Veilig werken met de Reach – en Vorkheftruck Herinstructie - Online
Syllabus opleiding hef- en reachtruck Versie: 2015
INHOUDSOPGAVE
Inleiding ..............................................
4
1. Wetgeving ...........................................
5
2. Interne transportmiddelen .............
8
3. Enkele belangrijke begrippen .....
14
4. Het gevaar van kantelen (stabiliteit)
20
5. Het belasten van de heftruck ......
21
6. Veilig werken met de heftruck ....
22
7. Controle en onderhoud .................
27
8. Materialen, middelen en methoden
32
9. De belangrijkste regels .................
36
10. Testvragen ......................................
37
11. Notitiebladen ..................................
39
Pagina 3
Inleiding
Er bestaan geen gevaarlijke heftrucks. Er bestaan wel mensen, die op een gevaarlijke manier met een heftruck omgaan. Het rijden en werken met een heftruck lijkt misschien eenvoudig, maar toch is er veel kennis en vaardigheid voor nodig om er veilig en verantwoord mee om te kunnen gaan. Het grootste aantal ongevallen met heftrucks wordt veroorzaakt door het niet opvolgen van veiligheidsvoorschriften, door onvoldoende kennis en door onvoldoende onderhoud. In dit boek worden een aantal belangrijke aspecten op een rijtje gezet, zoals een stukje wetgeving, veiligheidsaspecten, controles en onderhoud, maar ook het veilige gebruik van de machine komen uitvoerig aan de orde. Immers de heftruckchauffeur is mede verantwoordelijk voor de veiligheid van de heftruck en zijn werkomgeving. Het zorgvuldig bestuderen van de lesstof zal dan ook zeker bijdragen aan een veilig en verantwoord gebruik van de heftruck.
1. Wetgeving In de Arbo-wet (Arbeidsomstandighedenwet) heeft de overheid richtlijnen vastgelegd over het onderwerp van heftruckchauffeur en de rol van de werkgever en de werknemer daarin. De richtlijnen, zoals deze worden weergegeven in de Arbo-wet zijn zeer algemeen, en hebben betrekking op drie belangrijke onderwerpen, te weten: • Veiligheid • Gezondheid • Welzijn Voor meer specifieke uitvoeringsbepalingen van bovengenoemde onderwerpen wordt verwezen naar, Het arbeidsomstandighedenbesluit Arbeidsomstandigheden- regelingen NEN EN 1726, Arbo catalogus.
1.1 De Arbo-wet Het doel van de Arbo-wet is het bevorderen van menswaardige arbeid. De wet verlangt dan ook van de werkgever dat hij maatregelen treft, die moeten leiden tot zo goed mogelijke werkomstandigheden binnen het bedrijf. Dit is een proces wat bij voortduring moet worden geëvalueerd en aangepast dient te worden via het algemene bedrijfsbeleid. Voortvloeiend uit wat de Arbo-wet beoogt heeft elke werkgever dus een aantal verantwoordelijkheden waarvan een aantal op een rijtje gezet. Zodanige productie en werkzaamheden kiezen zodat de grootst mogelijke veiligheid, gezondheid en welzijn voor de werknemer wordt verkregen. Omstandigheden die gevaar op kunnen leveren voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemers vermijden. Zoals machines, werktuigen en stoffen die gevaarlijk kunnen zijn. Het probleem dus bij de bron aanpakken. Ongevariëerd, eentonig werk, moet zoveel mogelijk worden vermeden en rekening te houden met de persoonlijke eigenschappen en omstandigheden van zijn werknemers. Jeugdige werknemers verdienen specifieke aandacht, omdat ze nog niet worden geacht dezelfde verantwoordelijkheid te kunnen dragen dan een volwassene. De werkgever zorgt dat er duidelijke instructies zijn voor de werknemers, waarin eventuele werkmethodes zijn vastgelegd. Hij dient Persoonlijke Beschermingsmiddelen te verstrekken. Hij dient de vakbekwaamheid van het personeel op peil te houden. De werkgever dient melding te doen aan de Arbeidsinspectie van ongevallen met ernstig letsel tot gevolg hebbend. Incidenten, ziektes en (bijna) ongevallen zonder noemenswaardig letsel dienen door de werkgever te worden geregistreerd. Er dient werkoverleg plaats te vinden tussen werkgever en werknemers. Werknemers moeten zich echter ook goed realiseren dat niet alleen de werkgever verplichtingen heeft, maar ook de werknemer. In de Arbo-wet staan ook de verantwoordelijkheden genoemd van de werknemers.
Gevaarlijke situaties dienen direct verholpen of gemeld te worden aan de werkgever. De nodige zorgvuldigheid betrachten bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden. De werknemer dient de door de werkgever verstrekte Persoonlijke Beschermingsmiddelen op de juiste wijze te gebruiken en te dragen. Mee te werken aan instructie, scholing en voorlichting. Aangebrachte beveiligingen aan machines en andere middelen niet uit te schakelen of te overbruggen. Gebreken aan arbeidsmiddelen dienen direct aan de leidinggevende bekend te worden gesteld en indien de veiligheid in gevaar kan worden gebracht, mogen deze niet worden gebruikt of ingezet.
Pagina 5
1. Wetgeving 1.2 Arbocatalogus In de Arbocatalogus is o.a. opgenomen een aantal richtlijnen t.a.v. de deskundigheid van de chauffeur. Deskundigheid Gebruikers dan wel bestuurders van gemotoriseerde transportmiddelen moeten, gezien de potentiële gevaren, minimaal 16 jaar zijn (let op: ook jeugdigen van 16 en 17 jaar mogen dus transportmiddelen gebruiken dan wel besturen, mits zij zodanig zijn geïnstrueerd en zodanig onder deskundig toezicht staan, dat de geïnventariseerde verhoogde risico’s voor jeugdigen afdoende worden voorkomen). Verder moeten betreffende werknemers met de bediening van het transportmiddel en de aard der werkzaamheden vertrouwd zijn en moeten zij bekend zijn met de bedieningsvoorschriften en met het bedrijfsverkeersreglement.
De werkgever is daarom verplicht de betreffende werknemers grondig te (doen) instrueren. De wetgeving vereist hier een specifieke deskundigheid, waarbij de werkgever de inhoud en uitvoering van deze deskundigheid zelf mag invullen, maar daarvoor ook verantwoordelijk wordt gesteld. In de praktijk betekent dit dat, bijvoorbeeld heftruckchauffeurs, wordt geadviseerd een opleiding met diploma of certificaat te volgen. Ook een interne instructie behoort tot de mogelijkheden, mits kwalitatief afdoende en mits zowel inhoud als deelname zijn vastgelegd. Een duidelijke schriftelijke instructie in de Nederlandse taal voor het gebruik van het transportwerktuig, de hefinrichting, bedieningsorganen, periodieke controle en onderhoud, moeten daar uiteraard een onderdeel van vormen.
1.3 De Arbeidsinspectie De arbeidsinspectie valt onder het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hun taak is het controleren van bedrijven op de naleving van de regelgeving. Daartoe hebben ze een aantal bevoegdheden verkregen. Zo mag de inspecteur van de arbeidsinspectie overal gevraagd of ongevraagd binnenkomen waar gewerkt wordt. Uitzondering hierop is privé- situaties, waarbij eerst toestemming moet worden gevraagd. De arbeidsinspectie kan een werkgever en werknemers aanwijzingen geven ter correctie, eisen stellen welke veranderingen moeten worden aangebracht en wanneer uitgevoerd. Een boete opleggen aan zowel werkgever als werknemer. Stil leggen van het werk als er een ernstige of acute bedreiging is voor de veiligheid van de werknemers.
