U W
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Doelmatig en transparant rioolbeheer
20 december 2011
Ta uw
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
Verantwoording Titel
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Opdrachtgever
Gemeente Waterland
Projectleider
Annemarie Wolters
Auteur(s)
Wytse Dassen, Annemarie Wolters en Gwendolijn Vugs
Projectnummer
4711601
Aantal pagina's
33 (exclusief bijlagen)
Datum
20 december 2011
Handtekening
Ontbreekt in verband met digitale versie. Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven.
Colofon Tauw bv Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 43 g Postbus 20748 1001 NS Amsterdam Telefoon (020) 606 32 22 Fax (020)684 89 21
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN-EN-ISO 9001
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012- 2016
3\33
Kenmerk R001-4711601 KUM-kmi-V05-NL
4\33
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Tauw
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
Inhoud Verantwoording en colofon
3
1
Inleiding
7
1.1
Aanleiding
7
1.2
Doelstelling
7
1.3
Geldigheidsduur
7
1.4
Procedure
8
1.5
Leeswijzer
8
2
Ambities voor de komende 5 jaar
9
2.1
Evaluatie van de vorige planperiode (2005-2009)
9
2.2
Aandachtspunten vanuit wetgeving en beleid
9
2.3
Ambities
10
2.3.1
Stedelijk afvalwater (zorgplicht afvalwater)
10
2.3.2
Hemelwater
13
2.3.3
Grondwater
14
2.3.4
Rioolheffing
16
2.3.5
Communicatie en samenwerking
17
3
De strategie
19
3.1
Stedelijk afvalwater
19
3.2
Hemelwater
22
3.3
Grondwater
22
3.4
Rioolheffing
23
3.5
Communicatie en samenwerking
23
4
Middelen
25
4.1
Personele middelen
25
4.2
Financiële middelen
26
4.2.1
Vervangingswaarde rioleringssysteem
26
4.2.2
Totale lasten
26
4.3
Kostendekking
28
4.3.1
Uitgangspunten kostendekking
28
4.4
Rioolheffing
30
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
5\33
Kenmerk R001-4711601 KUM-kmi-V05-NL
Bijlage(n)
6\33
1.
Evaluatie G R P 2006-2009
2.
Relevante wet- en regelgeving
3.
Functionele eisen, maatstaven en meetmethoden
4.
Toetsing huidige situatie
5.
Overzicht lozingsvoorzieningen
6.
Financiële tabellen en resultaten KDP
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Tauw
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
1 Inleiding 1.1
Aanleiding
Een goed rioolstelsel is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van waterschade. Het rioolstelsel zorgt er voor dat het afvalwater en het overtollige regenwater en drainagewater uit de woonomgeving worden verwijderd. De aanleg en het in stand houden van het rioolstelsel is een gemeentelijke taak die voortvloeit uit de Wet Milieubeheer (Wm, artikel 10.33). In deze wet is vastgelegd dat de invulling van de zorgplicht
afvalwater
inzichtelijk gemaakt moet worden (artikel 4.22). De gemeente stelt hiervoor een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op. De gemeentelijke zorgplicht is met de komst van de Waterwet uitgebreid met twee nieuwe zorgplichten: •
De zorgplicht hemelwater richt zich op het doelmatig inzamelen en verwerken van overtollig afvloeiend regenwater, dat de perceeleigenaar niet redelijkerwijs zelf kan verwerken
•
De zorgplicht grondwater staat voor het in openbaar gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken
Door de komst van deze nieuwe zorgplichten is het traditionele taakveld van de rioleringszorg binnen de gemeente veranderd in een verbreed pakket van watertaken. Het voorliggende G R P geeft invulling aan deze verbrede zorgtaken binnen de gemeente Waterland. Het krijgt dan ook de naam Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (VGRP).
1.2
Doelstelling
Beleidsafwegingen die te maken hebben met de kwaliteit van de woon- en werkomgeving hebben een directe invloed op de invulling van de gemeentelijke rioleringszorg. Het rioleringssysteem in Waterland vertegenwoordigt samen met de "grijze" infrastructuur in de openbare ruimte een zeer aanzienlijk maatschappelijk kapitaal. De lokale overheid heeft de taak om deze voorzieningen doelmatig en tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten in goede conditie te houden. Het V G R P is een van de instrumenten om op een transparante manier inzicht in te geven in de beleidskeuzen voor de komende jaren met betrekking tot de riolering.
1.3
Geldigheidsduur
In Nederland wordt een G R P meestal opgesteld met een vaste planperiode van vijfjaar. Een gemeente is echter vrij om de geldigheidsduur van het plan vast te stellen. Gelet op de huidige stand van zaken en de te verwachten beleidsontwikkelingen is gekozen voor een planperiode van 2012 tot en met 2016.
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012- 2016
7\33
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
Op verzoek van de gemeente kan hierbij de volgende kanttekening worden geplaatst: De berekening is gemaakt voor een periode van 60 jaar (2011 tot en met 2070). Hoewel de berekening gericht is op het beginjaar 2012, zijn er eveneens kosten en opbrengsten uit het jaar 2011 (per 1 januari 2012 moet nog vastgesteld worden). Om deze reden zullen er posten in de berekening voorkomen van maatregelen of acties die in het verleden al plaats gevonden hebben of die nog in volle gang zijn. De gemeenteraad heeft in februari 1998 het GRP Waterland 1988-2007 vastgesteld. In 2002 heeft een actualisatie plaatsgevonden. Deze actualisatie is in 2005 definitief vastgelegd in het 'Gemeentelijk Rioleringsplan 2005-2009'. In die planperiode zou het
afvalwatertransportstelsel
worden aangepast en enkele voorzieningen worden gebouwd in het kader van de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor.
1.4
Procedure
In de Wet milieubeheer (artikel 4.23) staat beschreven hoe het V G R P tot stand dient te komen en welke partijen daarbij betrokken dienen te worden. De procedure is als volgt verlopen; •
Voorbereiding ontwerp V G R P namens het college van Burgemeester en Wethouders
•
Betrokken: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en provincie Noord Holland
•
Bekendmaking van het V G R P namens het college van Burgemeester en Wethouders in een of meerdere nieuwsbladen conform de gemeentelijke inspraakverordening
•
1
Verwerking van de eventuele aanpassingen van de ingezetenen (de gemeente is verplicht adequaat te reageren)
•
Aanbieden van het aangepaste ontwerp door het college van Burgemeester en Wethouders aan de gemeenteraad ter definitieve vaststelling
•
Informeren Provincie en Hoogheemraadschap over vaststelling
Alleen de provincie heeft de bevoegdheid om G R P ' s goed te keuren of kan een bindende aanwijzing ten aanzien van het G R P geven op grond van de Wet milieubeheer. Het Hoogheemraadschap heeft in de voorbereidingsfase adviesrecht.
1.5
Leeswijzer
Ten opzichte van een traditioneel G R P is er voor gekozen om in dit V G R P alleen de ambities (hoofdstuk 2), de strategie (hoofdstuk 3) en de kosten (hoofdstuk 4) voor de komende vijfjaar kort en bondig te beschrijven. Voor de opbouw is wel gebruik gemaakt van de richtlijnen van de Leidraad Riolering van de stichting RIONED, alleen zijn enkele onderdelen (zoals de evaluatie van het G R P 2005-2009 en de toetsing van de huidige situatie) opgenomen in de bijlage. Hiermee is een toegankelijk en begrijpelijk beleidsstuk gerealiseerd dat voor een ieder inzicht geeft in het rioolmanagement van de gemeente Waterland.
1n deze kennisgeving wordt vermeld op welke wijze de ingezetene kennis krijgen van de inhoud van het ontwerp. De belanghebbende kunnen dan gedurende 6 weken hun zienswijze schriftelijk of mondeling naar voren brengen. 1
8\33
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Tauw
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
2 Ambities voor de komende 5 jaar Dit hoofdstuk geeft in het kort de evaluatie van de vorige planperiode weer en beschrijft vervolgens de ambities van de gemeente voor de komende planperiode. Het geeft inzicht in hoe de gemeente er aan het eind van de planperiode voor wil staan. De ambities en de ontwikkeling van nieuw beleid wordt in de eerste plaats bepaald door de streefbeelden van de gemeente zelf over de kwaliteit van de rioleringszorg. Omdat riolering echter deel uitmaakt van een keten van voorzieningen is de gemeente ook afhankelijk van derden in die keten.
2.1
Evaluatie van de vorige planperiode (2005-2009)
In deze planperiode is het afvalwatertransportstelsel aangepast (vergroten enkele rioolgemalen, vervangen van riolering) en is de aanleg van enkele voorzieningen opgestart in het kader van de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor (bijvoorbeeld de aanleg bergbezinkbassin llpendam). Ook zijn veel percelen aangesloten op riolering of voorzien van een IBA. Bijna alle werkzaamheden zijn in nauwe samenwerking met het Hoogheemraadschap uitgevoerd. Op het gebied van communicatie is ook een inspanning geleverd om burgers te informeren over wat wel en niet in het riool thuishoort. Meer details over de prestaties van deze periode zijn te vinden in bijlage 1, evenals enkele aandachtspunten die mee worden genomen in de ambities. De conclusie is dat de uitvoering van enkele maatregelen vertraagd is. Dit komt omdat er gekozen is werk met werk te maken en daarom zoveel mogelijk aan te sluiten bij werkzaamheden van het Hoogheemraadschap. Deze werkwijze bespaart kosten en bevordert de samenwerking. De vertraging heeft niet geleidt tot klachten of problemen.
2.2
Aandachtspunten vanuit wetgeving en beleid
De afgelopen jaren hebben diverse ontwikkelingen in het rioleringvak geleid tot nieuwe wetgeving en regionaal beleid. De grootste verandering is de nieuwe Waterwet. Daarnaast zijn er met de provincie en Hoogheemraadschap afspraken gemaakt over het aansluiten van percelen in het buitengebied in het Bestuursovereenkomst
"Opgave inzameling en het transport van
stedelijk afvalwater in Noord-Holland". De belangrijkste aandachtspunten vanuit het Hoogheemraadschap zijn opgenomen in de Uitgangspuntennotitie regenwater en riolering (wordt in 2011 vervangen door nieuw beleid). Meer informatie over deze ontwikkelingen zijn opgenomen in bijlage 2. Hieronder volgen de belangrijkste aandachtspunten: •
De aansluitverordening en de daarop gebaseerde aansluitvergunningen komen te vervallen en worden vervangen door het sluiten van afvalwaterakkoorden
•
De Wvo-vergunningen (Wet verontreiniging oppervlaktewater) voor indirecte en directe lozingen komen te vervallen indien deze voldoen aan de Algemene Regels. Degene die niet
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012- 2016
9\33
Kenmerk R001-4711601 KUM-kmi-V05-NL
voldoen kunnen worden opgenomen in het Verbreed G R P waardoor geen aparte Watervergunning nodig is •
De gemeente wordt het bevoegd gezag voor indirecte lozing en dient daarom ook te handhaven (in samenwerking met gemeentelijke Milieudienst Waterland)
•
De gemeente krijgt de zorgplicht voor het hemelwater en grondwater. De invulling hiervan moet worden uitgeschreven in het V G R P
•
Ter bescherming van het milieu moet de voorkeursvolgorde zoals beschreven in de Wet milieubeheer (Artikel 10.29a) worden opgenomen in het V G R P
•
Percelen waarbij het niet doelmatig is om aan te sluiten op de bestaande riolering moeten in principe worden voorzien van een IBAII (een aantal percelen heeft nog ontheffing tot 2015)
•
Het rioolrecht is vervangen door de rioolheffing, waarmee ook de kosten voor de zorgplicht hemelwater en grondwater bekostigd dienen te worden. Er kan ook een splitsing worden gemaakt in de heffingen (watersysteem en afvalwatersysteem)
2.3
Ambities
Binnen het gemeentelijk rioleringsbeleid worden drie componenten onderscheiden. Ten eerste moet worden voldaan aan de wettelijke verplichtingen (licence-to-operate), zoals deze in de vorige paragraaf zijn aangeven. Sommige van de verplichtingen zijn vastgelegd in de Wet, andere volgen uit overeenkomsten of afspraken met het Rijk, de provincie, het Hoogheemraadschap of de gemeenteraad. Ten tweede moeten beleidskeuzes gemaakt worden omtrent het beheer van de riolering (asset management). Het gaat hier om de manier waarop de gemeente zorg draagt om de toestand van het bestaande stelsel en voorzieningen op peil te houden. Het laatste aspect betreft de mate waarin het rioleringssysteem aan de gebruikerseisen voldoet (service management). Welke prestaties kunnen er van het rioleringssysteem verwacht worden en welke service kunnen burgers verwachten van de gemeente op het gebied van riolering. Voor het gemak worden deze componenten hieronder uitgewerkt in de rubrieken stedelijk afvalwater, hemelwater, grondwater, rioolheffing en communicatie. 2.3.1
Stedelijk afvalwater (zorgplicht afvalwater)
De inzameling en het transport van het stedelijk afvalwater, ruwweg het rioolwater waar geen bestemming meer aan gegeven kan worden, blijft de belangrijkste taak van het gemeentelijke rioleringsbeleid. De nadruk ligt hierbij op het zorgvuldig beheren van de bestaande voorzieningen en het voorkomen van uitwisseling van het afvalwater met de omgeving. Beheer en onderhoud van de riolering Komende planperiode wordt de gehanteerde aanpak gecontinueerd, waarbij een rioolbuis gemiddeld elke 12 jaar geïnspecteerd word. Er wordt niet gedifferentieerd in frequentie tussen bijvoorbeeld rustige woonwijken en drukke doorgaande wegen. Alle gegevens moeten in het beheerpakket worden opgenomen, zodat er geen systeemkennis verloren gaat en makkelijker overdraagbaar is. Ook worden de komende planperiode eigen ingrijpmaatstaven ontwikkeld
10\33
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Tauw
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
(wanneer moet een rioolbuis worden vervangen). Hierbij worden de gedachten van assetmanagement meegenomen. Daarbij wordt meer vanuit risico's beredeneerd dan vanuit schadebeelden. De gemeente legt bij het vervangen van de riolering in principe altijd een gescheiden systeem aan. Bij nieuwbouwlocaties is dit het uitgangspunt. Hiermee ontstaat op termijn een gescheiden systeem waarbij relatief schoon water niet meer wordt vermengd met afvalwater en wordt getransporteerd naar de afvalwaterzuivering. Bij de grotere vervangingen wordt altijd in samenspraak met het Hoogheemraadschap het optimale systeem gekozen. Een ander aspect bij beheer is het toezien op de (bedrijfsmatige) lozingen op het riool. In het kader van de gewijzigde regelgeving verandert de rol van de gemeente van vergunningverlening naar toezicht en handhaving, en vindt er bovendien een verschuiving plaats van taken van het Hoogheemraadschap naar de gemeente. Binnen de planperiode van dit V G R P wordt een goede invulling gegeven aan deze nieuwe rol. Beperken emissies De gemeente heeft belang bij een goede waterkwaliteit van het oppervlaktewater. De voornaamste twee bronnen van vervuiling zijn: riooloverstorten en afvalwater van niet aangesloten percelen. Verder heeft de gemeente beleid op het terrein van duurzame onkruidbestrijding. Riooloverstorten Riooloverstorten worden geactiveerd als het rioolsysteem (gemengde riolen) te zwaar wordt belast. Dit is het geval bij zware regenval. Met het realiseren van bergbezinkbassins wordt voldaan aan de basisinspanning. Niet aangesloten percelen Voor bestaande lozingen vanaf percelen in het buitengebied die niet aangesloten zijn op de riolering geldt tot en met 2015 een ontheffing van de provincie. Om deze ontheffing te verkrijgen heeft de gemeente voorafgaande aan de vorige planperiode een saneringsplan lozingen buitengebied opgesteld. Op basis hiervan is bepaald dat in de meeste gevallen de bestaande voorziening gehandhaafd kan blijven. Het resterende gedeelte is waar mogelijk en rendabel voorzien van riolering. De overige percelen zijn voorzien van een alternatieve voorziening (IBA II, III). De gemeente ontzorgt deze gebieden (IBA II, III of riolering ligt). Voor nieuwe aansluitingen geldt dat de gemeente kiest voor een smalle zorgplicht. Dit houdt in dat perceelseigenaren van nieuwe nog niet aangesloten percelen zelf zorg dragen voor de aanleg en het beheer (in van een geschikte voorziening voor afvalwater, tenzij (druk) riolering op korte
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-
2016
11\33
Kenmerk R001-4711601 KUM-kmi-V05-NL
afstand voorhanden is. Wanneer er (druk) riolering aanwezig is moet er conform de wet en de aansluitverordening eenmalig rioolaansluitrecht worden aangesloten. De gemeente wijkt daarmee af van de huidige Bestuursovereenkomst "Opgave inzameling en het transport van stedelijk afvalwater in Noord-Holland". Op dit moment wordt dit akkoord geëvalueerd en bepaald of de overeenkomst in deze vorm wordt voortgezet. De gemeente wacht eerst deze evaluatie af.
