Deze e-note werd gerealiseerd door de Chaire Cera en Entrepreneuriat et Management en Economie Sociale in samenwerking met het Cera Steunpunt Coöperatief Ondernemen. Chaire Cera « Entrepreneuriat et Management en Economie Sociale » Centre d’Economie Sociale HEC-Ecole de Gestion de l’Université de Liège Sart Tilman B33/boîte 4 4000 Liège Tel : +32 4 366 27 51 Fax : +32 4 366 28 51
[email protected] www.ces.ulg.ac.be
E-Note 6/2008
Het Cera Steunpunt Coöperatief Ondernemen is een onderzoekseenheid aan het HIVA (Katholieke Universiteit Leuven). Het wordt gefinancierd door Cera. Het maakt samen met de Cera Leerstoel in Sociale Economie, die gevestigd is aan het Centre d’Economie Sociale van de Universiteit van Luik, deel uit van het Cera Expertisecentrum Ondernemen. Het Cera Steunpunt Coöperatief Ondernemen heeft tot doel door middel van wetenschappelijk onderzoek het coöperatief ondernemen in België te versterken. Twee maal per jaar geeft het steunpunt, in samenwerking met de Cera Leerstoel, een e-note uit, waarin vanuit wetenschappelijke hoek informatie wordt gegeven over de sector van het coöperatief ondernemen in België, maar ook in het buitenland.
In deze zesde e-note stellen Sybille Mertens en Anne Dujardin (Chaire Cera, Centre d’Economie Sociale) het statistisch profiel op van de twee vennootschapsvormen die men terugvindt in de sociale economie in België: de coöperatieve vennootschap met erkenning door de Nationale Raad voor de Coöperatie (NRC) en de vennootschap met sociaal oogmerk. Ze maken daarbij gebruik van gegevens uit officiële statistische databanken wat hen toelaat om deze ondernemingen te schetsen binnen de Belgische macro-economische context.
Vennootschappen in de sociale economie: een statistisch profiel De sociale economie bestaat uit organisaties uit de private sector met als gemeenschappelijk kenmerk dat ze een sociaal oogmerk hebben in plaats van een winstoogmerk en dat ze op een democratische manier bestuurd worden. De financiering van een aanzienlijk aandeel van deze organisaties valt onder het budgetstelsel: een belangrijk deel van hun activiteiten wordt immers niet door de markt gefinancierd, maar vanuit overheidssteun of vrijwillige bijdragen. Daarnaast ressorteren heel wat organisaties binnen de sociale economie onder het marktstelsel: hun inkomsten komen hoofdzakelijk uit de markt. Deze organi-
saties zijn veelal georganiseerd in vennootschappen. Voor vennootschappen binnen de sociale economie zijn twee werkvormen beschikbaar. De eerste is deze van de coöperatieve vennootschap met erkenning door de Nationale Raad voor de Coöperatie (NRC). Een coöperatieve vennootschap kan deze erkenning aanvragen waardoor het aangeeft dat het de basisprincipes van de coöperatieve beweging onderschrijft en dus daadwerkelijk aan coöperatief ondernemen doet. Dit instrument ontleent haar bestaansreden uit het feit dat de Belgische wetgeving rond
Cera STEUNPUNT COOPERATIEF ONDERNEMEN / CHAIRE Cera
de coöperatieve vennootschap geen enkele verwijzing maakt naar de principes van coöperatief ondernemen. De vennootschap met sociaal oogmerk is een tweede vennootschapsvorm die opduikt binnen de sociale economie. Sinds 1995 voorziet de Belgische wet dat elke handelsvennootschap de kwalificatie “met sociaal oogmerk” kan aannemen indien de vennootschap geen vermogensvoordeel voor haar leden nastreeft en enkele specifieke bepalingen in haar statuten opneemt.
