IT VERANDEBING DES SCHILDKLIERTUlfCTIE EH SAMEKHAHQ MET HÉT OPÏREDEW VAJf SCHILDKLIEBCARCMOOM MA HALSBEJTHALIHQ
H. J. T. M. Bleker •a T. H. A. Bikkers
studenten aan de Medische Faculteit ran de Brasaua.Vnirersiteit Xotterdait
Een retrospectief ondersoek Terricht aan het Rotterdaas Sadie-Therapeutisch Instituât onder leiding van Ors. J.Alexiera - Ticusok, in het kader ra* het kewepraktikms 197«. " dotterde*,
1978.
VERANDERING DER SCHILDKLIERFÜNCTIE EN SAMENHANG MET HET OPTREDEN VAN SCHILDKLIERCARCINOOM NA HALSBESTRALING
R. J. T. M. Bleker ea T. H. A. Bikkers
studenten aan de Medische Faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam
Een retrospectief onderzoek verricht aan het Rotterdam» Radio-Therapeutisch Instituut onder leiding van Drs. J.Alexieva - Figuscb, in het kader van het keuzepraktikua 1978* Rotterdam, juni 1978.
r
ORANDUM EST UT SIT MENS SANA IN CORPORE SANO
A V
Met dank aan : Drs. J.Alexieva - Figusch, interniste, projectleidster* Dr. H.A. van Gilse, interniste. Dr. P.C, de Jong, KNO-arts. Dr. J.G, ran Andel, radioloog. Dr. W.H.M.Eykenboom, radiologe. Dr* P.H.Cox, farmaceut, nucleair geneeskundige* Drs* W.B. van der Pompe* chemicus, afd. nucleaire geneeskunde. H.S.L.M.Tjen, internist* nucleair geneeskundige* Dr» A,Taleraan, patholoog-anatoom. Dr. W.G.Haije, klinisch chemicus* A.W.Swiecicki, röntgen-diagnost. Prof. Dr. B.H.P. van der Verf-Messing, radiologe. Ir* W.C.J.Hop, statisticus. Dr* J.J.M, van Gasteren, fysicus. Drs. F.A.G.Teulings, blochemicus* Anneke en Tilly en andere poli-kliniek verpleegkundigen. Mevr. Vonk, bibliothecaresse. Laborantes en laboranten : klinische chemie nucleaire geneeskunde biochemie*
Een persoonlijk dankwoord aan : Drs. Balk, assistent interne geneeskunde en Drs* P.Tjepkema, internist voor de slechts twee weken durende uitstekende begeleiding. Dr* Wil Eykenboom, voor haar nimmer aflatende inzet by haar pogingen ons tot radiotherapeuten te bekeren; LASCIVA EST NOBIS PAGINA. VITA PEOBA! en Br* Gerard de Laat, roor zijn kaas, koffie, bemoedigende woorden en verhandelingen orer konijnen, uien en de toenemende criminaliteit in Rotterdam, Wimpie voor de lay-out, Truus en Trees voor het typen en last but not least de copieermachine.
Inhondeo pgave. Pag. 5 pag. 8
Inleiding. Patientengroep. Onderzoekmethoden.
pag.10
Resultaten.
pag. 13
Discussie.
pag.16
Addendum TRH-test.
pag.18
Conclusies Gerezen vragen en aanbevelingen.
pag.19
Tabellen.
pag.25
Grafieken TRH-test: individueel
pag.60
Grafieken TRH-test: samengesteld naar jaar van behandeling en leeftijd.
pag.70
Grafiek: nuchtere T,/IV-waarden vergeleken met nietnuchtere 1,/T^-waarden.
pag.71
LtteratuuiNireferenties.
Geen enkel bestanddeel van deze uitgave, noch de hele uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie of enige andere techniek dan na toesteaaing van de auteurs.
-9Verandering der echildklierfunctie en samenhang met het optreden van schildkliercarcinoom na halsbestraling. Een retrospectief onderzoek ( R.R.T.I. XV-52 )
.
Inleiding, Over de relatie tussen de bestraling en het daaropvolgend ontwikkelen van schildklierafwijkingen, met name schildkliermaligniteiten, zijn uitgebreide studies verricht. De aanzet hiertoe was een publicatie van Duffy et al. in 1950, waarin hij 28 patiënten beschreef die schildklierkanker ontwikkelden voor het 18 e levensjaar, waarvan tien patiïnten in hun jeugd bestraald waren vanwege een " te grote " thymus. Deze en andere bénigne aandoeningent zoals tonsillen, adenoiden en tubae wegens recidiverende infecties van de bovenste luchtwegen, t.b.c, lymfomen, haemangiomen, en acne, werden tussen 1930 en 1955 frequent behandeld m.b.v. bestraling ( rontgen of Radium ) . Samenvattingen van daaropvolgende studies kunnen worden gevonden bij Carroll, een publicatie,vas The National Cancer Institute en Lindsay* Grote onderzoeken die recent zijn uitgevoerd op dit gebied staan op naam van Hempelmann en Favus. Hempelmann et al. vergeleken 2872 jonge volwassenen die bestraald waren in hun jeugd, met hun 5005 broers en zusters, die niet bestraald waren* De frequentie van zowel bénigne als maligne neoplasieên in de eerste groep toonde een duidelijke verhoging* Deze bevindingen werden ondersteund door de resultaten van een uitgebreid onderzoek door Favus et al*. Zij onderzochten een groep van 1056 patiënten die aselect waren gekozen uit een patiêntengroep van 5266, die bestraald waren geweest* Zjj vonden by 9% van de patiënten een thyroiedcarcinooo. Uit deze en andere studies blijkt dat er een latente periode bestaat tussen bestraling en klachten/diagnose m.b.t. schildklierafwjjkingen bij personen tussen de 5 «n 40 jaar. Het mag als redelijk worden verondersteld dat het mutagene effect van straling op de schildklier dosis-afhankelijk is* Bij Lindsay staan ook een aantal studies beschreven over experimenten met ratten over deze dosis-effect relatie* Samenvattend kwam hieruit naar voren dat de hoogste frequentie van bénigne en maligne $childklierneoplasieen
-o-
bij die ratten voorkwam, die lagere stralingsdoees ( I
) hadden ont-
vangen. Bij hogere doses zou een volkomen schildklieruitschakeling zijn bereikt, waardoor geen neoplasma zich meer kan ontwikkelen. Foster beschrijft een klokvormige dosis-effect curve bij mensen, waarbij de kans op het ontwikkelen van schildkliercarcinoom daalt bij stralingsdoses hoger dan 2000 rad. Hempelmann et al. vonden een lineaire dosis-afhankeltfkheid bij het optreden van schildklierafwijkingen vanaf lage doses als 6,5 rad» Over het vermogen van straling om schildklierneoplasieen te induce- ' ren, zijn grofweg twee theoriën ontwikkeld. De eerste theorie gaat uit van een direct carcinogene werking van straling op de schildkliercellen. De tweede theorie pleit voor carcinogenese onder invloed van chronische schildklierstimulatie door TSH ( thyroid stimulating hormone ) . Als gevolg van ds straling zouden sommige cellen wel en andere cellen niet of in mindere mata worden aangeslagen* De aangetaste cellen zijn dan niet meer in staat tot de vorming van de schildklierhormonen T
(Triiodothyronine ) en T. ( Thyroxine ). De totale pro-
duktie van T, en T. door de schildklier daalt hierdoor, net als gevolg dat de negatieve feed-back van ï, en T^ op de TSH-secretie door de thyreotrofe cellen van de hypofyse wegvalt. Een TSH-stijging is hiervan het gevolg, waardoor de nog wel TSH-responsieve cellen compensatoire hypertrofie en hyperplasie vertonen, met de daarmee verhoogde kans op maligne transformatie* Deze laatst© theorie wordt ondersteund door bevindingen van Schaller et al.. jHjj gaf aan auizen een Jodiuadeficiênt dieet en vond na verloop van tijd een irreversibele transformatie in de schildklier van de proefdieren* Door het gebrek aan Jodium kan niet voldoende T, en IV wo;rden gesynthetiseerd, met de daaropvolgende TSH stijging en schildklier overstimulatie* De meeste in de literatuur vermelde onderzoeken behandelen de reƒ
latie straling/schidklierafwijkingen bij kinderen* Wat betreft volwassenen is veel minder bekend. Het meest vergelijkbaar met ons onderzoek is nog een publicatie van Moriarty et al.. Zij onderzochten de schildklierfunctie in twee groepen patiënten die beide uitwendige bestraling kregen. De eerste groep van 6 patiënten kreeg deze bestraling in het hoofd/hals gebied, de tweede groep van 5 patiënten in een ander gebied dan hoofd/hals* Op dag 0 en 21 van de bestraling werd een TRH-stimulatie test verricht. Verder werden basale T,t Tj. en TSH-spiegels gemeten* Deze laatste bleven gelijk bij beide groepen, doch de TRH responsivitait van de schildklier vertoonde bij de eerste
-7groep een duidelijke suppressie* Het lijkt niet onmogelijk dat de hypothyreoidie die door bestraling van de schildklier kan optreden, een belangrijke factor kan zijn bij een later optreden van schildkliercarcinoom. Het de huidige mogelijkheden om de schildklierfunctie nauwkeurig en snel te beoordelen, is het van belang om zo snel mogelijk dit ongewenste effect van halsbestraling op het spoor te komen en door middel van schildklierhormoon-substitutie te behandelen.
