VEILIG WERKEN MET VERF Eigenschappen en risico’s van verfsoorten
Watergedragen muurverven
Arbouw voor gezond en veilig werken
Inhoud
1. Inleiding
3
2. Toepassing van watergedragen muurverven
4
3. Technische eigenschappen
5
4. Voornaamste bestanddelen
6
5. Wanneer kom je met muurverf in contact?
8
6. Risico’s voor de gezondheid
9
7. Regels en wetten
11
8. Maatregelen om risico’s te beperken
12
9. Meer informatie?
15
1. Inleiding Sinds 1 januari 2000 mogen schilders binnenshuis alleen nog producten op waterbasis gebruiken. Hiermee is het schilderwerk een stuk gezonder geworden. Maar geen enkele verf is volledig onschadelijk. Een veilige manier van werken is bij élke verf belangrijk.
Daarom hebben werkgevers en werknemers in de schildersbranche samen met de verfproducenten vijf brochures gemaakt over de eigenschappen van de meest gebruikte verfsoorten met de daarbij behorende risico’s en de te nemen maatregelen: 1. watergedragen muurverven; 2. watergedragen verven voor houtwerk: dispersies (acrylaat, polyurethaan (PUR), PUR-acrylaat); 3. watergedragen verven voor houtwerk: emulsies (alkyd-emulsies); 4. oplosmiddelgedragen alkydverven voor houtwerk (traditioneel, high solids, doorwerkverven); 5. tweecomponentenverven (epoxy’s & polyurethaan (PUR)). Dit deel gaat over watergedragen muurverven, ook wel ‘latex’ verven genoemd.
3
2. Toepassing van watergedragen muurverven In Nederland zijn vrijwel alle muurverven watergedragen. Hoogglans muurverven met een hoog gehalte oplosmiddel vind je hier maar in enkele bijzondere toepassingen (bijvoorbeeld in metrostations). Ook buitenmuurverven worden in het buitenland veel meer gebruikt dan hier. De baksteen is in ons land immers nog steeds een veelgebruikt materiaal voor buitenmuren.
Standaard of speciaal
De ene watergedragen muurverf is de andere niet. Een ruwe indeling in soorten; • ‘standaard’ muurverf: het meest gebruikt op allerlei steenachtige ondergronden, op overschilderbaar behang et cetera. Ook typen als ‘extra dekkende’ muurverf en dergelijke vallen onder het standaard type; • ‘extra wasbare’ (‘schrobvaste’) muurverf: meestal gebruikt in keukens; • schimmelwerende muurverf: deze bevat een extra schimmelwerend middel en wordt veel gebruikt in zeer vochtige ruimten, zoals douches en badkamers.
4
3. Technische eigenschappen Watergedragen muurverven hebben enkele eigenschappen waardoor ze erg geschikt zijn voor hun toepassing: • sneldrogend, waardoor meerdere lagen op één dag mogelijk zijn; • niet-vergelend; • waterdampdoorlatend (belangrijk bij vochtige ruimten); • blijvend elastisch (de kwalitatief betere verven) en daardoor duurzaam en scheuroverbruggend; • bestand tegen UV-straling (buitenduurzaam); • eenvoudig aan te brengen met kwast, roller of spuit; • goedkoop. Een nadeel van watergedragen muurverven is de vrij grote vuilaanhechting, dat wil zeggen dat er snel vlekken op de muur ontstaan. De ‘extra wasbare’ of ‘schrobvaste’ varianten hebben hierbij het voordeel dat veel vlekken met een vochtige doek weer zijn te verwijderen.
5
4. Voornaamste bestanddelen Net als andere verfsoorten bestaan watergedragen muurverven uit de volgende bestanddelen: • bindmiddel; • pigmenten (kleurstoffen); • oplosmiddelen (inclusief verdunningsmiddelen); • vulstoffen; • hulpstoffen (additieven).
oplosmiddel. In veel muurverven zitten daarnaast zeer kleine hoeveelheden van andere oplosmiddelen (‘organische oplosmiddelen’). Het water in muurverven heeft de volgende functies: • verdunnen van de verf, zodat deze verwerkbaar wordt; • zorgen voor een snelle droging. De overige oplosmiddelen in muurverven verbeteren vooral de totstandkoming van een goede film (verf laag). Verder zorgen ze voor de onderlinge menging van de verf bestanddelen. Ze heten daarom ook wel ‘cosolvents’.