E-Note 6 / 2008
Pagina 1
Algemeen profiel Op 31 augustus 2008 waren er 472 coöperaties met een erkenning door de Nationale Raad voor de Coöperatie. Volgens gegevens van de Kruispuntbank Ondernemingen (KBO) gaat het daarbij om iets meer dan 1% van alle coöperatieve vennootschappen in België. Zelfs indien tal van coöperaties die volgens coöperatieve principes werken geen erkenning aangevraagd zouden hebben, kunnen we er vrij zeker van zijn dat de meerderheid van de coöperatieve vennootschappen in België niet volgens deze principes handelt.
Een derde van de erkende coöperaties heeft werknemers in dienst. Samen stellen ze 6750 werknemers tewerk, goed voor meer dan 5600 voltijdse equivalenten (RSZ, 2006). De toegevoegde waarde van deze coöperaties aan het BBP bedraagt meer dan 325 miljoen euro (Balanscentrale NBB, 2006). Volgens gegevens van de Nationale Raad voor de Coöperatie tellen de erkende coöperaties meer dan 2 miljoen vennoten. Dit cijfer is weliswaar de som van het aantal vennoten van alle erkende coöperaties en bevat dus dubbeltellingen aangezien men tegelijk van meerdere coöperaties vennoot kan zijn.
Volgens het register van de KBO waren er in januari 2008, 457 vennootschappen met sociaal oogmerk (vso). Meer dan twee derde ervan heeft werknemers in dienst. De gesalarieerde tewerkstelling van de vennootschappen met sociaal oogmerk bedroeg in 2006 ongeveer 5400 werknemers, goed voor meer dan 4600 voltijdse equivalenten (Balanscentrale NBB, 2006). De toegevoegde waarde van de vennootschappen met sociaal oogmerk aan het BBP bedraagt 200 miljoen euro (Balanscentrale NBB, 2006).
Tabel 1 – Kencijfers van vennootschappen in de sociale economie, België, 2008
Erkende coöperatieve vennootschappen Aantal ondernemingen met tewerkstelling zonder tewerkstelling Gesalarieerde tewerkstelling aantal werknemers VTE Toegevoegde waarde Aantal vennoten
Vennootschappen met sociaal oogmerk
472 161 311
457 297 160
6750 5662
5406 4625
325 miljoen euro
200 miljoen euro
> 2 000 000
n.b.
Bron : CES-ULg (2008)
Focus op erkende coöperaties
Wanneer we beschikbare statistische gegevens over de erkende coöperaties nader onderzoeken kunnen we drie belangrijke lessen trekken. Om te beginnen zien we grote regionale verschillen. Ten tweede zien we dat erkende coöperaties hoofdzakelijk actief zijn in drie activiteitsdomeinen. Ten derde zien we dat tewerkstelling en lidmaatschap geconcentreerd zijn in enkele zeer grote coöperaties. De gemiddelde grootte van de overige erkende coöperaties is dus relatief klein.
Regionale verschillen Wanneer we de coöperatieve sector in de drie Gewesten vergelijken zien we een sterk verschillend profiel. De geografische spreiding van erkende coöperaties (zie grafiek 1) toont een relatief sterke aanwezigheid in het Waals Gewest (meer dan 65%). Deze regio wordt vooral gekenmerkt door de talrijke aanwezigheid van landbouwcoöperaties. Deze coöperaties kennen vaak amper of geen gesalarieerde tewerkstelling. Slechts 24% van de erkende coöperaties in Wallonië heeft werknemers in dienst.
Cera STEUNPUNT COOPERATIEF ONDERNEMEN / CHAIRE Cera
In Vlaanderen is de verdeling van het aantal dienstencoöperaties, consumentencoöperaties en landbouwcoöperaties eerder evenwichtig. De meerderheid van erkende coöperaties in Vlaanderen heeft werknemers in dienst (56%). In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zien we opnieuw een ander profiel. Van de 38 erkende coöperaties hebben er 17 tewerkstelling. De Brusselse coöperaties zijn hoofdzakelijk dienstencoöperaties (79%).