Pagina 6
1. Wetgeving 1.4 Bedrijfsvoorschriften Ieder bedrijf kent zijn eigen bedrijfssituatie. Daarom zullen er per bedrijf aanvullende bedrijfsvoorschriften kunnen zijn ten aanzien van de veiligheid, gezondheid en welzijn. Hierbij kunt u denken aan aanvullende maatregelen bij chemische bedrijven, zoals speciale werkkleding, werkvergunningen, enz. Ook ten aanzien van het verkeer op een bedrijfsterrein kunnen aanvullende maatregelen worden genomen door leiding van het bedrijf. Dit soort maatregelen moet wel worden vastgelegd in een zogenaamd bedrijfsverkeersreglement en dient dan ook door alle medewerkers en bezoekers te worden nageleefd.
Pagina 7
2. INTERNE TRANSPORTMIDDELEN
In dit hoofdstuk gaan we nader kennismaken met de interne transportmiddelen. Interne transportmiddelen is een ruim begrip, ze zijn er in vele soorten en maten, bestemd om zo efficiënt mogelijk in allerlei situaties hun werk te kunnen verrichten.
2.1 Stationaire – of niet rijdende transportmiddelen Onder stationaire – of niet rijdende transportmiddelen kunnen we een aantal machines noemen. Voorbeelden hiervan zijn: • een lopende band • een rollenbaan • een lift Dit zijn machines die in principe op één vaste plaats blijven staan, maar waar men goederen overheen kan verplaatsen.
2.2 Horizontale transportmiddelen Horizontale transportmiddelen kunnen alleen goederen van A naar B vervoeren, van de ene loods naar de andere, maar men kan niet de hoogte in om goederen bijvoorbeeld op een etage in de stelling te zetten. Voorbeelden hiervan zijn: De handpallettruck De handpallettruck is gemaakt om niet al te zware lasten over korte afstand te vervoeren. Er is nog al wat kracht voor nodig om deze goederen te verplaatsen. De handpallettruck wordt vaak meegenomen in de vrachtauto.
De motorpallettruck Deze kan gezien worden als een goed alternatief voor de handpallettruck. De aandrijving vindt meestal plaats door elektromotoren, waardoor veel minder kracht gebruikt hoeft te worden dan met de handpallettruck. De motorpallettruck wordt ook heel veel als orderverzameltruck ingezet. De motorpallettruck is er in vele uitvoeringen.
Pagina 8
2. INTERNE TRANSPORTMIDDELEN
De magazijntrekker De magazijntrekker wordt veel toegepast in grote bedrijven waar veel goederen op karretjes worden vervoerd. Hierbij kunt u denken aan veilingen, kassen, maar ook ziekenhuizen waar men in de kelders rondrijdt met een aantal bedden er achter. Veelal worden ze aangedreven door elektromotoren.
2.3 Soorten hefwerktuigen
Elektrotruck In ruimtes waar uitlaatgassen ongewenst zijn, zoals in magazijnen waar levensmiddelen zijn opgeslagen, of medische componenten, worden veelal elektrotruck ingezet. Maar ook de compacte bouw en het lage geluidsniveau zijn een belangrijk voordeel van de deze trucks. Nadeel is wel hun beperkte inzet, want als de batterij leeg is, zal deze moeten worden opgeladen. Hiervoor moet een laadstation worden ingericht volgens de eisen die ARBO-wet aangeeft.
De reachtruck De reachtruck is bij uitstek geschikt voor het magazijnwerk. Hij wordt alleen in elektro uitvoering geleverd en uitgerust met kleine harde kunststof banden, waarmee niet buiten of over stelcon platen moet worden gereden. Het maximale hefvermogen van de reachtruck ligt ongeveer op 3 ton. De reachtruck heeft als belangrijk kenmerk, dat de mast naar de lading kan worden gebracht, waardoor de reachtruck geen last heeft van de steunpoten, zoals bij de stapelaar het geval is. Door de mast in te reachen wordt de truck aanmerkelijk korter dan de vorkheftruck, wat een aanzienlijk kortere draaicirkel geeft en dus de gangpadbreedte weer smaller kan worden. Groot voordeel hiervan is, dat er meer stellingen geplaatst kunnen worden op dezelfde vloeroppervlakte. De bestuurder zit dwars op de truck en het stuurgedrag kenmerkt zich als een driewieltruck. De hoofdrijrichting moet altijd zijn naar die zijde waar de vorken niet zitten. Daar heeft de bestuurder het meeste overzicht.
Pagina 9
2. INTERNE TRANSPORTMIDDELEN
Soorten banden Heftrucks kunnen voorzien zijn van verschillende soorten banden. In onderstaand schema wordt aangegeven welke soorten banden wanneer gebruikt worden en wat de voordelen ervan zijn.
Volrubberbanden: Toepassing binnen en buiten, bij hogere draagvermogens. Voordelen: kunnen niet lek raken, redelijk stabiel, lange levensduur. Nadeel: aanschafprijs hoger t.o.v. luchtbanden, weinig vering.
Luchtbanden: Toepassing: buiten gebruik, bij breekbare ladingen, bij hogere draagvermogens. Voordelen: hebben veren, lagere vloerbelasting, hoge gewichtsbelasting Nadeel: instabiel, kunnen lek raken
Massieve banden: Toepassing: in magazijnen, op vlakke vloeren. Voordelen: kunnen niet lek raken, zijn zeer stabiel. Nadeel: geen vering, ongeschikt voor buiten gebruik.
Pagina 10
2. INTERNE TRANSPORTMIDDELEN 2.4 De belangrijkste delen van de reachtruck De hefinrichting Deze is opgebouwd uit een hydraulische installatie en meestal een twee- of een driedelige mast, waaraan het vorkenbord is bevestigd met daaraan de vorktanden. Dit vorkenbord glijdt of rolt in het binnenste
mast is, dat bij een gelijke hoogte van de mast een grotere hefhoogte kan worden bereikt. Daarentegen kan een driedelige mast met een gelijke hefhoogte een lagere bouwhoogte hebben. Één van de belangrijkste onderdelen van een heftruck is het hydraulisch hefsysteem. Door middel van hydraulische olie welke door een pomp uit de tank via leidingen en slangen naar een ventielenkast opgepompt. Op deze ventielenkast zitten handels of knopjes voor de bediening en hebben dan ook allen een andere functie of een gecombineerde functie. De hefcilinder is een enkelwerkende cilinder. Hij vraagt alleen energie als hij naar boven wordt gebracht. Zakken doet hij op zijn eigen zwaartekracht. De neig-en reachcilinders zijn echter altijd dubbelwerkend. Deze vragen zowel bij voorover als achterover neigen energie van de motor. Ook bij het in- en uitreachen van de mast wordt beide keren energie gevraagd.
Doorstroombegrenzer Om te voorkomen dat bij slangbreuk het vorkenbord met lading in één klap naar beneden komt en deze mogelijk onherstelbaar beschadigd, is er een daalveiligheidsventiel of doorstroombegrenzer aangebracht onder in de hefcilinder. Deze zorgt ervoor dat de lading schoksgewijs naar beneden komt.
