Vereniging Hendrick de Keyser
Jaarverslag 2012
v i e r e n n e g e n t i g s t e
j a a r v e r s l a g
Vereniging Hendrick de Keyser De Vereniging heeft tot doel het behoud van architectonisch of historisch waardevolle huizen in Nederland
Algemeen
Vereniging Hendrick de Keyser is een instelling die de bevordering van kunst en wetenschap ten doel heeft als bedoeld in de Successiewet en de Wet op de inkomsten, resp. vennootschapbelasting. De Vereniging is sinds 1 januari 2006 vrijgesteld van het betalen van zowel schenkbelasting over ontvangen schenkingen als erfbelasting over ontvangen erfstellingen en legaten. Met ingang van 1 januari 2008 is de Vereniging opnieuw door het Ministerie van Financiën aangemerkt als een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) en per 1 januari 2012 als ANBI met een Cultureel doel. Voorts is de Vereniging door het Centraal Bureau Fondsenwerving gecertificeerd.
(foto Arjan Bronkhorst)
Iedereen kan lid worden van de Vereniging, zowel particulieren als bedrijven. De minimum contributies zijn: • voor een gewoon lid € 25 per jaar; • voor een lid ‘voor het leven’ (30 jaar) € 450 ineens. Bedrijven kunnen alleen lid worden op jaarbasis. Bedrijven en andere lichamen die aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen kunnen giften aan de Vereniging aftrekken voorzover zij tezamen met andere giften maximaal 50% van de winst betreffen (met een maximum van € 100.000). Een gift aan Vereniging Hendrick de Keyser mag tot een maximum van € 5.000 met 50% meer aftrek worden verwerkt (Culturele ANBI). Behalve leden kent de Vereniging donateurs. Deze betalen tenminste € 20 per jaar en adopteren daarmee een pand uit ons bezit. Zij ontvangen de reguliere publicaties van de Vereniging, doch kunnen verder geen aanspraak maken op de rechten die leden hebben.
Voor de inkomstenbelasting kunnen giften aan de Vereniging worden afgetrokken, voorzover deze giften, tezamen met andere aftrekbare giften, zowel € 60 als 1 % van het drempelinkomen te boven gaan. De aftrek bedraagt ten hoogste 10 % van het drempelinkomen. Giften in de vorm van termijnen van lijfrenten, welke berusten op een bij notariële akte van schenking aangegane verplichting om termijnen van (nagenoeg) gelijke omvang gedurende vijf of meer jaren ten minste jaarlijks uit te keren, zijn steeds aftrekbaar. Omdat Vereniging Hendrick de Keyser een ‘Culturele ANBI’ is, kunnen giften tot maximaal € 5.000 voor 125 % in aftrek worden verwerkt.
Vereniging Hendrick de Keyser wordt structureel gesteund door de BankGiro Loterij en het SNS REAAL Fonds.
Voorzijde omslag: De hof van ‘Huis Naalden’, Bakpers 9 te Best (foto Arjan Bronkhorst) Achterzijde omslag De drie belangrijkste vormen in de theorie van het plastische getal, Hans van der Laan
Het kantoor van de Vereniging is gevestigd in:
Huis Bartolotti Herengracht 172 1016 BP Amsterdam Telefoon 020 521 06 30 Website www.hendrickdekeyser.nl E-mail
[email protected] Bankrelaties
NL94ABNA0411840207 NL86INGB000048718
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
Vereniging Hendrick de Keyser is opgericht op 3 januari 1918 en erkend bij Koninklijk Besluit van 26 februari 1918 no. 62. Haar laatstelijk gewijzigde statuten zijn vastgelegd in een notariële akte d.d. 7 september 2007. De Vereniging is ingeschreven in het verenigingsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam onder no. 40530264.
3
Samenstelling Bestuur en Raad van Commissarissen
Inhoud
per 31 december 2012
Bestuur
Jaar van aftreden
H.J. Brouwer voorzitter H.B. van Wijk penningmeester A.A. Schulting secretaris J.B.H. de Haan K.A. Ottenheym mw. E.M. van der Pol
Raad van Commissar issen A.F.W. Bosman mw. C.W. Fock L. van Grunsven F.Q. Hoebens mw. J.R. Jas mw. P. Kruseman mw. M.C. Kuipers mw. P.M. Noordervliet mw. E. Swaab H.M.J. Tromp M.C. van Veen D.P. de Vries mw. A.C. de Bruijn A.J.C. van Leeuwen R.J.G. Bandell B. Bleker mw. F.G. van Diepen-Oost* J.G.P.M. Helderman* J.H.M. Lindenbergh A.J.A.M. Lisman K.J. Storm* E. Veen E. ten Cate M. Schimmelpenninck mw. W. Sorgdrager * audit commissie
2016 2014 2015 2016 2014 2016
Pagina
2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2013 2013 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2015 2015 2015
6
Inleiding
8
Ver wer v ingen
13
Inst andhouding
25
Voorlicht ing
27
Financ iële baten
29
Verenigingszaken
36
Versl ag Raad van Commissar issen
36
Pl annen voor de kor te termijn
37
Begrot ing 2013
38
Verant woordingsverkl ar ing 2012 Jaarc ijfers 2012
40 Balans 42 Staat van Baten en Lasten 43 Toelicht ing op de Balans en
de Staat van Baten en Lasten
46 Controleverklar ing
Ar t ikel
48 Huis Naalden
De architec tuur theor ie van Dom Hans van der Laan in een notendop door Juliet Oldenburger
Direc teur
C.S.T.J. Huijts
Adjunc t direc teur mw. J.L.P.B. Finaly
Best, ‘Huis Naalden’, detail voordeur en bel (foto Arjan Bronkhorst)
70
Alf abet ische lijst van huizen
75
Verspreidingskaar t
Verslag van de Vereniging Inleiding
Uitreiking van de erepenning aan aftredend voorzitter Pi de Bruijn tijdens de Algemene Ledenvergadering
De nieuwe erepenning van Vereniging Hendrick de Keyser ontworpen door Elisabeth Varga (foto Arjan Bronkhorst)
Het verslagjaar 2012 werd voor Vereniging Hendrick de Keyser op tweeërlei fronten gedomineerd door de gevolgen van de financiële crisis. Hierdoor raakte een voor de Vereniging zelf bijzondere gebeurtenis, de wisseling van de voorzitter, al snel op de achtergrond.
Voorzitterswisseling De heer P.B. de Bruijn was in 1990 toegetreden tot het Bestuur en derhalve zeer ervaren toen hij in 2003 de voorzittershamer overnam van de heer P.M. van der Laan. Het was voor het eerst dat deze positie werd ingenomen door de ‘architect-vertegenwoordiger’ in ons Bestuur. De Bruijn zette de harmonieuze vergaderstijl van zijn voorganger voort; besluiten werden immer met volledige consensus genomen. Hij legde daarnaast nieuwe accenten, bijvoorbeeld door ‘voorlichting’ als kerndoel te benoemen en meer dan ooit nadruk te leggen op kwalitatief hoogwaardige publieke uitingen en de noodzaak om publiektoegankelijk naar buiten te treden. Het verwervingsbeleid werd beïnvloed door
zijn visie dat ‘architectuur’ van alle tijden is en het onderscheid tussen (moderne) architectuur enerzijds en erfgoed anderzijds kunstmatig is. De restauratievoorstellen mochten altijd op zijn vakmatige belangstelling rekenen, waarbij ook daar de lat zo hoog mogelijk kwam te liggen. Pi de Bruijn liet op 23 juni, bij de overdracht van ‘zijn’ voorzittershamer, een verjongde en bruisende Vereniging achter, waar in de onderwerpen van een mini-symposium nadrukkelijk aandacht aan werd besteed. De nieuwe voorzitter, H.J. Brouwer, sprak een lofrede uit en reikte zijn voorganger de nieuw ontworpen erepenning van het Bestuur uit. De Vereniging is de heer De Bruijn zeer dankbaar voor zijn inzet en bijdragen en hoopt nog lang van zijn gevraagd en ongevraagd advies gebruik te kunnen maken.
Crisisperikelen
Zoals hiervoor opgemerkt werd ‘Hendrick de Keyser’ in 2012 langs twee wegen harder dan in de voorgaande jaren geraakt door crisis-gerelateerde ontwikkelingen. Het Rijk voerde een
Nadat het in de achterliggende jaren betrekkelijk goed bleef gaan met onze verhuur, vonden in de loop van 2012 enkele ontwikkelingen plaats die de huurinkomsten dreigen aan te tasten. Op het eerste gezicht zijn de huurinkomsten in 2012 nog fors toegenomen, zelfs meer dan in de voorgaande jaren. Dat beeld wordt echter vooral veroorzaakt door enkele panden die na restauratie weer in de verhuur konden worden gebracht. Achterliggend speelde daarentegen sluipenderwijs, dat verschillende huurders langer wachtten met het betalen van hun huur en helaas kwamen ook meer huurders in de situatie dat zij hun huur niet meer konden betalen. Hierdoor groeide in de loop van 2012 de huurachterstand, aanvankelijk ongemerkt, maar vanaf augustus duidelijk merkbaar. Tegelijkertijd waren er ook meer huurders die uit eigen beweging hun huur beëindigden. Vervolgens nam in 2012 het aantal kandidaten dat de vrijgekomen eenheden weer wilde gebruiken in hoog tempo af. Het gevolg van deze samenloop was een snel groeiende leegstand in ons bezit. Omdat wij de laatste jaren al een terugloop constateren in de bijdragen van fondsen en een nog veel grotere terugloop in subsidiebijdragen aan onze restauraties, is handhaving van het inkomstenniveau uit verhuur van groot belang. Met ingang van het vierde kwartaal is een specifiek actieplan ontwikkeld om dit proces een halt toe te roepen. Voor het ontwikkelen en toepassen van een adequate reactie is binnen de organisatie een speciale taakgroep ‘huurherstel’ opgezet. De activiteiten van deze taakgroep hebben als specifiek doel: voorkomen dat het huurverlies in 2013 dermate ernstige vormen gaat aannemen, dat de Vereniging hiervan hinder gaat ondervinden. De adviezen van de taakgroep hebben betrekking op alle facetten van het verhuurproces. Daarbij waren aanpassingen van interne processen en verbetering van de informatie voor de potentiële huurkandidaat betrekkelijk snel door te voeren. De ombouw van het verhuuronderdeel van onze website vergde iets meer tijd, doch kon voor het einde van het jaar worden afgerond. In 2013 zullen plannen worden uitgewerkt voor de aanpassing van moeilijk verhuurbare eenheden. In sommige gevallen zal wellicht tot tijdelijke maatregelen moeten worden besloten, om ingebruikname van een huureenheid te bewerkstelligen. Tevens zal in 2013 aansluiting worden gezocht bij landelijke verhuursites, zodat de doelgroep ons aanbod makkelijker kan vinden.
Restauratiesubsidie ‘Hendrick de Keyser’ heeft in 2012 weer twee fantastische huizen kunnen toevoegen aan de collectie: een typische ‘jaren-dertig’ vakantiewoning van de hand van de architecten Ben Merkelbach en Charles Karsten in Groet (N-H) en een icoon van de ‘Bossche-school’ in de vorm van een woonhuis van architect Hans van der Laan in Best (N-B). Deze twee geweldige aanwinsten hebben in directe zin niets te maken met ‘restauratiesubsidies’, zoals de subkop van dit deel van het verslag luidt. Opmerkelijk is echter, dat er in 2012 geen ouder pand verworven is, geen 17de- of 18deeeuws huis dat voor zijn behoud nodig een zorgvuldige restauratie moet ondergaan. De reden voor deze – in de geschiedenis van de Vereniging unieke – gebeurtenis is wel terug te voeren op een op het eerste gezicht onschuldige beleidswijziging die het Rijk dit jaar heeft doorgevoerd. In het kader van de heersende decentralisatiegedachte
is de verdeling en de toekenning van de subsidies voor restauratieprojecten met ingang van 2012 neergelegd bij de provincies. De gedachte erachter was, dat ‘in de regio’ goed kan worden ingeschat welke restauratiebehoeften er zijn en dat de inmiddels beperkte Rijksgelden konden worden samengevoegd met provinciale fondsen. Hierdoor zouden uiteindelijk in de restauratiesector ruimere middelen beter kunnen worden ingezet. De provincies bleken 2012 vooral nodig te hebben om procedures te bedenken waarlangs deze gelden konden worden ingezet. Tezamen met andere decentralisatieprocessen is hiervoor kennelijk onvoldoende tijd, want bij het schrijven van dit verslag zijn er nog verschillende provincies waarvan geen restauratieregeling bekend is. Als landelijke Vereniging plaatsten wij al meteen kanttekeningen bij deze ontwikkeling. Dat had niet zozeer betrekking op de achterliggende inhoudelijke visie; het herstel van een verwaarloosd monument wordt immers in de directe omgeving het meest als noodzakelijk ervaren. Dus de afweging voor welk object de beschikbare subsidie het meest noodzakelijk is, kan heel goed regionaal plaatsvinden (al zou daarnaast een landelijke waardestelling voor een juiste afweging onontbeerlijk zijn). In de praktijk echter blijkt de regionale prioriteitstelling op korte termijn erg tegen ons als landelijke organisatie te werken. Wij zijn immers een landelijk vangnet, dat pas open gaat wanneer voor een waardevol monument lokaal geen oplossing voorhanden is. In de meeste gevallen betekent dat dus dat er lokaal ook geen (voldoende) subsidiemogelijkheden zijn om zo’n monument te restaureren. Voorheen konden wij dan terugvallen op een landelijke subsidieregeling, doch die is nu opgeheven. Tegelijk speelt het regionale sentiment in deze nieuwe situatie ons niet in de kaart. Integendeel, helaas ervaren wij nogal eens, dat in de provincie het idee bestaat, dat een pand dat eenmaal in bezit is van ons als landelijke organisatie geen steun uit de regio meer behoeft. Het onmiddellijke gevolg van deze ontwikkeling is, dat ‘Hendrick de Keyser’ geen noodlijdende panden meer kan opnemen, als daarbij niet de zekerheid wordt geleverd, dat er uit de provincie subsidiegelden voor de restauratie beschikbaar zijn of komen. Om de hiervoor genoemde redenen is dat in 2012 geen enkele keer gelukt, zodat er geen historische panden verworven zijn. In de overdracht van de Rijksgelden naar de provincies is gevraagd of de provincies, via bijvoorbeeld een ‘voorkeursrecht’, een deel van de gelden speciaal aan de daartoe opgerichte professionele organisaties kan toedelen, zodat bijvoorbeeld het huidige probleem van onze Vereniging zich niet zou voordoen. Bij het schrijven van dit verslag was er echter slechts één provincie (Overijssel) die met dit gegeven in zijn toewijzingsafweging iets gedaan heeft. Het lijkt noodzakelijk dat de Vereniging in haar voorlichting zich duidelijker gaat richten op haar betekenis voor de regio. Wij zullen in de verschillende provincies duidelijker voor het voetlicht moeten brengen, dat wij weliswaar een landelijke paraplu zijn, maar het rendement van onze inspanning vooral de directe omgeving van het pand ten goede komt en dat om die reden de financiële bijdrage uit de provincie juist op zijn plaats is, ook aan ons als landelijke organisatie. Zo’n informatieproces vergt echter een lange adem, zodat wij ervan uit kunnen gaan, dat ook in de komende jaren onze vangnetfunctie voor verkrotte monumenten minder groot zal zijn dan in het verleden.
7 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
6
administratieve wijziging door in de toewijzing van restauratiesubsidies die voor ons sterk negatief uitpakt en de gevolgen van de crisis sijpelden onmiskenbaar door naar de huurders van de Vereniging.
Verwervingen
9
Groet, ‘Huis Dijkstra’, uitzicht op de duinen (foto Eva Besnyö/MAI)
Groet, Nieuweweg 2, ‘Huis Dijkstra’
Groet, Nieuweweg 2, ‘Huis Dijkstra’ De beroemde zwart-wit foto’s die Eva Besnyö in 1935 van dit zomerhuisje in Groet maakte, hebben ‘Huis Dijkstra’ tot een icoon van het moderne 20ste-eeuwse wonen gemaakt. Gepubliceerd in De 8 & Opbouw, het tijdschrift van het Nieuwe Bouwen, illustreren ze een optimis-
Beginselmanifest van De 8, 1927
tisch ideaal van de jaren twintig en dertig: leven zonder formaliteiten in een eenvoudig, functionalistisch vormgegeven huis. Het ontwerpen van een zomerhuisje was een gewilde opgave voor de architecten van het Nieuwe Bouwen. Dit type opdracht was minder gebonden aan vaste conventies en leende zich voor een vooruitstrevende architectuur. Tegelijk sloot het bouwen van een vakantiehuis aan bij een idealistisch vooruitgangsdenken, waarbij leven in de open lucht, nabij de zee, als heilzaam werd gezien. In 1932 maakten de architecten Ben Merkelbach (1901-1961) en Charles Karsten (1904-1979) ontwerpen voor een zomerhuis op verschillende locaties in de omgeving van Schoorl in Noord-Holland. De opdrachtgever mr Rients Dijkstra was advocaat en journalist in Amsterdam. Hij was betrokken bij de Groene Amsterdammer en maakte deel uit van een kring Amsterdamse intellectuelen, kunstenaars, schrijvers en architecten waartoe ook Merkelbach en Karsten behoorden. Deze jonge architecten waren in 1927 mede-oprichters van ‘De 8’. In een manifest riepen ze op tot een architectuur die rationeel, ondergeschikt aan de opdracht en wars van vormwil was. De Amsterdamse architectenvereniging ‘De 8’, met leden als Mart Stam, Jan Duiker en Cornelis Van Eesteren, speelde met haar Rotterdamse evenknie ‘Opbouw’ een belangrijke rol in de opkomst van de moderne architectuur. Merkelbach en Karsten vormden in 1929 samen een architectenbureau. Ze ontwierpen huizen en bedrijfsgebouwen en richtten zich op volkswoningbouw. Bekende werken van het bureau zijn de Avro-studio in Hilversum (1936), lettergieterij Tetterode in Amsterdam (1951) en de wijken Landlust (1939) en Frankendaal (1951) in Amsterdam waar geëxperimenteerd werd met huizenbouw in open stroken. Merkelbach werd in 1956 benoemd tot stadsarchitect van Amsterdam.
Het zomerhuis voor de familie Dijkstra in Groet was één van de eerste zelfstandige opdrachten van het bureau. Het werd ontworpen voor een jong gezin met twee kinderen. Als locatie werd gekozen voor een weiland aan de Wagemakersweg (nu Nieuweweg) met prachtig uitzicht op de duinen. Een groot deel van het perceel bleef in gebruik als hooiland, waarmee een blijvend vrij uitzicht veilig werd gesteld. De tuin sloot slechts met een greppel en zonder hek aan op het omringende weiland. Het streven van de architecten ‘om de scheiding tusschen natuur en huis zooveel mogelijk te vervagen’ is er tot op de dag van vandaag zeer tastbaar. De bouw van het huis nam een aanvang in de herfst van 1933 en was gereed in de zomer van 1934. Het blokvormige huis is eenvoudig van bouwwijze en helder van opzet. Het huis telt twee verdiepingen,
buitenmaats niet meer dan ca 6 x 9 meter, en werd opgetrokken in hout, baksteen, staal en glas. Tegen het huis staat een garage (apart aanbesteed), als een contrasterend volume, waarin de zwarte Ford van de opdrachtgever een plaats had. Op de begane grond bevinden zich de entree, de woonkamer, de keuken, een toilet en de aangebouwde bijkeuken met garage. Op de verdieping zijn vier kamers en een eenvoudige douchecel. De diagonaal van de woonkamer en het omliggende terras is gericht op het zuiden. De woonkamer opent zich naar het omliggende landschap: licht, lucht en zon kunnen volop toetreden door grote puien. Dit gebeurt met behulp van schuifdeuren die op ingenieuze wijze naar buiten kunnen draaien en zo windschermen vormen voor een ruim terras. In deze toestand lopen binnen en buiten letterlijk in elkaar over. Oprolbare zonweringen kunnen het terras verdere beschutting geven.
Groet, ‘Huis Dijkstra’ (foto Eva Besnyö/MAI)
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
8
11
Groet, ‘Huis Dijkstra’, doorgeefkast naar woonkamer
De afwerking van het zomerhuis was doordacht sober en functioneel. Zo zijn de binnendeuren vlak, met minimale lijsten van stripstaal rond de kozijnen. De compacte keuken, waarvan de opzet verwantschap vertoont met de keukens in de ‘Weissenhofsiedlung’ in Stuttgart, heeft een zwart granito aanrecht en een doorgeefkast naar de woonkamer. De trap naar de verdieping krijgt licht door een hoog raam met glazen bouwstenen. Prachtig is de dubbele trapleuning, voor volwassenen én kinderen, een staaltje van het functionele vernuft van de architecten. Boven de stalen voordeur bevindt zich een luifel, met gebogen stangen opgehangen aan de gevel. De houten vloer van de begane grond was oorspronkelijk afgewerkt met ‘kurk-estrich’ een materiaal dat normaal als ondergrond gebruikt werd voor linoleum. De verdiepingsvloeren werden belegd met kurklinoleum. De plafonds in het huis zijn van zachtboard, de naden en randen afgewerkt met aluminium strips. Met een gordijnrails kon de woonkamer in compartimenten worden verdeeld. Alles in het huis was gericht op praktische bewoonbaarheid, onbelemmerde toetreding van licht en lucht en contact met de omgeving. De kleuren van het huis werden bepaald door de met de Dijkstra’s bevriende kunstschilder Wim Schuhmacher. Schuhmacher, de ‘meester van het grijs’, werd beroemd door het prachtige ‘zilveren licht’ in zijn schilderijen. In de jaren twintig had Schuhmacher een aantal moderne architecten leren kennen en in de jaren dertig gaf hij adviezen voor kleurstellingen van gebouwen aan onder andere het bureau Merkelbach en Karsten. Door Jan Duiker werd Schuhmacher omschreven als de ‘schilder van de nieuwe zakelijkheid’. De architecten van het Nieuwe Bouwen hadden een voorkeur voor grijzen, lichte pastelkleuren en de kleurloosheid van zilver. De zilverglans van aluminiumverf op stalen kozijnen (in het interieur aanwezig met stalen en verchroomde buismeubelen) hoorde bij een industrieel vocabulaire. In het huis in Groet adviseerde Schuhmacher lichte grijze tinten, met helder blauw voor de keuken en getemperd geel voor de trap en de zitbanken in de woonkamer. De stalen ramen werden aan
Groet, ‘Huis Dijkstra’
de buitenzijde aluminiumgrijs geschilderd (later gewijzigd in groen), aan de binnenzijde lichtgrijs (later gewijzigd in ‘Corbusier’-rood). De plafonds waren wit, de wanden gebroken wit, met uitzondering van de woonkamer waar deze een lichtgrijze kleur kregen. Het huis werd door de eigenaren met veel zorg ingericht. In de eethoek van de woonkamer kwam een eettafel met een verchroomd stalen onderstel en houten Thonetstoelen. Onder het raam stond een verrijdbare theetafel. Merkelbach en Karsten ontwierpen houten banken voor de zithoek, oorspronkelijk aangevuld met Rietveldstoelen. Boven een van de banken kwam een penseeltekening, ‘olijfbomen op Mallorca’, van Wim Schuhmacher te hangen. Een gietijzeren kolenkachel, in deze tijd de enige bron van verwarming in het huis, stond in de hoek van de kamer. Op de verdieping ontwierpen de architecten onder andere een kaptafel met lage kasten. Sinds de bouw in 1934 is het huis altijd in gebruik geweest als zomerhuis van de
Groet, ‘Huis Dijkstra’, trappenhuis
familie Dijkstra. In de eerste jaren was het een ontmoetingsplek van de vriendenkring van de eigenaren. Behalve de architecten Merkelbach, Karsten en Bodon waren schrijvers en dichters als Menno ter Braak, Edgar du Perron, Jany Roland Holst en Victor van Vriesland, schilders als Wim Schuhmacher, Charley Toorop, Edgar Fernhout en Thé Lau, de beeldhouwer John Rädecker, de fotografe Eva Besnyö, de cineast John Fernhout en vele anderen uit de wereld van kunsten en journalistiek, regelmatige gasten waarmee op het terras in Groet lange zomeravonden worden doorgebracht. Voor de dorpelingen een bezienswaardigheid, goed te volgen vanaf de straat en de omlig-
gende weilanden. Na de oorlog onderging het huis een geleidelijk transformatieproces. Het radicale modernisme werd verzacht door kleine wijzigingen, onder andere in de kleurstelling en op kleine onderdelen in de inrichting, waarmee de eigenaren het huis een vriendelijker uitstraling leken te willen geven. In de jaren zestig nam Tjeerd Dijkstra, architect, hoogleraar in Delft en lange tijd Rijksbouwmeester, de zorg voor het huis op zich. Alle herstelwerkzaamheden, wijzigingen en toevoegingen werden zoveel mogelijk in de geest van het oorspronkelijke ontwerp uitgevoerd. In de jaren tachtig bleek een grote restauratie noodzakelijk, waarbij ernstige bouwkundige problemen werden aangepakt en enkele moderne voorzieningen werden ingebracht. Door de terughoudendheid en zorgvuldigheid van deze wijzigingen is het huis tot op de dag van vandaag een uitzonderlijk monument van het Nieuwe Bouwen en wonen gebleven. In 2012 is het huis met zeer genereuze steun van de familie Dijkstra en de BankGiro Loterij aan onze Vereniging overgedragen. Het zal in gebruik blijven waar het voor bedoeld is: als zomerhuis in de weilanden, in de nabije omgeving van duinen, strand en zee.
Best, Bakpers 9, ‘Huis Naalden’ Onze Vereniging koopt slechts bij uitzondering een huis ‘uit de markt’. In de regel gaat het om overdrachten van bedreigde panden door particulieren en overheden, ver beneden de marktwaarde, waar dan meestal wel een grote restauratie opgave aan vast zit. De aankoop van ‘Huis Naalden’, een huis met een belangrijke plaats in de architectuurgeschiedenis van het moderne Nederlandse woonhuis, vormt een uitzondering hierop. De verwerving, mogelijk gemaakt door genereuze steun van de BankGiro Loterij, past in het beleid van Vereniging Hendrick de Keyser om haar collectie zeer selectief uit te breiden met goede voorbeelden van 19de en 20ste-eeuwse Nederlandse architectuur.
Groet, ‘Huis Dijkstra’ (foto Eva Besnyö/MAI)
‘Huis Naalden’, ontworpen en gebouwd in 1978-1982, is een bijzonder monument van de ‘Bossche School’-architectuur uit de tweede helft van de twintigste eeuw, een stroming in de Nederlandse
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
10
Instandhouding
Best, Bakpers 9, ‘Huis Naalden’ (foto Arjan Bronkhorst)
architectuur die ook internationaal erkenning heeft gekregen. Het huis in Best bij Eindhoven werd ontworpen door Dom Hans van der Laan (1904-1991), grondlegger van de Bossche School. Pater-architect Hans van der Laan heeft een klein, maar prachtig oeuvre nagelaten dat vooral uit religieuze bouwkunst bestaat. Het huis in Best is zijn enige woonhuis in Nederland. Het is ontworpen als experiment en theoretische bijdrage aan de architectuur. In dat opzicht is het wel vergelijkbaar met onze ‘modelwoning’ door Gerrit Rietveld aan de Erasmuslaan in Utrecht: de bouw van het huis had een ruimere betekenis dan het vervullen van de specifieke wensen van de opdrachtgever. Het huis werd ontworpen kort nadat Van der Laan zijn architectuurtheorie ‘De Architectonische Ruimte’ had gepubliceerd. Het ontwerp is een statement van Van der Laan over hoe een woonhuis gebouwd zou moeten worden en van zijn opvat-
tingen over maat, vorm en ruimte op basis van het ‘plastische getal’. Van der Laan noemde het ontwerp “een proeve van architectonische ruimte”. Het ontwerp breekt volledig met de gangbare typologie van het Nederlandse woonhuis: het is gebouwd als een compositie van volumes rondom een binnenhof. Het bestaat uit vier bouwdelen: een zaal (woonkamer), een langsvleugel (slaapkamers, keuken en sanitaire voorzieningen), een open galerij (die tevens als garage dienst kan doen) en een tuinmuur. Samen vormen ze de besloten binnenhof. In een fonteintje in de gang staat de inscriptie ‘het buiten in de ban van het binnen’, een bondige typering van het patiohuis. In zijn uitwerking toont het sobere huis alle kenmerken die de Bossche School zoveel waardering heeft gegeven. In een uitgebreid artikel achter in dit jaarverslag gaat Juliet Oldenburger dieper in op de architectuur van dit bijzondere huis.
