VERANTWOORDELIJKE UITGEVER : L. MELIS, 9-11, FONTAINASPLAATS, BRUSSEL
Statutair Congres gehouden op 18, 19 en 2 0 mei 1965 te Brussel
Moreel Verslag
TWINTIGSTE VERJAARDAG
De Algemene Centrale der Openbare Diensten bestaat twintig jaar. Ontsproten uit de clandestiene weerstand tegen de bezetter werd zij officieel op 18 augustus 1945 opgericht. Onze organisatie is het verlengstuk van het Nationaal Syndicaat van S.P.T. T.Z.L., van de Belgische Centrale der Openbare Diensten, van de Centrale van het Socialistisch Onderwijzend Personeel en van het Nationaal Syndicaat van Landsverdediging, die op hun beurt na de eerste wereldoorlog in het leven waren geroepen. Het fusie- en oprichtingscongres had plaats op 18 en 19 augustus 1945 te St.JansMolenbeek onder het voorzitterschap van Henri Hazard. Meer dan 200 geestdriftige gedelegeerden woonden dit eenheidscongres bij ; zij aanvaardden de princiepsverklaring en het ontwerp van statuut, alsmede het onmiddellijk eisenprogramma. Zij duidden insgelijks de acht leden van het Bestendig Secretariaat aan nl. : Jozef Bracops (algemene voorzitter), Roger Lefèvre (ondervoorzitter), Alfons Beckers, Charles Crevecceur, André Genot, Henri Jansen (algemene secretarissen), Charles Bogaert en Arthur Valkeners (penningmeester" en adjunctpenningmeester). Dit was het startsein. Een heldhaftig begin : als mobilair enkele oude kantoormeubelen, als materiaal een paar oude schrijfmachines en een defecte duplicator, een ledige kas en een zestal stenotypisten „vulden" dit alles aan. Einde 1945 was onze vriend Jozef Bracops kandidaat voor de wetgevende verkiezingen en stelde vrijwillig zijn mandaat van algemene voorzitter ter beschikking, zulks in overeenstemming met de statuten. Henri Jansen volgde hem op. Het Bestendig Secretariaat onderging een nieuwe wijziging door het overlijden op 3 april 1947 van onze betreurde A. Beckers.
4
Twintigste verjaardag
Als algemene secretarissen werden aangewezen Jacques Cloes en Georges Debunne. Het tweede statutair congres van de A.C.O.D. had plaats te Oostende in september 1947. Het derde ging door te Luik in oktober 1949. Het aanvaardde de vermindering van het aantal leden van het Bestendig Secretariaat van 8 tot 6. Onze vriend André Genot kreeg geen hernieuwing van zijn mandaat en Roger Lefèvre werd niet herkozen. Op dit ogenblik bestond het Bestendig Secretariaat uit volgende leden: Henri Jansen (Algemene Voorzitter), Charles Crevecceur, Georges Debunne, Arthur Valkeners en Jacques Cloes (algemene secretarissen), Charles Bogaert (algemene penning-, meester). Het vierde statutair congres werd gehouden te Gent in september 1952. Het vijfde congres had in 1955 te Brussel plaats in het teken van de Xde verjaardag van de oprichting van onze Centrale. Het zesde congres greep plaats te Brussel in mei 1958 ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van Brussel. Intussen had onze vriend Henri Jansen, algemene voorzitter, de leeftijdsgrens bereikt en had een Nationaal Comité in 1956 Georges Debunne voor dit mandaat verkozen. Sinds januari 1957 bestond het Bestendig Secretariaat dus officieel uit volgende leden : Georges Debunne (algemene voorzitter), Arthur Valkeners, Charles Crevecceur, Jacques Cloes (algemene secretarissen) en Charles Bogaert (algemene penningmeester). Het zevende statutair congres werd in november 1961 te Brussel gehouden. Ondertussen had Charles Bogaert eveneens de leeftijdsgrens bereikt en het Bestendig Secretariaat verlaten : Arthur Valkeners was aangesteld als Kabinetschef van de Minister van P.T.T. Het Bestendig Secretariaat was dus verminderd tot 3 leden en dit congres heeft de huidige ploeg aangewezen nl. : Georges Debunne (algemene voorzitter), Jacques Cloes, Charles Crevecceur, André Résimont en Louis Melis (vier algemene secretarissen). Het achtste congres heeft nu te Brussel plaats op 18, 19 en 20 mei 1965 en de twintigste verjaardag van de stichting van onze Centrale zal er gevierd worden.
Twintigste verjaardag
5
Te allen tijde heeft onze Centrale de vertegenwoordigers van de sectoren bij het syndicaal beleid en het beheer van de A.C.O.D. nauw betrokken. Het Uitvoerend Bureau heeft niet geaarzeld zijn verantwoordelijkheid op te nemen en heeft in de geschiedenis van onze Centrale een grote rol gespeeld. Gedenken wij onze helaas veel te vroeg verdwenen vrienden : Campion H., Delanoyer H., Devaux G., Lesoille D., Morel P., Vermeulen M. Sedert 1961 heeft de vertegenwoordiging van de gewesten het aanzien en het gezag van deze instantie nog laten aangroeien. Deze heeft zich in geen ivoren toren opgesloten : het aantal nationale comités door het Uitvoerend Bureau bijeengeroepen is dienaangaande voldoende betekenisvol 1 m De banden onder de leden van de A.C.O.D. zijn verstevigd door twintig jaar gemeenschappelijk leven tijdens welke de gevoerde strijd, de doorstane beproevingen en de behaalde overwinningen de kameraadschappelijke actie van de samengebundelde gewesten en nationale sectoren hebben uitgemaakt. • Op het ogenblik van onze statutaire bijeenkomst, op het moment dat alle congressisten tezamen zullen zijn, zullen ze niet nalaten een fiere blik te werpen op de afgelegde weg. Hoeveel verbeteringen zijn er door onze Centrale niet gebracht aan de toestand waarin de personeelsleden der Overheidsdiensten en van Gazelco zich bevonden ? Het algemeen commissionnement heeft alle onderscheid tussen werklieden en bedienden weggenomen en de fundamentele ongelijkheden zijn verdwenen. De verbetering van de pensioenen is een blijvend zorgenkind geweest. De bezoldigingen zijn voortdurend verbeterd langs talrijke baremaherzieningen om. De koopkracht is gevrijwaard geworden en gestegen. De arbeidsvoorwaarden zijn menselijker geworden. De werkduur zelf is op niet te onderschatten wijze verminderd. Vakantie is een mogelijke zaak geworden, ook voor de meest bescheiden personeelsleden. Men bouwt aan de zekerheid door de opneming in de verzekering „geneeskundige verzorging". Het syndicaal statuut regelt onze wijze van vertegenwoordiging; de verbetering ervan is voor morgen ! De A.C.O.D. heeft alle redenen om fier te zijn over de door
6
Twintigste verjaardag
haar gevoerde strijd ter verbetering van het stoffelijk en moreel lot van haar aangeslotenen. • Wij bezitten een stevige administratieve organisatie. Voorlichting van onze leden en militanten is verzekerd. Hun opleiding is aangevat. Wij beschikken over een talrijk personeel en modern materiaal. Wanneer men ons ledental vergelijkt met dit van tijdens ons oprichtingscongres stellen wij vast dat het verdubbeld is. Het gemiddelde aantal bijdragebetalende leden voor 1964 is een recordcijfer. Onze militanten en afgevaardigden beijverden zich dagelijks met een volharding waarvan wij het beste mogen verwachten om onze Centrale nog verder uit te breiden. De oprichting van een Centrale welke alle personeelsleden der openbare diensten groepeert is een enig experiment dat ingegeven is door stoutmoedige geestdrift. In geen enkel ander land is men er in geslaagd dergelijke concentratie te bewerken en het experiment is ruimschoots en op prachtige wijze geslaagd ! Wij hebben vooroordelen moeten overwinnen. Wij hebben het moeten opnemen tegen een particularistische geest van bepaalde categorieën personeelsleden. Toch zijn zij er toe gekomen een harmonieus evenwicht te bewerken onder de' verschillende instanties die onze Centrale vormen nl. de nationale sectoren en de gewesten. De begonnen taak is nog niet ten einde. Echter zijn wij reeds zover dat het succes nu reeds een voldongen feit is. Wij gaan vooruit. Wij zullen nog veel verder gaan... Ontstaan in het verzet, beroep doende op de interprofessionele geest, de klemtoon leggende op de algemene problemen en trachtende aan de hogere vereisten te voldoen zet de A.C.O.D. de harde strijd voor de VREDE, de VRIJHEID, de DEMOCRATIE en de SOCIALE VOORUITGANG verder. Twintig jaar later is de A.C.O.D. tevens het meest representatief, het meest dynamische en het meest democratische syndicaat van de openbare sector geworden en een van de machtige centrales van het A.B.V.V. Beste dank aan allen die bijgedragen hebben om dit belangrijk succes van de werknemers van het openbaar ambt te bereiken. G. DEBUNNE, Leve de A.C.O.D. F Algemeen Voorzitter.
JACQUES CLOES
verlangt geen hernieuwing van zijn mandaat en zal bijgevolg het Bestendig Secretariaat van de A.C.O.D. verlaten. Jacques CLOES kwam uit een nederig handelaarsgezin en zeer jong nog kwam hij in opstand tegen de ellende van de arbeidende klasse. Dit had een grote invloed op zijn vorming en zijn gedrag. Hij was eerst tewerkgesteld in een ciderfabriek, daarna in een onderneming van wegwerkers, zodat hij de toenmalige lage lonen leerde kennen. Kort nadien treffen wij hem aan bij de Staatsspoorwegen als baanwerker. Alhoewel hij werkt in een streek waar het Christelijk Syndicaat het sterkste is, sluit hij onmiddellijk aan bij het Nationaal Syndicaat van S.P.T.T.Z.L. Reeds in 1922 neemt hij gedurende enkele dagen deel aan de staking die uitgevaardigd wordt door het Nationaal Syndicaat. Later neemt hij deel aan de wedstrijd van treinwachter. Na zijn militaire dienst wordt hij hulpsectiechef; Van dan af zoekt hij zijn weg bij het toezichtspersoneel van de Dienst der Baan.
8
Jacques Cloes
Autodidact wijdt hij zijn avonden en nachten aan de studie en in 1927 slaagt hij in het examen van spoorleggersbaas en wordt hij in die graad benoemd. Hij blijft niet bij de pakken zitten! In 1929 legt hij met succes alle proeven af van het vergelijkend examen van meestergast der baan en wordt benoemd in die graad van de 2de categorie, juist in Montzen waar hij in 1921 als werkman van de, baan is begonnen. Wegens zijn goede diensten wordt hij in 1931 tot meestergast 1ste categorie benoemd. Een jaar nadien bekomt hij de „grote keus" met de vermelding „personeelslid van uitzonderlijke waarde". Dit belet hem niet tweemaal per week van Montzen naar Luik te reizen om er de avondlessen te volgen in de School voor Openbare Werken van de stad Luik, waar hij gedurende twee jaar de klassieke vakken instudeert, iets wat hem voordien onmogelik was daar hij heel vroeg moest gaan werken. Zijn leergierige geest spoort hem aan gedurende drie jaar in het atheneum van Verviers Duitse les te volgen. In 1934 bekomt hij zijn overplaatsing naar Luik-Vivegnis en in 1941 voor Luik-Guillemins (toentertijd de belangrijkste post van meesterga'st 1ste categorie van groep Luik). In 1957 wordt de graad van werkleider bij de Baan ingevoerd: Jacques Cloes wordt als dusdanig benoemd. Ten slotte heeft de Nationale Maatschappij de 4de trap voor het toezichtspersoneel aangenomen en als oudste bediende aangeschreven met de „grote keus" wordt hij in februari 1965 tot eerste werkleider benoemd. Dit is werkelijk een mooie administratieve loopbaan !
Op syndicaal gebied zijn de verdiensten van Jacques Cloes niet minder. Van in het begin van zijn loopbaan is hij een propagandist voor het Nationaal Syndicaat en verdedigt hij de zaak van de onder zijn bevelen staande personeelsleden. In 1929 wordt hij aangeduid als secretaris van de gewestelijke technische commissie van het toezichtspersoneel der Baan voor de groep Luik. In 1931 vinden wij hem nog in dezelfde technische commissie, maar deze keer op nationaal gebied. Begin 1941 sluit hij aan bij de gewapende weerstand groep AL. Hij is een erkend gewapend weerstander. Terzelfder tijd vormt
Jacques Cloes
9
hij met de betreurde vriend Léon LELA-RGE-een ploeg die de kern is van wat later eerst de sector „Spoor" van het Algemeen Syndicaat der Openbare Diensten en daarna de sector „Spoor" van de A.C.O.D. zal worden. Nog vóór de Bevrijding' wordt een voorlopig comité gevormd waarvan hij voorzitter is in afwachting van de regelmatige verkiezingen. Hij wordt tot voorzitter verkozen en regelmatig herkozen tot in 1955, datum waarop hij eenparig tot erevoorzitter wordt aangewezen. Hij is lid van het Uitvoerend Bureau van het gewest A.C.O.D. van Luik en tot in 1961 ondervoorzitter van deze instantie. Op dit ogenblik is hij ook lid van het federaal bestuur van het A.B.V.V. van Luik. Laten wij eveneens vermelden dat hij effectief lid is geweest van de gewestelijke Paritaire Commissie van Luik en dat hij dit mandaat heeft verzaakt om steeds weer effectief lid van de Nationale Paritaire Commissie van de N.M.B.S. te worden. In maart 1945 is hij bestendige secretaris „Spoor" van het gewest Luik geworden. In maart 1946 werd hij als algemeen secretaris A.C.O.D. aangewezen en bij elk congres opnieuw herkozen; sedert 1960 houdt hij zich bezig met de thesaurie. Als lid van het Bestendig Secretariaat heeft hij dus deel uitgemaakt van het nationaal Uitvoerend Bureau van de A.C.O.D., maar hij is ook lid van het Nationaal Uitvoerend Bureau „Spoor' alsook van het Nationaal Comité A.B.V.V. Verder is hij plaatsvervangend lid van de Algemene Syndicale Raad van Advies. Bij de Bevrijding had hij de functies van Léon LELARGE overgenomen als lid van de Zuiveringscommissie van de groep Luik, waar hij de dossiers heeft onderzocht van de incivieke spoormannen. Zijn administratieve loopbaan, zijn syndicale actie en ook zijn burgerlijke verdiensten bezorgden hem een twaalftal welverdiende onderscheidingen. Tijdens de jongste zittijd werd hij door ziekte getroffen, wat hem van het Achturenhuis heeft verwijderd gehouden. Dit heeft hem aangezet ons te verlaten... Vandaag is hij ter.dege hersteld en de A.C.O.D. wenst hem een langdurige en gelukkige rust toe !
IN MEMORIAM
L.
In memoriam
13
DELPATURE H. Gewestelijk Secretaris van de sector „GEPENSIONEERDEN" van Charleroi. Afkomstig van de sector „Spoor". Was een toegewijd militant van wie wij een zeer goede herinnering bewaren. Overleden op 29.4.1961. GEORGES PIERARD Nationaal Secretaris van de sector „Onderwijs". Deze opvoeder werd bij uitstek gekenmerkt door zijn sociale zin en zijn bevoegdheid op onderwijsgebied. Overleden op 17 november 1961. GILBERT Gewezen gewestelijk secretaris van de afdeling der gepensioneerden van Welkenraedt. Afkomstig van de sector „Spoor" — oefende de functies uit van hoofdwachter Staat en N.M.B.S. Overleden op 26.11.1961. FIERAIN A. Voorzitter en gewestelijk secretaris van de afdeling 's Gravenbrakel. Afkomstig uit de sector "Spoor" - had een lang verleden achter zich als militant van 't Nationaal Syndicaat vooreerst, van de A.C.O.D. vervolgens. Was tot het bittere einde een vurig verdediger van de gepensioneerden der Openbare Diensten in het algemeen en van de gepensioneerde spoormannen in het bijzonder. Overleden op 27.11.1961. BAUDSON G. Secretaris-stichter van het gewest Charleroi van de sector „Gepensioneerden" van de A.C.O.D. Lid van het Nationaal Uitvoerend Comité van de sector „Gepensioneerden". Afkomstig uit de sector „Spoor" : gewezen onderstationschef van Monceau. Syndicaal militant van het eerste uur. Dynamisch, toegewijd en ervaren strijder. Overleden op 6.12.1961.
14
In memoriam
L E MAC HE j . Lid van 't U.B. van 't gewest Luik. Voorzitter van de Technische Commissie der Brievenbestellers. Afkomstig uit de sector „Post" : de brievenbestellers uit het Luikse zagen in hem hun ware vertegenwoordiger omwille van zijn grote toewijding en zijn spontane dienstvaardigheid. Overleden op 1.1.1962. GOART F. Gewestelijk Secretaris van de sector „Gepensioneerden" van het gewest Haine-St-Pierre. In de sector „Gepensioneerden" heeft hij de herinnering gelaten van een overtuigd en strijdvaardig syndicalist. Overleden op 28.2.1962. REYNAERT M. Secretaris van het gemeentelijk personeel afdeling Oostende en van de afdeling A.B.V.V. Oostende. Afkomstig uit de sector „Gemeentediensten" : vooraanstaande figuur in de syndicale middens van Oostende. Genoot het volledige vertrouwen van de arbeidersbevolking van zijn streek. Overleden op 24.6.1962. TAMIGNAUX M. Lid van de Hoge Raad voor het Technisch Onderwijs. Voorzitter van het Comité van het Technisch Onderwijs in de schoot van de C.M.Ö.P. (Confédération mondiale de la profession enseignante). Voorzitter van de sector „Onderwijs". Hij was een plichtsbewust man die zich volledig voor zijn taak inzette. Opvoeder van het hoogste gehalte, specialist van het technisch onderwijs, verdediger van het officieel onderwijs-: zijn weggaan laat een grote leegte na zowel in zijn streek als in de schoot van zijn sector. Overleden op 26.6.1962. RENARD A Het A.B.V.V. werd hard getroffen door het zo vroegtijdig heengaan van André Renard, deze vurige Luikse syndicale leider.
In memoriam
15
Zo het tot meningsverschillen kwam met anderen dan mag toch worden gezegd dat het essentiële nooit in het geding kwam nl. een onvoorwaardelijke gehechtheid aan het socialistisch syndicalisme en het geloof in diens werken. Doordat de syndicale strijd voor hem alles betekende was hij een leader die, alwie met hem in contact kwam, wist te charmeren; vooral in het Luikse vond hij duizenden werknemers die hem vol bewondering volgden. Hij was de inspirator en de bezieler van het A.B.V.V. Congres van 1956 waar het stevige economische programma van het A.B.V.V. werd uitgewerkt, programma dat tevens naderhand werd overgenomen door de Belgische Socialistische Partij. Een indrukwekkende menigte bracht hem een laatste hulde. Overleden op 20.7.1962. WILMANS J. Gewestelijk secretaris van de sector „Post" van het gewest Luik. Lid van het U.B.-A.C.O.D. van het gewest Luik. Afkomstig uit de sector „Post" waar hij militeerde sedert de Bevrijding. In een paar maanden tijd verloren de Luikse postmannen een tweede actieve toegewijde militant die zich voor zijn collega's zeer verdienstelijk had gemaakt. Overleden op 1.9.1962." HANOTTE U. Ondervoorzitter van het A.B.V.V.-Bergen - Voorzitter van het V.C.V.O.S. van de Borinage. Afkomstig uit de sector „Onderwijs" - Hij was op rust gesteld onderwijzer, gaf zich volledig over aan het ideaal dat.hij nimmer nagelaten heeft te dienen. Door zijn imponerende gestalte, zijn welbespraaktheid, zijn zware stem, zijn eerlijkheid en zijn gloed wist hij de gunst te winnen van zijn zeer geliefde Borinage. Overleden op 13.9.1962. DE FROMONT Voorzitter van het A.C.O.D. - Gewest AAT. Het gewest AAT heeft het heengaan van die zeer gewaardeerde en zeer geëerde vriend pijnlijk aangevoeld. Hij had eenieders vertrouwen gewonnen. Overleden op 25.9.1962. 2
16
In memoriam
STEPHANY J. Lid van U.B. van de sector „Gemeentediensten" van Luik. Lid van het U.B. van het A.C.O.D. Gewest Luik. Afkomstig uit de sector „Gemeentediensten" : tijdens de bezetting had hij zich eerst volledig ingezet ten gunste van onze Centrale. Het gezond verstand, gematigdheid, eerlijkheid en loyauteit brachten mede dat die uitstekende militant eenieders vriend was geworden. Overleden op 21.11.1962. LAURENS H. Verbonden aan de Juridische Dienst van de nationale A.C.O.D. Afkomstig uit de sector „Ministeries" waar hij de functie van nationale secretaris had bekleed. Als onvermoeibaar werker op wie tegenslagen geen vat hadden, had hij zich uitsluitend willen wijden aan de Juridische Dienst van onze Centrale, waarvan hij de noodzaak, de bloei en de doeltreffendheid had aangevoeld. Zijn bescheidenheid en zijn dienstvaardigheid waren zijn voornaamste kentrekken. Overleden op 4.12.1962. NEYENS J. Secretaris van de sector „Gepensioneerden" van het gewest A.C.O.D. Luik. Afkomstig uit de sector „Spoor" - als militant gaf hij blijk van een voorbeeldige toewijding. Van nature dienstvaardig en edelmoedig, heeft hij de zaak gediend van zijn collega's in actieve dienst of gepensioneerd. Overleden op 1.9.1963. BREUSEGEM A. Lid van het U.B. van het gewest Oost-Vlaanderen. Afkomstig uit de sector „Spoor" — was een zeer bevoegd syndicaal leider die zich volledig inzette voor de verdediging van zijn collega's. Het lot van de gepensioneerden lag hem zeer na aan het hart. Overleden op 10.11.1963.
In memoriam
17
LENIE A. Voorzitter van de sector „Gemeentediensten" van het Gewest Antwerpen. Lid van het U.B. - A.C.O.D. van het gewest Antwerpen. Lid van het Nationaal U.B. van de sector „Gemeentediensten". Afkomstig uit de sector „Gemeentediensten" : was een stichtend voorbeeld van hetgeen kan gedaan worden door een militant die met hart en ziel strijd voert voor de ontvoogding van de werknemers. Daarvoor streed hij gans zijn leven. Dank zij zijn gezond verstand, zijn groot werkvermogen en zijn persoonlijke hoedanigheden kwam hij ertoe ieders vertrouwen te winnen. Zijn voorbeeldige houding, zijn toewijding, zijn goedheid tevens maakten van hem een eersterang-militant. Overleden op 3.2.1964.
PIERMAN M. Medestichter en penningmeester van de afdeling .,Vakantie en Vrije Tijd" van de Spoormannen in het gewest Brussel. Afkomstig van de sector „Spoor" - was gemoedelijk in de omgang en niet minder wilskrachtig. Alwie hem gekend heeft zal zich zijn bescheidenheid en zijn onverdroten activiteit herinneren. Overleden op 3.3.1964.
WARSON M. Gewezen Voorzitter van de nationale sector „Onderwijs", afkomstig uit de sector „Onderwijs" was een groot militant ten dienste van onze Centrale reeds van bij de Bevrijding. Krachtdadig en dienstvaardig als hij was, genoot hij ook eenieders achting voor zijn goedheid en zijn verknochtheid aan ons ideaal. Overleden op 13.3.1964.
ANGENOT J. Gewezen secretaris van de sector „Onderwijs" van het gewest Welkenraedt. Afkomstig uit de sector „Onderwijs" - van hem bewaren wij de herinnering van een man uit één stuk en een werknemer wiens toewijding boven alle twijfel verheven v was. • Overleden op 3.3.1964.
18
ïn memoriam
VAN VAERENBERGH Lid van het Uitvoerend Comité van het gewest Brussel van de sector „Onderwijs". Lid van het Uitgebreid Hoofdbestuur van dezelfde sector. Afkomstig uit de sector „Onderwijs" - was bekend om zijn korte, soms heftige doch steeds humane tussenkomsten. Door zijn bescheidenheid en zijn verantwoordelijkheidszin had hij de waardering van al zijn collega's gewonnen. Overleden op 17.4.1964. LESOILLE D. Nationaal. Secretaris van de sector „Parastatalen". Lid van het Nationaal Uitvoerend Bureau van de A.C.O.D. Afkomstig uit de sector „Parastatalen" — was een groot verdediger van de agenten van het Openbaar Ambt. Door zijn onomwonden betogen, zijn sappige taal en zijn treffende beeldspraak was hij een graag gehoord debater. Achter zijn grote gestalte verschanste zich een even groot hart, steeds gevoelig voor sociale onrechtvaardigheid. Door zijn bescheiden geaardheid zou hij de opsomming van al zijn kwaliteiten, die al onze aangeslotenen in herinnering zullen bewaren, afgewezen hebben. Overleden op 7.8.1964. GUSTAVE FREBUTTE Gewestelijk Secretaris A.C.O.D. van de Borinage, Voorzitter van de gewestelijke afdeling „Spoor" van Bergen. Hij was zeer jong in dienst gekomen bij de. Spoorwegen. Hij zal een der grote figuren van het syndicalisme blijven. Overleden op 2-3-1965.
Er zijn ons helaas heel veel kameraden ontvallen, veel meer dan op bovenstaande lijst voorkomt welke noodgedwongen beperkt moest worden. Andere militanten zijn ook heengegaan. Ze oefenden meer bescheiden functies uit. Ook in de zuster-organisaties heeft de dood toegeslagen. Zo ook in de buurlanden en over de hele wereld.
In memoriam
19
Op het ogenblik dat ons Statutair Congres zal doorgaan, dat tevens een gelegenheid zal zijn om de gestadige toename van onze macht en onze 20e verjaring te vieren, zullen wij tijdens een minuut stilte in gedachten verbonden zijn met al degenen — bekenden en minder bekenden — die ons ontvallen zijn en die zich. gelovende in één zelfde ideaal van sociale gerechtigheid, voor de grote zaak der werknemers volledig hebben ingezet.
•
11111
GOUDEN EREKENTEKENS Datum Bastini Frans Camermans Charles Danse Oscar (1) Jeanjot O d o n (1) Barbier J e a n (1) T o t é L e o n (1) Kestemont Jean Despontin Lucien Casteleyn Jules Roels A u g u s t Declercq H e c t o r . . . . Groeneweghe Rudolf Jansen H e n r i Vonneche August V e r m e u l e n Marcel (1) Remacle Alexis Koob Maurice Delanoyer H e n r i Springuel Eugène Velghe Adolf Devaux G u i l l a u m e (1) Dieudonné Felix (1) Devriese Edward Xapaille J e a n Cauweiier Maurice Bogaert Charles Vanthienen Albert (1) Van de Moortel Maurice Taminiaux A r m a n d Pirmez L. Gilis Jules D'Helt Francois Noterman Maurice Premer Gustaaf Rongé Jozef Veldekens Désiré Delavignette Marius Vanden Abeele Henri Eibers Louis
Post Spoor Gemeenten Onderwijs T.T. Onderwijs Onderwijs Spoor Gemeenten Spoor Spoor Post Onderwijs Post Gemeenten Spoor Gazelco T.T. Zeewezen Spoor Spoor Ministeries Zeewezen Spoor T.T. Post Gemeenten Onderwijs Onderwijs Onderwijs Spoor Spoor Spoor Spoor Gemeenten Gemeenten Gemeenten Spoor Gazelco
: van
toekenning
Nationaal Congres 1952 N.U.B. 12 oktober 1953 N . U . B . 24 november 1953 N . U . B . 30 november 1953 N . U . B . 26 oktober 1954 N . U . B . 26 oktober 1954 N . U . B . 7 m a a r t 1955 N . U . B . 18 april 1955 N . U . B . 19 augustus 1955 N . U . B . 10 oktober 1955 N . U . B . 28 december 1955 N.U.B. 30 j a n u a r i 1956 N.U.B. 2 augustus 1956 N . U . B . 17 april 1957 N.U.B. 9 september 1957 N . U . B . 23 december 1957 N . U . B . 8 september 1958 N.U.B. 8 september 1958 N.U.B. 8 september 1958 N.U.B. 29 september 1958 N . U . B . 17 november 1958 N . U . B . 13 april 1959 N . U . B . 19 augustus 1959 N . U . B . 19 augustus 1959 N . U . B . 19 augustus 1959 Nat. Comité 25 april '60 Nat. Comité 14 aug. '60 Congres 5 november 1961 Congres 5 november 1961 Congres 5 november 1961 Congres 5 november 1961 Congres 5 november 1961 Congres 5 november .1961 Congres 5 november 1961 Congres 5 november 1961 Congres 5 november 1961 Congres 5 november 1961 N . U . B . 20 oktober 1961 5 m a a r t 1962
24
Erelijst
Breugelmans John Van Dijck Frans Mertens E. Verbist Charles Clerbaux Gaston Laenen Francois Pope Gustaaf Lesoille Daniël (1) (1) posthuum
Onderwijs Onderwijs Spoor Spoor Gazelco Gepension. Gemeenten Parastatalen
8 oktober 1962 8 oktober 1962 18 januari 1963 18 januari 1963 15 maart 1964 Buit. Congr. 15 maart '64 Buit. Congr. 15 maart '64 10 augustus 1964
ZILVEREN EREKENTEKENS De Raef Jean Ballez Paul Droeshout Emm. Flahaux Jules Libon Jozef Evrard Fernand Uyttebroeck Jozef Dewattines Firmin Jacques Theo Coeckelberghs F. Willemkens Pieter Menu Camiel Crol Michel Hottois Raoul Morlet Leon Soens Jozef Vermaesen Karel Verlinden August Butaye Jozef
Ministeries Onderwijs Gepension. Ministeries R.L.W. Ministeries Onderwijs Post Ministeries Gepension. Ministeries Zeewezen Ministeries Onderwijs Onderwijs Gemeenten Onderwijs Gepension. Spoor
N.U.B. 30 oktober 1953 N.U.B. 1 juni 1954 N.U.B. 13 augustus 1954 N.U.B. 11 oktober 1954 N.U.B. 7 maart 1955 N.U.B. "18 april 1955 N.U.B. 10 oktober 1955 N.U.B. 28 december 1955 N.U.B. 10 december 1956 N.U.B. 17 april 1957 N.U.B. 21 oktober 1957 N.U.B. 8 september 1958 N.U.B. 5: januari 1959 Congres 5 november 1961 Congres 5 november 1961 Congres 5 november 1961 8 oktober 1962 N.U.B. 10 juni. 1963 N.U.B. 16 maart 1964
De op bovenstaande erelijst voorkomende militanten hebben gedurende tientallen jaren hun vrije tijd opgeofferd ten bate van een onverdroten en onophoudelijke syndicale activiteit. Die hoge en zeer begeerde onderscheiding is hun eerst te beurt gevallen op het ogenblik dat zij omwille van hun leeftijd of om gezondheidsredenen alle syndicale activiteit hebben moeten stopzetten.
Erelijst
25
Er zijn echter honderden andere militanten die van bij het ontstaan van de A.C.O.D. in 1945 nooit nagelaten hebben haar hun volledige medewerking en toewijding te verzekeren. Ten behoeve van deze kameraden hebben het Bestendig Secretariaat en het Uitvoerend Bureau in 1958 een speciaal kenteken in het leven geroepen, dat hun einde 1958 en in de loop van het eerste halfjaar 1959 plechtig werd overhandigd. Al degenen die op die datum zonder onderbreking militeerden sedert de oprichting van de A.C.O.D., hebben dit ereteken ontvangen ter gelegenheid van plechtigheden die in het merendeel der Gewesten hebben plaats gehad. Zo zijn er ongeveer 1.400 voor gans het land. Gezien het grote aantal is het onmogelijk hier hun namen te publiceren. Niettemin vinden ze hier de blijken van erkentelijkheid vanwege het Bestendig Secretariaat en het Nationaal Uitvoerend Bureau voor de welwillende en onbaatzuchtige medewerking die ze de A.C.O.D. gedurende zovele jaren hebben verzekerd. Het Bestendig Secretariaat neemt zich voor op die weg voort te gaan. Dat al degenen die zonder onderbreking sedert 10 jaar militeren in onze rangen en die dit ereteken nog niet mochten ontvangen hebben, nu reeds de welverdiende dankbetuiging ontvangen voor al wat ze gedaan hebben om, de syndicale gedachte te verbreiden, onze organisatie te verstevigen en te ontwikkelen, bij te dragen tot de uitbreiding en de verdere uitstraling van de A.C.O.D.
I
•
In onderhavig Moreel Verslag wordt een overzicht, gegeven van de activiteiten der jaren 1962, 1963 en 1964. Zoals voorheen heeft het tot doel: 1. Vooreerst te herinneren aan de belangrijkste gebeurtenissen die zich tijdens bedoelde periode hebben voorgedaan, opdat elkeen met kennis van zaken zou kunnen oordelen over de bereikte resultaten zomede over de eventuele mislukkingen. 2. verder al onze militanten en aangeslotenen in het bezit stellen van een nuttige, zoniet onmisbare documentatie. 3. tenslotte de nodige lessen te trekken — aan de hand van de uitgebrachte kritiek en suggesties — om onze syndicale politiek nog beter uit te stippelen, opdat de resultaten van dit syndicaal beleid immer gunstiger zouden worden voor de arbeiderswereld in het algemeen en voor de personeelsleden en gepensioneerden der Overheidsdiensten, Gas- Elektriciteits- en Cokesbedrijven in het bijzonder.
Een Moreel Verslag is meer dan een balans op het niveau van de Centrale. Volledigheidshalve zou men eraan moeten toevoegen het werk gepresteerd, enerzijds, ten gunste van al de sectoren die ze samenstellen en, anderzijds, de hulp geboden aan het A.B.V.V. ter verwezenlijking van doelstellingen die in beide gevallen geenszins over het hoofd mogen worden gezien.
Het Bestendig Secretariaat is belast met het opmaken van het Moreel Verslag. Het doet zulks eens te meer in een opeenvolging van hoofdstukken volgens een min of meer rationele orde. In een organisatie zoals de onze waar de eerbiediging en de toepassing van de democratie een bestendige bekommernis zijn, is het normaal dat vóór alles de werking van de leidende instanties onder ogen worden genomen. Sedert het Congres van 1961 kent het Bestendig Secretariaat een nieuwe samenstelling. De ploeggeest vergt een verstandhouding op basis van ruime besprekingen. De collectieve samenwerking is niet altijd gemakkelijk, doch ze kon worden verwezenlijkt dank zij de goede wil van elkeen. Onze vriend Jacques Cloes is tijdens de maand september 1963 3
32
Voorwoord
ziek geworden. Na ettelijke maanden afwezigheid heeft hij gelukkig opnieuw zijn plaats onder ons kunnen innemen. In de schoot van het B.S. werden de nodige schikkingen getroffen om tijdens die periode in zijn vervanging te voorzien. Daar hij verkozen heeft het volgend Congres niet om de hernieuwing van zijn mandaat te verzoeken, nemen wij reeds deze gelegenheid te baat om hem een aangename en welverdiende rust toe te wensen.
Een gans bijzondere vermelding verdient het Nationaal Uitvoerend Bureau, samengesteld uit vertegenwoordigers der nationale sectoren en, voor het eerst, aangevuld met zeven leden der gewesten verkozen door het Congres. Deze instantie, wier taak allerbelangrijkst is voor de goede gang van de A.C.O.D., komt in haar nieuwe samenstelling tegemoet aan de wens van het Congres, nl. dat de gewesten nauwer zouden worden betrokken bij de werkzaamheden ter voorbereiding van nationale comités en congressen en bij de beslissingen die op nationaal gebied getroffen moeten worden. Tussen het Uitvoerend Bureau en het Bestendig Secretariaat is een zeer vruchtbare geest van samenwerking ontstaan. e
Het Nationaal Comité is 15 maal bijeengekomen : er hebben drie buitengewone congressen plaatsgehad. Zulks bewijst meteen dat het Uitvoerend Bureau geen afbreuk heeft gedaan aan de prerogatieven van het Nationaal Comité welk, zoals in het verleden, geregeld is bijeengekomen telkens als het erop aan kwam te discussiëren over eisenprogramma's of over enige andere belangrijke kwestie. Daar het er ons steeds om te doen is de democratische regels in de praktijk om te zetten, nl. door al onze leden werkdadig te betrekken bij de te hemen beslissingen door het Nationaal Comité of het Buitengewoon Congres, hebben wij besloten de verslagen te laten verschijnen in « De Tribune » opdat zodoende ieder lid zijn verantwoordelijkheden zou kunnen opnemen.
Voorwoord
33
Zoals in elke organisatie zijn in een vakbond een goede administratie en een gezond beheer noodzakelijk. Gelukkig mag de A.C.O.D. rekenen op een personeel dat de verdedigde zaak zeer genegen is, en dank zij bepaalde maatregelen mag, worden betoogd dat een werkelijke inspanning werd gedaan met het oog de diensten voortdurend te verbeteren en te rationaliseren. . Over belangrijke problemen werden brochures opgemaakt die werden ingelast in «De Tribune » en ter beschikking gesteld van de militanten. Het aantal circulaires dat werd rondgestuurd door toedoen van de dienst verzending, bereikt nieuwe recordcijfers. In het kader van de mechanografie wordt overgegaan tot een samenvoeging der fichestelsels. De propaganda krijgt andere allures. De omvang van de briefwisseling met onze leden kan het best worden gemeten aan de hand van het aantal postzakken die ontvangen en verzonden worden. In de Juridische Dienst is een Vlaamssprekende kameraad moeten worden ingeschakeld. Echter zijn de twee meest ophefmakende resultaten wel deze in verband met de financiën en ons ledental. Doordat de bijdrage tot tweemaal toe verhoogd is geworden .werd het niet alleen mogelijk in rekordtempo de schulden te delgen die werden aangegaan ter uitkering van de stakingsvergoedingen tijdens de epische strijd van 1960-1961, doch tevens de nodige fondsen bijeen te brengen ten einde aan elke eventualiteit het hoofd te kunnen bieden. Wat het ledental betreft, zal het volstaan eraan te herinneren dat in 1963 en 1964 respectievelijk 10.000 en 7.000 nieuwe leden werden bijgewonnen.
De werkzaamheden van de Syndicale Raad van Advies maken het voorwerp uit- van een afzonderlijk hoofdstuk. De S.R.A. blijft een nuttig instrument inzake documentatie omtrent de behandelde zaken en geeft een beeld nopens de verscheidenheid der taken waarmede wij geconfronteerd zijn. Het staat buiten kijf dat dit orgaan — als uitvloeisel van zijn syndicaal statuut — nog steeds belangrijk is, ondanks de methode van rechtstreeks overleg met de Regering.
34
Voorwoord
Uit ervaring weten wij dat de balans der verwezenlijkingen in het kader van de algemene actie in de ogen van onze aangeslotenen het "belangrijkste hoofdstuk vormt van het moreel verslag en alleszins de grootste belangstelling wekt. Ten einde te komen tot een zo getrouw mogelijke vergelijking tussen de resoluties van het Congres van 1961 en de door de syndicale actie geboekte resultaten, hebben wij gemeend er goed aan te doen al de teksten goedgekeurd door het vorige Congres hier opnieuw over te nemen en ze te rubriceren. Uit de verwezenlijkingen van de gestelde doeleinden zal blijken dat de voorbije periode meer dan gunstig is geweest voor de werknemers die wij de eer hebben te mogen verdedigen. De tot stand brenging van het Gemeenschappelijk Front, de rechtstreekse onderhandelingen die tot tweemaal toe met de Regering succesvol verliepen, de rol vervuld door de A.C.O.D. in de statutaire hervormingen van het A.B.V.V., zomede de strijd die werd gevoerd tegen de zogeheten antistakings- en wetsontwerpen-Servais vormen heel zeker de hoogtepunten van een zeer grote activiteit.
Het is wellicht onnodig te preciseren dat het niet opgaat in de besprekingen tegelijk de activiteiten van het A.B.V.V. en onderhavig moreel verslag aan te raken. Een Nationaal Comité of een Buitengewoon Congres zal worden bijeengeroepen om te gelegenertijd de agenda van het A.B.V.V.-Congres onder de loep te nemen. De A.C.O.D. zal eerst dan haar standpunt bepalen. Op het interprofessionele vlak dient de internationale syndicale actie van het A.B.V.V. beschouwd te worden in het kader van het I.V.V.V. en de G.E.O. Op het professionele vlak staan de internationale sectoren rechtstreeks in voor hun activiteiten door hun lidmaatschap bij hun internationaal beroepssecretariaat.
De A.C.O.D. kan er prat op gaan dat een steeds groter aantal werknemers hun vertrouwen in haar betonen. Haar ledenaantal neemt gestadig toe. En dit is het kennelijk bewijs dat
\
Voorwoord
35
haar prestige almaar groter wordt én in de Overheidsdiensten én in de Gas-, Elektriciteits- en Cokesbedrijven. Dit vertrouwen is verdiend. De nationale militanten die zitting hebben in de verantwoordelijke instanties zijn er vast van overtuigd volledig hun plicht te hebben vervuld om het hun gegeven mandaat naar best vermogen uit te voeren. Voorzeker is de hier voorgelegde indrukwekkende balans het werk van allen. Echter moet speciale hulde worden gebracht aan de circa drieduizend toegewijde militanten waarover de A.C.O.D. de beschikking heeft. Vooral zij verdienen al onze dank. Onze Centrale bestaat twintig jaar. Haar grondleggers hadden het bij het juiste eind. Het is de plicht van ieder om de strijd voort te zetten op de ingeslagen weg, d.i. ter verwezenlijking van een maatschappij waarin oorlog en privilegies voor immer afgedaan zullen hebben en waarin de individuele vrijheid werkelijkheid zal zijn via een collectieve vrijmaking.
BESTENDIG SECRETARIAAT
Het Statutair Congres van 4, 5 en 6 november 1961, dat de beslissing bekrachtigde van het Nationaal Comité van 26 juni 1961 om het aantal leden van het Bestendig Secretariaat op 5 vast te stellen, ging over tot de verkiezing van : Debunne Georges, Algemene Voorzitter Crevecoeur Charles, Algemeen Secretaris documentatie en juridische dienst Cloes Jacques, Algemene Secretaris administratie en thesaurie Melis Louis, Algemene Secretaris — nederlandstalig — belast met de propaganda Resimont André, Algemeen Secretaris — franstalig — belast met de propaganda. Zoals dit van bij het ontstaan van de A.C.O.D. het geval is geweest, is die taakverdeling niet exclusief, noch beperkend. Immers, het Bestendig Secretariaat treedt collectief op voor het onderzoek van alle vraagstukken die zich stellen of die het worden voorgelegd. En al de leden van het Bestendig Secretariaat zijn solidair nopens de beslissingen of suggesties die het Uitvoerend Bureau of het Nationaal Comité worden voorgelegd. Sinds het jongste Statutair Congres tot 1.1.1965 is het Bestendig Secretariaat 146 maal in vergadering bijeengekomen. Dit cijfer spreekt voor zichzelf en toont aan welke intense activiteit in de schoot van dit orgaan aan de dag wordt gelegd. Voorts heeft het Bestendig Secretariaat menige delegatie bij de overheid geleid; de onderhandelingen van het Gemeenschappelijk Front vergden zijn aanwezigheid op.een ongemeen groot aantal bijeenkomsten hetzij met het Beperkt Ministercomité of de Minister van het Openbaar Ambt, de Minister, Adjunct voor Financiën, die meer bepaald bevoegd is voor de pensioenen, als met de Minister van Sociale Voorzorg in ver-
40
Bestuursorganen
band met de inschakeling van de agenten uit de Openbare Diensten in de verzekering „gezondheidszorgen". Bovendien heeft het Bestendig Secretariaat al onze delegaties in de Algemene Syndicale Raad van Advies voorgezeten. Het heeft er zich voor ingespannen om de banden tussen de verschillende sectoren steeds nauwer toe te halen; telkens als het mogelijk was namen één of meer leden van het Bestendig Secretariaat deel aan de werkzaamheden van de uitvoerende bureaus der sectoren. Ook hebben de leden van het Bestendig Secretariaat deelgenomen aan zeer veel algemene vergaderingen die over heel het land werden belegd. Tenslotte werd gezorgd voor een regelmatig contact met de gewesten, welke heel vaak een beroep hebben gedaan op het Bestendig Secretariaat. Laten wij tot besluit ook nog aanstippen dat de betrekkkingen met de leden van het Nationaal Uitvoerend Bureau uitstekend en meteen voor onze Centrale zeer lonend zijn geweest.
NATIONAAL UITVOEREND BUREAU A.C.O.D.
Het Statutair Congres in 1961 heeft eenparig het voorstel van het B.S. en van het N.U.B, goedgekeurd om ook de afgevaardigden van de gewesten in het Bureau op te nemen. Buiten de leden van het B.S. die er ambtshalve deel van uitmaken, is het N.U.B, thans samengesteld uit de vertegenwoordigers van de sectoren en uit 7 afgevaardigden van de gewesten, hetzij 3 der Vlaamse gewesten, 3 der Waalse gewesten en L van Brussel. Het verlopen mandaat heeft aangetoond dat de te dien opzichte doorgevoerde wijzigingen het verhoopte resultaat hebben opgeleverd. Het is, inderdaad, onbetwistbaar dat het huidige N.U.B, meer vertegenwoordigend is en meer gezag verworven heeft. Het N.U.B, is ten volle verantwoordelijk voor de werking van de A.C.O.D. gedurende de periode tussen de nationale comités en de congressen. Het toenemend ledental, enerzijds, en het versnelde tempo van de sociale en economische evolutie, anderzijds, maken dat het N.U.B, steeds zwaardere verantwoordelijkheid op zich moet nemen. Het is ertegen opgewassen geweest: 1. dank zij zijn grotere
representativiteit.-
De A.C.O.D. berust op een zogeheten gemengde structuur, de sectoren en de gewesten. Deze structuur is het welke geldt voor de stemmingen, dus voor de op de congressen en op de nationale comités getroffen beslissingen. Als opperste orgaan was het N.U.B, de enige instantie waarin de gewesten niet vertegenwoordigd waren. Dit werd goedgemaakt.
44
Bestuursorganen
2. dank zij haar groter
gezag.
Als orgaan voor verbinding van de belangensferen, zo op sectorieel als o p gewestelijk vlak, beantwoordt de samenstelling van het N.U.B, veel beter aan de grondgedachte van de A.C.O.D. H e t is gemakkelijker weerstand te bieden aan de corporatistische strekkingen welke buiten onze rangen enig succes schijnen te oogsten. Zeker is ook dat de komst van sommige waardevolle militanten, die vroeger geen deel k o n d e n u i t m a k e n van het N.U.B., n u van aard is geweest onze bestuursinstantie wezenlijk in waarde te laten toenemen. H e t N.U.B, heeft 54 maal vergaderd. Laten wij onder de vraagstukken welke het te behandelen kreeg, er enkele uiterst belangrijke aanstippen. De sociale programmatic voor het personeel der Openbare Diensten welke van zijnentwege zeer belangrijke zittingen gevergd heeft in de loop derwelke het o p grondige wijze voorstellen heeft besproken welke moesten uitgewerkt en de Regering voorgelegd worden en voor dewelke het steeds waakzaam heeft moeten toezien tot het ogenblik waarop het tot een akkoord kwam met de Regering n a d a t die voorstellen het programma van het Gemeenschappelijk Front geworden waren. O p een ander gebied heeft het U.B. blijk gegeven van begrip en gezond verstand door alles in het werk te stellen om terug verstandhouding en eenheid te laten heersen in het Nationaal A.B.V.V. door ruimschoots bij te dragen tot het goedkeuren van de voorziene statutaire wijzigingen, zowel inzake representativiteit als inzake cumulatie van politieke en syndicale mandaten. Zo ook is de krachtige stellingname van het U.B. aan te stippen tegen de ontwerpen betreffende „het handhaven der orde", waaraan vooral op de zitting van 24.9.1962 concrete vorm gegeven werd in een motie waarin het verklaarde de actie van het A.B.V.V. tegen deze wetsontwerpen te steunen en er o p d r u k t e d a t het er toe besloten was al het nodige te doen o m deze ontwerpen te verijdelen. Moet er nog aan h e r i n n e r d worden dat inzake solidariteit m e t de strijdende arbeiders, o.a. in 't buitenland, het U.B. niet tot de laatste gewacht heeft om de oproepen voor de stakende
Bestuursorganen
45
Franse mijnwerkers te beantwoorden door voor hen meer dan 506.266 fr. te storten ? Tweemaal heeft het zich ook terdege ingespannen voor de Spaanse stakers die moedig en in uiterst moeilijke omstandigheden strijden voor verbetering van hun geldelijke toestand onder de dictatuur van Franco. Er werd hun een som van 793.075 fr. gestort. Tenslotte heeft het U.B. eenparig de Algemene Voorzitter gesteund in de actie welke hij in overleg met andere groeperingen voert voor het behoud van de Vrede door het „Manifest voor de Vrede" goed te keuren en zijn steun te verlenen aan de 8-Meidag welke gewijd wordt aan het allerbelangrijkste vraagstuk van de Vrede. Ondanks die moeilijke en talrijke andere vraagstukken waarmede het in de loop van de 54 vergaderingen heeft te doen gehad, zijn de besprekingen op het N.U.B, steeds in een geest van begrip en kameraadschap verlopen. Ook moet de regelmatige aanwezigheid beklemtoond worden van de leden van het N.U.B., hetgeen getuigt voor hun verantwoordelijkheidszin en hun belangstelling voor de beraadslagingen. Ondanks zijn gezag heeft het N.U.B, zich nooit in de plaats gesteld van het Nationaal Comité. Al de leden van het N.U.B. zijn er steeds om bezorgd geweest geen afbreuk te doen aan de democratische beginselen en de rechten van het Nationaal Comité onaangetast te laten. Tot besluit mogen wij zeggen dat de huidige vorm van het N.U.B, beantwoordt aan onze verwachtingen en de broederlijke samenwerking met het B,S. heeft bevorderd. SAMENSTELLING VAN HET HUIDIGE N.U.B. Leden van het B.S. : G. Debunne C. Crevecoeur J. Cloes L. Melis A. Resimont
46
Bestuursorganen
Onderwijs : Gemeenten : Spoor: Gazelco : Gepensioneerden Post: T.T. : Ministeries : Parastatalen : Zeewezen :
Effectieve: A. Braconier M. Delferrière G. Gilson P. Van Rousselt A. Tonneaux M. Joyeux C. Gousset L. Briot C. De Bock E. Hendrickx V. Vanderheyden P. Stevens E. Patrie M. Arix
Plaatsvervangende: A. Thonnart J. Mertens P. Bourdouxhe P. Potums R. Morhaye
G. Jean A. Vonneche A. Piraux A. Poncelet A .Donnai R. Hoebrechts
Afgevaardigden van de gewesten : W. Schugens A. Genot H. Billen die de Waalse gewesten vertegenwoordigen F. Lauwers S. Caestecker R. Fernandez die de Vlaamse gewesten vertegenwoordigen J. Dayers, die het gewest Brussel vertegenwoordigt. Afgevaardigden van de sectoren :
NATIONAAL COMITÉ A.C.O.D.
NATIONAAL COMITÉ VAN 17 OKTOBER 1961
Dit N a t i o n a a l Comité is bijeengekomen om een regeling te treffen voor de wijze van stemming voor d e verkiezingen welke op het aanstaande Statutair Congres zullen plaatshebben. Vervolgens heeft het de algemene toestand onderzocht. T o t slot van de besprekingen werd volgende resolutie eenparig goedgekeurd :
„Het Nationaal
Comité,
„Stelt vast dat de Regering zopas, m e t veel vertraging, in beginsel besloten heeft tot d e herziening van T i t e l V v a n d e Eenheidswet en tot de toekenning, ten gunste van de gepensioneerden der openbare diensten, van de m i n i m a die aan de werknemers uit de privésector en aan h u n rechthebbenden inzake pensioenen zijn gewaarborgd ; Verklaart d a t het zijn instemming niet k a n betuigen m e t het voorontwerp van T i t e l V ; H e r i n n e r t plechtig aan zijn rechtmatige eisen inzake : 1. afschaffing van al de o p sociale achteruitgang afgestemde beschikkingen die in T i t e l V van de Eenheidswet zijn v e r v a t ; 2. opheffing van alle sancties en van de administratieve gevolgen voortvloeiende uit de deelneming van het personeel uit d e Overheidssector aan de staking. H e t N a t i o n a a l Comité k a n de Regering inzake verhoging van het vakantiegeld niet begrijpen waar zij de bestaande toestand niet verandert en Eist vanwege de Regering een onmiddellijke beslissing om d e uitkering van een som van 1.000 fr. als achterstal die voor 1961 verschuldigd is ; Eist bovendien herwaardering van het o p e n b a a r ambt door een N
/
/
50
Bestuursorganen
waarachtige fundamentele herziening van het huidige bezoldigingsstelsel met als aanvangsbasisminimum een jaarwedde van 62.400 fr. tegen 1 1 5 % ; Geeft zijn onderhandelaars opdracht de besprekingen met de Regering voort te zetten ; Beslist opnieuw bijeen te komen binnen de termijn van een maand ten einde de bekomen resultaten te beoordelen en om gebeurlijk een actieprogramma vast te leggen ten einde de voldoening te bekomen welke alle werknemers van het openbaar- ambt terecht mogen verwachten ; Betuigt zijn solidariteit met de manifestatie ingericht door de sector „Gepensioneerden" van de A.C.O.D. en eist nakoming van de bepalingen van de wet van 2 augustus 1955 houdende perekwatie der pensioenen en inzonderheid door de toepassing van de perekwatie op de functionele weddeschalen ; Dringt eens te meer aan op de aanneming, zo spoedig mogelijk, van een wetsontwerp houdende syndicaal statuut van het gemeente- en provinciepersoneel en het personeel der nevengeschikte besturen. Het kan inderdaad niet aanvaarden dat deze werknemers steeds verstoken blijven van de uitoefening van het syndicaal recht." NATIONAAL COMITÉ VAN 30 NOVEMBER 1961
Dit Nationaal Comité gold als voorlichtingsvergadering over de fiscale hervorming. De uiteenzetting werd gedaan door wijlen Frans Tielemans, Minister, Adjunct voor Financiën. Deze uiterst belangrijke uiteenzetting genoot de bijzondere aandacht van de afgevaardigden die niet nalieten talrijke vragen te stellen. De zeer betreurde Frans Tielemans gaf bereidwillig antwoord op deze vele vragen. Voegen wij er nog aan toe dat ieder afgevaardigde in het. bezit werd gesteld van een syllabus welke de grote lijnen bevatte van bedoelde voorlichting. NATIONAAL COMITÉ VAN 5 DECEMBER 1961
Dit Nationaal Comité werd uitsluitend gewijd aan het onderzoek van het gemeenschappelijk memorandum A.C.O.D. F.C.S.O.D. betreffende de algemene eisen : vakantiegeld, haarden standplaatstoelage, algemene weddeschaalherziening en pensioenen.