Overstortventiel Om overbelasting van het hydraulische systeem te voorkomen is tevens een overstortventiel geplaatst. Als een te zware lading wordt opgenomen, of de cilinders staan in hun eindstand, dan zal het overstortventiel ervoor zorg dragen dat de olie loos terug wordt gepompt naar de tank. Veiligheidskap Een heftruck is voorzien van een veiligheidskooi indien hoger geheven wordt dan 1,80 m. Deze kooi moet de bestuurder beschermen tegen vallende lading.
Pagina 11
2. INTERNE TRANSPORTMIDDELEN
Bestuurdersstoel Er is de laatste jaren veel aandacht geschonken aan de stoel. Voor heftruckchauffeurs die een hele werkdag op de truck zitten, is het belangrijk dat men instelmogelijkheden heeft van de stoel. Door deze in te stellen op het eigen lichaamsgewicht en goede zithouding wordt voorkomen dat er gezondheidsklachten komen.
Het stuur Ook zeker van belang is, dat het stuurwiel in de juiste stand wordt gezet. Hiermee wordt voorkomen dat de armen verkeerd worden belast, waardoor ook gezondheidsklachten kunnen ontstaan. De bedrijfsrem De bedrijfsrem van de reachtruck is meestal hydraulisch uitgevoerd. Door druk uit te oefenen op het rempedaal, wordt er een druk op een vloeistof uitgeoefend, die zich naar alle zijden evenredig voortplant, aldus de wet van Pascal. Dit betekent dat de druk bij de remschoenen aan weerszijden even groot is, waardoor gelijkmatig kan worden geremd. Over het algemeen werken de remmen alleen op de voorwielen In het remvloeistofpotje kan men controleren of er nog voldoende hydraulische olie in het remsysteem aanwezig is. De parkeerrem Bij de moderne reachtruck is deze elektronisch uitgevoerd. Het dashboard Het dashboard is een belangrijke informatiebron voor de chauffeur. Op het dashboard zijn diverse meters en waarschuwingslampjes aangebracht, die door de chauffeur in de gaten moeten gehouden vooren tijdens de rit. Bij een elektrotruck of reachtruck geeft een batterij conditiemeter informatie over de laadtoestand van de batterij.
Een urenteller geeft aan wanneer een volgende onderhoudsbeurt moet worden uitgevoerd. Ook een parkeerrem controlelamp en algemeen storingsindicatie lampje geven informatie aan de bestuurder. Bij de verbrandingstruck kan het een koelvloeistoftemperatuurmeter zijn, een oliedrukmeter of lampje, brandstofmeter, een urenteller, en een laadstroom- controlelamp aanwezig die de nodige informatie verschaffen. Ook derijrichting kan in het display worden weergegeven. • • • • • • • •
Remmen Dodemansknop Noodstop Besturing Claxon Urenteller Verlichting Stand stoel
Pagina 12
2. INTERNE TRANSPORTMIDDELEN
Werkbak De heftruck kan ook worden uitgerust met een werkbak, waardoor werknemers met de heftruck op hoogte kunnen worden gebracht, om daar hun werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Deze bak moet voldoen aan speciale eisen, die worden verwoord in Arbocatalogus. Het mag u duidelijk zijn dat de heftruck voor nog meer toepassingen kan worden gebruikt. De mogelijkheden zijn velen, bovengenoemde voorbeelden zijn maar enkele van die vele mogelijkheden.
Pagina 13
3. ENKELE BELANGRIJKE BEGRIPPEN Bouwhoogte Als de truck geparkeerd staat, rusten de vorken op de grond. Meten wij nu de hoogte van de truck vanaf de grond tot het hoogste punt van de truck, (dit kan zijn de veiligheidskooi, een zwaailicht, maar ook het hoogste punt van de mast) dan spreken van de bouwhoogte.
Doorrijhoogte Als we met de truck gaan rijden dan tillen we de vorken 10 tot 15 cm van de vloer, afhankelijk van de ondergrond waarop wordt gereden. Op dat moment zou ook de hoogte van truck kunnen veranderen, doordat meteen het tweede mastdeel mee naar boven schuift. Uiteraard afhankelijk van de constructie van de mast. Bij het opmeten van de hoogte van de truck spreken we nu dan ook van de doorrijhoogte.
Vrije hefhoogte (free lift) De afstand die het vorkenbord op en neer kan bewegen zonder dat de hoogte van de truck veranderd, wordt vrije hefhoogte of free lift genoemd. De afstand wordt gemeten vanaf de grond tot de bovenkant van de vorken. Op het moment dat het tweede mastdeel mee naar boven schuift, of dat de lading boven het eerste mastdeel uit komt, houd de vrije hefhoogte op te bestaan. Een grote vrije hefhoogte is belangrijk bij het werken in lage ruimten, zoals containers of vrachtauto’s.
Pagina 14
3. ENKELE BELANGRIJKE BEGRIPPEN Hefhoogte De maximale hefhoogte geeft de hoogte aan tot waar kan worden geheven indien de mast geheel wordt uitgeschoven. De hoogte wordt gemeten vanaf de grond tot aan de bovenkant van de vorken. Deze hoogte kan per truck verschillen en is afhankelijk welke mast is gemonteerd.
Afzethoogte Om het hoogste punt te kunnen bepalen waarop een lading kan worden neergezet, moeten we rekening houden met een aantal factoren, te weten: • de dikte van de pallet • ruimte tussen ligger en onderkant lading • bandenslijtage • kettingslijtage De afzethoogte is dan ook niet gelijk aan de maximale hefhoogte. Om de afzethoogte te bepalen, trekken we 25 cm af van de maximale hefhoogte. Bovenstaande hoogten worden allen gemeten met rechtstaande mast.
Pagina 15
3. ENKELE BELANGRIJKE BEGRIPPEN Zwaartepunt van een last Het zwaartepunt van een last is een punt waar de massa van een product gelijkmatig omheen is verdeeld. Bij een goed gestapelde last op een pallet zal het zwaartepunt in het midden van de last liggen. Zou het zwaartepunt extreem uit het midden liggen, dan kan dit aangeduid met het volgende etiket.
Last zwaartepuntafstand De lastzwaartepuntsafstand is een afstand die wordt gemeten vanuit de hiel van het vorkenbord, naar het zwaartepunt van de last. De lastzwaartepuntsafstand kan per pallet verschillend zijn, daarom zal de chauffeur zich altijd op de hoogte moeten stellen van de afmeting van de pallet en de lading, om te kunnen bepalen hoever het zwaartepunt uit de hiel van het vorkenbord komt te liggen.
Manoeuvreerruimte Hoe breed moet het gangpad zijn om te kunnen indraaien, m.a.w. wat is de manoeuvreerruimte die een heftruck nodig heeft? Dat is afhankelijk van een aantal factoren: • lengte en breedte van de truck • diepte en de breedte van de lading • soort besturing; drie- of vierwieltruck
Pagina 16
3. ENKELE BELANGRIJKE BEGRIPPEN Nominaal hefvermogen
Met nominaal hefvermogen wordt bedoeld het maximale hefvermogen van een truck onder bepaalde omstandigheden. Die bepaalde omstandigheden houden in dat de lading niet hoger mag kunnen worden geheven dan 3,30m en het zwaartepunt van de last mag niet verder uit de hiel liggen dan 50cm. Dit nominale hefvermogen wordt bepaald door de fabrikant en is af te lezen op het typeplaatje van de truck. Wat de truck werkelijk mag heffen is dus afhankelijk van de hefhoogte en de afmetingen van de lading. Dit is af te lezen op het lastdiagram. Daarom moet er op elk hefwerktuig die zijn lading voor de ondersteunende wielen kan oppakken, naast het typeplaatje, ook een lastdiagram zijn aangebracht.
