Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet
Utrecht, 19 mei 2015
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Financieringssystematiek Participatiewet Keuze voor nieuwe model Hoe werkt het multiniveau-model? Proces verbeterslag Onderzochte verbetervoorstellen Vragen
De financieringssystematiek • Met de WWB in 2004 werden gemeenten volledig financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de bijstand • De financieringssystematiek van de Participatiewet is op dezelfde wijze ingericht als de WWB » » » »
3
Toereikend landelijk macrobudget Financiële prikkel via objectief verdeelmodel Gemeenten hebben meerjarig voordeel van goed presteren Gemeenten die een beroep doen op het vangnet worden aangespoord tot verbetering
Keuze voor het multiniveaumodel • In 2012 proces gestart om te komen tot een nieuw verdeelmodel • Gemeenten en andere betrokken partijen hebben intensief meegedacht met het uitwerken van vier kansrijke verdeelmodellen • Na beoordeling door experts is gekozen voor het multiniveau-model • Wetenschappelijk gezien is dit het beste model • Model is gebaseerd op bijstandskansen van een huishouden • Ook wordt rekening gehouden met de invloed van factoren op het niveau van de wijk, gemeente en regio • Het model is beter dan het vorige in staat om een goede inschatting te maken van de noodzakelijke bijstandsuitgaven van een gemeente
4
Hoe werkt het multiniveau-model? Centrale vraag: wat is de kans op bijstand? Dit is afhankelijk van individuele kenmerken...
Huishoudtype A: 0,2% • Samenwonend • 2 kinderen • 45 en 40 jaar • Nederlands • Koopwoning
5
Huishoudtype B:16% • Alleenstaand • 1 kind • 42 jaar • Nederlands • Huurwoning
Huishoudtype C: 5% • Gehuwd • 1 kind • 35 en 29 jaar • Niet-westerse achtergrond • Huurwoning
Kans op bijstand? ... maar ook de omgeving is van invloed Individueel niveau
Gemeentelijk en regionaal niveau
Wijkniveau
<> <>
Netto arbeidsparticipatie in de regio?
Woningwaarde in de buurt?
<> Kansen op de arbeidsmarkt? <>
6
Leefbaarheid in de buurt?
Kans is afhankelijk van meerdere niveaus
7
Model bestaat uit 2 delen Verklaringsmodel • Met het verklaringsmodel wordt bepaald wat de invloed van de opgenomen kenmerken is op de bijstandskans • Dit gebeurt op basis van de Enquête Beroepsbevolking van het CBS Verdeelmodel • In het verdeelmodel worden 6500 verschillende typen huishoudens onderscheiden met elk hun eigen kans op bijstand. • Per gemeente wordt geschat hoeveel van de verschillende typen huishoudens er wonen en wordt aan de hand van kans maal bijstandsbedrag bepaald wat de verwachte uitgaven zijn.
8
Toepassing afhankelijk van aantal inwoners Volledig objectief
Vanaf 40.000 inwoners
Deels historisch, deels objectief
Vanaf 15.000 tot 40.000 inwoners
Volledig historisch
Tot 15.000 inwoners
Overgangsregime (bij introductie van het nieuwe model): • In 2015 en 2016 wordt 50% historisch verdeeld. In 2017 is dat 25%. • Evaluatie overgangsregime na 2 jaar.
