Inleiding Veilig en gezond werken is voor iedereen belangrijk. Als medewerker ga je binnenkort aan de slag bij één van onze opdrachtgevers (inlenende werkgever). Dit kan bijvoorbeeld een baan zijn in de productie, industrie, techniek, logistiek, bouw of op kantoor. Soms voor langere tijd, soms voor een paar dagen. Maar hoe is het geregeld met de veiligheid op de werkplek, welke risico’s zijn er en wat kan ik zelf doen? Al deze vragen worden beantwoord in deze Arbo catalogus. Wie heeft de verantwoordelijkheid? Iedereen die werkt, dient dat zo veilig en gezond mogelijk te kunnen doen. De inlenende werkgever is voor het grootste deel verantwoordelijk voor de gezondheid en veiligheid. Het bedrijf dient de medewerkers van Personal Payroll te behandelen alsof het zijn eigen werknemers zijn. Zo is hij bijvoorbeeld verantwoordelijk voor veilige machines, gereedschappen en beschermingsmateriaal. Maar ook dient hij Personal Payroll tijdig te informeren over bijzondere risico’s in het werk. Personal Payroll zorgt ervoor dat deze informatie bij de medewerker terechtkomt. De medewerker is mede verantwoordelijk door altijd de aangegeven instructies op te volgen. En gelukkig heb je als medewerker zelf ook veel invloed op de veiligheid van je werkplek. Hoe je dit doet, lees je op de volgende pagina’s. Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) De plichten van de inlenende werkgever, Personal Payroll en medewerker staan omschreven in de Arbeidsomstandighedenwet [Arbowet]. Meer informatie daarover vind je op www.arboportaal.nl uitgegeven door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Aangepaste regels voor jongeren Voor jongeren (jonger dan achttien jaar) gelden strengere regels als zij gaan werken. Zo mogen zij met sommige machines niet werken, bepaalde gevaarlijke werkzaamheden niet verrichten en zijn de werktijden aan speciale regels gebonden. Wat wel en niet mag als je jonger bent dan 18 jaar, staat in aparte brochures. Vraag hiernaar, wij informeren je heel graag verder. Een geïnformeerd medewerker werkt beter Voor aanvang van de werkzaamheden dien je instructies te krijgen over: de werkzaamheden die je gaat verrichten,
de machines, gereedschappen, materialen en stoffen waar mee je werkt, de gevaarlijke kanten van het werk en de maatregelen die de inlenende werkgever heeft genomen om het gevaar weg te nemen of te verminderen, het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, gevaren in de werkomgeving en waar je terecht kunt voor hulp bij bijvoorbeeld brand en ongelukken. Werkoverleg Elke inlenende werkgever dient werkoverleg te organiseren als dat nodig is voor de veiligheid en gezondheid. Hoewel je soms maar tijdelijk de gelederen komt versterken, kunnen tijdens het werkoverleg ook onderwerpen aan bod komen die voor jouw veiligheid en gezondheid belangrijk zijn. Daarom hoor jij, net als het vaste personeel, bij het werkoverleg aanwezig te zijn. Veiligheidsvoorschriften Elk bedrijf dient aandacht te besteden aan de veiligheid op de werkplek. Als met gevaarlijke apparatuur wordt gewerkt, moeten bedieningsen veiligheidsvoorschriften aanwezig zijn. Hierin staat hoe de machine werkt, wat je wel en niet mag doen en wat je in geval van nood moet doen. Veiligheidsvoorschriften kunnen ook gelden voor bepaalde werkruimten, waar werknemers niet zo maar in mogen omdat het bijzonder gevaarlijk is. In veel bedrijven waar gevaarlijk werk wordt gedaan, is een handboek met veiligheidsregels. Lees deze aandachtig. Wat kun je zelf doen? je dient altijd de voorlichtingen, instructies, adviezen en waarschuwingen te volgen die worden aangegeven. Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van alle veiligheidsregels binnen het bedrijf (denk aan veiligheidsvoorschriften en het calamiteitenplan). Ga voorzichtig en zorgvuldig om met machines, gereedschappen en materialen.
