© REPRODUCTIE TOEGELATEN MITS VOORAFGAANDE TOESTEMMING VAN DE UITGEVER EN BRONVERMELDING.
Brochure gerealiseerd door het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties (OIVO) in samenwerking met Ghislaine DUFOURNY en Caroline ETIENNE van het Centre d’Information et de Recherche sur les Intolérances et l’Hygiène Alimentaires (CIRIHA) met financiële steun van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Lectorencomité samengesteld uit vertegenwoordigers van het OIVO, het CIRIHA, de Fondation pour la Prévention des Allergies (FPA), het Office de la Naissance et de l’Enfance (ONE), de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Deze brochure is in een elektronische versie beschikbaar op de website van het OIVO (www.oivo.be) en op de website van de FOD Volksgezondheid (www.health.fgov.be). Verantwoordelijke uitgever: Marc Vandercammen, OIVO Stichting van openbaar nut - ON 417541646 Paapsemlaan 20 1070 Brussel D-2007-2492-130 ©OIVO 2007
inhouDstaFel inhouDstaFel De voeDselallergieËn - inleiDing 1. 2. 3. 4.
3
Definitie prevalentie symptomatologie Diagnose
3 4 4 4
soja-allergie
5
1. Wat is soja ? 2. soja-allergie – omschrijving en prevalentie 3. De gekruiste allergieën
5 5 5
inForMatie voor De geZonDheiDsWerkers
6 6 7
1. De verantwoordelijkheid van de voorzieningen voor kinderopvang 2. De opvang van het allergische kind
7 7
inleiding het Franse initiatief
3. De etikettering van voorverpakte voedingsproducten 4. De traceerbaarheid van de soja in grootkeuken De risico’s analyseren De kritieke punten onder controle houden hoe kies je de grondstoffen? het productieparcours organiseren De traceerbaarheid van de voedingsproducten het personeel
leXicon reFerenties
10 12 12 12 16 17 17 17
18 19
1
2
inleiDing inleiDing 1. DeFinitie
v
oedselallergieën zijn alle klinische manifestaties die verband houden met een immunologische reactie tegen een allergeen in een voedingsproduct. Niet te verwarren met voedselintoleranties, die vanuit klinisch oogpunt er hetzelfde uitzien als allergische reacties, maar zonder dat een immunologisch mechanisme meespeelt. Het best gekende voorbeeld is de lactose-intolerantie, die toe te schrijven is aan een enzymentekort in de dikke darm en dus iets totaal anders is dan de immunologische reactie bij allergie.
*
De voedselallergieën worden opgedeeld in ige-afhankelijke en niet-ige-afhankelijke allergieën. Als een voedselallergie zich voordoet, is dat het resultaat van de inwerking van de omgeving op een welbepaald genetisch vlak. [1] Dat is wat men de atopie noemt. Het risico voor het ontwikkelen van allergieproblemen ligt hoger bij de kinderen die afkomstig zijn uit een atopisch gezin. [2] het mechanisme van de ige-afhankelijke allergische reactie werkt in 2 fasen : [3,4] Eerst is er wat men noemt een sensibilisatiefase: het immuunsysteem van het organisme is in contact met het allergeen en maakt daartegen antistoffen aan. Mensen vertonen geen enkel symptoom tijdens deze fase;
Bij een later contact zal het immuunsysteem het allergeen herkennen en ertegen reageren. Allergische personen gaan in deze fase diverse symptomen vertonen (die van persoon tot persoon meer of minder erg kunnen zijn)!
De allergenen zijn over het algemeen deeltjes van proteïnen. Er is sprake van gekruiste allergie wanneer identieke proteïnen die in taxonomisch nauw verwante plantaardige of dierlijke stoffen aanwezig zijn (bijv. peulvruchten: soja, pinda, erwten, linzen, ...) of nog proteïnen met gelijkaardige structuren maar die van zeer verschillende allergenenbronnen afkomstig zijn (bijv. pollen van berk en abrikoos, perzik, peer, appel, wortel, selderie, ...) reacties kunnen uitlokken. De patiënten maken dus antilichamen aan die in staat zijn om de verschillende betrokken allergenen te herkennen.[4]
* Alle termen in cursief worden verklaard in het lecixon, zie pagina 18.