Bestuursorganen
5]
Wij geven hierna de tekst van het gemeenschappelijk memorandum dat met eenparigheid van stemmen aanvaard werd : „1. De Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare diensten richten een dringende oproep tot de Regering opdat zij onmiddellijk zou beraadslagen over hun gemeenschappelijk memorandum. 2. Bedoeld memorandum bindt en betreft al de syndicale sectoren gegroepeerd in de schoot van deze beide vakverenigingen, die de meest representatieve zijn van het personeel der overheidsdiensten. Meer bepaald houdt het nog verband met het personeel : — dat onder toepassing valt van het K.B. van 20.6.1955 houdend syndicaal statuut van het personeel der Openbare Diensten, d.w.z. met uitsluiting o.a. van het leger, van de rijkswacht, van de magistratuur... — van de provinciën en de gemeenten ; - v a n de N.M.B.S. ; — uit het onderwijs. 3. Anderzijds, is onderhavig memorandum beperkt tot die drie vraagstukken, die thans ongetwijfeld de hoofdbekommernis van het overheidspersoneel uitmaken. Wij bedoelen : — de pensioenen ; — het vakantiegeld ; — de herwaardering der bezoldigingen. 4. Door het indienen van dit gemeenschappelijk memorandum willen de Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicalen der Openbare Diensten andermaal — maar het zal ook de laatste maal zijn — uiting geven aan hun uitdrukkelijk verlangen zonder uitstel in staat te worden gesteld werkelijk onderhandelingen te kunnen beginnen over de daarin besproken vraagstukken en dit met de daartoe gemachtigde Ministers Meteen geven de Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten ook uiting aan hun vaste wil vóór het einde van het
52
Bestuursorganen
lopend jaar een akkoord te bereiken dat van 1962 af moet worden toegepast. 5. De Regering gelieve wel te overwegen dat deze drie vraagstukken gelijktijdig moeten opgelost worden door de overeenkomst waarnaar de Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten met groot verlangen uitzien. 6. Pensioenen. De Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten vragen een grondige hervorming van de verschillende pensioenstelsels die ten laste vallen van de schatkist, de ondergeschikte machten en de overheidsorganismen. Zij zijn er van overtuigd dat deze hervorming van 1 januari 1963 af van kracht zou kunnen worden, indien de Regering een procedure voor onderhandelingen bepaalt, waardoor de meest representatieve vakverenigingen bij de uitwerking der oplossingen nauw betrokken worden. In die veronderstelling verklaren de Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten aan de hervorming actief mede te willen werken in een opbouwende en realistische geest voor zover: — de titel V der wet voor economische expansie, maatschappelijke vooruitgang en financieel herstel (eenheidswet) volledig opgeschort wordt tot het van kracht worden van de grondige hervorming van de verschillende stelsels van in overheidsdienst uitbetaalde pensioenen ; — vaste waarborgen worden bekomen inzake de eerlijke en loyale toepassing van de wet van 2.8.1955, houdende perekwatie der pensioenen in overeenstemming met de bezoldigingen van het personeel in actieve dienst. 7. Vakantiegeld. De Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare diensten vragen verhoging van het bestaande vakantiegeld met een som eenvormig vastgesteld op 1.500 fr. in 1962 2.000 fr. in 1963 6. Algemene en Bestendige herwaardering der bezoldigingen. De
Bestuursorganen
53
Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten vragen voor al de bij hogervermeld punt 2 bedoelde personeelsleden een grondige herwaardering van de bezoldigingen met uitwerking op 1 januari 1962. Deze aan het spil-indexcijfer van de kleinhandelsprijzen 110 verbonden herwaardering (wet van 12.4.1960 waarbij eenheid wordt gebracht in de verschillende regelingen voor koppeling aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen) moet aan volgende vereisten voldoen : a. Algemene herziening van al de bezoldigingen — gebaseerd op de organieke minimumwedde van 60.500 fr. verhoogd en rekening houdend met volgend stelsel van haarden standplaatstoelage : H.T. S.T. Cat. I en II 8.000 4.000 Cat. I en III (IV inbegrepen) . . . . 4.000 2.000 — enige hoogtegrens voor toekenning: 130.000 fr. b. Onmiddellijke maatregelen op 1.1.1962 waarborg van een minimum van 62.500 fr. waarbij de onder a. voorziene toelagen gevoegd worden ; — opname van de 10 % voorschot, op de maxima voor 1961 toegekend aan het personeel der ministeries en veralgemening van dezelfde maatregel in de bij 2. bedoelde overheidssectoren ; — verhoging van al de huidige bezoldigingen, deze welke voortvloeien uit de toepassing van voorgaande alinea inbegrepen, met 3 % met een minimum van 3.60Ó fr. c. Bestendige herziening van de bezoldiging door jaarlijkse aanpassing en rekening houdend met 's lands economische en sociale evolutie. Om voortaan elke nieuwe waardevermindering van het openbaar ambt te vermijden, moeten ieder jaar — en dus van einde 1962 af — onderhandelingen over collectieve overeenkomsten slaande op de het volgend jaar toe te passen bezoldigingen aangeknoopt worden tussen de Regering en de meest representatieve syndicale organisaties." NATIONAAL COMITÉ VAN 21 DECEMBER 1961
Agenda : Wijziging in de statuten van het A.B.V.V. Algemene toestand Alvorens de agenda aan te vatten had het Nationaal Comité er aan gehouden hulde te brengen aan verschillende militanten :
54
Bestuursorganen
het gouden ereteken werd postuum toegekend aan Kd. Pierard van de sector „Onderwijs" ; daarna was het de beurt aan de Kden Tamigne.au, Morlet en Pirmez van de sector „Onderwijs" en aan de Kden Noterman en D'Helt van de sector „Spoor". Allen ontvingen hetzelfde ereteken. Het zilveren ereteken werd toegekend aan Kd. Hottois van de sector „Onderwijs". Het Nationaal Comité heelt zich uitgesproken over de amendementen van de A.C.O.D. op de voorstellen tot statuutwijzigingen van het A.B.V.V. Het heeft hiernavolgende motie gestemd : ' „Het Nationaal Comité, Na kennis te hebben genomen van de tekst van het wetsontwerp waarbij de wijziging van sommige beschikkingen van Titel V der Eenheidswet wordt toegelaten ; Herinnert er aan dat de Algemene Syndicale Raad van Advies zich eenparig tegen dit ontwerp heeft verzet en aangedrongen heeft op volledige opschorting van bedoelde Titel V ; Besluit alles in 't werk te stellen om deze doelstelling te verwezenlijken ; Verklaart bereid te zijn, in geval van volledige opschorting van Titel V, door onderhandeling mede te werken aan de algemene hervorming van de pensioenstatuten. „Het Nationaal Comité, Bevestigt opnieuw zijn wil gelijktijdig de minima-doelstellingen te verwezenlijken welke vermeld zijn in het gemeenschappelijk memorandum dat met de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten is opgesteld ; Stelt vast, — dat de Kabinetsraad voor algemene politiek zich beziggehouden heeft met de herwaardering van het Openbaar Ambt; — dat de na afloop van de zitting van vrijdag, 15 december 1961 verstrekte mededeling gewag maakt van een mogelijke bijeenkomst met de vertegenwoordigers van de syndicale organisaties ; — dat de Eerste-Minister de onderhandelaars bijeenroept op 3 januari ; Herinnert aan de wil van de beide organisaties die het me-
Bestuursorganen
55
morandum ondertekend hebben, door onderhandelingen in de kortst mogelijke tijd tot een resultaat te komen ; Verklaart het eens te zijn met het principe van een 24-urenwerkschorsing ingeval het tot geen bevredigend resultaat komen zou ; Besluit de actie-ordewoorden op te volgen welke door de beide grote syndicale organisaties die het gemeenschappelijk memorandum mede ondertekend hebben,"na overleg zouden worden gegeven». NATIONAAL COMITÉ VAN 19 JANUARI 1962 Agenda : Algemene toestandHet betrof hier een Nationaal Voorlichtingscomité dat plaatshad twee dagen na het onderhoud met de Regering. De militanten werden op de hoogte gebracht van de regeringsvoorstellen. Er werd uitleg verstrekt om hun toe te laten hun algemene vergaderingen te beleggen met het oog op het aanstaande Nationaal Comité. NATIONAAL COMITÉ VAN 29 JANUARI 1962 De agenda hield uitsluitend verband met de algemene eisen. Alle gegevens van de bespreking waren toen al gekend door de militanten, vermits dit rapport reeds toegelicht was geworden op het vorige Nationaal Comité van 19 januari. Het was op die vergadering dat het Bestendig Secretariaat, als onderhandelaar, zelf waarborgen heeft voorgesteld die een minimum uitmaken van wat mocht verwacht worden. Indien de Regering die moest verlenen, dan zou de definitieve oplossing mogelijk zijn. De afgevaardigden, zowel van de gewesten als van de sectoren, hebben zich bij deze gelegenheid duidelijk uitgesproken ; na een lang debat heeft het Nationaal Comité met nagenoeg 70 % der stemmen zijn goedkeuring gehecht aan de resultaten die via het overleg met de Regering werden bereikt. Deze positieve resultaten hadden betrekking op het bedrag van het vakantiegeld, van de haard- en standplaatstoelagen, alsmede op de algemene herziening van de weddeschalen en van de pensioenen.
56
Bestuursorganen
NATIONAAL COMITÉ VAN 19 MAART 1962
Agenda : Fiscale hervorming Het Nationaal Comité heeft eenparig drie resoluties gestemd over: — Het staakt het vuren in Algerië Het Nationaal Comité, Verheugt zich over het staakt het vuren in Algerië. Het brengt hulde aan de voor de zaak der vrijheid gestorven martelaren; Drukt zijn tevredenheid uit over de door onderhandelingen bereikte regeling en beschouwt het akkoord als een sociale overwinning welke de Wereldvrede dient; Besluit ruimschoots bij te dragen tot het welslagen van de door de Beweging van 8 mei georganiseerde Vredesdag. — Het stakingsrecht Het Nationaal Comité, __, Bevestigt de resolutie van het Statutair Congres waarbij aangedrongen wordt op het stemmen van een algemene amnestiewet voor al de veroordelingen voor stakingsfeiten en op de volstrekt noodzakelijke herziening van het geldelijk statuut om de weerslag op gans de loopbaan te vermijden van het nietbetalen der dagen gedurende dewelke de personeelsleden hebben deelgenomen aan een door een erkende syndicale organisatie besliste staking; Bevestigt opnieuw zijn onwankelbare gehechtheid aan het stakingsrecht dat voor alle werknemers heilig is en blijven moet. — De fiscale hervorming Het Nationaal Comité, Herinnert er aan dat het Statutair Congres van november jl. zich uitgesproken heeft voor een fiscale hervorming in de door het A.B.V.V. bepaalde zin. Bij de vaststelling dat de fiscale lasten in België minder hoog liggen met betrekking tot het gezamenlijk nationaal inkomen in vergelijking met die van de andere landen der Europese Gemeenschap, terwijl de werknemers van ons land het zwaarst getakseerd zijn,
Bestuursorganen
57
Verklaart het Nationaal Comité dat de hervorming tot doel moet hebben de ontvangsten te verhogen : — om meer sociale rechtvaardigheid te brengen ; — om onze openbare financiën gezond te maken ; — om 's Rijks financiële zelfstandigheid te vestigen ; — om van het belastingwezen een instrument voor economische politiek te maken. Na onderzoek van het thans ter bespreking liggend regeringsontwerp eist het Nationaal Comité in dit verband : a. krachtdadiger maatregelen om de belastingontduiking te bestrijden o.a. door opheffing van het bankgeheim ; het aanleggen van een fiscale steekkaart; voor de inkomsten uit roerende goederen ; herziening van het stelsel van forfaitaire taxatie van de inkomsten der zelfstandige arbeiders en toepassing van strenge straffen ; b. een ernstige verhoging van de taxatiebedragen van de inkomsten der maatschappijen en de definitieve taxatie der reserven ; c. herziening van de taxeringsbedragen voor de grote inkomsten ; d. opheffing van de bepalingen van artikel 34 (oud-artikel. 52 der samengevatte wetten) en toepassing van de beschikkingen van artikel 48 enkel op de natuurlijke personen. Het Nationaal Comité dringt aan op meer fiscale rechtvaardigheid voor de werknemers. Het eist : a. een enig vrijgesteld minimum van 40.000 fr. als belastbaar inkomen. Deze vereenvoudigde maatregel zou o.a. het niet taxeren van de ouderdomspensioenen waarborgen. b. afschaffing van het forfaitair barema voor belastbare nettoinkomsten van minder dan 160.000 fr. en vervanging ervan door een in percentage uitgedrukte progressieve schaal zoals het regeringsontwerp het voorziet voor inkomsten van 160:000 fr. en meer. c. opheffing van het huidige stelsel der belastingverminderingen voor gezinslasten, dat in 't voordeel van de begoede gezinnen uitvalt en vervanging ervan door de vermindering van de belasting met eenzelfde som per persoon ten laste. Een rechtvaardiger regeling zou het mogelijk maken een stelsel van kinderbijslagen voor allen en overeenstemmend met de kosten van het kind te verwezenlijken, -d.- het niet-samenvoegen van de bedrij fsinkoms ten der loontrek-
58
Bestuursorganen
kende of weddetrekkende echtgenoten, overeenkomstig de ontvoogding der vrouw in burgerlijk recht, zonder verzwaring der huidige fiscale lasten. e. verhoging van het vrijgesteld bedrag van de inkomsten der spaardeposito's. Het Nationaal Comité verklaart dat de fiscale hervorming een geheel zou moeten vormen. Het eist van de Regering dat zij, zoals aangekondigd, een wetsontwerp indienen zou tot wijziging van de wetgeving betreffende de successierechten en de onrechtstreekse belastingen. Het herinnert aan de noodzakelijkheid de verhouding van de onrechtstreekse belastingen met betrekking tot de rechtstreekse belastingen te verminderen en EIST dat de Regering haar verbintenissen terzake zou nakomen. Inzake provinciale en gemeentelijke fiscaliteit meent het Nationaal Comité met het A.B.V.V. dat de taxatie van de bedrijfsinkomsten niet zou moeten gevoegd worden bij Rijksbetalingen, waar deze het Rijk moeten in staat stellen de lasten te dekken welke het aan zijn plaatselijke en gewestelijke instanties oplegt». NATIONAAL COMITÉ VAN 18 JUNI 1962
Agenda : Onderzoek van de Regeringsvoorstellen betreffende de pensioenen Het verslag van het Bestendig Secretariaat werd met een enorme meerderheid goedgekeurd. Dit vérslag hield verband met: 1. de opschorsing van de afhouding van 7 % ten laste van de voortijdige gepensioneerden. 2. de waarborging van het algemeen pensioenbedrag voor bepaalde rust- en overlevingspensioenen ; 3. de verbeteringen inzake het pensioenbedrag der agenten uit de openbare diensten. BUITENGEWOON CONGRES VAN 3 DECEMBER 1962
Dit Buitengewoon Congres heeft zijn goedkeuring gehecht aan het verslag van het Nationaal Uitvoerend Bureau A.C.O.D. betreffende de nieuwe verdeling van de bijdrage. Ter gelegenheid van die vergadering werd het ereteken van de A.C.O.D. toegekend aan de kden Reintjens, Eibers, Breugelraans'. Van Dijck en Vermaesen.
Bestuursorganen
59
NATIONAAL COMITÉ VAN 13 DECEMBER 1962
Dit National Comité werd belegd om onze Centrale toe te laten haar houding te bepalen ten aanzien van de punten voorkomende op de agenda van het Statutair Congres A.B.V.V. : statuut - moreel verslag - verkiezingen - voordelen voor te behouden voor de gesyndikeerden - resolutieontwerpen over de economische vraagstukken en over de sociale problemen. NATIONAAL COMITÉ VAN 1 MAART 1963
Agenda : Verhoging van de stakersvergoedingen — Ontwerpen op de ordehandhaving Na zich te hebben uitgesproken over de verhoging van het bedrag der vergoedingen per stakende dag, stemde het Nationaal Comité volgende resolutie : „Het Nationaal Comité, Stelt vast dat de ontwerpen in verband met de „handhaving der orde" grote opschudding en beroering hebben verwekt onder de werkende klasse; Betreurt het indienen van deze ontwerpen die ingegeven zijn door de wil van sommige politieke en economische verantwoordelijken van het land zich te wreken ; Stelt vast dat de aanvankelijke ontwerpen, dank zij de waakzaamheid der werknemers, ernstig gewijzigd werden; Herinnert aan zijn onwrikbaar verzet tegen'elk ontwerp dat aanstuurt op beperking van het stakingsrecht en van de vrije uitoefening ervan daar de bestaande wetgeving inzake beteugeling ruimschoots voldoende is en generlei achteruitgang verantwoord rioch aanvaardbaar is ; Verklaart formeel dat de zogeheten ontwerpen op de ordehandhaving, zelfs in hun huidige tekst, onaanvaardbaar zijn en derhalve verworven moeten worden omdat o.a. : 1. .de stakingspiketten als vijandige samenscholingen kunnen worden beschouwd en het verdubbelen van het maxima der straf niet te rechtvaardigen is (ontwerp 420) ; 2. het intrekken van het ontwerp 421 niet gewaarborgd is ; 3. de Openbare Diensten in het ontwerp 422 beoogd worden door de wetgeving van de onwettelijke Koninklijke Besluiten van 27 juli 1950 en van 31 december 1960;
60
Bestuursorganen
4. de Uitvoerende Macht door het invoeren van een onaanvaardbaar principe, de mogelijkheid heeft de plaats in te nemen van de paritaire commissies op een gebied dat tot hiertoe uitsluitend in de bevoegdheid van deze laatsten lag, namelijk: dit van het bepalen der maatregelen die dienen genomen om de vitale belangen te voldoen en van „de aanduiding en oproeping", met andere woorden de opvordering van de werknemers ; 5. het ontwerp 424 omvat onder meer maatregelen die een erge verzwaring zijn van de voorziene straffen voor om het even welke belemmering van het verkeer, wat het risico meebrengt een staking in het vervoer, met inbegrip van het spoorwegverkeer, onmogelijk te maken."
NATIONAAL COMITÉ VAN 2 DECEMBER 1963
Agenda : Beslissing aangaande de datum van het statutair congres van de A.C.O.D. — Voorlichting inzake nieuwe statutaire en geldelijke hiërarchie Dit Nationaal Comité heeft besloten het volgend Statutair Congres A.C.O.D. in mei 1965 te laten plaatshebben. De afgevaardigden hebben een uiteenzetting gehoord over de nieuwe statutaire hiërarchie evenals over het nieuw geldelijk statuut. Daar menigvuldige vragen werden gesteld is de voorlichting zo volledig mogelijk geweest.
NATIONAAL COMITÉ VAN 28 FEBRUARI 1964
Agenda : Cumul van mandaten in de schoot van het A.B.V.V. — Wetsontwerp Servais inzake sociale verhoudingen Het Nationaal Comité heeft een motie gestemd ten gunste van de anti-franquistische militant Abarca. Het Nationaal Comité heeft quasi eenparig het voorstel van het Uitvoerend Bureau inzake cumul van politieke en syndicale mandaten aanvaard. Het Nationaal Comité heeft zich ook uitgesproken tegen het
Bestuursorganen
61
zogeheten wetsontwerp SERVAIS betreffende de sociale verhoudingen : „Het Nationaal Comité, Is ongerust over de gevangenhouding van de anti-franquistische militant Abarca, wiens uitlevering door Zwitserland wordt gevraagd ; Schaart zich beslist aan de zijde van al degenen die wensen dat het grondig onderscheid worde bewaard tussen een politiek vergrijp en een vergrijp inzake gemeen recht; Dringt er op aan dat ten spoedigste een met de vrijwaring van de individuele vrijheid overeenkomstige oplossing getroffen worde en verklaart de uitlevering niet te kunnen goedkeuren." Met 135.517 stemmen voor, 7.273 tegen en 280 onthoudingen heeft het Nationaal Comité het voorstel van het Uitvoerend Bureau A.B.V.V. inzake cumul van politieke en syndicale mandaten aanvaard. Inmiddels werd het verslag met een meerderheid die de 2/3 overtrof, eveneens aanvaard door het Buitengewoon Congres van het A.B.V.V. Zo het standpunt van de A.C.O.D. nog niet verwezenlijkt is kan toch vastgesteld worden dat in ieder geval een belangrijke stap in de goede richting werd gedaan. BUITENGEWOON CONGRES VAN 16 MAART 1964
Agenda : Overhandiging van eretekens — Eisen Alvorens het eigenlijke debat aan te vangen, brengt het Congres hulde aan 4 militanten : F. Laenen( Gepensioneerden), G. Clerbaut (Gazelco), G. Pope (Gemeenten) en J: Butaye (Spoor). Er werden drie resoluties aangenomen : onmiddellijke eisen, gebeurtenissen van Beverlo-en de uitlevering van Abarca. „Het Buitengewoon Congres, Bevestigt zijn wil tot verwezenlijking van het onmiddellijk programma waarover met de Regering dient onderhandeld; Wenst dat met de Christelijke Syndicaten een Gemeenschappelijk Memorandum zou opgemaakt worden voor een periode gaande van I juli 1964 tot 31 december 1965 ;
62
Bestuursorganen
Geneeskundige verzorging Eist voor de agenten en gepensioneerden van de openbare diensten opneming met ingang op 1-7-1964 in de nieuwe wetgeving („geneeskundige verzorging") inzake verplichte verzekering, rekening houdend met de modaliteiten van toepassing voor de werknemers van de privé-nij verheid en de gepensioneerden ; Bevestigd trouwens zijn wil om met al de werknemers een ware dienst „geneeskundige verzorging" te veroveren. Bezoldigingen Is van oordeel dat de in de geldelijke hiërarchie van de verschillende sectoren vastgestelde anomalieën dienen rechtgezet; Eist dat de haard- en standplaatstoelagen, als nieuwe etappe naar eenvormigmaking, respectievelijk op 9.000, 6.000, 4.500 en 3.000 fr. worden gebracht voor de categorieën 1 en 2 en de categorieën 3 en 4 ; Een verhoging van de grensbedragen voor dé toekenning ervan is eveneens geboden. Verklaart dat de wedde van geen enkel personeelslid lager mag zijn dan 66.500 fr. in plaats van 62.500 fr. en dat een stelsel van forfaitaire verhogingen ten bedrage van 4.000, 5.000, 6.000 en 7.500 fr. dient toegepast voor alle personeelsleden der openbare diensten. Pensioenen De bij de wet van 27 juli 1962 voorziene minimumpensioenen dienen gewaarborgd voor alle gepensioneerden. Deze minima dienen regelmatig te worden herzien. Het Congres eist sommige wijzigingen aan de wet van 2 augustus 1962 nl. : 1. Goedstemmen van het wetsontwerp houdende definitieve opschorting van de afhouding van 7 % op de vroegtijdige pensioenen ; 2. Schrapping van de laatste zin van het art. 2 van de wet waardoor een onaannemelijke toestand in het leven wordt geroepen voor de agenten gepensioneerd tussen 1-1-1960 en 30-6-1962; 3. Waarborg voor de gepensioneerden van vóór 1-7-1962 van een minimumverhoging van 3.600 fr. per jaar op 1-7-1962 en toekenning van dezelfde pensioenverhogingen als de forfaitaire verhogingen geëist voor de in actieve dienst zijnde-personeelsleden.
Bestuursorganen
63
H e t Congres eist ten slotte voor de gepensioneerden van n a 1-7-1962 — en dit overeenkomstig de wet van 2-8-1962 — een verhoging in verhouding tot d e forfaitaire verhogingen waar-' van hiervoren sprake. Werkduur en verlof Vraagt in afwachting van de week van 5 dagen en 40 uren, bij voorrang o p elke andere doelstelling inzake prestaties, een verm i n d e r i n g van de w e r k d u u r voor al degenen die meer d a n 41 1/2 u r e n presteren ; Eist bovendien dat maatregelen worden getroffen o m de compensatie voor de feestdagen die met een rustdag samenvallen, te waarborgen. H e t Congres eist bovendien : a. Arbeidsongevallen : dat aan de werknemers van het O p e n b a a r A m b t tenminste gelijkwaardige voordelen worden gewaarborgd als deze waarvan de privé-werknemers genieten. b. Benoeming in vast verband van de tijdelijke personeelsleden of hulpkrachten of interimarissen. c. Syndicaal statuut : de wijziging van het Syndicaal statuut, inzonderheid om de raadpleging te vervangen door rechtstreekse onderhandelingen, overeenstemmend met deze welke van toepassing zijn voor de paritaire commissies in de privésector ; het stemmen van een wet h o u d e n d e Syndicaal statuut voor het gemeentelijk en provinciaal personeel. Gebeurtenissen van Beverlo H e t Congres, ontroerd en verontwaardigd wegens de tragische gebeurtenissen die zich te Beverlo h e b b e n voorgedaan, Klaagt de verantwoordelijkheid aan die het leger en dezes organisatie ontegenzeglijk h e b b e n in dit erge o n g e v a l ; Eist dat onmiddellijke maatregelen worden getroffen om, enerzijds, te vermijden dat dergelijke ongevallen zich nogmaals zouden voordoen en, anderzijds, om de ware verantwoordelijken voor de dood van deze jonge miliciens op te sporen : Verklaart geen vrede te zullen n e m e n met de inbeschuldigingstelling van een of meerdere kleineren. Uitlevering van Abarca H e t Congres neemt de resolutie over van het Nationaal Comité
64
Bestuursorganen
van 28 februari 1964 wat betreft de anti-franquistische militant Abarca die in België is opgesloten ; Betuigt aan d e Minister van Justitie zijn volledig verzet tegen elke uitlevering in deze zuiver politieke zaak." BUITENGEWOON CONGRES VAN 27 APRIL 1964
Agenda : Syndicale bijdrage — Eisen N a hulde te h e b b e n gebracht aan de Kden Verbist en Mertens van de sector Spoor, aan wie het ereteken van de A.C.O.D. wordt overhandigd, besluit het Congres de vakbondsbijdrage van 1 oktober ai te verhogen en stemt vervolgens volgende resoluties : „Het Buitengewoon Congres h e r i n n e r t er aan dat de Algemene Centrale der O p e n b a r e Diensten reeds op 14 oktober 1963 in een motie uiting gaf aan h a a r bezorgdheid ten overstaan van de bestendige stijging der kosten van het levensonderhoud. H e t beklemtoont dat thans het blokkeren van de prijs der broodjes, welke nochtans tekenend is voor de stijgende kostprijs van sandwiches, boterkoeken, halfmaantjes en pasteigebak, het indexcijfer belet het peil te bereiken w a a r o p een nieuwe verhoging ingaat van de bezoldigingen van het personeel der openbare diensten, voor de gepensioneerden en de sociale gerechtigden. Verklaart eens te meer dat het zulke drukking, welke er o p uitloopt de koopkracht van de werknemers te verminderen, niet k a n aanvaarden. Protesteert tegen de beslissing van de R . T . B , de tekst te censureren van de toespraak welke door de vertegenwoordiger van het A.B.V.V. in de vrije syndicale t r i b u n e moest worden gehouden. Bij deze gelegenheid h e r i n n e r t het er aan niet akkoord te kunnen gaan met andere onlangs genomen censuurmaatregelen. Geeft andermaal uiting aan zijn solidariteit met de Spaanse stakers. H e r i n n e r t aan zijn verzet tegen de toelating van Franco-Spanje in de schoot der internationale organisaties en speciaal van de Gemeenschappelijke Markt. Sluit zich aan bij de wilsuiting van alle democraten ter wereld om tegen de verfoeilijke dictatuur van Franco te strijden. ' H e t Buitengewoon Congres wenst de werknemers van de ver-
Bestuursorganen
65
zorgingsinstellingen geluk met de toewijding waarvan zij blijk gegeven hebben in de uitvoering van hun toegenomen taken in de loop van de moeilijke periode ontstaan door de staking van de „Syndicale Kamers" van geneesheren waarvan het de onbewuste houding schandvlekt ten overstaan van hun sociale en menselijke verantwoordelijkheid, zodat de volksgezondheid in gevaar wordt gebracht. Geeft andermaal uiting aan de wil van de werknemers der openbare diensten zonder uitstel van de voordelen- inzake „gezondheidszorgen" te genieten en zich met de andere werknemers tegen elke achteruitgang op dit gebied te verzetten. Eist dus het behoud van de grondbeginselen en van de in de wet Leburton vervatte sociale voordelen. Zal geen verhoging van de bijdragen ten laste der werknemers aanvaarden. Herinnert er aan dat, zijns dunkens, de enige ware oplossing voor het vraagstuk van de gezondheid, de invoering is van een nationale gezondheidsdienst waardoor voor allen .kosteloze geneeskunde verzekerd wordt. Zich bewust zijnde van zijn bijzondere verantwoordelijkheid, nodigt het Buitengewoon Congres al de werknemers van de verzorgingsinstellingen en bijzonder de aan een ideaal van sociale vooruitgang gehechte geneesheren er toe uit tot een ware syndicale organisatie, zoals de A.C.O.D., toe te treden. Het Buitengewoon Congres stelt met voldoening vast dat met de partners van het Gemeenschappelijk Front een gemeenschappelijk memorandum kon worden opgemaakt en dat dit laatste op 19 maart aan al de Ministers gestuurd werd. Geeft het Bestendig Secretariaat opdracht de nodige contacten op te nemen en er op aan te dringen dat de Regering, zonder uitstel, met het Gemeenschappelijk Front de noodzakelijke onderhandelingen zou aanvatten. Het Buitengewoon Congres neemt met grote aandacht de essentiële vraagstukken in overweging, welke de vooruitgang van het officieel onderwijs en de democratisering der studiën nog hypothekeren, zodat aldus aan de basis de sociale bevordering van al de werknemers in gevaar wordt gebracht. Het geeft de sector „Onderwijs" de verzekering van zijn daadwerkelijke steun in de moeilijke strijd welke hij iedere dag te voeren heeft. Het Buitengewoon Congres stelt vast dat bij bepaalde openbare instellingen, met name de N.M.B.S., de R.T.T. en de
66
Bestuursorganen
legerarsenalen, steeds meer werken aan de privésector toevertrouwd worden. Merkt op dat deze instellingen nochtans over gekwalificeerde arbeidskrachten beschikken om aan deze taken het hoofd te bieden. Verzet zich met klem tegen deze politiek die, enerzijds, rechtstreeks indruist tegen de rationalisatieprincipes voorgestaan door de A.C.O.D. inzake organisatie der instellingen van openbaar n u t en, anderzijds, uitsluitend winsten bezorgt aan kapitalistische ondernemingen ten nadele van de gemeenschap." NATIONAAL COMITÉ VAN 30 SEPTEMBER 1964
Agenda : Verdeling van de nieuwe bijdrage — Stand der besprekingen met de Regering met het oog op de nieuwe programmatic voor de Agenten der Openbare Diëtisten Dit Nationaal Comité heeft hulde gebracht aan de nagedachtenis van de betreurde kameraad Daniel Lesoille, N a t i o n a a l Secretaris van de sector Parastatalen. Met een ruime meerderheid heeft het N a t i o n a a l Comité de voorstellen van het Uitvoerend Bureau betreffende de bijdragen goedgekeurd (verdeling - bedrag voor de gepensioneerden). H e t heeft volgende resolutie aangenomen : „Het Nationaal Comité, N a het verslag van h a a r onderhandelaars gehoord te h e b b e n over de onderhandelingen welke door het Gemeenschappelijk F r o n t met de Regering werden voortgezet ter bespreking van d e in het „gemeenschappelijke m e m o r a n d u m " opgenomen eisen, Betreurt ten zeerste dat de Regering niet bij machte is geweest gezamenlijke oplossingen voor te leggen voor de van essentieel belang zijnde vraagstukken, te weten : 1. inschakeling van de personeelsleden en gepensioneerden der openbare diensten in de verzekering „gezondheidszorgen", 2. aanpassingen van de bezoldigingen, 3. volstrekt noodzakelijke verbeteringen inzake pensioenen, 4. verkorting van de arbeidsduur. N e e m t akte van de regeringsverbintenissen betreffende : — de regularisatie van de tijdelijke personeelsleden,
Bestuursorganen
67
— de vergoeding van de schade voortvloeiend uit arbeidsongevallen en ongevallen op de weg naar en van het werk, — compensatie in 1965 van twee officiële verlofdagen welke samenvallen met een zaterdag of een zondag, — het onderzoek van de anomalieën inzake prestaties. Betreurt dat de Regering de afgesproken samenkomst opnieuw verdaagt tot 22 oktober aanstaande. Op deze bijeenkomst zal de Regering definitieve oplossingen neerleggen met betrekking tot de onder sub. 1 tot 4 opgesomde belangrijke eisen ; Bevestigt het eisenprogramma zoals het voorkomt in het „gemeenschappelijk memorandum" ; Besluit eveneens opnieuw bijeen te komen op 23 oktober om, als het nodig is, tot rechtstreekse actie over te gaan." NATIONAAL COMITÉ VAN 23 OKTOBER 1964
Agenda : Onderzoek van het verslag van het Gemeenschappelijk Front Dit Nationaal Comité had uitsluitend tot doel de stand der onderhandelingen met de Regering onder de loep te nemen. Volgende resolutie werd goedgekeurd : „Het Nationaal Comité, Na het verslag gehoord te hebben over de onderhandelingen welke op 22 oktober met de Regering werden voortgezet, Keurt de houding goed van de onderhandelaars die hun akkoord met de Regeringsvoorstellen niet hebben betuigd, Gezien de door de Regering gedane voorstellen onvoldoende zijn, naar inhoud en vorm, inzake : — bezoldigingen — pensioenen — verzekering gezondheidszorgen en — arbeidsduur ; Stelt het Nationaal Comité met voldoening vast dat de afvaardigingen van het Gemeenschappelijk Front gisteravond bijeengekomen zijn om een gemeenschappelijk standpunt voor te stellen ; Geeft de onderhandelaars van het Gemeenschappelijk Front opdracht dadelijk, en van deze avond af, de besprekingen met de Regering voort te zetten ;
68
Bestuursorganen
Besluit : a. zijn voorstel van 24-urenstaking te handhaven; b. zijn aangeslotenen op ruime schaal te raadplegen aan de hand van nieuwe resultaten welke uiterlijk tegen woensdagavond bekend zullen zijn ; c. het Nationaal Comité opnieuw bijeen te roepen op maandag, 9 november a.s." NATIONAAL COMITÉ VAN 9 NOVEMBER 1964
Agenda : Onderzoek van het verslag van het Gemeenschappelijk Front Tijdens een breedvoerig debat heeft het Nationaal Comité een onderzoek gewijd aan de resultaten verworven inzake eisen (bezoldigingen, pensioenen, arbeidsduur, syndicaal statuut, gezondheidszorgen, tijdelijken, arbeidsongevallen). Het Nationaal Comité heeft de tekst aangehouden van de onderstaande resoluties welke betrekking hebben op de geboekte resultaten en op het syndicaal statuut, van het gemeente- en provinciepersoneel: „Het Nationaal Comité, Na het verslag van het Gemeenschappelijk Front grondig te hebben besproken : Keurt het akkoord goed dat met de Regering tijdens de onderhandelingen van 28-10-1964 bereikt werd ; Geeft het Bestendig Secretariaat en het Uitvoerend Bureau opdracht te waken over de spoedige toepassing van de inhoud van het akkoord ; Stelt van nu af aan zijn vertrouwen in het Bestendig Secretariaat en .het Uitvoerend Bureau om, in het raam van het Gemeenschappelijk Front, op het gepaste ogenblik het nieuw eisenprogramma, dat op 1-1-1966 zal ingaan, voor te bereiden; Wenst het Gemeenschappelijk Front geluk ; Dankt al de aangeslotenen van de A.C.O.D. voor hun strijdvaardigheid ; Stelt vast dat al de personeelsleden der openbare diensten zullen genieten van de zeer noemenswaardige resultaten welke door het Gemeenschappelijk Front bereikt werden ; Roept al degenen, die niet aangesloten zijn bij een van beide organisaties van het Gemeenschappelijk Front, dan ook op om
Bestuursorganen
69
aan te sluiten bij de Algemene Centrale der Openbare Diensten. „Het Nationaal Comité:, Wijst op het belang dat de leden van de sector „Gemeente-, Provincie- en Gelijkgestelde Diensten" hechten aan een wettelijke medezeggenschap dat hun tot dusver als enigen van de werkgevers in België, zowel in de particuliere als in de openbare sector, wordt onthouden ; Stelt daarenboven vast dat inzake syndicaal statuut door de onderhandelaars resultaten behaald zijn voor de sector „Spoor" en het gemeentelijk onderwijzend personeel, en feliciteert ook daar de onderhandelaars voor ; Vestigt de aandacht van het Nationaal Comité van de A.C.O.D. op het feit dat er inzake medezeggenschap voor het gemeenteen provinciepersoneel niet de minste vooruitgang is, wel integendeel, daar de officieus ingestelde Syndicale Raad van Advies tot ongenoegen van de leden van de sector Gemeente- en Provinciediensten ontbonden is ; Verzoekt het Nationaal Comité het Bestendig Secretariaat van de A.C.O.D. opdracht te geven onmiddellijk contacten met de bevoegde instanties van de Regering en de betrokken A.C.O.D.sectoren op te nemen opdat nog vóór de ontbinding van de Wetgevende Kamers het syndicaal statuut van het gemeente- en provinciepersoneel gestemd zou worden, wat met zich zou brengen dat ook deze personeelsleden der overheidsdiensten over een wettelijk apparaat van medezeggenschap zouden beschikken."
HET PERSONEEL VAN DE A.C.O.D.
Op 31.12.1964 bestond ons personeelskader u i t : — 5 bedienden bij de Dienst Abonnementen en Mecanografie — 2 bedienden bij de Dienst Boekhouding — 2 bedienden bij de Persdienst — 3 bedienden bij de Verzendingsdienst — 17 bedienden bij de Dienst Dactylografie — 1 telefonist — 1 conciërge — 3 vertalers hetzij in totaal 34 personen. Sinds het Congres heeft het Bestendig Secretariaat jaarlijks aan al het personeel een verhoging toegekend en op 1.1.1963 werden talrijke hérklasseringen doorgevoerd. Op 1.1.1965 genoot al het personeel een algemene verhoging van 5 %, behalve voor de Ille categorie wier jaarlijkse verhogingen meer dan 5 % bedroegen. Aldus mag gezegd worden dat ons personeel goed bezoldigd is onder het bediendenpersoneel. Inzake verlofgeld en -dagen werden de reeds bestaande belangrijke voordelen nog verbeterd. Over het algemeen geeft het personeel blijk van begrip en toewijding zoals het past wanneer men werkzaam is in een syndicale organisatie. Van de gelegenheid die ons hier geboden wordt, maken wij dan ook gebruik om het personeel hulde te brengen voor zijn gewaardeerde medewerking en om onze dank te betuigen.
MECHANOGRAFIE
SAMENVOEGING VAN DE STEEKKAARTENSTELSELS „POSTABONNEMENTEN" EN AANGESLOTENEN
Onder de organisatorische maatregelen ter verhoging van de efficiency onzer Centrale kwam ónder meer voor. de samenvoeging van de steekkaartenstelsels „postabonnementen" en „aangeslotenen". Waar ging het eigenlijk om ? Tegenwoordig bestaan er in onze organisatie twee zeer onderscheiden fichestelsels : — het ene, opgemaakt uit kartonnen fiches, omvat de lijst der abonnees op „De Tribune" en is gerangschikt per uitgave en per uitreikend postkantoor. De bedienden van die dienst maken een fiche op voor de nieuwe abonnees, brengen er de eventuele adreswijzigingen of schrappingen aan. Dit werk geschiedt in overleg met de gewesten en in nauwe samenhang met de lijsten waarover het Bestuur der Posterijen beschikt ter uitreiking van „De Tribune". — het andere bestaat uit mechanografische plaatjes, waarbij onze Centrale zich inspant te beschikken over de lijst van alle leden ten einde ze heel vlug op hun persoonlijk adres te kunnen bereiken. De ondervinding heeft uitgewezen dat het onmogelijk was dit steekkaartenselsel heel juist bij te houden. Via het reorganisatieplan wordt dus de samenvoeging van beide kaartensystemen doorgevoerd. Het gaat er dus om met grote nauwkeurigheid één enkel fichestelsel op te maken bevattende tegelijk onze leden en de abonnees op „De Tribune", die, op enkele uitzonderingen na, onze eigenlijke aangeslotenen vormen. Door middel van dit mechanografisch uitgewerkte fichestelsel
Administratie
77
zal het ons mogelijk zijn al onze leden snel te bereiken, hetzij per sector, hetzij gewestelijk of per domicilie. Die nieuwe operatie heeft ook ten doel te zorgen voor een volstrekt regelmatige dienst ten behoeve van onze abonnees en tevens een groot aantal nutteloze abonnementen te vermijden, want het verschil tussen de afdrachten en het aantal abonnees is in volstrekt abnormale dimensies toegenomen. Dit reorganisatiewerk is nu beëindigd voor de sectoren Post, T.T., Gepensioneerden en Onderwijs. Het ziet er zeer naar uit dat tegen einde 1965 het werk voor alle sectoren geëindigd zal zijn. Het mag wel aangestipt worden dat het nazicht van de abonneelijst op „De Tribune van P.T.T. en Z.L." het ons mogelijk heeft gemaakt meer dan 4.000 Tribunes af te schaffen en meer dan 3.000 voor de sector Gepensioneerden. Het is ook een interessante vaststelling dat al die schrappingen gepaard zijn gegaan met een vermindering van het aantal klachten. Deze operatie is tevens van belang omdat wij aldus elk jaar bij het Bestuur der Posterijen zullen kunnen overgaan tot een hernieuwing op naam, terwijl tot dusver de hernieuwing louter kwantitatief gebeurde. Daar het hier uiteraard om een zeer omslachtige taak gaat kan deze enkel tot een goed einde worden gebracht mits de medewerking van de gewestelijke secretarissen, aan wie een zeer snel en precies werk wordt gevraagd. Sommige gewesten lijken weinig geneigd om snel aan onze vraag tegemoet te komen. Zo wij de nadruk leggen op de omvang van het gedane werk dan is het omdat de cijfers voor zichzelf spreken : ieder jaar, inschrijving van 25.000 nieuwe abonnees adreswijzigingen : 13.000 Signaleren wij nog dat voor 1963 het aantal uitgereikte abonDit alles toont voldoende aan dat het noodzakelijk is slechts over één enkel fichestelsel te beschikken, schrappingen : ongeveer 20.000. nementen het gemiddelde der betaalde bijdragen met 53.000 overtrof. Is het derhalve nog nodig te wijzen op de noodzaak regelmatig klaarheid te brengen in de lijst der abonnees om zodoende ernstige besparingen te doen zowel inzake het aantal te druk-
78
Administratie
ken T r i b u n e s als inzake de taxes die aan het Bestuur der Posterijen moeten worden betaald voor de uitreiking ? TRIBUNE
Jaar Nieuwe Schrappingen C.H.G.T.S. Adres Oplage Fr. op 31 dec. Oplage Ned. op 31 dec. Totale oplage Jaarlijks gemiddelde Verschil bijdragen
1962
1963
1964
19.771 19.276 12.600 91% 54% 145% .100 % 45%
21.619 17.558 13,000 95% 56% 151%, 108% 43%
22.624 17.672 13.500 92% 55% 147% 113% 34%
HET STEEKKAARTENSTELSEL VAN DE MILITANTEN
Onze mechanografische dienst is ook belast met het bijhouden van de lijsten der militanten. In samenwerking met de sectoren van de A.C.O.D. zijn wij er in geslaagd — dank zij enkele nieuwe maatregelen van organisatorische aard — ons steekkaartenstelsel van de m i l i t a n t e n m i n of meer o p p u n t te stellen. O m U een idee te geven van de omvang van de taak, gelieve U hieronder enkele statistische gegevens te vinden. Aantal steekkaarten : Nationale instanties van de A.C.O.D 170 Sectormilitanten 8.923 A b o n n e n t e n op het vademecum 1.036 A b o n n e n t e n op ID-omzendbrieven 5.500 Tevens werden in de afgelopen Congresperiode : 11.650 fotokopies gemaakt 2.150 zinkafdrukken en meer d a n 600 omzendbrieven, uitgaande van de nationale instanties van de A.C.O.D. en van de sectoren. De omvang van deze administratieve taken toont eens te meer de dringende noodzakelijkheid aan om de lijsten van de verschillende instanties van de sectoren zo nauwkeurig mogelijk bij te houden.
DOCUMENTATIE
Op dit gebied heeft het Bestendig Secretariaat de tijdens de vorige periodes begonnen inspanningen voortgezet. Op het stuk van de innerlijke documentatie heeft het Bestendig Secretariaat bij elke gelegenheid en over alle belangrijke problemen — wetten inzake het behoud van de orde, fiscaliteit, organisatie van Europa, administratieve hervorming — aan zijn militanten de desbetreffende uitgegeven brochures bezorgd wat toegelaten heeft zich een idee te vormen over de kwestie. Het Bestendig Secretariaat is voortgegaan met regelmatig documentaire nota's van algemene aard aan de nationale militanten te bezorgen waarin gehandeld wordt over brochures met sociaal-economische inslag, over parlementaire bescheiden, teksten van het Belgisch Staatsblad, enz... Het Bestendig Secretariaat heeft insgelijks de publicatie hervat van een documentaire nota in verband met de inhoud van het bulletin niet parlementaire vragen en antwoorden. Voor de documentatie die op ruimere schaal dient verspreid, vooral ter intentie van onze basismilitanten, is de publicatie van het vademecum met de administratieve en geldelijke statuten tot begin 1964 voortgezet geworden. Op dit ogenblik hebben wij het samenvallen gehad van de statutaire en geldelijke herzieningen van de jongste jaren, wat aanleiding heeft gegeven tot 25 koninklijke besluiten welke, met uitwerking op 1 augustus 1964, alle bepalingen moesten vervangen van de K.B. welke voorkomen in boekdeel I en voor het merendeel in boekdeel II van het vademecum. Men begrijpt best dat het B.S. onder deze omstandigheden er toe verplicht is de kwestie van het publiceren van het vademecum te herzien. Immers, volgens de tot hiertoe gebruikte formule waarbij alles (coördinatie, opstellen, drukken, vergaring en verzending) door onze diensten verzorgd wordt zouden er meer dan twee jaar mee gemoeid zijn om dit voorbeeld van documentatie weer in orde te stellen. 6
80
Administratie
Ondertussen heeft het B.S. verschillende brochures gepubliceerd inzake kwesties die het voorwerp hebben uitgemaakt van overeenkomsten afgesloten met de Regering in het kader van de sociale programmaties 1962-1965. Een brochure over de nieuwe bepalingen betreffende het geldelijk statuut alsmede een andere over de pensioenen zijn goed onthaald geworden. In weerwil van hun belangrijke oplage waren zij in minder dan één maand uitgeput. Het is daarom dat het Bestendig Secretariaat het nuttig geacht heeft een nieuwe brochure over het volledig geldelijk statuut uit te geven nadat alle koninklijke besluiten betreffende de hervorming van de geldelijke regeling en alle onderrichtingen, welke door de 2° sociale programmatie met ingang van 1.1.1965 aan het geldelijk statuut gebracht werden, zullen afgekondigd zijn. Wij menen dat deze brochure, zoals de vorige, eveneens een goed onthaal zal te beurt vallen. Het is nodig de inspanning op het gebied van de documentatie tot het maximum op te drijven. Het B.S. is zich daarvan ten volle bewust. Iedereen dient echter ingelijks in te zien, welk bijkomend werk dergelijke inspanning vraagt en welke aanzienlijke uitgaven er noodgedwongen mee gepaard gaan. Bekommerd om iedereen tevreden te stellen en tevens de ter beschikking gestelde kredieten niet te overschrijden, zal het Bestendig Secretariaat gans het probleem van de ter beschikking van al onze militanten te stellen documentatie opnieuw op het getouw moeten nemen.
JURIDISCHE DIENST VAN DE CENTRALE
Ofschoon de A.C.O.D. van bij haar ontstaan de oprichting van een bijzondere kas had voorzien onder de benaming „Juridische Dienst" is de Juridische Dienst van de A.C.O.D. in feite maar beginnen te functioneren op 1 januari 1953. Tot dan toe had de „Speciale Kas" zich beperkt-tot financiële tegemoetkomingen in de kosten van honoraria van advokaten en geneesheren aan de leden die om professionele redenen in rechten vervolgd werden of die tengevolge van overkomen ongevallen geneeskundige expertises dienden te ondergaan. Bedoelde kas werd gestijfd door middel van een zeer klein aandeel van de syndicale bijdrage en was dus niet bij machte om het hoofd te bieden aan de uitgaven verbonden aan de oprichting in de A.C.O.D. van een ware dienst voor betwiste en juridische zaken. In 1953 evenwel, en na het Congres van Gent — op welk Congres verschillende vertegenwoordigers van sectoren op de tri bune gewezen hadden op de noodzaak dergelijke dienst in het leven te roepen besloot het Bestendig Secretariaat van de A.C.O.D., in overleg met het Uitvoerend Bureau, deze dienst op te richten. De Juridische Dienst bestaat nu reeds sinds ruim 12 jaar en heeft meer dan 3.000 dossiers behandeld. Toentertijd had de in 1946 opgerichte Raad van State slechts een 5-jarig bestaan achter de rug (vermits hij eerst in 1948 is beginnen te functioneren), doch alles wees erop dat de dossiers van de administratieve betwiste zaken die de leden ons zouden vragen op te maken, heel vlug in aantal zouden toenemen. Dit vooruitzicht werd bewaarheid. Elkeen kan trouwens zelf vaststellen dat, wat betreft de administratieve beslissingen inzake statuut, bevordering, benoeming en organisatie, welke aan de censuur van de Raad van State werden voorgelegd, de
82
Administratie
leden van de A.C.O.D. — door toedoen van de Nationale Juridische Dienst — veruit het grootste aantal arresten dat door de Raad van- State werd uitgesproken, op hun actief hebben. Naast deze kwesties, behorende tot de administratieve betwiste zaken, hebben wij nog een zeer groot aantal andere zaken te behandelen gekregen i.v.m. geschillen tussen onze leden en administratieve autoriteiten, en dit zowel met betrekking tot arbeidsongevallen, ongevallen overkomen op de weg naar of van het werk als zaken betreffende de verantwoordelijkheid van de personeelsleden of betreffende hun burgerlijke rechten. Door deze ontelbare zaken zijn de activiteiten van de Juridische Dienst in zeer ruime mate toegenomen. Onze leden kunnen er thans derhalve zeker van zijn dat zij voor de behartiging en de verdediging van hun persoonlijke belangen alle nodige bijstand en hulp kunnen inroepen, welke enkel een grote organisatie als de onze kan waarborgen. Immers, thans kunnen onze aangeslotenen rekenen op gans het net der diensten van het Arbeidsrecht afhangende van de A.B.V.V.-gewesten waartoe insgelijks onze gewesten en afdelingen behoren; tevens kunnen zij rekenen op de Dienst betwiste en juridische zaken van de Centrale, dienst die, zo menen wij althans, algehele voldoening schenkt aan degenen die er beroep op doen. Welke procedure dient men te volgen om de tussenkomst van de Dienst betwiste en juridische zaken van onze Centrale te bekomen ? De Dienst betwiste en juridische zaken staat ter beschikking van de gewesten en van de sectoren voor de behandeling van alle betwiste zaken. Ongeacht het gaat om verkeerde interpretaties van statutaire bepalingen, om het niet toepassen van sommige welbepaalde regels, om schendingen van door het personeel burgerlijke verworven rechten en voor zover de betwistingen verband houden met kwesties van professionele aard, onderzoekt de Dienst betwiste en juridische zaken alle aangelegenheden die hem worden voorgelegd en oordeelt hij betreffende de gegrondheid hetzij van een rechtstreekse tussenkomst bij de overheid, hetzij van verzoekschriften tot nietigverklaring of van verzoekschriften tot herstelvergoeding voor buitengewone schade in te dienen bij de Raad van State, hetzij nog om rechtsvorderingen op het vlak van de gewone rechtbanken. " In het kader van de verdediging der individuele belangen van
Administratie
83
de A.C.O.D.-leden behandelt de Dienst insgelijks de verzoekschriften tot nietigverklaring van bevorderingen of benoemingen doorgevoerd bij schending van de statutaire regelen of zonder rekening te houden met de substantiële en op straffe van nietigheid voorgeschreven pleegvormen, zomede de verzoekschriften tot tussenkomst die door onze aangeslotenen moeten worden ingediend bij de Raad van State wanneer hun toestand het voorwerp uitmaakt van verzoekschriften tot nietigverklaring. Het is dus op verzoek van de gewesten of van de sectoren dat de dienst gemachtigd is om een of ander individueel geval of om deze of gene principekwestie te bestuderen. De aangeslotenen die in de mening verkeren een beroep te moeten doen op de bijstand van de Dienst betwiste en juridische zaken van de Centrale, moeten zich dus noodgedwongen wenden tot hun gewest of tot hun sector waar er eventueel voor gezorgd wordt het dossier ter onderzoek aan de Nationale Juridische Dienst door te geven. Deze procedure, die door sommigen wellicht als te administratief zou kunnen bestempeld worden, is echter noodzakelijk. Het is immers vereist dat de gewesten en sectoren tussenbeide kunnen komen voordat de Dienst betwiste en juridische zaken optreedt en het is eerst nadat deze syndicale instanties alle mogelijkheden hebben aangewend waarover zij op het syndicale vlak beschikken dat zij, wanneer ze zulks nodig achten, een beroep zullen doen op de bijstand van de Dienst betwiste en juridische zaken. Het is overigens van het allergrootste belang dat de gewesten en de sectoren op de hoogte zijn van hetgeen gedaan kon worden, want het zou kunnen gebeuren dat sommige ervan de door de sectoren gevoerde politiek tegenwerken of ermede in strijd zijn. Anderzijds dient er rekening mede gehouden dat het voor de Dienst betwiste en juridische zaken onbegonnen werk zou zijn alle individuele dossiers van de leden te behandelen. Dit is niet de opdracht van deze dienst. Hij heeft tot taak de betwiste kwesties te onderzoeken waarvoor de gewesten, afdelingen en sectoren ten aanzien van de administratieve overheid geen voldoening hebben kunnen bekomen. Op dit vlak heeft de Dienst betwiste en juridische zaken sinds 1 juli 1961 circa 800 dossiers te behandelen gekregen. Benevens de behandeling van die' dossiers heeft de Dienst
84 Administratie antwoord gegeven op ontelbare mondelinge en schriftelijke vragen gesteld door de leden van de A.C.O.D. De ongeveer 800 nieuw aangelegde dossiers hebben betrekking op: 1. administratieve betwiste zaken 130 2. zaken Raad van State a. verzoekschriften tot nietigverklaring 61 b. verzoekschriften tot tussenkomst . . . 128 c. verzoekschriften voor schadeloosstelling 4 3. diverse vragen om advies 134 4. zaken aanhangig gemaakt .bij de gewone rechtscolleges, de Werkrechtersraad, het Hof van Cassatie . . . . 128 5. diverse studies, wetsvoorstellen, amendementen op ingediende voorstellen o£ ontwerpen 39 6. zaken arbeidsongevallen, beroepsziekten 81 7. diverse zaken 96 Op 31.12.1964 kunnen wij zeggen dat van al de dossiers die van bij het ontstaan aan de juridische dienst werden voorgelegd, daarbij gerekend de 800 dossiers van de syndicale periode waarop dit verslag slaat, er slechts nog 421 dossiers blijven waarvoor de actie nog aan gang is. Onder de meest interessante zaken die door de dienst behandeld werden, willen wij nog citeren : /. de voorbereiding van een aantal wetsvoorstellen, zoals : — het voorstel ter amendering van de wetten van 1955 en 1957 op de bedienden- en werkliedenpensioenen om de herhaling te vermijden van onverschuldigde bedragen uitgekeerd naar aanleiding van administratieve vergissingen ; — het voorstel ertoe strekkende het voordeel van de gevangenen strijdersrenten uit te breiden tot andere categorieën en namelijk tot de weerstanders en de weggevoerden ; — het voorstel ter wijziging van de bepalingen van de Eenheidswet 115 - 116 - 117 - 118; — het voorstel ter waarborging aan de gepensioneerden, agenten der openbare diensten, van de pensioenminima verleend aan de werknemers uit de privé-sector; — het voorstel houdende statuut van het personeel van het Rijksonderwijs ; — het voorstel houdende regularisatie van de tijdelijke personeelsleden ;
Administratie
85
— het voorstel betreffende het herstel der schade voortspruitende uit arbeidsongevallen en ongevallen overkomen op de weg van en naar het werk. enz... enz... II. het opmaken van amendementen op wetsvoorstellen of -ont werpen die werden ingediend, zoals deze : — betreffende het wetsontwerp op de arbeidsduur ; — betreffende het wetsontwerp op de minimumpensioenen ; — betreffende het wetsontwerp houdende herinrichting van de Raad van State ; — betreffende de wetsontwerpen op de ordehandhaving ; — betreffende het wetsontwerp tot vaststelling van het vakantiegeld voor het personeel der parastatale organismen ; — betreffende de schadevergoeding der beroepsziekten ; — betreffende het gebruik der talen in bestuurszaken ; — betreffende de wet op de herstelpensioenen ; ' — betreffende de hervorming van de Verzekering Ziekte-Invaliditeit. III. de antwoorden op de vragen om advies betreffende : — de toepassing van de wet op het herstel van schade voortspruitende uit arbeidsongevallen voor het gemeente- en provinciepersoneel ; — de toepassing van het syndicaal statuut bij de N.M.B.S. ; — de toepassing van de anciënniteitsbijslagen en de berekening van die bijslagen ; — meerder gevallen van ongevallen overkomen op de weg van < of naar het werk ; — de wijzigingen aan te brengen in het statuut van het provinciepersoneel om de vertragingen inzake weddebevordering te vermijden, veroorzaakt door afwezigheid wegens staking; — de mogelijkheden om de autoriteiten te verplichten de agenten die hun pensioen mogen of statutair moeten nemen op 60 jaar in functie te houden tot de leeftijd van 65 jaar; — de rechten verworven door de weduwen wier echtgenoot over leden was onmiddellijk vóór de stemming van de Eenheidswèt; — de ingangsdatum van de beslissingen inzake lichamelijke ongeschiktheid leidend tot voortijdige oprüststelling ;
86
Administratie
— de rechten inzake pensioen van de agenten die gelijktijdige functies hebben uitgeoefend; — talrijke kwesties in verband met de syndicale raadpleging en de organisatie van deze raadpleging. In zeer vele gevallen werden de acties ingezet door de Juridische Dienst ten gunste van onze aangeslotenen succesvol bekroond. Zo kunnen wij voor de Raad van State volgende tabel voorleggen.
Raad van State 1961 1962 Beëindigde zaken Gunstige arresten 28 ongunstige 25 afstand van geding met gunstig gevolg voor belanghebbende 2 overlijden —
35 15 7 2
1963 1964 13 11 2 1 :
Tot.
