Veiligheidsplan Vrije School Michaël Bussum versie Februari 2013
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Samenva)ng Inleiding Beleidsafspraken rondom veiligheid School-‐ en pleinafspraken Communica?eprotocol voor leraren en ouders Incidenten-‐ en ongevallenregistra?e De sociale kaart Communica?e Verzuimprotocol Pestprotocol Pestpreven?eplan Klachtenregeling Vertrouwenspersonen Calamiteitenplan Overzicht BHV’ers Brandveiligheidplan Afspraken met de brandweer Afspraken rondom vervoer bij excursies Afspraken over begeleiding te voet
Vrije School Michaël Esther de Boer van Rijklaan 24 1403 GD Bussum Postbus 344 1400 AH Bussum
pagina
2 3 3 5 6 9 12 12 14 15 16 17 18 19 21 22 27 29 29
Contact
Tel. 035 -‐ 693 19 67
[email protected] www.vrijeschoolmichael.nl
1. Samenva>ng • Het uitgangspunt is dat we met elkaar zorg dragen voor veiligheid, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid: leerling, leraar, ouder. • Bij ernsRge incidenten is het noodzakelijk om per direct de schoolleider in kennis te stellen van hetgeen is voorgevallen. • De schoolleider neemt contact op met het slachtoffer i.v.m. een mogelijke behoeTe aan ondersteuning. • In het geval van agressie of geweld van leerlingen, ouders of personeelsleden wordt in principe aangiTe gedaan bij de poliRe. • Leraren die pleinwacht hebben zorgen ervoor op Rjd buiten te zijn. • Bij pestgedrag treedt de daarvoor bestemde procedure in werking. Dat betekent dat als eerste stap de direct betrokkenen worden ingelicht (de groepsleraar, en de andere leden van het team in de pedagogische ronde) en dat de situaRe grondig wordt uitgezocht. • Indien een leraar in de situaRe komt, waarin hij/zij de eigen grens tegenkomt en waardoor de communicaRe met een leerling of met de klas dreigt te ontsporen, dan roept hij/zij direct de hulp in van een collega. • In geval van een incident, meldt de leraar dit zo snel mogelijk aan de betreffende ouders. • Als er sprake is van een incident en de ouders horen hierover van hun (of een ander) kind, dan checken zij bij de leraar hoe haar verhaal is. • Als ouders onder schoolRjd ongewenst gedrag signaleren van andermans kind(eren), dan melden zij dit aan de betreffende klassenleraar of evt. een andere leraar. De leraar is de geëigende persoon om, indien nodig, in te grijpen.
Protocol incidenten en ongevallenregistra@e 1. 2. 3. 4. 5.
Het slachtoffer meldt het incident bij de schoolleider van de school. Om te voorkomen dat hij dit door alle consternaRe vergeet, is het aan te bevelen dat de schoolleider van de school daarop toeziet. Het slachtoffer vult het registraReformulier in. Het formulier wordt ingeleverd bij de schoolleider van de school. De schoolleiding van de school zorgt zelf voor het analyseren en formuleren van prevenReve maatregelen.
Brand 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
BRANDWEER ALARMEREN TELLEN KINDEREN/SLUITEN RAMEN EN DEUREN EVACUATIE KINDEREN/PERSONEEL EVACUATIELIJST EN TELEFOON MEENEMEN PAND VERLATEN VIA VLUCHTROUTE NAAR EVACUATIEPLAATS KINDEREN CONTROLEREN (TELLEN) BLUSSEN
Brandwonden 1 VLAMMEN DOVEN MET BRANDDEKEN 2 KLEDING UITTREKKEN ALS ZE NIET VASTGEPLAKT ZITTEN, NOOIT LOSTREKKEN! 3 KOELEN MET ZACHT STROMEND WATER, LAUW NIET KOUD 4 NOOIT BLAREN DOORPRIKKEN! 5 SMEER NOOIT IETS OP DE BRANDWOND!
Pagina 2 van 29
Calamiteit (ongeluk) Klein ongeluk • HANDEL VOLGENS EHBO-‐VOORSCHRIFTEN • EVENTUEEL OUDERS TELEFONISCH INLICHTEN EN MOGELIJKHEID GEVEN OM NAAR HUISARST TE GAAN • INDIEN DIRECT HANDELEN NOODZAKELIJK ZELF MEDISCH ADVIES INWINNEN BIJ HUISARTS OF EERSTE HULP. OUDERS WORDEN TEGELIJKERTIJD INGELICHT
Groot ongeluk • HANDEL VOLGENS EHBO-‐VOORSCHRIFTEN • BEL 112 • HOOFD BHV / BHV-‐ER INLICHTEN
2. Inleiding In de school zijn op het gebied van veiligheid achtereenvolgens het pestprotocol, de werkafspraken communicaRe en het communicaReprotocol aan de orde geweest. In verschillende documenten; schoolgids, jaarboekje, communicaReprotocol en calamiteitenplan, is dit alles uitgewerkt. Het doel van het veiligheidsplan is om in één document alles onder te brengen. Daarbij is het ook handig om allerlei instanRes en personen met wie de school samenwerkt overzichtelijk weer te geven. Het uitgangspunt is dat we met elkaar zorg dragen voor veiligheid, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid: leerling, leraar, ouder. Elke dag weer werken we hieraan, informeren we elkaar, stellen elkaar vragen, terugkijkend op onze ervaringen. Vragen stellen en verantwoordelijkheid nemen, zijn de uitgangspunten voor het handelen. Als we terugkijken in ouderavonden, vergaderingen en bijeenkomsten staat het een ieder vrij om vragen te stellen. In de situaRe moeten we handelen, overeenkomsRg onze intuïRe, overeenkomsRg gemaakte afspraken en procedures. Naarmate we ons houden aan afspraken werken we prevenRef aan veiligheid.
3. Beleidsafspraken rondom veiligheid Het bestuur en de schoolleiding van de school vinden het belangrijk dat alle personeelsleden, ouders en kinderen op de hoogte zijn van de beleidsuitgangspunten t.a.v. agressie, geweld en seksuele inRmidaRe.
Personeel Alle personeelsleden moeten erop kunnen vertrouwen dat ze nooit alleen hoeven te zijn in een gesprek met agressieve of gewelddadige mensen. Dit is een van de voorwaarden voor een werkelijk veilig schoolklimaat! Ook als er onverwacht agressie naar een collega ontstaat, wordt er alRjd acRe ondernomen. Ga er heen, vraag wat je kunt doen / bemiddel zelf of regel hulp. Maar laat iemand nooit alleen voor het probleem staan. Mocht een collega daadwerkelijk bedreigd zijn, zorg dan dat hij/zij niet alleen de school hoeT te verlaten.
Kinderen en ouders Agressie, geweld en seksuele inRmidaRe naar kinderen zijn beschreven in hoofdstuk 7 'Het Pestprotocol'. De omgangsregels voor ouders staan beschreven in hoofdstuk 2.
Pagina 3 van 29
Melding Bij stralare feiten dient door de schoolleiding/ bestuur aangiTe gedaan te worden bij de poliRe. Maar ook in ‘minder ernsRge’ gevallen is het verstandig om hier een registraRe van bij te houden en te melden bij de schoolleider. Als het gaat om feiten waarop sancRes staan (schorsing – toegang ontzegging e.d.) is het noodzakelijk om per direct de schoolleider in kennis te stellen van hetgeen is voorgevallen. De schoolleider neemt contact op met het slachtoffer i.v.m. een mogelijke behoeTe aan ondersteuning. Op grond van geregistreerde meldingen kan per school een risico-‐inventarisaRe worden gemaakt waarna verdere beargumenteerde acRe mogelijk wordt. We denken hierbij aan overleg met de wijkagent, het buurthuis, de gemeente ed, waarbij het uitgangspunt is om de situaRe zoveel mogelijk te normaliseren en de veiligheid te bevorderen. Elke vorm van fysieke agressie of geweld wordt door de schoolleider geregistreerd waarbij gebruik gemaakt wordt van het formulier incidenten-‐registraRe. Bovendien wordt een aantekening bewaard in het leerlingendossier.
AangiLe In het geval van agressie of geweld van leerlingen, ouders of personeelsleden gelden de volgende regels: Er wordt in principe aangiTe gedaan bij de poliRe. Er wordt onderzocht of de leerling van school verwijderd moet worden of de ouder de toegang tot de school ontzegd moet worden. Materiële schade zal worden verhaald.
Nazorg Voor iedereen (!) die te maken heeT met agressie of geweld is het van belang om, zo snel dit mogelijk is, hierover te kunnen praten met een directe collega en of de schoolleider. Sociale steun is hierbij uiterst belangrijk om stress te voorkomen. Bij ernsRge vormen kan het raadzaam zijn hier professionele hulp bij in te schakelen (bijv. Bureau Slachtofferhulp). Omdat gezamenlijk aan een veilig schoolklimaat wordt gewerkt, is het van belang om in geval van agressie of geweld hierover te spreken in de lerarenvergadering. Daarin kan worden besproken wat er is gebeurd; hoe e.e.a. verlopen is; welke lessen eruit zijn te trekken etc.
