Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches
ECTS-fiche opleidingsonderdeel VAKDIDACTISCHE STAGE Code: Academiejaar: Aantal studiepunten: Studietijd: Deliberatie: Vrijstelling: Onderwijstaal: Verantwoordelijke opleidingsonderdeel:
10379 2015-2016 9 225 à 270 uur mogelijk niet mogelijk Nederlands Gretel Van Heukelom
1. Aanvangscompetenties
Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist de competenties van de opleidingsonderdelen ‘Didactische competenties algemeen’, ‘Vakdidactische oefeningen 1’, Vakdidactische oefeningen 2’ en ‘Vakdidactische studie’ bereikt te hebben.
2. Eindcompetenties De eindcompetenties sluiten aan bij de Basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs, zoals uitgeschreven door de Vlaamse Regering en gegroepeerd volgens 10 functionele gehelen (FG). Het gaat hierbij om eindcompetenties die een integratie van kennis, vaardigheden en attitudes veronderstellen. De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn: FG 1
BC 1.1 1.2 1.3
Geoperationaliseerde competenties de elementen van de beginsituatie van een leerling en leerlingengroep die invloed hebben op het didactisch handelen in de les bestuderen en beschrijven in de lesvoorbereiding doelstellingen kiezen, technisch correct en op het juiste niveau formuleren op basis van leerplannen, de beginsituatie, het pedagogisch project en schoolwerkplan passende leerinhouden en leerervaringen selecteren en uitdiepen rekening houdend met factoren zoals leerplannen, de beginsituatie, de beschikbare tijd, leerlijnen, VOETen… 1
1.4 1.5
1.6 1.7 1.8 1.9 1.11 1.12 1.13 2
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
3
3.1 3.2 3.3
4
4.1 4.2 4.3 4.4
5
5.3
leerinhouden structureren (met aandacht voor de verticale en horizontale samenhang) en vertalen in gepaste leeractiviteiten een krachtige leeromgeving creëren door o.m. het inzetten van gepaste afwisselende actieve werkvormen gekozen i. f. v. de beginsituatie, de vooropgestelde doelen, de beschikbare onderwijstijd en accommodatie rekening houdend met de didactische principes gepast kwaliteitsvol didactisch materiaal, dat aanzet tot actief leren en de leerprocessen ondersteunt, kiezen en ontwikkelen krachtige leeromgevingen ontwerpen en binnen een complexe context toepassen. evaluatie-instrumenten opstellen in een complexe context een evaluatie-instrument afnemen en verwerken in functie van het begeleiden van leerlingen en het optimaliseren van het eigen didactisch handelen. in Standaardnederlands vanuit het beheersen van de 13 doelen, leer-en ontwikkelingsprocessen begeleiden, afgestemd op de leerlingen en hen hierbij stimuleren in het gebruik van Standaardnederlands bij talige acties. gepast omgaan met de diversiteit van leerlingen en hun specifieke context Horizontale en verticale verbanden leggen tussen de inhouden uit het eigen vakgebied, verwante vakgebieden en vakoverschrijdende domeinen vaardigheden inzetten die het welbevinden van elke leerling nastreven en dit met het oog op een positief leer-en leefklimaat. leerlingen stimuleren tot emancipatie en sociale verantwoordelijkheid door attitudevorming leerlingen in een complexe situatie stimuleren tot individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie maatschappelijke ontwikkelingen en thema’s integreren in een complexe context en deze kritisch bevragen gepaste omgang met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties of gedragsmoeilijkheden Een psychologisch veilig leef-en leerklimaat scheppen en de lln attenderen op hun individuele verantwoordelijkheid hiervoor. inspelen op en communiceren met leerlingen met diverse taalachtergronden in diverse situaties de domeinspecifieke kennis en - vaardigheden nauwkeurig en correct wetenschappelijk beheersen en verdiepen met aandacht voor actuele evoluties en vakspecifieke vaardigheden en principes de domeinspecifieke kennis en – vaardigheden vertalen in een pedagogischdidactische aanpak Horizontale en verticale verbanden leggen tussen de inhouden uit het eigen vakgebied en tussen die inhouden en de inhouden uit verwante vakgebieden en vakoverschrijdende domeinen. Het eigen aanbod situeren binnen de ontwikkelingsdoelen, eindtermen en het leerplan een gestructureerd en efficiënt werkklimaat realiseren en via reflectie bijsturen. een efficiënt les-en dagverloop realiseren en het eigen aandeel hierin kritisch bevragen en bijsturen Op een correcte wijze administratieve taken uitvoeren ruimtelijke elementen gebruiken om tegemoet te komen aan de eigenheid en veiligheid van de leerlingen en de ingezette werkvormen het eigen functioneren kritisch bevragen en bijsturen a.d.h.v. reflectiemodellen
2
7
7.1 7.5
10
10.1
Overleggen en samenwerken binnen het schoolteam met de bedoeling de eigen competentie te verbreden en verdiepen In Standaardnederlands in interactie treden met alle leden van het schoolteam Actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen integreren in het lesgebeuren
3. Competentiegerichte doelstellingen
De cursist kan:
De cursist kan leer-en ontwikkelingsprocessen voorbereiden, uitvoeren en evalueren volgens de in de opleiding aangereikte inzichten, vaardigheden en attitudes met bijzondere aandacht voor het ontwikkelen van een krachtige leeromgeving. De cursist kan zich waar maken als vakdeskundige, organisator, klasmanager en opvoeder inspelend op de veranderende maatschappelijke tendensen. De cursist kan de eigen brede onderwijspraktijk en professionele ontwikkeling reflectief en kritisch benaderen met het oog op professionele groei.
