’
Algemene veiligheidsvoorschriften
Een bedrijf van Steel Invest and Finance Joint-venture Duferco & NLMK
1
Inhoud
2
Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Inhoud
Hoofdstuk 1
Inleiding
Hoofdstuk 2
Belangrijke telefoonnummers van het interne netwerk
Hoofdstuk 3
Noodprocedure voor ongevallen
Hoofdstuk 4
Organisatie van de hulpverlening
Hoofdstuk 5
Individuele bescherming
Hoofdstuk 6
Opening van de werf
Hoofdstuk 7
Toegang en verkeer in het bedrijf
Hoofdstuk 8
Aanbevelingen voor brandpreventie en -bestrijding
Hoofdstuk 9
De gevaren van gas(sen)
Hoofdstuk 10
Werken in besloten ruimten en aan leidingen
Hoofdstuk 11
Hoe zich verplaatsen
Hoofdstuk 12
Voorschriften
9 11 13 15 19 23 25 35 39 47 51 53
Hoofdstuk 13
Beheer en controle van uitrusting en toebehoren van heftoestellen57
Hoofdstuk 14
Behandeling van goederen
65
Hoofdstuk 15
Werken op >2m hoogte, op daken en schoorstenen, heftoestellen, ladders, stellingen
Hoofdstuk 16
Grondwerken en bouwputten
67 73 3
Inhoud
Hoofdstuk 17
Vaste en draagbare machines en handgereedschap
Hoofdstuk 18
Lassen of uitsnijden
Hoofdstuk 19
Ioniserende stralingen
Hoofdstuk 20
Risico’s van elektriciteit
Hoofdstuk 21
Algemene veiligheidssignalisatie in DLL
Hoofdstuk 22
Standaard veiligheidssignalisatie
Hoofdstuk 23
Gevaarlijke producten
Hoofdstuk 24
Verzorging en hygiëne, orde en netheid
Hoofdstuk 25
Tabak en alcohol
Hoofdstuk 26
Ergonomie
Hoofdstuk 27
Informatie voor nieuwe werknemers
Hoofdstuk 28
Samenwerking en pesterijen
BIJLAGEN
4
75 79 85 89 93 97 103 107 109 111 113 115 117
Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Veiligheidsverbintenis
VEILIGHEIDSVERBINTENIS De veiligheid en de gezondheid op het werk van ons personeel en onze onderaannemers zijn onze belangrijkste bekommernis. Op dit gebied willen wij er vooral voor zorgen dat elk uur dat voorbij gaat op het bedrijfsterrein, dit uur, voor alle personen in alle omstandigheden, in alle veiligheid kan verstrijken. Samen met alle leden van de Directie van Duferco La Louvière verbinden wij ons er persoonlijk toe om: de noodzakelijke middelen te identificeren, te evalueren en ter beschikking te stellen om gezondheids- en veiligheidsrisico's in te dijken, een doeltreffend beleid te voeren op gebied van preventie en veiligheid, iedereen een aangepaste opleiding te geven om in alle veiligheid te kunnen werken, alle omstandigheden van de ongevallen te onderzoeken om te voorkomen dat ze zich nogmaals voordoen, een cultuur op te bouwen waarin alle werk moet worden stopgezet in geval van gevaar, meetbare doelstellingen op te stellen en de geboekte vooruitgang te controleren, ons te houden aan alle geldende wetten, deze na te leven en de verwachtingen zelfs te overtreffen. Om dit te bereiken, is de bijdrage en de inzet van iedereen onontbeerlijk: directie, kader, personeelsleden van onze fabriek, CPBW, IDPBW, veiligheidsverantwoordelijken, uitzendkrachten, werknemers van onze onderaannemers. 1 maart 2008,
Vincenzo FALCONE Directeur HR, aankopen en diensten
Horacio MALFATTO Afgevaardigd bestuurder
Geen ongeval, Wat een succes!
5
Ik ben waakzaam ...
voor de veiligheid van anderen! Wanneer ik iemand zie die in gevaar is, is het mijn plicht dit aan hem/haar te melden!
6 Geen Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk ongeval, Wat een succes!
Veiligheidsverbintenis
Iedereen moet erop letten : >
Voor zover mogelijk in te staan voor zijn eigen veiligheid en gezondheid evenals die van zijn omgeving. Gedeelde waakzaamheid
> > > > > > > >
Gebruik maken van de individuele beschermingsuitrusting. De orde en netheid respecteren. Gezondheids- en veiligheidsrisico’s of gevaarlijke situaties melden. De installaties en hun beveiligingen in perfecte staat houden. Gereedschappen en installaties gebruiken volgens de regels van de kunst. De veiligheidsvoorschriften kennen en naleven. Zorgvuldig zoeken naar de oorzaken van ongevallen of incidenten om te voorkomen dat ze zich herhalen. De hiërarchie zorgt voor veilige werkomstandigheden, zij informeert en traint de werknemers op het gebied van veiligheid en ontwikkelt een zin voor veiligheid in het bedrijf. Ons gemeenschappelijke doel is nul ongevallen
Gedeelde waakzaamheid
Ik let op mijn eigen veiligheid en die van anderen > Wanneer ik iemand zie die in gevaar is, is het mijn plicht dit aan hem/haar te melden! >
7
Veiligheidsverbintenis
8
Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Veiligheidsverbintenis
’
Inleiding
9
Inleiding
Deze algemene veiligheidsvoorschriften zijn bestemd voor het voltallige personeel van DUFERCO - DLL evenals voor de uitzendkrachten en ondernemingen die in onze installaties aan de slag zijn (aannemers en eventuele onderaannemers). Ze zijn bedoeld om iedereen alert te maken en de noodzakelijke informatie te geven om de voornaamste risico’s in onze onderneming te voorkomen.
Het is een werkmiddel en vertrekpunt voor : a> de vergaderingen voor de opening van werven die elke dienst moet organiseren met de bedrijven die in onze installaties aan de slag gaan b> de opleidingen en veiligheidsvergaderingen binnen de diensten c> het veiligheidspaspoort Wij raden u ten zeerste aan dit document te gebruiken en regelmatig na te lezen. Indien U de minste twijfel heeft over een veiligheidsprobleem, neem dan onmiddellijk contact op met de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW).
10
Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Inleiding
’
Belangrijke telefoonnummers
van ons interne netwerk
11
Telefoonnummers
Telefoneren in geval van ongeval of ziekte : 900 Bel op onze binnentoestellen met vermelding van het ambulancepunt van de werkzone Indien het niet mogelijk is een intern toestel te gebruiken, bel dan met de GSM naar 112 en verwittig onmiddellijk de bewaking op nr. 064/27 27 28 om de hulpdiensten te begeleiden.
Bellen in geval van brand
909
Medische dienst (EDPBW) :
Arbeidsgeneesheer
(064/27) 2623
Dispensarium DLL
(064/27) 2671
Preventiedienst (IDPBW) :
Dienstverantwoordelijke (064/27) 2809 Preventie-adviseur
(064/27) 2843
Hoofdverpleegkundige en preventie-adviseur
(064/27) 2670
Bewakingsdienst :
12
Dienstverantwoordelijke
(064/27) 2569
Adjunct-dienstverantwoordelijke
(064/27) 2596
Conciërgerie Chamétal
(064/27) 2620
Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Telefoonnummers
’
Noodprocedure voor ongevallen
13
Noodprocedure voor ongevallen
Ter herinnering De wetgeving (en het gezond verstand) verplicht de organisatie van onmiddellijke hulpverlening en noodhulp voor slachtoffers van ongevallen of ziekte. De specialisten (ambulanciers, brandweerlui) hebben de ideale werkwijze wetenschappelijk onderbouwd en beschreven. Deze bestaat uit vier stappen.
1 Alarm : men moet zo snel mogelijk en zo correct mogelijk de hulpdiensten waarschuwen. De kwaliteit van de oproep is van groot belang. Deze draagt in grote mate bij tot het welslagen van de andere stappen. Een oproep doen is niet eenvoudig en vereist het naleven van specifieke regels. 2 Eerste handelingen (waarneming) : bij belangrijke ongevallen telt elke seconde. Het is dan ook onontbeerlijk dat opgeleide personen uit de onmiddellijke omgeving van het slachtoffer meteen de eerste hulp kunnen toedienen. 3 en 4 herinneren en stabiliseren : de verzorging wordt verzekerd door de gespecialiseerde diensten 100 en MUG (medisch urgentie groep). In het bedrijf zijn wij vooral betrokken bij stap 1 en 2 die verzekerd worden door mensen uit het grote publiek. Elke seconde is van belang. Leer levensreddende gebaren en «Wordt industrieel EHBO-er». Neem daartoe contact op met de opleidingsdienst.
14
Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Noodprocedure voor ongevallen
’
Organisatie van de hulpverlening
15
Organisatie van de hulpverlening
Alarm
Bij DLL werden diverse maatregelen genomen : > Het bedrijf is onderverdeeld in 47 geografische zones (zie plan DLL DG46/73481A) > Elke zone is aangegeven met een paneel (ambulancepunten). > De oproepprocedure is uitgehangen in de buurt van elk toestel. ADVIES : Alvorens met een klus te beginnen, moet U het ambulancepunt in uw werkzone opzoeken evenals de locatie van de dichtst bijzijnde telefoon. In geval van een ongeval of ziekte Bel de 100 of de 900 op onze binnentoestellen met vermelding van het ambulancepunt van de werkzone. In geval van brand Bel de 909 onze binnentoestellen met vermelding van het ambulancepunt van de werkzone. Indien het niet mogelijk is een intern toestel te gebruiken, bel dan met de GSM naar 112 en verwittig onmiddellijk de bewaking op nr 064/27 27 28 om de hulpdiensten te begeleiden. Ambulancepunt
34 16
Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Organisatie van de hulpverlening
Blijf rustig en geef zoveel mogelijk informatie, zoals : > uw naam en telefoonnummer > de aard van het ongeval > de plaats van het ongeval > het aantal gewonden > de aard van de verwondingen > de toestand van de slachtoffers LUISTER naar wat men U aanraadt te doen en STUUR iemand die de nooddiensten kan opvangen en begeleiden. Eerste handelingen Elke seconde is van belang. De eerste handelingen moeten onmiddellijk worden uitgevoerd door personen uit de omgeving van het slachtoffer die opgeleid zijn tot EHBO-er.
17
Organisatie van de hulpverlening
INDIEN U DE
900 BELT: ZEG : - Uw Naam en uw telefoonnummer - Aard van het ongeval : ontploffing, val, brand,… - Plaats van het ongeval : Ambulancepunt - Aantal gewonden en Aard van de verwondingen: gebroken been, brandwonde,… - Toestand van de slachtoffers: ademt niet, bloedt veel, buiten bewustzijn
LUISTER naar wat men U AANRAADT
✆ 18
TELEFONEER SNEL EN GOED
te
DOEN
✆
Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Organisatie van de hulpverlening
’
Persoonlijke beschermingsmiddelen
(PBM)
19
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Indien de risico’s niet helemaal aan de bron verwijderd kunnen worden of niet voldoende beperkt kunnen worden door maatregelen, organisatiemethodes of collectieve technische bescherming, dan moet men gebruik maken van individuele bescherming (deze resterende risico’s worden bepaald op elke werkpost en zijn het resultaat van de analyse van de risico’s).
De werkgever moet gratis conforme PBM ter beschikking stellen van de werknemers (volgens de CE-certificatieprocedures) en moet ook het onderhoud ervan verzekeren. > De werknemers moeten de PBM gebruiken waarover ze beschikken en ze moeten zich houden aan de instructies die ze daaromtrent ontvangen. >
Algemeen gezien in het bedrijf DUFERCO LA LOUVIERE (DLL) : Het dragen van de helm is verplicht in het bedrijf.
Het dragen van veiligheidsschoenen is verplicht.
Het dragen van werkkledij is verplicht.