Pagina 4 van 29
4. School-‐ en pleinafspraken Op school gelden school-‐ en pleinafspraken. Bij het begin van het schooljaar worden de afspraken met de kinderen doorgenomen. Ook gedurende het jaar worden als dit noodzakelijk is, de afspraken opnieuw besproken en mogelijk bijgesteld. Aan het begin van het schooljaar wordt een risico-‐inventarisaRe van het schoolplein gehouden en evt risico's worden daarna verholpen. • De fietsen worden in de fietsenstalling geplaatst en worden na schoolRjd weer meegenomen. Alleen met toestemming van de leraar of de conciërge is het toegestaan een fiets in de school te laten ‘logeren’. De volgende dag moet de fiets voor schoolRjd dan weer worden teruggezet in de stalling. • De school is niet verantwoordelijk voor schade aan fietsen. • Tijdens de pauzen zijn de kinderen op het plein en niet in de fietsenstalling. • Op het plein spelen we zo dat niemand er last van heeT, op het plein wordt er niet gefietst (ook niet door ouders). Op het plein proberen we vooral samen te spelen zodat het voor iedereen fijn is om buiten te spelen. Snoep, walkman, computerspelletjes, mp3 spelers, mobiele telefoons, aansteker en zakmes kunnen daarom beter thuis worden gelaten. • Op school leren we om respect te hebben voor de natuur; we laten bomen, planten en bloemen heel. • Op een afgescheiden gedeelte van het plein kan er gevoetbald worden (het gedeelte van het voormalige voetbalcourt). • Kinderen die niet luisteren naar de aanwijzingen van de pleinwacht, mogen een paar minuten op het bankje ziqen. • Kinderen die te laat zijn als de bel gaat, vegen in de volgende pauze gedurende vijf minuten het schoolplein. • Leraren zorgen ervoor op Rjd buiten te zijn. • Leraren gaan samen met hun klas naar buiten en kunnen onderling afspreken wie er terug naar binnen kan om een klusje te doen. • Het buitenspeelmateriaal kan gebruikt worden na toestemming van de leraar. De leraar zal dan een afspraak maken over het terugbrengen en opruimen van het materiaal. De spullen worden per klas bewaard. • Voor het speelmateriaal waar veel gebruik van wordt gemaakt geldt een roulaRerooster, bv om de vijf minuten wisselen. •
Pesten
• Op school werken we met de ‘stop’ regel. Als we het gedrag van een ander niet als prerg ervaren maken we dit kenbaar aan de ander. Als dit niet voldoende helpt kunnen de kinderen dit bij de pleinwacht of de groepsleraar melden. • In de klas wordt regelmaRg teruggekeken op de pauze en worden indien nodig nadere afspraken gemaakt. • Bij pestgedrag treedt de daarvoor bestemde procedure in werking. Dat betekent dat als eerste stap de direct betrokkenen worden ingelicht (de groepsleraar, evt andere leden van het team) en dat de situaRe grondig wordt uitgezocht. Zie ook de uitgebreide procedure en het pestprevenReplan. • RegelmaRg wordt in de klassen aandacht besteed aan de sociale omgang. • Voor de ouders is de klassenleraar het eerste aanspreekpunt. Ouders kunnen alRjd navragen wat de leraar met een melding gedaan heeT. Er staat de leraar een serie maatregelen ter beschikking zoals werken met vertelstof, dramaRseren, kringgesprekken, groepsacRviteiten, gesprekken met ouder(s) en individuele maatregelen t.a.v. de kinderen. De ouders worden na iedere stap die genomen is, op de hoogte gebracht. Elk signaal over pesten wordt binnen de school serieus genomen.
Pagina 5 van 29
5. Communica@eprotocol voor leraren en ouders Leraren Communica@e naar leerlingen: De leraren behandelen de leerlingen met respect. De leraren sRmuleren door hun wijze van aanspreken bij de leerlingen, dat zij zich autonoom en competent kunnen voelen en kunnen beleven dat zij ‘in relaRe’ zijn met de mensen en kinderen in hun omgeving. Wanneer een leraar een leerling corrigeert, gebeurt dit opbouwend, vanuit een posiReve intenRe. Corrigeren gebeurt liefst in directe nabijheid van de leerling. Het uitspreken van waardering bij voorkeur op afstand; iedereen mag het horen! Indien een leraar in de situaRe komt, waarin hij/zij de eigen grens tegenkomt en waardoor de communicaRe met een leerling of met de klas dreigt te ontsporen, dan roept hij/zij direct de hulp in van een collega. In geval van onacceptabel gedrag van (een) leerling(en), benoemt de leraar het gewenste gedrag of zij geeT feedback op het gedrag in de vorm van een Ik boodschap. De leraren houden in het leerlingendossier bij, wanneer leerlingen bij herhaling negaRef, onacceptabel gedrag vertonen. Zij vermelden steeds datum, de omstandigheden waarin het gedrag plaatsvond en zij omschrijven het gedrag zoals zij het hebben waargenomen. Zij melden dit ook aan de ouders. CommunicaRe naar ouders: De leraren stellen zich open en communicaRef op naar de ouders. Zij tonen respect naar iedere ouder. De leraren laten duidelijk weten, op welke momenten zij aanspreekbaar zijn voor ouders. Zij zorgen voor voldoende aanspreekbaarheid. De leraren zorgen ervoor dat de ouders op de hoogte zijn van hoe hun kind zich op school gedraagt. In geval van een incident, meldt de leraar dit zo snel mogelijk aan de betreffende ouders. Leraren bewaken de privacy van een ieder, die niet direct betrokken is bij een gesprek. In principe spreken de leraren met ouders niet over ‘wat zij weten’ van andermans kinderen, van andere ouders of van andere medewerkers in de school. De leraren moeten alRjd in staat zijn hun werkwijze naar de ouders te kunnen verantwoorden. Schoolbreed zijn de volgende momenten en middelen vastgesteld betreffende de communicaRe tussen ouders en leraar: Twee maal per jaar worden er op vooraf vastgestelde data schoolbreed oudergesprekken gehouden, waarin de leraar de ouders informeert over de vorderingen en ontwikkelingen van hun kind. Deze gesprekken duren Ren minuten. Deze korte oudergesprekken lenen zich niet voor slecht nieuwsgesprekken. Wanneer een leraar met ouders méér wil bespreken dan alleen de ‘normale gang van zaken’, dan maakt hij/zij een aparte afspraak hierover met de ouders. Dit, als er bijvoorbeeld sprake is van een leer-‐ of gedragsprobleem bij het kind, dat om extra aandacht vraagt.
Pagina 6 van 29
Per klas wordt er minstens drie maal per jaar een ouderavond gehouden. Deze heeT enerzijds als doel, ouders op de hoogte te brengen hoe het gaat in de klas en welke leerstof aan de orde is, hoe deze wordt aangeboden en waarom. Anderzijds kan een ouderavond als doel hebben, ouders de gelegenheid te bieden met hun vragen, zorgen of bevindingen te komen óf het doel kan zijn, tot een uitwisseling te komen met ouders en leraar over een (vooraf afgesproken) thema. Het is aan de leraar, evt. in overleg met klassenouders, om hier vorm aan te geven en/of een kader voor te bieden. Vóór elke nieuwe periode informeert de leraar de ouders ook middels een brief over de betreffende periode, zodat ouders weten, waar hun kind op school mee bezig is. Overige mededelingen voor ouders geeT de leraar door via de wekelijkse nieuwsbrief. Twee keer per jaar ontvangen de ouders van de klassenleraar een onderwijskundig rapport over de leervorderingen van hun kind. Aan het eind van het schooljaar ontvangen de ouders een getuigschriT over de algehele ontwikkeling van hun kind. Wanneer het onderwijskundig rapport of het getuigschriT voor de ouders onverwachte zaken bevat, dan bespreekt de leraar dit mondeling met de ouders, vooraf aan de uitreiking.
Ouders Ouders tonen respect voor elkaar en voor alle medewerkers in de school. Ouders hebben gekozen voor het vrijeschoolonderwijs en respecteren de idenRteit van de school; zij gaan akkoord met de grondbeginselen van de vrije schoolpedagogie, alsmede met regels en afspraken, zoals geformuleerd in de schoolgids. Ouders communiceren naar leraren open en direct, niet via derden. Als er iets is, dat ouders willen bespreken, zoeken zij de geëigende persoon hiervoor op en zorgen ervoor dat het probleem geen eigen leven gaat leiden in de wandelgangen. (zie schoolgids: ‘Waarheen met een probleem?’) Als er sprake is van een incident en de ouders horen hierover van hun (of een ander) kind, dan checken zij bij de leraar hoe diens verhaal is. Ouders melden de leraar zaken, die de leraar moet weten om zijn/haar werk goed te kunnen doen. Als ouders onder schoolRjd ongewenst gedrag signaleren van andermans kind(eren), dan melden zij dit aan de betreffende klassenleraar of evt. een andere leraar. De leraar is de geëigende persoon om, indien nodig, in te grijpen. De leraren zijn Rjdens en 15 minuten voor en 15 minuten na schoolRjd verantwoordelijk voor de leerlingen. Indien gedurende deze 15 minuten voor en na schoolRjd de ouders al aanwezig zijn op school of op het plein, dan ligt vanaf dat moment de verantwoordelijkheid voor het kind bij de ouders. Buiten de schoolRjden en de twee extra kwarReren, ligt de verantwoordelijkheid voor de kinderen volledig bij de ouders. Ouders zorgen ervoor dat hun kind op de aangegeven schoolRjden op school is en ook weer op Rjd naar huis kan. Wanneer ouders een leraar willen spreken, dan houden zij zich zoveel mogelijk aan de door de leraar gestelde momenten van aanspreekbaarheid. Wanneer daar onduidelijkheid over bestaat, kunnen de ouders de leraar hierop aanspreken.
