysteem worden versterkt en waar zet je op in om Leiden als ondernemende erfgoed-, ambacht- en kennisstad te profileren? Economische factoren en impulsen binnen de Leidse erfgoedsector. Welke factoren, organisaties en mensen initiëren geldstromen en economische activiteit binnen het erfgoedveld? Hoe kunnen deze ‘drivers’ worden gestimuleerd om de Leidse erfgoedeconomie in de toekomst te versterken? Het Leidse gilde van de 21ste eeuw. Hoe verduurzaam je de Leidse kennis en kunde op het gebied van erfgoedambachten? Biedt een ambachtsgebouw mogelijkheden, een nog steviger samenwerking met kennisinstellingen, of helpt een Leidse ‘standaard’? Verslagen van deze bijeenkomsten zijn als bijlage toegevoegd. Door deze aanpak was het mogelijk in compacte tijd relatief veel betrokkenen te spreken en de interactie tijdens de gesprekken leidde vaak tot goede en gedragen ideeën. In een aantal afrondende interviews met ‘keyplayers’ werd besproken op welke manier haalbare ontwikkelrichtingen in de praktijk nader handen en voeten te geven. De resultaten van het onderzoek werden tenslotte geformuleerd in deze eindrapportage.
4
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
Definitie van de Leidse erfgoedsector Spreken we over cultureel erfgoed, dan hebben we het over sporen uit het verleden in het heden die zichtbaar en tastbaar aanwezig zijn. Dat kunnen voorwerpen zijn in musea, archeologische vondsten, archieven, monumenten en landschappen. Maar ook de daaraan verbonden gebruiken, verhalen en gewoonten. Daarom wordt vaak onderscheid gemaakt tussen materieel en immaterieel cultureel erfgoed. Dit onderzoek richt zich vooral op het materiële erfgoed. Rondlopend door Leiden ademt de stad erfgoed. Zichtbaar skelet voor erfgoedbeleving vormen onder meer de 1260 rijksmonumenten (waaronder museum De Lakenhal en de oudste schouwburg van Nederland), 2 archeologische rijksmonumenten (het vroegere Romeinse fort Matilo, geïntegreerd in het huidige stadspark), 1569 gemeentelijke monumenten, 4497 beeldbepalende panden, 2 rijksbeschermde gezichten (waaronder de op één na grootste historische binnenstad – na Amsterdam – van Nederland) en 23 km2 aan waardevol archeologisch gebied. Definiëren we de Leidse erfgoedsector in het kader van de economische potentie van het ecosysteem, dan moet direct worden opgemerkt dat de sector zich moeilijk laat kaderen. Erfgoed vormt binnen de bestaande economische indelingen geen officiële sector, en er is sprake van veel raakvlakken en deelgebieden. In het Feitenblad Leiden Kennisstad wordt de omvang van de Leidse erfgoedsector gekwantificeerd met 10 bedrijven en 428 werkzame personen; naar ons idee een onderschatting.
Voor het definiëren van de sector zijn in dit onderzoek de volgende factoren van belang: Welke instellingen en activiteiten karakteriseren het specifiek Leidse erfgoed-ecosysteem? Welke Leidse instellingen en activiteiten zijn nu en in de toekomst onderscheidend en kansrijk om Leiden landelijk als sterke erfgoedeconomie te profileren? Welke mogelijke allianties, confrontaties of samenwerkingen leiden tot nieuwe ontwikkelrichtingen? Toeristische effecten worden op verzoek van de opdrachtgever buiten beschouwing gelaten. Vooruitlopend op mogelijk toekomstig onderzoek naar kwantificering van de Leidse erfgoedeconomie hieronder een aanzet tot definitie in deelsectoren:
5
Kennis- en onderwijsinstellingen De Leidse Universiteit en diverse HBO-, MBO- en ROC opleidingen bieden onderwijs op of gelieerd aan het gebied van erfgoed, zoals archeologie, bouwen en meer specifieke deelgebieden zoals instrumentmaken. Industrie Hieronder vallen ambachtelijke bedrijven, zoals steenhouwers, smeden en meubelstoffeerders. Bouwnijverheid Bouwbedrijven en aan bouwen gelieerde adviesbedrijven.
