Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein Inspectieresultaten 2010
31 augustus 2011
Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein - Inspectieresultaten 2010 | 31 augustus 2011
Colofon
Projectnaam Projectnummer Versienummer Contactpersoon
Speeltoestellen op het schoolplein ZW103010 definitief nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit T 088 223 33 33 F 088 223 33 34 Catharijnesingel 59 | Utrecht Postbus 43006 | 3540 AA Utrecht
DE AID, PD EN VWA BOUWEN AAN ÉÉN NIEUWE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT
Pagina 3 van 10
Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein - Inspectieresultaten 2010 | 31 augustus 2011
1. Inleiding Spelen maakt een deel uit om te leren om te gaan met risico’s. Spelen zal daarom zo veilig mogelijk dienen te gebeuren. Wanneer kinderen hun capaciteiten overschatten en daardoor over hun 'grens' gaan, mag dit dus geen fatale gevolgen hebben of blijvend letsel opleveren. Wanneer een kind valt dan dient bijvoorbeeld de ondergrond onder en rond het toestel geschikt te zijn om er veilig op te kunnen vallen. Uit gegevens van Stichting Consument en Veiligheid (Ongevallen met speeltoestellen bij kinderen van 0-14 jaar) uit 2007 blijkt dat jaarlijks 12.000 kinderen op een Spoedeisende Hulp (SEH)-afdeling behandeld worden als gevolg van een ongeval met een speeltoestel. Daarvan zijn 1300 gevallen (11%) was dit met een speeltoestel op het schoolplein. Nederland telt zo’n 7000 basisscholen en ongeveer 700 stichtingen van basisscholen. Dat basisscholen hotspots zijn voor ongevallen met speeltoestellen heeft waarschijnlijk te maken met het relatief intensieve gebruik op deze locaties. Daarom is ervoor gekozen om inspecties in te zetten op basisscholen. Naast basisscholen zijn ook de stichtingen bezocht, om via deze weg een groter aantal basisscholen te bereiken. Tijdens de inspecties lag dan ook de nadruk op de verplichtingen van de basisscholen, en de stichtingen, voor het veilig beheren van speeltoestellen. Dit werd gecombineerd met een risicogebaseerde inspectie van de speeltoestellen bij de basisscholen. Speeltoestellen moeten zodanig veilig zijn dat ongelukken zoveel mogelijk worden voorkomen en als er iets gebeurd moeten de gevolgen minimaal zijn. Ook de directe omgeving en de ondergrond moeten aan veiligheidseisen voldoen. Het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS) richt zich op het terugdringen van ongevallen ten gevolge van attractie- en speeltoestellen door voor te schrijven dat het toestel enerzijds zelf geen aanleiding vormt voor ongevallen en anderzijds zo min mogelijk letsel ontstaat bij ongevallen, die voortkomen uit het gedrag van het publiek, dat niet overeenkomstig de bestemming is van het toestel, maar wel redelijkerwijs te verwachten is. Goed beheer zorgt ervoor dat een veilig speeltoestel veilig blijft. Dit houdt in dat er een beheersplan is, dat de toestellen volgens dit plan regelmatig gecontroleerd worden, dat zij goed onderhouden worden en dat deze activiteiten samen met eventuele ongelukken die hebben plaatsgevonden op het speeltoestel worden bijgehouden in een logboek.
2. Doelstelling De doelstelling van het project is het verbeteren van het naleefgedrag van beheerders van speeltoestellen en daarmee het verhogen van de veiligheid van speeltoestellen op scholen en het verminderen van de speelrisico’s door gebreken aan deze toestellen. Hiervoor wordt: -
toezicht gehouden op zowel de technische staat van de speeltoestellen als op de wettelijke beheersplicht c.q. eigen verantwoordelijkheid van de beheerder; de beheerder bewust gemaakt van zijn verantwoordelijkheid voor het veilig beheren van speeltoestellen
DE AID, PD EN VWA BOUWEN AAN ÉÉN NIEUWE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT
Pagina 5 van 10
3. Werkwijze De nVWA heeft het toezicht op het domein productveiligheid ingericht volgens de principes van risicogericht toezicht. Hierbij wordt vooraf op grond van informatie uit verschillende bronnen, zoals ongevalgegevens van de Stichting Consument en Veiligheid, klachten van consumenten en waarnemingen door inspecteurs van de nVWA, bepaald op welke soorten bedrijven en producten het toezicht wordt gericht. Op grond hiervan is ervoor gekozen om de aandacht in 2010 te richten op de speeltoestellen bij basisscholen en zijn de te onderzoeken locaties geselecteerd. Om de effectiviteit van de inspecties te vergroten, zijn naast de basisscholen, ook overkoepelende stichtingen bezocht. Deze stichtingen kunnen invloed uitoefenen op het beheer van de speeltoestellen op alle