20 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Het dragen van goed zichtbare kledij of een veiligheidsvest is verplicht wanneer men te voet door het bedrijf gaat. Specifieke individuele beschermuitrusting moeten ook gedragen worden in functie van de analyse van de risico’s van de werkpost :
Het dragen van een gepaste werkbril of een gezichtsscherm is verplicht wanneer er een risico bestaat op wegvliegende splinters (door het : slijpen, afbramen, gesmolten metaal, schoonmaken met perslucht, hanteren van zuren, caustisch lassen, snijden, lassen, oxysnijden,…). Het is verplicht handschoenen of wanten te dragen tijdens het hanteren van scherpe, snijdende, prikkende of brandende voorwerpen of wanneer de handen in contact kunnen komen met toxische materialen, zuren, caustische of irriterende stoffen. Het type van handschoenen wordt gekozen in functie van het aangetroffen risico en het resultaat van de risicoanalyse. Het is verplicht om gehoorbescherming te gebruiken telkens wanneer een werknemer wordt blootgesteld aan hoge geluidsniveaus en wanneer dat verplicht of aangeraden is. En nog tal van andere uitrusting zoals: maskers, ademhalingstoestellen, lasschermen, enz. 21
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Hanteren van voorwerpen: Risico op:
Knellen
Brandwonden
Stoten
Prikken
Snijden
!!! GEBRUIK AANGEPASTE HANDSCHOENEN !!! 22 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
’
Opening van een werf
23
Opening van een werf
Het openen van een werf moet plaatsvinden voor elke tussenkomst door personeel van een extern bedrijf (de aannemer) op het terrein van Duferco La Louvière. Deze werfopening is enkel geldig met de aanwezigheid en handtekening van een verantwoordelijke van Duferco van de zone waar het werk moet worden uitgevoerd. Dit document (formulier C) en zijn bijlagen moeten meegedeeld worden aan alle betrokken partijen en permanent en voldoende zichtbaar op de werf aanwezig zijn en toegankelijk voor alle betrokkenen.
Deze werfopening is bedoeld voor een evaluatie van de risico’s van de betrokken werf om : Te bepalen :
- de risico’s eigen aan de externe bedrijven (aannemers en onderaannemers) - de specifieke risico’s van DLL in de werkzone - de risico’s tijdens verplaatsingen in DLL - de algemene veiligheidsmaatregelen in DLL - de veiligheidsmaatregelen die getroffen worden op de werf
Het mogelijk te maken :
de werf te coördineren en specifieke maatregelen in te voeren voor de hierboven geïdentificeerde risico’s. Voorbeeld: de documenten met de instructies van de installaties. Te controleren : (voor, tijdens en na de werf) - of de aannemer de wetgeving naleeft (sociaal, ARAB, BET, enz.) - de procedures en richtlijnen naleeft die werden opgesteld bij de opening van de werf - de werf netjes werd achtergelaten na de werken Te verwijderen :
de aannemers (en onderaannemers) die de wet en de regels van DLL niet naleven.
24 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Opening van een werf
’
Toegang
en verkeer in het bedrijf
25
Toegang en verkeer in het bedrijf
7.1 Toegang tot het bedrijf
De aannemer moet aan onze Bewakingsdienst 4 ingevulde documenten overhandigen : > het document voor de opening van de werf > het verzoek om toegang voor het personeel > de inventarisfiche van het materiaal dat binnengebracht wordt bij DLL > het nummer van de bestelbon De toegang is verboden voor personen jonger dan 18 jaar. 7.2 Werfvoertuigen
Elk voertuig dat binnenkomt bij Duferco in La Louvière moet : > aangegeven zijn bij de Bewakingsdienst; > zich in goede technische toestand bevinden en voldoen aan de wettelijke vereistens ; > de chauffeur van het voertuig moet een geldig rijbewijs bezitten op eigen naam volgens de wegcode ; > gedekt zijn door een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering conform de wet ; > de aannemer moet bij wegenwerken de reglementaire bepalingen naleven ; > de aannemer moet de nodige maatregelen treffen om te voorkomen dat de voertuigen het wegdek beschadigen ;
26 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Toegang en verkeer in het bedrijf
de aannemer moet erover waken dat zijn voertuigen de wegen binnen het bedrijf niet vervuilen. Anders moet hij deze schoonmaken. Hij wordt eveneens aansprakelijk gesteld voor alle daaruit voortvloeiende ongevallen ; > Indien nodig kan Duferco La Louvière de wegen binnen en buiten laten schoonmaken op kosten van de overtreder zonder dat dit de aannemer ontslaat van zijn verplichtingen hieromtrent. In geval van meerdere betrokken aannemers worden de kosten onder hen verdeeld. >
7.3 Installaties, toestellen en heftoestellen >
Er mogen geen heftoestellen gebruikt worden binnen Duferco La Louvière wanneer deze niet het voorwerp uitmaken van een gunstig controlerapport door een erkend organisme (SECT). Een kopie daarvan wordt ingediend bij onze Bewakingsdienst bij het binnenkomen van het materiaal.
In elk geval: indien er geen document en/of informatie is, behoudt de Bewakingsdienst zich het recht voor om de toegang tot de installaties te verbieden.
27
Toegang en verkeer in het bedrijf
7.4 Materiaal - gereedschap Alle gereedschap en/of materiaal dat binnenkomt in het bedrijf moet vergezeld zijn van een nauwkeurige inventaris opgesteld in twee exemplaren.
Eén exemplaar wordt ingediend bij de conciërgerie «Chamétal» bij het binnenkomen. > Het tweede exemplaar wordt goedgekeurd door de verantwoordelijke bewakingsagent en vergezelt het materiaal. >
Bij het vertrek van dit materiaal en/of gereedschap (volledig of gedeeltelijk) wordt een inventaris gecontroleerd en goedgekeurd door de verantwoordelijke of diens afgevaardigde van de afdeling Duferco LL waar de werken werden uitgevoerd. Deze inventaris wordt ter controle en vergelijking overhandigd aan de verantwoordelijke bewakingsagent bij de conciërgerie «Chamétal». Behoudens uitzonderlijke omstandigheden, nader te bepalen, is het binnen of buiten brengen van materiaal slechts mogelijk van maandag tot vrijdag (behalve op feestdagen) van 7u tot 17u. De aannemer staat in voor de bewaking en het toezicht op de installaties en het materiaal. De firma Duferco La Louvière wijst alle verantwoordelijkheid af voor verdwenen materiaal en/ of gereedschap. In geval van een ongeval, hoe klein ook (ongeval, diefstal, beschadiging) binnen het bedrijf moet de aannemer onmiddellijk de Bewakingsdienst daarvan op de hoogte brengen op het telefoonnummer 2620 met het oog op de gebruikelijke vaststellingen. 28 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Toegang en verkeer in het bedrijf
7.5 Intern verkeer SPOORWEG TRANSPORT HEEFT VOORRANG OP ALLE ANDERE TRANSPORTMIDDELEN Om in de buurt van de spoorwegen te werken, m.a.w. op minder dan 1,5 m van de rails, moet u :
- het schriftelijk akkoord hebben van de spoordienst. - het spoor laten buiten gebruik zetten door de spoordienst.
29
Toegang en verkeer in het bedrijf
1. Indien niet anders aangegeven in dit reglement, moet
2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
iedereen zich op het spoor gedragen volgens de regels zoals die bepaald worden door de wegcode op de openbare weg. Onder voorbehoud van de hieronder bepaalde snelheidsbeperkingen is het verboden om aan een hogere snelheid dan 40 km/uur te rijden. Wanneer een noodvoertuig of een voertuig van de Bewakingsdienst sirenes en visuele signalen gebruikt voor de uitvoering van een dringende tussenkomst moet u zo snel mogelijk de weg vrijmaken zodat het gemakkelijk doorkan. Het is verboden een voertuig, aanhangwagen of werfbarak te plaatsen of te stoppen op minder dan 2,5 meter van de as van een spoorweg. Het is verboden om vlakbij of op een overweg voor te steken. De toegang tot het bedrijf is verboden voor personen die zonder technisch geldige reden een chauffeur en/of een convoyeur begeleiden (bijvoorbeeld: vriend, echtgenote, kind,…). De toegang is verboden voor personen jonger dan 18 jaar. Voertuigen moeten verplicht stoppen bij de ingang en uitgang van de installaties, ook indien de slagbomen geopend zijn. Voertuigen moeten geparkeerd worden op de dichtstbijzijnde parkeerplaats bij de werkplaats/plaats die bezocht wordt.
Elders parkeren dan op de aangegeven parkeerplaatsen is ten strengste verboden. 30 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Toegang en verkeer in het bedrijf
10. Het is verboden om voertuigen’s nachts in het bedrijf 11. 12
13. 14. 15.
16. 17. 18. 19.
achter te laten (behalve in geval van een afwijking toegestaan door de dienst Logistiek en Bewaking). De toegang van voertuigen van het type caravan, campingcar, mobilhome,… is ten strengste verboden. Het recht op toegang geldt alleen voor plaatsen waar en voor de periode tijdens dewelke de aangestelde en/ of desgevallend zijn vertegenwoordigers en zijn voertuig omwille van de activiteiten aanwezig moet(en) zijn in de installaties. Na het verstrijken van de geldigheid wordt de toegangskaart overhandigd aan de Bewakingsdienst bij het verlaten van de installaties. Elke opslag of lozing van afval is verboden. Van zodra een voertuig een ongeval veroorzaakt of erbij betrokken is, hoe klein ook, moet de chauffeur onmiddellijk de tussenkomst vragen van de Bewakingsdienst (telefoonnummer: 2620) voor de gebruikelijke vaststellingen. Alcoholische dranken, drugs en wapens zijn ten strengste verboden in de fabriek. Diefstal, ontvreemding of samenzwering worden bestraft met een toegangsverbod, onafhankelijk van eventuele gerechtelijke vervolging. Het personeel van de aannemer heeft enkel toegang tot de installaties die aangeduid zijn op de bestelling. Het is formeel verboden om de werf zonder reden te verlaten. Elke toegang tot de gebouwen (sociaal, administratief,…) of afdelingen andere dan de betrokken werf is verboden, behalve indien het uit te voeren werk dit noodzaakt en/of mits een schriftelijke toelating van de Directie van DLL. 31
Toegang en verkeer in het bedrijf
20 Behoudens schriftelijke toelating van de Directie DLL is het
verboden om fototoestellen en/of camera’s te gebruiken. 21. Het personeel van de Bewakingsdienst, zowel in burger als in uniform, is bevoegd om : - de personen en voertuigen op het terrein van DLL te controleren - het verkeer te regelen - de correcte uitvoering van dit reglement te controleren - het rapport van de vaststellingen op te maken en door te geven Het personeel dat belast is met de bewakingstaken moet zich als dusdanig legitimeren. 7.6 Netheid op de werf De aannemer moet waken over de netheid en de goede toestand van de werf en de omgeving ervan. Hieromtrent wordt eraan herinnerd dat het verboden is om afval te verbranden binnen de fabriek of om het te deponeren in de bakken van de fabriek zonder voorafgaand schriftelijk akkoord van de Directie van Duferco La Louvière. Algemeen gezien is een wekelijkse schoonmaak op kosten van de aannemer (met afvoer van afval en/of materiaal) verplicht. Indien deze bepalingen niet worden toegepast tijdens of op het einde van de werken zal Duferco La Louvière alle afval doen afvoeren en de kosten daarvoor aanrekenen aan het bedrijf. Indien meerdere aannemers aan het werk waren op dezelfde plaats wordt de rekening verdeeld over deze bedrijven in verhouding tot het bedrag van de aanneming. Het is verboden afval in de riolering te lozen. De aannemer moet alle reglementen hieromtrent strikt naleven en draagt daar de volledige verantwoordelijkheid voor. 32 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Toegang en verkeer in het bedrijf
7.7 Werken die brand kunnen veroorzaken Voorafgaand aan de uitvoering van werken zoals slijpen, lassen, snijden, bramen, uitsnijden, branden met open vuur, branden met steekvlam,… enz. moet de aannemer (en/of eventuele onderaannemers) in het bezit zijn van een werkvergunning zoals bepaald bij de werfopening. Deze vergunning voor de hierboven beschreven werken heeft een beperkte geldigheid van één dag. De aannemer (en de eventuele onderaannemers) moet verplicht contact opnemen met de verantwoordelijke voor de werken van Duferco La Louvière waar de werken plaats vinden indien hij van mening is dat er brandgevaar bestaat bij een werk dat moet worden uitgevoerd op een plaats die niet bepaald werd tijdens de vergadering voor de werfopening.