12\33
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Tauw
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
Duurzame
onkruidbestrijding
De gemeente hanteert de zogenaamde DOB methode voor haar onkruidbeheer. DOB staat voor Duurzaam Onkruid Beheer op verhardingen. Onkruidbestrijding volgens de DOB-methode is gericht op een effectieve onkruidbestrijding tegen een redelijke kostprijs. Doel van de DOB methode is een bijdrage te leveren aan het realiseren en behouden van een goede waterkwaliteit. De kwaliteitsnormen voor oppervlaktewater mogen niet worden overschreden waarmee ook het risico met betrekking tot de drinkwaterproductie afneemt. Kern van het DOB-systeem zijn een aantal praktische richtlijnen waarmee beheerders en uitvoerders van onkruidbestrijding duidelijke afspraken kunnen maken over voorwaarden, preventie, inzet van methoden en middelen en registratie van middelengebruik. WION Vanuit de verplichtingen die de wet WION stelt heeft de gemeente Waterland de noodzakelijke maatregelen genomen om de gegevens over rioleringsactiviteiten hieraan te laten voldoen. Het op orde houden van de gegevens wordt gecontinueerd. 2.3.2
Hemelwater
De zorg voor hemelwater, oftewel het afvloeiende regenwater, dient voortaan apart in beschouwing te worden genomen. Bij de invulling van deze zorgplicht gaat het in eerste instantie welke mate van hemelwateroverlast de gemeente accepteert. Daaraan gekoppeld is de inspanning die wordt verwacht van de individuele perceelseigenaren met betrekking tot het hemelwater wat er op hun perceel ontstaat: wat moeten zij zelf verwerken en wat mogen zij naar de gemeente afvoeren? In tweede instantie gaat het om wat de gemeente zelf met het ingezamelde hemelwater gaat doen: houdt ze dat gescheiden van het stedelijk afvalwater, of sluit ze het toch aan op de riolering? Het rioolstelsel speelt een belangrijke rol in het voorkomen van wateroverlast. Echter, de capaciteit van de riolering is beperkt en kan niet elke regenbui snel verwerken. Door de klimaatverandering komen er vaker zware buien. Hierdoor zal er vaker water op straat komen te staan. Het is zeker niet doelmatig om de afvoercapaciteit van het riool te vergroten. Daarom moet worden bepaald wat wordt geaccepteerd en wat niet op het gebied van water op straat. De gemeente maakt hierbij onderscheidt in wateroverlast en waterschade. Wateroverlast veroorzaakt ongemak voor voetgangers en fietsers door plassen op straat. Waterschade treedt op als regenwater kelders, woningen en winkels instromen. De gemeente kiest er voor om wateroverlast te accepteren, maar wil waterschade zoveel mogelijk voorkomen. Dit betekent niet dat er niks wordt gedaan om wateroverlast te verminderen. Wanneer er sprake is van overlast, onderzoekt de gemeente de oorzaak en zal zij passende maatregelen treffen. Deze liggen niet direct in het vergroten van de afvoer en of bergingcapaciteit van het stelsel. Ook bovengrondse tijdelijke berging of directe afvoer op oppervlaktewater behoren tot de
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012- 2016
13\33
Kenmerk R001-4711601 KUM-kmi-V05-NL
mogelijkheden. Bij (geplande) grootschalige vervanging van riolering toetst de gemeente het ontwerp op hydraulische criteria (vastgelegd in bijlage 3). De gemeente wil relatief schoon water gescheiden houden van afvalwater. Zij hanteert daarvoor het uitgangspunt dat afvalwater en hemelwater bij de bron gescheiden moet worden. Door water bij de bron te scheiden en afwaterwater en hemelwater apart af te voeren, neemt de hoeveelheid hemelwater in de afvalwaterketen af. Deze aanpak levert verder een positieve bijdrage aan de verbetering van de waterkwaliteit en doorstroming van het oppervlaktewater. Bij hemelwater geldt dat lokale lozingen van hemelwater in het milieu (al dan niet via een gemeentelijk hemelwaterstelsel) de voorkeur geniet boven lozing op een gemengd stelsel. Dit houdt overigens niet in dat de gemeente het bestaande en goed functionerende gemengde stelsel zomaar vervangt. Alleen wanneer er sprake is van grootschalige vervanging zal een gemengd stelsel worden vervangen door een (verbeterd) gescheiden stelsel. Om perceelseigenaren te activeren om hemelwater zolang mogelijk vast te houden op het eigen perceel denk de gemeente na over het (laten) toepassen van bijvoorbeeld groene daken, regentonnen, etc. In de komende planperiode geeft zij hier richting aan. Een aandachtspunt bij het afkoppelen van verhard oppervlak is het schoon houden van afstromend hemelwater. Daarom gaat de gemeente actief beleid voeren om verkeerde aansluitingen op te sporen en worden maatregelen genomen om de herkenbaarheid van de verschillende riolering te vergroten. Verder worden burgers bij afkoppelprojecten geïnformeerd over het schoonhouden van hemelwater aan de bron (geen onkruidbestrijding, niet auto wassen op straat). Ook het minimaliseren van het gebruik van uitlogende materialen bij nieuwbouw krijgt deze planperiode ruim aandacht. Door deze maatregelen zullen zuiverende voorzieningen (bijvoorbeeld lamellenfilters) niet nodig zijn. 2.3.3
Grondwater
Van belang is dat de zorgplicht grondwater betrekking heeft op het stedelijk gebied. In het landelijk gebied is het Hoogheemraadschap verantwoordelijk. Gezien de kleine kernen van de gemeente en het feit dat bewoners van dit gebied niet anders kennen dan hoge grondwaterstanden wordt de huidige omgangsvorm inzake grondwater gecontinueerd. De zorgplicht grondwater is daarmee het formaliseren van de huidige gang van zaken. Voor de duidelijkheid wordt deze hieronder beschreven.
14\33
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Tauw
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
Grondwateroverlast is een ervaring. Niet iedereen met water in de kruipruimte of een natte tuin ervaart dit als overlast. De gemeente benadert burgers niet actief om grondwateroverlast vast te stellen. Wel stelt de gemeente informatie beschikbaar op de gemeentewebsite. In de afgelopen jaren is gebleken dat het aantal grondwaterklachten in de gemeente Waterland beperkt is gebleven. Binnen het taakveld riolering is worden de klachten over grondwater afhandelt. Indien nodig gaat de gemeente zelf polshoogte nemen. Door empathie te tonen voor de situatie en duidelijk uit te leggen wat eventueel de vervolgstappen zijn wordt een groot deel van de overlast weggenomen, maar worden niet automatisch de problemen verholpen. De medewerkers binnen het taakveld riolering hebben een directe lijn met het Hoogheemraadschap, de provincie en het drinkwaterbedrijf, zodat mogelijke oorzaken van grondwateroverlast snel te achterhalen zijn. Pas als meerdere en/of structurele klachten binnen komen omtrent grondwateroverlast gaat de gemeente de grondwaterstand meten. Er wordt niet een gemeentelijk meetnet aangelegd, aangezien de grondwaterstand in het stedelijk gebied van de gemeente Waterland om de 100 meter kan verschillen. Dit komt door het complexe watersysteem en de bodemopbouw. Om een goed en actueel inzicht te krijgen in de grondwaterstand zou een zeer dicht meetnet moeten worden aangelegd, hetgeen zeer hoge kosten met zich mee brengt. Vooralsnog voorziet de gemeente nog geen specifieke maatregelen voor het bestrijden van grondwateroverlast. Wel is van belang dat nieuwe grondwaterproblemen worden voorkomen. Daarom blijft de gemeente drainage aanleggen bij grootschalige rioolvervanging. Daarbij komt nu dat er voor en na de werkzaamheden de grondwaterstand wordt gemeten. Dit maakt inzichtelijk of de meegelegde drainage goed functioneert en de grondwaterstand niet hoger wordt ten opzichte van de situatie voor de werkzaamheden. De drainage zou zelfs te goed kunnen functioneren waardoor houten funderingen droog kunnen komen te staan. Dit moet te allen tijde worden voorkomen. Het bestaande beleid, waarbij in de watertoets behorend bij het bestemmingsplan aandacht wordt besteed aan grondwater, wordt voortgezet.
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-
2016
15\33
Kenmerk R001-4711601 KUM-kmi-V05-NL
VülenrJam
ËOAM-vOLENDAM PURMtREND
- 1 atwoude
Upend
Marke
WATERLAND
LANDStiEBR Wat&roan
•roek In Wator eind
WZuïderwoiHle
\ N
UrUiam
AMSTERDAM
660 1:62848
w Tauw
Figuur 2.1 Grondwatermeetpunten in de gemeente Waterland.
2.3.4
Rioolheffing
In het coalitieakkoord is vastgelegd dat er een differentiatie in de rioolheffing wordt aangebracht. De huidige heffing is gebaseerd op het hebben van een eigendom (een woning, een bedrijfspand etc.) dat direct - of indirect op de gemeentelijke riolering is aangesloten, dan wel op het gemeente water. Met de nieuwe heffingsgrondslag wordt meer recht gedaan aan het principe "de vervuiler betaald". Daarom zijn er vier categorieën vastgesteld: •
Eenpersoonshuishoudens
•
Tweepersoonshuishoudens
•
Meerpersoonshuishoudens
•
Bedrijven (hoogte rioolheffing op basis WOZ-waarde van het bedrijfspand)
De gemeente stelt geen aparte heffing in voor de dekking van kosten die voortkomen uit de invulling van de nieuwe gemeentelijke watertaken (hemelwater en grondwater). Primair geldt hier dat de gemeente de heffing eenvoudig wil houden.
16\33
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Tauw
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
2.3.5
Communicatie en samenwerking
De gemeente wil transparant zijn in haar rioolbeleid en in wat burgers en bedrijven mogen verwachten van de gemeente, maar ook andersom. Dit geldt ook voor de nieuwe zorgplichten hemelwater en grondwater. Ook moet duidelijk zijn welke werkzaamheden waar en wanneer gaan plaatsvinden. Het meest geëigende instrument voor bekendmakingen is de website van de gemeente of "Ons Streekblad". De gemeente Waterland heeft de afgelopen periode intensief samengewerkt met het Hoogheemraadschap, de gemeenten Edam en Volendam, de nutsbedrijven en andere buurtgemeenten. Hierdoor zijn veel kosten bespaard en wordt optimaal gebruik gemaakt van eikaars kennis. Alle partijen hebben de intentie uitgesproken om in deze planperiode deze samenwerking voort te zetten. Daarmee geven zij een verder invulling aan het Bestuursakkoord Waterketen.
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012- 2016
17\33
Kenmerk R001-4711601 KUM-kmi-V05-NL
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Tauw
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
3 De strategie In dit hoofdstuk wordt besproken wat in de komende planperiode door de gemeente Waterland moet worden gedaan om over 5 jaar de gestelde doelen te behalen. Dit is gebaseerd op het toetsen van de huidige situatie op de gestelde doelstellingen (zie bijlage 4)
3.1
Stedelijk afvalwater
Op het gebied van stedelijk water is voornamelijk het op orde brengen van de kwaliteitsgegevens van de riolen een belangrijke opgave samen met het ontwikkelen van ingrijpmaatstaven. Dit bepaalt namelijk welke riolen vervangen moeten worden de komende jaren. Het vervangen van riolen gebeurt altijd in samenspraak met het Hoogheemraadschap, nutsbedrijven en overige partners, om te bepalen of er kosten kunnen worden bespaard door werkzaamheden te combineren (werk met werk). Hieronder staan de activiteiten voor de komende vijfjaar. Reguliere onderhoudsactiviteiten • •
leder jaar wordt circa 10 km gemengde riolen gereinigd (frequentie 1 * per 6 jaar). De riolering wordt om de reinigingscyclus geïnspecteerd (de andere reinigingscyclus dus niet). In de jaren dat geen reguliere inspectie plaats vindt, is budget opgenomen voor incidentele inspecties.
