Veranderende wetgeving voor de salarisadministrateur Deel 2: einde nihilwaardering personeelslening eigen woning
Veranderende wetgeving voor de salarisadministrateur
Veranderende wetgeving voor de salarisadministrateur In eerdere whitepapers informeerden wij u uitgebreid over de nieuwe bepalingen die voortvloeien uit de Wet werk en zekerheid (WWZ). Er veranderen echter ook andere zaken in de arbeidsrechtelijke sfeer die gevolgen hebben voor de salarisadministratie. In drie nieuwe whitepapers zoomen we in op de Wet aanpak schijnconstructies, het einde van de nihilwaardering van de personeelslening eigen woning, en de harmoni sering van de instrumenten uit de Participatiewet. Dit is deel 2.
Attentie! Waar wij hierna spreken over de werknemer, ‘hij’ en ‘zijn’, kunt u ook lezen de werkneemster, ‘zij’ en ‘haar’.
2
Veranderende wetgeving voor de salarisadministrateur
Einde nihilwaardering personeelslening eigen woning Op dit moment is het nog mogelijk werknemers een lening te geven voor de aankoop of verbetering van hun eigen woning zonder dat u het rentevoordeel bij het loon hoeft te tellen of in de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) moet onderbrengen. Hiervoor kent de WKR namelijk een nihilwaardering. Per 2016 gaat dit naar alle waar schijnlijkheid veranderen en kunt u werknemers geen onbelaste lening meer geven voor hun woning.
In deze whitepaper leest u meer over het verstrekken van een personeelslening en de voorgestelde maatregel van staatssecretaris Wiebes van Financiën in de Fiscale verzamelwet 2015 om per 1 januari 2016 een streep door het fiscale rentevoordeel van de personeelslening eigen woning te halen. Per die datum is het rentevoordeel dan gewoon belast.
Attentie! Bij het afsluiten van deze whitepaper (augustus 2015) ligt het wetsvoorstel nog ter behandeling bij de Tweede Kamer.
3
Veranderende wetgeving voor de salarisadministrateur
1. Het verstrekken van een personeelslening In beginsel is elk voordeel dat u een werknemer laat genieten, een vorm van loon. Als u een werknemer een geldlening verstrekt tegen een lager rentepercentage dan een lening bij een bank, is het rentevoordeel dat hij hierdoor geniet ‘gewoon’ belast loon.
Eigenwoninglening Voor een lening voor een eigen woning bestaat echter een uitzondering. Het rente voordeel mag bij deze specifieke personeelslening onder de oude regeling voor ver goedingen en verstrekkingen en ook onder de nieuwe werkkostenregeling onbelast blijven. Voorwaarde is wel dat de werknemer in een schriftelijke verklaring vastlegt waarvoor hij de lening gaat gebruiken en welk deel van de lening voor aftrek in de inkomstenbelasting in aanmerking komt. U moet deze verklaring in uw loonadmini stratie bewaren.
4
Veranderende wetgeving voor de salarisadministrateur
Waarom onbelast? De reden om het rentevoordeel op een personeelslening eigen woning onbelast te laten, is dat het belasten per saldo geen invloed zou hebben op de te betalen belasting. Dat zit zo: als de verleende rentekorting wordt belast als loon, staat daar een even grote aftrek voor de heffing van inkomstenbelasting tegenover als de werknemer de rente in zijn aangifte opvoert als rentekosten met betrekking tot een eigen woning. Met de geleidelijk afbouw van de eigenwoningrenteaftrek sinds 2014 ligt dit echter anders.
Afbouw eigenwoningrenteaftrek Sinds 2014 wordt het belastingtarief waartegen de hypotheekrenteaftrek plaatsvindt jaarlijks geleidelijk met 0,5% verlaagd. Door deze beperking kan in de meeste gevallen de renteaftrek in de inkomstenbelasting niet meer plaatsvinden tegen hetzelfde tarief als waartegen het voordeel in de loonbelasting zou zijn belast. Per saldo beïnvloedt het niet belasten van de rentekorting in de loonbelasting de te betalen belasting nu dus wél. De nihilwaardering levert een werknemer met een inkomen in de hoogste tariefschijf van de inkomstenbelasting (52%) een fors voordeel op. De staatssecretaris acht dat ongewenst, reden waarom hij in het aanhangige wetsontwerp het einde van de onbelaste rentekorting heeft aangekondigd.
5
Veranderende wetgeving voor de salarisadministrateur
2. Rente: voorschot of lening? De rente op een personeelslening is aan regels gebonden. In de eerste plaats moet u bepalen of het gaat om een (tijdelijk) voorschot of om een lening: • Een voorschot is een bedrag dat u binnen één tijdvak verrekent met het salaris. Over een voorschot hoeft u geen rente te vragen, maar door de verrekening met het eerstvolgende salaris betaalt de werknemer wel loonbelasting. • Betaalt de werknemer het geleende bedrag niet of niet volledig binnen één tijdvak terug, dan ziet de Belastingdienst het bedrag als een lening. Sinds 2015 verplicht de werkkostenregeling u een ‘marktconforme’ rente te vragen. Deze rente is dus afhankelijk van de marktrente zoals die geldt bij het aangaan van de lening. Als de rente voldoet aan de regels die de fiscus daaraan stelt, betaalt de werknemer dus geen loonheffing over het rentevoordeel. Is dat anders, dan betaalt hij loonheffing over het rentevoordeel – het verschil tussen de rente van de Belastingdienst en de rente die u vraagt voor de lening.