Alle aannemers en onderaannemers moeten zich aan de volgende regels houden : > In de werkzone beschikken over voldoende brandblusapparaten van het type ABC, werkingsklaar, en beschikken over personeel dat deze kan gebruiken; > Op de hoogte zijn van alle technieken voor brandbeveiliging, met inbegrip van de automatische blusinstallaties (opgenomen in de werkvergunning). > De brandwerende deuren gesloten houden ; > Geen schade berokkenen aan de continuïteit van de brandwerende barrières, met inbegrip van de beschermende afsluitingen ; > Op het einde van elke werkdag overgaan tot de schoonmaak en de afvoer van alle brandbare materialen ; > Alle aannemers die werken uitvoeren aan de brandwerende barrières moeten verplicht op het einde van het werk deze weer herstellen, met inbegrip van de beschermende afsluitingen ; 33
Toegang en verkeer in het bedrijf
Alle preventiemaatregelen zijn voor rekening van de aannemer (brandblusapparaten, slangen met koppelstukken en buizen). Het is formeel verboden om het materiaal van DLL daartoe te verplaatsen: brandblusapparaten, brandslangen, enz > Het is verboden om de kasten van DLL met het brandbestrijdingsmateriaal te ontgrendelen of te openen voor elk ander gebruik dan het bestrijden van een brand > Zelfs indien men een beginnende brand zelf heeft kunnen blussen, moet de aannemer steeds de verantwoordelijke voor de werken van DLL waarschuwingen evenals de Bewakingsdienst. >
Elke aannemer (contractant) moet zijn personeel en onderaannemers in kennis stellen van dit reglement en de toepassing ervan aan hen opleggen.
34 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Toegang en verkeer in het bedrijf
’
Advies voor brandpreventie en bestrijding
35
Advies voor brandpreventie en -bestrijding
8.1 Brandpreventie
Voor het begin van werkzaamheden zoals: slijpen, lassen, snijden, afbramen, kappen, branden, werken met open vuur, enz. > Kennis nemen van de veiligheidsprocedures die bij de werfopening (voor de aannemers) en intern werden bepaald en deze naleven, de procedures opgesteld door de hiërarchische lijn voor het uitvoeren van de te realiseren werken naleven. > Zich ervan verzekeren dat de brandslangen en brandblusapparaten in operationeel zijn en dat de uitgangen vrij zijn. > Zich ervan verzekeren dat de automatische of manuele blusinstallatie, dewelke installaties beschermen, operationeel zijn voor het begin van elk werk. > Zich ervan verzekeren dat er in het team personen zijn die een opleiding kregen in de omgang met blusmateriaal. > Netheid en orde handhaven, brandbare materialen beschermen met een scherm of afvoeren. > Tijdens het werk waken over vonken en opgewarmde delen en ze onmiddellijk onder controle houden. > Na het werk de werkplaats zorgvuldig inspecteren en de plaats gedurende minstens 2 uur onder toezicht houden (talrijke branden ontstaan een tijdje na het einde van de werken).
36 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Advies voor brandpreventie en -bestrijding
8.2 Interventie bij brand
Bij brand : > waarschuw onmiddellijk de bewaking Bel 909 (zie procedure punt 4) > de energie afsluiten (gas, elektriciteit) > het menselijk leven beschermen > de brand indijken met de ter beschikking staande middelen > de aankomst en het werk van de nooddiensten vereenvoudigen 8.3 Enkele adviezen > >
> > >
De vlammen aan de basis aanpakken. Zorg altijd voor een vrije uitgang, laat U niet insluiten of blokkeren door het vuur en wijk tijdig voor het vuur. Indien er veel rook is, blijf gebukt en bedek de mond met een vochtige doek. Gebruik geen water op elektrische toestellen. Niet lopen wanneer uw kledij vuur vat, rol over de grond of probeer het vuur te doven door uzelf in iets te wikkelen (deken, tapijt, enz.).
37
Advies voor brandpreventie en -bestrijding
>
Voor het werk moet u altijd de nodige richtlijnen in acht nemen wat betreft : - het plan en de middelen om brand te bestrijden - de methodes voor het overbrengen van alarmen en waarschuwingen - de organisatie van de evacuatie
Brand is een zaak voor specialisten. Volg een opleiding Eerste Brand Interventieteam.
38 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Advies voor brandpreventie en -bestrijding
’
Het gevaar van Gas(sen)
39
Het gevaar van Gas(sen)
ZUURSTOF IS LEVEN ! ! GEEN ZUURSTOF IS VERSTIKKING. OPGELET
Het risico op verstikking is : > Geniepig :
er is geen waarschuwing, lucht is geurloos, kleurloos en smaakloos.
> Plots :
3 maal inademen is al levensgevaarlijk.
> Zonder oproep :
3 minuten om gered te worden, daarna mogelijke gevolgen of de dood.
9.1 Waar bevindt U zich ? > Besloten ruimtes :
- lassen en schoonmaken van kuipen en tanks. - bekleden van de oven. - bezoek aan opslagplaatsen van edelgassen. - betreden van silo’s zonder verluchting.
> Lage greppels :
- op zoek naar lekken, controle. - kelders, riolen.
> Het foute Gas :
- stikstof in de plaats van lucht om te ventileren. - stikstof in de plaats van lucht in een ademhalingsmasker.
> Vloeibaar gas :
vloeibare stikstof, CO2, butaan, enz.
40 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Het gevaar van Gas(sen)
9.2 De gevaren Gevaar op verstikking, vergiftiging en brand Wij leggen de nadruk op de volgende veel voorkomende risico’s in het bedrijf : > Stikstof (N2) en edelgassen (argon, helium) : het gebruik
ervan vermindert het zuurstofgehalte in de lucht. Men moet altijd goed ventileren of autonome ademhalingsmaskers gebruiken om te werken aan elementen die inert werden gemaakt met stikstof of deze gassen. Opgelet: stikstof is geurloos…
We benadrukken het feit dat verstikking door gassen zoals stikstof, argon, helium, enz. ongemerkt gebeurt vermits er geen waarschuwing komt. Het effect van zuurstoftekort treedt erg snel in (enkele seconden). «MEN VOELT HET NIET AANKOMEN» > Koolstofmonoxide (CO) : chemisch ontvlambaar en
verstikkend gas, we vinden het terug in de gassen van de cokesoven (6%) en de gassen van de hoogoven (22%). Momenteel kan dit het resultaat zijn van een onvolledige verbranding (schoorsteen ELBOT, brander, enz.). > Koolstofdioxide (CO2) : soms gebruikt in de automatische blusinstallaties, wordt gebruikt om brand te bestrijden door het zuurstofgehalte in de lucht te verminderen. Lokalen met een dergelijke bescherming staan aangegeven. In geval van alarm moet men deze zo snel mogelijk verlaten. Opgelet: CO2 is geurloos…
41
Het gevaar van Gas(sen)
>
>
>
>
>
Ammoniak (NH3) : is erg irriterend voor de huid en de slijmvliezen, kan zelfs in een kleine concentratie dodelijk zijn. We herkennen het gas aan de typische geur. Het gebruik van speciale kledij en autonome maskers is vereist bij het opzoeken van een lek. Aardgas (CH4+x) : dit is een ontvlambaar gas dat lichter is dan de lucht, net zoals methaan kan het verstikking veroorzaken door gebrek aan zuurstof in besloten of afgesloten plaatsen. In zuivere toestand is het een kleurloos en geurloos gas, de gasgeur komt meestal van een tracer (THT) die aan het gas wordt toegevoegd. ((THT) = tetrahydrothiopeen) Propaan (C3H8) : in gewone omstandigheden is dit een ontvlambaar gas dat zwaarder is dan de lucht. Het kan verstikking veroorzaken door gebrek aan zuurstof in afgesloten of besloten ruimtes (opgelet in de kelders). Propaan is ook een verdovend gas dat een coma kan veroorzaken na een fase van dronkenschap. Butaan (C4H10) : in gewone omstandigheden is dit een ontvlambaar gas dat veel zwaarder is dan de lucht. Het heeft dezelfde kenmerken als propaan. Het wordt aanbevolen om het niet te gebruiken lager dan het gelijkvloers (kelders, enz.). Acetyleen (C2H2) : dat is een uiterst ontvlambaar gas dat lichter is dan de lucht. Het is een verdovend gas in lage concentraties, het is kleurloos maar wordt gemakkelijk herkend aan de geur. Acetyleen is een gas dat onstabiel is bij gewone temperatuur. Daarom wordt het opgelost in solventen zoals aceton die gebruikt worden voor een poreuze drager aan de binnenkant van de flessen. Het reageert ook op koper, zilver en kwik. Acetyleenflessen nooit meer dan 30° kantelen ! ! ! Vermijd koppelstukken en doppen van koper. In geval van brand moet men de flessen koelen door ze gedurende minstens 2 uur te besprenkelen met water en de brandweer te bellen.
42 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Het gevaar van Gas(sen)
> Zuurstof (O2) : dat is een gas dat de verbranding
bevordert, het is kleurloos en geurloos. > Zuurstof heeft de neiging zich op lage punten op te stapelen ; - Breng geen olie of vet in contact met een klep, een kraan of het gas zelf. - Gebruik het niet in de plaats van lucht (vorming van explosieve atmosfeer - verhoging van de ontvlambaarheid van de materialen). - Sluit geen ademhalingsmaskers aan op het zuurstofnet. Gevaren tijdens de opslag en het hanteren van de flessen Opslag : > Nooit roken ! ! ! > Beschermen tegen zonnestralen en warmtebronnen. > Sla de flessen rechtop en vastgemaakt op. > Verwijder alle brandbare producten. > Sla niet meer dan 10 flessen op dezelfde plaats op. > Sla brandstoffen en verbrandingsonderhoudende stoffen
op in verschillende ruimtes.
Gevaar bij het hanteren > Maak de flessen vast voor het transport (verticaal in het
geval van acetyleen). > Gebruik speciale karren voor het transport. > Hou altijd een brandblusapparaat in de buurt of op de kar. 43
Het gevaar van Gas(sen)
Ontploffingsgevaar Daarvoor moet er een mengsel zijn van ontvlambare gassen met lucht of zuurstof binnen de juiste concentratielimieten (variabel naargelang het gas) en moet men dit mengsel blootstellen aan een minimale ontbrandingsenergie (vlam, vonk, enz.) in een besloten of gesloten ruimte. Limieten volume gas in de lucht Waterstof Acetyleen Benzeen Aardgas Propaan Butaan
Lager 4% 2,5% 1,4% 5% 2,2% 1,8%
Hoger 75% 81% 8% 15% 9,5% 8,4%
Opmerking : de term «gas» zou vervangen kunnen worden door «stof, nevel,…». Voorkomen van ontploffingen Respecteer de veiligheidsprocedures die bij de werfopening (voor de aannemers) en intern werden bepaald en leef de procedures opgesteld door de hiërarchische lijn voor het uitvoeren van de te realiseren werken na. > Vermijd bronnen van ontbranding. > Vermijd lekken van ontvlambare producten. > Respecteer de beveiliging (ventilatie van de lokalen,
terugslagklep van branders).
44 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Het gevaar van Gas(sen)
> Wees op uw hoede met opslagtanks voor olie, brandstof
evenals alle lege vaten waar een ontvlambaar of onbekend product heeft ingezeten.
Detectie van lekken > Door de geur, bijvoorbeeld voor aardgas, acetyleen,… > Door de vaste detectoren die in de risicozones
geïnstalleerd zijn.
> Met draagbare detectoren (contacteer de IDPBW).