In 2012 bedroegen de uitsluitend voor instandhouding gemaakte kosten (dus zonder verrekeningen) € 8.979.438. De basis voor de duurzame instandhouding van onze panden wordt gevormd door de huuropbrengst. Deze bedroeg in 2011 € 7.843.282 en werd aangevuld met € 84.847 tot € 7.928.128 door incidentele opbrengsten, waaronder de verhuur van enkele van onze bijzondere locaties voor vergaderingen en bijeenkomsten, of als filmlocatie. Net als in voorgaande jaren is dus meer geld aan instandhouding besteed dan er aan huurinkomsten binnen kwam. Het verschil (14,5 % extra) is echter opnieuw beduidend minder dan in het voorgaande jaar (40 % in 2011), omdat de kosten in veel mindere mate konden worden gedekt door bijdragen uit overheidssubsidies of bijdragen van fondsen. Daardoor moesten, voor het derde jaar op rij, enkele restauraties worden versoberd, uitgesteld of getemporiseerd. Deze situatie is in de loop van 2012 verergerd door de hiervoor genoemde problemen met de huurinningen. De vorig jaar uitgesproken verwachting dat deze situatie zich nog enige jaren zal voortzetten blijft onverminderd van kracht.
dan € 500.000) omdat het instandhouding van (grotere) complexen betrof of het werk betrekking had op volledige restauraties of delen daarvan. Het ging daarbij om:
Amsterdam, Diemerzeedijk 27
Renovatie van het tweede bijgebouw (vml. koetshuis).
Amsterdam, Keizersgracht 387
Verbouwing en herinrichting eerste etage
Amsterdam, Oudezijds Voorburgwal 14
Vernieuwing fundering en renovatie pand
Bolsward, Kleine Dijlakker 17
Deel van een volledige restauratie
Doesburg, Koepoortstraat 26A
Volledige renovatie woning
Dordrecht, Wijnstraat 153
Gedeelte van een restauratie
Haarlem, Spaarne 15-17
Vervolg restauratie benedenverdieping
Heiloo, Kennemerstraatweg 278 Aan 45 panden is in 2012 voor meer dan € 25.000 aan instandhoudingkosten besteed (in 2011 aan 55).
Afronding restauratie
Hoorn, Kerkplein 39 Gedeeltelijke restauratie
In 8 gevallen (2011: 14) daarvan lag de besteding tussen de € 50.000 en de € 100.000, te weten bij:
Hoorn, Roodesteen 8
Amsterdam
Scheveningen, Zwaardstraat 16A
Onderhoud
Henri Polaklaan 9 Herengracht 77 Herengracht 284 Lange Leidsedwarsstraat 148 Lange Leidsedwarsstraat 150
Renovatie bovenverdieping
Schiedam, Aleidastraat/Hofje van Belois 1-37 Renovatie woning
Schiedam, Proveniershuis 18 Restauratie achterbouw
Cruquius
Velsen-Zuid, Rijksweg 134
Restant restauratie Noordelijk Koetshuis
Cruquiusdijk 27
’s-Hertogenbosch
Zwolle, Sassenstraat 33
Restauratie
Hinthamerstraat 138
Naaldwijk
Heilige Geest Hofje 1
Bij de panden in Amsterdam, Henri Polaklaan 9 en Herengracht 284, stoomgemaal de Cruquius en het pand in Naaldwijk betrof het regulier onderhoud aan een groot of bewerkelijk pand. In Herengracht 77 en Lange Leidsedwarsstraat 148 en 150 werd geïnvesteerd om de panden gereed te maken voor de verhuur. In ’s-Hertogenbosch, de Hinthamerstraat 138, betrof het deelwerkzaamheden in de afronding van de restauratie. Bij het pand in Naaldwijk was sprake van groot onderhoud.
Best, Bakpers 9, ‘Huis Naalden’ (foto Arjan Bronkhorst)
Aan 16 (2011: 18) van de hiervoor genoemde 45 panden is in 2012 meer dan € 100.000 besteed (waaronder aan 2 panden zelfs meer
Binnen deze categorie verdient het restauratiewerk aan de volgende panden aparte aandacht:
Amsterdam, Oudezijds Voorburgwal 14
Op de hoek van de Oudezijds Voorburgwal en de Oudezijds Armsteeg staat het ‘Wapen van Riga’, een groot koopmanshuis uit circa 1600, gebouwd op de plek van twee middeleeuwse huisjes. Bijzonder aan het pand is de constructie die een overgangsvorm van hout naar steen laat zien: een houtskelet van gestapelde gebinten, gedeeltelijk ingelaten in stenen muren. Daarnaast heeft het pand ook een prachtige renaissance pronkgevel aan de gracht. Sinds 1950 is het Goodwillcentrum van het Leger des Heils in het ‘Wapen van Riga’ gevestigd. Ingrijpende nieuwbouwplannen van het Leger des Heils op het achterliggende
13 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
12
15 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
14
Amsterdam, Oudezijds Voorburgwal 14, ‘Wapen van Riga’
perceel, een casco-funderingsonderzoek van het Stadsdeel Centrum en eigen onderzoek naar de aantasting van het houtskelet, noopten de Vereniging in 2012 tot rigoureuze maatregelen. Het pand was namelijk aan het verzakken en het houtskelet was ernstig aangetast door de bonte knaagkever. De onvermijdelijke trillingen die de voorgenomen nieuwbouw op het achterliggende perceel zou veroorzaken, zou – zonder nadere actie onzerzijds – ernstige gevolgen voor ons pand kunnen hebben. Omdat aanvankelijk de omvang van de werkzaamheden nog onduidelijk was en tegelijkertijd de uitvoering van de nieuwbouw steeds concreter werd, is besloten het werk gefaseerd uit te voeren. Doch in elk geval diende de constructie van ons pand weer stabiel en sterk te zijn voordat de aanliggende panden gesloopt zouden worden.
Amsterdam, ‘Wapen van Riga’, staalconstructie
Amsterdam, ‘Wapen van Riga’, sloop achterliggende panden met rechts ‘Wapen van Riga’
In de eerste fase werd op de eerste verdieping een staalconstructie aangebracht omdat de stabiliteit van de houten onderpui van de voorgevel niet voldeed. Een nieuwe constructie, bestaand uit een aantal platte stalen banden die aan de vier gevels van het huis verankerd zijn, is onzichtbaar in de verdiepingsvloer verstopt. In de tweede fase werd in het souterrain een nieuwe funderingsconstructie aangebracht: trillingvrij werden buispalen in de grond gedrukt tot ca. 20 m diep. De hierover nieuw gestorte keldervloer werd vervolgens in de oude muren verankerd. Tijdens deze fase is het bodemarchief goed bekeken. Omdat dit tot het oudste stukje Amsterdam behoort, was de kans op archeologische vondsten groot. Maar omdat de grond bij eerdere werkzaamheden grotendeels al eens geroerd was, werd alleen een ondergrondse waterbak gevonden. In de laatste fase werd de aantasting van het houtskelet in het pand aangepakt. Deels werd het traditioneel hersteld, met lassen en aanhelingen in hout, deels door middel van epoxytechniek bij de lastige houtverbindingen en de moerbalk van de eerste verdiepingsvloer. Bureau Monumenten & Archeologie van de gemeente Amsterdam heeft in die fase dendrochronologisch onderzoek uitgevoerd in de kapconstructie, waarbij het jongste houtmonster gedateerd werd op 1605. Dit wijst erop dat dit pand niet eerder dan in 1606 is gebouwd, waarmee het enkele jaren jonger is dan tot nog toe was aangenomen. De werkzaamheden zijn onder eigen directie uitgevoerd. Inmiddels zijn de achterliggende panden in de Oudezijds Armsteeg, zonder gevolgschade, gesloopt en is gestart met de nieuwbouw. Vanuit het ‘Wapen van Riga’, dat weer stevig op haar grondvesten staat, wordt de nieuwbouw vol vertrouwen tegemoet gezien.
Bolsward, Kleine Dijlakker 17 (tweede huis van rechts)
Bolsward, Kleine Dijlakker 17, Woonhuis-bottelarij Albada Jelgersma Na een langere periode van planvorming en fondsenwerving is in 2012 de cascorestauratie van het woonhuis met bottelarij van het familiebedrijf Albada Jelgersma van start gegaan. Dit uitzonderlijk diepe pand heeft een voor Friesland herkenbare opbouw in drie achter elkaar gelegen volumes van een voorhuis, een binnenhaard/tussenkamer en een achterhuis. Het oudste gedeelte is de 16de-eeuwse achterbouw, met een stinsachtige kamer op de eerste verdieping en een eiken kapconstructie met gekraste telmerken. Het gedeelte voor deze achterbouw, de tussenkamer, heeft een 17de-eeuwse balklaag. In de 18de eeuw werden tussen de achterkamer en de tussenkamer twee bewerkte houten bedstedewanden geplaatst. Vanaf 1830 bewoonden vijf opeenvolgen-
de generaties Albada Jelgersma het pand en dreven daar een bottelarij en slijterij. In 1876 werd de bloei van dit bedrijf gemarkeerd met een flinke renovatie, waarbij het voorhuis een nieuw winkelinterieur kreeg en een moderne bovenwoning. Bij de huidige restauratie moest allereerst een flink bouwkundig probleem worden opgelost, want zowel de rechterbuitenmuur als de gangmuur ter plaatse van de tussenkamer en achterbouw waren chronisch erg vochtig. Bij verbouwingen in de jaren ’50 en ’70 bleek dit probleem rigoureus aangepakt: om het optrekkende vocht tegen te gaan werden betonvloeren in de achterkamer en de tussenkamer gestort en de muren en wanden van een cementlaag voorzien. Die oplossing moet enkele jaren een prima remedie hebben geleken,
Bolsward, Kleine Dijlakker 17, achterbouw verdieping met 16de-eeuwse balklaag (links) en achterkamer begane grond tijdens restauratie (rechts)
De redding van twee achttiende-eeuwse beelden In de toekomstige situatie zal het pand gebruikt worden als woonhuis met aan huis gebonden bedrijvigheid. Vanwege het ene, smalle trappenhuis met spiltrap in het midden van het huis, is het pand niet geschikt voor méér of gescheiden functies. Deze restauratie loopt tot ver in 2013 door. In dat jaar zal het interieur worden gerestaureerd, waarvoor nu reeds vier Bolswarder stichtingen en enkele regionale fondsen een zeer welkome bijdrage hebben toegezegd!
Haarlem, Spaarne 15-17, ‘Hodshon Huis’
(linker-vleugel BG) Het woonhuis van Cornelia Catharina (‘Keetje’) Hodshon
aan het Spaarne is een van de rijkst gedecoreerde woonhuizen uit de late 18de eeuw in Nederland: een waar stadspaleis in neo-classicistische stijl. In 1995-2001 zijn de stijlkamers op de bel-etage al prachtig gerestaureerd. Toch waren ook de dienstvertrekken en secundaire ruimtes op de begane grond en de tweede verdieping altijd van belang voor het goed functioneren van zo’n statig huis en huishouden. Helaas zijn juist die ruimtes vaak als eerste verbouwd of opgeofferd bij een herbestemming. Zo ook bij het ‘Hodshon Huis’. De Vereniging streeft ernaar om bij de renovatie van dat soort ruimtes de oorspronkelijke functie weer zo goed mogelijk herkenbaar te maken. In 2012 werden drie opeenvolgende vertrekken in de linkervleugel van de begane grond, die in de loop der tijd een kantoorfunctie hadden gekregen, onder handen genomen.
De bouw van het ‘Hodshon Huis’ in Haarlem viel samen met een rumoerige periode in onze vaderlandse geschiedenis: de Bataafse Omwenteling. In 1793 bezetten Franse troepen de Zuidelijke Nederlanden. In hetzelfde jaar gaf Keetje Hodshon de bouwopdracht voor een groot huis aan het Spaarne. De politieke situatie liet de bouw niet ongemoeid: het ontwerp werd gewijzigd. In plaats van een familiewapen kreeg de gevel een bekroning met drie beelden: ‘Wijsheid’ (Minerva met helm, spies en schild), ‘Eendracht’ (met een pijlenbundel) en ‘Welvaart’ (met een hoorn des overvloeds) was een boodschap die in deze tijd niemand zal zijn ontgaan. Minerva stond als ‘Hollandse Maagd’ symbool voor de Bataafse Republiek en vergelijkbare voorstellingen waren geliefd bij de patriotten. Al in de 19de eeuw moet één van de beelden zijn verdwenen. Weer en wind lieten hun sporen na op de houten beelden en in 1981 gaf de toenmalige eigenaar, de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen opdracht om van de twee resterende beelden stenen kopieën te maken. De houten originelen begonnen aan een zwerftocht die uiteindelijk zou leiden naar de Algemene Begraafplaats van Haarlem. Aan hun lot overgelaten en uit hun architectonische context gehaald, leek hun leven daar in vergetelheid te eindigen. Ze werden er in 2010 teruggevonden, aangetast door vocht, houtrot, zwam en ongedierte. Een gift van de Bredius-Stichting maakte vervolgens de restauratie mogelijk.
De beelden, die uit massieve stukken naaldhout zijn gemaakt, moesten eerst drogen. Rotte delen werden verwijderd of geïmpregneerd en afgebroken onderdelen gelijmd. Gaten zijn gevuld met nieuwe stukken grenenhout die door de restauratiebeeldhouwster, Anna Stringer te Enkhuizen, met veel gevoel zijn gesneden. Een vakkundig werk waarbij zo min mogelijk oorspronkelijk hout is weggehaald. De invullingen zijn geretoucheerd, zodat ze het originele beeld niet storen. ‘Wijsheid’ en ‘Eendracht’ zijn in 2012 teruggebracht naar het ‘Hodshon Huis’. Op het dak staan de stenen kopieën, maar in de vestibule vindt u de 18de-eeuwse originelen. ■
Het gevelontwerp van Abraham van der Hart met de drie beelden
Het gevelontwerp van Abraham van der Hart met de drie beelden (detail)
Beeld- en ornamentsnijder Anna Stringer Haarlem, Spaarne 15-17, ‘Hodshon Huis’ (foto Arjan Bronkhorst)
De gerestaureerde beelden worden het ‘Hodshon Huis’ binnengebracht (foto Paul Vreeker)
17 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
16
maar allengs kroop het vocht naar de plekken waar géén cement zat: dus nóg hoger in de ruimtes en door alle kieren en naden waar géén cement zat of waar het cement gebarsten was. Het resultaat was een altijd vochtige, muffe tussenkamer en achterkamer. Nadat de betonvloeren eruit waren gehaald, bleek een kapotte riolering nabij de achtergevel de grote boosdoener. Jaar in jaar uit heeft hemelwater en rioolwater van de aanbouw onder de vloeren van achterhuis en tussenkamer kunnen vloeien, om vervolgens ergens – via muren, vloeren, wanden of via verdamping – een uitweg te zoeken. Bij gebrek aan ventilatie en een overdaad aan cement werd die uitweg alleen hoog in kleine naden en kieren, en boven de cementlaag (bij het plafond van de kamers) gevonden. Na verwijdering van de betonvloeren en herstel van de riolering droogden de muren als vanzelf. Daarmee was de oorzaak van alle ellende weggenomen. De betonvloeren werden vervangen door een traditionele vloeropbouw van houten balken met 3 cm dikke vloerplanken erop en in de kruipruimte werd een dikke laag schelpen gestort. Inclusief een permanente ventilatie van de kruipruimte is het probleem nu voorgoed verholpen. Door verlaging van het vloerniveau in de tussenkamer moest de bedstedewand worden ‘aangelengd’. De cementlaag van de muren en wanden is uiteraard grotendeels verwijderd; alleen op plekken waar te veel van het historisch metselwerk werd meegetrokken is de cementlaag partieel gehandhaafd, maar dit kan bouwkundig geen kwaad meer.
19
Haarlem, ‘Hodshon Huis’, voorkamer
Eerst werd onderzoek gedaan naar de oorspronkelijke functie van de vertrekken, naar hun ontwikkeling en naar de bouwsporen. Het bleken de eerste en tweede mangelkamer en de tuinkamer te zijn geweest. Helaas waren uit deze periode weinig interieuronderdelen bewaard gebleven, met uitzondering van het eenvoudige stucplafond en sporen van de schouw en de grote linnenkast. Na gedegen onderzoek kon de originele indeling met kastenwand en de historische kleurstelling, groen en oker, worden teruggebracht. Als verwijzing naar de oude functie wordt in de ruimte een oude mangel uit onze roerende goederen collectie geplaatst. In de tuinkamer is de lambrisering weer groen geschilderd en een floraal behang aangebracht. Met deze ingreep is de functie en het verhaal van deze vertrekken in het imposante huishouden van Keetje Hodshon weer herkenbaar gemaakt.
Haarlem, ‘Hodshon Huis’, behangvondst
Voor 2013 staat de rechtervleugel in de planning, waar de afgetimmerde kantoren in de oude keuken nog veel verrassingen in petto lijken te hebben. De werkzaamheden staan onder eigen directie.
Schiedam, Overschiesestraat 1, 7-15, Proveniershuis Na ruim 14 maanden intensief werk, kon in november 2012 de restauratie van het achterhuis van het Proveniershuis te Schiedam worden opgeleverd. Het (huidige) Proveniershuis is gebouwd in 1756-’61 voor de huisvesting van ‘proveniers’: relatief welgestelde burgers die zich voor een vast bedrag inkochten om op hun oude dag voorzien te worden van kost en inwoning. In het achterhuis waren de keuken, de eetzaal en de woning van de binnenvader en binnenmoeder ondergebracht. Verder was de Regentenkamer hier op een tussenverdieping en op de verdieping was nog een aantal
Schiedam, Overschiesestraat 1, 7-15, Proveniershuis, voorgevel
Schiedam, Overschiesestraat 1, 7-15, Proveniershuis, achtergevel
kamerwoningen gerealiseerd. Door verschillende verbouwingen was de structuur van het gebouw en de indeling geheel verdwenen. Mede om constructieve redenen, maar ook om de functie van het gebouw weer begrijpelijk te maken, is bij de huidige restauratie de historische indeling vrijwel geheel hersteld. De inwendige structuur van het achterhuis is eerst teruggebracht: de in het verleden gesloopte muren zijn weer opgemetseld en latere doorbraken dichtgezet. Daarna is op de begane grond waar vroeger de eetzaal was een restaurant-faciliteit gecreëerd, met op de plek van de oorspronkelijke keuken een eigentijdse horecakeuken. Op de verdieping zijn de eenkamerwoningen gecombineerd tot twee appartementen waarbij elke eenkamerwoning een herkenbaar vertrek is in het nieuwe appartement. In de kap zijn twee nieuwe appartementen
gerealiseerd waarbij de bijzondere structuur van de driepuntige kap het uitgangspunt vormde voor het ontwerp. Bij het toevoegen van elementen is steeds gekeken of het ging om de reconstructie van een oorspronkelijk element of om een werkelijk nieuwe toevoeging. In het eerste geval werd een uitvoering in oorspronkelijk materiaal en met de historische detaillering toegepast, zodat het nieuwe element zich naadloos voegde naar het oorspronkelijke gebouw. In het geval van een nieuwe toevoeging die geen verband heeft met de oorspronkelijk functie of het oorspronkelijke gebouw, is juist nadrukkelijk gekozen voor moderne materialisering en detaillering. Door deze werkwijze is het een ieder duidelijk welke elementen niet oorspronkelijk aanwezig waren.
Schiedam, Overschiesestraat 1, 7-15, Proveniershuis, zaal
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
18
Tegelen, Hoekstraat 6-10, ‘Kranenbreukershuis’ Op de valreep van 2011 werd het ‘Kranenbreukershuis’ in Tegelen verworven: een 18de-eeuws industrieel pand met een imposante eiken kapconstructie en een rijke cultuurgeschiedenis, die teruggaat tot de brouwerij van de familie Houba in 1767. Het gebouw verkeerde door 40 (!) jaar leegstand in een deplorabele staat en de ondergang was dichterbij dan de redding. Na het noodherstel door de gemeente Venlo kon dit pand dankzij genereuze restauratiesubsidies van de gemeente, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de provincie Limburg door onze Vereniging worden verworven en daarmee behouden worden voor de toekomst. 20
21
v ers l ag van d e v ereniging
Schiedam, Proveniershuis, regentenkamer
De twee meest in het oog springende voorbeelden hiervan zijn de entrees aan de pleinzijde en de insteekvloer in de eetzaal. Het achterhuis was van oorsprong alleen toegankelijk via de binnenhof van het Proveniershuis. In de huidige situatie is er echter recent een stedelijk plein gecreëerd aan de achterzijde van het achterhuis, waardoor deze gevel ineens ook een voorzijde is geworden (tussen het station en het centrum). Voor een aantrekkelijk restaurant was het dus wenselijk om de toegang aan de pleinzijde te hebben. Bijkomend voordeel is dat de rust die zo kenmerkend is voor het binnenhof niet zal worden verstoord door af- en aanloop van gasten. De keuze voor entrees aan de achterzijde is echter wel een inbreuk op de originele routing. Om dit zo duidelijk mogelijk te laten zien, is gekozen voor een onmiskenbaar eigentijdse invulling. Deze ging ten koste van het ondergedeelte van twee uitbouwen die in 1920 waren aangebracht ten behoeve van betere sanitaire voorzieningen. Omdat de achtergevel destijds aan een smal donker steegje lag, was er aan die uitbouwen geen enkele ‘vormgevende’ aandacht besteed. De beide uitbouwen moesten bewaard en herkenbaar blijven om de geschiedenis van het pand te respecteren, maar ze moesten wel worden getransformeerd naar een duidelijke en aantrekkelijke entree-partij. Het ontwerp van de insteekvloer in de eetzaal was een complexere opgave. Uit het bouwhistorisch onderzoek bleek onmiskenbaar dat hier een insteekvloer had gezeten, maar de exacte hoogte en afmetingen waren niet bekend. Wel was uit bouw- en kleurhistorische sporen op het plafond af te leiden hoe het zaalplafond er heeft uitgezien en waar de wanden op de insteekvloer stonden. Tijdens het
Schiedam, Proveniershuis, monumentale trap
Als eerste werd gestart met het schoonmaken en ‘kaal pellen’ van het gebouw om de precieze technische staat van de onderdelen te beoordelen. De eiken kapconstructie van het hoofdhuis bleek nog verbazingwekkend veel goede onderdelen te bevatten: het dak was weliswaar zo lek als een mandje zodat de zoldervloer en kapvoet doorgerot waren, maar door de goede ventilatie (het was oorspronkelijk immers een droogzolder voor het hop) konden grote delen van de spanten, windschoren, flieringen en daksporen gered worden. De achteraanbouw, waarvan de kapverdieping volledig was ingestort, moest van een nieuwe kap worden voorzien. Door de druk van de kap op de verrotte kapvoet en muurplaten was de kap ‘gespat’ en was het metselwerk van de zijgevels uiteen geweken. Het metselwerk van de gevels bleek veel slechter dan op het eerste gezicht gedacht. De voegmortel was op veel plekken volledig verzand: hij was met een vinger weg te vegen, of op sommige plaatsen weg te blazen tot wel 7 cm diep. Als regel wordt bij de Vereniging voegwerk alleen vervangen op de plekken waar het echt slecht is, maar in dit geval noopte de technische staat tot het vervangen van wel 90% van het voegwerk. Het is hersteld overeenkomstig de oorspronkelijke situatie: bij de zichtgevels van het hoofdhuis met een verfraaiende dagstreep, bij de utilitaire achterbouw uit 1830 met een platvolle voeg.
Tegelen, Hoekstraat 6-10, ‘Kranenbreukershuis’ in de steigers
De structuur van het pand bleek tijdens de werkzaamheden met zekerheid herleid te kunnen worden tot een éénlagig hoofdhuis met middengang, met oorspronkelijk aan weerszijden drie vertrekken. De scheidingsmuren tussen de vertrekken, afgedekt met dunne muurplaten, en de vondst van de oorspronkelijke stookplekken gaven hiertoe aanleiding. De vloeren van de begane grond waren oorspronkelijk allemaal met natuursteen of plavuizen afgewerkt (niet met hout) vanwege de regelmatige overstromingen door de buiten haar oevers tredende Maas. Ook deze zijn gerestaureerd en ten dele aangeheeld, want sommige vloeren waren in de 20ste eeuw vervangen door betonvloeren.
Tegelen, ‘Kranenbreukershuis’, achteraanbouw voordat de nieuwe kap geplaatst wordt
Schiedam, Proveniershuis, appartement in kap
werk werd een halve boog aangetroffen in het metselwerk van de zijwand, doch helaas kon de betekenis hiervan niet worden vastgesteld. Zoals gebruikelijk is er voor gekozen om alleen alle ‘zekerheden’ te reconstrueren (zoals de afwerking van het plafond en de positie van verdeelwanden), vervolgens alle bouwsporen in het zicht te laten (zoals de boog in het metselwerk) en alle ‘aannames’ duidelijk te laten zien door ze uit te voeren in moderne materialen (zoals de werkelijke afmetingen en afwerking van de insteekvloer zelf). Het is nu aan de kijker zelf om de puzzel van deze ruimte op te lossen en hierover te mijmeren onder het genot van een kop koffie of glas wijn in het toekomstige restaurant.
Tegelen, ‘Kranenbreukershuis’, plaatsen nieuwe kap
Tegelen, ‘Kranenbreukershuis’ met nieuwe kap (foto Roy Denessen)
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
Dit werk betrof vooral een traditionele cascorestauratie, omdat veel interieurafwerkingen in het verleden al verwijderd waren. Reden te meer om zuinig te zijn op alle onderdelen – van casco en interieur – die wél nog resteerden. De aannemer, aan wie het werk was gegund, heeft zich consciëntieus van deze taak gekweten, want elke steen, elk gevelanker, elk stukje gespelderd plafond en elke spaander hout die nog te redden was, is gehandhaafd.
Restauratie ‘poppecas met silver poppegoet en anders’ voltooid Heiloo, Kennemerstraatweg 278, Nijenburg
22
Zwolle, Sassenstraat 31A-33, ‘Hof van Ittersum’
Zwolle, Sassenstraat 33, ‘Hof van Ittersum’ (foto Arjan Bronkhorst)
De cascorestauratie is ultimo 2012 voltooid en opgevolgd door de afbouwfase van het interieur. In 2013 zal de restauratie worden afgerond, waarbij op basis van kleuronderzoek de historische kleurstellingen zo veel mogelijk worden teruggebracht. In de achteraanbouw zullen dan twee woningen zijn gerealiseerd en het hoofdhuis zal weer – als vanouds – een semi-openbaar toegankelijke functie van wonen en werken krijgen. Het werk wordt begeleid door bouwkundig adviseur J. Selen.