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
Groot- en detailhandel Antiquariaten, antiquairs, handelaars in oude bouwmaterialen, etc. Advisering, onderzoek en specialistische zakelijke dienstverlening Architectenbureaus, archeologische adviesbureaus, consultancies op het gebied van erfgoed. Musea en stichtingen/verenigingen op het gebied van cultureel erfgoed Overige dienstverlening Hieronder treffen we veilinghuizen, restauratieateliers, Stichting Pieterskerk Leiden etc. Zonder, nogmaals, te beschikken over specifieke (objectieve en één-op-één met andere steden vergelijkbare) erfgoeddata, spreken we in deze definitie over een aanzienlijke omvang in studenten en betaalde en onbetaalde werknemers: over een stevige structuur.
2. Analyse van het Leidse erfgoed-ecosysteem vanuit het oogpunt van economische potenties. De resultaten van het haalbaarheidsonderzoek presenteren we aan de hand van het al eerder genoemde begrip ecosysteem. Een ecosysteem bestaat uit een aantal elkaar wederzijds versterkende ecosysteempartijen en -factoren. Door de afzonderlijke kracht van deze partijen en factoren te bepalen is uiteindelijk zichtbaar op welke manieren het ecosysteem versterkt en verbeterd kan worden. In een ecosysteem in economische context wordt een klimaat geduid waarin kennis, opleidingen, economie en overheid optimaal samenwerken. Door het huidige systeem in kaart te brengen ontstaat een beeld van wat er nodig is om de erfgoedspelers in Leiden ten volle te laten samenwerken en zo een optimaal werkend economisch systeem te creëren. Dit systeem kan de motor zijn voor ontwikkeling en behoud van kennis, het aantrekken van talent, het genereren van werkgelegenheid en het versterken van de reputatie van de stad. Op basis van de gevoerde gesprekken merken wij op dat binnen de Leidse erfgoedsector, zowel bij kennis- en onderwijsinstellingen als in het bedrijfsleven, de stad beschikt over een groot aantal ondernemende personen en instellingen, die goed inspelen op maatschappelijke en economische ontwikkelingen, die kansen zien en aangrijpen om hun waarde en positie ook in de toekomst te behouden en te expanderen. De sector als geheel is echter behoorlijk versnipperd. Het feit dat de gemeente Leiden zich bij de sector betrokken toont, wordt breed gewaardeerd. In onderstaande tabel worden partijen en factoren in het Leidse ecosysteem van erfgoedeconomie benoemd. Aan elk wordt een score toegekend die tot uitdrukking brengt in welke mate zij op dit moment succesvol opereren en functioneren. Wij beseffen terdege dat dit overzicht een momentopname is die gebaseerd is op (met name) kwalitatieve gegevens. Over de exacte waardering van elk aspect van dit overzicht is absoluut discussie mogelijk. En wenselijk. Maar als uitgangspunt voor een analyse van de belangrijke sterke punten én van de belangrijkste
6
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
verbeterpunten is dit lijstje een goed uitgangspunt. Het vat beeldend samen wat wij in een groot aantal gesprekken en ontmoetingen hebben ervaren.
Score succescriteria Leidse ecosysteem van erfgoedeconomie. Archeologie Kennisinstellingen Innovatiepotentie Bewezen ervaring Fysieke stad Bedrijfsleven Kritische massa Breed gedragen sense of urgency Onderlinge samenwerking Beschikbaarheid faciliteiten Ambassadeurschap overheid/stimulerend aanbestedingsbeleid Programmering Acquisitie Profilering
+++ ++ ++ ++ ++ + + + ++++-
Analyse van het ecosysteem op basis van de toegekende score. Leiden scoort juist op de punten die moeilijk en/of kostbaar en/of tijdrovend zijn om te verbeteren (aanwezigheid van uiterst hoogwaardige en unieke kennis, bewezen ervaring, de stad als logisch uithangbord) heel goed. Op de punten waar Leiden volgens de deelnemers aan dit onderzoek minder goed scoort (acquisitie, programmering, aanbestedingsbeleid, faciliteiten) is een verbetering vaak relatief snel haalbaar, zeker omdat Leiden met zijn Bio Science Park en Ondernemersfonds al bewezen heeft dit te kunnen. Archeologie Archeologie vormt in Leiden van oudsher, mede door de aanwezigheid van het Rijksmuseum voor Oudheden, een ijzersterke pijler van de erfgoedsector. Broedkamer vormt de faculteit archeologie van de