6 6
82 57
— —
17 3
d.w.z. op 159 arresten A.C.O.D., 99 arresten met voldoening voor belanghebbenden. Zo ook hebben wij de voldoening gehad gunstige vonnissen te kunnen noteren voor talrijke agenten van het Bestuur der Posterijen betrokken bij verkeersongevallen, voor agenten van alle sectoren inzake herstel van arbeidsongevallen of ongevallen op de weg van of naar het werk. Voorts staat nog op het actief van de Juridische Dienst: de zegepraal in de 3 ophefmakende processen tegen de Gemeente La Louvière inzake perequatie der pensioenen en toekenning van overlevingspensioen aan de personen die weduwe waren geworden na een gepensioneerde te hebben gehuwd (Wet van 30.4.1958). Door onze onverdroten actie ten gunste van de hulpkrachten der Posterijen, die werden getroffen door een ongeval vóór de toepassing van het statuut der hulpkrachten,zijn wij erin geslaagd, vóór dat terzake enige reglementering bestond, voor hen de gecumuleerde uitkering te bekomen van de wedde en hun ongevallenrente. Voorts hebben onze voortdurende tussenkom-
Administratie
87
sten ten gunste van de invalide agenten, en ongeacht de aard van hun invaliditeit, met zich gebracht dat zij de achterstellen van verhoogde gezinstoeslagen hebben bekomen welke men hun voordien geweigerd had. Wanneer onze aangeslotenen zullen weten dat in elk van de twee gevallen men gedurende meer dan 2 jaar inspanningen heeft moeten leveren, stappen moeten doen en ontelbare brieven heeft moeten schrijven om die gunstige resultaten te kunnen bereiken, dan zullen zij zich beter rekenschap geven van de moeilijkheden die men soms kent om een juiste zienswijze te laten zegevieren en waarvan de toepassing generlei vertraging zou mogen lijden. Zo wij twee zaken hebben verloren voor het Hof van Cassatie — de Ie in verband met het herstel van een arbeidsongeval overkomen aan een kameraad spoorman, de 2e betreffende de wijze van berekenen van de anciënniteitsbonificaties toe te kennen aan de gepensioneerde spoormannen - hebben wij daarentegen een zeer belangrijke zaak gewonnen nl. deze betreffende de toepassing van de wet op de herstelpensioenen ten voordele van een agent der Posterijen, ernstig gekwetst bij het volbrengen van zijn militaire dienst. Deze beslissing van het Hoge Hof zal rechtspraak vormen voor al degenen onder onze jonge kameraden, die tijdens hun militaire dienst zouden kunnen gekwetst worden en zal het ons mogelijk maken te bekomen dat de wet in een meer sociale zin gewijzigd wordt. Al onze kameraden zullen zich tenslotte de geweldige ramp van.de Wetstraat herinneren, waarbij wij het verlies hebben moeten betreuren van 14 aangeslotenen, terwijl 26 onzer kameraden min of meer ernstige kwetsuren opliepen. De plechtige verbintenis die toen werd aangegaan door het Bestendig Secretariaat alles in het werk te stellen om de verdediging van de belangen der slachtoffers-leden van de A.C.O.D. en van hun rechtverkrijgenden te verdedigen, werd nagekomen. Vooreerst heeft de Juridische Dienst, in samenwerking met het Kabinet van de Minister van Economische Zaken, het nodige gedaan voor een maximale schadeloosstelling ten gunste van de ouders der agenten die gedood of gekwetst werden, zulks ter dekking van alle kosten hun veroorzaakt door die catastrofe. En wij willen er hier op wijzen dat op bevel van Minister Spinoy en van diens Kabinetschef, de h. Simonet,
88
Administratie
alles geregeld werd zoals wij gevraagd h a d d e n ten gunste van al de diep getroffen families. D e wet o p h e t herstel d e r schade voortspruitend uit arbeids-; ongevallen werd toegepast en ofschoon de overeenkomsten nog niet bekrachtigd werden door de bevoegde vredegerechten — zulks o p ons verzoek m e t het doel alle rechten van de slachtoffers of van h u n rechtverkrijgenden te vrijwaren — worden de „ongevallen"-renten volledig uitbetaald. Met de instemming van de betrokken partijen heeft d e A.C.O.D. aan 6 advokaten, Meesters Collinet Vader en Zoon, Mr. Thijs, Mr. Lambrechts en Mr. H a n o t i a u , loco Mr. Geairain en Universiteitsprofessor doctor Ghysbrecht, opdracht gegeven de belangen van de rechthebbenden en van de gekwetsten te verdedigen. Voor de rechthebbenden werd burgerlijke partij ingesteld onmiddellijk bij de opening van het geding tegen de firma „L'Ecluse" en werden alle gevallen, behalve 2, transactioneel behandeld met de Verzekeringsmaatschappij, zodat wij aan alle rechthebbenden der slachtoffers, benevens de herstelwet „arbeidsongevallen" een bedrag h e b b e n k u n n e n doen uitbetalen van meer dan 3 miljoen als herstel van morele schade. Voor de 2 betwiste gevallen zal het proces voortgezet worden en zal m e n de uitspraak van het vonnis moeten afwachten alvorens het bedrag van de toegekende schadeloosstelling te kennen. Voor de gekwetsten is de actie aan gang en wij twijfelen er niet aan dat onze advokaten en professor Ghysbrecht, zoals immer, zullen ijveren om voor onze leden een m a x i m u m schadevergoeding te bekomen. U i t n a a m van al onze leden willen wij h e n hier zeer oprecht onze dank betuigen. Dat de leden tevreden zijn over de werking van de Dienst betwiste zaken wordt bewezen door het feit dat voor de hier besproken syndicale periode in de Solidariteitskas van de A.C.O.D. voor een totaal bedrag van 115.780 fr. giften werden gestort n a a r aanleiding van tussenkomsten van de Nationale Juridische Dienst. D a a r de activiteit van de Juridische Dienst gestadig toeneemt en tevens het aantal zaken te behandelen in het Nederlands stijgt, is het Bestendig Secretariaat er toe genoopt geweest de ploeg van de Juridische Dienst met ingang van 1 m a a r t 1964 te
Administratie
89
versterken door de recrutering van een nieuwe medewerker, Rik Rans. Het was immers een absolute noodzaak geworden over te gaan om Pol Hublet te helpen die sedert het overlijden van onze betreurde Horace Laurens de enige medewerker van Charles Crevecceur bleef. Kameraad RikRans die sinds ettelijke jaren militeerde in de rangen van het A.C.O.D.-Gewest Antwerpen en die reeds volledig het raderwerk van onze organisatie kende, heeft zich vlug en perfect weten aan te passen aan de nieuwe taak die hem is opgelegd en vormt nu met Kameraad Hublet een ploeg over wiens diensten wij ons enkel kunnen verheugen. Wij houden er dan ook aan hen hier openlijk te danken. Ook willen wij onze zeer gemeende dank betuigen aan al degenen die ons geholpen hebben in onze moeilijke taak bij de Juridische Dienst en met name alle advokaten : Bieseman Edward, van Zellik Collinet Francois, van Gilly Collinet Roger, van Brussel 5 De Koek Mare, van Brussel 4 Ervijn Alain, van La Louvière Geairain Jeanine, van Brussel 5 Genot Yvonne, van Aarlen Hanotiau Michel, van Brussel 3 Lambrechts Bert, van Leuven Leruth Alex, van Luik Thijs Jean, van Brussel 13 Van Kerkhove Raoul, van Gent Wallon Frangoise, van Gilly" zomede aan Professor Ghysbreckt, doctor in de geneeskunde, die voor ons vaak een zeer kostbare hulp betekende in de strijd die wij te voeren hadden tegen de onrechtvaardigheden begaan door de Administratieve Gezondheidsdienst, en wiens toewijding aan de syndicale zaak heel goed door iedereen is gekend.
HET LEDENTAL
Laten wij de beschouwingen over dit hoofdstuk beginnen met een uiterst verheugende vaststelling : zo wij rekening houden met het aantal aangeslotenen op het ogenblik dat het Congres van 1945 doorging, ledental dat toen 78.000 beliep, kunnen wij vaststellen dat sindsdien onze effectieven meer dan verdubbeld zijn! Op het ogenblik dat onze Centrale haar 20-jarig bestaan viert, is het bewijs geleverd — gestaafd door de cijfers — dat de macht van onze organisatie almaar groter wordt. Het onderzoek betreffende de ledensterkte van de diverse sectoren geschiedt in het kader van de sectoriële rapporten met het oog op hun respectieve congressen. Bij het nagaan van de evolutie inzake het ledenaantal in onze gewesten kan men zich verheugen over de buitengewone aanwas van sommige van die gewesten. Zo er daarentegen andere zijn die een stationaire toestand schijnen te kennen of zelfs lichtjes achteruitgaan, dient hierbij te worden gerekend met buitengewone verschijnselen zoals het vraagstuk der syndicale grenzen, de afschaffing van. arsenalen, van werkplaatsen evenals de samenvoeging van sommige diensten. De enige conclusie is dan ook dat onze Centrale, ondanks allerlei moeilijkheden, in 1964eerc maandelijks bijdragegemiddelde heeft bereikt dat als een waar recordcijfer mag worden beschouwd. Immers, indien in 1961 het aantal onzer aangeslotenen 152.847 bedroeg, werd die toestand gehandhaafd in 1962 om vervolgens in 1963 en 1964 respectievelijk op te klimmen tot 154.996 en 164.556 aangeslotenen. Zo kan men vaststellen dat alleen reeds voor het jaar 1964 de stijging van het ledental circa 10.000 beloopt. Zulk resultaat kon enkel bereikt worden dank zij de onvermoeibare en hardnekkige activiteit van al onze basismilitanten, van onze afgevaardigden en van onze bijdrageophalers. Al
Administratie
145
91
~i
UO 135 130
-^
125 120
^ 1G,
s^R A C O1D
11 5 110 19 46 = 1 00 105 100 *#*3tt>f>tninmtr>
ir>- in in
in
co
C J > ' O Ï O i O > C 7 > O > C 7 > C Ï > C J > O > C 7 > C 7 > : O ï C y > C 7 > 0 > O i . O >
0»
deze kameraden staan voortdurend in de bres voor het innen — hetgeen niet altijd gemakkelijk gaat — van de syndicale bijdragen, voor de verdediging van onze organisatie en ook om de agenten van de Openbare Dienst te herinneren aan de resultaten die door onze Centrale in de wacht werden gesleept. Onder dezelfde rubriek worden in ieder verslag woorden van dank tot onze militanten gericht. Dat men zich niet vergisse : het gaat hier geenszins om een traditionele pleegvorm, want het Bestuur van de Centrale is er zich voldoende van bewust dat voor het volbrengen van de diverse taken, op welk niveau ook, zeer veel volharding nodig is om allerlei moeilijkheden te kunnen trotseren en het is dan ook zeer oprecht dat ze hier openlijk haar dank uitspreekt, wetende echter dat die dankwoorden nimmer zullen kunnen opwegen tegen de inspanningen die door onze afgevaardigden worden geleverd. Het is dank zij de samen- en medewerking van allen in de verschillende gewesten van het land, dank zij de inspanningen geleverd in de diverse sectoren dat onze Centrale haar prestige en haar ledental in zulke proporties heeft zien toenemen. Tot tweemaal toe, achtereenvolgens, konden met de Regering algemene akkoorden worden gesloten over een sociale programmatic betreffende al de agenten der openbare diensten. Dit bewijst ruimschoots hoe stevig alle sectoren in de schoot van onze Centrale nauw samengaan. Zonder twijfel mogen wij zeggen dat de toekomst er voor onze Centrale zeer rooskleurig uitziet!
••
•
-
'
- -•
•• -
•• •
92
Administratie
l UU
~J /
1 Q^
^
f
1 80 1 75 1 70 1 65 1 60 1 55 150
1 «5 1 40 1 35
A N T WE R P E N
1 30 1 25 I 20 II 5
f
1 1 0
19 *6 =10 0
1 05 i on t o r - * c- o a > o , —
' - T > j
135 130 125
O J O - 3 -
m
to
r».
OD
ai
o
«—
C N O O ^ T
' * * - ^ i r > t n i n i f ) m m m m t o m c o c o c o c o t o
B R U X E L L E S B R U s s E L
120 115 110 105 100
19 46 = 100 < » -m< mN imn * i Tn i i nn ( i on r m~ io no
c0 o" <- £ < D r ^t -J ~N ar >s ar >i no m o !< *o 2 >; oï
o
.2 o k M
'E
1 <
•o
m t^
o r-
m o in o co to in in
in
—
o o: UJ _i
cc
o o (o
II
at
< X
O
o
o
f 0 c n C N < N * - T - O
o i n o m o m o m
•7961 £961
1961
2961
6961
0961
Z.S6L
8561
9561 5561 9S61
ZS61
£561
1561 0561
8*/6l
6*761
£V6l 9*761
•79 61
L<76 l
996 l
94
Administratie.
'
^
f
ƒ ƒƒ 0 /
0
s
T - V L A A N D E R E N 19 46 = 1 00
/ |-sC0 0 > O «CM' CO sT ifï.tD [*» CO C> O *CM CO s ï s j s T i O i n m m i D i n i n t n ' i n m c o c D t o ^ o
AV E R 71 E R
s
"™ 19 46 = 1 00 CO
^
CO
O
O ' - *—
CM
^
sj
<
>j' in in in
CO-J"
•"
CO
r-
CO
CD
O
«—
CM
CO
*T
inininir>intnin«oto(ococD
0 ) C 7 ) C J > C n C D C > 0 1 C J > C ^ C J ) { 9 0 ï a ï C f > O ï O > . C T l C 7 > C J )
Administratie
/
s
v
\ /
>V \ / >/
95
/
D E N D E RM 0 N D E
19 4 6 = i 00
c o t ^ G O O ï O ^ _ c M c n < r i o t o r ^ o o a > o * - c N O , i •*r N j < r ^ m m m L o m i n m m m i f > c D < o c o c o a > O ) O ) O ) O ) O ) O ) C 7 > O O ) 0 > O > 0 ) 0 ) O ) C 7 > O ) C 7 )
-
—
H U Y 19 4 6 = 100 o «— c \ j ( n - * T i f > < o r * . o o c 7 ï O * — N ^ ^ ^ r ^ i n u t i f i i n i n m ir> i n i n t n c o c o c o 0> O» CJ> <J> O» <7> CT> • O) O) O) O) (7) O) (Tl 0 > C 7 ) C 7 >
7
n «* coco O) <7>
96
Administratie
200 1*5
190 185 180 175 170 165 160 155 150 145 140 135
H/ Ut JE-s T _ Pil ER R
130 125 120 115 110
194 6 = IOC
105
130
T 0 U R N A 1
125 120
1
115
/
110
f
105 19 46 = i 00
100 95
1964
1963
1962
1961
1960
1959
1958
1957
1956
1955
1954
1953
1952
1951
1950
1949
c
1948
CJ
1947
100
r-.'ooo)0«—oMCOs3-ino»-cMco-sr ^rN$-^Tinminü">inir>ir>inu")inco
o o
en u
CD
-
-
-
-: -
//
f
-
-
« * * *^ • » » m «• 3 •» * ** •P <•
ta *
- - '~ - -
1
--
-
-
-
-
o
33
c:
C3
<:
r-
o o-* —•Njrococj-fr--C"*oiuia>oï^j-^nocDtO(£>oo -" —rotsococo^^UKjioïoi^i^iCDaïiDiooo-*jNJrotoco^^ui(jiaïO)^^oot»<Xï(i>oo—'—•tONjc*Jco^r-aitji en o^owouiovowou'o^o^o^o^o^owouiot"Ouio^o^ouiouiouiouic^ouiouiouiouiouiou,ouiouioirouiooiotjiouioui o
5"
VI
O
«' ••
3 5]
O.
>
98
Administratie
130
L 1 E G E
125 120 115
1 10 105 100 95
19 46 = 100 CO "
r-*>T
CD NJ-
0ï
O *— C N J C O v X l O C D r ^ C O ^ O » — O l CO N T l f ) ( n i f ) l O i O l D l O i n t f ï i O C D C D t O < 0
180 175 1 70 165 160 1 55 150 145
uo 135 1 30
L E
1 25
V E N
u
I 20 II 5 110
19 46
= 1 00
1 05 1 00 ••r
-*•
a>
en
o
-<j*3mininir>ify
•—
C M O V T
m
co
r>»
ao
a>
o
«—
N
n
^
i n i n i n m i o c o c o c o c o c o
Administratie
99
105 100
N AM U R
95 90
~
—
85 80 75
19 46 = 1 00
70 65
t---CDO>0«— ( N i C O ^ i n C D C * CO Ol O *CN CO ^ ^ j - v j i O i O t n i o ^ i n ^ ^ i n i D c o t o c D c o
165
1 60
M 0 N s
1 55 1 50 145 140
1 35 1 30 1 25 1 20 11 5 1 10 19 46 = 1 00
1 05 1 00 -tf
•^oo
a>
o
«—
N
n
^
I O C O F -
O)
O ^ - C M
co
<x
N T ^ r ^ r i n m i D i f ) » n t n i o i n i D i f ) c D C o c D c D C D
100
'Administratie
155
L U X E M B 0 u R Gl
150
c
145
HO 135 130
ƒ ƒƒ ƒ /
125 120 115 110 105
19 46 = 1 00
100 c D t ^ o o c n o * - < M < * > - ^ T i n < D r * . < o o n o » - e N j r o - i n i o i O i n « o < o < o « D ^ < D 0 ( T I O ) ( J ) 0 ) ( n ( J ) < J ) 0 » 0 > 0 ) C I > 0 ) 0 ) 0 » 0 ) 0 ) 0
)
Cft
160 "l55
1 50 145
1
r*^
140 135 130 125 120
1 1 5
-
wE L KE N RA E DT
110
19 46 = 1 00
105 100 -Jo
^ » a ï o * - t N O o > 3 ' u " ) < o r * . c o o i O ' " - - c N j c O ' s r -si •*•* - ^ m t n i n m i n m i r ) t n m m c o c o t o c o c o oi ai a» ro o» en en o> o en e n c n o a n co- o> o> o>
Administratie
101
I3U
185
w
E S T - V L A A N D E R E N
175 170
<*
165 160 155 150 145 140 135 130 125
/
120
ƒ ƒƒ
115 110
,
ƒ
105 1 nn
19 46 = 1 00
to
t-.
co
o>
o
^-
CM c o ^ j t n c o r ^
oo
(^
o
»-
N
n
»j
O
O)
0>
CJ>
O*
<7*
0>
O)
0>
O)
C7>
C7>
O
Oï
14 0
CJ>
O*
O*
Oï
C7»
M E C H E L E N
135 130 125
1 20 1 1 5 110 105 100
19 46 = 100 o » - < N f o > j ' i n c o r ^ o o o > o * — CM co ^ r •*T >T N T ^ T i O i n i n i n i n t r ï i n i D t n i n c o c o c o c o c o 0 ) o a > a ' > c n o ) o , > 0 ' > a ) a r > o ' > o , i a ' > o ' > o r > a o c T ) O r > o r )
Administratie
24 0
235
1 DU 1 T S LA ND 1
BE Z E T
230 225
A L L EM A G N E
220
0 C C U P EEj
21 5
J 1
I F
21 0
205 200 195 190
1 65
j
1 60 1 75 170 165 160
1 55 150
r r X~ iT
145 140
1 35 1 30
T T T
1 25 1 20 1 1 5 110
~~1
105 100 95 90 65
t
60
\ \ \
75 70 65 60 55
1 \
50 45 35
\
30
co
t--
oo
c
o>
c»
o>
a
n r>
u cn
a
3 D n
U U"> ört
0 uT eir»
t UD c
a u-> r>
cn ui c0
c3 ei3 Cr>
tl0 c
c C
1963
1y 19 46 = 1DO
25 20
1/
\ \
40
1950
102
co
I
ENPROPAGAND/
PROPAGANDA
Wij wensen onze hartelijke dank uit te drukken aan al onze militanten die zich eens te meer in de afgelopen periode ingezet hebben voor het voeren van onze propaganda. Alle modernisme in methodes en opvattingen ten spijt zal de zware last van de ledenwerving, en zelfs voor het behoud van de leden, gedragen moeten worden door onze basisafgevaardigden. Zij hebben dan ook recht op onze diepe erkentelijkheid. Dit wil nochtans niet zeggen dat onze werking inzake propaganda niet moest aangepast worden. In de eerste plaats wensen wij er naar te streven de taak van onze basisafgevaardigden te vergemakkelijken door een betere opleiding en een betere documentatie te verschaffen. De propaganda verliep tot hiertoe op een onvoldoend gecoördineerde wijze. De spreiding van de inspanningen was zodanig dat veel energie nuttiger had kunnen aangewend worden. Nochtans, om'aan dit euvel te verhelpen, was het noodzakelijk te beschikken over de nodige fondsen. Het is slechts sedert 1 oktober 1964 dat in de bijdrage 1 fr. voorzien werd voor de propaganda. Tot vóór die datum werden de nodige gelden ten laste gelegd van het administratief fonds. Hieruit volgt dat onze propaganda-actie... eerder toevallig gebeurde, op bepaalde ogenblikken gekozen uit opportunistische redenen, maar met een absoluut gebrek aan planning en budgettering. De afgelopen congresperiode kan dan ook, op het plan van de propaganda, beschouwd worden als een voorbereidingsperiode tot een geplande en gebudgetteerde propaganda-actie. Na voorafgaandelijk studiewerk werd door het Bestendig Secre-
1 06
Pers en propaganda
tariaat een verslag uitgebracht op de zitting van het Uitvoerend Bureau van 25 maart 1963. Het Bestendig Secretariaat stelde voor een Nationaal Technisch Propagandacomité op te richten dat tot taak zou hebben het Bestendig Secretariaat van de A.C.O.D. bij te staan met technische raadgevingen. Vanzelfsprekend blijft het beslissingsrecht uitsluitend bij de bevoegde A.C.O.D.-instanties in casu : het Bestendig Secretariaat en het Uitvoerend Bureau. In dit N.T.P.C. zijn verschillende verantwoordelijken van de A.C.O.D. omringd door specialisten inzake propaganda, publiciteit en public relations. E. Anseele, Minister van P.T.T. H. Lismonde, vorser aan het „Institut de Sociologie" van de V.U.B. G. Thoveron, vorser bij het „Centre National d'études des techniques de diffusion collective" Irene Peiry, Secretaresse der S.V.V. C. Van Goitsenhoven, journalist „Le Peuple" Montoisy, R.T.B. C. Dejean. Het is zesmaal bijeengekomen. Het valt buiten kijf, dat het zeer nuttig werk geleverd heeft en wij hopen ook in de toekomst op aller medewerking te kunnen rekenen. Wij wensen van deze gelegenheid gebruik te maken al onze vrijwillige medewerkers van harte te danken. Zij hebben recht op onze volle erkentelijkheid. DE OPINIEPEILING
Wilden wij overgaan tot een geplande propaganda-actie, dan moesten wij in de eerste plaats de inventaris opmaken van het publiek waarmede wij te doen hebben, n.1. de agenten in de openbare diensten. Wij wilden weten hoeveel er zijn, waar zij zijn en wat zij zijn maar tevens — en dat was de moeilijkste taak — moesten wij trachten te weten te komen wat zij dachten, wat hun opinie was over het syndicalisme in het algemeen en over het programma en de actie van onze A.C.O.D. meer in het bijzonder. Wij zijn trots in dit verslag te kunnen vermelden dat onze opiniepeiling uitgegroeid is tot een reuzesucces.
Pers en propaganda
107
Inderdaad zijn wij er in geslaagd zonder dat hiertoe belangrijke sommen uitgegeven werden, een oneindig aantal gegevens te verzamelen die het ons toelaten aan onze progaganda een psychologisch verantwoorde achtergrond te geven. Doorheen deze opiniepeiling zijn wij er in geslaagd de massa van de agenten in openbare lienst beter te leren kennen.. en beter te leren begrijpen. Eens te meer wense» WJJ er de nadruk op te leggen dat wij de resultaten van deze opiniepeiling als louter indicatief beschouwen en het **"V>it in iemands bedoeling gelegen heeft de democratische raadpleging van de officiële instanties ook maar in enige mate te vervangen door de uitslagen van de opiniepeilingHierna publiceren wij de ontleding, der antwoorden die wij bekomen hebben op vragen 2 en 3. Vraag 2 Kies, onder onderstaande reeks eisen de drie waaraan U het meest belang hecht en nummer ze van 1 tot 3 : (Alle cijfers in percenten uitgedrukt) Gewesten Vlaamse Brussel Wedde . . Pensioenen Arbeidsduur Stakingsrecht Hervorming economische structuur Statutaire loopbaan . . Vakantiegeld . Actie voor de Vrede . . Toelagen en vergoedingen Duur van het verlof . . Andere eisen .
35 16 10 6 6 6 5 4. 5 3 3 1
.
Waalse
Totalen
31 16 10 9
32 19 8 11
34 17 9 8
7 6 5 5 4 2 4 1
7 6 4 4 4 2 2 1
6 6 5 4 4 3 3 1
108
Pers en propaganda
Vraag 3 Om hun doelstellingen te bereiken kunnen de vakbonden verschillende actiemiddelen aanwenden. Hier volgen er enkele. Wilt U met een kruisje de middelen aanwijzen met dewelke u het eens is en die met dewelke U het niet eens is. (Alle cijfers in percenten uitgedrukt) Vlaamse Brussel Waalse
Onderhandelingen . . . Beperkte werkschorsing . Straatbetoging . . . . Stiptheidsstaking . . . Gedeeltel. staking bedrijf Algem. staking bedrijf . Algemene staking sector . Algemene staking openbare diensten . . . Algemene staking alle werknemers . . . . Bezetting van het bedrijf In de steek laten van het werktuig Gewelddadige of oproerige actie . . . .
Gans het land
91,8 34,9 27,4 57,4 25,3 53,6 55,7
91,6 57,8 31,8 47,9 31,9 55,7 57,1
90,4 57,3 34,3 40,3 26,4 51 54,6 .
91,3 49,7 30,8 49,5 27,2 53,2 55,7
67,5
67,2
66,5
67,1
58,5 16,5
61,3 21,9
62,4 21,2
60,4 19,3
10,8
17,8
18,6
15
3,3
6,7
6
5
Voegen wij er nog aan toe dat wij over dezelfde resultaten beschikken, ingedeeld per sector, per gewest, voor aangeslotenen bij de A.C.O.D. of niet-aangeslotenen bij de A.C.O.D. werklieden- en meesterpersoneel of administratief personeel, personeel benoemd in vast verband of tijdelijk personeel mannen of vrouwen en volgens vier leeftijdsgroepen. Dit werk is slechts mogelijk geweest door de toewijding van onze talrijke gewestelijke propagandisten die in bijzijn van de gewestelijke verantwoordelijken, driemaal op voorbereidende vergaderingen bijeengeroepen werden te Brussel nl. op 6 februari "l963, op 3 en 21 oktober 1963.
Pers en propaganda
109
Als wij u zeggen dat dank zij deze toewijzing de hele organisatie van deze opiniepeiling slechts de prijs gekost heeft van het drukken van de formulieren, dan zult u zeker wel begrijpen dat de specialisten in het vak die ons hun medewerking verleend hebben vol lof waren voor de bereikte resultaten. Tijdsgebrek heeft het ons niet toegelaten op het plan van de opiniepeiling verder te gaan. Het was inderdaad onze bedoeling een beperkt kader van interviewers te vormen ten einde op de meest opportune ogenblikblikken inlichtingen te verzamelen over bepaalde problemen. Dit is toekomstmuziek, maar wij menen dat wij ook op dat plan verder moeten gaan. PROPAGAN DAM ATERI AAL
Wij hebben in de afgelopen periode reeds een ernstige poging gedaan om praktische en nuttige documentatie en propagandamateriaal aan onze leden ter hand te stellen. Verschillende brochures werden uitgegeven zoals : het nieuw geldelijk statuut, compensatieschalen en de laatste, nog maar pas verschenen brochure, over het geldelijk en administratief statuut van de agenten in openbare dienst. Maken wij van deze gelegenheid gebruik een uitzonderlijk feit aan te halen. Tijdens ons laatste Congres in 1961 werd de brochure verspreid „Beelden ener Staking" naar een tekst van Fernand Demany en uitgewerkt in het Nederlands door onze betreurde vriend Georges Hebbelinck, hoofdopsteller van het dagblad « Vooruit ». Tot onze grote verrassing hebben onze Japanse kameraden van onze zusterorganisatie Jichiro een vertaling gemaakt. Wij publiceerden de buitenpagina van deze Japanse editie in „De Tribune" nr 15 van september 1964. Na enkele dagen reeds waren er meer dan 3.000 exemplaren van deze uitgave verkocht. Op gebied van werkelijk propagandamateriaal waren wij echter nog ten achter gebleven, niettegenstaande al onze goede bedoelingen, maar nu wij door de-verhoging der bijdrage — zij het dan nog in beperkte mate — over meer financiële middelen zullen beschikken, zijn wij op weg ook hier verbetering in te brengen.
Pers en propaganda
111
U hebt reeds in het begin van dit jaar kennis gemaakt met onze onthaalfolder, gericht tot de nieuwe A.C.O.D.-leden. Intussentijd is deze verschenen. Waarom wensten wij in de eerste plaats een onthaalfolder ? Wij schrijven jaarlijks in de A.C.O.D. duizenden nieuwe leden in. Deze kameraden stellen door hun toetreding een belangrijke daad, maar het onthaal dat hun voorbehouden wordt in onze organisatie was ofwel niet concreet genoeg, ofwel te lang uitgesteld, zodat in de meeste gevallen het enige contact dat deze nieuwe leden met de organisatie hadden, er in bestond maandelijks een bijdrage te betalen en tweemaal per maand „De Tribune" te ontvangen. Thans hebben wij, dank zij de hulp van onze technici, een onthaalforder kunnen uitgeven waarin het nieuwe lid aan zichzelf verhaalt waarom hij toegetreden is tot de A.C.O.D. Dit kostbare propagandamateriaal is dan ook in zeer goede aarde gevallen en is zeker een nuttig initiatief geweest. In dezelfde zin wensen wij thans een wervingsfolder op te stellen, zij het dan met een andere aangepaste inhoud. KADERVORMING
Ook in het verleden reeds deed de A.C.O.D. zeer ernstige inspanningen om haar kaders uit te breiden en te vormen, maar eens te meer gebeurde dit in verspreide orde en met een uitgesproken gebrek aan geldmiddelen. Thans zijn wij zover dat wij ook op dit gebied over meer financiële ruimte beschikken en wij hebben reeds een eerste experiment achter de rug waarover algemene tevredenheid uitgedrukt werd. Wij kunnen niet zeggen dat het schema dat wij opgesteld hebben inzake kadervorming, definitief zal zijn. De ondervinding zal oris uitwijzen of het gekozen systeem het goede is of niet. In ieder geval menen wij van wal te moeten steken op een drievoudig vlak : GROEP A. — Jonge A.C.O.D.-militanten die wij kunnen inschakelen in de kadervorming voor de sociale promotie. Wij hebben van de Regering geëist dat de wet op de sociale promotie d.d. 1.7.1964 van toepassing zou gesteld worden op de agenten in openbare dienst. 8
De deelnemers
aan de hertstcyclus voor kadervorming in „Zeezicht" te Mariakerke.
Hierdoor zouden A.C.O.D.-Ieden, die de leeftijd van 26 jaar niet overschreden hebben, k u n n e n deelnemen aan de cvclussen ingericht door het A.B.V.V. G R O E P B. — betreft A.C.O.D.-militanten die de leeftijd van 35 jaar nog niet overschreden hebben en die reeds zekere functies vervullen in plaatselijke besturen. Wij mogen verklaren, niet zonder fierheid, dat onze eerste hertstcyclus voor de nederlandstalige kameraden gehouden in het vakantiecentrum „Zeezicht" te Mariakerke, voor de franstalige kameraden in het vakantiecentrum te R o n c h i n n e , uitgegroeid is tot een onvergetelijk succes. Alle deelnemers en waarnemers die de cyclus gevolgd hebben, hebben een blijvende indruk behouden en hebben allen, zonder uitzondering, de wens uitgedrukt dat in die richting en met die methode verder moet gewerkt worden. Wij hebben het gekende rollenspel gebruikt. Van de eerste poging af is deze methode ingeslagen. Indien wij er in slagen jaarlijks een honderdtal franstalige en een honderdtal nederlandstalige kameraden gedurende een
Pers en propaganda
1 13
cylcus van vier dagen bijeen te brengen, d a n zijn wij er van overtuigd dat wij weliswaar een kleine m a a r toch belangrijke stap in de richting van onze kadervorming h e b b e n gedaan. G R O E P C —behelst de gevorderde militanten aan dewelke wij de gelegenheid willen geven voordrachten en debatten bij te wonen betreffende problemen die de geestelijke oriëntatie zal verruimen. Wij zijn er ons wel van bewust dat wij inzake kadervorming nog in onze kinderschoenen staan, m a a r onze kameraden zullen wel willen toegeven dat onze poging de goede richting uitgaat. TONEELVOORSTELLINGEN
Inzake toneelvoorstellingen moeten wij vaststellen dat uit het recent verleden blijkt d a t ons initiatief m e t gemengde g e v o e lens o n t h a a l d is geworden. Pas sedert een j a a r met het initiatief van wal gestoken zijn wij er in geslaagd een achttal voorstellingen in de Nederlandse taal te organiseren met medewerking van het Fakkelteater van A n t w e r p e n en de M u l t a t u l i k r i n g van Gent. O p dit gebied h e b b e n wij samen willen werken met de Centrale voor Arbeidersopvoeding, die zeer bereidwillig op ons voorstel is ingegaan. Wij moeten, nochtans b e k e n n e n dat slechts enkele gewesten nl. Dendermonde, Mechelen, Leuven en Antwerpen, gehoor gegeven hebben aan het initiatief. Alles bij elkaar k u n n e n onze kameraden vaststellen dat, zowel o p het gebied van de p r o p a g a n d a als op dat van de kadervorming, een gunstige kentering tot stand is gekomen. Niet alle initiatieven h e b b e n een even groot succes gekend, m a a r zonder twijfel h e b b e n wij in de afgelopen periode een p a a r l i c h t p u n t e n gekend die het beste laten verhopen voor de toekomst. CAMPAGNE VOOR HET DRAGEN VAN HET KENTEKEN
T o t de algemene maatregelen die snel dienden toegepast te worden ten gunste van de p r o p a g a n d a en de ledenwerving behoorde o.m. een campagne voor het dragen van het kenteken.
1 14
Pers en propaganda
Naar buitenuit moet het A.C.O.D.-kenteken het herkenningssymbool worden van de agenten der openbare diensten ; tevens werd het meermaals gereproduceerd in „De Tribune", afgedrukt op het briefpapier, op de omslagen en over het algemeen op ieder document dat van de A.C.O.D. uitgaat. De Centrale heeft haar militanten gevraagd aan deze campagne mee te doen : — het kenteken te koop aan te bieden op de algemene vergaderingen ; — Een oproep te richten tot allen ten einde de verkoop van het kenteken te activeren ; — als N.B. of door middel van een stempel publiciteit te maken voor het kenteken op alle documenten uitgegeven door de gewesten (vlugschriften, brieven, rondschrijven); — alle mogelijke initiatieven te nemen in het'kader van de algemene campagne.
In 1961 verkocht de centrale 2.550 kentekens 1962 2.441 1963 4.043 Stippen wij ook nog aan dat de campagne aangevangen werd begin 1963. De verkoop lijkt enigszins te vertragen. Het lijkt noodzakelijk dat alle militanten verder geestdriftig blijven meedoen aan de propagandacampagne waarbij het dragen van het kenteken slechts één element vormt. De Centrale zal ervoor ijveren om spoedig al de andere aspecten nader uit te werken.
« DE TRIBUNE »
Laten wij er eens te meer aan herinneren dat de publicatie van „De Tribune" sinds de maand juli 1956 verder als volgt gebeurt: — het eerste nummer vari de maand verschijnt onder vorm van Tribune per sector, doch omvat eveneens de Algemene Tribune ; — het tweede -nummer van de maand verschijnt onder vorm van een voor alle sectoren gemeenschappelijke algemene Tribune. Door die gemengde formule wordt de leiding van de verschillende sectoren betrokken bij die van het Bestendig Secretariaat; tevens is ze van aard de samenhang van onze Centrale nog meer in de hand te werken en het ziet er naar uit dat die formule algehele voldoening geeft. Overigens werd generlei voorstel tot wijziging gedaan. Met die dubbele publicatie is het mogelijk al onze leden zoveel mogelijk in te lichten inzake actie gevoerd in hun,categorie en in hun sector, terwijl ze tevens betrokken worden bij het algemene leven en de algemene werking van zowel de andere sectoren als van gans de A.C.O.D. „De Tribune" geeft het standpunt van de A.CO-D .-weer over de verschillende actuele vraagstukken die de personeelsleden uit de overheidsdiensten aanbelangen. In dit opzicht vormt het hoofdartikel een uitstekende synthese ; de andere artikels hebben ten doel ruime ruchtbaarheid te geven aan het programma van onze organisatie, de beslissingen mee te delen die werden getroffen én door de nationale instanties én door de regering, alsook de belangrijke administratieve onderrichtingen. Wij denken dat „De Tribune" voor onze leden een kostbare inlichtingsbron betekent. „De Tribune" heeft evenwel alles behalve een corporatieve inslag, vermits ze er naar streeft alle economische en sociale
1 16
Pers en propaganda
kwesties aan te snijden die de arbeidswereld aanbelangen. Onze lectori worden zoveel mogelijk op de hoogte gehouden van de economische evolutie. Er werd een ruime plaats toegemeten aan de eisen van het Gemeenschappelijk Front, aan de onderhandelingen met de Regering, aan de actiemogelijkheden van het Gemeenschappelijk Front zomede aan de geboekte resultaten. In „De Tribune" werd ook gewag gemaakt van de politiek welke door het A.B.V.V. gevolgd wordt. Ons vakblad behandelde verschillende problemen zoals daar zijn : de verhoging van de kosten van levensonderhoud, de ontwerpen-Servais, de ordehandhaving en andere belangrijke kwesties met algemene draagwijdte. Zo zal men kunnen vaststellen dat de belangen die aan alle werknemers gemeen zijn, aan onze aandacht niet zijn ontsnapt. Ook werd nog heel vaak gewag gemaakt van nog meer algemene zaken, zoals bijvoorbeeld 1 Mei, de 8-Meibeweging, het VIVEC (Vrouwenbond voor Informatie en Verdediging van de Consument), de Honderdste Verjaring van de Socialistische Internationale, de propaganda ten voordele van de Socialistische Mutualiteiten. Er wordt een gans bijzondere aandacht geschonken aan de redactie, de paginering en het drukken van ons orgaan voor syndicale voorlichting, opvoeding en strijd. Sinds het jongste Congres werden herhaalde pogingen gedaan om de paginering te verbeteren. Wij hebben ernaar gestreefd te komen tot een betere schikking der artikels waardoor ze, vooral hu in dit haastige leven, gemakkelijker leesbaar worden. Terzelfder tijd hebben wij gepoogd interesse te wekken. Sinds april 1963 werd tevens wijziging gebracht aan de presentatie van de titel. Naar wij mochten vernemen zijn die wijzigingen doorgaans gunstig onthaald geworden. Verder dient nog aangestipt dat de sectoren ruimschoots gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid tot het publiceren van bijkomende pagina's met het doel hun leden nog beter voor te lichten. Ook het Bestendig Secretariaat heeft daarvan gebruik gemaakt nl. door onze leden in het bezit te stellen van een brochure betreffende de pensioenregeling en een in verband met het nieuwe geldelijk statuut. Uit de zeer talrijke aanvragen die ons werden gestuurd om
Pers en propaganda
11 7
nog bijkomende exemplaren van die nummers te bekomen, blijkt terdege dat die publicaties onder onze leden veel belangstelling hebben gewekt. De A.C.O.D. gaat er eens te meer prat op te mogen zeggen dat ze wellicht de enige syndicale organisatie is die een integrale weergave geeft van de rapporten voor het Statutair Congres welke in het bezit komen van alle abonnees op ,,De Tribune", vermits zodoende elk lid die rapporten lang op voorhand kan bestuderen, hetgeen het niet alleen mogelijk maakt een democratisch oordeel te vellen over de voorbije actie, doch tevens in een zo ruim mogelijke mate mee te werken aan de uitwerking van het nieuwe programma. ,,De Tribune" blijft bij uitstek de hechte en directe sen alle aangeslotenen en onze nationale instanties tevens een uitstekend propagandamiddel. Wij zijn dan ook de mening toegedaan dat ons blad voorbije statutaire periode zijn zending goed heeft
band tusen vormt tijdens cle volbracht.
I lifiïiliËI WÈÊÈÊÈÈÈÈ
iilillll
Tussen 1 juni 1961 en 31 december 1964 is de Algemene Syndicale Raad van Advies 57 maal bijeengekomen. Tal van kwesties, die het voorwerp uitmaakten van eisen der vakverenigingen werden er bij aanhangig gemaakt. Bovendien heeft de Regering een reeks voorstellen gedaan die het voorwerp zijn geweest van diepgaand onderzoek doordat ze betrekking hadden zowel op het administratief en geldelijk statuut, als op de reglementering van de arbeid of van de prestaties. ' • ' Zoals voor ieder Congresverslag geven wij hierna, per zitting, de opsomming van de kwesties ter advies voorgelegd aan de Algemene Raad ; tevens geven wij de beslissing voor elke kwestie die bij de Algemene Raad aanhangig werd gemaakt. Overeenkomstig de bepalingen van het besluit van 20.6.1955 hadden tijdens 1962 syndicale verkiezingen moeten plaatsgrijpen om te beslissen over de vertegenwoordiging van de syndicale organisaties in de Algemene Syndicale Raad van Advies, in de Departementale Raden van Advies en in de Personeelsraden. Oordelende dat in het Syndicaal Statuut diepgaande wijzigingen moesten worden aangebracht, hebben de twee grote syndicale organisaties die het Gemeenschappelijk Front uitmaken, gevraagd dat de herziening van het Syndicaal Statuut zou gebeuren vóór dat nieuwe verkiezingen plaatshebben. Zo komt het dat bij Koninklijk Besluit van 6 juni 1963 de verkiezingen, zoals voorzien bij artikel 14 van het besluit van 20 juni 1955, sine die uitgesteld zijn totdat de herziening van het syndicaal statuut plaats zal hebben gehad. Derhalve; is de vertegenwoordiging in de Algemene Raad van 1.6.1961 tot 31.12.1961 dezelfde gebleven, namelijk: vijf afgevaardigden van de A.C.O.D., vijf afgevaardigden van het Christelijk Syndicaat der Openbare Diensten, een afgevaardigde van het Liberaal Syndicaat, een afgevaardigde van het Onafhankelijk Cartel der Syndicaten, in aanwezigheid van 12 ambtenaren die, minstens de graad van directeur hebben, aangewezen door de Minister van Binnenlandse Zaken en van het Openbaar Ambt op voordracht van de verschillende ministeries. Het Bestendig Secretariaat van de Centrale is voortgegaan met de werkwijze zoals die bestaat van bij het ontstaan van de organen voor syndicale raadpleging, nl. dat vóór elke vergadering alle effectieve en plaatsvervangende leden van de Algemene Syndicale Raad van Advies worden bijeengebracht ter
124
De Algemene Syndicale Raad van Avies
bespreking van de verschillende zaken die aan het advies van de Algemene Raad zijn voorgelegd, zulks met het doel door alle afgevaardigden een gemeenschappelijke houding te laten innemen op de vergaderingen van bedoelde instantie. Zoals in het verleden zijn de afgevaardigden van de Algemene Centrale der Openbare Diensten herhaaldelijk in de debatten van de Algemene Raad tussenbeide gekomen om zich te beklagen óver het absenteïsme vanwege talrijke ambtenaren, waardoor de toepassing van de bepalingen van het Syndicaal Statuut bemoeilijkt werd nl. in verband met de pariteit die moet bestaan bij het uitbrengen van stemmingen in de Algemene Raad. Wanneer wij herinneren aan de bezwaren die wij meermaals naar voren hebben gebracht, zouden wij toch in onze plicht tekortschieten moesten wij er niet op wijzen dat onder de afgevaardigden in de Algemene Syndicale Raad van Advies er verschillende hoge functionarissen zijn van de rang van directeur-generaal en van directeur van administratie die de werkzaamheden van de Algemene Raad met grote interesse volgen en een gans bijzondere aandacht schenken aan de adviezen geformuleerd door de syndicale vertegenwoordigers. In alle objectiviteit willen wij aanstippen dat op dit gebied, als inzake de deelneming van de afgevaardigden-ambtenaren aan de werkzaamheden van de Algemene Raad, wij in de laatste twee jaren een zeer duidelijke verbetering hebben vastgesteld. Hoogstwaarschijnlijk is dit te danken aan de maatregelen getroffen door de voorzitter van de Algemene Raad, Leon Duquesne, Directeur-Generaal van het Algemeen Bestuur en ook aan zijn aandringen bij de hogere ambtenaren die lid zijn van de Algemene Raad. Onze vriend Duquesne heeft zopas de leeftijdsgrens bereikt. Hij zal dus niet langer het voorzitterschap uitoefenen van dit belangrijk organisme. Laten wij hem hier onze oprechte dank betuigen voor de actie die hij immer gevoerd heeft, eerst als syndicaal militant, vervolgens als opperambtenaar om het positieve van de syndicale raadpleging te laten erkennen zomede al het belang dat de administratie er bij kon hebben. Naast dankbetuigingen wenst het Bestendig Secretariaat tevens dat Leon Duquesne tijdens een lange en gelukkige pensionering een uitstekende gezondheid moge genieten.
De Algemene Syndicale Raad van Advies
1 25
Ofschoon het hier niet de plaats is om lang uit te weiden over de hervorming van het Syndicaal Statuut wensen wij toch te onderlijnen dat het in onze bedoeling ligt om zo spoedig , mogelijk het adviesrecht, erkend door het K.B. van 20.6.1955, in de schoot van de adviserende instanties en waarvan de Algemene Syndicale Raad van Advies de hoogste is, te vervangen door een procedure van rechtstreekse onderhandelingen met de verantwoordelijke autoriteiten. Ie VERGADERING VAN 21 JUNI 1961
Behandelde zaken : 1. Ontwerp van wet houdende sommige maatregelen ten behoeve van de leden van het beroepspersoneel der kaders in Afrika. Dit ontwerp had tot doel de wet van 21.3.1960, dat de rechten bepaalt van de personeelsleden van het Bestuur van Afrika die om een of andere reden verplicht waren naar het moederland terug te keren, te vervangen door een nieuwe wetgeving rekening houdende met het feit dat de onafhankelijkheid verleend aan de Republiek Congo aanleiding had gegeven tot een massale terugkeer van beroepspersoneel der kaders in Afrika. Het voorstel werd bekrachtig door de wet van 27.7.1961, Staatsblad van 31.7.1961. 2. Wijzigingen aan te brengen aan de besluiten van 3 mei 1948 en van 10 april 1954 houdende respectievelijk vaststelling van de voorwaarden waaronder, in de door het statuut vastgestelde zin, tot Rijksambtenaar konden benoemd worden de leden en gewezen leden van de Kolonie en de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van sommige overgangs- en bevorderingsexamens voor de Rijksambtenaren die gemachtigd werden een openbaar ambt in de kolonie uit te oefenen. De Algemene Raad heeft zijn advies voorbehouden en gevraagd het probleem later terug in studie te mogen nemen. 3. Ontwerp van Koninklijk Besluit tot indeling in de 2° categorie van sommige bijzondere graden van het Ministerie van Landbouw. Het voorstel strekte ertoe sommige bijzondere graden van het Ministerie van Landbouw in te delen in de 2° categorie van het Rijkspersoneel. Ter gelegenheid van die bespreking heeft de Algemene Centrale der Openbare Diensten de gedachte ontwikkeld dat de
126
De Algemene Syndicale Raad van Advies
reclassering van een functie noodgedwongen de reclassering moest meebrengen van de agenten titularissen van de gereclasseerde graden. 4. Uitbreiding van het voordeel van het bevallings- en borstvoedingsverlof aan de personen van sommige instellingen van openbaar nut. Het voorstel werd eenparig goedgekeurd en bevestigd door het Koninklijk Besluit van 26.1.1962, Staatsblad van 3.2.1962. 5. Vrijstelling van de voorwaarde inzake leeftijdsgrens voor toelating tot de Rijksbesturen aan de vaste personeelsleden der instellingen van openbaar nut. Het voorstel werd eenparig goedgekeurd en bekrachtigd door Het Koninklijk Besluit van 29 januari 1962, Staatsblad van 6.2.1962. 6. Transponering van de voordelen van de wetgeving inzake gewaarborgd weekloon op de tijdelijke werklieden van de Rijksbesturen. De Algemene Raad heeft eenparig zijn goedkeuring daaraan gehecht en de maatregel werd bekrachtigd bij Koninklijk Besluit van 8.11.1961, Staatsblad van 23.11.1961. 2e VERGADERING VAN 5 JULI 1961
1. Ontwerp van Koninklijk Besluit betreffende het stelsel der in aanmerking komende diensten voor de toepassing van de bezoldigingsregeling van het onderwijzend personeel. Het gedane voorstel werd geamendeerd in de Algemene Raad en bekrachtigd door het K.B. van 29.1.1962. Staatsblad van 23.2.1962. 2. Ontwerp van K.B. houdende bevorderingsmogelijkheden ten gunste van de commandanten en van de officieren-werktuigkundigen van het Zeewezen. Ofschoon de Algemene Raad oordeelde dat deze kwestie diende onderzocht te worden in het kader van de herziening van de statutaire en geldelijke hiërarchie, werd de maatregel bekrachtigd door het K.B. van 19.12.1961. Staatsblad van 16.1.1962. 3e VERGADERING VAN 19 JULI 1961
1. Inrichting van de werving van.de rijksambtenaren van Je Ie categorie en statuut van de Algemene Stagemeester. Het eenparig goedgekeurde voorstel werd bekrachtigd door
De Algemene Syndicale Raad van Advies
127
het K.B. van 27.7.1961, Staatsblad van 19.8.1961. 2. Statuut van de Departementale Stagemeesters. De Algemene R a a d was verdeeld over dat voorstel welk bekrachtigd werd door het K.B. van 9.10.1961, Staatsblad van 13.10.1961. 3. Modaliteiten van de beraadslagingen in Ministerraad in verb a n d met de Personeelsaangelegenheden. Vervanging van d e R a a d door het Kabinet voor algemene politiek of het Ministercomité voor economische coördinatie. De Algemene R a a d heeft louter akte genomen van dit voorstel dat werd bekrachtigd door het K.B. van 4.10.1961, Staatsblad van 6.10.1961. 4e VERGADERING VAN 6 SEPTEMBER 1961
1. Voorstel tot inschrijving op de respectieve taalrollen van de a m b t e n a r e n der carrière buitenlandse dienst en van de personeelsleden der kanselarij carrière. Deze kwestie kreeg h a a r beslag door de wet van 5 april 1962. Staatsblad van 10.4.1962. 2. Voorstel tot herziening van sommige weddeschalen van het personeel der van de Minister van Sociale Voorzorg afhangende openbare instellingen. De A.C.O.D.-afgevaardigden h e b b e n zich o n t h o u d e n en de algemene herziening der bezoldigingen gevraagd. 3. Voorstel strekkende tot het invoeren van een examen voor bevordering tot de graad van opsteller-rekenplichtige bij het Ministerie van Nationale Opvoeding. Door het verzet van de Algemene R a a d werd dit voorstel door de betrokken Minister zonder gevolg geklasseerd. 4. Wijzigingen voorgesteld aan de K.B. van 3.5.1948 en 10.4.1954 met betrekking tot de toestand van de gewezen leden van de kolonie. De Algemene R a a d was verdeeld over de voorstellen die, spijts de tegenkanting van de A.C.O.D., werden bekrachtigd door het K.B. van 6.10.1961. Staatsblad van 10.10.1961. 5e VERGADERING VAN 20 SEPTEMBER 1961
O n t w e r p van K.B. h o u d e n d e toelatingsvoorwaarden van de gewezen personeelsleden van het Bestuur Afrika in de Rijksbesturen. O n d a n k s het verzet van de A.C.O.D. werd dit o n t w e r p beu
128
De Algemene Syndicale Raad van Advies
ikrachtigd door 10.10.1961.
het
K.B. van
6.10.1961, Staatsblad
van
6e VERGADERING VAN 18 OKTOBER 1961
1. Maatregelen ter bevordering van het taalevenwicht in de carrière buitenlandse dienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Met een belangrijke meerderheid besloot de Algemene Raad het onderzoek van die kwestie uit te stellen. 2. Maatregel tot regularisatie van de toestand van het personeel van de gewezen Dienst van het Sequester. Deze maatregel werd met een grote meerderheid goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 29.3.1962. Staatsblad van 11.4.1962. 3. Nieuw onderzoek van het ontwerp van Koninklijk Besluit betreffende de indeling in categorieën van sommige graden — Ministerie van Landbouw. Op initiatief van de A.C.O.D. handhaaft de Algemene Raad zijn principieel standpunt zoals hierboven bepaald in punt 3 van de Ie vergadering. 7e VERGADERING VAN 25 OKTOBER 1961
1. Maatregelen ter bevordering van het taalevenwicht in de carrière buitenlandse dienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze maatregelen werden met een sterke meerderheid goedgekeurd en bekrachtigd door de wet van 6.4.1962. Staatsblad van 10.4.1962. 2. Maatregelen ten aanzien van de gewezen diensten van het Ministerie van Afrikaanse Zaken. Normen eenparig aangenomen. 3. Pensioenminima - wetsontwerp. Het ontwerp wordt goedgekeurd mits enige opmerkingen en amendementen en bekrachtigd door de wet van 27.7.1962. Staatsblad van 22.8.1962. 8e VERGADERING VAN 6 DECEMBER 1961
Ontwerp van wet houdende wijziging van de Eenheidswet. Pensioenen. » Bekrachtigd door de wet van 2.8.1962. '
De Algemene Syndicale Raad van Advies
129
9e VERGADERING VAN 20 DECEMBER 196T
1. Reglementaire bekrachtiging van het nieuwe bezoldigingsstelsel van toepassing sedert 1.1.1960 tot 31.12.1961. Maatregel bekrachtigd door het K.B. van 22.2.1963 - Staatsblad van 28.2.1963. 2. Gebouwen ten gebruike van het Postbestuur - huisvesting der Postontvangers. Voorstel verworpen. 3. Algemeen Bestuur - Maatregel om dit Bestuur over het nodige personeel te laten beschikken. Eenparige instemming van de Algemene Raad.
10e VERGADERING VAN 10 JANUARI 1962
1. Wijzigingen aan het K.B. van 22.10.1960 houdende statuut van de hulpkrachten bij het Postbestuur. Deze maatregelen werden door de meerderheid van de Raad goedgekeurd en - bekrachtigd door het K.B. van 30.4.1962, Staatsblad van 10.5.1962. 2. Wederbenuttiging in tijdelijke betrekkingen van personeelsleden die niet de hoedanigheid hebben van Rijkspersoneelslid. De maatregel werd door de meerderheid van de Alge^ mene Raad goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 20.4.1962, Staatsblad van 30.5.1962.
11e VERGADERING VAN 24 JANUARI 1962
1. Samenstelling van de ministeriële kabinetten. Het voorstel dat tegen het advies in van de A.C.O.D.-afgevaardigden werd verworpen, werd bekrachtigd door het K.B. van 23.2.1962, Staatsblad van 26.2.1962. 2. Wijzigingen aan het K.B. van 16.3.1940 betreffende het stageverlof in het onderwijs. De maatregel werd eenparig goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 30.4.1962 - Staatsblad van 12.5.1962. 3. Beslissing tot het oprichten van een bijzondere werkgroep ter bestudering van de wijzigingen aan te brengen in de Administratieve Gezondheidsdienst en aan zijn reglementen. Eenparig aangenomen.