De restauratie van dit complex is conform de planning in 2012 voltooid. Twee vertrekken, de zogenoemde ‘Serrekamer’ en de ‘Ridderschapskamer’ in het Karel V-huis (onderdeel van het ‘Hof van Ittersum’), verdienen hier bijzondere aandacht. Ronduit spectaculair was de verandering van de Serrekamer in de achterbouw. Hier werd na ontmanteling de volledige oude wandafwerking teruggevonden, nog passend bij een herkenbare indeling. De wanden waren okergeel geschilderd op glad stucwerk. Maar bijzonder was vooral de vondst van de bijbehorende ‘behangborder’ uit circa 1820, uitgevoerd als gedrapeerde groene doeken met sprekende witte bloemen erop. Omdat het restant voldoende lengte had om het hele patroon te herkennen, kon met de nieuwste foto- en computertechnieken de border worden gereproduceerd. Na restauratie is dit vertrek dan ook veranderd van een nogal saaie witgrijze kamer in een kleurrijk groen- en okerkleurig vertrek met een uitbundige bloemenkrans langs het plafond, waardoor de ‘Serrekamer‘ zijn naam als verbinding tussen binnen en buiten weer eer aan doet.
23 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
Zwolle, ‘Hof van Ittersum’, behangborder van circa 1820
Maar liefst twee jaar is er gewerkt aan de restauratie van het kleinste huis van de Vereniging. Een tiental verschillende disciplines, van glasspecialisten tot poppenrestauratoren, werden ingezet om het pronkpoppenhuis uit de nalatenschap van Maria van Egmond van de Nijenburg te behoeden voor verder verval. In mei van dit jaar keerde het poppenhuis terug naar de plek waar het thuishoort en waar het nu weer staat te pronken: landgoed Nijenburg. In de eerste helft van de 18de eeuw erfde Maria van de Egmond van de Nijenbrug van haar jongere zus een verzameling poppengoed en miniatuurzilver. Maria, die op Nijenburg onder andere de Blauwe Kamer liet inrichten, lijkt vol overgave interieuronderdelen, poppen en textilia aan de verzameling te hebben toegevoegd. Een boedelinventaris die na haar overlijden werd opgemaakt, noemt een ‘poppecas met silver poppegoet en anders’. In haar testament legateerde zij het poppengoed aan haar neef Cornelis van Foreest en diens kinderen. Zo kwam het poppenhuis, net als Nijenburg, in bezit van de familie Van Foreest. In 2008 gaf de Stichting Van Foreest en Van Egmond van de Nijenburg het poppenhuis in langdurige bruikleen aan de Vereniging. ‘Hendrick de Keyser’ maakte een plan voor de restauratie omdat het poppenhuis in slechte staat verkeerde. Onder leiding van een begeleidingscommissie en een conservator is de restauratie door een tiental restauratoren en specialisten uitgevoerd. Het poppenhuis werd ontmanteld en vervoerd naar een gespecialiseerd bedrijf waar alle objecten zijn gereinigd met borsteltjes en een ‘museum-stofzuigertje’. De meer dan 300 objecten werden geïnventariseerd, beschreven en gefotografeerd. Vervolgens gingen onderdelen naar gespecialiseerde ateliers, waaronder een meubelrestaurator, een papierrestaurator, een textielrestaurator, een metaalrestaurator en een restaurator van glas, keramiek en ivoor. Op zolder van Huis Bartolotti, het kantoor van de Vereniging aan de Amsterdamse Herengracht, werd ook een restauratieatelier ingericht. Hier werkte textielrestaurator Emmy de Groot maandenlang met veel geduld aan het reinigen en restaureren van talloze objecten. De restauratie van het poppenhuis van Nijenburg was kostbaar. Door de genereuze steun van het SNS REAAL Fonds, het dr Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds, de Stichting Bonhomme Tielens, het Fonds Vijfhonderdtien (ondergebracht bij het Prins Bernhard Cultuurfonds) en giften van vele particulieren, is de restauratie mogelijk gemaakt. Het is zeer uitzonderlijk dat een Nederlands poppenhuis met zo’n rijke inboedel nog steeds op de oorspronkelijke locatie te bewonderen is. Op Nijenburg zijn vrijwel wekelijks rondleidingen, dus iedereen is welkom om het resultaat zelf te komen bekijken. ■
Poppenhuis van Nijenburg (foto Otto Kalkhoven)
Flora na restauratie (foto Otto Kalkhoven)
Een van de kamers (foto Otto Kalkhoven) Zwolle, ‘Hof van Ittersum’, serrekamer na restauratie (foto Arjan Bronkhorst)
Voorlichting De afdeling Voorlichting en Ledenservice heeft wederom een productief jaar achter de rug. Het ledental kwam voor het eerst boven de 4.000 uit! Dat is mede het gevolg van gerichte acties op dagen waarop niet-leden de mogelijkheid hebben om huizen van de Vereniging te bezoeken, bijvoorbeeld tijdens grote publieksevenementen zoals de Open Monumentendag. Naast het jaarlijks terugkerende Toegankelijke Panden-boek, verscheen er dit jaar een speciale editie voor niet-leden: Een toekomst voor verleden: 70 open huizen van Vereniging Hendrick de Keyser.
Zwolle, ‘Hof van Ittersum’, Ridderschapskamer (foto Arjan Bronkhorst)
In de Ridderschapskamer aan de straatzijde werden de 19de-eeuwse lambriseringen teruggebracht en is het stucplafond met houtimitatie gerestaureerd. Via twee luikjes in het behang zijn vervolgens de 16de-eeuwse muurschilderingen met wapenschilden nog te zien. De adellijke wapens zijn door de ouderdom lastig te herkennen, maar daar is bij de feestelijke oplevering in oktober 2012 een oplossing voor gevonden. De Ridderschap van Overijssel verraste onze Vereniging met de bruikleen van een prachtige 18de-eeuwse Wapenkaart waarop alle adellijke wapens van Overijssel staan. Deze kaart hangt nu vlakbij de muurschilderingen, waardoor iedereen de ‘legenda’ direct bij de hand heeft. Wij zijn verheugd dat het bestuur van de Ridderschap van Overijssel na de oplevering met enige regelmaat weer in deze ‘Ridderschapskamer’ van het ‘Hof van Ittersum’ vergadert, zodat het zijn oorspronkelijke functie terug heeft. Maar ook voor andere kleine gezelschappen is deze speciale kamer vanaf heden beschikbaar voor vergaderingen of bijeenkomsten. De restauratie van dit complex werd onder eigen directie uitgevoerd.
Hoorn, Binnenluiendijk 4, beeldhouwer Gert Prins aan het werk
Naar aanleiding van een suggestie van een van onze leden is gekozen voor het aanbrengen van een gevelsteen waarop de schenking symbolisch is uitgebeeld; beeldhouwer Gert Prins heeft dit idee verfijnd vormgegeven in zandsteen. De steen, aangebracht boven de deur van nr 4, laat een visser zien (John de Visser) die niet aan het hengelen is, maar die twee visjes geeft (twee panden) aan een kind (Vereniging Hendrick de Keyser). Op de achtergrond staat de gift, de twee panden aan de Binnenluiendijk 3 en 4, uitgebeeld.
De Vereniging verstuurde dit jaar 6 persberichten: over de opening van panden na restauratie, de verwervingen en de hiervoor genoemde nieuwe publicatie. Deze persberichten werden in de regio goed opgepakt; maar liefst 48 artikelen verschenen naar aanleiding daarvan in de regionale dagbladen. In de landelijke dagbladen verschenen in 2012 drie artikelen; twee in de Volkskrant n.a.v. de recente verwervingen in Groet en Best en een in NRC-Handelsblad over de openstelling van het Gemeenlandshuis in Amsterdam tijdens de Open Monumentendagen. In verschillende tijdschriften verschenen 18 artikelen over huizen van de Vereniging, hun bewoners en/of restauraties en enkele speciale artikelen over de restauratie van het poppenhuis van Nijenburg te Heiloo.
25
Open Monumentendag Amsterdam, Gemeenlandshuis
TV-momenten
Maar liefst vijf keer kwam de Vereniging op de televisie, waarvan twee keer op de landelijke netten in de TVprogramma’s ‘Sterren op het doek’ en ‘Koffietijd’. Voor een van de uitzendingen van het programma ‘Sterren op het doek’ diende de recent gerestaureerde Burcht aan de Henri Polaklaan in Amsterdam als fantastisch decor. In dit programma staat bij iedere uitzending een bekende Nederlander centraal van wie door verschillende kunstenaars een aantal portretten wordt gemaakt. De BN’er wordt geïnterviewd door Hanneke Groenteman en mag een van de portretten mee naar huis nemen. In de aflevering die in de Burcht werd opgenomen, was Jenny Arean te gast. Onze directeur, Carlo Huijts, kreeg een paar minuten zendtijd om het doel en werk van de Vereniging toe te lichten.
Hoorn, Binnenluiendijk 3 en 4, gevelsteen In september 2012 heeft alsnog, een jaar na afronding van de restauratie, een feestelijke opening plaatsgevonden van dit 16de-eeuwse kroonjuweel aan de Hoornse haven. Reden hiervan was de wens om de opening te combineren met een passend eerbetoon aan de schenker van de panden, de heer John de Visser.
Uitmarkt Amsterdam
Hoorn, Binnenluiendijk 4, gevelsteen
Hoorn, Binnenluiendijk 4, gevelsteen boven deur van nr. 4
De Volkskrant - 22 juni 2012
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
24
Financiële baten v ers l ag van d e v ereniging
26
Foto’s van huizen van de Vereniging op de PAN Amsterdam
Voor het programma ‘Koffietijd’ werd onze adjunct-directeur, Isja Finaly, geïnterviewd over en gefilmd bij het poppenhuis in Heiloo. Met de restauratie van het ‘Kranenbreukershuis’ in Tegelen en de openingen van het gerestaureerde Proveniershuis in Schiedam en het net voltooide Hof Van Ittersum in Zwolle haalde ‘Hendrick’ uitgebreid de lokale zenders.
70 open huizen Dit jaar bracht de Vereniging een boek uit met de titel Een toekomst voor verleden: 70 open huizen van Vereniging Hendrick de Keyser. Deze uitgave is een variant op ons ledenboekje Toegankelijke Panden en speciaal bedoeld voor nietleden die aan de hand hiervan 70 huizen van de Vereniging, verspreid over heel Nederland, kunnen bezoeken. Omdat het volledig in kleur is, is het een fraai cadeau-boek. Bij ieder huis wordt een van de vroegere bewoners uitgelicht en wordt een beknopte beschrijving van het pand gegeven. De teksten zijn geschreven door Lidwien van Grieken.
Publieksevenementen Open Tuinendagen, Open Monumentendagen en de Uitmarkt waren de grote publiekstrekkers van het afgelopen jaar. Tijdens de Open Tuinendagen in juni bezochten maar liefst 4.175 belangstellenden Huis Van Brienen. Op de Open Monumentendagen in september waren 35 huizen van de Vereniging opengesteld en deze werden bezocht door maar liefst 16.435 geïnteresseerden. Eind augustus stond de Vereniging op de Uitmarkt om zo het publiek kennis te laten maken met ‘Hendrick de Keyser’ en te informeren over de Open Monumentendagen twee weken later. Al met al drie geslaagde evenementen waarbij een breed publiek concreet kennis kon nemen van het werk van onze Vereniging. De waardering op dit soort dagen blijkt groot, evenals de onbekendheid
Baten eigen fondsenwerving
In 2012 is uit hoofde van donaties, giften, legaten en erfstellingen een bedrag van € 841.920 verantwoord. Dit bedrag is als volgt te specificeren:
Open Tuinendagen Amsterdam, Huis Van Brienen
met monumentenbehoud in Nederland in het algemeen en ons werk in het bijzonder. Het zorgde ervoor dat alleen al tijdens de Open Monumentendagen zich 120 nieuwe leden aanmeldden.
(Mobiele) website In dit verslagjaar is de mobiele website verder ontwikkeld. De informatie op onze ‘gewone’ website is aangepast voor mobiele telefoons met internet. Leden die in bezit zijn van een smartphone kunnen onderweg gegevens opvragen over al onze huizen. Een GPS en een kaart brengen de kijker bij de dichtstbijzijnde huizen. Ook kan meteen het actuele huuraanbod en de activiteitenagenda worden gezien. Bijzonder is de Layar ‘Historische Huizen’ van ‘Hendrick de Keyser’. Layar is een innovatieve applicatie voor I-Phone en Android smartphones. Het is een zogenaamde ‘augmented reality browser’, een gratis applicatie die informatie ontsluit op een handige manier. Met de camera van een smartphone ’scant’ iemand de omgeving en Layar legt vervolgens als het ware een digitale informatielaag over het camerabeeld. Zo kan men door een stad wandelen en automatisch de panden van ‘Hendrick de Keyser’ herkennen, waarna bijzondere afbeeldingen ervan of alle informatie erover op de telefoon kan worden opgeroepen.
€
Contributies
116.788
De contributie-inkomsten groeiden met 14 % voornamelijk als gevolg van de toename van het ledental.
27
Schenkingen T. Dijkstra 410.000 S.F. Winkel 18.000 Anonymus 5.000 M.A.M. Kortenbout van der Sluijs 3.000 J.J.M. Verhoef 2.000 Anonymus 2.000 Spark Holding 1.000 J.J. van Rijn en M.A.T. van Rijn-Kerkhoff 1.000 S. Stigter en R. Aerden 1.000 Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen 1.000 Overige donaties en giften 2.810 Kosten i.v.m. schenkingen – 2.012 ———— 444.798
Nalatenschappen/legaten Dhr. J.C. Wagenaar Mw. C.P.M. de Bruijn-De Wilde J.G. Berkhout L.H. Boas Mw. E.C. Coolhaas-Korpershoek
130.000 35.000 10.000 3.000 22.833 ———— 200.833
Bijdragen van fondsen SNS REAAL Fonds 30.000 VSBfonds 18.500 Het Weeshuis der Hervormden 25.000 Stichting Albada Jelgersma 2.000 Stichting Thurkow Fonds 1.500 Kerkmeijer-De Regt Stichting 1.000 Stichting De Leeuwenberg 1.000 Stichting Pelgrimshoeve 500 ———— 79.500 ———— Totaal 841.920
Valkenburg, St. Pieterstraat 2a, vml. watermolen, deel van het maalwerk
De bijdrage van het SNS REAAL Fonds was bestemd voor de restauratie van (de schilderingen van) de Hinthamerstraat 138 te ’s-Hertogenbosch. De meerjarige bijdrage van het VSBfonds is bestemd voor het maalvaardig maken van de Oude Molen te Valkenburg.
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
In de voorgaande passages is inhoudelijk weergegeven op welke wijze in 2012 aan de in dit verslag toegelichte doelen (verwerven, instandhouden en geven van voorlichting) in totaal een bedrag van € 12.221.116 is besteed. In 2012 verkreeg de Vereniging in totaal € 11.267.431 aan baten uit vier bronnen die hierna worden gespecificeerd. Dat was slechts 1,8 % minder dan begroot en evenzoveel minder dan in het voorgaande jaar. Dat verschil is geheel toe te schrijven aan de teruggang in de subsidies van overheden. Opnieuw werd dus meer (108 %) dan alle baten direct aan onze doelstelling besteed (in 2011: 102 %).
lende aanvraagprocedures worden doorlopen. Alhoewel meestal met een vereenvoudigde procedure wordt volstaan, is daarmee toch tijd (en dus kosten) gemoeid. In 2012 bedroegen die kosten in totaal € 95.691. Aangezien er geen direct verband is tussen de kosten voor de verkrijging van overheidssubsidies en de baten die aan dat jaar kunnen worden toegerekend, is een procentuele vergelijking op dit onderdeel niet zinvol.
De benificiënten van de BankGiro Loterij op het Goed Geld Gala (foto Roy Beusker)
Ter verkrijging van al deze baten heeft de Vereniging tijd besteed en kosten gemaakt: voor het realiseren van de aanvragen bij fondsen, voor gesprekken met particulieren en het onderhouden van contacten. Deze bedroegen in 2012 € 52.436, nominaal evenveel als in 2011. Doordat de baten echter minder hoog waren, besloegen de kosten voor de eigen fondsenwerving in 2012 6 % van de baten (2011 2 %).
Baten acties van derden De baten uit acties van derden hebben betrekking op de BankGiro Loterij voor een bedrag van € 1.200.000. Van deze bijdrage is in 2012 € 95.000 besteed aan de restauratiekosten van het pand Hinthamerstraat 138 te ’s-Hertogenbosch en € 26.000 aan de renovatie van de benedenverdieping van het ‘Hodshon Huis’ te Haarlem. Vervolgens is € 1.079.000 door het Bestuur gereserveerd voor de verwerving van een bijzonder complex, waarvan de onderhandelingen niet in het verslagjaar konden worden afgerond. Dit gedeelte is in de balans gereserveerd. De reservering
Derde van rechts Michiel Verboven, managing director van de BankGiro Loterij met v.l.n.r. Carlo Huijts, Isja Finaly en Niek Smit
van € 1.200.000 die vorig jaar werd gedaan, is in 2012 besteed aan de twee verwervingen, het ‘Huis Dijkstra’ te Groet en het ‘Huis Naalden’ te Best en verder aan de resterende kosten van de hiervoor genoemde renovatie van de benedenverdieping van het ‘Hodshon Huis’ te Haarlem. Ook voor de verkrijging van deze baten was inspanning nodig, waardoor kosten werden gemaakt. In 2012 bedroegen die € 83.585, waardoor 7 % (2011 7 %) van deze baten aan kosten werd besteed. De Vereniging is de BankGiro Loterij buitengewoon dankbaar, vanwege de voortzetting van deze stabiele steun, waardoor weer twee bijzondere panden konden worden verworven.
Subsidies van overheden
Onder deze post kon in 2012 € 1.291.946 worden ingeboekt. Dat bedrag is samengesteld uit ontvangen bijdragen van rijkswege in de instandhoudingskosten van onze panden, de zogenaamde BRIM-regeling, ter hoogte van € 204.774 en ingeboekte subsidie voor uitgevoerde restauraties (€ 1.087.172) uit verschillende regelingen. Bij deze laatste categorie wordt alleen subsidie ingeboekt ten aanzien waarvan conform de uitgaven een redelijke verwachting bestaat dat deze zal worden ontvangen. Voor 2012 hebben de werkzaamheden aan de volgende panden zo’n subsidieverwachting opgeleverd: Bolsward, Kleine Dijlakker 17; Dordrecht, Wijnstraat 153; ’s-Hertogenbosch, Hinthamerstraat 138; Hoorn, St. Jans Gasthuis; Makkum, Vallaat 22; Naaldwijk, Heilige Geest Hofje; Schiedam, Proveniershuis 1-30 en Zwolle, Sassenstraat 31A-33. De op deze wijze verrekende subsidies van overheden betreft maar liefst ruim € 750.000 minder dan wat voor 2012 begroot was. Dat is in het verslagjaar verwerkt door uitstel van een groot deel van de werkzaamheden aan Kleine Dijlakker 17 te Bolsward, forse besparingen op de restauratie van de Sassenstraat 31A-33 te Zwolle en uitstel van de restauratie van Hoogstraat 11 te Maassluis. De uitvoering van de uitgestelde projecten is verwerkt in de begroting 2013. Voor de verkrijging van deze overheidssubsidies moeten verschil-
Tijdens het Goed Geld Gala van de BankGiro Loterij in februari 2013, kreeg de Vereniging naast de jaarlijkse bijdrage van € 1,2 miljoen, een extra eenmalige gift van maar liefst € 679.500 voor het project ‘Erfgoedlogies’. In drie jaar tijd zal de Vereniging twaalf van haar panden omtoveren tot vakantiehuizen. ‘Huis Dijkstra’ in Groet is het eerste huis dat in 2013 gerealiseerd werd als vakantiewoning en is reeds als zodanig te huur. Zonder de bijdrage van de BankGiro Loterij was het voor de Vereniging niet mogelijk geweest dit project te realiseren. De cheque voor het project Erfgoedlogies met v.l.n.r. Leo van Grunsven, Cunera Vergeer, Michiel Verboven en Isja Finaly.
Verenigingszaken Leden Per 31 december 2012 telt onze Vereniging 4.121 leden (ultimo 2011: 3.759 leden). Hiermee is niet alleen de ledengroei doorgezet (9,6 %), maar de toename was ook groter dan in voorgaande jaren (6 %). In werkelijkheid meldden zich in 2012 625 nieuwe leden aan, waarvan maar liefst 20% via cadeaulidmaatschappen die door bestaande leden zijn weggegeven (‘lid werft lid’ campagne). Tegenover die aanwas stond het verlies van 263 leden, door opzegging of overlijden. Dat is fors meer dan gebruikelijk (172 gemiddeld in de laatste 5 jaar) en lijkt een verband te hebben met de grootschaliger speciale ledenwervingsacties die wij op ‘publieksdagen’ in onze panden voeren. Deze speciale acties verleiden immers mensen meer tot impuls-lidmaatschappen en die leiden weer gemakkelijker tot opzeggingen. De verwachting is derhalve, dat het grotere jaarlijkse verlies aan leden de komende jaren blijft bestaan. De contributieopbrengst groeide in 2012 opnieuw naar een totale bijdrage van € 116.788 (in 2011: € 112.405), geheel in lijn met de toename van het ledental.
Bericht aan de Leden Afgelopen jaar is het Bericht aan de Leden drie keer verschenen, in februari, juni en augustus. Het Bericht is het meest actuele communicatiemiddel met onze leden. Hierin verschijnen stukjes over restauraties en verwervingen en al onze Open Dagen en Toegankelijke Panden en andere evenementen worden erin vermeld.
29 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
28
Overige baten Deze laatste, maar tevens grootste, categorie baten bedroeg in 2012 € 7.933.564. Omdat de rentebaten in 2012 slechts € 5.411 bedroegen, hebben de overige baten vrijwel geheel betrekking op de huurinkomsten (€ 7.928.152). Deze huurinkomsten waren daarmee in 2012 vrijwel gelijk aan de begroting (begroot was € 8.060.000). De groei ten opzichte van het voorgaande jaar maskeert in enige mate het toch weer aanzienlijke huurverlies van € 778.705 (in 2011: 651.532). Met ingang van ultimo 2012 is een iets veranderde indeling gemaakt in de achterliggende oorzaken van dit verlies. Volgens de nieuwe indeling onderscheiden wij ‘mutatieleegstand’ en ‘projectleegstand’. Mutatieleegstand betreft panden die beschikbaar zijn voor een huurder, omdat de oude huurder vertrokken is, of omdat het pand na een restauratie of groot onderhoud weer te gebruiken is. Deze mutatieleegstand bedroeg in 2012 € 328.756 en was te verdelen in frictieleegstand (korter dan 3 maanden, dus in de regel louter huurderswissels), die € 144.828 bedroeg (2011: € 128.484) en structurele leegstand (langer dan 3 maanden), die € 183.928 bedroeg (2011: € 115.445). De projectleegstand betreft panden die leeg staan omdat deze in de huidige staat niet verhuurbaar zijn. Dat kan zijn omdat ze gerestaureerd moeten worden of in restauratie zijn, dan wel omdat ze uit verhuur komen en niet opnieuw te verhuren zijn, zonder eerst een grondige renovatie te ondergaan. Dat laatste doet zich vooral voor bij panden die een zeer lange tijd bij een huurder in gebruik zijn geweest. De projectleegstand bedroeg € 449.949 (2011: € 407.603), te verdelen in restauratieleegstand ad € 267.136 en onderhoudsleegstand ad € 182.813. De trend is onmiskenbaar: er staan niet eens veel meer panden in ons bezit leeg, maar de panden die leeg zijn, staan (veel) langer leeg. In november is bin-
nen de Vereniging een speciale taakgroep in het leven geroepen om dit probleem aan te pakken. De huurverhogingen in 2012 hebben, behoudens een enkele uitzondering, gevarieerd tussen de 1,3 % en de 2,3 % (prijsindex per 1-1-2012). Over het gehele bezit bedroeg de gemiddelde huurverhoging 2,3 % (in 2010 1,5 %). Daarmee kwam de gemiddelde huurprijsaanpassing exact overeen met de prijsindex van 2012. Het huurbestand van onze Vereniging bevatte eind 2012 691 (2011 688) huureenheden. Daarvan is ongeveer een kwart verhuurd als bedrijfsruimte. Deze contracten kennen alleen een indexering van de huurprijs per 1 januari. De overige contracten zijn woningcontracten. Daarvan bevindt 40 % zich in de vrije sector, hetgeen wil zeggen dat de huurwaarde is geliberaliseerd. Voor 60 % van ons woningbestand bepaalt het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (voorheen VROM) de maximaal redelijke huur en de daaraan gekoppelde huuraanpassingspercentages.
Toegankelijke Panden
In 2012 verscheen de zevende editie van ons boekje Toegankelijke Panden. Hierin waren opnieuw ruim 100 panden opgenomen die door leden van de Vereniging bezocht kunnen worden. De panden zijn onder te verdelen in drie categorieën. De eerste omvat musea, veelal ondergebracht in zeer bijzondere historische gebouwen. In deze musea geldt over het algemeen voor onze leden een korting op de toegangsprijs. De tweede categorie bestaat uit historische huizen waarin winkels of restaurants zijn gevestigd. Voor leden geldt dan veelal een korting. De derde categorie is het meest bijzonder; het zijn particulier bewoonde panden die exclusief voor onze leden één of twee keer per jaar worden opengesteld. Dit jaar ging het om 39 bijzondere gebouwen. Minimaal 900 leden en geïnteresseerden brachten een bezoek aan deze panden.
Openingen
In totaal werden er dit verslagjaar vier feestelijke openingen georganiseerd. Het meest uitzonderlijk voor de Vereniging was de opening van het pronk-poppenhuis van Nijenburg in Heiloo. Na een grondige en minutieuze restauratie kon dit bijzondere poppenhuis weer in volle pracht worden getoond op de plek waar het van oudsher thuishoort: landgoed Nijenburg. Hiervoor in dit Jaarverslag is inhoudelijk ingegaan op deze restauratie. De tweede opening betrof de onthulling van een gevelsteen aan de Binnenluiendijk in Hoorn tijdens Open Monumentendag. Naar een suggestie van een van onze leden, heeft de Vereniging een gevelsteen in dit huis geplaatst ter nagedachtenis aan de redder, bewoner en schenker van het huis de heer J.E. de Visser. Tevens werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om het pand na restauratie te tonen aan de leden en andere geïnteresseerden. Ook de restauratie van het achterhuis van het Proveniershuis in Schiedam kwam dit jaar gereed. De opening werd hier verricht
Overhandiging van 18de-eeuwse Wapenkaart door de Ridderschap van Overijssel aan de Vereniging
Meer dan 1200 bezoekers namen een kijkje of kwamen een van de theatervoorstellingen in ons pand bijwonen.
Opening poppenhuis Nijenburg
door de burgemeester, mevrouw ir. J.M. Leemhuis-Stout, waarna het zaalgebouw en de appartementen aan alle aanwezigen getoond werden. Het ‘Hof van Ittersum’ met daarin het Karel V-huis werd 30 november geopend in bijzijn van de wethouder monumentenzorg, de heer G.J. Piek. Ook in Zwolle konden alle genodigden na de toespraken het pand bezichtigen.