-Ör.
Patiëntengroep. Onderzocht werden in totaal Vj patiënten, afkomstig uit een aangeschreven aantal van 116 ( zie tabel 1 ). Al deze patiënten zijn in de periode 1972 t/m 19?6 in het RRTI behandeld geweest i.v.m. larynxcarcinoma, welke door behandelende radiotherapeuten werden geklasseerd als T
of T- in afwezigheid van metastasen ( TNM volgens
UICC ) . Alle patiënten staan nog steeds onder controle. In alle gevallen bestond het primaire behandelingsplan uit bestraling. De doses varieerden tussen 4000 en 6600 rad, welke totaal in 20-33 bestralingen werd bereikt, met dagdoses van 200 of 210 rad. De leeftijd van â* patiënten in de onderzochte groep lag tussen de 42 en 85 jaar. De geslachtsverdeling was typerend: 42 mannen en 1 vrouw. Deze verdeling was nagenoeg overeenkomstig met de aangeschreven patiëntengroep ( vgl. tabel 1 ) . In enkele gevallen, waarin sprake was van een recidief was een larynxextirpatie + trachéotomie verricht.
Onderzoekmethoden. Het onderzoek osivatte de volgende punten: 1. Anamnese 2. Algeheel lichamelijk onderzoek 3. TRH-test: 200 mugr. synthetisch TRH in 2 ml zoutoplossing werd snel i.v. toegediend. Bloedmonsters werden afgenomen op t=0', t=20', t=60'. In enkele gevallen ook na t=30' en t=120«. In het afgenomen bloed werd vervolgens de TSH-spiegel radio-immunologisch gemeten. T, en T, werden eveneens met de RIA-methode gemeten
in het bloedmonster op t=0'.
4. E.C.G. 5. X.foto's werden gemaakt van : trachea in 4 richtingen, oesophagus, weke delen hals lat., schedel + sella tursica. 6. Bepaling van mogelijk aanwezige antistoffen in het bloed tegen de schiidlclier*
-97. Eiwitspectrum en electroforese (immuno-) 8. I -tracing + scanning. Opname van I na 5, 2k%
door de schildklier gemeten 1 31 4-8 uur en de verdeling van dit I
over de schildklier. De patiënten werden ver-, zocht voor dit onderzoek nuchter te verschijnen. TSH, T, en T. werd
voor de aanvang van deze
proef nogmaals bepaald, waarna de patiënt een slok I 1 ' 1 ( 60 muCi ) kreeg. Bjj 1 patünt werd deze proef uitgevoerd met 99 131 Te i.p.v. I in verband met een te lage 131 Z -opname door de schildklier. Het totale onderzoek nam ? dagen in beslag.
-10-
Resultaten. 1. Anamnese: Een enkele uitzondering daar gelaten voelden alle patiënten zich redelijk tot goed. Speciale aandacht werd geschonken aan eventuele stralingseffecten, zoals bijv. slikklachten. Deze effecten werden in onze groep vrijwel niet aangetroffen. Gevraagd werd verder naar bestraling aan hoofd/hals-gebied anders dan die welke op het RRTI waren uitgevoerd m.b.t. het bij de onderzochte patiëntengroep gediagnostiseerde larynxcarcinooa* Eén patiënt was in 1959 aan het hoofd bestraald i.v.n. herpes, een patiënt in 1968 behandeld voor een cervicale spondylose, êên patiënt in 1969 aan het hoofd bestraald i.v.m. een basaalcel-carcinoom, êên patiënt bestraald aan het hoofd ( de neus ) i.v.m. huidcarcinoom en êên patient werd met waarschijnlijk UV-licht bestraald op de hals ( indicatie onbekend ). Verdere gegevens omtrent deze bestralingen ontbreken. Navraag werd gedaan naar doorgemaakte keelontstekingen en eventuele hoofd/hals-afwijkingen in de familie* Booken drinkgewoonten v66r en na de bestralingen werden nagegaan, waarbij opviel dat een groot deel van de patiënten wel het roken hadden beperkt maar er niet mee waren gestopt. Met uitzondering van êên patiënt was geen van de patiënten uit de groep op de hoogte van het eventueel hebben van een schildklierafwijking. De enige uitzondering vormde een man van 68 jaar bij wie in 197? een hyperthyreoidie was geconstateerd. Zyn anamnese vermelde echter reeds klachten in 1970, welke betrekking zouden kunnen hebben op de zich ontwikkelende schildklierlaesie. Wij zagen dan ook geen verband tussen deze hyperthyreoidie en de bestraling, welke in 1974- plaatsvond ( mogelijk een gemeenschappelijke
etiologische factor? ) . Toen patiënt
door ons werd gezien op de interne polikliniek was de hyperthyreoidie goed gecompenseerd met behulp van êeh ( Basolest ) .