Eigen massa Het begrip eigen massa, is het gewicht van de truck in rijvaardige toestand. De eigen massa is af te lezen van het typeplaatje. Let op! Bij een elektrotruck wordt het gewicht van de batterij apart genoemd en moet dan ook bij de eigen massa worden opgeteld, om te komen tot het totale gewicht van de truck in rijvaardige toestand. De heftruckchauffeur dient zich ervan te overtuigen wat het gewicht van zijn truck is, om te kunnen bepalen of en op welke ondergrond gereden kan worden.
CE markering Sinds 1 januari 1995 moeten heftrucks, die nieuw in gebruik genomen worden, geleverd worden onder de keur van de machinerichtlijn. In de machinerichtlijn zijn de fundamentele veiligheidseisen opgenomen, waaraan de heftruck moet voldoen. Deze veiligheidseisen worden per machine uitgewerkt in normen. Voor de heftruck is dit NEN EN 1726. Door het (onuitwisbaar) aanbrengen van het CE-Keur geeft de fabrikant de garantie, dat de machine voldoet aan deze fundamentele veiligheidseisen. Het CE-Keur is dus een veiligheidskeurmerk.
Pagina 17
3. ENKELE BELANGRIJKE BEGRIPPEN Periodieke veiligheidskeuringen (afbeelding VeBIT en BMWT)
In de Arbo-wetgeving is vastgelegd dat hef- en magazijntrucks jaarlijks door een deskundige moeten worden gekeurd. Hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen een onderhoudsbeurt en een veiligheidskeuring. Een onderhoudsbeurt is gericht op het inzetbaar houden van de machine. Een periodieke veiligheidskeuring is gericht op het terugdringen van risico’s. Het is wel verstandig om een onderhoudsbeurt en een veiligheidskeuring te combineren, omdat de keuring hierdoor meer diepgang heeft en kostenbesparend werkt. De keuring moet worden uitgevoerd door een vaktechnisch deskundige keurmeester, rechtspersoon of instelling en volgens de norm, die wordt gehanteerd door keuringsinstanties als VeBIT (Verenigde Bedrijven Intern Transport) of de BMWT (Vereniging van fabrikanten en handelaren in Bouwmachines, Magazijninrichtingen, Wegenbouwmachines en Transportmiddelen).
Beveiligingen op heftrucks Op intern transport materieel zijn een aantal veiligheden aangebracht, om het werken van de gebruiker of bestuurder veiliger te maken. De persoon die eigenhandig, zonder toestemming van de fabrikant, wijzigingen aanbrengt in de beveiligingen van de machine is daarmee zelf verantwoordelijk en aansprakelijk geworden.
De belangrijkste veiligheidsvoorzieningen zijn:
• Noodstop Is bedoeld om in geval van een noodsituatie, bv. door onwel worden van de chauffeur, door een ingreep van buiten af de truck tot stilstand te brengen.
De noodstop dient op elke elektrisch aangedreven truck aanwezig te zijn, zoals de motorpallettruck, stapelaar, heftruck, reachtruck. De noodstop hoeft niet als knop te zijn uitgevoerd, een handgreep aan een batterijsteker waarmee met één ruk de stroom kan worden onderbroken voldoet ook aan de wettelijke voorschriften.
Pagina 18
3. ENKELE BELANGRIJKE BEGRIPPEN • Dodemansknop Deze is bedoeld om te voorkomen dat de truck doorrijdt op het moment dat de bestuurder niet meer op de bestuurdersplaats zit. De dodemansknop is in de volgende varianten beschikbaar: als stoelschakelaar
(elektrische trucks met zitplaats) als voetpedaal (trucks met staplaats, bv. stastapelaar) in de dissel (meeloopstapelaar, meeloop motorpallettruck). Bij de reachtruck standaard onder de linker voet, om te voorkomen dat het linkerbeen buiten de cabine komt! Voor elektrische stapelaars en pallettrucks met staplateau zijn geen dodemansknoppen voorgeschreven, maar dient op het moment dat de bestuurde het plateau verlaat, het plateau omhoog te klappen.
• Zijwaartse steunen Bij trucks met staplateau welke sneller kan dan 6 km/u, is de aanwezigheid van zijwaartse steunen wettelijk verplicht.
• Contactslot Elke truck is voorzien van een contactslot c.q. stroomonderbrekerslot, om te voorkomen dat onbevoegden met de truck kunnen wegrijden.
Pagina 19
4. HET GEVAAR VAN KANTELEN (stabiliteit)
Hoe dichter de lading tegen de hiel van de vorken ligt, des te dichter ligt het zwaartepunt van de lading bij de truck. Hierdoor wordt de stabiliteit weer vergroot. Niet alle ladingen kunnen helemaal in de hiel worden opgenomen. Ladingen die kunnen beschadigen zult u dan ook iets verder uit de hiel moeten opnemen.
Zet een last altijd voorzichtig neer Voer alle handelingen beheerst uit, zeker als op hoogte wordt gewerkt. Ladingen kunnen vallen, kantelen of verschuiven, waardoor ongevallen kunnen ontstaan en ladingen kunnen worden beschadigd.
Let op losse voorwerpen bovenop de lading Losse voorwerpen bovenop een lading, kunnen naar beneden vallen, waardoor deze mogelijk in de truck terecht komen. Wordt veel met losse voorwerpen bovenop de lading gereden, dan is een lastrek verplicht.
Pagina 20
5. HET BELASTEN VAN DE HEFTRUCK
Zoals reeds vermeld, moet op elk hefwerktuig wat zijn lading voor de ondersteunende wielen kan oppakken een lastdiagram zijn aangebracht. Dit lastdiagram moet zijn aangepast aan de uitvoering van de truck (al of niet uitgerust met een voorzetstuk bv.) en moet duidelijk leesbaar zijn voor de chauffeur. Op een lastdiagram moet zijn aangegeven bij tenminste 3 zwaartepuntafstanden, hoeveel kilogram mag worden opgetild met de truck, en tot welke hefhoogte.