Excursies en Rondleidingen
Het thema voor de excursies en rondleidingen van 2012 was ‘Architectuur vertelt een verhaal’: op zoek naar achtergronden en bedoelingen van de bouwkunst. De leden konden een keuze maken uit drie excursies en zes rondleidingen die op verschillende plaatsen in het land werden gehouden. De excursies vonden plaats in Dordrecht en op de Utrechtse heuvelrug. In Dordrecht was het classicisme de rode draad. Prof. dr Koen Ottenheym, hoogleraar architectuurgeschiedenis en bestuurslid van onze Vereniging, gaf een lezing over classicisme in de bouwkunst, waarna drie huizen van de Vereniging aan de Wijnstraat werden bezocht. Op de Utrechtse heuvelrug werd vooral aandacht besteed aan de afwerking van de prachtige interieurs.
Excursie Utrechtse Heuvelrug
Opening van het Proveniershuis in Schiedam (foto Roel Dijkstra)
Kunsthistoricus Richard Harmanni gaf een lezing over behangsels en met name die op de buitenplaatsen Sparrendaal en Amerongen die daarna in situ werden bekeken. In Amsterdam kon men deelnemen aan een rondvaart door de grachten langs huizen van de Vereniging én van stadssteenhouwer Hendrick de Keyser.
Nieuwe Ledendag De nieuwe ledendagen die wij sinds 2011 organiseren worden door onze nieuwe leden zeer gewaardeerd. De nieuwe leden krijgen een lezing over de uiteenlopende facetten van het werk van de Vereniging en een rondleiding door een van onze panden. In veel gevallen worden mensen lid omdat zij door bekenden erop gewezen zijn, of een Open Dag hebben bezocht. Die leden hebben meteen sympathie voor ons werk, terwijl zij nog niet overzien wat dat precies inhoudt. Wij gaan ervan uit dat de nieuwe leden door deze persoonlijke en brede wijze van kennismaking zich meteen meer betrokken voelen bij de Vereniging. In 2012 waren er drie nieuwe ledendagen op 28 april, 29 september en 24 november, die bezocht werden door in totaal 195 nieuwe leden. Rondleidingen Heiloo
Dit jaar waren er twee Open Dagen. Op 30 juni werd Huis Dijkstra in Groet opengesteld, het was prachtig weer en veel leden maakten van de mogelijkheid gebruik om dit pareltje van het Nieuwe Bouwen te komen bekijken. In Zwolle was het op 8 december groot feest toen de Hanzelijn officieel werd geopend voor publiek. Er waren allerhande activiteiten door de hele stad en de Vereniging stelde het pas gerestaureerde ‘Hof Van Ittersum’ open.
De Historische Vereniging Oud Heiloo verzorgde opnieuw rondleidingen op ons landgoed Nijenburg. Twee zondagen per maand stellen zij het huis open en kan men onder begeleiding van een goed opgeleide gids een rondgang maken door de fraai ingerichte vertrekken van het huis. Deze formule werd in 2011 gestart en blijkt nog steeds zeer in trek in Heiloo en omstreken. In het kader van het ‘Jaar van de historische buitenplaats’ werd een aantal extra openstellingen geïnitieerd. In mei werd samen met de Vereniging Natuurmonumenten een picknickdag opgezet; bezoekers konden die dag picknicken in de boomgaard. Ondanks dat het weer helaas te wensen overliet, lieten de picknick-liefhebbers zich niet afschrikken en werd het een gezellige dag. Rondom kerst werden er twee concerten gehouden in de grote zaal. Het publiek was zeer enthousiast over de concerten in deze entourage.
Boottocht ‘Hendrick de Keyser vanaf het water’
Open Dag Groet
Rondleidingen werden gegeven in de Burcht, Huis Van Brienen en het Gemeenlandshuis in Amsterdam, de Derde Ambachtsschool in Scheveningen, Nijenburg in Heiloo, Huis Barnaart in Haarlem en het ‘Hof van Ittersum’ in Zwolle. 833 leden en introducés namen deel aan de excursies en 812 leden gaven zich op voor de rondleidingen. Het was daarmee weer een prachtig excursiejaar.
Open Dagen
31 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
30
Algemene Ledenvergadering in de ‘Burcht’ te Amsterdam
Algemene Ledenvergadering In afwijking van andere jaren werd in 2012 de Ledenvergadering gehouden op een zaterdag. Op 23 juni kwamen de leden voor de vierennegentigste Algemene Ledenvergadering bijeen in de voormalige Bondsraadzaal van de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond, de ‘Burcht’ in Amsterdam. De vergadering werd door 150 leden bezocht, die ongetwijfeld door de combinatie van het bijzondere programma en het bijzondere gebouw werden aangetrokken. Om 13.00 uur werd de vergadering geopend door plaatsvervangend voorzitter Brouwer, die memoreerde dat het de laatste vergadering zou zijn van de vigerend voorzitter, de heer P.B. de Bruijn. Na de notulen ging de voorzitter, de heer De Bruijn, kort in op ontwikkelingen rondom enkele verwervingen en de verminderde subsidiemogelijkheden voor onze Vereniging. Hierna werd aan de hand van beeldmateriaal door de directeur getoond welke verwervingen in 2011 waren gerealiseerd en de consequenties voor de jaarrekening die daaruit voortvloeiden. Vervolgens presenteerde het hoofd van de afdeling Instandhouding bijzondere details en vondsten bij vijf belangrijke restauraties van 2011. Na het beantwoorden van een aantal inhoudelijke vragen over dit verslag, werd met grafieken een toelichting gegeven op de jaarcijfers en beantwoordde de penningmeester vragen hierover. Nadat het jaarverslag en de jaarcijfers voldoende waren toegelicht werd het Jaarverslag 2011 aangenomen. De aanwezigen verleenden het Bestuur en de commissarissen décharge terzake van het in 2011 gevoerde bestuur en toezicht. Tijdens de hierna toe te lichten benoemingen en herbenoemingen vond de overdracht plaats van het voorzitterschap van de Vereniging van de heer P.B de Bruijn aan de heer H.J. Brouwer. De nieuwe voorzitter sprak een woord van dank uit aan de heer De Bruijn, die maar liefst 22 jaar deel heeft uitgemaakt van het Bestuur waarvan de laatste negen jaar als voorzitter. De vergaderingen die de heer De Bruijn leidde kenmerkten zich door harmonie en een soepel verloop.
Tegelijkertijd zorgde de heer De Bruijn als voorzitter ervoor dat de Vereniging ‘eigentijds’ bleef, onder andere door regelmatige aanpassing van de huisstijl. Kenmerkend was dat bij iedere aanpassing de handhaving van de hoge kwaliteit voorop stond. Ledenwerving en representatie van de Vereniging naar buiten konden immer op speciale aandacht van de heer De Bruijn als voorzitter rekenen. De heer Brouwer dankte hem zeer hartelijke voor al zijn werk en bood de scheidend voorzitter als dank de ere-penning van het Bestuur aan. Na deze korte ceremonie schetsten het hoofd Instandhouding en de directeur ieder een kort beeld van de voorgenomen restauraties en de actuele verwervingen in combinatie met de begroting van het lopende jaar (2012). Aan het slot van de vergadering werden verschillende vragen van aanwezigen beantwoord. Na een korte koffiepauze volgde ter gelegenheid van het afscheid van de heer P.B. de Bruijn als voorzitter en mevrouw C.W. Fock als bestuurslid, een klein symposium. Verspreid over twee zalen konden de aanwezigen korte lezingen van in totaal vier sprekers bijwonen. In de bovenzaal van de Burcht gingen mevrouw prof. dr M.C. Kuipers en prof. dr K.A. Ottenheym in op het dilemma bij interieurrestauraties: reconstrueren of de gelaagdheid behouden? In de benedenzaal bogen mevrouw ir E.M. van der Pol en architect G. van Hoogevest zich over het thema: Jonge architectuur en oude monumenten: is er een onderscheid? De bijdragen over de twee invalshoeken zorgden in iedere zaal voor een levendige discussie, waar in de ene zaal vertrekkend bestuurslid en interieurdeskundige mevrouw C.W. Fock aan deelnam en in de andere zaal de scheidend voorzitter, de heer P.B. de Bruijn. Het mini-symposium werd met een genoeglijk samenzijn afgesloten, onder het genot van een drankje en een hapje.
Als nieuwe kandidaten voor de Raad van Commissarissen werden voorgedragen: de dames C.W. Fock (oud-bestuurslid), J.R. Ras (conservator Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen) en P.M. Noordervliet (schrijfster en columniste) en de heer D.P. de Vries (voorzitter Ottema-Kingma Stichting voor Noord-Nederland). Alle vier de kandidaten werden door de aanwezigen met applaus benoemd. Vervolgens werd uit de Raad van Commissarissen de heer J.G.P.M. Helderman benoemd tot lid van de Audit Commissie.
Organisatie
Benoemingen en herbenoemingen
De voordrachten voor de benoeming en de herbenoeming van de leden van het Bestuur geschieden conform een opgemaakt profiel. Het doel hiervan is een evenwichtige samenstelling van dit college, gezien de beslissingen die het Bestuur pleegt te nemen. Daartoe wordt gestreefd naar een samenstelling voor de helft uit personen met een financieel-juridische of maatschappelijke achtergrond en voor de helft met een bouw-
Ook voor de samenstelling van de Raad van Commissarissen wordt een profiel gehanteerd. De Raad kent allereerst een regionale spreiding over het hele land. Daarnaast wordt getracht in de Raad tenminste alle bestuurslagen van de Overheid vertegenwoordigd te hebben. Tenslotte wordt geprobeerd een vergelijkbare verdeling te hebben als in het Bestuur. Bij benoemingen en herbenoemingen wordt geëvalueerd aan de hand van het profiel van de Raad. Bij de Raad van Commissarissen traden volgens rooster af: de heren A.L.L.M. Asselbergs (voormalig Rijksadviseur voor Cultureel Erfgoed), A.F.W. Bosman (hoogleraar architectuurgeschiedenis UvA), W.F. Dutilh (General manager ING), J. Franssen (Commissaris van de Koningin Zuid-Holland), L. van Grunsven (historicus), F.Q.J.L. Hoebens (Lid Bestuur Stichting Bouwcultuurfonds Zuid-Nederland), T. de Swaan (voorzitter Raad van Commissarissen Van Lanschot Bankiers), H.M.J. Tromp (Cultuurhistoricus, Buitenplaatsdeskundige) en M.C. van Veen (voormalig voorzitter Raad van Bestuur Koninklijke Hoogovens NV) en de dames P. Kruseman (voormalig directeur Amsterdam Museum), M.C. Kuipers (bijzonder hoogleraar Cultureel Erfgoed te Delft) en E.H. Swaab (advocaat en voormalig voorzitter Raad voor Cultuur). De heren Asselbergs, Dutilh, Franssen en De Swaan konden niet worden herbenoemd of waren niet beschikbaar voor een volgende termijn. Zij werden door de voorzitter toegesproken en bedankt voor hun jarenlange inzet. De heer De Swaan in het bijzonder wegens zijn jaren als lid van het Bestuur en daarna als Lid van de Audit Commissie. De dames Kruseman, Kuipers en Swaab, evenals de heren Bosman, Van Grunsven, Hoebens, Tromp en Van Veen, waren herkiesbaar voor een nieuwe periode en werden door de aanwezigen herbenoemd.
V.l.n.r. de nieuwe voorzitter de heer H.J. Brouwer, aftredend bestuurslid mw C.W. Fock en aftredend voorzitter P.B. de Bruijn tijdens de Algemene Ledenvergadering
De bureau-organisatie bestond eind 2012 uit 28 personen in vaste dienst en 4 personen met een contract voor bepaalde tijd. Uitgedrukt in voltijdbanen kwam dit neer op 26 personen (2011: 26,6). De mutaties zijn onderdeel van een vergaand proces, waarbij de inzet op de afdeling Huurzaken wordt vergroot en die op de afdeling Instandhouding enigszins wordt ingeperkt. Het ziekteverzuim onder de medewerkers van Vereniging Hendrick
33 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
32
kundige of kunsthistorische achtergrond. Bij elke vacature evalueert het Bestuur dit profiel. In 2012 waren bij het Bestuur de herbenoemingen van de heren H.J. Brouwer, A.A. Schulting en H.B. van Wijk aan de orde. Allen waren beschikbaar voor een nieuwe termijn, zij het dat de heer Van Wijk in 2014 moet aftreden en de heer Schulting in 2015, beiden vanwege het bereiken van de statutaire leeftijdgrens. Zij werden gedrieën onder applaus herbenoemd, waarbij de heer Brouwer in de functie van voorzitter werd benoemd. Vervolgens werden twee nieuwe leden ter benoeming in het Bestuur voorgesteld. Mevrouw E.M. van der Pol, architect en oud-Rijksbouwmeester, en de heer J.B.H. de Haan, kunsthistoricus en gespecialiseerd op interieurafwerkingen, werden onder applaus benoemd tot lid van het Bestuur.
meer planmatig gestuurde meerjarige onderhoudscyclus. Omdat de ‘winkel’ daarnaast ook gewoon geopend moet blijven, kost dat proces veel tijd.
De bureau-organisatie van Vereniging Hendrick de Keyser kent, als afspiegeling van haar doelstelling, drie specifieke afdelingen: Huurzaken, Instandhouding en Voorlichting/Ledenservice. Met uitzondering van de directie en twee medewerkers van de boekhouding, zijn alle medewerkers bij de drie doelgerichte afdelingen ondergebracht.
Een concrete en voor iedere huurder merkbare verandering is de aanpassing van de telefonische bereikbaarheid. Technische kwesties, vragen, klachten en complimenten kunnen voortaan iedere werkdag tussen 9 en 12 uur telefonisch, direct aan de huurconsulenten worden doorgegeven (020 5210640). Buiten deze tijden zijn meldingen mogelijk per post of email (
[email protected]). Een andere aanpassing is, dat huurkandidaten zich voortaan digitaal bij ons kunnen laten registreren. Daartoe is speciaal een nieuw onderdeel aan onze website ontwikkeld.
Huurzaken
De afdeling Huurzaken is verantwoordelijk voor de (tijdelijke) verhuur, de huurinkomsten en het mutatieonderhoud. Zoals in de inleiding reeds is opgemerkt, is het juist in 2012 door verschillende factoren lastiger geworden om de huurinkomsten op peil te houden. Vanwege de al langer teruglopende andere geldstromen (van subsidies en fondsen) raakt dit proces de Vereniging relatief hard. Helaas komt het daardoor vaker voor dat geplande projecten moeten worden uitgesteld of slechts gefaseerd kunnen worden uitgevoerd. Met name aan de meer op comfort gerichte wensen van huurders kan, (mede, maar niet alleen, ingegeven door budgetkeuzes) onder de huidige omstandigheden slechts in beperkte mate tegemoet gekomen worden. De verhuur in de zakelijke markt (winkels, kantoorruimten) stagneert merkbaar. Vanwege persoonlijke of bedrijfsmatige omstandigheden wordt het betalingsgedrag en ook de looptijd van huurcontracten negatief beïnvloed. Het aantal betalingsregelingen neemt toe, maar helaas ook het aantal incassoprocedures en de hoogte van de vorderingen via de gerechtsdeurwaarder. De afdeling werd ultimo 2012 door elf medewerkers (9 in de voorgaande jaren) bemenst. Een coördinerend medewerker is uit dienst getreden, drie parttime krachten zijn nieuw aangetrokken. Onder leiding van het hoofd Huurzaken, houden vier (onder wie drie deeltijd-) medewerkers zich dagelijks bezig met de reguliere verhuur en het (mutatie)onderhoud van onze panden en twee met de financiële en administratieve kant daarvan. Een (deeltijd) medewerker verzorgt de tijdelijke verhuur (zaalverhuur voor onder meer lezingen, huwelijken, private diners, foto- en filmopnamen, etc.) De bekendheid met en dientengevolge de omzet van onze tijdelijke verhuuractiviteiten neemt gestaag toe. Daarnaast ontfermt de (deeltijd) conservator roerende goederen zich over het beheer van onze (inmiddels ruim 1000) roerende goederen. Eén medewerker huurzaken is werkzaam als beheerder in ons pand de Derde Ambachtsschool van Jan Duiker in Scheveningen. Het aanstellen van een (deeltijd) procesadviseur, met zowel een bouwkundige als architectuurhistorische achtergrond, heeft een impuls gegeven aan het doorlichten van de werkprocessen binnen de afdeling Huurzaken. Diverse verbeteringen in onder meer de interne informatievoorziening zijn daarvan het resultaat. Voor de komende jaren wordt gewerkt aan een minder vraag gestuurde, maar juist
De Vereniging heeft ultimo 2012 in haar panden 691 verhuureenheden, waaronder woningen, kantoren, horecagelegenheden en zelfs parkeerplaatsen en sinds de zomer van 2012 ook een recreatiewoning aan de Noord-Hollandse kust. In deze verhuureenheden zijn het afgelopen jaar 65 (9%) huurwisselingen geweest (in 2011: 80). Er deden zich enkele mutaties voor in panden die reeds decennia bewoond werden door dezelfde trouwe huurders. Een huurster woonde maar liefst ruim 50 (!) jaar in ons pand, maar vanwege gezondheidsredenen was dit niet langer mogelijk. Helaas noopte de aanwezigheid van asbest ons in enkele gevallen onverwachts tot ingrijpende aanpassingen aan onze panden. Zoals hiervoor vermeld onder Overige baten, zijn per 1 januari de bedrijfshuurovereenkomsten geïndexeerd en per 1 juli de woningen in huurprijs aangepast, met uitzondering van de contracten die recent waren afgesloten.
Instandhouding
De afdeling Instandhouding is verantwoordelijk voor het onderhoud en de restauraties aan onze panden. Het uitvoeren van regulier onderhoud is van groot belang om de bouwkundige staat van de gebouwen goed te houden en dure restauraties zo lang mogelijk uit te stellen. Door vier inspectie-opzichters worden alle panden regelmatig, minstens een keer per twee jaar, grondig onder de loupe genomen. Gemiddeld wordt het gevelhout bijvoorbeeld elke 6 jaar geschilderd, afhankelijk van de locatie van het pand (aan zee of in het binnenland), de oriëntatie van de gevels (zuid en west hebben meer te lijden dan noord en oost) en het schoonmaken van het gevelhout (door goed schoonhouden kan een schilderbeurt wel één à twee jaar worden uitgesteld!). Het plannen van het werk wanneer dat nodig is – en niet alles elke 6 jaar automatisch schilderen – scheelt werk en kosten. Naast schilderwerk wordt ook benodigd werk aan muren, houtwerk, dak en andere (constructieve) onderdelen opgenomen en in een planning gezet. De werkzaamheden worden vervolgens onder leiding van de eigen opzichters uitgevoerd. Toch is regulier onderhoud niet altijd genoeg om de panden in goede staat te houden. Soms is ingrijpender werk nodig, zoals het restaureren van een hele kap (en incidenteel het verwijderen van asbest uit de jaren ’80), het repareren van een balklaag of het uitvoeren
van funderingsherstel. Gemiddeld hebben ieder jaar ongeveer 15 panden in ons bezit groot onderhoud nodig. Tenslotte worden er ongeveer 10 algehele restauraties uitgevoerd, waarbij het hele pand tijdens het werk niet verhuurd kan worden. In 2012 is aan circa 180 panden regulier onderhoud uitgevoerd, aan 16 panden groot onderhoud en waren 8 panden in restauratie. Alle werkzaamheden en projecten zijn onder eigen directie uitgevoerd, met uitzondering van de restauratie van het ‘Kranenbreukershuis’ in Tegelen en de afronding van de renovatie van het Koetshuis van Beeckestijn. Over de aard en inhoud van de restauraties, die vaak een forse investering vergen en door hun metamorfose zo fotogeniek zijn, is hiervoor al verslag gedaan. Daarnaast zijn door twee stagiaires en een eigen medewerker verslagen gemaakt van de restauraties van het ‘Hof van Ittersum’ in Zwolle, het Proveniershuis in Schiedam en het funderingsherstel in het ‘Huis ’s-Hertogenbosch’ in Middelburg. Het werk van de afdeling Instandhouding is in 2012 uitgevoerd door een team van 11 mensen onder leiding van een afdelingshoofd. De medewerkers zijn verdeeld in twee teams, die elk bestaan uit een architect, een bouwkundig medewerker en twee inspectie-opzichters. Een technisch opzichter voert een aantal grote onderhoudsprojecten uit en treedt in beide teams op als ‘vliegende keep’ bij ad hoc werkzaamheden. Een coördinator planning & controle bewaakt de instandhoudingsbegroting en de uitputting van de budgetten per project. Als laatste was in 2012 op contractbasis één projectmedewerker aangesteld, die twee restauratieprojecten begeleidde.
Voorlichting en Ledenservice
De afdeling Ledenservice heeft per 2012 de toevoeging Voorlichting gekregen, omdat door de medewerkers van deze afdeling alle voorlichting naar de buitenwereld wordt uitgevoerd en wij dit onderdeel van hun taakstelling (een van de doelstellingen van de Vereniging) willen accentueren. De afdeling werd ultimo 2012, net als in 2011, bemand door zes medewerkers. Onder leiding van een hoofd Ledenservice verzorgt een medewerker de publiciteit van de Vereniging, zorgt één voor de contacten met leden en kandidaat-leden en één voor de contacten met vrijwilligers. Een freelance medewerker verzorgt de excursies en rondleidingen en één medewerker verzorgt de receptie en wikkelt het telefoonverkeer af. De werkzaamheden die worden uitgevoerd door de afdeling Voorlichting en Ledenservice zijn apart toegelicht onder Voorlichting en Verenigingszaken. De al eerder genoemde vrijwilligers helpen als ontvanger, als toezichthouder of als rondleider bij Open Dagen, bij Toegankelijke Panden of bij vergaderingen of andere gebeurtenissen in onze meest bijzondere panden. Daarnaast verricht een groep vrijwilligers ondersteunende taken voor het kantoor van de Vereniging.
Directie en Bestuur Het Bestuur heeft een beleidsbepalende taak en is mede-executief.
Het Bestuur bestaat uit zes leden, die iedere vier jaar herbenoembaar zijn. Het aantal herbenoemingen is niet beperkt. Wel geldt voor de leden van het Bestuur een leeftijdgrens van 70 jaar. De (her) benoeming in 2013 van drie leden van het Bestuur is hiervoor al toegelicht. De Directie bestond in 2012 uit één persoon, die het beleid voorbereidt, uitvoerend is en ondersteuning geeft aan het Bestuur. De directeur heeft tevens de leiding over de bureau-organisatie. Het Bestuur is op de hoogte van alle nevenfuncties van de directeur die relevant zijn of kunnen zijn voor het werkveld van de Vereniging en heeft deze goedgekeurd (zie voor een specificatie www.hendrickdekeyser.nl). Bij afwezigheid van de directeur wordt diens plaats waargenomen door de adjunct-directeur. De vergoeding voor de Directie is in lijn met de richtlijnen die de Commissie Wijffels (Code Goed Bestuur) heeft opgesteld. De leden van het Bestuur ontvangen geen vergoeding. Voor een weergave van de relevante nevenfuncties van de leden van het Bestuur verwijzen wij naar de website van de Vereniging. Het Bestuur kwam in 2012 negen maal bijeen op het kantoor van de Vereniging aan de Herengracht 172 te Amsterdam. Aan de hand van kwartaaloverzichten werden de financiële ontwikkelingen gevolgd. Uiteraard werd in april de jaarrekening van het voorgaande jaar opgesteld en in oktober de begroting voor het nieuwe jaar. In de loop van het jaar besprak het Bestuur 21 voorstellen voor mogelijke verwervingen, waarvan er uiteindelijk 2 werden gerealiseerd. Van 6 panden kwamen voorstellen ter tafel voor uit te voeren restauraties, dan wel afwijkingen in het verloop ervan. Gedurende het hele jaar is het verloop van de leegstand een punt van bespreking geweest, waarbij aan het einde van het jaar de teruggang in de huurinkomsten zich duidelijk manifesteerde en het Bestuur besloot tot uitvoering van een gericht actieplan. Naast deze operationele zaken is onder andere besloten tot onderzoek naar de mogelijkheid om overnachting op tijdelijke basis (erfgoedlogies) in onze panden te realiseren. In de loop van het jaar is aandacht besteed aan de oprichting van de Nationale Monumenten Organisatie en de positie van ‘Hendrick de Keyser’ in dat proces, in verband waarmee ook de door het Rijk gewenste afstoting van enkele monumentale eigendommen werd bespiegeld. Naast voornoemde bijzondere onderwerpen werden door het Bestuur de voorstellen tot huuraanpassing goedgekeurd. Het Bestuur kent een adviescommissie inzake geschillen tussen de Vereniging en derden, niet zijnde huurgeschillen. De commissie bestaat uit twee leden van het Bestuur en een lid van de Raad van Commissarissen. De commissie behandelt intern geschillen die door derden schriftelijk en met redenen omkleed aan het Bestuur worden voorgelegd. De commissie reageert, in beginsel eveneens schriftelijk, door een advies daarover aan het Bestuur. Het Bestuur beslist vervolgens op het hem voorgelegde geschil. In het verslagjaar is geen beroep gedaan op de geschillencommissie.
35 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
34
de Keyser bedroeg in 2012 5%, helaas een verdubbeling ten opzichte van het voorgaande jaar (2011 2,6%), die grotendeels te wijten is aan een langdurige ziekte van een van onze medewerkers.
Verslag van de Raad van Commissarissen
De Raad van Commissarissen komt tenminste tweemaal per jaar bij elkaar. Op 26 april 2012 vond – zoals gebruikelijk in Huis Van Brienen aan de Herengracht 284 te Amsterdam – de eerste vergadering van de Raad van Commissarissen met het Bestuur plaats, inzake het verslag van de Vereniging over 2011 en de jaarrekening. Daarnaast werden de lopende ontwikkelingen ten aanzien van verwervingen en restauraties uiteengezet en toegelicht. Mede in relatie tot de teruglopende subsidie inkomsten bepleitten verschillende commissarissen een versobering van het afwerkingsniveau van onze restauraties. De verwerving van het vakantiehuis in Groet leidde tot discussie over de mogelijkheden van erfgoedlogies. Tenslotte werd het Communicatieplan 2012 besproken, naar aanleiding waarvan werd vastgesteld dat in de huidige tijd evenveel voorlichtende aandacht naar overheden noodzakelijk is, als naar het gewone publiek. Tenslotte kwam kort de toenemende rol van vrijwilligers binnen de organisatie van de Vereniging ter sprake. Na de bespreking van het verslag van de audit commissie werden de jaarstukken goedgekeurd ter vaststelling door de Algemene Ledenvergadering. Tenslotte stelde de Raad het aftreedschema vast. De najaarsvergadering van de Raad van Commissarissen met het Bestuur vond plaats op zaterdag 24 november te Heiloo, waar de restauratie van de hoofdverdieping met het terugplaatsen van het poppenhuis recent volledig was afgerond. Nadat de commissarissen van de recente ontwikkelingen op de hoogte waren gebracht, werd uitvoerig stilgestaan bij de vorderingen inzake het in 2010 afgesproken meerjaren restauratieplan voor de periode 2011 tot 2015. In dat kader werd door de commissarissen een grotere toenadering tot de provinciale overheden bepleit. Bovendien werd de beschikbaarheid van restauratiesubsidie bij de verwervingsafweging nog eens onderstreept. Vervolgens is, voorafgaande aan de vaststelling, de begroting voor 2013 uitgebreid besproken. Daarbij was er met name aandacht voor het grotere huurrisico dat de huidige crisisontwikkeling met zich meebrengt en het beleid inzake huurverlies. Tenslotte besloot de Raad van Commissarissen een aan de Algemene Ledenvergadering voor te leggen contributieverhoging van € 25 naar € 30 per 2014 goed te keuren.