Bindmiddel
Het bindmiddel vormt na het drogen de eigenlijke verffilm. Het ‘bindt’ de overige bestanddelen aan elkaar, zoals pigmenten en vulstoffen. Het bindmiddel van watergedragen muurverven is een kunststof. Deze duidt men vaak aan met de algemene term ‘latex’. (In feite zijn er verschillende soorten latex bindmiddel, die zijn opgebouwd uit acrylaten, vinyl, styreen of combinaties daarvan). Het kunststof bindmiddel zit als kleine bolletjes in het water verdeeld. Zo’n mengsel noemt men een ‘dispersie’.
Vulstoffen
De vulstoffen zijn net als de pigmenten poedervormige stoffen. Ze zijn meestal veel goedkoper dan pigmenten. In muurverven is een deel van het pigment dan ook vervangen door vulstoffen. Ze hebben in muurverven de volgende functies: • kostenverlaging van de verf; • geven van dekkingskracht; • geven van ‘kleur’ (alleen wit); • leveren van ‘vulling’, dat wil zeggen oneffenheden in de ondergrond opvullen. Kalk (calciumcarbonaat) en kleiachtige stoffen (silicaten) zijn in muurverven de meest gebruikte vulstoffen.
Pigmenten
Het pigment is een poedervormige stof. Pigmenten geven dekkingskracht en kleur aan de verf. Het witte pigment titaandioxide is veruit het meest toegepaste pigment. Het is goedkoop, dekt erg goed, is helder wit, is erg duurzaam en is bovendien onschadelijk. Gekleurde muurverven kunnen daarnaast allerlei andere pigmenten bevatten. Vooral ijzerpigmenten worden veel gebruikt. Oplosmiddelen
Het oplosmiddel is een vloeistof die een andere stof kan oplossen. Ook water is een oplosmiddel. Muurverven bevatten vrijwel alleen water als 6
Schimmelwerende muurverven bevatten daarnaast een extra hoog gehalte van een schimmelwerend middel. Op de pot is dit vaak te zien aan het kruis op het etiket dat aangeeft dat de verf schadelijk is.
Hulpstoffen
Hulpstoffen worden ook vaak aangeduid met de term additieven, ofwel: ‘toegevoegde stoffen’. Hiermee onderscheidt men ze van de ‘hoofdbestanddelen’ van de verf: het bindmiddel, het pigment, de vulstof en het oplosmiddel. Hulpstoffen worden in kleine hoeveelheden aan verven toegevoegd om bepaalde technische eigenschappen van de verf te verbeteren. Ze kunnen specifieke tekortkomingen van een verf verhelpen. In muurverven vind je vooral de volgende hulpstoffen vaak: • anti-schuimmiddelen; • dispergeermiddelen: zorgen ervoor dat de bindmiddelbolletjes niet uitzakken; • verdikkingsmiddelen; • regelaars van de zuurgraad (pH); • conserveermiddelen: gaan aantasting van de verf door bacteriën, schimmels of gisten tegen. Bestanddeel
Hieronder twee voorbeelden: de samenstelling van een standaard latex muurverf en de samenstelling van een veegvaste latex muurverf. In de vierde kolom staan voorbeelden van veel gebruikte stoffen.
Gehalte (%)
Voorbeelden
Standaard
Veegvast
Vulstoffen
70
50
Kalk, kleimineralen
Water
15
25
-
Bindmiddel
5
12
Styreen-acrylaat kunststof Titaandioxide; ijzeroxyden
Pigment
8
8
Oplosmiddel
1-2
1-2
Methoxypropanol, terpentine
Hulpstoffen
2-3
2-3
Aardolie (anti schuim; 0,2%) Polyfosfaat (dispergeer; 0,5%) Natronloog (zuurtegraad-regelaar; 0,02%) Kathon (conserveermiddel; <0,01%)
7
5. Wanneer kom je met muurverf in contact? Het ‘in contact komen’ van chemische stoffen met het lichaam wordt vaak aangeduid met de term ‘blootstelling’. Het kan gaan om een contact dat alleen tot de buitenkant van de huid beperkt blijft.
Blootstelling kan er ook toe leiden dat een stof in het lichaam wordt opgenomen, dit kan: • door inademing; • door de huid heen; • door inslikken.
Let ook op:
• Bij verspuiten: - gebruik de juiste spuitapparatuur (pneumatisch en airless geeft veel nevel); - houd de juiste afstand tot de muur aan; - contoleer of de verf niet te dun of juist te dik is; - ga na of je een ademhalingsbeschermingsmasker moet dragen (meestal wel!).