4. Inhoud
De cursist dient een stageportfolio samen te stellen volgens de instructies vermeld in de stagebundel. Het opzet van het stageportfolio is het samenstellen van een doelgerichte verzameling van materiaal dat de inzet, evolutie en prestaties van de stagiair weergeeft, zodanig dat de mentoren en stagebegeleider de evolutie van de competentieontwikkeling kunnen opvolgen en evalueren. De stagiair wordt op deze wijze ook begeleid bij het opnemen van verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. Ook het verslag opgesteld door de stagebegeleider na het lesbezoek, de lesevaluatieverslagen van de mentoren, het syntheseverslag en het evaluatieverslag professionele taalcompetentie opgesteld door de mentoren worden opgenomen in het portfoliodossier.
5. Onderwijs – en leeractiviteiten
De cursist voert de stage uit in een zelf gekozen onderwijsinstelling(en). Gecombineerd onderwijs met individuele opdrachten, observatiestage, doe-stage, met neerslag in stageportfolio, zelfstudie, feedbackgesprekken en coaching (met
3
mentor en stagebegeleider na stagebezoek van de stagebegeleider en eventueel individuele vraaggestuurde afspraken).
6. Evaluatie
Voorwaarde: Opdat de stagiair een eindscore zou kunnen behalen, dient hij alle opdrachten in te leveren én de volledige observatie en doe-stage gedurende één periode uit te voeren. Het eindresultaat voor deze module wordt opgemaakt op het einde van de periode op basis van de scores voor de observatie-stage, de doestage en de opdrachten. Om te slagen dient de cursist minstens de helft van de punten te behalen voor elk van de volgende onderdelen:
de observatiestage de doestage de (totaliteit van de) opdrachten
I.f.v. mogelijke tekorten op een specifiek onderdeel kan de deliberatiecommissie beslissen of een herexamen al dan niet mogelijk en/of aangewezen is. Er wordt aandacht besteed aan formatieve evaluatie tijdens stagebezoeken en toelichting van de summatieve evaluatie in een persoonlijk gesprek.
7. Didactisch materiaal en media
-
-
administratieve documenten (stagecontract, stagefiche, stageagenda, stagereglementen, risicoanalyse…) die zowel op papier als digitaal (moodle) aangeboden worden. instructiebundel stage en stappenplan info-en hulplijnen (Moodle) lijst met basiscompetenties leraar SO format reflectiemodel Korthagen, PDCA-cirkel, observatieverslag, observatiereflectie schrijfkader reflectiemodel Korthagen evaluatiedocumenten voor de mentor en stage-begeleider syntheseverslagen voor de mentor nuttige tips en info (moodle) toegang tot DOKK-tool en virtuele klasse GO! 4
8. Studiebegeleiding
De stagebegeleider brengt een lesbezoek aan de stagiair in de stageschool gevolgd door een feedbackgesprek met de cursist en de mentor. De stagiair kan steeds een bijkomende individuele afspraak met de stagebegeleider en/of stagecoördinator maken voor een begeleidingsgesprek of eventuele vragen over de observatie- en doestage en de opdrachten. Voor dringende vragen en problemen kan de stagiair steeds telefonisch en/of via mail terecht bij de stagebegeleider en de stagecoördinator.
9. Volgtijdelijkheid
Op dit opleidingsonderdeel is volgtijdelijkheid van toepassing. De cursist moet geslaagd zijn voor de opleidingsonderdelen ‘Didactische competenties algemeen’, ‘Vakdidactische oefeningen 1’, Vakdidactische oefeningen 2’ en ‘Vakdidactische studie’ vooraleer de vakdidactische stage te kunnen aanvatten. Cursisten die een éénjarig of of anderhalfjarig traject volgen, kunnen reeds met hun vakdidactische stage starten tijdens de module VDO2. Wel moet men geslaagd zijn voor VDO 2 om te kunnen slagen voor VDST.
5