3
2. prevalentie Hoewel een voedselallergie zich op elke leeftijd kan manifesteren, komt ze toch het meeste voor bij kinderen. De prevalentie wordt geraamd op 8% van alle kinderen en evolueert in stijgende lijn. [3-4] Een Franse studie heeft de prevalentie van voedselallergie bij volwassenen geraamd op 3,2%, een Duitse studie kwam uit op 3,6% en een Amerikaanse studie op 3,7%.[6]
3. syMptoMatologie De symptomen kunnen verschillen en zich manifesteren in een tijdsspanne die gaat van enkele seconden tot meerdere uren na het contact met het allergeen. De belangrijkste allergische reacties manifesteren zich via de huid (atopische huidontsteking, netelroos, ...), de luchtwegen (astma e.a.), de spijsvertering (diarree e.a.) en/of de bloedsomloop (anafylactische shock). [5] De symptomen kunnen minder erg worden of verdwijnen met de leeftijd, maar dat hangt af van de voedingsstoffen die de allergie veroorzaken.[3-4]
4. Diagnose De diagnose wordt gesteld op basis van een nauwgezet en gericht vraaggesprek (eerdere gevallen in de familie?; welke symptomen doen zich voor?), een klinisch onderzoek (lengte en gewicht, effect op de ademhaling, effect op de huid, ...), een bloedafname (dosis specifieke IgE in het bloed), huidtests (de meest gebruikte techniek is de priktest) en, wanneer de diagnose onzeker is, een orale provocatietest. Deze laatste moet worden uitgevoerd in het ziekenhuis, onder toezicht van geoefend personeel. Het is de enige test die echt uitsluitsel geeft over het al dan niet bestaan van een voedselallergie.
4
opmerking: wanneer het vraaggesprek niet leidt tot het ontdekken van de potentiële allergenen, kan de arts aan een diëtist vragen om een voedselcategoriestudie te maken. Die maakt dan een tabel op van alles wat de patiënt (of een van de ouders, als het om een kind gaat) opsomt aan voedingsproducten, drank en geneesmiddelen die in de voorbije week geconsumeerd werden, met vermelding van de waargenomen symptomen. De etiketten van alle geconsumeerde producten worden ook verzameld om ze te analyseren (ingrediënten). [5]
soja-allergie soja-allergie 1. Wat is soja ? Soja is een klimplant uit de categorie van de peulvruchten, zoals de pinda, sperziebonen, linzen of erwten. Soja is het basisproduct van verschillende ingrediënten/voedingsproducten: sojascheuten, fijngestampte sojascheuten, sojasap (melk), okara, yuba, tempeh, tofu, natto, sojaolie, sojameel, lecithine (alomtegenwoordig in de voedingsproducten vanwege de technologische eigenschappen)… [7-8]
2. soja-allergie – oMschrijving en prevalentie Je zou kunnen zeggen dat het aantal gevallen van soja-allergie relatief klein is in verhouding tot de hoeveelheid die ervan geconsumeerd wordt. Het is een allergie die voornamelijk vastgesteld werd bij kleine kinderen, die als gevolg daarvan een atopische huidontsteking vertoonden. De symptomen zijn zeer variabel, gaande van huidaandoeningen, maag- en darmstoornissen of ademhalingsproblemen [9] tot de anafylactische shock !