- Drager PAC III CO voor gaslekken met CO. - Drager PAC III O2 voor het meten van het zuurstofgehalte. - Drager PAC Ex : gasdetector voor aardgas . Opmerking : deze draagbare detectoren werken enkel in de aanwezigheid van zuurstof. - Multiwarn; gasdetector voor aardgas met infrarood (vereist geen aanwezigheid van zuurstof). Indien een gaslek wordt gevonden :
- waarschuw onmiddellijk de hiërarchie en de bewakingsdienst - stop indien mogelijk het lek zonder risico’s te nemen (de toevoer afsluiten) - maak geen vuur
45
Het gevaar van Gas(sen)
46 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Het gevaar van Gas(sen)
’
Werk in besloten ruimtes en aan
leidingen
47
Werk in besloten ruimtes en aan leidingen
ADVIES
De interventies in besloten ruimtes of op leidingen kunnen aan de oorsprong liggen van ontploffingen of ernstige ongevallen (verstikking). De aannemers mogen nooit werken van deze aard aanvangen zonder de maatregelen die tijdens de werfopening werden genomen na te leven. Intern mag men nooit werk van deze aard aanvangen zonder de schriftelijke veiligheidsmaatregelen na te leven die werden opgesteld door de hiërarchische lijn in verband met dit werk. 10.1 Algemene richtlijnen > Respecteer zorgvuldig de werkwijzen, richtlijnen en > > >
>
> >
bijzondere voorzorgsmaatregelen zoals vermeld op de documenten «Werfopening» specifiek voor dit werk. Ventileer voldoende en op gepaste wijze. Voer atmosferische proeven uit (TLV, gasdetector, % zuurstof) alvorens de besloten ruimtes te betreden en herhaal de metingen regelmatig tijdens het werk. Breng voor de interventie het veiligheidsmateriaal samen (autonoom ademhalingsmasker, touwen, harnas, valbeveiliging, brandblusapparaten) en controleer ze op hun werking. Zorg voor een permanente bewaking en blijf in verbinding met personen in geventileerde ruimtes. De ingesloten personen hebben voortdurend contact met de toezichthouders. Gebruik gepast elektrisch gereedschap. Neem geen gasflessen, zuurstofflessen of brandblusapparaten met CO2 mee in de besloten ruimtes.
48 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Werk in besloten ruimtes en aan leidingen
REGELS VOOR PREVENTIE Voor het risico van zuurstoftekort : > >
> > > >
signalisatie van gevaarlijke zones met risico op zuurstoftekort opleiden van alle personen die blootgesteld kunnen worden aan verstikkingsgevaar. Zij moeten opgeleid worden en gewezen worden op het plotse fenomeen en het op risico van overlijden richtlijn : schriftelijke richtlijnen die de toegang tot gevaarlijke zones reglementeren ventilatie van besloten lokalen controle van het zuurstofgehalte in de risicozone interventie: beschikken over het nodige materiaal en personen die opgeleid zijn in het gebruik ervan
49
Werk in besloten ruimtes en aan leidingen
50 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Werk in besloten ruimtes en aan leidingen
’
Verplaatsingen
van personen
51
Verplaatsingen van personen
Er doen zich talrijke ongevallen voor tijdens verplaatsingen
Het is dan ook verplicht om : > de trapleuning vast te houden > > > > > >
goed te letten op hindernissen en oneffenheden van de vloer aandacht te hebben voor de verplaatsingen van voertuigen en machines nooit onder een hangende last te gaan staan de gangen en bruggen te gebruiken voor voetgangers dubbel waakzaam te zijn in de buurt van een rolkraan niet te lopen op de trappen of in de fabriek
Ik ben waakzaam… voor mijn eigen veiligheid! Mijn veiligheid hangt in de eerste plaats af van mijn houding en mijn gedrag
Geen ongeval, Wat een succes!
52 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Verplaatsingen van personen
’
Richtlijnen
53
Richtlijnen
Het betreft een aantal te volgen richtlijnen om interventies aan en/of in de buurt van de installaties, waarvan de krachtbron ongevallen zouden kunnen veroorzaken, in alle veiligheid te laten verlopen. Alleen het bevoegde personeel van Duferco La Louvière is gemachtigd om de krachtbron van een installatie los te koppelen. Procedures : 1 2 3 4 5 6
de coördinatie van de richtlijnen (communicatie met de verantwoordelijken, contact nemen) het afsluiten (alle energiebronnen afkoppelen) de kennisgeving (de afkoppeling aangeven en melden) de controle (onderbrekingen controleren alvorens aan het werk te gaan) het immobiliseren (mechanisch blokkeren) de afbakening (de werkzones afbakenen met verbod op toegang in de risicozones)
1 Coördinatie :
Iedere interventie moet op voorhand besproken worden met het werkteam en de opdrachtgever.
2 Afsluiten :
Alle toestellen waaraan, of in de buurt van hetwelk, men een interventie zal uitvoeren, moeten losgekoppeld worden van alle energiebronnen die bewegingen, brand, elektrocutie, vergiftiging, straling, enz. kunnen veroorzaken. De afsluiting moet uitgevoerd worden door een directe actie op het vermogenscircuit of op de energiebron zelf.
54 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Richtlijnen
OPGELET Vergeet de energiebronnen in tanks niet, elektrische condensatoren, hydraulische en pneumatische accumulatoren, resterende druk in leidingen en reservoirs. 3 Kennisgeving :
De onderdelen moeten geïdentificeerd worden met platen op naam en met datum. Deze informeren dat de interventies bezig zijn en dat het verboden is de platen weg te nemen. Het verwijderen van de kennisgeving mag enkel gebeuren door de persoon die ze aanbracht. Opmerking : In de mate van het mogelijke moet de bediening van het toestel worden vergrendeld.
4 Controle :
Alvorens de werken te beginnen moet men controleren of het toestel (installatie) wel degelijk is afgesloten. Bijvoorbeeld door te proberen de machine te starten, de bediening te proberen, enz.
5 Immobiliseren :
Mechanische blokkering door vergrendeling, Blokkeer mechanisch met behulp van middelen die bestand zijn tegen de krachten waaraan ze onderworpen kunnen worden.
6 Afbakening :
Aanduiding, lichten, doeltreffende controle, enz.
DE VRIJGAVE ! Alle bepalingen die het mogelijk maken om een uitrusting, installatie of machine die eerder werd geblokkeerd opnieuw in werking te stellen met het oog op de veiligheid van de betrokkenen. Dit is een belangrijk onderdeel van het werk dat men niet mag verwaarlozen. 55
Richtlijnen
OPGELET Bijzonder geval van werken in de omgeving van de spoorwegen.
In dat geval moet er : > een schriftelijk akkoord zijn van de spoordienst > een het spoor laten afsluiten door de spoordienst
56 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
’
Richtlijnen
Beheer en
controle
van de
uitrusting en heftoestellen
57
Beheer en controle van de uitrusting en heftoestellen
De wetgeving vereist, per dienst, het bijhouden van een register met alle toestellen. Dit register bevat, onder andere: het ordernummer, de naam van de leverancier, datum van indienststelling evenals de datum van constructie. De wetgeving vereist eveneens een controle (per kwartaal en jaarlijks) door een externe dienst voor technische controle. Het rapport van deze dienst moet steeds ter beschikking liggen van de bevoegde ambtenaar voor de controle. Kortom, de externe controledienst levert ons materiaal op, maar : het beheer van dit materiaal komt toe aan de diensten die het gebruiken. LEEF DEZE WETGEVING NA. HET GAAT OM ONZE AANSPRAKELIJKHEID EN DE VEILIGHEID VAN ALLE GEBRUIKERS ! ! !. De externe controledienst is onze partner en is er om ons te helpen ! 13.1 De periodieke keuring
Tijdens het bezoek plaatst de inspecteur van de externe technische controledienst een keurmerk op elk toestel dat hem wordt voorgelegd. 1. Indien het toestel in goede staat is, Heeft het keurmerk de kleur die het kwartaal van de controle vertegenwoordigt. « De kleur wijzigt elk kwartaal ». 58 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Beheer en controle van de uitrusting en heftoestellen
2.
Indien dit toestel niet in orde is, krijgt het een ROOD keurmerk. Een heftoestel mag ENKEL GEBRUIKT WORDEN INDIEN : Het een keurmerk draagt in de kleur van het huidige kwartaal. (in geval van twijfel noteert U het nummer en kijkt U op het rapport van de externe controledienst of het in dit kwartaal al gecontroleerd werd)
Waarom periodieke keuring ? Om gebruikers in staat te stellen meteen te zien of een toestel opgeleverd is en in orde. Na de oplevering bezorgt de externe controledienst ons per afdeling een rapport met alle gekende toestellen. De kleuren van de keurmerken De kleuren van de keurmerken werden voor elk kwartaal bepaald : Eerste kwartaal : GEEL Tweede kwartaal : GRIJS Derde kwartaal: LICHTGROEN Vierde kwartaal : LICHTBLAUW
59
Plattegrond v
60 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
van het bedrijf
61
Beheer en controle van de uitrusting en heftoestellen
13.2 Heftoestellen en toebehoren Een toestel van de firma DLL mag enkel gebruikt worden door gekwalificeerd personeel van DLL dat hiervoor een opleiding kreeg. Alle heftoebehoren die de eigendom zijn van een extern bedrijf moeten een controlerapport door een erkend organisme (SECT) bezitten met een maximale duur van drie maanden. Dit rapport moet steeds beschikbaar zijn voor de bewakingsdienst en de IDPBW van DLL.
Richtlijnen : >
Gebruik het heftoestel uitsluitend voor het werk waarvoor het bestemd is.
>
Overschrijdt de toegestane maximale belasting niet.
>
Eén man mag de instructies geven aan de hand van de reglementaire gebaren (zie bijlagen). De kraanmachinist en de persoon die de instructies geeft, op de grond, vullen elkaar aan.
>
Alleen bevoegde personen met een opleiding voor dit type werk mogen de lading vastleggen en communiceren met signalen.
>
Een last mag niet blijven hangen aan een heftoestel indien deze niet onder controle is van de bedienaar (kraanmachinist).
>
Men mag geen rolwegen en bruggen betreden zonder de toelating van de kraanmachinist.
>
Men mag geen personen vervoeren met een rolkraan of aan een hangende last.
62 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Beheer en controle van de uitrusting en heftoestellen
> > >
> > > > > >
Niet parkeren onder een hangende last, zover mogelijk ervan verwijderd blijven. Gebruik geen toestellen in slechte staat, in twijfelachtige toestand of dewelke niet gecontroleerd werden door een erkend organisme (SECT). Bereid de laad- en losplaatsen voor, verken het parcours dat gebruikt zal worden voor de last en hou de gangen vrij over een breedte evenredig met de afmetingen van de te hanteren stukken. Controleer of de stroppen in goede toestand zijn voor gebruik. Controleer of alle elementen van de last aan elkaar vasthangen. Zorg voor een goed evenwicht, kies de stroppen in functie van de last en de gepaste manier van vastmaken. Berg na het werk de toestellen op, op de daartoe voorziene plaatsen. Het is verboden om veiligheden te overbruggen. Respecteer de maximale belasting van de stroppen, kettingen, touwen en heftoestellen volgens de gebruiksaanwijzing (tabel).