-11-
By eên patiënt was in het verleden struma nodosa geconstateerd, welke diagnose door ons niet kon worden bevestigd. Verdere klachten die tijdens de anamnese naar voren kwamen konden ons inziens worden toegeschreven aan het "normale" verouderingsproces• 2. Lichamelijk onderzoek: Ook hier werd vooral gelet op specifieke schildklier af-. hankelyke klachten. Geen van de patiënten vertelde kouwelijk te zijn geworden na de bestraling. Halspalpatie leverde geen bijzonderheden op; slechts by één patiënt vonden wij een lichtvergrote linker-kwab. De meeste onbekende afwijkingen/die werden gevonden, waren die van het hart ( dubieuze angina pectoris klachten) en vaten ( vaatsclerose ) . Ook hier kon ons inziens de leeftijd van de patiënten zeer Waarschijnlijk verantwoordelijk worden gesteld. Klinisch waren alle patiënten euthyroid en maakten zij een levendige indruk. 3. TRH - test; Aanvankelijk werd deze test bij alle patiënten uitgevoerd, doch na enige tijd hebben wjj als bovengrens 75 jaar gesteld, daar bleek dat i.v.m. bijverschijnselen, zoals nausea, hoofdpijn, verhoogde neiging tot urineren, een bijzonder smaak in de mond en een gevoel van warmte, deze test ons inziens te belastend was voor patiënten ouder dan 75 jaar. De patiënten werden verzocht tijdens de proef geen koffie te drinken. Bij patiënten, bij wie geen TSH-test werd uitgevoerd, werden wel TSH, T_ en T^ spiegels bepaald» De resultaten van de TRH-test zijn opgenomen in tabel 2, TSH, T, en T^ waarden bij de uitvallers voor de TRH-test in tabel 3. Van alle TBH-testen is een aparte grafiek gemaakt, waarop verder mogelijk interessante gegevenB zijn aangegeven.
) x Met onbekende afwijkingen wordt hier bedoeld: afwijkingen, welke nog niet eerder bij deelnemer aan ons onderzoek waren gediagnostiseerd.
-12-
E.C.G.
: Het E.C.G. vertoonde bij geen van de patiënten afwijkingen die mogelijk verband houden met een gestoorde schildklierfunctie.
5« X.foto's: Op geen van de foto's werden noemenswaardige afwijkingen gevonden. 6. Antistoffen tegen de schildklier: By geen van de patiënten werd hier een duidelijk positieve reactie gevonden. ?• Eiwitspectrum + Immunoelectroforese: De gevonden eiwitspeetra gaven geen afwijkingen te zien die voor ons interessant zouden kunnen zijn i.v.a. schildklierafwijkingen. Het immunoeleetroforese-patroon vertoonde bjj 3 patiënten een afwijking. Bij een patient werd een verhoogde Ig-A component gevondent bij de twee anderen werden tvte M componenten in het gawna-globuline gebied aangetroffen. 8. I
-opname door de schildklier ( tracing + scanning ) : 131 De resultaten van de I -opname door de schildklier na 5, 2.kt kZ uur staan vermeld in tabel h. De schildklier-scan's vertoonden geen duidelijke afwijkingen. 131 Op enkele uitslagen na lagen alle waarden van de I
-op-
name-test in het 'normaal'-gebied. De lichte afwijkingen die werden gevonden, konden wij niet direct verbinden aan e^n duidelijke schildklierafwijking.
-13-
Discussie. Als eerste dient het hoge curatieve vermogen van de bestraling, welke bij de door ons onderzochte patiënten was uitgevoerd, te worden opgemerkt* Bij 4 patiënten, allen mannen, uit onze groep van 43, werd in het verleden vanwege recidief een larynxextirpatie in combinatie met een trachéotomie verricht. Twee van deze 4 patiënten hadden slechts 4000 rad ontvangen op de larynx ( dagdosis 200 rad ) , één kreeg 5000 rad ( dagdosis 200 rad ), en de vierde 6600 rad ( dagdosis' 200 rad). De 39 andere patiënten waren vrij van larynxklachten en hun controles waren goed. Echter, zowel bij dit , als volgende discussiepunten en conclusies moet terdege rekening gehouden worden met het feit dat de door ons onderzochte patiëntengroep niet optimaal was, daar het opkomstpercentage maar 37% bedroeg ( 43 uit 116 ). Van de 39 patiënten die negatief reageerden op onze oproep gaf het merendeel als reden hiervan op dat het onderzoek voor hen te belastend zou zjjn in verband met de lange duur ( 5 dagen ) . Enkelen reageerden dat zy weer normaal aan het werk waren en dat z$J niet 5 dagen ter beschikking konden zyn voor een onderzoek, terwijl zjj zich niet ziek voelden. 34 Patiënten reageerden niet ( reden onbekend ) . Voorzichtigheid is dus geboden by de interpretatie van onze gegevens. uitgaande van de resultaten uit anamnese en lichamelijk onderzoek, vonden wij euthyreoidie bij alle patiënten. Slechts êên patiënt had in zijn anamnese een hyperthyreoidie, welke goed gecompenseerd was met Ba8clest. Vanwege het gebruik van dit farmacon werd bij hen de TRHtest achterwege gelaten. Het E.C.Q., de rontgen-foto's en het eiwitspectrum van de onderzochte groep vertoonden geen noemenswaardige afwijkingen, die veroorzaakt zouden kunnen zijn door een verslechterde schildklierfunctie» Gezien de overige resultaten van het onderzoek waren wij het meest geïnteresseerd in de uitslagen van de TRH-testen. ( Voor theoretische achtergrond oatrent de TRH-teet verwijzen wij naar : Addendum TBH-test )• Bij het merendeel van de door ons uitgevoerde TRH-testen zijn de TSHwaarden niet bepaald op t=30' en t=120' na i.v. toediening van TRH, daar de waarde op t=30' nauwelijks meer informatie verschaft dan de waarde op t=20' en daar de waarde op t=120' voornamelijk informatie geeft over de hypothalamus-hypofyseas, terwijl wij juist geïnteresseerd zijn in de hypofyse-schildklieras, waarover de waarden op t=20' en t=60' ons genoeg vertellen.
-1M--
B;i al onze patiënten werd na TRH toediening een stijging gevonden van de TSH. De "stimulatie-factor"
19,6 microIU/l by een stimalatiefactor van 1f06. Overeen-
komstig waren de hierbij behorende T, en T. - waarden laag. Bij een echt geval van hypothyreoidie zouden wij echter een sterke TSH stijging verwachten na TRH toediening en een langdurig verhoogde TSH-epiegel. Geen van tweeen was bij deze patiënt aantoonbaar» De T
en T. - waarden die op t=0 werden gevonden passen nagenoeg al-
len bij een euthyreoidie. Opgemerkt moet worden dat de iater- en intra-individuele verschillen groot kunnen zijn. Uit onze gegevens kan geen relatie worden gevonden met leeftijd ( daling TSH-respons ) of met de duur van de tijd verlopen na de bestralingj Gezien het kleine aantal patiënten en de grote diversiteit aan medicijnen die door de patiënten werden gebruikt, was het onmogelijk om de invloed van bepaalde farmaca op de TRH-stiuralatietest na te gaan. Het is mogelijk dat de merendeels geringe TSH-stimulatie die wij vonden mede werd beïnvloed door de koffie ( coffelne ) die de meeste patiënten v66r de TRH-test hadden gedronken. Het is mogelijk dat coffelne, als euphylline, een exe.it erend effect heeft op de thyreotrofe cellen van de hypofyse. Het is de vraag of verdere standaardisatie van de TRH-test van diagnostische betekenis zou kunnen zijn. Bij het uitvoeren van de schildklierscanning werd bij nuchtere patiënten bloed afgenomen voor T,, Tr en TSH-bepaling. Het bleek dat de T^-waarden gemeten bij de nuchtere patiënten significant lager lagen, dan die welke bij de TRH-test werden gemeten (P<0,01 ) . Hoewel de T^-waarden die wij bij de TRH-test en de scanning vonden beide nog in de normale range liggen, is het verschil toch opvallend. T_ en TSH-waarden konden ook verschillen, doch hiervoor is geen significante stijging of daling aantoonbaar ( vgl,tabel 5 en de grafische weergave daarvan ) . Indien het verschil in T. concentraties tussen nuchtere ( vgl.scanning ) en niet-nuchtere ( vgl. TRH-test ) proefpersonen een constant gegeven zou blijken te zijn, is ook deze waarneming een aanbeveling voor standaardisatie van de TRH-test.