Persoonlijke beschermingsmiddelen Bij gevaarlijk werk zijn persoonlijke beschermingsmiddelen zoals een helm, een bril, handschoenen of veiligheidsschoenen onmisbaar. De inlenende werkgever is verplicht te zorgen voor de persoonlijke beschermingsmiddelen die je nodig hebt tijdens het werk. Persoonlijke beschermingsmiddelen ‘werken’ alleen als zij goed passen! De inlenende werkgever dient uit te leggen hoe je de persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt. Sommige inlenende werkgevers hebben niet voldoende beschermingsmiddelen in huis om elke medewerker de juiste spullen te geven. In zo’n geval mag de inlenende werkgever je het gevaarlijke werk niet laten doen. Informatie over kleding Als je in een bedrijf gaat werken waar kledingeisen gelden, dien je dat vooraf te kunnen weten. Je kunt denken aan een werkoverall bij vies werk; schoenen met profielzolen bij werk op gladde en natte vloeren, katoenen kleding als je in een warme omgeving werkt, nauw aansluitende kleding om te voorkomen dat je met de kleren in een machine komt vast te zitten of een bodywarmer bij werk in een koude omgeving. Werken met gevaarlijke machines en gereedschappen Zoals al eerder omschreven, is de inlenende werkgever verplicht je duidelijk uit te leggen hoe de machines en gereedschappen werken. Maar ook jij hebt verplichtingen en verantwoordelijkheden. Werken met gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen zijn schadelijk voor mens en milieu. Bijvoorbeeld omdat ze explosief, giftig of ziekteverwekkend zijn. Kenmerkend voor de risico’s is dat de gevolgen vaak wel ernstig maar niet altijd direct zichtbaar of merkbaar zijn. Aandachtspunten: het gebruik van en contact met gevaarlijke stoffen dient zoveel mogelijk te worden voorkomen of beperkt. Lees altijd de informatie op het etiket.
Werken in besloten ruimte Onder werken in besloten ruimten kun je bijvoorbeeld denken aan silo’s, riolen, putten, kelders en ruimtes met procesapparatuur. Voor het werken in besloten ruimten is een toegangsvergunning nodig waarvoor de inlenende werkgever verantwoordelijk is. Ook dient de inlenende werkgever na te gaan of de besloten ruimte waar je gaat werken gas- en dampvrij is in verband met vergiftiging of bedwelming. Als medewerker kun je zelf ook veel doen aan de veiligheid in een besloten ruimte. Aandachtspunten Ga nooit zonder een toegangsvergunning aan het werk. Informeer hiernaar bij je leidinggevende. Ga nooit een besloten ruimte binnen zonder dat je leidinggevende dat weet en een collega ‘op wacht’ staat bij de ingang. Gebruik zo nodig persoonlijke beschermingsmiddelen zoals ademhalingsbescherming of een helm. Werken met elektrische apparatuur in een besloten ruimte kan gevaarlijk zijn. Je inlenende werkgever dient voorzorgsmaatregelen te nemen en je precies te vertellen wat je wel en niet mag doen. Waarschuw altijd je leidinggevende bij gebreken of storingen.
Werken op hoogte Op hoogte werken brengt enige risico’s met zich mee. Daarom dient de inlenende werkgever altijd voor valbeveiliging te zorgen zoals gordels. Daarnaast is goed en deugdelijk materiaal zoals ladders, [rol]steigers, stellingen, kraanbakken en hangsteigers van groot belang. De werkgever is verplicht om dit materiaal te verzorgen. Aandachtspunten Gebruik altijd alle valbeveiliging die door de werkgever is verstrekt. Meld gebreken zoals bijvoorbeeld kapotte planken of remmen onmiddellijk bij je leidinggevende. Gebruik voor het hijsen en neerlaten van materialen altijd de hulpmiddelen [zoals een lijn]. Ga nooit met materialen in je handen naar boven of beneden. Controleer voordat je ladders, steigers en stellingen verplaatst of er boven nog mensen bezig zijn.