Universiteit Leiden, die zich onder meer al sinds decennia internationaal krachtig profileert als centrum van ‘exotische’ archeologie. Ook de voor stedelijke ontwikkeling belangrijke thema’s als middeleeuwse archeologie en de archeologie van het bouwen maken deel uit van de Leidse faculteit. In omvang is de faculteit naar eigen zeggen twee maal zo groot als alle andere archeologische faculteiten in Nederland samen. Een belangrijke ontwikkeling vormt het feit dat op 1 juli 2013 officieel, als onderdeel van een uitgebreide samenwerking tussen de universiteiten van Delft, Rotterdam en Leiden, het Center for Global Heritage and Development van start gaat. De faculteit archeologie is van dit op internationaal onderzoek gerichte centrum de trekker; kennis van het ‘oude bouwen’ wordt hier onder meer ingezet als inspiratiebron voor het nieuwe bouwen. Op het moment van dit schrijven moet over de vestiging van dit centrum nog een formeel besluit worden genomen, maar het ligt voor de hand dat
7
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
Leiden hiervoor in aanmerking komt. Met deze ontwikkelingen versterkt Leiden haar positie als één van de hoofdsteden op wereldniveau voor archeologie. Sinds enkele jaren stuurt de gemeente Leiden, vanuit de Onderzoeksagenda Archeologie en Bouwhistorie Leiden, lokaal integraal archeologisch en bouwhistorisch onderzoek aan. Hierdoor vindt het lokale onderzoek met meer focus, efficiënter en effectiever plaats. Een belangrijke doelstelling vormt het publiek ontsluiten en begrijpen van het verhaal van het Leidse verleden. Deze doelstelling krijgt onder meer gestalte in het archeologische stadspark Matilo, waar archeologie (in de vorm van restanten van een castellum en een middeleeuws klooster) leidend werd voor de herinrichting van het gebied tot recreatief stadspark. Daarnaast huisvest de stad, als logische spin-off van een krachtige faculteit, een relatief groot aantal archeologen en archeologische advies- en onderzoekbureaus die nationaal en internationaal werken. Kennis- en onderwijsinstellingen In een substantiële mix van kennis en ambacht in universitair-, hogeschool-, middentot lager beroepsonderwijs en musea huisvest Leiden in relatie tot erfgoed niet alleen veel ambitie maar ook landelijke excellentie. Universitair biedt de stad, naast studies als geschiedenis en kunstgeschiedenis, de al eerder genoemde studie archeologie. Het curriculum van de Hogeschool Leiden speelt momenteel in belangrijke mate in op het profiel van het Bio Science Park. Het meest direct gerelateerd aan erfgoed zijn momenteel de ambachtsvakken binnen de lerarenopleiding Vrije School. Mocht het Leidse erfgoedprofiel de komende jaren versterken, dan zoekt de Hogeschool hierop graag aansluiting. Het midden en lager beroepsonderwijs levert vanuit omvangrijke aan de bouw gelieerde opleidingen vakmensen af, die door de creatie van leerplekken bij onder meer restauratieaannemers beschikken over ambachtelijke en specialistische vaardigheden die van belang zijn voor de instandhouding van monumentaal erfgoed. In de huidige economie worden die leerplekken echter schaars. ROC Leiden versterkt haar positie door onder de vlag van een landelijke coöperatie ‘Bouwmensen Leiden’ te ontwikkelen. Daarnaast streeft zij ernaar de bouwopleiding uit te breiden met een niveau 4 opleiding voor restauratie (vooral gericht op de aannemerij), als derde in het land, naast den Bosch en Rotterdam. Flink aan de weg timmert ook de Leidse Instrumentmakersopleiding (LIS), ingebed in het Leiden Bio Science Park maar met veel lijnen naar het erfgoed. Studenten van deze in Nederland unieke opleiding lopen vaak stage binnen restauratieafdelingen van musea (zoals Museum Boerhaave) en specialisten van deze opleiding worden vaak ingezet bij (restauratie-)projecten waarin ambachtelijke techniek is geïntegreerd. De LIS streeft ernaar de komende jaren, in reactie op een groeiende aanwas van studenten en een groeiende vraag vanuit de nationale markt, te verdubbelen in omvang. Verder noemen wij hier ook de leeromgeving die kleine, gespecialiseerde ambachtelijke bedrijven aan ambachtslieden in opleiding bieden en die daardoor unieke kennis en vaardigheden in stand houden.