•
2 keer per jaar de kolken zuigen
•
Inspectie en onderhoud van overstorten
•
Preventief onderhoud aan pompen en gemalen
•
Doorspuiten van drainagevoorzieningen (zowel preventief als na klachten)
•
Controleren van schuiven en kleppen
•
Bergbezinkbassins reinigen
•
Controleren van zinkers
•
Onderhoud van bestaande aansluitingen in het buitengebied
Projectmatige uitvoerende werkzaamheden •
Op het gebied van inspecteren en het vervangen/renoveren van riolen, pompen en gemalen, wordt jaarlijks in samenspraak met het Hoogheemraadschap bepaald welke projecten worden opgestart. Dit geldt ook voor het verlengen van service- en onderhoudscontracten. De vervangingen zijn bepaald op basis van de aanwezige kwaliteitsgegevens uit het beheersysteem en aangeleverde gegevens van de gemeente. Hierbij zijn de volgende termijn aangehouden: -
Direct vervangen obv kwaliteitsgegevens
-
Direct repareren obv kwaliteitsgegevens
-
Over 10 jaar vervangen obv kwaliteitsgegevens
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-
2016
19\33
Kenmerk R001 -4711601 KUM-kmi-V05-NL
-
Geen kwaliteitsgegevens beschikbaar of kwaliteitsgegevens goed, vervangingsjaar is aanlegjaar + 60 jaar.
In verband met de beschikbare capaciteit zijn de vervangingen en renovaties voor 2011 over een periode van vijfjaar uitgesmeerd: •
Circa 426 nieuwbouwwoningen aansluiten op de riolering de komende vijfjaar.
•
In 2012 alle overstorten renoveren en begaanbaar maken.
1% 5%
7% 34%
45% 8%
Figuur 3.1 Verdeling type stelsels binnen gemeente Waterland.
20A33
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
• • • • • B
drainage 7.4 km drukleiding 38.7 km dwa riool 9.2 km gemengd 51.0 km overstortriool 0.7 km persleiding 5.8 km
Tauw
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
10.0 8.0 a 6.0
4.0 2.0
i
<1961
19611965
19661970
19711975
19761980
19811985
19861990
19911995
1996- 2001- 20062000 2005 2010
Figuur 3.2 Leeftijdopbouw vrijvervalstelsel gemeente Waterland.
Voorziening
Aantal
Bron
Gemalen
22
Beheersysteem (kikker)
Pompunits
393
Beheersysteem (kikker)
IBA's
40
input gemeente
Overstorten
44
Beheersysteem (kikker)
BBB:
4
input gemeente
Kolken
5.064
KDP 2005-2009
Aansluitingen
6.918
Op basis van aantal heffingseenheden
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012- 2016
21\33
Kenmerk ROOï-4711601 KUM-kmi-V05-NL
Onderzoek •
Beheersysteem op orde brengen door deze aan te vullen met inspectiegegevens
•
Opstellen ingrijpmaatstaven waarbij de gedachten van asset-management worden meegenomen
•
Hydraulische doorrekenen van het rioolsysteem van de verschillende kernen. Per planperiode wordt circa het halve stelsel doorgerekend
•
Ongewenste hemelwaterlozingen op de drukriolering onderzoeken en maatregelen nemen. Voor het onderzoek naar foutieve aansluitingen is budget opgenomen, eventuele herstelwerkzaamheden komen voor kosten van de bewoners
•
Goede afspraken met de Milieudienst Waterland maken betreffende het toezicht en handhaving van indirecte lozingen op het riool
•
Nieuwe afspraken met provincie en Hoogheemraadschap over verlengen ontheffingen voor het aansluiten van percelen in het buitengebied (loopt tot 2015)
•
Plaatsen en onderhoud van meetapparatuur, zodat beter inzicht in het functioneren van het rioolstelsel wordt bereikt. Met een beter inzicht kan het beheer van het riool efficiënter worden ingericht en dit kan leiden tot kostenbesparing en minder overlast
•
Het afvalwaterakkoord actualiseren met het Hoogheemraadschap waarin de afname van rioolwater richting de AWZI is vastgelegd (aansluitvergunning vervalt)
•
3.2
Nieuw gemeentelijk rioleringsplan 2016-2020 opstellen
Hemelwater
De gemeente hanteert een strategie waarbij op de lange termijn het hemelwater en afvalwater worden gescheiden. In deze planperiode wordt wel bekeken waar winst valt te halen met kleine ingrepen. De volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: •
De gemeente gaat in deze planperiode een actieplan opstellen om te voorkomen dat afstromend hemelwater (extra) vervuild raakt alvorens het wordt geloosd op het oppervlaktewater
•
Alle bestaande lozingen vanuit de riolering op het oppervlaktewatersysteem zijn samen met het Hoogheemraadschap in kaart gebracht. Deze gegevens worden onderdeel van dit Verbreed G R P . Indien de gemeente Waterland nieuwe lozingen op het oppervlaktewater realiseert die niet voldoen aan de Algemene Regels zoals opgenomen in het Besluit Lozen Buiten Inrichtingen moet een Watervergunning bij het Hoogheemraadschap worden aangevraagd
3.3
Grondwater
Op het gebied van grondwater zijn er geen problemen. Wel krijgt het aspect meer formele aandacht bij werkzaamheden en ruimtelijke ontwikkelingen. De volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: •
22\33
Bij structurele klachten gaat de gemeente de grondwaterstand meten
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Tauw
Kenmerk R001 -4711601 KUM-kmi-V05-NL
•
Bij grootschalige rioolvervanging wordt de grondwaterstand gemeten (3 maanden voor en 3 maanden na), hiervoor zijn de vervangingskosten met 0,5 % verhoogd
•
Bij de watertoets wordt er aandacht besteed aan het grondwater en worden eventueel maatregelen voorgeschreven om grondwaterproblemen te voorkomen
3.4
Rioolheffing
De huidige heffingsgrondslag van de rioolheffing is eind 2010 aangepast en vastgesteld. Er is hier geen inspanning meer vereist.
3.5
Communicatie en samenwerking
De gemeente Waterland biedt een optimale dienstverlening naar burgers met betrekking tot riolering. Daarbij hoort ook transparantie op het gebied van de prestaties op het gebied van riolering. Daarnaast gaat de gemeente al haar werkzaamheden afstemmen met andere afdelingen binnen de gemeente, het Hoogheemraadschap en andere externe partijen. De volgende maatregelen moeten genomen worden: •
Informatie inzake het beleid omtrent hemelwater en grondwater moet (ook) op de website komen
•
Bij nieuwbouwprojecten en grootschalige vervangingswerkzaamheden vindt altijd een overleg plaats met het Hoogheemraadschap om te bepalen waar de kansen liggen om het gebied van kostenbesparing en het verbeteren van de waterhuishouding
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012- 2016
23\33
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
24\33
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Tauw
Kenmerk R001 -4711601 KUM-kmi-V05-NL
4 Middelen Om de strategie in het vorige hoofdstuk te kunnen realiseren, dienen enerzijds voldoende financiële middelen, maar anderzijds ook voldoende personele middelen aanwezig te zijn. Dit hoofdstuk gaat in op beide facetten en geeft hier een onderbouwing van.
4.1
Personele middelen
Alle voor het rioleringsbeheer benodigde activiteiten zijn vertaald naar takenpakketten (kernfuncties) die door personen moeten worden ingevuld. Conform module D2000: 'Personele aspecten van gemeentelijke watertaken' van de Leidraad Riolering Voor een gemeente van 17.183 inwoners is in onderstaande tabel een overzicht opgenomen van de tijdsbesteding voor 2
het adequaat kunnen uitvoeren van de vijf genoemde deeltaken. De kengetallen zijn gebaseerd op de Leidraad Riolering. Tabel 4.1 Benodigde personele middelen (1 fte = 175 dagen) Alles in eigen beheer Deeltaak
Situatie Waterland
dagen
fte
uitbesteed
dagen
fte
1. Planvorming^
135
0,8
45%
74
0,4
2. Onderzoek
145
0,8
60 %
58
0,3
3. Onderhoud
466
2,7
60 %
186
1,1
75 %
16
0,1
45%
25
0,1
359
2,0
4. Maatregelen
63
0,4
5. Facilitair
45
0,3
Totaal
854
5,0..
Op basis van de kengetallen kan worden geconcludeerd dat een gemeente van circa 17.200 inwoners, globaal 5 fte nodig heeft om alle taken binnen de rioleringszorg te kunnen uitvoeren. De gemeente Waterland heeft circa 2,0 fte beschikbaar. De gemeente acht 2,0 beschikbare fte als minimum aanvaardbaar.
Bron: www.overheid.nl
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012- 2016
25\33
Kenmerk R001 -4711601 KUM-kmi-V05-NL
4.2
Financiële middelen
In deze paragraaf zijn de benodigde middelen onderbouwd, die gemoeid zijn met de activiteiten uit het vorige hoofdstuk. De in dit hoofdstuk genoemde bedragen zijn op prijspeil 2011 en exclusief BTW, tenzij anders vermeld en moeten voor de toekomst met de optredende inflatie worden geïndexeerd. De in dit hoofdstuk genoemde investeringen, zijn inclusief kosten voor voorbereiding en directievoering. 4.2.1
Vervangingswaarde rioleringssysteem
Het rioleringssysteem in de gemeente Waterland bestaat onder ander uit vrijvervalriolering, gemalen, pompunits, persleidingen, drukriolering en randvoorzieningen. De rioleringsobjecten die bij de gemeente in beheer zijn vertegenwoordigen samen een vervangingswaarde van E U R 36,7 miljoen. Deze waarde is in Tabel 4.2 gespecificeerd. Tabel 4.2 Vervangingswaarde rioleringsobjecten per 01-01-2011. Rioleringsobjecten
Hoeveelheid
Vervangingswaarde
Vrijvervalriolering.
61,3 km
EUR 28,9 miljoen
Binnen de bebouwde kom:
Hoofdgemalen
22 st.
EUR 0,6 miljoen
Persleiding_
5,8 km
EUR 0,4 miljoen
Randvoorzieningen
4 st.
EUR 1,1 miljoen
Minigemalen
393 st.
EUR 3,4 miljoen
Drukriolering
38,7 km
EUR 2,3 miljoen
Buitengebied:
Totaal
4.2.2
EUR 36,7 miljoen
Totale lasten
De totale investeringen die met de aanleg (exclusief nieuwbouw) en het beheer van de riolering in de planperiode gemoeid zijn, bedragen circa E U R 2,1 miljoen (zie Tabel 4.3). De investeringen zorgen in de planperiode in totaal voor nieuwe kapitaallasten van circa E U R 0,5 miljoen (zie Tabel 4.4). Tabel 4.3 Totale investeringen rioleringszorg planperiode VGRP (exclusief inflatie en x EUR 1.000). 2012
2013
2014
2015
2016
Vrjjyervalriolen
201
201
201
201
201
Gemalen
28
0
3
0
9
Minigemalen en drukriolering
757
0
0
265
46
Vervangingsmaatregelen:
26\33
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Planperiode
Tauw
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
Randvoorzieningen
Totaal vervangingen Verbeteringsmaatregelen Totaal investeringen
0
37
0
0
0
986
237
204
466
256
2.148
0
0
0
0
0
0
986
237
204
466
256
2.148
Zie verder bijlage 6, tabel A1 t/m A5 voor vervangingen vrijvervalriolering, hoofdgemalen, minigemalen en drukriolering en tabel B1 voor de verbetermaatregelen.
Conform de uitgangspunten van de commissie Besluit Bevordering en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) (zie ook paragraaf 4.3.1), worden de investeringen voor de vervangings- en verbeteringsmaatregelen geactiveerd en als nieuwe kapitaallast (rente en aflossing) opgenomen. Deze kapitaallasten van de hierboven genoemde nieuwe investeringen vormen samen met de kapitaallasten van investeringen uit het verleden en de exploitatielasten de totale lasten, noodzakelijk voor een goede invulling van de gemeentelijke zorgplicht. De exploitatielasten worden conform BBV niet geactiveerd. In bijlage 6 is een overzicht opgenomen van alle financiële gegevens die als basis dienen voor het kostendekkingsplan. De totale lasten in de planperiode bedragen totaal circa E U R 8,4 miljoen (zie Tabel 4.4). In Figuur 4.1 zijn de lasten op langere termijn weergegeven. De totale lasten over de beschouwde periode van 60 jaar (2012 - 2071) bedragen circa E U R 135 miljoen. De periode van zestig jaar is daarbij gekozen om alle uitgaven in beeld te kunnen brengen. Er is alleen BTW doorberekend over de exploitatielasten. Over de investeringen is geen BTW doorberekend. Tabel 4.4 Totale lasten rioleringszorg planperiode VGRP (exclusief inflatie en x EUR 1.000). 2012 Nieuwe Kapitaallasten Exploitatie regulier Onderzoeken
2013
2014
2015
2016
Planperiode
0,0
99,9
112,0
122,0
153,2
487,1
613,0
613,0
616,0
597,7
597,7
3.037,4
25,0
37,5
38,0
17,5
30,0
148,0
968,3
936,4
865,3
846,6
817,5
4.434,1
75,4
77,8
78,5
71,1
73,5
376,3
1.681J
1.764,6
1.709,9
1.654,8
1.671^9
8.482,9
Kapitaallasten verleden (afschrijving^ BTW-compensatie Totale lasten
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012- 2016
27\33
Kenmerk R001-4711601 KUM-kmi-V05-NL
ln onderstaande Figuur 4.1 zijn de lasten over de periode tot en met 2071 grafisch weergegeven.
3.000
T
2.500 o 2.000 w
1.500
ili-i
I
1.000 ra
I
500 0
CM CN
CN
CO
co
CM
CM CN
CN
co CN
CN
CO
CO
CO
CN
CN
CN
CN
CN
CN
CN
CN
CN
CN
•
CO
CN
Exploitatie • Onderzoek •
CD
00
co
CO
CN
CN
CD
CM
CN
CN
CN
CN
CO CN
CM
in CM
CM
LO
CD LD
co
CM
CM
CM
CD
CN CD
CO
CD CD
CD
CM
CM
CM
CM
CM
CO
CM
Kapitaallasten verleden n Nieuwe kap.lasten m BTW
Figuur 4.1 Overzicht totale lasten over 60 jaar (periode 2011-2071).