3. De gekruiste allergieËn Er werden enkele kruisreacties waargenomen met de andere peulvruchten: pinda, erwten, sperziebonen, linzen, ... De soja bevat immers proteïnen die sterk gelijken op de reserveproteïnen van de andere peulvruchten. Daardoor bestaat het risico dat mensen die voor soja allergisch zijn, ook op deze proteïnen reageren. Er is ook een kruisallergie waargenomen tussen de berkpollen en soja. Dit kan verklaard worden door de aanwezigheid van een sterk gelijkend allergeen in de beide gevallen.[9-10] Er werden reacties gemeld bij kinderen die allergisch zijn aan de koemelkproteïnen en die een vervangproduct voor melk op basis van soja te drinken kregen. [11] Symptomen van soja-allergie bij mensen die allergisch zijn voor koemelkproteïnen, komt voor veel minder vaak voor dan mensen doorgaans denken. Het is echter verbazend om te zien hoe de diagnose van koemelkallergie of de preventie ervan zonder zorg leidt tot het voorschrijven van bereidingen op basis van sojaproteïnen. Er wordt ten stelligste aangeraden om vooraf na te gaan of de tests voor soja wel degelijk negatief zijn. [14] 5
inForMatie voor De inForMatie voor De geZonDheiDsWerkers geZonDheiDsWerkers 1. De verantWoorDelijkheiD van De voorZieningen Maar het spreekt vanzelf dat die bijzondere voorvoor kinDeropvang zorgen enkel op een gepaste manier kunnen nemen Het Belgische burgerlijk wetboek voorziet een algemeen principe van aansprakelijkheid voor elke schade die mensen aan anderen berokkenen (ongeacht of het slachtoffer minderjarig dan wel meerderjarig is) door een daad, door nalatigheid of zelfs door onvoorzichtigheid. Daarnaast en in de context van de kinderopvang-milieus draagt elke volwassene aan wie het toezicht over kinderen wordt toevertrouwd, een plicht van toezicht. Die volwassene wordt “burgerlijk aansprakelijk” gesteld voor de kinderen onder zijn of haar hoede. Meer specifiek is elk opvanginstituut eraan gehouden de voorschriften te respecteren Meer specifiek is elk opvanginstituut eraan gehouden om voor zijn werknemers de voorschriften te respecteren van het algemeen reglement voor arbeidsbescherming (arab) en van de voedingswetgeving, inclusief de regels voor de hygiëne zowel bij het bewaren, het klaarmaken als het bedelen van de voedingsproducten. Er dienen specifieke voorzorgen te worden genomen wanneer de voedings-producten bestemd zijn voor consumenten zoals allergische personen, die duidelijk bijzondere gevoeligheden vertonen.
6
mits de ouders en/of voogden van het kind vooraf de nodige informatie hebben verstrekt over de gezondheidstoestand van het kind en over de impact die de gezondheid van het kind kan hebben op de groep. In het kader van een constant streven naar integratie van allergische kinderen in de opvangvoorzieningen en naar het veilig stellen van hun gezondheid, zou het goed zijn indien een gestructureerd kader zou kunnen worden opgezet voor het delen van informatie tussen ouders en het opvangmilieu, en dit om elke betrokkene goed bewust te maken van zijn of haar aandeel in de aansprakelijkheid voor de gezondheid van het kind. In dat verband zou het ongetwijfeld interessant zijn om inspiratie te halen uit het “Projet d’accueil individualisé” (PAI = geïndividualiseerd opvangplan) dat bestaat in Frankrijk (zie hoofdstuk “De opvang van het allergische kind - het Franse initiatief”).
2. De opvang van het allergische kind INLEIDING De integratie en socialisatie van allergische kinderen zijn soms moeilijk, onder andere in de school, tijdens de speeltijden of nog tijdens de maaltijden. Wanneer de klinische tekens (bijv. atopische huidontsteking) permanent zichtbaar zijn, kan het kind zich uitgesloten voelen. Een kind met een voedselallergie naar school laten gaan, stelt de ouders en het educatieve personeel al snel voor tal van problemen op het vlak van organisatie en aansprakelijkheid.[5] Er moet op toegezien worden dat het kind geen voedsel uitwisselt met vriendjes, er moet een aangepast hapje voor het allergische kind voorzien worden bij een verjaardagsfeestje waarop bijvoorbeeld taart wordt uitgedeeld die soja bevat of zou kunnen bevatten... De behandeling van voedselallergieën rust op een strikt vermijden van het allergeen en van de producten waarin het kan voorkomen. De aanpak van voedselallergieën in de school en in de kinderopvangstructuren kan niet gestandaardiseerd worden. Integendeel: hij moet individueel, aangepast aan elk kind verlopen. Er is nog heel wat vooruitgang mogelijk... en noodzakelijk!