130
De Algemene Syndicale Raad van Advies 12e VERGADERING VAN 28 FEBRUARI 1962
1. Administratieve stand van de Rijkspersoneelsleden die wegens gezondheidsredenen tot gedeeltelijke dienstprestaties worden toegelaten. Met een sterke meerderheid door de Algemene Raad goedgekeurd. Dit voorstel werd bekrachtigd door het K.B. van 1.6.1964. - Staatsblad van 23.6.1964. 2. Wijzigingen aan het K.B. van 17.10.1959 houdende toekenning van een toelage aan de personeelsleden die vrij bij een ziekenfonds zijn aangesloten. Dit voorstel gaf aanleiding tot het K.B. van 14.11.1963. Staatsblad van 7.12.1963. 13» VERGADERING VAN 14 MAART 1962
1. Toepassing van de wet van 27.7.1961 houdende toestand van het personeel van Afrika. Gunstmaatregel met betrekking tot de toelating in de carrière buitenlandse dienst bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze maatregel, goedgekeurd ondanks de onthoudingen van de syndicale vertegenwoordigers, werd bekrachtigd door het K.B. van 13.8.1962 - Staatsblad van 25.8.1962. 2. Toepassing van het K.B. van 31.5.1958. Wijziging strekkende tot een beperking van de draagwijdte van dit K.B. Ondanks de eenparige onthouding van de Algemene Raad werd de maatregel bekrachtigd door het K.B. van 21.3.1963 Staatsblad van 4.4.1963. 14e VERGADERING VAN 28 MAART 1962
Op de agenda van deze vergadering stond het onderzoek van 2 documenten. Deze twee documenten hadden betrekking op het kader en het statuut van de Dienst Ontwikkelingssamenwerking. De Algemene Raad heeft zich eenparig, met 2 onthoudingen, onbevoegd verklaard. Niettemin werden die beschikkingen bekrachtigd door het K.B. van 4.5.1962 - Staatsblad van 10.5.1962. 15e VERGADERING VAN 18 APRIL 1962
1. Benuttiging van de vaste personeelsleden van het voormalig Ministerie van Afrikaanse Zaken.
De Algemene Syndicale Raad van Advies
131
Deze maatregelen, die door de Algemene Raad met 14 stemmen tegen 1 en 3 onthoudingen werden verworpen, hebben het voorwerp uitgemaakt van het K.B. van 26.6.1962 - Staatsblad van 1.8.1962. 2. Statuut van de Secretaris-Generaal van de Dienst voor Ontwikkelingssamenwerking. Dit ontwerp werd eenparig verworpen, doch niettemin bekrachtigd door het K.B. van 4.5.1962. - Staatsblad van 10.5.1962. 3. Voorstel tot wijziging van het K.B. van 22.4.1952 betreffende het ten laste nemen van de kosten voor verzorging verstrekt naar aanleiding van arbeidsongevallen. Uitbreiding van dit K.B. ingeval van letsels moedwillig veroorzaakt door derden. Maatregel eenparig goedgekeurd. 16e VERGADERING VAN 23 MEI 1962
1. Oprichting van een Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën bij het Ministerie van Volksgezondheid. Maatregel eenparig afgewezen. De Algemene Raad is van oordeel- dat het tijd is om alles wat gezamenlijke studie en statistiek vormt te centraliseren. 2. Indeling van de graad van comptabiliteitsinspecteur bij het Ministerie van Landbouw in de Ie categorie van het Rijkspersoneel. Voorstel goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 23.1.1963, verschenen in het Staatsblad Van 7.2.1963. 3. Voorstel om de technische ambten bij de officiële diensten voor studie- en beroepsoriëntering uit de toepassing van de wet op de prioriteiten uit te sluiten. Voorstel eenparig goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 14.8.1962 - Staatsblad van 25.8.1962. 17e VERGADERING VAN 30 MEI 1962
1. Maatregel ter organisatie van bijzondere cursussen en aanpassing van het stagestelsel : de voorgestelde maatregelen werden mits enkele opmerkingen goedgekeurd en bekrachtigd door de K.B. van 20.7.1962 - 6.8.1962 - 16.8.1962 Staatsblad van 7 - 28 en 31 augustus 1962. 2. Ontwerp van K.B. tot herinrichting van de instellingen voor kinderbijslag. Dit ontwerp werd eenparig goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 26.9.1962 - Staatsblad van 4.10.1962.
132
De Algemene Syndicale Raad van Advies 18e VERGADERING VAN 6 JUNI 1962
Voorontwerp van wet houdende vaststelling van het verlofgeld voor personeelsleden van de instellingen van openbaar nut. Dit voorontwerp werd eenparig goedgekeurd en is de wet van 27.6.1963 geworden. - Staatsblad van 16.7.1963.
19e VERGADERING VAN 13 JUNI 1962
Ontwerp van Koninklijk Besluit tot regeling van de psychomedisch -sociale centra en van de diensten voor studie- en beroepsoriëntering. Dit ontwerp werd door de Algemene Raad mits een paar wijzigingen goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 13.8.1962 - Staatsblad van 25.8.1962.
20e VERGADERING VAN 18 JULI 1962
1. Ontwerp ertoe strekkende de hogere ambten bij de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de psvcho-medischsociale centra uit te sluiten van de toepassing van de wet op de prioriteiten. Ondanks het verzet van de A.C.O.D.-afgevaardigden werd die maatregel bekrachtigd door het K.B. van 14.8.1962 - Staatsblad van 29.8.1962. 2'. Voorstel ter regeling van de rangschikking en ranginneming van de Rijkspersoneelsledeh. Dit voorstel wordt naar een nader onderzoek verwezen. 3. Organiek reglement van de Algemene Stagemeester. Dit reglement dat mits een paar opmerkingen werd goedgekeurd, heeft het voorwerp uitgemaakt van het K.B. van 29.11.1962 Staatsblad van 21.12.1962. 4. In dienst houden boven de leeftijdsgrens. Na bespreking en enige opmerkingen werd dit voorstel door de Algemene Raad goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 20.12.1962 - Staatsblad van 22.1.1963. 5. Rangschikking van enkele betrekkingen van eerste werkman bij het Ministerie van Justitie. Deze maatregel werd eenparig goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 15.10.1962.
De Algemene Syndicale Raad van Advies
133
21e VERGADERING VAN 12 SEPTEMBER 1962
1. Verlofgeld voor de personeelsleden van de organismen van openbaar nut - uitbreiding. Deze maatregel werd eenparig goedgekeurd en heeft geleid tot het ontstaan van de wet van 27.6.1963 - Staatsblad van 16.7.1963. 2. Toelage voor buitengewone prestaties. Het onderzoek van deze kwestie zal later worden voortgezet. 3. Indeling van de maatschappelijke assistenten in de 2e categorie. Fenparig aangenomen mits een paar opmerkingen betreffende de reclassering van de in dienst zijnde personeelsleden. 4. Diens' voor Kinderbescherming. Reclassering van sommige graden. Deze maatregel werd mits een paar opmerkingen goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 4.4.1963 Staatsblad van 3.5.1963. 22e VERGADERING VAN 3 OKTOBER 1962
1. Voorstel tot aanpassing van de haard- of standplaatstoelage. Dit voorstel dat met een enorme meerderheid werd aangenomen, maakt het voorwerp uit van het K.B. van 3.12.1962 Staatsblad van 21.12.1962. 2. Benoeming bij wijze van verandering van graad bij het Ministerie van Landbouw. Dit voorstel werd door de meerderheid van de Algemene Raad goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 28.3.1963. - Staatsblad van 18.4.1963. 3. Reglementering inzake bevordering van het meester-, vak- en dienstpersoneel bij het Ministerie van Openbare Werken. Goedgekeurd door de Algemene Raad. 4. Wijziging van de reglementering betreffende de administratieve toestand van de personeelsleden die opgeroepen worden om hun militaire dienstplicht in vredestijd te vervullen. De Algemene Raad heeft zijn akkoord betuigd met die maatregel welke bekrachtigd werd door het K.B. van 1.6.1964. Staatsblad van 23.6.1964. 5. Vaststelling van de bevorderingsvoorwaarden voor de graden van werktuigkundige bij het Bestuur van het Zeewezen. De meerderheid van de Algemene Raad heeft zijn instemming betuigd met dit voorstel dat bekrachtigd werd door het K.B. van 7.12.1962. - Staatsblad van 26 - 27 en 28.12.1962.
1 34
De Algemene Syndicale Raad van Advies
6. Toelage aan de personeelsleden die vrij bij een ziekenfonds zijn aangesloten. Wijziging. Nieuwe voorstellen door de Algemene Raad aangenomen en bekrachtigd door het K.B. van 14.11.1963 - Staatsblad van 7.12.1963. 23e VERGADERING VAN 17 OKTOBER 1962
1. Vaststelling van de benoemingsvoorwaarden tot de nieuwe graad van dokleider bij het Zeewezen. Dit voorstel, goedgekeurd door de-Algemene Raad, heeft aanleiding gegeven tot het K.B. van 6.5.1963 - Staatsblad van 21.5.1963. 2. Studie van de hervorming der statutaire en geldelijke hiërarchie. Deze hervorming die door de Algemene Raad werd aanvaard heeft geleid tot de nieuwe administratieve en geldelijke statuten van het personeel der Ministeries die het voorwerp uitmaken van een tiental K.B. 24e VERGADERING VAN 12 DECEMBER 1962
Maatregel ter toekenning van bijzonder verlof aan de gewezen personeelsleden van Afrika die wensen studies met volledig leerplan voort te zetten. De Algemene Raad betuigt zijn principieel akkoord, doch vraagt hetzelfde voorstel voor al de Rijkspersoneelsleden. 25e VERGADERING VAN 6 FEBRUARI 1963
1. K.B. genomen in uitvoering van de wet van 2.8.1962 en houdende wijziging van artikel 11 van de Eehheidswet. De Algemene Raad heeft voorgesteld het ingediende ontwerp volledig te wijzigen. Niettemin werd bedoeld ontwerp als zodanig bekrachtigd door het K.B. van 20.2.1963. - Staatsblad van 5.3.1963. 2. Wijziging in het stelsel der kinderbijslagen. Dit voorstel werd eenparig goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 24.7.1963 - Staatsblad van 6.8.1963. 3. K.B. houdende sommige maatregeien ten gunste van het beroepspersoneel van de kaders van Afrika (Ministerie van Economische Zaken en Energie). Deze maatregel werd door de meerderheid van de Algemene Raad aangenomen en bekrachtigd door het K.B. van 28.11 1963 - Staatsblad van 31.12.1963.
De Algemene Syndicale Raad van Advies
135
26e VERGADERING VAN 13 FEBRUARI 1963
1. Ontwerp van wet betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden. De Algemene Raad heeft, mits een paar opmerkingen, het ontwerp goedgekeurd welke aanleiding heeft gegeven tot de wet van 16.4.1963 - Staatsblad van 23.4.1963. 2. Wijzigingen in het K.B. van 30.3.1939 betreffende de lichamelijke voorwaarden vereist voor toelating tot de betrekkingen in de Rijksbesturen. De Algemene Raad treedt de conclusie bij van de Werkgroep speciaal belast met het onderzoek van die wijzigingen welke het voorwerp hebben uitgemaakt van het K.B. van 1.12.1964 - Staatsblad van 4.12.1964. 3. Modaliteiten van benoeming tot de graad van administrateur-generaal bij het Ministerie van Nationale Opvoeding. Dit voorstel, dat door een minderheid van de Algemene Raad werd goedgekeurd, werd bekrachtigd door het K.B. van 29.3.1963. - Staatsblad van 6.4.1963. 4. Gelijkstelling van de Bestuursdirecteurs van Posterijen met de opperambtenaren. Door de meerderheid van de Algemene Raad goedgekeurd. 27e VERGADERING VAN 27 FEBRUARI 1963
1. Modaliteiten voor aanpassing der organieke reglementen met grote meerderheid aangenomen. Deze wijziging werd bekrachtigd door het K.B. van 23.9.1963 - Staatsblad van 2.10.1963. 2. Verlof en terbeschikkingstelling wegens ziekte. De gedane voorstellen worden door de meerderheid aangenomen en bekrachtigd door het K.B. van 1.6.1964 - Staatsblad van 23.6.1964. 3. Nieuw onderzoek van de voorstellen tot wijziging van het K.B. van 10.4.1954 waarbij aan de gewezen personeelsleden van de kolonie faciliteiten worden verleend inzake bevordering. Ondanks het verzet van de syndicale afgevaardigden werd dit voorstel bekrachtigd door het K.B. van 8.7.1963 - Staatsblad van 16.7.1963. 4. Wijziging in de bepalingen betreffende de toekenning van een vakantiegeld. Eenparig akkoord van de Algemene Raad. Het voorstel werd bekrachtigd door het K.B. van 24.4.1963 - Staatsblad van 30.4.1963.
136
De Algemene Syndicale Raad van Advies
5. Voorstel tot inrichting van bevorderingsexamens tot de graad van architect. Eenparig akkoord van de Algemene Raad. Evenwel heeft de Minister van Openbare Werken dit ontwerp laten varen. 28e VERGADERING VAN 13 MAART 1963
1. Voorstel tot verdaging van de syndicale verkiezingen. Dit voorstel dat door een meerderheid van de Algemene Raad werd aanvaard, werd bekrachtigd door het K.B. van 6.6.1963. - Staatsblad van 21.6.1963. 2. Herziening van het bedrag der kabinetstoelage toegekend aan de leden der ministeriële kabinetten die de hoedanigheid van Rijksbeambte hebben. Dit voorstel werd eenparig goedgekeurd en bekrachtigd door een rondschrijven van 15.3.1963. 29e VERGADERING VAN 10 APRIL 1963
Ontwerp van K.B. tot vaststelling van de bijzondere benoemingsvoorwaarden tot sommige graden in de buitendiensten van het Ministerie van Financiën. Dit ontwerp wordt bij meerderheid van stemmen aanvaard en onder voorbehoud van de verbintenissen door de Regering aangegaan in verband met al de door te voeren reclasseringen. K.B. van 10.8.1963. 30e VERGADERING VAN 15 MEI 1963
1. K.B. tot bepaling van de gelijkstellingen voor de toepassing van de wet tot vaststelling van de minimumbedragen der pensioenen. Wet van 27.7.1962. Niettegenstaande het met eenparigheid van stemmen werd verworpen, werd dit ontwerp bekrachtigd door het K.B. van 27.7.1963, - Staatsblad van 7.8.1963. 2. Herziening van het K.B. van 30.3.1939 betreffende de terbeschikkingstelling. Dit voorstel dat eenparig werd goedgekeurd, heeft het voorwerp uitgemaakt van het K.B. van 1.6.1964 - Staatsblad van 23.6.1964.
De Algemene Syndicale Raad van Advies
139
31e VERGADERING VAN 29 MEI 1963
1. Voorstel ertoe strekkende 4 betrekkingen van het leidend personeel bij het Ministerie van Nationale Opvoeding toe te vertrouwen aan leden van het onderwijzend personeel. Dit voorstel werd eenparig verworpen, doch niettemin bekrachtigd door het K.B. van 4.11.1963. - Staatsblad van 19.11.1963. 2. Nieuw onderzoek van de administratieve stand van het personeel bedoeld onder 1. van de 12e vergadering 28.2.1962. zie hoger. Gedeeltelijke dienstprestaties wegens gezondheidsredenen. De Algemene Raad heeft het voorstel afgewezen en tegenvoorstellen gedaan die werden opgenomen in het K.B. van 1.6.1964 - Staatsblad van 23.6.1964. 32e VERGADERING VAN 26 JUNI 1963
1. Wijzigingen in het statuut van het personeel der kanselarijcarrière. Eenparig akkoord van de Algemene Raad. 2. Oprichting van een Beheercomité van de centrale diensten der openbare instellingen van het Ministerie van Sociale Voorzorg. Eenparig akkoord en wens van de Algemene Raad om het beheer van de sociale diensten alleen aan de syndicale vertegenwoordigers toe te vertrouwen. 3. Wijziging in de reglementering betreffende de preventieve schorsing. Algemene instemming van de Algemene Raad. Deze maatregelen werden bekrachtigd door het K.B. van 1.6.1964 - Staatsblad van 23.6.1964. 33e VERGADERING VAN 10 JULI 1963
1. Wetsontwerp tot vaststelling van een zeker verband tussen de pensioenstelsels van de openbare sector en deze van de privé-sector. Dit ontwerp wordt eenparig mits een paar opmerkingen aangenomen. Het werd ingediend bij de Kamer. 2. Ontwerp houdende organisatie en werkwijze van de nationale commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Dit ontwerp werd eenparig min één stem afgewezen.
140
De Algemene Syndicale Raad van Advies 34e VERGADERING VAN 24 JULI 1963
Wetsontwerp betreffende de arbeidsduur. Door de Algemene R a a d werd een reeks amendementen geformuleerd. Dit ontwerp heeft geleid tot de wet van 15.7.1964. - Staatsblad van 29.7.1964. 35e VERGADERING VAN 7 AUGUSTUS 1963
Restructuratie van de hiërarchie der functies bij het Ministerie van Financiën. N a zeer vele op- en aanmerkingen te hebben geformuleerd was de Algemene R a a d verdeeld bij de stemming over dit voorstel, dat echter als zodanig door het K.B. van 10.8.1963 bekrachtigd werd. 36e VERGADERING VAN 4 SEPTEMBER 1963
1. Wijziging in het statuut van de h u l p k r a c h t e n bij de Posterijen. Die wijzigingen werden eenparig goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 30.10.1963 - Staatsblad van 11.12.1963. 2. Uitbreiding van de wet betreffende het gewaarborgd weekloon tot het statutair werkliedenpersoneel. Dit voorstel werd eenparig afgewezen, doch niettemin bekrachtigd door het K.B. van 14.41964 - Staatsblad van 30.4.1964. 3. Halve-dagprestaties voor vrouwelijke personeelsleden. Dit voorstel werd eenparig goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 1.6.1964 - Staatsblad van 23.6.1964. / 37e VERGADERING VAN 11 SEPTEMBER 1963
1. Wetsontwerp tot opschorting van de toepassing van art. 116 van de Eenheidswet : Afhouding van 7 %. Eenparig akkoord en bekrachtiging door de wet van 12.6.1964 - Staatsblad van 30.6.1964. 2. Voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 27.7.1961 h o u d e n d e sommige waarborgen ten gunste van de gewezen kolonialen. Algemene o n t h o u d i n g van de syndicale afgevaar digden van het Gemeenschappelijk Front.
De Algemene Syndicale Raad van Advies
141
38 e VERGADERING VAN 9 OKTOBER 1963
K.B. houdende bijzondere maatregelen ten gunste van de gewezen kolonialen ten einde hun recrutering bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken te vergemakkelijken. Algemene onthouding van de syndicale afgevaardigden van het Gemeenschappelijk Front. 39e VERGADERING VAN 16 OKTOBER 1963
Statutaire en geldelijke hiërarchie. Aanvullende maatregelen. De afgevaardigden van het Gemeenschappelijk Front hebben een reeks schriftelijke tegenvoorstellen ingediend. De aanvullende maatregelen werden met inachtneming van die opmerkingen opgenomen in talrijke K.B. welke de nieuwe maatregelen houdende statuut hebben bekrachtigd. 40e VERGADERING VAN 23 OKTOBER 1963
1. Wijziging aan te brengen in het K.B. van 10.8.1963 tot vaststelling van de bijzondere benoemingsvoorwaarden tot sommige graden van het Ministerie van Financiën. Bij gemis van de nodige inlichtingen verwezen naar een latere vergadering. 2. Wetsontwerp - zie sub 1° van de 33e vergadering. Amendementen voorgesteld door de Regering. Het merendeel der amendementen wordt afgewezen. Nochtans werd het wetsontwerp als zodanig ingediend. 41e VERGADERING VAN 30 OKTOBER 1963
1. Punt 1 van de vorige vergadering. Eenparige instemming en bekrachtiging door het K.B. van 13.11.1963. 2. Wijzigingen in de K.B. betreffende de reis- en verblijfkosten. De Algemene Raad dringt erop aan dat de betrokken diensten de voorgelegde voorstellen opnieuw zouden onderzoeken. 42e VERGADERING VAN 11 DECEMBER 1963
1. Inrichting van de proeftijd voor de kandidaten tot niveau 1. Eenparig goedgekeurd.
142
De Algemene Syndicale Raad van Advies
2. Benoeming in vast verband van sommige hulpkrachten bij het Bestuur der Posterijen. Die voorstellen werden met een ruime meerderheid goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 16.4.1964 - Staatsblad van 20.5.1964. 3. Vakantiegeld - Wijziging der bedragen. Dit voorstel werd eenparig goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 5.3.1964 - Staatsblad van 12.3.1964. 4. Wijziging in het K.B. houdende regeling van de toestand van adjunct-inspecteur van Financiën en van adjunct-adviseur van algemeen bestuur. Ofschoon dit voorstel bij een grote meerderheid werd verworpen, werd het niettemin bekrachtigd door het K.B. van 16.1.1964 - Staatsblad van 29.1.1964. 5. Herwaardering op 1 juli 1962 van de wedden van het wetenschappelijk personeel van de Rijksinrichtingen voor hoger onderwijs. Ontwerp mits een paar amendementen eenparig goedgekeurd. 43e VERGADERING VAN 15 JANUARI 1964
Administratieve stand van de personeelsleden van de Dienst voor de Lichamelijke Opvoeding en de Sport. Eenparig aangenomen : mits enkele opmerkingen werd het ontwerp bekrachtigd door het K.B. van 18.1.1964 - Staatsblad van 22.1.1964. 44e VERGADERING VAN 19 FEBRUARI 1964
Voorontwerp van wet betreffende de gemengde loopbanen inter openbare diensten. De Algemene Raad dient talrijke amendementen in en aanvaardt het voorgestelde ontwerp. 45e VERGADERING VAN 26 FEBRUARI 1964
1. Laatste voorstellen betreffende de verblijf- en reiskosten. Deze licht geamendeerde voorstellen worden door de Algemene Raad eenparig goedgekeurd. 2. Vermindering van het bedrag van sommige kinderbijslagen. Niettegenstaande dit ontwerp eenparig werd afgewezen, werd
De Algemene Syndicale Raad van Advies
143
het toch bekrachtigd door het K.B. van 2.7.1964. - Staatsblad van 8.7.1964. 46e VERGADERING VAN 8 APRIL 1964
1. Ontwerp tot wijziging van het stelsel der dienstpensioenen voor de ongevallen overkomen op de weg van en naar het werk. Eenparig aangenomen. 2. Oprichting van een dienst belast met de coördinatie' der betrekkingen met de internationale organismen. Dit voorstel, eenparig min één stem verworpen, werd bekrachtigd door het K.B. van 15.4.1964 - Staatsblad van 21.5.1964. 3. K.B. tot uitvoering van de wet van 2.8.1962. Gelijkschakeling der functies met de weddeschalen A tot D. Voorstel goedgekeurd door de meerderheid van de Algemene Raad en bekrachtigd door het K.B. van 2.8.1964 - Staatsblad van 20.8.1964. 47e VERGADERING VAN 13 MEI 1964
1. Ontwerp van wet tot wijziging van de wetgeving op de pensioenen. Ontwerp eenparig mits een paar amendementen goedgekeurd en bij de Kamer ingediend. 2. Aanwerving en inrichting van de proeftijd der personeelsleden van de l e categorie. Voorstel eenparig goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 29.6.1964 - Staatsblad van 8.7.1964. 3. Bepaling van de administratieve standplaats der personeelsleden. Voorstel eenparig aangenomen en bekrachtigd door het K.B. van 1.7.1964. - Staatsblad van 16.7.1964. 48e VERGADERING VAN 27 MEI 1964
1. Herwaardering op 1.7.1962 van de wedde van het wetenschappelijk personeel van de Rijksinrichtingen ressorterend onder het Ministerie van Landbouw. -Algemeen akkoord van de Algemene Raad. 10
144
De Algemene Syndicale Raad van Advies
2. O n t w e r p van statuut voor het Nationaal Orkest van België. De Algemene R a a d amendeert het ontwerp en keurt het met een grote meerderheid goed. 49e VERGADERING VAN 10 JUNI 1964
1. Voortzetting van de bespreking van het voorontwerp van wet onderzocht o p de 44e vergadering van 19.2.1964. 2. Toestand van het personeel van Afrika. Het voorstel aangenomen tegen het advies in van de syndicale vertegenwoordigers van het Gemeenschappelijk Front, werd-bekrachtigd door het K.B. van 22.7.1964 - Staatsblad van 3L7.1964. 3. Kader van het Rijkspersoneel dat ter beschikking van de Vice-Gouverneur van Brabant wordt gesteld. Voorstel door de meerderheid van de Algemene R a a d 'goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 1.7.1964 - Staatsblad van 11.7.1964. 50e VERGADERING VAN 15 JULI 1964
1. Benoemingsvoorwaarden tot sommige graden van het Ministerie van Financiën. Deze wijzigingen werden door een meerderheid van de Algemene R a a d goedgekeurd en bekrachtigd door het K.B. van 31.7.1964. 2. Wijzigingen in het K.B. van 1.6.1957 betreffende de gespecialiseerde ambten bij het Ministerie van Nationale Opvoeding. Dit voorstel werd aangenomen ondanks de o n t h o u d i n g van de syndicale afgevaardigden van het Gemeenschappelijk Front. , 3. Statuut van de sociale bemiddelaars. Dit voorstel werd met 2 stemmen, 14 o n t h o u d i n g e n verworpen. N i e t t e m i n werd dit statuut bekrachtigd door het K.B. van 27.7.1964 - Staatsblad van 12.8.1964. 51e VERGADERING VAN 22 JULI 1964
Revalorisatie op 1.7.1962 der wedden van het wetenschappelijk personeel van de Staat. Toepassing van de regelen vastgesteld door de Ministerraad. De Algemene R a a d keurt de voorgestelde maatregelen mits
De Algemene Syndicale Raad van Advies
145
een paar amendementen goed en eist er de onmiddellijke toepassing van. 52e VERGADERING VAN 21 OKTOBER 1964
1. Vaststelling van de toelagen en vergoedingen voor : a) de leden secretarissen en helpers van de examencommissies van de wervings- en loopbaanexamens van het Rijkspersoneel ; b) de niet tot de administratie behorende leden van de Stagecommissie. Eenparig akkoord. Dit voorstel werd bekrachtigd door het K.B. van 28.12.1964 Staatsblad van 7.1.1965. 2. Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel. Ontwerp van Koninklijk Besluit tot uitvoering van de wedden betreffende het personeel in Afrika, wat de toelating betreft tot de carrière buitenlandse dienst en de kanselarijcarrière van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel. Eenparig goedgekeurd. 53e VERGADERING VAN 13 NOVEMBER 1964
1. Aanpassing van de bezoldigingsregeling met ingang van 1.1.1965. Het gedane voorstel wordt eenparig aangenomen nadat enkele leden opmerkingen hebben gemaakt in verband met de toestand van de hoge ambtenaren. 2. Regularisatiemaatregelen van de tijdelijke personeelsleden. De Algemene Raad keurt het ontwerp eenparig goed, mits tegemoet wordt gekomen aan wat gevraagd wordt ter verbetering van de gedane voorstellen. 54e VERGADERING VAN 18 NOVEMBER 1964
1. Herziening van de vergoedingen voor hogere functies, van de toelagen voor standplaatsverandering en van de vergoedingen wegens begrafenisonkosten. Na zijn standpunt via sommige amendementen te hebben gepreciseerd, stemt de Algemene Raad met de gedane voorstellen in.
146
De Algemene Syndicale Raad van Advies
2. Tenlasteneming door de Staat van het vast inschrijvingsgeld en van de jaarlijkse bijdrage aan de orde van architecten. Dit voorstel wordt tegen, het advies van de A.CO.D.-afgevaardigden in door de Algemene Raad met een meerderheid goedgekeurd. 3. Wijziging inzake de toekenningsvoorwaarden van de kinderbijslag. Dit voorstel wordt eenparig aangenomen. 4. Ontwerp van K.B. tot wijziging van de regeling inzake de inrichting van de geneeskundige onderzoekingen door de Administratieve Gezondheidsdienst. De kosteloosheid van de onderzoekingen wordt eveneens gevraagd voor de personeelsleden fungerend in het buitenland. Het voorstel wordt eenparig goedgekeurd. 55e VERGADERING VAN 25 NOVEMBER 1964
Ministerie van Financiën. Ontwerp van K.B. tot verhoging van rust- en overlevingspensioenen. De afgevaardigden van de A.C.O.D. en van de C.C.O.D. hechten hun goedkeuring aan het voorstel dat deel uitmaakt van een geheel in het kader van een programmatie die rekening diende te houden met de bereidheid van de Regering. De afgevaardigden zijn van oordeel dat zij, binnen het raam van de huidige mogelijkheden, maximaal de belangen van de gepensioneerden hebben behartigd. Bij de stemming wordt het ontwerp met 13 stemmen tegen 1 en 2 onthoudingen goedgekeurd. 56e VERGADERING VAN 16 DECEMBER 1964
1. Bezoldiging van de overuren. Na ruime discussie beslist de Algemene Raad de kwestie vooraf te laten bestuderen door een werkgroep. Deze werkgroep is bijeengekomen op 29 december 1964 en 8 januari 1965. 2. Valorisatie van de voordelen in natura toegekend aan de conciërges.Eenparig aangenomen. 3. Oprichting van een autonome Directieraad bij het Vast Wervingssecretariaat. Het voorstel wordt eenparig goedgekeurd.
De Algemene Syndicale Raad van Advies
147
57e VERGADERING VAN 23 DECEMBER 1964
Ministerie van Sociale Voorzorg. Verruiming van de toepassingssfeer van de verplichte verzekering "gezondheidszorgen" tot het personeel van de openbare sector. Het voorstel wordt goedgekeurd met 11 stemmen en 3 onthoudingen (de afgevaardigde van het Liberaal Syndicaat, die van het cartel en een afgevaardigde van de Eerste-Minister).
Bij het doornemen van al deze activiteiten zal elkeen tot het besef komen dat de belangrijkheid en aantal zaken die aan het syndicaal advies worden onderworpen steeds maar toenemen. Het is immers zo dat in een tijdspanne van nauwelijks 2 1/2 jaar, nagenoeg alle regelen betreffende het administra-' tief, geldelijk en pensioenstatuut van het personeel herdacht, herzien en gewijzigd werden op grond van advies verstrekt door de Algemene Raad. Tevens kan men er zich rekenschap van geven hoe belangwekkend het zou zijn, indien over al deze kwesties rechtstreeks met de betrokken gezagsdragers overleg zou kunnen worden gepleegd.
1
DE SYNDIQIE
••••lil
De opsomming van de door het Nationaal •Comité behandelde kwesties en het overzicht van de werkzaamheden in de Syndicale Raad van Advies laten reeds toe zich een min of meer juist denkbeeld te vormen van de syndicale problematiek waarmede wij tijdens de jaren 1962, 1963 en 1964 geconfronteerd werden, evenals van de oplossingen die eraan werden gegeven. Met het doel dit uiteraard schematisch overzicht te vervolledigen en tevens de controle door Onze aangeslotenen te vergemakkelijken, hebben wij gemeend er goed aan te doen naast de resoluties die door het. vorige Congres werden goedgekeurd, de resultaten te plaatsen die via de actie konden worden bereikt. • De nummering van de resoluties impliceert geenszins een waardebepaling. In principe zijn de resoluties ideologisch gerangschikt en niet volgens de orde bepaald door de verschillende nationale comités inzake verwezenlijking ervan. • Wellicht is het nodig even aan te stippen welke werkmethode er gevolgd werd. Het Congres beslist betreffende de richtlijnen. Het Nationaal Comité bepaalt de onmiddellijke eisenprogramma's. • Het hoeft uiteraard niet gezegd dat het niet mogelijk is, zelfs aan de hand van de hierboven beschreven processus, een volledige balans van de syndicale actie op te maken. De A.C.O.D. vormt één grote familie. Ze is de natuurlijke verdedigster van alle rechtmatige doelstellingen harer leden en de belangen van de aangeslotenen zijn zeer groot in getale. Er zijn immers persoonlijke, categoriële, sectoriële en interprofessionele belangen. Onnodig dus te zeggen dat de tussenkomsten en gedane stappen zeer talrijk zijn. Menig'gevaar is geweerd geworden dank zij de strijd gevoerd tegen uiterst slechte ontwerpen. Hoe dikwijls heeft de A.C.O.D. de sectoren niet geholpen om een gunstige beslissing te bekomen ? Waarlijk, het is onmogelijk de algemene actie van A tot Z in detail te geven en daaruit volgt meteen dat elke inventaris noodgedwongen onvolledig is. Overdrijven wij als wij zeggen dat de inventaris die hier wordt opgemaakt, vrij indrukwekkend is ?
DE VREDE
A
RESOLUTIE
H e t Congres van de Algemene Centrale der O p e n b a r e Diensten, op 4, 5 en 6 november 1961 te Brussel bijeengekomen, Betreurt de versnelling van de bewapeningswedloop door de Sovjetunie en de Verenigde Staten welke, voor zover bekend is, voor elk van die beide landen ongeveer 175 miljard B. fr. 's jaars aan meerdere kosten betekent ; Klaagt de gevaren aan verwekt door het hervatten van een nieuwe reeks atoomproefnemingen door Sovjet-Rusland eerst en de Verenigde Staten vervolgens ; Eist de onmiddellijke totale en definitieve stopzetting van de proefnemingen inzake kernwapens en controle op het gebruik der splijtstoffen; Doet op allen beroep opdat ten spoedigste onderhandelingen worden aangeknoopt ten einde een gelijktijdige en gecontroleerde wereldontwapening te verzekeren ; Dringt er bij de regering op aan om steeds meer initiatief aan de dag te leggen met het oog op een vredelievende regeling van alle actuele vraagstukken en verheugt zich o.a. over de o n d e r h o u d e n Chroesjtsjev-Spaak. In het r a a m van een vredelievende samenwerking verzoekt het de Belgische Regering, met de regering van een ander tot het Pact van Warschau behorend aardrijkskundig gebied met dezelfde militaire belangrijkheid uit te zien naar een overeenkomst over de stelselmatige en gecontroleerde ontwapening ; H e t Congres spreekt zich uit voor het vreedzaam naast elkaar bestaan van de verschillende politieke, economische en sociale regimes ; Prijst om deze redenen het onmiddellijk openen aan van onderhandelingen ten einde een oplossing te vinden voor het ernstig vraagstuk van Berlijn, o p basis van een statuut van vrijstad, onder waarborg van de U . N . O . met het recht h a a r
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
155
politieke, economische en sociale structuur te bepalen, terwijl tevens de vrije toegang tot h a a r grondgebied wordt verzekerd zowel voor de bewoners uit het Westen als uit het Oosten ; H e t stelt vast dat de Duitse Democratische Republiek een feitelijke toestand is en dat zij als zodanig dient erkend te worden, met dien verstande dat de hereniging van de twee Duitse deelstaten slechts b i n n e n het r a a m van de algemene demilitarisering kan worden overwogen ; H e t spreekt zich eveneens uit vooi de erkenning van Communistisch China en zijn o p n a m e in de U . N . O . H e t h e r i n n e r t aan de noodzakelijkheid de voorrang van het burgerlijk gezag op de militaire overheid te bevorderen en zulks o p alle gebieden welke verband h o u d e n met de structuur en- het aanwenden van de militaire middelen ; H e t verwerpt alle inmenging of aJ-'e 'medewerking van Spanje in de internationale of gewestelijke organismen van politieke, militaire of economische aard ; H e t wenst de werknemers geluk onder de gisteren nog politiek onderworpen volkeren, die in de jongste jaren h u n onafhankelijkheid h e b b e n veroverd ; H e t meent tenslotte dat het algemeen vredeswerk concrete vorm krijgen moet in de organisatie van de aan de industrieel onderontwikkelde landen te brengen h u l p met het oog op h u n economische en sociale vooruitgang ; H e t doet een. plechtig beroep o p allen opdat de geschilpunten op internationaal vlak alleen door onderhandelingen een oplossing zouden vinden en niet door de wapens zoals door sommige op weerwraak beluste militaristen gewenst w o r d t ; H e t geeft het Bestendig Secretariaat en het Uitvoerend Bureau van de Centrale opdracht, op het gebied van de vrede en b i n n e n het r a a m van voormelde in herinnering gebrachte beginselen, alle initiatieven te nemen.
1 56
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
B. TER HERINNERING De A.C.O.D. ontwikkelt haar actie voor de vrede en voor de stopzetting van de kernproeven. Bij Paul-Henri Spaak Onze lezers zullen zich herinneren dat onmiddellijk na afloop van het Congres een delegatie, samengesteld uit de kameraden Debunne, Crèvecceur, Lauwers, Schugens, Braconier en Tonneaux aan Paul-Henri Spaak, Minister van Buitenlandse Zaken, deze resolutie is gaan overhandigen. Zeer onder de indruk van deze nieuwe houding van de A.C.O.D. heeft de heer Spaak deze laatste gelukgewenst voor haar positieve bijdrage tot het behoud van de vrede. Andere
stappen
Het Bestendig Secretariaat heeft de gewoonte voor alle voorgelegde problemen een doeltreffende en concrete oplossing te vinden en heeft het daarbij niet gelaten. De tekst van de resolutie is onmiddellijk medegedeeld geworden aan verscheidene staatshoofden en personaliteiten: de hh. Kennedv, voorzitter der U.S.A. ; Chroesjtsjev, voorzitter van de Ministerraad der U.S.S.R.; Nehroe, Eerste-Minister van India ; Macmillan, Eerste-Minister van Groot-Brittannië; De Gaulle, president van de Franse Republiek ; de Voorzitter van de Verenigde Naties ; Thant, secretaris-generaal van de U.N.O. ; Mao-TseToung, voorzitter van de Chinese communistische partij ; Becu, secretaris-generaal van het 'I.V.V.V.; Stengier, voorzitter van de Internationale der P.T.T.; Tofahrn, secretaris der Internationale der Openbare Diensten ; Imhof, adjunct-secretaris-generaal der I.T.F. ; Theo Lefèvre, Eerste-Minister ; Collard, de voorzitter der B.S.P. ; Major, secretaris-generaal van het A.B.V.V., de, voorzitter van de Federatie der Zuidslavische Vakverenigingen en de voorzitter van de Federatie der Arbeiders van de Staatsinstellingen te Moskou. Zoals door de Belgische pers verder werd gemeld is bedoelde motie ook door een afvaardiging van onze Centrale overgemaakt geworden aan de h. Mac Arthur, ambassadeur der Verenigde Staten te Brussel, en aan de h. Afanassiev, ambassadeur van de U.S.S.R.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
157
Ter voorkoming van de ramp Door deze gelijktijdige stappen heeft de A.C.O.D. op de eerste plaats willen wijzen op de niet te loochenen schijnheiligheid waaraan sommige naties zich bezondigen, die voortdurend de vrede inroepen om slechts elkaar met oorlog te dreigen. Zij kan niet aanvaarden dat de mensheid haar bloed zou dienen te geven om de machtshonger van sommigen te bevredigen. Zij loochent ten stelligste dat een atoomoorlog de voorbode zou kunnen zijn van een gelukkige mensheid. Bijgevolg is de A.C.O.D. niet alleen besloten haar uiterste krachten in te zetten voor "het behoud van de vrede zonder welke de lotsverbetering voor de arbeiders geen zin zou hebben, maar zij is eveneens voornemens zich aan te sluiten bij elke actie of zelf welkdanig initiatief te nemen om een einde te stellen aan de kernproeven. De nachtmerrie neemt trouwens geen aanvang met de kernoorlog zelf, maar met de door de kernenergie verwekte terreur die thans reeds bestaat en stilaan onze dagelijkse vrees wordt. Men komt zodoende tot deze paradoxale toestand dat men zich als een apocalyptisch visioen het volgende kan voorstellen : de oorlog die onmogelijk zou geworden zijn omdat het mensenras voortijdig uitgeroeid zou zijn... Want gisteren, vandaag en morgen, zonder dat de vijandelijkheden ingezet zijn, ondergaat de mensheid reeds de noodlottige uitwerking van de atoombommen. Men beelde zich vooral niet in dat de proeven met de kernontploffingen slechts de specialisten van de wereldpolitiek interesseren. Het is ons aller gezondheid, de toekomst van onze kinderen, van ons ras, die nu reeds bedreigd worden. Beangstigde
geleerden
Publiceerde Dr. Linus Pauling, Amerikaans geleerde en Nobelprijswinnaar voor scheikunde, niet reeds op 13 januari 1958 een petitie ondertekend door 9.235 andere geleerden, waarbij onmiddellijke stopzetting van de kernproeven werd gevraagd ? "De enorme hoeveelheid radioactiviteit die in de atmosfeer vrijkomt ingevolge de proefnemingen, vormt een ernstige bedreiging voor het menselijk ras", zo zei hij. Hij voegde er aan toe : "Het is te voorzien dat binnen dit en enkele jaren elk jaar meer dan 15.000 kinderen zullen geboren
worden, aangetast door een geestelijke onvolwaardigheid en door misvormingen". En in het jongste bulletin van de "Socialistische Vooruitziende V r o u w " schreef Irene Petry heel g e p a s t : "De cellen van het menselijk organisme die het meest gevoelig zijn voor de radioactiviteit zijn de geslachtscellen, d a a r n a deze van de milt en van het beendermerg waar de bloedelementen gevormd worden : leucemie, kanker en erfelijke monstruositeit zijn dus — zoals m e n het te Hiroshima gezien heeft — de wreedste wandaden van de radioactiviteit.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
"De meisjes
159
bezwijken..."
"Enkele weken geleden, tijdens een congres van kenners der erfelijkheidsleer te Bergen, zijn deze feiten bevestigd geworden. Volgens hen kunnen de nieuwe Russische kernproeven een verhoging van de mutaties meebrengen en aldus de congenitale misvormingen bevorderen, alsmede miskramen, voortijdige geboorten of sterfgevallen bij de pasgeborenen. "Steriliteit kan uitbreiding nemen en een bepaald aantal meisjes die moeten geboren worden, kunnen als slachtoffer vallen". "Professor Tanaka, van de Universiteit van Tokio, die de hel van Hiroshima en Nagasaki heeft beleefd onmiddellijk na het bombardement, en die sedertdien zonder ophouden zich met dit probleem van strijd voor het leven heeft beziggehouden tegen de uitwerking van de radioactiviteit, heeft bij de technici die aan sterke radioactiviteit zijn blootgesteld gemuteerde "genen" ontdekt die overgedragen zijn op hun afstammelingen van het vrouwelijk geslacht, maar niet op deze van het mannelijk geslacht. De meisjes bezwijken, doch de jongens ontsnappen en overleven het. Wat dit verschijnsel betekent ingeval de kernproeven worden . voortgezet gedurende een lange periode, is duidelijk..." Het gevaar is toegenomen Sinds enkele tijd zijn Russen en Amerikanen opnieuw met hun proeven begonnen. Het geweld van de radioactieve ontploffingen is in aanzienlijke mate toegenomen. Sedert Hiroshima — waar het de bom A was van 13 kiloton (het is te zeggen overeenstemmende met de ontploffing van 13.000 ton trinitolueen) — is de vernielingskracht steeds in stijgende lijn gegaan. En men mag zeggen dat de bereikte kracht met 1.000 is vermenigvuldigd geworden. Men is verplicht geweest dit uit te drukken in megaton, het is te zeggen in miljoenen ton T.N.T. Het agentschap Tass maakt zelfs gewag van ontwerpen tot het vervaardigen door Rusland van supermachtige atoombommen gaande tot 100 megaton. Professor Raymond Turpin, van het Franse Centrum voor wetenschappelijke navorsingen, verklaart: "Op het ogenblik is er geen nakend gevaar. Tot hiertoe hebben Russen, Amerikanen, Engelsen en Fransen (laatst11
160
De syndicale aciivireit - Verwezenlijkingen
genoemde voor een klein gedeelte) zowat 80 megaton radioactieve tuigen laten ontploffen. "Indien men het daarbij laat meen ik dat er geen reden toe bestaat zich bijzonder ongerust te maken. BereiKt men echter 100 megaton, dan..." De Italiaanse professor Luigi Gedda is dezelfde mening toegedaan wat deze grens betreft en voegt eraan toe : "Door het benuttigen van de kernkracht houdt de mens zich bezig met zaken die groter zijn dan hij, dan zijn middelen, dan zijn kennis..." Niettemin zetten onze alchimisten in de kalmte van hun laboratorium hun moorddadig werk voort..." Hei gaat ons allen persoonlijk
aan
Hier kan aan geen struisvogelpolitiek meer gedaan worden ; de luchtstromingen die zeer snel de radioactieve luchtdeeltjes meevoeren tot op duizenden kilometer afstand van de plaats der ontploffing, hebben gans de mensheid verplicht haar solidariteit te betuigen tegenover de vrees voor de dood. Op geen enkele plaats van de aardbol is men nog zeker veilig te zijn voor radioactieve neerslag. Deze neerslag tast de stofdeeltjes aan die opgenomen worden door dieren en planten ; aldus komen ze bij de mens. Niet alleen ons ademhalingsstelsel, maar ook ons spijsverteringsstelsel wordt aangetast. Het lot van de mensheid staat zodoende op het spel. Men vergete niet dat de atoom te Hiroshima, 16 jaar na de ontploffing, elke dag nog nieuwe slachtoffers maakt. Gaan wij allen besluiteloos toekijken ? Gaan we geen beroep doen op de andere mensen die de macht in handen hebben ? Gaan we geen grote actie tot voorkoming van verder onheil inzetten ? "Het is niet te laat, maar het is tiid !" zo sprak eens PaulHenri Spaak. Wij beamen dit ten volle. Een dagorde van de Raad van beheer van de'Bond der grote. gezinnen De Raad van beheer van de Bond der grote gezinnen van België, maakt zich ongerust over de uitwerking van de kernproeven die steeds in omvang toenemen ;
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
161
stelt vast dat steeds meer geleerden waarschuwen voor het gevaar van de radioactieve neerslag op het menselijk ras, vooral op de jonge kinderen ; protesteert met klem namens de 400.000 Belgische gezinnen die hij vertegenwoordigt tegen dergelijke proefnemingen, waar ze ook gehouden worden ; vraagt aan alle familiale, sociale, culturele organisaties en aan de jeugdbewegingen zich aan te sluiten bij zijn protest, gesteund op het mensenrecht en de elementaire grondbeginselen van humaniteit; doet beroep op de Regering opdat zij de betrokken machten kennis geeft van de afkeuring van gans het land voor de kernproeven wegens het gevaar dat zij voor de mensheid opleveren en vraagt haar een nationale protestmanifestatie tegen de atoom-terreur te organiseren in zulkdanige vorm dat zij niet voor partijdige doeleinden kan aangewend worden. Een dagorde van de Socialistische Vooruitziende
Vrouwen
Het Uitvoerend Bestuur van de Socialistische Vooruitziende Vrouwen: Heeft zich in zijn jongste vergadering terecht ongerust gemaakt over de vrees die de volkeren bevangt ten overstaan van de voortdurende koude oorlog; spanning die nog aangewakkerd wordt door de kernproeven waarvan het gevaar de wereld in fysieke en psychologische onzekerheid dompelt; Protesteert in naam van zijn 450.000 aangeslotenen tegen het hervatten van deze proefnemingen en bezweert de betrokken naties een politiek (gericht op minder spanning) te voeren welke zal leiden tot algemene en gecontroleerde ontwapening, enige waarborg voor een duurzame vrede ; Acht het dringend nodig een groot vredesoffensief in te zetten, bron van geluk, vooruitgang, voorspoed en leven en richt een dringende oproep tot alle vrouwen- en jeugdorganisaties om aan deze actie deel te nemen. De A.C.O.D.
vastbesloten...
Tegen de ramp, om te leven en te laten leven, om een einde te stellen aan de dwaasheid en om terug te komen tot het gezond verstand is de ACO.D. vastbesloten een machtige, con-
De syndicale activiteit . Verwezenlijkingen
163
crete actie in te zetten welke praktische resultaten kan opleveren. De A.C.O.D. blaast verzamelen voor al onze aangeslotenen en voor al onze militanten. Zij tracht in een grootscheepse algemene actie andere arbeidersorganisaties, andere vrouwelijke formaties of jeugdgroepen te betrekken door gans de bevolking op te roepen. Aldus meent de A.C.O.D. het te kunnen opnemen tegen deze schuldige gelatenheid waardoor wij op de boord van de afgrond geplaatst worden. Op deze vooravond van Kerstmis 1961 wil de A.C.O.D. de centrale schakel zijn van de ketting die eerst in ons -land en daarna in gans de wereld de band zal vormen tussen alle mensen van goede wil, vol liefde, die besloten zijn te strijden tegen de atoomvernietiging, opdat de mensheid niet zou ten onder gaan. Initiatieven Einde 1962 komen enkele heren en dames behorende tot de nationale leiders van de sociale organisaties — waaronder de A.C.O.D. — en tot de meest diverse strekkingen bijeen die elkaar begrijpen en die, over hun ideologische opinieverschillen heen, beslissen 's lands levende krachten samen te bundelen tegen het atoomgevaar en voor een ware vrede. Er wordt een oproep gericht en een Manifest opgemaakt. De 8 Mei-beweging Op 15 maart 1962 onder de slagzin: 8 Mei 1945 — een verwachting — 8 Mei 1962 — een wil wordt het ontstaan van de Beweging aangekondigd op een Persconferentie. De doeleinden zijn gedefinieerd onder de vorm van manifest, 8 MEI 1 9 6 2
Beducht voor de mogelijke vernietiging die, zowel door het atoomgevaar als door de onzinnige bewapeningswedloop, de mensheid bedreigt, acht de „8 Mei-beweging" het een gebiedende plicht met inzet van al haar krachten bij te dragen om dit onheil te bezweren. Daarom besloot zij de inspanningen van alle sociale, familiale, culturele" en jeugdorganisaties te bundelen, beroep te doen op alle mensen van goede wil en een brede stroming in de openbare mening te verwekken. Het onderschrijven van het huidig
1 64
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
manifest is geen politieke stellingname ; het is uitsluitend ingegeven door overwegingen welke op het welzijn van de ganse mensheid gericht zijn en door de wil van onze bevolking om haar voortbestaan te vrijwaren. Dit manifest wordt met een duidelijk inzicht tot vier essentiële eisen beperkt: 1. Het stopzetten van de kernontploffingen, die een onduldbare bedreiging zijn voor de mensheid. Om het leven en de gezondheid van de wereldbevolking en van de toekomstige generaties te vrijwaren, moeten deze ontploffingen in welke vorm ook en over de gehele wereld verboden worden. 2. Het uitsluitend vredelievend gebruik van de atoomkracht. Dit zal de wereldeconomie grondig wijzigen, de voorspoed van alle volkeren waarborgen en aldus de wereldvrede bevorderen. 3. De regeling van de internationale vraagstukken door onderhandelingen. Het aanwenden van geweld kan steeds een algemeen conflict ontketenen en zou de ondergang van de mensheid tot gevolg kunnen hebben. 4. Het tot stand komen van de onmisbare overeenkomsten voor een algehele ontwapening ónder internationaal toezicht. De „8 Mei-beweging" verklaart zich solidair met alle volkeren ter wereld die door het aangeklaagde gevaar bedreigd worden en die alle een zelfde verlangen naar vrede koesteren. De aangesloten organisaties verbinden er zich toe dit programma te bevorderen en het door alle beschikbare middelen in brede kring bekend te maken : vergaderingen, congressen, meetings, tijdschriften, radio- en T.V.-uitzendingen, enz. De „8 Mei-beweging" verklaart plechtig de vrede en slechts de vrede te willen dienen; bijgevolg verbindt zij zich ertoe zich met niets in te laten dat er zou toe leiden dat haar actie door het een of- het ander „blok" zou kunnen worden misbruikt. De „8 Mei-beweging" roept de ganse bevolking op om met inzet van al haar krachten te ijveren voor een ware vrede en tegen het atoomschrikbeeld. En dit verband moet ons land initiatieven nemen en een bemiddelingstaak uitoefenen. De aangesloten organisaties besluiten al hun krachten te bundelen om op 8 Mei 1962, dag die samenvalt met de verjaring van het einde van de tweede wereldoorlog, over het hele land een Dag voor de Vrede te organiseren."
166
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Oproep
tot alle
arbeiders
De „8 Mei-beweging" zet elkeen aan o p 8 mei eerstkomende te manifesteren: — voor de V R E D E . — voor het stopzetten van de kernontploffingen die een onduldbare bedreiging zijn voor de mensheid. — voor het uitsluitend vredelievend gebruik van de atoomkracht. — voor de regeling v a n de internationale vraagstukken dooi onderhandelingen. — voor het tot stand komen van de onmisbare overeenkomsten voor een algehele ontwapening onder internationaal toezicht Arbeiders van ons l a n d gij h e b t d e verschrikkingen van d e oor log gedurende j a r e n doorstaan. Gij hebt de gevolgen ervan aan den lijve gevoeld. Gij wilt geen oorlog meer, gij wilt vrede en welvaart. De syndicale organisaties die de arbeiders van ons land vertegenwoordigen, vertolken uw gevoelens en verlangens. Zij besloten een gunstig gevolg te geven aan de oproep van de „8 Mei-beweging". Zij doen een plechtige oproep tot alle arbeiders, bedienden en b e a m b t e n van alle o n d e r n e m i n g e n ; zowel van de private als van de openbare sector van alle fabrieken en werkplaatsen om o p 8 mei 1962 om 11 u u r h e t werk g e d u r e n d e 2 a 5 m i n u t e n stop te zetten ten einde de aandacht van de ganse wereld te vestigen op het grote vraagstuk van de vrede en de ontwapening, waar de gehele Belgische bevolking wil voor manifesteren. Arbeiders, Bedienden, Beambten, toont door het symbolisch stopzetten van het werk op 8 mei e.k. dat ge onwrikbaar besloten blijft verder te ijveren — voor de vrede, — voor de algemene gecontroleerde ontwapening, — tegen de oorlogsgevaren en de atoomontploffingen." Voor het A.B.V.V. Louis Major
Voor het A.C.V. Louis Lereau
Het Nationaal Comité van de op 19 maart 1962 bijeengekomen
Voor de A.C.L.V.B. A r m a n d Colle
A.C.O.D., :
Beslist in r u i m e m a t e bij te dragen tot het welslagen van de Dag der Vrede georganiseerd door d e 8 Mei-beweging.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
1 67
Het land heeft goed geantwoord en „Het Comité der 8 Mei-beweging te Brussel, bijeengekomen op 8 mei 1962 : Verheugt zich over het geestdriftig onthaal dat haar oproep in alle lagen der bevolking te beurt viel ; Stelt met voldoening vast dat haar wachtwoorden doorheen heel het land op zeer grote schaal opgevolgd werden en dat 8 mei 1962 werkelijk de door haar aangekondigde vredesdag is geworden ; Dankt al de organisaties die haar hun aansluiting en hun steun brachten zodat zij, 'nadat zij nog geen twee maanden lang bestond, meer dan de helft van 's lands bevolking kon groeperen ; Dankt de syndicale organisaties, de pers, de radio, de televisie, de centrale, gewestelijke en plaatselijke overheidsinstanties en al degenen die bijgedragen hebben tot het welslagen van de vredesdag van 8 mei 1962; Brengt heden nog, in de loop van de haar verleende audiënties, de Heer Eerste-Minister, de Heer Minister van Buitenlandse Zaken en de Heren Ambassadeurs van de Verenigde Staten en van Sovjet-Rusland, op de hoogte van het antwoord dat de Belgische bevolking heeft gegeven aan haar oproep ten bate van de vrede, tegen het atoomschrikbeeld en voor een algemene en volledige ontwapening onder internationale controle." Cuba De Cuba-affaire brengt de ganse wereld ter herinnering dat het gevaar voor een universele catastrofe helaas niet denk beeldig is. De Algemene Centrale der Openbare Diensten, ongeveer 160.000 agenten in de openbare diensten vertegenwoordigend, allen opgeschrikt door de zware bedreiging die thans op de Wereldvrede weegt. Beaamt volledig de door de „8 Mei-beweging' gerichte oproep waarvan de tekst hieronder hernomen wordt: „Trouw aan haar manifest, Richt het Comité van de „8 Mei-beweging" een gloedvolle oproep tot het Parlement, tot de Regering en tot de Minister van Buitenlandse Zaken opdat ons land onmiddellijk een initiatief zou nemen en een bemiddelingstaak zou uitoefenen met h e t . doel de vrede te redden; Daar zij slechts de zaak van de vrede en alleen deze wil dienen,
168
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
onthoudt zij zich van al wat zou kunnen bijdragen tot het gebruik van haar actie door het ene of het andere blok; Uitsluitend bekommerd om de wil tot voortbestaan van alle volkeren ter wereld die alle door hetzelfde gevaar bedreigd worden en alle even vredelievend zijn, te dienen, Keurt de „8 Mei-beweging" elke toevlucht tot de oorlog af om welk conflict ook op te lossen ; Dringt bij de U.N.O. aan op een snelle en doelmatige actie opdat het ten spoedigste door onderhandelingen tot een regeling komen zou in de Cubaanse crisis; Verklaart eens te meer dat de toevlucht tot het geweld, die steeds tot een algemeen conflict kan leiden de ondergang van de mensheid tot gevolg kan hebben ; Bezweert de groten dezer wereld de volstrekt noodzakelijke overeenkomsten af te sluiten met het oog op de algemene ontwapening onder internationaal toezicht; Beslist de huidige oproep te richten aan de hh. Struye, Voorzitter van de Senaat, Van Acker, Voorzitter van de Kamer, Lefèvre, Eerste-Minister, Spaak, Minister van Buitenlandse Zaken alsmede aan de h. U. Thant, Secretaris-Generaal van de U.N.O. en aan de hh. Ambassadeurs van de Verenigde Staten, de U.S.S.R. en Cuba. Bewust de gevoelens van haar aangeslotenen te vertolken, drukt de A.C.O.D. de hoop uit dat haar oproep zal aanhoord worden." 8 MEI 1 9 6 3
— uitgifte van een bijzondere postzegel voor de Vrede — manifestaties in de voornaamste steden — uitzendingen over de Vrede langs radio en T.V. — een oproep wordt gericht tot de 2.600 gemeenten van het land ten voordele van U.N.I.C.E.F. — inzamelingen voor de F.A.O. — oproep tot de kinderen van alle scholen — klokkengelui en sirenengeloei voor de stopzetting gedurende 1 minuut om 11 uur. Adres aan de Regering : „Getrouw aan de plechtige verklaring afgelegd ter gelegenheid van de ondertekening van haar manifest, bevestigt de 8 Meibeweging" dat zij alleen en uitsluitend de vrede wil dienen.