Contact met muurverf
Als schilder kun je op verschillende momenten in contact komen met muurverven: • tijdens het oproeren van de verf: morsen, spatten op de huid; • tijdens het aanbrengen met kwast of roller: spatjes, morsen op de huid; • tijdens het verspuiten: spuitnevel in de lucht én op de huid; • tijdens het schuren van verf lagen: verfstof in de lucht én op de huid. Als de muurverf snel verdampende stoffen bevat, kun je die bovendien op al deze momenten inademen: bijvoorbeeld de oplosmiddelen en sommige conserveermiddelen. Als je met vuile handen eet of rookt, kun je ook verf bestanddelen inslikken.
• Bij kans op contact met de huid: - werk zorgvuldig (rustig oproeren, niet morsen, rustig rollen en dergelijke); - denk eraan dat rollers meer spatjes geven dan de kwast; - draag werkkleding en handschoenen want bij verspuiten komt altijd verfnevel op de huid; - draag werkkleding en handschoenen want bij schuren komt altijd verfstof op de huid.
8
6. Risico’s voor de gezondheid Vergeleken met andere verfsoorten hebben watergedragen muurverven minder gezondheidsrisico’s. Wel kan vooral het verspuiten van muurverf risico’s voor de gezondheid geven. Bij het schuren van oude verflagen kan irritatie van luchtwegen, ogen en huid optreden.
Risico’s bij huidcontact
klein is. Toch kunnen bij schilders die al allergisch zijn voor één van deze bestanddelen huidklachten optreden. Het risico op huidklachten blijkt bij watergedragen verven overigens zeker niet hoger dan bij oplosmiddelrijke verven.
Watergedragen muurverven bevatten kleine hoeveelheden bestanddelen die de huid kunnen irriteren. Irriterende stoffen brengen kleine beschadigingen op de huid aan. Wanneer de huid langdurig of herhaaldelijk in contact komt met irriterende stoffen, krijgt deze geen gelegenheid om te herstellen. Op den duur kan dan eczeem ontstaan (zie Eczeem).
Eczeem en allergisch eczeem
Eczeem is een ontsteking van de huid die meestal gepaard gaat met een droge huid, jeuk, roodheid, en bultjes, blaasjes en/of kloofjes. Eczeem is niet besmettelijk, maar kan zich wel uitbreiden over de huid. Eczeem ontstaat vaak door irritatie van de huid: een opeenstapeling van kleine beschadigingen van de huid kan leiden tot eczeem als de huid niet voldoende tijd krijgt om zich te herstellen. Bekende oorzaken van ‘irritatie-eczeem’ zijn ‘nat werk’, schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen. Als een schilder z’n handen vaak met terpentine reinigt, is de kans op eczeem groot. Allergisch eczeem ontstaat als het afweersysteem tegen ziekten op hol slaat en te sterk reageert op één bepaalde chemische stof. In dat geval is de schilder allergisch voor die stof. Irritatie-eczeem verdwijnt als de huid tijd krijgt om te herstellen. Een allergie is blijvend: elke keer als de schilder in contact komt met de stof waarvoor hij allergisch is, ontstaat het eczeem direct opnieuw.