4.3
Kostendekking
Het doel van de kostendekking is een onderbouwde prognose te maken van het verloop van de rioolheffing in de toekomst, gebaseerd op de lasten, zoals deze in de vorige paragraaf zijn benoemd. Hoewel een zo goed mogelijke benadering wordt nagestreefd van het toekomstige verloop van uitgaven en inkomsten, blijft dit vooral het bepalen van de trend naar de toekomst. Het verloop van de rioolheffing is afhankelijk van onder meer veranderende wetgeving, nieuw beleid of het gemeentelijke uitgavenpatroon, waardoor een regelmatige actualisatie van de kostendekking wenselijk is. 4.3.1
Uitgangspunten kostendekking
In de berekening van de rioolheffing is met de volgende gemeentelijke financiële uitgangspunten rekening gehouden: •
Rentepercentage voor inflatie bedraagt 2 %
•
Rentepercentage voor afschrijving bedraagt 4,5 %
•
Afschrijving lineair
3
•
Alle genoemde bedragen zijn prijspeil 2011 (dus geen rekening gehouden met inflatie)
•
Afschrijvingstermijnen en theoretische levensduur: -
Elektromechanische installatie gemalen
15 jaar
Inflatie is alleen berekend over de vervangingsinvesteringen op basis van kostenkentallen van de Leidraad Riolering module D1100 prijspeil 2007. 3
28\33
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Tauw
Kenmerk R001-4711601 KUM-kmi-V05-NL
-
Elektromechanische installatie drukriolering
15 jaar
Bouwkundige onderdelen gemalen en drukriolering
30 jaar
Pers- en drukleiding
45 jaar
-
Vrijvervalriolering
60 jaar
-
Randvoorzieningen
60 jaar
Uitgangspunten Besluit Begroting en verantwoording (BBV) De Gemeentewet en de Provinciewet schrijven voor dat elke gemeente en elke provincie jaarlijks begrotings- en verantwoordingsstukken moet opstellen. Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bevat de regelgeving daarvoor. In de BBV zijn ook regels en randvoorwaarden opgenomen voor gemeenten met betrekking tot het bepalen van de kostendekking van de rioolheffing en financiering van investeringen in de riolering. Onderstaand zijn de belangrijkste voorwaarden opgenomen: •
Investeringen ten behoeve van riolering worden gezien als investeringen met meerjarig economisch nut en dienen te worden geactiveerd (artikel 59, lid 1)
•
Jaarlijkse exploitatiekosten worden niet geactiveerd (ontbreken voorwaarde meerjarig economisch nut)
•
Alle vaste activa worden voor het bedrag van de investering geactiveerd (artikel 62, lid 1)
•
Een specifieke bijdrage van derden die in directe relatie staat tot de investering mag in mindering worden gebracht (artikel 62, lid 2). In dit V G R P zijn eventuele bijdragen niet verrekend maar als baten opgenomen
•
Er wordt gebruik gemaakt van een egalisatievoorziening met als doel ongewenste schommelingen in de rioolheffing te voorkomen (artikel 43, lid 1b). Uit de toelichting valt af te leiden dat het volgens het BBV om een voorziening gaat en geen onderdeel uitmaakt van het eigen vermogen. De rioolheffing mag alleen worden uitgegeven aan het doel waarvoor het is ingesteld (zogenaamd gebonden besteding)
•
Rente wordt niet via de resultaatsbestemming aan de voorziening toegevoegd (artikel 45 en toelichting). Dit is alleen toegestaan indien de waardering op basis van contante waarde heeft plaatsgevonden. In feite betreft het hier ook geen rente maar de noodzakelijke toevoeging om de voorziening op het gewenste niveau te houden
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012- 2016
29\33
Kenmerk R001-4711601 KUM-kmi-V05-NL
4.4
Rioolheffing
Binnen de gemeente Waterland wordt ten aanzien van de rioolheffing onderscheid gemaakt tussen woningen en niet woningen. Voor de woningen is het volgende onderscheid gemaakt. Tabel 4.5 verdeling rioolheffing woningen Aantal eenheden
factor
Eenpersoonshuishoudens
1811
1
EUR 199,26
Tweepersoonshuishoudens
2447
1,1
EUR 219,18
Meerpersoonshuishoudens
2457
1,21
EUR 241,10
Heffing
Bedrijven
Voor het kostendekkingsplan is gerekend met een omgerekend aantal heffingseenheden op basis van het standaardbedrag (EUR 199,26), hiervoor zijn in totaal 7.476 heffingseenheden aangehouden. De rioolheffing voor de woningen is bepaald op basis van de WOZ-waarde. Een bedrijf betaalt minimaal het tarief voor een meerpersoonshuishouden en maximaal tweemaal dit tarief. In totaal bedragen de inkomsten afkomstig van de bedrijven E U R 102.704,24. Deze inkomsten zijn opgenomen als overige inkomsten in het kostendekkingsplan. In de berekening is rekening gehouden met een stijging in het aantal heffingseenheden, zoals onderstaand weergegeven. Tabel 4.6 Toename heffingseenheden.
30\33
Jaar
Toename heffingseenheden
2012
0
2013
0
2014
124
2015
177
2016
87
2017
38
2018
113
2019
113
2020
113
2012
113
2013
113
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
Tauw
Kenmerk R001 -4711601 KUM-kmi-V05-NL
Egalisatievoorziening De lasten, gemoeid met de gemeentelijke rioleringszorg, worden volledig gedekt uit de inkomsten via de rioolheffing. Om schommelingen in de lasten op te kunnen vangen en daardoor ook de schommelingen in de rioolheffing te voorkomen, maakt de gemeente gebruik van een egalisatievoorziening. De stand van deze voorziening is per 1 januari 2012 geprognotiseerd op EUR 3,75 min. op basis van de begroting 2012. Bepaling rioolheffing In onderstaande tabel is het effect van de totale lasten en inkomsten op de voorziening weergegeven bij een gelijkblijvende rioolheffing (er is wel rekening gehouden met de stijging in heffingseenheden); scenario 1. Tabel 4.7 Inkomsten en lasten bij huidige rioolheffing (exclusief inflatie) scenario 1. 2012
2013
2014
2015
2016
EUR
199,26
199,26
199,26
199,26
199,26
0%
0%
0%
0%
Totale lasten
x EUR 1.000
1.682
1.765
1.710
1.655
1.672
Totale inkomsten
x EUR 1.000
1.592
1.592
1.617
1.652
1.670
95%
90%
95%
100%
100%
3.658
3.486
3.393
3.391
3.389
RioolheffingjbasistariefJ Stjjgmg t.o.v. vorigjaar
Dekkingspercentage Saldo voorziening
x EUR 1.000
De huidige rioolheffing is niet helemaal dekkend ten opzichte van de lasten, maar het saldo van de voorziening is voldoende om dit tekort de komende jaren op te vangen. Op termijn is een rioolheffingstijging is noodzakelijk om kostendekkend te zijn en een positief saldo te behouden. Onderstaande figuur laat het totale verloop van de lasten, inkomsten en saldo van de egalisatievoorziening zien.
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012- 2016
31\33
Kenmerk R001 -4711601 KUM-kmi-V05-NL
Scenario 1: geen stijging in rioolheffing
10
Ir -Ir
LU
&er«JP
TV
TV
^ -er ^ -er ^ cr^ „er^ „es&
Q TV J
TnV
TV
TV
n T V
TV
Totae asten Totale inkomsten Voorziening
15
20
25
30 35 Figuur 4.2 verloop lasten, inkomsten en saldo voorziening scenario 1.
Om tot een kostendekkend dekkend tarief te komen en een positief saldo te behouden is scenario 2 doorgerekend, zie onderstaande grafieken.
stijging rioolheffing scenario 2
3% :
I 2% 1%
1
1%
i
0% f
&
rfi>,„*
* »~ „ „
&
&
&
1% 1% 2% Figuur 4.3 stijging in rioolheffing.
32\33
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-2016
&
rP
>
^
„cT
^
j^-.Sr „<5 „«? „
I • :
Tauw
Kenmerk R001-4711601KUM-kmi-V05-NL
Scenario 2
Totale asten Tota e inkomsten voorziening
o"* a * o* N
<3> ó>*
^
<S>* cf°
of»*
<#
<** #° # tff #*
Figuur 4.4 verloop lasten, inkomsten en saldo voorziening scenario 2.
In de berekening van de rioolheffing is geen rekening gehouden met de inflatie. De hoogte van de rioolheffing dient jaarlijks nog met de inflatie te worden geïndexeerd.
Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan Waterland 2012-
2016
33\33
II •J-ï..'
y
" •
• ••
"
In deze bijlage wordt beschreven welke plek het G R P 2005-2009 de afgelopen jaren heeft gehad in de dagelijkse praktijk. Vervolgens wordt beschreven in hoeverre de doelen zijn behaald? Waar mogelijk is in beeld gebracht wat de achtergronden zijn van het al dan niet realiseren van de doelen. Hoe heeft het G R P de afgelopen jaren gefunctioneerd? Het G R P dat voorafging aan het G R P 2005-2009 had oorsponkelijk een planperiode van 19982007. In 2002 heeft de gemeente, in overleg met het HHNK, een optimalisatiestudie voor de zuiveringstak Katwoude en een waterkwaliteitstoets laten uitvoeren. De uitkomst van de waterkwaliteitstoets is uiteindelijk meegenomen in de optimalisatiestudie Katwoude en heeft geresulteerd in een aanvullende maatregel voor de kern Marken. Naar aanleiding van deze studies was een bijstelling van de in het G R P 1998-2007 verwoorde maatregelen en beleid noodzakelijk. In de optimalisatiestudie was voor de te nemen maatregelen een kostenraming opgesteld. Over de wijze van kostenverdeling is in 2002 geen overeenstemming bereikt. Pas in februari 2005 zijn er definitieve afspraken gemaakt tussen de gemeente en het HHNK over de kostenverdeling. De gemeente Waterland heeft daarop haar G R P nogmaals geactualiseerd met de resultaten van de nieuwe kostenverdeling. Het G R P 2005-2009 kan gezien worden als de financiële en beleidsmatige implementatie van de maatregelen vanuit de waterkwaliteitstoets Waterland en de optimalisatiestudie voor de zuiveringstak van Katwoude (juli 2002) en Beemster (kern llpendam) en de afspraken die hierover met het (HHNK) zijn gemaakt. Naast de diverse actualisaties is onderzocht hoe het GRP-rapport in het dagelijkse werk gebruikt is. De methodiek van het werken met doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden is als weinig toegankelijk ervaren. Welke doelstellingen uit het G R P 2005-2009 zijn gehaald? De gemeente heeft met doelen, vertaald naar functionele eisen, aangegeven hoe ze de zorg voor de riolering gestalte wil geven. Deze doelen zijn in het G R P vertaald naar een strategie, een mix van onderzoeken en maatregelen, waarbij de concrete uitvoer van de maatregelen, in samenwerking met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK), de boventoon voerde. In deze paragraaf zijn de activiteiten samengevat per doel en uitgeschreven per functionele eis die zijn uitgevoerd om de doelen uit het G R P te bereiken. De informatie is gebaseerd op een interview met de gemeente en de aangeleverde gegevens.
1) Inzameling van het binnen gemeentelijk gebied geproduceerd
afvalwater.
Alle percelen en woonschepen op het gemeentelijk gebied waar afvalwater vrijkomt moeten van een rioleringsaansluiting zijn voorzien, specifieke situaties uitgezonderd De gemeente heeft de afgelopen jaren de percelen (inclusief woonschepen) binnen de bebouwde kom aangesloten. Daarnaast is veel van bebouwing in het buitengebied voorzien van een IBA (circa 50). Een IBA staat voor Individuele Behandeling Afvalwater, een 'mini' rioolwaterzuiveringsinstallatie die per perceel of per woning het vrijkomende huishoudelijk afvalwater zuivert. Een aantal woningen is niet aangesloten, omdat ze in de keurzone van een primaire waterkering liggen waar strengere regels gelden met betrekking tot het aanleggen van ondergrondse werken. Deze woningen zijn wel in het bezit van een septictank. Ook het cluster Kloosterdijk is nog niet aangesloten, maar dit zal eind 2010 gebeuren. In de gemeente zijn de afgelopen periode circa 100 nieuwe woningen gerealiseerd. Deze zijn allen aangesloten op het rioleringsstelsel In de bouwverordening is geregeld dat woningen het regenwater en afvalwater gescheiden moeten aanbieden aan de gemeente. De objecten moeten in goede staat zijn De gemeente voert rioolinspecties uit. Sporadisch komen klachten voor mbt stankoverlast. Over het hoofdriool zijn er weinig klachten. 2) Transport van het ingezamelde water naar het ontvangstpunt van de zuiveringsinstallatie. De afvoercapaciteit moet voldoende zijn om bij droog weer het aanbod van afvalwater te kunnen verwerken In het gemengde stelsel is in de droogweer situatie altijd voldoende capaciteit beschikbaar. De gemengde rioolstelsel binnen de gemeente zijn zo ontworpen dat ze bij een bui met een voorkomen van eenmaal per jaar (bui 6) geen wateroverlast veroorzaken. Het afvalwater dient zonder dat overmatige aanrotting optreedt, de zuiveringsinrichting te bereiken De gemeente streeft naar minimale verloren berging in het riool en een ledigingstijd van maximaal 20 uur. In de herberekeningen die de gemeente heeft laten uitvoeren is dit niet een speciaal punt van aandacht geweest. In llpendam is een stukje verloren berging bekend; bij de uitbreiding van de kern is het bestaande stelsel uitgebreid waarbij niet alle strengen onder ideaal afschot liggen.
