Rapport Verhoging AOW-leeftijd
Project 15481 September 2009
Een onderzoek in opdracht van Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te 's-Gravenhage.
AUTEURSRECHT MARKETRESPONSE NEDERLAND BV Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van MarketResponse Nederland BV te Leusden. Bij eventuele publicatie van het onderzoek, of een deel daarvan, in de nieuwsmedia of in de vakliteratuur, is de toestemming van MarketResponse Nederland BV en de in dit rapport vermelde opdrachtgever benodigd. De gegevens uit dit rapport zijn uitsluitend bestemd voor kennisneming door werknemers en beroepsmatige adviseurs van de rechthebbende opdrachtgevers van MarketResponse Nederland BV.
Inhoudsopgave Voorwoord
1
Achtergrond
2
1.
Conclusies
3
2. 2.1. 2.1.1. 2.1.2. 2.1.3. 2.2. 2.2.1. 2.2.2. 2.3.
Resultaten Begrip en acceptatie Begrip Acceptatie Samenhang begrip en acceptatie Standpunt en voorwaarden Standpunt Voorwaarden Informatiebronnen
4 4 4 6 7 8 8 8 11
Voorwoord In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft MarketResponse Nederland BV een onderzoek uitgevoerd naar de verhoging van de AOW leeftijd. In het voorliggende rapport wordt verslag gedaan van dit onderzoek. Het rapport is als volgt ingedeeld: Na dit voorwoord wordt kort de achtergrond van het onderzoek beschreven. Daarna volgen de belangrijkste conclusies en de onderzoeksresultaten. Het rapport is digitaal aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opgeleverd.
Leusden, 4 september 2009 MarketResponse Nederland BV
Berlinda Harkink (Communicatie-expert/ senior onderzoeker)
Imre van Rooijen (Onderzoeker)
1
1
Achtergrond Verhoging van de AOW-leeftijd Project 15481 September 2009 Achtergrond en doelstelling Het kabinet heeft het voornemen de AOW-leeftjjd te verhogen. Met dit onderzoek wordt inzicht verkregen in de mate van draagvlak voor het verhogen van de AOW-leeftijd. In dit onderzoek zijn de overwegingen van het kabinet aan de respondent voorgelegd. Daarnaast is ingegaan op een aantal aspecten waarover bij het publiek nog veel vragen leven. In dit rapport worden beknopt de belangrijkste resultaten van het onderzoek beschreven. Methodiek Het onderzoek is opgezet als een periodiek kwantitatief onderzoek, bestaande uit een telefonische voorselectie en een online hoofdonderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd binnen De Onderzoek Groep van MarketResponse. De Onderzoek Groep is het consumentenpanel van MarketResponse, bestaande uit circa 25.000 huishoudens/55.000 personen. Doelgroep en steekproef De populatie en onderzoeksdoelgroep bestaan uit personen van 18 tot en met 70 jaar, die via internet kunnen deelnemen. Het steekproefkader wordt gevormd door De Onderzoek Groep. Uit het steekproefkader is een random steekproef getrokken. De bruto steekproef bestond uit 2.894 personen. In totaal werden 1.360 respondenten telefonisch geselecteerd, waarvan 908 hebben deelgenomen aan het onderzoek. Veldwerk Het veldwerk van het onderzoek is uitgevoerd in de periode 23 juli tot en met 13 augustus 2009.
2
2
1.
Conclusies Nederlanders begrijpen dat het kabinet de pensioenleeftijd wil verhogen Na kennisneming van de feiten waarop het kabinet haar beleidsvoornemen heeft gebaseerd, begrijpen acht op de tien Nederlanders dat het kabinet de AOW-leeftijd wil verhogen. Er is een hoge mate van samenhang tussen het begrijpen en het acceptabel vinden van de verhoging. Bijna zes op de tien Nederlanders hebben nog geen vaststaand standpunt ten aanzien van de AOW-leeftijdsverhoging Een meerderheid heeft nog geen vaststaand standpunt ingenomen en is dus nog ontvankelijk voor de argumenten van het kabinet. Een kwart van de Nederlanders van wie het standpunt nog niet helemaal vast staat is van plan zich de komende tijd nog te gaan oriënteren op een (definitief) standpunt. Maak doorwerken aantrekkelijker en houd rekening met zware beroepen De meest genoemde voorwaarden waaronder de AOW-leeftijd eventueel verhoogd kan worden, zijn maatregelen om het voor ouderen aantrekkelijker te maken langer door te werken en het rekening houden met zogenoemde zware beroepen. Het aantrekkelijker maken langer door te werken heeft voornamelijk betrekking op kortere en flexibele arbeidstijden en financiële voordelen. Geleidelijke, stapsgewijze invoering gewenst Ongeveer de helft van de Nederlanders is van mening dat –als de verhoging wordt doorgevoerd- deze invoering geleidelijk en stapsgewijs moet zijn.