De leden van de audit commissie van de Vereniging kwamen op 2 april 2013 ten kantore van de Vereniging bijeen, ter bespreking van de Jaarrekening 2012. Bij die gelegenheid heeft de commissie zich op de hoogte gesteld van de Jaarrekening 2012 en de achtergronden daarvan. Op grond hiervan heeft de audit commissie aan de Raad van Commissarissen geadviseerd om de jaarstukken over het jaar 2012 goed te keuren. De Raad van Commissarissen heeft vervolgens op 25 april 2013 besloten om het jaarverslag en de jaarrekening voor te leggen ter bespreking en kennisneming respectievelijk vaststelling door de Algemene Ledenvergadering, met het verzoek aan de Algemene Ledenvergadering om décharge te verlenen aan de leden van het Bestuur en de leden van de Raad van Commissarissen.
Plannen voor de korte termijn Het meest opvallende verschil tussen afgelopen jaren en 2013 is de verwachte afname van Subsidies overheden. Dit komt doordat overheden minder budget beschikbaar stellen voor restauratie van monumenten en omdat criteria strenger en steeds specifieker worden. Daardoor wordt de kans op subsidie kleiner. Alleen herbestemming van monumenten is een populair selectiecriterium, maar juist in die categorie heeft onze Vereniging traditioneel minder restauratieprojecten. Reguliere Brim (onderhouds-)subsidie, die bescheiden is van omvang, zal in de nieuwe subsidieregeling Brim 2013 wél beschikbaar blijven voor ons en andere ‘Professionele Organisaties voor Monumentenbehoud’. De andere baten in ogenschouw nemend, valt op dat de Baten uit eigen fondsenwerving niet teruglopen maar eerder iets groeien: we merken dat mensen – ondanks de economisch mindere tijden – blijven schenken aan onze Vereniging hetgeen ons uiteraard verheugt. De inkomsten uit fondsen dalen (nog) niet en het ledental – en daarmee de contributies – groeit langzaam maar gestaag. De Baten uit acties derden heeft betrekking op de jaarlijks (t/m 2014) terugkerende bijdrage van de BankGiro Loterij. De huurinkomsten, die onder de post Overige baten zijn geschaard, laten een lichte stijging zien. Binnen deze post is rekening gehouden met een kleine indexering, enkele grote restauratie-projecten die eind 2012 opgeleverd werden en in 2013 huur gaan opleveren en met de Incidentele Verhuur van twaalf bijzondere locaties welke laatste steeds beter loopt. Aan de uitgavenkant is de post Verwerving panden terug op het niveau van vóór 2012. Nu de verwerving van een bijzonder object – tegen alle verwachtingen in – geen doorgang heeft gevonden, is er geen aanleiding om deze post hoog te begroten. Eventuele verwervingen laten zich immers niet plannen. De post Instandhouding panden is de grootste post aan de uitgavenkant en is in omvang vergelijkbaar met vorig jaar. Inhoudelijk zal er binnen deze post niet bezuinigd worden op het reguliere bouwkundig onderhoud (dat essentieel is om geen restauratie-achterstanden
op te lopen) en op het exploitatie-onderhoud (dat nodig is voor een goede verhuur van de panden). Wel zal het aantal grote restauratieprojecten net als vorig jaar beperkt zijn: binnen de elf geplande restauraties zijn maar er vier grote projecten: het Gemeenlandshuis aan de Diemerzeedijk in Amsterdam (funderings- en cascoherstel en renovatie eerste verdieping), het voormalig woonhuis met bottelarij van Albada Jelgersma in Bolsward (casco- en interieurrestauratie), Huis Barnaart in Haarlem (restauratie/herindeling 1e verdieping en kap) en het voormalig Weeshuis der Hervormden in Schiedam (eerste fase van casco-restauratie en herindeling). De post Voorlichting is vergelijkbaar met afgelopen jaren. Binnen het budget is rekening gehouden met enige extra uitgaven in het kader van het gelegenheidssamenwerkingsverband met het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (dat in 2013 haar 25-jarig jubileum viert), waarbij onze Vereniging maar liefst 100 historische panden beschikbaar stelt voor 100 bijzondere concerten van het NMF. Voorts zullen er naast de reguliere publicaties van o.a. het Jaarverslag en het boekje Toegankelijke Panden enkele publicaties verschijnen n.a.v. afgeronde restauratieprojecten (Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch en het ‘Kranenbreukershuis’ in Tegelen). De kosten voor excursies e.d. blijven gelijk, maar het aanbod zal wat verbreed worden door ook stadswandelingen aan te bieden. Het sobere uitgavenklimaat heeft zijn weerslag op de organisatie: de formatie bij de afdeling Instandhouding (uitgavenkant) is met 1 fte verkleind, maar deze is toegevoegd aan de afdeling Huurzaken om juist de inkomstenkant te versterken. Het aantal medewerkers is iets toegenomen, maar de feitelijke formatie is gelijkblijvend begroot. De organisatie- en uitvoeringskosten zijn toegerekend aan de doelstellingen van de Vereniging die terug te vinden zijn in de kostenplaatsen ‘Verwerving panden’ en ‘Instandhouding panden’ (= restauratie en onderhoud); voorts aan de drie kostenplaatsen onder ‘Werving baten’ en aan de algemene kostenplaats onder ‘Kosten beheer en administratie’. Het totaal van de organisatiekosten fluctueert normaal gesproken tussen de 20 en 25 % van de huurinkomsten, maar is in 2013 – vanwege de sobere begroting – procentueel gezien hoog (25 %). Het streven is om dit percentage in komende jaren weer omlaag te brengen (door de huurinkomsten verder te verhogen).
Continuïteit De grote sympathie die de Vereniging maatschappelijk ervaart, gepaard aan het voorzichtige financiële beleid, geven alle vertrouwen dat het werk van de Vereniging tot in lengte van jaren kan worden voortgezet.
Begroting 2013
Baten
(bedragen x € 1.000)
Baten uit eigen fondsenwerving 645 Baten uit acties van derden 1.200 Subsidies van overheden 739 Overige baten 8.460 ———— Som der baten
11.044 37
Lasten Besteed aan doelstellingen Verwerving panden (181) Instandhouding panden (9.980) Voorlichting (391) ———— Totaal besteed aan doelstellingen (10.552) % besteed aan doelstelling tov baten: 96 %
Werving baten Kosten eigen fondsenwerving Kosten acties derden Kosten verkrijging subsidies overheden Totaal besteed aan werving baten % eigen fondsenwerving tov baten: 8,5%
(55) (91) (101) ———— (247)
Beheer en administratie Rente en bankkosten (270) Kosten beheer en administratie (53) ———— Totaal besteed aan beheer en administratie (323) ———— Som der lasten (11.122) ————— Saldo Baten en Lasten (78)
Dankwoord Het Bestuur dankt de directie en de staf voor de grote inspanningen die ook in 2012 weer nodig waren om ons groeiende bezit goed te beheren. Directie en staf zijn daar alleszins in geslaagd. Een bijzonder woord van dank willen wij richten tot de velen die ons werk een warm hart toedragen en tot hen die ons bedenken met giften, schenkingen, legaten en erfstellingen. Zoals uit het voorgaande is op te maken, is hun steun meer en meer noodzakelijk, in het bijzonder voor de groei van de Vereniging.
Bestuur, directeur 25 april 2013
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v ers l ag van d e v ereniging
36
Aan de Raad van Commissarissen is de rol toebedeeld van adviseur, van controleur op afstand en van toezichthouder. De leden worden benoemd door de Algemene Ledenvergadering op voorstel van de Raad voor een termijn van vier jaar. Zij kunnen tweemaal worden herbenoemd. De benoeming van drie nieuwe leden en de herbenoeming van vijf leden van de Raad van Commissarissen is hiervoor onder Algemene Ledenvergadering al aan de orde geweest. Leden van de Raad van Commissarissen zijn lid van de Vereniging en aan hen worden geen vergoedingen verstrekt. Voor een weergave van de relevante nevenfuncties van de leden van de Raad van Commissarissen verwijzen wij naar de website van de Vereniging.
Jaarstukken 2012
Verantwoordingsverklaring 2012 Op verzoek van het Centraal Bureau Fondsenwerving wordt hieronder de ‘verantwoordingsverklaring’ van Vereniging Hendrick de Keyser integraal afgedrukt. Deze verklaring is ondertekend door ieder Bestuurslid en Commissaris.
“Vereniging Hendrick de Keyser onderschrijft de drie algemene principes van de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen (zoals opgenomen in het Reglement CBF-keur). De drie principes zijn: 1. Onderscheid de functies toezicht houden, besturen en uitvoeren; 2. Optimaliseer de effectiviteit en efficiency van bestedingen; 3. Optimaliseer de omgang met belanghebbenden. Deze drie principes zijn doorgevoerd in de wijze waarop de Vereniging is georganiseerd en haar werk uitvoert. Zij zijn waar relevant weergegeven in het jaarverslag. De leden van het Bestuur en de raad van commissarissen hebben ieder een verklaring ondertekend waarbij zij deze principes formeel onderschrijven.
1. Onderscheid de f unc t ies toez icht houden, besturen en uit voeren. De verdeling van rollen en taken is vastgelegd in de Statuten d.d. 7 september 2007, die via de website van de Vereniging zijn in te zien.
De Algemene Vergadering van leden controleert Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar brengt het Bestuur in een algemene vergadering verslag uit aan de leden en legt aan hen verantwoording af voor het gevoerde Bestuur. Het jaarverslag wordt tevoren aan de leden toegezonden, met daarin een samenvatting van de jaarrekening. Van de volledige jaarrekening kan via de website kennis worden genomen. De algemene vergadering stelt de jaarstukken vast en verleent decharge aan de leden van het Bestuur en de raad van commissarissen voor het gevoerde Bestuur respectievelijk het gehouden toezicht.
Ten minste eens per kwartaal krijgt het Bestuur van de directie verslag van de financiële ontwikkelingen, zodat het Bestuur desgewenst op basis hiervan kan bijsturen. Na afloop van het jaar maakt het Bestuur de jaarrekening en het jaarverslag op en stelt het Bestuur deze na goedkeuring door de raad van commissarissen in concept vast.
De raad van commissarissen houdt toezicht De raad van commissarissen houdt toezicht op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken bij de Vereniging. De raad van commissarissen keurt de jaarstukken goed voordat zij door de algemene vergadering van leden worden vastgesteld. Voor een goede oordeelsvorming wordt de jaarrekening in opdracht van de raad van commissarissen door een registeraccountant onderzocht. Daarnaast benoemt de raad uit zijn midden een audit commissie die de jaarrekening en het jaarverslag onderzoekt en daarover aan de raad en het Bestuur verslag uitbrengt.
De organisatie (onder leiding van de directeur) voert uit De Vereniging beschikt voor de verwezenlijking van haar doelstelling over een eigen organisatie. De directeur heeft de dagelijkse leiding over de organisatie en wordt daarbij bijgestaan door een adjunct-directeur. De directeur bereidt de (beleids-) besluiten van het Bestuur voor, levert bij het nemen daarvan ondersteuning aan het Bestuur en voert de genomen besluiten uit. In iedere bestuursvergadering legt de directeur verantwoording af over de bereikte resultaten en ten minste eens per kwartaal over het verloop van de inkomsten en de uitgaven.
Het Bestuur bestuurt
2. Opt imaliseer de ef fec t iv iteit en ef f ic ienc y van bestedingen
Het Bestuur bepaalt het beleid en is (naast de directie) mede uitvoerend. Het Bestuur stelt de begroting vast. In iedere bestuursvergadering rapporteert de directie aan het Bestuur over de voortgang van het beleid (de verwervingen en de restauraties).
De Vereniging besteedt haar middelen voor het overgrote deel aan haar doelstelling: het verwerven, restaureren en in stand houden van architectonisch of historisch belangrijke gebouwen (en hun interieur) in Nederland en het geven van voorlichting
39
daarover. Het resterende deel van haar middelen wordt besteed aan kosten voor de Vereniging en haar organisatie. Een meerjaren beleidsplan (5 jaar) geeft de richting aan voor de besteding van de middelen en de prioriteiten daarin. Ieder jaar wordt in een jaarplan vastgelegd aan welke onderdelen uitvoering wordt gegeven. Over de voortgang vindt regelmatig afstemming plaats tussen de medewerkers en de afdelingshoofden. Vervolgens rapporteren de afdelingshoofden daarover maandelijks aan de directie, als ook over het verloop van de inkomsten en de uitgaven. Bij de besteding van de middelen wordt erop toegezien dat zo veel mogelijk wordt gewerkt op basis van een offerte en daar waar dat effectief en nuttig is op basis van tenminste twee offertes.
3. Opt imaliseer de omgang met bel anghebbenden De Vereniging onderscheidt verschillende groepen belanghebbenden voor wie en met wie het werk wordt gedaan. • De leden: de leden worden geïnformeerd over de belangrijkste restauraties en verwervingen, zowel via de website als via het Bericht aan de Leden. Zij kunnen de resultaten van het werk op de Open Dagen of via het programma Toegankelijke Panden met eigen ogen zien. De leden kunnen hun kennis verdiepen door kennisneming van de toelichting en de artikelen in het jaarverslag en door deelneming aan de excursies van de Vereniging. • Eigenaren van kwetsbare panden: de doelstelling van de Vereniging wordt bereikt door architectonisch of historisch waardevolle panden die worden bedreigd in eigendom over te nemen. Het is daarvoor van belang dat die eigenaren deze mogelijkheid kennen. De Vereniging tracht zoveel mogelijk haar werk via publiciteit onder de aandacht te brengen van gemeentes, branchegenoten en particulieren. Daarvoor wordt, met succes, ook een beroep op de leden en de commissarissen gedaan. • Vrijwilligers: de Vereniging wordt in de uitvoering van haar taak ondersteund door vrijwilligers, zowel op kantoor als in verschillende panden in het land. Vrijwilligers geven rondlei-
dingen, regelen de opening van panden en houden toezicht of helpen met het archiveren of digitaliseren van documenten en foto’s. Voor de vrijwilligers worden ter verdieping en onderlinge uitwisseling van kennis bijeenkomsten georganiseerd. De contacten met vrijwilligers lopen via de verantwoordelijke projectmedewerker. • Fondsen en subsidiegevers: voor de verwerving van panden is in veel gevallen specifieke steun van derden noodzakelijk. Vooral van de BankGiro Loterij ontvangt de Vereniging hiervoor regelmatig steun. Hierover wordt in jaarlijkse rapportages verantwoording afgelegd. Ten behoeve van de restauraties is subsidie van overheden of steun van particuliere fondsen onontbeerlijk. Aan hen wordt per project verantwoording afgelegd over de bestedingen. Zowel de fondsen als de subsidiegevers krijgen het jaarverslag, met uitgebreide inhoudelijke verantwoording over het gedane werk en een samenvatting van de jaarrekening. • Branchegenoten: vooral op het gebied van monumentenbehoud kent de Vereniging nogal wat andere organisaties met een vergelijkbare doelstelling. Doordat de afbakening van ieders doelstelling, dan wel ieders werkgebied duidelijk is, bestaat er een goede samenwerking. Via de Federatie Instandhouding Monumenten wordt met al deze organisaties regelmatig overleg gevoerd en vind afstemming van belangenbehartiging plaats. • De samenleving: in wezen is het grote publiek de uiteindelijke belanghebbende. De Vereniging doet haar werk, opdat goede voorbeelden van architectuur en monumenten voor het nageslacht behouden blijven. Zij doet dit in het bijzonder met het doel om toekomstige generaties van de geschiedenis van het wonen in Nederland in zijn ontwikkeling en variaties door de eeuwen heen te laten kennisnemen en zo mogelijk te laten beleven. Daartoe doet de Vereniging onderzoek naar de huizen in haar bezit en brengt zij met regelmaat de resultaten daarvan naar buiten in eigen publicaties, boeken en artikelen, of door lezingen. Iedere dag kan het publiek het resultaat van het werk van de Vereniging van buiten bekijken en – bij sommige panden altijd en bij andere op speciale dagen – ook van binnen.”
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
v er antwoord ings v erkl aring
38
Balans per 31 december 2012 na bestemming saldo baten en lasten
Activa
41
(x € 1.000)
2012
2011
Passiva
Mater iële vaste activa
Langlopende vorderingen
705
359
Vorder ingen
2.664
2.756
Liquide middelen
61
948
Totaal activa
2011
Reser ves en fondsen
Panden 43.925 41.920 Bedrijfsmiddelen 132 141 –––––––– –––––––– 44.057 42.061 Totaal materiële vaste activa
Financ iële vaste activa
2012
––––––––
––––––––
47.487
46.124
––––––––
––––––––
Reserves • Bestemmingsreserve 27.453 26.200 • Bijzondere bestemmingsreserve 1.079 1.200 • Overige reserve 4.930 5.491 Fondsen • Bestemmingsfonds – – –––––––– –––––––– 33.462 32.891 Totaal reserves en fondsen Langlopende schulden 9.448 8.736 Kor tlopende schulden 4.577 4.497
Totaal passiva
––––––––
––––––––
47.487
46.124
––––––––
––––––––
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
bal ans per 31 d ecember 2012
40
Staat van Baten en Lasten over 2012 (x € 1.000)
Baten
2012
werkelijk
2012 begroot
2011
werkelijk
Panden 11.476)
Lasten
Besteed aan doelstellingen (1.413) (10.383) (425) –––––––––– (12.221)
Kosten eigen fondswerving Kosten acties derden Kosten verkrijging subsidies overheden Totaal besteed aan werving baten
(52) (84) (96) –––––––––– (232)
(3.024) (9.490) (349) ––––––––––
(676) (10.649) (382) ––––––––––
(12.863)
(11.707)
(52) (85) (95) ––––––––––
(52) (85) (96) ––––––––––
(232)
(233)
Wer v ing baten
Beheer en administratie
Rente en bankkosten (325) (430) (253) Kosten beheer en administratie (49) (52) (48) –––––––––– –––––––––– –––––––––– (374) (482) (301) Totaal besteed aan beheer en administratie ––––––––––– ––––––––––– ––––––––––– Som der lasten (12.827)) (13.577) (12.241) ––––––––––– ––––––––––– ––––––––––– Saldo baten en lasten (1.560)) (2.103)) (765) ––––––––––– ––––––––––– ––––––––––– Dit resultaat is als volgt in het eigen vermogen verwerkt: Bijzondere bestemmingsreserve (121) 500) Overige reserve (1.439) (1.265) ––––––––––– ––––––––––– (765) (1.560))
43
1 Grondslagen van waarder ing en van bepaling van het resultaat Mater iële vaste activa
Verwerving panden Instandhouding panden Voorlichting Totaal besteed aan doelstellingen
(alle cijfers x € 1.000)
Voor zover niet anders is vermeld zijn de posten in de balans opgenomen voor de nominale waarde.
Baten uit eigen fondsenwerving 842) 590 907 Baten uit acties van derden 1.200) 1.200 1.200 Subsidies van overheden 1.292) 1.624 2.058 Overige baten 7.933) 8.060 7.311 –––––––––– –––––––––– –––––––––– Som der baten 11.267) 11.474)
op de balans per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012
De hieronder begrepen panden zijn als volgt te onderscheiden: • panden in vol eigendom, danwel panden die in eeuwigdurende erfpacht zijn verkregen tegen een canon van € 0,-. Deze worden gewaardeerd tegen vijfmaal de bruto huur per jaar per het einde van het boekjaar; • panden in eigendom belast met vruchtgebruik of het recht van bewoning. Deze worden gewaardeerd tegen vijfmaal de door een deskundige vastgestelde huur per jaar bij de aanvang van het vruchtgebruik, resp. het recht van bewoning. Deze waarde wordt in het jaar van verwerving tevens onder de langlopende schulden opgenomen. Jaarlijks wordt een deel van dit bedrag onder de huuropbrengsten verantwoord. • panden in eigendom belast met erfpacht. Deze worden gewaar deerd tegen vijfmaal de jaarlijkse canon.
Bedrijfsmiddelen De bedrijfsmiddelen bij de Vereniging bestaan uitsluitend uit de inventaris van het kantoor. De kantoorinventaris, waaronder de communicatie- en computerapparatuur, wordt gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde, verminderd met lineaire afschrijvingen op basis van de geschatte economische levensduur. De afschrijvingstermijn bedraagt 10 jaar voor kantoorinventaris en 4 jaar voor communicatie- en computerapparatuur. Het aan de Vereniging toebehorende antieke meubilair en de inventaris in de verschillende panden worden p.m. gewaardeerd, omdat deze goederen geen afzonderlijke opbrengst genereren en tevens duurzaam worden aangehouden.
2 Mater iële vaste activa
De jaarlijkse waardeaanpassing tot vijfmaal de bruto huur wordt rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt, onder de Overige reserve.
Het verloop van de post panden is als volgt:
Teneinde in de staat van baten en lasten inzicht te verschaffen in de exploitatie van de panden wordt 2,5 % van de balanswaarde aan het begin van het boekjaar als afschrijvingslast in aanmerking genomen. Door de jaarlijkse waardeaanpassing van de panden tot vijfmaal de bruto huur op 31 december, heeft de afschrijving geen invloed op de waardering van de panden in de balans. Bij tenminste gelijkblijvende huur wordt de afschrijving in de waardering geheel gecompenseerd.
Boekwaarde per 1 januari
Panden
Totaal 41.920
Mutaties Investeringen 150) Geactiveerde restauratiekosten 772) Waardeaanpassing 2.131) Afschrijvingen (1.048) ––––––– Totaal mutaties Boekwaarde per 31 december
2.005 ––––––– 43.925 ––––––––
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
s ta at van baten en l as ten ov er 2012
42
Toelichting
3 Reser ves en fondsen De Reserves van de Vereniging zijn beschikbaar voor panden direct in gebruik voor de doelstelling. De Reserves worden onderscheiden in Bestemmingsreserve en Overige reserve. De Bestemmingsreserve wordt aangewend voor de financiering van activa, met een omvang gelijk aan 5/8 deel van de boekwaarde van de panden. De Overige reserve dient voor verwervingen, restauraties en voorlichting, conform de doelstellingen van de Vereniging. Er zijn voor de gelden in de Overige reserve nog geen concrete projecten vastgesteld. Ten laste van de Overige reserve wordt in 2012 een Bijzondere Bestemmingsreserve gevormd voor een verwerving, waarvan de investering wordt betaald uit het grootste deel van de toekenning 2012 van de BankGiro Loterij, doch waarvan de onderhandelingen in 2012 niet konden worden voltooid. De Bijzondere Bestemmingsreserve ad € 1.200 die in 2011 was gevormd is in 2012 aangewend voor de verwerving van het pand in Groet en Best en de restauratiewerkzaamheden aan het ‘Hodshon Huis’ te Haarlem. Het totaal aan reserves en fondsen bedraagt eind 2012 € 33.462. De Vereniging maakt inzichtelijk dat tenminste 5/8 van de boekwaarde van onze panden met eigen middelen moet worden gefinancierd, vastgelegd in de Bestemmingsreserve. Het resterende 3/8 gedeelte van de boekwaarde van onze panden mag met vreemd vermogen worden gefinancierd. Door dit beleid van de Vereniging kunnen de schulden altijd binnen 8 jaar worden afgelost.
45
4 Kosten eigen organisatie In de Staat van Baten en Lasten zijn de kosten van de eigen organisatie verdeeld naar hun bestemming. De specificatie is als volgt:
Mutaties in de Bestemmingsreserves vinden plaats vanuit de Overige reserves. Het verloop van deze reserve is als volgt: Stand per 1 januari Toevoeging vanuit Overige reserves Stand per 31 december Het verloop van de Bijzondere Bestemmingsreserves is als volgt: Stand per 1 januari Onttrekking naar Overige reserves Onttrekking naar Kortlopende Schulden Toevoeging vanuit Overige reserves Stand per 31 december
2012 2011 ––––––– ––––––– 26.200 1.253 ––––––– 27.453 –––––––––
23.964 2.236 ––––––– 26.200 –––––––––
2012 2011 ––––––– ––––––– 1.200) 700) (1.200) (600) –) (100) 1.079) 1.200) ––––––– ––––––– 1.079) 1.200) ––––––––– –––––––––
Het verloop van de Overige reserves gedurende het boekjaar is als volgt: 2012 ––––––– Stand per 1 januari 5.491) Waardeaanpassingen panden 2.131) Resultaatbestemming (1.560) (1.079) Dotatie aan Bijzondere Bestemmingsreseve Ontvangst uit Bijzondere Bestemmingsreserve 1.200) Mutatie Bestemmingsreserves (1.253) ––––––– Stand per 31 december 4.930) –––––––––
Bestemming Doelstelling Werving baten Beheer Admin. Verwer- Instand- Voor- Eigen Acties Subsidies vingen houding lichting fondsen- derden overheden werving Bestuurskosten 7 5 1 0 0 0 0 Salarissen 91 772 183 23 46 53 8 Sociale lasten 19 158 37 5 9 11 2 Pensioenkosten 14 121 29 4 7 8 1 Overige personeelskosten 2 17 4 1 1 1 0 Reis-/verblijfkosten 9 72 2 2 2 4 0 Huisvestingskosten 9 84 2 2 2 5 12 Kantoorkosten/afschrijv. 7 70 2 2 2 4 10 Verenigingskosten 6 12 2 2 2 2 2 Overige algemene kosten 9 99 3 3 3 3 13
–––––
–––––
–––––
–––––
–––––
–––––
173
1.410
265
44
74
91
48
–––––
–––––
–––––
–––––
–––––
–––––
–––––
2011 ––––––– 6.157) 2.935) (765) (1.200) 600) (2.236) ––––––– 5.491) –––––––––
Bovenstaande verdeling van de kosten komt tot stand door middel van een procentuele toedeling van kosten naar rato van de tijdsbesteding van medewerkers binnen de organisatie aan de verschillende doelstellingen van de Vereniging en de inspanningen die verricht worden om de verschillende baten voor de Verenging te realiseren. Deze procentuele verdeling is door de jaren heen consistent. Bovenstaande financiële overzichten zijn ontleend aan de volledige Jaarrekening 2012 d.d. 2 april 2013, die ten kantore van de Vereniging beschikbaar is, of op www.hendrickdekeyser.nl is op te vragen.
Bestuur, directeur 25 april 2013
–––––
Totaal Werkelijk 2012
13 1.176 241 184 26 91
116 97 28 133 ––––– 2.105 –––––
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
Toelichting op de bal ans per 31 december 2012 en de s ta at van baten en l as ten ov er 2012
44
Aan het bestuur van Vereniging Hendrick de Keyser Bijgesloten op pagina 40 tot en met 45 opgenomen samengevatte Jaarrekening, bestaande uit de samergevatte balans per 3l december 2012, de samengevatte rekening van baten en lasten, zijn ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van Vereniging Hendrick de Keyser per 3l december 2012. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 19 april 2013. Desbetreffende jaarrekening en deze samenvatting daarvan, bevatten geen weergave van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van19 april 2013. De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toelichtingen die zijn vereist op basis van de RJ 650 Organisaties zonder Winststreven en de daaruit voortvloeiende regelgeving. Het kennisnemen van de samengevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaatstreden van het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening van Vereniging Hendrick de Keyser.
47
Verant woordelijkheid van het bestuur Het bestuur van Vereniging Hendrick de Keyser is verantwoordelijk voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening in overeenstemming met de grondslagen zoals omschreven in paragraaf 1 van de toelichting.