Pagina 7 van 29
Schoolbreed zijn er de volgende vastgestelde momenten en middelen van communicaRe tussen ouders en leraar: Twee maal per jaar worden er op vooraf vastgestelde data schoolbreed oudergesprekken gehouden, waarin de leraar met de ouders uitwisselt over de vorderingen en ontwikkelingen van hun kind. Deze gesprekken duren ongeveer een kwarRer. Deze korte gesprekken lenen zich niet voor complexe zaken. In dat geval kan de leraar of kunnen de ouders het iniRaRef nemen, om een aparte of langere afspraak te maken. Wanneer ouders meer willen bespreken op het 10-‐minutengesprek, dan bovengenoemde zaken, dan worden zij verzocht om dit vooraf aan de leraar te melden, zodat deze zich daarop kan voorbereiden. Andersom geldt dit natuurlijk ook. Per klas wordt er minstens drie maal per jaar een ouderavond gehouden. Deze heeT enerzijds het doel, ouders op de hoogte te brengen van hoe het gaat in de klas en welke leerstof aan de orde is, hoe deze wordt aangeboden en waarom. Anderzijds kan een ouderavond als doel hebben, de ouders de gelegenheid te bieden met hun vragen, zorgen of bevindingen te komen. Of het doel kan zijn, tot een uitwisseling te komen tussen ouders en leraar, over een (vooraf afgesproken) thema. Het is aan de leraar, evt. in overleg met de klassenouders, om hier vorm aan te geven en/of een kader voor te bieden. Ouders die willen dat een punt op de ouderavond besproken wordt, kunnen hierover contact opnemen met de leraar of met de klassenouders. Ouders worden verzocht om zwaarwegende punten of vragen sowieso alRjd vooraf in te brengen, zodat de leraar zich hier op kan voorbereiden. Bij elke nieuwe periode ontvangen de ouders van de leraar en brief hierover, zodat zij weten, waar hun kind op school mee bezig is. Overige mededelingen worden doorgegeven door middel van de nieuwsbrief of de schoolkrant. Twee keer per jaar ontvangen de ouders van de klassenleraar een onderwijskundig rapport over de leervorderingen van hun kind. Aan het eind van het schooljaar ontvangen de ouders een getuigschriT over de algehele ontwikkeling van hun kind. Wanneer het onderwijskundig rapport of het getuigschriT voor de ouders onverwachte zaken bevat, dan bespreekt de leraar dit mondeling met de ouders, vooraf aan de uitreiking.
TIPS 1 Een gesprek met een ouder wordt alRjd in het schoolgebouw gevoerd. 2 Neem in stap 1 een 2-‐de collega mee in het gesprek; 3 Voer ook geen gesprek ‘zomaar’ op de gang. Zoek ‘jouw’ ruimte op; 4 Neem er echt de Rjd voor. Zo voelt een ander dat je hem/haar serieus neemt; 5 Laat de deur van de gespreksruimte alRjd open staan; 6 Zorg voor ‘koffie’; 7 Zorg ervoor dat beide ouders uitgenodigd zijn; 8 Spreek af hoe je om wilt gaan met ouders die meteen met je willen praten, zodat er dus geen wachrjd/bedenkRjd is; 9 Zorg na een procedure voor een evaluerend gesprek na een x-‐aantal weken; 10 Voer geen ‘welles/nietes’-‐gesprek; 11 De meeste agressie door ouders ontstaat door gedrag/houding/verhalen van de kinderen. Kijk in je school of daarom wellicht speciale aandacht voor sociaal/emoRonele programma’s nodig is om bijvoorbeeld de ouders extra te betrekken; 12 Betrek de kinderen bij het maken van afspraken; 13 Evalueer met de kinderen het omgaan met de schoolafspraken; 14 Hoe moet je als kind met ruzies omgaan;
Pagina 8 van 29
6. Incidenten-‐ en ongevallenregistra@e De registra@eprocedure Het succes van het registreren van agressie en onveiligheid valt of staat met een goede procedure. Daarom hebben we de volgende afspraken gemaakt: • • • • •
Het slachtoffer meldt het incident bij de schoolleider van de school. Om te voorkomen dat hij dit door alle consternaRe vergeet is het aan te bevelen dat de schoolleider daarop toeziet. Het slachtoffer vult het registraReformulier in. Het formulier wordt ingeleverd bij de schoolleider van de school. De schoolleiding van de school zorgt zelf voor het analyseren en formuleren van prevenReve maatregelen.
Pagina 9 van 29
REGISTRATIEFORMULIER AGRESSIE EN GEWELD VOOR GEBRUIK BINNEN DE SCHOOL Naam getroffene: ……………………………………………………………………….………….. School: ……………………………………………………………………….…………................. Getroffene is: werknemer / stagiair / leerling / ouder/ anders namelijk*…………………………………………………… Plaats van het incident: ………………………………………………………………………. Datum en RjdsRp incident: …………………………………………………………………… Gegevens van de dader:………………………………………………………………………. Vorm van agressie / geweld: fysiek nl: ……………………………………………………………………………. verbaal nl: ……………………………………………………………………………. dreigen nl: …………………………………………………………………………… vernielzucht nl: …………………………………………………………………………… diefstal nl: ………………………………………………………………………….. anders nl: …………………………………………………………………………… Behandeling: géén behandeling in ziekenhuis / EHBO* opname in ziekenhuis ziekteverzuim / leerverzuim anders nl: …………………………………………………………………………… Schade: Kosten: ……………………..……….. materieel nl: …………………………….. fysiek letsel nl: ……………………..……….. psych. letsel nl: ……………………..………… anders nl: ……………………..……….. A`andeling: poliRe ingeschakeld ja / nee* aangiTe gedaan: ja / nee* melding arbeidsinspecRe ernsRg ongeval: ja / nee* (indien ja, invullen en opsturen van ”Ongevallen meldingsformulier ArbeidsinspecRe”, verplicht!) psychische opvang nazorg: ja / nee* * Doorhalen wat niet van toepassing is. Korte beschrijving van het incident:
SuggesRes voor verdere a{andeling:
SuggesRes voor prevenRe in de toekomst:
Plaats:………….……… Datum:………….…………. Handtekening: ............................................................
Pagina 10 van 29
Registra@eformulier ongevallenregistra@e:
Naam getroffene:……………………………………………………………………….………….. School:…………………………………………………………………………………………......... Getroffene is: werknemer / stagiair / leerling / ouder/ anders namelijk*…………………………........... Plaats van het incident: ………………………………………………………………………. Datum en @jds@p incident: …………………………………………………………………… Aard van het ongeval (korte beschrijving van de toedracht):
Ambulance gebeld ja/nee Ouders zijn ingelicht: ….............................................. (@jds@p) Huisarts ingelicht ja/nee Handtekening groepsleraar/pleinwacht:
Pagina 11 van 29
7. De sociale kaart van de school Samenwerking Op onderwijskundig gebied • • • • •
Samenwerking met de regio scholen Amersfoort, De Bilt, Zeist, Driebergen, Utrecht en Almere. Samenwerkingsverband WSNS ’t Gooi, Lage Naarderweg 71-‐a, 1217 GN Hilversum. Vrijeschool Pabo, lerarenopleiding voor het primair onderwijs, Socrateslaan 22A, 3707 GL Zeist, 030-‐6937900 Begeleidingsdienst voor vrijescholen, Hoofdstraat 14b, 3972 LA Driebergen, 0343-‐531772 KindertherapeuRcum, Homeruslaan 22, 3581, MG Utrecht, 030-‐2511800.