8
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
De restauratieafdelingen van de Leidse musea vormen unieke kennis- en leeromgevingen. In een pand aan de Raamsteeg realiseren het Rijksmuseum voor Oudheden, Museum Boerhaave en Naturalis een gezamenlijk depot. In het verlengde daarvan is het denkbaar ook de afzonderlijke restauratiewerkplaatsen hier onder te brengen, als clustering van museale kennis en ambacht. Innovatiepotentie Het Leidse ecosysteem is in staat, door de aanwezigheid van ambachtelijke kennis en vaardigheden in een innovatieve kennisomgeving, tot innovatieve erfgoedproductontwikkeling en kan zich hiermee landelijk profileren. Kennis van het oude ambachtelijke bouwen inspireert tot vernieuwende architectuur, en de aanwezigheid van een groot aantal monumentale panden vraagt om innovatieve oplossingen op het gebied van duurzaam gebruik en nieuwe bestemmingen. Door erfgoed meer te verbinden met innovatie, door oude kennis en ervaring te verbinden met actuele vraagstukken, ontstaan nieuwe en goede voorbeelden van duurzaam ondernemen. Daarnaast is het essentieel voor ambachten om open te blijven staan voor innovatie. Ambachtelijke restauraties worden tegenwoordig vaak voorafgegaan door hightech vooronderzoek. Biowetenschap en archeologie vinden elkaar in Leiden in het DNAlab, waar ook objecten uit de collectie van Naturalis als onderzoeksmateriaal worden gebruikt. Leiden is goed op het gebied van oude ambachten, maar kan werkelijk excelleren in uitvoering door oud en nieuw, ambacht en innovatie, wetenschap en de creatieve sector, oude kennis en de moderne tijd nog sterker te verbinden. Bewezen ervaring De ervaringen die Leiden opdeed en –doet rondom de ontwikkeling van het Leiden Bio Science Park en het Ondernemersfonds zijn zeer waardevol en toepasbaar in het kader van de erfgoedeconomie. In de totstandkoming van het Bio Science Park heeft de gemeente een cruciale rol gespeeld, onder meer door de voor dit project geoormerkte grond met lange adem en focus beschikbaar te houden voor het BSP, door cruciale verbindingen te ondersteunen en door samen met Universiteit Leiden te investeren in het eerste incubatorgebouw, een belangrijke trekker om dit project verder van de grond te trekken. Een jaarlijkse bijdrage van het Leidse Ondernemersfonds levert een belangrijke financiële bijdrage aan de exploitatie van het BSP. Wij beseffen dat het BSP niet één-op-één te vertalen is naar de erfgoedsector, maar de Leidse ervaring met het opbouwen van een duurzaam succesvol economisch ecosysteem is een niet te onderschatten asset. Fysieke stad De monumentale dichtheid, de ligging en de omvang van Leiden als erfgoedstad vormen een uitstekende en onderscheidende mix. Bedrijfsleven Leiden kent een divers erfgoedbedrijfsleven, onder meer bestaande uit ambachtsbedrijven, restauratieaannemers en –architecten, detailhandel, onderzoeks- en adviesbureaus. Natuurlijk is hier de economische malaise voelbaar,
9
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
iedereen constateert krimp, maar op basis van bewezen ervaring en vakmanschap doen vooral de kleinschalige bedrijven het ook in deze tijd relatief goed. Kritische massa De Leidse erfgoedeconomie lijkt zowel inhoudelijk als in relatie tot de omvang van de stad voldoende omvang en kracht te hebben om groei en krachtiger profilering mogelijk te maken. De omvang schatten wij groter dan genoemd in het eerder genoemde Feitenblad Kennisstad Leiden, zeker als ook aan erfgoed gelieerde bedrijvigheid (zoals bedrijven die zich bezighouden met beveiliging, verlichting, isolatie, grondverzetwerkzaamheden) hierin worden begrepen. Ook de lokale markt, met onder meer een groot aantal monumentenbezitters en musea, biedt door Leiden als erfgoedstad steviger te profileren, groeiperspectief. Kanttekening hierbij is wel dat er op dit moment onvoldoende harde cijfers beschikbaar zijn om omvang en groei van de sector te meten. In het kader van het onderzoek heeft de regionale Kamer van Koophandel