Verant woordelijkheid van de account ant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de samengevatte jaarrekening op basis van onze werkzaamheden, uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder de Nederlandse Standaard 810. ‘Opdrachten om te rapporteren betreffende samengevatte financiële overzichten’.
Oordeel Naar ons oordeel is de samengevatte jaarrekening in alle van materieel belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde jaarrekening van Vereniging Hendrick de Keyser per 31 december 2012 en in overeenstemming met de grondslagen zoals omschreven in paragraaf 1 van de toelichting.
Den Haag, 19 april 2013 Deloltte Accountants B.V. Was getekend: drs. V.W.J.A. van Stijn RA MGA
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
controleverkl aring van de onafh ankelijke accountant
46
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Huis Naalden
De architectuurtheorie van Dom Van der La an in een notendop
49 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
‘huis na alden’. de architectuur theorie van dom hans van d er l a an in een not end o p
48
door Juliet Oldenburger
Afb. 1: De abdij Sint Benedictusberg te Mamelis bij Vaals. Links de abdijkerk van Dom Hans van der Laan (1956-1967), rechts het klooster naar ontwerp (1921-1923) van Dominikus Böhm en Martin Weber (foto Maarten Brinkgreve, 2004)
1.
Twee andere ontwerpen voor atelierwoningen werden niet uitgevoerd. Daarnaast zijn er in het Belgische Waasmunster nog twee kleinere directeurswoningen gebouwd: bij de abdij Roosenberg en bij het Moederhuis van de Mariazusters van St. Franciscus in de Kerk- straat.
In het afgelopen jaar kocht Vereniging Hendrick de Keyser ‘Huis Naalden’ in Best, het enige Nederlandse woonhuis1 van de monnik-architect Dom Hans van der Laan, die vooral bekendheid verwierf door zijn kerk en crypte van de Abdij Sint Benedictusberg bij Vaals (1956-1967). Menig architectuurliefhebber is al eens afgereisd naar dit zuidelijke puntje in ons land en werd niet alleen getroffen door de architectuur van het gebouw, dat opvalt door de eenvoud van zijn vormentaal, harmonische verhoudingen en ruimtelijke werking, maar ook door een wereld, waarvan hij het bestaan niet meer vermoedde. Achtmaal per dag komt in de kerk een kleine gemeenschap in het zwart gehulde monniken bijeen om de eeuwenoude psalmen te zingen. Het is in deze omgeving dat Van der Laan, voortbouwen op de traditie, maar anderzijds niet van de tegenwoordige tijd verstoken, zocht naar de algemene beginselen van de architectuur en dat hij deze heeft kunnen uitwerken tot een samenhangende visie, die ten grondslag ligt aan het bijzondere woonhuis dat de Vereniging nu heeft verworven.
Afb. 2: Interieur van de in 1967 gebouwde kerk van de abdij Sint Benedictusberg naar ontwerp van Dom H. van der Laan (foto Maarten Brinkgreve, 2004)
Net als veel andere architectuur van Van der Laan is ‘Huis Naalden’ aan de buitenzijde weinig opvallend: een lange, rechte en tamelijk gesloten gevel met een carport daarnaast aan een pleintje op het eind van een woonerf. De gevel wordt gekenmerkt door een ritme van twee aan twee gekoppelde vensters – nog net niet helemaal saai, met name omdat het ritme wordt verlevendigd doordat er aan de linkerkant ook een enkel raam tussen uit springt. De vensters zijn met elkaar verbonden door een doorlopende latei en een bolvormige waterlijst. Het enige wat de rechthoekigheid doorbreekt is de golvende dakrand van ‘Italiaanse’ holle en bolle pannen, die de muren bekroont.
Afb. 3: Best, Bakpers 9,‘Huis Naalden’, voorzijde (foto Arjan Bronkhorst)
Er zijn geen fratsen, niets is gekunsteld en alles is met zorg en tot in het kleinste detail op elkaar afgestemd. Het fonteintje in de gang en de uitgebouwde schouw in de zaal hebben iets uitgesproken monumentaals, als een gebaar waaraan de vertrekken hun specifieke karakter ontlenen: de fontein benadrukt het karakter van de gang als passage, als overgang van de ene naar de andere ruimte, en door de schouw met de houtkachel wordt de zaal direct de woonkamer van het huis. Toch is dit allemaal niet waar het in de architectuur van Van der Laan in de eerste plaats om draait. Op een grijze, bewolkte dag behoudt het huis zijn
50
51
deken echter dunner wordt en er op een enkele plaats wat licht door schijnt, komt het gebouw op onvergelijkbare wijze tot leven. Van der Laan kon toveren met ruimte en beheerste als geen ander het spel om ongelijke maten en volumes tot een evenwichtig geheel samen te smeden. Bij het ontwerpen gaat hij uit van de verhoudingen; hij begint met het uitzetten van een aantal
Afb. 5: Dom Hans van der Laan (foto Frans de la Cousine)
maten tegenover elkaar, een bekwaamheid die in de architectuur van de afgelopen eeuw verloren lijkt te zijn gegaan. Het gebouw maakt nieuwsgierig: wie was deze architect en hoe heeft hij met eenvoudige middelen zulke harmonieuze gebouwen tot stand kunnen brengen, die toch duidelijk van deze tijd zijn? Hans van der Laan (1904-1991) werd geboren in een Leids architectengezin. Behalve zijn vader Leonard (1864-1942), kozen ook zijn oudste broer Jan (1896-1966) en jongste broer Nico (1908-1986) voor het vak van architect. Hans studeerde van 1923 tot 1926 bouwkunde in Delft, o.m. bij prof. M.J. Granpré Molière (1883-1972), die in 1924 tot hoogleraar was benoemd. Vanaf zijn studietijd heeft hij altijd gezocht naar de grondbeginselen van de Afb. 4: De woonkamer van ‘Huis Naalden’ (foto Rob van Wendel de Joode)
architectuur. Wat is architectuur? Wat is haar Aan de binnenzijde vinden we drie vleugels – drie bouwblokken en een
functie? Wat is de taak van een architect? Der-
muur die een hof omsluiten. Hier zijn de wanden niet doorbroken door
gelijke vragen werden in de colleges van Gran-
vensterrijen, maar geleed als galerijen, a-symmetrisch, maar harmoni-
pré Molière wel gesteld, maar naar het oordeel
eus geproportioneerd. Ook van binnen bevat het gebouw echter weinig
van Van der Laan niet afdoende beantwoord.
aardige vormen of details waar het oog zich even aan kan hechten, alles
Om die reden heeft hij in 1925 samen met
is even rechthoekig en kaal. De wanden, opgetrokken uit zogenaamde
Sam van Embden de – nog altijd bestaande –
‘B2-blokken’: flinke holle, bimsbetonnen bouwblokken, zijn niet gestuct of
Bouwkundige Studiekring (B.S.K.) opgericht,
geschilderd en de plafonds zijn samengesteld uit ongeschaafde vurenhouten
waar in kleine kring, buiten het officiële cur-
planken.
riculum van de studie om, het werk van onder
Het is wel een degelijk huis. En in al zijn eenvoud en soberheid heeft het
meer H.P. Berlage, de Stijlgroep en de Franse
ontegenzeggelijk ook iets kloosterlijks. De keuze en combinatie van mate-
filosoof Jacques Maritain werd bediscussieerd.
rialen is vaak bijzonder en ook heeft Dom Van der Laan alle meubels voor
Misschien zou men kunnen zeggen dat Van
het huis ontworpen – tot de kleerhangers aan de kapstok toe. De kleuren
der Laan zijn leven heeft gewijd aan het ver-
van het houtwerk zijn door Wim van Hooff (1918-2002), schilder en kleur-
zoenen van de vaak tegenstrijdige opvattingen
adviseur, zorgvuldig afgestemd op het palet van warme en koele grijzen
tussen functionalistische en expressionistische
van de muren, vloeren – van Belgisch hardsteen – en betonnen dorpels en
richtingen die zich in zijn studietijd in de
lateien. Het houtwerk buiten is zinkgrijs gelakt, de deuren binnen staal-
architectuur begonnen af te tekenen, waarbij
blauw gebeitst, de meubels transparant mosgroen, maar de plafonds zijn in
hij alle tegengestelde aspecten probeerde op te
een opvallende steenrode kleur gesausd, wat al het grijs een soort warme
lossen en een plaats te geven in één gestructu-
gloed geeft.
reerd, hiërarchisch verband.
Afb. 6: De broers Nico (links) en Hans van der Laan (foto Frans de la Cousine)
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
‘huis na alden’. de architectuur theorie van dom hans van d er l a an in een not end o p
stijl van edele eenvoud, maar kan het ook wat somber zijn. Zodra de wolken-
Na zijn kandidaatsexamen trad Hans van der Laan in 1927 in bij de Benedictijner St-Paulusabdij te Oosterhout om monnik te worden; in 1929 deed hij zijn monastieke professie. Naast zijn geestelijke vorming en voorbereiding op zijn priesterwijding (1934) kreeg hij de eerste jaren praktisch werk in het paramentenatelier en in de sacristie. In het jaar na zijn intrede vond Van der Laan het ‘plastische getal’, een maatverhouding waaruit hij een matenstelsel ontwikkelde, dat hij van meet af aan gebruikte bij al zijn ontwerpen, in de eerste jaren vooral voor de liturgische kleding en voorwerpen die in het atelier van de abdij werden vervaardigd, later ook voor zijn gebouwen. Zijn leven lang heeft pater Van der Laan nauw samengewerkt met zijn
52
53
werden door Hans nog eens grondig onder de loep genomen en de architectuurontwerpen van de monnik werden vrijwel altijd tot bestektekeningen uitgewerkt op het bureau van Nico, en later door diens zonen Rik (H. van der Laan, geb. 1939) en Hans (J.W. van der Laan, geb. 1941) – welke laatste ook verantwoordelijk was voor de praktische uitvoering en de bestektekeningen van ‘Huis Naalden’. Daarnaast was Nico directeur van de ‘cursus Kerkelijke Architectuur’. Afb. 9: De maquette die Jos Naalden van pater Van der Laan voor zijn vijftigste verjaardag kreeg (uitvoering Josef Engelberts - 1978, foto Rob van Wendel de Joode)
Bo ssch e sch o o l Na de Tweede Wereldoorlog werd door het bisdom ’s-Hertogenbosch de cursus Kerkelijke Architectuur (1946-1973) in het leven geroepen met het
woonhuis voor je tekenen’, zei hij tegen hem. In 1978, ter gelegenheid van
doel om de vele tijdens de oorlog in Brabant verwoeste kerken weer op te
diens 50ste verjaardag, voegde pater Van der Laan de daad bij het woord en
bouwen. Deze driejarige cursus in het Kruithuis in Den Bosch bood afge-
gaf hij Naalden een maquette van een woonhuis cadeau, ontworpen voor
studeerde architecten en bouwkundigen de mogelijkheid zich in kerkelijke
een nog onbekende locatie. In dit ontwerp, dat dateert uit het jaar volgend
bouwkunst te specialiseren. Hoewel pater Van der Laan door het nauwe
op de publicatie van De architectonische ruimte, heeft Van der Laan gepro-
contact met zijn broer van meet af aan een sterke invloed op de inhoud van
beerd alle uitgangspunten van zijn theorie te verwerkelijken.
het programma had, was hij in het begin slechts een van de vele docenten Afb. 7: Jos Naalden in de binnenhof van zijn woonhuis, ca 1984 (foto collectie Jos Naalden)
die aan deze cursus waren verbonden. Naarmate zijn ideeën over architec-
Op 19 april 1979 schrijft pater Van der Laan Jos Naalden een brief, waarin
tuur zich na verloop van tijd verder ontwikkelden, werd zijn aandeel in het
hij zijn ontwerp nader toelicht aan de hand van de opeenvolgende hoofd-
lesprogramma groter en kreeg de cursus een steeds algemener karakter. In
stukken (of ‘lessen’) van De architectonische ruimte. Omdat het uiteindelijk
de loop der jaren werden de lessen ook vaker bijgewoond door kunstenaars
in 1982 gebouwde huis niet wezenlijk van de maquette verschilt, wil ik
en andere geïnteresseerden en vanaf het einde van de jaren ’50 kreeg de ar-
proberen aan de hand van citaten uit deze brief de architectuur van ‘Huis
chitectuur van de cursisten steeds meer een eigen stijl, die achteraf, vanwege
Naalden’ nader toe te lichten.
de locatie van de cursus, de ‘Bossche School’ werd genoemd. Als resultaat van de studie in Den Bosch verscheen in 1977 De architectonische ruimte.
‘Het getekende huis en de maquette zijn dus niet meer dan een specimen
Vijftien lessen over de dispositie van het menselijk verblijf, de architec-
van de mogelijkheden die door de studie in het Kruithuis aan het licht geko-
tuurtheorie van Dom Van der Laan, waarin hij zijn ideeën heeft samen-
men zijn ... Voor een of ander punt van iedere les uit dat boek zou dit huis
gevat. De Bossche School-architectuur wordt gekenmerkt door een eigen
als voorbeeld te gebruiken zijn, en als het eventueel gebouwd zou zijn kan
vormentaal en door een specifiek kleur- en materiaalgebruik. In zijn theorie
het door zijn architectonische werking tot een levend getuigenis worden.’
heeft Van der Laan echter altijd naar objectiviteit gezocht en alle concrete
Van der Laan noemt het ontwerp een ‘specimen’ waarin hij de verschillende
voorbeelden – en daarmee alle verwijzingen naar een bepaalde bouwstijl –
uitgangspunten en oplossingen van zijn boek heeft willen beproeven.
willen vermijden.
M aq u e t t e
Afb. 8 : Plattegrond van de patiowoning van J.B. Bakema in de Eindhovense wijk ’t Hool (archief Broekbakema, Rotterdam)
D e a r c h i t e c t o n i s c h e r u i mt e De architectonische ruimte is een boek over architectuur als een boek over
Een van de cursisten van de Bossche cursus was Jos Naalden, een bouwkun-
eetcultuur: over het nut van eten voor lichaam, ziel en geest, over de even-
dige, die later een van degenen was die aan de basis stond van de faculteit
wichtige samenstelling van een maaltijd en over het koken van een feestmaal,
bouwkunde van de TH in Eindhoven. Toen Van der Laan Naalden een
zonder dat daar echter ook maar een concreet ingrediënt of recept in voor-
keer bezocht in zijn patiowoning van J.B. Bakema (1914-1981) in de
komt. Grofweg valt de verhandeling in twee delen uiteen. In het eerste deel
Eindhovense wijk ’t Hool, vond hij het concept daarvan wel aardig, maar
van het boek worden de verschillende architectonische aspecten behandeld:
de uitvoering liet naar zijn smaak toch te wensen over. ‘Ik zal eens een echt
ruimte, vorm en grootte, het tweede gaat over de samenstelling van deze
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
‘huis na alden’. de architectuur theorie van dom hans van d er l a an in een not end o p
jongere broer Nico. De ontwerpen van Nico, met name die voor kerken,
uitgangspunten tot een gearticuleerd en samenhangend geheel. Het eerste deel handelt over de functie van de architectuur: het bewoonbaar maken van de natuur, het tweede over wat Van der Laan beschouwde als haar expressie: de gelijkenis met de natuur. Om een ‘echt’ woonhuis te kunnen zijn moet een bouwwerk volgens hem niet alleen beantwoorden aan onze lichamelijke behoeften, maar ook aan onze zintuigen en ons verstand. De verschillende aspecten van de architectuur: ruimte, vorm en grootte, laat hij aan deze verschillende niveaus van ons bestaan beantwoorden. ‘In de tweede les komen de grote thema’s van het huis naar voren voor zover
54
55 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
‘huis na alden’. de architectuur theorie van dom hans van d er l a an in een not end o p
het in relatie staat met onszelf’, schrijft Van der Laan vervolgens in de brief aan Jos Naalden. ‘Het drievoudig contact van ons menselijk bestaan met het ruimtelijk gegeven om ons heen, d.w.z. het lichamelijk ervaren van de ruimte door er zich in te bewegen en te verplaatsen; het zintuiglijk waarnemen van de vorm door er zich een beeld van te vormen en tenslotte het verstandelijk waarderen van de grootte door deze te meten, is aanleiding tot het cultiveren van een architectonische ruimte … Ruimte, vorm en grootte weerspie-
Afb. 11: De maquette uit 1978 van boven gezien. Het wegnemen van de daken geeft inzicht in de innerlijke verdeling van het huis (uitvoering Josef Engelberts, foto Rob van Wendel de Joode)
gelen dan in het huis de drie niveaus van ons menselijk bestaan en van hun kant vinden ervaring, waarneming en kennis in het huis de nodige steun.’ ning door de omligRuimte, vorm en grootte vormen zo de drie belangrijkste uitgangspunten
gende ruimtes. In de
waarop Van der Laan zijn architectuurtheorie baseert.
laatste punten van de
R u i mt e
les is hiervan sprake. Bovendien wordt door
Van der Laan stelt dat wij ruimte alleen kunnen ervaren als deze is afge-
de perifere dispositie,
bakend; een plein wordt pas een plein als het zich onderscheidt van de
ondanks het grote
uitgestrekte ruimte van de natuur, wanneer de ruimte wordt besloten. Dit
deel van het terrein
geldt niet alleen voor stedelijke ruimtes, maar ook voor de verschillende
dat bebouwd wordt,
vertrekken van het huis. Zoals gebouwen een plein omsluiten, zo worden
een grote hof uitge-
kamers afgebakend door wanden. Wanneer deze wanden echter te ver uit
spaard. Hier is precies
elkaar staan, gaat de ruimtelijke werking verloren. Om toch grotere ruimtes
het geval aanwezig dat
te kunnen omspannen laat Van der Laan ruimtes tussen ruimtes ontstaan:
in punt 12 van les III
zalen en hoven worden ingesloten door gelede bouwvolumes en galerijen.
behandeld wordt. Het
Hiertoe plaatst hij de gebouwen of de vleugels van een bouwwerk steeds
bebouwde oppervlak
‘perifeer’, d.w.z. aan de buitenzijde van een centraal gelegen plein of hof. Uit
bedraagt 4/7 van
onderstaande tekeningetjes blijkt bovendien dat door een perifere positie van
het terrein, zodat dit
bouwvolumes de overgebleven ruimte ook veel groter lijkt dan wanneer de
in beide richtingen
bouwmassa gecentreerd op het terrein staat (afb. 10).
voor 3/4 bezet zou zijn, zoals fig. c laat
Afb. 10: Schematische weergave van de centrale (links) en perifere dispositie (rechts) van bouwblokken op een terrein (tekening Dom H. van der Laan, De architectonische ruimte, hoofdstuk III)
‘In dit huis zijn dus alle woonruimtes om de hof heen gedisponeerd.
zien.2 Deze perifere
Hierdoor komt een grote eenheid tot stand tussen de ruimte, want de hof
dispositie die wij voor
constitueert zich nu niet door een eigen afbakening, maar door de afbake-
de drie grote thema’s van het huis op de cursus hebben doorgevoerd, is één van de belangrijkste trouvailles geweest. Zij worden echter nog te weinig geëxploiteerd.’
Afb. 12: Maatvoering van de plattegrond van de maquette uit 1978 (tekening Rik van der Laan)
Van der Laan zoekt steeds een afbakening van de ruimte waardoor tevens een tegenstelling ontstaat tussen binnen- en buitenruimtes. Dit geeft een andere ruimte-ervaring dan in de modernistische architectuurstromingen, waar vaak wordt nagestreefd om de ruimtes in het huis en de buitenruimte van de natuur zoveel mogelijk in elkaar over te laten lopen.
2. 3/4 x 3/4 komt bij benadering overeen met 4/7.
Vo r m
Bij een galerij zijn de pijlers ‘gemaakt’ terwijl de ruimtes tussen de pijlers van
Het tweede uitgangspunt van Van der Laans theorie heeft betrekking op de
de wand ‘ontstaan’. Andersom kan een wand ook door openingen worden
vorm, met name over de vorm van de ruimte die ontstaat tussen objecten die
doorbroken: dan zijn de vormen van de deuren of vensters juist bewust
in elkaars nabijheid staan. Hiertoe maakt hij een verschil tussen afstand en
gemaakt.
nabijheid. In tegenstelling tot de afstand is de ‘nabijheid’ afhankelijk van de omvang van voorwerpen; wij staan eerder in de nabijheid van een gebouw
Bij de vorm van een bouwwerk gaat het steeds om de samenstelling van
dan van een lantaarnpaal.
vorm en ruimte; om gebouwen of bouwdelen die (buiten)ruimtes omsluiten, om wanden die tussen zich binnenruimtes invangen, en – binnen de wand – om wanden die geleed zijn in open en dichte delen. In tegenstelling
tegen de ongevormdheid van zijn achtergrond. Dit houdt onder meer in dat
tot veel architecten uit zijn tijd, die de wanden in hun gebouwen zo dun en
de vorm van een ruimte niet alleen bepaald kan worden door de contouren
doorzichtig mogelijk wilden maken, bakent Van der Laan steeds met flinke
of oppervlakken die haar begrenzen – zoals bij een venster in een muur of
muren kleinere ruimtes af, die op hun beurt weer grotere ruimtes kunnen
een kuil in de grond – , maar ook ‘indirect’: wanneer twee of meer zelfstan-
omspannen. Toch doen de muren van zijn gebouwen nergens overdreven
dige voorwerpen zich in elkaars nabijheid bevinden, ontstaat daar tussen
zwaar aan.
een ruimte met een eigen vorm. De vorm van deze ruimte wordt volgens Van der Laan niet bepaald door de contouren van de objecten die de ruimte
57 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
‘huis na alden’. de architectuur theorie van dom hans van d er l a an in een not end o p
56
Van der Laan heeft opgemerkt dat wij een vorm alleen kunnen waarnemen
G ro ot t e
begrenzen, maar deze houdt pas op bij de middens van die objecten.
Het derde belangrijke principe van Van der Laans architectuurtheorie heeft
Dit vraagt om een toelichting.
betrekking op de discrepantie tussen tellen en meten. Een van de moeilijkheden van ontwerpen is om groottes te bepalen, om inzicht te krijgen in de
Als wij ons op enige afstand van een steen bevinden, is de afstand tussen
grootte der dingen überhaupt. In de natuur kunnen dingen en ruimten zich
ons en de steen onafhankelijk van de grootte van de steen. Een grotere of
in alle richtingen eindeloos uitstrekken en de opeenvolgende groottes volgen
kleinere steen op dezelfde plaats lijkt even ver van ons verwijderd. Toch is dit
elkaar continu op. De dingen hebben grootte, maar wij kunnen die alleen
laatste niet zo, want als wij een steen naderen bevinden wij ons eerder in de
maar tellen. We kunnen de dingen tellen tot in het oneindige, uitgaande van
nabijheid van een grote dan van een kleine steen.
de eenheid van de dingen die we tellen, en we kunnen de dingen delen tot
Dat wij eerder in de nabijheid van een grote dan van een kleine steen staan,
in het oneindige uitgaande van hun grootte.
komt omdat wij niet de afstand meten tot de kant van de steen die naar ons is toegekeerd, maar tot het midden van die steen. Datzelfde principe geldt
De grootte heeft geen in zichzelf gekende maatstaf. Een kunstmatig inge-
ook voor objecten die zich in elkaars nabijheid bevinden: wanneer hun
stelde eenheid als de meter is in wezen een willekeurig gekozen maatstaf.4
afstand gelijk is, liggen twee grote stenen dichter bij elkaar dan twee kleine.
Het voordeel is dat deze over de hele wereld gelijk is – vóór de instelling van
Dat wil zeggen dat de ‘afstand’ van beide stenen onafhankelijk is van hun
de meter had elke stad zijn eigen systeem van duim-, voet- en roedematen – ,
grootte. De ‘nabijheid’ van de stenen is echter ten nauwste met hun grootte
het nadeel is echter dat deze geen verband houdt met de te meten dingen en
verbonden: op dezelfde afstand liggen stenen die tweemaal zo groot zijn
dat het metrieke stelsel uit zichzelf weinig geleding en begrenzingen kent:
tweemaal zo dicht bij elkaar (afb. 13).
een bouwwerk kan honderden meters in lengte, breedte en hoogte uitstrekken. Volgens Dom Van der Laan getuigt de lelijkheid van de dingen die wij
Afb. 13: Schematische weergave van het principe van nabijheid. Wanden die tweemaal zo dik zijn, staan tweemaal zo dicht bij elkaar. De dikte van de wand beïnvloedt bovendien de vorm van de ruimte daartussen (tekening Dom H. van der Laan, De architectonische ruimte, hoofdstuk IV)
Op dezelfde manier laat Van der Laan de inwendige ruimtes van een huis
maken van het feit dat alle generaties behalve de onze zich over dit kwanti-
ontstaan tussen wanden die in elkaars nabijheid staan. De vorm van de binnen-
teitsprobleem hebben gebogen.
ruimte wordt bepaald door de nabijheid van massieven – dat wil zeggen door een combinatie van de afstand van de wanden met de muurdikte. De vorm is
Van der Laan heeft geprobeerd deze moeilijkheid op te lossen door een pa-
onafhankelijk van de concrete grootte; grote en kleine kamers kunnen wat hun
radox. Aan individuele groottes kunnen we geen naam geven, maar dingen
schaal betreft verschillend, maar wat hun vorm betreft geheel gelijk zijn.
die ongeveer even groot zijn kunnen wij wel een naam geven: hoewel ze niet precies even groot zijn, noemt Van der Laan deze van een zelfde grootte. Nu
3.
In een latere tekst over ‘Huis Naalden’, geschreven d.d. 2 december 1982, schrijft Van der Laan: ‘Ditzelfde verschil [tussen ‘gevormd’ en ‘ontstaan’] bestaat tussen een muur waarin een venster is gemaakt en een muur die samengesteld is uit pijlers en lateien.’
‘Overal zijn dus in het ontworpen huis de vormen van de wanden door het
gaat het niet meer om de grootte van een ding, maar om een ding van een
tonen van hun diktes duidelijk naar voren gebracht. Ook bij de vorm van de
bepaalde grootte. Deze groottes volgen elkaar bovendien niet meer continu
wanden en van de binnenruimtes is aan de perifere dispositie alle aandacht
op, maar sprongsgewijs; naarmate voorwerpen groter zijn, wordt ook het
besteed. Overal zijn de massieve pijlers gevormd en zijn daardoor de openin-
verschil om nog even groot genoemd te worden groter. Dit betekent dat de
gen ertussen ontstaan;3 behalve bij de grote zaal, daar zijn de openingen van
opeenvolgende groottes beantwoorden aan een meetkundige reeks of ‘rij’,
de drie tuindeuren gevormd, hetgeen aan die ruimte zijn beslotenheid geeft,
zoals de gulden snede of de wortel-2-verhouding (herkenbaar in de verschil-
en waardoor de inwendige ruimtelijke dispositie beter tot zijn recht komt.
lende zijden van een velletje A4-papier). De maten van een dergelijke reeks
Hier zijn namelijk twee zijruimtes direct door muren gevormd om tussen
worden steeds met een zelfde deel van zichzelf groter, terwijl de verhouding
hen in de grote zaal te laten ontstaan.’
tussen de opeenvolgende maten gelijk blijft.
4. De meter werd pas in 1799 door Napoleon ingesteld. Het metrieke, decimale stelsel werd in 1816 in Nederland ingevoerd.