De afstroming dient gewaarborgd te zijn Er wordt voldaan aan deze eis, echter er worden wel schadebeelden herkend. Binnen de gemeente zijn geen klachten over de afstroming van het rioolstelsel bekend. Intredend grondwater (lekwater) dient beperkt te zijn De gemeente reinigt jaarlijks circa 10 km van het rioolstelsel. Alle riolen worden gemiddeld elke 12 jaar geïnspecteerd om hun toestand te bepalen. Vervolgens wordt bekeken of daadwerkelijk ingegrepen moet worden. Schadebeelden (conform NEN 3398) zijn lekkage, inhangende rubberring, verplaatsingen, beschadiging en wortelingroei. 3) Het streven naar een duurzaam milieu (bodem, oppervlaktewater) door lozing van zo weinig mogelijk afbreekbare en/of niet afbreekbare en/of vervuilende stoffen. De vervuilingstoestand van de riolering dient acceptabel te zijn Ingrijpmaatstaven voor afstroming (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen (klasse 4). Binnen de gemeente vindt registratie van verstoppingen in het rioolstelsel plaats. De vuiluitworp vanuit de riolering dient acceptabel te zijn De afgelopen planperiode heeft de gemeente en het Hoogheemraadschap, in het kader van de afspraken van de optimalisatiestudie, de afvoercapaciteiten van een aantal rioolgemalen vergroot. Het betreft het hoofdgemaal van Broek in Waterland en de gemalen in llpendam (sectie Dorpstraat en De Noord). De gemeente heeft de afgelopen planperiode onderzoeken laten verrichten of de geplande maatregelen uit het G R P voor llpendam (aanleg van twee bergbezinkleidingen) en Broek in Waterland (aanleg van een bergbezinkvoorziening) wel noodzakelijk zijn. Hierbij is voor de llpendam geconcludeerd de realisatie van een bergbezinkbak met een inhoud van circa 75 m de komende planperiode de beste oplossing om te voldoen aan de 3
basisinspanning. Bij het schrijven van het V G R P wordt het bestek gereed gemaakt. Voor Broek in Waterland is, op basis van een herberekening met de nieuwe afvoercapaciteiten en een geactualiseerd verhard oppervlak kaart, geconcludeerd dat de realisatie van de bezinkvoorziening na het vergroten van de afvoercapaciteit niet noodzakelijk is. In Monnickendam zijn de hevelconstructie in de Engelse Hoek en de overstort in de haven gerenoveerd. De geplande werkzaamheden aan de gemalen van Monnickendam worden afgerond in 2010 en 2011. Verder is het stelsel in de wijk Ringshemmen vervangen. De gemeente heeft in overleg met het Hoogheemraadschap hier de keuze gemaakt om een gemengd stelsel aan te leggen. Verder is bij de aanleg van het nieuwe stelsel drainage meegelegd om grondwateroverlast in de toekomst te voorkomen. De aanwezige riolering fungeerde namelijk als drainage.
Voor Marken is onderzoek uitgevoerd naar de Minnenbuurt, naar de mogelijkheden om de wateroverlast tegen te gaan en om de waterkwaliteit te verbeteren. De uitvoer van de werkzaamheden zoals die het in het G R P zijn opgenomen voor het gebied van de Minnenweg worden in 2010 afgerond. De werkzaamheden in de Haven-en Kerkbuurt worden in 2011 afgerond. Dit kan pas als ook de ontvangende persleiding van HHNK is aangepast, wat ook voor 2011 gepland staat. Ongewenste lozingen op de riolering mogen niet voorkomen De handhaving gebeurt door de gemeentelijke milieudienst Waterland. De gemeente heeft verder informatie in het lokale krantje geplaatst over wat wel en niet in het riool thuishoort (lijst van Stichting Rioned). Ook het probleem met vochtige doekjes op een camping is met behulp van goede communicatie verholpen. Wel blijft het probleem dat veel percelen het hemelwater op de drukriolering hebben aangesloten in plaats van het oppervlaktewater. Uittreden van rioolwater (lekkende riolering) moet zo min mogelijk voorkomen Dit is niet relevant aangezien alle riolen onder de grondwaterstand liggen. Als deze al lek zijn stroomt het grondwater naar binnen en niet het afvalwater naar buiten. 4) Het beperken van wateroverlast De afvoercapaciteit van de riolering moet toereikend zijn om het aanbod van afvalwater bij hevige neerslag te kunnen verwerken, buitengewone omstandigheden
uitgezonderd
De gemeente sluit aan bij de landelijke maatstaven c.q. ontwerpnormen. De gemeente hanteert hierbij de theoretische bui 6 (conform C2100 en C2150 Leidraad Riolering) die gemiddeld 1 keer per jaar voorkomt. Waarbij geaccepteerd wordt dat alleen bij plaatselijke laagtes, gedurende korte tijd, water op straat mag voorkomen. Bij verschillende herberekeningen (onder andere in llpendam) met bui 8 is vastgesteld dat er theoretisch water op straat optreedt. In de praktijk zijn er echter geen klachten van wateroverlast bij de gemeente gemeld. De instroming in de riolering via de kolken dient ongehinderd te kunnen plaatsvinden De gemeente bevindt zich in een zettingsgevoeliggebied. Bij de aanleg van wegen en kolken wordt hiermee rekening gehouden. Er zijn geen ernstige klachten bekend. 5) Het beperken van overlast voor de gemeenschap (anders dan door wateroverlast) De bedrijfszekerheid van de gemalen en andere objecten dient gewaarborgd te zijn De gemeente heeft een doorlopend contract met een bedrijf om binnen 2 uur een probleem op te lossen. Om problemen snel te signaleren zijn alle hoofdgemalen voorzien van telemetrie.
Overdag komen de storingen binnen bij de receptie. Buiten kantooruren is er een calamiteitendienst beschikbaar. Er zijn verder geen grote problemen en of klachten geweest de afgelopen periode. De waterdichtheid en de stabiliteit van de riolen moet zodanig zijn, dat calamiteiten (instortingen) zich niet voordoen Er is een geval bekend van een instortend riool, maar dit is zeer uitzonderlijk. Indien daar redenen voor zijn wordt bij nadere inspectie ook de sterkte van het riool bepaald door middel van radar. De riolering dient zodanig afgesloten te zijn dat overlast door stank wordt voorkomen Sporadisch komen klachten voor aangaande stankoverlast. Er dient een klantvriendelijke benadering te zijn De afdeling Openbare Werken maakt van de website van de gemeente wel gebruik om zaken omtrent de riolering te communiceren richting haar burgers. Wanneer burgers vragen hebben kunnen zij telefonisch contact opnemen met Bureau Openbare Werken. Verder heeft de gemeente ook actie ondernomen omtrent de campagne 'Goed Rioolgebruik'. Er mag geen onnodige overlast door werkzaamheden ontstaan De gemeente combineert zo veel mogelijk werkzaamheden waardoor de overlast beperkt blijft. 6) Doelmatig beheer en goed gebruik van de riolering. Er moet inzicht zijn in de gebruikstoestand en het functioneren van de riolering De gemeente werkt met het rioolbeheersysteem Kikker. De gemeente houdt de inspectie-cyclus aan waarbij elke 12 jaar wordt geinspecteerd met de camera en gereidingd. Per jaar wordt er circa 10 km gereinigd. De gemeente heeft op deze manier de afgelopen jaren al haar riolen geinspecteerd en gereinigd. Uit de inspecties komt een wisselend beeld naar voren: •
Scheurvorming (her en der)
•
Aantasting (op locaties waar een persleiding in een vrijvervalleiding uitkomt)
De gemeente heeft de afgelopen planperiode de volgende herberekeningen uitgevoerd •
llpendam (vuilemissie en water op straat)
•
Broek in Waterland (vuilemissie)
De opjaaggemalen binnen de gemeente zijn niet voorzien van telemetri of een automatische signalering. De hoofdgemalen wel.
De maatregelen dienen tegen laagst maatschappelijke kosten te worden uitgevoerd De gemeente heeft de afgelopen jaren haar werkzaamheden laten aansluiten bij werkzaamheden van onder andere HHNK. Een voorbeeld hiervan is het aansluiten van percelen in het buitengebied. Door werkzaamheden te combineren wordt eventuele overlast voor omwonenden beperkt. Echter heeft dit binnen de gemeente Waterland er wel voor gezorgd dat maatregelen uit het G R P later dan gepland zijn uitgevoerd. De gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen. Het is onduidelijk of hierop controle door de milieudienst Waterland plaatsvindt. Het daadwerkelijk naleven van de afgegeven vergunningen blijft daarbij onbelicht. Wel is bekend dat veel percelen hun hemelwater lozen op de drukriolering. Het rioleringsbeheer dient goed afgestemd te worden op andere gemeentelijke taken De gemeente werkt met een beheerprogramma, hierin worden rioolwerkzaamheden afgestemd met de wegenplanning, groenvoorziening en wijkrenovatie. Er dient zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzame en milieuvriendelijke materialen De gemeente beschikt over een duurzaamheid en klimaatsbeleid. Binnen de afdeling Openbare Werken wordt duurzaamheid meegenomen als afwegingskader. Er dient een klantvriendelijke benadering te zijn Klachten over riolering komen binnen bij afdeling Openbare werken van de gemeente en worden direct uitgezet en opgelost. Conclusies •
Een looptijd van 10 jaar voor een G R P blijkt te lang. Het vorige G R P is (noodgedwongen) tweemaals tussentijds geactualiseerd. Dit is ook logisch gezien de nieuwe inzichten en ontwikkelingen op het gebied van riolering
•
De functionele eisen, maatstaven en meetmethode zoals opgeschreven in dit G R P waren niet
•
Veel werkzaamheden zijn gelijktijdig met werkzaamheden van HHNK uitgevoerd. De
bruikbaar voor het dagelijks werk gemeente had hierbij een volgende rol. Dit heeft gezorgd voor kostenbesparing, maar ook voor het niet halen van de planning. Dit laatste is gerechtvaardigd in het kader van doelmatigheid. De gemeente voert een beleid van consolidatie en doelmatigheid, waarbij nut en noodzaak van ingrepen, veranderingen, uitbreiding van toegepaste technieken een goede onderbouwing moeten hebben
•
De gemeente heeft veel percelen aangesloten op de riolering of voorzien van een IBA. Wel zijn circa 50 percelen in het buitengebied nog niet voorzien van een nieuwe IBA (er is wel een voorziening aanwezig)
•
Er zijn meerdere percelen die hun hemelwater op de drukriolering lozen. Dit wordt als ongewenst beschouwd
•
De gemeente heeft veel gedaan aan communicatie omtrent riolering (informatie op de gemeentewebsite en campagne 'Goed rioolgebruik'
•
De gemeente voldoet nog niet aan de basisinspanning
Aandachtspunten •
Het termijn van een G R P dient 5 jaar te zijn in plaats van 10 jaar gezien de snelle ontwikkelingen
•
Er moeten nog circa 50 percelen worden voorzien van een IBA
•
De lozing van hemelwater op de drukrioleing moet worden voorkomen
•
Werkzaamheden worden zoveel mogelijk in combinatie met het Hoogheemraadschap opgepakt, zodat kosten worden bespaard
•
Enkele werkzaamheden uit de vorige planperiode lopen door in de komende planperiode
A) Relevante wet- en regelgeving Riolering maakt deel uit van de openbare buitenruimte. De gemeente is daarom met haar rioleringsbeleid in belangrijke mate afhankelijk van het andere beleid in de openbare buitenruimte. Voor een deel is er echter wel vrijheid voor het nemen van eigen beleidskeuzes. De beschikbare ruimte is mede afhankelijk van het succes van de samenwerking met de andere partijen in de buitenruimte (met name het Hoogheemraadschap). De gemeenteraad bepaalt zelf in welke mate van de beschikbare beleidsruimte gebruik wordt gemaakt. De rioleringszorg in de gemeente Waterland wordt onder andere beïnvloed door: Europees beleid: •
De Europese Kaderrichtlijn Water
Rijksbeleid: •
De Rijksvisie op de Waterketen, april 2003
•
Het Rijksbeleid: regeringsbeslissing vierde Nota waterhuishouding
•
Rijksvisie op de bekostiging van het waterbeheer (Wet Verankering en Bekostiging Gemeentelijke Watertaken), februari 2007
•
De Nota Ruimte
•
Waterbeleid 21e eeuw
•
De implementatie Notitie Europese Kaderrichtlijn Water
•
De Beleidsbrief Regenwater en Riolering
•
Het Nationaal Bestuursakkoord Water Actueel (NBWa)
•
Het Bestuursakkoord Waterketen 2007
•
Nationaal Waterplan
Provinciaal beleid: •
Het waterhuishoudingsplan Provincie Noord-Holland
•
Het provinciale beleid ten aanzien van het opheffen van ongezuiverde lozingen
Beleid •
Hoogheemraadschap:
Waterbeheersplan 2010-2015 Hoogheemraadschap Holland Noorderkwartier
Gemeentelijk beleid: •
Het rioleringsbeheer als onderdeel van het integrale beheer van de openbare ruimte Werkzaamheden aan riolering en wegen worden zoveel mogelijk met elkaar gecombineerd.
• •
De bouwverordening in de gemeente Waterland (modelbouwverordening) Het Milieuprogramma: Het huidige milieubeleid van de gemeente Waterland is vastgelegd in het Gemeentelijk Milieubeleidsplan. Het dwarsverband tussen het milieubeleid en het rioleringsbeleid ligt met name bij de vergunningverlening van bedrijven
•
Het bouwbesluit
Nederlandse wet- en regelgeving: •
De Wet Milieubeheer (voorheen geregeld in de Lozingsverordening Riolering)
•
De Waterwet met de bijhorende besluiten: -
Besluit lozen Afvalwater Huishoudens (bah)
-
Besluit lozen buiten inrichtingen (bibi)
-
Activiteitenbesluit
•
Lozingenbesluit bodembescherming (lozingen van afvalwater in de bodem)
•
Wet Inventarisatie Ondergrondse Netten
B) De grootste veranderingen Waterwet Sinds eind 2009 is de nieuwe Waterwet van kracht. Het belangrijkste is dat enkele wetten met de daaraan gerelateerd vergunningen samen worden genomen. Tegenwoordig is er bijvoorbeeld geen aparte Keurvergunning van het Hoogheemraadschap en een Grondwatervergunning van de provincie meer nodig. Er is nu nog maar één aanvraagformulier, waarop men één watervergunning krijgt en er is nog maar één bevoegd gezag. De burger dient de aanvraagformulier bij het omgevingsloket van de gemeente te kunnen inleveren. De gemeente moet het vervolgens doorsturen naar het hoogst bevoegd gezag. Onder de Waterwet hangen diverse besluiten. Een besluit is een nadere uitwerking van de Waterwet. In deze Besluiten zijn algemene voorwaarden opgenomen, waarbij het bijvoorbeeld gaat om maximale toegestane concentraties van stoffen of lozingsdebieten op oppervlaktewater. Als men niet aan deze algemene voorwaarden kan voldoen moet een Watervergunning worden aangevraagd. Anders kan worden volstaan met een melding. Dit betekent dat een groot deel van de vergunningen niet meer nodig zijn. Hierdoor wordt veel vertraging voorkomen. Voor het V G R P zijn de volgende besluiten belangrijk: •
Activiteitenbesluit: hierin staat wat een bedrijf op de riolering van de gemeente mag lozen
•
Besluit lozen Afvalwater Huishoudens: hierin staat wat een huishouden op de riolering en op het oppervlaktewater mag lozen
•
Besluit lozen buiten inrichtingen: hierin staat wat vanuit drainage, riooloverstorten en vanaf straten op het oppervlaktewater geloosd mag worden
In de waterwet is ook de zorgplicht voor het hemelwater en grondwater opgenomen. De gemeente krijgt hiermee wettelijk de taak een inspanning te leveren om hemelwater en grondwateroverlast te voorkomen en te beperken. De gemeente mag zelf bepalen wat deze inspanningsplicht inhoud. Dit moet worden uitgeschreven in het V G R P . Grondroerdersregeling
(oftewel WION, Wet Inventarisatie Ondergrondse Netten)
De Tweede Kamer heeft in juni 2007 ingestemd met het wetsvoorstel Informatie-uitwisseling ondergrondse netten, ook wel de Grondroerdersregeling genoemd. De informatie-uitwisseling tussen gravers en beheerders van kabels en leidingen werd tot dusver verzorgd door het Kabels
en Leidingen Informatie Centrum (KLIC). Het vrijwillige karakter van de informatie-uitwisseling door het KLIC wordt in het wetsvoorstel omgezet in een verplichting. Bedrijven die graafwerkzaamheden verrichten moeten voortaan informatie over de ligging van kabels en leidingen opvragen en zorgvuldig werken bij het graven. Dit geldt ook voor de gegevens over de ligging van de gemeentelijke riolering en drainage. In eerste instantie vielen de huisaansluitingen ook onder deze regeling. Inmiddels heeft de minister van Economische Zaken toegezegd de verplichte registratie van huisaansluitingen uit de wet te schrappen. Voor het op orde brengen van de gegevens van de hoofdriolering geldt een overgangsperiode van 1 jaar. Uitgangspuntennotitie regenwater en riolering (HHNK) In deze notitie wordt aangegeven welke beleidsaspecten belangrijk zijn voor het Hoogheemraadschap en op welke manier deze moeten worden gewaarborgd. Het Hoogheemraadschap is momenteel bezig nieuw beleid op te stellen in 2011 aansluitend op deze algemenen uitgangspuntennotitie. Hieronder volgt beknopt de belangrijkste punten: De voorkeursvolgorde De gemeente dient bij, met betrekking tot verzamelen en transporteren van afvalwater, rekening te houden mee dat het belang van de bescherming van het milieu. Daarom moet de voorkeursvolgorde zoals beschreven in de Wet milieubeheer (Artikel 10.29a) worden opgenomen in het V G R P . Deze voorkeursvolgorde is echter geen dogma. De uiteindelijke afweging zal lokaal moeten worden gemaakt, waarbij doelmatigheid van de oplossing centraal moet staan. Indien daartoe argumenten aanwezig zijn, kan van deze volgorde worden afgeweken. Voorkeursvolgorde 1.