170
c
De syndicale activiteit' - Verwezenlijkingen
Zij herinnert aan haar verbintenis zich te onthouden van al wat zou kunnen bijdragen tot het misbruiken van haar actie door het een of ander „blok". Antwoordend op de gloedvolle oproep van de 8 Mei-Beweging, heeft de overgrote meerderheid van de bevolking zich aan de kant gesteld van de mensen van goede wil die begrepen hebben dat hun een dwingende plicht opgelegd wordt: deze van tot het uiterste te strijden ter ontkoming aan de ernstige bedreigingen van vernietiging die op de mensheid wegen zowel door het atoomgevaar en de waanzinnige bewapeningswedloop, als door de honger en de armoede in dewelke nog steeds twee derden van de wereldbevolking gedompeld zijn. Deze uitgebreide opiniebeweging is uitsluitend gefundeerd op zuiver menselijke beweegredenen en op de wil tot overleving van onze bevolking en van alle volkeren der aarde. De 8 Mei-beweging eist de stopzetting der kernontploffingen. De ontwapeningscommissie die sedert maanden zetelt te Genève is vastgelopen, daar waar een akkoord met betrekking tot de totale -en definitieve stopzetting der kernontploffingen zonder uitstel tot stand moet komen opdat het leven zou overwinnen. Eminente geleerden bevestigen dat de besmetting van de lucht, van het water, van de voeding door de radioactiviteit, indien niet spoedig een einde gesteld wordt aan de atoomexperimenten, een bedreiging inhoudt voor de volgende generaties. De strijdbaarheid is des te meer noodzakelijk, daar elke uitbreiding van het aantal der machten die het atoomwapen voortbrengen of bezitten, een aanvullende bedreiging meer uitmaakt voor de vrede en bijgevolg moet verhinderd worden. De 8 Mei-Beweging meent dat buiten elke politieke beweegreden om, een klein land zoals België, een actieve rol kan en moet spelen tegen het atoomgevaar. Zij nodigt de Regering u i t : 1. Het initiatief te nemen om alle Naties die deel uitmaken van de „Atoomclub" uit te nodigen de onmiddellijke stopzetting te eisen van alle proefnemingen en de verbintenis aan te gaan geen atoomwapens te produceren. Er moet inderdaad gestreden worden tegen de verspreiding der atoombewapeningen: 2. Om publiek te protesteren tegen elke ontploffing; 3. Om zonder onderbreking steeds als verzoener op te treden, zowel bij de Commissie der 18 te Genève, bij de U.N.O. als bij elke Autoriteit, ten einde de noodzakelijke akkoorden te ver-
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
171
wezenlijken, strekkende tot een algemene ontwapening onder internationale controle. Maar de Vrede wordt insgelijks bedreigd door de verschrikkelijke armoede die nog heerst onder de meerderheid van de mensheid. De wil tot voorspoed van alle volkeren is een dwingende noodzakelijkheid. Gevolg gevend aan de beangstigende oproep van de F.A.O. heeft de 8 Mei-Beweging vandaag een inzameling gedaan om de honger te bestrijden. Dit symbool, een gebaar van actieve solidariteit, bewijst dat onze bevolking een helpende hand wenst te reiken aan zij die hongeren. Juist daarom vraagt de 8 Mei-Beweging dringend: 1. dat de Regering en het Parlement een effectieve vermindering van de begroting van Landsverdediging zouden beslissen, gelijk aan de kostprijs van een moderne aanvalstank. Deze som zou onmiddellijk gestort worden aan ,de .F.A.O. . Dit symbolisch gebaar van „Een tank voor de vrede en tegen de .honger" zou de instemming verkrijgen van de Belgische bevolking. 2. aan de hh. Burgemeesters, Schepenen en Gemeenteraadsleden een som te storten aan de U.N.I.C.E.F., gelijk aan 50 centiemen per inwoner of, indien het budget hun dit niet toelaat, in hun gemeente een omhaling te organiseren waarbij het voordeel zou gaan naar de ongelukkige kinderen die melk, brood en rijst moeten ontberen. De vrede blijft ons kostbaarste goed. Zij is de voorwaarde tot overleving van de mensheid. Zij belangt ons allen aan en is ons gemeenschappelijk bezit. Allen tezamen moeten wij haar veroveren en vrijwaren, want zij is een onaantastbaar recht. 8 MEI 1964
— een brochure wordt te koop aangeboden om ruchtbaarheid te geven aan de Beweging, — manifestaties worden belegd in een vijftigtal steden, — in de officiële en vrije scholen wordt een les over de Vrede gegeven, — aan de autoriteiten wordt een adres overhandigd. „De wereldvrede blijft broos. Telkens een gespannen toestand zich voordoet en een gevaar ontstaat dat de grote machten
De syndikale activiteit - Verwezenlijkingen
173
elkaar trotseren (Cuba, Vietnam) wordt de wereldvrede bedreigd ; zij wordd verder voortdurend bedreigd door de ellende en de honger die 3/4 van de mensheid ondergaat. Deze bedreigingen moeten geleidelijk en door een onverpoosde actie worden uitgeschakeld. Het behoud van de vrede blijft dus de hoofdbekommernis. Om de mensheid te vrijwaren van een reusachtige ondergang moet ten spoedigste een algemene, gelijktijdige en gecontroleerde ontwapening verwezenlijkt worden. •
u
De 8 Mei-Beweging verheugt zich over de menigvuldige tekens van ontspanning die tijdens deze laatste maanden werden waargenomen : — het verdrag van Moskou over het gedeeltelijk verbod van kernproeven. — het vermijden van een hevig conflict bij de Cuba-crisis in 1962. — het instellen van de „rode telefoonlijn" tussen Moskou en Washington. — het openen van de „Berlijnse muur" voor de Kerst- en de Nieuwjaarsfeesten 1963. — het verruimen van de politieke, syndicale, culturele en andere uitwisselingen tussen landen die tot een of ander blok behoren. — heel recent, het verminderen of het stabiliseren van de militaire budgetten van de 2 „Groten". Deze nog bescheiden, maar reeds aanmoedigende etappes konden worden verwezenlijkt dank zij een wereldopinie die niet heeft opgehouden steeds krachtdadiger haar beslistheid tot uiting te brengen de vrede te vrijwaren. •'
De waakzaamheid van de publieke wereldopinie levert haar eerste vruchten op. Een reden te meer om waakzaam te blijven. Het komt er nu op aan nieuwe horizonten te openen en nieuwe stappen te zetten op de weg naar de vrede : — de ontspanning bestendigen door contacten en akkoorden te vermenigvuldigen; — de akkoorden van Moskou tot de ondergrondse kernproeven uitbreiden ;
174
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
— de ondertekening van voornoemde akkoorden bekomen van. wege de enkele landen die nog niet zijn toegetreden ; — een regeling ontwerpen waarbij elke uitbreiding wordt beperkt van het aantal landen die atoomwapens voortbrengen of bezitten; — de hulp aan de ontwikkelingslanden intensiever te maken zonder dat die hulp afhankelijk wordt van een politieke, economische of sociale hulp ; — de afwikkeling bekomen van de internationale problemen door middel van onderhandelingen; — overgaan tot een gelijktijdige en gecontroleerde ontwapening, zelfs indien deze bij de aanvang begrensd blijft tot een beperkte geografische ruimte, op voorwaarde dat de wederzijdse controle doelmatig kan gebeuren.
De 8 Mei-beweging nodigt ons land uit een actieve rol te spelen in het verwezenlijken van deze doelstellingen. Ze nodigt de Regering u i t : a. initiatieven te vermenigvuldigen die van aard zijn de ontspanning te bestendigen en de verzoening te bevorderen. b. alle vormen van onbaatzuchtige hulp aan de ontwikkelingslanden aanmoedigen, c. bij de Commissie der 18 te Genève, bij de U.N.O. en de voornaamste belanghebbende landen de stappen te vermenigvuldigen om te komen tot een gelijktijdige..en algemene ontwapening onder internationale controle. d. de candidatuur van België indienen om met een land dat bij het Warschau-pact is aangesloten tot een gelijktijdige en gecontroleerde ontwapening over te gaan. De Beweging vraagt aan de hh. burgemeesters, schepenen en gemeenteraadsleden uit alle gemeenten van het land : a. zich vrijgevig te tonen tegenover de door de U.N.I.C.E.F. ondernomen campagne, door op zijn minst een bedrag gelijkwaardig aan 0,50 F per inwoner in te zamelen ten titel van solidariteit voor de kinderen die brood, melk en rijst ."• moeten ontberen. • . •, b. De 8 Mei-beweging te steunen en haar te laten weten of hun gemeente bereid zou zijn deel te nemen aan de operatie „Vrede en Broederlijkheid" met de bevolking van een gemeente behorende tot een land dat het verdrag van Warschau heeft ondertekend, met dien verstande dat dergelijk
176
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
initiatief geen enkel politiek aspect zou hebben, noch op geen enkele wijze een goedkeuring van het politieke stelsel van het betrokken land zou betekenen.
De S Mei-Beweging begroet al diegenen die over de wereld strijden voor de vrede, niet voor een vrede die uit slogans zou bestaan, maar voor een werkelijke vrede. Wat haar betreft verklaart de Beweging dat ze bereid is een parallelle actie te voeren met deze uit een land van het -Warschau-pact voor zover deze parallelle actie op basis van het „Manifest van de 8 Mei-beweging" zou verlopen. Paus Johannes XXIII heeft eraan herinnerd : „De vrede is geen luxe". Ze is ons kostbaarste goed, dat wij gezamenlijk moeten vrijwaren." Steun aan de anti-atoommarsen — die van 243.1963 De uit de 8 Mei-beweging gesproten samenwerking biedt aan de jongeren van alle strekkingen de mogelijkheid om zich op hun beurt te organiseren. „De Tribune" reproduceert de oproepen en in een artikel met als titel: „Voor de Vrede, tegen de atoomwapens" „Bravo jongeren", wordt gezegd : „Er wordt zoveel kwaad gesproken over de jongeren dat wij de gelegenheid niet mogen laten voorbijgaan om al het goede te vertellen welke ze verdienen wegens HUN anti-atoommars die op zondag, 24 maart, te Brussel heeft plaatsgegrepen. Het is overigens tijd dat de niet-jongeren de jongeren ernstiger gaan opnemen. Werkelijk er moet een dialoog tussen hen plaatshebben. Zijn zij inderdaad niet de verantwoordelijken van morgen en de eerste slachtoffers van een eventuele atoomramp? Tienduizend jongeren — meisjes en jongens — hebben gereageerd tegen de atoomwapens en trouw aan de uitstekende slogan „beter vandaag actief dan morgen radioactief" hebben zij in de hoofdstad hun levenswil betoond, aldus weigerende de kernontploffingen te ondergaan zoals men sneeuw, regen of koude verduurt. Zij hebben het bij het rechte eind. Het is onze plicht hen te helpen in hun strijd die, vergeten wij het niet, ook de onze is. Door de jongeren is ons een bemoedigende les gegeven. Bestaat
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
177
èr wel een edeler ideaal dan mede te werken aan de opbouw van een wereld waar vrede en broederschap heersen ?" Die van 15 maart 1964 „De Tribune-'-doet mee aan de mobilisatie. „Al onze aangeslotenen zullen de jongeren steunen voor dit gelukkig initiatief. Het is de vurigste wens van onze Centrale dat die mars een overweldigende bijval zou kennen. De A.C.O.D. die de actie voor de vrede steeds op het voorplan van haar programma heeft geplaatst, nodigt al haar aangeslotenen uit in te gaan op de oproep van het Nationaal Comité der Jongeren voor de Anti-Atoommars".
VOOR DE EENHEID DER JONGEREN IN DIENST VAN DE VREDE
1 78
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Algerië Het Nationaal Comité van 19.3.1962 verheugt zich over het staakt het vuren in Algerië. Het brengt hulde aan de voor de zaak der vrijheid gestorven martelaren. Het Nationaal Comité drukt zijn tevredenheid uit over de door onderhandelingen bereikte regeling en beschouwt, het akkoord als een sociale overwinning welke de Wereldvrede dient. Besluit ruimschoots bij te dragen tot het welslagen van de door de 8-Meibeweging georganiseerde Vredesdag. Vietnam-Congo Het Bestendig Secretariaat van de Algemene Centrale der Openbare Diensten heden maandag, 10 augustus 1964, in spoedvergadering bijeen, diep ontsteld en verontwaardigd door de internationale gebeurtenissen welke zich afspelen en kort op elkaar volgen, Keurt alle toevlucht af tot oorlog of gewapend geweld om deze conflicten op te lossen ; .; Maakt zich tot tolk van de; Belgische werknemers om hun bestendig streven naar een rechtvaardige en duurzame vrede te beklemtonen ; Dringt bij de U.N.O. aan op een snelle en doelmatige actie om een einde te maken aan elk bloedvergieten; Dringt bij de Belgische Regering en ;meer inzonder bij de Minister van Buitenlandse Zaken aan op een onmiddellijke bemiddelingspoging om de vrede te vrijwareri, daar de toevlucht tot geweld steeds van aard is naar een veralgemeend conflict te leiden dat het einde der mensheid kan betekenen. Spanje Wij mogen niet onverschillig staan tegenover de door de Spaanse werknemers gevoerde strijd. Het Bestendig Secretariaat van de Algemene Centrale der Openbare Diensten heeft kennis gekregen van de gebeurtenissen in Spanje. Begroet met ontroering en sympathie de werknemers van dit land die in staking zijn om hun vrijheden terug te veroveren en zich menselijkere levensvoorwaarden te verzekeren tegen een dictatoriaal regime dat hen.tsedert een kwarteeuw onderdrukt ;
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
179
Besluit hun actie te steunen door onmiddellijk 300.000 F te storten en inschrijvingslijsten in omloop te brengen; Richt een dringende oproep tot actieve solidariteit aan alle werknemers in overheidsdienst van het land ; Betuigt zijn geloof in de eindoverwinning van de Spaanse arbeidende klasse. Oproep tot alle volkeren De Internationale Ontmoeting van Rome voor de vrijheid van het Spaanse volk, Herinnert er aan de volken van Europa en van de-wereld dat de 25 jaar geleden aangegane schuld tegenover het Spaanse volk dat zich in het gemeenschappelijk belang opgeofferd heeft en de opmars van het fascisme heeft vertraagd, nog niet is afbetaald. Het Spaanse volk is vandaag nog van alle vrijheid beroofd ; Nodigt de openbare mening van alle landen U I T er zich bewust van te worden en aan het probleem van de vrijheid van Spanje de eerste plaats te gunnen die hem toekomt in de bekommernissen van iedereen ; Nodigt vooral de partijen, de vakbonden en alle organisaties, de intellectuelen en de verkozenen uit iedereen in zijn sfeer door concrete initiatieven het recht op vrijheid van het Spaanse volk te steunen en een doeltreffende solidariteit met zijn strijd te betonen ; Verzoekt hun met behulp van de pers en openbare vergaderingen de beschermende muur van het stilzwijgen te verbreken die door machtige belangen rondom het Franco-regime is opgetrokken ; Verzoekt hun er zich tegen te verzetten dat de Franco-regering de materiële hulp en de morele steun van niet-fascistische landen zou ontvangen ; Verzoekt hun te ijveren voor nog grotere afzondering van de Franco-regering en zich tegen elke nieuwe toegeving te verzetten en inzonderheid tegen haar opname in internationale allianties of nieuwe groeperingen ; Nodigt hen uit met alle materiële en morele middelen de strijders binnen Spanje en de slachtoffers van de vrijheidsstrijd zonder onderscheid van strekking of politieke oriëntering te steunen ; Drukt haar wil uit de strijd voort te zetten zonder het minste onderscheid te maken en uitsluitend in het belang van het
180
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Spaanse volk tot wanneer dit opnieuw de mogelijkheid tot vrije meningsuiting zal verworven hebben. De internationale vakbeweging verzet zich tegen de toetreding van Spanje tot de E.E.G. De Internationale Vakbeweging heeft andermaal haar onwrikbaar verzet betuigd tegen elke poging tot aansluiting of toetreding van Spanje bij de Europese Economische Gemeenschap zolang het huidige dictoriaal regime er aan het bewind blijft. Zij heeft insgelijks haar hoop uitgesproken dat een vrij en democratisch Spanje de plaats zal kunnen innemen die hem toekomt in het Europa dat wordt opgebouwd. Deze beslissing werd getroffen te Brussel op 12 en 13 februari 1983 tijdens de vergadering van het Gemeenschappelijk Actiecomité voor Spanje van het Internationaal Verbond der'Vrije Vakverenigingen (I.V.V.V.) en van de Internationale Vereniging der Christelijke Syndicaten, waarop de respectievelijke algemene secretarissen aanwezig waren, Om. Becu en Aug. Vanistendael. Het Comité wees op de diepe ontgoocheling van de internationale vakbeweging wegens de economische, financiële en militaire banden die in het verleden gelegd zijn en nu gelegd worden tussen sommige democratische regeringen en het Franquistische regime, en die er toe bijdragen een stelsel in stand te houden en te versterken waar de werknemers van de functionele rechteri gespeend zijn. Het Comité heeft met klem aangedrongen opdat de regeringen van de vrije wereld deze politiek niet zouden voortzetten. Het heeft eveneens zijn erkentelijkheid betuigd jegens deze regeringen die de Spaanse democratische uitwijkelingen hebben ontvangen en verder ontvangen, er vast van overtuigd zijnde dat alle hun toegekende rechten volledig geëerbiedigd worden. Door het Comité is er naduk op gelegd dat na drie jaar toepassing van het Plan tot economische stabilisatie, de toestand van de werknemers er niet was op verbeterd; dat de hoop op een economische opbloei vergezeld door een democratisering van het regime welke sommige democratische regeringen zouden kunnen gehad hebben ingevolge de economische hulp aan het Franco-regime, spijtig genoeg hersenschimmig is gebleken; dat de onderdrukkingspolitiek verder toegepast wordt niettegenstaande de meermaals tot de Spaanse regering gerichte
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
181
oproep van de Internationale Arbeidsorganisatie om de syndicale rechten te eerbiedigen. Door zijn solidariteit te betuigen met de Spaanse werknemers, heeft het Comité tevens de dubbelzinnigheid aangeklaagd van de communistische actie in Spanje. Bij het einde van deze vergadering hebben Becu en Vanistendael een protesttelegram gestuurd aan Generaal Agustin Munos-Grandes, Ondervoorzitter van de Spaanse regering, in verband met de 16 syndicalisten die op 15 februari door de Krijgsraad te Madrid moesten berecht worden. Daar het fundamenteel recht tot vrijheid van" vereniging in geen geval een vergrijp kan uitmaken, hebben de algemene secretarissen van het I.V.V.V. en van I.V.C.S. een onmiddellijke vrijstelling gevraagd. De vrije vakverenigingen betreuren de nieuwe steun van de Verenigde Staten aan de Spaanse dictatuur „Het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen is uiterst verontwaardigd te vernemen dat de regering van de Verenigde Staten zijn steun bevestigd heeft aan het dictoriaal regime van generaal Franco in Spanje — reeds verzwakt door het stijgende binnenlandse verzet — en dat het militair akkoord tussen beide staten is hernieuwd. Het I.V.V.V. heeft onverpoosd geprotesteerd tegen dit militaire pact sinds het voor de eerste maal tien jaar geleden ondertekend werd." Deze woorden komen voor in een verklaring van Omer Becu, secretaris-generaal van het I.V.V.V., op 27 september afgelegd. In dezelfde vergadering wordt verder gezegd : „Op dit ogenblik zelf zijn de Spaanse arbeiders niet alleen in strijd voor betere levensvoorwaarden, maar ook om de menselijke en politieke rechten te verwerven die hun thans geweigerd worden. Door hun strijd staan zijn in de voorhoede van het Spaanse volk dat in dit land opnieuw democratie, rechtvaardigheid en vrijheid wil brengen; de vrije vakbeweging in het I.V.V.V. gegroepeerd steunt hen volledig in deze strijd. Het Internationaal Verbond heeft herhaaldelijk beroep gedaan op alle democratische regeringen opdat zij haar steun zouden onttrekken aan dit totalitaire regime dat niets van zijn despotisch karakter heeft gewijzigd. De menselijke rechten en de syndicale vrijheid worden er steeds met de voeten getreden. Elke actie die dergelijk regime -versterkt, zal door de werk-
1 82
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
nemers worden veroordeeld evenals door de vooruitstrevende krachten van Spanje d.ie n a a r democratische rechten h u n k e r e n . De vrije vakbeweging moet zowel b i n n e n als buiten Spanje de jongste maatregel van de regering der Verenigde Staten in haar betrekkingen met de Spaanse regering betreuren." De A.C.O.D. komt tussen ten gunste van de militant ABARCA
anti-Franquistische
H e t Nationaal Comité der O p e n b a r e Diensten op 28 februari 1964 te Brussel bijeengekomen, is ongerust over de gevangenhouding van de anti-franquistische militant Abarca, wiens uitlevering door Zwitserland wordt gevraagd ; schaart zich beslist aan de zijde van al degenen d.ie wensen dat het grondig onderscheid worde bewaard tussen een politiek vergrijp en een vergrijp inzake gemeen recht ; dringt er o p aan dat ten spoedigste een met de vrijwaring van de individuele vrijheid overeenkomstige oplossing getroffen word? en verklaart de uitlevering niet te k u n n e n goedkeuren."
C. CONCLUSIE De waakzaamheid van de o p e n b a r e opinie over de gehele wereld heeft h a a r eerste vruchten afgeworpen : — H e t Verdrag van Moscou, — De regeling r o n d de Cuba-crisis, — De rode telefoonverbinding, - D e o p e n i n g van de M u u r van Berlijn voor d e feesten, — De uitwisselingen van politieke, syndicale en culturele aard die steeds m a a r toenemen, — De vermindering of de stabilisering van de militaire budgetten der twee „grootmachten" zijn tekenen van ontspanning. Zulks b e d u i d t d a a r o m nog niet dat de vrede veilig is gesteld. Waakzaamheid blijft overal geboden !
EUROPESE UNIE
A. RESOLUTIE Het Congres herinnert aan de wens van de Europese werknemers om een democratische Europese Unie te zien opbouwen bevrijd van het kapitalistisch juk ; Verklaart dat de verstandhouding onder de vakbonden van de Europese Unie in grote mate afhankelijk is van de „socialistische" uitslagen die de arbeiders van deze Unie verwachten; Beiast het Uitvoerend Bureau met de studie van de maatregelen om in de schoot van de E.R.O. en van de Internationale Beroepssecretariaten het bestaan van de bestendige syndicale organismen te bevorderen afgestemd op algemene en professionele bevoegdheid, op het vlak van het kleine Europa.
B. TER HERINNERING Er werden daadwerkelijk maatregelen getroffen door het A.B.V.V. ter behandeling van de interprofessionele problematiek zomede door sommige sectoren — op het niveau van hun onderscheiden internationales — met betrekking tot oplossingen die op het professionele vlak dienen tot stand te komen. Naar aanleiding van vergaderingen en • algemene bijeenkomsten bestaande uit delegaties van de zes landen werd overgegaan tot de oprichting van een Vast Secretariaat. Ter herinnering zij erop gewezen dat het Europees Syndicaal Secretariaat zijn zetel te Brussel heeft. De Algemene Secretaris
1 84
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
is kameraad BUYTER. Hier volgt de samenstelling van het Uitvoerend Comité : D.G.B., Duitsland D.G.B., Duitsland C.G.T.-F.O., Frankrijk C.G.T.-F.O., Frankrijk C.G.T.-F.O., Frankrijk I.V.V.V., Italië U.I.L., Italië N.V.V., Nederland A.B.V.V., België C.G.T., Luxemburg E.R.O. (Eur. Reg. Org. van het I.V.V.) Intersyndicale, E.G.K.S. C.G.T., Griekenland
Ludw. Rosenberg Vice-voorz. Otto Brenner R~ob. Bothereau * Voorzitter André Bergeron Charles Veilion Bruno Storty Enzo Dalla Chiesa Dirk Roemers Louis Major Antoine Krier Vice-voorzitter Walter Schevenels Arthur Gailly Fosis Makris Geassocieerd lid
(*) Robert BOTHEREAU, die heeft afgezien van de functie van Algemene Secretaris van Force Ouvrière, zal worden vervangen door André BERGERON als lid van het Uitvoerend Comité; niettemin zal hij tot de Algemene Vergadering als voorzitter fungeren.
In januari 1962 en maart 1964 hebben er twee algemene vergaderingen plaatsgehad respectievelijk te Brussel en te Parijs. Er wordt in voeling getreden met de officiële instellingen en geregeld wordt tussenbeide gekomen bij de bevoegde autoriteiten, zoals daar zijn : a. de Commissie van de Gemeenschappelijke Markt en van Euratom; b. het Economisch en Sociaal Comité ; c. het Europees Parlement; d. de Raad van Ministers. Zopas werden twee belangrijke beslissingen getroffen: 1. vergadering van het Nationaal Comité van het A.B.V.V. op 23 februari ter bestudering van de Europese kwesties; 2. studie en uitwerking van voor de 6 landen gemeenschappelijke eisen op syndicaal vlak betreffende de arbeidsduur, de verlofduur en nopens de vaststelling van een loonpercentage ingeval van ziekte. • De sector „Onderwijs" heeft een eersterangsrol vervuld door in Europa de hergroepering te verzekeren van de Beroepsorganisaties voor het Onderwijs. In 1959 werd een Vérbindingscomité
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
1 85
in 't leven geroepen. Dit comité heeft onder meer tot doel bestendig voorlichting uit te wisselen omtrent de toestand van de School en van het Onderwijzend personeel, de activiteiten van de Europese instellingen te bestuderen daar waar deze verband houden met het onderwijs, en van advies te dienen omtrent alle aangelegenheden die de opvoeding betreffen. Het Verbindingscomité heeft zijn bestaansreden bewezen. Het heeft niet alleen oog gehad voor de ontwikkelingsgang van het cultuurbeleid der Europese instellingen, doch zich tevens ingelaten met de maatregelen die op elk nationaal niveau genomen konden worden in het kader van de culturele coöperatie. Te gelegener tijd heeft het tevens geëist dat rekening zou worden gehouden met de mening van de leerkrachten, en zulks door toedoen van hun beroepsorganisaties. Van bij het ontstaan heeft het Verbindingscomité zich van zeer dichtbij beziggehouden met het soms ingewikkelde totstandkomen van de Europese gedachte op het educatieve en culturele vlak. Naarmate de modaliteiten qua intergouvernementele samenwerking duidelijker werden, heeft het Comité geregeld advies kunnen uitbrengen. Op het niveau der school hebben de beroepsorganisaties een gemeenschappelijk werkterrein waarvan de hoofdpunten betrekking hebben : — op de expansie van de nationale begroting van hun respectieve landen ten gunste van het officieel onderwijs. — op de bevordering van een hervorming van het democratisch onderwijs ten einde het aan de noodwendigheden van de moderne evolutie aan te passen ; — op de kwaliteit van het officieel onderwijs, welke kwaliteit hoofdzakelijk stoelt op de vorming der leerkrachten en op de middelen die dit onderwijs ter beschikking worden gesteld. Een program voor coöperatie werd uitgestippeld in samenwerking met de Raad van Europa te Straatsburg, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling te Parijs en de Europese Gemeenschappen te Brussel. Dank zij concrete samenhang over welbepaalde punten, hebben de beroepsorganisaties gelegenheid gehad mee te werken aan de voorlichting en het nemen van initiatieven op het gebied van opvoeding en cultuur. Dit perspectief heeft de hoop gewettigd dat de samenbundeling der inspanningen veel zal bijdragen tot de wording - van een Europa dat zich niet louter zou bepalen bij economi-
1 86
De syndicale activiteit,- Verwezenlijkingen
sche facetten, doch daarbij tevens sociale en uiteraard educatieve aspecten zou betrekken. Via de voorlichtingsvergaderingen georganiseerd door het Verbindingscomité hebben de leerkrachten de gelegenheid werkdadig mee te werken aan de geestelijke opbouw van Europa en tevens zeer duidelijk tot het besef te komen dat ze ter zake vele verantwoordelijkheden dragen. De grondleggers van het Verbindingscomité hebben de bedoeling de actie nog uit te breiden. Hier mag wel een welverdiende hulde worden gebracht aan onze vriend A. Braconier voor de rol die hij in bedoeld Comité vervult.
A. Charlier vertegenwoordigt de sector „Spoor" in het Coördinatiecomité dat is opgericht in het Syndicaal Comité voor het Transportwezen der 6 landen van de E.E.G. en dat staat onder de bescherming van de I.T.F. Voornoemd.e kameraad is tevens plaatsvervangend lid van het Comité van Deskundigen van de sector Transportwezen, welk Comité is voorzien in artikel 83 van het Verdrag van Rome tot inrichting van de Europese Economische Gemeenschap. De Algemene Vergadering van het Syndicaal Comité voor het Transportwezen is op 28.5.1963 te Brussel bijeengekomen. Het Coördinatiecomité (I.T.F.) is 7 maal in vergadering bijeen geweest, namelijk : 21.12.1961 te Brussel : — eerste vaststellingen betreffende het Memorandum over de oriëntering te geven aan het gemeenschappelijk vervoerbeleid. 13.3.1962 te Frankfort : — toelichting door Kapteyn over zijn 2e Rapport ten overstaan van het Europese Parlement; — beslissing: oprichting van 3 werkgroepen ter bestudering van de sociale problematiek in het vervoer langs de weg, te water, per spoor. 29.11.1962 te Stuttgart : — onderzoek van het Verslag Kapteyn ; — uitwerken van een werkprogram inzake het gemeenschappelijk vervoerbeleid; — voorbereiding van de Conferentie over de Sociale Zekerheid.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
187
183.1963 te Luxemburg : — stand der besprekingen omtrent het gemeenschappelijk vervoerbeleid ; — gewicht en afmetingen der vrachtwagens ; — resultaten van de Conferentie over de Sociale Zekerheid. 11.7.1963 te Brussel: — eerste onderzoek van de 5 voorstellen van de Europese Commissie betreffende het gemeenschappelijk vervoerbeleid; — Rondetafel over de sociale politiek in het Transportwezen. 3 en 4.12.1963 te Luxemburg : — onderzoek van de 5 voorstellen van de Europese Commissie betreffende het gemeenschappelijk vervoerbeleid. en meer bepaald in de Rijnvaart. 11.9.1964 te Rotterdam — stand der besprekingen omtrent het gemeenschappelijk vervoerbeleid ; — stand der besprekingen betreffende aangelegenheden van sociale aard. •
De sector „Gemeente-, Provincie- en Gelijkgestelde diensten", „Ministeries", „Parastatalen", „Gazelco", maken deel uit van de Internationale der Openbare Diensten. Spijts onze herhaalde bemoeiingen is het allesbehalve makkelijk geweest om de vakbondsvertegenwoordigers der landen van het Kleine Europa bijeen te brengen. Naar aanleiding van het jongste Congres, dat doorging in de maand augustus 1964, is overeengekomen dat een vergadering zou worden belegd met deelneming van verantwoordelijke leiders. Bedoelde vergadering heeft kortgeleden plaatsgehad. Er werd besloten : 1. een inventaris op te maken inzake de arbeidsvoorwaarden (een passende vragenlijst zal worden opgesteld): 2. aan systematische voorlichting te doen ; 3. de middelen te zoeken met het oog op een latere coördinatie van voor allen gemeenschappelijke eisen. Nu het startsein gegeven is zal het heel zeker mogelijk zijn de achterstand in te lopen.
188
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
De sectoren „Post" en „T.T." zijn aangesloten bij hun-Internationale, de I.P.T.T. die, buiten de Statutaire Congressen (het laatste had plaats te Londen in oktober 1963), om' de drie jaar een Europese Conferentie organiseert. De laatste Conferentie ging door in Kopenhagen van 14 tot 17 september 1964. Ze heeft als opdracht de resultaten van de vorige bijeenkomsten te synthetiseren en in de praktijk om te zetten. Er werden 4 resoluties aangenomen : 1. Discussierecht en medezeggenschap voor het P.T.T.-personeel. 2. Dienstregelingen en arbeidsvoorwaarden iri de diensten voor telefonische transmissie. 3. de bescherming van het personeel tegen de arbeidsongevallen en de beroepsziekten. 4. de huidige en toekomstige tendensen inzake de economische ontwikkeling van de telefoondiensten. Uit die eenvoudige opsomming blijkt overduidelijk hoezeer de I.P.T.T. met open vizier en met alle middelen streeft naar de syndicale erkenning op het Europees vlak. C CONCLUSIE Er rest nog veel te doen. De svndicale organisatie op het Europese vlak verkeert nog steeds in kiemstadium. Gezien de noodzaak die er voor de vakbonden bestaat om in de Europese instellingen dezelfde rechten qua raadpleging, overleg en controle te bekomen als die bestaande op het nationaal vlak, is het absoluut onmisbaar dat immer door geijverd wordt hetzij voor de oprichting, hetzij voor het doen functioneren van die syndicale organen die onontbeerlijk zijn voor de verwezenlijking van de doeleinden die door de werknemers zijn gesteld.
DE INTERNATIONALE BETREKKINGEN
A. RESOLUTIE Het Congres betuigt zijn gehechtheid ten overstaan van de organisaties aangesloten bij het I.V.V.V. en dezes internationale beroepssecretariaten en bevestigt tevens zijn solidariteit met alle werknemers ter wereld ; Het Congres verwerpt het idee van een definitieve verdeeldheid der werkende klasse en om opbouwende onderhandelingen te bevorderen aanvaardt het de conclusies van het verslag voor het Nationaal Comité van 18 november 1959 ; Het stelt voor dat het Bestendig Secretariaat op alle vlakken de toenadering van het I.V.V.V. en het Wereldvakverbond zou bewerkstelligen ten einde een werkelijke vredessfeer in de wereld te bereiken. B. TER HERINNERING In het voorwoord bij dit moreel verslag worden duidelijk de redenen aangegeven waarom het niet mogelijk is om hier te handelen over de internationale betrekkingen en dito problemen. Het weze nog aangestipt dat die belangrijke vraagstukken onderzocht worden ofwel door het Nationaal Comité van de A.C.O.D. voorafgaand aan het A.B.V.V.-Congres, ofwel in het kader van het moreel verslag der nationale sectoren. Het Bestendig Secretariaat heeft desniettemin rekening gehouden met de wil naar voren gebracht door het Congres. Er werden delegaties gewisseld tussen de A.C.O.D. en het Syndicaat van de Werknemers der Staatsinstellingen van de U.S. S.R. en de Federatie der Bedienden van de Staatsorganisaties en de plaatselijke diensten van Tsjechoslowakije. Die ontmoetingen hebben plaats enerzijds in Moskou, op 26 september 1962 en van 13 tot 28 juni 1963 te Brussel; ander-
1 90
De Syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
zij ds van 1 tot 7 september 1962 te Praag en van 3 tot 11 september 1963 bij ons. Tijdens die verblijven hadden gesprekken plaats met de militanten en de werknemers, zo ook bezoeken aan installaties en soms toeristische uitstapjes. Aan conversatieonderwerpen was er geen gebrek : internationale toestand, levens- en arbeidsvoorwaarden in het algemeen en van de agenten der Openbare Diensten in het bijzonder, het syndicaal programma — namelijk inzake doctrine, techniek, organisatie en actiemiddelen. Dit alles vormde het centrale punt der besprekingen die verliepen in een atmosfeer van totale openhartigheid en hechte kameraadschap. C. CONCLUSIE Van weerskanten is men bijzonder verheugd gewee'st over die ontmoetingen welke rechtstreeks stroken met toenaderingspolitiek waarop ons Congres aanstuurde en waarvan het behoud van de VREDE het primordiale oogmerk vormt. Het is wellicht niet overbodig hier te wijzen op de stortingen die in het kader van de internationale solidariteit werden gedaan ten gunste van : de Spaanse stakers de Franse stakers de slachtoffers van Skoplje.
DE ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN
A
RESOLUTIE
Getrouw aan haar verleden zal de A.C.O.D. elke actie steunen die er toe strekt op economisch vlak een werkelijke democratie in te voeren. Bijgevolg spreekt het Congres zich opnieuw uit voor het door het A.B.V.V. aangeprezen programma van structuurhervormingen en dringt bij dit laatste aan op een bestendige actie met het oog op de verwezenlijking er van. Het Congres stelt vast dat de oprichting van het Steenkolendirectorium, als het niet over werkelijke macht beschikt, niet beantwoorden zal aan de beslommeringen van de werknemers en dringt bijgevolg aan op nationalisering van de energiesector. Het Congres eist eveneens dat de Nationale Investeringsmaatschappij, waarvan de oprichting door de Regering overwogen wordt, werkelijk en definitief aandelen zou kunnen nemen in de bestaande of nieuwe maatschappijen. Om een nationale maximumvitaliteit te kunnen bezorgen aan alle Belgische havens, dringt het Congres aan op een moderne en gepaste infrastructuur voor hun Hinterland zowel door de snelle verbetering van de waterwegen en de spoorwegen als van de wegen. Het komt op tegen de maatregelen ter vereenvoudiging van de spooruitbating, strijdig met de economische en sociale behoeften. B TER HERINNERING — Onze afgevaardigden hebben nimmer nagelaten om in de verschillende instanties van het A.B.V.V. de bestendige actie voor de structuurhervormingen te verdedigen. Betoogd mag worden dat de A.C.O.D. een duidelijke positie 13
1 92
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
heelt ten aanzien van de noodzakelijke omvorming der economische structuren. Door het streven van het A.B.V.V. is de oprichting kunnen bewerkstelligd worden van : — het Bureau voor Economische Programmatie — het Nationaal Comité voor Economische Expansie — het Kolendirectorium — de Nationale Investeringsmaatschappij — de Industriële zonings. Sinds 1963 legt de Regering jaarlijks een Economisch budget voor ter aanduiding van de conjonctiiuroriènteringen en perspectieven. — Het A.B.V.V.-Congres van december 1962 heeft de economische resoluties van zijn vorige Congres herbevestigd en besloten de strijd voort te zetten om te komen tot de progressieve verwezenlijkingen van al zijn fundamentele doelstellingen. C CONCLUSIE Laten wij niet uit het oog verliezen dat de strijd voor economische democratie bestendig is. Al zijn de eerste verwezenlijkingen niet ophefmakend, het is een feit dat er een begin mee is gemaakt en weldra zullen ze moeten gevolgd worden door andere veel belangrijker hervormingen.
OPENBAAR OF PARTICULIER BEHEER
A
RESOLUTIE
Het Congres veroordeelt elke maatregel welke de vorm van openbaar of gemeenschapsbeheer zou kunnen ontnemen aan nationale, provinciale, gemeentelijke of intercommunale instellingen of diensten zoals N.M.B.S., de haven van Antwerpen e.a., intercommunalen van gas, elektriciteit, water, enz..., om dit beheer aan vertegenwoordigers van privé-belangen toe te vertrouwen. Stelt vast dat vooral in de haven van Antwerpen het gemeenschapspatrimonium, waarvoor de collectiviteit zich grote financiële inspanningen heeft getroost, de begeerte opwekt van de privé-belangen die in het bezit van de holdings zijn en die aldus de controlerol van het gemeentebestuur willen overnemen. Eist van het A.B.V.V., ook voor de Antwerpse haven, de toepassing van de resoluties van zijn congressen in verband met de structuurhervormingen, ten einde te beletten dat de haven van Antwerpen in handen van de kapitalisten gespeeld wordt. 6. TER HERINNERING Op voorstel van de A.C.O.D. heeft het A.B.V.V.-Congres van december 1962 verklaard dat het zich verzette „tegen alle maatregelen die van aard zouden zijn de vorm van openbaar of gemeenschapsbeheer te ontnemen aan de nationale, provinciale, gemeentelijke of intercommunale diensten om die toe te vertrouwen aan vertegenwoordigers van privé-belangen." Jn dezelfde gedachtengang heeft het Congres tevens de oprichting geëist van een Regie der Posterijen. Het Bestendig Secretariaat heeft voornoemd algemeen probleem altijd aandachtig gevolgd. Het heeft nooit geaarzeld om
194
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
de terzake door de nationale sectoren, als rechtstreeks betrokkenen, genomen beslissingen te helpen verdedigen ten aanzien van de bevoegde autoriteiten. Stippen wij nog aan dat de Ministerraad aan de Minister van P.T.T. opdracht heeft gegeven een voorontwerp van wet betreffende de Regie der Posterijen uit te werken. C CONCLUSIE De A.C.O.D. moet alles in het werk stellen om te vermijden dat wordt overgegaan tot „denationalisaties" van diensten. Ze moet: 1. haar inspanningen intensiveren inzake de verdediging van het openbaar beheer; 2. zich met nog meer kracht verzetten tegen het toevertrouwen van werken aan de privé-sector.
DE FISCALE POLITIEK
A. RESOLUTIE Het Congres eist een fiscale hervorming in de zin door het A.B.V.V. bepaald. Het eist bovendien vanwege de Regering om in te gaan tegen het toenemen van de onsociale wanverhouding tussen rechtstreekse en onrechtstreekse belastingen, de afschaffing van de verhoging van de overdrachttaks in de loop van het jaar 1962 zoals zulks beloofd werd. Het Congres wijst op de ondoelmatigheid van de maatregelen tot bestrijding van de belastingontduiking indien zij niet ten minste omvatten : 1. het opmaken van een fiscale fiche voor de inkomsten van roerende goederen ; 2- opheffing van het bankgeheim ; 3. de algehele herziening van het forfaitaire taxatiestelsel op de inkomsten van de zelfstandigen. Het Congres verwerpt bovendien elk idee van cumulatie der inkomsten van de echtgenoten — loon- of weddetrekkenden — waaruit een verhoging van hun huidige fiscale lasten zou voortvloeien. Het gelast de A.C.O.D. een voorlichtingsvergadering in te richten en een Nationaal Comité bijeen te roepen om zijn standpunt te bepalen zodra het Regeringsontwerp inzake hervorming zal gekend zijn. Het Congres eist een belangrijke vermindering van de begroting van Landsverdediging en van de begroting van de Rijkswacht. B. TER HERINNERING — Zoals-gevraagd heeft het Nationaal Voorlichtingscomité plaatsgehad op 30 november 1962 en verslag werd uitgebracht door onze betreurde kameraad Franz Tielemans.
] 96
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
— Op 19 maart 1962 heeft ons Nationaal Comité het standpunt van de A.C.O.D. bepaald ten aanzien van het wetsontwerp. — Wij hebben het nuttig geoordeeld om op basis van een document van het A.B.V.V., een schematische vergelijking te maken tussen de positie verdedigd door de Vakbond en het thans vigerende stelsel inzake directe belastingen.
Positie A.B.V.V.
Huidig stelsel
Directe belastingen De hervorming zou leiden tot een vermindering van de belastingen voor de inkomsten lager dan 150.000 fr. en tot een verhoging voor de inkomsten hoger dan 250.000 fr.
De hervorming heeft inderdaad geleid tot een vermindering van belastingen voor de bedrijfsinkomsten zelfs hoger dan 160.000 fr. De omvang van die vermindering verschilt nochtans van het ene geval tot het andere. Zij heeft niet geleid tot een verhoging van de progressiviteit, behoudens voor de bedrijfsinkomsten hoger dan 1 miljoen. Er is een ongerechtvaardigd plafond van 50 % belastingen ingevoerd.
De hervorming zou leiden tot het belasten van de inkomsten ap hun werkelijke waarde en niet op forfaitaire waarden.
Er is op dit punt geen enkele vooruitgang geboekt.
De hervorming zou leiden tot een identificatie van de inkomsten uit roerende goederen.
De roerende voorheffingen zijn een belangrijke stap in die richting doch de wettige mogelijkheden van anonimiteit bevoordelen vooral de grote
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Positie A.B.V.V.
197
Huidjg stelsel bezitters en er blijven grote mogelijkheden tot belastingontduiking bestaan, door toedoen van het buitenland bij gemis van bilaterale akkoorden die in uitzicht gesteld doch niet verwezenlijkt werden.
Het is nodig een globale belasting op het geheel der inkomsten in te voeren.
Dit is tot stand gebracht, maar de voorheffingen moeten volgens ons volledig aangerekend worden en terugbetaalbaar zijn.
De hervorming zou een indexatie in functie van de kosten van levensonderhoud mogelijk maken.
De wet van 24.12.1963 wijzigt de wet van 20.11.1962 en het K.B. van 15.1.1965 publiceert nieuwe belastingschalen (het gaat hier om indexeringsmaatregelen).
Zij zou het mogelijk maken de ongelijkheden op familiaal gebied af te schaffen. Het vrijgesteld minimum moet verhoogd worden. Wat de vennootschappen betreft : Het A.B.V.V. was van oordeel dat het nodig was : — een systeem te vermijden waarbij het voor de vennootschappen mogelijk was, om fiscale redenen, die of die juridische vorm te kiezen — het aanslagniveau te, verhogen — te belasten vóór uitkering
Dit is in zekere mate verwezenlijkt.
Dit is slechts vanaf een zeker niveau gedaan. Dit is niet verwezenlijkt (gemiddeld). Gedeeltelijk verwezenlijkt.
198
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Positie A.B.V.V.
j Huidig stelsel
een belasting, die schommelt volgens de conjunctuur, op de gereserveerde winsten vast te stellen.
Is niet verwezenlijkt en dat is zeer te betreuren vermits het ons, in de huidige conjuncturele toestand, de mogelijkheid zou hebben gegeven het probleem van de uitzonderlijke winsten gedeeltelijk op te lossen.
Belastingontduiking: Het A.B.V.V. achtte een doeltreffender beteugeling van de ontduiking van kapitaal belang. Het had een ganse reeks maatregelen opgesomd.
Er zijn sommige nieuwe maatregelen getroffen. Zij zijn werkelijk onvoldoende. Een tweede reeks maatregelen was overigens beloofd bij de hervorming. Werd nooit uitgevaardigd.
In „De Tribune" werden belangwekkende elementen gepubliceerd om het invullen van de belastingaangifte te vergemakkelijken. C. CONCLUSIE De objectieven en nieuwe principes van de wet kunnen een basis vormen voor het uitwerken van een systeem dat het mogelijk maakt het A.B.V.V.-program te verwezenlijken.
DE SOCIALE PROGRAMMATIE
A
RESOLUTIE
Het Congres aanvaardt slechts het idee van sociale programmatic te onderschrijven op voorwaarde dat de vakbonden vrijheid van handelen en van bespreking behouden. B. TER HERINNERING Het enige akkoord dat tussen het Patronaat en de Vakbonden op het interprofessionele vlak is tot stand gekomen beoogt de toekenning in twee etappes van de 3e verlofweek. Op 21 december 1963 wordt op Hertoginnedal beslist, ondanks de obstructie van het V.B.N., het stelsel van de kinderbijslag te verbeteren : a. voor het Ie en 2e kind ; b. voor de gehandicapte kindéren ; c. voor de studenten tussen 21 en 25 jaar. Door de Regering worden insgelijks een reeks andere beschikkingen aangekondigd in verband o.m. met de bijdrage voor de Verzekering „Gezondheidszorgen", de beroepsziekten, de cumulatie van pensioenen (waar de twee echtgenoten werknemer zijn geweest), de wetgeving op de arbeidsduur (45 uren en 5 dagen per week). De akkoorden gesloten tussen het Patronaat en „Gazelco" doen geen afbreuk aan de actievrijheid die de interprofessionele solidariteit vrijwaart. Dit geldt insgelijks voor de twee akkoorden die tussen de Regering en het Gemeenschappelijk Front werden afgesloten. C. CONCLUSIE Het gegeven mandaat werd volledig uitgevoerd.
BEZOLDIGING EN INDEX
A
RESOLUTIE
Alvorens lonen, wedden en pensioenen aan een nieuwe formule te koppelen betaamt het proefondervindelijk gedurende een bepaalde tijd de evolutie van het gematigd indexcijfer en van het indexcijfer der kleinhandelsprijzen na te gaan. Na een voldoende tijdperk zal een Nationaal Comité zich definitief uitspreken in verband met het te aanvaarden indexcijfer. Het Congres veroordeelt elk maneuver inzake de gegevens die in aanmerking komen om het indexcijfer van de kleinhandelsprijzen op te maken en vraagt een doelmatige controle. B TER HERINNERING — De resultaten van de enquête betreffende de gézinsbegrotingen werden gepubliceerd. — De Commissie voor het Indexcijfer heeft menigvuldige vergaderingen gewijd aan het onderzoek van de verschillende formules strekkende tot de eventuele hervorming van de Index. — Verschillende thesen behoren tot de mogelijkheden, waaronder de aanpassing van' het huidige indexcijfer der kleinhandelsprijzen mits verhoging van het aantal posten en het bepalen van een index van de kosten van levensonderhoud bevattende 300 a 400 posten. — Er is nog generlei beslissing gevallen en vanzelfsprekend zullen de nationale instanties geraadpleegd worden. De door het Congres van 1961 gevraagde waakzaamheid blijft geboden. — Op 9 mei 1962 stelt het Uitvoerend Bureau van de A.C.O.D. vast dat de syndicale afgevaardigden die zitting hebben in de Indexcommissie, voorbehoud hebben gemaakt in verband
De syndicale activiteit . Verwezenlijkingen
201
met de opname van de aardappelprijzen en dat zij om nadere uitleg hebben verzocht. Het verklaart dat het zich, zoals in het verleden, zal verzetten tegen elk geknoei met het indexcijfer, hetgeen ten nadele van de werknemers zou uitvallen. Het Uitvoerend Bureau eist vanwege de Regering een loyale toepassing van de wedde- en pensioenschommelingen aan her indexcijfer der kleinhandelsprijzen. Nieuw alarm in de maand september 1963. Wij eisen volledige klaarheid. De vraag is gesteld of het waar is dat de prijs van een weinig geconsumeerd eetwarenprodukt (cichorei) geblokkeerd is, omdat de prijsverhoging ervan het algemeen indexcijfer zou beïnvloeden ? Het Uitvoerend Bureau, bijeen op 14 oktober 1963, stelt met voldoening vast dat het Bureau van het A.B.V.V. een delegatie opdracht heeft gegeven de Regering te wijzen op de gevolgen die zouden voortvloeien uit om het even welke poging tot vervalsing van het indexcijfer. Het A.B.V.V. weigert zijn goedkeuring voor het indexcijfer van de maand april 1964, daar de prijs van het broodje (pistolet) die erin voorkomt niet representatief is voor de produkten waarvan het de spilprijs vormt.. C CONCLUSIE Dank zij de bestendige waakzaamheid is alles telkens weer in orde kunnen komen, soms met een lichte vertraging, en de verhoging van 2,5 % van de wedden en pensioenen werd — overigens terecht — uitbetaald !
BEZOLDIGINGEN (Volstrekt m i n i m u m )
A
RESOLUTIE
De A.C.O.D. eist hetzelfde minimumweekloon als het A.B.V.V., namelijk: 1.200 F per week, hetzij 1.200 X 52 = 62.400 F per jaar tegen het.uitbetalingsbedrag overeenstemmende met 115 % en bij spil-index 107,26 (wet van 12 april 1960). Zij eist overigens een periodische herziening van het loonminimum. B TER HERINNERING Op 1.7.1962 werd het gewaarborgd minimum op 62.500 F gebracht, tegen spilindexcijfer 110. Op 1.1.1965 is dit minimum 66.500 geworden tegen spilindexcijfer 110. C CONCLUSIE Deze verwezenlijkingen maken deel uit van de akkoorden die via rechtstreeks overleg tussen de Regering en het Gemeenschappelijk Front werden afgesloten.
HET AKKOORD REGERINGGEMEENSCHAPPELIJK FRONT VAN 1 JULI 1962
De resoluties betreffende de algemene herziening van alle bezoldigingen, de haard- of standplaatstoelage, het vakantiegeld, Titel V van de Eenheidswet en de perekwatie der pensioenen werden samengevoegd. Aan de eisen vervat in het Ie Gemeenschappelijk memorandum werd immers tegemoetgekomen in het kader van het Ie akkoord dat met de Regering tot stand is gekomen. A
RESOLUTIES
Algemene herziening van alle bezoldigingen Het Congres eist voor 1.1.1962 de algemene herziening van alle weddeschalen gegrond op de minimum-jaarwedde van 62.400 fr. Zij mag niet beperkt blijven tot de personeelsleden van de Staat en gelijkgestelden alleen. Zoals vroeger moet zij een normale weerslag hebben op de toestand van alle personeelsleden van alle openbare diensten. Het Congres vraagt een maandelijkse verhoging der inkomsten tot op het ogenblik waarop de herziening van de barema's werkelijk zal toegepast worden ten voordele van de agenten en gepensioneerden der openbare diensten. Het Congres vraagt een periodische aanpassing ten einde alle mogelijkheid tot ontwaarding van de functies van de openbare sector uit te schakelen. Een regelmatige aanpassing is dringend geboden, in die zin dat aan de personeelsleden der openbare diensten voordelen worden gewaarborgd in verhouding met de economische en sociale evolutie van het land. Het Congres verklaart dat de bezoldigingen, hun stelsel en hun bedrag moeten voortspruiten uit ware collectieve overeenkomsten tussen de Regering en de representatieve vakbonden.