Pagina 21
6. VEILIG WERKEN MET DE HEFTRUCK Wat is veilig werken met een heftruck? Veilig werken is: Het bewust nemen van een aanvaardbaar risico. In de praktijk betekent dit, dat men eerst even moet nadenken voordat men iets doet. Zich afvragen welk risico men loopt bij het uitvoeren van de werkzaamheden. • Hoe groot is het risico dat er lading kan beschadigen. • Hoe groot is het risico van kantelen met de heftruck. • Hoe groot is het risico dat er een ongeval kan gebeuren. Veiligheid is een verantwoordelijkheid van ons allemaal Om het werken met de truck veiliger te maken zijn een aantal tips van belang, waarvan we er een aantal zullen noemen. Laat nooit onbevoegde mensen op een truck rijden Wie zijn er bevoegd om een heftruck te besturen? Degene die: • geschikt is • deskundig is • toestemming heeft van de bedrijfsleiding • men moet 18 jaar zijn om de truck zelfstandig te mogen besturen. Ook 16- en 17 jarigen mogen een truck gebruiken dan wel besturen, maar mogen dit in het kader van verhoogde risico´s die jongeren lopen, alleen onder voortdurend en deskundig toezicht. Ook zijn het gebruik van drugs, alcohol en medicijnen, die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden, verboden bij het besturen van een heftruck. Draag goede werkschoenen Ga niet op slippers rijden. Het risico dat u eruit schiet is groot. Draag stevige schoenen, het liefst veiligheidsschoenen. Bedenk dat u maar één stel voeten hebt, waar u zuinig op moet zijn. Houd steeds uw volle aandacht bij het werk Laat u niet afleiden door uw omgeving. Laat de zorgen die u thuis hebt, thuis. Bedenk dat u een machine bediend, waar u een moordmachine van kunt maken. Houdt u aan de veiligheidsvoorschriften Ieder bedrijf heeft zijn eigen veiligheidsvoorschriften. Overtuig u ervan, voordat u aan het werk gaat en houdt u zich er ook aan. Het gaat niet alleen om uw veiligheid, maar ook die van alle andere medewerkers. Ook het op de juiste wijze gebruiken van Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM’s) is de verantwoordelijkheid iedere werknemer zelf.
Pagina 22
6. VEILIG WERKEN MET DE HEFTRUCK Weet wat de truck wel en niet kan De belangrijkste gegevens daarvoor vindt u in het instructieboekje, op het typeplaatje en het lastdiagram. Overtuig u ervan! Zorg voor een goede zithouding Stel de stoel van de truck eerst goed in voor u gaat rijden. De stoel van een heftruck is tegenwoordig in vele standen te verstellen en op het lichaamsgewicht in te stellen. Het voorkomt zeker gezondheidsklachten. Als een veiligheidsgordel is aangebracht, dan dient u deze te dragen. Gangpaden tijdens werkzaamheden met de reachtruck altijd afzetten met een ketting.
Fout
Goed
Vervoer nooit mensen op een reach- vorkheftruck of elektrische pallettruck Dit zijn eenpersoons transportmiddelen. Er is meestal maar één zitplaats op gemonteerd. Alleen als de truck is uitgerust met een tweede zitplaats, dan mag er iemand meegenomen worden. Laat u ook niet verleiden door mensen die even op de vorken mee te willen rijden.
Foute rijrichting
Goede rijrichting
Op een vorkheftruck moet de
gordel gedragen worden. Rijd zonder last met een horizontale vork Indien u geen last op de vorken hebt rijd dan met de vorken horizontaal en op een hoogte van 10 á 15 cm bij een goede vloer. Bij een slechte ondergrond houdt u de vorken iets hoger van de grond. Houd lading altijd zo laag mogelijk Ook als u met lading op de vorken rijdt, houd dan ook de onderkant van de lading ongeveer 10 á 15 cm van de grond, uiteraard weer rekening houdende met de toestand van de ondergrond. Voor de reachtruck geldt, dat u zo laat mogelijk moet uitreachen en zo snel mogelijk weer moet inreachen. Als u uitgereacht rijdt, dan gebruikt u de reachtruck als heftruck en daar is deze niet voor gebouwd.
Pagina 23
6. VEILIG WERKEN MET DE HEFTRUCK Let op de doorrijhoogte Afhankelijk van de mastconstructie zou de doorrijhoogte kunnen veranderen. Ook als u de omgeving wat minder goed kent, overtuig u ervan of het kan. Uiteraard moet u ook rekening houden met de breedte van de opening. De lading is ook niet altijd even hoog of even breed. Rijd achteruit bij beperkt zicht door de last Als de last het uitzicht belemmert, rijdt dan achteruit. Rijd achteruit in onoverzichtelijke situaties Ook bij het in- en uitrijden van gebouwen, door flappen heen rijden en bij smalle doorgangen, overziet u eerder de situatie door achteruit te rijden. Pas de rijsnelheid aan de omstandigheden aan Vaak is het niet alleen de rijrichting die aangepast moet worden, maar vooral ook de rijsnelheid aanpassen aan de omstandigheden. Te denken valt aan de ondergrond waarop gereden wordt, mensen die in het magazijn lopen, slecht zicht door bv. smalle doorgangen. Kortom houd rekening met de omgeving. Soms moet u ook een signaal geven met de claxon, maar gebruik deze alleen als het echt nodig is.
Breng de mast, afhankelijk van de soort lading, zover mogelijk achterover Bij de vorkheftruck is het belangrijk dat u de mast zover mogelijk achterover brengt tijdens het rijden. Hierdoor wordt de voorwaartse stabiliteit verbeterd en kan de lading minder snel gaan schuiven. Als lading wordt vervoerd, waar mogelijk iets af kan vallen, dan moet de mast iets minder achterover worden gebracht.
Wees bedacht op slipgevaar Wel of geen profiel in de banden heeft weinig effect bij een nat wegdek. U moet zich realiseren dat het gewicht van de truck een belangrijke factor is bij het al of niet wegslippen. Het is de massa van de truck die doordrukt. Pas uw rijsnelheid aan. Houd afstand en rem gelijkmatig Ook hier geldt, houd minstens twee trucklengtes afstand, zodat u altijd nog op tijd en gelijkmatig kunt remmen. U voorkomt hiermee het risico dat de lading van de vorken schuift doordat u plotseling sterk moet remmen. Neem bochten nooit te snel Als u een bocht te snel neemt, loopt u een groot risico dat de truck kantelt. Pas daarom weer die rijsnelheid aan. Dreigt de truck om te slaan, blijf dan altijd binnen de veiligheidskooi. Spring er niet uit. Het is een mens eigen om weg te willen, maar heel veel kantelongevallen lopen daardoor fataal af. Dit is de reden dat een veiligheidsgordel op de truck is aangebracht, dus draag deze dan ook voor uw eigen veiligheid.
Pagina 24
6. VEILIG WERKEN MET DE HEFTRUCK
Rijd hellingen op de juiste manier op en af Rijd een helling altijd vooruit op en achteruit af. De lading wijst dus altijd naar boven. Omdat de stabiliteit op een helling sterk afneemt, ook nooit stapelen of keren op een helling. Ook als de last u het uitzicht belemmert, rijden we toch vooruit een helling op. Overtuigt u er wel van dat het vrij is. Bij twijfel, neem een begeleider mee. Overbelast een truck nooit Voorkom overbelasting van de truck, vergelijk de gegevens van de lading met het lastdiagram van de truck, om te kunnen bepalen of u de last kunt opnemen. Gebruik nooit extra contragewicht om meer lading te kunnen oppakken Als u een lading niet kunt tillen met de truck, leg dan nooit extra gewichten achterop de truck. Ook niet even een paar mensen achterop zetten, dit is levensgevaarlijk. U zult dan de lading in twee keer moeten oppakken of een truck met een grotere capaciteit moeten nemen. Verplaats nooit een onstabiele lading Is een lading niet goed gestapeld, dan kan tijdens het verplaatsen hiervan, lading van de vork vallen, waardoor deze beschadigd wordt of zelfs ongelukken veroorzaken. Verplaats deze ladingen nooit. Er zijn mogelijkheden voldoende voor handen om een lading stabiel te maken, bv. met krimp- of rekfolie, touw of band. Stel de vorktanden in op de juiste breedte Vorktanden moeten zo zijn afgesteld, dat: • vrij in en uit een lading kan worden gereden • de lading goed wordt ondersteund • de lading niet gaat doorhangen • de lading niet van de vorken kantelt • vorken in het midden Neem ladingen altijd zover mogelijk in de hiel van de vorken Hoe dichter de lading tegen de hiel van de vorken ligt, des te dichter ligt het zwaartepunt van de lading bij de truck. Hierdoor wordt de stabiliteit weer vergroot. Niet alle ladingen kunnen helemaal in de hiel worden opgenomen. Ladingen die kunnen beschadigen zult u dan ook iets verder uit de hiel moeten opnemen.