scholen die bij hen aangesloten zijn. In 2010 zijn met de beschikbare capaciteit in totaal 179 basisscholen bezocht voor een inspectie. Met een landelijk totaal van ongeveer 7000 basisscholen, komt dit neer op nog geen 3%. De inspecties bestonden uit controle van zowel veiligheid van een steekproef van de aanwezige toestellen, als de naleving van de beheersverplichtingen. Naar aanleiding van de geconstateerde tekortkomingen bij de ‘eerste’ inspecties zijn 65 herinspecties uitgevoerd. Van de ongeveer 700 stichtingen zijn er 20 bezocht voor een inspectie; dit is 3% van de stichtingen in Nederland. De inspecties bij de stichtingen waren specifiek gericht op de naleving van de beheersverplichtingen van de speeltoestellen bij de stichting. In voorkomende gevallen is door de inspecteur een interventie toegepast conform het vigerende interventiebeleid. Dit varieert van een schriftelijke waarschuwing bij het ontbreken van een logboek, een beschikking met de eis tot herstel of behandeling vanwege tekortkomingen die aanleiding geven tot gevaar voor ernstig letsel, tot een boete als een waarschuwing of een procesverbaal als een beschikking niet wordt opgevolgd. Een beschikking op grond van artikel 27 Warenwet wordt opgelegd in het geval er technische gebreken aan speeltoestellen of tekortkomingen aan de valzone (obstakels) of aan het valoppervlak (te geringe omvang of onvoldoende demping) zijn geconstateerd, waardoor een kind ernstig letsel kan oplopen. De beschikking met de eis tot herstel of behandeling van bedoelde gebreken en tekortkomingen heeft als doel dat deze binnen een bepaalde termijn worden opgelost.
Pagina 6 van 10
Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein - Inspectieresultaten 2010 | 31 augustus 2011
4. Resultaten Bij de 179 geïnspecteerde basisscholen waren gemiddeld zo’n 6 speeltoestellen aanwezig. In onderstaande tabel is een overzicht van de geconstateerde tekortkomingen bij de gecontroleerde basisscholen gegeven. Aard van de tekortkomingen
Aantal keren vastgesteld
Niet gekeurd toestel van na 26 maart 1997 Technische tekortkomingen aan toestellen Gevaar door gebrekkig onderhoud
2 27 7
Geen logboek aanwezig of geheel niet bijgehouden
22 35
Wel logboek aanwezig, maar onvoldoende bijgehouden
21
Obstakels in valzone, onvoldoende valoppervlak of demping
NB: per school kunnen meerdere tekortkomingen zijn geconstateerd, waardoor aantallen niet kunnen worden opgeteld.
Geconstateerde tekortkomingen Bij 94 van de 179 bezochte basisscholen (53%) is geen enkele tekortkoming gevonden. Niet aan de speeltoestellen, de valzones en de ondergronden noch aan de logboeken van de toestellen. Bij in totaal 85 van de 179 scholen (47%) zijn tekortkomingen geconstateerd. Bij 46 van de 179 scholen (26%) zijn technische tekortkomingen aan de speeltoestellen, de ondergronden of de valzones vastgesteld. Het ging hierbij om zaken als onveilige constructie van de toestellen, gebrekkig onderhoud, obstakels in de valzone, te kleine valzone of onvoldoende schokdemping van de ondergrond. De logboeken waren bij deze scholen in orde. Bij 56 van de 179 scholen (31%) waren er geen logboeken aanwezig of werden ze slecht bijgehouden. In 17 van deze 56 gevallen was er tevens sprake van technische tekortkomingen, in 39 gevallen niet. In 39 van de 179 onderzochte scholen (22%) zijn de logboeken niet in orde, terwijl er geen technische tekortkomingen zijn geconstateerd. Interventies Bij de 85 basisscholen waar tekortkomingen zijn vastgesteld met betrekking tot de naleving van de voorschriften van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen, bleken deze van dien aard te zijn dat overeenkomstig het interventiebeleid van de nVWA is opgetreden. Dit resulteerde 40 maal (47%) in een beschikking met de eis tot herstel of behandeling vanwege tekortkomingen die aanleiding gaven tot gevaar voor ernstig letsel en 51 maal (60%) in een schriftelijke waarschuwing voor het ontbreken van logboeken of het niet dan wel onvoldoende bijhouden ervan. Bij de 65 ingestelde herinspecties werd in 58 gevallen (89%) vastgesteld dat de tekortkomingen geheel waren opgeheven. Indien bij een herinspecties bleek dat aan de beschikking of de schriftelijke waarschuwing geen of onvoldoende gevolg was gegeven, is procesverbaal (geen gevolg aan beschikking) of een boeterapport (geen gevolg aan schriftelijke waarschuwing) opgemaakt. In één geval is een merk van afkeuring op grond van artikel 27 lid 1 Warenwet aangebracht, omdat de situatie van dien aard was dat verder gebruik van het speeltoestel niet langer verantwoord werd geacht.