Het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt;
2.
Verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt;
3.
Afvalwaterstromen gescheiden worden gehouden, tenzij het niet gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater;
4.
Huishoudelijk afvalwater en, voor zover doelmatig en kostenefficiënt, afvalwater dat daarmee wat biologische afbreekbaarheid betreft overeenkomt worden ingezameld en naar een inrichting als bedoeld in artikel 3.4 van de Waterwet getransporteerd;
5.
Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d zo nodig na retentie of zuivering bij de bron,
6.
Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d lokaal, zo nodig na retentie of zuivering bij de
7.
Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d naar een inrichting als bedoeld in artikel 3.4 van
wordt hergebruikt; bron, in het milieu wordt gebracht en; de Waterwet wordt getransporteerd. Het afvalwaterakkoord Het afvalwaterakkoord is een instrument voor de verdere samenwerking en werkt door in beleidsontwikkeling, vergunningverlening en beheer. Als uitgangspunten dienen de doelmatigheid en de laagst maatschappelijke kosten voor de hele afvalwaterketen.
In deze akkoorden staan bijvoorbeeld afspraken over: •
Het afkoppelen van regenwater
•
Het samen bouwen van riolen, gemalen en persleidingen
•
Het beheer en onderhoud van riolen, gemalen en persleidingen
•
Het saneren van ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied (bijvoorbeeld door de aanleg van IBA's)
Op termijn nemen de gemeenten en het Hoogheemraadschap ook de gegevens voor de aansluiting van gemeentelijke rioolstelsels op zuiveringstechnische werken van het Hoogheemraadschap in de afvalwaterakkoorden op. De aansluitverordening en de daarop gebaseerde aansluitvergunningen vervallen namelijk. Basisinspanning (emissiespoor) en waterkwaliteitsspoor
(immissiespoor)
Het uitgangspunt voor emissiebeperking uit rioolstelsels van gemeenten is het zogeheten twee sporenbeleid op het gebied van beleid en vergunningen voor overstortingen uit rioolstelsels en regenwaterlozingen: de basisinspanning (emissiespoor) en het waterkwaliteitsspoor ( immissiespoor). Via de Watervergunningen heeft het Hoogheemraadschap afspraken met gemeenten gemaakt over de maatregelen en de planning om aan de basisinspanning te voldoen (rioolwateroverstortingen verder reduceren). Als realisatietermijn voor de maatregelen wordt 2015 gehanteerd. De methodiek van het waterkwaliteitsspoor is niet meer actueel. Om aan te sluiten bij de doelstellingen van de KRW zal het Hoogheemraadschap een nieuw toetsingskader ontwikkelen voor het beoordelen van de lokale effecten van de emissie uit riooloverstorten en hemelwaterlozingen. Daarbij moet lokaal bekend worden hoe groot de emissie is, hoe groot het watersysteem is, op welke locatie wordt geloosd en wat het effect is op de waterkwaliteit. Wvo-vergunningen worden
watervergunning
De verstrekte Wvo-vergunningen blijven van kracht als Watervergunningen, totdat het Hoogheemraadschap heeft ingestemd met het V G R P . De ligging en het functioneren van overstorten en hemelwateruitlaten en de gevolgen voor het milieu worden opgenomen in de bijlage. Nieuwe regenwaterlozingen zal het Hoogheemraadschap, als bevoegd gezag, toestaan op basis van de algemene regels van het Besluit lozen buiten inrichtingen. Zodra een verbreed G R P wordt geactualiseerd, worden deze lozingen in dit plan opgenomen. Op grond van de zorgplichtbepaling kan het Hoogheemraadschap via maatwerkvoorschriften nadere eisen aan een lozing opleggen, maar dit moet dan wel duidelijk vanuit de na te streven waterkwaliteitsdoelstelling worden onderbouwd. Afkoppelen Compensatie bij afkoppelprojecten is niet altijd doelmatig, bijvoorbeeld bij kleinschalige afkoppelprojecten. De volgende uitgangspunten worden gehanteerd: •
Bij kleinschalige afkoppelprojecten wordt geen compensatie gevraagd
•
Bij grotere afkoppelprojecten wordt de gemeente verzocht om het effect van afkoppelen op de kans op wateroverlast in beeld te brengen
•
Het Hoogheemraadschap beoordeelt per geval of het noodzakelijk is de effecten van afkoppelen in beeld te brengen
•
Het Hoogheemraadschap beoordeelt per geval of de eventueel verhoogde kans op wateroverlast acceptabel is
Deze uitgangspunten hebben tot doel dat alleen daar compenserende waterberging wordt aangelegd waar het vanuit de bescherming tegen wateroverlast werkelijk doelmatig is. Bovendien bieden deze uitgangspunten ruimte om -indien nodig- een afweging te maken tussen veiligheid van het watersysteem en waterkwaliteitsdoelstellingen. Bestuursovereenkomst
"Opgave inzameling en het transport van stedelijk afvalwater in
Noord-Holland" Op 11 december 2009 is dit Bestuursovereenkomst ondertekend door de provincie NoordHolland, de drie Noord-Hollandse Hoogheemraadschappen (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en Hoogheemraadschap van Rijnland) en de Vereniging van Noord-Hollandse Gemeenten (VNHG). Deze nieuwe bestuursovereenkomst was noodzakelijk, omdat de wettelijke onderbouwing van de oude bestuursovereenkomst uit 2002 niet meer geldig was. De oorzaken hiervan waren: 1.
De provincie Noord-Holland heeft in het Provinciaal Waterplan van 2006 de kwetsbaarhedenkaart niet meer overgenomen (hierdoor is één van de belangrijke pijlers van het provinciale ontheffingenbeleid komen te vervallen).
2.
Het nieuwe Besluit lozing afvalwater huishoudens, geldig sinds 1 januari 2008, waardoor een IBA1 (een verbeterde septictank met een inhoud van 6 m ) als wettelijk minimum werd 3
voorgeschreven. 3.
Het begrip 'verbrede zorgplicht' is nieuw in de Wet milieubeheer opgenomen. Dit betreft een wijziging van art. 10.33 Wet milieubeheer.
De achterliggende gedachte van het vernieuwen van de bestuursovereenkomst was om geen vacuüm te laten ontstaan, maar verder te gaan met de saneringsaanpak van nieuwe lozingen in het buitengebied, in lijn met de oude bestuursovereenkomst. Deze nieuwe bestuursovereenkomst gaat ervan uit dat nieuwe lozingen afkomstig van huishoudens in beginsel worden aangesloten op de gemeentelijke riolering. Als dit niet doelmatig is (kosten hoger dan E U R 15.000,-) dan biedt de gemeente een IBA2 aan als gelijkwaardig alternatief. Als een IBA2 niet binnen 40 meter kan worden geplaatst of de kosten van aanleg hoger zijn dan EUR 15.000,- of de lozer de IBA2 op zijn terrein weigert, kan de gemeente ontheffing aanvragen. Wanneer een gemeente een IBA2 aanbiedt aan de nieuwe lozer, hebben Hoogheemraadschappen aangegeven het beheer en onderhoud op zich te willen nemen. In de bestuursovereenkomst is ook aangegeven dat de bestaande lozingen, waarvoor de ontheffing afloopt in 2014, wordt geëvalueerd. Op basis van deze financiële en kwalitatieve evaluatie wordt bepaald of de overeenkomst in deze vorm wordt voortgezet. De gemeente Waterland heeft een ontheffing voor 50 percelen.
Nieuwe rioolheffing Samen met de invoering van de nieuwe zorgplichten wordt de rioolbelasting anders geregeld. Het rioolrecht wordt vervangen door de rioolheffing. Hiermee kunnen gemeenten budgetten genereren voor de bekostiging van de aanleg en het beheer van alle voorzieningen die nodig zijn om invulling te kunnen geven aan de wettelijk verankerde gemeentelijke taken op het gebied van afval-, hemel- en grondwater. Er kan ook een splitsing worden gemaakt in de heffingen, zodat extra instrumenten ontstaan om bepaalde doelstellingen te halen Wet Milieubeheer In deze wet staat enkele artikelen waarin het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan door het college van B&W is vastgelegd, alsmede de inhoud en de procedure. Artikel 4.22 1 De gemeenteraad stelt telkens voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk rioleringsplan vast. 2 Het plan bevat ten minste: a. Een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater en een aanduiding van het tijdstip waarop die voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn; b. Een overzicht van de in de door het plan bestreken periode aan te leggen of te vervangen voorzieningen als bedoeld onder a; c. Een overzicht van de wijze waarop de voorzieningen, bedoeld onder a en b, worden of zullen worden beheerd; d. De gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen als bedoeld onder a, en van de in het plan aangekondigde activiteiten; e. Een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten. 3 Indien in de gemeente een gemeentelijk milieubeleidsplan geldt, houdt de gemeenteraad met dat plan rekening bij de vaststelling van een gemeentelijk rioleringsplan.
Artikel 4.23 1 Het gemeentelijke rioleringsplan wordt voorbereid door burgemeester en wethouders. Zij betrekken bij de voorbereiding van het plan in elk geval: a. gedeputeerde staten, b. de beheerders van de zuiveringstechnische werken waarnaar het ingezamelde afvalwater wordt getransporteerd, en c. de beheerders van de oppervlaktewateren waarop het ingezamelde water wordt geloosd. 2 Zodra het plan is vastgesteld, doen burgemeester en wethouders hiervan mededeling door toezending van het plan aan de in het eerste lid, onder a tot en met c, genoemde instanties, en Onze Minister.
3 Burgemeester en wethouders maken de vaststelling bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente verspreid worden. Hierbij geven zij aan op welke wijze kennis kan worden gekregen van de inhoud van het plan.
Artikel 4.24 1 Gedeputeerde staten kunnen, nadat burgemeester en wethouders in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze naar voren te brengen, aan de gemeenteraad aanwijzingen geven omtrent de inhoud van het gemeentelijk rioleringsplan. Bij een aanwijzing wordt een termijn gesteld, binnen welke het plan in overeenstemming met de aanwijzing moet zijn gebracht. 2 Bij het geven van een aanwijzing houden gedeputeerde staten rekening met het geldende provinciale milieubeleidsplan en met het geldende provinciale waterhuishoudingsplan.
WÊÊSÊÊËÈÊIIm t
maat mm
m
1H m
VSO.
va
10 5VVs 8& SR
CAI
ft*
IJ I
mm UI
«4
hl
1 iiïH
m Si
«
•ril
5t<
i:
«55
L -•
1
Miin
. I
'lï
>% < IS
«I
ara 8»
&0g
Nr
Functionele eis
1.
Inzicht dient te bestaan in de
90 % van de rioolstrengen is
toestand van de riolering
geïnspecteerd, waarbij de
Maatstaf
Meetmethode
Stedelijk afvalwater Uidraai uit beheersysteem Kikker
inspecties niet ouder mogen zijn dan 12 jaar 2.
De pompen en gemalen dienen in Het aantal storingen aan goede staat te zijn
Storingsregistratiesysteem
pompinstallaties/ persleidingen bedraagt voor minstens 90 % van de installaties minder dan 2 per stuk per jaar.
3.
De riolering en
Maximaal 5 % van de jaarlijks
Uidraai uit beheersysteem Kikker en
hemelwaterstelsels dienen in
geïnspecteerde strengen voldoet
controle rioolrenovatiejaarprogramma
goede staat te zijn
niet aan de door de gemeente opgestelde ingrijpmaatstaven. Eventuele maatregelen worden binnen een jaar uitgevoerd
4.
Alle kolk- en huisaansluitingen
Binnen 2 werkdagen worden 95 % Evaluatie gemeentelijk
dienen in goede staat te zijn
van de klachten/meldingen aan
klachten/meldingenregistratiesysteem
huis- en kolkaansluitingen afgehandeld 5.