E-Note 6 / 2008
Pagina 2
Grafiek 1 - Geografische spreiding van erkende coöperaties per provincie, 2008
Bron: Centre d’Economie Sociale op basis van gegevens van de NRC (SEGEFA -ULg. 09/2008).
Een focus op drie sectoren Traditioneel zijn de erkende coöperaties actief in drie sectoren: de landbouw, de farmacie en de financiële sector. Ongeveer drie vijfde van de erkende coöperaties is actief in de landbouw (in de brede zin van het woord). Het gaat daarbij onder meer om coöperatieve veilingen, zuivelcoöperaties, graancoöperaties, machinecoöperaties en landbouwfederaties. Deze coöperaties zorgen voor samenaankoop, verwerking, opslag, distributie en belangenbehartiging van landbouwers. Coöperaties zijn ook al sinds lange tijd aanwezig in de distributie van geneesmiddelen. Een twintigtal apothekerscoöperaties1, actief in zowel groothandel als detailhandel, vormen samen een belangrijke speler in de Belgische farmaceutische sector. In totaal vertegenwoordigen ze meer dan 10% van de apotheken in België en bedienen ze meer dan een vijfde van de Belgische bevolking.
1
Tot slot zien we dat erkende coöperaties ook goed vertegenwoordigd zijn in het bankwezen en de verzekeringen. Hun aantal is echter in de loop der jaren teruggelopen omwille van de concentratiebewegingen uit de jongste decennia in deze sector. Binnen dit activiteitendomein vinden we vandaag een dertigtal erkende coöperaties terug.
Een concentratie van vennoten en tewerkstelling De erkende coöperaties kennen een sterke concentratie in termen van het aantal vennoten en tewerkstelling. Meer dan 95% van het totale vennotenbestand bevindt zich bij de 20 grootste erkende coöperaties. De meerderheid van deze coöperaties zijn financiële coöperaties of apothekerscoöperaties en hebben werknemers in dienst.
de belangrijkste financieringsvennootschap van Groep ARCO, een coöperatieve holding die de behartiging van de economische en financiële belangen van haar coöperanten, met aandacht voor sociale, ethische en ecologische vraagstukken, als missie heeft. Cera is de hoofdaandeelhouder van de groep KBC en heeft zowel een financiële als een maatschappelijke doelstelling. Deze coöperatieve groep verdedigt de financiële belangen van haar vennoten en ondersteunt talloze maatschappelijke projecten in België onder het motto “samen investeren in welvaart en welzijn”. L’Economie Populaire (EPC), vroeger bekend als consumentencoöperatie in de voedingsdistributie, is vandaag een apothekerscoöperatie, gespecialiseerd in de verdeling van geneesmiddelen via haar 96 apotheken. Op het vlak van tewerkstelling zien we eveneens een sterke concentratie. Met 5662 voltijdse equivalenten bij 161 erkende coöperaties met tewerkstelling, zien we dat deze coöperaties gemiddeld 35 VTE tewerkstellen. Achter dit gemiddelde gaat echter een grote diversiteit schuil en dit zowel tussen als binnen verschillende activiteitendomeinen. Er zijn slechts enkele coöperaties van een middelgrote of grote omvang. Meer dan de helft van de erkende coöperaties met tewerkstelling stelt minder dan 5 VTE tewerk. De 20 grootste erkende coöperaties in termen van tewerkstelling staan in voor 80% van de tewerkstelling in deze sector. FEBELCO, de grootste Belgische groothandel in farmaceutische producten, neemt daarbij de koppositie in. Op de tweede plaats staat de zuivelcoöperatie Milcobel, dat instaat voor de ophaling, de aankoop, de verwerking en de verkoop van de zuivelproductie van haar leden. Zodoende kunnen de vennoten-melkveehouders rekenen op de afzet en de distributie van hun melk. Tot slot vinden we ook EPC in de top drie van werkgevers terug.