63
Beheer en controle van de uitrusting en heftoestellen
DE ZES GOUDEN REGELS VOOR HET SJORREN :
1. Evalueer de lading
2. Raadpleeg de tabel
3. Draag de juiste handschoenen
4. Controleer de gebruikte stroppen
5. Bescherm de scherpe randen
6. Geef duidelijke instructies
(gewicht, afmetingen)
64 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
’
Behandeling van goederen
65
Behandeling van goederen
Gebruik machines en toebehoren : - die geschikt zijn voor het uit te voeren werk. - die in goede staat verkeren. - die regelmatig gecontroleerd worden door een erkend organisme. - die geïnspecteerd worden door de gebruiker voor elk gebruik of elke shift. Richtlijnen : > Een toestel enkel laten bedienen door bevoegde personen die een opleiding kregen in het gebruik ervan. > Opmerking : het besturen van een gemotoriseerde kar is verboden voor studenten. > Zorg voor een goede organisatie van het werk: optillen, verplaatsen, neerzetten en de werkzone afbakenen, steeds volgens de regels van de kunst. > Het is verboden om als passagier mee te reizen op een behandelingsmachine. > Overschrijd de maximale belasting van het toestel niet en respecteer de tabel waarmee de kar verplicht is uitgerust (meestal bij de bedieningspost). > Indien u een nieuwe uitrusting moet wijzigen of toevoegen, moet het toestel opnieuw worden opgeleverd door een erkend organisme. > Het is ten strengste verboden om personen in de hoogte te tillen met de vorken. > Bij het stoppen moet u de handrem goed aantrekken, de contactsleutel verwijderen om eventuele beginners niet in de verleiding te brengen. > Volg een opleiding die door het bedrijf wordt georganiseerd om een rijbewijs te verkrijgen voor een gemotoriseerd laadvoertuig. > Doe de veiligheidsgordel om bij het gebruik van een dergelijke machine indien deze ermee is uitgerust. 66 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
’
Behandeling van goederen
Werken
op
>2m
hoogte, op daken en schoorstenen,
heftoestellen ,
ladders , stellingen
67
Werken op >2m hoogte, op daken en schoorstenen, heftoestellen, ladders, stellingen
15.1 Voor de aanvang van het werk
Contacteer verplicht de verantwoordelijke van de betrokken dienst. Hij zal informatie geven over de normale toegankelijkheid en de gevaarlijke zones en zal eventueel overgaan tot het opstellen van de werkprocedure. > Controleer de algemene toestand van de structuur/het dak waaraan/op men gaat werken. Wees voorzichtig met doorschijnende panelen (zeer fragiel): na enkele jaren kunnen ze overgaan in het geheel van het dak… > Geef de gevarenzones op de grond aan met de gepaste middelen. > Coördineer met alle betrokkenen de plaatsing van collectieve en/of individuele beschermingen (werfopening). >
Opmerkingen : > Behalve indien technisch onmogelijk moet men altijd beroep doen op collectieve beschermingen om de veiligheid van de betrokkenen te verzekeren en het vallen van materialen te voorkomen. > Men moet één of meerdere van de volgende oplossingen gebruiken om vallen te vermijden : - relingen plaatsen. - schermen plaatsen. - een heftoestel gebruiken met platform. - vangnet plaatsen…
68 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Werken op >2m hoogte, op daken en schoorstenen, heftoestellen, ladders, stellingen
Individuele bescherming voor hoogtewerken Indien het risico op vallen niet volledig of onvoldoende werd beveiligd aan de bron door middel van maatregelen, organisatiemethodes of technische collectieve beschermmiddelen, dan moet men gebruik maken van individuele beschermmiddelen. Opmerkingen bij het gebruik van een harnas:
Het personeel dat een veiligheidsharnas moet gebruiken, moet de nodige informatie en opleiding gekregen hebben daartoe. > Het veiligheidsharnas moet onderworpen worden aan een onderzoek door een erkend organisme (SECT) minstens om de twaalf maanden en telkens een harnas een persoon bij een val heeft tegengehouden (wet titel VII art 1§). >
Tijdens het werk : > Plaats indien nodig een toezichthoudend persoon op de grond die het gevaar kan melden en mensen uit de verboden zone kan verwijderen. > Laat nooit iemand alleen werken op een dak of schoorsteen. > Controleer of het materiaal, de middelen en gereedschappen op het dak niet kunnen naar beneden vallen en iemand zou kunnen kwetsen of schade zou kunnen berokkenen aan de installaties.
69
Werken op >2m hoogte, op daken en schoorstenen, heftoestellen, ladders, stellingen
15.2 Automatische heftoestellen met platform voor personen, manden en gondels De automatische heftoestellen moeten elk kwartaal gecontroleerd worden door een erkend organisme (SECT) en het certificaat van oplevering moet steeds ter beschikking zijn van de Bewakingsdienst en de IDPBW van DLL.
Het is ook noodzakelijk om : > te beschikken over de nodige vergunningen ; > steeds een knipperlicht te plaatsen tijdens het gebruik ervan met mensen ; > de verplaatsing in hoge positie met personeel op het platform te verbieden ; > een tweede persoon op de grond te plaatsen die kan tussenbeide komen in geval van onwel worden, enz ; > de werkzone af te bakenen. > de machine uit te rusten met een plaatje met de gebruiksvoorwaarden. Draag tijdens het werk in de hoogte een veiligheidsharnas waarvan het verbindingspunt vastgemaakt is aan de gondel. Wat de werkgondels, manden of gelijkaardige inrichtingen betreft aan een kraan, zij mogen slechts uitzonderlijk gebruikt worden voor het heffen van personen en indien het niet mogelijk of riskanter is om de specifiek daartoe ontworpen uitrustingen te gebruiken (gondels met tang, telescopische arm,…).
70 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Werken op >2m hoogte, op daken en schoorstenen, heftoestellen, ladders, stellingen
Bijgevolg, is een dusdanig gebruik pas toegestaan in zeer uitzonderlijke gevallen voor dewelke, onder andere, een risicoanalyse heeft aangetoond dat, bij middel van observatie van de reglementaire bepalingen evenals de gepaste maatregelen en procedures, de veiligheid van de betrokken werknemers is verzekerd, meer in het bijzonder wat betreft het risico op vallen of gekneld raken. Het is dus verplicht eerst een specifieke studie uit te voeren voor dit type materiaal. 15.3 Ladders
Ladders zijn toegangsmiddelen die enkel gebruikt mogen worden voor een werk indien het risico op vallen klein is en het gebruik van korte duur is. > Gebruik alleen ladders in goede staat die regelmatig gecontroleerd worden door een bevoegde persoon. > Installeer de ladders op een stabiele ondergrond met de gewenste helling, met minstens één meter voorbij de hoogte van het toegangsniveau, met de voorziene overlapping bij schuifladders en met verbinding in het geval van dubbele en vastgezette ladders van meer dan 25 treden. > Plaats ze op plaatsen zonder risico’s (elektriciteitslijnen, toegangsdeur,…).
71
Werken op >2m hoogte, op daken en schoorstenen, heftoestellen, ladders, stellingen
15.4 Stellingen Moeten volledig beantwoorden aan de voorschriften van het K.B. van 31 augustus 2005 betreffende het gebruik van werkuitrustingen voor tijdelijke hoogtewerken.
Enkele belangrijke punten : > De werkgever die de stelling opzet, demonteert of verbouwt moet beschikken over de gebruiksaanwijzing van de fabrikant evenals de nota van de berekening van de weerstand en stabiliteit die daarbij hoort. > De werkgever die de stelling gebruikt, moet ervoor zorgen dat de stelling tijdens het gebruik steeds conform blijft met de bepalingen van artikel 15 van het K.B. dat hierboven genoemd wordt en dat zijn werknemers geen toegang hebben tot delen van de stelling die niet klaar zijn voor gebruik. Indien de werkgever, gebruiker van de stelling, wijzigingen aan deze stelling aanbrengt die betrekking hebben op de montage, demontage of transformatie moet hij de verplichtingen naleven die opgelegd worden aan de werkgever die een stelling monteert, demonteert of verbouwt. > Alleen werknemers die de vereiste opleiding genoten mogen een stelling monteren en gebruiken. De montage en het gebruik mogen enkel gebeuren onder het toezicht van een bevoegde persoon. > Een stelling moet voor elk gebruik gecontroleerd worden.
72 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Werken op >2m hoogte, op daken en schoorstenen, heftoestellen, ladders, stellingen
’
Grondwerken en bouwputten
73
Grondwerken en bouwputten
16.1 Grondwerken :
De grondwerken moeten zo berekend, uitgevoerd en beschermd worden dat instorting of vallen van materialen in de buurt vermeden worden, volgens de reglementen, normen en codes voor goede praktijken die in België van kracht zijn. > De plaatsen moeten steeds beschermd worden met relingen of een gepaste signalisatie op meer dan 2 meter. > Controleer de kennis van de aanwezigheid van leidingen en kabels in de werkzone. >
16.2 Openingen in de grond en/of een vloer : Bescherm de openingen in een vloer, een vergaarbak, een wand, een opslagplaats of een trappenhuis,… op afdoende wijze door het plaatsen van een reglementaire reling of door het afdichten met het gepaste materiaal (weerstand, stijfheid, bevestiging,…) en breng de nodige verlichting aan ten einde elke val van personen of materialen te verhinderen. Deze bescherming blijft behouden tot het einde van de werken.
74
Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Richtlijnen
’
Vaste
,
draagbare machines en handgereedschap
75
Vaste, draagbare machines en handgereedschap
Vaste machines (kolomboor, slijpbank) : > Werk niet op een machine waarvan de bescherming ontbreekt > De veiligheidsvoorzieningen niet overbruggen > Ga niet over tot het schoonmaken, invetten,… van bewegende onderdelen > Behoud de vrije toegang tot de veiligheidsinrichtingen > Gebruik een haak of borstel om vijlsel en schilfers te verwijderen Draagbare machines (boren, slijpschijven) > Zet de te bewerken stukken vast > Gebruik nooit een machine zonder beveiliging > Controleer de goede toestand van snoeren, verlengsnoeren, aansluitingen en stekkers > Gebruik op slijpschijven een schijf in goede toestand, geschikt voor het toerental van de machine en voor het te bewerken materiaal Handwerktuigen Scherp gereedschap: pieken, boren,… Percussiegereedschap zonder explosieve lading: beitel, priemen,… Slaggereedschap: massa, hamer,… Spangereedschap: vaste sleutels, schroevendraaiers,…
76 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Vaste, draagbare machines en handgereedschap
> > > > > > > > > > > > >
Gebruik geen gereedschap in slechte staat (bijv. gebroken handgreep, bot). Gebruik het gereedschap waarvoor het bestemd is (bijv. niet kloppen op een schroevendraaier of sleutel, een sleutel niet als hamer gebruiken,…). Laat gereedschap niet in een onstabiele positie achter (bijv. op een ladder). steek geen gereedschap in de zakken van kledij (bijv. scherp of snijdend gereedschap). Gebruik geen Engelse sleutel behalve in geval van overmacht. Controleer het gereedschap voor elk gebruik. Defect gereedschap moet weggegooid worden ofwel hersteld worden. Controleer regelmatig de afstelling van het gereedschap. Bescherm scherp gereedschap. Berg het gereedschap zorgvuldig op na gebruik. Gebruik speciaal gereedschap in explosieve atmosfeer. Draag een veiligheidsbril en plaats beschermende schermen voor de omgeving tijdens het gebruik van slagof klopgereedschap. Draag handschoenen (vermijd prikken, snijwonden en schokken) en helm (bescherming bij het vallen van gereedschap van een hoger niveau). Gebruik geïsoleerd gereedschap om te werken aan toestellen die onder spanning staan.
77
Vaste, draagbare machines en handgereedschap
78 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Vaste, draagbare machines en handgereedschap
’
Lassen of uitsnijden
79
Lassen of uitsnijden
MET DE BRANDER De 4 gedragsregels
Bereid de plaats goed voor : >
Zorg voor voldoende alarmmiddelen en brandbestrijding.
>
Verwijder of bescherm materiaal dat brandbaar is of brand of ontploffing kan veroorzaken.
>
Waarschuw de andere vaklui over het begin en einde van de interventie.
>
Controleer de ruimte na de werken en hou nog gedurende twee uur toezicht om er zeker van te zijn dat er geen risico op brand meer is.
>
Baken de werkzone af en installeer indien nodig afscherming.
>
Bevestig de flessen op een stabiele manier, recht op of licht gekanteld.
>
Plaats de flessen op meer dan 5 meter van de plaats waar men moet snijden of lassen.
>
Ventileer de werkzone voldoende om alle lasrook te verwijderen.
>
Bescherm de flessen tegen warmtebronnen.