3
3
2.
Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek beschreven. Het hoofdstuk is als volgt opgebouwd: 2.1 Begrip en acceptatie 2.2 Standpunt en voorwaarden 2.3 Informatiebronnen
2.1.
Begrip en acceptatie In deze paragraaf wordt aangegeven in hoeverre respondenten begrip hebben van en voor de problematiek die heeft geleid tot het kabinetsvoornemen de AOW-leeftijd te verhogen.
2.1.1.
Begrip Respondenten is gevraagd onderstaande tekst aandachtig door te lezen. Vervolgens is gevraagd de beschreven problematiek in een zin of in enkele kernwoorden samen te vatten. Tekst 1. Steeds meer mensen leven door verbetering van de gezondheidszorg en de gestegen welvaart steeds langer en genieten daardoor langer van hun pensioen. Dat is een gunstige ontwikkeling, maar hierdoor lopen de uitgaven voor sociale zekerheid en zorg op. Tegelijkertijd neemt het aantal jongeren af waardoor de beroepsbevolking vanaf 2010 kleiner wordt. Bovendien beginnen veel jongeren ook steeds later met werken. Terwijl het aantal 65-plussers naar verhouding snel toeneemt. Daardoor betalen vanaf 2010 steeds minder werkenden mee aan de sociale voorzieningen zoals de AOW. Er dreigt hierdoor te weinig geld binnen te komen om de sociale voorzieningen op peil te houden. Bij de invoering van de AOW in 1957 betaalden nog zes werkenden de uitkering van één AOW-er. Als we niks doen betalen op het toppunt van de vergrijzing in 2039 twee werkenden de uitkering van één AOW-er. Verder zorgt de vergrijzing in de toekomst ook voor een tekort aan personeel, zoals in de zorg en het onderwijs. Daarnaast hebben we, onder andere door de economische crisis, te maken met een verslechtering van de overheidsfinanciën. Het kabinet moet hierdoor eerder dan gepland maatregelen treffen om in de nabije toekomst een stevig stelsel van publieke voorzieningen, sociale zekerheid en zorg voor de oude dag zeker te stellen. Op basis van de antwoorden van respondenten is een indeling gemaakt. In tabel 1 zijn de meest gegeven antwoorden weergegeven.
4
4
Tabel 1. Vraag: Basis.
Samenvatting beschreven problematiek Kunt u de zojuist beschreven problematiek in één zin of in enkele kernwoorden samenvatten? Alle respondenten (n=908)
Beroepsbevolking daalt/ verhouding werkenden en niet-werkenden niet in evenwicht Financiële tekorten door vergrijzing AOW minder betaalbaar Continuïteit AOW/ sociale zekerheid is in gevaar We moeten nu maatregelen treffen Mensen leven langer Stimuleren dat jongeren eerder gaan werken De economische crisis maakt het extra problematisch Het wordt een probleem Weet niet
% 40% 19% 14% 13% 7% 6% 6% 5% 5% 5%
Uit tabel 1 blijkt dat vier op de tien respondenten uit de gelezen tekst als kernboodschap hebben opgemaakt dat de verhouding werkenden en nietwerkenden niet meer in evenwicht is. Eén op de vijf noemen als kernboodschap: ‘financiële tekorten door vergrijzing’. Aanvullend is onderstaande tekst voorgelegd met de vraag in hoeverre men na het lezen van de tekst begrijpt dat het kabinet de AOW-leeftijd wil verhogen. Tekst 2. Gelet op de zojuist genoemde feiten heeft het kabinet het voornemen om de AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar te verhogen. Van ouderen die vlak voor hun pensioen staan, kan niet worden verwacht dat zij plotseling twee jaar langer doorwerken. De verhoging van de pensioenleeftijd zal geleidelijk moeten plaatsvinden. Het kabinet maakt daar nog een keuze in. Ook kijkt het kabinet naar de gevolgen van de AOW-verhoging voor mensen in zogenoemde zware beroepen. Verder neemt het kabinet maatregelen om de arbeidsmarktpositie van ouderen in het algemeen te verbeteren. Na het lezen van Tekst 2 begrijpt een ruime meerderheid dat het kabinet de AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar wil verhogen. Figuur 1. Vraag: Basis:
Meerderheid begrijpt maatregel Begrijpt u dan dat het kabinet deze maatregel wil nemen? Alle respondenten (n=908) 3% 17%
80% ja
5
nee
weet niet
5
2.1.2.