) x vgl. grafieken samengesteld naar leeftijd en jaar van behandeling.
-15-
De uitslagen van de antistoffen bepaling (antistoffen tegen de schildklier ) leverde geen nieuwe gezichtspunten op. In een aantal publicaties wordt het hebben van
thyroid —antistoffen geinterpre-
teerd veroorzaakt te zijn door straling op de schildklier ( Guansing et al. ) t terwijl anderen ( vgl. Brase et al. ) menen dat deze antistof fea in causaal verband staan met de carcinogenese. De M-componenten in de gamma-globuline fractie, bij twee patiënten d.m.v. immunoelectroforese gevonden, kunnen mogelijk duiden op een M. Kahler of M. WaldenetrSm. Deze diagnose is echter ( nog ) niet bevestigd. Er is tot op heden nog niets bekgnd over een eventueel oorzakelijk verband tussen sehildklierafwykingen en chronische ziekten als M. Kahler en M. Waldenstron. De verhoogde IgA-component, btf een patiënt gevonden, staat naar onze mening niet in verband met een mogelijke schildklierafwyking.
-16-
Addendum TRH-test. Over de waarde van de TRH-test zijn in de literatuur een aanzienlijk aantal artikelen verschenen. Het TRH, thyroid releasing hormone, is een tripeptide dat zich in de hypothalamus bevindt. TRH is in staat de hypofyse te stimuleren tot afgifte van TSH, dat op haar beurt de schildklier aanzet tot een versnelde synthese en secretie van de schildklierhormonen T
en T.. Door het beschikbaar komen van synthe-
tisch TRH kan van deze eigenschap gebruik worden gemaakt bij het diagnostiseren van een afwijking in de hypothalamus - hypofyse - schildklieras. De door ons gebruikte 200 microgram TRH ligt ruim onder de grens van 400 tot 500 microgram, welke in de literatuur wordt aangegeven als hebbende een maximaal stimulerend effect. Bij hogere doses treedt plateauvorming op. Na toediening van TRH dient de TSH concentratie in het bloed te stijgen tot 3 â k maal de uitgangswaarde, welke normaal beneden de 10 microID/l ligt. Dit effect treedt op binnen 20 tot 30 minuten. Hierna daalt de TSH concentratie weer. De TRH-test is met name van diagnostische betekenis bij het uitsluiten van een hyperthyreoidie; de TSH respons op de stimulatie door TRH is verdwenen of duidelijk verminderd vanwege de inhiberende effecten van de b]j een hyperthyreoidie in hoge concentraties aanwezig zijnde T_ en T, , op het vrijkomen van TSH uit de thyreotrophe cellen van de hypofyse. Voor de diagnose van een hypothyreoidie ( primair, secundair of tertiair ) mag het resultaat van een TRH-test niet beslissend zijn. De TRH-test is zeer gevoelig; er bestaat een sterke invloed van bepaalde fysiologische- en niet-fysiologische stoffen. Tot de invloed hebbende fysiologische stoffen behoren: oestrogenen, corticosteroïden, groeihormoon en L-Dopa, al dan niet in fysiologische doses. Niet-fysiologische stoffen die invloed kunnen uitoefenen op de TRH-test zijn o.a. tranquillizers en aspirine. Oestrogenen verhogen de TSH respons op TRH, terwijl corticosteroïden, groeihormoon, L-Copa, tranquillizers en aspirine deze respons verlagen. Het onderliggend werkingsmechanisme is niet duidelijk; een invloed op het adenylcyclase-systeem, dat gelocaliseerd is in de celmembraan, wordt voor bepaalde van invloed zijnde stoffen gesuggereerd.( Activering van adenylcyclase leidt tot c-AMP vorming intracellulair, wat het metabolisme van de cel stimuleert. ) Voor aspirine wordt een indirecte invloed op de hypothalamus - hypofyseas beschreven door verhoging van de vrije schildklierhormoonfractie.
-17-
Andere invloeden op de TKH-test worden gevondeti bjj chronische, nonthyreoidale ziekten. Een licht verhoogde respons wordt hier beschreven. By patiënten met maligne lymphoma werd een verlaagd T^ en een verhoogde vrjje T. concentratie gevonden by een normale thyroxine concentratie ( Brinckmeyer et al. ) . Bij andere chronische ziekten ( o.a. levercirrhose en neoplasieën ) worden soortgelijke verschijnselen gevonden. Hier wordt gedacht aan een combinatie van verminderde transporteiwit-vorming ( TBG, TBPA, albumine ) en een verminderde perifere omzetting van T. in T_, dat biologisch een veel groter effect heeft dan T., terwjjl de omaetting van T^ in rT, (= reverse T,, biologisch inactief ) toeneemt* Bjj de perifere omzetting van T, in T_ is de lever het meest betrokken. Als laatste invloed moet de leeftijd genoemd worden. Op hogere leeftijd wordt in het algemeen een lagere T -spiegel gevonden en een verminderde respons van de hypofyse op TRH-stimulatie.
-1Ó-
Conclusies : -
In de onderzochte groep van kj> patiënten) troffen wy geen gevallen van hyper- of hypothyreoidieën aan. In verband met het relatief geringe opkomstpercentage is het echter voorbarig deze conclusie op de gehele groep van 116 patiënten te betrekken.
•
De bestralingen die de patiënten hadden ontvangen in verband met hun larynx-carcinoom hebben een hoog curatief rendement gehad. ) x : onderzocht 1 - 5
jaar na bestraling
Gelezen literatuur verschafte de informatie dat careinogenese pas optreedt 5 jaar na bestraling.
Gerezen vragen en aanbevelingen : -
In hoeverre spelen hormonale factoren een rol b}j de geringer» kans op het ontwikkelen van larynxmaligniteiten bij vrouwen vergeleken met mannen?
-
In hoeverre zjjn de verhoogde T. concentraties bij niet-nuchtere proefpersonen ten opzichte van nuchtere proefpersonen een constant gegeven?
-
Het verdient aanbeveling neer informatie in te winnen omtrent dat deel van de 116 patiënten dat niet aan het onderzoek heeft deelgenomen, teneinde verdergaande conclusies te kunnen trekken.