HET FRANSE INITIATIEF Jaren geleden al heeft Frankrijk beschikkingen voorgesteld met het oog op het harmoniseren van de voorwaarden voor de opvang in groep van kinderen die lijden aan een chronische ziekte, een allergie en/of een intolerantie voor bepaalde voedingsproducten, door een kader op te zetten en instrumenten aan te reiken die kunnen helpen bij de aanpak van de soms moeilijke individuele situaties. De verstrekte hulpmiddelen moeten het de kinderen mogelijk maken om school te lopen of opvang te genieten in groep en tegelijk te genieten van hun behandeling, hun dieet, de garanties voor hun veiligheid en compensaties voor hun ongemakken die verband houden met hun gezondheidstoestand. Die beschikkingen zijn opgenomen in een “projet d’accueil individualisé” (= geïndividualiseerd opvangplan). 7
Het gaat hier vooral om opvangregels die voortvloeien uit een gezamenlijk denkproces met de verschillende betrokken partijen in het leven van een kind. Ze hebben tot doel om de opvang van dit kind te vergemakkelijken, maar zouden absoluut niet in de plaats kunnen treden van de aansprakelijkheid van de gezinnen. De rol die iedereen speelt en het elkaar aanvullend karakter van de tussenkomsten staan vastgelegd in een geschreven document. Dit associeert het kind, zijn gezin, het opvoedings- of opvangteam, de gezondheidswerkers die aan de structuur verbonden zijn, de externe partners en alle andere betrokken personen. Het “projet d’accueil individualisé” (PAI) wordt op vraag van de ouders opgemaakt door de directeur van de school of de vestigingschef, in overleg met de schoolarts of de arts van de opvangstructuur, op basis van de therapeutische behoeften die beschreven worden door de arts (allergie-deskundige), en moet opgeven welke aanpassingen er dienen te gebeuren voor de veiligheid van de allergische leerling. Het PAI heeft enkel betrekking op de kinderen die al ernstige symptomen van allergie vertoond hebben,
8
de astmatische kinderen die ook een voedselallergie vertonen en de kinderen die sterk reageren op minieme hoeveelheden voedsel. Het PAI organiseert de zorgverlening in het kader van de urgentie (adrenalinespuit en noodhulp), noemt de te verwittigen personen en licht toe welke effecten de voedselallergie uitlokt. Educatie krijgt een vooraanstaande rol: het is noodzakelijk om aan de betrokken kinderen te leren geen voedsel te delen of uit te wisselen, producten te vermijden waarvan de samenstelling onbekend is, de etiketten te lezen, hun handen te wassen voor en na het eten, op te letten met risicogedrag (hapjes tussendoor, kookworkshops, verjaardagsfeestjes, ...), waar de geneesmiddelen te vinden zijn en hoe ze zichzelf een injectie moeten toedienen.
De schoolmaaltijden worden besproken met het oog op het onderzoeken van de mogelijkheden om het allergeen te weren en een aangepaste behandeling ter beschikking te stellen voor de symptomen die kunnen voortvloeien uit het per vergissing innemen van het allergeen. De anafylactische shock houdt doodsgevaar in als er geen onmiddellijke behandeling met een adrenalinespuit voorhanden is: in dat welbepaalde geval is de schoolmaaltijd dus formeel af te raden. Die kinderen zouden de maaltijden moeten consumeren die werden bereid door hun ouders en meegebracht. In dit geval dienen vier essentiële punten in acht te worden genomen: Het gezin draagt de volle verantwoordelijkheid voor het verstrekken van de maaltijd (ingrediënten, bestek, verpakking en recipiënten die nodig zijn voor het transport en het opslaan van alles); Alle elementen van de maaltijd moeten met de naam van de bestemmeling gemarkeerd worden om elke mogelijke fout of verwisseling te vermijden; De koudeketen moet gerespecteerd worden, van de fabricage (of de aankoop) tot de aanbieding aan het kind, maar een specifieke koelkast en microgolfoven voor die gevallen zijn niet nodig; De koud bewaarde producten moeten koel vervoerd worden om te waarborgen dat de temperatuur laag blijft gedurende het transport en eventueel de opslag voor verbruik, bijv. in een ijsbak of thermische zak.