Op het gebied van Preven@e en gezondheid • Regionaal bureau leerlingzaken; bezoekadres Burgemeester de Bordesstraat 80, 1404 GZ Bussum. Postadres: Postbus 251, 1400 AE Bussum. Tel 035-‐692 66 20. • Bureau Jeugdzorg Noord-‐Holland: tel 088-‐ 777 80 00. • SRchRng Jeugd en gezin Noord-‐Holland, Torenlaan 31, 1217 RV Hilversum. • Advies en meldpunt kindermishandeling (AMK): 0900-‐123 123 0
Op maatschappelijk gebied • • • •
Sociaal-‐maatschappelijk werk, Huizerweg 54, 1402 AD Bussum, 035-‐6911251. Slachtofferhulp Nederland, Prins Bernhardstraat 7/A, 1211 GJ Hilversum. SRchRng omgevingseducaRe Lieven de Keylaan 41, 1222 LD Hilversum www.omgevingsecucaRe.nl Een onderdeel hiervan is de Natuur-‐ en milieueducaRe Gooi en Vechtstreek (NME)
8. Communica@e Interne informa@evoorziening CommunicaRe is zeer belangrijk. De informaRevoorziening vindt plaats: • Via de schoolleiding en de administraRe naar de pedagogische vergadering; • Via het postvakje: elk personeelslid heeT een postvakje; • Via de schoolleiding worden onderwerpen met een specifiek karakter, bv. personeelsaangelegenheden, behandeld in de zakelijke vergadering; • Via klaslijst: vsm.klaslijst.com • InformaRe over leerlingen wordt vastgelegd in de leerlingendossiers. InformaRevoorziening tussen de scholen onderling: • De school wisselt informaRe uit, maakt plannen en werkt aan onderlinge afstemming Rjdens het • Het schoolleidersoverleg binnen de regio • Het overleg van de intern begeleiders binnen de regio • De regionale pedagogische vergadering • De vergadering van de besturen binnen de regio
Pagina 12 van 29
Contacten met ouders CommunicaRe met ouders wordt door ons als belangrijk ervaren. Leraren zijn daardoor beter in staat de kinderen te leren kennen en te begrijpen, ouders begrijpen beter waar de leraren en kinderen op school mee bezig zijn. Ouders worden op de hoogte gehouden door: • De website www.vrijeschoolmichael.nl • De schoolbel; • De schoolgids; • Berichten van leraren over hun klas; • Info-‐borden en prikborden; • Huisbezoeken; • Ouderavonden; • Een praatje bij het hek of op het speelplein; • Individuele gesprekken met de leraar/I.B.’er/schoolleiding.
Contacten met gemeente en andere instellingen Op de school is bekend wie er verantwoordelijk is voor welke contacten: • Gebouw: Rony Usenki • Leerplicht: Frank de KieTe/Jeanny van den Brand • WSNS: Jeanny van den Brand/Eugenie van Dijck • Jeugdzorg: Jeanny van den Brand • Begeleidingsdienst: Frank de KieTe • AMK: Jeanny van den Brand • Wijkagent: Frank de KieTe • BSO: Barbara Wilkes De school onderhoudt funcRonele contacten met diverse instellingen. Zo zijn er onder andere regelmaRge contacten met de gemeente Bussum, Jeugdzorg en het regionaal bureau leerlingenzorg. Daarnaast onderhoudt de school contacten met de scholen binnen het samenwerkingsverband en binnen de regio.
Aanspreekpunt binnen de school Bij afwezigheid van de schoolleiders is Marit Brand aanspreekpunt en indien zij afwezig is Edith Blom.
Profilering van de school in wijk/dorp/stad De school streeT naar samenwerking met instanRes die werkzaam zijn binnen de gemeente, de regio en binnen het samenwekingsverband. Het ligt in het beleid de betrokkenheid van de school binnen de wijk uit te bouwen en te verstevigen.
De website Er is een algemene website van de school: www.vrijeschoolmichael.nl Op deze website is veel informaRe over de school te vinden over de achtergrond en de prakRjk van de vrijeschool Michaël. Documenten kunnen via de website worden gedownload. Ook staat de schoolbel, het weekbericht, wekelijks op de site. Hierin is veel informaRe te vinden over de klassen en over acRviteiten die in de school plaatsvinden. Contactpersoon van de schoolbel is Barbara Wilkes. Zij beheert tevens de website.
Pagina 13 van 29
9. Verzuimprotocol De school werkt acRef aan het verzuimbeleid door • Aandacht te schenken aan het belang van het op Rjd komen van leerlingen. • Een verzuimregistraRe te voeren op klas en leerlingniveau. De gegevens worden verzameld door de algemeen schoolmedewerker en ingevoerd inn het systeem verzuimregistraRe. • De school onderhoudt contacten met het regionaal bureau leerlingzaken over aanvragen voor extra verlof en over vermoedens van ongeoorloofd verzuim.
Uit de schoolgids: Ten aanzien van het verlenen van extra verlof aan leerlingen volgt de school de richtlijnen van de overheid. In grote lijnen zijn die als volgt: De school mag extra verlof verlenen in twee omstandigheden: • bijzondere omstandigheden in de directe familie; daarbij kan gedacht worden aan een bruiloT, een huwelijksjubileum van (groot)ouder, een begrafenis. • vakanReverlof in verband met het specifieke beroep van de ouder(s). Dit geldt wanneer een ouder in een vakanReperiode vanuit zijn specifieke beroep geen vrij kan nemen, zoals bijvoorbeeld in de horeca. VakanReroosters binnen niet specifieke bedrijven of instellingen zijn géén reden tot het verlenen van extra verlof. Extra verlof wordt maximaal verleend voor de periode van Ren schooldagen. Het verlof moet zo vroeg mogelijk worden aangevraagd, opdat u bij bezwaar tegen het besluit van de dagelijkse leiding de leerplichtambtenaar van uw gemeente kunt vragen alsnog toestemming te verlenen. Het vragen om verlof dient zo mogelijk 6 weken tevoren schriTelijk te gebeuren bij Irma Millenaar. Verzuimt een leerling toch terwijl geen toestemming is verleend, dan wordt dit verzuim aan de leerplichtambtenaar gemeld. Deze kan juridische stappen ondernemen.
Van de website van het regionaal bureau leerlingzaken: Wanneer kan mijn kind geen extra vrije dag(en) krijgen? Kinderen mogen nooit zonder reden van school wegblijven. Voorbeelden van redenen voor schoolverzuim die volgens de Leerplichtwet niet zijn toegestaan zijn oa: • Familiebezoek in het buitenland • VakanRe in een goedkope periode of met een speciale aanbieding • Gebrek aan boekingsmogelijkheden in de gewone vakanReRjd • Eerdere of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte • Verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al vrij zijn • VakanRespreiding • Samen reizen
Pagina 14 van 29
10. Pestprotocol (zie ook het uitgebreide pestprotocol waarin per stap en toelich@ng is opgenomen) 1.
Signalering a. De leraar signaleert tekenen van pestgedrag al dan niet na een melding van een kind, ouder, collega of een ander. b. De leraar gaat na of de melding overeenkomt met de definiRe van pesten of dat het plagen betreT. [In de toelichRng een definiRe van pesten en het onderscheid pesten en plagen] c. De leraar geeT aan samen met een collega of de schoolleider de situaRe te onderzoeken om het slachtoffer te beschermen en verdere stappen te ondernemen. d. De leraar oefent onmiddellijk verscherpt toezicht uit (tot en met het schoolplein) en intervenieert in het geval van duidelijk pestgedrag. 2. Onderzoek a. De leraar bespreekt de situaRe binnen een week met de zorgcoördinator, de collega of de schoolleider voor de objecRviteit van het onderzoek b. Beide personen onderzoeken de situaRe en leqen op de signalen van de signaleringslijst ter verificaRe en analyse [signaleringslijst in de toelichRng] c. Wanneer moeilijk zicht te krijgen is op de aard van het probleem kan besloten worden tot: -‐ het maken van een sociale kaart in de klas [zie toelichRng voor het maken van een sociale kaart] -‐een enquête aan de kinderen en/of de ouders [In de toelichRng de enquêtes] -‐ een ouderavond waarop iedere ouder zich uitspreekt over de sociale situaRe [In de toelichRng een introducRe en werkwijze voor een ouderavond] d. De leraar legt een dossier aan waarin hij alle gesprekken, het plan van aanpak en een logboek met formats van het hele traject opneemt 3. Hulp voor de gepeste a. De leraar spreekt binnen 1 week na signalering met het gepeste kind en laat het kind ervaren dat het hulp krijgt b. De leraar spreekt met de ouders van het slachtoffer [In de toelichRng hoe spreek je met het slachtoffer en de ouders met een format voor gesprekken] 4. Bespreking met degene(n) die pest(en) en de ouders a. De leraar spreekt met het kind of de kinderen die pesten en maakt afspraken. b. De leraar heeT een gesprek met de ouders van degene(n)die pesten om de situaRe te bespreken [In de toelichRng: hoe spreek je met de ouders van de pesters?] 5. Informeren personeel a. De leraar informeert de schoolleider en het lerarenteam in de pedagogische ronde. 6. Plan van aanpak a. De leraar stelt een plan van aanpak op om verder pesten te voorkomen. De aanpak is afgestemd op de de leeTijdsfase van de kinderen. [In de toelichRng mogelijkheden plan van aanpak en hoe in de klas te werken, zie ook prevenReplan] b. De leraar betrekt de ouders van slachtoffer en pester(s) bij het plan van aanpak c. De leraar plant in het plan van aanpak voortgangs-‐ en evaluaRemomenten 7. De leraar informeert de ouders. a. De leraar informeert alle ouders schriTelijk of organiseert een ouderavond over het plan van aanpak b. de leraar geeT gelegenheid voor reacRe c. De leraar informeert de ouders op welke manier en wanneer hij hen op de hoogte houdt van de voortgang 8. Uitvoering plan van aanpak
Pagina 15 van 29
Bij aanhoudend pestgedrag. • De leraar en schoolleider zoeken extra ondersteuning ook van buiten de school, mogelijk verwijzing naar speciale hulp voor de pester [zie toelichRng] • Schorsing van de pester of overplaatsing naar een andere school • EvaluaRe en nazorg De datum van evaluaRe is in het plan van aanpak vastgesteld. Vanuit het terugkijken stelt de leraar een plan voor het vervolg vast en hoe pesten verder te voorkomen.