Tussen de grootste coöperaties bevinden zich drie coöperaties die zich duidelijk onderscheiden van de rest. ARCOPAR is
Waaronder EPC, een coöperatie die een honderdtal apotheken omvat.
Cera STEUNPUNT COOPERATIEF ONDERNEMEN / CHAIRE Cera
E-Note 6 / 2008
Pagina 3
Focus op vennootschappen met sociaal oogmerk Uit een analyse van de gegevens over de vennootschappen met sociaal oogmerk kunnen we eveneens drie belangrijke lessen trekken. Vooreerst merken we op dat de meerderheid van de vennootschappen met sociaal oogmerk een coöperatieve vennooschap als rechtsvorm heeft. Ten tweede zien we dat de kwalificatie “met sociaal oogmerk” hoofdzakelijk gericht is op het algemeen belang, daar waar erkende coöperaties in eerste instantie gericht zijn op de gemeenschappelijke belangen van hun vennoten. De vennootschappen met sociaal oogmerk zijn hoofdzakelijk actief in dienstverlening aan personen. Ten derde zien we dat de groei van het aantal vennootschappen met sociaal oogmerk sterk samenhangt met de dienstenchequeregeling in Wallonië. Invoegbedrijven zijn in Wallonië immers verplicht om de kwalificatie “met sociaal oogmerk” aan te nemen om een erkenning en de daaruit voortvloeiende subsidies te verkrijgen. In Vlaanderen geldt deze verplichting niet.
De vennootschappen met sociaal oogmerk zijn hoofdzakelijk coöperaties Meer dan 70% van de vennootschappen met sociaal oogmerk zijn coöperaties, meer bepaald coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijk-
heid (cvba). Daarnaast vinden we ook heel wat bvba’s en nv’s met sociaal oogmerk terug. Slechts een vijftiental coöperatieve vennootschappen met sociaal oogmerk heeft een erkenning door de Nationale Raad voor de Coöperatie. In tegenstelling tot wat men misschien zou kunnen verwachten is er dus amper sprake van een overlap tussen de erkende coöperaties enerzijds en de vso’s anderzijds. Dit valt deels te verklaren door een geringe bekendheid van deze erkenning bij veel bedrijfsleiders uit de sociale economie, maar eveneens door het feit dat velen deze erkenning als overbodig beschouwen wanneer men reeds de kwalificatie “met sociaal oogmerk” heeft.
Vennootschappen met sociaal oogmerk zijn hoofdzakelijk actief in de dienstverlening aan personen De meeste vso’s (inclusief zij die een coöperatieve vennootschap zijn) streven in hoofdzaak een extern sociaal oogmerk na (hulp aan huishoudens in moeilijkheden, bevordering van de toegang tot huisvesting of de tewerkstelling van kansengroepen, adviesbureau’s voor de sociale economie, enz.). Bijna de helft van de vso’s met tewerkstelling heeft een erkenning als dienstenchequebedrijf.
Daarnaast, zij het in veel mindere mate, vinden we vso’s terug in de vastgoedsector (7%), de bouw (5%), de handel (6%), in wetenschappelijke en technische activiteiten (5%) en in de industrie (incl. voeding) (4%). Het valt buiten het bestek van deze e-note om alle activiteiten waarin vso’s actief zijn nader te omschrijven. We beperken ons tot het benoemen van de drie grootste (in termen van tewerkstelling): de Belgische Technische Coöperatie (BTC) (het Belgisch agentschap voor ontwikkelingscoöperatie), het Landelijk Dienstencoöperatief (de grootste speler in de buurt -en nabijheidsdiensten in Vlaanderen) en het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel.