Alle percelen binnen de
Alle percelen zijn voorzien van een Registratie ongezuiverde lozingen
gemeentegrenzen waar stedelijk
aansluiting op de riolering of een
afvalwater vrijkomt, moeten op de IBA met uitzondering van de gemeentelijke riolering zijn
percelen waarvoor een ontheffing is
aangesloten, uitgezonderd
verkregen van de Provincie
situaties waar individuele behandeling doelmatiger is conform Bestuursovereenkomst "Opgave inzameling transport in
6.
en het
van stedelijk
afvalwater
Noord-Holland"
De vuiluitworp uit het rioolstelsel Alle maatregelen in het kader van dient te worden beperkt
de basisinspanning moeten zijn u[tgevoerd
Overzicht voorzieningen icm optimalisatiestudies
Meetmethode
Nr
Functionele eis
Maatstaf
7.
De vuilemissie vanuit de riolering Voldoen aan de (KRW-)eisen
Waterkwaliteitsmetingen (door het
mag geen nadelige effecten
gesteld door het
Hoogheemraadschap)
hebben op de functie van het
Hoogheemraadschap
oppervlaktewater (uitgedrukt in waterkwaliteit) 8.
De gegevens van de riolering,
Gegevens over de riolering,
Rapportage en informatie van
hemelwaterstelsels, en drainage
hemelwaterstelsels en drainage
Kadaster
dienen betrouwbaar en actueel te voldoen aan de eisen van de WION zijn.
en de eisen zoals verwoord in de Watervergunning
9.
Ongewenste lozingen op de
Uitvoering van planmatig toezicht
Rapportage conform handhavings/toezichtsplan naar
(druk)riolering mogen niet plaats en handhaving door bevoegd vinden
gemeente en Hoogheemraadschap
gezag na klachten/meldingen
(minstens 1 keer per jaar) i
Hemelwater 10. Indien doelmatig wordt verhard
i
-
*
In bestaand gebied dient 80 % van Integraal jaarplan openbare werken
oppervlak afgekoppeld van de
de percelen met direct toegang tot
riolering
oppervlaktewater af te koppelen. Op moment van vervanging, renovatie, herbestrating of herinrichting het verhard oppervlak afgekoppeld
11. De afvoercapaciteit dient voldoende te zijn, om bij zware
Theoretisch geen 'water op straat'
Hydraulische berekening (conform
bij een standaard bui die zich 1
Leidraad Riolering) volgens leidraad
regenval het aanbod van stedelijk keer per 2 jaar voordoet (bui
riolering, waarneming en
afvalwater en hemelwater te
nummer 8 volgens de
gemeentelijke
verwerken
Leidraadriolering),
klachtenregistratiesysteem
Uitvoering beheermaatregelen ter
Watertoets, communicatie richting
oppervlaktewater door
voorkoming vervuiling verhard
burgers inzake auto wassen, etc
hemelwaterlozingen dient te
oppervlak
12. De vuiluitworp op
worden beperkt .Grondwater.""13. Grondwateroverlast moet voorkomen worden
•
Bij grootschalige rioolvervangingen Rapportage metingen, bestek worden grondwatermetingen
rioolvervangingen
uitgevoerd en drainage aangelegd 14. Gemeente realiseert
Benoeming grondwatercoördinator Klachten/meldingenregistratie
aanspreekpunt voor bewoners
en installatie (grond)waterloket
met betrekking tot grond- en
binnen bestaande
hemelwater
klachten/meldincjenprocedure
Nr
Functionele eis
Meetmethode
Maatstaf Rk>oU*ffing
15. De middelen bestemd voor de
V
De rioolheffing zal de komende
Kostendekkingsplan GRP, Integraal
rioleringsactiviteiten moeten
periode ten hoogste gelijk blijven
jaarplan openbare werken
doelmatig worden aangewend
aan de prijsindexatie en gelijk of lager zijn dan het niveau van
_
vergelijkbare^gemeenten
16. Gemeente stuurt actief haar rioleringsactiviteiten aan
De activiteiten voor de riolering
Goedkeuring Integraal jaarplan
worden elke twee jaar vastgelegd
openbare werken
en geëvalueerd met het
en evaluatie Integraal jaarplan
gemeentebestuur middels het
openbare werken
Integraal jaarplan openbare werken Afspraken afvalwaterakkoord 17. Dienstverlening naar burgers
Gemeente voldoet aan de gestelde Gemeentelijk klachten/meldingen
m.b.t. riolering wordt optimaal
servicenormen (waaronder:
registratiesysteem, rapportage
door de gemeente aangeboden
minstens 95 % van de
middels burgerjaarverslag
Klachten/meldingen wordt binnen 5 werkdagen behandeld, brieven worden binnen 10 werkdagen beantwoord, 90 % van de storingen aan pompen wordt binnen 24 uur verhogen)
18. Gemeente is transparant m.b.t.
Publicatie servicenormen op
haar prestaties op het gebied van internet riolering
Gemeentelijke website
mm WtiS
tit j
m Mm
m
ire:
m
s
m
isi?
»•
i
i
•0
m was**
re
•Mm*
as?
•
In deze bijlage wordt de huidige toestand van de riolering getoetst op de doelstellingen voor de komende jaren. Dit gebeurt aan de hand van de gesteld functionele eisen. Hieruit de volgen enkele knelpunten die in de komende planperiode verholpen moeten worden middels het nemen van maatregelen. Deze maatregelen komen terug in hoofdstuk 3. A) Stedelijk afvalwater Inzicht dient te bestaan in de toestand van de riolering Uit het beheersysteem blijkt dat 48,7 km van de gemengde riolen geïnspecteerd is in de afgelopen 12 jaar. => Voldoet De pompen en gemalen dienen in goede staat te zijn De gemeente heeft een doorlopend contract met een bedrijf om binnen 2 uur problemen met pompen en gemalen op te lossen. Om problemen snel te signaleren zijn alle hoofdgemalen voorzien van telemetrie. Overdag komen de storingen binnen bij de receptie. Buiten kantooruren is er een calamiteitendienst beschikbaar. => Voldoet De riolering en hemelwaterstelsels dienen in goede staat te zijn De gemeente beschikt nog niet over eigen ingrijpmaatstaven. Op dit moment worden standaard ingrijpmaatstaven gehanteerd. Uit de inspecties blijkt dat minder dan 5 % van de geïnspecteerde riolen vervangen of gerepareerd moeten worden op basis van deze standaard ingrijpmaatstaven. => Voldoet Alle kolk- en huisaansluitingen dienen in goede staat te zijn Binnen 2 werkdagen worden 95 % van de klachten/meldingen aan huis- en kolkaansluitingen afgehandeld => Voldoet Alle percelen binnen de gemeentegrenzen waar stedelijk afvalwater vrijkomt, moeten op de gemeentelijke riolering zijn aangesloten, uitgezonderd situaties waar individuele behandeling doelmatiger is conform Bestuursovereenkomst
"Opgave inzameling en het
transport van stedelijk afvalwater in Noord-Holland" Alle percelen binnen het stedelijk gebied zijn aangesloten. In de komende periode worden circa 1000 nieuwe woningen gerealiseerd. Deze worden op het bestaande stelsel aangesloten. Er zijn nog circa 50 percelen in het buitengebied die moeten worden voorzien van een IBA 2. De ontheffingen voor enkele percelen in het buitengebied lopen t/m 2014. In samenwerking met de provincie en het Hoogheemraadschap moet in deze planperiode worden bekeken of deze ontheffing wordt verlengd. => Voldoet bijna
De vuiluitworp uit het rioolstelsel dient te worden beperkt Er zijn nog enkele maatregelen die uitgevoerd moeten worden in het kader van de basisinspanning. Hier wordt met het schrijven van dit G R P aan gewerkt en zijn klaar in 2011. => Voldoet bijna De vuilemissie vanuit de riolering mag geen nadelige effecten hebben op de functie van het oppervlaktewater (uitgedrukt in waterkwaliteit) De gemeente voldoet nog niet aan de basisinspanning en waterkwaliteitsspoor. => Voldoet bijna Ongewenste lozingen op de drukriolering mogen niet plaats vinden Het is bekend dat er hemelwater wordt geloosd op de drukriolering. Dit is ongewenst. Vochtige doekjes worden nauwelijks meer gevonden in het riool na de campagne 'goed rioolgebruik'. Het is verder onduidelijk welke inspanning de gemeentelijke Milieudienst levert om ongewenste lozingen op te sporen. => Voldoet niet De gegevens van de riolering, hemelwaterstelsels, en drainage dienen betrouwbaar en actueel te zijn De gegevens over de riolering, hemelwaterstelsels en drainage voldoen aan de eisen van de WION en de eisen zoals verwoord in de Watervergunning. => Voldoet B) Hemelwater Indien doelmatig wordt verhard oppervlak afgekoppeld van de riolering Het is onbekend hoeveel van percelen in het bestaand gebied met direct toegang tot oppervlaktewater ook zijn afgekoppeld. Op moment van vervanging, renovatie, herbestrating of herinrichting wordt het verhard oppervlak afgekoppeld. => Voldoet bijna De afvoercapaciteit dient voldoende te zijn, om bij zware regenval het aanbod van stedelijk afvalwater en hemelwater te verwerken Bij verschillende herberekeningen (onder andere in llpendam) met bui 8 is vastgesteld dat er theoretisch water op straat optreedt. In de praktijk zijn er echter geen klachten van wateroverlast bij de gemeente gemeld. => Voldoet De vuiluitworp op oppervlaktewater door hemelwaterlozingen
dient te worden beperkt
In de Groenvisie 2016 uit 2007 is als uitgangspunt opgenomen dat het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen niet tot nul gereduceerd moet worden, maar gereguleerd moet worden. Vanuit de watertoets wordt voorgeschreven dat het gebruik van niet-uitlogende
bouwmaterialen bij nieuwbouw verplicht is om het afstromend hemelwater schoon te houden. Dit geldt ook voor het gebruik van gladheidbestrijding. => Voldoet C) Grondwater Grondwateroverlast moet voorkomen worden Bij grootschalige rioolvervangingen worden momenteel nog geen grondwatermetingen uitgevoerd. Dat wordt vanaf nu ingezet. Bij deze grootschalige rioolvervangingen wordt al wel altijd drainage aangelegd (zodat de sleuf goed verdicht wordt) => Voldoet Gemeente realiseert aanspreekpunt voor bewoners met betrekking tot grond- en hemelwater Binnen de gemeente is de rioolbeheerder ook de grondwatercoördinator. Hij krijgt ook de klachten omtrent grondwater en hemelwater op zijn bureau. => Voldoet D) Rioolheffing De middelen bestemd voor de rioleringsactiviteiten moeten doelmatig worden aangewend De rioolheffing is in 2010 verlaagd van E U R 230,40 naar EUR 224,40. Eind 2010 is de rioolheffing vastgesteld: •
Eén persoon;
E U R 199,26 per belastingjaar
•
Tweepersonen;
E U R 219,18 per belastingjaar
•
Meer dan twee personen;
E U R 241,10 per belastingjaar
Hieruit blijkt dat alleen de rioolheffing stijgt voor woningen met meer dan twee personen. Dit is ook te verklaren door de nieuwe heffingsgrondslag. => Voldoet Gemeente stuurt actief haar rioleringsactiviteiten
aan
De activiteiten voor de riolering worden momenteel elk jaar vastgelegd en geëvalueerd met het gemeentebestuur middels het Integraal Jaarplan Openbare Werken => Voldoet E) Communicatie en samenwerking Dienstverlening naar burgers m.b.t. riolering wordt optimaal door de gemeente aangeboden.
Gemeente voldoet aan de gestelde servicenormen (waaronder: minstens 95 % van de Klachten/meldingen wordt binnen 5 werkdagen behandeld, brieven worden binnen 10 werkdagen beantwoord, 90 % van de storingen aan pompen wordt binnen 24 uur verholpen) => Voldoet Gemeente is transparant met betrekking tot haar prestaties op het gebied van riolering Op de gemeente website zijn publicaties over servicenormen te vinden (in het burgerjaarverslag onder andere). Daarnaast ligt het G R P altijd ter inzage voordat het wordt vastgesteld door de gemeenteraad. => Voldoet
4
»
aww?
TOE raws
« P i
«Era
WW*'.•j«%i'-r"-«*.'
3?W
mm
^
^
^
^
^
^
^
.•
mmmm
«ff « B S
«WK
ra
..••.•L?.. ï.,
X3&
*ttvf.
w a l jWËÉ
mam*
iSPrfitb
3K5K
#1 mmmm.
^ 1
tam
.•3£?:&-?.-a^-> WK
mm
mm
Monnickendam putnummer Type Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Nooduitlaat
Marken Type
01019 01071 01156 02082 03017 03102 03215 04014 04049 04065 04078 04092 06069 07060 07064 08060 08063 09042 09183 10119 10141 9A005
straatnaam
Drempelhoogte Drempel
oude zijds burgwal Haven (Monn.) Rozendaal Julianalaan Pierebaan C. Dirksz.laan Berhardlaan (BBV) Tongnaald Dissel Lameroen Splitshoorn Karn (BBV) Peerdecamp Houtrib Houtrib Bereklauw Bereklauw W. v/d Voetsraat Burg. Versteegstraat N iesenoortburgwal Fluwelen Burgwal Noordervesting
-1.320 0.280 -1.270 -1.400 -1.210 -1.210 onbekend -1.470 -1.470 -1.370 onbekend onbekend -1.270 -1.470 -1.280 -1.280 -1.280 -1.390 onbekend onbekend onbekend -1.450
2.000 1.000 1.000 1.100 2.000 3.000 onbekend 2.000 2.100 2.000 onbekend onbekend 2.000 2.100 2.000 1.700 1.700 1.000 onbekend onbekend onbekend onbekend
straatnaam
Drempelhoogte Drempel
Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput
21129 22027 22058 23042 23073
Buurt II Westerstraat Buurterstraat Kerkbuurt 20 Kerkbuurt 5
-0.860 -0.990 -0.930 -0.910 -0.860
2.100 2.000 1.900 1.600 2.000
Overstortput Nooduitlaat Nooduitlaat Nooduitlaat
27533 24200 25300 26400
Ijsselmeerweg Zereiderspad Rozewerf Moeniswerf
nieuw onbekend onbekend onbekend
nieuw onbekend onbekend onbekend
straatnaam
Drempelhoogte Drempel
Dorpsstraat 2 Watersnip (BBL)
-1.210 -1.650
Broek in Waterland putnummer Type
straatnaam
Drempelhoogte Drempel
42156 42182a 42179
Havenrak N247 (BBV) Parallelweg
-1.260 onbekend -1.280
llpendam Type Overstortput Overstortput
Overstortput Overstortput Overstortput
putnummer
putnummer 32174 33145
0.950 2.000
1.000 onbekend 2.600
Overstortput Overstortput Overstortput Overstortput
44016 45057 46074 46267
Zuideinde Molengouw 22 Hage Weer West Weer
-1.560 -1.370 -1.400 -1.460
1.000 1.000 1.600 1.100
straatnaam Waterlandse Zeedijk (Uitdam) Kloosterdijk (woonwagenkamp)
Drempelhoogte onbekend -1.500
Drempel onbekend 0.550
Buitengebied Type Nooduitlaat Nooduitlaat
putnummer 6A013 91196
mesmm
WÊÊÊÊÊÊÊ mm
3* IlIiliraiiiMll
OOC Tauw •ié Uitgangspunten
•I versiedatum 2012 2012 2016
I begrotingsjaar I begin planperiode (GRP) {einde planperiode (GRP) I rekentarief 2011 Afvalwater of enkelvoudig tarief I rekentarief 2011 Hemel-/grondwater (aleen bij gesplitste heffing) I aantal hefingseenheden 31-12-2011 Afvalwater of enkelvoudige hefing [aantal hefingseenheden 31-12-2011 Hemel-/grondwater (aleen bij gesplitste heffing) I saldo voorziening 31-12-2011 Afvalwater of enkelvoudige hefing I saldo voorziening 31-12-2011 Hemel-/grondwater (aleen bij gesplitste heffing) I rente voorziening .:.