Pestpreven@eplan Het stappenplan gaat om extreme gevallen, het zou mooi zijn als het zover niet hoeT te komen. Daarvoor zou een prevenRef stappenplan gemaakt kunnen worden om systemaRsch te werken aan een sociaal veilig schoolklimaat. Het volgende is een aanzet hiertoe. 1. -
Duidelijke afspraken bijv: Bij ons op school staan wij pesten niet toe Wij respecteren elkaar zoals we zijn Als we pesten bij andere kinderen toelaten pesten we zelf mee Als je een kind gepest ziet worden kan je het helpen door het aan een volwassene te melden
2. In het lesprogramma Rjd besteden aan de sociale omgang met elkaar. Hiervoor kan een lesprogramma betreffende elk leerjaar opgesteld worden waar alle leraren gebruik van kunnen maken. (Dit kan evt. m.b.v. de werkgroep of anderen die daarbij helpen). Mogelijke onderwerpen (ingevuld a{ankelijk van de leeTijd): - Wat te doen bij ruzie; (m.a.w. wat kun je doen om ruzies op te lossen en te voorkomen) - Als kinderen buitengesloten worden, hoe voelt dat? Wat kun je er zelf aan doen? wat kunnen anderen er aan doen? - Leren nee zeggen (bijv. tegen mee-‐pesten), wachten op je beurt, vragen of je mee mag doen, tegen je verlies kunnen, verontschuldigen etc. - Anders zijn, wat maakt het uit?: aandacht voor eigen en elkaars (eigen)aardigheden krijgen. - Tips om om te gaan met plagerijen en voor jezelf en voor je eigen mening op te durven komen. - samenwerkingsspelletjes kunnen bijdragen aan een gewenste omgang met elkaar. 3. Kinderen uit hogere klassen laten samenwerken met kinderen uit lagere klassen 4. Kinderen die er belangstelling voor hebben scholen in conflictoplossen en inschakelen bij conflicten. 5. Kinderen uit verschillende klassen samen verantwoordelijkheden geven in de organisaRe en acRviteiten in de school. 6. Minimaal 1 keer per jaar op een ouderavond aandacht besteden aan het sociale klimaat in de klas waarbij elke ouder zich uitspreekt om eventuele (beginnende) pestproblemen te signaleren en te bespreken. 7. Leraren houden elkaar op de hoogte van opvallend (negaRef) gedrag van eigen leerlingen zodat ook in de pauzes goed toezicht gehouden kan worden en de kinderen zich ook dan omhuld voelen door volwassenen. 8. Iedereen weet wie de vertrouwenspersoon is en hoe je die kunt bereiken en iedereen kent het stappenplan in geval van pesten.
Pagina 16 van 29
11. Klachtenregeling (uit de schoolgids) De Vrijeschool Michaël spant zich erg in om met elkaar de juiste omgangsvormen in acht te nemen en voor de kinderen een goede leeromgeving te bieden. Als er vragen of problemen zijn, dan is de groepsleraar meestal het eerste aanspreekpunt. Kom je er samen niet uit, dan is er een gesprek met de schoolleider mogelijk. Helaas zijn er ook situaRes waarbij onenigheid blijT bestaan, ondanks inspanningen van de schoolleider. Voor zulk soort situaRes is het goed dat de school een klachtenregeleing heeT. Deze wordt hieronder beschreven. 1. Omgang met klachten en problemen. Het doel van de klachtenregeling is om voor alle betrokkenen in de school een zorgvuldige a{andeling te bewerkstelligen van klachten en problemen. De onderliggende bedoeling is om van deze klachten te leren en zo mogelijk herhaling te voorkomen en verbetering aan te brengen. 2. Te onderscheiden klachten: Vanaf het begin dient onderscheid gemaakt te worden naar de aard van de klacht: a. Klachten op het niveau van de klas (leerling, klassenverband of leraar betreffend). b. Klachten op schoolniveau, organisaRe, medisch/hygiënisch gebied, veiligheid, agressie, ongewenst gedrag, pestgedrag. c. Seksuele inRmidaRe. d. DiscriminaRe. Klachten onder c. worden gemeld aan: • de interne contactpersoon • de externe vertrouwenspersoon • de voorziqer van het bestuur. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de interne contactpersoon een meldingsplicht heeT aan het bestuur en het bestuur heeT een meldingsplicht aan de vertrouwensinspecteur. De externe vertrouwenspersoon heeT geen meldingsplicht. Klachten onder d. worden gemeld aan de non-‐discriminaRe codecommissie, het meldpunt hiervan is de Vereniging van Vrije Scholen. De school is aangesloten bij de klachtenregeling van de vereniging voor bijzondere scholen. Op aanvraag kan de klachtenprocedure bij de administraRe van de school worden verkregen. Uit het bovenstaande blijkt dat er een interne en externe procedure bestaat. Hieronder worden beide toegelicht. Interne klachtenprocedure • Vooraf: Problemen of klachten worden eerst besproken op het niveau waar de klacht thuis hoort en rechtstreeks tussen de betrokkenen, met wederzijds goedvinden eventueel in het bijzijn van anderen. • Klachten en problemen, vallend onder het genoemde punt a., worden daarom eerst met de betreffende leraar besproken, al dan niet in het bijzijn van andere personen. Komt het in gesprek(ken) niet tot een oplossing, dan kan de klager vervolgens door middel van een brief de klacht of het probleem melden aan de schoolleider, zodat deze naar een oplossing kan zoeken. Binnen een termijn van vier werkweken kan er een a{andeling verwacht worden. • Klachten of problemen, vallend onder punt b. kunnen gemeld en/of besproken worden met de schoolleider. Ook hier geldt een termijn van vier werkweken om tot een afronding te komen. • Is bespreking van klachten onder punt a. en b. niet mogelijk of onvoldoende gebleken, of vereist het probleem een andere aanpak, dan kan het probleem of de klacht schriTelijk aan de interne contactpersoon worden gemeld, die binnen twee weken voor verdere a{andeling zorg draagt. De interne contactpersoon is namelijk het aanspreekpunt en aanschrijfpunt voor alle mogelijke klachten. De volgende procedure wordt dan gevolgd: • Op elke schriTelijke klacht volgt binnen twee weken een ontvangstbevesRging. De interne contactpersoon informeert de klager en de beklaagde en wijst de klager op de interne en externe procedure. Deze laatste procedure is de procedure van de externe klachtencommissie van de VBS, waarbij onze school is aangesloten.
Pagina 17 van 29
• De interne contactpersoon wijst de klager a{ankelijk van de aard van de klacht door naar de vertrouwenspersoon (bij seksuele inRmidaRe) of stuurt de klacht desgewenst door naar de externe klachtencommissie (naar meldpunt Vereniging Vereniging van Vrije Scholen in geval van discriminaRe, of naar de klachtencommissie van de VBS in alle andere gevallen). • Intern wordt de klacht gemeld bij de schoolleider, die de huidige stand van zaken inventariseert en met de voorziqer van het bestuur overlegt welke handelwijze het meest recht doet aan de klacht. Mogelijk leidt dit tot behandeling van de klacht door de interne klachtencommissie. • Zijn de klachten niet oplosbaar, dan wordt de klacht in overleg met de klager doorgezonden naar de externe klachtencommissie, onder toevoeging van de stand van zaken. De externe procedure treedt nu in werking.