Acceptatie De meningen over het al dan niet acceptabel vinden van de verhoging van de AOW-leeftijd zijn verdeeld. Uit figuur 2 blijkt dat de groep die de verhoging acceptabel vindt praktisch even groot is als de groep die de verhoging niet (zo) acceptabel vindt. Figuur 2. Vraag: Basis:
Meningen sterk verdeeld In hoeverre vindt u de verhoging van de AOW-leeftijd in z’n algemeenheid acceptabel? Alle respondenten excl. weet niet (n=902)
10%
0%
35%
10%
zeer acceptabel
20%
30%
12%
40%
(engiszins) acceptabel
50%
neutraal
20%
60%
70%
niet zo acceptabel
23%
80%
90%
helemaal niet acceptabel
De belangrijkste voorwaarde waaronder de AOW-leeftijd eventueel verhoogd kan worden is opgenomen in tabel 2. Tabel 2. Vraag: Basis.
Aantrekkelijker maken doorwerken belangrijkste voorwaarde Wat is volgens u de belangrijkste voorwaarde waaronder de AOW-leeftijd eventueel verhoogd kan worden? Alle respondenten (n=908)
Eerst genoemd (top 5) maatregelen om het voor ouderen aantrekkelijker te maken om langer door te werken (zoals scholing, financiële voordelen voor ouderen en de mogelijkheid om minder uren te werken) rekening houden met zogenoemde zware beroepen geleidelijke invoering maatregelen om het voor bedrijven aantrekkelijker te maken ouderen in dienst te nemen of te houden (zoals het verstrekken van belastingvoordelen aan werkgevers) personeelsbeleid van bedrijven dat erop gericht is dat mensen niet fysiek versleten raken door het werk onder geen enkele voorwaarde weet niet
% 26%
22% 12% 8%
8% 13% 3%
De meest genoemde eerste voorwaarde waaronder de AOW-leeftijd eventueel verhoogd kan worden is het nemen van maatregelen om langer doorwerken voor ouderen aantrekkelijker te maken. Ruim een kwart noemt deze voorwaarde. Ook het rekening houden met zware beroepen wordt relatief vaak als
6
100%
6
eerste genoemd. Ruim één op de tien geeft aan dat onder een enkele voorwaarde de AOW-leeftijd verhoogd mag worden. Tabel 3. Vraag: Basis.
Aantrekkelijker maken doorwerken en rekening houden met zware beroepen Wat is volgens u de belangrijkste voorwaarde waaronder de AOW-leeftijd eventueel verhoogd kan worden? Alle respondenten (n=908)
Totaal genoemd (top 5) maatregelen om het voor ouderen aantrekkelijker te maken om langer door te werken (zoals scholing, financiële voordelen voor ouderen en de mogelijkheid om minder uren te werken) rekening houden met zogenoemde zware beroepen personeelsbeleid van bedrijven dat erop gericht is dat mensen niet fysiek versleten raken door het werk geleidelijke invoering maatregelen om het voor bedrijven aantrekkelijker te maken ouderen in dienst te nemen of te houden (zoals het verstrekken van belastingvoordelen aan werkgevers) onder geen enkele voorwaarde weet niet
% 57%
55% 38% 38% 34%
13% 3%
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de twee reeds genoemde voorwaarden (‘aantrekkelijker maken om door te werken’ en ‘rekening houden met zware beroepen’) beiden door bijna zes op de tien respondenten worden genoemd als een voorwaarde waaronder de AOW-leeftijd eventueel verhoogd kan worden. Verder zijn preventief rekening houden met slijtage, een geleidelijke invoering en maatregelen om het voor bedrijven aantrekkelijker te maken ouderen in dienst te nemen of te houden belangrijke voorwaarden. 2.1.3.