Pagina 25
6. VEILIG WERKEN MET DE HEFTRUCK Zet een last altijd voorzichtig neer Voer alle handelingen beheerst uit, zeker als op hoogte wordt gewerkt. Ladingen kunnen vallen, kantelen of verschuiven, waardoor ongevallen kunnen ontstaan en ladingen kunnen worden beschadigd. Let op losse voorwerpen boven op de lading Losse voorwerpen bovenop een lading, kunnen naar beneden vallen, waardoor deze mogelijk in de truck terecht komen. Wordt veel met losse voorwerpen bovenop de lading gereden, dan is een lastrek verplicht.
Let op andere mensen in uw omgeving Als andere mensen bij uw truck komen om b.v. iets te overleggen, stop dan even met uw werkzaamheden en sta ze te woord. Pas als ze buiten het draaibereik van de truck zijn, vervolgd u uw werkzaamheden. Hebben ze er niets te zoeken, wijs ze er dan op waar ze zich wel mogen bevinden. Sta nooit toe dat ze onder de lading of vorkenbord doorlopen. Laat bij een reachtruck nooit mensen tussen de truck en de mast doorlopen Sta nooit toe dat mensen zich verplaatsen en daarbij de kortste weg nemen, dus tussen de truck en de mast door. Eén moment van onachtzaamheid en de persoon zit klem tussen de truck en de mast. Plaats ladingen altijd op een veilige plaats Een veilige plaats om ladingen neer te zetten is altijd buiten transportroutes met voldoende draagkracht. Parkeren van de truck De heftruck moet na afloop van de werkdag op een plaats worden geparkeerd die geen hinder op kan leveren voor anderen, met: • de vorken op de grond • de parkeerrem vast • de rijrichtingschakelaar in neutraal • de contactsleutel verwijderd
Pagina 26
7. CONTROLE EN ONDERHOUD
Voor aanvang van de werkzaamheden is het belangrijk dat de heftruck wordt gecontroleerd op gebreken. Dit voorkomt dat er storingen aan de truck komen en dat kleine storingen groter worden, waardoor zelfs de veiligheid in gevaar kan komen. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker of bestuurder dat hij of zij zijn truck dagelijks controleert. In de gebruikershandleiding, die bij elke truck aanwezig moet zijn, vindt u een lijst met te controleren punten aan de truck.
7.1 Controlepunten voor aanvang van de werkzaamheden • • • • • • • • • •
Houd de cabine schoon en op orde; laat geen materiaal of gereedschap rondslingeren. Verwijder vuil en olie van voetpedalen, vloerplaten en treeplanken. Controleer de truck op losgelopen bouten, scheuren, slijtage, lekkages en andere beschadigingen. Laat de noodzakelijke reparaties zo snel mogelijk uitvoeren; ga nooit met een heftruck rijden die defecten vertoont en/of schade heeft opgelopen. Inspecteer de conditie van de veiligheidsgordel en de bevestigingspunten (alleen van toepassing bij de vorkheftruck). Stel de stoel zodanig in dat de pedalen volledig ingetrapt kunnen worden, terwijl u met de rug tegen de leuning zit. Controleer de banden. Controleer de werking van het hydraulische systeem, de remwerking, de besturing, de claxon en de verlichting. Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen wel werken. Controleer de laadtoestand van de batterij, het vloeistofniveau van de batterij, de kabels en de stekkers.
7.2 Controlepunten bij einde van de werkzaamheden • Controleer de truck op schade of gebreken, gebreken meteen doorgeven aan de leidinggevende. • Controleer aan de hand van de laadstroomindicatie of de truck aan de lader moet.
Pagina 27
7. CONTROLE EN ONDERHOUD 7.3 Algemene controle Lekkage Wij controleren de truck op lekkage. Wordt een lekkage onder de truck geconstateerd, dan moet deze direct aan de leidinggevende worden gemeld. De truck pas weer gebruiken als het defect is verholpen. Banden De banden controleren we op beschadigingen of er zich geen scherpe voorwerpen in de band bevinden. Schade Het controleren van de truck op schade moet altijd voor aanvang van de werkzaamheden plaatsvinden. Achteraf is moeilijk meer vast te stellen wie de schade heeft veroorzaakt. Meld eventuele schade direct aan uw leidinggevende. Hefinrichting Controleer het hefsysteem visueel op: • lekkage van hydraulische olie • de toestand van de kettingen • beschadigingen aan vorken en vorkenbord • vergrendeling van de vorken • slijtage van de vorken aan de achterzijde • eventuele voorzetapparatuur op beschadiging Als u dit hebt gedaan, breng de mast dan helemaal naar boven in zijn uiterste stand. Doet hij dit zonder te haperen, dan is er voldoende hydraulische olie aanwezig in de tank. Tevens worden de cilinders weer even gesmeerd met hun eigen olie. Door de handel vast te houden als de hefcilinder in zijn uiterste stand staat, controleert u tevens de werking van het overstortventiel. Als u de mast weer laat zakken, hebt u mooi even de tijd om de rem, claxon en stuurspeling te controleren. Urenteller De urenteller geeft aan hoeveel uur de truck heeft gedraaid, waardoor u kunt controleren wanneer de truck zijn volgende onderhoudsbeurt moet hebben. Verlichting Is de truck uitgerust met verlichting, dan moet ook de werking hiervan worden gecontroleerd.
Pagina 28
7. CONTROLE EN ONDERHOUD
7.4 De elektrotruck Volgorde voor het laden van de batterij • Zet de machine in het laadstation voor de lader die bij de truck hoort. • Vorken op de grond en de parkeerrem vast. • Verwijder de contactsleutel en op de daarvoor bestemde plaats hangen. • Noodstopknop indrukken. • Batterijdeksel open zetten en de steker lostrekken. • Bij de reachtruck de batterij uitreachen of met de rollenbank zijdelings uitrollen.
• • • • •
Elektrolyt opmeten met de zuurweger en noteren in het laadrapportenboekje. De steker van de lader aansluiten op de steker van de batterij. Zorg ervoor dat de kabels vrij liggen. Schakel de lader in en wacht tot deze werkelijk inkomt. Sluit het batterijlaadstation en schakel een eventueel afzuigsysteem in.