H e t p l a s t i s c h e g e ta l Uit onvrede met de praktische toepassingen van de gulden snede voor de architectuur vond Van der Laan in 1928 door de verdeling van een lijnstuk in drie ongelijke delen een maatverhouding, of eigenlijk een reeks van verhoudingen, die hij door haar eigenschappen en gelijkenis met onze driedimensionale perceptie van de dingen om ons heen als de meest geëigend voor de architectuur beschouwde: het ‘plastische getal’.5 Het matenstelsel dat Van der Laan hieruit ontwikkelde is gebaseerd op de meetkundige reeks,
59
waarvan zowel het verschil als de som van twee opeenvolgende maten een
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
‘huis na alden’. de architectuur theorie van dom hans van d er l a an in een not end o p
58
andere maat uit hetzelfde stelsel oplevert6 en waarvan de opeenvolgende maatverhoudingen zich bij benadering verhouden als 3 : 4. Bovendien wordt door het verschil van twee opeenvolgende maten enerzijds (1) en de som van deze beide maten anderzijds (7) de omvang van een gamma vastgelegd, vergelijkbaar met een toonladder in de muziek, die Van der Laan een ‘orde Afb. 14: De acht maten van het matenstelsel dat Dom Van der Laan ontwikkelde verhouden zich steeds als circa 3 : 4 en benaderen de getalwaarden 1, 4/3, 7/4, 7/3, 3, 4, 5 1/3 en 7. De orde van grootte wordt begrensd door het verschil tussen de vijfde en de zesde maat enerzijds en de som van deze beide maten anderzijds. (tekening Dom H. van der Laan, De architectonische ruimte, hoofdstuk VIII)
van grootte’ noemt. Een orde van grootte wordt begrensd door een kleinste maat die als eenheid optreedt en de grootste die nog net met de eenheid in verhouding kan treden. Samenvattend kunnen we zeggen dat ruimte, vorm en grootte de drie principes zijn waarop Dom Van der Laan zijn architectuurtheorie baseerde. Bij al deze drie aspecten valt op dat hij steeds een ongrijpbaar fenomeen dat zich van nature oneindig uitstrekt of eindeloos gevarieerd is, ten behoeve van onze lichamelijke ervaring, zintuiglijke waarneming of verstandelijke kennis ‘invangt’ tussen kunstmatig ingestelde begrenzingen. Zelf was Van der Laan ervan overtuigd dat hij niet de eerste was die over dergelijke kwesties had nagedacht en dat het plastische getal en het matenstelsel dat hij hieruit ontwikkelde bijvoorbeeld ook in de oudheid moest zijn toegepast.
D e wa n d Handelt het eerste deel van De architectonische ruimte over de verschillen-
Afb. 15: Dom H. van der Laan, ontwerp voor ‘Huis Naalden’, 1981/1982 (archief Abdij Sint Benedictusberg)
de aspecten die in de architectuur een rol spelen: ruimte, vorm en grootte, het tweede deel gaat over het samenstellen van deze verschillende factoren tot wanden, huizen en steden. Op elk van deze schaalniveaus – wand, huis
5. 6.
Bij de gulden snede wordt een lijnstuk in twee ongelijke delen verdeeld, waarvan de tweede zich verhoudt tot de eerste, zoals de tweede tot de som van beide (a : b = b : [a + b]). De ‘reden’ (x) van de opeenvolgende maten van de gulden snede is dan x² - 1, wat bij benadering neerkomt op 1 : 1,618 of als 5 : 8. Bij het plastische getal wordt een lijnstuk in drie ongelijke delen verdeeld, waarvan de derde zich verhoudt tot de tweede en de tweede tot de eerste, zoals de derde zich verhoudt tot de som van de eerste en de tweede (a : b : c = b : c : [a + b]). De reden (y) van de opeenvolgende maten van het plastische getal is dan y³ - 1, wat bij benadering neerkomt op 1 : 325 of als 3 : 4. Volgens Godfried Kruijtzer bestaan er maar twee meet- kundige reeksen die aan deze laatste voorwaarde vol- doen: de gulden snede en het plastische getal. Zie: Godfried Kruijtzer, Ruimte en getal. Het Plastische getal en Het Gulden snedegetal, Amsterdam 1998/Delft 2010.
en stad – spelen de verschillende aspecten van de theorie – ruimte, vorm
sieve vormen om in de ontmoetingslijnen van de vlakken die de volumes
en grootte – tegelijkertijd een rol, maar steeds staat een ander aspect meer
begrenzen het houvast te hebben voor de maatvoering nodig om de groottes
centraal. Bij de wand zijn de maten en de afstand tussen wandelementen
te kunnen waarderen. Deze kantrechting is hier tot in alle vormen doorge-
onderling het belangrijkst, in het huis komt de vorm van de ruimte het beste
voerd, door het ontbreken van schuine dakvlakken.’
tot uitdrukking en bij de stad krijgt de ervaring van de ruimte de meeste nadruk.
Omdat het matenstelsel relatief is, kan in principe elke willekeurige grootte als eenheid optreden, maar in de gebouwen van Van der Laan wordt
Door combinatie van de gevonden maten van het stelsel in drie verschil-
gewoonlijk de muurdikte als maatstaf gekozen. Vanwege het principe van
lende richtingen (lengte, breedte en hoogte) ontwikkelt Van der Laan een
‘nabijheid’ hecht Van der Laan groot belang aan de zichtbaarheid van de
gamma van driedimensionale grondvormen, een soort blokkendoos van 120
dikte van de wand en wordt deze waar mogelijk getoond door de wanden te
verschillende blokken, staven en platen. Alle onderdelen van het huis zijn uit
geleden. Ook in ‘Huis Naalden’ is de wanddikte als maatstaf genomen (39
deze verschillende gekantrechte vormen opgebouwd, of anders gezegd: om
cm), terwijl de orde van grootte aan de andere kant wordt begrensd door
de maatverhoudingen duidelijk te laten uitkomen, zijn alle vormen terugge-
het ‘zevenvoud’ daarvan (0,39 m x 7,16 = 2,80 m). Eenheid en zevenvoud
bracht tot dit beperkte gamma van blokken, staven en platen.
bepalen tevens de uiterste maten van de delen waaruit Van der Laan zijn
‘In les V [over de grootte] is de nadruk gelegd op het kantrechten der mas-
wanden samenstelt.
Afb. 16: De wanden van ‘Huis Naalden’ zijn opgetrokken uit grote bimsbetonnen B2-blokken van 29 x 19 x 19 cm. Muur naast de hoofdingang van het huis met hardstenen brievenbus, betonnen latei boven de deur en ongeschaafd vurenhouten plafond (foto Arjan Bronkhorst)
61
Afb. 19: Vogelvlucht van het in 1982 gebouwde ‘Huis Naalden’ te Best (foto Jos Naalden)
Afb. 17: Overzicht van de hof naar het noordoosten. In de binnenhof zorgen dorpels en lateien voor onderscheid en samenhang van de verschillende vleugels van het gebouw. Het verharde plaveisel voor de zaal en de gang markeren het woongedeelte (foto Rob van Wendel de Joode).
H et huis ‘Voor de pijlerstellingen van deze open galerij[en] is de eustylos gekozen
‘Deze maatverhoudingen en grondvormen zijn in het huis op de meest ele-
… ; voor de dichte galerijwand van deze langsvleugel daarentegen de meer
mentaire wijze gerealiseerd. … Er is bijvoorbeeld uitgegaan van een terrein
gesloten pycnostylos’, schrijft Van der Laan vervolgens in de brief aan Jos
met een lengte en breedte in de grondverhouding die praktisch drie op vier
Naalden.
bedraagt. Dit terrein is omlijst door een zaal, een langsvleugel, een garage
De Griekse benamingen heeft hij ontleend aan Vitruvius. In boek 3 van De
waarlangs een open galerij loopt, en een enkelvoudige galerij.’
Architectura onderscheidt de Romeinse architect vijf tempeltypen. Iedere
In het uiteindelijk gebouwde huis is deze laatste galerij vervangen door een
tempel of eigenlijk iedere zuilengalerij wordt gekenmerkt door een eigen ver-
stenen muur waarvoor een rij zuilvormige taxusbomen is geplant, maar
houding tussen zuilbreedte en zuilafstand, waardoor verschillende typen ga-
verder is het ontwerp in essentie hetzelfde gebleven. Net als zijn eerdere huis
lerijwanden ontstaan met een meer open of juist een meer gesloten karakter.
in de Eindhovense wijk ’t Hool is het huis dat Dom Van der Laan voor Jos
7
Naalden ontwierp een patiowoning. De hele opzet bestaat uit niets meer ‘De drie openingen van de zaal zijn zo wijd mogelijk gemaakt, zodat hun
dan drie bouwblokken en een muur die een hof insluiten: een zaal, de langs-
verhouding tot het dichte gedeelte tussen de gaten in, is als 4 : 3. Voor de
vleugel waar langs een gang verschillende kleinere vertrekken liggen en een
[voor]gevel met de zes dubbele ramen is ieder wandstuk in tweeën gedeeld
open galerij die tevens als carport fungeert. De zaal ligt op het zuidwesten,
zoals dat in XI.14 beschreven staat. Hier zijn de penanten gemaakt en de
d.w.z. aan de noordoostkant van het huis, de langsvleugel op het zuidoos-
openingen ontstaan, juist zoals bij de galerijwanden, hetgeen wordt onder-
ten, dus aan de noordwestkant, en de open galerij aan de zuidwestkant.
streept door de doorlopende lateien en dorpels.’
Afb. 18: Overzicht van de hof naar het noordoosten. Ook de lantaarn is ontworpen door Dom Hans van der Laan. (foto Rob van Wendel de Joode)
Bij de open galerij langs de garage en de galerijwand van de langsvleugel
De ruimtes van het huis zijn juist een orde van grootte groter dan die van de
waren de pijlers ‘gemaakt’, dat wil zeggen bewust vormgegeven en ‘gemaat-
wand. Net als bij een octaaf, waar de laatste toon van een toonladder tevens
voerd’, terwijl de ruimte tussen de pijlers ‘ontstond’. Bij de meer gesloten
de eerste van het volgende octaaf vormt, is de grootste maat van de wand
wand van de zaal daarentegen zijn de openingen gemaakt, terwijl de ‘on-
tevens de kleinste maat van de orde van grootte van het huis. Hierboven
gevormde’ wand als achtergrond fungeert waartegen deze openingen zich
hebben we gezien dat de afmetingen van wanddelen het zevenvoud van de
kunnen aftekenen.
wanddikte in principe niet overschrijden. Datzelfde zevenvoud wordt ook
gebruikt om tussen wanden een ruimte te laten ontstaan, een soort kleinste ruimte-eenheid of ruimtecel, die Van der Laan ‘cella’ noemt. Omdat ruimtes die dat zevenvoud overschrijden niet meer onder invloed van de wand
7. Nederlandse vertaling door Ton Peters: Vitruvius, ‘Handboek bouwkunde’, Amsterdam 1997, bk. III, 3.
staan – er zijn immers uitersten waarbinnen men maten nog met elkaar kan vergelijken –, moet naar een andere manier worden gezocht om grotere
Afb.20: Situatieschets uit het bestek waaruit de oriëntatie van Huis Naalden blijkt (tekening Van der Laan en Van Hal Architekten)
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
‘huis na alden’. de architectuur theorie van dom hans van d er l a an in een not end o p
60
63
Afb. 21: De ‘cella’ of ruimtelijke eenheid van het huis beslaat precies een zevende deel van het terreinoppervlak. (tekening Ronald Merlin)
Afb. 25: Schematische weergave van een dwarshuis omlijst door ingekorte galerijen van slechts twee traveeën diep (Dom H. van der Laan, De architectonische ruimte, hoofdstuk XII)
Afb. 22. De open galerij van ‘Huis Naalden’. Lengte en breedte van het plaveisel vóór de galerij verhouden zich als 3 : 4, precies een zevende van het oppervlak van het gehele terrein. Dit plaveisel is uitgevoerd in een andere kleur klinker en wordt gemarkeerd door de 40 cm brede betonrand rechtsonder (foto Rob van Wendel de Joode).
Afb. 24: De keuken in een van de nevenruimtes van de langsvleugel (foto Rob van Wendel de Joode)
ruimtes te omspannen. Van der Laan doet dat door
ning van Rik van der Laan). De zaal is een soort inge-
grote ruimtes tussen kleine in te vangen. De kleinste
korte basilica van een dubbele travee diep, een variant
ruimte-eenheid, gevormd tussen wanden, constitu-
op de ingekorte zaal waarvan Van der Laan in zijn boek
eert zo op haar beurt een tweede orde van grootte,
een voorbeeld geeft (afb. 25).
die zich uitstrekt van deze ‘ruimtecel’ tot aan het zevenvoud van die ruimte-eenheid, die bij ‘Huis
‘De beide galerijen van de zaal schrompelen in tot een
Naalden’ het oppervlak van het gehele terrein be-
dubbele cella. De lengte van de zaal komt daardoor
slaat. Op de schaal van het huis treedt het zevenvoud
dwars te liggen, zodat hier sprake is van een zogenaamd
van de wanddikte op als eenheid van de volgende
dwarshuis dat in de oudheid bekend was en een eigen
orde van grootte, die zich uitstrekt van de cella met
naam had.8 Het is aan de beide korte galerijruimtes dat
zijn ‘ideale’ wandafstand (bij ‘Huis Naalden’:
de zaal haar vorm en aan de dikte van de galerijwanden,
2,80 m) tot de ‘hof’: het zevenvoud daarvan
die hier in de vooruitspringende penant getoond wordt,
(2,80 m x 7,16 = 20,05 m).
dat de zaal indirect haar maat ontleent. De wanddikte is juist een zevende deel van de galerijbreedte, en die gale-
Afb. 23: Blik in de zaal of woonkamer met meubels naar ontwerp van Dom Van der Laan, situatie 1985 (foto Rob van Wendel de Joode)
‘Huis Naalden’ is gebouwd op een kavel van
rijbreedte juist een zevende deel van de terreinbreedte,
20 x 26,50 meter, twee maten die zich verhouden als
of liever gezegd van de breedte van het hele huis.
3 : 4, de grondverhouding van het plastische getal.
Hierdoor komen de twee ordes van grootte die het huis
Het oppervlak van de ruimtecel, die als ruimte-
behoren te beheersen, duidelijk naar voren.’
lijke eenheid fungeert, is precies een zevende deel daarvan (2,80 x 3,70 m). Bij de eerste stap die men
Alle andere vertrekken van het huis, een keuken, twee
op het terrein zet, komt men hiermee in aanraking.
slaapkamers en de sanitaire voorzieningen, zijn opgeno-
Door de iets andere kleur van het plaveisel wordt dit grondvlak op subtiele
men in de langsvleugel die eveneens twee cella’s diep is of 2/7 van de diepte
wijze van de straat en van de galerij onderscheiden.
van het terrein beslaat. De ruimtes zijn gelegen langs een gang of smalle
Afb. 26: De grote slaapkamer in de langsvleugel (foto Rob van Wendel de Joode)
galerij, die de entree van het huis met de zaal verbindt. De afstand tussen De meest monumentale ruimte van het huis is de langgerekte huiskamer met
de wanden in de gang is een maat kleiner dan de ideale wandafstand, terwijl
uitgebouwde schouw, die door drie enorme venster-deuren wordt verlicht.
de open galerij waarin de garage is opgenomen juist een maat groter is. Het
Deze zaalvormige ruimte wordt omlijst door twee nevenruimtes waarin we
oppervlak van de grote slaapkamer in de zuidwesthoek is net een type groter
het dubbele grondvlak van de cella kunnen herkennen (zie de analyseteke-
dan die van de ‘cella’ – de ruimte-eenheid van het huis.
8. In de tekst d.d. 2 december 1982 noemt Van der Laan dit dwarshuis ‘chalcidicum’.
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
‘huis na alden’. de architectuur theorie van dom hans van d er l a an in een not end o p
62
65 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
‘huis na alden’. de architectuur theorie van dom hans van d er l a an in een not end o p
64
Afb. 27: Zicht langs de zaal naar de deur in de langsvleugel (foto Arjan Bronkhorst)
Afb. 28: Overzicht van de hof met de open galerij en links de rij zuilvormige taxussen die de stenen galerij uit de eerdere ontwerpen vervangt (foto Rob van Wendel de Joode)
Afb. 30: Het ronde zwembad dat de vorige bewoner in de hof heeft laten aanleggen (foto Arjan Bronkhorst)
De hof
Afb. 29: Bijdrage van Dom Van der Laan in het gastenboek van ‘Huis Naalden’ (collectie Jos Naalden)
‘De hof is zo groot, dat deze aan de omringende galerijen nog juist geen
van het handelen, de ruimte van de hof hoort tot de zone van het wandelen
maat en vorm kan ontlenen, zoals dat in de zaal wel het geval is. Hierdoor
– het ‘verplaatsen’, zegt van der Laan. In zijn theorie neemt de hof de plaats
wordt die hof een echt buiten en als een aanzet voor de stedelijke disposi-
in tussen cella en domein, waarbij de cella de meest stenige ruimtezone is en
tie. De hele dispositie van het ontworpen huis is er op gericht geweest om
het domein – de zone van het uitzicht – een ruimte die nog wel is geculti-
deze hof tot stand te brengen; waar het huis eindigt, daar begint de stad
veerd en van de natuur afgebakend, maar waarvan de vórm niet meer onder
…. Je ziet dus dat in deze proeve van architectonische ruimte alle stellingen
invloed staat van de bouwvolumes die hem al dan niet omringen.
van het boek op één of andere wijze geëxploiteerd worden. Het is maar een
Een hof wordt nog ingevangen door verschillende bouwvolumes, zoals
vluchtig overzicht dat punt voor punt uitgewerkt zou kunnen worden, maar
ruimtes worden ingevangen tussen wanden, maar op het domein, waar-
dit is het werk van de studiegroepen die nu aan het draaien zijn. Dit zou dan
van de afmetingen nog zevenmaal zo groot zijn als die van de hof, hebben
moeten gebeuren aan de hand van de maquette en wie weet, later aan de
gebouwen geen invloed meer: het is eerder een afgepaald oppervlak dan een
hand van een echt huis.’
ruimtelijke vorm.
De hof is dus waar de hele architectuur van ‘Huis Naalden’ om draait. Net als
Nu is dat allemaal mooi bedacht, maar werkt het ook zo? De theorie van
in de muziek waar het octaaf de ene toonladder voltooit, terwijl het tegelij-
Van der Laan roept de vraag op of de vorm van de buitenruimte zich in de
kertijd het begin vormt van de volgende toonladder, is de hof zo groot – zijn
praktijk ook daadwerkelijk aan de invloed van de galerijen begint te ont-
afmetingen zijn het zevenvoud van die van de cella – dat deze een ‘kantel-
trekken en zich alleen nog als een door bouwvolumes begrensd oppervlak
punt’ vormt. De hof heeft de afmetingen van een ‘klein plein’ en vormt vol-
aan onze ervaring voordoet of dat de ruimte nog juist onder invloed staat
gens de theorie van Van der Laan de schakel naar de stedelijke ruimte. Ten
van de galerijen die haar omringen. Aan de oostkant wordt de hof besloten
opzichte van het binnen van het huis is het buiten eindeloos, maar door dit
door een tuinmuur, waarvoor een rij van zuilvormige taxussen is geplant
buiten opnieuw tussen bouwvolumes in te sluiten wordt een nieuwe ruimte-
(Taxus baccata ‘Fastigiata’). Deze taxusrij vervangt de galerij uit de eerdere
lijke zone geïntroduceerd. Behoren de ruimtes van het huis nog tot de zone
ontwerpen. Ondanks hun habitus, ‘zuilvormig’, zijn de bomen na dertig
67
e x pressi e De natuurlijke ruimte blijft voor ons onervaarbaar, haar vorm blijft
Afb. 33: Dom Hans van der Laan, ontwerp voor de tekst op het gangfonteintje (archief Abdij Sint Benedictusberg Vaals)
onzichtbaar en haar grootte onmeetbaar totdat deze wordt ingevangen door de dingen die wij maken. Deze verzoening tussen natuur en mens beschouwt Van der Laan als de functie van de architectuur. De natuur moet volgens hem echter niet alleen door het huis worden aangevuld, maar ook worden uitgedrukt. Deze uitdrukking of expressie wordt in de eerste plaats veroorzaakt door gelijkenissen tussen de natuur en de architectuur: tussen de eindeloos uitgestrekte ruimte en de beperkte architectonische ruimte, Afb. 31: Gangfonteintje met de inscriptie ‘HET BUITEN IN DE BAN VAN HET BINNEN’ (foto Coen van der Heiden)
tussen een oneindige gevarieerdheid aan vormen en een beperkt gamma van architectonische ‘blokken, staven en platen’, en tussen de elkaar continu opvolgende groottes en een beperkt aantal maten van een of meerdere ordes
jaar zo dicht tegen elkaar aan gegroeid, dat ze een dichte wand in plaats van
van grootte.
een groene galerij vormen en het beoogde effect teniet doen. Ook het ronde zwembad dat door de voormalige eigenaars midden in de hof is aangelegd
Op secundair niveau wordt deze uitdrukking tot stand gebracht binnen het
doet de bedoelde ruimtewerking geen goed. Door zijn opvallend afwijkende
huis zelf. Dat gebeurt door articulatie en gelijkenissen binnen de verschil-
vorm doorbreekt het niet alleen de eenheid van het complex dat zorgvuldig
lende aspecten van de architectuur: op het vlak van de ruimte tussen cella,
is opgebouwd uit gekantrechte vormen, maar ook is met het zwembad een
hof en domein; op het vlak van de vorm tussen het spel van volle en holle
nieuwe ruimtevorm aan de hof toegevoegd die ten opzichte van de gale-
vormen van de wand en die van het huis, en op het vlak van de grootte
rijen nu een concurrerende rol speelt: als een soort cella, midden in de hof
doordat de grootste maat van de orde van grootte van de wand op haar
geplaatst, die in verhouding treedt met de omringende bebouwing, terwijl
beurt eenheid wordt voor de opvolgende orde van grootte van het huis.
de hele opzet van het ontwerp juist is om te laten zien hoe ver de galerijen
Zoals wij in het blad het silhouet van de boom terugvinden, zo wil Van der
uiteen kunnen staan om de leegte daartussen nog te beheersen.
Laan ook graag op klein niveau weerspiegeld zien wat zich op een hoger niveau afspeelt.
Afb. 32: Dom Hans van der Laan, ontwerp voor het gangfonteintje (archief Abdij Sint Benedictusberg Vaals)
Hoewel De architectonische ruimte met een hoofdstuk over ruimte begint
En tenslotte bestaan er nog gelijkenissen tussen de verschillende niveaus
en het boek hier tot op zekere hoogte haar titel aan ontleent, vormde de
onderling: tussen ruimte, vorm en grootte. Zoals het ‘binnen’ wordt inge-
vraag hoe hij ‘architectonische’ binnenruimtes kon verbinden met ‘stede-
vangen tussen wanden en het ‘buiten’ ontstaat, zo wordt de grondverhou-
lijke’ buitenruimtes de kwestie die Van der Laan het laatst heeft opgelost.
ding bepaald door de marge waarbinnen wij de dingen even groot noemen
Pas in de laatste vijf jaar van de cursus in Den Bosch (1968-1973) komt
die op haar beurt een orde van grootte in het leven roept. Op elk niveau
dit onderwerp voor het eerst aan de orde en ten opzichte van zijn vorige
wordt een ongrijpbaar fenomeen dat zich van nature oneindig uitstrekt of
grote publicatie, Le nombre plastique (1960), was de beheersing van de
eindeloos gevarieerd is beperkt tussen kunstmatig ingestelde begrenzingen.
ruimte op verschillende niveaus zijn belangrijkste inventie. ‘Huis Naalden’
Door die gelijkenissen gaat de architectuur ‘spreken’ en ‘keert zij’ volgens
is een ‘specimen’, schreef Van der Laan aan het begin van zijn brief aan Jos
Van der Laan ‘terug naar ons verstand, zoals zij van ons verstand is uit-
Naalden; het vormde niet alleen een voorbeeld, maar tevens de beproeving
gegaan’. En hoewel de uitgangspunten van zijn theorie zoals hierboven
van zijn theorie. Iedereen die het huis bezoekt wordt opnieuw voor de vraag
beschreven volstrekt algemeen zijn, zag hij als monnik of gelovige in de
gesteld of de ruimte nu een binnen- of een buitenhof is, maar Dom Van der
omgang van de mens met de dingen die hij maakt een grote gelijkenis met
Laan was er in ieder geval van overtuigd dat zijn ‘proef’ geslaagd was en de
de Schepper, die na het heelal in het leven te hebben geroepen zijn werk
ruimte een overgang vormde tussen huis en stad. ‘HET BUITEN IN DE
aanschouwde en ‘zag dat het goed was’.
BAN VAN HET BINNEN’ liet hij als kernachtige typering van het huis in het gangfonteintje beitelen.
Het huis staat nu leeg en mist een bewoner, die het weer leven geeft. ■
•
‘Alfabet in steen’, het lettertype gebruikt in de kop en tussenkopjes van dit artikel, is ontworpen door Dom Hans van der Laan en onlangs geschikt gemaakt voor grafische toepassingen door Studio Autobahn.
•
Thematismos nr 6 (april 2007), een uitgave van de Van der Laan Stichting, is geheel gewijd aan ‘Huis Naalden’ en bevat o.m. de brief aan Jos Naalden waaruit hierboven is geciteerd, een interview met Jos Naalden, een be- schouwing van het huis door Hilde de Haan en analyses van de maatverhoudingen van het huis en de maquette. Het tijdschrift is verkrijgbaar bij Vereniging Hendrick de Keyser.