Vóór consumptie, binnen de school, moeten de producten die koud bewaard dienen te worden, opgeborgen worden in de koelkast als die uitrusting voorhanden is. Als er geen koelkast is, worden de producten in de ijsbak of de thermische zak gelaten tot op het allerlaatste moment. Terwijl er gewacht wordt, wordt de ijsbak of thermische zak bewaard op een plaats waar ze beschut zijn tegen elke warmtebron (bijv. de zon). Voor geregelde opvang in een kinderdagverblijf geeft de arts van het opvangtehuis zijn advies over de toelating, na het kind medisch onderzocht te hebben in aanwezigheid van de ouders.[12-13] In belgië bestaat dit “geïndividualiseerde opvangplan” nog niet, maar het zou gebruikt moeten worden om de opvang van de kinderen met een voedselallergie te verbeteren. 9
3. De etikettering van voorverpakte voedingsproducten Volgens de richtlijn 2000/13 (K.B. van 13 september 1999) geldt vandaag de verplichting om op het etiket van voorverpakte voedingsproducten meerdere vermeldingen aan te brengen, zoals de verkoopbenaming, de lijst van ingrediënten, de hoeveelheid van bepaalde ingrediënten, de houdbaarheidsdatum, … Om keuzes te kunnen maken die in overeenstemming zijn met de gezondheid van een allergisch kind, moeten consumenten aandachtig het etiket op de producten lezen alvorens ze te kopen. Om de allergische personen te helpen keuzes maken met volle kennis van zaken, heeft de Europese Unie die richtlijn gewijzigd door de richtlijn 2003/89 (K.B. van 13 februari 2005), die de verplichting invoert om 12 ingrediënten (waaronder soja) op het etiket te vermelden die beschouwd worden als de meest frequent voorkomende allergenen.
10
En dit ongeacht de hoeveelheid van het allergeen dat in het product aanwezig is. Wanneer ze in een voedingsproduct voorkomen, moeten deze ingrediënten vermeld worden op het etiket door middel van een duidelijke verwijzing naar de naam van het ingrediënt (tenzij de verkoopbenaming al naar het ingrediënt verwijst). Die lijst van 12 stoffen werd al opnieuw onderzocht en er werden nog 2 ingrediënten aan toegevoegd (richtlijn 2006/142/ EG, nog niet omgezet in een K.B.).
Bepaalde stoffen kunnen echter voorlopig uitgesloten worden na advies van de European Food Safety Authority (EFSA): de opsomming daarvan vinden we terug in de richtlijn 2005/26/EG (K.B. van 13 januari 2006). De richtlijn voorziet dat die afwijkingen voorlopig zijn tot 25 november 2007. De lidstaten hebben op 15 oktober 2007 beslist tot de definitieve uitsluiting van die stoffen voor soja. Het gaat om de volgende ingrediënten: sojaolie en -vet die volledig geraffineerd zijn en de producten die daarvan afgeleid zijn, in de mate waarin de transformatie die ze hebben ondergaan het allergieverwekkende vermogen niet vergroot, zoals dat voor het basisproduct waarvan ze zijn afgeleid door de EFSA werd bepaald; gemengde natuurlijke tocoferolen (E306), natuurlijk D-alfa-tocoferol, natuurlijk D-alfa-tocoferolacetaat, natuurlijk D-alfa-tocoferolsuccinaat afgeleid van soja; fytosterolen en fytosterolesters afgeleid van plantaardige sojaoliën; plantaardige stanolester gemaakt van sterolen die zijn afgeleid van plantaardige sojaoliën. Als die stoffen uit de lijst weggelaten worden, dan is dat omdat ze a priori geen risico opleveren voor de mensen die allergisch zijn aan soja.