Tillen Je loopt als werknemer het risico door zwaar en regelmatig te tillen, klachten aan het bewegingsapparaat te ontwikkelen. Dit zijn vooral klachten en aandoeningen aan de rug, schouders, nek en heupen. Aandachtspunten: probeer tillen zoveel als mogelijk te vermijden, gebruik hulpmiddelen zoals heftafels, steekkarren, jukken, krikken en singels en volg de tilinstructies op. Het is voor de gezondheid aan te bevelen het werk zo te organiseren dat je niet meer dan 25 kilo hoeft te tillen. Bij regelmatig tilwerk moet het gewicht verder worden verlaagd. Overleg deze situatie altijd met je leidinggevende Kijk goed om je heen voor je tilt, weet waar je naar toe moet en let er op dat er geen rommel op de grond ligt in verband met struikelgevaar Intern transport Het is voor alle hef- of magazijntruckchauffeurs wettelijk verplicht om een rij-instructie te volgen. Aandachtspunten: Als je op een heftruck rijdt, dient de werkgever je te instrueren. De reachtruck wordt gezien als een specifiek type heftruck. Ook hier geldt net als bij de heftruck dat werknemers een instructie dienen te hebben gevolgd om met de truck te mogen werken. Houd je aan de verkeersregels en maximum snelheid op de terreinen.
De inlenende werkgever is verantwoordelijk voor de informatie over deze verkeersregels. Meld storingen of gebreken aan heftruck, stellages en wegen aan je leidinggevende. Gebruik waar nodig een helm. Zorg ervoor dat de heftruck goed en niet te zwaar beladen is in verband met uitzicht en stabiliteit. Neem geen passagiers mee tenzij er een extra zitplaats is.
Kantoorindeling Op kantoor heb je voldoende werkruimte nodig om je werkzaamheden te kunnen verrichten zonder nadelige gevolgen voor je welzijn en gezondheid. Ook dient er voldoende bewegingsruimte beschikbaar te zijn en als dit niet mogelijk is, moet er in de nabijheid een andere (open of besloten) ruimte aanwezig zijn waar wel voldoende bewegingsruimte is. Aandachtspunten: Controleer je werkplek op voldoende (bewegings)ruimte alvorens je aan de slag gaat. Een kantoorwerkplek moet minimaal de volgende afmetingen hebben: 2 vier m per werknemer 2 één m voor een plat beeldscherm, twee m2 voor een ander type beeldscherm 2 één m voor lees- en schrijfwerk 2 één m voor een vrijstaande of verrijdbare ladekast De werknemer dient voldoende ruimte ter beschikking te hebben om de werkzaamheden uit te voeren. Meer informatie over verschillende afmetingen kun je terugvinden in de norm NEN 1824. Gezond achter de computer Computers zijn niet meer weg te denken op de werkplek. Steeds meer mensen brengen veel tijd door achter het beeldscherm en lopen daardoor een verhoogd risico op gezondheidsklachten. Deze klachten worden vaak RSI (Repetitive Strain Injury) of KANS (klachten aan arm, nek en/of schouder) genoemd.
Aandachtspunten: zorg voor een goede afstelling van stoel en tafel
Instellen van de stoel: Ga voor je stoel staan en laat de zitting omhoog komen tot net tegen de knieschijf. Draag hierbij gangbare schoenen. Als je de rugleuning van de stoel horizontaal naar achteren kan schuiven of de zitting met een slede naar voren kan schuiven, zorg er dan voor dat de stoelzitting niet tot in de knieholtes steekt. Stel de hoogte van de rugleuning (meestal met een knop achter op de rugleuning) zo in dat de bolling van de rugleuning in de holte van je rug past. Let op, deze functie is niet op elke stoel aanwezig. Als de armsteunen naar binnen en buiten geschoven kunnen worden, stel deze dan zo dat de steun recht onder de ellebogen uitkomt. Ga zitten op de stoel en ontspan je schouders. Om deze te ontspannen kun je de schouders optrekken en weer laten vallen. Stel de armsteunen zo hoog in dat je net steun krijgt met ontspannen schouders. Instellen van de werktafelhoogte De tafel en toetsenbord moeten op ongeveer gelijke hoogte staan met de armleggers van je stoel. Als de tafel te hoog staat en niet instelbaar is, stel je zitting hoogte dan zo hoog in dat de armleggers