zijn bereidheid uitgesproken om mee te werken aan het creëren van betere gegevens. Breed gedragen sense of urgency Het belang van een sterke erfgoedeconomie wordt door zowel gemeente als ‘het veld’ onderkend. Verschillende partijen voegen daaraan toe dat het nu wel echt tijd is om tot actie over te gaan. Als die ‘sense of urgency’ breed wordt gedragen en actief wordt vertaald binnen het gemeentelijk apparaat dan is de bereidwilligheid bij alle spelers om dingen daadwerkelijk in gang te zetten groot. De economische crisis en het feit dat van diverse kanten is betoogd dat juist (bijvoorbeeld) de restauratiebusiness het in crisistijd relatief goed blijft doen maakt dat de urgentie nu misschien nog wel veel groter is dan een paar jaar geleden. Onderlinge samenwerking Partijen uit het ecosysteem werken op diverse terreinen samen, maar veel potentie is, door versnippering en het ontbreken van een gezamenlijke agenda, nog onbenut. Er is behoefte aan een functioneel breed erfgoednetwerk, waarin partijen elkaar kennen en krachten bundelen en waar incidentele contacten uitgroeien tot bredere verbondenheid, vruchtbare kruisbestuiving en vernieuwende productontwikkeling. Beschikbaarheid faciliteiten De ervaring leert dat een samenhangend aanbod van kapitaal, huisvesting, startersbegeleiding, vergunningverlening, bestemmingsbeleid, aanbestedingstrajecten etc. de meeste economische en maatschappelijke waarde creëert. Er lijkt op het gebied van erfgoed echter geen overkoepelende visie te bestaan die een cluster van samenhangende maatregelen en regelingen omvat, zoals dat voor de ontwikkeling van het Bio Science Park bijvoorbeeld van groot belang was. Redenerend vanuit de wenselijkheid om een gesmeerd lopend ecosysteem te ontwikkelen zou dit wel wenselijk zijn; juist in de samenhang schuilt de kracht. Goede bestaande regelingen, zoals de subsidieregeling Historisch Stadsbeeld, zouden om te beginnen beter en gebundeld vindbaar kunnen worden gemaakt en vervolgens worden aangevuld.
10
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
Ambassadeurschap/stimulerend aanbestedingsbeleid Op dit vlak heeft bij uitstek de gemeente een uitstekende positie om een belangrijke rol te spelen. Door het uitdragen van Leiden als ondernemende erfgoedstad en door het organiseren van stimulerend aanbestedingsbeleid (een Leidse ‘pool’ bijvoorbeeld, waarin Leidse ondernemers zelf het initiatief nemen hun krachten te bundelen). Door als matchmaker vraag bij excellente uitvoering te brengen, maar ook door gemeentelijke bestuurders actief in te zetten als ambassadeur van het erfgoed-ecosysteem en dat systeem ook te betrekken bij stedenbanden en andere momenten waarop kennis en relaties worden uitgewisseld. Programmering Leiden huisvest voor een uitgebreid programma van activiteiten die de stad als erfgoedstad profileren veel goede ideeën, mensen en mogelijkheden. Maar ook een aantal incidentele initiatieven, zoals de Vakmansroute van de Kamer van Koophandel, die door bundeling een zichtbaarder erfgoedaanbod vormen. Door een stevig netwerk en een gericht beleid vanuit de gemeente is het mogelijk binnen korte tijd een aantrekkelijk programma vorm te geven. In het hoofdstuk ‘De stad aan het woord’ hebben wij een reeks suggesties opgenomen van concrete activiteiten die in het kader van dit onderzoek genoemd zijn. Acquisitie Een gericht acquisitiebeleid om in het Leidse ecosysteem ontbrekende functies of partijen binnen te halen is momenteel nog niet ontwikkeld. Profilering Profilering stoelt op een goed inhoudelijk product, voldoende zelfvertrouwen dat over het voetlicht te brengen en de bereidheid dat gedurende een lange periode vol te houden. Leiden heeft met het Bio Science Park bewezen dat goed te kunnen. Tijdens de verschillende bijeenkomsten werd geconcludeerd dat het erfgoedproduct in basis goed is, maar dat het bewustzijn dat gezamenlijk te kunnen uitdragen, Leiden te profileren als innovatieve ambachtelijke erfgoedstad, nog een stap verder ligt.