De richtlijn 2003/89/EG is in België in voege getreden op 25 november 2005, wat niet betekent dat alle producten die sinds die datum in de handel gekomen zijn, conform aan die richtlijn zijn. De bestaande voorraden mogen immers nog verkocht worden, wat enige tijd kan vergen (denk aan producten in blik). Er zijn niet alleen veranderingen aan de kant van de consumenten. De fabrikanten moeten natuurlijk ook hun etikettering actualiseren en heel vaak bijzonderheden vragen aan hun leveranciers. Die informatie krijgen ze maar moeilijk in handen. Anderzijds kunnen er zich kruisbesmettingen voordoen tijdens de productie, wat de fabrikanten ertoe brengt om op hun etiketten een aanvullende etikettering aan te brengen, ook preventieve of parapluetikettering genoemd. Voor die etikettering gelden helemaal geen bepalingen in een wetgevend kader. Meer nog: vermeldingen zoals “kan ... bevatten” en “gemaakt in een atelier dat ... gebruikt” zijn compleet in strijd met het streefdoel van die nieuwe wetgeving, aangezien enkel de gebruikte ingrediënten op het etiket vermeld moeten worden. Zo komen we in een situatie van overdracht van aansprakelijkheid die de ouders van een allergisch kind verplicht om te beslissen of zij ja dan nee het risico willen nemen om het betreffende voedingsproduct aan hun kind te geven.
11
4. De traceerbaarheid van de soja in grootkeuken Een allergeen weren uit een grootkeuken is moeilijk en vergt nauwgezetheid. De HACCP-methode kan toegepast worden in het geval van de productie van een allergeenwerend dieet. Het is noodzakelijk om : De mogelijke bronnen van besmetting van de voedingsproducten door een allergeen te identificeren ; Aangepaste maatregelen in te voeren om te voorkomen dat een allergeen tijdens de bereiding in het product terechtkomt.
De risico’s analyseren Eerst wordt de lijst opgemaakt van alle mogelijke bronnen van besmetting (grondstoffen, materieel, methoden, handarbeid, milieu), geklasseerd volgens de ernst van het gevaar en de frequentie waarmee ze kunnen voorkomen. Het doel bestaat erin de lijst van oorzaken en preventieve maatregelen op te stellen. Het schema hierna (zie pagina 14-15) geeft een idee van de verschillende soorten producten waarin soja terug te vinden is.
De kritieke punten onder controle houden Het gaat erom te bepalen welke de gevaren op de lijst zijn die een kritiek punt vormen voor de veiligheid van het product op het vlak van allergie. Soja kan men in traditionele producten vinden zoals sojabonen, sojabloem, sojasap/-drink, sojaolie, tofu, tempeh, miso, sojasaus, tamari, okara, yuba.
12
Hierna volgt een niet exhaustieve lijst van verschillende benamingen van ingrediënten en additieven die de aanwezigheid van soja in een voedingsproduct kunnen doen vermoeden: • Sojabloem: plantaardige bloem; • Sojaproteïnen, plantaardige proteïnen (zonder verdere toelichting), getextureerde plantaardige proteïnen, gehydrolyseerde proteïnen, concentraat of isolaat van plantaardige proteïnen of van soja; • Sojaolie, plantaardige vetten, plantaardige oliën, plantaardige vetstof; • Sojalecithine, lecithine (zonder verdere toelichting), E322, emulgeermiddelen (E322), lecithine (van soja), verdikkingsmiddelen, textuurmiddelen • mononatriumglutamaat (E621), smaakversterker (zonder toelichting); • plantaardig zetmeel, paneermeel, zetmeel. opmerking: Soja behoort tot de allergenen waarvan de aanwezigheid nu MOET WORDEN VERMELD in de ingrediëntenlijst op het etiket (zie vorig hoofdstuk), ongeacht in welke hoeveelheid het erin voorkomt. Bijgevolg moeten de producten die één of meerdere elementen van de bovenstaande lijst en die van soja afgeleid zijn bevatten, dit duidelijk vermelden. Als er twijfel blijft bestaan, contacteer dan de verkoper of de fabrikant voor meer informatie.