204
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Haard- of standplaatstoelage Het Congres spreekt zich uit voor geleidelijke afschaffing van het verschil in bedrag van de haard- of standplaatstoelage dat thans bestaat volgens de categorieën van gemeenten. Het eist voor de gepensioneerde agenten toekenning van een beperkte haard- of standplaatstoelage. Het eist de onmiddellijke verhoging van het grensbedrag voor het toekennen van gezegde toelage tot het bedrag van het maximum van de onderbureauchef en gelijkgestelde graden. Vakantiegeld Het Congres eist een vakantiegeld ten bedrage van 3.000 fr. voor 1961, 3,500 fr. voor 1962 en 4.000 fr. voor" 1963. Titel V van de Eenheidswet
(Pensioenen)
Het Congres eist intrekking van Titel V — Eenheidswet — betreffende de pensioenen. Het verzoekt om algemene omwerking van de pensioenregeling. Toepassing van de wet van 2.8.1955 houdende perekwatie der pensioenen Het Congres dringt met klem aan op de eerlijke en loyale toepassing van de wet van 2.8.1955 houdende perekwatie der pensioenen, welke men zich niet kan indenken zonder een perekwatie van de pensioenen op de zogeheten functionele weddeschalen. 6 TER HERINNERING De Regering van de h. Theo Lefèvré (aan het bewind gekomen na de verkiezingen van Ï961) heeft regelmatig met onze organisatie af te rekenen. Tussenkomsten en brieven volgen elkaar in versneld tempo op. Het ware een onbegonnen zaak hier al deze activiteiten in detail weer te geven. Wij hebben ons noodgedwongen moeten bepalen tot het essentiële; het is echter nuttig een paar belangrijke documenten te reproduceren.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
205
Naar een sociale programmatic in de overheidssector Ziehier een uittreksel1 van een brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en van het Openbaar Ambt: ,,... „Naar aanleiding van de gesprekken die wij de jongste dagen hebben gehad, heb ik de eer U te berichten dat op donderdag, 12 oktober aanstaande, een eerste contactvergadering zal plaatsgrijpen betreffende een voorlopig schema van sociale programmatic.. " 500 miljoen in 1962 Uit het antwoord van de Eerste-Minister halen wij het volgende : „De Regering, van haar kant, is gehouden aan de dwingende noodzakelijkheid het begrotingsevenwicht te handhaven. Deze van 1962 voorziet niettemin een bijkrediet van 500 miljoen voor de bezoldiging van het personeel der openbare diensten. Zoals U weet, werd een beperkt ministerieel comité ermede belast aan de Ministerraad voorstellen te doen omtrent de aanwending die aan dit bedrag dient gegeven te worden. Ten einde te vermijden dat al te kortzichtige beslissingen getroffen worden, werd aan dit zelfde comité het onderzoek toevertrouwd van het geheel der maatregelen die tijdens de eerstvolgende jaren zouden moeten getroffen worden en die het woorwerp zouden, kunnen uitmaken van een akkoord van sociale programmatie voor de openbare diensten. Het is de wens en de wil van de Regering het maximum te doen ten voordele van de ambtenaren en agenten van de staatsdiensten, en dit binnen de kortst mogelijke termijn. Dit zal evenwel enkel mogelijk zijn met de samenwerking van de vakbonden, waarop wij wel weten te kunnen rekenen. Het is met dit doel en geenszins om tijd te winnen dat het principe van een sociale programmatie voor de openbare sector door de Ministerraad werd goedgekeurd." Onze reactie : geenszins gekant tegen het idee van programmatie voor zover ze concreet is, onze mogelijkheden niet begrenst en ze tegemoetkomt aan de verzuchtingen van de werknemers van het Openbaar Ambt. Contacten met de Christen Syndicaten Het Algemeen Christelijk Vakverbond en de Algemene Centrale der Openbare Diensten richten een telegram aan de
206
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Eerste-Minister, de Vice-Eerste-Minister en de Ministers Bertrand, Busiau, Dequae, Gilson, Leburton en Tielemans met het oog het onderzoek van de eisen te bespoedigen. Op 28 november 1962 gemeenschappelijk onderhoud tussen de beide vakbonden en de Eerste-Minister. Ontstaan van het Eerste Gemeenschappelijk
Memorandum
Het gemeenschappelijk memorandum, in voorontwerp uitgewerkt door het Bestendig Secretariaat en een delegatie van de Christenen, wordt eenparig door het Nationaal Comité van 5.12.1961 goedgekeurd. Het Memorandum wordt nog dezelfde dag van de goedkeuring door de bevoegde instanties, door de verantwoordelijken ondertekend en onmiddellijk doorgestuurd naar de Regering. GEMEENSCHAPPELIJK MEMORANDUM 1. De Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten richten een dringende oproep tot de Regering opdat zij onmiddellijk zou beraadslagen over hun gemeenschappelijk memorandum. 2. Bedoeld memorandum bindt en betreft al de syndicale sectoren gegroepeerd in de schoot van deze beide vakverenigingen, die de meest representatieve zijn van het personeel der overheidsdiensten. Meer. bepaald houdt het nog verband met het personeel: — dat onder toepassing van het K.B. van 20.6.1955 houdend syndicaal statuut van het personeel der Openbare Diensten d.w.z. met uitsluiting o.a. van het leger, van de rijkswacht, van de magistratuur... — van de provinciën en de gemeenten ; — van de N.M.B.S.; — uit het onderwijs. 3. Anderzijds, is onderhavig memorandum beperkt tot die drie vraagstukken, die thans ongetwijfeld de hoofdbekommernis van het overheidspersoneel uitmaken. Wij bedoelen : — de pensioenen ; — het vakantiegeld ; — de herwaardering der bezoldigingen.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
207
4. Door het indienen van dit gemeenschappelijk memorandum willen de Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten andermaal — maar het zal ook de laatste maal zijn — uiting geven aan hun uitdrukkelijk verlangen zonder uitstel in staat te worden gesteld werkelijk onderhandelingen te . kunnen beginnen over de daarin besproken vraagstukken • en dit met de daartoe gemachtigde Ministers. . "Meteen geven de Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten ook uiting aan hun vaste wil vóór het einde van het lopend jaar een akkoord te bereiken dat van 1962 af moet worden toegepast. 5. De Regering gelieve wel te overwegen dat deze drie vraagstukken gelijktijdig moeten opgelost worden door de overeenkomst waarnaar de Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten met groot verlangen uitzien. 6. Pensioenen. De Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten vragen een grondige hervorming van de verschillende pensioenstelsels die ten laste vallen van de Schatkist, de ondergeschikte machten en de overheidsorganismen. Zij zijn er van overtuigd dat deze hervorming van 1 januari 1963 af van kracht zouden kunnen worden, indien de Regering een procedure voor onderhandeling bepaalt, waardoor de meest representatieve vakverenigingen bij de uitwerking der oplossingen nauw betrokken worden. In die veronderstelling verklaren de Algemene Centrale de~ Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten aan de hervorming actief mede te willen werken in een opbouwende en realistische geest voor zover : — de titel V der wet voor economische expansie, maatschappelijke vooruitgang en financieel herstel (Eenheidswet) volledig opgeschort wordt tot het van kracht worden van de grondige hervorming van de verschillende stelsels van in overheidsdienst uitbetaalde pensioenen ; — vaste waarborgen \vorden bekomen inzake de eerlijke en loyale toepassing van de wet van 2.8.1955, houdende perekwatie der pensioenen; in overeenstemming met de bezoldigingen van het personeel in actieve dienst. 14
208
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
7. Vakantiegeld. De Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten vragen verhoging van het bestaande vakantiegeld met een som eenvormig vastgesteld op 1.500 fr. in 1962 2.000 fr. in 1963. 8. Algemene en Bestendige herwaardering der bezoldigingen. De Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie van de Christelijke Syndicaten vragen voor al de bij hogervermeld punt 2 bedoelde personeelsleden een grondigeherwaardering van de bezoldigingen met uitwerking op 1 januari 1962. Deze aan het spil-indexcijfer van de kleinhandelsprijzen 110 verbonden herwaardering (wet van 12.4.1960 waarbij eenheid wordt gebracht in de verschillende regelingen voor koppeling aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen) moet aan volgende vereisten voldoen : a. Algemene herziening van al de bezoldigingen — gebaseerd op de organieke minimumwedde van 60.500 F verhoogd en rekening houdend met volgend stelsel van haard en standplaatstoelage : Cat. I en II 8.000 4.000 Cat. I en III (IV inbegrepen) 4.000 2.000 — enige hoogtegrens voor toekenning : 130.000 F. b. Onmiddellijke maatregelen op 1.1.1962 ' — waarborg van een mimimum van 62.500 F waaronder de onder a) voorziene toelagen gevoegd worden; — opname van de 10 t.h. voorschot, op de maxima voor 1961 toegekend aan het personeel der ministeries en veralgemening van dezelfde maatregel in de bij 2. bedoelde overheidssectoren ; — verhoging van al de huidige bezoldigingen, deze welke voortvloeien uit de toepassing van voorgaande alinea inbegrepen, met 3 t.h. met een minimum van 3.600 F. c. Bestendige herziening van de bezoldigingen door jaarlijkse aanpassingen rekening houdend met 's lands economische en sociale evolutie. Om voortaan elke nieuwe waardevermindering van het openbaar ambt te vermijden moeten ieder jaar — en dui van einde 1962 af — onderhandelingen over collectieve overeenkomsten slaande op de het volgend jaar toe te passen bezoldigingen aangeknoopt worden tussen de Regering en de meest representatieve syndicale organisaties.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
209
De actie Een Persconferentie geeft ruchtbaarheid aan onze eisen. De vergaderingen van het Nationaal Uitvoerend Bureau en van het Nationaal Comité volgen elkaar op. Door het Nationaal Comité van 21.12.1961 wordt beslist over het principe van een 24-urenwerkstaking. De bases van het akkoord De Tribune publiceert volgend rapport met het oog op het Nationaal Comité van 29 januari 1962: Eindelijk zijn wij bij machte U kennis te geven van de regeringsvoorstellen inzake al de. eisen welke voorkomen in het aan de Regering voorgelegd gemeenschappelijk memorandum. In dit namens de twee grote syndicale organisaties voorgelegd gemeenschappelijk memorandum, de Federatie van de Christen Syndicaten en de A.C.O.D., hadden wij gevraagd dat de voorgelegde eisen voor al de personeelsleden van al de openbare diensten zouden ingewilligd worden. Omtrent dit punt waren er de meeste wrijvingen met het Ministerieel Kerncomité, samengesteld uit de 5 ministers: Lefèvre, Eerste-Minister, Dequae en Tielemans, de beide Ministers van Financiën, GiJson; Minister van het Openbaar Ambt en Leburton, Minister van Sociale Voorzorg. In de loop van de onderhouden van oktober en november 1961 en de bijeenkomsten van 3, 17 en 18 januari 1962 heeft de Regering inderdaad duidelijk uiting gegeven aan haar wil voor de gestelde vraagstukken slechts oplossingen te overwegen voor het personeel der Ministeries waarbij dan de toepassing van deze maatregelen op de personeelsleden der gemeenten, der provinciën, der Nationale Maatschappij der Spoorwegen, der parastatalen, alsook op de leden van het onderwijzend personeel tot 1 juli 1963 werd uitgesteld. Na uiterst moeilijke onderhandelingen heeft de Regering de noodzaak erkend naar ons te luisteren en heeft zij besloten dat al de voorgestelde maatregelen toepasselijk zouden zijn op al de werknemers van alle openbare diensten en dit .op dezelfde datum. Het is dus wel verstaan dat wat hierna wordt toegelicht geldt voor al de door ons memorandum bedoelde personeelsleden of ze nu behoren tot het personeel
210
De syndicale activiteit' - Verwezenlijkingen
van de van de van de van de van de van de uit het
Ministeries Post R.T.T. parastatale organismen Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen gemeenten en van de provinciën onderwijs. 1. Vakantiegeld
Qe Regering is het eens om : a. in 1962 : een vakantiebijslag van 1.000 fr. te laten betalen ; b. in 1963 : een vakantiebijslag van 1.500 fr. ; c. in 1964 : een vakantiebijslag van 2.000 fr. Het vankantiegeld zou dus zijn : 3.000 fr. in 1962 3.500 fr. in 1963 4.000 ir. in 1964 plus de uit het gezinsvakantiegeld voort te vloeien verhoging. 2. Haard- en standplaatstoelage
Aangezien de huidige bedragen van de haard- en standplaatstoelage moeten behouden worden, hetzij bij index 100, 6.720 3.360 - 1680, aanvaardt de Regering de herklassering van de gemeenten der zone IV en zone III met ingang van 1 juli 1962. Op die datum moet de haard- en standplaatstoelage dus bij index 117,5 % worden : Categorieën Zones I en II (de vijf grote agglomeraties) Zones III en IV (de rest van het land)
Haardtoelage
Standplaatstoelage
7.896
3.948
3.948
1.974
Behalve de kwestie van de hoogtegrens, waarover met de Regering nog moet worden onderhandeld, komt dit voorstel neer op de inwilliging van onze eis op 1 juli 1962.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
211
3. Grondige en bestendige herwaardering van de bezoldigingen
De Regering aanvaardt tot een algemene herziening van al de weddeschalen voor alle werknemers in openbare dienst, met uitwerking op 1 juli 1962, te laten overgaan. Deze herziening zal geschieden bij de uitbetalingsindex 117,5 (indexcijfer der kleinhandelsprijzen 110) op basis van een organiek minimum van 60.000 F en een volstrekt maximum van .500.000 F, met daarbij als basis van bespreking de door de weddeschalen van 1951 gevestigde hiërarchie (K.B. van 16 februari 1953 houdende geldelijk statuut van het personeel der Ministeries). Deze beide elementen (60.000 - 500.000) wijzen op een bezoldigingsrooster welke opgemaakt wordt op grond van de maximum coëfficiënt 8,33, dat praktisch in aanmerking werd genomen voor het uitwerken van de schalen in 1951. Voor het personeel van de Ministeries moet de herziening van de weddeschalen tegen 1 juli 1962 beëindigd zijn. Voor de werknemers van de andere openbare diensten die steeds 2 tot 3 jaar moesten wachten alvorens de op het personeel der ministeries toegepaste weddeschaalaanpassingen te verwezenlijken, zouden de laatste zes maanden van 1962 aangewend worden opdat ze van 1 januari 1963 af hun nieuwe weddeschalen zouden kennen, welke in elk geval met uitwerking op 1 juli 1962 zullen uitbetaald worden. Opdat er onmiddellijk voor alle personeelsleden der openbare diensten een begin van uitvoering zou zijn is de Regering ingegaan op ons voorstel: van 1 juli 1962 af aan iedereen een voorschot van 1.000 F te laten uitkeren. . 4 .
Pensioenen
A, Titel V. De Ministers verklaren bij het door Minister Tielemans ingediende wetsontwerp te blijven waarbij : 1. de opschorting voorzien wordt van de bepalingen die de inhouding van 7 t.h. op de vroegtijdige pensioenen voorzagen ; .. 2. het blokkeren op 6,5 % van het bedrag der inhoudingen voor de Kassen van Weduwen en Wezen op de wedden der. personeelsledendie-bij index 100 meer dan 72.000 F winnen, en op 6 % voor degenen die minder dan 72.000 F tegen 100 % winnen.
212
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
De Ministers beweren dat dit ontwerp vooralsnog het maximum is van wat de Regering kan toestaan. De Regering aanvaardt nochtans dat al de bepalingen van de pensioenwetten, inbegrepen al deze van Titel V, gezamenlijk worden onderzocht met het oog op een hervorming van de pensioenstelsels die uitwerking moeten krijgen op 1 januari 1963. De onderhandelaars hebben het onmogelijke gedaan opdat de Regering aanvaarden zou het Parlement de opschorting voor te stellen van al de bepalingen van Titel V. Echter, daar de namens de Regering sprekende leden van het Ministerieel Kerncomité onverzettelijk op hun standpunt bleven, hebben zij besloten samen met de afgevaardigden van de Christelijke Syndicaten zich tot alle volksvertegenwoordigers te wenden met het verzoek in te stemmen met amendementen waarbij aangedrongen wordt op volledige opschorting van de bepalingen van Het Bestendig Secretariaat van de A.C.O.D. heeft deze amendementen opgesteld en het zal zich tol: de B.S.P. wenden. Titel V. B. Perekwatie der pensioenen. 1. Zowel om de prerogatieven van de paritaire'commissie der Nationale Maatschappij der Spoorwegen te vrijwaren als om het sinds jaren bij de R.T.T. en de N.M.B.S. inzake perekwatie op de functionele weddeschalen gestelde vraagstuk te onderzoeken heeft Minister Tielemans in de loop van de onderhandelingen voorgesteld samen te komen met Minister Bertrand en de vertegenwoordigers van de syndicale organisaties welke het memorandum ondertekend hebben, om uit te zien naar de voor te stellen oplossingen. 2. In algemeen verband beschouwd zal het verschijnen van de koninklijke besluiten, die een concrete vorm geven aan de bij de Rijksbesturen voor de fasen 1 en 2 van de weddeschaalherziening genomen maatregelen, met uitwerking op 1 januari 1960 en op 1 januari 1961, de verwezenlijking mogelijk maken van de automatische perekwatie op de nieuwe weddéschaal-maxima. Wat het voorschot van 10 % betreft, dat van 1 januari 1961 is toegestaan, zal de perekwatie slechts daadwerkelijk doorgaan van het ogenblik af waarop de nieuwe "weddeschalen, met uitwerking op 1 juli 1962, zullen vervat zijn in koninklijke besluiten, vermits de nieuwe weddeschalen zullen opgemaakt worden met opname van dit voorschot in de nieuwe schalen.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
213
Uit bovenstaande ontleding blijkt dat de regeringsvoorstellen dus slaan op al de in het memorandum vervatte eisen. Alhoewel de voldoening welke zij ons brengen, niet volledig is vermits ze wat later komt dan gevraagd, of vermits ze gespreid wordt zoals voor het vakantiegeld, is ze ons dunkens toch een geldige basis voor een akkoord. Gewis zal men in de loop van de definitieve onderhandelingen nog bepaalde verzekeringen moeten bekomen en o.a. in verband : 1. met het onmiddellijk verschijnen van het K.B. dat vaste vorm geeft aan de verhoging van het vakantiegeld voor 1962, 1963 en 1964; 2. met het verschijnen van het K.B. houdende herklassering van de zone IV in zone I I I ; 3. met waarborgen betreffende 't verhogingsminimum van 3.600 F of 3 % voor allen en het minimuminkomen van 62.000 tot 62.500 F ; 4. met de waarborgen welke moeten bekomen worden inzake wederaanpassing van de hoogtegrenzen voor toekenning van de haard- en standplaatstoelage, opdat de personeelsleden die bedoelde toelagen thans genieten, door de toepassing van deze hoogtegrens de verhogingen welke uit de weddeschaalherziening zouden kunnen voortvloeien niet zouden zien verloren gaan ; 5. met de waarborgen inzake nieuwe met de regering voor 1964 te voeren onderhandelingen in het raam van onze doelstelling : de bestendige herziening van de bezoldigingen. Het Nationaal Comité zal zich over deze voorstellen hebben uit te spreken en zal te zeggen hebben of de onderhandelaars er in uw naam toe gemachtigd worden hun akkoord te betuigen. Het moet duidelijk gezegd worden dat het niet meer mogelijk is, behoudens voormelde bijzonderheden en opmerkingen, de inhoud van het Regeringsontwerp te verbeteren. Uit wat voorafgaat kan men inderdaad opmaken dat de totale uitgave, zoals zij voortvloeide uit de aanvankelijke regeringsvoorstellen, heel wat verhoogd werd; dat de verdeling bovendien in tegenstelling met de regeringswil geschiedt en volgens de syndicale maatstaven, welke door de organisaties in het gemeenschappelijk memorandum zijn opgenomen en, tenslotte, dat alhoewel de thans gevoerde actie slechts een episode is in het leven van onze syndicale organisatie, het de eerste maal is
214
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
dat wij in zulke gunstige toestand staan nu de Regering ingaat op eisen welke in de toekomst gespreid worden en waarvoor welbepaalde uitbetalingsdata worden voorzien. Bijgevolg meent het Bestendig Secretariaat dat het resultaat van de onderhandelingen met de Regering goed is en het stelt het Nationaal Comité voor dat dit laatste de grondslagen van het akkoord aanvaarden zou ; het stelt ook voor verder te onderhandelen om al de besproken kwesties definitief te regelen. „U moet beslissen" Ten behoeve van degenen die nog mochten twijfelen aan de democratische wil van de leidende instanties van de A.C.O.D., is het wellicht niet overbodig hier de oproep te reproduceren die verscheen in het hoofdartikel van „De Tribune" nr -2 van januari 1962 : Het Nationaal Comité komt aanstaande maandag bijeen. Het zal zich dienen uit te spreken over de voorstellen van de regering na de. verschillende zittingen van rechtstreekse onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van de Ministerraad en van de vakbonden van het gemeenschappelijk front. De onderhandelaars van de A.C.O.D. zullen op dit nationaal comité rekenschap geven over hun opdracht; Zij zullen verslag uitbrengen over de voorgebrachte-oplossing, welke verder in deze „Tribune" in detail wordt weergegeven. Het Nationaal Comité zal oordelen. Zijn beslissing zal naderhand door de A.C.O.D. dienen verdedigd te worden. Eigenlijk is het U die moet beslissen. Dit is tenminste onze wil. Als ónderhandelaars hebben wij geen verbintenis willen aangaan zonder U te raadplegen en> zonder uw oordeel te kennen. Volgens de regels der democratie zijn het de leden zelf die beslissen. Daarom is het uw plicht de syndicale vergaderingen bij te wonen, welke door de A.C.O.D. worden ingericht of door haar sectoren in de gewesten. Het is uw plicht er de uiteenzettingen en argumenten te gaan horen, er de vereiste inlichtingen te bekomen, zelf het voor- en nadeel af te wegen en door uw stemming aan de uitspraak deel te nemen, want het gaat over uw toestand. De onderhandelaars die U vertegenwoordigen menen dat zij hun plicht gedaan hebben, dat ze het maximum aan toegevingen vanwege de Regering hebben bekomen, welke door rechtstreekse onderhandelingen kunnen worden bereikt.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
215
De eindvoorstellen tonen aan dat een flink stuk weg is afgelegd en dat de verworven resultaten een voldoende belangrijke oogst betekenen om er zich voldaan over te verklaren. Meer bekomen door andere besprekingen met de Regering schijnt uitgesloten, des te meer daar de eisen van het gemeenschappelijk front verwezenlijkt zijn, echter volgens een timing die enkele vertraging vertoont met wat oorspronkelijk werd voorgesteld. Maar heeft men ooit voor 100 % verkregen van hetgeen in het begin gevraagd werd ? Een opdracht van essentieel belang is dus vervuld. We vragen nu uw oordeel. Zeg niet dat „alles kant en klaar is" en dat „de teerling geworpen is". Neen. Dit zal slechts het geval zijn wanneer de afgevaardigden in uw naam op het Nationaal Comité hun stem zullen uitbrengen. Indien U niet aanwezig zijt op uw syndicale vergaderingen'zullen natuurlijk anderen voor u beslissen en zo de eindbeslissing u dan niet bevalt zal het te laat zijn om te reageren. Wij vragen U dringend uw mening te kennen te geven, aan de beraadslagingen deel te nemen, bij uw afgevaardigden tussenbeide te komen opdat zij uw advies zouden kennen... Het Nationaal Comité van 29 januari 1962 akkoord Met 79% voor, 11% tegen en 10% onthoudingen wordt besloten de onderhandelingen met de Regering voort te zetten. Aan de Eerste-Minister wordt volgend schrijven gericht: „Mijnheer de Eerste-Minister, Wij hebben de eer U mede te delen dat de respectieve nationale comités van de beide syndicale organisaties, die het gemeenschappelijk memorandum hebben ondertekend, op 29 januari zijn bijeengekomen en de betekenis van de tijdens het onderhoud van 18 januari gedane regeringsvoorstellen hebben nagegaan. De onderhandelaars hebben opdracht gekregen met de onderhandelingen voort te gaan, In het kader van de voorstellen en om elk misverstand te vermijden, moet men het er nochtans wel over eens zijn dat a. het Koninklijk Besluit houdende verhoging van het vakantiegeld voor de jaren 1962, 1963 en 1964 zonder uitstel za! gepubliceerd worden; b. dit ook het geval zal zijn inzake publicering van het Koninklijk Besluit waarbij de gemeenten der zone IV bij de zone
216
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
III ingedeeld worden voor wat de toekenning van de haarden standplaatstoelage betreft; c. de maximumgrenzen voor de haard- en standplaatstoelagen verhoogd en besproken zullen worden wanneer de nieuwe weddeschalen zullen worden uitgewerkt; d. in het kader van de algemene bezoldigingsherziening voor het gezamenlijk personeel der openbare diensten : 1. het minimum van 62.500 F, waarbij de haard- en itandplaatstoelagen komen, zal verzekerd zijn; 2. de 10% voorschot, voor 1961, op de maxima verleend aan het personeel der Ministeries, in de wedden zullen worden opgenomen en deze maatregel zal veralgemeend worden voor de ganse Overheidssector ; 3. de huidige bezoldigingen, met inbegrip van die welke voortvloeien uit de toepassing van voorgaande alinea, met 3 % zullen verhoogd worden, met minstens 3.600 F ; e. nieuwe onderhandelingen met de Regering voor 1964 zullen overwogen worden ten einde nadien elke nieuwe waardevermindering van het openbaar ambt te vermijden. Beide representatieve syndicale organisaties herinneren aan hun gehechtheid aan de in de wet van 2 augustus 1955, houdende perekwatie der pensioenen, vervatte principes. Zij vragen dat de door de Heer Minister Tielemans voorgestelde contactvergadering welke door deze laatste bij zijn verklaring in de Senaatszitting van 25 januari bevestigd werd, zoals voorzien, in de loop van deze week zou worden belegd ten einde onmiddellijk de moeilijkheden inzake pensioenen en perekwatie bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen alsook bij de R.T.T. uit de weg te ruimen. Beide syndicale organisaties nemen er met grote voldoening akte van dat de Regering zopas een wetsontwerp in verband met de geringe pensioenen heeft ingediend en zij rekenen er op dat het spoedig door het Parlement zal worden aangenomen. Bij de vaststelling van wederzijdse goede wil welke gedurende de jongste bespreking tot uiting is gekomen, zijn de syndicale organisaties er van overtuigd dat het spoedig tot een definitief akkoord zal komen.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
217
In deze verwachting blijven zij te uwer beschikking en wechten zij op een nieuwe uitnodiging. Gelieve te aanvaarden, Mijnheer de Eerste-Minister, de betuiging onzer bijzondere hoogachting," voor de A.C.O.D. voor de F.C.O.D. G. Debunne. Th. De Walsche. Akkoord
bereikt
Het akkoord werd gesloten op 1 maart 1962, na afloop van een nieuw overleg met het Beperkt Ministercomité. Naderhand rijzen er, vooral op het gebied der pensioenen, moeilijkheden. Het Nationaal Comité wordt dan ook op 18 juni bijeengeroepen ten einde de nodige, beslissingen te treffen. C. CONCLUSIE De algemene herziening van alle bezoldigingen wordt werkelijkheid op 1.7.1962. De jaarlijkse minimumwedde is vastgesteld op 62.500 F zoals gevraagd door het Gemeenschappelijk Memorandum. De 10 % voorschot op de maxima, op datum van 1-1-1961, zijn ruimschoots opgenomen in de nieuwe maxima, zoals geëist door het Gemeenschappelijk Memorandum. De minimumverhoging met 3.600 F is gewaarborgd, zoals gevraagd door het Gemeenschappelijk Memorandum. De nieuwe geldelijke hiërarchie per 1 juli 1962, aangevuld door de compensatieschalen per 1 januari 1964 of door een andere formule, uitgewerkt op sectorieel vlak, bracht een kennelijke verbetering in de geldelijke toestand van de agenten der Openbare Diensten in het algemeen. Dienaangaande vindt men alle gewenste inlichtingen in de brochure betreffende het nieuwe geldelijk statuut. — De indeling van de zone 4 in de zone 3, verwezenlijkt zoals door het Congres gevraagd werd, de trapsgewijze uitschakeling van het verschil in de bedragen van-de haard- of standplaatstoelage. Zoals gevraagd door het Congres werden de bedragen van het vakantiegeld verhoogd.
218
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Titel V van de Eenheidswet (pensioenen) werd niet opgeheven, doch opgeschort. In de brochure "over de pensioenen vindt men daarover alle details. Er werd besloten over te gaan tot de studie van de algemene omwerking van het pensioenstelsel. In verband met de perekwatie der pensioenen lijkt het wel nuttig om in chronologische orde de essentiële stadia te behandelen van de wijziging doorgevoerd in de wet van 2-8-1955. a. Op 1 maart 1962 betuigt de Regering haar akkoord om bij de maxima der thans van kracht zijnde weddeschalen de sinds 1 januari 1961 op de weddeschaalmaxima van 1951 toegestane 10 procent voorschot op te nemen. Deze opneming zal werkelijkheid worden op 1 juli 1962 en aanleiding geven tot eerlijke en loyale toepassing der wet van 2 augustus 1955. De Regering aanvaardt het principe van de perekwatie der pensioenen te handhaven, maar zij wil dat een andere perekwatieformule gezocht wordt dan deze van 2 augustus 1955, waarbij de pensioenen automatisch aan de weddeschaalmaxima worden gekoppeld, om de moeilijkheden te vermijden welke ondervonden worden door het aanwenden van uitvluchten om de gepensioneerden van de perekwatie verstoken te houden, o.a. het aannemen van functionele weddeschalen, enz... De Regering is het eens om met de syndicale organisaties een pérekwatiewijze te zoeken, zodanig dat de pensioenen, zomin als de bezoldigingen in waarde worden verminderd. b. Op 4 juni 1962 legt de Regering het Gemeenschappelijk Front volgende voorstellen voor : Maxima van 1 9 5 1 verhoogd met 1 0 t.h.
Üe regering dient een amendement in waarbij de voorschotten van 10 procent (aan het maxima) toegekend in de periode van 1-1-1960 tot 30 juni 1962 ingelijfd worden in het barema, waardoor de perekwatie normaal zou kunnen geschieden, met dien verstande dat de uitwerking van deze maatregel zou gebeuren van 1 juli 1962 af. De regeringstekst betekent dat de agenten die niet genoten hebben van voormelde voorschotten uitgesloten zijn van voormelde maatregel. Voor ons voorzag het akkoord van 1-7-1962 af perekwatie. der pensioenen op de maxima van 1951, verhoogd met 10 procent voor alle sectoren, voor alle agenten.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
219
Wijziging', der perekwatieformule
Door de Regering wordt een amendement voorgelegd ter wijziging van artikel 5 van de wet van 2 augustus 1955, waarbij op basis van de weerslag der wijzigingen van het nationaal inkomen per inwoner, op het gemiddelde bedrag der vergoedingen van de agenten van de openbare sector, de Koning — om de 3 jaar en de eerste keer vóór 31-12-1964 — een aanpassingscoëfficiënt bepaalt, die toepasselijk is op het pensioen. Het principe van de perekwatie wordt dus behouden en de ingediende formule brengt met zich dat de verhogingscoëfficiënt cler pensioenen periodisch zal moeten bepaald worden. Zoals het wordt voorgesteld kan het amendement ons nochtans geen voldoening schenken : 1. omdat het de aanpassing slechts om de drie jaar voorziet; 2. omdat het de eerste aanpassing slechts voor 1 januari 1965 voorziet; 3. omdat de formule te vaag is en de raadpleging der syndicale organisaties niet voorziet; 4. omdat er de verwijzing is naar het nationaal inkomen waarvan de berekening zeer betwist wordt. Dit amendement zou zodanig moeten opgevat worden dat het de twee volgende hoofdgedachten behelst: 1. periodische perekwatie der pensioenen ; 2. vaststelling met de syndicale organisaties van een op de wedden en de pensioenen toe te passen verhogingscoëfficiënt. c. Na afloop van het Nationaal Comité van 18 juni wordt met een overgrote meerderheid besloten als volgt te antwoorden op de regeringsvoorstellen. Terloops dient nog aangestipt dat het verslag, voorgelegd aan het Nationaal Comité, eenparig werd goedgekeurd behalve enkele onthoudingen vanwege het Uitgebreid Nationaal Uitvoerend Comité van de sector „Gepensioneerden". Ons antwoord
De vervanging van de bij artikel 5 der wet van 2-8-1955 voorziene perekwatieformule is door beide vakbonden slechts aanvaard mits instemming van de regering om het principe van de automatische perekwatie te behouden. De Federatie der Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten en de Algemene Centrale der Openbare Diensten kunnen
220
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
bijgevolg niet aanvaarden dat de uitwerking van de vervangingsformule verdaagd wordt en „a posteriori" zou van kracht worden : 1. Er mag geen sprake van zijn de gepensioneerden (rust- en overlevingspensioenen) de herwaardering van de wedden te onthouden ; het is dan ook onontbeerlijk de volgens onder (2) voorziene modaliteiten vóór 1-7-1962 toegekende pensioenen met een forfaitair bedrag van 3 procent te verhogen op 1-7-1963. 2. Afgezien de gevolgen van de schommelingen van het indexcijfer der kleinhandelsprijzen, zullen de toegekende pensioenen naderhand voortdurend moeten genieten van de verhogingscoëfficiënt toepasselijk voor de wedden der personeelsleden in actieve dienst. Deze coëfficiënt zal door de Koning bepaald worden na syndicale raadpleging. Door deze formule alleen zal het mogelijk zijn de pensioenen aan te passen aan de evolutie van de levensstandaard. N.B. — Degenen die meer verduidelijking wensen aangaande de wet van 2-8-1962 verwijzen wij naar de brochure verschenen in „De Tribune" in verband met de pensioenen.
HET AKKOORD TUSSEN REGERINGGEMEENSCHAPPELIJK FRONT VAN 28.10.1964
De resoluties betreffende de algemene herziening der bezoldigingen, de haard- of standplaatstoelage, de perekwatie der pensioenen (reeds aangehaald in het kader van het akkoord van 1 juli 1962), het minimumpensioenbedrag, de gezondheidszorgen, de arbeidsduur, het verlof, de arbeidsongevallen, de tijdelijke agenten en hulpkrachten en de gemeente- en provinciepersoneelsleden werden verdedigd in het kader van de besprekingen die tot voornoemd akkoord hebben geleid. A. RESOLUTIE Pro memorie de resoluties betreffende de bezoldigingen, de haard- of standplaatstoelage, de perekwatie der pensioenen. a. Gezondheidszorgen Het Congres eist een belangrijke verhoging van de tussenkomst der overheidsinstanties in de bijdrage der vrij verzekerden en dringt aan op toekenning van deze tussenkomst aan gepensioneerde personeelsleden en aan het onderwijzend personeel. Het verklaart solidair te zijn met de door de werknemers van de private sector gevoerde strijd om de kosteloosheid der gezondheidszorgen te bekomen en vraagt organisatie der „gezondheidszorgen" ten bate van al de werknemers der overheidsdiensten. Het waardeert de inspanningen van Minister Leburton met het oog op de gezondmaking van de ziekteverzekering en blijft nochtans van mening dat de oprichting van een Nationale Gezondheidsdienst de enige definitieve oplossing is zoals in het memorandum van het A.B.V.V. voorzien wordt. b. Arbeidsduur Het Congres eist de 40 uren, en als eerste etappe de veralgemening van het regime der 41 y? uren dat in de hoofdbesturen en gelijkgestelde diensten toegepast wordt.
222
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
c. Verlofstelsel Het Congres eist dat de feestdagen, wanneer zij op een zaterdag of een zondag vallen, volledig moeten gecompenseerd worden. d. Arbeidsongevallen Het Congres vraagt goedkeuring van het wetsvoorstel nr. 591 waarbij voor de werknemers van het openbaar ambt minstens gelijkwaardige voordelen worden verzekerd als die welke de werknemers van de private sector genieten. Het Congres geeft opdracht aan het Bestendig Secretariaat en het Uitvoerend Bureau om een wetsvoorstel op te maken waarbij aan 'de werknemers van het openbaar ambt ten minste gelijkwaardige voordelen worden toegekend als deze waarvan de privé-werknemers genieten inzake vergoeding der schade berokkend door beroepsziekte. .e. Tijdelijkën Het Congres postuleert aanvaarding van het wetsvoorstel nr. 583 houdende benoeming in vast verband van het tijdelijk personeel en van de hulpkrachten die een bepaalde dienstanciënniteit tellen. Dit voorstel werd ter tafel gelegd op 23 juni 1960 door de volksvertegenwoordigers Demets, Brouhon, De Sweemer, Leburton, Major en Van Acker. In hoofdzaak streeft het naar verwezenlijking van: .1. de regularisatie zonder examen van het op 1.1.1959 in functie zijnde tijdelijk personeel en hulpkrachten en dit in de begingraad van de "categorie waartoe hun diploma toegang .. verschaft; 2. de regularisatie zonder examen van de personeelsleden van het aanvullingskader die minstens twee jaar in functie zijn op de datum van afkondiging van de wet; 3. de onmiddellijke en volledige stopzetting van de werving van tijdelijk personeel en hulpkrachten volgens de thans toepas. selijke bepalingen ; 4. de latere werving van tijdelijk personeel en van hulpkrachten onder de niet gunstig in het aanwervingsexamen gerangschik-
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
223
te laureaten om te vermijden dat men periodisch op moeilijkheden stuit bij de regularisatie van tijdelijk personeel en van hulpkrachten dat aldus — evenals de andere personeelsleden — nog slechts het examen voor toelating tot de stage zou moeten alleggen om een benoeming in vast verband te bekomen. f. Minimum
pensioenbedrag
Als pensioenminima dringt het Congres aan op 75% van het loonschaalminimum van kracht voor de werkende arbeiders en onmiddellijk toekenning aan al de werknemers der Overheidsdiensten, overeenkomstig artikel 7 der wet van 18 augustus 1948, van de voor de werknemers van de private sector gewaarborgde „minima". g. Gemeentepersoneel Een wet houdende syndicaal statuut van het personeel van gemeenten, provinciën, aan provinciën en aan gemeenten onder geschikte openbare diensten en verenigingen van gemeenten moet gestemd worden tijdens de huidige parlementaire zittijd. B. TER HERINNERING De 500 miljoen^voor 1962, de 1.500 miljoen voor 1963, de 2.500 miljoen voor 1964 die door de Regering waren voorzien vóór het overleg met het Gemeenschappelijk Front zijn, naar toegegeven werd door de Minister van Binnenlandse Zaken en var het Openbaar Ambt, in totaal vijftien miljard geworden voo,: dezelfde periode. Dit cijfer bewijst het succes van de A.C.O.D succes dat ten goede is gekomen aan de werknemers der Openbare Diensten. Het ontwerp van het Bestendig Secretariaat met het oog op de tweede sociale programmatie is gepubliceerd in „De Tribune" nr. 3 van de maand februari 1964. Het Buitengewoon Congres van 16 maart 1964 bepaalt HET ONMIDDELLIJK EISENPROGRAMMA
Het Buitengewoon Congres van de Algemene Centrale der 15
224
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
O p e n b a r e Diensten, op 16 m a a r t 1964 te Brussel bijeengekomen : Bevestigt zijn wil tot verwezenlijking van het onmiddellijk prog r a m m a waarover met de Regering dient o n d e r h a n d e l d ; Wenst dat m e t d e Christelijke Syndicaten een Gemeenschappelijk M e m o r a n d u m zou opgemaakt worden voor een periode gaande van 1 juli 1964 tot 31 december 1965 ; Geneeskundige
verzorging
Eist voor de agenten en gepensioneerden van de openbare dien sten o p n e m i n g met ingang op 1.7.1964 in de nieuwe wetgeving („geneeskundige verzorging") inzake verplichte verzekering, rekening h o u d e n d met de modaliteiten van toepassing voor de werknemers van de privé-nijverheid en de gepensioneerden. Bevestigt trouwens zijn wil om met al de werknemers een ware dienst „geneeskundige verzorging" te veroveren. Bezoldigingen Is van oordeel, dat de in de geldelijke hiërarchie van de verschillende sectoren vastgestelde anomalieën dienen rechtgezet; Eist dat de haard- en standplaatstoelagen, als nieuwe etappe naar eenvormigmaking, respectievelijk op 9.000, 6.000, 4.500 en 3.000 F worden gebracht voor de categorieën 1 en 2 en de categorieën 3 en 4 ; Een verhoging van de grensbedragen voor de toekenning ervan is eveneens geboden. Verklaart dat de wedde van geen enkel personeelslid lager mag zijn dan 66.500 F in plaats van 62.500 F en dat een stelsel van forlaitaire verhogingen ten bedrage van 4.000, 5.000, 6.000 en 7.500 F dient toegepast voor alle personeelsleden der openbare diensten. Pensioenen De bij de wet van 27 juli 1962 voorziene m i n i m u m p e n s i o e n e n dienen gewaarborgd voor alle gepensioneerden. Deze m i n i m a dienen regelmatig te worden herzien. H e t Congres eist sommige wijzigingen aan de wet van 2 augustus 1962 nl.: 1. Stemming van h e t wetsontwerp h o u d e n d e definitieve op-
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
225
schorting van de afhouding van 7% op de vroegtijdige pensioenen ; 2. Schrapping van de laatste zin van het art. 2 van de wet waardoor een onaannemelijke toestand in het leven wordt geroepen voor de agenten gepensioneerd tussen 1.1.1960 en 30.6.62. 3. Waarborg voor de gepensioneerden van vóór 1.7.1962 van een minimumverhoging van 3.600 F per jaar op 1.7.1962 en toekenning van dezelfde pensioenverhogingen als de forfaitaire verhogingen geëist voor de in actieve dienst zijnde personeelsleden. Het Congres eist ten slotte voor de gepensioneerden van na 1.7.1962 — en dit overeenkomstig de wet van 2.8.1962 — een verhoging in verhouding tot de forfaitaire verhogingen waarvan hiervoren sprake. Werkduur en verlof Vraagt in afwachting van de week van 5 dagen en 40 uren, bij voorrang op elke andere doelstelling inzake prestaties, een vermindering van de werkduur voor al degenen die meer dan 41 V2 uren presteren ; Eist bovendien dat maatregelen worden getroffen om de compensatie voor de feestdagen die met een rustdag samenvallen, te waarborgen.Het Congres eist bovendien : a. Arbeidsongevallen: dat aan de werknemers van het Openbaar Ambt ten minste gelijkwaardige voordelen worden gewaarborgd als deze waarvan de privé-werknemers genieten. b. Benoeming in vast verband van de tijdelijke personeelsleden of hulpkrachten of interimarissen. c. Syndicaal statuut: de wijziging van het Syndicaal statuut, inzonderheid om de raadpleging te vervangen door rechtstreekse onderhandelingen, overeenstemmend met deze welke van toepassing zijn voor de paritaire commissies in de privésector; het stemmen van een wet houdende Syndicaal statuut voor het gemeentelijk en provinciaal personeel. Democratisch gemandateerd door de hoogste instantie van onze organisatie werd onmiddellijk contact opgenomen met onze partners van het Gemeenschappelijk Front. Een akkoord is gemakkelijk tot stand kunnen komen.
226
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen EEN NIEUW GEMEENSCHAPPELIJK MEMORANDUM
Er wordt een nieuw eisenkohier opgemaakt, ondertekend en onverwijld doorgestuurd naar alle Regeringsleden. 1. Het Gemeenschappelijk Front, met name de Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie der Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten, acht het ogenblik gekomen om met de Regering overleg te plegen over een nieuwe overeenkomst gebaseerd op het akkoord dat per 1 juli 1962 tussen beide partijen werd gesloten. 2. De twee meest representatieve vakbonden der Openbare Diensten herinneren eraan dat het door hen op 5 december 1961 ingediend Gemeenschappelijk Memorandum reeds hun wil te kennen gaf „voor een permanente herziening der bezoldigingen door middel van jaarlijkse aanpassingen, met inachtneming van 's lands economische en sociale evolutie." Met het doel elke nieuwe ontwaarding van het openbaar ambt te vermijden wenst het Gemeenschappelijk Front onverwijld met de Regering overleg te plegen opdat met ingang van 1 juli 1964 de beslissingen in toepassing zouden kunnen gesteld worden. 3. Zoals het vorige memorandum slaat hierbij bedoeld onmiddellijk eisenprogram op het personeel : — onderworpen aan het Koninklijk Besluit van 20 juni 1955 houdende syndicaal statuut van het personeel der openbare diensten, d.w.z. met uitsluiting namelijk van het leger, de rijkswacht, de magistratuur; — van de provincies en de gemeenten ; — van de N.M.B.S.; — uit het onderwijs. Het is beperkt tot de belangrijke vraagstukken, met name deze die misnoegdheid wekken onder het personeel der openbare diensten, te weten : A. de ziekteverzekering; B. de bezoldigingen ; C. de pensioenen ; D. de arbeids- en verlofduur ; E. de arbeidsongevallen en de ongevallen overkomen op de weg naar en van het werk ; F. de benoeming in vast verband van het tijdelijk personeel; G. het syndicaal statuut.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
227
Ziekteverzekering Artikel 22, 3°, van de wet. tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering voorziet de integratie in de Ziekteverzekering van de dragers van een publiek ambt. De Federatie der Christelijke Syndicaten en de A.C.O.D. wensen dat bedoelde maatregel met ingang van 1 juli 1964 zou worden toegepast. De modaliteiten voor uitbreiding tot de werknemers van het Openbaar Ambt in dienstactiviteit en gepensioneerden zouden zonder verwijl besproken moeten worden. Bezoldigingen De sinds 1 juli 1962 vigerende weddeschalen schommelen alle tussen een minimum van 60.000 F en een maximum van 500.000 F tegen 100 %. De weddeschalen van alle functies werden bepaald in het raam van deze grenzen. Rekening houdend eensdeels met die classificering en anderdeels met de maximumwèdde van 500.000 F zijn de Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie der Christelijke Syndicaten van oordeel dat het onmisbaar is volgende wijzigingen te brengen aan het huidige bezoldigingsstelsel: a. De anomalieën vastgesteld in de geldelijke hiërarchie moéten worden rechtgezet in de verschillende sectoren van het Openbaar Ambt; b. Een nieuwe etappe in de richting van eenmaking der haarden standplaatstoelage dringt zich op. Deze zou moeten gebracht worden op : HaardStandplaatsvergoeding Zones I en II 9.000 4.500 Zones III en IV 6.000 3.000 De hoogtegrenzen dienen insgelijks verhoogd te worden. c. Rekening houdend met het hierboven aangehaalde toepassingsstelsel moet de minimum wedde van 62.500 F gebracht worden op 66.500 F tegen 100 % ; d. Verhoging van alle huidige bezoldigingen door middel van een weddeschaalaanpassing waarbij een verhoging van minstens 4.00Ó F en hoogstens 7.500 F tegen 100 % wordt gewaar-
228
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
borgd, geen rekening houdend met de onder b. vermelde wijzigingen ; e. Een oplossing dient gevonden aan het vraagstuk van de „onregelmatige prestaties, met name nachtwerk, zondagswerk, enz... f. Tevens dient een bezoldigingsstelsel ter studie gelegd waarbij rekening zou gehouden worden met de gepresteerde diensten en de opgedane ondervinding. Pensioenen De Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie der Christelijke Syndicaten verklaren andermaal dat ze bereid zijn om op actieve wijze mede te werken aan een fundamentele hervorming van de diverse pensioenregelingen ten laste van de Openbare Schatkist, van de ondergeschikte machten en van de openbare organismen, voor zover : a. de bij de wet van 27 juli 1962 voorziene pensioenminima worden gewaarborgd aan alle gepensioneerden en die minima kunnen worden herzien op grond van een vast te leggen methode ; b. in de wet van 2 augustus 1962 volgende wijzigingen worden gebracht : 1. Definitieve opschorsing van de inhouding van 7 % op de zogeheten „voortijdige" pensioenen ; 2. Schrapping van de laatste zin van artikel 2 van de wet van 2 augustus 1962 waardoor voor de personeelsleden gepensioneerd tussen 1 januari 1960 en 30 juni 1962 een onaanvaardbare toestand wordt geschapen; 3. Waarborg per 1 juli 1962 van een minimumverhoging van 3.600 F 's jaars voor de gepensioneerden van vóór 1 juli 1962 en voor deze gevraagd voor de personeelsleden in actieve dienst; "4. Dat de gepensioneerden van na 1 juli 1962 — en zulks overeenkomstig het bepaalde in voornoemde wet — het voordeel genieten van een verhoging die in verhouding is met de weddeschaalverhogingen die zijn voorzien voor de personeelsleden in actieve dienst. Arbeids- en verlofduur 1. Het Gemeenschappelijk Front komt op voor de vijfdagenweek over 40 uren. In afwachting, en met prioriteit op elk
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
229
ander objectief inzake prestaties, dient een vermindering van de arbeidsduur verwezenlijkt te worden voor allen die nog meer dan 41 i/, uren presteren. 2. Compensatie der feestdagen die samenvallen met een rustdag. Arbeidsongevallen Aan de werknemers van het Openbaar Ambt zouden minstens gelijkwaardige voordelen moeten gewaarborgd worden aan diegene waarvan de werknemers uit de privé genieten. Benoeming in vast verband van de tijdelijken, de enz... - Syndicaal Statuut
hulpkrachten,
Met het doel onder meer de raadpleging te vervangen door werkelijke onderhandelingen, naar het voorbeeld van hetgeen in voege is bij de Paritaire Comités uit de privésector, vragen de Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie der Christelijke Syndicaten de wijziging van het syndicaal statuut en dringen meer in het bijzonder aan op het goedkeuren van een wet houdende syndicaal statuut van het gemeente-, provincie- en geassimileerd personeel. Uit de vergelijking van beide teksten blijkt wel degelijk dat het door het Congres gegeven mandaat uitgevoerd werd. CONTACT
Een eerste vergadering Regering-Gemeenschappelijk Front heeft plaatsgehad tijdens de maand mei. Na de confrontatie van 17 juli wordt volgende verklaring gelezen ten aanzien van de pers : „Het Gemeenschappelijk Front heeft zijn instemming niet kunnen betuigen met de voorstellen van de Regering zoals deze heden werden geformuleerd. In het bijzonder kon het Gemeenschappelijk Front niet de toepassingsdatum van 1.1.1965 voor de integratie van het personeel der Openbare Diensten in de ziekteverzekering aanvaarden en evenmin de verbeteringen inzake bezoldigingen en pensioenen. Het Gemeenschappelijk Front heeft er akte van genomen, dat de Regering ermee akkoord gaat een wetsontwerp te doen indienen waarbij aan de Koning de bevoegdheid wordt verleend de nodige maatregelen vast te stellen voor de regularisatie van het
230
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
tijdelijk personeel, dat op 1 juli 1964 in dienst is ; een werkgroep zal de uitvoeringsbepalingen alsook de regularisatievoorwaarden begin september indienen. • Wat betreft de arbeidsongevallen, verbindt de Regering er zich toe een wetsontwerp in te dienen om aan de arbeiders van het Openbaar Ambt, nog met ingang van 1964 voordelen te waarborgen, gelijk aan die welke aan de arbeiders van de particuliere sector zijn verleend inzake herstel van de schade voortvloeiend uit de arbeidsongevallen op de weg van en naar het werk. De Regering zal onderhandelen over de wijze, waarop een compensatie zal toegekend worden voor de feestdagen die op een zaterdag of een zondag vallen, gelet op de jaarlijkse wijzigingen van de kalender; als eerste maatregel is besloten een compensatiedag toe te kennen op 20 juli 1964. De Regering heeft ook de verbintenis aangegaan het vraagstuk te laten onderzoeken van de anomalieën welke zijn vastgesteld in de verschillende regelingen van de prestaties. De afgevaardigden van het Gemeenschappelijk Front hebben besloten hun instanties te raadplegen met het oog op de door de Regering voor de maand september voorgestelde bijeenkomst, waarop het Kerncabinet zijn standpunt zal toelichten betreffende de opneming in het R.Z.I., in verband met de bezoldigingen en de pensioenen. Er is dus vanwege het Gemeenschappelijk Front noch breuk noch akkoord. De afgevaardigden van het Gemeenschappelijk Front hebben erop aangedrongen dat de wet houdende de hervorming van het R.Z.I. een element uitmaakt dat buiten de programmatie van 1962 valt en dat de integratie van de werknemers van het Openbaar Ambt in de verzekering geneeskundige verzorging bijgevolg zo snel mogelijk dient te gebeuren Zij hebben tenslotte de hoop uitgedrukt dat de Regering haar standpunt zal herzien om nog in 1964 genoegdoeningen te verschaffen op het gebied van de bezoldigingen en de pensioenen. — Op 21 september beslist het Uitvoerend Bureau, op voorstel van het Bestendig Secretariaat, het Nationaal Comité op 30 september bijeen te roepen en eist dat. de Regering de aangegane verbintenissen zou nakomen.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
231
KLARE TAAL
„ H e t Nationaal Comité van de Algemene Centrale der Openbare Diensten, op 30 september 1964 te Brussel bijeengekomen, N a het verslag van h a a r onderhandelaars gehoord te h e b b e n over de onderhandelingen welke door het Gemeenschappelijk Front met de Regering werden voortgezet ter bespreking van de in het „gemeenschappelijk m e m o r a n d u m " opgenomen eisen, Betreurt ten zeerste dat de regering niet bij machte is geweest gezamenlijke oplossingen voor te leggen voor de van essentieel belang zijnde vraagstukken, te weten : 1. inschakeling van de personeelsleden en gepensioneerden d e r openbare diensten in de verzekering „gezondheidszorgen" ; 2. aanpassingen van de bezoldigingen ; 3. volstrekt noodzakelijke verbeteringen inzake pensioenen ; 4. verkorting van de arbeidsduur. N e e m t akte van de Regeringsverbintenissen betreffende : — de regularisatie van de tijdelijke personeelsleden ; — de vergoeding van de schade voortvloeiend uit arbeidsongevallen én ongevallen op de weg naar en van het werk ; — compensatie in 1965 van twee officiële verlofdagen welke samenvallen met een zaterdag of een z o n d a g ; — het onderzoek van de anomalieën inzake prestaties. Betreurt d a t de Regering de afgesproken samenkomst opnieuw verdaagt tot 22 oktober aanstaande. O p deze bijeenkomst zal de Regering definitieve oplossingen neerleggen met betrekking tot de onder sub. 1 tot 4 opgesomde belangrijke eisen ; Bevestigt het eisenprogramma zoals het voorkomt in het „gemeenschappelijk m e m o r a n d u m " ; Besluit eveneens opnieuw bijeen te komen op 23 oktober om, als het nodig is, tot rechtstreekse actie over te gaan."
VERSLAG VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK FRONT
Voor d e eerste keer wordt een gemeenschappelijk opgemaakt verslag ter bespreking gelegd in de respectieve algemene vergaderingen en nationale comités : — Stand der onderhandelingen — R a a d p l e g i n g met het oog op een eventuele actie.