De dienstenchequeregeling en de erkenning als invoegbedrijf Het aantal vso’s is flink toegenomen sinds de invoering van de dienstenchequeregeling. Bijna 80% van het aantal vennootschappen met sociaal oogmerk, of 363 vso’s, werd opgericht sinds 2001. Daarvan hebben 132 ondernemingen een erkenning als dienstenchequebedrijf, wat neerkomt op meer dan de helft van de vso’s met tewerkstelling. In april 2008 maakten de vso’s 8% uit van de ongeveer 1700 erkende dienstenchequebedrijven (Sodexo).
Tabel 2 – Rechtsvorm van de vennootschappen met sociaal oogmerk - 2008
Aantal
Rechtsvorm Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba) Coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (cvoa) Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bvba) Eenpersoons besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (ebvba) Gewone commanditaire vennootschap (gcv) Commanditaire vennootschap op aandelen (cva) Naamloze vennootschap (SA) Economisch samenwerkingsverband (esv) Vennootschap onder firma (vof ) Andere vorm met sociaal oogmerk
306 21 79 2 8 1 33 2 4 1
Totaal
457
Bron: NRC en Centre d’Economie Sociale (januari 2008)
Cera STEUNPUNT COOPERATIEF ONDERNEMEN / CHAIRE Cera
E-Note 6 / 2008
Pagina 4
Grafiek 2 - Geografische spreiding van vennootschappen met sociaal oogmerk per provincie, 2008
kenning als invoegbedrijf wensen in het Waals Gewest de kwalificatie “met sociaal oogmerk” moeten hebben (Mertens, 2005), terwijl deze voorwaarde niet geldt voor invoegbedrijven in Vlaanderen en in Brussel. In totaal bedroeg de tewerkstelling van vso’s met een erkenning als dienstenchequebedrijf in 2006 meer dan 2000 VTE (Balanscentrale NBB)2. Dit komt neer op bijna de helft (47%) van de totale tewerkstelling (in VTE) binnen het geheel aan vso’s. De bijdrage van deze vso-dienstenchequebedrijven is dus substantieel en verdient in de toekomst een meer diepgaande analyse.
Bron: Centre d’Economie Sociale op basis van gegevens van de KBO (SEGEFA -ULG. 09/2008)
Twee derde van de vso’s met een erkenning als dienstenchequebedrijf bevindt zich in het Waals Gewest, tegenover 30% in Vlaanderen en slechts 5% in het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een verklaring voor deze onevenwichtige verdeling kan ten dele gevonden worden in het feit dat bedrijven die een er-
Wanneer we de vso’s opdelen naar de locatie van hun maatschappelijke zetel zien we dat deze zich hoofdzakelijk in het Waals Gewest bevinden (255 vso’s, dus 56% van het totaal). In Vlaanderen zijn er 138 vso’s (30%) en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 64 (14%). Opnieuw kunnen we daarbij de hypothese formuleren dat het relatieve succes van de vso in het Waals Gewest te wijten is aan de verplichting om als invoegbedrijf de kwalificatie “met sociaal oogmerk” aan te nemen.
Referenties Defourny, J., Simon, M. & Adam, S. (2002) Les coopératives en Belgique: un mouvement d’avenir?, Editions Pire, Brussel, 120p. d’Hulstere D., Pollénus, J.P. (2008), La société à finalité sociale en questions et en réponses, Edipro, Liège, 200p. Dujardin, A. & Mertens, S. (2008), Erkende coöperaties in België: een macroeconomische analyse, in Van Opstal, W., Gijselinckx, C. & Develtere, P. (red.) (2008), Coöperatief ondernemen in België: theorie en praktijk. Acco, Leuven, pp. 61-76.
Dujardin, A., Mertens, S. & Van Opstal, W. (2008), De vennootschap met sociaal oogmerk, in Van Opstal, W., Gijselinckx, C. & Develtere, P. (red.) (2008), Coöperatief ondernemen in België: theorie en praktijk. Acco, Leuven, pp. 121-153.
Van Opstal, W., Gijselinckx, C. & Develtere, P. (red.) (2008), Coöperatief ondernemen in België: theorie en praktijk. Acco, Leuven, 185p.