Werk met materiaal in goede staat en afgedichte gasleidingen : > Controleer regelmatig de toestand van de brander, buizen, kranen en regelingen. > Bescherm en vervang de leidingen wanneer ze beschadigd zijn. 80 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Lassen of uitsnijden
Controleer de aanwezigheid en de goede staat van de terugslagklep voor vlammen op de gas- en zuurstofleidingen. > Vervang regelmatig de dichtingen, ringen en banden aan de aansluitpunten van de leidingen. > Controleer regelmatig de afdichting van het materiaal met zeepsop. > Verbind nooit twee leidingen met elkaar met een dop van koper of die koper bevat. >
Gebruik het lasmateriaal correct : > Gebruik de vlam nooit om een gaslek te detecteren. (De detectie van lekken moet gebeuren met zeepsop of een schuimend product). > Gebruik nooit de vlam om een reduceerklep te ontdooien. > Breng geen flessen mee in besloten en gelijkaardige volumes. > Behandel de gasflessen voorzichtig en bescherm ze tegen warmte. Acetyleen is ontplofbaar, zelfs zonder de toevoer van lucht of zuurstof. Het is een extreem onstabiel gas. In gecomprimeerde vorm kan het zich ontbinden (spontane explosie onder invloed van druk, een schok of een temperatuursstijging. > Flessen met acetyleen die hebben neergelegen, mogen niet binnen het uur gebruikt worden. > Gebruik de fles niet als aambeeld, stut of steun. > Gebruik niet meer gas dan strikt noodzakelijk. > Spuit nooit zuurstof op vette voorwerpen (die kunnen spontaan ontbranden). > Bij incidenten moet men steeds eerst de gastoevoer afsluiten. 81
Lassen of uitsnijden
Gebruik een geschikte individuele bescherming : > Draag de gepaste veiligheidsbril voor het werk. > Draag moeilijk ontbrandbare kledij. > Waak over de netheid van de kledij. > Gebruik individuele beschermmiddelen tegen brandwonden (wanten, schort, beenkappen, enz.). MET VONKEN De 4 gedragsregels
Bereid de plaats goed voor : >
Zorg voor voldoende alarmmiddelen en brandbestrijding.
>
Verwijder of bescherm materiaal dat brandbaar is of brand of ontploffing kan veroorzaken.
>
Waarschuw de andere vaklui over het begin en einde van de interventie.
>
Controleer de ruimte na de werken en hou nog gedurende twee uur toezicht om er zeker van te zijn dat er geen risico op brand meer is.
>
Baken de werkzone af en installeer indien nodig beschermende schermen.
>
Zorg voor een correcte ventilatie van de werkzone en/of een afvoer van de lasrook (opzuigen).
>
Bij werken in een omgeving met een verhoogd risico moet men een laspost gebruiken met beperkte vacuümspanning. (zie AREI).
82 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Lassen of uitsnijden
Geschikt materiaal in goede staat gebruiken : > Gebruik lastransformatoren met lage vacuümspanning. > Controleer de goede staat en isolatie van de elektrodehouders. > De kabels van de elektrodehouder en de massa moeten dezelfde doorsnede hebben. > Gebruik een voedingskabel met voldoende doorsnede, die zo kort mogelijk is (voor mobiele posten). > Controleer regelmatig de goede toestand van kabels, stekkers, klemmen en kasten. Gebruik het lasmateriaal correct : > Sluit de laspost correct aan op de aarde door middel van een gepaste stekker en tang. > Breng de massatang rechtstreeks aan op het te lassen stuk en niet ergens op een bouwsel of gebinte. > Zorg er in het bijzonder voor dat de handschoenen droog blijven in geval van werken op metalen bouwstructuren (contacten), in kasten of in vochtige lokalen. > Gebruik aansluitingen met vrije contacten en perfect aangepaste stukken (klemmen). > Las niet door een laag zink of een beschermende laag (vet). > Indien er zich olie of vet bevindt op de te lassen plaats, moet deze eerst verwijderd worden.
83
Lassen of uitsnijden
Gebruik een geschikte individuele bescherming : > Draag een geschikt lasmasker of helm. > Draag moeilijk ontbrandbare kledij. > Waak over de netheid van de kledij. > Gebruik individuele beschermmiddelen tegen brandwonden (wanten, schort, beenkappen, enz.). > Gebruik middelen om de ademhaling te beschermen indien de rook niet kan worden opgezogen. > Draag gehoorbescherming (de meeste lastechnieken overschrijden de 85 dB(A).
MET DE BRANDER EN VONKEN IN BESLOTEN RUIMTES
Het lassen in besloten ruimtes zorgt voor bijkomende risico’s. Dit type lassen is enkel toegestaan indien de opdrachtgever op voorhand een werkvergunning toekent met onder andere : > de maatregelen in verband met het risico op brand, schadelijke stoffen en verstikking > de maatregelen die moeten worden getroffen om veilig te werken > de toegestane werkduur en de frequentie van de controles > de persoon die instaat voor het toezicht > de vereiste types beschermende uitrustingen
84 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Lassen of uitsnijden
’
Ioniserende
stralingen
85
Ioniserende stralingen
Men gebruikt bij DLL toestellen die voorzien zijn van dit teken. Het betreft toestellen met ioniserende straling.
Men moet minstens de volgende regels naleven : > zich strikt houden aan de richtlijnen van de hiërarchie. > een dosismeter dragen bij de toegang tot een geklasseerde zone. Alleen bevoegde en opgeleide personen mogen een stralingsbron hanteren ! Bij ongeval :
de zone afbakenen en de toegang verbieden > onmiddellijk de verantwoordelijke en het erkende organisme (Controlatom) waarschuwen. Zij komen ter plaatse de staat van de bron controleren > de gekregen instructies naleven >
19.1Informatie en opleiding van de werknemers
De werknemers die door hun werk blootgesteld kunnen worden aan ioniserende straling moeten informatie krijgen over onder meer : 86 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Ioniserende stralingen
>
de risico’s van het werk voor de gezondheid en eventuele EHBO
>
de basisnormen wat betreft de bescherming tegen blootstelling aan ioniserende straling
>
de goede praktijken voor een doeltreffende bescherming en de vereiste collectieve en individuele voorzorgen
>
de betekenis van de waarschuwingssignalen, symbolen en vermeldingen die door dit reglement worden opgelegd
>
de noodrichtlijnen voor de werkpost en de noodplannen van het bedrijf
>
het belang van de technische en medische voorschriften
Precieze instructies met betrekking tot het hanteren en gebruik van de installaties, de normale voorzorgsmaatregelen en de instructies bij ongeval worden zichtbaar uitgehangen overal waar dat nodig is. De werknemers die blootgesteld kunnen worden, moeten elk jaar een opleiding/informatie krijgen over de risico’s van ioniserende straling, gegeven door een persoon die bevoegd is op dat gebied, bijvoorbeeld: Controlatom, SEPP. 19.2 Het dragen van de persoonlijke dosismeter voor blootgestelde personen >
Alle personen die professioneel worden blootgesteld aan ioniserende straling, moeten een dosismeter dragen.
>
De dosismeter moet ter hoogte van de borstkas gedragen worden zolang men aanwezig is in een gecontroleerde zone. 87
Ioniserende stralingen
De dosismeters moeten zorgvuldig behandeld worden, ze mogen niet gebruikt worden voor stralingsproeven. Wanneer ze niet gedragen worden, mogen ze niet in een plaats worden opgeborgen waar een risico op straling bestaat. > Indien uw dosismeter verloren is gegaan of beschadigd werd, moet u onmiddellijk de verantwoordelijke persoon waarschuwen. > Indien u een straling (ongeval) vermoedt, wacht dan niet op de normale vervaldatum en stuur uw dosismeter onmiddellijk terug met een uitleg erbij zodat alle nodige maatregelen kunnen worden getroffen. >
88 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Ioniserende stralingen
’
Voor elektrische
gevaar
89
Voor elektrische gevaar
Herinnering aan een aantal elementaire noties Alleen het personeel van de elektriciteitsdienst van DLL mag aansluitingen uitvoeren en werken aan het elektriciteitsnet. De 7 gedragsregels voor veilig werken zonder spanning (art. 266 AREI) Om ervoor te zorgen da de elektrische installatie in de werkzone zonder spanning is en blijft tijdens de werken, zijn de volgende maatregelen vereist :
Maatregelen : 1. de werken voorbereiden 2. de elektrische installatie afzonderen 3. zich beveiligen tegen het opnieuw voeden van de elektrische installatie 4. de afwezigheid van spanning controleren 5. aarden, ontladen en kortsluiten 6. de elektrische installatie afbakenen en/of beschermen 7. de elektrische installatie ter beschikking stellen 1> De werken voorbereiden : de voorbereiding omvat de identificatie van de installaties waarop men moet werken evenals de identificatie van de vereiste maatregelen om de veiligheid te garanderen en de installatie ter beschikking te kunnen stellen. 2> Afzonderen : het gedeelte van de installatie waarop het werk moet worden uitgevoerd, moet afgezonderd zijn van alle voedingsbronnen volgens de voorschriften van het artikel 235 van het AREI. 90 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Voor elektrische gevaar
3> Zich verzekeren tegen het herinschakelen van de
voeding : alle inrichtingen die gerealiseerd werden om de elektrische installatie af te zonderen op de werkzone moeten beveiligd worden tegen herinschakelen, bij voorkeur door vergrendeling van het mechanisme. Indien een mechanische vergrendeling niet mogelijk is, moeten andere maatregelen getroffen worden om zich te beveiligen tegen elke ongewenst herinschakelen van de spanning. Indien een bijkomende energiebron noodzakelijk is om de voeding uit te schakelen dan moet deze energiebron inactief worden gemaakt. Er moeten verbodsborden geplaatst worden om bediening te verbieden. Dat is niet vereist voor de automatische scheidingssystemen voorzien in artikel 235 van het AREI. 4> De afwezigheid van spanning controleren : de afwezigheid van spanning moet gecontroleerd worden door het gepaste apparaat en dit op alle actieve geleiders van de elektrische installatie binnen de werkzone of er zo dicht mogelijk bij. 5> Aarden, ontladen en kortsluiten : van de werkzone moeten, voor alle installaties onder hoogspanning en bepaalde installaties onder laagspanning, alle delen waaraan gewerkt moet worden geaard en kortgesloten worden. 6> Afbakenen en/of afschermen : wanneer delen van een elektrische installatie in de onmiddellijke omgeving van de werkzone onder spanning blijven, moet men deze afbakenen en/of afschermen. 7> De installatie vrij geven : de werkverantwoordelijke geeft de toelating om het werk opnieuw aan te vangen. Hij moet het personeel informeren dat men het normale werk mag hervatten in de vrij gegeven delen.
91
Voor elektrische gevaar
Opmerkingen : > >
> >
> >
>
Nooit aan een installatie werken vooraleer alle energie is afgesloten en de controle van de afsluiting werd uitgevoerd Een werf wordt voorzien van elektriciteit via een werfpaneel volgens het AREI. Het werfpaneel moet voorzien zijn van de gepaste differentieelschakelaars en laagspanningstransformatoren voor de voeding van draagbare verlichting en moet gekeurd zijn door een erkend organisme DRAAGBARE VERLICHTING VAN 220 VOLT IS VERBODEN. Voor alle draagbare elektrische gereedschap is het gebruik van een differentiaalschakelaar tussen de stroombron en de verlengdraden van het gereedschap verplicht. Het gereedschap moet dubbel geïsoleerd zijn en voldoen aan de Belgische normen Verbied de toegang tot de elektrische lokalen voor alle niet-bevoegde personen Baken de werkzones af op een veilige afstand van de ontblote delen onder spanning. Indien dat niet mogelijk is moet men deze onderdelen ontoegankelijk maken door het plaatsen van isolerende schermen die direct contact onmogelijk maken Bij gebruik van bouwkundige toestellen, kranen,… moet men de veiligheidsafstanden naleven (spanning van minder dan 57.000 volt, D = 3 meter, spanning van meer dan 57.000 volt, D = 5 meter). In geval van frequent af en aan rijden van deze toestellen onder hoogspanningskabels moet men een veiligheid installeren in de vorm van een portiek
92 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Voor elektrische gevaar
’
A l g e m e n e
veiligheidssignalisatie
in DLL
93
Algemene veiligheidssignalisatie in DLL
(Conventionele kleuren gebruikt bij DUFERCO - DLL) Conventionele kleuren voor de identificatie van vloeistoffen
De kleurencodes voor het markeren van vloeistoffen in leidingen, bij DLL, zijn de volgende : Gas, basiskleur : GEEL
Aardgas : geel + 2 rode stroken Waterstof : zie verder Stikstof : geel + 2 groene stroken Argon : geel + 2 zilveren stroken Water, basiskleur : GROEN
Drinkbaar water : groen Onbewerkt water : groen + 1 zwarte strook Warm water onder druk : groen + 1 rode strook Stoom, basiskleur : WARMTE-Lucht, basiskleur : FELBLAUW Stoom, basiskleur : WARMTEISOLEREND IN GEPOLIJST ALUMINIUM + RODE STROKEN
94 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Algemene veiligheidssignalisatie in DLL
Zuurstof, basiskleur : HEMELSBLAUW
Hemelsblauw met grote gele stroken waarop GEVAAR ZUURSTOF staat in zwarte letters die even hoog zijn als de helft van de diameter van de leiding.