Samenhang begrip en acceptatie Ondervraagden die na het lezen van tekst 2 begrijpen waarom het kabinet de AOW-leeftijd wil verhogen, vinden de verhoging vaker acceptabel dan de respondenten die dit niet begrijpen. Ruim de helft vindt het (enigszins) acceptabel. Wanneer men na het lezen van de tekst geen begrip heeft voor het verhogen, vinden ruim negen op de tien het verhogen niet zo- of helemaal niet acceptabel. Van de ondervraagden die het verhogen niet acceptabel vinden, begrijpen bijna vier op de tien niet waarom het kabinet de maatregel wil nemen. Tabel 4. Vraag: Basis.
In hoeverre vindt u de verhoging van de AOW-leeftijd in z’n algemeenheid acceptabel? Alle respondenten excl. weet niet (n=883)
Acceptatie enigszins/ zeer acceptabel neutraal niet zo/ helemaal niet acceptabel
7
Begrip ja nee 55% 4% 13% 5% 32% 91%
7
2.2.
Standpunt en voorwaarden Deze paragraaf gaat in op de vraag of respondenten een standpunt hebben ingenomen ten aanzien van het verhogen van de AOW-leeftijd en onder welke voorwaarden men langer zou willen doorwerken.
2.2.1.
Standpunt Bijna zes op de tien ondervraagden geven aan nog geen (volledig vaststaand) standpunt te hebben ingenomen ten aanzien van de verhoging van de AOWleeftijd (tabel 5). Deze mensen zijn dus nog ontvankelijk voor het wijzigen of ontwikkelen van hun standpunt. Tabel 5. Vraag:
Basis.
Meerderheid nog geen volledig vaststaand standpunt Het debat over de AOW-verhoging wordt volop gevoerd. In hoeverre staat uw standpunt over het verhogen van de AOW-leeftijd al vast? Alle respondenten (n=908)
mijn standpunt staat al helemaal vast mijn standpunt staat nog niet helemaal vast, ik twijfel nog een beetje mijn standpunt staat nog niet vast, ik twijfel nog erg ik heb nog geen standpunt ingenomen
% 42% 32% 7% 19%
Een kwart van de respondenten van wie het standpunt nog niet helemaal vast staat is van plan zich de komende tijd nog te gaan oriënteren op een (definitief) standpunt. Bijna vier op de tien is dit niet. Een vergelijkbaar grote groep weet niet of hij/zij zich nog gaat oriënteren op een (definitief) standpunt.
2.2.2.
Voorwaarden Figuur 3 laat zien dat ongeveer de helft van de respondenten van mening is dat –als de verhoging wordt doorgevoerd- de invoering geleidelijk, stapsgewijs moet gaan. Bijna drie op de tien willen een invoering in twee stappen en één op de tien in één stap.
8
8
Figuur 3. Vraag:
Geleidelijke stapsgewijze invoering gewenst Als de verhoging van de AOW-leeftijd wordt doorgevoerd, gaat dat niet van de ene op de andere dag. Welke van onder staande varianten heeft uw voorkeur? Alle respondenten (n=908)
Basis. 11% 10%
51%
28% Stapsgewijs, bijvoorbeeld: vanaf 2011 de daaropvolgende 12 jaar de AOW-leeftijd ieder jaar met 2 maanden verhogen In twee stappen, bijvoorbeeld: in 2020 de AOW-leeftijd met 1 jaar verhogen naar 66 en in 2025 de AOWleeftijd nog eens met 1 jaar verhogen naar 67 In één stap: In 2025 de AOW-leeftijd in 1 keer verhogen naar 67
weet niet
Onderstaande figuur toont wie volgens de ondervraagden moeten zorgen dat werknemers door hun werk niet fysiek versleten raken. Figuur 4.
Werkgevers verantwoordelijk voor niet versleten raken werknemers Wie moet(en) er volgens u voor zorgen dat werknemers door het werk niet fysiek versleten raken? Alle respondenten (n=908)
Vraag: Basis.