-
Klinisch vervolgen van de onderzochte patiënten zou . mogelijk meer gegevens over deze studie kunnen oplceren (vgl. latente periode bestraling - afwijking). Onderzocht dient te worden of verdere standaardisatie van de TRHstimulatie-test mogelijk is en van diagnostische waarde is. Cetero cens«o Carthaginem delendam esse. (redevoering Catalina voor de Romeinse Senaat)
-19-
TABEL 1 : Patientengroep Jaar van behandeling 1972 1973 197^ 1975 1976
Pos . reactie Neg . reactie Geen reactie 6 3 7 7 9 12 7 5 8 10 5 8 12 13
Totaal n=1i6 verdeling naar igeslacht :
39
8 vrouwen 108 mannen
3^
Totaal 13 23 2k 23 33 116
-20-
TABEL 2 : TRH-teet Jaar beh. T (ag*) /volgnr. 1976/209
81
1976/207
90
6,7 7,3
197É/212
140
7,0
1976/208
125
9,1
1976/213 1976/204
125 166
1976/203
172
1976/206
140
11,2 10,4 9,5 10,1
1976/211
131
7,3
1976/210
18O
7,9
1976/201
213
9,8
1976/202
151
1976/205
96
1975/225 128 1975/223 — 1975/224
160
1973/222 135 1975/221 149 1974/244 80 1974/249 124 1974/241
120
1974/242
1974/247
96 97
1974/251 1974/246
145 91
1974/243
66
1973/263 1973/261
166
1973/269
143
1973/262
115
1973/267
270
1973/265
183
1973/266 1972/281 1972/282
TSH 6o TSH 1 2 0
TSEQ
7,9 7.3
9,0 12,2 8,,7 9,8 3,5 7,k 9,1* 10,7 4,8 7,1 8,2 7,9 8.3
8,1
2,02
69
19,0
17,3
1,58
15,1
14,4
13,5
13,6
1,38
8,7
3,48
54 59 62 71 72 75 71 56 64
18,2
12,1
9,6
8,4
8,1
21,3
17,8
13,5
1,87
—
16,2
13,0
1,60
18,ö
—
13,5 10,5
—
3,92
13,2 17,7 9.6
6,9 11,9
11,9
21,2 18,8 10.7
10,5
8,1
8.5 5,6
6.3 4,0
8,0
4,9 7,3 7,8 19,0
11,5 11,8
20,7 21,4 —
9.8
9,5
10,7 8,2 11,0 16,0 — 10,0 10,3 12,3
6,7 17,2 — 5.7 19.6 20,8 —
6,0
105
10,6
5,5 6.8
7,1 5,6 5,6
17,5
1,67
—
2,58 2,48 1.29
53 57 79
5,5 11,1 ...
1,60 1,20
72 42
12,2 12,1 9,2 8,7 üt8 7,3 7,2
1,11
61
1,42
52 54 67 69 57 56 72
12,5
8,3
162
9,6
15f8 6,9 15,7 19.8
—
1.87 2,38 1,49 2,43 1,29 1,45 1,19 2,57 1,06
9,9 7,4 7,6 9,9 8,9 11,3 24,9 11,4
1,51 1,59 1,64
—
3,18
8.5
—
1.43
1,89 1,15 2,01 4,38
De TSH-waardea zijn opgegeven in microIU per liter. Lft.=leeftijd.
1,38
17,1
8,0 4,8 7,7 ... 9,0 10,8 — 9,7 10,« 14,5 —
7,4 7,3
1,74
17,6
10,7 8,9 9,2 6,5 12,3 8,4 9,7 6,5 13,1 8,8 38,6
120
—«
—
10,2
10,1 11,1 8,1 9,4 9,2 8,7 10,2
167
—
Lft.
53 62
74 55 56 70 62 56 65 50 74 74
-21-
TABEL 3 : Basale Jaar beh. T_(ng&) /volgnr. 197H/848 120 197^/250 118
en TSH-waarden bij uitvallers voor TRH-test TSH(microIü/l) Leeftijd 8,8
7,9 7,4
197^/252 151 1974 /25^ 175
7.8
1973/268 1973 /26K 1972 /283 1972 /28^
8,1 7.2 9,0 8.8
170 118 137 118
5, 5 29,
5
76 68
6, 9 9. 5
85
3,8 6.6 7,9 8.3
?7 75 78 79
78
-22-
TABEL 4 : Jaar beh. /volgnr.
-opname door de schildklier
5uurW
24uur(&)
48uur(#)
Leeftijd
51,1
52,9
76
23,1 197^/207 24,6 1976/212 11,5
47,5
45,4
54
22,4
19,9
59
1976/208
41,9
42,9
62
1976/209
71
1976/213
15,3 1976/203 12,4 1976/206 18,6 1976/211 16,1 9,0 1976/210 1976/204
33,8
31,8
72
30,7
32,3
75
35,2
38,0
71
28,6
29,6 24,1
56
22,3
1976/201
b4 53
1976/202
57
1976/205
79
1975/225
19,6 25,9
9,0 1975/224 11,6 1975/223 1975/222 1975/221
22,4 28,0 m>mmmt
14.6
6,0 1974/248 n,v. 1974/250 n,v. 1974/249 11,9 1974/244
30.1
33.0
14,5
15,6
32,2
32,9
34,6
34,1
20,8
21,3
25,7
25,6
1974/252
16,6 1974/242 10,5 1974/247 12,8 1974/245 n.v. 1974/241
1974/251 1974/246
13,5
26,9
1974/243 13.7
35.7
25,5 55.1
1973/268 1973/264 12,4 1973/263 16,4 1973/261 19,3
34,9 29,6 37, Ö
36,6 27,7 36,2
n«v.= niet verricht*
72 42 61 52 54 67 76 68 69 78 57 56 72 85 53 62
74 77 75 55 56
-23-
Vervolg TABEL h J a a r beh. /volgnr.
5uur(%)
2kvmr(%)
48uur(%)
Leeftijd 70
1973/269 1973/262
11,2
22, 't
23,7
62
1973/267
6,0
10,8
56
1973/265
9,7
20,1
13,1 20,0
1973/266
17.3
33.2
35,7
1972/283 1372/28^
1^,9
29,1 —
32,7
1972/281
—
1972/282 13.8
—
&5 50 78 79
74 30.2
33.6
-24-
TABEL 5
Jaar bek. /volgnr. 1976/201 1976/207 1976/211
Nuchtere T,t T. en TSH-waarden vergeleken met niet-nuchtere en TSH-waarden. T_,
7,0 14,9 7,0
8,2 12,2 4,8
9,1 8,1 15,1 6,0 10,3 3,1
7,9 8,7 9,8
135 140
125 180 14O 166
13,3
153
172
8.9
9,5
7,6
160
8,1 8,8
9,7
6,1 5,8
9,0 10,8
1975/223 1975/224
125 125
1974/241 1974/246 1974/244 1974/249 1974/247 1974/243
106 170 104
1973/266
128
1973/263 1973/261 1973/265 1973/267 1973/262
156 155
125 108 18O
213 90 131 151 14O
120 91 80 124
8,2
TSH (mIU/1)
9.8 7.3 7,3 7,9 7,0 9,1 7,9 10,1 10,4
162 100 115 18O
1976/202 1976/212 1976/208 1976/210 1976/206 1976/204 1976/203
1972/282
TSH..Buflh.
TjNuch.(ng#) T 3 (ng#) T^Nuch.