3. Conclusies
11
Samenvattend kan een aantal zaken worden geconcludeerd: Leiden heeft met de economische potentie van de erfgoedsector goud in handen. Die potenties kunnen beter worden benut door betere uitwisseling van kennis, kruisbestuiving, interactie, netwerk, het verbinden van oude kennis en ervaring met nieuwe vraagstukken, het formuleren van gezamenlijke doelen en agenda en het dichten van gaten in het ecosysteem. De ervaring met de ontwikkeling van het Bio Science Park leert dat een brede inzet en het lef lange termijndoelstellingen te ontwikkelen en daar consequent aan vast te houden uiteindelijk zijn vruchten afwerpt. Een ecosysteem is een organisch geheel, het is het totaal of niets.
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
In crisistijd doet de erfgoedsector het eigenlijk nog heel goed. Dat heeft te maken met de diversificatie van de economie, waarop maatschappelijke trends als duurzaamheid en authenticiteit aansluiten; elementen die in relatie horen te zijn met het langetermijnbeleid van de gemeente. Kennis en onderwijs Op het gebied van erfgoedkennis en -onderwijs heeft Leiden enorm veel te bieden. Archeologie is als trekker ‘top of the bill’, het ambachtsonderwijs is stevig gegrond. De Leidse instellingen onderscheiden zich bovendien door op een ondernemende wijze hun instellingen verder te ontwikkelen (door gerichte en vernieuwende samenwerking, verdieping en expansie) en zich op die manier vaak nationaal en zelfs internationaal te onderscheiden. Er bestaat een goede kennis van de markt, er wordt samengewerkt (o.a. op het gebied van stages en leerplekken) met het bedrijfsleven. De Leidse musea nemen, vanwege hun diverse collecties, bijzondere projecten, specialismen, (inter-)nationale samenwerkingsprojecten, gespecialiseerde restauratiewerkplaatsen en als opdrachtgever een bijzondere plaats in het ecosysteem in. Onderling werken de instellingen nog relatief weinig samen. Vaak kennen ze elkaar vaag, richten zij zich voornamelijk op kennis- en onderwijspartners vanuit hun eigen leersysteem. Door een steviger gezamenlijk optrekken kan op het gebied van kennisdeling, de ontwikkeling van leerplekken, profilering, bijzondere samenwerkingsprojecten op het gebied van innovatie (ook met andere sectoren) of locatieontwikkeling (ambachtsplein) nog meer worden bereikt. De gemeente kan hierin een actieve rol spelen door netwerkontwikkeling te stimuleren, het veld van nieuwe ontwikkelingen en kansen op de hoogte te houden, te investeren in de ontwikkeling van fysieke plekken en specifieke leemtes in de compleetheid van het systeem (denk aan de niveau-4-opleidingen) te helpen oplossen. Ondernemerschap Ondernemerschap treffen we volop aan bij zowel onderwijs- als kennisinstellingen, als bij de erfgoedbedrijven. Het Leidse erfgoedveld is divers en van goede kwaliteit, en opdrachtgevers komen vaak uit het hele land. In de breedte constateren we hier echter weer het feit dat de spelers elkaar onvoldoende kennen: de sector is versnipperd. Door het stimuleren van een stevig en breed erfgoednetwerk ontstaat een vruchtbare bodem voor vernieuwend ondernemerschap. Op het gebied van ambachten is er veel draagvlak voor de ontwikkeling van een Leids Gilde, als onderscheidend keurmerk te ontwikkelen. Het gaat hierbij niet om het creëren van (juridische) keurmerken, maar om het creëren van een gezamenlijke uitstraling en ambitie. Rol gemeente De gemeente Leiden is ambitieus op het gebied van erfgoed en weet redelijk goed wat speelt binnen (vooral het hoger) onderwijs en het bedrijfsleven. Op het gebied van erfgoeddata (omvang studenten en werkgelegenheid) bestaat een lacune; voor het meten van het effect van toekomstige ontwikkelingen is een nulmeting relevant. Daar kan vervolgens een kwantificeerbare doelstelling voor de toekomst aan worden gekoppeld.
12
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
Een ecosysteem werkt alleen goed als het een samenspel is van gelijkwaardige partijen die elk een verschillende rol hebben in het proces. De overheid heeft als regelgever, subsidiënt, gebouwen- en grondeigenaar, ambassadeur en kenniscentrum een belangrijke rol, zeker ook omdat de overheid in staat moet worden geacht om echt op lange termijn te denken (zoals Leiden dat ook met het Bio Science Park heeft gedaan).