Irriterende stoffen in muurverven zijn vooral de oplosmiddelen, sommige dispergeer- of antischuimmiddelen, de regelaars van de zuurtegraad en de conserveermiddelen. Het gehalte aan al deze stoffen samen is meestal zo laag (< 3%) dat het risico op een huidaandoening klein is. Allergie
Muurverven kunnen ook stoffen bevatten die een huidallergie kunnen veroorzaken (zie Eczeem). Ook dit kan lijden tot eczeem. Als de schilder met dezelfde verf blijft werken, zal het eczeem niet overgaan. Stoffen in muurverven die allergieën kunnen veroorzaken, zijn met name de conserveermiddelen en de restanten van de stoffen waaruit het bindmiddel is opgebouwd (‘monomeren’). Het gaat om zéér kleine hoeveelheden (< 0,01%), zodat het risico dat een schilder een allergie oploopt door muurverven erg
9
Risico’s bij inademing
De oplosmiddelen in muurverven zijn meestal stoffen die erg traag verdampen. Sommige muurverven bevatten echter nog ammoniak of andere vluchtige amine-verbindingen als regelaar van de zuurtegraad. Deze stoffen verdampen snel en werken irriterend op de luchtwegen en de ogen. Het gehalte in de verf is meestal erg laag (< 0,1%). Wanneer de werkruimte niet wordt geventileerd, kan het gehalte in de lucht toch nog oplopen. De schilder kan dan hinder ondervinden van de geur of last krijgen van geïrriteerde ogen. Blijvende schade aan de gezondheid zal dit niet opleveren. Let op! Bij het verspuiten van muurverf komen alle bestanddelen van de verf als nevel in de lucht. Tijdens het spuiten komt meestal zo veel nevel in de lucht terecht dat ademhalingsbescherming noodzakelijk is. Ook kan de huid geheel met verf worden bedekt, zodat ook deze goed moet worden beschermd. Zie verder onder ‘8. Maatregelen om risico’s te beperken’. Speciaal geval: schimmelwerende muurverf
Schimmelwerende muurverven bevatten schadelijke schimmeldodende stoffen. Deze kunnen in het algemeen de huid en luchtwegen sterk irriteren. Sommige kunnen ook een huidallergie veroorzaken. Ook na opname in het bloed, via inademing of door huidcontact, zijn deze bestanddelen meestal schadelijk. Extra voorzichtigheid en extra maatregelen (goed ventileren, afdekken van de huid) zijn daarom altijd noodzakelijk.
10
7. Regels en wetten Uiteraard geldt voor muurverven de algemene arboregelgeving. Zo moet elk bedrijf onderzoeken (of laten onderzoeken) in welke mate de schilders blootstaan aan risico’s waaronder chemische stoffen. Dit kan gebeuren door schattingen, berekeningen of metingen. Het resultaat moet de werkgever melden in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). De producten moeten natuurlijk ook voldoen aan de algemene richtlijnen van etikettering met R- en S-zinnen en gevaarssymbolen. Daarnaast gelden voor verven ook nog specifieke regels: de Vervangingsplicht Binnenschilderwerk en de Europese Verfrichtlijn.
Vervangingsplicht Binnenschilderwerk
Europese Verfrichtlijn
Voor muurverven geldt de Vervangingsplicht van 1 januari 2000. Muurverven voor binnengebruik mogen maximaal 60 gram oplosmiddel (vluchtige organische stof ) per liter verf bevatten (exclusief water). Er zijn enkele uitzonderingen op de Vervangingsplicht: • voorbewerken van muren die sterk verontreinigd zijn door rook- of roetschade, of nicotine; • voorbewerken van sterk poreuze of poederende ondergronden. Een schildersbedrijf moet wel bij de Arbeidsinspectie aanvragen of het volgens deze uitzonderingen mag werken.
Ook de Europese Verfrichtlijn van april 2004 geeft grenswaarden voor het gehalte oplosmiddel in muurverven; in dit geval niet alleen voor binnenmuurverven, maar ook voor buitenmuurverven.
Grenswaarden voor muurverven in de Europese Verfrichtlijn in 2007 en 2010 Verftype
Max. oplosmiddelgehalte 2007 (gr./liter)
Max. oplosmiddelgehalte 2010 (gr./liter)
Matte muurverven binnen
75
30
Glanzende muurverf binnen
150
100
Binnenmuurverf; oplosmiddelbasis
400
niet meer toegestaan
75
40
450
430
Buitenmuurverf; watergedragen Buitenmuurverf; oplosmiddelrijk (pliolite)
11
8. Maatregelen om risico’s te beperken Hoewel watergedragen muurverven minder risico’s hebben dan andere verfsoorten, is het nooit goed om te veel in contact te komen met de verf. Het kiezen van de minst schadelijke producten heeft de voorkeur. Maar veilige werkmethoden zijn ook erg belangrijk. Bescherming door middel van bijvoorbeeld maskers en handschoenen is niet ideaal, maar helaas soms nog wel nodig.
Als je weet dat je allergisch bent voor een bepaalde stof (bijvoorbeeld voor een conserveermiddel), kun je bij de leverancier (laten) navragen of hij een muurverf heeft zonder die stof.
Veiligere producten
Als het schildersbedrijf een minder schadelijk verf bestek opstelt en de eigenaar van het pand stemt daarmee in, kunnen zij er beiden aan bijdragen dat de schilder minder schadelijke producten gebruikt: • beperk het gebruik van schimmelwerende muurverf. Als een ruimte goed geventileerd kan worden en/ of de ondergrond kan geen vocht opnemen, dan is het gebruik van schimmelwerende verf wellicht overbodig.