7,4 7,0
8,4 6,8 6,0
5,5 8,6
7,1 10,7 7,4
6.3
7.4
-
12,4
6,0
5,2
4,9
5.6
5,2
7,9
2,8
7,2
8,0 8.2
7,8 6,7 4,0 4,9
4,6
5,7
6,6 6,3
11,0 19,6
162 166
8,8
8,8 6,9
8,8 7,1
167
10,4
10,2 10,1 11,1
6,7
5,6
7,3 8,4
8,7
6,0
135
183 270
9,2
123
115
8,1
9,4
8,4 6,4
6,5 8,4
100
120
7,0
8,9
5,8
115 110
79
144
97 66
8,8
6,5 6,8
Op blz. 25 t/m 59 zijn grafieken van de door ons uitgevoerde TRH-testen weergegeven. Bovendien staan bij iedere grafiek nog enige bijzonderheden vermeld over de betreffende patient. De volgnummers die staan vermeld komen overeen met de volgnummers op de tabellen 2, 3, 4 en 5 en ztyi verder voor ons van belang als dossier-nummere. Het 'onbekende afwijkingen' wordt weer bedoeld: afwijkingen, welke nog niet eerder by deelnemer aan ons onderzoek waren gediagnostiseerd. In enkele gevallen staan geen bijzonderheden vermeld, daar deze ons eenvoudig niet bekend waren.
Op blz. 60 t/a 69 hebben wij de grafieken van de TRH-testen samengesteld naar jaar van behandeling en leeftijd, om een mogelijk verband te zoeken tussen de tijd verstreken na bestraling en het eventueel optreden van schildklierafwjjkingen en/of het verband tussen leeftijd en eventueel afwijkende THH-test. Op blz. 70 is het verband tussen'nuchtere en niet-nuchtere' T, en T.waarden weergegeven} nuchter verschenen de patiënten voor de scanning + tracing, niet-nuchter voor de TRH-test*
-25TSH
r/ 25
20 -
5 -
1'5 213 \ 9,8
76/201 TRH-test.
53 j r .
151 TSH
(nlü/l)
• 25
20 -I
10-
7,9
76/202 TEH-teet,
57 j r .
-27172 TSH '1
t
25 '
9,5
TRH-test. 76/203 75 jr. Radiatie: groot veld + klein veld k MeV 6590/200 rad 33 keer Chron. ziektent ulens oper.l73 Dunping eyadr. levercirr. Onbekende afw.: Dumping eyndr. care levercirr.
20 -
Medicijnen: geen N.B. Coapleet KBTB.
N.
10 -
5 1
TRH-test. 76/204 72 jr. Radiatie: klein veld k HeV 6300/210 rad 30 keer Chron, ziekten: adipositae Diab. Mell. Onbekende afw.: Arcus Sentis Xantelaaata Medicijnen: Daonil 2/dgs. N.B. oud onderwand infarct antistoffen cytoplasaa Bcbildklier zwak.+
166 TSH 25
20 _
15 -i
10
5 -
lö
(\o
TSH
25 -
20 -
96 7,3
TRH-test. 76/205
79 jr„
Radiatie: Groot reld + klein veld + split k MeV 6588/200 rad 33 keer Chron. ziekten: hypertensie adipositas ang» peet.? Medicijnen: Me thy rit Glifanan Bisolvon Hogadon Indocid Moduretic Kamillosan Fluimycil Onbekende afw.: lichte gynaeco» mastie spataderen*
15 1
10 A
TSH (ulü/l) '
I
"25
90 7,3
TRH-test
jr.
76/207
Radiatie: Groot veld -f split 4000/200 rad 20 keer Chron. ziekten: hyperteneio longea, (radicale resectie '77) Onbekende afw.: Spiders Naeri verhoogd alk.foef. Medicijnen: Geen N.B, Orerbelasting re-atriua Tae^icardie I -opn. rerhoogd na 48 u.
15-
10
5 •
t, ^-
-31-
T
TSH
t
25 -i
3
125
n
«*
T 9 1
4 » r«*
TRH-test 76/208 62 jr. Radiatie: groot veld 4 MeV 4000/200 rad 20 keer Chron. ziekten: CARA ? Longea.? Onbekende afw. ; longmetastase ? Me di cynen: ge en 1 ^1 N.B. I -opn* na 24 u. verhoogd»
20 -
10 :'é
5 .
10
6o
vlo
>.n )
-3281 ng56 TSH (uIU/1) : 25 -!
6,7 ]ig#
20 -
10 1/
5-
0
£0
THH-test 76/209 69 jr. Eadiatie: klein veld k MeV 6300/210 30 keer Chron. ziekten: Angina pectoris Myocard infarct '72 Nierbloeding '66 Hernia diaph. '66 Onbekende afw: geen Medicijnen t Sintrom A dd. sinds '68.
-33TRH-test
140
TSH
76/206
10,1
71 jr.
Hadiatie: klein veld k MeV 6300/210 rad 30 keer
25
Chron. ziekten: geen Onbekende afw.: geen Medicijnen: geen N.B. A-specifieke repolarisatie stoornissen.
20
10-
5-
I
«.c SO
„1
1±
THH-teet TSH (PIO/1) '
3 T
:
25 j
20
76/210
T_ 18O J-i.
7,9 pg£
Radiatie: klein veld + split k MeV 6300/210 rad 30 keer Chron. ziekten: hypertensie Ang. peet.? Onbekende afw.: perif* vaatvernaa^ing dub* ang. klachtea Claudic. Intermittent Hypertensie Medicijnen: Libriam Librina Forte Nubion Forte Oogdruppels N.B. Halsbestraling «et ÜV? li-kwab vergroot Tachycardie Coronaire ischaeisie I
-opn. na verlaagdo
10
tio
-35TSH (uID/1)
TRH-test 76/211 56 .jr. Sadiatie: groot reld + split 4 MeV 6600/200 rad 33 keer Chros* ziekten: maag/darn resectie '76 Onbekende afw.:geen Mediejjnen: Tonicum pijnstillende injeetieB. N.B. Sinus aritmie
131 n 7,3
25
20 .
10
~20
30
~6Ó
"Ï2Ô
t(min)
-36TRH-test
TSH (uIU/1)
7,0
76/212
59
Eadiatie: klein veld 4 MeV 6300/210 rad 30 keer Chron. ziekten: adipositae Diab. Mello Onbekende afw.: geen Medicijnen: tabl.ivm DiaboMell£ N.B. Struma Nodosa 'èk partiële resectie I ' -opa. na **8u. sterk verlaagd.
20 -
15 -i
10
5-
20
t(inin)
-7 f
TSH
T ? 125 ngSB
(plïï/l)
T^ 1 1 , 2 jig
25 i
TRH-test 71 jr. 76/213 Radiatie: klein veld k MeV 6300/210 rad 30 keer Chron. ziekten: Halsklier TBC Ang. Pectoris Bronchitis sinds'70 2 Ulcus ventr. '7^ Niereontusie licht Diab.Mell. Onbekende afw.:
20 -
15 i
raatvernauwing reeid. maagulcus vergrote prostaat N.B. Neus bestraald ira faoidca. /
-38TSH (jiIU/l) 25
20
15 A
10
8,5
TRH-test jr. 75/221 Radiâtie: groot veld + klein veld k MeV ^300/210 rad 30 keer Chroa. ziekten: Ang. pectoris Maag/darmziskt en'^8 Onbekende afw.: geen Medicijnen: geen
-39TRH-test 52 jr. ?5/222 Radiatie: klein veld k HeV 6300/210 rad 30 keer Chron. ziekten: geen Onbekende afw.: geen Medicijnen: Libriun Anusol sttpp.
T 3 135
TSH
*t 10,5 25
20
15-
\ \
o •_ o
i
2c
—
r
VLO
^ t(_w»in)
TRH-test
•}
onbekend
TSE
25
Jr.