Attentie! Tot en met 2015 kan het te belasten voordeel van de rentekorting nog worden ondergebracht in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Vanaf 2016 kan dat niet meer. Zie hierna.
6
Veranderende wetgeving voor de salarisadministrateur
3. De werkkostenregeling In de werkkostenregeling is geregeld dat het rentevoordeel in verband met een geldlening die u aan een werknemer verstrekt, wordt belast tegen de waarde in het economisch verkeer. Bij een laagrentende lening wordt het te belasten rentevoordeel eventueel verminderd met een eigen bijdrage van de werknemer. Tot en met 2015 is de rentekorting voor een personeelslening voor de aankoop of verbouwing van een eigen woning nog onbelast, vanaf 1 januari 2016 is dat anders.
Niet meer in de vrije ruimte Vanaf 2016 is het niet meer toegestaan om het rentevoordeel dat een werknemer door een personeelslening geniet, aan te wijzen als eindheffingsbestanddeel. U kunt het rentevoordeel – ofwel het verschil tussen de rente die u aan de werknemer berekent en de marktrente voor een vergelijkbare lening – vanaf die datum dus niet meer in de vrije ruimte onderbrengen, maar moet het als ‘gewoon’ loon van de werknemer behandelen. Dit betekent dus dat u er werkgeversheffing Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen over verschuldigd bent. Dit komt neer op een lastenverzwaring.
7
Veranderende wetgeving voor de salarisadministrateur
Nihilwaarderingen WKR Alles wat u verstrekt, vergoedt of ter beschikking stelt aan een werknemer, is loon. Om te voorkomen dat de waarde van bepaalde voorzieningen die u op de werkplek ter beschikking stelt, in de vrije ruimte (1,2% van de totale fiscale loonsom) valt, is een aantal voorzieningen op nihil gewaardeerd. Deze nihilwaarderingen gaan dus niet ten koste van de vrije ruimte. De volgende voorzieningen en verstrekkingen in natura waardeert de fiscus op nihil: • ter beschikking gestelde bedrijfsfitness op de werkplek; • consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van een maaltijd; • ter beschikking gestelde werkkleding; (nog t/m 31 december 2015) het rentevoordeel van een personeelslening voor de eigen woning van de werknemer; • het rentevoordeel van een personeelslening ter aankoop van een fiets, elektrische fiets of elektrische scooter; • ter beschikking gestelde ov-abonnementen als de werknemer het abonnement ook voor het werk gebruikt; • de waarde van huisvesting en inwoning (inclusief verstrekte energie, water en bewassing) die de werkgever op de werkplek ter beschikking stelt voor de vervulling van de dienstbetrekking. Dit is een nihilwaardering als de werknemer niet op de werkplek woont en hij redelijkerwijs wel gebruik moet maken van deze voorziening; • voorzieningen in de werkruimte thuis.
8
Veranderende wetgeving voor de salarisadministrateur
4. Gevolgen voor de loonadministratie Wat betekent een en ander voor de loonadministratie? Tot eind 2015 moet u per werknemer vaststellen wat de omvang van de (maandelijks) verleende korting is. Ook moet u beslissen of u de korting maandelijks verloont of geheel of gedeeltelijk aanwijst als eindheffingsbestanddeel onder de werkkostenregeling. Als u het voor deel onbelast wilt blijven verstrekken aan meerdere werknemers, kan de vrije ruimte daarmee immers al voor een groot deel zijn gevuld. Rekent u het voordeel tot het loon, dan bent u als werkgever duurder uit: over het loon tot € 51.414 betaalt u immers premies werknemersverzekeringen en de inkomens afhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Als de Fiscale verzamelwet door de beide Kamers wordt aangenomen, rekent u het rentevoordeel over een eigenwoninglening vanaf 1 januari 2016 verplicht tot het loon.
Attentie! Als u behalve het rentevoordeel ook nog andere vergoedingen of verstrek kingen als eindheffingsbestanddeel aanwijst, bestaat de kans dat u de vrije ruimte over schrijdt. U bent dan een aanvullende heffing van 80% verschuldigd over het bedrag waarmee de vrije ruimte wordt overschreden.
9
Veranderende wetgeving voor de salarisadministrateur
Over Visma Software Visma publiceert regelmatig informatie over het vakgebied Human Resource Management en salarisverwerking met als doel u te informeren over de ontwikkelingen die er binnen deze vakgebieden plaatsvinden en u te helpen uw doelstellingen mede te realiseren.
Visma Software levert volledig geïntegreerde softwareoplossingen voor Human Resource Management en salarisverwerking. Het stelt het lijnmanagement en de werknemers zelf in staat om taken die voorheen bij HRM lagen uit te voeren.
Voor meer informatie: Visma Software, Rob van Loenen, telefoonnummer: 033 45 45 111. www.vismasoftware.nl
[email protected]
Maandelijks verstuurt Elsa Breeland de nieuwsbrief Elsa vertelt... met antwoorden op HRM-vragen. Klik hier om u in te schrijven.
10