80% 70%
67%
60% 50%
44%
41%
40% 30%
24%
20% 10% 2%
3%
anders
weet niet
0% werkgevers
9
werknemers
vakbonden & werkgeversorg in bedrijfstak
overheid
9
Volgens tweederde van de respondenten moeten werkgevers er (mede) voor zorgen dat werknemers door het werk niet fysiek versleten raken. Ook de vakbonden en werkgeversorganisaties en de overheid zouden hier zorg voor moeten dragen. Een kwart van de respondenten legt (ook) de verantwoordelijkheid bij werknemers zelf. De voorwaarden waaronder respondenten zelf langer zouden willen doorwerken zijn opgenomen in tabel 6. Tabel 6. Vraag:
Basis.
Korter werken en flexibelere arbeidstijden gewenst Nederlanders stoppen nu gemiddeld kort voor hun 62e jaar met werken. Wat is voor u de belangrijkste voorwaarde waaronder u langer zou willen doorwerken? Alle respondenten met een betaalde baan (n=662)
Eerst genoemd (top 5) mogelijkheden om korter te werken of arbeidstijden flexibeler in te delen een financieel voordeel voor ouderen, zoals een doorwerkbonus mogelijkheid om fysiek minder zwaar werk te verrichten mogelijkheid om van een zwaardere naar een lichtere functie over te gaan maatregelen gericht op gezond en veilig werken geen enkele voorwaarde, ik wil niet langer doorwerken weet niet
% 35% 19% 7% 4% 3% 23% 4%
Bijna een kwart wil onder geen enkele voorwaarde langer doorwerken. Ruim een derde noemt als eerste voorwaarde de mogelijkheden om korter of met flexibelere arbeidstijden te werken. Een financieel voordeel voor ouderen wordt ook relatief vaak als eerste genoemd.
Tabel 7. Vraag:
Basis.
Korter werken en flexibele arbeidstijden belangrijkste persoonlijke voorwaarden Nederlanders stoppen nu gemiddeld kort voor hun 62e jaar met werken. Wat is voor u de belangrijkste voor- waarde waaronder u langer zou willen doorwerken? Alle respondenten met een betaalde baan (n=662)
Totaal genoemd (top 5) mogelijkheden om korter te werken of arbeidstijden flexibeler in te delen een financieel voordeel voor ouderen, zoals een doorwerkbonus mogelijkheid om van een zwaardere naar een lichtere functie over te gaan mogelijkheid om fysiek minder zwaar werk te verrichten maatregelen gericht op gezond en veilig werken geen enkele voorwaarde, ik wil niet langer doorwerken weet niet
% 62% 47% 26% 25% 21% 23% 4%
Wanneer alle genoemde redenen worden opgeteld en gepercenteerd op het totale aantal respondenten, blijkt dat eveneens de mogelijkheden om korter of
10
10
met flexibelere arbeidstijden te werken als belangrijkste voorwaarde wordt genoemd. Bijna de helft van de werkenden zou langer willen doorwerken als daar een financieel voordeel tegenover staat. 2.3.
Informatiebronnen In deze paragraaf wordt ingegaan op de interesse van respondenten in het onderwerp en de wijze waarop zij geïnformeerd worden over de verhoging van de AOW-leeftijd.
Figuur 5. Vraag: Basis.
Meerderheid geïnteresseerd in het onderwerp In hoeverre bent u geïnteresseerd in het onderwerp van dit onderzoek (het verhogen van de AOW-leeftijd)? Alle respondenten excl. weet niet (n=894)
15%
37%
26%
zeer geïnteresseerd
(enigszins) geïnteresseerd
niet zo geïnteresseerd
helemaal niet geïnteresseerd
14%
neutraal
Uit figuur 5 blijkt dat ruim de helft van de respondenten geïnteresseerd is in het onderwerp ‘de verhoging van de AOW-leeftijd’. Ruim één op de vijf is niet geïnteresseerd in het onderwerp.
11
11
8%
Een minderheid van de ondervraagden leest of hoort nooit iets over de verhoging van de AOW-leeftijd (tabel 8). Tabel 8.