Externe klachtenprocedure De school heeT zich aangesloten bij een externe klachtencommissie, zijnde de klachtencommissie van de Vereniging Bijzondere Scholen (VBS.) Deze commissie geeT advies aan het bestuur over: • (on)gegrondheid van de klacht; • het nemen van maatregelen; • overige door het bestuur te nemen besluiten. De commissie bestaat uit een voorziqer en tenminste twee leden, benoemd en ontslagen door de VBS. Na ontvangst van de klacht deelt de commissie het bevoegd gezag, de klager en de aangeklaagde binnen vijf werkdagen schriTelijk mee, dat zij de klacht onderzoekt. De interne contactpersoon is op de hoogte van de uitgebreid beschreven externe procedure. Deze procedure ligt ook ter inzage bij de secretaris van de medezeggenschapsraad en bij de schoolleider en kan aldaar opgevraagd worden. Elke klacht m.b.t. discriminaRe wordt gemeld bij de commissie van de Vereniging van Vrije Scholen. Ook deze commissie kent een procedure. Deze procedure ligt ter inzage bij de secretaris van de oudervereniging en kan desgewenst ook opgevraagd worden bij de interne contactpersoon of de schoolleider. De klager kan klachten onder punt c en d overigens alRjd met medewerking van de interne contactpersoon onmiddellijk tot de externe klachtencommissie of de vertrouwenspersoon richten. De beklaagde, de schoolleider en de voorziqer van het bestuur worden daarvan door de contactpersoon op de hoogte gesteld. De interne contact-‐ en vertrouwenspersoon is: Katrien Janssens: tel. 030 2545987 De externe vertrouwenspersoon is: Jet Nijhuis tel. 035 6564064
Pagina 18 van 29
12. Calamiteitenplan WERKINSTRUCTIE BIJ CALAMITEITEN Brand: 1 BRANDWEER ALARMEREN 2 TELLEN KINDEREN/SLUITEN RAMEN EN DEUREN 3 EVACUATIE KINDEREN/PERSONEEL 4 EVACUATIELIJST EN TELEFOON MEENEMEN 5 PAND VERLATEN VIA VLUCHTROUTE NAAR EVACUATIEPLAATS 6 KINDEREN CONTROLEREN (TELLEN) 7 BLUSSEN
Brandwonden: 1 VLAMMEN DOVEN MET BRANDDEKEN 2 KLEDING UITTREKKEN ALS ZE NIET VASTGEPLAKT ZITTEN, NOOIT LOSTREKKEN! 3 3 KOELEN MET ZACHT STROMEND WATER, LAUW NIET KOUD 4 NOOIT BLAREN DOORPRIKKEN! 5 SMEER NOOIT IETS OP DE BRANDWOND!
Calamiteit (ongeluk): Klein ongeluk: - HANDEL VOLGENS EHBO-‐VOORSCHRIFTEN - EVENTUEEL OUDERS TELEFONISCH INLICHTEN EN MOGELIJKHEID GEVEN OM NAAR HUISARST TE GAAN - INDIEN DIRECT HANDELEN NOODZAKELIJK ZELF MEDISCH ADVIES INWINNEN BIJ HUISARTS OF EERSTE HULP. OUDERS WORDEN TEGELIJKERTIJD INGELICHT Groot ongeluk: • HANDEL VOLGENS EHBO-‐VOORSCHRIFTEN • BEL 112 • HOOFD BHV / BHV-‐ER INLICHTEN
Ongewenst persoon: Bij ongewenst persoon in pand: Bij veilige situaRe: - SPREEK PERSOON AAN - BEGELEID NAAR DEUR - DEUR OP SLOT EN ALAMEER HOOFD BHV EN POLITIE Bij een dreigende situa@e: • WAARSCHUW HOOFD BHV OF COLLEGA EN POLITIE, 112 • BRENG KINDEREN IN VEILIGHEID, OP AANWIJZING VAN POLITIE OF BHV-‐ER ONTRUIMEN
Pagina 19 van 29
Verdacht persoon bevindt zich in de omgeving van het pand: • WAARSCHUW HOOFD BHV EN COLLEGA’S • BLIJF MET DE KINDEREN BINNEN • SLUIT DEUREN EN RAMEN • WAARSCHUW POLITIE
Bommelding: • • • • •
MELDEN AAN HOOFD BHV, DEZE ALAMEERT POLITIE ONTRUIMEN (ZIE WERKINSTRUCTIE BRAND DEUR RUIMTE MET VERDACHT PAKKETJE SLUITEN, ANDERE DEUREN OPENLATEN WACHTEN OP INSTRUCTIE HOOFD bhv
Gijzeling: • • • • • • • •
MELDEN AAN HOOFD BHV OF BHV-‐ER DEZE ALARMEERT POLITIE GA NIET MET DE GIJZELNEMER IN DISCUSSIE EN WACHT OP POLITIE BRENG DE KINDEREN IN VEILGHEID OP AANWIJZING VAN POLITIE OF BHV-‐ER ONTRUIMEN OF IN DE KLAS BLIJVEN DEUREN OP SLOT IN GEVAL VAN EVACUATIE: KINDEREN CONTROLEREN ZORG DAT NIEMAND MEER TERUG NAAR BINNEN GAAT WACHTEN OP DE INSTRUCTIES VAN DE BHV-‐ER OF POLITIE
Milieuramp: • • • • •
BLIJF BINNEN SLUIT DEUREN EN RAMEN LUISTER NAAR INSTRUCTIES VAN HOOFD BHV HOOFD BHV: LUISTER NAAR RADIO NOORD HOLLAND (VIA SMARTPHONE) GEBRUIK EVENTUEEL OOK INTERNET
BLIJF TE ALLEN TIJDE RUSTIG, REAGEER MET GEZOND VERSTAND EN LUISTER NAAR DE AANWIJZINGEN VAN DE BHV-‐ER EN/OF POLITIE
POLITIE: 112 0900-‐8844
BIJ SPOED BIJ GEEN SPOED
EHBO ZIEKENHUIS TER GOOI BLARICUM 035-‐5391585 EHBO ZIEKENHUIS TER GOOI HILVERSUM 035-‐6887001
Pagina 20 van 29
BHV-‐ERS VESTIGING VRIJE SCHOOL MICHAËL BUSSUM NAAM
GROEP
RONY USENKI
ONDERBOUW
IRMA MILLENAAR-‐DEEN
KLEUTERGROEP II
NELLY LODEWIJKX
CONCIERGE
MARIT BRAND
KLEUTERGROEP I
EDITH BLOM
KLEUTERGROEP II
DAPHNE BONT
ONDERBOUW
JACQUELINE VAN LAERHOVEN
ONDERBOUW
SUZE BAKKER
ONDERBOUW
KAREN BOSMAN
ONDERBOUW
EUGENIE VAN DIJCK
ONDERBOUW
JACQUELINE VERGELDT
ONDERBOUW
JEANNY VAN DEN BRAND
ONDERBOUW
Pagina 21 van 29
13. Brandveiligheidplan Hoe zorgen we dat het zo veilig mogelijk is in het gebouw? De nooduitgangen zijn vrij van obstakels. Vluchtroutes worden vrijgehouden Op de groepen hangt een plaqegrond met de vluchtroute, de nooduitgangen en waar de blusmiddelen zich bevinden. De groen/wiqe armaturen met de tekst uit of het symbool van uitgang, branden dag en nacht.
Brandsysteem Nooduitgangen De vrijeschool Michaël is gevesRgd in een schoolgebouw bestaande uit 2 verdiepingen. De BSO-‐ruimte bevindt zich in een aparte vleugel op de begane grond. In het gedeelte waar de BSO zich bevindt zijn 5 nooduitgangen: deze bevinden zich bij de ingang van de BSO. De drie kleuterklassen hebben een eigen nooduitgang vanuit het lokaal. Naast de trappen naar boven zijn 2 nooduitgangen. En een nooduitgang in de zaal. Alle deuren zijn van binnenuit zonder sleutel te openen. De nooduitgangen in het pand worden aangeven door middel van verlichte uitbordjes, deze voorzien van noodverlichRng.
Alle nooduitgangen moeten vrij zijn van obstakels!!!!! Brandblusapparaten In de hal van de BSO bevindt zich een brandslanghaspel. In de hal van de school naast het invalidentoilet en in de kleutergang naast de toileqen. Bovenverdieping brandhaspels naast de toileqen. Brandblussers hangen boven onder de brandhaspels. Naast de brandhaspels hangen brandmelders.
Beneden hangen de brandblussers 1. in het kantoortje van de concierge 2. in de gang bij administra@e en lerarenkamer
Handbrandmelder beneden: deze bevindt zich in de hal naast de brandslanghaspel
! Handbrandmelder
Deze!kastjes!hebben!een!glazen!ruitje!dat!bij!brand!! gemakkelijk!met!de!hand!of!een!klein!voorwerp!ingeslagen!! kan!worden.!Het!ontruimingssignaal!en!de!directe!doormelding!! naar!de!brandweer!worden!hierdoor!geactiveerd.!!!
! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
!!!!!!
!!!!!!!!!!!!BRAND& & BREEK&HET&GLAS& &&&&&&&&&&&&→&&&&&&&&&&← &&&&&&&&&&&&hier&duwen&
Pagina 22 van 29
Rookmelders In alle gangen van school zijn rookmelders en ook in de zaal. Niet in de klassen.
Blusdekens De blusdekens hangen in alle lokalen en in de lerarenkamer.