232
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Algemene
beschouwingen
Het Gemeenschappelijk Front, dat de twee enige syndicaten groepeert welke werkelijk representatief zijn voor het personeel in de overheidssector — dit is trouwens ook het geval in de privésector — vormt een onbetwistbare en onbetwiste macht .velke niet anders dan voordelig kan zijn voor de werknemer. De resultaten die, dank zij de akkoorden van 1 juli 1962, voor de jaren 1962, 1963 en 1964 bereikt werden zijn positief. Een nieuw „Gemeenschappelijk Memorandum" werd dan ook opgesteld en aan de Regering gestuurd. Het Gemeenschappelijk Front, te weten de Algemene Centrale der Openbare Diensten en de Federatie der Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten, meent dat het ogenblik gekomen is om rekenschap te geven over de stand der onderhandelingen van zijn afgevaardigden met de Regering. Het heeft het volstrekt noodzakelijk geacht een raadpleging van zijn aangeslotenen over een 24-uren werkstopzetting te organiseren. Op 5.12.1961 werd het Gemeenschappelijk Memorandum ingediend dat aan de basis lag van de eerste onderhandelde programmatic in de overheidssector. Het wees reeds op de wil van het Gemeenschappelijk Front de periodische aanpassing van de bezoldigingen, de pensioenen en de werkvoorwaarden te verwezenlijken door het afsluiten van ware collectieve overeenkomsten tussen de Regering en de beide grote syndicale organisaties. Het Gemeenschappelijk Front wenste door het indienen van zijn tweede eisenprogramma... „zonder uitstel met de Regering onderhandelingen aan te vatten opdat op 1 juli 1964 beslissingen zouden genomen en toegepast worden om elke nieuwe waardevermindering van het Openbaar Ambt te vermijden." Driemaal stonden de vertegenwoordigers van de Regering (de Eerste-Minister, de Ministers Spinoy, Gilson, Dequae, Leburton, Deruelles) en de afgevaardigden van het Gemeenschappelijk Front tegenover elkaar en dit op 20 mei, 14 juli en 29 september. Na afloop van de onderhandelingen van 20 mei werden twee werkgroepen opgericht. Zij hadden tot opdracht de rechtstreekse onderhandelingen voor te bereiden. De onderhouden van 14 juli werden afgesloten met de verklaring waarvan wij de tekst hier laten verschijnen.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
233
Na het verslag van hun onderhandelaars over het onderhoud van 29 september gehoord te hebben, hebben de nationale instanties van de A.C.O.D. en van de F.C.S.O.D. respectievelijk de resoluties goedgekeurd. Huidige stand der
onderhandelingen
„Wat de toepassingsdatum en de duur der programmatie betreft, heeft de Regering volgende verbintenis aangegaan: a. de af te sluiten overeenkomtsen zullen op 1 januari 1965 van kracht worden ; b. een nieuwe programmatie wordt voor 1 januari 1966 overwogen. Het Gemeenschappelijk Front stelt vast dat de Regering bij de datum van 1.1.1965 blijft. Voor de Regering golden de akkoorden van 1 juli 1962 voor een periode van 2 Yi jaar, hetzij tot 31.12.1964. Indien realistisch gezien het niet mogelijk is aan sommige van de maatregelen terugwerkende kracht te verlenen, dan kan daar niet uit opgemaakt worden dat het Gemeenschappelijk Front zijn akkoord zou hebben betuigd met de datum van 1.1.1965. Wat de duur van de nieuwe periode betreft dient vastgesteld dat de Regering het eens is met het Gemeenschappelijk Front wat de datum van 31.12.1965 aangaat (einde van de tweede programmatie). Wat de gezondheidszorgen, de bezoldigingen en de pensioenen betreft, verbindt de regering er zich toe op ruime wijze aan het eisenprogramma tegemoet te komen binnen de grenzen van de financiële inspanning ter inwilliging van het geheel der gestelde eisen. Doch inzake de globale som werden geen bijzonderheden verstrekt. A. Verzekering „Gezondheidszorgen"
„De modaliteiten voor toepassing op de in actieve dienst zijnde werknemers en gepensioneerden in overheidsdienst, voorzien door artikel 22, 3° van de wet op het R.Z.I. zouden zonder uitstel moeten besproken worden" (samenvatting van het Gemeenschappelijk Memorandum"). De Werkgroep „Regering - Gemeenschappelijk Front" heeft vastgesteld dat deze inschakeling vart belang was voor :
234
De syndicale activiteit-- Verwezenlijkingen
1. het personeel in actieve dienst (officieel en vrij onderwijs, geestelijkheid, burgerlijk Rijkspersoneel, personeel der provinciën en der gemeenten, en der parastatalen) hetzij belanghebbenden: 306.600 2. de gepensioneerden (behalve militairen) 54.000 3. weduwen (behalve militairen) ... 29.600 hetzij in totaal
390.200
Als gerechtigden op de voordelen „Gezondheidszorgen" — voor groep 1 374.800 — voor groep 2 41.200 — voor groep 3 5.900 hetzij in totaal
421.900
Het totaal aantal van de rechtstreekse belanghebbenden en van de gerechtigden beloopt dus zowat 812.100. Als men de rijkswacht en het leger daarbij rekent bedraagt dit aantal 1.108.300. De regering verklaart de lasten berekend te hebben voortvloeiend uit „verschillende hypotheses". Deze zullen ons worden medegedeeld. B. Bezoldigingen
a. Verbetering van de anomalieën in de verschillende sectoren van het Openbaar Ambt. b. Een nieuwe stap naar de eenmaking van de bedragen van haard- of standplaatstoelage. c. Weddeminimum brengen van 62.500 F op 66.500 F bij index 110 = 100%. d. Verhoging van al de schalen verhogingsminimum 4.000 F tegen 100 % • -...• verhogingsmaximum 7.500 F tegen 100% (Gemeenschappelijk Memorandum). De regering meent dat de voorstellen van het Gemeenschappelijk Front van aard zijn de hiërarchie te verstoren. Zij wil het maximum van de hoogste ambtenaren ernstig verhogen.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
235
C. Pensioenen
a. Voor al de gepensioneerden de door de wet van 27.7.1962 voorziene minimapensioenen waarborgen. (Gemeenschappelijk Memorandum) Deze eis doet de kwesties rijzen betreffende het ongeschiktheidspercentage (60% in de privésector - ongeschiktheidsverklaring door de Administratieve Gezondheidsdienst), de wedertewerkstelling en de cumul. Een gunstige oplossing is niet uitgesloten. b. Keuze van een methode ter herziening van de vastgestelde minima : (Gemeenschappelijk Memorandum) Er bestaan twee oplossingen : 1. automatische aanpassing van de beslissingen welke in de privésector zouden worden getroffen ; 2. toepassing van een uit de perekwatie voortvloeiende formule Openbare Diensten. De Regering schijnt bereid te zijn voor de gepensioneerden van de Openbare Diensten toe te passen wat voor de privésector zou beslist worden. c.Aan de wet van 2.8.1962 te brengen wijzigingen: 1. definitieve opschorting van de inhouding van 7% op de zogeheten „vroegtijdige" pensioenen (Gemeenschappelijk Memorandum). De xvet van 12.6.1964 regelt deze kwestie tot 30.6.1966. 2. Weglating van de laatste zin van art. 2 der wet van 2 augustus 1962 waarbij de tussen 1 januari 1960 en 30 juni 1962 gepensioneerde personeelsleden in een onnaannemelijke toestand worden geplaatst. (Gemeenschappelijk Memorandum). Met deze eis zijn geen financiële moeilijkheden gemoeid. Dit zou met een weinig goede wil kunnen geregeld worden. 3. Waarborging van een verhogingsminimum van 3.600 F 's jaars per 1 juli 1962, voor de gepensioneerden van vóór 1 juli 1962 en dat deze dezelfde verhogingen zouden genieten als die gevraagd voor het personeel in actieve dienst (Gemeenschappelijk Memorandum). 4. Dat de gepensioneerden van na 1 juli 1962, overeenkomstig voormelde wet, verhoging zouden genieten in verhouding tot de voor het personeel in actieve dienst voorziene bezoldigingsverhogingen (Gemeenschappelijk Memorandum). Sinds het Gemeenschappelijk Memorandum werd ingediend,
236
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
werden door de H H . Harmegnies, Parlementair document 829, en Jaminet, document 819, twee wetsvoorstellen neergelegd met uitwerking per 1.7.1964, voor terugkeer naar de perekwatieformule zoals voorzien door de wet van 2.8.1955. Deze stellingname van politieke aard zet het Gemeenschappelijk Front ertoe aan in herinnering te brengen dat de perekwatie steeds de syndicale doelstelling geweest is en dit ook blijft. Het aangenomen programma had tot doel in te werken op dv; verschillen bestaande tussen de pensioenen van vóór en n.i 1.7.1962. De Regering zwijgt inzake de aan te brengen oplossingen ! D. Arbeids- en verlofduur
1. Het Gemeenschappelijk Front verzoekt om... „verkorting van de arbeidsduur voor al degenen die meer dan 41 y2 uren presteren". (Gemeenschappelijk Memorandum). De besprekingen in de Werkgroep lieten toe op een bevredigende oplossing te hopen. Nu blijkt dat er zich moeilijkheden dreigen voor te doen. 2. Compensatie van de feestdagen welke samenvallen met een rustdag (Gemeenschappelijk Memorandum). Er weze aan herinnerd dat in 1964 twee compensatiedagen verleend werden, en wel op 20.7 en op 17.8. De regering is bereid in de loop van het jaar 1965 twee nietreglementair voorziene verlofdagen toe te kennen om het samenvallen van officiële verlofdagen met een zaterdag of een zondag te compenseren. Jaarlijks zou gediscussieerd worden over de compensatie van de met een zaterdag of een zondag samenvallende feestdagen. E. Arbeidsongevallen
Minstens gelijkwaardige voordelen als die welke de werknemers in de privésector genieten, zouden moeten gewaarborgd worden voor de werknemers der overheidsdiensten (Gemeenschappelijk Memorandum). Dienaangaande werd ons zopas een document bezorgd, het komt gedeeltelijk tegemoet aan onze verzuchtingen. F. Tijdelijken . Benoeming in vast verband
De voorgestelde maatregelen betreffen de rijksbesturen. Mits zekere anciënniteits-, diploma- en verdienstevoorwaarden en
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
het slagen in niveau's 1 en die daarmede nen benoemd
237
een vergelijkend examen voor degenen die tot de 2 behoren, zouden de tijdelijken en de personen zullen worden gelijkgesteld, in vast verband kunworden. G. Syndicaal Statuut
De Regering verbindt er zich toe met het Gemeenschappelijk Front voort te gaan met de methode van de rechtstreekse onderhandeling. Zij is bereid sommige specifieke vraagstukken op de sectoriële vlakken te regelen. Het K.B. van 1955 zou thans niet herzien worden. Onderhandelingen of actie ? Dit verslag wordt aan al de militanten van de A.C.O.D. en van de Federatie der Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten gestuurd. Het zal in de vakbladen van het Gemeenschappelijk Front opgenomen worden. Beide organisaties zullen ieder vergaderingen beleggen. In de week van 12 op 18 oktober zal op de werkplaatsen een gemeenschappelijk vlugschrift worden verspreid. Op 19 dezer zal een persconferentie plaatsgrijpen ten einde de openbare mening van onze wensen op de hoogte te brengen. Een nieuwe bijeenkomst van de Regering en de onderhandelaars van het Gemeenschappelijk Front is voorzien op 22 oktober aanstaande. Deze laatsten zullen aan de op 23 oktober 1964 bijeengeroepen nationale instanties verslag uitbrengen over de onderhandelingen van daags te voren met de Regering. Ingeval de resultaten als onvoldoende zouden worden beschouwd, zullen de nationale instanties van het Gemeenschappelijk Front zich op 23 oktober hebben uit te spreken over een 24-uren waarschuwingsstaking voor de ganse overheidssector, voor al degenen dus die bij het Gemeenschappelijk Memorandum belang hebben, namelijk : — het personeel waarop het K.B. van 20 juni 1955, houdend syndicaal statuut van het personeel der openbare diensten, toepasselijk is ;
238
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
— het personeel der provinciën en der gemeenten ; — het personeel der N.M.B.S. ; — het onderwijzend personeel. De stakingsaanzeg zou na afloop van de nationale vergaderingen moeten afgegeven worden voor het inzetten van de 24-urenwerkschorsing. Vanzelfsprekend hangt dit besluit tot actie af van de wil onzer respectieve aangeslotenen. De onderhandelaars menen dat een waarschuwing geboden is indien de zaken niet terechtkomen ' VoordeF.C.S.O.D. Voor de A.C.O.D. Th. De Walsche. G. Debunne. SUCCESVOLLE ONDERHANDELINGEN VERSLAG VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK FRONT
De op 23 oktober bijeengekomen nationale instanties van het Gemeenschappelijk Front hebben de onderhandelaars opdracht gegeven de onderhandelingen met de Regering over het Gemeenschappelijk Memorandum voort te zetten. Van de 23° 's avonds af werd terug contact opgenomen met de vertegenwoordigers der Regering, de HH. Gilson, Minister van Binnenlandse Zaken, Spinoy, Minister van Economische Zaken, Leburton, Minister van Sociale Voorzorg, en Deruelles, Minister Adjunct voor Financiën, vergezeld door hun respectieve Kabinetschef en -attachés, en de vertegenwoordigers van het Gemeenschappelijk Front. Deze onderhandelingen'gingen maandag en dinsdag verder om tot een confrontatie te komen van de standpunten vóór het Ministerieel Kerncomité dat voorgezeten was door de Heer EersteMinister, Theo Lefèvre. Hierna vindt U een uitvoerig verslag over de conclusies welke tijdens deze bijeenkomst met het Ministerieel Kerncomité van woensdag, 28 dezer, naar voren werden gebracht. Voor de tweede maal komt het Gemeenschappelijk Front tot resultaten met een algemeen eisenprogramma waarover met de Regering rechtstreeks onderhandeld werd. Alhoewel het einde van de wetgevende zittijd nadert is de Regering het er van nu af mede eens dat een nieuwe programmatieetappe zal ingaan op 1 januari 1966. Wij menen de belangrijkheid te moeten beklemtonen van dit feit dat beantwoordt aan de wilsuiting van al de personeelsleden
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
239
der openbare diensten om periodisch te zien onderhandelen over hun werk-, bezoldigings-, en pensioenvoorwaarden en dit rechtstreeks met de verantwoordelijke autoriteiten, zoals in de privésector. A. Verzekering
gezondheidszorgen
Overeenkomstig de haar door artikel 22, § 3, der wet op de ziekte- en invaliditeitsverzekering verleende macht is de Regering het eens om de personeelsleden der openbare diensten op 1 april 1965 op te nemen in de verzekering „gezondheidszorgen" en dit verplichtend. Voor de werkende personeelsleden zal deze inschakeling geschieden overeenkomstig de voorwaarden van de desbetreffende algemene wetgeving d.w.z. mits 'een inhouding van 2,5 % op de tot 11.550 F begrensde en geïndexeerde maandwedde en een bijdrage van de Staat-werkgever van 2,5 %, onder welk beding de personeelsleden der openbare diensten het verzekeringsstelsel „gezondheidszorgen" zullen kennen, zoals al de werknemers uit de privésector. Voor de gepensioneerden komen de inschakelingsvoorwaarden voor bij het hoofdstuk „Pensioenen". Tot dus ver kwam de Regering ter zake slechts voor een bedrag van 800 F 's jaars tussen, hetzij 67 F per maand. De wettelijke en reglementaire beschikkingen betreffende de vrije verzekering blijven gehandhaafd tot 1 april 1965. Al de vrij verzekerde personeelsleden zullen dus voor het l e kwartaal 1965,op basis van de toelage van 800 F, jaarlijks toegekend als aandeel van de overheidsinstanties in de bijdrage voor vrije verzekering, de som van 200 F (800 : 4) ontvangen. Elk werkend personeelslid, thans bij een mutualiteit niet als vrij verzekerde ingeschreven, zal er zich kunnen in laten opschrijven zodra het zulks goedvindt en zelfs vooraleer verplicht ingeschakeld te worden in de verzekering „gezondheidszorgen" op 1 april 1965. De personeelsleden en de gepensioneerden van de N.M.B.S. zullen hun eigen stelsel behouden. Niettegenstaande het feit dat deze maatregel slechts op 1 april 1965 ingaat, betekent de inschakeling van de personeelsleden der openbare diensten en van de gepensioneeerden in de verzekering „gezondheidszorgen" de algehele verwezenlijking van onze eis. 16
240
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen B. Bezoldigingen
A. Anomalieën. Het Gemeenschappelijk Front heeft bekomen dat de Regering aanvaardt: 1. een oplossing te zoeken voor het particulier vraagstuk verbonden aan het Postbestuur ; 2. van 1-7-1965 af de anomalieën in de bezoldigingsstatuten goed te maken. B. Inzake haard- en standplaatstoelage erkent de Regering de noodzakelijkheid trapsgewijze tot eenmaking te komen van de bedragen der haard- en standplaatstoelagen. Jn dit vooruitzicht is zij het ermede eens om de bedragen te verhogen, met uitwerking op 1-1-1965, van de toelagen toegekend aan de personeelsleden die buiten de grote agglomeraties wonen en werken. De bedragen der haard- en standplaatstoelagen worden dus voor de hoger bedoelde personeelsleden : 5.000 F (in plaats van 4.000 F)
2.500 F (in plaats van 2.000 F)
De voor toekenning der haard- en standplaatstoelagen vastgestelde hoogtegrens wordt verhoogd in verhouding tot de verhoging der wedden. C. Het volstrekte bezoldigingsminimum wordt van 62.500 F tegen 100 % op 66.500 F gebracht, zoals gevraagd door het Gemeenschappelijk Front, en dit op datum van 1-1-1965. D. Verhoging van al de weddeschalen welke lager liggen dan 170.000 F tegen indexcijfer 100, met een eenvormig bedrag van 3.400 F en dit op al de verhogings trappen. Voor de wedden welke hoger liggen dan 170.000 F, 2 % verhoging. Deze twee maatregelen krijgen uitwerking op 1-1-1965. E. Onregelmatige prestaties De Regering is het ermede eens dat de verschillende administratieve autoriteiten deze'kwestie bespreken met de syndicale organisaties. Het Gemeenschappelijk Front meent dat de verwezenlijkingen inzake bezoldigingen in zeer ruime mate tegemoet komen aan zijn eisenprogramma, zowel in de toekenningsformules als in de bedragen.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
241
C. Pensioenen
Ons eisenprogramma behelsde verscheidene punten inzake pensioenen. Luidens de inhoud van het akkoord is de Regering als volgt tegemoetgekomen aan al de punten van ons programma: A. Waarborging voor al de gepensioneerden van de pensioensminima voorzien door de wet van 27 juli 1962. De Regering heeft er haar akkoord mede betuigd om de gewaarborgde minima ook toe te passen voor de vroegtijdig gepensioneerden die de leeftijd van 60 of 65 jaar bereikt hebben, voor zover ze op-rust werden gesteld en wegens minstens 66,6% werkonbekwaamheid bij de N.M.B.S., of in de andere administraties voor definitief ongeschikt werden verklaard. B. Bepaling van een methode om de door voormelde wet vastgestelde minima te herzien. De Regering is het eens om de door de wet voorziene minima aan te passen volgens de wijzigingen van de algemene wetten op de pensioenen. Deze beslissing zal waarschijnlijk' een verhoging van deze minima met 1.000 F en met uitwerking op 1.1.1965 met zich brengen. C. Aan de wet van 2 augustus 1962 aan te brengen wijzigingen en toepassing dezer laatste. 1. Definitieve opschorting van de inhouding met 7% op de zogeheten vroegtijdige pensioenen. Overeenkomstig de wet zal deze inhouding opgeschort blijven tot 1 juli 1966. 2. Weglating van de laatste zin van artikel 2 waarbij een onaannemelijke toestand in 't leven werd geroepen voor de tussen 1 januari 1960 en 30 juli 1962 gepensioneerde personeelsleden. De Regering is het eens om het artikel 2 in de aangeprezen zin te wijzigen. Deze beslissing brengt de herziening met zich van talrijke tussen I januari 1960 en 30 juni 1962 verleende pensioenen 3. Tegemoetkomend aan onze wil het verschil in te lopen tussen de voor een zelfde graad vóór 1.7.1962 verleende pensioenen en die welke na deze datum verleend worden, is de Regering het eens om al de vóór 1.7.1962 verleende pensioenen met 2% te verhogen. 4. De Regering is het eens om al de pensioenen eenvormig met 2% te verhogen.
242
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Door „al de pensioenen" moeten deze begrepen worden welke zowel vóór als na 1.7.1962 verleend werden. -Samen met de vorige beslissing brengt deze laatste beslissing dus voor al de gepensioneerden van vóór 1.7.1962 een verhoging van 4% en voor de gepensioneerden van na 1.7.1962 2% verhoging. Wat de Parlementaire initiatieven betreft, laat het Gemeenschappelijk Front de volledige verantwoordelijkheid over aan dé Regering en aan het Parlement. De Regering is het buitendien eens om het volgende te verwezenlijken : 1. afstemming van de berekening der pensioenen van het technisch onderwijs op de berekening van de pensioenen van hel middelbaar onderwijs : 1/55 in plaats van 1/60, zonder diplomabijslag, én dit met ingang op 1.7.1965 ; 2. Een reeds zeer oude eis voor het in aanmerking nemen in gemengde loopbaan Openbare Diensten van al de diensten gepresteerd in om' 't even welke overheidsdienst. D. Verzekering gezondheidszorgen. — Inschakeling zonder stage en zonder andere voorwaarden van de gepensioneerden der openbare diensten en van de weduwen van 1.4.1965 af. De gepensioneerden en de weduwen wier pensioenbedrag lager ligt dan 75.000 F worden van elke bijdrage ontslagen, 't Is dus volstrekte kosteloosheid. De gepensioneerden en weduwen wier pensioensbedrag hoger ligt dan 75.000 F zullen 1 Vz% betalen op het bedrag van hun pensioen, begrensd tot 11.500 F zoals voor de werkende personeelsleden (geïndexeerd). 1. De stellingnamen van het Gemeenschappelijk Front betekenen voor de gepensioneerden een aanzienlijke verbetering van hun toestand. 2. Wij onderstrepen de belangrijkheid van hun opneming in de verzekering „gezondheidszorgen" volgens de hierboven vastgestelde voorwaarden. 3. De bijkomende verhoging met 2% voor de gepensioneerden van vóór 1.7.1962 sluit aan met het syndicaal objectief namelijk de perekwatie der pensioenen en het verwezenlijkt grotendeels het programma van 't Gemeenschappelijk Front. D. Arbeids- en verlofduur
I. Verkorting van de arbeidsduur voor al degenen die meer dar 41 Yz uren werken. De Paritaire Commissie van de N.M.B.S. zal de van haar per-
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
243
soneel gevergde prestaties grondig onderzoeken. . . . . II. Compensatie van de met een rustdag samenvallende feestdagen. • De Regering is ertoe besloten de compensatie toe te staan van twee der vier feestdagen welke in de loop van het jaar 1965 samenvallen met een zaterdag of een zondag. Er weze aan herinnerd dat de met een zaterdag samenvallende feestdagen in de privé-sector niet gecompenseerd worden. In 1965 zijn de met een rustdag samenvallende feestdagen : zaterdag, 1 mei, zondag 15 augustus, zaterdag 25 december, zondag 26 december. ' De Regering zal één verlofdag meer verlenen op maandag, 16 augustus, en de personeelsleden vrij de tweede compensatiedag laten kiezen. ' •• Voor 1964 is de Regering het ermede eens om één compensatiedag meer te geven op maandag, 16 november. £. Arbeidsongevallen
Zoals wij het hebben vermeld in het verslag van het Gemeenschappelijk Front, gedagtekend op 8 oktober, heeft het Gemeenschappelijk Front bekomen dat de Regering haar akkoord betuigt om voor de personeelsleden in overheidsdienst minstens gelijkwaardige voordelen te waarborgen als die waarvan de werknemers in de privé-sector genieten inzake vergoeding'van de schade voortvloeiend uit de arbeidsongevallen en uit de' op de weg naar en van het werk voorgekomen ongevallen. Het komt eigenlijk hierop neer dat de personeelsleden die-een ongeval opliepen, of hun rechthebbenden, volgend vergoedingsstelsel zullen kennen: . . . ,. A. Terugbetaling van de verschillende kosten en begrafeniskosten., ' ' , . a. medische, farmaceutische, heelkundige en verplegingskosten. en kosten voor het inzetten van kunsttanden of het aanzetten van kunstledematen : toepassing van de beschikkingen welke thans reeds de volledige terugbetaling van deze kosten waarborgen, zoals in de privé-sector ; ' b. begrafeniskosten: een maand van de laatste wedde van het personeelslid; het maximumbedrag van 10.000 F wordt op 16.666 F gebracht, zoals in de privé-sector. B. Vergoeding van de schade 1. Ongevallen met dodelijke afloop : a. buiten het weduwe- of wezenpensioen zullen de weduwen en wezen de „ongevalrente" ontvangen;'
244
De syndicale a c t i v i t e i t - verwezenlijkingen
b. overlevende echtgenoot en andere rechthebbenden : deze personen welke in de huidige reglementering geen vergoeding genieten, zullen hetzelfde stelsel kennen als in de privé-sector. Zij zullen dus de „ongevalrente" trekken. 2. Ongevallen zonder dodelijke afloop : a. Blijvende werkonbekwaamheid: de personeelsleden die ondanks hun invaliditeit kunnen verder werken ; zullen in cumulatie met hun wedde een invaliditeitsrente genieten. De regering verbindt er zich overigens toe de wederaan• passing en de wedertewerkstelling van het personeel, dat ongevallen opliep, te bevorderen. b. De personeelsleden die ondanks de wederopleiding of de wederaanpassing niet in staat zullen zijn verder te werken zullen, in cumulatie met hun pensioen, een invaliditeirsrente genieten. c. Hulp van derde persoon : beschikkingen zullen-nader worden bepaald om de hulp van derde persoon te waarborgen zoals in het vergoedingsstelsel voor de privé-sector. Met de syndicale organisaties zal de Regering maatregelen nemen om te vermijden dat de uitbetaling van de renten in cumulatie met de pensioenen, of van de renten met wedden, aanleiding geeft tot wederrechtelijke toestanden. Met de syndicale organisaties zal zij eveneens de kwesties op punt stellen betreffende de overdracht van rechten op een ander wanneer er derde verantwoordelijken zijn en betreffende de bevoegde autoriteiten die ermede belast zijn te beslissen over de geschillen inzake invaliditeit. De bewoordingen van het akkoord betreffende dit punt komen tegemoet aan onze standpunten inzake de desbetreffende eisen. F. Regularisatie in vast verband van de „ t i j d e l i j k e " personeelsleden
Onderstaande voorstellen, welke voortvloeien uit het akkoord met de Regering, beogen de personeelsleden der ministeries. Onverminderd de bestaande beschikkingen o.a. het statuut van de hulpkrachten der Post, is de Regering het nochtans eens om een formule te zoeken welke aan de betrokken ministers de macht verleent om de nodige aanpassingsmaatregelen toe te passen voor de regularisatie in vast verband van de in de andere overheidsbesturen (parastatalen, gemeenten, enz...) fungerende personeelsleden. De Regering is het eens om onder het woord „tijdelijk" al de
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
245
personeelsleden te rangschikken die tijdelijke prestaties hebben, voor zover deze prestaties minstens vier uren duren. Zij is het ook eens met de volgende administratieve maatregelen : 1. Bijzondere maatregelen ten opzichte van in vast verband benoemde personeelsleden. a. Al de laureaten die niet batig gerangschikt zijn in vergelijkende toegangsexamens voor het hoger niveau, zullen in vast verband benoemd worden in de graad voor dewelke zij aan het examen hebben deelgenomen; b. Al de klerken die geslaagd zijn in de maturiteitsproef van het vergelijkend toegangsexamen voor de graad van opsteller, zullen in deze graad worden benoemd ; c. Maatregelen zullen genomen worden voor de personeelsleden die in 't bezit zijn van een diploma dat toegang geeft tot een hoger niveau ; d. De mogelijkheden om een speciale proef te organiseren voor alle vastbenoemde personeelsleden zullen worden onderzocht. 2. Maatregelen tot regularisatie van de „tijdelijke" personeelsleden. Al de tijdelijke personeelsleden in dienst op de datum van het afkondigen der wet houdende regularisatiemaatregelen en in 't bezit van het diploma dat toegang geeft tot de door hen uitgeoefende functie zullen, zonder nieuw onderzoek bij de administratieve gezondheidsdienst, volgens onderstaande voorwaarden kunnen geregulariseerd worden : a. Examenvoorwaarden : personeelsleden van het 4' en het 3 e niveau, geen proef; personeelsleden van het 2° en het 1" niveau, behoud van de toegangsproef voor het niveau. Deze diensten zullen mogen gepresteerd zijn hetzij vóór de datum van het afkondigen der wet, hetzij na deze datum. De Regering verbindt er zich overigens toe : 1. de administratieve beschikkingen te preciseren betreffende de affectatievoorrang, met dien verstande dat al de geregulariseerde personeelsleden in de kaders zullen worden opgenomen ; 2. een methode te zoeken om definitief gedaan te maken met het stelsel van tijdelijken zoals wij het tot nog toe hebben gekend. De aangeprezen maatregelen schenken ons volledige voldoening.
246
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
G. Syndicaal Statuut
Zoals wij het gemeld hebben in ons verslag van 8 oktober 1964 zal het Koninklijk Besluit van 20.6.1955, houdend syndicaal statuut van het personeel der Openbare Diensten, thans niet herzien worden. Het Gemeenschappelijk Front heeft nochtans bekomen dat de Regering voortgaat met de methode van de rechtstreekse onderhandeling, zoals zij sinds 1961 werd toegepast. Wat het gemeentelijk onderwijzend personeel betreft, krijgt de Minister van Nationale Opvoeding opdracht alle nuttige schikkingen te treffen om : 1. de syndicale berichten in de lokalen te laten aanplakken ; 2. in de lokalen syndicale vergaderingen te laten organiseren ; 3. verlof te verlenen voor syndicale opdracht aan de personeelsleden die zitting moeten nemen in technische commissies, op nationale comités of congressen van de meest representatieve syndicale organisaties. Wat de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen betreft is de Regering het ermede eens om een wetsontwerp klaar te maken dat erop gericht is enkel de in de Nationale Arbeidsraad en in de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven vertegenwoordigende syndicale organisaties te erkennen, voor zover zij, in spoorwegverband gezien, zeker representatief zijn. Deze resoluties schenken ons thans voldoening. Het Gemeenschappelijk Front richt zich voor de tweede maal aan alle militanten van de A.C.O.D. en de C.C.O.D. Tevens richt het zich tot alle aangeslotenen door het publiceren van de huidige teksten in de syndicale pers van het Gemeenschappelijk Front. Vergaderingen zullen belegd worden door beide organisaties met het oog op het Nationaal Comité van 9 november a.s. De onderhandelaars zijn overtuigd hun opdracht te hebben vervuld. De resultaten zijn zeer gunstig en zijn ontegensprekelijk een nieuwe overwinning van het Gemeenschappelijk Front. Met dezelfde objectiviteit en met dezelfde werkelijkheidszin welke hen heeft aangespoord de leden bij het vorige verslag tot de eventuele noodzakelijkheid van een actie op te roepen, zijn de onderhandelaars vandaag overtuigd dat hun leden het akkoord, met de Regering afgesloten, zullen willen bekrachtigen.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
247
Morgen zullen onze militanten en onze leden zich met geestdrift wijden aan de versterking van onze syndicale organisaties, vertrekpunt van nieuwe verwezenlijkingen. Voor de A.C.O.D. Voor de F.C.S.O.D. G. Debunne. Th. De Walsche. REGERINGSAKKOORD GOEDGEKEURD MET :
127.737 stemmen voor, 17.865 stemmen tegen en 6.411 onthoudingen. „Het Nationaal Comité van de Algemene Centrale der Openbare Diensten, op 9 november 1964 te Brussel bijeengekomen, Na het verslag van het Gemeenschappelijk Front grondig te hebben besproken: Keurt het akkoord goed dat met de Regering, tijdens de onderhandelingen van 28.10.1964 bereikt werd ; Geeft het Bestendig Secretariaat en het- Uitvoerend Bureau opdracht te waken over de spoedige toepassing van de inhoud van het akkoord ; Stelt van nu af zijn vertrouwen in het Bestendig Secretariaat en het Uitvoerend Bureau om, in het raam van het Gemeenschappelijk Front, op het gepaste ogenblik het nieuwe eisenprogramma, dat op 1.1.1966 zal ingaan, voor te bereiden; Wenst het Gemeenschapelijk Front geluk; Dankt al de aangeslotenen van de A.C.O.D. voor hun strijdvaardigheid ; Stelt vast dat al de personeelsleden der Openbare Diensten zullen genieten van de zeer noemenswaardige resultaten welke door het Gemeenschappelijk Front bereikt werden ; Roept al degenen, die niet aangesloten zijn bij een van beide organisaties van het Gemeenschappelijk Front, dan ook op om aan te sluiten bij de Algemene Centrale der Openbare Diensten. Het Nationaal Comité van de Algemene Centrale der Openbare Diensten, op 9 november 1964 te Brussel bijeengekomen: Wijst op het belang dat de leden van de sector „Gemeente-, Provincie- en Gelijkgestelde Diensten" hechten aan een wettelijke medezeggenschap dat hun tot dusver als enigen van de werkgevers in België, zowel in de particuliere als in de openbare sector, wordt onthouden ; Stelt daarenboven vast dat inzake syndicaal statuut door de onderhandelaars resultaten behaald zijn voor de sector „Spoor"
248
De syndicaie activiteit - Verwezenlijkingen
en het gemeentelijk onderwijzend personeel, en feliciteert ook. d a a r de onderhandelaars voor ; Vestigt de aandacht van het Nationaal Comité van de A.C.O.D. op het feit dat er i m a k e medezeggenschap voor het gemeenteen provinciepersoneel niet de minste vooruitgang is, wel integendeel, daar de officieus ingestelde Syndicale R a a d van Advies tot ongenoegen van de leden van de sector Gemeente- en Provinciediensten o n t b o n d e n is; Verzoekt het Nationaal Comité het Bestendig Secretariaat van de A.C.O.D. opdracht te geven onmiddellijk contacten m e t de bevoegde instanties van de Regering en de betrokken A.C.O.B.sectoren o p te, nemen opdat nog vóór de o n t b i n d i n g van de Wetgevende Kamers het syndicaal statuut van het gemeenteen provinciepersoneel gestemd zou worden, wat met zich zou brengen dat ook deze personeelsleden der Overheidsdiensten over een wettelijk a p p a r a a t van medezeggenschap zouden beschikken." BRIEF AAN DE EERSTE-MINISTER
„Mijnheer de Eerste-Minister, Wij h e b b e n de eer U ter kennis te brengen dat de verantwoordelijke nationale instanties van onze beide organisaties het akkoord, verwezenlijkt op 28 oktober 1964 ingevolge de onderhandelingen Regering-Gemeenschappelijk Front, met een zeet grote meerderheid goedgekeurd hebben. Wij zijn ervan overtuigd, Mijnheer de Eerste-Minister, dat alles in het werk zal gesteld worden om de verbintenissen ten voor-dele van de agenten en de gepensioneerden der O p e n b a r e Diensten, vervat in de mededeling door de regering gedaan aan de pers op 29 oktober 1964, te eerbiedigen. H e t Gemeenschappelijk Front nodigt U d a n ook uit om zonder verwijl alle maatregelen te treffen met betrekking tot het opstellen en de snelle publicatie van volgende Koninklijke Besluiten : 1. verhoging der wedden op 1.1.1965 (gewaarborgd m i n i m u m verhoging met 2 % - jaarlijkse waarborg van 3.400 F aan 100% - verhoging der bedragen van de haard- of standplaatstoelage en van de hoogtegrenzen) ; 2. integratie in de verplichte verzekering Gezondheidszorgen van 1.4.1965 af; 3. de verhoging van 4 % en van 2 % van de pensioenen die respectievelijk ingang gevonden hebben vóór of na 1.7.1962;
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
249
4. toekenning in 1965 van twee aanvullende-verlofdagen (ter compensatie); 5. de arbeidsongevallen op de weg van en naar het werk en de beroepsziekten. De verwezenlijking van zekere objectieven voortspruitend uit voormelde akkoorden vereist het uitvaardigen van wetten. De wetsvoorstellen zullen moeten opgesteld, neergelegd en gestemd worden binnen de kortst mogelijke termijn en in ieder geval vóór de ontbinding van het Parlement. Pro memorie veroorloven wij ons hierna het onderwerp van voormelde wetsontwerpen op te sommen : 1. uitbreiding van de gewaarborgde minima inzake pensioenen; 2. verhoging van deze gewaarborgde minima ; 3. gelijkschakeling op 1-7-1965 van de leraars van het technisch onderwijs met deze van het middelbaar onderwijs met betrekking tot de berekening van de pensioenen ; 4. schrapping van de laatste zin van artikel 2, alinea 2 van de wet van 2-8-1962 ; 5. regularisatie van de tijdelijke en daarmede gelijkgestelde agenten ; 6. arbeidsongevallen op de weg naar en van het werk en beroepsziekten ; 7. representativiteit van de vakbonden in de schoot van de N.M.B.S. Andere problemen blijven te onderzoeken opdat een oplossing zou gevonden worden door de vastgestelde data, te weten : l.van 1.7.1965 af herstel van de anomalieën van het geldelijk statuut en namelijk de onregelmatige prestaties ; 2. ter studie nemen door de Paritaire Commissie van de N.M.B.S. van de dienstprestaties van het personeel, ten einde op 1.7.1965 in toepassing te kunnen gesteld worden. Zoals aangeduid in de mededeling van de regering gedaan aan de pers op 29.10.1964 heeft het geheel der betrokken maatregelen betrekking op het jaar 1965 en moet een nieuwe etappe van sociale programmatie in de openbare diensten ingaan op 1 januari 1966. Het Gemeenschappelijk Front houdt er aan uitdrukkelijk te vermelden, zoals ten andere overeengekomen, dat het de regeringsverbintenissen betreffende de nieuwe etappe ingaande op
250
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
1.1.1966 beschouwt als een integrerend deel van het bereikte akkoord. Wij hopen, Mijnheer de Eerste-Minister, een gunstig antwoord op ons huidig schrijven. Met de meest bijzondere hoogachting." Voor de F.C.O.D. Voor de A.C.O.D. Th. De Walsche. G. Debunne. INVENTARIS VAN DE TOESTAND IN VERBAND MET DE TUSSEN HET GEMEENSCHAPPELIJK FRONT EN DE REGERING BESPROKEN SOCIALE PROGRAMMATIE
a. De verschillende maatregelen werden genomen inzake de wedde- en loonsverhoging op 1.1.1965 ; b. Het Koninklijk Besluit, dat de inschakeling voorziet in de verplichte verzekering der gezondheidszorgen op 1.4.1965, moet normaal beschouwd binnen de 14 dagen verschijnen ; c. Het Koninklijk Besluit, waardoor concrete vorm gegeven werd aan de verhoging der pensioenen met 4 en met 2 %, werd in het Staatsblad gepubliceerd; d. Er werd een rondschrijven opgesteld waarbij de toekenning voorzien wordt van twee bijkomende compensatieverlofdagen in 1965; e. De wetsontwerpen, waarbij de gewaarborgde minima inzake pensioen, de afstemming van de leraars in het technisch onderwijs op die van het middelbaar onderwijs en de weglating van de laatste zin van art. 2, alinea 2 der wet van 2.8.1962, voorzien worden, werden in het Parlement neergelegd ; f. Het wetsontwerp betreffende de regularisering van de tijdelijke en gelijkgestelde personeelsleden zal binnenkort worden ingediend ; g. Het wetsontwerp betreffende de syndicale vertegenwoordiging in de schoot van de N.M.B.S. (Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen) komt op de agenda voor van de heden gehouden Ministerraad ; h. De behandeling van het wetsontwerp inzake de arbeidsongevallen, de ongevallen op de weg naar en van het werk en de beroepsziekten is nagenoeg beëindigd. Het Bestendig Secretariaat zal er zich om beijveren de leden van het Nationaal Comité een reeks documenten betreffende voormelde vraagstukken ter hand te stellen.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
251
C CONCLUSIE Bezoldigingen Met ingang van 1.1.1965 is het volstrekt minimum op 66.500 fr. tegen index 110 gebracht. De wedden worden verhoogd met 2 % van 1.1.1965 af. Er is een minimumverhoging gewaarborgd van 3.400 fr. tegen 100 %. Haard- of standplaatstoelage Er wordt een nieuwe stap gedaan in de richting der eenmaking. Perekwatie der pensioenen De pensioenen van vóór 1 juli 1962 worden verhoogd met 4 %, die van na die datum met 2 %. Dit onderscheid bewijst de noodzaak om het verschil bestaande tussen pensioenbedragen volgens de datum van pensionering weg te werken. Gezondheidszorgen Het beoogde doel is bereikt. Arbeidsduur Het is niet mogelijk geweest dit probleem te regelen. Evenwel werden uitzonderingen voorzien. De Spoormannen moeten een vermindering bekomen tegen 1 juli 1965. Verlofstelsel De eis is verwezenlijkt in het kader van de in de privé-sector bestaande overeenkomsten. Arbeidsongevallen Het wetsontwerp dat uitgewerkt wordt schenkt voldoening. Tijdelijken Het ingediende wetsontwerp komt tegemoet aan de wens van het Congres. Minimum pensioenbedrag Door de wet van 27 juli 1962 werd reeds een gedeelte van het probleem geregeld. Het ingediende wetsontwerp brengt, zoals gevraagd, verbetering aan de vorige wet en waarborgt de aanpassing van de minima aan die voor de werknemers uit de privé-sector. Gemeentepersoneel De wet van 27 juli voorziet de verplichte syndicale raadpleging. Ze regelt echter niet de kwestie van het Syndicaal Statuut.
VRIJE UITOEFENING VAN HET STAKINGSRECHT (Syndicaal Statuut)
A. RESOLUTIE De A.C.O.D. eist opheffing van alle sancties, vraagt de stemming van een wet voor algemene amnestie voor alle veroorde- lingen wegens stakingsfeiten en postuleert de onontbeerlijke herziening van het geldelijk statuut ten einde de weerslag te vermijden op gans de loopbaan van de niet-uitbetaling der dagen tijdens dewelke de personeelsleden hebben deelgenomen aan een staking waartoe door een erkende personeelsgroepering besloten werd. B TER HERINNERING De amnestie. — Het lijdt geen twijfel dat de zogezegde „stakingsfeiten" destijds verkeerd zijn geïnterpreteerd geworden, hetgeen dan ook overdreven en onrechtvaardige sancties heeft meegebracht. Sommigen van onze kameraden waren in deze hard getroffen geworden in hun loopbaan. Wij verheugen er ons vandaag om dat de amnestie een voldongen feit is geworden. Eerst en vooral zijn de straffen van meer dan een maand hechtenis toegepast ingevolge stakingsfeiten in 1960-1961 tot één maand verminderd. Nu worden deze straffen ingevolge de amnestiewet uitgewist. De stakingsfeiten opsporen, de uitgesproken vonnissen inzamelen, door de belanghebbenden de verzoekschriften laten indienen, dit alles gaf aanleiding tot veel nodig administratief werk om de amnestie te kunnen bekomen. Ongetwijfeld ging het hier om een moeizame en zeer uitgebreide taalt. 17
256
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Dank zij de spoed, door de Minister van Justitie aan de dag gelegd, is deze amnestie nu een gedane zaak. Het nieuwe geldelijk statuut regelt het probleem bedoeld in de resolutie. C CONCLUSIE De wet van 7 juni 1963 voorziet, door individuele K.B., de schrapping plus de rehabilitatie of de vermindering der boeten of gevangenisstraffen wegens stakingsfeiten (van 20.12.1960 tot 23.1.1961). Inzake weddebevordering is geen vertraging meer voorzien.
DE HANDHAVING VAN DE ORDE
Het neerleggen van het wetsontwerp houdende amnestie voor de stakers van december 1960 tot januari 1961 had als uitvloeisel — in het kader van de regeringsverklaring — het indienen van wetsontwerpen op de ordehandhaving. Eerste bekommernis : de voorlichting ,.De Tribune" heeft in ruime mate van deze aangelegenheid gewag gemaakt en niets werd verheeld in verband met de gevaren vervat in de aanvankelijke teksten waarop een ongemeen groot aantal amendementen werd ingediend. In onze vakpers heeft het niet gemankeerd aan circulaires en andere teksten dienaangaande. Dit probleem werd tevens ruimschoots behandeld in een brochure die werd toegestuurd aan al onze militanten. Zowat over heel het land werden daarover belangrijke voorlichtingsvergaderingen belegd. Kortom, er werd een breedopgevatte voorlichtingscampagne gevoerd. Stellingnamen Op 24 september 1962, uiting gevend aan zijn voldoening over de stelling ingenomen door het Bureau van het A.B.V.V., spreekt het Uitvoerend Bureau zich insgelijks uit tegen de ontwerpen en verklaart het formeel geen enkele maatregel te dulden die van aard zou zijn de uitoefening van het stakingsrecht te beperken. o. OORSPRONKELIJKE ONTWERPEN
Het ontwerp nr. 420 betreffende inbreuken op politieverordeningen in geval van oproer, vijandige samenscholingen en ernstige inbreuken op de openbare vrede (ingeval van staking, bij-
258
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
voorbeeld)^ voorzag „een gevangenisstraf van 8 dagen tot 3 maanden". De voorziene«traf was onaanvaardbaar. Het gevolg ervan was voorhechtenis en eventueel gedurende vijf jaar beroving van het kiesrecht ! Voegen wij daaraan toe dat de boeten berekend werden voor de rijken ! (10.000 fr.) Bij het ontwerp nr. 421 zouden de Gouverneurs het recht bekomen de plaats in te nemen van de burgemeesters in hun functie, van hoofd van de politiemacht. Dit is de verloochening van de politieke democratie (de burgemeester is immers de gekozene van het volk) en het einde van de gemeentelijke autonomie. Bijgevolg,- te verwerpen door alle ware democraten ! Door het ontwerp nr. 422 werd aan de paritaire comités een louter adviserende rol toegekend. Het beslissingsrecht ten overstaan van de vaststelling der vitale behoeften zou voortaan aan de uitvoerende macht — dus aan de Regering — toebehoren. De beslissende rol van de paritaire comités in het gedrang, ziedaar het werkelijk gevaar dat de verdedigers van het vrije vakböndswezen moeten bestrijden. Het ontwerp nr. 424 houdende wijziging van het Strafwetboek doelde in sommige artikelen op de stakingspiketten. Tot voorbeeld halen wij aan : de mondelinge bedreiging en de belemmeringen van het verkeer der voertuigen. Hierna volgt het advies uitgebracht door het A.B.V.V. op het Nationaal Comité einde 1962 ;,Dfc Nationale Arbeidsraad bracht een advies uit over het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 19 augustus 1948 betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd. „Over de andere twee wetsontwerpen moet de Nationale Arbeidsraad nog advies uitbrengen. „In het eerste uitgebrachte advies vinden wij een meerderheidsen een minderheidsstelling. „Het A^B.V.V. heeft ter gelegenheid van de bespreking van het eerste advies zijn standpunt bepaald ; tegenover al de ingediende wetsontwerpen.
De syndicale activiteit' - Verwezenlijkingen
259
„Tengevolge van deze stellingname hebben de patroons en het A.C.V. elk afzonderlijk nog een standpunt weergegeven, die bij het advies zijn gevoegd. „De verklaringen, gegeven door het Verbond der Belgische Nijverheid en het Algemeen Christelijk Vakverbond, moeten als antwoord dienen op het standpunt dat de vertegenwoordigers van het A.B.V.V. hebben ingenomen. „Wij geven hieronder het advies weer, dat door het A.B.V.V.. in de Nationale Arbeidsraad werd neergelegd. „De Raadsheren die het A.B.V.V. vertegenwoordigen, zijn van mening dat de door de Regering ingediende wetsontwerpen, nrs. 420 tot en met 424, een geheel vormen. „Zoals uit de eerste bespreking van het wetsontwerp nr. 422 bleek, zijn zeker de ontwerpen nrs. 420 en 421 nauw verbonden met het ontwerp nr. 422 dat de Raad in eerste instantie bezighield. „Ongetwijfeld zijn deze wetsontwerpen allen geïnspireerd door dezelfde gebeurtenissen en getuigen zij allen van eenzelfde wil, nl. het bemoeilijken van de uitoefening van het stakingsrecht. „Het A.B.V.V. heeft zich dan ook om deze redenen tegen de ontwerpen uitgesproken. Bij het innemen van dit standpunt vertolkt het A.B.V.V. zeer zeker de wil van de massa zijner aangeslotenen. „Men kan onmogelijk loochenen dat de wetsontwerpen door één en dezelfde optiek bezield zijn als men vaststelt dat zij voor gevolg hebben dat bepaalde ministers en de provinciegouverneurs de 'arbeiders zouden kunnen opeisen (nr. 422), de gemeentelijke politie in feite tot een Rijkspolitie wordt gemaakt (nr. 421) en de maxima der straffen die kunnen opgelegd worden inzake overtredingen van besluiten, genomen door de provinciegouverneurs en arrondissementscommissarissen verhoogd worden van 14 dagen gevangenisstraf tot 3 maanden en van 200 tot 1.000 fr. boete (nr. 420). „Er moet werkelijk niet verder in detail getreden worden om aan te tonen dat de voorgenomen maatregelen aan de uitvoerende macht zouden toelaten om elke stakingsbeweging in de kiem te smoren. Indien bijv. een verbod tot samenscholing van meer dan 5 man wordt uitgevaardigd, zouden aan de leden van een stakingspiket boeten kunnen opgelegd worden gaande tot 20.000 fr. „Het bijwonen van een stakersvergadering zou zelfs aanleiding kunnen geven tot een in voorlopige hechtenisneming of zou
260
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
aan het parket de mogelijkheid bieden op de aanwezigen een ongewoon zware financiële dwang uit te oefenen, bijv. door het voorstellen van een dading van 10.000 fr. (art. 180, wetboek strafvordering). „Deze enkele principiële en theoretische overwegingen bij de tekst van de wetsontwerpen tonen op duidelijke wijze de gevaren aan die in deze ontwerpen schuilen voor de vakbeweging voor wat de uitoefening van het stakingsrecht aangaat. „Het zijn juist deze gevaren die het A.B.V.V. ertoe geleid hebben zich tegen de ontwerpen uit te spreken. „Wat nu meer in het bijzonder het wetsontwerp nr. 422 strekkende tot wijziging van de wet van 19 augustus 1948 betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd aangaat, is het A.B.V.V. van oordeel dat de wet van 1948 voldoet. „Tijdens de vergaderingen van de bevoegde commissie van de Nationale Arbeidsraad antwoordden de woordvoerders van de vertegenwoordigers der werkgevers als deze van de Regering ontkennend op de vraag gesteld door een vertegenwoordiger van het A.B.V.V. of de toepassing van de wet van 1948 aanleiding had gegeven tot moeilijkheden. „Het is inderdaad zo dat de nu 14-jarige toepassing van de wet aan iedereen voldoening gaf. Niet alleen werden talrijke collectieve overeenkomsten afgesloten in uitvoering van de wet die op hun beurt stipt werden nageleefd, maar zelfs daar waar dergelijke overeenkomsten niet bestonden zijn steeds in gemeen overleg de nodige veiligheidsmaatregelen getroffen en zonder hinder uitgevoerd. „De feiten wijzen niet alleen uit dat de beweegredenen, door de indiener van het wetsontwerp ingeroepen nl. „Die wet moet nochtans worden herzien en aangepast aan de technische, economische en sociale evolutie. Dit wetsontwerp wil die aanpassing verwezenlijken" op geen enkel gegeven berust en een loutere gemeenplaats is, maar ook dat de wetgever van 1948 niet teleurgesteld werd door de vakbondsorganisaties voor het gegeven vertrouwen, dat als volgt onder woorden werd gebracht door de verslaggever voor de Kamer : „In de laatste jaren trad meer en meer de gewoonte op de voorgrond dat syndicale organisaties ingeval van sociale conflicten met de patroonsorganisaties in contact kwamen om in gemeen overleg maatregelen te nemen tot vrijwaring, bescherming, instandhouding van voor de produktie essentiële elemen-
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
261
ten, ten einde het produktiepotentieel te behoeden voor beschadiging, verval of buiten gebruikstelling." „En na een voorbeeld geciteerd te hebben van samenwerking tussen arbeiders en patroons betreffende een staking der metaalarbeiders, verklaart hij verder: „Het arbeiderssyndicalisme is dus resoluut de weg opgegaan van de verstandhouding voor de vrijwaring van de produktiemogelijkheden voor zover deze van essentieel belang zijn voor het geheel. „Uitgaande van deze vaststelling hebben de ondertekenaars van bedoelde amendementen geoordeeld dat er reden toe bestond het syndicalisme vertrouwen te schenken en zulkdanige maatregelen te nemen, waardoor syndicale en patroonsafgevaardigden, na onderlinge verstandhouding en na voorafgaande afspraak, de maatregelen bepalen en omschrijven die dienen genomen te worden in uitzonderlijke omstandigheden en met het inzicht het algemeen belang te dienen. » Zulk ontwerp is in feite een blijk van vertrouwen in de rijpheid en de zin voor het algemeen welzijn waarvan het syndicalisme reeds meermalen blijk heeft gegeven." „Het A.B.V.V. stelt vast dat het wetsontwerp een ruimere bevoegdheid wil geven aan de paritaire comités door deze te belasten met het bepalen der levensbehoeften en deze taak niet langer over te laten aan de Uitvoerende Macht, zoals dit gebeurd is met de Koninklijke Besluiten van 27 juli 1950 en 24 maart 1961. „Het valt te betreuren dat de eventuele uitbreiding der bevoegdheid van de paritaire comités voorgesteld wordt in een geheel van ontwerpen waarvan de algemene strekking onaanvaardbaar is voor het A.B.V.V." b. GEAMENDEERDE ONTWERPEN
Dank zij de reacties worden aan de aanvankelijke ontwerpen fundamentele wijzigingen gebracht. De A.C.O.D. mag fier zijn op haar actief aandeel in deze strijd tot voorlichting en verzet. Zij blijft trouwens op haar hoede, want alles is nog niet in kannen en kruiken. Zelfs is er een bepaald stakingsrecht in de openbare sector dat ernstig in gevaar komt en waarover verder zal gehandeld worden. Laten wij de inhoud van de geamendeerde ontwerpen samenvatten.
262
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Het ontwerp 420 voorziet nu declassering van de straffen, met andere woorden een maximum gevangenisstraf van 28 dagen. Voorhechtenis en beroving van kiesrecht zouden bijgevolg verdwijnen. Dit moest te allen prijze bereikt worden. Het ontwerp 421 wordt buiten de ganse discussie gehouden. Het zal gevoegd worden bij de betwiste zaken van de deconcentratie, zegt men. Tenzij het zou gaan, zoals wij hopen, over een onbepaalde verdaging. Het ontwerp 422 schenkt de volmacht weer aan de paritaire comités die reeds beslissingen hebben getroffen betreffende het instandhouden van het werktuig en de vitale behoeften. (Vele paritaire comités bevinden zich in dit geval, namelijk deze van het gas- en elektriciteitsbedrijf.) De uitvoerende macht, de Regering dus, kan tussenbeide komen in bepaalde voorwaarden daar waar de paritaire comités het nodige niet hebben gedaan. In bepaalde gevallen wordt de mogelijkheid voorzien voor de Minister van Arbeid en Tewerkstelling of voor de Minister van Economische Zaken en Energie de personen op te roepen (of op te vorderen, als ge dit verkiest) die in de onderneming tewerkgesteld zijn om er de prestaties uit te voeren die vastgesteld zijn voor het instandhouden van het werktuig en de vitale oehoeften. De Regering voert een artikel 8bis in waarbij het onwettelijk Koninklijk Besluit van 27 juli 1950 voor de openbare sector wettig gemaakt wordt en waardoor aan de werknemers elk eigenlijk stakingsrecht wordt ontnomen. Het ontwerp 424 maakt de anomalieën van de mondelinge bedreiging ongedaan, bijvoorbeeld door het afschaffen van het artikel 330ter ; enkele woorden zoals „voertuigen", die onaannemelijk geacht worden, zijn uit de oorspronkelijke tekst geschrapt.
De geamendeerde ontwerpen kunnen de A.C.O.D. geen voldoening schenken. De onwettelijke bepalingen van het koninklijk besluit van 27 juli 1950 zijn onaanvaardbaar. Het artikel 8bis van het ontwerp nr. 422 moet verdwijnen, zoniet zullen de aangeslotenen van de A.C.O.D. opgeroepen worden om hun verantwoordelijkheid op te nemen. De nationale Gemeenschappelijke Actie heeft formeel de ver-
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
263
bintenis aangegaan in dit opzicht voldoening te geven aan het gerechtvaardigd verzet van onze organisatie. Andere amendementen nog zijn noodzakelijk : dit namelijk in verband met het verbod van de aanwezigheid van „onderkruipers" wanneer wordt overgegaan tot het oproepen van het onontbeerlijk personeel om de vastgestelde minima-prestaties te verzekeren. Onder geen enkel voorwendsel mag het ontwerp nr 421 het daglicht zien. 'Betreffende de stakingspiketten zijn er nog andere preciseringen die in de tekst moeten gewijzigd worden.
De thans aangebrachte wijzigingen stemmen overeen met wat door de werknemers is gewild. Dit is opperbest. Een belangrijke weg is afgelegd, maar het doel is nog niet bereikt.
Het Nationaal Comité van 1 maart 1963 verklaart formeel dat de zogeheten ontwerpen op de ordehandhaving, zelfs in hun huidige tekst, onaanvaardbaar zijn en derhalve verworpen moeten worden omdat o.a. : l.de stakingspiketten als vijandige samenscholingen kunnen worden beschouwd en het verdubbelen van het maximum der straf niet te rechtvaardigen is (ontwerp 420); 2. het intrekken van het ontwerp 421 niet gewaarborgd is ; 3. de Openbare Diensten in het ontwerp 422 beoogd worden door de wetgeving van de onwettelijke Koninklijke Besluiten <• van 27 juli 1950 en van 31 december 1960 ; 4. de Uitvoerende Macht door het invoeren van een onaanvaardbaar principe, de mogelijkheid heeft de plaats in te nemen van de paritaire commissie op een gebied dat tot hiertoe uitsluitend in de bevoegdheid van deze laatsten lag, namelijk : dit van het bepalen der maatregelen die dienen genomen om de vitale belangen te voldoen en van „de aanduiding en oproeping", met andere woorden de opvordering van de werknemers; 5. het ontwerp 424 omvat onder meer maatregelen die een erge verzwaring zijn van de voorziene straffen voor om het even welke belemmering van het verkeer, wat het risico mee-
264
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
brengt een staking in het vervoer, met inbegrip van het spoorwegverkeer, onmogelijk te maken. c. DERDE VERSIE
De Nationale Gemeenschappelijke Actie treedt onze zienswijze bij en gaat formeel de verbintenis aan het rechtmatig verzet van onze organisatie ten aanzien van het beruchte artikel 8 bis en van de bepalingen van het K.B. van 27.7.1950 tot een goed einde te brengen. Er worden nog andere suggesties aangehouden, met name : de besprekingen in de parlementaire commissies en in de openbare zitting van de Kamer hebben aanleiding gegeven tot nogmaals geamendeerde teksten. Deze derde versie zal meer dan waarschijnlijk door de Kamer van Volksvertegenwoordigers aangenomen zijn op het ogenblik dat dit artikel verschijnt. Het heeft zijn nut enkele beschouwingen ten beste te geven die onontbeerlijk zijn om elke dubbelzinnigheid te vermijden : 1. de schrapping der straffen waarvan de werknemers het slachtoffer geweest zijn door de beteugeling van de staking 19601961 is de inwilliging van een onzer eisen ; 2. de openbare diensten worden niet langer bedoeld door het ontwerp nr. 422 zodat wij tot de bestaande toestand zijn teruggekeerd. Op deze eis van de A.C.O.D. is ingegaan, hetgeen voor ons van kapitaal belang i s ; 3. de door de nationale Gemeenschappelijke Actie aangegane verbintenissen inzake onderkruipers en stakingsposten zijn nagekomen ; 4. de meest gevaarlijke bepalingen zijn dus uit de ontwerpen tot handhaving van de orde verwijderd. Een belangrijke weg is afgelegd en de huidige teksten hebben nog maar weinig gemeens met de oorspronkelijke; 5. de betoonde reactie heeft klaarblijkelijk resultaten opgeleverd, want alle aangebrachte wijzgingen gaan de door de werknemers gewilde richting uit.
Het Uitgebreid Nationaal Uitvoerend Bureau van de Algemene Centrale der Openbare Diensten, op 5 april 1963 te Brussel bij eengekomen. stelt vast dat, dank zij de waakzaamheid van de werknemers,
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
265
de gewijzigde ontwerpen in verband met het handhaven der orde opnieuw geamendeerd werden ; stelt met voldoening vast dat de Openbare Diensten niet meer beoogd worden in het ontwerp nr. 422 ; bevestigt evenwel het door het Nationaal Comité der A.C.O.D. van 1 maart 1963 ingenomen standpunt; blijft steeds tegen de ontwerpen gekant omdat o.a. : 1. de stakingspiketten als vijandige samenscholingen kunnen worden beschouwd en omdat het verdubbelen van het maximum der straf niet te rechtvaardigen is (ontwerp nr. 420) ; 2. het intrekken van het ontwerp nr. 421 niet verzekerd is ; 3. de Uitvoerende Macht kan in sommige — in de tekst beperkte — gevallen zich in de plaats stellen van de Paritaire Commissie ! 4. het ontwerp nr. 424 behelst o.a. maatregelen die de voor om 't even welke belemmering van het verkeer voorziene straffen verzwaren, het optreden van de stakingspiketten inbegrepen. C CONCLUSIE Een uiterst groot gevaar is vermeden kunnen worden dank zij de waakzame houding van elkeen. Sommige bepalingen zijn tegen onze wil in toch wettelijke beschikkingen geworden. Van het ontwerp 421 is niets in huis gekomen. Laten wij er volledigheidshalve nog aan toevoegen dat een ander ontwerp, het zogeheten ontwerp-Servais, niet werd ingediend doordat het op het Nationaal Comité van het A.B.V.V. afgewezen werd.
VOORDELEN AAN DE GESYNDIKEERDEN
A
RESOLUTIE
Het Congres gelast het. Bestendig Secretariaat binnenkort een studieweekend in te richten om het probleem van de ongesyndikeerden te onderzoeken. Het komt op voor een herziening van het syndicaal statuut op grond van de ideeën welke voorkomen in het verslag betreffende de inrichting van de syndicale raadpleging. B TER HERINNERING Over dit probleem heeft het A.B.V.V. een uitstekend document laten verschijnen. Op 15 november 1962 werd door het A.B.V.V. een Studiedag georganiseerd. De militanten hebben gelegenheid gehad kennis te nemen van bovenbedoeld document en in „De Tribune" nr. 20 van de maand december 1962, is een artikel verschenen betreffende het voorbehouden van voordelen aan de gesyndikeerden alleen. Het A.B.V.V.-Congres van 15, 16, 17 en 18 december 1962 heeft volgende resolutie gestemd : Het Congres van het A.B.V.V. is van oordeel dat de eis door de gesyndikeerde arbeiders gesteld, waarbij zekere sociale voordelen aan de gesyndikeerden alleen worden voorbehouden, gerechtvaardigd is. De verenigde arbeiders brengen zware offers voor de actie der vakbonden, waardoor sociale voordelen worden verkregen die aan iedereen ten goede komen. Zij oordelen dat ieder arbeider de morele plicht heeft solidair te zijn in de strijd voor de lotsverbetering der arbeidende klasse, dat iedereen moet bijdragen in de gevraagde offers, wat de aansluiting bij een vakbond inhoudt.