Niet roken Geen open vuur/vonken Zuurbril/gelaatscherm Zuurbestendige handschoenen Oogdouche
Pagina 29
7. CONTROLE EN ONDERHOUD Volgorde onder lading vandaan halen van de batterij • Schakel eerst de lader uit. • Elektrolyt opmeten met de zuurweger en de gevonden waarde noteren in het laadrapportenboekje. • Niveau controleren van het elektrolyt en eventueel bijvullen met gedistilleerd of gedemineraliseerd water. • Steker van de lader loskoppelen van de batterij steker. • Stekers van de batterij en de motoren weer aansluiten. • Batterijdeksel sluiten. Zorg dat de kabels niet bekneld raken. • Bij de reachtruck, batterij weer inreachen of zijdelings weer inschuiven. • De truck uit het laadstation rijden. Onderhoud aan de batterij Men dient ervoor te zorgen dat de batterij altijd goed schoon blijft. Reinig de batterij met een droge doek en verwijder vocht, stof en vettigheid van deksel en vuldoppen. Zorg dat de ventilatiegaatjes in de vuldoppen goed open zijn. De aansluitverbindingen en de polen moeten vrij zijn van oxidatie (bloemkool). De omgeving van de klemmen insmeren met een beetje zuurvrije vaseline. De stekers en contrastekers moeten schoon, droog en vetvrij zijn. Bij oxidatie kunnen ze worden behandeld met contactspray.
Ladingstoestand van de batterij opmeten met de zuurweger Met een zuurweger kan nauwkeurig de ladingstoestand van de batterij worden gemeten. Dat opmeten kan in iedere willekeurige cel gebeuren. Door met de zuurweger een hoeveelheid elektrolyt op te zuigen, tot dat de vlotter gaat drijven, kan men exact de dichtheid van het elektrolyt, ofwel het soortelijke gewicht aflezen op de schaalverdeling van de drijver. Geeft deze een waarde aan die ligt tussen de 1,13 en de 1,15 dan is de batterij voor 80% ontladen. De batterij is 100% geladen als een waarde wordt afgelezen tussen de 1,26 en de 1,30. Het opmeten dient te geschieden vóór de lading en na de lading. Na het meten moet de afgelezen waarde worden ingevuld in het laadrapportenboekje. Bijvullen van de batterij Een tractiebatterij is gevuld met elektrolyt, een mengsel van zwavelzuur en gedistilleerd water. Het zwavelzuur trekt tijdens het ontladen van de batterij in de loodplaten, wat overblijft, is dus water. Dit water kan gaan verdampen en moet dus worden bijgevuld. Het bijvullen van de batterij dient te geschieden met gedistilleerd of gedemineraliseerde water. De platen moeten altijd circa 1 cm onder de vloeistof staan. Dit bijvullen moet altijd na een ladingsbeurt gebeuren. Doet men het voor de lading en men zou teveel bijvullen, dan kan door de warmte die ontstaat tijdens het laden van de batterij, het elektrolyt door de vulopeningen naar buiten komen, waardoor niet alleen water maar ook zwavelzuur verloren gaat. Dit kan lijden tot extreem oxideren van de batterijbak. Het bijvullen van de batterij kan handmatig gebeuren, maar tegenwoordig ook met een automatisch vulsysteem. Zodra het niveau in een cel op peil is, sluit een vlotter de toevoer af.
Pagina 30
7. CONTROLE EN ONDERHOUD
Voorzorgsmaatregelen om elk risico uit te sluiten in een laadstation (diverse afbeeldingen) Omdat tijdens het laden van een batterij waterstofgas (knalgas) vrijkomt, wat zeer explosief is, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen: • Niet roken • Geen open vuur gebruiken • Geen reparaties uitvoeren waarbij vonkvorming kan ontstaan • Zorgen voor goede afzuiging • Oogspoelfles of oogdouche aanwezig zijn • Brandblusapparatuur aanwezig zijn • Een zakje soda Elektrolyt is een zeer bijtende vloeistof, daarom moet u bij het werken aan een batterij altijd de volgende Persoonlijke Beschermingsmiddelen gebruiken: • Een zuurbestendig schort • Een zuurbestendig gelaatscherm • Zuurbestendige handschoenen Als het dan toch nog mis gaat: • Indien elektrolyt in de ogen komt, spoelen met veel water, en een arts raadplegen. • Indien elektrolyt op de onbedekte huid komt, goed wassen met water en zeep. • Indien elektrolyt aan de kleren komt, deze onmiddellijk uittrekken om te voorkomen dat het doordringt in de huid. Komt er een grote hoeveelheid elektrolyt op de vloer, door bv. het omvallen van een heftruck, dan kan dit worden geneutraliseerd met een oplossing van soda (1 kg) in 10 liter water. Pas op, ventileer goed, want er komt een verstikkend en reukloos gas bij vrij!!!! Periodiek onderhoud en keuring Naast de dagelijkse controles, zal de truck ook periodiek onderhoud nodig hebben. Deze onderhoudsbeurten dienen te worden uitgevoerd door een deskundige. Dit wordt meestal vastgelegd in onderhoudscontracten met de leverancier van de heftruck. Eenmaal per jaar wordt de truck bovendien APK gekeurd. De truck krijgt dan een BMWT of VeBIT sticker, welke aangeeft tot welke datum de keuring geldig is. Deze jaarlijkse keuring is wettelijk verplicht en met een truck waarvan de keuring is verlopen, mag dan ook niet meer worden gereden.
Pagina 31
8. MATERIALEN, MIDDELEN EN METHODEN
8.1 stapelmiddelen Om goederen op en efficiënte manier te verplaatsen zijn er allerlei hulpmiddelen en goederendragers op de markt. Een belangrijke rol daarin speelt de pallet. Het zijn stapelbare onderzetters waarop vaste en verpakte producten gemakkelijk kunnen worden verplaatst. Er kunnen zeer veel verschillende goederen op worden vervoerd. Pallets zijn er in diverse afmetingen, maar de meest voorkomende zijn: • Standaard of blokpallet; 100 x 120 cm • Euro pallet; 80 x 120 cm • Display pallet; 60 x 100 cm, 60 x 80 cm, 40 x 60 cm • Vaten pallet; 120 x 120 cm Eenmalige pallets Eenmalige pallets worden vaak gebruikt als producten naar hun eindbestemming worden gezonden, b.v. van een bedrijf naar de particulier. Ze zijn gemaakt van goedkoop materiaal zoals afvalhout, spaanplaat of geperst karton. Niet voor niets worden het ook wel weggooipallets genoemd. Meermalige pallets Deze pallets zijn kwalitatief veel beter en zijn geschikt om in een roulatiesysteem te worden gebruikt. Soms komen ze ook bij de eindgebruiker terecht, maar dan zit er meestal statiegeld op. De pallets blijven net zolang rouleren tot ze aan vervanging toe zijn. Meermalige pallets worden gemaakt van wat duurzamer materiaal, zoals stevig hout, kunststof of metaal. In de levensmiddelenbranche en de medische wereld wordt steeds vaker gebruik gemaakt van kunststof pallets. Ze zijn beter te reinigen en gaan minder snel bacteriën in zitten. Europallets Europallets hebben gestandaardiseerde afmetingen van 80 x 120 cm en zijn te herkennen aan een EUR-brandmerk op de klossen van de pallet maar ook de letters DB zijn ingebrand. Tweewegpallets Een tweewegpallet is aan twee zijden open, waardoor deze dan ook maar aan atwee zijden op te nemen is.
Pagina 32
8. MATERIALEN, MIDDELEN EN METHODEN
Vierwegpallets Vierwegpallets zijn aan vier zijden op te nemen.