Meeste ondervraagden horen wel eens wat over het onderwerp Leest of hoort u wel eens iets over de verhoging van de AOW-leeftijd? Zo ja, hoe komt u aan deze informatie? Alle respondenten (n=908)
Vraag: Basis.
nee ja, via televisie of radio ja, via dagbladen/kranten of opiniebladen ja, via internet ja, via anderen (vrienden, familie, bekenden, collega's) ja, via belangenorganisaties zoals politieke partijen, vakbonden, ouderenorganisaties, etc. ja, via de overheid ja, via mijn werkgever Weet niet
% 7% 73% 55% 23% 21% 18% 11% 6% 2%
Belangrijkste bronnen voor informatie zijn de televisie of radio. Ook dagbladen/kranten of opiniebladen zijn veel genoemde informatiebronnen. Eén op de tien wordt (ook) geïnformeerd via de overheid. Figuur 6.
Nieuwsprogramma’s belangrijkste soort televisie/radio informatiebron Via welke televisie- of radioprogramma’s leest of hoort u wel eens iets over de verhoging van de AOW-leeftijd? Allen die via televisie en/of radio worden geïnformeerd (n=681)
Vraag: Basis. 100%
91%
90% 80% 70% 60%
55%
50% 40%
31%
30% 20%
15%
10%
1%
0% via nieuw sprogramma's via achtergrond- of via nieuw sprogramma's via achtergrond- of op de radio discussieprogramma's op televisie (bv. NOS discussieprogramma's op de radio Journaal, RTL nieuw s) op televisie (bv. Netw erk, Nova, Editie NL)
Weet niet
Ruim negen op de tien respondenten die (ook) via televisie en/of radioprogramma’s worden geïnformeerd, worden via nieuwsprogramma’s op televisie
12
12
geïnformeerd (figuur 6). Achtergrond- of discussieprogramma’s op televisie zijn voor ruim de helft een bron van informatie over dit onderwerp. In tabel 9 is een overzicht opgenomen van de verschillende dag- en opiniebladen die worden gebruikt door ondervraagden die daar (mede) hun informatie vandaan halen.
Tabel 9. Vraag: Basis.
Regionale dagbladen grootste Via welke dagbladen/kranten of opiniebladen leest u wel eens iets over de verhoging van de AOW-leeftijd? Allen die via dagbladen of opiniebladen worden geïnformeerd (n=541)
Regionaal dagblad De Telegraaf Metro Algemeen Dagblad Spits De Volkskrant De Pers NRC Handelsblad Elsevier Trouw Nederlands Dagblad NRC Next Vrij Nederland Het Parool HP/De Tijd Reformatorisch Dagblad Intermediair Financieel Dagblad Weet niet
% 43% 27% 26% 26% 24% 18% 12% 12% 5% 5% 4% 4% 4% 3% 3% 3% 3% 2% 2%
Ondervraagden die via dagbladen/kranten of opiniebladen wel eens iets lezen over het onderwerp lezen hierover voornamelijk in (regionale) kranten (tabel 9).
13
13
Uit figuur 7 blijkt dat respondenten die op websites wel eens iets lezen over de verhoging van de AOW-leeftijd dit voornamelijk lezen op nieuwssites. Figuur 7. Vraag: Basis.
Informeren via internet gaat via nieuwssites Op welke websites of fora leest u wel eens iets over de verhoging van de AOW-leeftijd? Allen die via internet worden geïnformeerd (n=205)
60% 52% 50%
45%
40%
30%
25% 17%
20%
13% 10%
5%
4%
3%
4%
0% Nu.nl
NOS Telegraaf.nl (teletekst).nl
Als respondenten (ook) via organisaties melijk via vakbonden (figuur 8). Figuur 8. Vraag: Basis. 90%
GeenStijl.nl w ebsite Anders w ebsites vakbond van daggeïnformeerd worden, is dit voorna/regiobladen
Nieuw s.nl
Weet niet
Informatie verkregen via organisaties komt voornamelijk van vakbonden Via welke organisaties leest of hoort u wel eens iets over de verhoging van de AOW-leeftijd? Allen die via organisaties geïnformeerd worden (n=174)
81%
80% 70% 60% 49%
50% 40% 30% 20%
14%
10%
3%
3%
3%
anders
jongerenorganisaties
w eet niet
0% vakbonden
14
politieke partijen
ouderenorganisaties
14