Vervolgens moet de lijst opgemaakt worden van de criteria van toezicht, die het mogelijk zullen maken om vast te stellen of het kritieke punt onder controle is en de verbeteringslijst voor de eventuele verschillen op te maken, zonder het beheer van de producten die tijdens het verlies van de controle gefabriceerd werden te vergeten. Het schema op pagina 16 stelt de algemene besluitvormingsstructuur voor die toepasbaar is in elke zone (van de productie - opslag van de grondstoffen, verhandeling, opslag van de bereidingen - tot de distributie).
13
Soja in de producten van de voedingsindustrie bron : L’HOCINE et al. 2007 [15]
14
15
hoe kies je De gronDstoFFen? Je moet : Een lastenkohier (productstudie en fabricagediagram) opstellen; De lijst van de leveranciers (+ vervangleveranciers en tijdelijke leveranciers) opmaken van wie de traceerbaarheid van de producten (+ transporten) gecontroleerd is; De lijst van sojaterminologie aan de leveranciers overmaken; Inlichtingen van de leveranciers verzamelen om de volledige lijst te verkrijgen van de bestanddelen van hun producten (technische fiches). Ze zouden een document moeten ondertekenen waarin ze hun verantwoordelijkheid erkennen met betrekking tot de afwezigheid, de aanwezigheid of de mogelijke aanwezigheid van soja (dat laatste punt vereist een rechtvaardiging vanwege de leverancier); Eisen dat ze elke verandering in de ingrediënten melden. opgelet: bij de aanvaarding van een handelswaar wordt de productverantwoordelijkheid overgedragen van de leverancier op de grootkeuken; vandaar dat het zo belangrijk is om de technische fiche goed te controleren. 16
het proDuctieparcours organiseren Het werk moet zo georganiseerd worden dat elk contact tussen de voedingsproducten die voor de allergische kinderen bestemd zijn en de potentiële allergenen (soja) vermeden wordt. opgelet: keukenmateriaal of het werkblad slecht schoonmaken, je handen niet wassen enzovoort kan al genoeg zijn om een kruisbesmetting te veroorzaken. Daarom wordt aangeraden om met dat aspect rekening te houden bij de organisatie van de maaltijdbereiding (zie HACCP-procedure).
De traceerbaarheiD van De voeDingsproDucten Die maakt het mogelijk om het voedingsproduct in alle fasen te volgen: van de ontvangst, via de opslag en de verwerking, tot de distributie.
het personeel Het is van belang dat alle personen die de voedingsproducten manipuleren welke voor de allergische kinderen bestemd zijn, op hun verantwoordelijkheid gewezen worden: het geringste spoor van een allergeen kan heel ernstige gevolgen hebben. Er zal onder andere goed opgelet moeten worden bij het schoonmaken van de werkinstrumenten en de werkvlakken, er moet gelet worden op de risico’s voor sojabesmetting, ... en er moet sensibilisatie en een opleiding met betrekking tot de problematiek van de voedselallergie voorzien worden voor de mensen die in de opvangstructuren werken.
17
leXiQue leXicon allergenen: antigenen die verantwoordelijk zijn voor allergieën. gekruiste allergieën: komen overeen met klinische allergische reacties op verschillende allergenen zonder dat er vooraf een eerste sensibiliserend contact met elk van die allergenen is geweest. antilichaampjes: stof die door het organisme wordt afgescheiden om een antigeen te bestrijden. antigeen: vreemde stof die de vorming van onder andere antilichamen op gang brengt. atopie: genetische voorbestemming om extra hevig te reageren bij contact met een allergeen. anafylactische shock: ernstige en veralgemeende reactie die symptomen op het vlak van de huid, van de luchtwegen, van hart en bloedvaten, en maag en darmen samen kan veroorzaken en tot de dood kan leiden. Hij doet zich meestal 1 à 30 minuten na de blootstelling aan het allergieverwekkende voedingsproduct voor. haccp (hazard analysis and critical control point system): systeem voor het analyseren van de risico’s en de kritieke punten om ze onder controle te houden. ig (afkorting van immunoglobuline): familie van proteïnen die de antilichamen vormen. Er bestaan meerdere klassen van, vertegenwoordigd door een letter (voorbeelden: Ig E, Ig G, …). prick test: huidtest die erin bestaat op de huid van de rug of de onderarm een druppel van een allergieverwekkende oplossing te laten vallen en daar doorheen te prikken met een geplastificeerde plastic pin. Als er na enkele minuten een verharding zichtbaar wordt, wijst dat op een allergische reactie. Dat betekent dat de persoon gevoelig gemaakt is, maar niet noodzakelijk dat hij of zij ook allergisch is. orale provocatietest: test uitgevoerd in het ziekenhuis, die erin bestaat almaar grotere doses van het voedingsproduct in te nemen en de persoon te observeren om eventuele reacties op te sporen.