en de tafel ongeveer even hoog zijn. Maak dan wel gebruik van een voetensteun onder je voeten (vraag hierom indien deze niet aanwezig is). Als de tafel te laag staat, vraag dan of het tafelblad hoger ingesteld kan worden (desnoods door blokken onder de poten). Met deze werkhoogte kun je nu met ontspannen nek en schouders werken. De werktafel die je voor lees- en schrijfwerkzaamheden gebruikt, heeft voor jou een goede hoogte als het werkvlak zich, bij ontspannen neerhangende bovenarmen, een paar centimeter boven ellebooghoogte bevindt. Zorg voor een goede opstelling van beeldscherm en hulpmiddelen; Een normaal beeldscherm plaats je recht voor je op afstand van een gestrekte arm. Als dit
problemen oplevert met het beeldscherm van je overbuurman of –buurvrouw, schuif dan de beeldschermen langs elkaar heen. Als dit problemen geeft door de muur achter je bureau, schuif het bureau dan wat van de muur af. Zorg dat de bovenrand van het zichtbare deel van het scherm op of iets lager dan ooghoogte staat. Als
het scherm te laag staat, verhoog het dan. Je kijkt dan recht naar voren of iets omlaag naar het scherm, maar nooit omhoog! Met een laptop is de monitor te laag voor een ontspannen houding van de nek. Ook is werken met het (hoge) toetsenbord en de muis of touchpad lichamelijk meer belastend. Je mag maximaal twee uur per dag met de laptop werken, tenzij je aanpassingen doet om met de laptop goed te werken zoals het gebruik van een laptophouder, een losse muis en een los toetsenbord.
Bijbehorende hulpmiddelen Als je veel met papieren werkt, gebruik dan een concepthouder waarop de papieren of mappen geplaatst kunnen worden. Het gemakkelijkst is een houder die tussen het scherm en het toetsenbord kan worden gezet. Zorg voor een goede opstelling van het toetsenbord en de muis. Plaats het toetsenbord recht voor je - parallel aan het beeldscherm en de tafelrand. Plaats de muis direct naast het toetsenbord aan de voorzijde van de tafel. Neem een ontspannen werkhouding aan: ga recht voor het beeldscherm zitten; zit rechtop met de knieën in een hoek van 90 graden met de voeten plat op de grond of op een voetensteun, laat de rug goed ondersteunen door de rugleuning. Plaats de bovenkant van het beeldscherm op ooghoogte Steun de armen op het werkblad en houd de schouders daarbij laag. Maak je toetsenbord zo plat mogelijk en plaats deze zo dat tijdens het typen de bovenarmen recht naar beneden wijzen en de onderarmen een hoek van circa 90-100 graden met de bovenarmen maken. Houd de muis dicht bij het lichaam en houd de handen en vingers zo veel mogelijk in een rechte lijn met de onderarm. Laat de muis – wanneer je hem niet gebruikt – los. Wissel je houding regelmatig af, leun bij het telefoneren bijvoorbeeld eens achterover; ontspan regelmatig tussendoor je ledematen;
maak gebruik van de pauzesoftware als die aanwezig is; zorg dat je na elke 2 uur beeldschermwerk gedurende 10 minuten andere werkzaamheden verricht of even pauzeert als dat kan; knipper regelmatig met je ogen om droge, rode en vermoeide ogen te voorkomen; kies voor een gelijkmatig werktempo en ga niet ‘jagen’; heb je speciale hulpmiddelen nodig zoals bijv. een aangepaste muis, een headset of voetensteun, geef dit aan bij je contactpersoon vóórdat je start met de werkzaamheden.
Tot slot Vragen en/of opmerkingen? In deze Arbo catalogus is veiligheid en gezondheid aan de orde geweest. Je weet wat je van je inlenende werkgever en Personal Payroll mag verwachten, en wat je zelf kunt doen. Het is natuurlijk mogelijk dat je in deze brochure niet op al je vragen antwoord hebt gevonden. Heb je nog vragen of misschien wel een opmerking, aarzel dan niet om deze te bespreken. Krijg je geen gehoor bij je inlenende werkgever, neem dan contact op met je contactpersoon bij Personal Payroll. Wij hopen in ieder geval dat deze informatie je een aantal zaken duidelijk(er) gemaakt heeft en dat je veilig en gezond aan het werk gaat!
L72 RABO 0303 3967 17