75/223 fiadiatie: klein veld
't MeV 6300/210 rad 30 keer Chron. ziekten: hypertensie adipositas Onbekende afw.: geen
t
Medicijnen: Zymavenozulan N.B. I
20
15-i
10-i
5-
0 0
^ ic
,_ ^
-opn. iets verlaagd
THH-test
T- 16O n
61 75/22^ 2adiatie: klein veld k MeV 6300/210 rad 30 keer Chron. ziekten: hypertensie adipositas CARA Nevendiagn.: Caldwel lue re.ivm poliepen sinus
20
Onbekende afv.: geen Medicijnen: Cordinovo N.B. Halsbestraling gehad ivn cervicale spondylose '68 I ' -opn. iets verlaagd.
( 10-
5-
"20 3b"
"66"
t(min)
TRH-test
TSH
128 8,0
72 jr. 75/225 Badiatie: groot veld, split, klein veld k MeV 6k00/200 rad 32 keer Chron. ziekten: hyperteneie Myocard infarct'73 Maagca. «73 (bestraling,resectie) Onbekende afw.: droge, kouweljjke huid Hypothyreoidie ? Medicijnen: geen
20
N.B. hoofd/hals bestraling '63 basaalcelca.
15 j
10
5,
2.0
t ( w»« « )
TRH-test
TSH (uID/1) A 25
120 ng%
57 j r . Radiatie: klein veld ktieV 6300/210 rad 30 keer Chron. ziekten: Ang, pectoris Diab. Heil. Onbekende afw.: dub. ang. pectoris Medicijnen: Vitamines t a b l . ivm Diab.Mell.
20-
15
20
30
60
90
120
t(ain)
TSH
I
(plïï/l)
:
96 n 7.3
25 ";
20 -I
10 -
5 1
o L O
2.0
TRH-test
7V242
56 Jr.
Radiatie: klein 7eld k MeV 6300/210 rad 30 keer Chron. ziekten: Maagoperatie '63 Onbekende afw.: geen Medicijnen: geen 131 N.B, I -opn. iets verlaagd
-45TSH (piU/l)
TRH-test 74 Jr. 74/243 Radiâtie: klein veld k MeV 6300/210 rad 30 keer Chron. ziekten: Ang. pectoris CARA Onbekende afw.: geen Medicijnen: Fluimycil Indocid supp. Tenesta
66 n
i
5,7
25 1
20 -
15-
10 -
O
jto
I
bc
TRH-teet
TSH
80
67 jr.
T
^ 5,6
Radiatie: klein veld k MeV 6300/210 rad 30 keer Chron. ziekten: Ang. pectoris CARA Maagbloeding Longea*(resectie)
25
Onbekende afw.: geen Medicijnen: Vasolatine Valium Hydrichine N.B. Sinustachycardie Overbelasting re* cor sporadisch SVES I131 -opn. iets verlaagd
20 -
15
0 0
20
30
60
90
120
t(min)
TRH-test TSH (plü/l) 25-|
62 jr. Radiatie: klein veld k MeV 6300/210 rad 30 keer Chron. ziekten: hartklachten Onbekende afw.: geen Medicijnen: Sintrom kâd. N.B. Overbelasting re-atrium incompleet RBTB I -opn. iets verlaagd IgA verhoogd; geen duidelijke afwijkingen.
T 3 91 ng% T^ 6,0 pg^
20 -
10
()
20
30
60
90
120
t(min)
-48TRH-test TSH (ulü/l) ; .251
97 8,2
20 1
72 jr. Radiatie: groot veld + split klein veld k MeV 6^00/200 rad 32 keer Chron. ziekten: CARA Nierziekten Diab.Mell. Onbekende afw.: geen Medicijnen: Vit. B 1 2 N.B. Atrium extrasystole re overheersing -opn. laag aormaal
10-
0
o
20
36
]IÖ ' t(min)
TRH-test TSH (pIU/1) 25',
t
T4
69 jr, Radiatie: groot veld 4 MeV 5000/200 rad 25 keer Chron» ziekten: Maagresectie niarziekten vaatlijden Onbekende afw. : geen Medicijnen: geen
8,0 pg*
20.
15-
üo iö~
6d
t(min)
-50TSH (pIU/1)
TRH-test 7V251
ng% 3
25J
Tk
53 jrs
Badiatie: groot veld + split, klein veld h MeV 6600/200 rad 33 keer Chron. ziekten: geen
10,6
Onbekende afw.: geen Medicijnen: geen
2a
0 '—0
20
30
66'
120
t(min)
TRH-test
TSH (jzlïï/l)
167
75/261
56 jr.
Radiatie: klein veld 2x200 + 23X250 K e V 5OÖÖ/2OO rad 25 keer Chron.ziekten: CARA Onbekende afw.: geen Medicijnen: tabl. tegen bronchitis» N.B. afwijkend eiwitspectrua 20 _
15-
10-
5-I
o'ö-
12b
t(min)
-52TRH-test
TSH (pIU/1)
115
62 jr.
75/262
Radiatie: klein veld k MeV 6300/210 rad 30 keer Chron. z5.ekten: adipositas aritmieën
25
Onbekende afw.: geen Medicijnen: geen N.B. Bestraling hoofd gehad ivo herpes '59 Re-kwab vergroot Zeer frequent VES compleet 131 I -opn. laag normaal Eiwitspectrum afw.
20 1
15
10 4
"
23
30~
"6b
t(min) —»
TRH-teet
TSH
T,
1Ö3 ng
T, 10,1
73/^63 55 j: Radiatie: klein veld 250 KeV
f/o
25 keer Chron. ziekten: CAKA Onbekende afw.: geen Medicijnen: geen N O B, Sinus-aritmie
20
10J
5-
20
30
é'o
90
120
t(min) P
-54T3
TSH
183 ng%
T 4 8,7 pg* 25
TRH-test
73/^65
65 jr.
Radiatie: klein veld k MeV 6300/210 rad 30 keer Chron. ziekten: hypertensie Onbekende afw.: geen Medicijnen: geen 131 N.B. I y -opn. laag normaal Eiwitspectrum ^b=11
20
15-
10-
T—
I
1'2O
t(min)
THH-test
162
73/266
10,2
50
Radiaties klein veld h MeV 6300/210 rad 30 keer
25-:
Chron. ziekten: hypertensie adipositas Onbekende afw.: prostaathypertrofiï Medicijnen: Doridene 2)fwks,
20-,
N.B. Eiwitspectruoi V =6
10-
5"
o _ o
20
30
60
90
120
t(niin)
-56TRH-test
270 ng%
TSH
56 jr. 73/267 Radiatie: klein veld + split k MeV 6300/210 rad 30 keer
9,2 jig* 25 1
Chron. ziekten: hypertensie adipositas CARA Onbekende afw.: geen Medicijnen: geen -opn. laag normaal N.B. I Eiwitspectrum ft=11
20 -
15-
10 -
5'
o o
'IV
90
720
t(rain)
-70/T. n
T-
TRH»test
143 ng%
(piU/i)
73/269
25-1
70 jr.