Hoe te handelen bij brand? Er zijn twee procedures van alarmeren: Wanneer de locaRe een doormelding heeT naar de brandweer wordt deze automaRsch gealarmeerd bij het afgaan van het brandalarm. De brandweer neemt contact op met de locaRe, bij geen gehoor zullen zij direct komen. Bij het alarmeren via de handbrandmelders komt de brandweer direct. Bij geen directe doormelding naar de brandweer moet bij het zien van brand of het afgaan van het brandalarm de brandweer direct gealarmeerd worden. ( 0-‐112) In beide gevallen wordt de alarmering gevolgd door een evacuaRe van kinderen en personeel. Pas in de laatste fase als iedereen in veiligheid is kan je als BHV-‐er aan eventuele bluswerkzaamheden beginnen.
Alarmeren brandweer Degene die de brand ontdekt slaat alarm door middel van de handbrandmelder (wanneer het brandalarm nog niet is afgegaan) en waarschuwt de hoofdBHV-‐er. Bij afwezigheid van de hoofdBHV-‐er moet één van de andere BHV-‐ers gewaarschuwd worden en deze taak overnemen en/of iemand aanwijzen die het contact met de brandweer zal onderhouden. BHV-‐ers trekken een veiligheidshesje aan voor herkenbaarheid. Er ligt in de bureaulade bij de concierge een stapel hesjes.
Pagina 23 van 29
112 ALARMCENTRALE (Als de elektriciteit is uitgevallen wordt er gebeld met een GSM telefoon) De belangrijkste vragen voor hen zijn:
1. Met wie wil je doorverbonden worden: brandweer, ambulance of poli@e? 2. Woonplaats: Bussum 3. Naam: Vrije School Michaël 4. Adres: Esther de Boer van Rijklaan 22 -‐ 1403 GC Bussum 5. Tel.nr: 035 6931967 6. Waar is de brand? Welk gedeelte van het pand en de aard van de brand? 7. Hoeveel mensen zijn er in het pand aanwezig? 8. Eventuele gewonden? 9. Zijn we al gestart met een evacua@e? Evacua@e Het is van belang een algehele panieksituaRe waarin iedereen op eigen houtje gaat opereren te voorkomen. De eerste verantwoordelijkheid van de leraren ligt bij de groep; de kinderen. Een rusRge kordate aanpak geeT je overzicht en meer grip op de situaRe. Alle groepen houden klassenlijsten bij, deze dienen in geval van brand mee genomen te worden! Tellen en verifiëren of alle kinderen er die dag zijn. Op de klassenlijst staat wie er aanwzig moet zijn. De concierge heeT een overzicht van alle absenten.
INDIEN MEN HET PAND HEEFT VERLATEN NIET MEER HET PAND INGAAN! Mocht er sprake zijn van rookontwikkeling zorg er dan voor zo laag mogelijk bij de grond te blijven. Houd ramen en deuren gesloten om rookverspreiding te vertragen en de zuurstoToevoer te beperken! Vermijd Rjdrovende zaken als het aankleden van kinderen!
Vluchtwegen Iedere groep maakt gebruik van zijn eigen vluchtroute. Of indien deze belemmerd is de dichtstbijzijnde.
Evacua@eplaats Achterop het plein op de voetbalplaats. Als er brand is in het deel van de BSO dan gaan we naar het kleuterplein.
Niemand mag zonder toestemming van een BHV-‐er of HOOFD BHV de evacua@eplaats verlaten!! De BHV-‐er controleert na de eigen groep geteld te hebben of alle kinderen van de andere groepen van de cluster/verdieping/gebouw aanwezig zijn en geeT dit door aan de BHV-‐er die de leiding heeT. Verplaatsen naar een andere plaats wordt ter plekke beslist door de hoofdBHV-‐er.
Pagina 24 van 29
Ontruimingsoefening • •
Wij houden per jaar minimaal 1x een ontruimingsoefening. Bij 2x per jaar is de eerste keer aangekondigd en de tweede keer onaangekondigd. Nadat een ontruimingsoefening geweest is, vult de HOOFD BHV-‐er het evaluaReformulier in. De feitelijke evalauaRe vindt plaats in de eerstvolgende teamvergadering.
Hoofdschakelaars Gas, elektra en water: De hoofdafsluiters van gas, water en elektra bevinden zich in de linkerkast in het halletje bij de entree van de bso. De gele hendel is voor het gas, de groene hendel voor het water en de grote zwarte knop voor elektra.
Hoe te handelen bij brandwonden Aandachtspunten: • Vlammen doven met branddeken! • Kleding uiqrekken als ze niet vastgeplakt ziqen; nooit lostrekken! • Indien van toepassing: Luier alRjd uiqrekken! • Nooit blaren doorprikken! • Smeer nooit iets op de brandwond!
Verbranding: De beste behandeling bij verbranding bestaat uit koelen met zacht stromend water, lauw niet koud! Brandende kleding kun je doven door het kind in een niet syntheRsche deken te wikkelen (branddeken) en over de grond te rollen. Je kunt ook de dekens van de kinderbedjes gebruiken.
Verbinden: Verbinden mag indien noodzakelijk met gemetalliseerde gaasjes (een gewoon steriel gaasje gaat vastplakken) en schone doeken/ lakens. NB De concierge is in het bezit van een EHBO-‐doos gericht op kinderen.
Hoe te handelen bij ongeluk/calamiteit Bij kleinere calamiteiten, zoals een val van een kind moet er als volgt gehandeld worden: • • • • • •
• •
Laat het kind liggen en het liefst zelf opstaan (of laten bewegen); Kijk hoe ernsRg de verwonding is; Roep eventueel hulp in van je collega of een BHV-‐er; Stelp het eventuele bloed met een naqe schone washand of doek (liefst donkere kleur, dan valt het bloed niet zo op en raken kinderen minder in paniek); Als de wond behandeld moet worden door een arts/tandarts/EHBO dan alarmeer je de HOOFD BHV; Indien de wond niet direct medisch behandeld hoeT te worden maar medisch advies is wel nodig, dan belt de leerkracht van de groep de ouders van het kind om te vertellen wat er is gebeurd. Zij/hij vraagt of de ouder de mogelijkheid heeT om met het kind naar huisarts/tandarts/EHBO te gaan. HeeT de ouder deze mogelijkheid niet dan gaat de HOOFD BHV-‐er met de concierge en het kind naar de huisarts/tandarts/EHBO; Indien de wond direct behandeld moet worden door huisarts/tandarts/EHBO dan gaat de concierge en het kind naar de huisarts/tandarts/EHBO; De leraar belt naderhand de ouders.
Pagina 25 van 29
Bij grotere calamiteiten (waarvoor 112 gebeld moet worden): • • • • • • • • • • • •
Check het bewustzijn van het kind/volwassene door het aan te roepen en voorzichRg aan de schouders te schudden; Doe de kinliT; Controleer de ademhaling door te luisteren, kijken en te voelen (10 sec.); Bij bewusteloosheid (normale ademhaling) leg je het slachtoffer in de stabiele zijligging; De stabiele zijligging mag alleen als er geen mogelijkheid voor rug/nek letsel is. Als dit wel zou kunnen (bijv. iemand ligt bewusteloos onderaan een trap) dan moet je de kinliT doen en deze vasthouden; Roep een collega en vraag haar/ hem 112 te bellen en gelijk weer terug te komen voor eventuele hulp; Laat je collega ook de HOOFD BHV bellen om die in te lichten over de situaRe; Als het slachtoffer geen tekens van leven geeT start je met reanimaRe (zie Bijlage 3); De HOOFD BHV zorgt dat de ambulance wordt opgevangen door een BHV-‐er die ter hoogte van het buitenhek staat; De HOOFD BHV gaat naar het slachtoffer toe en biedt eventuele hulp en gaat de ouders/verzorgers bellen om hen in te lichten; De vaste leerkracht van de groep blijT bij het kind en gaat met de ambulance mee naar het ziekenhuis. De HOOFD BHV gaat met de auto er achteraan om de ouders op te vangen;
Hoe te handelen bij onveilige situa@es bv een ongewenst persoon in het pand Preven@eve maatregelen. Mogelijke beveiligingsmaatregelen zijn: Het gebouw is niet voor iedereen vrij toegankelijk door bijv. een deurcode. Deze deurcode wordt één maal per jaar gewijzigd. Ouders worden daar Rjdig over geïnformeerd; Is er geen deurcode aanwezig dan wordt de voordeur Rjdens de opvang op slot gedraaid; Bij aanbellen wordt bij aanwezigheid van een intercom eerst geverifieerd wie er voor de deur staat. Wanneer een onbekende een kind wil ophalen wordt naar de naam en achternaam van het kind gevraagd en de naam van de groep. Bij geen intercom wordt er persoonlijk opengedaan en gevraagd naar de reden van het bezoek; Wanneer een persoon niet herkend wordt door de medewerkers dan vragen zij of ze kunnen helpen. Dit om eventueel de weg te kunnen wijzen, maar ook om ongewenste personen af te schrikken; Pm-‐ers houden zicht op de kinderen ten Rjde van de opvang.