Enkeldeks pallets Enkeldeks pallets hebben alleen aan de bovenzijde een dek. De onderzijde is volledig open.
Dubbeldeks pallets Als er naast een bovendek ook onder de pallet dwarslatten ter versteviging zijn aangebracht, dan spreekt men van dubbeldeks pallets. Is het onder- en bovendek hetzelfde, dan spreken we van een omkeerbare dubbeldeks pallet.
Pallets met losse of vaste zijwanden Als goederen zich moeilijk laten stapelen of bescherming behoeven, dan kan gebruik gemaakt worden van boxpallets met vaste of losse opzetranden. Ook een gaasbox pallet wordt vaak dat doel gebruikt.
Stabiele éénheidslast Om een stabiele éénheidslast te maken kunnen we de lading vastzetten door: • krimp- of rekfolie te gebruiken • touw te gebruiken • ijzeren of kunststofbandjes te gebruiken • plakband
Pagina 33
8. MATERIALEN, MIDDELEN EN METHODEN Behandelingsetiketten Om schade aan de goederen te voorkomen tijdens het transport van die goederen, kunnen er stickers op de lading zijn aangebracht, die aangeven hoe met die lading omgegaan dient te worden.
Veiligheidsetiketten Op verpakkingen met gevaarlijke stoffen kunnen ook stickers zijn aangebracht. Dit zijn veiligheidsetiketten, die de aard van het gevaar aangeven van die gevaarlijke stof, als deze vrij komt uit zijn verpakking.
BIJTENDE STOF
GIFTIGE STOF
EXPLOSIEVE STOF
LICHT ONTVLAMBARE STOF
Pagina 34
8. MATERIALEN, MIDDELEN EN METHODEN
8.2 Soorten stellingen Pallet stellingen Goederen die zich moeilijk laten stapelen of goederen die bescherming behoeven, kunnen we opslaan in pallet stellingen. Deze bestaan uit jukken en dwarsliggers. Als ervoor gekozen wordt om goederen in de stelling op te slaan, wordt de ruimte in de hoogte optimaal benut, maar gaat het ten koste van de vloeroppervlakte. Immers er moet tussen elke stelling een gangpad blijven, waarin de truck kan manoeuvreren. De goederen zin wel elk moment bereikbaar. Inrijstelling De inrijstelling moet worden gezien als een alternatief voor koud stapelen. Er kan maar van één zijde in en uit gereden worden en is daarom alleen maar geschikt voor grote hoeveelheden goederen van één soort.
De inrijstelling bestaat uit jukken en lengteliggers. Doorrijstelling Dit is een inrijstelling, maar dan van twee zijden bereikbaar. Dat betekent, dat de eerste lading die er in gezet is ook weer als eerste eruit gehaald kan worden. Wij spreken nu van het fifo-systeem (First in, First out). Bij de inrijen de doorrijstelling wordt veel schade gereden, omdat de truck helemaal in de smalle gangetjes moet rijden. Doorrolstelling Bij gebruik van een doorrolstelling, worden de goederen aan de ene zijde door de heftruck chauffeur in de stelling gezet en rolt de lading op rolletjes naar de andere kant waar een orderpicker ze er weer uit kan halen. Ook hier is dus het fifo-systeem van toepassing. Het gebruik van deze doorrolstelling leidt tot veel minder schade dan de andere stellingen, omdat niet in de stelling wordt gereden. Draagarmstelling In bedrijven waar veel met lange lasten wordt gewerkt, zoals hout, buizen of rollen tapijt, worden draagarmstellingen gebruikt. Deze bestaan uit een poot met draagarmen, worden verschillende lengtes kunnen worden opgeslagen. Identificatieplaat Alle stellingen moeten zijn voorzien van een identificatieplaat, waarop een aantal belangrijke bepalingen op staan vermeld. Zoals gewicht van de lading. Gewicht wat per liggerpaar erop geplaatst kan worden. Het gewicht wat er per sectie op geplaatsts kan worden. Ook staat er op vermeld, dat iedere wijziging in de configuratie alleen mag plaatsvinden in overleg met de leverancier.
Pagina 35
9. DE BELANGRIJKSTE REGELS 9. De belangrijkste regels 1. Bestuurder moet minimaal 18 jaar zijn en in bezit van een geldig certificaat! 2. Voer dagelijks een visuele controle uit. 3. Rij voorzichtig en bedenk dat voetgangers te allen tijde voorrang hebben! Overtuig je vooraf of je veilig en verantwoord kunt werken met de truck. Vorken maximaal 10 cm van de vloer tijdens rijden. 4. Pas je snelheid aan bij onoverzichtelijke situaties. Hoge snelheid is verboden. 5. Claxonneer alleen bij onmiddellijk gevaar. 6. Zorg altijd dat je de truck veilig achterlaat: • Wielen recht • Handrem aantrekken • Vorken aan de grond • Sleutels uit contact 7. Overbelast de truck nooit. 8. Gebruik de truck nooit als personenlift! Een heftruck is geen taxi. De chauffeur is en blijft verantwoordelijk. 9. Rijd nooit met een hoog geheven lading. 10. Laat nooit toe dat iemand onder een hoog geheven lading loopt.
Ook de bestuurdersplaats is een werkplek. Deze dient opgeruimd te zijn!
Pagina 36
10. TESTVRAGEN REACH- EN VORKHEFTRUCK
Zijn onderstaande stellingen GOED (G) of FOUT (F)?
Nr. Stelling 1
De werknemer is alleen verantwoordelijk voor de veiligheid tijdens het rijden met een heftruck?
2
De heftruck moet iedere 3 jaar APK gekeurd worden?
3
De reachtruck mag niet op oneffen terrein gebruikt worden?
4
Volrubberbanden kunnen niet lek raken en hebben voldoende vering?
5
De vrije hefhoogte is de maximale hoogte die de vorken kunnenbereiken?
6
Het gewicht van de heftruck is af te lezen op de keuringssticker?
7
De accu dient te worden bijgevuld met elektrolyt?
8
De afmetingen van een europallet zijn 100 x 100 cm?
9
Een heftruckchauffeur mag niet ouder zijn van 65 jaar?
10
De heftruck moet worden geparkeerd met de mast iets voorover en de vorken 10 cm van de grond?
11
Keren op een helling mag nooit?
12
Het dragen van een veiligheidsgordel op een heftruck, op een reachtruck niet, is verplicht?
13
Het vervoeren van personen is toegestaan, mits de passagier zich bevind in een goedgekeurde veiligheidskooi?
14
Het zwaartepunt van een vorkheftruck zonder lading ligt altijd bij het contragewicht aan de achterzijde?
15
De maximaal toegestane snelheid van een vorkheftruck is 8 km/p uur?
16
Het is wettelijk verplicht de heftruck minimaal één keer per week te controleren?
17
Bij het rijden op de openbare weg moet men in het bezit zijn van een geldig rijbewijs B?
18
Een side-shift is vooral geschikt voor het zijdelings verplaatsen van lasten?
19
Een reachtruck hoort in de categorie interne transportmiddelen?
20
Veilig werken is eerst doen en dan denken?
Antwoord
Pagina 37
11. NOTITIEBLADEN
NOTITIEBLAD
Pagina 38
11. NOTITIEBLADEN
NOTITIEBLAD
Pagina 39