Lees in ieder geval altijd het etiket van de verf. Heb je vragen over een product, vraag het aan je werkgever of leverancier, kijk in het Veiligheidsinformatieblad dat de leverancier moet meeleveren of in PISA (Productgroep Informatie Systeem Arbouw). Dit systeem bevat kaarten voor allerlei typen verven en lakken. Op deze kaart staat informatie over de samenstelling van het product de gezondheidsrisico’s en de maatregelen die je moet nemen om veilig met het product te werken.
Om de kans op hinder of gezondheidsklachten zo klein mogelijk te houden, heeft een aantal leveranciers al ‘extra veilige’ muurverven ontwikkeld. • oplosmiddelvrije muurverf; • muurverf zonder ammoniak (maar met een ander pH-regelaar); • muurverven met een verlaagd gehalte aan irriterende monomeren (meestal de duurdere merken); • zogenaamde ‘non-drip’ muurverven, dat wil zeggen niet-druipend. Dit zijn verven die in rust zo dik zijn als een ‘gel’, vloeibaar worden tijdens het uitstrijken en daarna weer direct indikken. Men noemt dit ‘thixotrope’ verven.
Veiligere verpakking
Sommige leveranciers besteden extra aandacht aan de veiligheid van de verfverpakking. Het gaat dan vooral om verpakkingen waarmee de verf makkelijker over te schenken is, zonder te morsen. Veiligere werkwijzen
Vooral de kans dat verf op de huid komt, kun je verkleinen door de juiste spullen te gebruiken en doordacht te werk te gaan.
12
Ga bij het oproeren van muurverf rustig te werk. Roer grotere hoeveelheden met een mixer op een lange boortol en bij een lage snelheid.
Bij schimmelwerende verven moet er extra aandacht zijn voor goede ventilatie. Geforceerde, mechanische ventilatie is hierbij eigenlijk nodig.
Kwasten of rollen heeft de voorkeur boven verspuiten, tenminste wat betreft de kans op verontreiniging van de huid en luchtwegen.
Bij het schuren van oude verf lagen moet je gebruikmaken van afzuiging op de schuurmachine.
Gebruik voor plafonds een roller op een lange steel. Dit voorkomt boven het hoofd werken. Dat geeft altijd veel kleine spatjes op het gezicht.
Ademhalingsbescherming
Normaal gesproken is het gebruik van ademhalingsmaskers bij gewone watergedragen muurverven niet nodig.
Vooral te snel rollen geeft veel spatjes; ga dus ook hierbij rustig te werk. Kies voor elk product de juiste - door de leverancier aanbevolen - roller.
Wanneer het bij het gebruik van schimmelwerende muurverven niet mogelijk is om goed te ventileren, moet je wel ademhalingsbescherming dragen. Een halfgelaatsmasker met filtertype A is dan het juiste type.
Tip: Er zijn voor rollers speciale ‘spatschermen’ verkrijgbaar die de kans op spatjes op de huid verkleinen. Zie hiervoor: www.polyplan.com. Klik
Wanneer bij het schuren geen schuurmachine met afzuiging op het apparaat beschikbaar is, moet je een stofmasker gebruiken. Gebruik altijd een masker met CE-keurmerk van type P2.
op de knop met de Engelse vlag rechts naast het logo van Polyplan. Klik op de pagina die dan verschijnt rechts op ‘Roller en Brushes’ op
de
pagina
en
die
Bij het spuiten van muurverven is ademhalingsbescherming nodig. Gebruik in dat geval op zijn minst een halfgelaatsmasker met gecombineerd damp-/stoffilter A/P2. Wanneer veel nevel op je gezicht terechtkomt, is een ‘volgelaatsmasker’ nodig.
vervolgens verschijnt op ‘Splash Guard for Roller’.
Wanneer oude lagen muurverf moeten worden geschuurd (dat zal niet vaak voorkomen), dan kan nat schuren de vorming van stof sterk verminderen. Ventilatie
Goed ventileren kan de kans op geurhinder of irritatie van ogen of luchtwegen voorkomen. Bij watergedragen muurverven is het meestal voldoende om de ramen te openen.
13
je boven je hoofd moet werken met rollers of verf moet verspuiten (in het laatste geval is een volgelaatsmasker nog beter).