Pagina 26 van 29
14. Afspraken met de brandweer Sint Maarten Tijdens het feest hebben we buiten op het plein beplakte glazen potjes met een waxientje. De kleuters hebben allemaal een pompoen bij zich die dient als lantaarn. Deze pompoenlantaarns branden niet in de klas. Elke ouder steekt het waxientje in de pompoen van zijn/haar kind aan als het kind buiten is. Na afloop van de optocht worden de pompoenen met de brandende waxientjes opgesteld in de kleutertuin en gaan de kinderen met de ouder weer naar binnen in de klas. Gedurende het feest branden er in de verschillende lokalen (van kleuters en onderbouw) ook waxientjes in beplakte potjes, maar alleen op het moment dat er toezicht op is. Bij het verlaten van het lokaal worden de waxientjes gedoofd. Tijdens het feest is er voor elk lokaal een brandwacht (in de kleuterklassen 2). Zij zorgen er voor dat de waxientjes gedoofd worden op het moment dat het lokaal wordt verlaten. De beplakte potjes impregneren we rondom. De onderbouwklassen (1 t/m 6) komen allereerst bij elkaar in de zaal waar gezamenlijk wordt geluisterd naar een verhaal. Bij de samenkomst in de zaal branden we geen kaarsen. Daar werken we met baqerijwaxientjes en andere lampjes om het sfeervol in te richten. De klassen (1 t/m 3; hogere klassen gebruiken meestal de baqerijampjes) lopen ook een optocht buiten met lantaarn van pompoenen en andere knollen. Deze worden pas buiten aangestoken en worden bij terugkomst voor het naar binnengaan gedoofd. In de dagen voorafgaand aan het feest van Sint Maarten hebben we Rjdens geleide acRviteiten in de klas soms ook een paar van die potjes aan. Er is alijd toezicht bij. De potjes die we binnen gebruiken verzwaren we met zand.
Advent In de vier weken in de aanloop naar het kers…eest vieren we Advent. In die Rjd heeT iedere klas een adventkrans met vier kaarsen en de zaal ook . We zeqen die kaarsen op de krans in stevig staande windlichten. Het groen van de kransen impregneren we. In de advenrjd hebben we iedere adventmaandag een bijeenkomst in zaal met alle kinderen. Daar is ook zo’n krans. Het werken met het licht van de kaarsen en kransen in de klassen zijn een geleid onderwijsacRviteit; de kaarsen branden alleen onder toezicht. De kleuterklassen en de eerste klas hebben een elk jaar in de Advenrjd een riRueel dat we Advenquin noemen. Er ligt een spiraal van groen op de grond. In het midden staat een grote kaars. De kinderen dragen strakke kleding; haren zijn ingevlochten. Er is een brandwacht bij en blusmiddelen paraat. Ieder kind heeT een appeltje met een kaarsje erin. Aan de hand van juf loopt het kind met zijn kaarsje door de spiraal naar binnen naar de grote kaars. Steekt zijn kleine kaarsje aan aan de grote kaars en plaatst die samen met juf aan de rand van de spiraal. Dan loopt het kind aan de hand met juf weer uit de spiraal en neemt plaats op zijn stoeltje. Afspraken rond dit ritueel: • het mag plaatsvinden in de lokalen; • er is brandwacht aanwezig met blusmiddelen; • kinderen dragen strakke kleding van natuurlijke materialen en lange haren zijn ingevlochten; • het groen van de spiraal is goed nat gemaakt (niet geïmpregneerd); • de grote kaars in het midden staat op een stevige standaard; • de onderkant van het appeltje dat als kaarshouder fungeert is plat afgesneden zodat het appeltje stabiel staat; • als er een ster op het appeltje zit rond de kaars dan is dit van folie of geïmpregneerd karton, niet van papier; In de advenrjd wordt er geregeld ’s morgens bij het brengen muziek gemaakt en gezongen door kinderen en ouders van de school. Voordat naar de klassen wordt gegaan luisteren kinderen samen met ouders naar de muziek. Dat doen we alRjd in de zaal; niet in de gangen, zodat vluchtwegen en doorgangen vrij blijven. Tijdens de bijeenkomst in de zaal is de weg naar de (nood)uitgangen vrij en verzorgen we sfeerverlichRng met baqeriijwaxientjes en lampjes, niet met kaarsen.
Pagina 27 van 29
Kerst In de kersrjd hebben we een kerstboom in de zaal en sommige lokalen hebben ook een klein boompje (in een pot) in de klas. De boom in de zaal is geïmpregneerd. Er ziqen alleen papieren roosjes in als versiering. Er wordt nooit gewerkt met kaarsjes in de bomen.
Maria Lichtmis Dit is een ritueel dat we met de kleuters vieren aan het eind van de winter. We brengen het licht dan symbolisch van binnen naar buiten. In de periode rond Maria Lichtmis hebben we in iedere kleuterklas een schaal met drij†aarsjes; die kaarsjes branden alleen onder toezicht van de leraar. Tijdens de viering van Maria Lichtmis mogen de kinderen het licht naar buiten brengen in een lantaarntje. Juf steekt de waxientjes 1 voor 1 aan in de kring en plaatst ze in de lantaarntjes. Er is een brandwacht bij. In een rij lopen de kinderen naar buiten samen met de juffen en de brandwachten en plaatsen de lantaarntjes in de tuin.
Verjaardagen Verjaardagsrituelen; in veel klassen is er een verjaardagsritueel als een kind jarig is. Dit is alRjd een geleide acRviteit, met toezicht dus. Vaak worden er één of meer verjaardagskaarsje gebrand voor het jarige kind. Bijvoorbeeld Rjdens het vertellen van het verjaardagsverhaal. Deze kaarsjes staan alRjd op een stabiele standaard.
Vertelkaarsen Veel klassen hebben een vertelkaars. Dat is een grote kaars op een stevige standaard die brand op het moment dat de juf of meester een verhaal vertelt. Het is een geleide acRviteit, dus met toezicht. Na het vertellen dooT de leraar de kaars.
Herfstmarkt Deze vindt elk jaar plaats in de periode voorafgaand aan de SinterklaasRjd. Meestal op een vrijdagavond van 19:30 tot 22:00 uur. In de zaal, verschillende lokalen en op het plein zijn kraampjes waar spullen worden verkocht. Aandachtspunten hierbij: -‐ in de zaal de vluchtwegen naar de nooduitgangen goed vrijhouden; -‐ geen gebruik van kaarsjes alleen van baqerijlampjes en lichtjes voor sfeerlicht; -‐ in de zaal geen tafeltjes en stoeltjes alleen kraampjes/verkooptafels; -‐ verkooptafels schakelen; - ruime doorgang houden in de gangen;
Toneeluitvoeringen Toneelspel vormt een belangrijk onderdeel van het lesplan van de vrijeschool. Uitvoeringen zijn vaak in de zaal. Dat kunnen uitvoeringen zijn van de kinderen maar ook stukken die door volwassenen voor de kinderen gespeeld worden. We bespreken de volgende punten die van belang zijn voor de veiligheid: • stoelen aan elkaar maken volgens de voorschriTen; dit is ook een aandachtspunt bij het gebruik van de stoelen uit de klassen; beter zou zijn banken die standaard in de zaal aanwezig zijn; • doorgangen naar de nooduitgangen vrijhouden; • Aantal doeken tot minimum beperken; als ze gebruik worden dan impregneren; • Nooit doeken over staReven met theaterlichten; • Bij het aansluiten van theaterverlichRng op de stopcontacten is doorlussen (gebruiken van opeenvolgende stekkerdozen) niet toegestaan; • Stroomkabels vasqapen aan de vloer of ophangen; niet door tussendeuren in de gangen leggen; • Haspels helemaal afrollen; • Kijken of het mogelijk is verduisteringsrolgordijnen te plaatsen binnen de kozijnen zodat veilig verduisterd kan worden.
Pagina 28 van 29
Het aantal mensen dat tegelijkerRjd in de school aanwezig mag zijn. Dit is in de omgevingsvergunning vastgelegd op 275. De school is inmiddels gegroeid. Dit schooljaar (12-‐13) gaan we naar ca. 260 leerlingen; tevens is er een peuterklas en een kdv in de school. Het maximum aantal moet daarom worden aangepast. Ook in verband met samenkomst met ouders erbij dat soms voorkomt.
Algemeen Kaarsen mogen nooit branden zonder toezicht! Voor het doven wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van een dover.
15. Afspraken over vervoer bij excursies • • • •
Indien het vervoer plaatsvindt met auto's is het maximaal aantal kinderen per auto zoveel als er aan veiligheidsriemen aanwezig is in de auto. Alleen leerlingen die 12 jaar oud zijn en langer dan 1.50 mogen voorin ziqen. Het verdient aanbeveling om niet in colonne te rijden, indien deze wordt onderbroken wordt vaak gepoogd de aansluiRng te herstellen hetgeen gevaarlijke situaRes kan opleveren. EHBO doos wordt meegenomen.
16. Afspraken over begeleiding te voet
• •
Indien de klas naar de hei of naar de gymzaal loopt gaat 1 volwassene voorop en 1 volwassenen sluit de rij. Met de kinderen wordt tevoren afgesproken op welke plekken zij wachten.
Pagina 29 van 29