De gemeente kan de volgende dingen doen: het faciliteren van een nulmeting; het (tijdelijk) financieel faciliteren van een door alle partijen gedragen planontwikkeling op dit gebied. Hierbij kan gekeken worden naar succesvolle initiatieven zoals de commissie die het concept Brainport (Eindhoven) heeft bedacht; het ontwikkelen van een samenhangend pakket aan maatregelen die het ecosysteem versterken (zie hierboven); het stimuleren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat; het creëren van draagvlak en commitment bij alle partijen om gedurende een lange termijn; samen op te trekken om heldere doelstellingen gezamenlijk vorm te geven; ambassadeurschap.
Maatstaven voor succes In een ontwikkelproces om de Leidse erfgoedeconomie te versterken is het van belang om scherpe en gedragen doelstellingen te ontwikkelen en om vast te leggen aan de hand van welke criteria het succes van alle inspanningen wordt afgemeten. Een goede nulmeting vormt hiervoor een belangrijke basis. Succes zou bijvoorbeeld kunnen worden afgelezen aan: de omvang van de sector; de mate en het tempo waarin Leiden er in slaagt om hiaten in het ecosysteem op te vullen; de economische impact van het erfgoedecosysteem op flankerende sectoren; de reputatie Leiden op het gebied van erfgoed; het aantal/niveau van de mensen die in Leiden worden opgeleid; de mate waarin in Leiden gegarandeerd goede stageplaatsen beschikbaar zijn; export van kennis;
aantallen bedrijven/instellingen die naar Leiden toe komen .
13
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
4. De stad aan het woord In de verschillende bijeenkomsten en gesprekken die in het kader van dit onderzoek met de Leidse kennis- en erfgoedsector plaatsvonden, werden veel suggesties gedaan voor concrete vormgeving van activiteiten en ontwikkelingen. In de verslagen van de verschillende overzichten zijn deze suggesties terug te lezen, graag geven wij een aantal van die suggesties hieronder weer. Voorbeelden van fysieke faciliteiten die een eenmalige financiële impuls kunnen gebruiken De ontwikkeling van een fysieke ambachtsplek in de stad, in een herbestemd gebouw, kan een goede impuls geven aan profilering, netwerk, samenwerking, kennisontwikkeling en innovatie. Voorwaarde hiervoor is wel dat het initiatief afkomstig is uit de sector zelf, er ook inspanningen worden geleverd en er voldoende draagvlak voor partnerschap lijkt te zijn om dit initiatief ook succesvol te kunnen exploiteren.
Het plan ‘Ambacht in de Stad’ schetst de realisatie van een ambachtsplek in een industrieel gebouw met werkplaats (smeden, steenhouwen) en praktijkruimtes. Inkomsten worden gegenereerd door verhuur aan derden (onderwijsinstellingen).
Het RMO, Museum Boerhaave en Naturalis ontwikkelen een gezamenlijk depot in de Raamsteeg. Dit zou kunnen worden uitgebreid tot gezamenlijke (publiekstoegankelijke) restauratiewerkplaats.
De ontwikkeling van een (herbestemd) gebouw tot ‘incubator-gebouw’ als huisvesting voor startende ondernemingen op het snijvlak van ambacht en innovatie. Mogelijk kan een dergelijk initiatief in samenhang met het plan Ambacht in de Stad worden ontwikkeld. Voorbeelden van gemeentelijke inspanningen die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de erfgoedeconomie
14
het bundelen en uitbreiden van gemeentelijke regelingen die de erfgoedeconomie versterken; het binnenhalen (door een gericht vestigingsbeleid) van bedrijven op het gebied van ambachtelijke certificering, kleurenonderzoekers, restauratieschilders, erfgoed ICT-ers, etc.; het binnenhalen van evenementen en projecten die een motor kunnen zijn voor activiteiten op het gebied van erfgoed; het binnenhalen van (internationale) brancheorganisaties en kenniscentra; het uitdragen van Leiden als erfgoedstad; het ontwikkelen van een gericht aanbestedingsbeleid; het bijdragen aan de totstandkoming van kansrijke matches (creatie van leerplekken, bij elkaar brengen van vraag en aanbod, etc.). Een goede match zou naar ons idee de verbinding van het Ondernemersfonds, als stevige en stabiele basis onder planontwikkeling en realisatie, met de Leidse erfgoedambities kunnen zijn.