Huidbescherming en -verzorging
Als je voorzichtig en rustig werkt, zijn handschoenen bij normale watergedragen muurverven niet nodig. Bij schimmelwerende muurverven zijn ze wel aan te raden. Ook als de huid verontreinigd raakt, is het gebruik van handschoenen aan te raden en bij spuitwerk altijd. De volgende aanbevelingen gelden: • draag handschoenen van nitrilrubber of eventueel PVC. Vraag zo nodig advies aan de leverancier; • draag katoenen binnenhandschoenen om transpiratievocht op te vangen; • draag geen leren werkhandschoenen, katoenen handschoenen of zogenaamde ‘schildershandschoenen’ (katoen met kunststof binnenkant); • draag handschoenen eenmalig, dat wil zeggen één dag, zorg ervoor dat ze schoon zijn; • trek handschoenen alléén aan over schone en droge handen.
Ingrijpen bij klachten
Werk niet door bij huidirritatie, jeuk, erg droge en gebarsten handen, kloofjes, blaasjes en dergelijke, maar ga naar de bedrijfsarts. Als je liever naar de huisarts gaat, vertel dan over je werk. Als je denkt allergisch te zijn geworden voor een bepaald product (meestal komt dit door één bepaalde stof in het product), dan kun je dit laten testen bij een dermatoloog. Deze heeft dan wel informatie nodig over de samenstelling van het product. Hij kan dit bij de leverancier navragen.
Draag zo veel mogelijk een lange broek en lange mouwen tijdens schilderwerk. Smeer je handen in met een beschermende handcrème voor en na het werk. Dit houdt de huid in goede conditie en kan huidklachten voorkomen. Bovendien zorgt een handcrème ervoor dat de huid na het werk makkelijker te reinigen is. Was je handen voor het eten en voor toiletbezoek. Verwijder verfspatten meteen met een schone doek. Gebruik geen oplosmiddelen (peut, thinner en dergelijke) om je handen te reinigen. Dit is vragen om problemen. Draag een beschermende (veiligheids-)bril als
14
9. Meer informatie? Heb je vragen over specifieke producten , bijvoorbeeld over Veiligheidsbladen of verftechnische vragen? Bel dan met de servicecentra van de producenten of met de leverancier.
Daarnaast kun je bij Arbouw de volgende publicaties over verven of schilderwerk bestellen of gratis downloaden (www.arbouw.nl): • Veilig werken met verf. Eigenschappen en risico’s van verf bestanddelen (uitgebreide informatie over verf bestanddelen) (alleen downloaden) • Weet waar je mee verft. Eigenschappen en risico’s van verf bestanddelen (samenvatting van brochure ‘Veilig werken met verf’) (downloaden en bestellen) • Arbouw advies: Schilderwerkzaamheden (downloaden en bestellen) • Schilder, een echte vakman doet het goed (beroepenfolder) (downloaden en bestellen) • PISA (Productgroep Informatie Systeem Arbouw) (bestellen) • Gezond onder handbereik (informatie voor werknemers over voorkomen van huidaandoeningen) (alleen downloaden) • Schilderwerk in gezonde handen (informatie voor werkgevers over voorkomen van huidaandoeningen) (alleen downloaden)
Heb je vragen over gezond en veilig werken ? Kijk dan op de Arbouw website www.arbouw.nl of bel met de Arbouw Infolijn (020) 580 55 99. De Arbouw Infolijn is op werkdagen bereikbaar van 09.00 - 17.00 uur. Publicaties
Deze brochure is er een uit een reeks van vijf brochures over verschillende soorten verf. Deze zijn niet in papieren vorm beschikbaar, maar kun je gratis downloaden van www.arbouw.nl. De overige brochures over verfsoorten zijn: • Watergedragen verven voor houtwerk: emulsies (alkyd-emulsies) • Watergedragen verven voor houtwerk: dispersies (acrylaat, polyurethaan (PUR), PUR-acrylaat) • Oplosmiddelgedragen alkydverven voor houtwerk (traditioneel, high solids, doorwerkverven) • Tweecomponentenverven (epoxy’s en polyurethanen (PUR)).
Arbouw Postbus 8114 1005 AC Amsterdam telefoon (020) 580 55 80 telefax (020) 580 55 55 e-mail
[email protected]
Deze brochure is tot stand gekomen in samenwerking met: Hout- en Bouwbond CNV, FNV Bouw, Fosag en V V VF
internet www.arbouw.nl
Arbouw voor gezond en veilig werken
15