DE AID, PD EN VWA BOUWEN AAN ÉÉN NIEUWE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT
Pagina 7 van 10
Op geen van de geïnspecteerde basisscholen zijn speeltoestellen aangetroffen die een acuut gevaar vormden, zodat er geen aanleiding is geweest om toestellen direct buitengebruik te stellen en te verzegelen, zoals bedoeld in artikel 30 Warenwet. Beheer speeltoestellen In 2010 zijn 20 stichtingen bezocht voor een reguliere inspectie en 1 stichting voor een herinspectie. Bij deze inspectie is beoordeeld hoe de stichting invulling gaf aan zijn verantwoordelijkheid van het veilig beheren van de speeltoestellen. Door de inspecteur is een inschatting gemaakt in hoeverre de beheerder bekend is met de beheersverplichtingen vanuit wetgeving en in hoeverre hij deze verplichtingen accepteert. De volgende data geven het resultaat van deze inschatting weer. Wordt het beheer van de speeltoestellen via de stichting geregeld? Ja 25% Deels 55% Nee 20% Is er een budget Ja Deels Nee Onbekend
beschikbaar voor onderhoud van speeltoestellen? 75% 10% 10% 5%
Is men voldoende bekend met verplichtingen vanuit de wetgeving? N.B. het gaat hier om een inschatting van de nVWA inspecteur; deze geldt alleen voor de stichtingen die ook (deels) het beheer van de speeltoestellen zelf in handen hebben
Ja Deels Nee
Pagina 8 van 10
75% 15% 10%
Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein - Inspectieresultaten 2010 | 31 augustus 2011
5. Conclusies Uit de resultaten blijkt dat wanneer het logboek correct wordt bijgehouden er een grotere kans is dat ook de speeltoestellen in orde zijn, dan wanneer het logboek niet of onvoldoende wordt bijgehouden. Als de logboeken in orde zijn, blijkt dat in 53% van de gevallen (94 van 179) ook de toestellen, de valzone en het valoppervlak in orde zijn. Als de logboeken niet in orde zijn, is dit slechts 22% (39 van 179). In algemene zin kan dus worden geconcludeerd dat goed beheer van speeltoestellen een positief effect heeft op de staat en de veiligheid van de speeltoestellen. Daarom is het belangrijk om dit goede beheer van toestellen door de beheerder te stimuleren. Bij 85 van de 179 geïnspecteerde basisscholen (47%) zijn tekortkomingen aangetroffen, waarvan in 46 gevallen (25%) technische tekortkomingen aan de speeltoestellen, de valzones en de ondergronden zijn geconstateerd. Het effect van inspecties is groot, wat blijkt uit het feit dat in 89% van de gevallen waarbij herinspecties zijn uitgevoerd de tekortkomingen waren verholpen. In de overige gevallen hebben de beheerders een boete of een procesverbaal gekregen. Uit de inschatting gemaakt door inspecteurs blijkt de acceptatie van de wetgeving hoog is, maar dat het de beheerders vaak aan kennis ontbreekt van de beheersverplichtingen. Dit blijkt ook uit eerder door Stichting Consument en Veiligheid uitgevoerd doelgroeponderzoek. In zijn algemeenheid blijkt daaruit ook vooral behoefte te zijn aan korte, bondige en praktische informatie. Hierin kan worden voorzien door middel van voorlichting. Deze conclusie heeft geresulteerd in het besluit om in samenwerking met de Stichting Consument en Veiligheid een informatiebrochure op te stellen, waarin de beheersverplichtingen onder de aandacht worden gebracht van de beheerders van speeltoestellen. In de brochure is een stappenplan is opgenomen en voor meer informatie wordt verwezen naar de website www.allesoverspelen.nl. Door de beperkte toezichtscapaciteit van de nVWA voor het toezicht op speeltoestellen is het niet mogelijk op korte termijn een substantieel deel van de beheerders van speeltoestellen op scholen te bereiken via een inspectie. Daarom is het van belang om de naleving van de doelgroep op het gebied van goed beheer vooral te stimuleren door genoemde voorlichting. De informatiebrochure is dus een extra instrument om het effect van het toezicht te vergroten. Uiteraard onderneemt de nVWA, wanneer het op basis van meldingen of andere informatie aanwijzingen heeft dat speeltoestellen op bepaalde scholen in een gebrekkige staat verkeren, onmiddellijk actie.
DE AID, PD EN VWA BOUWEN AAN ÉÉN NIEUWE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT
Pagina 9 van 10
Pagina 10 van 10