Mertens, S. (2005), «Une explication théorique à l’existence des coopératives agréées et des sociétés à finalité sociale en Belgique», Non-marchand. Management, droit et finance. 2005/2, De Boeck Université, Bruxelles, pp. 13-27.
2 Dit aantal is gebaseerd op jaarrekeningen neergelegd bij de Balanscentrale van de Nationale Bank van België. Deze zijn beschikbaar voor een 70-tal vso’s met een erkenning als dienstenchequebedrijf.
Cera STEUNPUNT COOPERATIEF ONDERNEMEN / CHAIRE Cera
E-Note 6 / 2008
Pagina 5
Sybille Mertens is doctor in de economische wetenschappen (ULg, 2002), onderzoeksleider aan het Centre d’Economie Sociale van de Universiteit van Luik en coördinator van de Chaire Cera. Ze doceert een cursus ondernemerschap en management in de sociale economie aan de HEC-Ecole de Gestion van de Universiteit van Luik.
Anne Dujardin is master in de economische wetenschappen (ULg, 2005) en heeft een onderzoeksmaster in ontwikkeling, milieu en maatschappij (UCL/ULg, 2008). Tot 2008 was ze als wetenschappelijk medewerkster verbonden aan het Centre d’Economie Sociale van de Universiteit van Luik, waar ze hoofdzakelijk gewerkt heeft rond thema’s als vrijwilligerswerk en coöperaties. Momenteel is ze werkzaam bij de vzw SMart.
CHAIRE Cera en Entrepreneuriat et Management en Economie Sociale CONTACT Voor meer informatie omtrent deze e-note kunt u terecht bij Chaire Cera “Entrepreneuriat et Management en Economie Sociale” Centre d’Economie Sociale HEC-Ecole de Gestion de l’Université de Liège Sart Tilman B33/boîte 4 4000 Liège Tel : +32 4 366 27 51 Fax : +32 4 366 28 51
[email protected] www.ces.ulg.ac.be Op deze website kunt u de elektronische versie van de (oorspronkelijke) Franstalige versie van deze e-note downloaden. De vertaling naar het Nederlands werd verzorgd door Wim Van Opstal van het Cera Steunpunt Coöperatief Ondernemen (HIVA-K.U.Leuven), met redactionele medewerking van Eva Deraedt en Caroline Gijselinckx (HIVA-K.U.Leuven).
Cera STEUNPUNT COOPERATIEF ONDERNEMEN CONTACT Het Cera Steunpunt Coöperatief Ondernemen is een onderzoekseenheid aan het HIVA (K.U.Leuven), gefinancierd door Cera. Het Cera Steunpunt Coöperatief Ondernemen heeft tot doel door middel van wetenschappelijk onderzoek het coöperatief ondernemen in België te versterken. Twee maal per jaar geeft het Steunpunt, in samenwerking met de Cera Leerstoel, een e-note uit, waarin vanuit wetenschappelijke hoek informatie wordt gegeven over de sector van het coöperatief ondernemen in België, maar ook in het buitenland. Voor meer informatie omtrent onderzoek over coöperatief ondernemen in België of over de e-notes kunt u steeds terecht bij het Cera Steunpunt Coöperatief Ondernemen HIVA - K.U.Leuven Parkstraat 47 3000 Leuven Tel: + 32 16 32 33 28 Fax: + 32 16 32 33 44
[email protected] Op de website www.cooperatiefondernemen.be vindt u meer info over het Cera Steunpunt Coöperatief Ondernemen. U vindt er eveneens een elektronische versie van deze e-note, vertaald door Wim Van Opstal van het Cera Steunpunt Coöperatief Ondernemen (HIVAK.U.Leuven), met redactionele medewerking van Eva Deraedt en Caroline Gijselinckx (HIVA-K.U.Leuven).
Cera STEUNPUNT COOPERATIEF ONDERNEMEN / CHAIRE Cera
E-Note 6 / 2008
Pagina 6