• Zie voor meer informatie over Dom H. van der Laan: www.vanderlaanstichting.nl
D e ta i l s va n ‘ H u i s N a a l d e n ’ Pag. 47: De jaartalsteen die de datum van het ontwerp en die van de inzegening van het huis aangeeft (letters naar het ontwerp van Dom H. van der Laan; foto Rob van Wendel de Joode) Pag. 68 en 69, van links naar rechts: de lijsten van holle en bolle pannen, die de muren bekronen (foto Arjan Bronkhorst), de bolvormige waterlijst in de voorgevel (foto Rob van Wendel de Joode), de lantaarn op de binnenhof en de bel naast de voordeur (foto’s Arjan Bronkhorst)
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
‘huis na alden’. de architectuur theorie van dom hans van d er l a an in een not end o p
66
68 69
‘huis na alden’. de architectuur theorie van dom hans van d er l a an in een not end o p
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
76 Prinsengracht 4 77 Prinsengracht 36 78 Prinsengracht 997
1918 1918 1986
Bolsward (gem. Zuidwest Friesland) 1 Kleine Dijlakker 17
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
alfabetische lijs t van pl a atsen in nederl and met pand en van d e v ereniging
70
Jaar van verwerving
Alblasserdam
24 Herengracht 172,
1 Cortgene 7-9,
vml. ambachtsherenhuis
2006
25 Herengracht 241
1925 1925
Amersfoort
27 Herengracht 394 28 Herengracht 476
1928 1976 1962 1929 1929 1927 1962 1918 1918 1965
30 Huidenstraat 19 31 Kattengat 4 32 Kattengat 6 33 Keizersgracht 387
1949 1946
2008
vml. gemeenlandshuis
14 Egelantiersgracht 73 15 Enge Kerksteeg 2 16 Enge Kerksteeg 4 17 Frederiksplein 10
36 Kerkstraat 288
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
18 Henri Polaklaan 9, ‘de Burcht’ 2007 (met steun BankGiro Loterij en het SNS REAAL Fonds)
19 Herengracht 39 1963 20 Herengracht 59 1918 21/22 Herengracht 77 /
Korsjespoortsteeg 24 23 Herengracht 170, ‘Huis Bartolotti’
1958
1986
1962 1967
(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)
58 St. Olofspoort 2 59 St. Olofspoort 3
1918 1949 1920
1 Dijkstraat 30 2 Solwerderstraat 14
1998 1987
Appingedam
1918 1967
62 St. Olofspoort 7
Bergen op Zoom
1957
1947 1964 1964 1964 1964 1972
67 Oudezijds Achterburgwal 155 1984 68 Oudezijds Achterburgwal 187 /
Blokker (gem. Hoorn)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1966 1918
73 Oudezijds Voorburgwal 100 74 Palmgracht 20-26,
1918
1997
(schenking Stichting Arent Dirksz Bosch Hofje)
75 Prinsengracht 2
1918
(schenking dhr M.C.M. Schless en
dhr L.H.M. Stroekxs van den Broek)
1962 1962 1979
3 Engelenburgerbrug 1-3,
1960
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1970 ((schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 5 Grotekerksbuurt 54 1959 6 Grotekerksbuurt 56 1959 7 Kuipershaven 41/42 1955 8 Voorstraat 170 1919 9/10 Voorstraat 173 / Nieuwbrug 1/3 1971 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 11 Wijnstraat 71/73 1965 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 12 Wijnstraat 113, ‘het Zeepaert’ 1996
(met steun nalatenschap mw C.M. van der Meulen-Jensma)
13 Wijnstraat 123/125, ‘de Onbeschaamde’
14 Wijnstraat 124, 126 en 128
1994
(overdracht gemeente Dordrecht)
1997
(dankzij nalatenschap mw C.M. van der Meulen-Jensma)
15 Wijnstraat 127,
‘In Beverenburch’
2006
(schenking koopsom BankGiro Loterij)
16 Wijnstraat 153, ‘Rodenburch’ 2007
1979
(overdracht gemeente Dordrecht)
Driebergen-Rijsenburg (gem. Utrechtse Heuvelrug)
5 Oude Delft 49 1936 6/7 Wijnhaven 16 / Boterbrug 17 1925
1 Hoofdstraat 87-91,
1 Molenstraat 63
(overdracht gemeente Driebergen-Rijsenburg en
dankzij nalatenschap mw E.C. Coolhaas-Korpershoek)
2006
1 Boterstraat 3
1977
1965
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Kerkstraat 2 Kerkstraat 16 Kerkstraat 20-22 Kerkstraat 24 Kerkstraat 26 Kerkstraat 28
Doesburg
1 Tsjerkebuorren 12
Hogestraat 1 2 Meipoortstraat 57 3 Meipoortstraat 59
2010
2005
(schenking mevrouw A.Dijkstra-Ossewaarde)
Edam (gem. Edam-Volendam)
1 Koepoortstraat 26 /
‘Beeckestijn’ (met steun BankGiro Loterij)
Dronrijp (gem. Menaldumadeel)
(schenking Stichting N.N.)
3 Noordenbergstraat 6
2000
Driehuis (gem. Velsen) 1 P.C. Hooftlaan 93, kapelwoning
(schenking Stichting N.N.)
2 Brink 47
‘Sparrendaal’
1977
(overdracht Coöperatieve Zuivelindustrie NOVAC)
1926 1961 1926 1926 1926 1926
71
1975
4 Grotekerksbuurt 50
Deventer 1961
vml. rondeel
complex ‘Hofje van Gratie’
(schenking mw J. Hillerström en erfgenamen A.A. Zon)
1961
2007
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
4 5 6 7 8 9
2 Bolwerk 4
2006
4 Van der Mastenstraat 26 t/m 40,
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
‘Bossche Hofje’
1990
2 Bierkade 7 3 Bierkade 8
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
2 Markt 4 3 Van der Mastenstraat 24
dhr L.H.M. Stroekxs van den Broek)
Delf t
Den Helder
Blokzijl (gem. Steenwijkerland)
1980
Oudezijds Achterburgwal 46A 1946 72 Oudezijds Voorburgwal 73 1963
Culemborg 1 Slotstraat 8 1989 2 Slotstraat 10/Lange Meent 1-7 1977
1 Westerblokker 39,
69 Oudezijds Voorburgwal 14 1929 70/71 Oudezijds Voorburgwal 57 /
vml. stoomgemaal ‘de Cruquius’ 2009 (met steun BankGiro Loterij)
1 Markt 2
(overdracht ‘Stichting Hofje van Gratie’)
1 Bierkade 6
(schenking koopsom N.N.)
Spinhuissteeg 2
2000
nalatenschap mw E.C. Coolhaas-Korpershoek)
‘Barmhartige Samaritaan’
1964
1 Cruquiusdijk 27,
(met steun BankGiro Loterij en dankzij
1962
Cruquius (gem. Haarlemmermeer)
(schenking dhr M.C.M. Schless en
(overdracht ‘Stichting Hofje van Gratie’)
1 Bloemlandseweg 3,
(schenking koopsom N.N.)
2012
Blaricum
(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)
2007
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Bakpers 9, ‘Huis Naalden’
1967
63 St. Olofssteeg 8, ‘het Jopenvat’ 1924 64 Oudekerksplein 50 1955 65 Oudezijds Achterburgwal 151 1956
3 Leeteinde 12
(schenking koopsom N.N.)
1993 1993
Best
66 Oudezijds Achterburgwal 153 1956
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
1971
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
‘Huis Hildebrand’
Broek in Waterland (gem. Waterland)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)
1948 1925 1949 1928
(schenking mw W.A.A. Bruigom-Six)
1970
(schenking koopsom BankGiro Loterij)
1918 1967
Maarland NZ 10 Maarland NZ 24 Maarland NZ 29/30 Voorstraat 27
1 Havenrak 1
1991
1 Raadhuisstraat 11
1 St. Catharinaplein 1 2 St. Catharinaplein 2
1918
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Bovenbeekstraat 21
2 van Swinderenstraat 7
kapel van Gageldonk
2 Leeteinde 4/6
Arnhem
(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)
1986
40 Kerkstraat 324 41 Koestraat 10/12,
48 Nieuwebrugsteeg 13
56 Noordermarkt 20 57 St. Olofspoort 1 / Zeedijk 2
1986
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1924
84 Warmoesstraat 83 85 Zandhoek 4 86 Zeedijk 1
Balk (gem. Gaasterland – Sloten) 1929 1918 1963
1 2 3 4
(nalatenschap mw H.H. Fruyt-Martens)
gilde / gemeente Amsterdam)
wal 264 / Wijdesteeg 1 54 Nieuwmarkt 20-22 55 Noordermarkt 17
1986
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
47 Lijnbaansgracht 334
1925 1961
‘Aalsmeerder Veerhuis’ 83 Spuistraat 233
(overdracht gemeente Arnhem)
1969
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
vml. wijnkopersgildehuis 42 Lange Leidsedwarsstraat 144 43 Lange Leidsedwarsstraat 146 44 Lange Leidsedwarsstraat 148 45 Lange Leidsedwarsstraat 150 46 Lange Leidsedwarsstraat 152
(overdracht Commissarissen van het Makelaars-
60 St. Olofspoort 4 61 St. Olofspoort 5
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
37 Kerkstraat 290
1918
1967
2002
1 Bolwerk 2 / Merwekade 102
Brielle
81 Rapenburg 13 82 Sloterkade 21,
52/53 Nieuwezijds Voorburg-
1978
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
39 Kerkstraat 294 1962 1918 1918 1975
1977 1926 1926 1955
van Hettinga Tromp)
35 Kerkstraat 19
vml. makelaers comptoir
1986
1963
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Dordrecht
1 Moerenpad 10,
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
(nalatenschap mw J.A.W. Westerman Holstijn-
38 Kerkstraat 292
(met steun BankGiro Loterij)
1995
(nalatenschap mw J.M. Worst-Kalff)
34 Keizersgracht 743
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
11 Brouwersgracht 56 12 Brouwersgracht 218 13 Diemerzeedijk 27,
1918 1953
(met steun van NOG Verzekeringen)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
8 Brouwersgracht 48 9 Brouwersgracht 50 10 Brouwersgracht 54
1933
(schenking mw G.L.C.A. Mirandolle)
29 Herengracht 524
(legaat mw C.M. Alderding-Krull)
Bloemgracht 9 Bloemgracht 87 Bloemgracht 89 Bloemgracht 91 Bloemgracht 108
‘Huis Van Brienen’
St. Olofspoort 9
50 Nieuwendammerdijk 283-285 1959 50 Nieuwezijds Voorburgwal 75,
(schenking Comte d'Alsace, Prince d'Henin)
1941
Amsterdam
3 4 5 6 7
2006
26 Herengracht 284,
Alkmaar
1 Beulingstraat 25 2 Blauwburgwal 22
(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)
(schenking dhr J.J.M. Bordens en mw E.H. Heesen)
met steun BankGiro Loterij)
1 Havik 33-35
1971
(schenking koopsom Merrem & La Porte N.V.)
(overdracht gemeente Alblasserdam;
1 Mient 31 2 Mient 33
‘Huis Bartolotti’
49 Nieuwebrugsteeg 15 /
80 Prinsengracht 1001
Breda
1986
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
1 Keppelstraat 40
(nalatenschap J.P. Albada Jelgersma)
1980 1958 1958
1 2 3 4
Achterhaven 105 Doelland 3 Doelland 5 Spui 6
1920 1946 1940 1927
Elburg
1 Krommesteeg 11
1925
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
Alfabetische lijst van plaatsen in Nederland met panden van de Vereniging
79 Prinsengracht 999
2008
Dokkum (gem. Dongeradeel)
2/3 Smedestraat 22 /
7 Groot Heiligland 48
Rozemarijnsteeg 14, smederij 4 Smeesteeg 4
1987 1980
1 2 3 4 5
1957 1919 1956 1928 1962
Enkhuizen
Bagijnestraat 3 Breedstraat 32 Breedstraat 102 Breedstraat 121 Torenstraat 11
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
6 7 8 9
Vissersdijk 44 Westerstraat 76 Zuiderspui 3 Zuiderspui 4
1928 1919 1925 1918
Franeker (gem. Franekeradeel)
1 Eise Eisingastraat 2
1985
(met steun ‘P.W. Janssens Friesche Stichting’)
2 Raadhuisplein 13
1966
(schenking erven L. van der Woude en G. Donia)
Frederiksoord (gem. Wester veld) 1 M.E. van der Meulenweg 5
1992
1928
Gorinchem
Gouda 1 Naaierstraat 6
1 Beeklaan 303 2 Statenlaan 4
1992
Wijdesteeg 3 13 Korte Wijngaardstraat 14 (overdracht Stichting Diogenes Haarlem) 14 Nassaulaan 14 (met steun Prins Bernhard Cultuurfonds) 15 Nassaulaan 16 (met steun Prins Bernhard Cultuurfonds) 16 Nieuwe Gracht 7, ‘Huis Barnaart’ (met steun BankGiro Loterij en dankzij
1 Rijkstraatweg 24
1930 1992
Donkere Begijnhof 8
1992 1992 1992
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem))
1995
Kampen
1977
(schenking koopsom N.N.)
1972
‘Nijenburg’
‘Bethlehemsvergadering’ 1975 2 Burgwalstraat 6 1925 3 Burgwalstraat 8 1972 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Kuinre (gem. Steenwijkerland)
(overdracht Vereniging Natuurmonumenten)
1 Hinthamerstraat 138 1992
’s-Hertogenbosch
1992
2009
Dode Nieuwstraat 43
vml. raadhuis en waag
1 Kom Lekdijk 1
1965
Lexmond (gem. Zederik)
Linschoten (gem. Montfoort) 1 Dorpsstraat 28
vml. gemeenlandshuis
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
6 Schuiffelstraat 18,
en mw E.A.A. Nairac
1978
1 Noordeinde 5, vml. raadhuis 2 Noordeinde 10 3 Weezenland 7
(overdracht gemeente Maastricht)
1972
2006
Bisschopsmolengang 2B
6 Stenenbrug 2
1 Turfmarkt 5
(overdracht Stichting Monumenten Makkum
Kingma-stichting)
1999 2009
1 Vooreiland 11
1976
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1976
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1968
(overdracht door N.V. Aannemersbedrijf Woudenberg)
3 Vooreiland 22
(gekocht met Monumentenprijs 1988 van
Prins Berhard Cultuurfonds)
1968
‘Schoenmakershuisje’
Proveniershuis 1-30, vml. proveniershuis
2005
(overdracht Stichting Woonplus Schiedam)
Bagijnhof 7
2005
(overdracht Stichting Woonplus Schiedam)
Schoonhoven 1961
(schenking Firma L. Woudenberg & Zonen)
2 Bij de Watertoren 25,
vml. watertoren
2006
(overdracht Stichting Behoud Watertoren Schoonhoven)
1961
(schenking Firma L. Woudenberg & Zonen)
1965
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Schoorl (gem. Bergen) 1931
(overdracht gemeente Schoorl)
Sint-Annaland (gem. Tholen)
2002
1 Voorstraat 68, ‘Nonnetjeshuis’ 2011
(schenking dhr ir G.M.L. van Loon)
Tegelen (gem. Venlo) 1989
1 Hoekstraat 6-10,
‘Kranenbreukershuis’
2011
(overdracht gemeente Venlo)
Usquert (gem. Eemsmond)
1 Burg. Letteweg 5,
2009
4 Oude Kerkhof 5-7-9 /
Oostvoorne (gem. Westvoorne)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
2 Vooreiland 12
‘Weeshuis der Hervormden’ (overdracht Stichting Woonplus Schiedam)
1 Duinweg 3, vml. rechthuis
(Stichting Restauratiefonds Cellenbroederenhuis)
1 Weaze 30
(overdracht Stichting Woonplus Schiedam)
2 Lange Achterweg 36-82, vml.
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Ottengas 15, vml. cellenbroederenhuis
2004
Hofje van Belois 1-37, ‘Hofje van Belois’ 2005
4 Voorhaven 6 1971
Oldeboorn (gem. Boornsterhem) 1968
3 Lopikerstraat 37
Nijmegen
Medemblik 1977
1957 1926 1926
1 St. Anthoniusplaats 9 /
(schenking dhr ir P.J. Tichelaar)
2 Turfmarkt 7 3 Vallaat 22
‘Derde Ambachtsschool’ (met steun BankGiro Loterij)
1 Aleidastraat /
Noordwijk
1999
1 Lange Weistraat 87
Nieuwkoop
1 Voorstraat 19
2006
(schenking koopsom SNS REAAL Fonds)
Scheveningen (gem. ’s-Gravenhage)
2006
1 Reghthuysplein 1, vml. raadhuis 1949
1954
(overdracht gemeente Westland)
1 Kloosterstraat 9 2 Kloosterstraat 11 3 Kloosterstraat 13
1971
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Rouveen (gem. Staphorst)
1929 1961
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
‘Heilige Geest Hofje’
2001
(schenking dhr D.E. van Raalte)
3 Overschiesestraat 1, 7-15 /
Naarden
(overdracht Stichting Cellebroederskapel)
1996
(overdracht gemeente Waterland)
1 Heilige Geest Hofje 1-12,
(overdracht gemeente Maastricht)
Rotterdam
Naaldwijk (gem. Westland)
1972
(overdracht gemeente Maastricht)
vml. cellebroederskapel
1995
Monnickendam (gem. Waterland)
Maastricht 1972
1 Bierkade 9/ Whereplantsoen 7 1929
Schiedam 1973
Moddergat (gem. Dongeradeel)
2010
1918
Purmerend
1 Zwaardstraat 16,
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Séwei 49
5 Ridderstraat 2A /
‘Huis ’s-Hertogenbosch’
9 Wagenaarstraat 1
4 Cellebroedersstraat 4,
2004
1934
Oudewater
1 Oude Rijksweg 264
(met steun nalatenschap dhr J. Acquoy
2002
Expl. van O.G. ‘Voorne’s Duin’)
(schenking dhr Th. Laurentius)
3 Achter de Molens 30
(met steun Prins Bernhard Cultuurfonds)
2 Achter de Molens 28
1964
(met steun BankGiro Loterij)
1 Achter de Molens 26
Schuitvlotstraat 4
(overdracht gemeente Maassluis)
3 Markt 18
1999
1969
1 Glazoenowlaan 3
2 Hoogstraat 11,
1960
1969
Maassluis
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
‘de Rosmolen’
(schenking ‘bloot eigendom’ n.v. Mij tot
1965
4 Londensekaai 11 5 Rotterdamsekaai 1 /
1 Kapellestraat 5
1999
(legaat dhr G. Ribbius Peletier Jr.)
1 Ankerstraat 16, vml. kuiperij
2004
‘de Geuzenhoek’ (schenking E.P.D. van Ooijen)
7 Vlasmarkt 49 8 Vlasmarkt 51,
(legaat dhr G. Ribbius Peletier Jr.)
3 Dorpsstraat 32/34
1969
(legaat dhr G. Ribbius Peletier Jr.)
2 Dorpsstraat 30
Leeuwarden 2 Auckamastraatje 6 1927
(overdracht gemeente Lexmond)
(schenking gemeente IJsselham)
1 Auckamastraatje 4
(met steun BankGiro Loterij)
2 2e Korenstraatje 18 /
1983
1 Henric de Cranestraat 38, 2004
(overdracht Stichting Bibliotheca Thysiana)
2 Hoflaan 17, ‘Overburgh’ 1930
1997
4 Vliet 9
1 Buiten Nieuwstraat 62,
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
‘Bibliotheca Thysiana’
Middelburg 1 Gortstraat 30 2 Laan van Nieuwenhove 2,
3 Londensekaai 9
(nalatenschap dhr H.M.J.W.J. Kortmann)
Makkum (gem. Zuidwest Friesland)
1 Kennemerstraatweg 278,
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
6 Groot Heiligland 46
1963
1929 2004
3 Rapenburg 25,
Onder de Boompjes 1 t/m 1c, vml. doelen 1987 3 Binnenluiendijk 3 en 4 1998 (schenking dhr J.E. de Visser) 4 Grote Oost 82 1987 5 Grote Oost 84 1987 6 Grote Oost 132 1987 7 Hoofd 2, ‘Hoofdtoren’ 2003 (overdracht gemeente Hoorn) 8 Italiaanse Zeedijk 106 1987 9 Kerkplein 39, ‘St. Jans Gasthuis’ 2003 (overdracht gemeente Hoorn) 10 Korenmarkt 8 1970 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 11 Kuil 32 1965 (overdracht gemeente Hoorn) 12 Munnickenveld 2 1921 13 Munnickenveld 21a t/m 21g, complex ‘Claes Stapelshofje’ 1987 14 Muntstraat 6 2001 (schenking koopsom BankGiro Loterij) 15 Oosterplantsoen 1 en 1a, ‘Oosterpoort’ 2003 (overdracht gemeente Hoorn) 16 Rode Steen 8, vml. waag 2003 (overdracht gemeente Hoorn) 17 Slapershaven 1 1987 18 Slapershaven 2 1987 19 West 50 1987 20 Wisselstraat 8 / Kloosterpoort 1 2003 (overdracht gemeente Hoorn)
Heiloo
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
Omvalspoort 11
1930 1955 1955
(overdracht gemeente Hasselt)
4 Rosmolenstraat 3
5 Groot Heiligland 22 /
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
4 Groot Heiligland 19
2 Markt 1, vml. raadhuis
1993
(overdracht gemeente Hoorn)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
3 Rosmolenstraat 1
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
3 Goudsmidspleintje 2/3
1964
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Hoogstraat 33
2 Goudsmidspleintje 1 /
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
2 Havenplein 28
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
1963
Hasselt (gem. Zwartewaterland)
Haarlem
1 Donkere Spaarne 56
2010
Harlingen
Groningen 1 Ossenmarkt 5
1963 1924 1961
(met steun BankGiro Loterij)
3 Noorderhaven 106 4 Voorstraat 61 5 Zuiderhaven 2
en BankGiro Loterij)
2002
Hardegarijp (gem. Tietjerksteradeel)
Groet (gem. Bergen)
1979
(met steun BankGiro Loterij)
(met steun dhr T. Dijkstra, mw H. Dijkstra-van Embden
1979
17 Spaarne 15-17, ‘Hodshon Huis’ 2008
(nalatenschap dhr D. Bolten)
1929 1992
nalatenschap dhr C.W. Zeeman)
18 Spaarne 69 19 Spaarne 108 20 Spaarnwouderstraat 15
‘Maria- of Kruittoren’
2 Achterstraat 2 /
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
1 Havenplein 14
1 Nieuweweg 2, ‘Huis Dijkstra’ 2012
Spaarnwouderstraat 19
11 Korte Spaarne 23/25/27 1929/1961 12 Korte Spaarne 29/31 /
1995 1987
Hoorn
1957 1928
Leiden
1 Herengracht 82 2 Lorentzkade 5
(overdracht gemeente Westland)
1929
’s-Gravenhage
1 Achter de Vest 1,
1 Burgstraat 30/Vismarkt 20-21 1919 2 Molenstraat 109, vml. tolhuis 1977 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1992
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
1934
Goes
complex ‘Gasthuishuisjes’
3 Grote Hoogstraat 14 4 St. Jacobsstraat 13
1 Hofstraat 27-29, vml. Nederhof 2006
9 Houtmarkt 17 10 Korte Spaarne 15 /
(legaat mw M. Helbers-Molt)
1 Turfkade 11, ‘Karel V-huis’
8 Groot Heiligland 63 t/m 85,
Honselersdijk (gem. Westland)
1992
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
1969
(schenking n.v. Mij tot Expl. van O.G. ‘Voorne’s Duin’)
1 Raadhuisstraat 3, vml. raadhuis 1990
(overdracht Stichting tot behoud van het Berlagehuis)
73 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
alfabetische lijs t van pl a atsen in nederl and met pand en van d e v ereniging
72
Utrecht 1 Boothstraat 2A
1 Middelweg 5, ‘Esterenburg’
(legaat Jhr J.C. Martens van Sevenhoven)
2 Erasmuslaan 9
(met steun Louisa van der Velden Stichting)
(nalatenschap mw E.C. Coolhaas-Korpershoek / met
1 Westhavenkade 45,
steun van het Van Enter-Westerman Holstijn Fonds)
1996
vml. watermolen
2003
Veere
‘Tromp’s Huys’
(overdracht gemeente Vlieland)
4 Markt 2 5 Markt 3
1947 1947 2000
(schenking familie Oosterhoff)
Velp (gem. Rheden) 1 Den Bruijl 35, ‘Huis Slegers’
Velsen-Zuid (gem. Velsen) 1 Rijksweg 130-136, ‘Beeckestijn’ 2007
1987 2010
(overdracht gemeente Vianen)
Vlissingen
2 Oenselsestraat 15 1928
Makkum
1964
1925
1 Molenstraat 8-10
1968
(schenking Jhr ir. J.Ph. Laman Trip)
Frederiksoord Kuinre
1948
Medemblik Groet Schoorl
1964
Enkhuizen
Velsen-Zuid Driehuis Haarlem Cruquius
1988
1 Sassenstraat 31A 1943 2 Sassenstraat 33, ‘Karel V-huis’ 1943
Vollenhove
Blokker Hoorn
Alkmaar Heiloo Purmerend
Kampen
Zaandam
Broek in Waterland
(‘overdracht’ staat voor een verwerving voor een symbolische waarde, over het algemeen met de verplichting tot restauratie)
Sint-Annaland Middelburg
Goes
Deventer
Blaricum
Warnsveld Zutphen Doesburg
Velp Arnhem
Nijmegen
’s-Hertogenbosch
Zierikzee
Veere
Elburg
Amsterdam Naarden
Leiden Amersfoort Voorschoten Linschoten Utrecht Scheveningen Driebergen Gouda Oudewater ’s-Gravenhage Delft Vianen Honselersdijk Vlaardingen Naaldwijk Lexmond Culemborg Schiedam Maassluis Schoonhoven Oostvoorne Rotterdam Alblasserdam Brielle Gorinchem Vierpolders Zaltbommel Dordrecht Woudrichem
Zwolle
Monnickendam
Nieuwkoop
2001
Blokzijl Wanneperveen Rouveen Hasselt
Edam
Noordwijk
1 Veneweg 56 1991 2 Veneweg 83, vml. schultehuis 1990
Groningen
Workum Balk
Zwolle
Wanneper veen (gem. Steenwijkerland)
Appingedam
Oldeboorn
Bolsward
Den Helder
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Groenmarkt 7
Usquert
IJlst
1978
Zutphen 1975
Hardegarijp
Leeuwarden
(met steun Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Nieuwe Bogerdstraat 16
1992
Franeker Dronrijp Harlingen
Zierikzee (gem. Schouwen-Duiveland)
Voorschoten ‘Jachthuis Woelwijk’
N
(met steun van dhr C. Philips)
5 Ruiterstraat 18
1 Woelwijklaan 11, (schenking dhr en mw J.G. van Manen-Fabius)
1970
Vlieland
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
4 Oenselsestraat 50
1991
Moddergat Dokkum
1961
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
3 Oenselsestraat 17
(overdracht gemeente Vlissingen)
1997
Warnsveld (gem. Zutphen)
Vianen
1 Achterstraat 88
(met schenking van E.A.C. de Bruyn – Haenen)
3 Kwartelenmarkt 1
1 Kerkstraat 26
2001
1991
Venlo
vml. accijnshuisjes
(overdracht gemeente Vlieland)
toren Hervormde Kerk 3 Kerkplein 15, vml. Franse school
75
1919
Zaltbommel
1 Kerkplein 1/3, vml. raadhuis 2 Kerkplein 2,
(met steun Louisa van der Velden Stichting)
1 Grote Kerkstraat 19-21 2 Henry Dunantstraat 4
‘de Messingklopper’
Zaandam (gem. Zaanstad)
Vollenhove (gem. Steenwijkerland)
2012
(met steun BankGiro Loterij)
(legaat mw W. Abbeleven-Labberton)
6 Markt 4 7 Markt 6 8 Markt 10
1921 1981
Vereniging Hendrick de Keyser heeft haar bezittingen in onderstaande plaatsen in Nederland.
1 Eegracht 31/32, 2001
1 Dam 1 en 1b,
vml. reddingbootloods
1970
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
IJlst (gem. Zuidwest Friesland)
1998
(overdracht gemeente Vlieland)
1 Beursplein 11, vml. beurs
(nalatenschap dhr D. Bolten)
Verspreidingskaart
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
2 Dorpsstraat 148, vml. raadhuis 2001
1970
1989 1987
1 Hoogstraat 5 2 Hoogstraat 9
1 Dorpsstraat 99,
3 Duinkersoord 33,
(overdracht gemeente Veere)
1932
Vlieland
1 Kaai 2-6, ‘Campveerse Toren’ 2005 2 Kaai 21 3 Kaai 89
1998
(overdracht gemeente Vlaardingen
vml. visbank
1 Noard 5
Breda
Best
Bergen op Zoom
Vlissingen Tegelen
Venlo
V E R E N IGI NG
Hendrick de Keyser
Maastricht
Valkenburg
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
1 St. Pieterstraat 2a,
(met steun Prins Bernhard Cultuurfonds)
Valkenburg (gem. Valkenburg aan de Geul)
74
vml. redershuis
Workum (gem. Zuidwest Friesland) Woudrichem
2 Westhavenplaats 37,
(legaat Jhr J.C. Martens van Sevenhoven)
4 Prins Hendriklaan 112
1973
2002
Vlaardingen
1999
3 Janskerkhof 16
alfabetische lijs t van pl a atsen in nederl and met pand en van d e v ereniging
Vierpolders (gem. Brielle) 1973
colofon
76
Ontwerp Fotograf ie Druk
Colofon Studio Bauman bno, Vlaardingen HdK, tenzij anders vermeld Veenman+, Rotterdam © 2013