18
reFerenties reFerenties [1] Europese Commissie DgI. Rapporten van het wetenschappelijke comité voor de menselijke voeding (37ste reeks), Menselijke voedingsWetenschappen en -technieken, Rapport van het wetenschappelijke comité voor menselijke voeding: Contrary reactions to food and food ingredients (uitgebracht op 22 september 1995), 1997. [2] Dean T. Inleiding. In: Food intolerance and the food industry, Woodhead Publishing in Food Science and Technology. 2002. pp. 1-11. [3] DUBUISSON Carine, LA VIEILLE Sébastien, MARTIN Ambroise, Allergies Alimentaires: Etat des lieux et propositions d’orientations, Agence Française de Sécurité Sanitaire des Aliments (Afssa Derns), Janvier 2002. [4] Rancé F., Bidat E. Allergie alimentaire chez l’enfant. Médecine et Hygiène, Médecine et Enfance ed. 2000. [5] Dubuisson C., La Vieille S., Martin A. Allergies alimentaires: Etats des lieux et propositions d’orientations. 2002. [6] Moneret-Vautrin DA., Kanny G., Morisset M. Les allergies alimentaires de l’enfant et de l’adulte. Masson ed. 2006. [7] L’encyclopédie des aliments. Editions Fontaine ed. Paris: 1997. [8] Podesto M., Fredette N., Breton M., Emond I. Le guide des aliments. Editions Québec Amérique ed. Cologne: 1999. [9[ Ballmer-Weber BK, Holzhauser T., Scibilia J., Mittag D., Zisa G., Ortolani C., et al. Clinical characteristics of soybean allergy in Europe: a double-blind, placebo-controlled food challenge study. J Allergy Clin Immunol 2007 Jun;119(6):1489-1496. [10] Bidat E. Allergie alimentaire de l’enfant. Archives de pédiatrie 13, 1349-1353. 2006. [11] EFSA. Opinion on the scientific panel on dietetic products, nutrition and allergies on a request from the commission related to a notification from WFA and AWRI on casein and potassium caseinate used in the manufacture of wine pursuant to article 6 paragraph 11 of directive 2000/13/EC - for permanent exemption from labelling. The EFSA Journal 531, 1-6. 2007. [12] Bulletin officiel n°34 du 18 septembre 2003 - Enfants et adolescents atteints de troubles de santé (France). 2003. [13] Rancé F avec la collaboration de MC. ROMANO. L’accueil des enfants atteints d’allergies alimentaires à l’école et dans les structures périscolaires, révisé en mai 2005, disponible sur www.allergienet.com. [14] BIDAT E., Le soja est-il un aliment allergisant, faut-il en avoir peur?, 5 septembre 2005, disponible sur www.allergienet.com. [15] l’HOCINE Lamia, JOYCE l. Boye, Allerginicity of soybean: new developments in identification of allegnic proteins, cross-reactivities and hypoallerginization technologies, Critical Reviews in Food Science and Nutrition, Volume 47, Issue 2, p.127 - 143, February 2007. [16] ARAB Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming beschikbaar op http://www.juridat.be/cgi_loi/legislation.pl.
19
Uitgave 2007 Catalogusreferentie: 881-07 D-2007 –2492-130 © OIVO Reproductie toegelaten mits voorafgaande toestemming van de uitgever en bronvermelding.