Waterstof, basiskleur : ROOD
Rood met grote gele horizontale stroken waarop de vermelding GEVAAR WATERSTOF staat in zwarte letters die even hoog zijn als de helft van de diameter van de leiding en dat om de 5 mete.
Koolwaterstoffen, basiskleur : DONKERBRUIN Oliën en vetten, basiskleur: LICHTBRUIN Zuren, basiskleur : ORANJE Basen, basiskleur : LILA
95
Algemene veiligheidssignalisatie in DLL
96 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Algemene veiligheidssignalisatie in DLL
’
Standaard veiligheidssignalisatie
97
Standaard veiligheidssignalisatie
Verbodspanelen
Niet aanraken
Verboden voor behandelingsvoertuigen
Verboden toegang voor onbevoegden
Niet-drinkbaar water
Verboden te blussen met water
Verboden voor voetgangers
Verboden vuur te maken en verboden te roken
Verboden te roken
Brandblusapparaat
Brandladder
Brandbestrijding
Telefoon voor brandbestrijding
Wegwijzer naar materiaal voor brandbestrijding
Brandslang
98 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Standaard veiligheidssignalisatie
Gebod
Verplichte individuele valbescherming
Algemeen gebod (samen met eventueel een bijkomend paneel)
Verplichte doorgang voor voetgangers
Verplichte bescherming van de ademhaling
Verplichte gehoorbescherming
Verplichte bescherming van de handen
Verplichte bescherming van het aangezicht
Verplichte bescherming van de ogen
Verplichte bescherming van het hoofd
Verplichte bescherming van het lichaam
Verplichte bescherming van de voeten
99
Standaard veiligheidssignalisatie
Waarschuwing
Schadelijke of irriterende stoffen
Lage temperatuur
Biologisch risico
Val met niveauverschil
Struikelen
Groot magnetisch veld
Niet-ioniserende straling
Brandbaar materiaal
Lasterstralen
Radioactieve stoffen
Algemeen gevaar
Elektrisch Gevaar
Behandelingsvoer- Hangende lasten Corrosieve stoffen tuigen
Explosieve stoffen
Giftige stoffen
Ontvlambare stoffen
100 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Standaard veiligheidssignalisatie
EHBO en nood Ambulancepunt
34 E.H.B.O.-post
Wegwijzer naar een EHBO-post of reddingsinrichting
Telefoon voor redding en EHBO
Brancard
Veiligheidsdouche
Ogen spoelen
Plaats en richting van een uitgang
Richting van een nooduitgang
Richting van een nooduitgang
Plaats van een nooduitgang
101
Standaard veiligheidssignalisatie
102 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Standaard veiligheidssignalisatie
’
Gevaarlijke
producten
103
Gevaarlijke producten
ANTIGIFCENTRUM : 070/245.245
Preventie: altijd op het juiste paard gewed. 1. Handwerk vervangen Daar waar mogelijk de gevaarlijke fasen automatiseren. 2.Zonder handen 99 keer op 100 bestaat er geschikt gereedschap. 3.De hand beschermen : Gebruik handschoenen of barrièrecrèmes, als aanvulling of als middel op zich. 4. Respecteer de reglementaire hygiëneregels alvorens te eten of te roken. Heel veel verschillende producten en geen enkel is helemaal onschadelijk, sommigen zelfs zijn ronduit agressief. Let aandachtig op de aanbevolen veiligheidsrichtlijnen en gebruiksaanwijzingen die naast het symbool op het etiket staan.
104 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Gevaarlijke producten
LEER ZE HERKENNEN ! ! !
De chemische stof in dit recipiënt is ontvlambaar. Hou deze uit de buurt van vlammen of warmtebronnen en vermijd blootstelling aan de zon.
Producten met dit pictogram ontvlammen zeer snel.
Deze chemische stof kan een intense warmte veroorzaken in de aanwezigheid van ontvlambare producten en kan zelfs ontbranden. Combineer dit product nooit met andere chemische stoffen. Bescherm uzelf tijdens het gebruik. De risico’s die u loopt bij contact met dit product zijn relatief beperkt maar niet te verwaarlozen. Dit product mag niet ingeslikt worden en vermijd ook de dampen in te ademen. In contact met de huid kan dit product een brandreactie veroorzaken. Bescherm Uzelf tijdens het gebruik. Gebruik onder meer handschoenen.
Niet-corrosief product dat brandwonden kan veroorzaken in geval van toevallig of herhaald contact met de huid.
Dit chemische product is schadelijk voor fauna en flora. Gooi het niet in de natuur of de gootsteen. Breng deze producten naar een afvalpunt wanneer U ze niet meer nodig hebt.
105
Gevaarlijke producten
De chemische stof in dit recipiënt kan de huid aantasten. Ga er voorzichtig mee om. Vermijd contact met de huid en de ogen. Bescherm uzelf tegen elk risico op spatten.
Dit product kan ontploffen onder invloed van schok of vlam. Let op! Dit product is gevaarlijk. Gebruik het correct. Lees aandachtig etiket en gebruiksaanwijzing. Dit product kan bij inademing ademhalingsproblemen veroorzaken. Het kan ernstige risico’s en zelfs de dood tot gevolg hebben. Dit product mag niet ingeslikt worden noch in contact komen met huid of slijmvliezen. Blijf niet blootgesteld aan vrijgekomen dampen en bescherm U: draag steeds een masker en handschoenen.
106 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Gevaarlijke producten
’
Verzorging en hygiëne, orde en netheid
107
Verzorging en hygiëne, orde en netheid
24.1Verzorging en hygiëne > Was de handen alvorens te eten (in het bijzonder voor > > > > > > > >
werknemers die werden blootgesteld aan gevaarlijke producten). Drink geen ijsgekoelde dranken wanneer men zweet. Eet niet in de werkplaats (streng verboden). Beschadig of bevuil de sanitaire installaties niet (refter, kleedkamer, kasten, WC,…) «Ik respecteer de anderen en hun werk». Maak uw kast leeg wanneer u de fabriek voorlopig of definitief verlaat. Ga de douches niet binnen met flessen of andere voorwerpen die verwondingen kunnen veroorzaken. Gebruik de urinoirs en toiletten die ter beschikking van het personeel worden gesteld. Andere plaatsen zijn verboden ! Doe afval in een daartoe voorzien recipiënt. Neem een douche op het einde van de werkdag. Werk in een schone en nette omgeving. ONZE HUID BESCHERMT ONS, LATEN WE ZE BESCHERMEN !
24.2 Orde en netheid Hygiëne, orde en netheid gaan samen. Een aangepaste werkmethode, een schone en nette werkpost evenals een goede persoonlijke hygiëne zijn onontbeerlijk om bepaalde ziektes te voorkomen.
Laat uw materiaal niet slingeren, denk ook aan vodden, verpakkingen, afval, enz. Ik respecteer de anderen en hun werk ! 108 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Verzorging en hygiëne, orde en netheid
’
Tabak en alcohol
109
Tabak en alcohol
Het is formeel verboden om alcoholische dranken mee te nemen en te verbruiken in het bedrijf. K.B. van 19/01/2005: het is ten strengste verboden te roken in de kantoren, gangen, vergaderzalen, werkplaatsen, kraancabines, controle- en productieruimtes, refters, sanitaire en collectieve lokalen.
110 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Tabak en alcohol
’
Ergonomie
111
Ergonomie
Gebruik de beschikbare heftoestellen en mobiele werkuitrustingen Manuele behandelingen
vraag hulp indien nodig > neem de juiste houding aan om te tillen : - houd de rug recht - houd de lading dichtbij het lichaam - gebruik de beenspieren om te heffen - verdraai het lichaam niet - draag geschikte handschoenen >
«Of u nu al dan niet pijn hebt aan de rug, het is nooit te laat voor goede gewoonten »
112 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Ergonomie
’
Informatie voor nieuwe werknemers
113
Informatie voor nieuwe werknemers
K.B. 25/04/2007 in verband met het onthaal en de begeleiding van nieuwe werknemers.
> De werkgever of een lid van de hiërarchische lijn zorgt voor het onthaal, de begeleiding, de informatie en de opleiding van nieuwe werknemers. Hij moet ook een ervaren werknemer aanstellen als persoonlijke begeleider. > Een overzicht van de activiteiten van de fabriek met aanduiding van de gevaarlijke zones, de toegangswegen, de nooduitgangen, de veiligheidsmaatregelen, enz. > Informatie over de aard van het werk en de daarbij horende risico’s. > Instructies, informatie, opleidingen over het hanteren van de toestellen, machines en gevaarlijke producten die noodzakelijk zijn in het kader van het werk. > De na te leven maatregelen in geval van brand evenals de eerste hulp. > Instructies, informatie, opleidingen in het gebruik van individuele beschermmiddelen die noodzakelijk zijn in het kader van het werk.
114 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Informatie voor nieuwe werknemers
’
Samenwerking en pesterijen
115
Samenwerking en pesterijen
Ledereen moet samenwerken met alle betrokkenen op de site van Duferco La Louvière en moet afzien van houdingen, woorden of gedragingen die gewelddadig, vernederend en discriminerend zijn. Indien u slachtoffer bent van verbale of seksuele pesterijen, meldt dit dan bij de psycholoog of de arbeidsgeneesheer van onze externe dienst voor de preventie en bescherming op het werk (EDPBW). Het telefoonnummer voor CBMT psychosociale aspecten te bellen is 02/738 75 46 van maandag tot vrijdag van 8u30 tot 17u en per fax 02/.735 01 36.
116 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Bijlagen
STIKSTOF (N2) Fysische eigenschappen : Soortelijke massa bij 0°C en bij 1 atmosfeer : 1,2505 kg/m3. Densiteit ten opzichte van de luch : n0,97. Kookpunt vloeistof onder 1 atmosfeer : 195,8° C. Een liter vloeistof zorgt voor : 691 liter gas (bij 15°C en 1 bar). Stikstof is een gas in normale omstandighedens. Stikstof is een niet ontvlambaar en niet toxisch gas. C’est un gaz incolore, inodore et sans saveur. Het is een kleurloos, geurloos en smaakloos gas. Risico’s : Stikstof is een fysiologisch inert en niet-toxisch gas. Gevaar op verstikking: Door verplaatsing van de zuurstof in de lucht kan het schadelijke effecten hebben op het organisme in de longen en verstikkend werken in gesloten of besloten ruimtes. In tegenstelling tot wat velen denken veroorzaakt een atmosfeer met weinig zuurstof (<17%O2) geen ademhalingshinder of een voelbare indruk van uitputting. het manifesteert zich minder duidelijk, zoals het begin van een verdoving (duizeligheid, verward taalgebruik, enz.). In de praktijk kunnen argeloze personen zuurstof, lucht of stikstof inademen indien ze er niet tijdig op gewezen worden.