| BTW, methode I BTW, percentage [inflatiepercentage over eenheidsprijzen investeringen (bron: LR prijspeil 2007)
199,26 euro/hefingseenheid euro/hefingseenheid 7.476 hefingseenheden hefingseenheden 3.747.606 euro euro over investeringen en exploi
gesplitste hefing J IS verdeelsleutel gemengde voorzieningen
afvalwater hemelwater/grondwater
45 ,0% lineair na investering 0% boekwaarde 01-01 technisch (levensduur) financieel (afschrivtnai 60 30 15 15 45 45 60 60
I debetrente f afschrijtvingsmethode I start afschrijving in jaar i rentedeel in jaar van investering I rente over •t afschrijvingstermijnen I vrijvervalriolen ' gemae ln - bouwkundg i gemae ln - mechanisch-etectrisch mn ip i ompuntis - mechanisch-electrisch , persleidingen I drukriolering - leidingen I drukriolering - vrijvervalriolen I randvoorzieningen
I
Tabellen | Onderwerp
Nummer
Omschrijving
I Bestaande objecten
Vervanging gemae ln Vervanging persleidingen vervanging drukriolering - mn ig i emae ln vervanging drukriolering - drukleidingen vervanging drukriolering - vrijvervaleidingen Randvoorzieningen Vrijvervalriolen
| Ne iuwe investeringen
Verbeteringsmaatregelen Exploitatie Onderzoek
• Kapitaalasten
C.1
Bestaande kapitaalasten | Ne iuwe kapitaalasten
t Inkomsten, niet rioolrecht zijnde
D.1
Overige n i komsten | Hefingseenheden
\-| Utikomsten rioolhefingsberekening
U.1 U.2 U.3
Enkelvoudige hefingsberekening Afvalwaterhefingsberekening Hemelwaterhefingsberekening I Overzicht investeringen vervangingen I Overzicht verrekenbare BTW
..
••
• *
"
l
«
I A
i
Él
s
f
1 1
i
\
1
s
1
t s s : s s s s
41
8
m -r.
1 9
Si 3
g
58 S S 5 B
1
18 S s
O)
I 8
' C M
1
i f |
1 li £
8
.
- -
as OS O:
11 11
m
ai ai
O)
ai
•
(Hf ui
to
O)
4-#
1
A
1!
8
8
Ê| 5
8
11
C M
(O
ij-:
co en
(O
8
1
i!
I
illlllillgllllilllllllllllliiiii
i
[«ffillitliiitltfflfltlil |
fiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
II fèiiiiiiiiiiiiiiiiiiipiiiiiiii
I " E O)
e •o 1
i
•c
I i l
J I UL
.
iieiiirt; i
iMi li ilJ-J:, i.i.;.il!
F» i nII iiJ
i r
! « H
1- t r i t ï s i
ü!
II « I H i l H I I H I l
II
: - ' * t . .
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
igigiiüiigigiiiiiiiiii
IlIIISIII!IIlIIlI!IiIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
' i l; ; J l i l : III
;
i
!:.=!:
IS»lliflI!III!IlIIt!!II!III!ÏIIf««IIlIIIIf[«IIlIi{II!IIII mmmMMMmumimmmmMMmMMMnmmmMMï
-S~™»8--> — llllllllllllllllllllllllllllllllll^
I llïlulflIIJJJJ
Uil
tel ill
lil
™-
li
""""•Ei?"'
iiSi|§iilili3ilS!iiSiilSIHl!|iMpIiliI3gl§i! IlilllïlllliiiiiiliiglilllIIIIIIIIIiiglliiiii
riiiittlllllllllllllllllllllliïllllllilllltllt I!
jilllllllllllllllllllllllllgll^
11=
II
I 211 ii llllfllllll
I*-
C/1
V.".- . J
0)
! o
•4
ft
'J
IISI
ffi
C M C l f i n t O N C O O l
(M CO *
in (D
co O)
a
m to N
co en
o
(NCNCMCM(NCNOC I N(MtNCO
X
i
CD U.
in tom i m a> co CD LO
?
li
CM
O)
(O
in LO
to
Sc B > 4? (i w n to to CN CN
£ E (0 CN C M CN
en
O CD CN CO T CO
1 00
oi m N co
3»
en n o
P
1
CO CO CM
O) £ n co co
C 3 t
to
UI
LD N
N
« £ "ï1co oCNoCNoCNo
01
C U « C = c c c a E E £ E o
3
ra airara
m
I
CU CD
>• O D O Ol C O) O) 1) O)
m
i
f CO
> c cn ai o o
*
+ CS
i.
(O
CN
CD CO
I 5 Ca> W
O)
co co (J)
oo
CN
f
.4
ra ra Cu
C
CD
co
O C D QJ
J
E mm
C D
ro
co LU
CD
j
CN CO TT
It
s
2 f.
Tabel A.5 Vrijvervalriolen Gemengde riolen 'Jaar Vervanging Vervanging 2 22.500 2012 0 22.500 2013 0 22.500 2014 0 22.500 2015 0 22.500 2016 0 0 2017 0 0 2018 0 0 2019 0 0 2020 0 2021 0 607.893 2022 0 695.299 2023 0 41.663 2024 0 29.898 2025 0 1.265.309 2026 0 151.854 2027 0 0 2028 0 1.320.622 2029 0 459.683 2030 0 854.227 2031 0 0 2032 0 0 2033 0 153.652 2034 0 2.599.059 2035 0 410.151 2036 0 49.282 2037 0 1.204.045 2038 0 892.920 2039 0 0 2040 0 402.482 2041 0 2.800.399 2042 0 1.200.445 2043 0 0 2044 0 2.144.688 2045 0 45.546 2046 0 1.475.241 2047 0 17.564 2048 0 1.764.358 2049 0 823.933 2050 0 1.190.111 2051 0 7.514 2052 0 412.310 2053 0 0 2054 0 0 2055 0 0 2056 0 194.701 2057 0 132.195 2058 0 106.645 2059 0 1.972.698 2060 0 69.087 2061 0 279.911 2062 0 201.165 2063 0 89.078 2064 0 522.221 2065 0 199.187 2066 0 0 2067 0 2068 0 899.444 2069 0 0 2070 0 191.136 2071 0 0 0 0 27.990.118 •' Totaal
4 i
1
Reparatie 178.000 178.000 178.000 178.000 178.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 890.000
402.' 2.800.: 1.200.'
28.880.
ft 3 .=. 13 'E I> IA Ü e> co 1:1
C ü j= <« o "S
O) c c i f i. c re ra ra ra
ra ra
%
-5
0) O) a>
ra ra T - N n ^ - i n t D N f l o o )
O ï - M n t u K O M D O i O T - m n ^ u x D S ï i o i o T - i - T - i - r - T - T - T - T - T - C N C v I C N C S I C M C N O s I C S I C N C N C O
>1 CD
P-
O) Oï Oï QJ CT> C?ï CO CD Q 0)
o ai (DQlQlOJffifljOJIDO) 0)
OJ Cl! ai Cl Cü CD
II
o)
O)
9) O)
CO
öi d
CO CD e» Ö)
I
•>sï CD O) CÜ
0) co co
1
Cu
C5 n
O co O co CD
1
o
o) to LO CO o o
co
O) LD LD CO
o
O) o to
O KI O en ai o Ol O) IN CD L O O i c n o c D C D c - a i o o t D c o o o o O LD O) O T O) O O CN CO SOlNMOlTflOOIClO te
w CO O O) CM
CD OIT!
r
1 es
i
co co co CD
0) 0) Ol
cü a> ai
O) CD CD ca
»
cc
CD
CD co Ol
ra CD
CN £
0J O C C CD
cu Sr O
cc -ö o
co O) CL)
O)
5
CO CO
ra
U ü
a
CD CÜ
co
ïCL m > P
T3
1
CD CD CD
CO CL CD Ë E O) CL
cu
D CD CU
ü
>
ca O)
1
i.
*
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
£= C
C C C C
Ol G
Ol O) D) CD
i£Lü.ü.Q.riiio.Q.aaiiü.a
d n nn ^ccuLccccccccccccttLcccccccc
n n
OZ CC CC CC (X CC
oaiaiaioiaioooooooo
LO LD LO LO LO tO Ol CM CM CN (N CM O) <J T t T
O C M C M C M C M C M O O O O O O O O ^ W L o i n i f i i n o i C D m c s c i i C f l c o c f t CO LO LO LO LO LO •
rMCMCMCMCMCMCMCMCMCMCM^^
O C N C M C N C N C M O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O i - ^ t - i - t - O O O O O O O O
O O O O O O O O O O . Lf> LO LO LO LO
O C O O i O ' - C M C N r O f i n c D S C D ' f l ' - ' - ' - ( M C N C N ' - ' - i - ' r T - i - ^ ^
TT CM CM CO -*r LO
O
O
O
O
O
O
Ol c Ol 'c
O) _c O) 'c
O
O
O
O
O
O
O
O
rsirvJCMCNtMCNCMCViCMOJNOJCNCM
Ol O) Ol c c c O) Ol O) 'c ' c "c
O) Ö) O l O) c c c c 5 2 2 2 2 CD CL1 CD CD CD CD nj JÉ
a
o t! o •o c O ü fM
E
[•J O
a a o. a. a a a a a a o o o o o O) O) ra a i o)
3
o i (D E E E CO ,„ Dl E ra £ p ai O
ra
CD E E CD Ol p
CO E E CO Ol p
-
« E CC E £ E to oi oi O O
C
Ü
— O
ü
s = U O
-~
C
C
C
C
O
c c c 3 3 3 3 D l U o i o i o i o i o i .T3 y t.X
CD
CD
CD
E E ra ai O
E E CD
ai O
O d)
O O cu
.E C '
ra er cc CC CC C C
CD E E CO Ol p
CD E E CD Dl O
CD E E co O) p
U
O
O
.E
.E
.E
"5_ ,_
c
c
"D D
c T3
_
CJ
O
CJ
CJ
O
Cl) 3 C "5
c
c
c
c
c
c
©
TO ra 3
O
3
D
O) Ol Ol Ol .g .E .£ .£ .E g ' i - CO Ol c nj CD
ai o
O
D
O T3 "O TJ "C (D c c c c
Q_ Ol
Et
O
'
o O
1 1 1 1 CA IA CO c c c CD CD ra
>
>
3
D 3
3
o « S;£ £ £
£
2
>
CD CD CD
>
O
cp 05 QJ Ql CD O O O O O N N N N N
^ •t? § " -' "O "O "O "O "O o ~o 0 3 - © -c c c c c > I " K O O O O O
r
li
1
s
!«
s
I J
s
£
S
s si SS
s ss 8
aa«
r
IS
11
6 Ï
O O O O O O O O O O O O O O O
O O D O O O O O O O O O O O O C
CAie>icv(CNir>icNicNic>icNicNicNrgM<^ o o o o o o o o o o o o o o o o o o
E
>^ t— ( — r—
i— r—
r—
r-
) o o o o o c o o o o o o c
> O O O O O O O O O D O D O O O O O O O O O O O O O O O
4CNrsiCNCvir\itNCNoicMCNC^CNic^ l o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o
E E E E E E E E E E E E E E E E E E £ E E E EEE E E E E E
E E E E E E: E E E: E £ E £ E E E E £ E E E E E £ |
LO in in in in ii/jinmmLominifi I O O O O O O O O O O O O O O O O D O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
r — r-~t— h^-r~~r--r~~r^r— r-~h~r~- r--r--t~~T~~h---r~~i--~r— r--r~-r--r-~r-~r^-r-~
o o o o o o o o o o o o
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
So
J O O O O O O O O O
O O) O <(Ttmiosoaio B l O r t N M f l f i l D M D O l O r - C M n t - ) ID N C (OCOIOIDlCCOICSl > CO [*) c , . . . .. . n«'t^«'f't?V'*ti')V>inu)iriini/)inininL _ . o o o o o o o o o NfM J Co M to N No f Mo C No Co c o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o ^oC N oC o oOo ojcMc^r>icNCNcvicNCNicNicstc*i
CO (O lO CD (O CC •«T "T t, co CO cd COi CO 00 co
0)O'-rMntLntDN< |CNJCMCMC\IC>jr>JCNCNC\IC\ICNCNJ
m o 1- (M f. •- co co to co ci tNCMCMCMCMCMCMr
1 ui
3
Së S K
» » » » »
g s 11 s
slggg
gggggiiii
1 S S s 1:
IlIfliSlllllllllifliiliiSlllillfl 8
llliliiilllïiïllïïllflïlllfiillïliïllïi
I 2
^iggigiiiiiïiiiiiiiggigggisgSBiiSsiiigiiiiiiiiiiiiiiiiiii §igg81Bg8gg88g81Bg8gl8gggggggggIgglgBi88i8118BlBIIlliggIIl§§
1 a 11111111111111 g-i gi ia i nig gg l i ei is 1 l l l - l ga gg ig i-sg-l-g gaaig g Illïïlïlillïlllllïlïllïïïlïlilll llllllllllllllilp^ gssssgggggggggggggggs^ ggggggggggggggggg^
sssssgggsggggggg gggggggggggggggg
gg:
II S g! II
88 iiiiiii
lllll
sills
iiira
mlim
I
i ï sa.
lllll l
mmmmimm
L k k k fsj ^) fkj f\} f^J f^J fvj JvJ JkJ Jkj
Q^J
Q| £J
_ (^J