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
Ontwikkeling van een Leids Erfgoedgilde In het kader van o.a. profilering, netwerkvorming en kennisbehoud bestaat veel draagvlak voor de ontwikkeling van een Leids erfgoedgilde. Niet als officieel instituut met certificeringen, maar als Leids keurmerk dat staat voor kwaliteit. Profilering Door kwaliteiten te bundelen, een merk te creëren en vervolgens gezamenlijk te ‘branden’ kan Leiden zich sterk profileren als erfgoedeconomie. In dit kader moet ook de vraag worden beantwoord onder welke omstandigheden buurgemeenten mee willen, mogen en kunnen liften op de kracht van het ‘merk’ Leiden. Verder kunnen ook bestaande stedenbanden, zoals die met Oxford, in het licht van internationale profilering worden ingezet en misschien wel inhoudelijk worden versterkt. Belangrijke elementen voor profilering: Netwerkbevordering Met als doelstellingen o.a. samenwerking, krachtenbundeling en kruisbestuiving. De gemeente kan hierin een eerste aanzet faciliteren, waarna het erfgoedveld het initiatief overneemt. Branding Met het oog op profilering worden alle bestaande spelers ingezet, kwaliteiten gebundeld en als merk ontwikkeld. Elementen van die profilering kunnen zijn:
15
de ontwikkeling van een goede paraplu (merknaam), een webportal, een logo; de organisatie van kennismakingsdagen; prijsvragen (moderne vormgeving Leids erfgoed, interieurs, gevels, innovatief ondernemen); interne profilering: bewoners betrekken; inzet van de gemeente en alle spelers als ambassadeur van Leiden als erfgoedstad; het naar Leiden lokken van nationale erfgoedevenementen (Restauratiebeurs); Leidens Ontzet op de Unescolijst?
Programmering Leiden Hard Hat Tours Leiden depot- en werkplaats tours musea Leidse Staalmeesters voor bedrijven, leerlingen, samenwerkingsvormen. Leidse Erfgoeddagen. Levend Leiden Leiden Living Lab Leiden Heritage Park Opgravingen met publiek: naar het geboortehuis van Rembrandt bijvoorbeeld. Ambachtsweek Leiden Bezoek aan erfgoedbedrijven als bedrijfsuitje
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
Bijlage 1 Colofon Opdrachtgever Maarten van der Plas (Gemeente Leiden, kenniseconomie) Opdrachtbegeleider Martijn Andela (Erfgoed Leiden en Omstreken) Opdrachtnemer De Culturele Zaak, Mirjam Blott in samenwerking met Floris de Gelder. Graag bedanken wij iedereen die tijd en kennis in het kader van dit onderzoek beschikbaar stelde: Nettie Buitelaar (Bio Science Park) Wibo Burgers (STIEL) Kasper Burgy (Burgy Bouwbedrijf) Ronald Carpentier (Picturae) Dirk van Delft (Museum Boerhaave) Jörg Franken (Conserf) Sjaak van de Geijn (Smederij van de Geijn) Joop Gijsman (STIEL) Dick Harms (Leidse Instrumentmakers School) Tom Hazenberg (Hazenberg Archeologie) Steven Janse (Bambam Restauratie Steenhouwers) Swanette Jukema (Bouwopleiding Rijnland) Nicole Mulder (RAAP) Han Nijssen (Kennisstad Leiden) Bastiaan de Roo (Kamer van Koophandel) Janneke Verleng (ROC Leiden) Robert Vietor (Hogeschool Leiden) Eva Visser (Erfgoed Leiden en Omstreken) Willem Willems (Universiteit Leiden, faculteit archeologie)
16
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013
Bijlage 2 Bronnen Hieronder volgt een overzicht van enkele in het kader van dit onderzoek geraadpleegde bronnen, die mogelijk ook voor toekomstige nadere uitwerking interessant kunnen zijn. www.gemeente.leiden.nl www.erfgoed.leiden.nl www.sosvakmanschap.nl www.leidenincijfers.nl www.decentrale.regelgeving.overheid.nl (Leiden, Utrecht, Amsterdam-West) www.alliance.nl www.molenaarsgilde.nl www.klokkenluiders.nl www.ambachtelijkfriesland.nl www.ambachtseconomie.nl www.museumjoure.nl www.werkenonderneming.nl www.brainport.nl www.ser.nl
17
Mirjam Blott/Floris de Gelder, eindversie juli 2013