Badiatie: klein veld 't MeV 6300/210 rad 30 keer Chron. ziekten: ÜICUB ventr„
ünfaekeade afw.: geen Medicijnen: Normacol 20-1
15.J
20
30
60
90
I
120
t(min)
-58TRH-test 72/281
105 n 10,6 j!g
TSH
jr
Radiatie: klein veld 250 KeV 5000/200 rad 25 keer Chron. ziekten: hypertensie Niersteen '53 Onbekende afw.: geen Medicijnen: Sembrina
201
15H
5 -i
o:
20 30
6b
90
120
.59TfiH-test TÙH
72/282 120
î
jr
Radiatie: klein veld
35 6300/210 rad 30 keer Chrorie ziekten: geen Onbekende afw»: Medicijnen: Complamine Aminophylline Temesta Nizotropaa Perfalex 20 4
N.B, Immunoelectr, : 2 2t!ak' M-componenten in y-ge
J I
1/
20
9Q
120
t(min)
-60TBH-teeten: leeftijd 50-60 j r . bestraald in 19?6
0 --0
20
30
90
76/201 76/207 76/211 76/202 76/212
««in)
-0 I •
76/208 76/210 76/213 76/206 76/204 76/203 76/205 76/209
ÏHfi-testen: leeftijd 60-76 j r . bestraald in 1976 [i:
' . ) •
'• •"", -i
15-
— r 20
r 30
60
r
90
120
t(min)
-62-
TSH
75/223
TRH-test: leeftijd *f0-50 jr. bestraald in 1975
20
15
10 -j
51
20
30
60
90
120
t(sain)
TRH~testen: leeftijd 50-60 jr. -1
75/221 75/222
bestraald in 1975
c '")
10
0
!
0
20 30
"£"
90
120
t(min)
TSH
75/22^ 75/225
TRH-testen: leeftijd 60-76 j r . bestraald in 1975
20
15 4
-T r 20 30
—r~ 60
90
120
t(min)
7V251
TBH-testen; leefUid 50-60 jr 0 bestraald in 197*»-
, 11 / ; )
\ i
/
!
/.- '
10
20
30
60
90
120
t(min)
-66TRH-teeten: leeftijd 6O-?6 j r .
ÎSH
(pi0/1)
bestraald in 1974
25-1
20-i
20 30
120
t(tnin)
ÏHH-testen: laeftyd 50-60 jr-,
? -> • 't
\
•
o
!
bestraald ir 1973
/
/
"7' f /
20
30
60
90
120
t(min) _
^
•
V;/
-68TSH
THH-testen: leeftijd 6O»76 j r . bestraald in 1973
25 J
73/262 73/265 73/269
20 -
15-
20
60
90
120
t(aia)
.• i t j i " t i j d
óO'yt> j i ' „
72/ i .
bestraald in "-372
\
ƒ
20
30
6o
r ' 90
r~ 120
t(min)
-70Machtere T^/QiV maarden vergeleken met \ 250
10
200
3 150
h7
100 -
I- 5
50-
atschter
TRH-teBt(t=0'> niet-nuchter
1
nuchter
niet-nuchlter
• „ ,
• • • . . > ; • - - • *
Ï
';.? 'Vh' i.
. 'i i a'. i n g of
-.Î
c
.-p
-«. .
~" : 11 ..ai •: :!
ï'.-j-o.iaïiür.
!
., 2
t ^. soiis
^ " *•-?. i'-ïcï With Jï-Rs.;":J i.i
la
l a er •
•'iuh
'^-ir-siüTn*'. r 1' C - l j p i o a l
IOT9'-I;>55.
la
i e o p J ô s i a : A dela^sr' oo-ntilicat.or, of Io--^. d e - - head and -I3cl'. -! • •r&d) a c; or/, • Ij'-vroid Peti&erch; p r s ' . - o f t h e ? t h ïr.terufct., |
Ti_, A ..j
!
con i e r e i i c e ; Boston M a s s a c h u s e t t s , ùune 9--' 39 ' 975î s a , by J , R- • o-ins c.r.d 1--.T'„ Brai'S'îisn,, Oxford e:;c„j E"«cerpte f-iadica }
i'9/^c.
!
pnge 561 -56 +,u i a t « t e i n , P», f-îcHardy«=Youngs S j , , Braex 9 ho,
e t a i . ('197U
'AIï,er
a t i onti i n Serum T h y r o t r o p b i n (TSH) and. Thyroid f u n c t i o n Kc.J 1 o v,H " •-R a d i o t h e r a p y i n P a t i e n t s with Malignant Lyajphoaa. ' J<,Clin B Endoci%
~ra:-f:. A u , S i p p s i , P o . ( ".973J ' Z u r Hypcth./rsc-aehanf i g k e i !; i.a-.k j V.jtc'^nej' T e l e k o b a l t b s s t r a h l u n g dos LarynxlcarainosiSo ' S t r h l e n t b e r t
-72-
- Schaller, K.T a9 Stevenson, J,K. (1966) 'Development of carcinoma of the thyroid in iodine-deficient mice.' Cancer, T9, 1O63~1O8O. - Becker, F o 0 o , Econoinou, S.G., Southwick, H«W., Eisenstein, R e , (1975) 'Adult thyroid cancer after head and neck irradiation in infancy and childhood.' Annals of intern,med,, £3, 3^7-351 • - Rallison, ,<eL., Dobyns,3.M., Keating, F,RO (197*0 'Thyroid disease in children.' Amer.J.Mgd.
jj6t *f 57-^63.
- Maxon, HOB9SI Stephen, R.T., Saenger, E.L», Bûcher, B.C., Kereia» kea,
J«G« (1977) 'Ionising Irradiation and the Induction of Cli-
nical ly Significant Disease in the Human Thyroid Gland.' AmoJ,Med„
j§3_, 967«977.
- Moriarty, H.J,,, Smith, P. (1976) 'A controlled prospective study of thyroid hormonal changes and hypothalamic-pituitary-thyroid axis in the first three weeks of a course of radiation therapy.* Precedings of the American Society of Therapeutic Radiologistss Int,J,Sadist.Oncology; Biology, Physics. Suppl. no o 1, 3^~35» - Bossuyt, A,t Demeester-Mirkinie, N., Braumaa, H., Corvilain, J. (1976) 'Het belang van de TRH-test voor de kliniek.' Ned„Tjjd.v0 Geneesk. 38, 1592-1596. - Burger, H.G,, Patel, Y,C, (1977) 'Thyrotrophin Releasing HormoneTSH,• Clinics in Endocrinology and Metabolism, vol0é/ao.1 83»96. ed. WoB.Saunders Company Ltd. » Bremner, W.J., Abreu, S., Stockigt, J.R., de Kretser, DeM,, Burger,
H.C. (1977) 'Pituitary-Thyroid Responses to 4-dour Constant
Infusions of Tbyrotrophin Releasing Hormone in Man. ' J.Clin.Endocr,,
and Metab. f£ f no.5 f 981-986. • Saring, C.T,, Hershman, J.M,,(1976) 'The TSH-response to Thyrotrophin Releasing Hormone (TRH) in Young Adult Men: Intra-IndiTidual Variation and Relation to Basal Serum TSH and Thyroid Hormones.' JoClin.Endocr.and Hetab. vol«42/no.5, 809-815. • Ramey, J.N0, Burrow, G # N», Spaulding, S.W., Donabedian, R.KO, Speroff, L., Frantz, A.G. (1976) 'The Effect of Aspirin and Indomethacin on the TRH-Response in Man.' J.Clin.Endocr. and Metab. vol.43/ no.1,
107-113.
'-" he? G k. 'I
. ., .•
'.'hi ™3.r-•'
r
-ro ''.^ii.iimc to :?
( 1Q 77 )
n
Ta"
r-:&rvi-r