9
Proces verbeterslag (1) • Het is een goed model maar verdere verbetering is mogelijk • Daarom zijn in december/ januari verbetersuggesties geïnventariseerd. Gemeenten hebben verbetersuggesties gedaan. Aanvullend heeft het SCP samen met Berenschot gesprekken gevoerd met gemeenten. Experts zijn geraadpleegd. • Resultaat was een lijst met verbeteropties waaruit de meest kansrijke opties zijn geselecteerd. Deze zijn verder geanalyseerd. • Bij dit proces was een begeleidingscommissie betrokken bestaande uit de VNG, Divosa, de Rfv, een selectie van gemeenten en de ministeries BZK, Fin en EZ. • Vandaag gemeenten informeren over de voorgestelde verbeteringen
10
Proces verbeterslag (2) Proces • Juni: keuze Staatssecretaris voor door te voeren verbeteringen obv: Voorstel SCP Advies VNG Advies Raad voor de financiële verhoudingen Advies Prof. dr. Maarten Allers (COELO) Eventuele reacties van eerder betrokken experts (Adviesbureaus APE, AEF, CPB, Universiteit Tilburg, Vrije Universiteit Amsterdam) • Juni- september: keuze verwerken in regelgeving en advies Raad van State • September: publicatie van de regelgeving en de budgetverdeling 2016
11
Nu in model opgenomen factoren Huishoudenskenmerken Huishoudtype
Leeftijd Woning Herkomst Opleiding Arbeidsbeperking AO-uitkering
Alleenstaande Eenoudergezin met een vrouw aan het hoofd Eenoudergezin met een man aan het hoofd Paar zonder kinderen Paar met kinderen Aanwezigheid van een persoon in de leeftijd van 15-24 jaar Aanwezigheid van een persoon in de leeftijd van 55-65 jaar Wonend in een koopwoning Hebben van een niet-westerse achtergrond Aanwezigheid van een persoon met hoogst voltooide opleiding max. MBO-2 Aanwezigheid van een persoon met hoogst voltooide opleiding min. HBO Aanwezigheid van een persoon met een arbeidsbeperking Aanwezigheid van een persoon met een arbeidsongeschiktheidsuitkering
Omgevingskenmerken • Gemiddelde WOZ-waarde (buurt) • Leefbaarheid in de buurt (buurt; score leefbaarheid “matig positief” of lager) • Arbeidsmarktkansen voor hoogopgeleiden (met correcties voor grensoverschrijdende pendel) • Netto arbeidsparticipatie (COROP)
12
Onderzochte verbetervoorstellen (1) Voorstellen met advies deze wel uit te voeren: 1) Arbeidsmarktindicatoren op gemeenteniveau. • Niet: aandeel studenten, aandeel banen in handel en horeca • Wel: bevolkingsgroei, banengroei en aandeel WW-ontvangers. 2) Woonsituatie. Nadere uitsplitsing van de huursituatie maken (op huishoudensniveau) in sociale huur en particuliere huur. 3) Woonindicator opnemen op gemeenteniveau. Op gemeenteniveau de factoren aandeel huishoudens wonend in een sociale huurwoning en aandeel huishoudens wonend in een koopwoning opnemen.
13
Onderzochte verbetervoorstellen (2) Voorstellen met advies deze wel uit te voeren: 3) Weglaten van de volgende twee factoren: Huishouden wonend in matig leefbare wijk Netto participatie op regionaal niveau Na doorvoering van de andere aanpassingen bieden deze factoren geen aanvullende verklaringskracht meer 4) Overweeg RPA ipv COROP COROP is statistisch te verkiezen. RPA sluit beter aan bij de Participatiewet.
14
Onderzochte verbetervoorstellen (3) Voorstellen met advies deze wel uit te voeren: 5) Opnemen: Dak- en thuislozen Instellingsbewoners • Advies is om de bijstandsuitgaven van gemeenten aan deze groepen buiten het verdeelmodel om te compenseren op basis van de historische uitgaven (t-2). • Verschuiving budget naar gemeenten met uitgaven aan dak- en thuislozen en gemeenten met instellingen.
15
Onderzochte verbetervoorstellen (4) Voorstellen met advies deze niet uit te voeren: 1) Modelkenmerken opnemen op gemeenteniveau. De geaggregeerde kenmerken laag- en hoogopgeleiden en wonend in een matig leefbare buurt blijken geen aanvullende verklaring te geven van de kans op bijstand. 2) Uitsplitsing naar herkomst. Een nadere uitsplitsing naar herkomst wordt afgeraden zolang het model niet geschat kan worden op integrale data. 3) Aandeel lage inkomens. In combinatie met de uitsplitsing van huur in sociale- en particuliere huur blijkt deze factor geen toevoegde waarde meer te hebben.
16
Onderzochte verbetervoorstellen (5) Voorstellen met advies deze niet uit te voeren: 4) Grensgemeente. Opnemen van deze indicator blijkt geen aanvullende verklaring te geven van de kans op bijstand. 5) Centrumfunctie. De factor regionaal klantenpotentieel blijkt geen aanvullende verklaring te geven van de kans op bijstand. 6) Twee technische suggesties die ook zijn onderzocht, maar geen toevoegde waarde bleken te hebben: -weglaten wijkniveau -toevoegen extra restricties aan het verdeelalgoritme
17
Van enquêtedata naar integrale data • Nu niet, maar straks wel: gebruik maken van integrale gegevensbestanden van het CBS in plaats van enquêtedata. • Voordelen: Volledige dekking van alle huishoudens. Ondervertegenwoordiging van de groep alleenstaanden zoals in de Enquête Beroepsbevolking is dan verholpen De bevolkingssamenstelling in een gemeente hoeft niet meer te worden geschat. • Invoering niet eerder dan bij de verdeling van 2017; zorgvuldigheid staat voorop: Vinden van alternatieven voor factoren arbeidsbeperking en opleiding Uitvoeren van data-analyse, parameterschattingen, validatie- en gevoeligheidsanalyses Beoordelen van de praktische uitvoerbaarheid en uitlegbaarheid.
18
Vragen
19