270
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Het A.B.V.V. blijft gekant tegen het verplicht syndicalisme, maar meent tevens dat diegenen die gebruik maken van hun recht tot onthouding en.niet tot een vakbond toetreden, daardoor ook de aanspraak verbeuren op wat met de offers en inspanningen van anderen verwezenlijkt wordt. Het Congres oordeelt dat het voorbehouden van zekere sociale voordelen aan de gesyndikeerden geenszins een inbreuk uitmaakt op de vrijheid van vereniging en de niet-verenigden er geen nadeel door ondervinden, daar alleen betracht wordt in zekere mate een einde te stellen aan een onrechtvaardige toestand. Er rekening mee houdend dat de gesyndikeerde arbeiders in feite meer betekenen voor de ondernemingen dan de nietverenigden, door de invloed door de vakbonden uitgeoefend voor het afsluiten en naleven van collectieve overeenkomsten, door de werking van zijn afgevaardigden in de ondernemingsraden, de comités voor veiligheid en gezondheid, door de vorming die aan de leden wordt gegeven, door het gunstig beïnvloeden van de produktiviteit, dat de arbeiders en de vakbeweging zich zware offers getroosten in tijd, inspanningen en geld opdat de vakbeweging haar omvangrijke taak in de economische en sociale samenleving zou kunnen vervullen, verzoekt het Congres aan de Centrales bij het afsluiten van overeenkomsten er over te waken dat er voordelen aan gesyndikeerden worden toegekend. C. CONCLUSIE Voornoemd werk geldt als vervanging van hetgeen door het Congres werd gevraagd.
SYNDICAAL STATUUT
A
RESOLUTIE
De A.C.O.D. eist opheffing van alle sancties, vraagt de stemming van een wet voor algemene amnestie voor alle veroordelingen wegens stakingsfeiten en postuleert de onontbeerlijke herziening van het geldelijk statuut ten einde de weerslag te vermijden op gans de loopbaan van de niet-uitbetaling der dagen tijdens welke de personeelsleden hebben deelgenomen aan een staking waartoe door een erkende personeelsgroepering besloten werd. B TER HERINNERING — Door het Gemeenschappelijk Front werd aan de Regering een nota betreffende het representatief syndicalisme overgemaakt : a. Het koninklijk besluit van 20 juni 1955 behandelt praktisch op dezelfde wijze, enerzijds, een handvol categorïële verenigingen die volstrekt niet in staat zijn verantwoordelijkheden op te nemen — welke zij trouwens uit principe en uit opportuniteit afwijzen — en anderzijds de representatieve vakorganisaties. Het staat boven alle twijfel verheven dat het syndicaal statuut enkel het representatief syndicalisme zou moeten betreffen, waardoor het met name mogelijkheden zou hebben om te ageren in de diensten, mogelijkheden die overeenstemmen met de grote verantwoordelijkheden die het opneemt. b. Bedoeld koninklijk besluit behelst een raadpleging van het personeel door toedoen van een reeks comités en raden die ,,de instellingen vormen welke de vertegenwoordiging (1) van het personeel verzekeren". Niemand zal het betwijfelen dat de structuur log en zwaar is. De ervaring heeft geleerd dat die structuur uiteraard slechts kan resulteren in een verwarmde en ondoeltreffende 18
T!.;i[SlM
272
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
raadpleging van het personeel, welke raadpleging heel vaak enkel tot doel heeft vastgelegde vormvereisten na te komen. De remedie ligt voor de hand : dat men alleen aan het representatief syndicalisme het recht toekent om het personeel te vertegenwoordigen. Daardoor zal de mogelijkheid ontstaan voor een klare en efficiënte raadpleging, die enkel lonend kan zijn én voor het personeel én voor degenen die voor het beheer van de openbare sector instaan. c. Door het recht, om het personeel te vertegenwoordigen, aldus uitsluitend toe te kennen aan het representatief syndicalisme is het onmisbaar dat aan dit syndicalisme het recht wordt erkend om, in een geest van toenadering, overleg te plegen met de openbare overheid over maatregelen die, gezien de evolutie van onze democratische maatschappij, niet langer meer getroffen mogen worden bij miskenning van of strijdig met de rechtmatige verzuchtingen van het personeel, geldig vertegenwoordigd door de grote vakorganisaties alleen. — Het akkoord van 28.10.1964 voorziet : a. het overmaken van onderrichtingen aan de gemeentelijke en provinciale overheid ten gunste van het onderwijzend personeel om het mogelijk te maken : 1. in de gebouwen syndicale berichten aan te plakken ; 2. syndicale vergaderingen' in de gebouwen te beleggen; 3. voor syndicale opdrachten verlof toe te kennen aan de personeelsleden die moeten zitting nemen in technische commissies, nationale comités of congressen van de meest representatieve vakorganisaties, b. het indienen van een wetsontwerp en de stemming ervan door het Parlement: wetsontwerp houdende erkenning door de N.M.B.S. van alleen die organisaties die vertegenwoordigd zijn in de Nationale Arbeidsraad en in de Centrale Bedrijfsraad, voor zover zij op het vlak ; ,Spoormannen" een zeker representatief karakter hebben. C CONCLUSIE Het Syndicaal Statuut van 20.6.1955 werd niet herzien. De syndicale verkiezingen hebben evenwel niet plaatsgehad doordat wij eisen dat vooraf bepaalde teksten gewijzigd worden. Er werd vooruitgang gemaakt in de richting van het door ons gestelde doel.
KINDERTOESLAGEN
A
RESOLUTIE
Het Congres eist: 1. toekenning van de verhoogde wezenbijslag volgens de leeftijd aan wezen en kinderen van invaliden ; 2. toekenning van de verhogingen volgens leeftijd aan het enige kind en aan de jongste kinderen der andere gezinnen ; 3. invoeren van een nieuwe leeftijdsklasse voor allen boven de 14 jaar. B. TER HERINNERING Op 1 oktober 1962 werden volgende maatregelen getroffen. a. -f- 50,— F voor het 2e kind -f 157,— F voor het 3e kind -j- 205,75 F voor het 4e kind -\- 128,75 F voor het 5e kind en elk der volgende kinderen b. Uitgezonderd voor het enig kind worden de bedragen der kindertoeslagen verhoogd met maandelijkse bijslagen die verschillen volgens leeftijd. In plaats van twee zijn er drie leeftijdsklassen in het leven geroepen. Vroeger 6 tot 10 jaar 10 jaar en ouder Nu 6 tot 10 jaar 10 tot 14 jaar 14 jaar en ouder c. De bijslagen volgens leeftijd worden uitgebreid tot de wezen en de kinderen van invaliden.
274
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
d. De geboortepremie wordt op 7.250 F gebracht voor het Ie kind en op 5.000 F voor de volgende. Het overleg op Hertoginnedal heeft volgende voordelen met zich gebracht: — sedert .1.4:1964 en tot de leeftijd van 25 jaar hebben de gehandicapte kinderen die aan bepaalde voorwaarden voldoen, recht op de bedragen voorzien voor de wezen van vader en moeder ; — sedert 1.10.1964 kunnen de studenten tot de leeftijd van 25 jaar kinderbijslag genieten mits het indienen langs hiërarchische weg van een aanvraag met vermelding dat deze kinderen geen winstgevende arbeid verrichten en mits bijvoeging van een schoolattest; — een nieuwe verhoging per 1.1.1965 zodat de huidige bedragen er als volgt uitzien :
Gewone meer dan 14 jaar
Ie 2e 3e 4e en
kind kind kind kind volg.
823,50 1.033,1.347,50 1.398,50
kinderbijslag
van 10 tot 14 jaar
van 6 tot 10 jaar
minder dan 6 jaar
523,50 934,75 1.249,25 1.300,25
523,50 848,1.162,50 1.213,50
523,50 733,1.047,50 1.098,50
Kindet en van Ie 2e 3e 4e en
kind kind kind kind volg.
1.18325 1.183,25 1.347,50 1.398,50
invaliden
883,25 1.085,1.249,25 1.300,25
Week van vader en/of Ie kind 2e kind en volg.
1.800,1.800,-
1.500,1.701,75
883,25 998,25 1.162,50 1.213,50
883,25 883,25 1.047,50 1.098,50
moeder 1.500,1.615,-
1.500,1.500,-
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
275
Bijslag „Rijk" — Voor het eerste en voor het tweede kind: 127 F — Voor het derde kind : 131 F — Voor het vierde kind : 157 F — Van het vijfde kind af : 167 F Geboortetoeslag — Ie kind 7.780 F — 2e kind 5.366 F — 3e en volgende kinderen 2.887 F Een spijtige maatregel werd getroffen met het K.B. van 10.3.64. De maandelijkse toeslagen toegekend in de overheidssector zijn verminderd met 20 F voor het Ie, 2e en 3e kind. C CONCLUSIE De punten 1 en 3 zijn volledig verwezenlijkt, het tweede punt gedeeltelijk.
TOELAGE VOOR UITOEFENING VAN HOGERE FUNCTIES
A. RESOLUTIE Het Congres geeft opdracht aan het Bestendig Secretariaat en aan het Uitvoerend Bureau de gedane krachtsinspanningen voort te zetten om wijziging te bekomen van het Besluit betreffende de toelage voor waarneming van hogere functies. Het vraagt nl. afschaffing van het onderscheid dat gemaakt wordt tussen de toelage voor plaatsvervanging en de toelage voor interim en verder gevoelige vermindering van de opgelegde termijnen voor het bekomen der toelagen. B TER HERINNERING Het Regentsbesluit van 12.4.1950, houdende toekenning van de toelage wegens uitoefening van hogere functies en dat gewijzigd werd door een aantal koninklijke besluiten, is voortaan opgeheven en vervangen door het. K.B. van 22.7.1964 handelend over hetzelfde voorwerp en verschenen in het Belgisch Staatsblad van 29.7.1964. De vervangingstoelage wordt toegekend tijdens de aanvankelijke periode van 8 maanden volgend op de Ie aanstelling. Het jaarbedrag is gelijk aan tweemaal de waarde van de laatste tweejaarlijkse verhoging welke de weddeverhoging regelt in de schaal van de graad waarmede het personeelslid tijdelijk bekleed is, zonder het bedrag van de interimtoelage te mogen overschrijden. Let wel dat de toekenning van deze toelage ondergeschikt wordt gemaakt aan het waarnemen van de hogere functie in een tijdsminimum : 90 dagen in de Centrale besturen en 30 dagen in de buitendiensten. De interimtoelage wordt na de acht eerste maanden toegekend en stemt overeen met het bedrag van het verschil tussen de bezoldiging welke het personeelslid zou genieten in de graad
280
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
van de voorlopig waargenomen functie en de bezoldiging welke het in zijn werkelijke graad geniet. Die toelagen worden per maand betaald en zijn gekoppeld aan de schommeling van het indexcijfer der kleinhandelsprijzen ; zij zijn ook gekoppeld aan index 110. Personeelsleden die in aanmerking voor het K.B. van 31.5.1958
komen
De gerechtigden op dit besluit bekomen, met uitwerking per 1.7.1962 : 1. de geldelijke voordelen welke hun verzekerd worden door het K.B. van 22.2.1963 waarbij 10 % verhoging van de maxima wordt toegestaan met betrekking tot de maxima van 1951 (fictieve schalen welke zij eventueel verder op al de verhogingstrappen zullen doorlopen) ; 2. vaststelling van deze fictieve schalen tegen 117,5 % ; 3. verhoging met 3.600 fr. van de aldus vastgestelde weddebedragen ; 4. op 1.1.1965, nieuwe verhoging met 3.400 fr. (tot 170.000 fr.) of van 2 % (meer dan 170.000 fr.) ; 5. het behoud van de uit voorgaande beschikkingen voortvloeiende voordelen tot het ogenblik waarop de thans vigerende nieuwe geldelijke regeling hun in de schaal van hun werkelijke graad minstens een gelijke wedde zal waarborgen; 6. het eventuele genot van de haard- en standplaatstoelagen aan de huidige bedragen ; 7. voor het geheel van voormelde voordelen, de aan de schommelingen van het indexcijfer te wijten verhogingen (2,5 % sinds 1.8.1962 - 5 % sinds 1.12.1963 - 7 , 5 % sinds 1.8.1964 10 % sinds 1.1.1965). C CONCLUSIE Het nieuwe besluit heeft omzeggens geen wijzigingen gebracht in de vroeger vigerende bepalingen ; het werd enkel aangepast aan de nieuwe bezoldigingsregeling. Alleen de personeelsleden die in aanmerking komen voor het koninklijk besluit van 31 mei 1958 hebben bepaalde voordelen bekomen zonder daarom het totale voordeel te genieten van de herziening en van de revalorisatie. Het door het Congres gestelde objectief is dus niet bereikt kunnen worden.
TOELAGE VOOR BUITENGEWOON WERK
A
RESOLUTIE
Het Congres eist aanpassing van de wet van 1921 aan de nieuw ontstane toestand ingevolge de invoering van de vijfdagenweek en de 45 uren. Het gelast het Bestendig Secretariaat en het Uitvoerend Bureau te zorgen voor aanpassing van het besluit van 30.3.1950. B TER HERINNERING 1. Aanpassing van de wet van 1921 De syndicale raadpleging in verband met het wetsontwerp betreffende de arbeidsduur in de openbare en de privé-sector had vooreerst plaats in de schoot van een subcomité dat bijeen is gekomen op 19 juli 1963. De Algemene Syndicale Raad van Advies heeft op 24 juli 1963 vergaderd met dit ene punt op de agenda. De A.S.R.A. heeft eenparig geadviseerd dat alle personeelsleden uit de overheidssector minstens dezelfde voordelen moesten genieten als die in het ontwerp gewaarborgd voor alle werknemers. In het Staatsblad van 29 juli 1964 verscheen de tekst van de wet van 15 juli 1964 betreffende de arbeidsduur in de openbare en privé-sector. Dienaangaande zijn artikels verschenen in „De Tribune" nr. 14 van december 1963 en in „De Tribune" nr. 15 van september 1964. De wet op de arbeidsduur werd dus aangepast aan de beslissing houdende invoering van de 45 uren. 2. Aanpassing van het besluit van 30 maart 1950 De Algemene Syndicale Raad van Advies is op 12 september 1962 bijeengekomen ter onderzoek van een voorstel ertoe strekkende 'de uitzonderlijke prestaties, verstrekt op zon- en feest-
282
De syndicale activiteit,- Verwezenlijkingen
dagen, dubbel d.w.z. tegen 200 % te bezoldigen, waarbij evenwel aan de Minister de gelegenheid wordt gelaten om naast het normale loon compensatieverlof toe te kennen. Dit voorstel werd eenparig goedgekeurd onder voorbehoud dat aan het personeelslid de keuze wordt gelaten. Naar aanleiding van de bekendmaking van de wet van 15 juli 1964 is het subcomité bijeengekomen op 29 december 1964, terwijl de voltallige Raad vergaderd heeft op 20 januari 1965. De A.S.R.A. is akkoord gegaan met de conclusies van het subcomité waar onze Centrale amendementen had voorgedragen. Het desbetreffende besluit is vooralsnog niet verschenen. Onze stelling werd bekendgemaakt via „De Tribune" nr. 2 van 1965. C CONCLUSIE Punt I van de resolutie is verwezenlijkt, terwijl punt II hoogstwaarschijnlijk binnen zeer afzienbare tijd eveneens zal geregeld worden.
VERGOEDINGEN DIE WERKELIJKE UITGAVEN DEKKEN
A. RESOLUTIE Het Congres wijst op de noodzakelijkheid onmiddellijk over te gaan tot een grondige herziening van de toekenningsvoorwaarden der verschillende vergoedingen die werkelijke uitgaven dekken. Eens deze vergoedingen aangenomen zouden zij moeten gekoppeld worden aan het indexcijfer volgens een nader te bepalen mobiliteitsformule. B TER HERINNERING 1. Verblijfkosten Die kwestie werd behandeld in de Algemene Syndicale Raad van Advies - vergadering van 26.2.1964. Onze leden zullen zich herinneren dat wij ons beklaagden over het uitblijven van een beslissing inzake de vergoedingen wegens verblijfkosten. Nu is eindelijk in het Belgisch Staatsblad van 6 januari 1965 het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van deze vergoedingen verschenen. Op de eenparige wens van de leden van de Algemene Raad om het bedrag van deze vergoedingen te zien koppelen aan de schommelingen van het indexcijfer is ingegaan. De Algemene Raad had eveneens gevraagd het verschil te zien verminderen tussen de lagere groepen en de andere, ten einde het volledige evenwicht in het leven te roepen mits het verschil tussen de drie achtereenvolgende bedragen op 20 fr. vast te stellen. Ook op deze eis wordt ingegaan. Verder voorziet het besluit geen enkel verschil tussen het regime van vergoedingen wegens verblijfkosten voor werklieden en voor bedienden. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1965.
284
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Bedragen. — De oude bedragen waren vastgesteld op 25 fn eenvormig voor reizen van meer dan 5 uur en minder dan 8 u u r ; voor 8 uur en meer: 65 tot 125 fr. De toeslag wegens nachtverblijf ingeval van kosteloos logies bedroeg 65 tot 105 fr ; wanneer het logies op kosten van het personeelslid geschiedde : 105 tot 155 fr. Deze bedragen worden nu :
Reizen per kalenderdag : Graden ingedeeld in rangen 15 a 17 10 a 14 andere rangen
Toeslag wegens Nachtverblijf
Van meer Logies op dan 5 u. tot Van 8 uur kosten van minder dan en meer het perso8 uur neelslid 25 125 285 25 105 265 25 85 245
Kosteloos logies 150 130 110
Ter herinnering : reizen van een ononderbroken duur van meer dan vijf uur tot minder dan acht uur waarin het dertiende en het veertiende uur van de dag volledig begrepen zijn, geven evenwel aanleiding tot de toekenning van de vergoeding bepaald voor de reizen van een duur van ten minste acht uur. 2. Reiskosten De Algemene Syndicale Raad van Advies bijeengekomen op 26 februari 1964 heeft reeds verschillende vergaderingen gewijd aan de bespreking van deze kwestie. Het besluit is verschenen in het Staatsblad van 2.2.1965. Algemeen beschouwd betekent de beslissing een verbetering. Toch moeten wij betreuren dat de Staat niet besloten heeft de toeslag omniumverzekering te zijnen laste te nemen, hetgeen wij tijdens de syndicale raadpleging gevraagd hadden. Kort overzicht van de nieuwe bepalingen De toelatingen om in het belang van de dienst gebruik te maken van een eigen motorvoertuig zijn het voorwerp van een besluit dat genomen wordt door de betrokken Minister op gunstig advies van de Inspecteur van Financiën. De toelatingen zijn slechts geldig tot 31 december van ieder jaar ; zij zijn ondergeschikt aan het bijhouden van een reiswijzer. De ambtenaren
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
285
die bekleed zijn met een graad ingedeeld in de rangen 17, 16 of 15 zijn evenwel vrijgesteld van het houden van die reiswijzer. Het ministerieel besluit bepaalt eveneens het maximum aantal kilometers waarvoor de jaarlijkse toelating geldt, het hoogste belastbaar vermogen van het voertuig dat voor de uitkering van de vergoeding aanvaard is en eventueel de gemeente. Het maximum aantal kilometers kan per dienst worden bepaald. In' geen geval mag het belastbaar vermogen van het voertuig, dat voor de uitkering van de vergoeding wordt aangenomen, hoger liggen dan : 19 14 11 9
pk pk pk pk
voor voor voor voor
de de de de
ambtenaren ambtenaren ambtenaren ambtenaren
van van van van
rang 17 de rangen 15 en 16 de rangen 13 en 14 de overige rangen.
Wanneer het werkelijk belastbaar vermogen van het voertuig kleiner is dan het door de Minister vastgesteld belastbaar vermogen, dan wordt het bedrag van de kilometervergoeding bepaald door het werkelijk belastbaar vermogen. Behoudens uitdrukkelijke bepaling mag de betrokkene de verplaatsingen binnen de agglomeratie van zijn standplaats niet in rekening brengen. In voorkomend geval bepaalt de bijzondere toelating van de Minister voor die verplaatsingen een afzonderlijk maximum aantal kilometers. De personen die voor hun dienstreizen gebruik maken van een wagen die hun toebehoort, hebben recht, ter vergoeding van al de kosten die uit het gebruik van dat voertuig voortspruiten, op een kilometervergoeding vastgesteld overeenkomstig de tabel welke bij dit besluit is gevoegd. Deze tabel kan ieder jaar worden gewijzigd door de Minister tot wiens bevoegdheid het openbaar ambt behoort. De kilometervergoeding wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de betrokken minister en de minister tot wiens bevoegdheid het openbaar ambt behoort ingeval gebruik wordt gemaakt van een ander vervoermiddel dan een wagen, alsmede voor de dienstreizen van personen die in het buitenland verblijven.
286
De syndicale activiteit . Verwezenlijkingen
1 il vermogen 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
2 Kilometervergoedingen 2,20 2,30 2,35 2,60 2,80 2.90 3,25 3,50 44,30 4,50 4,70 4,85 5,30 5,65 6,05 6,10 6,15
3 1,55 1,70 1,70 1,90 2,05 2,05 2,35 2,50 2,80 3,05 3,15 3,30 3,45 3,65 3,95 4,15 4,15 4,20
De in kolom 2 vermelde bedragen worden toegekend voor de eerste 12.000 k m ; de bedragen van kolom 3 worden toegekend vanaf de 12.001 km per jaar afgelegd. Als één van de grote eisen die wij gesteld hadden, was er de jaarlijkse herziening. Het principe komt voor in artikel 13 van bedoeld besluit. Sommige personeelsleden zullen het voordeel hebben van vergoedingen ingeval gebruik wordt gemaakt van velomotoren. De toelatingen om van zulk voertuig gebruik te maken worden gegeven door de betrokken Minister, die tevens het bedrag van de vergoeding bepaalt. C. CONCLUSIE Eindelijk werd het koninklijk besluit van 1950 gewijzigd. Zoals gevraagd worden de verblijfkosten gekoppeld aan de indexschommelingen en zullen de reiskosten jaarlijks herzien kunnen worden.
VERGOEDING VOOR VERANDERING VAN WOONPLAATS
A. RESOLUTIE Het Congres spreekt zich uit voor een vergoeding voor verandering van woonplaats gegrond op de barema-groep waartoe het personeelslid behoort. Het is van mening dat de personeelsleden, die een woonhuis betrekken in het belang van de dienst te hunner beschikking gesteld, op het ogenblik van hun opruststelling een vergoeding voor verandering van woonplaats zouden moeten genieten. B TER HERINNERING Het bedrag van de forfaitaire toelage, verleend aan de Rijkspersoneelsleden ingeval van verandering van woonplaats bevolen in het belang van de dienst, was bepaald door het Ministerieel Besluit van 31.7.1946. Die bedragen waren: Forfaitaire vergoeding Toeslag per km (heen-terug) Ie categorie 2e categorie 3 e en 4e categorie
2.000 1.650 1.500
22,50 20 15
De Algemene Syndicale Raad van Advies is op 18.11.1964 bijeengekomen ter bestudering van een voorstel ertoe strekkende deze bedragen als volgt te verhogen :
niveau 1 niveau 2 niveaus 3 en 4 19
Forfaitaire vergoeding
Toeslag per km (heen-terug)
6.050 5.200 4.350
34 29 24
288
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
met dien verstande dat bovenstaande bedragen gekoppeld zijn aan indexcijfer 110 en in dezelfde mate schommelen als de wedde. De personeelsleden met een gezin, bestaande uit meer dan 4 personen, zouden ondersteld worden te behoren tot het hogere niveau. Dit voorstel werd eenparig afgewezen. De Algemene Raad heeft erop gewezen : 1. dat de voorgestelde bedragen geen rekening houden met de verhoging die kortgeleden werd doorgevoerd in de sector der verhuizingsbedrijven, noch met de toeslag van 10% toegepast wanneer de verhuizing op bepaalde dagen plaatsheeft (13 tot 17 en 26 tot 2). 2. dat het niet meer opgaat een onderscheid te maken tussen de personeelsleden van de niveaus 2, 3 en 4 inzake de belangrijkheid en de hoeveelheid van hun meubilair. De Algemene Raad stelt dan ook voor : a. het bedrag van 6:050 F voor de personeelsleden van het Ie niveau goed te keuren ; b. één enkel bedrag van 5.200 F te voorzien voor de personeelsleden van de niveaus 2, 3 en 4. Dit laatste voorstel werd aanvaard met 15 stemmen en 1 onthouding. De Algemene Raad heeft zich echter eenparig uitgesproken voor de koppeling der bedragen aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen en voor het toekennen van de bijslag van 850 F aan de gezinnen bestaande uit meer dan 4 personen ; Ook heeft de Algemene Raad eenparig de wens geopperd dat de toekenning van de hogerbedoelde forfaitaire vergoeding zou worden uitgebreid tot de personeelsleden die verplicht zijn om bij hun oppensioenstelling een tot de Staat behorende huisvesting te verlaten, zomede tot de andere rechthebbenden die zich in dezelfde toestand bevinden bij het overlijden van de echtgeno(o)te, de vader, enz... C. CONCLUSIE De stellingen die door ons Congres werden aangenomen, werden verdedigd in de Algemene Syndicale Raad van Advies en wij wachten op de publicatie van het besluit om te zien wat de Hogere Overheid met onze voorstellen zal gedaan hebben.
STATUUT VAN HET PERSONEEL
A
RESOLUTIE
Het Congres neemt akte van het verslag opgemaakt door de Commissie voor de hervorming van Rijksinstellingen. Het gelast het Bestendig Secretariaat en het Uitvoerend Bureau met het opmaken van een wetsontwerp of -voorstel houdende algemene principes voor het fundamenteel Charter van het Openbaar Ambt, dat voldoende waarborgen oplevert voor de bescherming van het Overheidspersoneel. Het Congres is voorstander van benoemingen en bevorderingen, los van alle politiek, in de kaders van de administratie en voornamelijk bij het onderwijs. B TER HERINNERING Voor .het -Rijkspersoneel werd een statutaire hervorming doorgevoerd, 17 besluiten werden gepubliceerd in vier reeksen : 25 maart 1964 : publicatie van de besluiten die meer bepaald verband houden met het nieuwe statuut van het Rijkspersoneel en de regeling van hun loopbaan ; 23 juni 1964 : publicatie van de zes koninklijke besluiten ter regeling van de administratieve toestand 'van de Rijkspersoneelsleden en de berekening van hun anciënniteit; 25 juli 1964 : publicatie in het Belgisch Staatsblad van het Koninklijk Besluit houdende regeling van de nieuwe wervingsproeven en van de loopbaan van het Rijkspersoneel; en tenslotte 28 juli 1964: publicatie van twee koninklijke besluiten houdende hiërarchische indeling van de graden welke door de personeelsleden van de Rijksbesturen kunnen gevoerd worden. Al deze koninklijke besluiten kregen uitwerking op 1 augustus 1964.
292
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Het Bestendig Secretariaat heeft aandachtig alle besprekingen gevolgd die werden ingevoerd i.v.m. een statuut van»het personeel tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en de sector „Gemeente-, Provincie- en gelijkgestelde diensten". Betoogd mag worden dat het B.S. bedoelde sector werkdadig.heelt geholpen. In samenwerking met de sector „Onderwijs" heeft het Bestendig Secretariaat een statuutontwerp voor het onderwijzend personeel der Rijksinstellingen opgemaakt. De A.C.O.D. heeft het hare bijgedragen om de wet betreffende bedoeld Statuut te laten stemmen. C CONCLUSIE Er werden verschillende teksten uitgewerkt waarvan sommige een wettelijk karakter hebben gekregen. Het statuut van het onderwijzend personeel is van die aard dat het, zoals gevraagd, kan leiden tot de depolitisering van benoemingen en bevorderingen.
SOCIALE DIENST
A
RESOLUTIE
Het Congres dringt aan op veralgemening van de door de best georganiseerde sociale diensten verstrekte voordelen. Het Congres eist bovendien dat het beheer van al de sociale diensten zou worden opgedragen aan het personeel door de syndicale organisatie vertegenwoordigd. Het Congres komt op voor de concentratie van de sociale diensten die te klein zijn om sommige voordelen toe te kennen. B TER HERINNERING Reeds in 5 administraties" behoort het beheer der sociale diensten uitsluitend tot de bevoegdheid van de vakbonden nl. — bij — bij — bij — bij — en,
Volksgezondheid de Posterijen de R.T.T. Landsverdediging wat het burgerlijk personeel betreft ten slotte, heel onlangs bij Verkeerswezen.
De „Sociale Dienst bij Verkeerswezen" oefent zijn weldoende werking uit voor de personeelsleden van de Algemene Diensten van de R.L.W., van Verkeerswezen, van de Luchtvaart (Rijk), van het Zeewezen, van het Toerisme, van de Binnenscheepvaart en van de Sleepdienst. In deze 5 diensten hebben de syndicale organisaties zich terdege gekweten van hun verantwoordelijkheid en zij zijn erin geslaagd de voordelen aan de personeelsleden in aantal te laten toenemen.
294
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
C. CONCLUSIE Het syndicaal beheer der sociale werken gaat verder, maar de centralisatie en de veralgemening der voordelen zullen eerst dan bereikt kunnen worden wanneer alle administraties zullen beschikken over een sociale dienst, beheerd door de syndicale organisaties.
ARBEIDSONGESCHIKTHEID INGEVOLGE ZIEKTE OF INVALIDITEIT
A. RESOLUTIE Het Congres dringt aan op veralgemening van de gunstigste maatregelen die inzake werkonbekwaamheid wegens ziekte of invaliditeit voorzien zijn en verzoekt tevens de wegens ziekte of invaliditeit beschikbaar gestelde personeelsleden verder te laten genieten van de haard- of standplaatsvergoeding. Het Congres dringt buitendien aan op de veralgemening van de schikkingen betreffende de wederbenuttiging van de als gedeeltelijk ongeschikt beschouwde personeelsleden en op toekenning van een behoorlijk minimumpensioen aan de als voor goed ongeschikt beschouwde personeelsleden. B. TER HERINNERING De Algemene Syndicale Raad van Advies is op 13.2.1963 in vergadering bijeengekomen ter onderzoek van een wetsontwerp betreffende sociale reclassering van de gehandicapten. De Algemene Raad heeft eenparig zijn akkoord betuigd opdat door zijn toedoen het aantal gehandicapten zou worden bepaald die in de openbare besturen benuttigd moeten worden. Op 20.2.1963 is dezelfde Algemene Raad bijeengekomen ter onderzoek van de voorstellen beogende de vervanging van het stelsel der afwezigheden wegens ziekte toegestaan aan het Rijkspersoneel. Deze voorstellen waren kennelijk ingegeven door de wens rekening te houden met de evolutie op maatschappelijk vlak ; na deze voorstellen grondig te hebben bestudeerd in verschillende vergaderingen van subcommissies werd er op 27 februari eenparig door de Algemene Raad op gewezen dat het ontwerp het probleem stelde van de sociale zekerheid van de Rijkspersoneelsleden in hun geheel en dat dringend een regeling moest getroffen worden voor de reclassering van de gehandicapten, voor het herstel van de arbeidsongevallen, voor
296
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
de inschakeling in de ziekte- en invaliditeitsverzekering, voor de ziekteverloven, inzake de werking van de Administratieve Gezondheidsdienst en inzake de wedertewerkstelling. Een Koninklijk Besluit van 1.6.1964 is verschenen in het Belgisch Staatsblad van 23 juni 1964, Omtrent de inhoud van bedoeld K.B. zijn artikels verschenen in „De Tribune" nr. 13 van juli 1964 en nr. 14 van augustus 1964. Daarin wordt de nadruk gelegd op de wezenlijke verbeteringen doorgevoerd inzake ziekteverlof, herstelverlof, arbeidsongevallen en beroepsziekten. Dank zij onze tussenkomst zijn er steed meer administraties die plaats ruimen voor een zeker aantal agenten die als gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn bevonden. De personeelsleden die voortijdig gepensioneerd worden wegens lichamelijke arbeidsongeschiktheid, kunnen voortaan op de leeftijd van 65 jaar aanspraak maken op de gewaarborgde pensioenbedragen voorzien door de sociale zekerheid en zulks ongeacht de duur van hun loopbaan. (Zie hoofdstuk over de pensioenen) C CONCLUSIE Het stelsel voor terbeschikkingstelling wegens ziekte of invaliditeit heeft merkelijke verbetering ondergaan. Dit is eveneens het geval inzake de reaffectatie van de personeelsleden die als arbeidsongeschikt zijn bevonden. Een ernstige waarborg wordt ook gegeven aan de personeelsleden die wegens lichamelijke arbeidsongeschiktheid voortijdig gepensioneerd worden.
SOCIALE ZEKERHEID
A
RESOLUTIE
Ten bate van de personeelsleden der overheidsdiensten die om een of andere reden afstand zouden doen van hun functie of deze zouden verliezen, dringt het Congres aan op de waarborg in elk geval de minimum voordelen te bekomen, welke dooide maatschappelijke zekerheid voor al de werknemers in dit land verzekerd zijn. B TER HERINNERING Laten wij eraan herinneren dat het hier gaat om de waarborging van de voordelen die in de wetgeving voor de privésector zijn voorzien. Over de bijzondere toestand van de interimarissen in het Onderwijs worden momenteel besprekingen gevoerd in het kader van de nieuwe kaderwet der leerkrachten. Zodra de inschakeling in de wet-Leburton bewerkstelligd zal zijn zullen er geen problemen meer bestaan inzake „Verzekering Gezondheidszorgen" (1 april 1965). Inzake pensioenen beoogt de gemengde loopbaan „privé-openbare sector" de regeling van deze kwestie. Het eventuele voordeel van de werklozentoelage is in bepaalde gevallen niet gewaarborgd. C. CONCLUSIE Voor de regeling van sommige specifieke toestanden moet nog een of andere reglementering tot stand komen. De gevraagde waarborg is niet helemaal bewerkstelligd.
VEILIGHEID EN GEZONDHEID
A
RESOLUTIE
Het Congres eist dat in alle overheidsdiensten de maatregelen in verband met de bescherming van de arbeid, de veiligheid en de gezondheid volkomen in acht zouden worden genomen. B TER HERINNERING In een Perscommuniqué betuigt het Bestendig Secretariaat zijn medeleven met de slachtoffers van de ramp in de Wetstraat: I. Het Bestendig Secretariaat, namens al de aangeslotenen van de Algemene Centrale der Openbare Diensten. Ontsteld door de ramp die verscheidene agenten van het Departement van Economische Zaken op brutale wijze aan het leven ontrukt heeft, neemt innig deel in het smartelijk verlies en betuigt zijn medeleven aan de in rouw gedompelde families ; II. Het Bestendig Secretariaat van de Algemene Centrale der Openbare Diensten buigt smartvol voor de slachtoffers van de arbeid en de plicht die bij de instorting van het gebouw in de Wetstraat er het leven bij ingeschoten hebben. Komt in opstand bij de gedachte dat, indien de eenvoudigste veiligheidsmaatregelen waren genomen geworden, men deze ramp had kunnen vermijden ; Eist dat het ingestelde onderzoek om de ware verantwoordelijken te ontdekken zonder verpozen zou worden doorgevoerd en dat de gezinnen van de slachtoffers, zoals het hoort, schadeloos zouden worden gesteld ; Dringt bij de Regering aan op ernstige veiligheidsmaatregelen in de oude gebouwen waarin de besturen van de Overheidsdiensten over 't algemeen maar al te dikwijls zijn ondergebracht; Herinnert er aan dat de Raden voor veiligheid en gezondheid in de meeste overheidsdiensten praktisch zonder macht zijn en dringt eens te meer aan op herziening van de desbetreffende
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
299
reglementering met het oog op een normale en regelmatige werking van deze instanties; Geeft van meet af aan al de gezinnen van de slachtoffers de verzekering van de volledige steun van de Algemene Centrale der Openbare Diensten bij de verdediging hunner rechten. Uit de volledige briefwisseling met de Minister van het Openbaar Ambt halen wij hierna volgende brief aan : „Mijnheer de Minister, De verschrikkelijke ramp die zich in de jongste dagen in de Wetstraat heeft voorgedaan in een van de gebouwen afhangende van het Ministerie van Economische Zaken, na deze die reeds voor een tiental jaren heeft plaatsgehad in het gebouw waar de diensten van het Ministerie van Openbaar Onderwijs waren ondergebracht, moeten — zo menen wij — de gans bijzondere aandacht van de openbare Overheid gaande houden. In beide gevallen hebben wij moeten vaststellen dat het volledig ontbrak aan veiligheidsmaatregelen, hetgeen telkens spijtig genoeg met zich bracht dat een vijftiental personen ter plaatse het leven lieten of levend verbrand werden en dat meer dan een vijftiental personen gekwetst werden, waaronder sommigen zeer ernstig. Wij denken, Mijnheer de Minister, dat indien de Personeelsraden voorzien door het besluit van 20 juni 1955 houdende Syndicaal Statuut van het personeel der Openbare Diensten de taak werd opgedragen die is toegewezen aan de Comités voor Veiligheid en Gezondheid opgericht in de privé-sector, het vast staat dat bedoelde Raden niet regelmatig functioneren in het geheel der Openbare Diensten. Dit is te wijten aan het feit dat het de Voorzitters, van de Raden zijn die deze moeten bijeenroepen, behalve wanneer zulks wordt gevraagd door de syndicale organisaties, en dat tot dusver geen enkele onderrichting gepreciseerd heeft dat de Personeelsraden noodzakelijkerwijze maandelijks zouden moeten vergaderen ter onderzoek van de maatregelen inzake veiligheid en gezondheid. De twee rampen, waarvan wij hierboven gewag hebben gemaakt, sterken ons in de mening dat het ten zeerste gewenst zou zijn dat U alle Voorzitters van Personeelsraden aan hun plichten zou herinneren en dat wij tezamen zouden nagaan welke wijzigingen er zouden moeten worden gebracht aan het Syndicaal Statuut ten einde de werking van de Personeelsraden efficiënter te maken. 20
300
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
In het verleden zijn wij geconfronteerd geweest met honderden verzoeken waarbij onze afgevaardigden in de Personeelsraden de bijeenroeping van dit orgaan vroegen en waarbij aan hun verzoek generlei gevolg werd verleend. Wij hopen, Mijnheer de Minister, dat U, enerzijds, door middel van algemene onderrichting, die toestand zal willen verhelpen en, anderzijds, dat U ons een onderhoud zal toestaan ter bespreking van de maatregelen die zouden dienen getroffen ter verbetering van de werking van bedoelde veiligheidsinstanties. Wij danken U daarvoor bij voorbaat en tekenen met de meeste hoogachting. De Algemene Secretaris, De Algemene Voorzitter, Ch. Crèvecceur. G. Debunne." In bepaalde omstandigheden hebben sommige sectoren zich dienen in te laten met de Veiligheid en de Gezondheid. Telkens hebben ze de nodige stappen gedaan. Er zijn andere sectoren die, dag in dag uit, begaan zijn met de vrijwaring van de Veiligheid. C. CONCLUSIE Op plaatselijk gebied dient meer waakzaamheid aan de dag gelegd en men dient er niet voor terug te deinzen de overheid ertoe te noodzaken de wetgeving terzake te doen toepassen. De goede werking van de Commissies voor Veiligheid en Gezondheid moet op punt worden gesteld.
SOCIALE WONINGEN
A. RESOLUTIE Het Congres A.C.O.D., na onderzoek van het vraagstuk der sociale woningen, Betreurt de regeringspolitiek terzake ; Vestigt in het bijzonder de aandacht op de nadelige gevolgen van de getroffen discriminatiemaatregelen ; Eist de herziening van de normen voor toelaatbaarheid en bepaling der huurprijzen; Wijst op het dreigende gevaar van een vertraging in de bouw van sociale woningen, in een land waar jaarlijks 30.000 woongelegenheden te weinig worden gebouwd ; van deze toestand zijn de gezinnen met bescheiden inkomende eerste slachtoffers; Protesteert tegen de voorwaarden voor het verwerven van de bouwpremie voor arbeiderswoningen, die praktisch elk initiatief voor werknemers met bescheiden inkomen lam leggen ; Verwijst naar de protestmotie van het nationaal A.B.V.V. dd. 1 augustus 1961 ; Besluit elk initiatief tot herziening van de ontstane toestand te steunen. B TER HERINNERING Zeer talrijk waren de bemoeiingen van de A.C.O.D. en van het A.B.V.V. met het oog op de wijziging van het Koninklijk Besluit van 14 december 1960 tot vaststelling van : a. de voorwaarden inzake inkomen voor het huren van leegstaande woongelegenheden behorende aan Maatschappijen erkend door de Nationale Maatschappij voor Huisvesting of aan de Nationale Maatschappij zelf ; b. de huurbedragen voor woongelegenheden behorende aan bedoelde Maatschappijen, gewijzigd door de K.B. van 28.2.61, 30.5.1961 en 26.7.1961.
302
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
Het Congres van het A.B.V.V. van 15, 16, 17 en 18 december 1962 heelt volgende resoluties goedgekeurd ; „Het Congres' is van oordeel dat, rekening houdend met de veroudering van de woningen, de achterstand in verband met de vervanging hiervan en het toenemend aantal jonge gezinnen, maatregelen dienen getroffen ten einde 60.000 woningen per jaar op te richten. „Eist dat wettelijke beschikkingen zouden worden genomen om grondspeculatie te voorkomen en spreekt zich uit voor een grondpolitiek die gelijk loopt met een politiek van streekontwikkeling. „Eist zonder verder uitstel een verhoging van de kredieten ten gunste van de sociale sector van de woningbouw; „Is van oordeel dat de bouwmaatschappijen van de sociale sector de enige huisvestingsorganen zijn zonder winstbejag en die 't best geplaatst zijn om een politiek van groepsbouw en collectieve uitrusting te verwezenlijken en tot een rationale kostprijsdrukking te komen ; „Eist de onmiddellijke herziening van de normen van de koninklijke besluiten van 12, 13 en 14 december 1960 (Besluiten Meyers); „Vraagt dat maatregelen zouden worden getroffen om de huurders te beschermen tegen de ongerechtvaardigde verhogingen van de huurprijzen." Het arrest nr. 10.118 van de Raad van State dd. 28.6.1963 vernietigt enkele artikels. Dit verzoekschrift werd bij de Raad van State aanhangig gemaakt door Pierre Stevens, als voorzitter van een huurdersvennootschap. Door het Koninklijk Besluit van 1 oktober 1963 werd de toestand terzake enigszins gewijzigd. C. CONCLUSIE Alles is weliswaar niet perfect, toch heeft de gevoerde actie zekere resultaten opgebracht.
ONDERWIJS
A. RESOLUTIE Het Congres komt op tegen de maatregelen tot verhoging d<-< normen der klassebevolking. Protesteert tegen elke begrotingsbesnoeiing ten nadele van de democratisering der studiën. B TER HERINNERING In „De Tribune" van juni 1962 verscheen een oproep tot de ouders in verband met de overbevolking der klassen. Op voorstel van de A.C.O.D. heeft het Bureau van het A.B.V.V. zijn solidariteit betuigd met de ingezette actie door bij de Regering aan te dringen opdat ze opnieuw het K.B. van 22.10.1959 zou toepassen. De A.C.O.D. heeft haar steun verleend aan de manifestaties op touw gezet door de sector „Onderwijs". De tussenkomsten van het Bestendig Secretariaat hebben een oplossing in de hand gewerkt. C CONCLUSIE De schoolbevolkingsnormen werden herzien in overleg met de sector „Onderwijs". De budgettaire expansie van Nationale Opvoeding bewijst dat de besnoeiingen ten nadele van de belangen der kinderen geen werkelijkheid zijn kunnen worden.
DE ADMINISTRATIEVE HERVORMING
A. RESOLUTIE Het Congres verklaart dat er geen administratieve hervorming zal zijn zonder de daadwerkelijke deelneming van de syndicale organisaties aan de ter studielegging en het aanwenden van de te benuttigen middelen. De vertegenwoordigers van het personeel moeten bij al de overwogen maatregelen betrokken worden.
HET PROBLEEM VAN DE PARASTATALE ORGANISMEN
A
RESOLUTIE
Het Congres keurt de desbetreffende in het verslag vervatte gedachten goed. B TER HERINNERING De talrijke problemen waarvan sprake in de tekst verschenen in het Verslag over de Toekomstvooruitzichten van 1961 en die ten grondslag liggen aan voornoemde resoluties, blijven gesteld. Het betreft in casu stellingnamen ter definiëring van de principes die aan de basis moeten liggen van de politieke oriëntering van onze organisatie. De strijd op dit gebied is zeer belangrijk. Er werd voortgang gemaakt, doch het is zeker dat het hier gaat om een aangelegenheid die enkel binnen min of meer lange termijn volledig haar beslag kan krijgen.
DE ROL VAN DE A.C.O.D. IN DE SCHOOT VAN HET A.B.V.V.
A
RESOLUTIE
Rekening houdende met het feit dat het land is samengesteld uit twee grote taalkundige en culturele gemeenschappen en de Brusselse agglomeratie ; Overwegende dat de eendracht der werknemers onontbeerlijk is met het oog op de strijd voor hun economische en sociale ontvoogding ; Overwegende dat geen enkele groep mag onderdrukt worden in de schoot van een gemeenschappelijke syndicale organisatie; Vaststellende dat het behoud van onze vakcentrale aan een dringende behoefte beantwoordt; Doet het Congres van de A.C.O.D. een plechtig beroep op de goede wil van allen opdat een poging zou worden gedaan tot toenadering tussen de tegenover elkaar staande standpunten en wenst dat een commissie voor goede diensten onverwijld zou bijeenkomen. B. TER HERINNERING Mislukking — Het Nationaal Comtié van 21 december 1962 bepaalt zijn houding met het oog op het Buitengewoon Congres van het A.B.V.V. van 23 december. Er wordt tegelijkertijd een strikt en soepel mandaat gegeven. Formeel ter verwerping van de conclusies van de zogeheten Commissie der XVIII derwijze dat wrijvingen vermeden worden, doch tevens voldoende soepel om de A.C.O.D.-delegatie toe te laten elk voorstel te steunen dat er op gericht is een akkoord te bereiken. Verdediging van de amendementen van onze organisatie op het A.B.V.V.-Congres.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
307
Bedoelde conclusies worden eenparig min 6.004 stemmen goedgekeurd. — Op het A.B.V.V.-Congres kan geen statutaire meerderheid worden bereikt noch ten gunste van de voorstellen van de Commissie der XVIII, noch ten gunste van de amendementen voorgedragen door de A.C.O.D. Nieuwe
oproep
— Niets mag de verantwoordelijken van de A.C.O.D. afschrikken. Het onherstelbare MOET vermeden worden, daar aan de belangen der arbeiders slechts kan voldaan worden door de eenheid en deze is slechts mogelijk door een verzoening der verschillende thesissen die elkaar ontmoeten in de schoot van het A.B.V.V. Wie zou het durven verwijten te sturen aan hen die trachten de standpunten nader bij elkaar te brengen, eerder dan deze nog verder van elkaar te verwijderen ? De democratie — met al de nadelen die verbonden zijn aan haar moeilijke werking — sluit weliswaar in dat de minderheid zich dient neer te leggen bij de meerderheid, maar deze laatste heef: dan ook op haar beurt verplichtingen. Zij mag deze minderheid niet over het hoofd zien en er mag tevens geen sprake van zijn haar te willen uitsluiten door middelen die wij dikwijls terecht aan anderen verwijten, omdat deze middelen niet overeenstemmen met de geldende fundamentele democratische begrippen. — In een organisatie als het A.B.V.V., tot dewelke wij vrij zijn toegetreden omdat wij daarin de gemene deler van ons aller ideaal gevonden hebben, moet er een einde gesteld worden aan deze broederstrijd die reeds al te lang geduurd heeft. De A.C.O.D. weigert te kiezen en deel te nemen aan dit absurd gevecht. Zij beschouwt het als haar plicht al haar krachten ir. te zetten om er een einde aan te stellen en wil daarom eens te meer een plechtige oproep doen steunend op de wijsheid en de goede wil van allen. — Al degenen die vrede wensen — en dat zijn wij allen — eisen dat de geschillen op het internationaal plan zouden geregeld worden door onderhandelaars, nog eens door onderhandelaars, opnieuw door onderhandelaars, maar N O O I T door oorlogssi okers.
308
De syndicale activiteit . Verwezenlijkingen
Iedereen juicht toe indien een akkoord met andere organisaties gezocht wordt om een blok te vormen in de arbeider.swereld voor de verwezenlijking van beperkte, maar gemeenschappelijke doelstellingen. Hoe dan uit te leggen dat zij die behoren tot eenzelfde organisatie en strijden voor eenzelfde ideaal, er niet zouden toe kunnen komen om met goede wil de oplossing te vinden die zich opdringt ? De A.C.O.D. slaakt deze alarmkreet niet in het kader van corporatistische belangen van de openbare sector, maar omdat zij deel uitmaakt van het geheel der arbeidende klasse. Zij stelt met spijt vast dat het hart der arbeiders bloedt. Het is de dure plicht van allen deze bloeding te stoppen. Hoop — Op voorstel van de A.C.O.D. besluit het Bureau van het A.B.V.V. tot de oprichting van een Contactgroep. — Het Statutair Congres van het A.B.V.V., bijeengekomen op 15, 16, 17 en 18 december 1962, keurt eenparig volgende motie goed : „Aangezien het de door het Bureau opgerichte Werkgroep materieel onmogelijk is geweest de bespreking aangaande de interne toestand van het A.B.V.V. te beëindigen, daar het niet uitgesloten is dat een akkoord kan worden bereikt, wordt er voorgesteld de bespreking van de innerlijke toestand van het A.B.V.V. te verwijzen naar een Buitengewoon Congres dat binnen de zes maanden plaats zal hebben. In dit opzicht, in een geest van toenadering, wordt gewenst dat generlei initiatief zou genomen of actie zou worden gevoerd die van aard zou zijn de gunstige afloop van de werkzaamheden der Contactgroep tijdens de duur van die werkzaamheden in de weg te staan." — In toepassing van deze beslissing neemt het Bureau van het A.B.V.V., bijeengekomen op 14 'mei 1963, het besluit om aan het Buitengewoon Congres van 21 en 22 juni het protocolakkoord voor te leggen zoals het eenparig werd voorgesteld door de Contactcommissie.' Deze tekst werd bekendgemaakt onder de vorm van een kleine brochure en is tevens verschenen in „De Tribune" nr. 10 van de maand mei 1963.
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
309
Zegepraal Door het Buitengewoon Congres wordt het protocol-akkoord eenparig min 13.815 onthoudingen goedgekeurd. Onze vriend Willy Schugens wordt verkozen als nationaal secretaris van het A.B.V.V. en het Bureau wordt aangevuld overeenkomstig de getroffen beslissingen. Einde goed, alles goed 1 C CONCLUSIE Zending volbracht.
GEEN CUMUL VAN POLITIEKE EN SYNDICALE MANDATEN
A. RESOLUTIE Het Congres gelast het Bestendig Secretariaat en het Uitvoerend Bureau in de schoot van het A.B.V.V. de statutaire principes te verdedigen welke bij de A.C.O.D. worden toegepast. Het Congres gelast de A.C.O.D. de invloed van cumulatie van andere mandaten op de uitoefening van het syndicaal mandaat in te studeren. B TER HERINNERING — De A.C.O.D. komt in de gevraagde zin tussenbeide op het Statutair Congres van het A.B.V.V. in 1962. — De kwestie wordt, in het kader van de interne moeilijkheden, naar het Buitengewoon Congres verwezen. — Dit Buitengewoon Congres „betreurt met een grote meerderheid dat de werkgroep van het A.B.V.V. geen concrete voorstellen, heeft kunnen doen. Het stelt voor aan die Werkgroep opdracht te geven het onderzoek terzake voort te zetten. De Werkgroep zal zijn conclusies binnen zes maanden moeten indienen. Vervolgens zal een Buitengewoon Congres van het A.B.V.V. zich uitspreken en, in elk geval, vóór de polls voor de verkiezingen die plaats zullen grijpen na het indienen van bedoelde conclusies." Conclusies van de Commissie Na een langdurige beraadslaging is de Commissie nagenoeg eenparig overeengekomen dat het enige verbod van cumulatie van een vakbonds- met een parlementsmandaat, dat zij geldig aan het Congres kon voorstellen, enkel het Nationaal Secretariaat van het A.B.V.V. mocht betreffen. Dit voorstel beoogt voor de
De syndicale activiteit - Verwezenlijkingen
31 1
nationale secretarissen te verbieden elke verwijzing naar de door het Congres van 21 en 22 december 1946 genomen beslissing die bepaalde: „De cumulatie van de functies moet vooraf worden onderworpen aan de vakbondsinstanties waaronder hij ressorteert." Het voert het volstrekte verbod voor de nationale secretarissen in om hun functie met een parlerhentsmandaat te cumuleren. De Commissie is van oordeel dat het haar feitelijk onmogelijk is om zonder horten haar voorstel in toepassing te brengen zonder het gepaard te laten gaan met een overgangsperiode van vier jaar tijdens welke elke nieuwe cumulatie van een parlementsmandaat met de functie van nationale secretaris verboden zou zijn. Anderzijds heeft zij gemeend dat de andere normen van cumulatie waarvan zij kennis heeft gekregen — ongeacht of zij van interne of externe orde zijn — en die van zulke aard zijn dat zij de oriëntering van de vakbeweging kunnen beïnvloeden, zullen dienen onderzocht en ontleed te worden in de grootste sereniteit welke alleen door een overgangsperiode in de hand kan worden gewerkt. De Commissie acht het nodig, behalve het voorstel inzake verbod van elke cumulatie van een politiek- met een vakbondsmandaat op het niveau van het Secretariaat, dat van de vooropgestelde termijn moet gebruik gemaakt worden om doorheen een georganiseerde Gemeenschappelijke Actie de oogmerken te verwezenlijken van een dynamische socialistische arbeidersbeweging, bezield door het louter streven om voor de arbeiders nieuwe rechten en een grotere sociale rechtvaardigheid te openen. Het Nationaal Comité van de A.C.O.D. van 28.2.1964 heeft het voorstel met een overgrote meerderheid goedgekeurd, terwijl het Buitengewoon Congres op zijn beurt bedoelde conclusies met een meerderheid van meer dan 2/3 heeft aanvaard. C CONCLUSIE Een zeer belangrijke stap werd gezet in de goede richting.
INHOUDSOPGAVE
Twintigste verjaardag Jacques Cloes M N MEMORIAM 2. ERELIJST 3. VOORWOORD 4. BESTUURSORGANEN — Bestendig secretariaat — Nationaal Uitvoerend Bureau A.C.O.D — Nationaal Comité A.C.O.D
3 7 13 23 31 39 39 43 49
5. ADMINISTRATffi — Personeel van de A.C.O.D — Mechanografie — Documentatie — Juridische dienst van de Centrale — Het ledental
75 75 76 79 81 90
6. PERS EN PROPAGANDA — Propaganda — De Tribune
105 105 115
7. DE ALGEMENE SYNDICALE RAAD VAN ADVIES 8. DE SYNDICALE ACTIVITEIT - VERWEZENLIJKINGEN . . — De vrede — Europese unie — De Internationale betrekkingen — De economische doelstellingen — Openbaar of particulier beheer — De fiscale politiek — De sociale programmatie — Bezoldiging en index — Bezoldiging - volstrekt minimum — Het akkoord Regering-Gemeenschappelijk Front van 1 juli 1962 — Het akkoord Regering-Gemeenschappelijk Front van 28 okt. 1964 — Vrije uitoefening van het stakingsrecht — De handhaving van de orde — Voordelen aan de gesyndikeerden
123 153 154 183 189 191 193 195 199 200 202 203 221 225 257 269
314
Inhoudsopgave
— Syndicaal statuut — Kindertoeslagen — Toelage voor uitoefening van hogere functies . . . . — Toelage voor buitengewoon werk . . . — Vergoedingen die werkelijke uitgaven dekken — Vergoeding voor verandering van woonplaats — Statuut van het personeel — Sociale dienst — Arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte of invaliditeit . — Sociale zekerheid — Veiligheid en gezondheid — Sociale woningen ..• — Onderwijs . . . — De administratieve hervorming — De problemen van de parastatale organismen — Rol van de A.C.O.D. in de schoot van het A.B.V.V. . — Geen cumul van politieke en syndicale mandaten
• • . . .
. . .
. . .
. . .
271 273 279 281 283 287 291 293 295 297 298 301 303 304 305 306 310