Meestal bereikt de persoon, in een atmosfeer met weinig zuurstof, het stadium van onbeweeglijkheid en de onmogelijkheid zich efficiënt uit te drukken alvorens hij zich bewust wordt van het probleem, m.a.w: te laat ! ZUURSTOF (O2) Fysische eigenschappen : Soortelijke massa bij 0°C en bij 1 atmosfeer : 1,429 kg/m3. Densiteit ten opzichte van de lucht : 1,105. Kookpunt vloeistof onder 1 atmosfeer : -183° C. Een liter vloeistof zorgt voor : 854 liter gas (bij 15°C en 1 bar). Zuurstof is in gewone omstandigheden een gas, bij 15°C en 1 atmosfeer. Het is een kleurloos, geurloos en smaakloos gas. Zuurstof is een zeer reactief gas dat zich direct bindt met de meeste elementen om oxiden te vormen. Zuurstof is niet corrosief in afwezigheid van vocht.. Risico’s : Zuurstof heeft de neiging zich op lage punten op te stapelen. Vloeibare zuurstof kan door zijn temperatuur bepaalde materialen kwetsbaar maken en ernstige brandwonden veroorzaken in contact met de huid. Zuivere zuurstof bevordert en activeert de verbranding (organische materialen, vetten, staal, enz.). Dit fenomeen wordt verergerd door de effecten van druk of snelheid. 117
Bijlagen
LUCHT Normale samenstelling : N2 = 78,09 %, O2 = 20,94 %, Ar = 0,93 %, CO2 = 0,033 %, + divers. Fysische eigenschappen. Soortelijke massa bij 0°C en bij 1 atmosfeer : 1,2928 kg/m3. De eerste functie van de lucht is het behoud van het dierlijke leven op aarde en het onderhouden van de verbranding. Risico’s : Zie risico van stikstof «Gevaar op verstikking». Gevaar wanneer de zuurstofconcentratie onder de 17% daalt (verstikkingsrisico). De zuurstof in de lucht is een brandbaar gas dat samen met brandstoffen een ontvlambaar of ontplofbaar mengsel kan vormen. Gevaar wanneer de lucht rijk is aan zuurstof en de concentratie groter is dat 25% O2 (risico op snelle ontbranding van organische materialen, vetten, bevlekte kledij, enz.). KOOLSTOFMONOXIDE (CO) Fysische eigenschappen : Ontvlambaarheid in de lucht bij 20°C en 1 atmosfeer : van 12,5 % tot 74 % CO. Temperatuur zelfontbranding bij 1 atmosfeer : 420° C. Densiteit ten opzichte van de lucht : 0,97. CO is een gas in normale omstandigheden.
CO is een ontvlambaar, kleurloos en geurloos gas. CO is zeer toxisch, zelfs in kleine hoeveelheden. Het kan misselijkheid, braken, coma en de dood veroorzaken. Risico’s : CO is een ontvlambaar en zeer toxisch gas. Het soortelijke volume van CO lijkt op dat van de lucht. KOOLSTOFDIOXIDE (CO2) Fysische eigenschappen : Densiteit ten opzichte van de lucht : 1,53. CO2 is een niet ontvlambaar gas. CO2 is niet toxisch in lage concentraties. 3 tot 5% CO2 in de lucht (risico op hoofdpijn) 8 tot 15% CO2 in de lucht (risico op hoofdpijn, misselijkheid, braken, ..). Blootstelling aan hogere concentraties kan de dood tot gevolg hebben. Risico’s : Koolstofdioxide is zwaarder dan de lucht. Het wordt opgestapeld op de grond en kan verstikking door zuurstofgebrek veroorzaken in besloten ruimtes of kelders. WATERSTOF (H2) Fysische eigenschappen : Ontvlambaarheid in de lucht bij 20°C en 1 atmosfeer : an 4 tot 74,5% H2 Temperatuur zelfontbranding bij 1 atmosfeer : 570° C. Minimale ontbrandingsenergie : 0,02 milli joule (10 keer minder dan voor CH4).
118 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Bijlagen
Vlampunt in de lucht : 1430° C. Densiteit ten opzichte van de lucht : 0,0695. Superieur calorisch vermogen : 3050 Kcal/Nm3 (1 cal = 4,186 joules). Inferieur calorisch vermogen : 2570 Kcal/Nm3. Een liter vloeibare H2 (-253°C) geeft : 843,9 liter gas (op 15°C en 1 bar). Eenvoudige gasvorm in gewone omstandigheden (15°C en 1 atmosfeer) Kleurloos, geurloos en smaakloos gas. Het lichtste gas (15 keer kleiner dan de lucht). Niet toxisch maar zeer ontvlambaar. De vlam heeft weinig uitstraling. Waterstof is een sterke reductor met een grote affiniteit voor zuurstof en oxidanten. Risico’s : Waterstof is sterk ontvlambaar en kan een explosief mengsel vormen met de lucht. De vlam die door verbranding van H2 wordt geproduceerd is slechts beperkt zichtbaar. Onder hoge druk kan de waterstof normaal geleidende metalen kwetsbaar maken.
METHAAN (CH4) Fysische eigenschappen : Ontvlambaarheid in de lucht bij 20°C en 1 atmosfeer : 5 tot 15% CH4. Temperatuur zelfontbranding bij 1 atmosfeer : 580° C. Minimale ontbrandingsenergie : 0,2 milijoule. Vlampunt in de lucht : 1957° C. Densiteit ten opzichte van de lucht : 0,555. Superieur calorisch vermogen : 9.530 Kcal/Nm3 (1 cal = 4,186 joules) Inferieur calorisch vermogen : 8570 Kcal/Nm3. CH4 is een ontvlambaar gas zonder toxiciteit. Het is kleurloos en geurloos. Het is lichter dan de lucht. Methaan is de meest stabiele van de koolwaterstoffen. Risico’s : Methaan is ontvlambaar en kan een explosief mengsel vormen met de lucht. Methaan kan verstikking door zuurstoftekort veroorzaken in besloten of gesloten plaatsen.
119
Bijlagen
AARDGAS (CH4 + (x)) Samenstelling van aardgas. ± 89 % CH4 + ethaan, propaan, butaan, stikstof, enz. Fysische eigenschappen : Ontvlambaarheid in de lucht bij 20°C en 1 atmosfeer : ± 5 % tot 15 % zoals CH4. Densiteit ten opzichte van de lucht : 0,634. Superieur calorisch vermogen : ± 9800 Kcal/Nm3 Inferieur calorisch vermogen : ± 0,9 x PCS. Aardgas is lichter dan lucht en is kleurloos. De geur van aardgas komt van een tracer (THT) die in het gas wordt geïnjecteerd aan 20 mgr/m³ gas. ((THT) = tetrahydrothiopeen). Risico’s : Aardgas is ontvlambaar en kan een explosief mengsel vormen met de lucht of zuurstof. Zoals methaan, kan het verstikking door zuurstoftekort veroorzaken in besloten of gesloten plaatsen. ACETYLEEN (C2H2) Fysische eigenschappen : Ontvlambaarheid in de lucht bij 20°C en 1 atmosfeer : 2,2 % tot 85% C2H2. Temperatuur zelfontbranding bij 1 atmosfeer : 305° C. Minimale ontbrandingsenergie : 0,02 milijoule. Vlampunt in de lucht : 2590° C.
Densiteit ten opzichte van de lucht : 0,91. Superieur calorisch vermogen: 13980 Kcal/Nm3 (1 cal = 4,186 joules). Inferieur calorisch vermogen : 13490 Kcal/Nm3. Dampdruk in bar bij 0C : 11,7 bars. Een liter vloeistof zorgt voor : 556 liter gas (op 15°C en 1 atmosfeer). Acetyleen is een verdovend gas in lage concentratie. Acetyleen is lichter dan lucht in gewone omstandigheden (15°C en 1 atmosfeer), het is kleurloos maar kan gemakkelijk herkend worden aan de geur (vanaf 0,1% in de lucht). Acetyleen reageert met koper, zilver, kwik en vormt acetyleenverbindingen die bruusk kunnen uiteenvallen. Acetyleen is instabiel bij gewone temperaturen en kan ontbranding veroorzaken door thermische schokken boven de 2 bar. Daarom wordt het in opgeloste vorm verpakt in solventen zoals aceton die vervat zitten in een poreuze drager die de binnenkant van de flessen bekleedt. Risico’s : Acetyleen is een zeer ontvlambaar gas dat in bepaalde omstandigheden instabiel is. Het is een verdovend gas in lage concentratie. Het reageert sterk op halogenen en kan ontploffingen veroorzaken. Gezien de voorafgaande eigenschappen moet men omzichtig met de flessen omspringen.
120 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Bijlagen
PROPAAN (C3H8) Fysische eigenschappen : Ontvlambaarheid in de lucht bij 20°C en 1 atmosfeer : < 2.2% tot > 9.5% C3H8. Temperatuur zelfontbranding bij 1 atm. : 480°C Minimale ontbrandingsenergie : **** Vlampunt in de lucht : 1980°C Densiteit/lucht : 1.55 Superieur calorisch vermogen: 24350 Kcal/Nm3 (1cal= 4.186 joules) Inferieur calorisch vermogen : 22380 Kcal/Nm3 Dampdruk in bar bij 0C°: 4.8 Bars Een liter vloeistof zorgt voor: 311 liter gas (bij 15°C, 1 bar) Het is een gas in gewone omstandigheden (15°C, 1 atm). In sterke concentraties is propaan ook een verdovend gas dat een coma kan veroorzaken na een fase van dronkenschap. Propaan in zuivere toestand is kleurloos en geurloos. Risico’s : Propaan is ontvlambaar en kan een explosief mengsel vormen met de lucht. Propaan is zwaarder dan de lucht en kan verstikking veroorzaken in besloten of gesloten ruimtes. (Opgelet in de kelders) Het is een verdovend gas in hoge concentratie.
BUTAAN (C4H10) Fysische eigenschappen : Ontvlambaarheid in de lucht bij 20°C en 1 atmosfeer : < 1.8% tot >8.4% C4H10. Temperatuur zelfontbranding bij 1 atm. : 420°C Minimale ontbrandingsenergie : **** Vlampunt in de lucht : 1970°C Densiteit/lucht : 2.6 Superieur calorisch vermogen : 32.060 Kcal/Nm3 (1cal= 4.186 joules) Inferieur calorisch vermogen : 29560 Kcal/Nm3 Dampdruk in bar bij 0C° : 1 Bar Een liter vloeistof zorgt voor : 239 liter gas (bij 15°C, 1 bar). Butaan (n-butaan) is een gas in gewone omstandigheden (10°C, 1 atm). In sterke concentraties is butaan een verdovend gas dat een coma kan veroorzaken na een fase van dronkenschap. Butaan in zuivere toestand is kleurloos en geurloos. Risico’s : Butaan is een ontvlambaar gas dat veel zwaarder is dan de lucht. Met butaan is er een risico op verstikking door zuurstoftekort in kelders en besloten ruimtes. Het is een verdovend gas in hoge concentratie.
121
Bijlagen
A. ALGEMENE GEBAREN
BEGIN
Let op! Neem de leidingt
De twee armen horizontaal gespreid, de handpalmen naar voren.
STOP
Onderbreking Einde van de beweging
De rechter arm is gestrekt naar boven, de rechter handpalm wijst naar voren.
EINDE
van de handelinge
De twee handen samen ter hoogte van de borstkas.
B. VERTICALE BEWEGINGEN
TONEN
De rechter arm is gestrekt naar beneden, de rechter handpalm wijst naar beneden en beschrijft langzaam een cirkel.
ZAKKEN
De rechter arm is gestrekt naar boven, de rechter handpalm wijst naar voren en beschrijft langzaam een cirkel.
VERTICALE AFSTAND
De handen geven een afstand aan.
122 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk
Bijlagen
C. HORIZONTALE BEWEGINGEN
VOORUIT
De twee armen geplooid, de handpalmen naar binnen, de voorarmen maken trage bewegingen naar het lichaam.
ACHTERUIT
De twee armen geplooid, de handpalmen naar buiten, de voorarmen maken trage bewegingen van het lichaam weg
RECHTS LINKSE
ten opzichte van de aangestelde voor de signalen
ten opzichte van de HORIZONTAAL aangestelde voor de signalen AFSTAND
De rechter arm, min of meer horizontaal gestrekt, de rechter handpalm naar beneden, maakt kleine langzame bewegingen in de richting. De linker arm, min of meer horizontaal gestrekt, de linker handpalm naar beneden, maakt kleine langzame bewegingen in de richting.
D. GEVAAR
GEVAAR
stop of noodstop
De twee armen naar boven gestrekt, de handpalmen naar voren.
SNELLE BEWEGING
De gebaren worden snel uitgevoerd.
TRAGE BEWEGING
De gebaren worden langzaam uitgevoerd. 123
Individuele bescherming verplicht voor alle werknemers
in alle installaties
Helm
Veiligheidsschoenen
Werkkledij
Specifieke verplichtingen in functie van de risicoanalyse van de werkplaats:
124 Algemene veiligheidsvoorschriften – gezondheid – veiligheid op het werk